Illegalen uit de hele wereld die vanuit het Franse Calais naar Groot-Brittannië proberen te komen, officieel behoort dat sinds september 2009 tot het verleden. Maar hoe komt het dan dat 250 Afghanen, Irakezen, Koerden en Afrikanen in de sneeuw aanschuiven voor de bedeling van kippensoep met macaroni? door catherine vuylsteke
Calais, even voor half één 's middags. De sneeuw blijft gestaag uit de hemel vallen. In het havengebied dat zich voorbij het pompeuze gemeentehuis uitstrekt, staat een gure wind. Kleine groepjes jongemannen in dikke sjaals en bivakmutsen haasten zich door de Moskoustraat. Om de hoek staan enige tientallen anderen zich warm te springen voor een gesloten zwart hek. "Hier is het". Samir (26) wijst naar het braakliggende terrein naast een oude loods.
Uiteindelijk gaat de poort open. De mensen lopen onder een plastic afdak naar de caravan van de ngo L'auberge des Migrants die hier twee keer per week voedsel bedeelt. Een bejaarde vrouw schept kippensoep met macaroni in plastic bakjes, haar collega overhandigt groene zakken met stokbrood, een gekookt ei en een blikje sardienen, terwijl een andere vrijwilliger hete thee in bekertjes giet.
Samir neemt zijn lunch in ontvangst en gaat onder het afdak naast zijn vrienden op de grond zitten. Het gezelschap eet in stilte. "Geloof me, het valt niet mee", zegt de Iraakse Koerd tenslotte. "Nog vijfenhalf uur voor we weer worden toegelaten in het tijdelijk tot slaapzaal omgetoverde gymnasium hierachter. Ik voel mijn benen nog nauwelijks. We zijn al van zeven uur vanochtend door de straten aan het zwerven en het heeft onafgebroken gesneeuwd. Twaalf uur per dag buiten, bij dit weer is het een kwelling. Als we een café binnenstappen om thee te drinken, worden we weggestuurd. Ze moeten ons niet. En buiten worden we veelvuldig lastiggevallen door de politie. Op topdagen zijn er drie controles per dag. Wie pech heeft, krijgt klappen of wordt meegenomen."
Geen plaats
Het is even voor Kerstmis en er is geen plaats in de herberg. Toch niet voor Samir en de rest van de 250 illegalen uit de hele wereld die momenteel in Calais-Sangatte van de ene voedselbedeling naar de andere strompelen, hopend dat de dag gauw om is.
Nochtans, officieel bestaat het beruchte illegalenkamp sinds september vorig jaar niet meer. Bulldozers egaliseerden de in heel Europa bekende 'jungle', een braakliggend terrein nabij de haven waar toen meer dan 800 illegalen kampeerden. Honderden tenten, een zelf ineengeknutselde moskee en een heuse kruidenierszaak gingen zonder meer tegen de vlakte. Ze werden platgewalst, uitgewist. En met hen de Afghanen, Irakezen, Koerden en Afrikanen die droomden van een leven aan de andere kant van het kanaal.
Of tenmiste, zo zag Parijs het toch. De realiteit in de verlaten straten rond de haven is anders. "Soms hebben politici simplistische oplossingen voor complexe problemen", meent Sylvie Copyans van de ngo Salam, die op de meeste dagen van de week de avondvoedselbedeling organiseert. "Aangezien ze inderhaast moesten vertrekken, zijn veel mensen hun hele hebben en houden verloren. En kijk naar het resultaat: ze zitten nu verspreid over heel Calais en zorgen in zekere zin voor meer overlast dan vroeger. Je vindt hen onder bruggen, onder opleggers van vrachtwagens, op elke denkbare droge plek uit de wind. Momenteel bivakkeren de 250 à 300 illegalen tijdelijk in een gymnasium, sinds het noodwinterplan van kracht is. Maar zo gauw de temperaturen boven het vriespunt uitkomen, wordt iedereen weer buiten gezet. Probleem opgelost."
Een Afghaanse jongen van niet eens vijftien trekt zijn pet dieper over zijn oren. Zijn wangen zijn ruw, zijn vingers rood en dik. "Hij is hier met zijn vader en broer", fluistert Samir. "Ze willen vertrekken zodra de vrachtwagens weer mogen rijden, maar met dit winterweer wordt het zwaar transport in heel Frankrijk van de wegen gehouden. Dikke pech."
Volgens Copyans geraakt nagenoeg iedereen uiteindelijk het kanaal over. "Wie er 3.000 euro voor veil heeft, komt morgen al op zijn bestemming aan, gegarandeerd. Mensen met weinig centen moeten veel langer wachten, tot ze hier of daar een deal kunnen sluiten met een smokkelaar die de laatste plek in de vrachtwagen tegen verminderde prijs weggeeft aan een 'bevriende' klant."
Samir schudt zijn hoofd. "Ik ben op de terugweg", zegt hij. "Ik ga naar huis, naar Kirkuk. Negen jaar ben ik onderweg. Door Turkije, Griekenland en Italië eerst naar Nederland, waar ik asiel aanvroeg. Nog voor de beslissing viel, vertrok ik naar Groot-Brittannië, waar ik de voorbije zeven jaar illegaal heb geleefd. En nu is het gemis me te veel geworden. Ik heb in Londen ondertussen een vrouw en een zoontje van twee en wil met hen naar huis. Zodra ik veilig thuis ben, reizen zij me achterna."
"Ik heb grote fouten gemaakt, noem het jeugdige dwaasheid. Ik had van de kans gebruik moeten maken om een diploma te halen, maar ik was verblind. Je eigen geld verdienen, iemand zijn. Ik dacht dat het daarop aankwam en had het ene slecht betaalde baantje na het andere. Ik troost me nu met de gedachte dat ik tenminste Engels heb geleerd. Dat kan me in Iraaks-Koerdistan van pas komen."
Samir vertrok op zijn zeventiende. "De buurman, een neef, kennissen van school. De ene na de andere ging naar het buitenland en toen ze enige jaren later terugkeerden, werden ze als helden onthaald. Ze vertrokken om terug te kunnen keren, om thuis iemand te worden."
"Ik dacht: ik waag mijn kans, zelfs al raadden veel van die teruggekeerden me dat af. Ik wilde niet luisteren, evenmin als de jongeren hier willen horen dat hen in Groot-Brittannië geen glorieuze toekomst wacht. De voorbije dagen heb ik geprobeerd er met sommigen over te praten maar niemand had oren naar mijn verhaal."
Lange weg naar huis
Hoe komt het dat Samirs reis van Londen naar Kirkuk tijdelijk in de besneeuwde straten van Calais eindigt? Hij kon in de Britse hoofdstad evengoed een beroep doen op het vrijwillig terugkeerprogramma dat de International Organization for Migration (IOM) in samenspraak met nationale overheden opzet. "De premie voor terugkeerders is hier hoger dan in Groot-Brittannië", legt Copyans uit. "Vanuit Calais kan je op zo'n 2.500 euro rekenen en dat is bepaald meer dan je in Londen krijgt".
"De twee programma's die wij aanbieden, voorzien zo'n 587 euro cash bij vertrek, en 1.175 tot 1.700 euro aan gepersonaliseerde diensten na aankomst", zo vertelt de persvoorlichter van IOM-Londen. "Het allerbelangrijkste is dat mensen beseffen dat het niet louter om financiële hulp gaat, maar veeleer om een re-integratie-bijstand. In nauwe samenwerking met de meer dan 400 IOM-kantoren in de hele wereld bekijken we individueel wat de terugkeerder nodig heeft. 85 procent van onze klanten blijkt vooral geïnteresseerd in bijstand voor het opstarten van een eigen zaak, maar evengoed helpen we jongeren om zich in te schrijven aan de universiteit of om een woning te vinden in hun geboorteplaats."
Terugkeer vanuit Frankrijk is financieel voordeliger dan vanuit Groot-Brittannië, dat op zijn beurt een interessantere optie is dan België. Moet de Europese Unie inzake terugkeerbeleid niet aan een harmonisering van de premies en diensten werken?
"Daar zijn wij het helemaal mee eens", zo heet het bij IOM-Brussel. "En wat de diensten betreft, zijn de meeste landen al op elkaar afgesteld, precies omdat men samenwerkt met de kantoren ter plaatse. Dat er ook inzake de vertrekpremies een standaardisering moet komen, is een feit. En daar wordt momenteel aan gewerkt, zodat de premiejagers worden ontmoedigd. Maar dat is geen beslissing van IOM. Het zijn de nationale overheden die bepalen hoeveel ze geven en op welke manier."
Samir hoopt tegen nieuwjaar thuis te zijn. "Elke avond vraag ik me af hoeveel nachten ik nog alleen moet doorkomen. Soms is het gemis zo erg dat het pijn doet. Maar ik weet dat het mijn eigen dwaasheid is die hiervoor verantwoordelijk is. En ik zeg tegen mezelf dat ik nog jong genoeg ben om thuis een nieuw leven te beginnen. Niet?"
|