Zoeken in blog

Foto
Categorieën
  • AFGHANISTAN (9)
  • AFRIKA (17)
  • ARABISCHE WERELD (30)
  • Articles en français (10)
  • China (55)
  • columns (14)
  • In English (10)
  • Iran (14)
  • OOST-AZIE (10)
  • PROJECTEN (0)
  • Rusland (13)
  • ZUID-AZIE (13)
  • ZUIDOOST-AZIE (7)
  • Inhoud blog
  • CHINA/ hoe de deugd werd vermoord
  • Marokko/ In de kerker van de koning
  • Gestrand in Oostende
  • 'Hij was weg, plots en voorgoed'
  • Wanneer moeders heksen en vampieren op de wereld zetten
  • Oostende, waar illegalen thuis zijn
  • 't Stad is niet van Assaad
  • Marokko/België De angst is naar hier geëxporteerd
  • BAHREIN /Jaffar al Hasabi: 'Martelen, daarin is het regime erg inventief'
  • IRAK-Regisseur Mohamed al-Daradji over de waanzin van filmen in Bagdad: van Al Qaida en bombardementen tot honderden massagraven
  • Migratie - Minderjarig en moederziel alleen in België
  • QATAR - de slaven van koning voetbal
  • CHINA - Frank Dikötter over de Grote Sprong Voorwaarts
  • NOORD-KOREA - Bovenaanzicht van de hel
  • CHINA- Ai Weiwei, de man die overal mee wegkwam
  • IVOORKUST- Alassane Ouattara, de superloodgieter
  • TUNESIE - columniste Naziha Réjiba over de Arabische Lente
  • IRAN - interview met Kader Abdolah
  • IRAK - Schrijfster Haifa Zangana: ‘Irakezen kwamen verenigd en vreedzaam op straat’
  • ARABISCHE WERELD - wat schrijfster Hanaan-as-Shaikj in 2004 over de toestand vertelde
  • Waarom het misging in de Arabische wereld
  • CHINA - Vluchtmisdrijf door zoon hoge functionaris zet land in rep en roer
  • EGYPTE
  • TUNESIE - Facebook heeft het land gered
  • TUNESIE -een gigantisch probleem van jeugdwerkloosheid
    Archief per maand
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 08-2008
  • 03-2008
  • 01-2008
  • 03-2007
  • 01-2007
  • 10-2006
  • 06-2003
  • 02-2003
  • 09-2002
  • 07-2002
  • 06-2002
  • 12-1998
  • 10-1998
  • 09-1998
  • 04-1998
    Catherine Vuylsteke
    Stories that remain too often untold/ Histoires oubliées
    25-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marokko/België De angst is naar hier geëxporteerd

    Het Marokkaanse referendum over een nieuwe grondwet op 1 juli zorgt ook onder de 300.000 Marokkanen in België voor beroering. Debat is uit den boze. Googel de naam van democratiseringsactivist Radouane el-Baroudi en je botst op een videofilmpje met als titel 'Bericht aan de verrader'. En hij is niet de enige verdediger van de 'Jeugd van 20 Februari' in België die wordt beschimpt.


    Nadia Oussehmine (30) heeft sinds het begin van de Arabische lente een Engelstalige blog over het geboorteland van haar ouders. "Ik had het gevoel dat er weinig aandacht was voor Marokko. De revoluties in Tunesië, Egypte en later Libië en Syrië werden opgemerkt, maar het leek alsof Marokko onder de radar bleef. Nochtans: het feit dat 300.000 mensen eensgezind op straat kwamen om fundamentele hervormingen te eisen, was absoluut historisch. Voor het eerst was de angst verdwenen, de angst die al regeert van tijdens de 'jaren van lood', zoals de dictatuur wordt genoemd van de in 1999 overleden koning Hassan II, de vader van de huidige vorst Mohammed VI."

    Via haar blogs kwam Nadia in contact met andere democratiseringsactivisten die de Jeugd van 20 februari, zoals de nieuwe oppositiebeweging in Marokko wordt genoemd, vanuit België via onder meer Facebook en Twitter wilden ondersteunen. "Toegegeven, ik voel me meer Belgisch dan Marokkaans. Noem het de invloed van de katholieke scholen in Wachtebeke en Zelzate, waar ik studeerde. Dat we kritisch moesten zijn, leerde ik daar, en dat je de dingen in vraag moet stellen om een eigen, onafhankelijke mening te vormen. Maar in het vaderland van mijn ouders, waar we jaarlijks op vakantie gingen, was dat allesbehalve een geschikte attitude."

    "Mijn betrokkenheid is evenwel gebleven. Terwijl de meeste overzeese Marokkanen in Casablanca of Agadir beschouwd worden als apolitieke melkkoeien die zo snel mogelijk van hun geld ontdaan moeten worden en die zich alleen interesseren voor oppervlakkige vakanties aan het strand, in de medina of in de discotheek, wil ik proberen bruggen te slaan tussen de jongeren daar, die vechten voor een democratische toekomst, en de allochtonen hier. Maar dat wordt ons niet in dank afgenomen. Een poging tot debat eindigt prompt in een scheldpartij met zogenaamde 'amicals', spreekbuizen van het regime die ook hier talrijk aanwezig zijn."

    Verketterd

    Bij Radouane el-Baroudi (31) was het zijn vader die hem een politiek geweten schopte. In tegenstelling tot de meeste Marokkanen die hier in de jaren zestig als zogenaamde gastarbeiders kwamen werken, was Mohammed el-Baroudi een politieke balling, een medestander van de in 1965 'verdwenen' linkse activist Mehdi Ben Barka. "Ik was 15 toen ik er voor het naar Marokko kon gaan, met in mijn hoofd kleurrijke verhalen van mijn vader over het platteland rond Casablanca, de graanschuur van het land."

    "Ik was geschokt door wat ik zag. Het landschap was er een van wanhoop, misère en grootschalige stadsvlucht. Toen ik er hem bij mijn terugkeer mee confronteerde, haalde hij de schouders op. 'Ik heb je mijn Marokko gegeven, zoals ik het me herinner. Jij zult het jouwe moeten opbouwen', zei hij. En dat heb ik ook geprobeerd. Ik nam me voor om de modale burgers te leren kennen, de dorpelingen die het gros van de bevolking uitmaken. Hun situatie is nauwelijks verbeterd: de misère, de corruptie, de slechte gezondheidszorg en de onderontwikkeling zijn gebleven. Jongeren hebben geen perspectieven, vandaar hun roep om verandering. Alleen voor de toeristen werd het beter. Die kregen nagelnieuwe tolwegen en resorts."

    Net als zijn vader neemt Radouane geen blad voor de mond, zelfs als dat betekent dat hij door de allochtone gemeenschap wordt verketterd. Googel zijn naam en je botst op een videofilmpje met als titel 'Bericht aan de verrader', met vermelding van zijn volledig adres, zijn telefoonnummer en zelfs zijn werkgever. "Er is volstrekt geen cultuur van debat en overleg. Als je stelt dat de zogenaamd fantastische nieuwe grondwet oude wijn in nieuwe zakken is, dan loopt het gesprek uit de hand. Bij de bakker, de kapper... Elke dag maak ik dat mee, maar dat moet dan maar. Zwijgen is medeplichtig zijn. Waar is je respect, zeggen ze dan, voor de koning als 'voorganger der gelovigen'. Je wordt verondersteld als goede moslim de rangen te sluiten, uit een soort van misplaatst patriottisme."

    Radouane verdedigt zich nu met zijn camera. 'Ik heb alle Franstalige politici en artiesten van Marokkaanse afkomst benaderd met de vraag of ze hun mening willen geven over de Arabische lente en de Marokkaanse beweging van 20 februari. Slechts een handvol was bereid tot een interview. De rest is bang, neemt geen risico, wil altijd aan de juiste kant staan."

    Repressief

    Een van de mensen die reageerden, was ex- Ecolo-parlementslid en psycholoog Fouad Lahssaini (51), die 30 jaar geleden in België kwam studeren. "Ik herinner me nog de inschrijving aan de ULB, en het citaat van de negentiende-eeuwse wiskundige Henri Poincaré in het eerste artikel van het statuut van de universiteit. 'Het denken moet zich nooit onderwerpen (...), anders houdt het op te bestaan.' Ik kon haast niet geloven wat ik las, zo haaks stond deze gedachte op alles wat me was geleerd. In een cultuur van angst en van geweld zijn we in Marokko opgegroeid, en die is hierheen geëxporteerd. Als je wilt begrijpen wat er aan de hand is met die kleine groep jonge, criminele Marokkanen, die het voor iedereen, ons voorop, verziekt, moet je evengoed daar naar terug. Intimidatie in plaats van debat."

    "Ik denk dat de meeste Belgen zich er niet bewust van zijn in welke mate het Marokkaanse regime repressief is gebleven, hoe modern M VI zich ook voordoet. Die onderdrukking repliceert zich ook in de gemeenschap hier. Er zijn tal van organisaties wiens enige taak erin bestaat op te treden als spreekbuis van de overheid en dus van de koning. Elke verkozene, of het nu om een gemeenteraadslid dan wel om een parlementslid gaat, wordt ontboden op de ambassade, om hem of haar voor te houden dat de eerste loyauteit die aan de eigen afkomst is. Dat verklaart waarom de meesten hun mond houden en waarom zij die niet zwijgen zo vijandig worden bejegend. Aanstaande zondag maken we een video waarin we gewone mensen aan het woord laten over de noodzaak van een boycot van het referendum en waarom een tekst die eenzijdig wordt samengesteld en dan gauw gauw aan een stemming wordt onderworpen, niet democratisch genoemd kan worden. Benieuwd hoeveel rabiate aanvallen dat weer genereert."

    25-06-2011 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:ARABISCHE WERELD
    19-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BAHREIN /Jaffar al Hasabi: 'Martelen, daarin is het regime erg inventief'

    De Bahreinse versie van de Arabische Lente was bepaald geen succesverhaal: vier maanden later zitten honderden mensen vast, 2.000 anderen verloren hun job en de dokters die de gewonde demonstranten verzorgden, staan terecht. Jaffar al-Hasabi (39) maakte de revolte van nabij mee. Sterker nog, hij was een van de gevangenen die op 23 februari werden vrijgelaten om de betogers gunstig te stemmen.

    Jaffar al-Hasabi ziet er getekend uit. De vele martelingen en het 23 dagen lang uit zijn slaap gehouden worden, hebben hun tol geëist. Maar hij mag van geluk spreken, deze vader van vijf kon nog net op tijd ontkomen. Twee dagen nadat hij op 12 maart van dit jaar naar Londen vertrok, marcheerden de Saoedische soldaten Bahrein binnen. Om de orde te herstellen en de soennitische koning Hamad bin Isa al-Khalifa te beschermen tegen de gramschap van zijn voor driekwart uit sjiieten bestaande volk.

    In de weken die volgden, klopten politie en veiligheidsdiensten overuren. Vijfhonderd mensen werden aangehouden. Vorige zondag nog werd een 20-jarige studente tot één jaar celstraf veroordeeld voor het scanderen van een antiregeringsgedicht op het onderhand van zijn monument ontdane en herdoopte Parelplein. Volgens haar advocaten werd ze in de gevangenis zwaar gemarteld.

    Idem dito voor de 48 chirurgen, dokters en verplegers van het Salamaniyahospitaal in Manama, die zich dezer dagen in het beklaagdenbankje bevinden omdat ze de kogelwonden van de betogers hebben verzorgd. Ze worden ervan beschuldigd "wapens te hebben gestockeerd", wat de Britse journalist en ooggetuige Robert Fisk vorige week nog afdeed als "een hoop leugens". Zijn krant, The Independent, wordt nu door de Bahreinse overheid aangeklaagd wegens smaad.

    Jaffar al-Hasabi is niet verwonderd over de huidige stand van zaken. Zestien jaar geleden maakte hij al kennis met de ijzeren hand van het regime.

    "Toen ik in 1991 mijn opleiding als informaticus had afgerond, besefte ik dat het als sjiiet erg moeilijk zou worden om een job te vinden. Alleen als je veel beter bent dan de soennitische kandidaten maak je een kans en sowieso zijn instanties als leger en politie voor ons uitgesloten. Ik wilde die hele vernederende selectie niet doormaken en besloot me in Koeweit te vestigen. Twee jaar later keerde ik naar Bahrein terug en opende een winkel voor herstelling van computers.

    "Met een aantal vrienden van de universiteit begon ik een gratis krant, die via de sjiitische moskeeën werd bedeeld. Daarin eisten we dat de uit 1975 daterende opschorting van de grondwet en van het parlement werden opgeheven en dat de uitzonderingswetten die systematische mensenrechtenschendingen mogelijk maakten, werden afgeschaft. Ook wilden we dat er een einde kwam aan de structurele achterstelling van de sjiitische meerderheid inzake jobs, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg."

    Erg lang zingen Al-Hasabi en zijn vrienden het evenwel niet uit. Op 10 januari 1995 wordt de computertechnicus gearresteerd en drie dagen lang gemarteld. "In dat opzicht is het regime erg inventief. Ze hangen je ondersteboven aan haken aan het plafond, ranselen je voetzolen af, dreigen met moord en verkrachting opdat je een valse bekentenis zou ondertekenen. Altijd willen ze dat je toegeeft dat je een een Iraans agent bent."

    Om onduidelijke redenen wordt Al-Hasabi halverwege januari 1995 vrijgelaten, waarop zijn familie hem meteen naar Qatar laat ontkomen. Aan het einde van dat jaar reist hij naar Londen, waar hij politiek asiel aanvraagt en een opleiding management aanvat. "Het waren goede jaren, ik heb twee studies afgemaakt, ben getrouwd, vader geworden. En gelukkig was mijn familie bemiddeld genoeg om me in Londen te komen opzoeken."

    Ondertussen blijft Al-Hasabi politiek actief. Hij voegt zich bij de Bahrain Freedom Movement en maakt plannen om zo gauw de situatie het toelaat naar zijn land terug te keren. "De eerste keer was in 2005, toen mijn vader op sterven lag en sindsdien ging ik elke zomervakantie met de familie."

    In het decennium sinds zijn vertrek naar Groot-Brittannië veranderde er in de kleine Golfstaat behoorlijk wat. Bij zijn aantreden in 1999 belooft de nieuwe koning dat hij de democratie in ere zal herstellen, wat drie jaar later uitmondt in de bekrachting van een nieuwe grondwet en van een nieuw parlement. Bovendien stellen mensenrechtenorganisaties vast dat de schendingen waarmee arrestaties decennialang gepaard gingen, drastisch afnemen. Of tenminste, tot in 2007, als straatprotesten van de sjiitische meerderheid opnieuw uitmonden in massale arrestaties en martelingen in detentie.

    "Het punt was dat de koning zijn beloftes over een beter leven voor de modale burger niet inloste. De frustratie groeide en de mensen kwamen op straat. Zo bijvoorbeeld wilden en willen ze nog steeds dat er een einde komt aan de zogenaamde politieke naturalisaties. De soennitische elite voelt zich bedreigd door het demografische overwicht van de sjiitische bevolking en probeert dat bij te sturen door soennitische buitenlanders de Bahreinse nationaliteit aan te bieden."

    Het Bahreinse Centrum voor Mensenrechten vlooide de kwestie in 2002 al uit en concludeerde dat de Bahreinse nationaliteit eerst werd verstrekt aan de leden van een aantal Saoedische clans, te beginnen met de Al-Dawasers in Dammam. Terwijl de sjiieten jaren moeten wachten op sociale huisvesting in eigen land, getuigen tal van leden van deze clan dat ze meteen een huisje kregen aangeboden, dat ze dan veelal als vakantiewoonst voor de kinderen inrichtten. In ruil voor die gunsten worden de nieuwe Bahreini's opgetrommeld voor verkiezingen, waarbij ze de regeringskandidaten moeten steunen.

    De jongste jaren is de naturalisatie sterk opgevoerd en maakten vele duizenden (soennitische) Pakistanen, Jemenieten en Syriërs er gebruik van. "Dat is het antwoord van de overheid op het zogenaamde herstel van de democratie. Een andere handigheidje is de ongelijke vertegenwoordiging in het parlement. Heeft een sjiitische wijk met 40.000 inwoners één zetel, dan krijgen soennitische buurten met 20.000 mensen al twee zetels."

    Voor Hasabi gaat het in de zomer van 2010 andermaal mis. Als hij op 15 augustus in Bahrein aankomt, wordt hij meteen gearresteerd. "Ze zeiden dat ze me tijdens elk familiebezoek in de gaten hadden gehouden en nu over voldoende bewijsmateriaal beschikten om me in staat van beschuldiging te stellen. Ik werd via een achterdeur afgevoerd en vervolgens 23 dagen lang gemarteld.

    "Op 28 oktober verschenen ikzelf en 22 politieke medestanders voor het eerst voor de rechter. Onze advocaat had ons één ding op het hart gedrukt: dat we voor de aanwezige internationale pers zouden vertellen wat ze ons hadden aangedaan. Nu moet je dapper zijn, zei hij. In de wetenschap dat je als vergelding weer wordt gemarteld, moet je toch de waarheid vertellen. Alleen zo maken we een kans. Dat hebben we ook gedaan. Onze lotgevallen werden door BBC, CNN, en tal van andere media belicht en aldus kwamen de Bahreini's erachter.

    "De verontwaardiging was gigantisch, ik ben ervan overtuigd dat dit een van de aanleidingen was voor de revolte die op 14 februari begon en die na een week uitmondde in onze vrijlating als zoenoffer aan de betogers."

    Daags nadien haast Al-Hasabi zich naar het Parelplein om zich bij de manifestanten te voegen. "Het voelde geweldig, de angst was weg en even hadden we hoop dat er fundamentele verandering zou komen, dat de koning bereid zou zijn tot democratisering en een heuse dialoog met het volk.

    "Ondertussen zeiden onze medestanders in Londen aan de telefoon dat het er slecht uitzag. Ze drongen er op aan dat ik meteen zou vertrekken. Dat kon ik niet. Altijd weer stelde ik het afscheid uit. Tot mijn familie me ertoe verplichtte. Op 12 maart heb ik het vliegtuig genomen, twee dagen voor de Saoedi's binnenvielen.

    "Het was op het nippertje. Al diegenen die in februari waren vrijgelaten, zitten ondertussen weer vast, naast honderden anderen. Minstens vier mensen zijn al in detentie overleden.

    "U vraagt of ik nog hoop heb? Is er een alternatief? Ik maak me sterk dat er licht moet zijn aan het einde van de tunnel. De vrijheidsdromen van duizenden mensen zijn tijdelijk aan diggelen geslagen maar je kunt de geest niet terug in de fles krijgen. Dit is een tijdelijke tegenslag. U zult zien, we zullen winnen. Inshallah."

    19-06-2011 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:ARABISCHE WERELD
    16-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IRAK-Regisseur Mohamed al-Daradji over de waanzin van filmen in Bagdad: van Al Qaida en bombardementen tot honderden massagraven
    De Iraaks-Nederlandse regisseur Mohamed al-Daradji (33) beleeft drukke tijden. Zijn film Son of Babylon komt volgende week uit en afgelopen weekend presenteerde hij in Brussel Iraq: War, Love, God and Madness, een documentaire over het draaien van zijn eerste film, Ahlaam. Dat debuut kwam er niet zonder slag of stoot: filmen in Bagdad bleek waanzinnig moeilijk en gevaarlijk.


    'Denk aan de duizenden mensen die naar je zullen luisteren', zo hield mijn vader me als kind voor. Dat was een aantrekkelijke gedachte ja. Ik heb het er bij de projectie van mijn film Ahlaam in Bagdad in 2007 nog over gehad", zo vertelt regisseur Mohamed al-Daradji, die in Brussel te gast is op het Millenium Documentary Film Festival. "Vader, ik heb een boodschap", zei ik, "niet van religie, maar van hoop en liefde. Duizenden mensen zullen er naar komen kijken, je zult zien."

    "De vertoning voor 1.500 mensen had noodgedwongen plaats in een theaterzaal. Het geluid was vreselijk en over de projector wil ik het niet eens hebben. Maar de mensen huilden van ontroering toen ze mijn verhaal zagen over Ahlaam en twee andere patiënten van een psychiatrische instelling die twee dagen na de VS-invasie in maart 2003 werd gebombardeerd. Toen wist ik dat ik in Irak moest blijven filmen."

    Eenvoudig was het evenwel niet, zo mag blijken uit Iraq: War, Love, God and Madness, de documentaire die al-Daradji in 2010 maakte over het draaien van Ahlaam. Zijn in Bagdad achtergebleven ouders vonden het een vreselijk gevaarlijk plan. Er viel niet aan een camera te komen en een actrice vinden voor de rol van Ahlaam was al even onmogelijk. De jonge vrouw die uiteindelijk toestemde, stelde haar eisen: zowel haar echtgenoot als haar anderhalf jaar oude zoontje zouden permanent aanwezig zijn op de set en manlief moest ook de rol krijgen van haar verkrachter. In een contract moest ik beloven dat alles zou worden gefilmd op de vooraf afgesproken manier, zo niet zou ik een schadevergoeding van 2 miljoen dollar betalen. Stel je voor, ik had een filmbudget van amper 10.000 euro."

    Bom op binnenkoer

    Het filmen zelf is gevaarlijk: voortdurend wordt de crew tegengehouden aan checkpoints de ene keer zegt de crew dat ze voor Al Jazeera werken, op andere momenten beweren ze dat ze filmstudenten zijn die aan een liefdesverhaal werken. "Een gewoon mens liep al voortdurend gevaar, maar voor ons gold dat dubbel. 'Film waar je wilt', zei mijn moeder, 'maar niet in dit godvergeten land.' Ik probeerde er haar van te overtuigen dat het allemaal best meeviel, maar veel indruk maakte dat niet. 'Luister jongen', zei ze, 'we kunnen niet nog meer tragedies hebben.' Luttele maanden eerder hadden we ons 10-jarige neefje verloren, toen er een bom op de binnenkoer viel. En tal van vrienden en bekenden waren onderhand gestorven.

    "Het is aan haar dat ik dacht toen we op 16 december 2004 in de val liepen. We waren aan het filmen in de Haifa-straat, die door de Amerikanen de dodenweg werd genoemd omdat het er zo onveilig was. In die tijd ging het nog niet om losgeld. Doorgaans werden de slachtoffers meegenomen, gemarteld, vermoord en dan in de Tigris gegooid. Ons kantoor was vlak bij de rivier, we hadden de politie er al veel lijken zien uit vissen.

    "Het was een Al Qaidagroep die ons ontvoerde. Ze blinddoekten ons, namen ons mee naar een onbekend oord en ranselden ons af. Een van de crewleden kreeg een kogel in het been. De mishandelingen hielden enige uren aan, ik had het gevoel dat we een ding waren geworden, om op te schoppen, om zich aan te vergrijpen. Het is moeilijk om te beschrijven. Je verkeert in een toestand van shock. Er is geen tijd om na te denken, je reageert, zoekt een uitweg, probeert psychisch overeind te blijven."

    Het liep goed en niet goed af. De vier gijzelaars werden meegenomen naar de oever van de Tigris, waar de oudere make-upartiest de anderen de opdracht gaf hun laatste gebed te doen. In de verte weerklonken politiesirenes, die dichterbij leken te komen. De mannen baden snikkend, wachtend op de kogel. Die er niet kwam.

    "Wellicht waren het de sirenes die hen deden vluchten. We krabbelden recht, ontdeden elkaar van de blinddoek en probeerden vruchteloos een auto tegen te houden. We zagen er verschrikkelijk uit, met onze bebloede, blote bovenlijven en gescheurde broeken. Uiteindelijk was een taxichauffeur bereid om ons naar het dichtstbijzijnde hospitaal te brengen, waar de kogelwonde van onze collega werd verzorgd. Even later kwam een van de dokters aan wie ik het verhaal had gedaan, met een groep gewapende mannen terug. 'Die moet u hebben', zei hij. Ik kon mijn oren niet geloven. Andermaal werden we geblinddoekt en afgevoerd, nu naar een grote grafkelder op een begraafplaats.

    "Het probleem was dat we geen idee hadden wie deze mannen waren. Moesten we zeggen dat we soennieten waren, of sjiieten, voor of tegen Saddam Hoessein? Op die manier proberen gijzelaars immers hun overlevingskansen te vergroten, alleen wisten we dit keer niet voor wie we ons moesten uitgeven. Halverwege de nacht hebben die mannen ons aan de Amerikanen overgedragen, ze zeiden dat we filmpjes voor Al Qaida maakten. Gelukkig heb ik toen kunnen bewijzen dat ik de Nederlandse nationaliteit had, waarop de ambassade werd ingeschakeld. Dat paspoort heeft me gered."

    Nederland? "Ja, ach, het is een lang verhaal. Over hoe ik gepassioneerd raakte door theater, film en literatuur en hoe de ijzeren hand van de dictator de keel van mijn lievelingsneef en beste vriend dichtkneep omdat hij zogenaamd een opposant was. Toen wist ik dat ik het land uit moest. In 1995, op mijn achttiende, vluchtte ik naar Nederland, waar ik politiek asiel kreeg en ging studeren.

    "Ik had in Europa films kunnen maken en iedereen die me hoorde zeggen dat ik meteen na het behalen van mijn diploma in 2003 naar Bagdad wilde om te filmen, verklaarde me gek. Vier maanden na de VS-invasie kwam ik er aan, met het scenario voor Ahlaam in mijn hoofd.

    "Het was een waar gebeurd verhaal, ik zag het in Groot-Brittannië op de tv. Een waanzinnig meisje in een witte jurk, ze sprak een onbestaande taal. Die nacht heb ik van haar gedroomd. Wie is de ware krankzinnige, vroeg ik me de volgende dag af, het regime van Saddam Hoessein, dat ons tot onvrijheid veroordeelde, de Amerikanen die dood en vernieling zaaiden, de milities die onschuldigen vermoordden? Of mensen als Ahlaam, gekken die door het bombardement gedwongen werden op straat rond te zwerven? Ik moest absoluut in Irak filmen, om met mijn volk datgene te delen wat Europa me had gegeven: inzicht in cultuur, een onwrikbaar geloof in mensenrechten. Het was ook nodig om het beeld tegen te spreken dat de internationale media van Irak schetsten in hun nieuwsjournaals. Toegegeven, de confrontatie was bikkelhard: ik herkende de stad waarin ik was opgegroeid nog nauwelijks. De straten waren verlaten, veel gebouwen vernield. En het leek wel alsof de menselijkheid was vermoord."

    In 2006 werd zijn debuutfilm internationaal gunstig onthaald en twee jaar later keert al-Daradji terug voor een nieuwe film, Son of Babylon, die volgende week in de Belgische bioscopen te zien is. "Ik had mijn les geleerd: zonder afdoende veiligheidsmaatregelen viel er niet te werken, zeker niet nu we het verhaal over een moeder en haar zoon die in de Iraans-Iraakse oorlog sneuvelt, in zeven steden zouden filmen. Er was een gigantische organisatie voor nodig maar uiteindelijk kreeg ik het voor mekaar dat het ministerie van Defensie voor onze veiligheid in zou staan. Dat was in 2004 onmogelijk: je had toen niet eens een Iraakse regering of troepenmacht."

    Eén miljoen vermisten

    Aan de film is ook een hele campagne gekoppeld, omtrent de zoektocht naar de maar liefst één miljoen Iraakse burgers die vermist zijn. Door het regime van Saddam Hoessein of door de oorlog die volgde.

    "Het wordt een kolossaal werk om de identiteit te achterhalen van de slachtoffers in de meer dan 300 massagraven die ondertussen zijn ontdekt. Maar ik maak me sterk dat we in september het akkoord zullen kunnen tekenen met de regering, waarmee het project echt kan starten."

    Ondertussen legt al-Daradji de laatste hand aan een documentaire over 32 weeskinderen. Is het nu makkelijker werken in Irak? "Ja, in zeker opzicht wel, al is niemand ooit echt veilig. Vorig jaar raakte mijn schoonbroer vermist, toen ik vorige maand in Irak was, werden er op één dag 22 mensen vermoord en tussen mijn huis en mijn kantoor passeer ik 25 checkpoints. Daardoor leef je anders. Je plant niet vooruit, er is alleen vandaag en hooguit morgen. Om mezelf moed in te spreken, lees ik over de heropbouw van Europa na WO II. Dat is ook niet in één keer gegaan, er was tijd nodig om tot dit fantastische resultaat te komen."

    16-06-2011 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:ARABISCHE WERELD
    12-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Migratie - Minderjarig en moederziel alleen in België
    Een jaar geleden arriveerde Abdelhak in België. Moederziel alleen. Met weinig centen en veel plannen, dapper en gedreven. Noem het een succesverhaal in de marge. Overdag sleutelt de Algerijnse tiener in een opleiding automechanica aan zijn toekomst, zijn avonden en nachten spendeert hij in een Brusselse hotelkamer. Het verhaal van een vlucht, en wat daarna kwam.

    Abdelhak heeft op het eerste gezicht veel weg van een modale Brusselse tiener, al logenstraffen zijn verblijfplaats en zijn levensverhaal dat enigszins. De jongen spreekt accentloos Frans en brengt de helft van de weekdagen door op de schoolbanken van Sint-Gillis. Meer nog, hij is de beste leerling van de opleiding automechanica. "Moeilijk is dat niet", zegt hij met een mengeling van bescheidenheid en gêne. "Het gros van de anderen daagt vaker niet dan wel op. Ze hebben geen doel in hun leven, denk ik. Daarin verschillen we misschien nog het meest."

    De rest van de week werkt Abdelhak in een Molenbeekse garage, als jongste hulpje dat volgens de baas snel bijleert.

    's Avonds zit de jongen op zijn kamer, skypend op zijn nieuwe computer, met oma, oom of andere verwanten aan de andere kant van de lijn. "Ik mis hen, meer dan ik me had kunnen voorstellen. Sommige dingen zijn niet te voorzien. Ach, ze zijn blij dat ik hier aan een toekomst timmer, hoe wankel die constructie op sommige dagen ook lijkt. Zal ik kunnen blijven, krijg ik papieren? De gedachte aan mijn achttiende verjaardag, op 11 september van dit jaar, houdt me niet zelden uit mijn slaap. Hoe red ik me in de illegaliteit, kan ik mijn adem inhouden tot aan de volgende regularisatie? Ik beloof mezelf dat het lukt, ik ben niet voor niets zover gekomen. Maar gesteld dat het kon, zou ik het dan opnieuw doen? De vraag maalt vaker dan me lief is door mijn hoofd. Wie zal het zeggen, geen dag keert ooit terug."

    Het verhaal van Abdelhak is een hedendaagse variant op Huckleberry Finn. Net zoals Mark Twains hoofdpersonage 125 jaar eerder ging de Algerijnse jongen op zoek naar vrijheid en kansen, met zijn oma van moederskant als enige confidente. "Ik had het mijn in Algiers achtergebleven moeder graag willen vertellen. Soms huilt ze aan de telefoon en vraagt ze waarom ik ben vertrokken zonder afscheid te nemen. Ik was bang, zie je, dat ze me zou tegenhouden, dat het allemaal veel moeilijker zou worden.

    "Mijn besluit was al lang genomen. Al op mijn veertiende droomde ik met mijn vrienden Walid en Mohammed van een nieuw leven aan de andere kant van de Middellandse Zee. We becijferden hoe lang we moesten sparen voor een enkeltje naar de overkant en fantaseerden over de leuke en vooral lucratieve baantjes die hier op ons zouden wachten.

    "Het was onze eerste en laatste gedachte, elke dag weer. Er werden plannen gesmeed, pogingen ondernomen. Walid en Mohammed zijn in januari van vorig jaar helemaal naar de Marokkaanse grens gereisd. Een bustocht van haast een dag lang, naar een plek die op slechts vier uur varen ligt van de Spaanse kust. De zee bleek te wild, het plan te riskant. Teleurgesteld keerden ze naar Algiers terug. We hebben elkaar toen beloofd dat we ons niet uit het veld lieten slaan."

    Oord zonder zuurstof

    Abdelhak is een tiener als zovele, in zijn geboorteland misschien nog het meest. Zijn meningen zijn niet uitzonderlijk, ze worden gedeeld door de helft van zijn mannelijke leeftijdsgenoten. Onlangs nog verklaarden die in een opiniepeiling dat ze 'waarschijnlijk' of 'zeker' zouden proberen te ontkomen naar Europa. Ze gaven geen oorlogen of andere menselijke drama's op als beweegreden maar definieerden hun geboortegrond als een somber oord zonder zuurstof, als een doodlopende straat waar alleen ouden en zwakken achterblijven.

    Abdelhak groeide als oudste van de drie zonen van een stadsambtenaar op in een middenklassewijk van de Algerijnse hoofdstad. Hij hield van Franse animatiefilmpjes en genoot van de verhalen van zijn oom van moederskant, die jaren geleden zijn plannen voor de overkant onthulde. De man woont nu in Marseille, waar Abdelhak hem vorige zomer opzocht.

    "Ik weet niet of ik mijn jeugd gelukkig moet noemen. Het viel wel mee, alleen boterde het niet tussen mijn ouders. Vader bleef vaak zomaar een week of langer weg en deed bij zijn terugkeer alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Mijn moeder pikte dat niet vaders escapades eindigden doorgaans in slaande ruzie."

    Precies een jaar geleden liet Abdelhak zijn land en zijn oude leven achter. "Het idee om met het vliegtuig te vertrekken kwam van mijn neef, onze meest bemiddelde verwant. Van kindsbeen af ging hij jaarlijks met zijn ouders op vakantie naar Egypte, Tunesië of zelfs Europa. Hij leende me zijn paspoort en kocht een vliegtuigticket naar Istanbul, een bestemming waar Algerijnen visumloos heen kunnen. Ik vond het aanvankelijk een vreemd plan maar hoorde toen dat het een nieuwe manier was om naar Europa te komen.

    "De dag voor mijn vertrek was ik erg zenuwachtig. Zou de douanebeambte wantrouwig worden bij het zien van de foto van mijn neef? Waar vond ik het geld voor onderweg en zou mijn moeder geen argwaan krijgen? Met een minimum aan spullen ben ik die middag naar oma vertrokken. Dat deed ik wel vaker, ze had een leuk huis en ik was de lieveling van haar nog ongehuwde, jongste zoon.

    "Grootmoeder was in de keuken. Ik begroette haar en ging aan tafel zitten. We praatten over koetjes en kalfjes en toen vroeg ik zo nonchalant mogelijk of ze me wat geld kon lenen, 200 euro. Oma draaide zich om en keek me onderzoekend aan. Het was niet voor het eerst dat ik haar om een lening vroeg maar ze leek aan te voelen dat dit verzoek anders was.

    "Toen ze bleef aandringen, vertelde ik haar over mijn plannen. Ik liet haar beloven dat ze niemand van mijn nakende vertrek op de hoogte zou brengen en kreeg 500 euro van haar. 'Wees voorzichtig, mijn kind, zei ze, en herinner je waar je vandaan komt. We zullen er altijd voor je zijn.'"

    180 euro per persoon

    Na een slapeloze nacht neemt Abdelhak de volgende ochtend de bus naar de luchthaven. Hij passeert vlot de douane en krijgt een wee gevoel in zijn buik als het vliegtuig opstijgt. Enige uren eerder is Walid naar Istanbul vertrokken, hij wacht hem bij aankomst al op. Samen bellen ze naar een verre kennis van Abdelhaks neef, die zich als smokkelaar in de stad heeft gevestigd.

    "Hij zei dat we de bus moesten nemen naar het district Beyazit, waar hij ons opwachtte en naar een hotel bracht. We betaalden vijf euro per nacht voor een bed in een keet waar tientallen mensen een onderkomen hadden gevonden. Ze waren net als wij op weg naar Europa. Afghanen, Syriërs, Irakezen en mensen uit Pakistan of India. Sommigen logeerden al maanden op dat adres, hun verhalen over bijtende politiehonden en norse grensbewakers boezemden ons angst in.

    "We probeerden kalm te blijven maar deden geen oog dicht. We zouden het niet hebben toegegeven maar diep in ons hart hadden Walid en ik spijt van ons onbezonnen vertrek.

    "De volgende ochtend kwam onze landgenoot terug. Hij zei dat hij ons voor 180 euro per persoon naar een plek in de buurt van Izmir zou brengen, vanwaar we de Griekse grens zouden oversteken. Een gunsttarief, zo bleek. Anderen betaalden een veelvoud van dat bedrag. De man trof de nodige voorbereidingen en liet op de avond van de derde dag weten dat we 's anderendaags zouden vertrekken.

    "In alle vroegte namen we de bus naar Izmir, waar we werden opgewacht door twee Koerden. Ze namen ons mee naar een schuiloord aan zee, waar al meer dan twintig anderen bivakkeerden. We wachtten er zes uur, tot de nacht viel en een Koerdische man kwam aangereden met een tractor en een oplegger. Naast elkaar gingen we in de laadbak liggen. Hij legde er een zeil boven en bracht ons naar een klein bos, waar we ons moesten verbergen. Voor ons lag een open veld, met in het midden een paar bomen. Bij de volgende struiken was de Griekse grens, zei de begeleider terwijl hij naar een donkere plek in de verte wees. Hij droeg ons op ons te verspreiden. De grensbewakers hadden honden, goede nachtkijkers, en wellicht niet veel mededogen met lieden als wij.

    "Op dat moment wenste ik dat ik nooit was geboren. Ik voelde een verlammende angst. Flarden van mijn oude leven flitsten door mijn hoofd. Mijn moeder, mijn lieve, lieve moeder. Zou ze er ooit achterkomen dat haar zoon in een niemandsland vol honden terecht was gekomen? Zouden ze ons opsluiten, mishandelen, laten verdwijnen? Als een dwaas voelde ik me, een roekeloze jongen die blindelings andermans dromen had nagejaagd. Ik besloot me op mijn reisgenoten te concentreren. Hun lot zou ook het mijne zijn. De meesten waren volwassen mannen maar er zaten ook kinderen tussen, een familie compleet met grootouders en een Marokkaanse zwangere vrouw. Dat gaf me een gevoel van veiligheid. Toen de begeleider een teken gaf, zetten we het op een lopen. Ik probeerde zover mogelijk uit de buurt van de zoeklichten te blijven. De honden blaften dreigend. Achteraf hoorde ik dat ze twee mensen hadden gegrepen."

    Water tot aan de heupen

    Daarna kwam het gezelschap bij de Evrosrivier waar tientallen mensen verdronken in de periode dat Abdelhak de overtocht waagde. "We vonden een doorwaadbare plaats, het water reikte niet hoger dan mijn heupen. Daarna zijn we naar het westen blijven lopen, tot we in het midden van de nacht bij een dorp kwamen. In een tuin zijn we naast elkaar gaan liggen. Moe, bang en toch hoopvol."

    De volgende ochtend vond de eigenaar van het plantsoen hen. Hij belde de politie, die de vluchtelingen overbracht naar een detentiecentrum. "Er was veel volk en we voelden ons onzeker over de toekomst maar tegelijk viel het verblijf best mee. We kregen een bed met schone lakens, drie maaltijden per dag en warme douches. Na zeven dagen arriveerde een overheidsbusje, dat iedereen naar Athene bracht. Het stond ons vrij, zeiden ze, om asiel aan te vragen. En voor het overige moesten we het maar zien te redden.

    "In de Griekse hoofdstad heb ik voor het eerst naar mijn moeder gebeld. Ze huilde. Oma had haar twee dagen na mijn vertrek ingelicht. Ze zei dat ze blij was dat ik nog leefde, maar vroeg zich af wanneer we elkaar zouden terugzien.

    "De sfeer in Athene was erg slecht. De alomtegenwoordige politieagenten hadden veel weg van roofdieren. Zonder veel omhaal arresteerden ze grote groepen mensen. Mij is het niet overkomen, maar ik voelde me bang en opgejaagd. Ik belde een andere kennis van mijn neef, die in Athene woonde. We mochten de nacht bij hem doorbrengen en sliepen de volgende zes dagen in een verlaten pand in de buurt. Voor 50 euro bezorgde die man me een vervalst Frans document, een laisser-passer waarmee ik het vliegtuig naar Parijs kon nemen. Zodra je aan boord bent, zo droeg hij me op, verscheur je alle papieren en doe je alsof je geen woord Frans spreekt.

    "Ik deed wat hij vroeg, zelfs toen er in Parijs agenten met honden klaarstonden. Ze namen me mee, die eerste nacht bracht ik door in een cel op de luchthaven Charles de Gaulle. Vandaar ging het naar een gesloten centrum en luttele dagen later verscheen ik voor de rechter, die me gelastte het Franse grondgebied te verlaten. Zonder meer. Ik werd vrijgelaten en vertrok met de tgv naar mijn oom in Marseille.

    "Het weerzien was fijn maar ik wilde er niet blijven. Studeren was moeilijk, een baan vinden nog hachelijker. Londen was mijn einddoel, van die stad had ik jaren gedroomd. Mijn oom haalde zijn schouders op. Hij verzekerde me dat het er lang niet zo goed was als ik dacht. Maar ik moest het zelf weten, zei hij, en hij kocht een tgv-biljet naar Brussel, vanwaar ik naar Oostende kon voor de oversteek."

    Hotel Galia, in de Marollen

    "Ik heb Groot-Brittannië niet gehaald. Misschien is het beter zo. Bij mijn aankomst in de Belgische hoofdstad belde ik naar een neef van een vriend, die nabij Antwerpen woonde. Het zoveelste telefoonnummer, ja, zonder een lijst van contacten lukt het immers niet. De man nodigde me bij hem thuis uit en praatte me het plan uit het hoofd. Je wilt kansen, studeren, iemand worden? Daarvoor is er geen betere plek dan deze, benadrukte hij. Tot je achttiende verjaardag zal de Belgische overheid zich over je ontfermen. Daar is ze toe verplicht, in het kader van de Conventie van de Rechten van het Kind. Je bent een niet-begeleide minderjarige, ze moeten je helpen, je zult zien. Zijn woorden klonken overtuigend, ik besloot het erop te wagen. En tot op heden heb ik daar geen spijt van."

    Tegen de zomer van 2010 werd Abdelhak door Fedasil ingeschreven als een van de nieuwe bewoners van een vierpersoonskamer op de hoogste verdieping van Hotel Galia, in de Brusselse Marollen. De jongen deelt de ruimte met douche en kitchenette met twee Noord-Afrikaanse jongens en een Ghanees.

    "Het is niet altijd simpel, je kiest je kamergenoten niet. Een tijd geleden was er een Koerdische jongen, die al onze waardevolle spullen heeft gestolen en dan met de noorderzon is vertrokken. Wat doe je dan?

    "Ik hoop dat er gauw een einde komt aan mijn hotelverblijf. Japanse en Duitse toeristen horen feestvieren, geen centimeter privacy hebben, een kamer delen met jongens die soms nauwelijks hun bed uitkomen, het valt niet mee. Ach, ik wil niet klagen, de weg was lang maar ik heb het gevoel dat mijn toekomst stilaan vorm krijgt. Ik heb in het afgelopen jaar ontzettend veel geleerd, niet alleen over automechanica. Een onafhankelijk, zelfstandig iemand ben ik geworden. Iemand die inkopen doet, kookt, opruimt, wast en de wekker zet voor de school of de stage van de volgende dag. Bijwijlen valt het me zwaar, ik mis mijn moeder, haar liefdevolle zorgen, het lekkere eten. Maar meestal ben ik trots op mezelf. En sinds kort krijg ik begeleiding van de vzw Minor-Ndako, die me ook helpt met het zoeken naar een studio. Niet simpel. Veel eigenaren willen niet verhuren aan minderjarigen, andere blijken uiteindelijk niet te goeder trouw. Ik hou vol, het moet lukken. Ik kijk ontzettend uit naar een eigen plek, een oord waar ik echt kan thuiskomen, na wat onderhand een eeuwigheid lijkt."

    12-06-2011 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:AFRIKA
    11-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.QATAR - de slaven van koning voetbal

    Met de infrastructuurwerken, de bouw en renovatie van 12 stadions en de constructie van 7.000 nieuwe hotelkamers voor het WK voetbal 2022 in Qatar is maar liefst 100 miljard dollar gemoeid. Een miljoen extra arbeiders worden aangetrokken. Maar intussen laten de werk- en leefomstandigheden van de bouwvakkers die nu al aan de slag zijn, erg te wensen over.

    Voor de argeloze bezoeker is Qatar een impressionante cluster van innovatieve hoogbouw, bedacht door gerenommeerde architecten. Het verhaal dat achter die façade van moderniteit schuilgaat, is evenwel van een heel andere orde. De honderdduizenden arbeiders die er shoppingcomplex na flatgebouw laten verrijzen, worden zonder meer uitgebuit, zo blijkt uit Hidden faces of the Gulf miracle, een rapport van de Internationale Vakbondsconfederatie ITUC.

    Dat er gigantische problemen zijn met de Nepalese, Indiase, Pakistaanse, Bengaalse, Sri Lankaanse en Filippijnse arbeiders die in de Golfstaten werken, is genoegzaam bekend. In 2006 al publiceerde Human Rights Watch (HRW) een vernietigend rapport waarin de lange werkdagen, de gevaarlijke arbeid, het geringe loon, de onterende levensomstandigheden en het volstrekte gebrek aan arbeidsrechten aan de kaak werden gesteld. Sindsdien, zo schrijven de ITUC-onderzoekers, is er enige beterschap, zij het geen fundamentele ommekeer. Zowel Qatar als Dubai hebben nieuwe wetten goedgekeurd die een betere bescherming van de arbeiders moeten garanderen, maar de naleving ervan is ondermaats en tal van knelpunten blijven bestaan.

    Zuid-Indiase werknemers worden in de hele Golf onder het 'kafala'-systeem in dienst genomen, wat er op neerkomt dat ze een 'sponsor' moeten hebben, die zich voor hen garant stelt. Deze werkwijze zet de deur open voor misbruik, oordeelt ITUC. De sponsors houden de paspoorten van werknemers in, niet zelden romen ze delen van het op zich al niet royale loon af en vaak is er sprake van een 'dubbel contract'. Voor vertrek tekenen de bouwvakkers een contract voor zo'n 500 dollar, terwijl hen in de Golf een andere contract wacht, wat hen nog zo'n 300 dollar laat verdienen.

    Van de afschaffing van dit kafala-systeem wil de overheid in Qatar niet horen. Wel werden maatregelen genomen tegen de laattijdige of niet correcte betaling van de lonen, een van de meest voorkomende klachten onder de werknemers. In theorie moeten werkgevers nu via elektronische bankrekeningen de lonen storten, in een systeem dat makkelijk door de overheid kan worden gemonitord. Maar in de praktijk blijven veel bouwvakkers klagen over achterstallig loon.

    Een ander probleem betreft de zogenaamde leefkampen waar de arbeiders in worden ondergebracht. Deze onderkomens huisvesten niet zelden tien mannen per kamer, met rudimentair sanitair en zonder airco. Qatar heeft zich er nu toe verbonden om een zogenaamde 'Workers City' te bouwen, met acceptabele accomodatie voor 53.000 arbeiders. Ook werd een aantal van de meest bouwvallige onderkomens die in het rapport van HRW waren beschreven, ondertussen door betere accomodatie vervangen.

    Het grootste probleem is evenwel dat de migranten in Qatar hun rechten op geen enkele manier kunnen afdwingen. Vakbonden zijn verboden, het afsluiten van cao's is onmogelijk en elke poging om de werkers te organiseren, heeft verregaande gevolgen. In januari was er nog een staking van 3.000 werknemers van Arabtec, die eisten dat hun maandloon van 175 dollar werd verhoogd. De 70 vermeende Bengaalse 'protestleiders' werden gearresteerd en zouden worden gedeporteerd. Politiecommissaris kolonel al-Mur zei in een kranteninterview dat "mensen die maatschappelijke chaos creëren, niet kunnen worden getolereerd. Hun aanwezigheid is gevaarlijk."

    "Qatar is het rijkste land van de wereld, met 88.000 dollar per capita. En toch mag een Nepalese bouwvakker al blij zijn als hij 400 dollar per maand verdient", aldus ITUC-woordvoerder Tim Noonan. "Staken mag deze werknemer niet, probeert hij zijn achterstallige loon te krijgen, dan riskeert hij veel problemen. Dat is onaanvaardbaar. Deze arbeiders, die met beloftes van goede lonen en prima omstandigheden hierheen worden gelokt, maken het mogelijk dat het WK Voetbal hier in 2022 plaatsvindt. In de komende jaren heeft men nog 1 miljoen arbeidskrachten extra nodig. Om evenzeer te worden uitgebuit? Wellicht wel. FIFA moet hierover een duidelijk standpunt innemen. Zijn arbeidersrechten voor hen een punt of niet? En ook bij de overheid willen we de druk opvoeren. Wat de verbeteringen die er de voorbije jaren kwamen, zijn eigenlijk niet fundamenteel".


    11-06-2011 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:ARABISCHE WERELD
    07-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - Frank Dikötter over de Grote Sprong Voorwaarts

    De Britse onderzoeker Frank Dikötter schreef met Mao's massamoord een opzienbarend boek over een van de meest doodgezwegen catastrofes van de twintigste eeuw. 'Het punt met de Grote Sprong Voorwaarts (1958-'61) is dat de scheiding tussen beulen en slachtoffers erg vaag is. De helden zijn dood, alleen wie stal, loog of bedroog heeft het overleefd. Dat is een van de redenen voor de oorverdovende stilte.'

    Dertig miljoen doden. Dat is het droevige statistiekje dat vasthangt aan de Grote Sprong Voorwaarts, de campagne waarmee Mao Zedong de Chinese staalproductie boven de Britse uit wou stuwen. De aan de University of Hongkong verbonden onderzoeker Frank Dikötter deed vier jaar lang onderzoek in de pas geopende provinciale archieven en concludeerde dat het reële dodental nog de helft hoger lag minstens 45 miljoen Chinezen kwamen om. De Grote Sprong Voorwaarts is bovendien geen louter verhaal van dwaze staaloventjes, verplichte collectivisering of ongewilde hongersnood. De campagne ging gepaard met een ongeziene orgie van geweld, zo schrijft Dikötter. Drie miljoen mensen werden doodgeslagen, levend begraven, in vijvers gegooid, met kokend water overgoten. Hun misdrijf? Het stelen van een appel, een paar woorden van kritiek of het opdelven van enige graankorrels. Acht à negen miljoen burgers kwamen in kampen en gevangenissen terecht, waar een derde omkwam. Nog eens één tot 3 miljoen mensen pleegden zelfmoord. Het was geen zaak van één dictator, dixit Dikötter, het land was vol lokale potentaten die elk hun superieuren wijs probeerden te maken dat hun prestaties fantastisch waren. En de enige manier waarop de burger het hoofd kon bieden aan de catastrofe, was door te stelen, te liegen, te bedriegen, te manipuleren.

    Eind jaren vijftig wilde Mao de Sovjet-Unie en Groot-Brittannië overklassen inzake staalproductie. Tegelijk moest China de tweede grootste textielexporteur ter wereld worden, zelfs als dat betekende dat in 1958 14 miljoen rollen stof tegen dumpingprijzen werden verkocht op de internationale markt terwijl de Chinese boeren geen winterjassen hadden. Wat wilde Mao eigenlijk bewijzen en in welke mate duidt dat op een minderwaardigheidscomplex?

    "Mao's streefdoel was eenvoudig: hij wilde zijn rechtmatige plaats opeisen als dé grote voorman van het socialisme, een positie die Stalin hem niet had gegund. Nochtans, vond Mao, was het China en niet de Sovjet-Unie dat het hoofd had geboden aan de Amerikanen tijdens de Koreaanse oorlog (1950-'53, red.) en dat een kwart van de mensheid tot socialistische ontwikkeling had gebracht. Na Stalins dood in 1953 zag Mao zijn kans schoon, maar Chroetsjov gooide roet in het eten en kwam met de destalinisering. Aan hem had Mao nog een grotere hekel al was het maar omdat hij hem zonder de minste egards behandelde.

    "Had Mao een minderwaardigheidscomplex? Ik geloof het niet, al was het een erg complex figuur. Hij wordt vaak geportretteerd als een groot revolutionair, een visionair denker, dat soort dingen. Ik vind dat hij vooral ontzettend heeft geblunderd, dat zijn carrière een opstapeling is van rampen en flaters. Hij zag de wereld in termen van complotten en contrarevolutionaire acties en was, zoals alle leiders in dictatoriale systemen, ontzettend paranoïde. Het goede aan werken met archieven, zoals ik voor dit boek vier jaar lang heb gedaan, is dat je een ongekuiste versie krijgt. Uit de notulen van geheime meetings bijvoorbeeld blijkt dat Mao vaak in ontzettende razernij ontstak en de andere leiders ervan beschuldigde dat ze hem hadden verraden. Hij was ontzettend zelfingenomen en voortdurend bezig met zijn rol in de geschiedenis. Dat was van veel groter belang dan het welzijn van het volk."

    Hoe hebt u het voor elkaar gekregen om de provinciale archieven te bestuderen?

    "Ik zat al vijftien jaar met mijn neus in Chinese overheidsarchieven, zij het voor onderzoek over de precommunistische periode. Dat was heel bewust. Ik geloof die Rode Gardisten, dat Volksdagblad en die officiële geschiedschrijving niet, dat zijn geen bruikbare bronnen en dus hoefde het voor mij niet tenzij de archieven werden vrijgegeven. Dat gebeurde in de drie, vier jaar voor de Olympische Spelen van 2008, voor de periode tot en met de Grote Sprong Voorwaarts. Ik besefte dat dat een gouden kans was.

    "In het licht van mijn hallucinante bevindingen heb ik me vaak afgevraagd wat de Chinese overheid motiveerde tot het openstellen. Ik denk dat ze niet echt beseften wat daar wachtte, het waren vaak dossiers over 'collectivisering' en 'vorderingen in de planeconomie', dat klinkt niet meteen politiek bedreigend. Bovendien was er in die periode een soort van goodwill China zou met de Spelen zijn plaats als wereldmacht innemen en dat declassificeren leek erbij te horen. Toen duidelijk werd wat boven water kwam, werden overigens maatregelen genomen. Een groot deel van de door mij bestudeerde bronnen is ondertussen weer ontoegankelijk.

    "Daarom vind ik het erg belangrijk dat mijn boek in Hongkong in het Chinees wordt vertaald door de uitgeverij van Bao Pu, die in 2009 ook de geheime memoires van de in 1989 afgezette partijsecretaris Zhao Ziyang publiceerde. Het zal in China niet kunnen verschijnen maar ik wed dat het geen week duurt voor het daar stiekem kan worden gedownload. Op zich ben ik daar uiteraard tegen want het is diefstal, maar er is ook het fundamentele recht op informatie, en dat primeert in dit geval. Dus heb ik geen bezwaar."

    Vijfenveertig miljoen doden in vier jaar tijd, ten gevolge van hongersnood en grootschalig overheidsgeweld. Dat is onwaarschijnlijk veel en toch heb ik niet het gevoel dat dit de hedendaagse Chinese maatschappij bezighoudt. Een Chinese schrijfster legde uit dat Chinezen pragmatische mensen zijn die weinig aan introspectie doen en redeneren dat gedane zaken geen keer maken. Ligt daar de verklaring?

    "Ik zie wat u bedoelt, maar ik geloof het niet. De belangrijkste reden voor de stilte is het geldende autoritaire systeem, dat wars is van debat. De Grote Sprong Voorwaarts is door de overheid ge-greywashed. 'We weten dat het niet goed was, laten wij erover zwijgen', zoiets. De enige manier om dat tegen te gaan, bestaat erin de feiten onder de aandacht te brengen.

    "Het is sowieso onvoorstelbaar dat er voor deze massamoord niet één gedenkteken of museum bestaat in China. In een andere situatie, als er vrijheid en vertrouwen zouden zijn, zouden mensen er wel over praten, daar ben ik van overtuigd. En dat zal in de toekomst ook gebeuren.

    "De stilte heeft ook te maken met het feit dat het gros van de slachtoffers boeren waren, de meest gemarginaliseerde bevolkingsgroep die nooit om een mening wordt gevraagd. De stedelingen hebben er zich min of meer doorgeslagen, maar hoe? En ook dat verklaart het stilzwijgen: ze overleefden door te stelen, te bedriegen, te liegen, te manipuleren of op andere manieren de staat en de medeburgers te slim af te zijn. Dat is de 'grijze zone' waar Primo Levi naar verwijst in zijn Holocaust-essays The Drowned and the Saved (1986). De helden zijn dood, wie deelde met zijn naaste, haalde het niet. De man die het eten van zijn kind stal, kon de Grote Sprong Voorwaarts overleven, net zoals diegene die aan de haal ging met de winterjas van de buurman. Aan dat overleven kleeft schaamte, veel meer dan aan de Culturele Revolutie, waar de scheiding tussen beul en slachtoffer duidelijk is."

    Autoritaire context of niet, grote rampen genereren een bepaalde mate van trauma, dat zich niet laat verdringen. Hoe hebben de Chinese burgers dat verwerkt?

    "Dat weet ik eigenlijk niet. Er zijn geen studies ter zake. Ik denk dat veel mensen hun leed hebben verwerkt door zich als gekken te concentreren op de toekomst van hun kinderen. Dengs Opendeurpolitiek is eigenlijk niets meer dan een toelating aan de bevolking om zelf uit het zwarte gat te klauteren dat de voorgaande campagnes hebben gecreëerd. Is dat een gigantische verdienste? Ik geloof het niet, het heeft iets pervers dat een man als visionair leider wordt ingehaald, louter omdat hij de waanzin van zijn voorganger niet voortzet."

    De enige man die in de zomer van 1959 openlijk durfde te stellen dat de catastrofe manmade was en niet het gevolg van natuurrampen, zoals Mao beweerde, was Defensieminister Peng Dehuai. Hij bekocht zijn moed met de dood. Eén enkele held, dat kan toch niet?

    "Binnen de top was Peng inderdaad de enige. President Liu Shaoqi was de eerste om de Grote Sprong Voorwaarts aan te moedigen, premier Zhou Enlai putte zich zoals altijd uit in Mao naar de mond praten, en Deng Xiaoping hield zich afzijdig. Pas in de zomer van 1962, toen president Liu in zijn eigen geboortestreek de schaal van de destructie had gezien, sprak hij zich tegen de campagne uit. Precies om critici als Liu de mond te snoeren en zijn plaats in de geschiedenis veilig te stellen ontketende Mao vier jaar later het geweld van de Culturele Revolutie. Liu stierf toen in de cel aan een onbehandelde leverkanker.

    "Er was maar één leider Peng, maar op alle niveaus van het partij-apparaat kwamen er zogenaamde 'kleine Peng Dehuai's' voor, mensen die deden wat ze konden om de wantoestanden te verhelpen. Na Pengs val in het najaar van 1959 is dan ook een gigantische campagne gelanceerd om al die 'kleine Pengs' weg te zuiveren. Dat soort kwesties vind je vreemd genoeg ook terug in de archieven. Ik herinner me een man in een district in Sichuan, die het vertikte om 'het aantal abnormale doden te beperken tot 2 procent' in zijn rapporten. Hij schetste in zijn dossier een correct beeld, met veel hogere cijfers, en werd weggezuiverd."

    Je zou niet verwachten dat daar sporen van terug te vinden zijn in de officiële archieven.

    "Klopt, maar er zijn verschillende redenen voor. Ten eerste bestaan van al die rapporten meerdere, soms zelfs honderden kopieën. Met andere woorden, ook als je het uit je eigen provincie- of districtsarchief laat verdwijnen, is het niet uitgewist. Bovendien is het laten verdwijnen van stukken niet zonder risico. De partij zuivert voortdurend zichzelf, en dat wisten de partijkaders erg goed. Niemand was veilig en dan denk je twee keer na voor je zoiets doet.

    "Dat betekent niet dat het nooit is gebeurd. Ik had één dossier opgevraagd over de 'abnormale sterfte' in een district in Hubei, en toen kreeg ik een papiertje waarop stond dat het al sinds de Culturele Revolutie zoek was. Maar ik wed dat als de Centrale Archieven open zouden worden gesteld, wat tot dusver niet is gebeurd, het daar wel te vinden zou zijn. Die bronnen bevatten nog een schat aan onbekend materiaal."

    Veel modale Chinezen menen dat de huidige corruptie en het wijdverspreide wanbestuur een rechtstreeks gevolg zijn van de Grote Sprong Voorwaarts en de Culturele Revolutie omdat de deugdzaamheid toen voorgoed de geest gaf. Hoe ziet u dat?

    "De Grote Sprong Voorwaarts was inderdaad doorslaggevend in de erosie van het maatschappelijke weefsel. Als studenten tijdens de Culturele Revolutie in staat waren om hun leraren te slaan, terwijl de respectvolle relatie tussen meester en leerling juist een hoeksteen is van de duizenden jaren oude Chinese mens- en maatschappijvisie, dan is de basis daarvoor gelegd bij het grootschalige geweld van de Grote Sprong Voorwaarts. Wie overleefde? De sjacheraars, de bedriegers, niet de deugdzamen. Aan de ene kant is de huidige Chinese maatschappij helemaal anders, we zijn een halve eeuw later, maar het politiek-maatschappelijke kader is hetzelfde."

    Bij het lezen van tal van passages moest ik denken aan de lotgevallen van opposanten zoals die in hedendaagse Chinese mensenrechtenrapporten worden beschreven. Is er fundamenteel veel veranderd?

    "Nee. Nu hebben we met melamine vergiftigd melkpoeder, toen voegden mensen zaagsel of water toe aan de goederen die ze verplicht aan de staat moesten leveren. De vervalsing der statistieken die toen begon, duurt nog steeds voort en tot op heden is er geen aansprakelijkheid of transparantie. En kijk naar de ecologische destructie: in de Grote Sprong Voorwaarts was die gigantisch, nu zien we hetzelfde in de zogenaamde zucht naar ontwikkeling. Idem dito voor de blinde geldingsdrang. In 1958 wilde China de Sovjet-Unie en Groot-Brittannië voorbijsteken, diezelfde koortsachtigheid zien we nu als het gaat om de profilering van China als wereldmacht. Je zou kunnen zeggen dat de schaal van destructie verschilt, maar eigenlijk ben ik daar niet zo zeker van. Alleen is het eerste slachtoffer nu de natuur en niet de mens, maar tussen die twee bestaat natuurlijk een nauwe correlatie."

    U hebt het in uw boek over gruwelplekken in bepaalde districten overdreven zeloten hun vermeende oogsten dermate dat ze na de vordering van de staat ongeveer niets meer overhielden en één op vijf of zelfs één op vier burgers stierven. De sterfte was niet uniform gespreid, het kwam er volgens u op neer dat bepaalde dorpen gewoon van de kaart werden geveegd, terwijl het in andere nog meeviel. Hebt u er enig idee van wat er van die zogenaamde gruwelplekken is geworden?

    "Niet echt, dat is een interessant onderwerp voor een nieuwe studie. Ik weet het wel van een paar plaatsen, in Henan bijvoorbeeld. Neem het oord waar één op drie mensen eind jaren vijftig overleed. In 1973 stierven daar nog eens 230.000 mensen toen een tijdens de Grote Sprong Voorwaarts aangelegde, krakkemikkige dam op de Huairivier het begaf. Uit recent onderzoek blijkt dat 90 procent van de bevolking daar nu nog onder de armoedegrens zit, wat voor China aberrant is. Het bloedschandaal, waarbij 1 miljoen straatarme boeren aids kregen nadat ze hun bloed hadden verkocht, speelde zich eveneens in diezelfde regio af. De ene ramp heeft zich met andere woorden op de andere gestapeld en de misère is gebleven. Dat heeft volgens mij te maken met een bepaalde politieke cultuur en met lokale politieke dynastieën en klieken die de macht in handen hebben behouden."

    Bent u optimistisch over de toekomst?

    "Neen, ik ben ervan overtuigd dat China een Tunesiëscenario wacht, geheel onvoorspelbaar, één gebeurtenis die voor een omwenteling zorgt. En kijk naar de bijzonder repressieve reactie van Peking op de Arabische Lente de honderden advocaten en activisten van de burgerrechtenbeweging die de voorbije maanden zijn gearresteerd bijvoorbeeld - en je weet dat de leiders er net zo over denken. Hun dagen zijn geteld, ze leven op geleende tijd en dat weten ze opperbest."

    07-06-2011 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China


    Extraits à lire / uittreksels/ selected articles
    Foto

    Archief per week
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2010
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 15/12-21/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 16/10-22/10 2006
  • 02/06-08/06 2003
  • 27/01-02/02 2003
  • 09/09-15/09 2002
  • 08/07-14/07 2002
  • 10/06-16/06 2002
  • 30/11-06/12 1998
  • 12/10-18/10 1998
  • 05/10-11/10 1998
  • 07/09-13/09 1998
  • 20/04-26/04 1998

    Categorieën
  • AFGHANISTAN (9)
  • AFRIKA (17)
  • ARABISCHE WERELD (30)
  • Articles en français (10)
  • China (55)
  • columns (14)
  • In English (10)
  • Iran (14)
  • OOST-AZIE (10)
  • PROJECTEN (0)
  • Rusland (13)
  • ZUID-AZIE (13)
  • ZUIDOOST-AZIE (7)

  • Inhoud blog
  • CHINA/ hoe de deugd werd vermoord
  • Marokko/ In de kerker van de koning
  • Gestrand in Oostende
  • 'Hij was weg, plots en voorgoed'
  • Wanneer moeders heksen en vampieren op de wereld zetten
  • Oostende, waar illegalen thuis zijn
  • 't Stad is niet van Assaad
  • Marokko/België De angst is naar hier geëxporteerd
  • BAHREIN /Jaffar al Hasabi: 'Martelen, daarin is het regime erg inventief'
  • IRAK-Regisseur Mohamed al-Daradji over de waanzin van filmen in Bagdad: van Al Qaida en bombardementen tot honderden massagraven
  • Migratie - Minderjarig en moederziel alleen in België
  • QATAR - de slaven van koning voetbal
  • CHINA - Frank Dikötter over de Grote Sprong Voorwaarts
  • NOORD-KOREA - Bovenaanzicht van de hel
  • CHINA- Ai Weiwei, de man die overal mee wegkwam
  • IVOORKUST- Alassane Ouattara, de superloodgieter
  • TUNESIE - columniste Naziha Réjiba over de Arabische Lente
  • IRAN - interview met Kader Abdolah
  • IRAK - Schrijfster Haifa Zangana: ‘Irakezen kwamen verenigd en vreedzaam op straat’
  • ARABISCHE WERELD - wat schrijfster Hanaan-as-Shaikj in 2004 over de toestand vertelde
  • Waarom het misging in de Arabische wereld
  • CHINA - Vluchtmisdrijf door zoon hoge functionaris zet land in rep en roer
  • EGYPTE
  • TUNESIE - Facebook heeft het land gered
  • TUNESIE -een gigantisch probleem van jeugdwerkloosheid
  • Vluchtelingen - gestrand in het bitterkoude Calais
  • CHINA - Ikea en McDonald's mikken op de panda
  • CHINA - Nobelprijs voor een lege stoel
  • CHINA - Liu Xiaobo, gevangen in een kooi van woorden
  • Internationale migratie - gestrand aan de oevers van de zee van Marmara
  • Joao da Silva - De Bang Bang Club
  • NIGERIA - sloppenbewoners moeten wijken voor verfraaiing van tuinstad Port Harcourt
  • INDIA -malafide microkredieten drijven boeren tot zelfmoord
  • DUITSLAND - 'Multiculturele maatschappij is mislukt'
  • IMAM èn homo zijn: het kan
  • CHINA- de Nobelprijs voor Liu Xiaobo
  • CHINA- het belang van de Nobelprijs voor Liu Xiaobo
  • AFGHANISTAN- stemmen in tijden van oorlog(3)
  • AFGHANISTAN - stemmen in tijden van oorlog(2)
  • AFGHANISTAN - stemmen in tijden van oorlog

    Blog als favoriet !

    Reactions/suggestions/e-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Startpagina !

    Zoeken in blog


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs