Zoeken in blog

Foto
Categorieën
  • AFGHANISTAN (9)
  • AFRIKA (17)
  • ARABISCHE WERELD (30)
  • Articles en français (10)
  • China (55)
  • columns (14)
  • In English (10)
  • Iran (14)
  • OOST-AZIE (10)
  • PROJECTEN (0)
  • Rusland (13)
  • ZUID-AZIE (13)
  • ZUIDOOST-AZIE (7)
  • Inhoud blog
  • CHINA/ hoe de deugd werd vermoord
  • Marokko/ In de kerker van de koning
  • Gestrand in Oostende
  • 'Hij was weg, plots en voorgoed'
  • Wanneer moeders heksen en vampieren op de wereld zetten
  • Oostende, waar illegalen thuis zijn
  • 't Stad is niet van Assaad
  • Marokko/België De angst is naar hier geëxporteerd
  • BAHREIN /Jaffar al Hasabi: 'Martelen, daarin is het regime erg inventief'
  • IRAK-Regisseur Mohamed al-Daradji over de waanzin van filmen in Bagdad: van Al Qaida en bombardementen tot honderden massagraven
  • Migratie - Minderjarig en moederziel alleen in België
  • QATAR - de slaven van koning voetbal
  • CHINA - Frank Dikötter over de Grote Sprong Voorwaarts
  • NOORD-KOREA - Bovenaanzicht van de hel
  • CHINA- Ai Weiwei, de man die overal mee wegkwam
  • IVOORKUST- Alassane Ouattara, de superloodgieter
  • TUNESIE - columniste Naziha Réjiba over de Arabische Lente
  • IRAN - interview met Kader Abdolah
  • IRAK - Schrijfster Haifa Zangana: ‘Irakezen kwamen verenigd en vreedzaam op straat’
  • ARABISCHE WERELD - wat schrijfster Hanaan-as-Shaikj in 2004 over de toestand vertelde
  • Waarom het misging in de Arabische wereld
  • CHINA - Vluchtmisdrijf door zoon hoge functionaris zet land in rep en roer
  • EGYPTE
  • TUNESIE - Facebook heeft het land gered
  • TUNESIE -een gigantisch probleem van jeugdwerkloosheid
    Archief per maand
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 08-2008
  • 03-2008
  • 01-2008
  • 03-2007
  • 01-2007
  • 10-2006
  • 06-2003
  • 02-2003
  • 09-2002
  • 07-2002
  • 06-2002
  • 12-1998
  • 10-1998
  • 09-1998
  • 04-1998
    Catherine Vuylsteke
    Stories that remain too often untold/ Histoires oubliées
    21-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA/ hoe de deugd werd vermoord

    Het tragische lot van een tweejarige is een pars pro toto voor het morele failliet van China.

    Miljoenen mensen hebben het gruwelijke filmpje bekeken waarin een tweejarig meisje door twee verschillende bestelwagens wordt aangereden, waarop de chauffeurs vluchtmisdrijf plegen. Achttien mannen en vrouwen, moeders met meisjes aan hun hand zelfs, lopen voorbij zonder de zwaargewonde Yueyue te helpen. Tot een voddenverkoopster het kind van de rijweg haalt en op zoek gaat naar de ouders, rurale migranten die vlakbij een klein winkeltje uitbaten.

    Hoe kan een kind wiens bloed over de straat vloeit, worden genegeerd als betrof het een platgereden duif? Sommigen reduceren de tragische lotgevallen van het nu in een diepe coma verkerende meisje tot een klassiek voorbeeld van het universele omstaanderseffect. Dat houdt in dat de aanwezigheid van verschillende omstaanders zorgt voor een verwatering van het individuele verantwoordelijkheidsgevoel met collectieve inertie tot gevolg.

    Omstaanderseffect, misschien. Maar hoe komt het dan dat er zo veel Yueyues zijn in China? Afgelopen weekend was er het internetfilmpje over een een jonge, suïcidale vrouw die uit een Hangzhous meer wordt gered door een Amerikaanse toeriste, terwijl geen enkele Chinese omstaander ageert. En een dikke maand geleden lazen we over het tragische overlijden van een hoogbejaarde die op de markt voorover viel en anderhalf uur lang door nieuwsgierigen werd aangegaapt. Tegen de tijd dat familie arriveerden, was de man nodeloos gestikt door een bloedneus.

    Nog schokkender was de uitslag van twee opiniepeilingen die meteen daarna werden gehouden. Die gaven aan dat acht op tien Chinezen het schuldige verzuim jegens de bejaarde begrepen en dat ze, uit vrees voor vervolging en compensatieclaims, zelf evenmin hulp zouden bieden. Ze verwezen naar de in het hele land bekende malheuren van een 26-jarige die in 2006 een gevallen oud besje naar het ziekenhuis begeleidde, om vervolgens voor zijn samaritaanse daad te worden beloond met een schadeclaim. Het zal niemand verwonderen dat ook Yueyues tragische lot in verband wordt gebracht met die zaak. "Dat een voddenverkoopster het kind wel hielp", zo meent een blogger, "komt louter omdat ze geen kranten leest en niet beseft welk risico ze daarmee nam". Dat kan, maar afdoende is die verklaring niet.

    Geen hel

    Anderen schieten in hun zoektocht naar antwoorden op China's gebrek aan religie als moreel richtsnoer. Maakt geloven in God ons tot betere mensen? Psycholoog Ara Norenzayan van de universiteit van British Columbia, gelooft dat ethisch handelen eerder met de hel te maken heeft dan met de Heer. In zijn onderzoek naar sjoemelaars bij een wiskunde-examen, stelt hij vast dat zij die bestraffing in het hiernamaals vrezen veel minder spieken dan zij die niet geloven in het bestaan van een godsoordeel.

    Geen hel, misschien is dat een punt. Een aantal westerlingen verklaart de nalatigheid dan weer vanuit China's confucianistische tradities. Toegegeven, naastenliefde is eerder een christelijk concept dan een fundament van het klassieke Chinese denken. Maar schreef wijsgeer Mencius niet dat "de armen voor zichzelf moeten zorgen, terwijl het de taak van de rijken is om goedheid over de hele wereld te verspreiden"? Niet kapitaal of afkomst maar deugdzaam gedrag legitimeert de bevoorrechte status van de heersende klasse volgens het confucianisme. En dat houdt ook in dat een teloorgang van het ethisch handelen de omverwerping van de macht rechtvaardigt.

    Kijk bovendien naar Taiwan of Zuid-Korea, andere naties met confucianistische wortels. Hoffelijkheid en fatsoen zijn er zonder meer de norm.

    Cynische machteloosheid

    Veel meer dan in Confucius of het gebrek aan God of hel wortelt het schuldig verzuim in de erfenis van het maoïstische tijdperk en in het tot op heden gevoerde autoritaire bestuur. Keer op keer leren ze 's lands burgers dat morele verhevenheid en individuele heldhaftigheid niet lonen.

    Tijdens Mao's politieke campagnes stierven tientallen miljoenen onschuldigen en met hen werd de deugdzaamheid vermoord. Na zijn dood maakte opvolger Deng Xiaoping er zich van af met de stelling dat zijn bewind "voor 70 procent goed was en voor 30 procent slecht". De bestraffing van Mao's beulen bleef uit. Sterker nog, de opportunisten en sluwe hypocrieten die ondertussen een claim hadden gelegd op de macht, konden die in de volgende decennia verzilveren als bevoorrechte spelers in een meedogenloze versie van wildwest-kapitalisme.

    Leefden in de jaren tachtig in veel Chinese harten de hoop dat de natie zowel politiek, economisch als sociaal een nieuw begin kon maken, dan bewees het Tiananmenbloedbad in 1989 dat de nieuwe leiders niet fundamenteel verschillen van de oude. Andermaal werd de deugd afgeslacht, dit keer in de studenten die een wissel op de toekomst waren. Ook hun nabestaanden wachten tevergeefs op enige genoegdoening.


     Sindsdien regeren achterdocht en machteloos cynisme. Li met de pet besloot eieren voor zijn geld te kiezen, zich af te wenden van het structurele onrecht dat hij aanschouwt en zich zo goed en zo kwaad als dat gaat te concentreren op het verwezenlijken van zijn materialistische dromen. En op gezette tijden herinneren de lotgevallen van dwaze helden als Ai Weiwei, de nog steeds spoorloze advocaat Gao Zhisheng of de thuis opgesloten blinde activist Chen Guangcheng hem eraan dat Antigone spelen in het hedendaagse China verregaande consequenties heeft. Of zoals één blogger het gisteren stelde: "je geweten niet verraden is eigenlijk een soort van spirituele luxe".

    21-10-2011 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    07-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - Frank Dikötter over de Grote Sprong Voorwaarts

    De Britse onderzoeker Frank Dikötter schreef met Mao's massamoord een opzienbarend boek over een van de meest doodgezwegen catastrofes van de twintigste eeuw. 'Het punt met de Grote Sprong Voorwaarts (1958-'61) is dat de scheiding tussen beulen en slachtoffers erg vaag is. De helden zijn dood, alleen wie stal, loog of bedroog heeft het overleefd. Dat is een van de redenen voor de oorverdovende stilte.'

    Dertig miljoen doden. Dat is het droevige statistiekje dat vasthangt aan de Grote Sprong Voorwaarts, de campagne waarmee Mao Zedong de Chinese staalproductie boven de Britse uit wou stuwen. De aan de University of Hongkong verbonden onderzoeker Frank Dikötter deed vier jaar lang onderzoek in de pas geopende provinciale archieven en concludeerde dat het reële dodental nog de helft hoger lag minstens 45 miljoen Chinezen kwamen om. De Grote Sprong Voorwaarts is bovendien geen louter verhaal van dwaze staaloventjes, verplichte collectivisering of ongewilde hongersnood. De campagne ging gepaard met een ongeziene orgie van geweld, zo schrijft Dikötter. Drie miljoen mensen werden doodgeslagen, levend begraven, in vijvers gegooid, met kokend water overgoten. Hun misdrijf? Het stelen van een appel, een paar woorden van kritiek of het opdelven van enige graankorrels. Acht à negen miljoen burgers kwamen in kampen en gevangenissen terecht, waar een derde omkwam. Nog eens één tot 3 miljoen mensen pleegden zelfmoord. Het was geen zaak van één dictator, dixit Dikötter, het land was vol lokale potentaten die elk hun superieuren wijs probeerden te maken dat hun prestaties fantastisch waren. En de enige manier waarop de burger het hoofd kon bieden aan de catastrofe, was door te stelen, te liegen, te bedriegen, te manipuleren.

    Eind jaren vijftig wilde Mao de Sovjet-Unie en Groot-Brittannië overklassen inzake staalproductie. Tegelijk moest China de tweede grootste textielexporteur ter wereld worden, zelfs als dat betekende dat in 1958 14 miljoen rollen stof tegen dumpingprijzen werden verkocht op de internationale markt terwijl de Chinese boeren geen winterjassen hadden. Wat wilde Mao eigenlijk bewijzen en in welke mate duidt dat op een minderwaardigheidscomplex?

    "Mao's streefdoel was eenvoudig: hij wilde zijn rechtmatige plaats opeisen als dé grote voorman van het socialisme, een positie die Stalin hem niet had gegund. Nochtans, vond Mao, was het China en niet de Sovjet-Unie dat het hoofd had geboden aan de Amerikanen tijdens de Koreaanse oorlog (1950-'53, red.) en dat een kwart van de mensheid tot socialistische ontwikkeling had gebracht. Na Stalins dood in 1953 zag Mao zijn kans schoon, maar Chroetsjov gooide roet in het eten en kwam met de destalinisering. Aan hem had Mao nog een grotere hekel al was het maar omdat hij hem zonder de minste egards behandelde.

    "Had Mao een minderwaardigheidscomplex? Ik geloof het niet, al was het een erg complex figuur. Hij wordt vaak geportretteerd als een groot revolutionair, een visionair denker, dat soort dingen. Ik vind dat hij vooral ontzettend heeft geblunderd, dat zijn carrière een opstapeling is van rampen en flaters. Hij zag de wereld in termen van complotten en contrarevolutionaire acties en was, zoals alle leiders in dictatoriale systemen, ontzettend paranoïde. Het goede aan werken met archieven, zoals ik voor dit boek vier jaar lang heb gedaan, is dat je een ongekuiste versie krijgt. Uit de notulen van geheime meetings bijvoorbeeld blijkt dat Mao vaak in ontzettende razernij ontstak en de andere leiders ervan beschuldigde dat ze hem hadden verraden. Hij was ontzettend zelfingenomen en voortdurend bezig met zijn rol in de geschiedenis. Dat was van veel groter belang dan het welzijn van het volk."

    Hoe hebt u het voor elkaar gekregen om de provinciale archieven te bestuderen?

    "Ik zat al vijftien jaar met mijn neus in Chinese overheidsarchieven, zij het voor onderzoek over de precommunistische periode. Dat was heel bewust. Ik geloof die Rode Gardisten, dat Volksdagblad en die officiële geschiedschrijving niet, dat zijn geen bruikbare bronnen en dus hoefde het voor mij niet tenzij de archieven werden vrijgegeven. Dat gebeurde in de drie, vier jaar voor de Olympische Spelen van 2008, voor de periode tot en met de Grote Sprong Voorwaarts. Ik besefte dat dat een gouden kans was.

    "In het licht van mijn hallucinante bevindingen heb ik me vaak afgevraagd wat de Chinese overheid motiveerde tot het openstellen. Ik denk dat ze niet echt beseften wat daar wachtte, het waren vaak dossiers over 'collectivisering' en 'vorderingen in de planeconomie', dat klinkt niet meteen politiek bedreigend. Bovendien was er in die periode een soort van goodwill China zou met de Spelen zijn plaats als wereldmacht innemen en dat declassificeren leek erbij te horen. Toen duidelijk werd wat boven water kwam, werden overigens maatregelen genomen. Een groot deel van de door mij bestudeerde bronnen is ondertussen weer ontoegankelijk.

    "Daarom vind ik het erg belangrijk dat mijn boek in Hongkong in het Chinees wordt vertaald door de uitgeverij van Bao Pu, die in 2009 ook de geheime memoires van de in 1989 afgezette partijsecretaris Zhao Ziyang publiceerde. Het zal in China niet kunnen verschijnen maar ik wed dat het geen week duurt voor het daar stiekem kan worden gedownload. Op zich ben ik daar uiteraard tegen want het is diefstal, maar er is ook het fundamentele recht op informatie, en dat primeert in dit geval. Dus heb ik geen bezwaar."

    Vijfenveertig miljoen doden in vier jaar tijd, ten gevolge van hongersnood en grootschalig overheidsgeweld. Dat is onwaarschijnlijk veel en toch heb ik niet het gevoel dat dit de hedendaagse Chinese maatschappij bezighoudt. Een Chinese schrijfster legde uit dat Chinezen pragmatische mensen zijn die weinig aan introspectie doen en redeneren dat gedane zaken geen keer maken. Ligt daar de verklaring?

    "Ik zie wat u bedoelt, maar ik geloof het niet. De belangrijkste reden voor de stilte is het geldende autoritaire systeem, dat wars is van debat. De Grote Sprong Voorwaarts is door de overheid ge-greywashed. 'We weten dat het niet goed was, laten wij erover zwijgen', zoiets. De enige manier om dat tegen te gaan, bestaat erin de feiten onder de aandacht te brengen.

    "Het is sowieso onvoorstelbaar dat er voor deze massamoord niet één gedenkteken of museum bestaat in China. In een andere situatie, als er vrijheid en vertrouwen zouden zijn, zouden mensen er wel over praten, daar ben ik van overtuigd. En dat zal in de toekomst ook gebeuren.

    "De stilte heeft ook te maken met het feit dat het gros van de slachtoffers boeren waren, de meest gemarginaliseerde bevolkingsgroep die nooit om een mening wordt gevraagd. De stedelingen hebben er zich min of meer doorgeslagen, maar hoe? En ook dat verklaart het stilzwijgen: ze overleefden door te stelen, te bedriegen, te liegen, te manipuleren of op andere manieren de staat en de medeburgers te slim af te zijn. Dat is de 'grijze zone' waar Primo Levi naar verwijst in zijn Holocaust-essays The Drowned and the Saved (1986). De helden zijn dood, wie deelde met zijn naaste, haalde het niet. De man die het eten van zijn kind stal, kon de Grote Sprong Voorwaarts overleven, net zoals diegene die aan de haal ging met de winterjas van de buurman. Aan dat overleven kleeft schaamte, veel meer dan aan de Culturele Revolutie, waar de scheiding tussen beul en slachtoffer duidelijk is."

    Autoritaire context of niet, grote rampen genereren een bepaalde mate van trauma, dat zich niet laat verdringen. Hoe hebben de Chinese burgers dat verwerkt?

    "Dat weet ik eigenlijk niet. Er zijn geen studies ter zake. Ik denk dat veel mensen hun leed hebben verwerkt door zich als gekken te concentreren op de toekomst van hun kinderen. Dengs Opendeurpolitiek is eigenlijk niets meer dan een toelating aan de bevolking om zelf uit het zwarte gat te klauteren dat de voorgaande campagnes hebben gecreëerd. Is dat een gigantische verdienste? Ik geloof het niet, het heeft iets pervers dat een man als visionair leider wordt ingehaald, louter omdat hij de waanzin van zijn voorganger niet voortzet."

    De enige man die in de zomer van 1959 openlijk durfde te stellen dat de catastrofe manmade was en niet het gevolg van natuurrampen, zoals Mao beweerde, was Defensieminister Peng Dehuai. Hij bekocht zijn moed met de dood. Eén enkele held, dat kan toch niet?

    "Binnen de top was Peng inderdaad de enige. President Liu Shaoqi was de eerste om de Grote Sprong Voorwaarts aan te moedigen, premier Zhou Enlai putte zich zoals altijd uit in Mao naar de mond praten, en Deng Xiaoping hield zich afzijdig. Pas in de zomer van 1962, toen president Liu in zijn eigen geboortestreek de schaal van de destructie had gezien, sprak hij zich tegen de campagne uit. Precies om critici als Liu de mond te snoeren en zijn plaats in de geschiedenis veilig te stellen ontketende Mao vier jaar later het geweld van de Culturele Revolutie. Liu stierf toen in de cel aan een onbehandelde leverkanker.

    "Er was maar één leider Peng, maar op alle niveaus van het partij-apparaat kwamen er zogenaamde 'kleine Peng Dehuai's' voor, mensen die deden wat ze konden om de wantoestanden te verhelpen. Na Pengs val in het najaar van 1959 is dan ook een gigantische campagne gelanceerd om al die 'kleine Pengs' weg te zuiveren. Dat soort kwesties vind je vreemd genoeg ook terug in de archieven. Ik herinner me een man in een district in Sichuan, die het vertikte om 'het aantal abnormale doden te beperken tot 2 procent' in zijn rapporten. Hij schetste in zijn dossier een correct beeld, met veel hogere cijfers, en werd weggezuiverd."

    Je zou niet verwachten dat daar sporen van terug te vinden zijn in de officiële archieven.

    "Klopt, maar er zijn verschillende redenen voor. Ten eerste bestaan van al die rapporten meerdere, soms zelfs honderden kopieën. Met andere woorden, ook als je het uit je eigen provincie- of districtsarchief laat verdwijnen, is het niet uitgewist. Bovendien is het laten verdwijnen van stukken niet zonder risico. De partij zuivert voortdurend zichzelf, en dat wisten de partijkaders erg goed. Niemand was veilig en dan denk je twee keer na voor je zoiets doet.

    "Dat betekent niet dat het nooit is gebeurd. Ik had één dossier opgevraagd over de 'abnormale sterfte' in een district in Hubei, en toen kreeg ik een papiertje waarop stond dat het al sinds de Culturele Revolutie zoek was. Maar ik wed dat als de Centrale Archieven open zouden worden gesteld, wat tot dusver niet is gebeurd, het daar wel te vinden zou zijn. Die bronnen bevatten nog een schat aan onbekend materiaal."

    Veel modale Chinezen menen dat de huidige corruptie en het wijdverspreide wanbestuur een rechtstreeks gevolg zijn van de Grote Sprong Voorwaarts en de Culturele Revolutie omdat de deugdzaamheid toen voorgoed de geest gaf. Hoe ziet u dat?

    "De Grote Sprong Voorwaarts was inderdaad doorslaggevend in de erosie van het maatschappelijke weefsel. Als studenten tijdens de Culturele Revolutie in staat waren om hun leraren te slaan, terwijl de respectvolle relatie tussen meester en leerling juist een hoeksteen is van de duizenden jaren oude Chinese mens- en maatschappijvisie, dan is de basis daarvoor gelegd bij het grootschalige geweld van de Grote Sprong Voorwaarts. Wie overleefde? De sjacheraars, de bedriegers, niet de deugdzamen. Aan de ene kant is de huidige Chinese maatschappij helemaal anders, we zijn een halve eeuw later, maar het politiek-maatschappelijke kader is hetzelfde."

    Bij het lezen van tal van passages moest ik denken aan de lotgevallen van opposanten zoals die in hedendaagse Chinese mensenrechtenrapporten worden beschreven. Is er fundamenteel veel veranderd?

    "Nee. Nu hebben we met melamine vergiftigd melkpoeder, toen voegden mensen zaagsel of water toe aan de goederen die ze verplicht aan de staat moesten leveren. De vervalsing der statistieken die toen begon, duurt nog steeds voort en tot op heden is er geen aansprakelijkheid of transparantie. En kijk naar de ecologische destructie: in de Grote Sprong Voorwaarts was die gigantisch, nu zien we hetzelfde in de zogenaamde zucht naar ontwikkeling. Idem dito voor de blinde geldingsdrang. In 1958 wilde China de Sovjet-Unie en Groot-Brittannië voorbijsteken, diezelfde koortsachtigheid zien we nu als het gaat om de profilering van China als wereldmacht. Je zou kunnen zeggen dat de schaal van destructie verschilt, maar eigenlijk ben ik daar niet zo zeker van. Alleen is het eerste slachtoffer nu de natuur en niet de mens, maar tussen die twee bestaat natuurlijk een nauwe correlatie."

    U hebt het in uw boek over gruwelplekken in bepaalde districten overdreven zeloten hun vermeende oogsten dermate dat ze na de vordering van de staat ongeveer niets meer overhielden en één op vijf of zelfs één op vier burgers stierven. De sterfte was niet uniform gespreid, het kwam er volgens u op neer dat bepaalde dorpen gewoon van de kaart werden geveegd, terwijl het in andere nog meeviel. Hebt u er enig idee van wat er van die zogenaamde gruwelplekken is geworden?

    "Niet echt, dat is een interessant onderwerp voor een nieuwe studie. Ik weet het wel van een paar plaatsen, in Henan bijvoorbeeld. Neem het oord waar één op drie mensen eind jaren vijftig overleed. In 1973 stierven daar nog eens 230.000 mensen toen een tijdens de Grote Sprong Voorwaarts aangelegde, krakkemikkige dam op de Huairivier het begaf. Uit recent onderzoek blijkt dat 90 procent van de bevolking daar nu nog onder de armoedegrens zit, wat voor China aberrant is. Het bloedschandaal, waarbij 1 miljoen straatarme boeren aids kregen nadat ze hun bloed hadden verkocht, speelde zich eveneens in diezelfde regio af. De ene ramp heeft zich met andere woorden op de andere gestapeld en de misère is gebleven. Dat heeft volgens mij te maken met een bepaalde politieke cultuur en met lokale politieke dynastieën en klieken die de macht in handen hebben behouden."

    Bent u optimistisch over de toekomst?

    "Neen, ik ben ervan overtuigd dat China een Tunesiëscenario wacht, geheel onvoorspelbaar, één gebeurtenis die voor een omwenteling zorgt. En kijk naar de bijzonder repressieve reactie van Peking op de Arabische Lente de honderden advocaten en activisten van de burgerrechtenbeweging die de voorbije maanden zijn gearresteerd bijvoorbeeld - en je weet dat de leiders er net zo over denken. Hun dagen zijn geteld, ze leven op geleende tijd en dat weten ze opperbest."

    07-06-2011 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    08-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA- Ai Weiwei, de man die overal mee wegkwam
    Vijf dagen na de 'verdwijning' van China's beroemdste levende burger, de kunstenaar Ai Weiwei (54), laat de overheid weten dat er 'een onderzoek loopt naar zijn economische misdaden'. Ai, die momenteel tien ton handgeschilderde meloenpitten exposeert in de Londense Tate Modern, leek lang ongenaakbaar. 'Ik vrees toch dat dit onomkeerbaar is', zegt zijn goede vriend, de Belgische kunstkenner en zakenman Frank Uytterhaegen.

    China's meest recht-voor-de-raapse kunstenaar, Ai Weiwei, dacht zondag naar Hongkong en Taiwan af te reizen maar de overheid stak daar een stokje voor. Vijf dagen later heeft zijn vrouw nog steeds geen idee van zijn verblijfplaats, laat staan dat ze hem de medicijnen kon brengen die hij dagelijks moet innemen. Ze hoorde alleen dat zijn 'economische misdaden' worden onderzocht. Zo gaat dat de jongste jaren wel vaker als Peking politieke opposanten wil aanpakken.

    Ai was al jaren een luis in de pels van China's leiders, maar hij leek met het onmogelijke weg te kunnen komen. Als zoon van een van de bekendste Chinese dichters en als nationale kunstpaus had hij een ongekende uitstraling. Hij exposeerde en cureerde tentoonstellingen in de hele wereld, van de Venetiaanse Biënnale (1999) over de Kasselse Documenta (2007) tot Bozar (2009) en de Londense Tate Modern. In dat opzicht gebruikte Peking hem als bewijs van een gemoderniseerd, pluralistisch en tolerant China. Zelf had hij daar weinig illusies over. Tot aan zijn verdwijning gaf de man gemiddeld vijf interviews per dag en daarin herhaalde hij dat China "veel was veranderd maar niet op fundamentele terreinen als vrijheid en democratie".

    Momenteel mag hij als kunstenaar bekend zijn, aanvankelijk gold Ai bovenal als rebel. Na een kort intermezzo aan de Pekingse filmschool en enige New Yorkse jaren keerde hij in 1993 naar het sterfbed van zijn vader in China terug. Hij stichtte in Peking verschillende avant-gardecollectieven en hield spraakmakende performances. De ene keer liet hij een 2.000 jaar oude vaas stukvallen, bij een andere stunt werden antieke artefacten overschilderd met het label van Coca-Cola. Zijn internationale doorbraak kwam er in 2000 met de tentoonstelling Fuck Off, die hij ter gelegenheid van de eerste Shanghaise Biënnale cureerde. Die expo bevatte erg extreme werken, waaronder een filmpje waarin mensen gebrandmerkt worden als varkens en een video over een artiest die een ongeboren foetus oppeuzelt als betrof het een gebakken kip.

    Vogelneststadion

    In de aanloop naar de Olympische Spelen van 2008 werkte Ai samen met het architectenbureau Herzog & de Meuron aan het bekende Vogelneststadion. Geruime tijd voor de aanvang ervan distantieerde hij zich en haalde andere beroemde medewerkers filmmakers Zhang Yimou en Steven Spielberg bijvoorbeeld door de mangel. "Officieel was het de bedoeling om China's openheid te vieren, maar het kwam neer op zelfbejubeling van het regime. Daar wil ik geen deel van uitmaken", zei hij.

    Ai had het nochtans kunnen weten. Dat in een autoritair systeem als het Chinese alles politiek is, ondervond hij als kind al, toen zijn eerst zo gevierde vader Ai Qing in ongenade viel en in een uithoek van het land toiletten mocht schoonmaken. Hoewel Deng Xiaoping hem in 1979 eerherstel verleende, beweren goede vrienden van Ai dat hij zijn vaders lijden nooit vergaf en dat het hem achterliet met een enorme gevoeligheid voor onrecht. Aan dat laatste ontbreekt het in het zich transformerende, gepolariseerde China niet, wat wellicht verklaart waarom Ais recente oeuvre zich laat lezen als een bloemlezing van reacties op sociaaleconomische en politieke wantoestanden, waarbij niet zelden wordt ingezoomd op het repressieapparaat. In januari 2009 zei Ai dat hij zich voortaan alleen nog met politiek zou inlaten, maar eigenlijk begon het enige maanden eerder, bij de aardbeving in Sichuan in mei 2008. Meer dan 70.000 mensen vonden toen de dood omdat hun slecht geconstrueerde gebouwen instortten. De overheid weigerde de namen bekend te maken van de slachtoffers, waaronder ook duizenden kinderen. Ai was dermate verontwaardigd dat hijzelf een project financierde waarin vrijwilligers met camera's in Sichuan gingen filmen en slachtofferlijsten opstelden. De vorderingen van het werk werden bijgehouden op zijn veelgelezen blog, die later door de censoren werd verwijderd.

    Hersenoperatie

    Ai schakelde prompt over op Twitter en begon foto's en geluidsopnames naar internet te sturen van zijn obsessief geregistreerde eigen leven. Aldus legde hij het incident vast waarbij de politie hem in zijn hotelkamer in elkaar timmert, uren voor hij het proces zou bijwonen van een andere activist. Hij stuurt foto's van het herstel in een Duitse ziekenhuiskamer na een hersenoperatie ten gevolge van die klappen. Ai wapent zich met technologie tegen de staat: als de overheid camera's installeert rond zijn huis, weten de Twittervolgelingen dat daags nadien.

    Ook houdt hij in januari 2009 een onlineveiling van zakken Sanlu-melkpoeder, verwijzend naar de met melamine vergiftigde melk die in de herfst van 2008 aan zes kinderen het leven kostte en honderdduizenden andere zuigelingen ziek maakte. In januari van dit jaar draaide hij een filmpje over de afbraak van zijn gloednieuwe studio in Shanghai. "Een van mijn krachtigste werken", zo klonk het achteraf.

    Toen Liu Xiaobo in december de uitreiking van de Nobelprijs in Oslo niet kon bijwonen, bood Ai aan om te gaan. Hij mocht het land evenwel niet uit en meldde dat prompt aan de wereld. Een van zijn laatste stunts dateert van 11 februari, de dag waarop de Egyptische dictator Moebarak van de macht werd verdreven. Toen twitterde Ai dat "we vandaag allemaal Egyptenaren zijn. Slechts 18 dagen waren nodig om dertig jaar dictatuur te beëindigen." Maar zo simpel gaat dat in zijn eigen land niet.

    08-04-2011 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    01-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - Vluchtmisdrijf door zoon hoge functionaris zet land in rep en roer

    De 23-jarige zoon van een hoge Chinese politiefunctionaris die op 16 oktober dronken inreed op twee meisjes, is zaterdag veroordeeld tot zes jaar cel en meer dan 50.000 euro compensatie aan de slachtoffers. Het incident was een symbool geworden voor machtsmisbruik door hoge ambtenaren en leidde tot een felle internetcampagne.

    De 20-jarige Chen Xiaofeng was op die oktoberavond met haar vriendin aan het rolschaatsen op de universiteitscampus van Baoding toen een wagen met hoge snelheid op hen inreed. Chen werd de lucht ingegooid en overleed later aan haar verwondingen, het andere meisje brak een been. De dronken chauffeur probeerde vluchtmisdrijf te plegen maar werd door de veiligheidsagenten op de campus aangehouden. "Probeer me maar te vervolgen", schreeuwde de man. "Mijn vader is Li Gang."

    Het nieuws zorgde voor grote beroering op het Chinese internet omdat het een bijzonder herkenbaar verhaal was over een boosdoener die geloofde dat hij middels zijn goede connecties als zoon van de vicecommissaris van politie kon wegkomen met zijn misdaad. Verschillende censuurpogingen mislukten, waarop de overheid besloot om het nieuws dan maar te 'begeleiden'. Aldus verscheen de politiechef samen met zijn zoon vijf dagen na de feiten huilend op de nationale televisie, vragend om vergiffenis aan het hele volk. Het manoeuvre sorteerde evenwel niet het gewenste effect: in de blogs en reacties die in de daaropvolgende dagen verschenen, toonden velen zich geschandaliseerd over "de pogingen om de eigen job toch maar te redden door in tranen op tv te komen".

    'Mijn vader is Li Gang' werd een ware strijdkreet en de vrouwelijke blogger Varkensvoet Beta lanceerde een poëziewedstrijd waarbij 'Mijn vader is Li Gang' geïncorporeerd werd in klassieke gedichten evengoed als in propagandafrasen uit de maoïstische tijd. Meer dan 6.000 internauten bedachten Li Gang-rijmpjes en tevens doken spottende posters op, alsook verkeersborden met als tekst 'Gelieve traag te rijden, uw vader is niet Li Gang'.

    Internationaal bekend kunstenaar Ai Weiwei publiceerde op zijn site een interview met de ouders van het doodgereden meisje, dat prompt door de censors werd verwijderd.

    Zoon Li werd negen dagen na de feiten gearresteerd maar ondertussen werd grote druk uitgeoefend op de nabestaanden om de zaak te laten vallen. De advocaat, Zhang Kai, werd door zijn cliënten zelfs bedankt voor zijn inspanningen, "aangezien de kwestie opgelost was". Een dergelijke afloop, zo zei Zhang in een interview met de New York Times, "is heel courant als het gaat om gewone burgers die het moeten opnemen tegen machtige figuren. Macht is in de hedendaagse Chinese samenleving veel belangrijker dan individuele rechten en vrijheid." Maar de kwestie bleef reacties genereren op internet, wat er volgens waarnemers toe heeft geleid dat de dronken chauffeur vorige week in het beklaagdenbankje verscheen. Zaterdag volgde het vonnis: de Chens krijgen meer dan 46.000 euro aan schadevergoeding, het andere meisje zo'n 9.000 euro. En zoon Li gaat voor zes jaar achter de tralies.

    01-02-2011 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    18-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - Ikea en McDonald's mikken op de panda
    Zowel de Zweedse meubelgigant Ikea als de Amerikaanse hamburgerreus McDonald's ziet het groot in China: in de komende vijf jaar plannen ze een verdubbeling van hun aantal vestigingen. Beide bedrijven mogen dan prat gaan op de uniformiteit van hun producten wereldwijd, ze vonden zichzelf in China opnieuw uit.

    Een middagje bij Ikea of lunchen bij McDonald's heeft weinig te maken met liefde voor Zweeds minimalisme of een voorkeur voor een snelle, vette hap. Consumentenonderzoek van McKinsey geeft aan dat het eerder gaat om een familie-uitje met Disneyallure.

    Wie een bezoek brengt aan een van de acht Ikeawinkels in China merkt meteen dat er anders wordt geshopt dan in pakweg de Anderlechtse vestiging van de Zweedse gigant. Het opvallendst is de uiterst empirische aanpak van de consument: met uitzondering van de (boeken)kasten, wordt alle meubilair door de hele familie uitgeprobeerd. Hoe lekker ligt het bed? Een hazenslaapje zal het leren. En of de fauteuils comfortabel zitten, mag na een halve middag verwijlen wel blijken. Vraag het aan de slapers, zitters of slenteraars: het gros heeft geen papiertje op zak met de exacte afmetingen van slaap- of woonkamer. Plannen om een zithoek aan te schaffen zijn er niet. Om binnenhuisinrichting draait het voor veel van de consumenten immers niet. Ze brengen een dagje in pseudo-Europa door, compleet met Zweedse balletjes of varkensribbetjes in soja voor de kleinere avonturiers en een ijsje voor hun kroost.

    Beleving

    Dat heeft niet louter met een kleiner budget te maken. Noemt slechts 40 procent van de Europeanen zich liefhebber van winkelen, dan blijkt uit een McKinsey-onderzoek in China dat drie kwart van de ondervraagden zijn vrije tijd het liefst in shoppingcentra en oorden als Ikea doorbrengt. Het gaat hier over een vorm van ontspanning die niet per se gelieerd is met de besteding van het budget. Of zoals een van de bevraagden het stelde: "We hadden vandaag ook naar de Lange Muur of de Verboden Stad kunnen rijden, maar uiteindelijk verkozen mijn vrouw en dochter Ikea."

    Ze zoeken geen Billyboekenrek, maar verpozing. Het management van Ikea beseft dat maar al te goed en speelt daar in het kader van zijn toekomstvisie voor de Chinese markt welwillend op in. "Het idee is dat als je al tien jaar naar onze winkels komt voor hotdogs, gehaktballetjes of ijsjes, je misschien ook aan Ikea zal denken bij de aanschaf van een sofa", zo vatte Ian Duffy, directeur van Ikea Azië, het in een recent interview in Wuhan samen. "Sommigen komen gewoon voor de ervaring en voor ons is dat best."

    Vorig jaar maakte Ikea 370 miljoen euro winst in China, wat neerkomt op minder dan 14 procent van het totaal.

    Wereldwijd heeft de meubelreus 280 vestigingen. De eerste Chinese winkel kwam er in Shanghai in 1998. Anno 2010 zijn er acht in evenveel steden en dat aantal moet in de komende vijf jaar verdubbelen.

    Hoewel Ikea in principe in elke vestiging dezelfde producten aanbiedt, is de aanpak toch aangepast aan de Chinese markt. Yijia (letterlijk: comfortabel huis), zoals Ikea in China heet, voert jaarlijks rond de grote koopperiode voor Chinees Nieuwjaar een opgemerkte actie, waarbij vaak een deel van de winst naar een goed doel gaat.

    Zo werd Unicef China beter van de verkoop van speelgoed in februari en maart van 2007, terwijl eerder een partnerschap werd opgezet met het WWF. En net na de aardbeving in Wenchuan in mei 2008 stortte het Zweedse bedrijf een flinke som voor hulp aan de slachtoffers.

    Ongetwijfeld past dat in de Ikeastrategie van 'ethisch ondernemen', maar tegelijk wordt er ook geappelleerd aan de leefwereld van de goed opgeleide, stedelijke middenklasse, die het belangrijkste doelpubliek uitmaakt van de meubelreus.

    Ook in andere opzichten speelt Ikea in op de Chinese culturele geplogenheden. Vijf procent van de producten zijn alleen voor de Chinese markt bestemd. Denk maar aan tal van soorten hakmessen of eetstokjes. Maar het zit hem ook in de filosofie. Door op regenachtige dagen de prijs van paraplu's met de helft te verminderen, geeft Ikea aan dat het een langetermijnrelatie met zijn klanten wil opbouwen, en niet uit is op snel profijt.

    Bovendien is de in 2003 in Shanghai geopende vestiging niet in een goedkope uithoek van de stad gelegen, maar juist in de prime location Xu Jia Hui, die vlot bereikbaar is met het openbaar vervoer. Een brand moet immers classy zijn en niet zozeer voordelig.

    Ook het 'Do it yourself'-concept is in China minder uitgesproken. Intellectuelen verdoen er hun weekends niet met het in elkaar knutselen van keukenkasten, en dus wordt relatief voordelige assistentie aangeboden, iets waar veel meer klanten gebruik van maken dan in Europa.

    Wat voor Ikea geldt, gaat in zekere zin ook voor fastfoodgigant McDonald's op. De keten plant een gigantische uitbreiding: van zo'n duizend vestigingen naar het dubbele tegen 2015. En wat de Chinese consument aantrekt, is niet het product op zich maar de beleving.

    McDonald's deed in 1990 zijn intrede in China met een vestiging in Shenzhen. Algauw kwamen er in alle grote steden afdelingen van Maidanglao, zoals de hamburgergigant er wordt genoemd.

    Eerst waren hamburgers behoorlijk duur, maar het duurde niet lang vooraleer een bezoek aan een fastfoodtent gezien werd als een niet te missen onderdeel van een dagje shoppen met de kinderen. Niet zelden, zo blijkt uit onderzoek, aten ma en pa helemaal niets, terwijl de kleine keizer zich te goed deed aan een Happy Meal. "We wilden ons even in New York wanen", zo zei een van de bevraagden. "We stellen ons voor dat middenklassers daar op dezelfde manier hun vrije middag doorbrengen."

    Dat klopt evenwel niet. In de VS geldt de fastfoodgigant als een plek voor een snelle, goedkope hap, eerder alleen genuttigd en in hoofdzaak populair bij de arbeidersklasse. De Chinese klanten, daarentegen, zijn doorgaans middenklassers en bezoeken het etablissement niet omwille van het eten, dat ze qua smaak "minderwaardig vinden aan het Chinese eten".

    McDonald's is een sociale marker. Bovendien, kinderen zijn er gek op, het is er erg schoon en het menu is gestandaardiseerd. Terwijl alle Chinese steden en zelfs het gros van de restaurants eigen specialiteiten aanbieden, waarbij je moet weten wat waar aangewezen is, zijn er bij McDonald's geen verrassingen.

    In de komende jaren plant de hamburgerreus ook tal van drive-ins, zoals die in de VS populair zijn. Daarmee spelen ze in op het sterkste symbool van sociale status: het bezit van een eigen auto.

    18-12-2010 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    11-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - Nobelprijs voor een lege stoel
    De ongeziene golf van arrestaties van politieke dissidenten en activisten in China in de voorbije dagen geeft aan hoeveel belang Peking hecht aan de Nobelprijs. 'Sinds de jaren tachtig is er een waar Nobelcomplex', aldus professor Julia Lovell.

    Zo'n duizend genodigden waren gisteren present in Oslo voor de lauwering van de Chinese dissident Liu Xiaobo. Niet alleen kon hijzelf niet aanwezig zijn omdat hij een elfjarige straf uitzit in het noordoosten van China, ook de Chinese tv-kijkers kregen de ceremonie niet te zien: buitenlandse zenders werden geblokkeerd.

    Het Nobelcomité riep tijdens de ceremonie op tot zijn onmiddellijke vrijlating, terwijl het effect van zijn bekroning voorlopig veeleer omgekeerd is. In de voorbije dagen werden volgens de VN minstens 20 van zijn vrienden en medeondertekenaars van het Charter 08 (dat hem in de cel deed belanden) gearresteerd. Zo'n 120 anderen kregen huisarrest of mochten niet met reporters praten. Human Rights Watch sprak bij monde van China-expert Nicholas Bequelin over "een ongeziene golf van aanhoudingen".

    Echtgenote Liu Xia wordt thuis in Peking incommunicado gehouden en van de lijst van 140 mensen die ze kort na de bekendmaking van de prijs begin oktober opriep om naar Oslo te gaan, was haast niemand daartoe in staat.

    Concreet waren twee van Liu's Chinese vrienden aanwezig: de dissidente intellectuele Dai Qing, die momenteel een lezingenreeks afwerkt in Canada, en Wan Yanhai, de in mei naar de VS gevluchte directeur van de aidspreventie-ngo Aizhi Foundation.

    Eerder deze week bleek dat achttien naties onder Chinese druk hun kat zouden sturen maar gisteren was het aantal boycotters teruggebracht tot zeventien. Nadat de Servische premier Mirko Cvetkovic donderdag in Brussel een bolwassing had gekregen, zond het land toch een afgevaardigde, met name ombudsman Sasa Jankovic. Als het land EU-toetredingsaspiraties koestert, zo heette het in Brussel, dan moet het inzake mensenrechten op dezelfde golflengte zitten als de overige EU-lidstaten en niet toegeven aan Chinese druk.

    Jankovic was een van de 1.000 genodigden die luisterde naar actrice Liv Ullman, die stukjes voorlas uit Liu's laatste publieke tekst, zijn verdediging op zijn proces eind 2009. "Ik ben er ten zeerste van overtuigd", schreef hij toen, "dat China politieke vooruitgang zal blijven boeken. (...) Geen enkele kracht kan het menselijk streven naar vrijheid beknotten en uiteindelijk zal China een rechtsstaat worden."

    Peking reageerde niet alleen met een arrestatiegolf op de lauwering van Liu, tevens brachten tal van kranten virulente aanvallen op het Nobelcomité, doorgaans van de hand van 'buitenlandse experts'.

    Zo citeert de partijspreekbuis Volksdagblad de Noorse columniste Hege Ulstein als zou "het Comité niet aan zijn eerste dwaling toe zijn. Hoewel het Comité er in 1998 al van werd op de hoogte gebracht dat Grameenbankstichter Mohammad Yunus met centen sjoemelde, kreeg de man in 2006 toch nog de Nobelprijs voor de Vrede.

    Ook werd een poging ondernomen om de aandacht af te leiden van de Nobelprijs. Donderdag werd in Peking de alternatieve 'Confucius Vredesprijs' uitgereikt. Een succes werd het evenwel niet: de winnaar, de ex-Taiwanese premier Lien Chan (1993-'97), daagde niet op en reageerde evenmin op de lauwering. De 15.000 dollar belopende prijs werd in ontvangst genomen door een onbekend meisje.

    Al deze repressie- en propagandamanoeuvres geven aan hoe zwaar China tilt aan de Nobelprijs voor Liu, hoewel die een persoonlijke erkenning inhoudt en geen oordeel over een land.

    'Nobelprijscomplex'

    In China heerst al decennia wat de Britse professor en vertaalster van Chinese literatuur Julia Lovell een 'Nobelprijscomplex' noemt. Tot dusver hebben slechts zeven etnische Chinezen deze prijs in de wacht gesleept (vier keer voor fysica, telkens één keer voor chemie, literatuur en vrede) maar op de gevangen Liu na woont geen enkele van deze mannen in China. De wetenschappers zijn stuk voor stuk aan VS-universiteiten verbonden. Literatuurlaureaat Gao Xingjian is een in Frankrijk wonende dissidente theaterschrijver, die in de Chinese boeken over de Nobelprijs literatuur zelfs wordt doodgezwegen.

    Al van in de jaren tachtig woedt een fel debat over de vraag hoe het kan dat 's werelds volkrijkste natie zo weinig Nobellaureaten voortbrengt. In The politics of cultural capital (2006) schrijft Lovell dat Nobelprijzen voor Peking in dezelfde categorie thuishoren als Olympische Spelen of WHO-lidmaatschap. Het betreft een "verlangen naar internationale erkenning dat zich vooral vanaf de jaren negentig heeft gemanifesteerd in de bijna pathologische zucht naar internationale prijzen".


    11-12-2010 om 10:01 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    10-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - Liu Xiaobo, gevangen in een kooi van woorden
    Gevangen in een kooi van woorden

    Een lege stoel zal de gevangen Chinese dissident Liu Xiaobo vandaag op de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede in Oslo vertegenwoordigen. Liu is vooral bekend als initiatiefnemer van het in december 2008 op internet gepubliceerde Charter 08. 'Zijn ideaal', schrijft de Neder- landse onderzoekster Woei Lien Chong, 'is niet dat van de filosoof in de rolstoel maar van de man die zich voor zijn ideeën in het gevaar gooit'.
    Liu Xiaobo is altijd een einzelgänger geweest, een al even onconventionele als stoutmoedige veelschrijver die de Chinese tradi- tionele cultuur, het huidige auto- ritaire bestel en de door het esta- blishment gecoöpteerde intellec- tuele klasse genadeloos op de kor- rel neemt: 'Het Chinese volk kan zich alleen bevrijden als het dit credo hanteert: 'alles wat ik ben, ben ik door mijn eigen daden'.'
    Het verhaal van Liu Xiaobo's volwassen leven leest als een 21 jaar oude sage van onvrijheid, die werd gebrandmerkt door de gebeurtenissen op het Tiananmen- plein in het voorjaar van 1989. Luttele dagen na het bloedbad van 4 juni begon voor Liu Xiaobo een eerste periode van detentie, die anderhalf jaar zou duren. In 1996 volgde een nieuwe, driejarige gevangenschap en in december 2008 kwamen de Chinese veiligheidsagenten hem andermaal halen, waarmee het begin werd ingeluid van zijn huidige elfjarige celstraf wegens 'subversie tegen de staat'.

    Gedoemd om te crashen

    Echt vrij is Liu sinds 1989 niet meer geweest. Ook toen hij niet in de gevangenis zat, werd zijn doen en laten in de gaten gehouden. Bij elke gevoelige verjaardag of gebeurtenis of het nu om de jaarlijkse 4 juni ging dan wel om de Olympische Spelen van 2008 werd hem huisarrest opgelegd. De telefoon werd standaard afgeluisterd, een paspoort heeft hij nooit meer gekregen. Liu is een man van het woord maar zijn essays mochten de voorbije 21 jaar in China niet worden gepubliceerd.
    En toch gaf hij nooit op. "Misschien bestaat mijn persoonlijkheid erin dat ik tegen de muur zal crashen, waar ik ook ga", schreef hij in november 1988 in een brief vanuit Oslo. "Ik kan het allemaal accepteren, zelfs als ik op het einde mijn schedel openbreek. Het zal aan mijzelf te wijten zijn, ik zal het op niemand anders afschuiven." Het zouden profetische woorden blijken.
    Niet zwichten, niet zwijgen. Als er één rode draad loopt door Liu's leven, dan deze. Ze wortelt in zijn door de Culturele Revolutie (1966-'76) bepaalde jeugd, en in zijn autodidactische studie van de westerse filosofie in de jaren tachtig.
    Als 15-jarige verkast de jongen met zijn vader van zijn geboortestad in het noordoosten naar Binnen-Mongolië. In 1976 werkt hij een jaar lang als muurschilder. "Later zei Liu dat hij ontzettend dankbaar was voor de Culturele Revolutie omdat ze hem de vrijheid had gegeven te doen wat hij wilde", zo schrijft Geremie Barmé. "Hij werd vrijgesteld van een onderwijsproces dat hij louter ziet als een vorm van onderwerping van het individu."

    Het superieure Westen

    Na de Culturele Revolutie studeert Liu in Changchun en later in Peking, waar hij in juli 1988 een doctoraat in de filosofie behaalt. Het is in die periode dat zijn visie vaste vorm krijgt en dat hij de eerste van zo'n 800 essays en boeken schrijft. "Het leitmotiv in zijn werk uit die periode", meent de Nederlandse onderzoekster Woei Lien Chong, "is zijn overtuiging dat westerse literatuur en filosofie superieur zijn aan hun Chinese tegenhangers omdat ze begaan zijn met vrijheid en individualisme in plaats van te focussen op de handhaving van de sociale orde, zoals de Chinezen dat doen. Liu plaatst zichzelf expliciet in de traditie van die Chinese hervormers die totale verwestersing bepleiten, wat neerkomt op een vrijwillige excommunicatie uit het gros van de Chinese intellectuele kringen."
    Vooral met zijn cynische uitspraak dat "de Chinese maatschappij in die mate bankroet is dat ze niet in staat is tot herbronning zonder hulp van buitenaf en alleen kan worden genezen met 300 jaar van buitenlandse kolonisatie", jaagt hij velen tegen zich in het harnas. Twintig jaar later vroegen journalisten hem of hij ondertussen van mening was veranderd. "Geenszins", antwoordde Liu.
    Liu's wereld- en mensbeeld stoelt op een eigenzinnige interpretatie van Kant, Hegel, Nietzsche, Sartre en Camus, wier filosofische concepten hij op een polemische manier aanwendt om zowel de Chinese traditie als het communisme te hekelen binnen een zelf bepaald raamwerk van dualiteit tussen 'rede' en 'gevoel'. "Rede is daarin 'de zucht naar sociale harmonie, wat op zijn beurt een eufemisme is voor de onderdrukking van het individu in naam van het collectieve belang", zo schrijft hij in Mist der Metafysica (1989). 'Gevoel' daarentegen is de bron van leven voor het unieke, creatieve individu. Het is de motor van de autonome gedachte en van verzet tegen het rigide netwerk van dogma's dat de rede met zich meebrengt.

    De neergang die China vanaf het laatste keizerrijk kenmerkte, is in zijn visie het gevolg van de totale verdrukking van 'het gevoel' en van het creatieve individu door het collectieve.
    Liu ziet drie fundamentele kwesties die ervoor zorgen dat Chinese intellectuelen niet in staat zijn het systeem te bekritiseren maar er daarentegen door worden opgeslokt. "Ten eerste is er het feit dat de sociale orde niet ter discussie kan worden gesteld aangezien ze een afspiegeling is van de eeuwige, kosmische orde. Bovendien wordt het volk beschouwd als een anoniem collectief in plaats van als een geheel van individuen. En het is de taak van de intellectueel om als geleerde/functionaris onvoorwaardelijk de heerser te dienen." Van daaruit creeërt Liu ook zijn zelfbeeld: "De enige authentieke manier van leven", schrijft hij, "bestaat erin onze vrijheid als individuen te gebruiken om ons levenspad te kiezen".

    Tiananmen

    In 1988 wordt hij uitgenodigd naar Oslo en naar New York om zijn studie voort te zetten. Maar als de protesten in China in april 1989 aanvangen en de noodtoestand wordt afgekondigd, vertrekt hij naar huis. "In die beslissing", schreef de bekende journalist Liu Binyan, "was hij weinig meer dan een door de vlam aangetrokken mot". Maar Liu wil koste wat kost deelnemen aan het historische moment waarop "de Chinese burgers ontwaken".
    Hij raakt echter al gauw teleurgesteld over het gebrek aan democratische geest binnen de studentenbeweging. "De democratie die we zochten was te leeg, te emotioneel", stelt hij in Volksprotest en politieke cultuur in hedendaags China (1994). "Ze reikte niet verder dat het opwindende, romantische stadium van de holle slogans. We wisten niet waarover we spraken." Niettemin sterken de protesten hem in de opvatting dat er geen andere weg is dan die van de democratisering, de uitbouw van de rechtstaat en het respect voor de mensenrechten, concepten die in zijn latere werk verder worden uitgediept en die ook de basis vormen voor het in 2008 gepubliceerde Charter 08.
    Ook is Liu ervan overtuigd dat er alleen politieke hervormingen zullen komen als burgers die zelf afdwingen. In dat opzicht koestert hij een grote frustratie jegens de intellectuele klasse, die zich na het bloedbad liet coöpteren met goede banen en een beter leven. "Waarom zijn onze landgenoten alleen in staat om op te kijken naar de troon?", schrijft hij in Kan het zijn dat het Chinese volk alleen 'partijgeleide democratie' verdient (2006). "Ze zijn nog altijd als zuigelingen, geheel afhankelijk van de zorg van volwassenen. (...) Is het mogelijk dat het Chinese volk alleen dient om op zijn knieën te bidden voor keizerlijke genade?"
    Persoonlijk koos hij resoluut voor een andere weg, zelfs al leidde die van de ene onvrijheid naar de andere. Of zoals hij het zelf meer dan twintig jaar geleden al stelde: "Hoewel mij misschien alleen tragedies wachten, zal ik blijven vechten. Dat is de reden waarom ik van Nietzsche hou en een hekel heb aan Schopenhauer."

    10-12-2010 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    10-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA- de Nobelprijs voor Liu Xiaobo
    De Nobelprijs voor de Vrede werd toegekend aan de Chinese mensenrechtenactivist Liu Xiaobo (55), die een celstraf van 11 jaar uitzit wegens subversie. Hij publiceerde in december 2008 het Charter 08, een oproep tot hervormingen die voor u en mij vanzelfsprekend zijn.


    De mensenrechtenactivist die nooit zwicht

    et nieuws dat sinds gisterochtend elf uur de wereld rondging, heeft de betrokkene wellicht nog steeds niet bereikt. Sinds hij op Kerstmis van vorig jaar tot elf jaar werd veroordeeld wegens 'subversie', deelt hij met enige medegedetineerden een cel in Jinzhou, op zo'n 500 km van Peking . Kranten lezen, televisie kijken of telefoneren mag de man niet en de boeken die zijn vrouw Liu Xia voor hem meebrengt, worden voorafgaandelijk gescreend. Zijn echtgenote kan hem één keer per maand bezoeken, voor een ontmoeting onder toezicht van bewakers en camera's. Ze deden dat ongeveer een maand geleden voor het laatst, zegt Renee Xia van Chinese Human Rights Defenders, het in Hongkong gevestigde netwerk van mensenrechtenactivisten. De kans is dus groot dat Liu een dezer bezoek krijgt van een echtgenote die goed nieuws voor hem heeft. Woensdag gingen enige vrienden nog bij de permanent geschaduwde artieste in Peking langs. "Ik vind dat mijn man deze prijs verdient", zei Liu Xia toen.

    En daar valt wat voor te zeggen. De noordoost-Chinese literatuurprofessor is al decennialang een van de boegbeelden van de Chinese democratiserings- beweging. In 1989 was hij nauw betrokken bij de studentenprotesten. Twee dagen voor het bloedbad van 4 juni ging hij met een paar medestanders in hongerstaking. Op 6 juni werd Liu gearresteerd en meer dan een jaar vastgehouden wegens 'contrarevolutionaire propaganda'.

    Democratische sterren

    De literatuurprofessor zou in latere jaren erg kritisch blijken voor de Pekingse Lente. "Op het Tiananmenplein beschouwden we onszelf als rechtschapen", zo schreef hij in 1994, "terwijl we juist te onverschrokken en te zelfverzekerd waren. De gebeurtenissen hadden ons geheel bedwelmd waardoor we niet zagen dat de basis voor een snelle democratisering in onze maatschappij ontbrak. De Chinese Communistische Partij (CCP) was er niet op voorbereid, het volk was er niet klaar voor en onze studentenleiders en intellectuelen waren er evenmin toe in staat. De democratie die we zochten, reikte niet verder dan het romantische stadium van de holle slogans."

    Liu hekelde ook de eigenaardige rechten die de studentenleiders ontleenden aan het feit dat ze "twee maanden lang revolutionaire heiligen en democratische sterren speelden. Dat was schijnbaar een vrijgeleide om overal ongegeneerd je gevoeg te doen, om gratis het openbaar vervoer te gebruiken en uit eten te gaan zonder te betalen. Er mocht gelogen worden voor de 'rechtvaardige zaak', andersdenkenden mochten de mond worden gesnoerd, kritiek hoefde niet te worden geduld".

    Liu Xiaobo schreef in 1994 dat activisten als hijzelf maar evenveel kaas hadden gegeten van democratisering als de leiders die ze op het plein in 1989 hekelden. Maar terwijl er in de daaropvolgende twee decennia onder China's leiders weinig vooruitgang is geboekt inzake politieke hervormingen, diepte Liu zijn ideeën verder uit, wat hem in de jaren negentig andermaal op detentie kwam te staan. Na een pleidooi voor een ontmoeting tussen de Chinese leiders en de dalai lama werd hij in oktober 1996 veroordeeld tot drie jaar 'heropvoeding door arbeid'.

    Hoezeer de Chinese overheid ook probeerde om Liu via repressie het zwijgen op te leggen, de literatuurprofessor werd daardoor juist gesterkt in zijn overtuiging dat China fundamentele hervormingen nodig heeft. Op 10 december 2008, op de zestigste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, publiceerde Liu met enige medestanders op het internet het door 303 individuen ondertekende Charter 08. Rechtenprofessoren zetten er hun naam onder, maar evengoed activisten, onderzoekers, zakenlui en zelfs enige overheidsfunctionarissen. De tekst was gemodelleerd op het Tsjecho-Slowaakse Charter 77, waarmee individuen als Vaclav Havel meer dan dertig jaar geleden een vuist wilden maken tegen het politieke keurslijf van de Sovjet-Unie en zijn satellietstaten.

    Concreet vroegen de ondertekenaars van Charter 08 zich af welke richting China uitgaat in de 21ste eeuw. Zal de modernisering gepaard gaan met voortgezet autoritarisme of zullen de universele menselijke waarden omarmd worden en kan China deel gaan uitmaken van de mainstream democratieën in de wereld? "China heeft veel wetten", schrijven ze, "maar een rechtsstaat is het niet."

    Charter 08 is geen revolutionair document, op de gewelddadige omverwerping van het huidige bestel wordt niet aangedrongen. Wat erin bepleit wordt, vinden u en ik vanzelfsprekend: vrije verkiezingen, het recht om overheidsbeslissingen in vraag te stellen, maatregelen om de gapende welvaartskloof te dichten, alsook sociale zekerheid en een onafhankelijke rechtspraak.

    Louter westerse, liberale ideeën? "Onze ideeën", meent mede-opsteller Zhang Zuhua, "gaan wel degelijk terug naar de laat achttiende-eeuwse Amerikaanse Bill of Rights, de Déclaration des droits de l'homme et du citoyen van de Franse Revolutie en zelfs naar het Magna Carta van 1215. Maar er is ook een authentiek Chinese inspiratie voor Charter 08, namelijk in de weg naar democratisering en respect voor de mensenrechten die Taiwan is ingeslagen".

    Liu Xiaobo was er zelf niet bij toen het manifest via het internet de wereld werd ingestuurd, twee dagen eerder werd hij opgepakt. Op 22 december 2008 vroegen Nobelprijswinnaars zoals Nadine Gordimer en Wole Soyinka in een brief aan president Hu Jintao om zijn onmiddellijke vrijlating maar meer dan een korte ontmoeting met zijn vrouw op nieuwjaarsdag 2009 kwam er niet.

    Zeventig anderen kregen ondertussen de raad om hun handtekeningen in te trekken, zoniet was er geen garantie dat het verder de goede kant opging met hun banen en hun toekomst.

    De eerste verbale overheidsreactie op Charter 08 kwam er op 18 december, toen president Hu in een toespraak naar aanleiding van de dertigste verjaardag van de lancering van Dengs hervormingen zei dat "China de politieke instellingen van het Westen nooit zal imiteren". Hij citeerde Deng dat 'ontwikkeling het allerhoogste principe is'.

    Precies een maand later kwam er een nieuwe officiële aanval op het charter, dit keer in de vorm van een essay van de hand van Jia Qinglin, de nummer vier van de CCP. De toon van het stuk deed denken aan die van een overheid die zich voorbereidt op een loopgravenoorlog. "De partij", stelde Jia, "moet een muur van verzet bouwen tegen de westerse meerpartijendemocratie, tegen de bicamerale wetgevende macht, tegen de scheiding der machten en tegen andere foutieve ideologische bemoeienissen. (..) We moeten bewust gehoorzamen aan de politieke discipline van de Partij en resoluut haar gecentraliseerde eenheid vrijwaren".

    Korte tijd nadat het charter werd verspreid, werden tal van websites die het promootten, gesloten. Desondanks ondertekenden meer dan tienduizend Chinese burgers het manifest. Zal het document iets opleveren voor de 1,3 miljard Chinezen? Chinakenner Ian Buruma ziet het zo: als China ooit democratiseert, dan zal 10 december in elk geval worden opgenomen in de lijst van de feestdagen". Aan die lijst is gisteren een nieuwe datum toegevoegd: die waarop Liu gelauwerd werd.

    Dreigement

    Volgens zijn vrienden heeft Liu volstrekt nooit gedacht dat hij in aanmerking zou komen voor deze prestigieuze internationale prijs, al zou het hem wel al ter ore zijn gekomen dat hij op 18 januari door Nobellaureaten Vaclav Havel, de dalai lama, Desmond Tutu en enige anderen was genomineerd. China's leiders probeerden toen om de comitéleden op andere gedachten te brengen. Afgelopen zomer werd een viceminister van Buitenlandse Zaken naar Oslo gestuurd met de mededeling dat een dergelijke lauwering erg negatieve gevolgen zou hebben voor de Noorse handelsbelangen in China. Dat een dergelijk dreigement geen invloed zou hebben, antwoordde het Nobelcomité.

    Begin december wordt de prijs in Oslo uitgereikt. De kans om die persoonlijk in ontvangst te nemen, krijgt Liu wellicht niet. Zal zijn vrouw Liu Xia het land uit mogen? "Ik denk van wel", zo meent Renee Xia. "Peking beseft heel goed dat het zich een nieuwe golf van negatieve publiciteit op de hals haalt als het Liu Xia verhindert om begin december naar Oslo te reizen en zal dat willen vermijden. Tegelijk moet niet worden verwacht dat Liu op korte termijn vrijkomt: de Chinese leiders willen niet als zwak worden gezien. Toch bestaat de mogelijkheid dat hij over enige tijd op medisch parool vervroegd vrijkomt. En in tegenstelling tot veel anderen zal hij weigeren om naar het buitenland te vertrekken. De strijd moet hier worden gevoerd, alleen hier is hij nuttig. En dat beseft Liu beter dan wie ook."

    10-10-2010 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA- het belang van de Nobelprijs voor Liu Xiaobo
    De toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan de Chinese mensenrechtenactivist Liu Xiaobo is een hart onder de riem voor de burgerrechtenbeweging in China. En een duidelijk signaal aan Peking dat de internationale gemeenschap verwacht dat een wereldmacht zich ook als dusdanig gedraagt.

    Op 18 januari al droegen een paar gewezen laureaten van de Nobelprijs voor de Vrede de tot elf jaar cel veroordeelde Liu Xiaobo voor als kandidaat voor 2010. Ze argumenteerden dat hij paste in het rijtje van de eerder gelauwerde Aung San Suu Kyi en Martin Luther King, die net als hij hun leven in dienst stelden van de vreedzame strijd voor de rechten van gewone burgers. Ze wezen er ook op dat Liu door twintig jaar activisme in China bijdroeg aan de oorspronkelijke intenties van Alfred Nobel, namelijk het bewerkstelligen van de vrede en de broederschap tussen verschillende landen. Democratisering en respect voor de mensenrechten zijn geen automatische garantie dat een natie zich internationaal gezien redelijk en verantwoordelijk opstelt, maar ze faciliteren in elk geval het publieke debat over fundamentele internationale en nationale beleidskwesties.

    Verzonnen misdaden

    Dat Liu de prijs echt verdient, zoals ook zijn vrouw eerder deze week stelde, mag duidelijk zijn. Bovendien steekt deze prestigieuze onderscheiding de hele Chinese burgerrechtenbeweging een hart onder de riem op een moment dat ze het hard te verduren heeft. De gemeenschap van enige honderden advocaten, autodidactische juristen, journalisten en activisten ziet haar leden veelvuldig achter de tralies eindigen, niet zelden na een oneerlijk proces en op grond van verzonnen misdaden. Wat dat laatste betreft is Peking de voorbije jaren overigens slimmer geworden: anno 2010 worden geen veroordelingen meer uitgesproken wegens 'contrarevolutionaire propaganda', zoals Liu zelf in 1989 te horen kreeg. Nu worden aanklachten als belastingontduiking of fraude ingeroepen, wat het voor de internationale gemeenschap veel moeilijker maakt om te protesteren. Elke overheid heeft immers het recht en de taak om toe te zien op de bestraffing van 'economische misdrijven'.

    De vele veroordelingen (volgens Chinese Human Rights Defenders zijn er enkele honderden gewetensgevangenen in China) dienen als afschrikking, ze moeten diets maken dat het niet loont om klokkenluider te spelen of aan politiek te doen. En soms, zoals in het geval van Liu, wordt er een kip gedood om de aap bang te maken. Een zware straf voor één individu moet andere stoute stemmen ontmoedigen.

    De Nobelprijs voor deze 'geslachte vogel' is precies het tegenovergestelde: hij verstrekt een belangrijke morele legitimiteit aan de hele beweging, om nog maar te zwijgen over de persoonlijke erkenning die hij inhoudt voor de vele gedetineerde activisten, of het nu om Liu gaat dan wel om aidsactivist Hu Jia (zit 3,5 jaar uit) of advocaat Gao Zhisheng, die sinds juli 'verdwenen' is. Deze individuen mogen dan in hun cellen verkommeren, de wereld is hen en hun strijd niet vergeten.

    Eén wereld, één droom

    Bovendien wordt Peking met deze lauwering in het defensief gedrongen: leg maar eens uit aan je burgers hoe het komt dat zo'n onderscheiding weggelegd blijkt voor een 'crimineel' die elf jaar bromt. Veel verklaringen zullen er niet komen - autoritaire staten doen daar niet echt aan - maar in pr-termen is de zaak binnenlands flink vervelend, zeker voor de machtsbasis van de partij, de zelfbewuste stedelijke middenklasse. Die ziet China graag als dé coming nation en dit element past slecht in het verhaal.

    De Nobelprijs is ook een signaal voor Peking: one world, one dream - zoals de olympische slogan twee jaar geleden luidde. Een droom van een wereld waarin burgers het recht hebben om voor hun mening op te komen en de vreedzame confrontatie met de overheid aan te gaan zonder daarbij het risico te lopen te worden afgetroefd door veiligheidsagenten of voor jaren van hun vrijheid te worden beroofd.

    Met deze onderscheiding wordt China er door de internationale gemeenschap op gewezen dat het een mature rechtsstaat moet worden als het zijn positie als wereldmacht op een geloofwaardige manier wil claimen. 's Lands bureaucraten beseffen dat terdege: ze hebben in hun verklaringen voortdurend de mond vol van "het respect voor de wetten van het land" en ook op het proces van Liu werd erop gehamerd dat hij "de geldende rechtsprincipes had geschonden". Zijn lauwering in Oslo dient die beweringen van repliek: mensen die in een op het internet gepubliceerd manifest oproepen tot de uitbouw van een sociale zekerheid of tot het dichten van de welvaartskloof tussen stad en platteland, horen volgens de universele rechtsprincipes niet achter de tralies thuis. Integendeel, overheden die zich van hun wetten bedienen om moedige intellectuelen te muilkorven, nemen een loopje met de principes van de rechtsstaat en met de Universele verklaring van de rechten van de mens.

    Zal deze prijs een breekijzer zijn voor China's Liu's, Gao's of Hu's? Op korte termijn wellicht niet. Li met de pet heeft nog nooit van Liu Xiaobo gehoord, net zomin als hij in 2000 Gao Xingjian kende, de naar Frankrijk uitgeweken dissidente theaterschrijver die de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg. Het is onwaarschijnlijk dat daar nu verandering in komt. Het nieuws zal beperkt worden tot het officiële Xinhua-communiqué waar niet van mag worden afgeweken.

    Een snelle vrijlating voor Liu zit er evenmin in. Dat zou door Peking als al te groot gezichtsverlies worden aangevoeld. Maar het punt is gemaakt: de wereld kijkt, Liu zit niet alleen in zijn cel en Peking komt niet eeuwig overal mee weg.

    10-10-2010 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    10-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - Uit de gevangenis maar nog niet vrij
    Na vier jaar en drie maanden achter de tralies voor 'vandalisme' en het 'verstoren van de openbare orde' werd de blinde Chinese activist Chen Guangcheng vrijgelaten. Hij was in de cel beland omdat hij opkwam voor vrouwen die gedwongen sterilisaties hadden moeten ondergaan, wat nochtans verboden is in China.
     Chen mag in zijn dorp in de provincie Shandong niemand ontvangen. Eerdere pogingen van Chinese journalisten om zijn vrouw te bezoeken, liepen catastrofaal af. Eén reporter hield er een veroordeling tot 18 maanden werkkamp aan over.

    "Ik ben niet veranderd en wil al diegenen bedanken die zich om mij hebben bekommerd." Met die woorden verliet Chen gisteren de gevangenis, zo schrijft de Hongkongse organisatie Chinese Human Rights Defenders in een communiqué. Met hem praten is voorlopig onmogelijk. Chen is wel vrijgelaten en kon terugkeren naar zijn dorp in Shandong maar mensen ontvangen is er niet bij. Zowel hij als zijn vrouw Yuan Weijing staan onder permanente controle. "Het is duidelijk", zo schrijft Sophie Richardson van Human Rights Watch, "dat de Chinese overheid bereid was veel geld te investeren in het surveilleren van Chen. Er is zelfs videobewaking in en rond zijn huis."

    Volgens Chinese Human Rights Defenders, dat over een zeer uitgebreid netwerk van journalisten, advocaten en activisten beschikt, en volgens Chen zelf, is hij mentaal ongebroken maar is zijn fysieke conditie erg slecht. Hij liep in de gevangenis een chronische maagaandoening op die onbehandeld bleef en volgens zijn familieleden was hij gisteren "mager en zwak". Ook is duidelijk dat hij in de gevangenis door medegevangenen werd afgetroefd.

    Zijn herwonnen vrijheid, zo betoogt de organisatie, is behoorlijk relatief. Of tenminste, dat is wat gevreesd moet worden als je bedenkt hoe zijn vrouw in de voorbije jaren door de overheid is behandeld.

    Burgerrechtenbeweging

    Chen en zijn vrouw Yuan maken deel uit van de Burgerrechtenbeweging, een netwerk van Chinese advocaten, journalisten en activisten die proberen een beroep te doen op de Chinese wetten om hun rechten als burgers af te dwingen. Zo'n 300 advocaten behoren tot dat netwerk, en ook enige duizenden zogenaamde blotevoetenadvocaten zoals Chen, die zichzelf in het Chinese recht hebben geschoold.

    De tactiek van de beweging bestaat erin gratis advies en juridische bijstand te verstrekken aan gedupeerde burgers, terwijl journalisten proberen hun probleem in de openbaarheid te brengen, teneinde de kansen op gerechtigheid te vergroten. Wanneer activisten of journalisten worden opgepakt en veroordeeld, proberen andere leden van de beweging tevens hun familie bij te staan met materiële en andere hulp.

    Een dergelijke poging van journalist Wang Keqin om Chens echtgenote Yuan een bezoek te brengen en cadeautjes voor de familie af te geven, liep in maart van vorig jaar bepaald fout af. Wang, journalist van het Economisch Dagblad, werd al vanaf het binnenrijden van het dorp door onbekenden tegengehouden. Toen die zagen dat zijn voertuig voor het huis van Chen stopte, werd de man weer de auto ingeduwd en afgetroefd. Hij moest onmiddellijk vertrekken en vertelde dagen later op zijn eigen blog dat hij werd gevolgd tot aan de provinciegrenzen van Shandong.

    Dit jaar liep een soortgelijk initiatief van de Hebeise reporter Xu Yishun nog slechter af. Zijn bezoek aan Yuan werd niet alleen verhinderd, tevens werd de man in april gearresteerd en in mei veroordeeld tot 18 maanden werkkamp. Officieel werd hij schuldig bevonden aan fraude maar net zoals in het geval van de aantijgingen van vandalisme tegen Chen betrof het volgens zijn familie volstrekt verzonnen misdaden.

    Xu ging in beroep tegen deze 'heropvoeding door arbeid', een vorm van administratieve detentie die door de politie zonder enige vorm van proces kan worden opgelegd. Hij poogde eerst een rechtszaak aan te spannen en ging uiteindelijk tot twee keer toe in hongerstaking, de laatste keer in augustus. Volgens Chinese Human Rights Defenders kreeg Xu een hartaanval en werd hij in slechte toestand in het ziekenhuis opgenomen.

    Economische misdrijven

    Chen Guangcheng is zonder meer een van de bekendste boegbeelden van de Chinese burgerrechtenbeweging, net zoals de 'verdwenen' advocaat Gao Zhisheng en de in de cel zittende activist Hu Jia. Maar welke evolutie heeft die ondergaan sinds zijn arrestatie?

    Experts zijn het erover eens dat het aantal gevallen van activisten die worden afgetroefd in absolute termen is afgenomen. Tegelijk stellen ze dat de burgerrechtenbeweging zwak staat omdat de overheid zich van steeds meer gesofisticeerde technieken bedient om haar te breken. Chinese advocaten moeten elk jaar hun pleitvergunning vernieuwen bij de balie. Als zij gevoelige zaken aannemen, krijgen ze waarschuwingen voor opschorting en het aantal advocaten dat zijn licentie ingetrokken zag, is duidelijk toegenomen.

    Tevens worden steeds meer activisten, getuige ook het voorbeeld van Xu, veroordeeld voor zogenaamde economische misdrijven. Op die manier wordt internationale kritiek vermeden. Het achter de tralies stoppen van individuen voor 'gewetensmisdaden' genereert verontwaardiging en niet zelden ook briefschrijfacties, wat veel minder geldt voor het vervolgen van burgers die zogenaamd fraude hebben gepleegd of zich schuldig hebben gemaakt aan corruptie of belastingontduiking.

    "Het is duidelijk", aldus Sophie Richardson van Human Rights Watch, "dat de ruimte voor burgeracties inzake mensenrechtenschendingen de jongste jaren eerder is af- dan toegenomen." Ook worden familieleden vaker onder druk gezet: als een bepaalde zaak toch uitlekt, riskeert men zijn of haar job te verliezen of wordt een eerder toegekende vergunning voor een economische activiteit weer ingetrokken. Dergelijke, vaak administratieve maatregelen, zijn veel moeilijker aanvechtbaar, maar het resultaat is vaak dat mensen van actie afzien, zoals de (plaatselijke) overheid wil.

    Hij mag dat als zuigeling blind zijn geworden na een aanval van hevige koorts, een visie heeft Chen Guangcheng (39) wel degelijk. Hoewel hij tot zijn achttiende niet kon studeren, verdiepte hij zich als autodidact in de Chinese wetteksten, waarop hij zich herhaaldelijk met succes beriep om zijn rechten te laten gelden. Zo hoeven blinden volgens de Chinese wet geen belastingen te betalen. De lokale autoriteiten verplichtten hem dat wél te doen maar toen hij dat aanvocht, kreeg hij gelijk. Idem dito voor het kosteloos gebruikmaken van de Chinese tolwegen: een verplichting tot betaling resulteerde in een rechtszaak en Chen haalde gelijk. Hij had bewezen dat burgers China's wetten kunnen aanwenden om hun eigen rechten te laten gelden. Bijgevolg richtten duizenden vrouwen in het district Linyi zich in maart 2005 tot hem. Ze zagen hun bijna voldragen foetussen in overheidsklinieken vermoord worden. Velen van hen werden vervolgens tot sterilisatie gedwongen door overijverige geboorteplanningsfunctionarissen die de eigen bonussen voor efficiënt werk veilig wilden stellen.

    Chen stelde zelf een onderzoek in en kwam tot de onthutsende conclusie dat het inderdaad om duizenden gevallen ging, terwijl de wet gedwongen sterilisatie nochtans expliciet verbiedt. Er werd een ontmoeting belegd met enige buitenlandse journalisten in Peking en in de daaropvolgende dagen werd de wereld kond gedaan van het onwaarschijnlijke eenkindbeleid in Linyi. Dat werd hem niet in dank afgenomen: in augustus 2005 werd de man door de plaatselijke ordehandhavers met zijn hele familie thuis opgesloten. Enige weken later wist hij te ontsnappen naar Peking, maar het duurde niet lang of de politie had hem andermaal beet, waarna een periode van formeel huisarrest volgde. De nationale overheid stelde ondertussen zelf een onderzoek in naar de wanpraktijken in Linyi en liet in het najaar van 2005 weten dat een aantal functionarissen was gearresteerd, terwijl anderen waren geschorst.

    Als Chen in maart 2006 wordt meegenomen door onbekenden, horen zijn zeventigjarige moeder, zijn vrouw en hun driejarige zoontje drie maanden lang niets meer van de blinde man. Tot de autoriteiten van Linyi op 11 juni toegeven dat hij precies een etmaal eerder formeel is gearresteerd. Even daarvoor heeft het VS-blad Time hem uitgeroepen tot een van de invloedrijkste mensen van de eeuw, op een lijst met 100 namen waarop behalve Chen maar vier andere Chinezen prijken. In februari van dit jaar zou hij ook nog door een comité van het VS-Congres worden voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Vrede. Die kreeg hij niet maar dat hij internationale erkenning heeft verworven als eerste burger die de wantoestanden van het eenkindbeleid durfde te hekelen, zal duidelijk zijn.

    Die buitenlandse erkenning werkt voor Chen als een airbag, ze redt zijn leven. En dus koelen de autoriteiten hun woede op Chens advocaten. Twee dagen na diens arrestatie worden zij 'door onbekenden' afgetroefd. Ze zullen er evenmin bij zijn als Chens proces eind augustus 2006 achter gesloten deuren plaatsvindt en hij tot vier jaar en drie maanden cel wordt veroordeeld, een celstraf die hij tegen gisteren helemaal had uitgezeten.

    10-09-2010 om 15:22 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    05-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - monsterfiles als symbool van ontwikkeling
    "Het was in zeker opzicht een fijne dag. Alles was stil en rustig. De kinderen speelden op de weg, de volwassenen speelden kaart en maakten ruzie met verkopers over de prijs van een gekoeld blikje cola en een hartige snack." De getuigenis betreft geen zondagse picknick in een park maar wel een dagje stilstaan op een van de invalswegen naar Peking, in dit geval de weg die naar Badaling leidt, een oord op de Lange Muur.

    Een hele dag duurde de file daar, wat evenwel niets is in vergelijking met de monsterfile die op 13 augustus ontstond op de expresweg 110, die Peking met Tibet verbindt. Meer dan tien dagen zat het verkeer daar vast en luttele dagen na het oplossen van die file begon er afgelopen donderdag een andere, op diezelfde weg, zij het vele kilometers verder. Deze opstopping was gisteren aan haar tweede dag bezig en volgens sommige bronnen duurt het nog dagen voor de hinder is opgelost.

    Het gros van de stilstaande vehikels zijn vrachtwagens geladen met steenkool, die wordt aangevoerd uit Binnen-Mongolië en die in heel China nog steeds goed is voor meer dan 60 procent van alle energievoorziening. De vrachtwagens beschikken doorgaans niet over airconditioning of andere handigheden die een lang verblijf achter het stuur in warm weer enigszins kunnen veraangenamen.

    Maar honger of dorst hoeven de vastzittende bestuurders alvast niet te vrezen. Het is met het plotse vastzitten op expreswegen in China zoals met onvoorziene regenval: korte tijd later duiken mensen met oplossingen op, of het nu gaat om parapluverkopers dan wel om drank en hapjes. Volgens ooggetuigen betekenden de files op de 110 voor de boeren uit de buurt een onverwacht grote meevaller: ze konden er duizenden flesjes mineraalwater aan de man brengen, verkochten warm water en hapklare noedels en sleten grote hoeveelheden fruit en andere snacks.

    Volgens de overheid zijn de files van de voorbije dagen en weken vooral te wijten aan wegwerkzaamheden maar mobiliteitsexperts zijn ervan overtuigd dat het probleem van structurele aard is. Op een conferentie vorige maand zei Guo Jifu, hoofd van het Pekingse Onderzoekscentrum voor Transport, dat er in de eerste helft van dit jaar dagelijks 1.900 wagens bij zijn gekomen op de Pekingse wegen, goed voor een totaal aantal van 345.000 nieuwe vehikels. Tussen januari en juli waren er 4,4 miljoen voertuigen op weg in de Chinese hoofdstad en dat was dik een miljoen voertuigen meer dan drie jaar geleden.

    Investeringen

    De Chinese overheid heeft de voorbije jaren gigantisch geïnvesteerd in nieuwe wegen en in openbaar vervoer. Momenteel heeft het land niet minder dan 6.552 kilometer hogesnelheidssporen, waarop een snelheid van meer dan 200 kilometer per uur wordt gehaald. Peking investeert dit jaar meer dan 100 miljard euro in extra spoorlijnen en meer dan 600 miljard in het komende decennium.

    Ook de evolutie inzake metrolijnen is indrukwekkend. Vijftien jaar geleden had Shanghai geen metro, nu overtreft de lengte ervan die van New York en zelfs Tokio. Bovendien wordt die voortdurend uitgebreid, waardoor het metronet tegen 2020 langer zou zijn "dan het net in alle Japanse steden samen", aldus de Shanghaise overheid.

    Ook in de binnensteden van China's metropolen is het al te vaak filerijden. Volgens een rapport van de stedelijke overheid van Peking was de gemiddelde snelheid tijdens het ochtendspitsuur in de eerste helft van dit jaar gedaald tot 24,4 kilometer per uur, wat 3,6 procent trager is dan in diezelfde periode van vorig jaar.

    De overheid nam al tal van maatregelen, zoals het flink duurder maken van de benzine en de parkeerautomaten. Eerder opteerde de overheid in Shanghai ervoor om het behalen van een rijbewijs peperduur te maken. De onvermijdelijke kritiek luidde toen evenwel dat alleen de rijken nog mochten autorijden, terwijl de auto het middenklassesymbool van welvaart bij uitstek is.

    05-09-2010 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    03-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - Honda-staking eindigt met loonsopslag
    De staking bij Honda die op 17 mei begon in het Cantonese Foshan, lijkt op het eerste gezicht weinig op andere arbeidsconflicten in de Parelrivierdelta, China’s economische powerhouse. Vooreerst bleken de nationale media verslag te kunnen uitbrengen van de evolutie van het conflict en bovendien trad de politie niet op tegen de 1.900 stakers. Die hadden naar eigen zeggen nochtans een eigen onafhankelijke vakbond opgericht, wat niet is toegelaten. 
    Die ogenschijnlijke passiviteit kon in elk geval niet worden verklaard vanuit het geringe belang of de beperkte schaal van het conflict. Sterker nog, de staking in Foshan is het grootste en langst durende arbeidsconflict in een buitenlands bedrijf in China. En de impact ervan voor Honda was gigantisch. De Japanse autoconstructeur, die zijn jaarlijkse productie tegen midden 2012 hoopt op te trekken naar 830.000 (vracht)auto’s van 630.000 nu, zag zijn vier andere Chinese vestigingen binnen de week in de problemen komen. Op 24 mei werden de twee assemblagebedrijven elders in de provincie Guangdong technisch werkloos en twee dagen later gingen ook de twee overige Hond­afabrieken dicht bij gebrek aan motoronderdelen en versnellingsbakken uit Foshan. 
    De staking was anders, maar toch ook weer niet. De ijverige Chinese journalisten die berichtten over de 1.900 werknemers die hun loon van zo’n 150 euro wilden zien stijgen naar 220 euro omdat ze anders niets kunnen sparen, werden na een paar dagen namelijk verrast door functionarissen van het Publiciteits­departement, zoals Propaganda zich nu noemt. Met de nadrukkelijke boodschap dat er geen artikels meer mochten verschijnen. 
    Bovendien werden de zogenaamde stakingsleiders, waaronder ene Tan Guocheng, meteen ontslagen. Een van de eisen van de stakers was nochtans dat het neerleggen van het werk geen gevolgen voor de betrokkenen zou hebben. 
    Eveneens business as usual was het feit dat de All China Federation of Trade Unions – de enige toegelaten bond – zich niet aan de kant van de werknemers schaarde, maar zogenaamd bemiddelde tussen de overheid, het management en de stakers. 
    Ook de bewering van ontslagen werknemer Tan dat de stakers onder druk zijn gezet om de voorgestelde loonsverhoging van 24 procent te accepteren, kadert geheel in de manier waarop arbeidsconflicten in China doorgaans worden geregeld. 

    Welvaartskloof

    En toch. Dat er geen politiemacht op de stakers is afgestuurd, is minstens opmerkelijk. Het valt natuurlijk af te wachten in welke mate er nog represailles zullen komen voor de zogenaamde ‘ringleaders’, een manoeuvre waarmee vaak wordt gewacht tot de aandacht voor de zaak is weggeëbd. 
    Het officiële stilzwijgen valt volgens waarnemers te verklaren vanuit de economische en politieke plannen van de machthebbers in Peking. Enerzijds is er een al jaren groeiend besef dat de kloof tussen stad en platteland, tussen de lonen van de opgeleide stedelingen en die van de rurale migranten zoals deze arbeiders, een bron is van grote sociale onvrede. En dus een bedreiging is voor de socio-politieke stabiliteit en maatschappelijke harmonie waarop de Communistische Partij in haar retoriek altijd weer de nadruk legt. Met andere woorden: als de rurale migranten meer verdienen, desnoods door die loonsverhoging via een staking af te dwingen, dan is dat geen slechte zaak voor de overheid. Een loonsverhoging binnen de perken weliswaar: China wil immers aantrekkelijk blijven voor buitenlandse investeerders en lage loonkost is in die argumentatie een grote troef. 
    Een andere reden voor niet-optreden moet worden gezocht in het besef onder de leiders dat de binnenlandse consumptie moet worden aangezwengeld als China zijn groei wil bestendigen. En ook daarin staan hogere lonen absoluut centraal. 
    En ook onder de arbeiders is er iets veranderd. Het ondertussen 31 jaar geleden ingevoerde éénkindbeleid heeft ervoor gezorgd dat het aantal 20- tot 39-jarigen (de grootste groep in de arbeidsbevolking) in het voorbije decennium met een vijfde is gedaald. Het bijna oneindige reservoir aan goedkope arbeidskrachten is dus flink geslonken, wat betekent dat de arbeiders in een betere onderhandelingspositie zitten. 

    Meer bewust van rechten

    Bovendien zijn ze zich veel beter bewust van hun rechten dan vroeger, wat te maken heeft met de al jaren oude arbeidsstrijd, maar evenzeer met de invoering van de Arbeidscontractwet begin 2008. Die houdt onder meer in dat werknemers nu makkelijker naar arbitragecomités en rechtbanken kunnen stappen. Bovendien ging de invoering van de wet gepaard met grootschalige voorlichtingscampagnes. 
    De staking zou best een domino-effect kunnen hebben in de vele andere bedrijven in de regio. Vooral, ze komen een luttele week na de media-aandacht, ook in China, voor de ondertussen 10 zelfmoorden bij Foxconn. Deze elektronicagigant gaf zijn 800.000 werknemers nu 30 procent loonsverhoging. Die meerkost zal worden doorgerekend aan de klanten, zoals Apple en HP. En dus eventueel ook aan de westerse consument.

    03-06-2010 om 16:53 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    26-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - sjouwers voor de oorlog
    Illustere onbekenden in de geschiedenis van de Grote Oorlog zijn het, de 140.000 Chinese arbeiders die in dienst van de Fransen en de Britten werden geronseld voor civiele taken. De schitterende nieuwe tentoonstelling 'Sjouwers voor de oorlog' in het Ieperse Flanders Field  geeft deze jonge boeren uit de provincies Shandong en Hebei nu een eigen stem.

    Dat er ingezetenen van de Britse en Franse kolonies als slachtvee werden aangewend in oorlogen die volstrekt de hunne niet waren, is bekend. De verhalen van Indiase rajput-prinsen die met hun volbloedpaarden omkwamen in de vochtige, koude loopgraven van de Westhoek, zijn legio. Dat ook 140.000 jonge Chinese boeren hun bijdrage leverden aan de Grote Oorlog, waarvan er meer dan 2.000 in ons land omkwamen, is nauwelijks geweten. “Je zou kunnen zeggen dat ze meteen na de Tweede Wereldoorlog al in coulissen van de geschiedenis verdwenen”, legt sinoloog en vertaler Philip Vanhaelemeersch uit. “De Chinese overheid stuurde een delegatie naar de Vredesconferentie van Parijs, met het argument dat hun 140.000 landgenoten een bijdrage aan de oorlog hadden geleverd en dat ze recht hadden op vijf zitjes aan de onderhandelingstafel. Die bijdrage werd ogenblikkelijk weggewuifd, en van de Chinese hoop om de Duitse concessies in Qingdao, aan de oostkust, terug te krijgen nu dat land was verslagen, kwam er evenmin wat. De dominante landen hadden de zaak al op voorhand onderling geregeld en aldus gingen de Duitse handelsconcessies over in Japanse handen, wat in China aanleiding gaf tot de 4 Mei-beweging tegen de oneerlijke verdragen. Bij de tachtigste herdenking daarvan, op 5 mei van vorig jaar, werd in China zelf voor het eerst een zesdelige documentaire uitgezonden over het lot van die 140.000 arbeiders'.
    Wie waren die mannen, die vanaf begin 1917 naar Europa werden verscheept, om drie jaar later terug thuis te arriveren? En hoe vrijwillig was hun vertrek? “Kijk, het waren rurale migranten die voorheen ook al ver van huis werkten. De meesten waren in het noordoostelijke Mantsjoerije tewerk gesteld en toen ze bij hun jaarlijkse vakantie van Chinees Nieuwjaar 1917 overal posters zagen opduiken waarin arbeiders werden gezocht voor Europa, met een deugdelijk contract en een hoger loon dan ze voorheen verdienden, aarzelden de meesten niet. Er was hen wel niet verteld dat ze naar een oorlogsgebied reisden, alleen dat ze daar zouden worden ingezet bij het laden en lossen in havens, alsook bij het herstel en de aanleg van (spoor)wegen. De Britten onderwierpen de kandidaten aan een medische test, waarbij mensen met venerische ziektes, longaandoeningen en trachoom, een oogziekte die uitendelijk blindheid oplevert, werden afgekeurd. Vervolgens begon een zeereis van gemiddeld twee maanden, die veelal in het Franse Le Havre eindigde.
    In één geval eindigde de maritieme overtocht in een ramp. Op 17 februari 1917 werd de ATOS op 200 zeemijl ten oosten van Suez getorpedeerd door een Duitse onderzeeër. Meer dan 500 opvarenden lieten daarbij het leven. Bovendien bleek achteraf dat die arbeiders gerecruteerd waren zonder medeweten van de Chinese overheid, door Franse private instanties. Wie is omgekomen, is nooit geweten, er waren geen namenlijsten. De Britten daarentegen, die in totaal 94.000 Chinezen recruteerden, hielden nauwgezet registers bij en voorzagen hun arbeiders ook van deftige contracten, waarin zelfs werd gestipuleerd hoeveel gram ze van verschillende etenswaren zouden krijgen. Bovendien werd een deel van het loon rechtstreeks aan de familie thuis uitbetaald. En dat was wellicht maar goed ook, want toen de arbeiders in het voorjaar van 1920 terug thuis aankwamen, bleek de Chinese munt fel te zijn gedevalueerd en de in West-Europa via spaarkassen opgepotte centen, waren nauwelijks nog wat waard.

    China wilde graag

    Het lijkt op zich gek dat zowel de Fransen als de Britten werklui ronselden aan de andere kant van de wereld. 'Dat was eerder natuurlijk ook al gebeurd, met de Chinese koelies die de spoorwegen in Noord-Amerika moesten aanleggen of de Britse spoorlijn in Zuid-Afrika, wat een ware zaak van slavernij werd. Deze recrutering was anders. Enerzijds wilde de Chinese overheid graag deelnemen aan de Grote Oorlog, om de Duitsers van de kust van Shandong te verjagen maar tegelijk beschikte ze niet over de middelen om contingenten soldaten te sturen en dat beseften de westerlingen erg goed. Deze indienstneming voor drie jaar (bij de Britten) of vijf (bij de Fransen) was een goedkope oplossing: China deed zogenaamd mee en het kostte de overheid geen geld.
    Dat Parijs en Londen besloten om te recruteren had alles te maken met de slag bij de Somme, waarbij tienduizenden doden vielen, waardoor er een groot tekort aan de vuurlinie ontstond. Daarvoor werden mensen weggehaald uit de civiele onderdelen van de oorlogsmachine: zij die in de munitiebedrijven werkten, of die wapens losten in de havens. Het tekort dat daardoor weer ontstond, werd met Chinese arbeiders opgevuld.
    De Chinezen vormden een soort van vliegende brigades, ingedeeld in compagnieën van elk 500 arbeiders, voorzien van twee tolken. Dat waren studenten, meegelokt met de belofte dat ze nadien een studiebeurs voor de een of andere Europese universiteit zouden krijgen. Het zou een loze belofte blijken.
    Er braken vaak onlusten onder de arbeiders uit, met name als de beloftes inzake eten niet werden nagekomen. 'De beste stok achter de deur blijkt de dreiging met repatriëring, wat de meesten koste wat het kost wilden voorkomen'.
    Werken aan wegen, in munitiefabrieken of in havens, het lijkt acceptabel. Maar eenmaal de wapens zwegen, wachtte de Chinezen nog een verschrikkelijk karwei. Zij zijn het die Flanders Fields hebben mogen opruimen en het is precies in 1919 dat het gros van de doden onder de arbeiders viel, als springtuigen alsnog ontploften, bij het klaren van de vroegere linies.


    26-04-2010 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    25-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - vervelende vragen aan Peking
    In een opmerkelijke open brief naar aanleiding van de Googleaffaire (zie pagina 14) rekent een groep Chinese burgers het autoritaire bewind in Peking af op de basisprincipes van de democratische rechtsstaat. Catherine Vuylsteke citeert uit de brief en levert commentaar: 'Verschillende punten die de briefschrijvers maken, stonden ook in Charter 08, de brief die Liu Xiaobo voor elf jaar achter de tralies deed belanden. Gehoopt mag worden dat een dergelijk lot deze burgers bespaard blijft.'
    De beslissing van Google om zijn zoekmachine in China niet langer te censureren en haar naar Hongkong af te leiden, genereerde veel antiwesterse nationalistische reacties onder Chinese internauten. Maar een aantal Chinese burgers schreven ook een opmerkelijke brief waarin ze de autoritaire staat confronteren met principes als inspraak, aansprakelijkheid en transparantie, die de basisprincipes zijn van goed bestuur en van de democratische rechtsstaat. Zo willen ze weten, en we citeren uit hun schrijven, "of Google zich aan de Chinese wetten heeft gehouden, die content verbiedt die porno en extreem geweld bevat of die aanzet tot gokken? Op welke manier werden de Chinese censuureisen gecommuniceerd aan Google? Welk ministerie liet zich daarmee in? Welke was de juridische procedure en wat moest er eigenlijk worden gecensureerd? Was er censuur aangaande kwesties als de mijnbouwrampen, de kinderen die in baksteenfabrieken slavenarbeid verrichten, de gewelddadige uitzettingen, de Sanlu Melkpoederaffaire? We kunnen geen inbreuken tolereren op het recht van het publiek op informatie. Als leiders of overheidsfunctionarissen de grondwet en de Chinese wetten overtreden, is het dan nodig om ongrondwettelijke censuur toe te passen? Hoe zit het met de gesprekken tussen de overheid en Google? Waar hebben beide partijen het over gehad? Heeft de Chinese overheid zich afgevraagd op welke manier ze onze constitutionele rechten zullen schenden met het blokkeren van google.cn en andere verwante sites? Welke compensatie komt er voor dit verlies?"
    "We kunnen leven met censuur", besluiten de burgers, "als deze gebaseerd is op duidelijke wetten, regelgeving en procedures die niet haaks staan op de grondwet en de wetten."

    Surrealistisch

    De brief, die door Rebecca MacKinnon, een Amerikaanse experte van het Chinese internet, werd opgemerkt en die ondertussen de wereld rondgaat, heeft bijwijlen een surrealistische bijklank en neigt gevaarlijk naar subversie. De briefschrijvers maken het regime op een haast onschuldige wijze bespottelijk. Maar dat is wat je krijgt als je als overheid beweert dat je internet vrij is en je land democratisch. Je riskeert te worden geloofd en op de korrel genomen in zaken als deze.
    Uiteraard zijn de onderhandelingen over de door Google toe te passen zelfcensuur niet via strikte wetten en regels gevoerd en is het geenszins de bedoeling dat Google daar in de media verslag van doet. Er zijn geen wetsartikels die duidelijk stellen dat het verboden is om informatie te vergaren over bijvoorbeeld de politieke status van Taiwan, terwijl een zoekopdracht naar de onafhankelijkheid van dat Zuid-Chinese eiland op Google.cn wel een blanco pagina moet opleveren, wil het bedrijf vanuit China blijven opereren als zoekmachine. En datzelfde geldt voor tal van politiek gevoelige thema's.
    Naar de VS gevluchte prominente journalisten zoals He Qinglian leggen uit dat de overheidsfunctionarissen van het Publiciteitsdepartement, zoals Propaganda nu heet, geen brieven of mails meer sturen naar kranten om diets te maken waarover wel of niet mag worden bericht en op welke manier, omdat dat bewijsstukken zijn, documenten die ook in de handen kunnen vallen van westerlingen die ze vervolgens openbaren. Heden ten dage worden de bevelen telefonisch doorgegeven, zodat er geen sporen van zijn. Want officieel verloopt alles heel anders. Vrij en democratisch.
    De vragen in de open brief zijn subversief want ze wijzen op de duidelijke tegenspraak tussen de overheidscensuur en de Chinese grondwet, die uitdrukkelijk vrijheid van informatie toelaat. Die interpellatie is niet zonder gevaar: verschillende van de hier aangehaalde punten prijkten ook in Charter 08, de open brief op internet die in december 2008 werd ondertekend door meer dan driehonderd Chinese intellectuelen en die zijn initiatiefnemer, Liu Xiaobo, voor maar liefst elf jaar achter de tralies deed belanden. Gehoopt mag worden dat een dergelijk lot deze briefschrijvers bespaard blijft.

    Imagoschade

    De Googlekwestie inspireerde niet alleen tot voor Peking vervelende vragen, wellicht heeft ze ongewild ook het politieke bewustzijn vergroot van de op zich behoorlijke apolitieke groep van jonge internetgebruikers. Zij waren niet of nog maar net geboren toen het Tian'anmenbloedbad op 4 juni 1989 plaatsvond en maakten het intellectuele debat over politieke hervormingen van de jaren tachtig niet mee. De huidige heisa verplicht hen om na te denken over de grenzen van de vrijheid. Vooral het feit dat ze zich nu als een van de enige landen ter wereld afgesneden weten van de grootste zoekmachine op aarde, levert de overheid imagoschade op. Die ontwikkeling valt immers moeilijk te rijmen met China's zelfgepropageerde status van nieuwe welvarende wereldmacht die voor niets of niemand moet onderdoen.

    25-03-2010 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - media reageren op Google-beslissing met antiwesters nationalisme
    De beslissing van Google is in China vooral met anti-westers nationalisme beantwoord. De Engelstalige China Daily, die Google maandag ‘de grote verliezer’ noemde, zette vrijdag de aanval in met 'In de voorbije paar maanden heeft Google een schizofrene farce neergezet voor de hele wereld, zo van 'ik wil weg uit China' – 'nee, ik meende het niet', 'ja, toch wel. Chinese internauten hadden niet verwacht dat de Google kwestie zou ontaarden in een politiek mijnenveld en een instrument zou worden in de handen van buitenlandse belangengroepen, een waarmee China wordt aangevallen onder het mom van internetvrijheid’. Het Volksdagblad meende zondag: ‘Het is onfair van Google om de eigen waarden en parameters op te leggen terwijl het internet in China een eigen cultuur, traditie en waarden heeft’. De algemene teneur is dat als Google vertrekt, dat geen invloed zal hebben op de groei en ontwikkeling van het Chinese internet, en op tal van sites zijn virulente aanvallen te lezen. 'maak dat je wegkomt', schreef de ene, terwijl een ander zei ‘vuurwerk te zullen kopen om je vertrek te vieren’(huanqiu.com). Volgens diezelfde site kan het tachtig procent van de Chinese internetgebruikers niet schelen dat Google vertrekt en zal dat geen invloed hebben op de ontwikkeling van het internet.
    ‘De overheid’, zo schreef politiloog Joseph Cheng van de Universiteit van Hongkong op zijn site, ‘wendt nationalisme aan om het debat over de censuur de kop in te drukken. De beschuldiging van ‘cultureel imperialisme’ is louter bedoeld om de Chinese censuur te legitimeren’.
    Die ontwikkeling is al aan de gang sinds het bloedbad van Tiananmen, toen de Communistische Partij (CP) haar legitimiteit verloor door het vuur te openen op de eigen burgers en het bankroet van het socialisme niet langer te ontkennen viel. In ‘94 werd overigens officieel beslist dat het onderwijs en de media bewust het Chinese nationalisme moesten propageren onder de bevolking. ‘Dit door de leiders heruitgevonden patriottisme’, zo schrijft professor Yong Cao van de universiteit van South Illinois in ‘From communism to nationalism’ (2005), ‘verwacht van de burger dat die zich met CP identificeert. De Partij wordt daarbij voorgesteld als de belichaming van de wil van de natie en de ideologische verschillen tussen nationalisme, socialisme en communisme zijn opzettelijk weggevlakt. China’s huidige problemen vloeien in dit discours niet voort uit zijn politieke en sociale systeem maar wortelen in de negatieve houding van het Westen jegens China. Vooral de jongeren zijn daar na jaren van dergelijke propaganda zeer vatbaar voor, temeer daar dit nationalisme ook aantrekkelijke ideeën omva

    25-03-2010 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - De ruzie met google
    De Chinese overheid heeft woedend gereageerd op de beslissing van internetgigant Google om zijn Chinese zoekmachine niet langer te censureren. Peking meent dat het VS-bedrijf zich niet aan de beloftes houdt door zijn zoekmachine te heroriënteren naar Hongkong, waar geen censuur wordt doorgevoerd.
    De bal ligt nu in het kamp van Peking, dat de zoekresultaten van Google in Hongkong alvast filtert door de 'Grote Chinese Firewall', waardoor Chinese gebruikers niks te zien krijgen als ze zoeken op 'politiek gevoelige' onderwerpen. Waarnemers sluiten niet uit dat er verdere represailles komen.
    De rel tussen de Chinese overheid en Google gaat terug tot 12 januari, toen 's werelds grootste zoekmachine bekend maakte dat ze niet langer van plan was om de resultaten te censureren en publiekelijk aanklaagde dat de gmail-adressen van Chinese dissidenten in het buitenland vanuit China werden gehackt. Vervolgens hadden volgens het Chinese persbureau Xinhua op 29 januari en 25 februari besprekingen met de overheid plaats, die schijnbaar weinig opleverden. Sinds vorige week deden geruchten de ronde dat een beslissing van Google nakend was en net voor het weekend doken de eerste vernietigende edito's op in de Chinese bladen. Dat laatste is doorgaans een aanwijzing dat het bewind een beslissing heeft genomen over een bepaalde kwestie, aangezien de media niet onafhankelijk zijn en vaak worden aangewend om inzichten van de partij/staat door te drukken in de publieke opinie.
    Tegelijk gaan de problemen tussen Google en China veel verder terug. Al van bij de lancering van de Chinese zoekmachine google.cn in 2006 was er grote kritiek van internationale en vooral Amerikaanse mensenrechtenorganisaties. Geargumenteerd werd dat het beroemde Googleprincipe van 'do no evil' moeilijk te rijmen viel met de bereidwilligheid om zoekresultaten te filteren volgens de wensen van een autoritaire eenpartijstaat. Dat laatste kwam er dan concreet op neer dat zoekopdrachten naar 'Tiananmenbloedbad' of 'Taiwanese onafhankelijkheid' niets opleverden, of louter het zinnetje dat "deze content in strijd is met de geldende wetten en regelgeving".
    Google verdedigde zich daartegen met het argument dat 'enige informatie' in elk geval beter was dan 'geen informatie'. Maar moeilijk lag het ook toen al. Toen Googleoprichter Sergey Brin werd gevraagd of een bedrijf waarvan de corebusiness stoelt op de vrijheid van informatie wel kan buigen voor de Chinese eisen, zei de man: "Het zou perfect redelijk zijn om iets helemaal anders te doen. Namelijk, te zeggen dat we bij onze principiële afkeuring van censuur blijven en daar dus niet werken".
    Sindsdien is de kritiek op Google geenszins verstomd. Experts menen dat het aanwezig zijn op de grootste internetmarkt van de wereld (384 miljoen gebruikers) wel een must was, maar dat de toegevingen aan Peking een smet bleven op het blazoen van Google. Bovendien kwamen daar de aantijgingen bij dat de opposanten van het regime zelfs in het buitenland te kampen kregen met hackaanvallen op gmail. Die twee kwesties samen zorgden ervoor dat Google Peking op 12 januari zo frontaal aanviel. Peking noemde de aantijging dat de aanvallen uit China kwamen, gisteren andermaal "totaal ongegrond". Maar op 20 februari onthulde het Amerikaanse Nationaal Veiligheidsagentschap dat de aanvallen kwamen uit twee Chinese scholen, de gerenommeerde Shanghaise Jiaotong-universiteit en een militaire school in de provincie Shandong. Eerder al bracht de Amerikaanse ex-militair en sinoloog Scott Henderson in zijn boek The dark visitor (2007) het fenomeen van de zogenaamde 'patriottische hackers' in kaart, die vaak vanuit Jiaotong opereerden en die vooral tegenstanders van het regime of entiteiten in Taiwan aanvielen. Ook andere experts stelden onomwonden dat als zoveel hackers zo lang ongestoord vanuit China konden opereren, dat alleen mogelijk was omdat Peking hen tolereerde.

    Hongkong

    Maandagavond liet Google dan weten dat het zijn zoekresultaten niet langer zal censureren en dat het de bezoekers van google.cn heroriënteert naar google.com.hk, de eveneens Chineestalige zoekmachine die vanuit de vroegere Britse Kroonkolonie opereert. De doorverwijziging naar Hongkong is van groot symbolisch belang: sinds de overdracht van 1997 maakt het territorium als 'Speciale Administratieve Regio' immers opnieuw deel uit van China. Maar onder het 'one country, two systems'-stelsel wordt de persvrijheid daar nog vijftig jaar gegarandeerd. De Hongkongse overheid stelde gisteren alvast niet zinnens te zijn om de zoekmachine te censureren, waarmee de bal in het kamp van Peking terecht komt. De Chinese overheid kan de site helemaal blokkeren of de resultaten filteren, wat ze ondertussen ook doet.
    De sluiting van google.cn betekent niet dat het VS-bedrijf geheel vertrekt uit China, zij het dat nog af te wachten valt welke maatregelen Peking verder zal nemen. Niet zelden worden instanties die de Chinese overheid tegen de haren instrijken commercieel bestraft. Google beschikt in China over twee firma's: de joint venture google.cn en Google Information Technology, dat twee takken heeft: research & development en verkoop. De 600 mensen die bij dit laatste, geheel in Amerikaanse handen zijnde bedrijf werken, raken hun job alvast niet kwijt.

    Antiwesters nationalisme

    Wat betekent dit alles voor Google? Internationale aandacht alvast, en de kans zich te positioneren als witte ridder. Op zich is China voor Google momenteel niet zo belangrijk: vorig jaar werd er een omzet gemaakt van zo'n 600 miljoen dollar, niet meer dan 4 procent van het totaal van 24 miljard. Bovendien is Google niet de belangrijkste zoekmachine van het land. Die eer gaat naar Baidu.com, dat met een marktaandeel van 66 procent dubbel zoveel klanten heeft als Google. Sinds de confrontatie met Peking ging het Baidu overigens voor de wind: het aandeel van dit Chinese bedrijf steeg sinds 12 januari met maar liefst 44 procent. Het bedrijf reageerde bovendien erg slim op het incident in januari. Terwijl de Chinese overheid bleef zwijgen, stelde een Baidu-kaderlid dat "Google geen mensenrechtenvoorvechter is, zoals de fans beweren, maar een profiteur. De toon die de juridische adviseur van Google aansloeg, was weerzinwekkend. Hij had eenvoudigweg kunnen zeggen dat Google zich om economische redenen terugtrekt. Google probeert daarentegen om zichzelf in een gunstig daglicht te plaatsen door te stellen dat het werd aangevallen door Chinezen en dat de gmail-accounts werden gehackt. Dat is een belediging voor de modale Chinese burger, maar het zal goed onthaald worden door bepaalde hooghartige westerlingen die nog nooit in China zijn geweest en er niets van afweten, maar die graag kritiek hebben."
    Wat doorklinkt in die bewering is een sterk antiwesters nationalisme, dat ook de voorbije dagen de bovenhand had in de vele krantenedito's. Daar werd Google vergeleken met een neokoloniale instantie die dacht de eigen waarden op te leggen aan China, een verdraaid argument waarmee Peking dus de eigen censuur probeert de legitimeren.


    25-03-2010 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    12-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - Alleen de VS tellen meer miljardairs maar geliefd zijn china's allerrijksten niet
    Met 403 miljardairs spannen de VS in de Forbes-lijst van ’s werelds rijksten nog altijd de kroon. Ze worden gevolgd door China, dat 64 miljardairs telt, en door Rusland, met 62. De Forbes-rangschikking komt bijna vijf maanden na het Chinese Hurun Report, dat evengoed de VS en China aangaf als de twee landen met de meeste dollarmiljardairs. De Britse samensteller van het rapport, Rupert Hoogewerf, gaf toen evenwel aan dat “het echte aantal Chinese miljardairs wellicht nog veel hoger ligt”. Volgens hem waren het er toen met 131 al dubbel zoveel als op de Forbes-lijst. 
    Velen verbinden de stijging van het aantal superrijken aan economisch hoera-nieuws zoals de tijding dat de Chinese export in februari meer dan de helft hoger lag dan in dezelfde maand vorig jaar, of dat China als eerste natie uit de globale recessie wist te klauteren. 
    In China zelf genereren de groeiende aantallen miljardairs veel minder positieve reacties, zo mocht vorige maand nog blijken uit een opiniepeiling van het Volksdagblad. Daaruit bleek dat 91 procent van de ondervraagden meende dat de allerrijksten ‘gebruik maakten van hun politieke connecties om fortuin te vergaren’ en dat bijna twee ondervraagden op de drie van mening waren dat de geprivilegieerde bevolkingsgroep ‘slechte tot heel slechte mensen zijn’. Niet meer dan één ondervraagde op de tien was van oordeel dat de verworven rijkdom het gevolg was van ‘de eigen inspanningen of capaciteiten’ van de rijken. 
    Het feit dat verschillende individuen op de rijkenlijsten van de voorbije jaren ondertussen zijn gearresteerd wegens verduistering of andere illegale activiteiten, versterkt dat negatieve imago nog. Neem het geval van Huang Guangyu, die aan het hoofd stond van het erg populaire elektronicaconcern Gome. In 2008 stond hij op de eerste plaats van de Hurun-lijst, met meer dan 6 miljard dollar, luttele maanden later ging hij de cel in op verdenking van corruptie. 
    Cai Jiming, hoofd van het Centrum voor Politieke Economie van de Pekingse Qinghua-universiteit, merkte bij de namenlijst van rijkste Chinezen op dat “dit niet het hele plaatje is. Ik begrijp de volkswoede maar we moeten ons ervan bewust zijn dat het fortuin van de staatsbedrijven en hun bazen nog veel ondoorzichtiger is”. 

    Gini-coëfficiënt

    Tegelijk focust het maatschappelijke debat steeds meer op de groeiende kloof tussen rijk en arm en stad en platteland. Volgens een onderzoek uit 2007 is 70 procent van ’s lands rijkdom in handen van 0,4 procent van de bevolking. De gini-coëfficiënt – die op een schaal van 0 tot 1 de inkomensspanning uitdrukt – is sinds 1978 zo ongeveer tilt geslagen. Bij het begin van de hervorming was China met een gini-coëfficiënt van 0,18 een relatief egalitair land, tegen 1990 was de kloof verdubbeld tot 0,36 en tegen 2008 was dat al 0,5, slechter dan de VS bijvoorbeeld. Zo blijkt dat het modale inkomen van een stedeling drie keer zo hoog is als dat van een inwoner van het Chinese platteland, wat zich ook vertaalt in een scheefgroei van de levensverwachting. De stedelingen worden gemiddeld 73 jaar oud, de boeren niet meer dan 68, zo blijkt uit onderzoek dat recentelijk in The Lancet werd gepubliceerd. Bijgevolg poneren Chinese onderzoekers dat de kloof steeds meer lijkt op die in Latijns-Amerika.

    OESO-rapport

    De OESO (de club van geïndustrialiseerde landen, waarvan China geen lid is) publiceerde vorige maand zijn tweede rapport over China, waarin veel aandacht werd besteed aan de welvaartskloof, omdat die een van de grootste oorzaken is van sociale onrust. De OESO-onderzoekers concludeerden evenwel dat de kloof niet verder toeneemt, precies door het geld dat de 130 miljoen rurale migranten huiswaarts sturen. Ze riepen daarom op tot een hervorming van het hukou-systeem. Dat deelt de bevolking strikt op in stedelijke en rurale burgers, en bepaalt dat boeren zich niet definitief in de steden kunnen vestigen en er gedurende hun ‘tijdelijk’ werkverblijf niet dezelfde rechten hebben als de stedelingen. 
    Ook premier Wen Jiabao zei eind december dat het hukou-systeem hervormd moest worden maar een open debat is schijnbaar niet gewenst. Op 1 maart, aan de vooravond van de jaarlijkse zitting van het Nationaal Volkscongres (het parlement), publiceerden dertien kranten een commentaarstuk waarin ze opriepen om de hukou-beperkingen voor boeren af te schaffen. Ze argumenteerden dat het een ongrondwettelijke discriminatie betrof. Luttele uren na publicatie werden de artikels al van de websites gehaald. Volgens Reporters sans Frontières zijn verschillende journalisten ondertussen met ontslag bedreigd. 

    12-03-2010 om 10:20 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    23-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - het fenomeen van de nationalistische hackers

    De erg prestigieuze Jiaotong Universiteit in Shanghai wou gisteren geen officieel commentaar geven en bij de Lanxiang Technische School in de provincie Shandong zei ene meneer Shao dat zijn studenten tot 'dergelijke dingen niet in staat zijn'. Maar als we het door The New York Times ingekeken rapport van het Nationaal Veiligheidsagentschap van de VS-overheid mogen geloven, dan gebeurde het hacken van de Google-gmail-accounts waarover vorige maand grote ophef ontstond, vanuit die beide scholen. Echt verwonderd zijn insiders daar niet over. Jiaotong is een van de allerbeste universiteiten van China als het gaat om informatietechnologie.

    Ook mensen die onderzoek doen naar hackers in China, kennen Jiaotong maar al te goed. De Amerikaanse ex-militair Scott Henderson, die in 2007 het boek Dark visitor publiceerde over de Chinese hackersgemeenschap, kwam al van bij het begin van zijn onderzoek in 2004 bij Jiaotong Universiteit uit. Na minder dan een dag zoeken op het woord 'hei ke' (letterlijk: zwarte bezoeker, Chinese transcriptie voor hacker), vond hij honderden sites, waarop merkwaardig genoeg ook vaak e-mailadressen, telefoonnummers en zelfs foto's werden achtergelaten. Henderson wist toen een netwerk te tracen van meer dan 250 partners, die dagelijks gemiddeld 380.000 bezoekers hadden.

    Aanval op Witte Huis

    Een van de opmerkelijke figuren die hij aantrof was ene Peng Yinan, die in 2003 met enige vrienden vanJiaotong de hackersgroep Javaphile oprichtte. Eerder had Peng al enige aanvallen uitgevoerd, waar hij op sites van de Information Security Engineering School van Jiaotong flink over pochte. Zo nam hij in mei 2001 deel aan de aanvallen op de site van het Witte Huis, uit wraak voor de botsing een maand eerder tussen een VS-verkenningsvliegtuig en een Chinees gevechtsvliegtuig in het Chinese luchtruim.

    In 2002 hackte Peng de site van de Taiwanese firma Lite-On, waar hij 'Naar de hel met de Taiwanese onafhankelijkheid' op neerzette. Later volgden aanvallen tegen CNN en tegen pro-Tibetaanse sites. "Een van de dingen die erg opvalt bij de Chinese hackers", zo schrijft Henderson in zijn boek, "is hun rabiate nationalisme. Ze zien zichzelf als patriottische verdedigers van het moederland die alle onterechte aanvallen van het Westen afslaan."

    Schrijfster Mara Hvistendahl woonde de voorbije vijf jaar in Shanghai en probeerde eveneens in contact te komen met Peng. Hem zelf spreken, lukte niet maar een van zijn vrienden vertelde haar dat hij 'erg vaderlandslievend was, zoals de meesten van ons overigens'. Hij studeerde vorig jaar af en werkt volgens Hvistendahl nu als consultant voor het Shanghaise Bureau van Publieke Veiligheid. "Sommige westerse media", zo vertelt ze aan de telefoon, "doen alsof Chinese hackers overheidsambtenaren zijn of leden van de internetpolitie. Zo eenvoudig is het evenwel niet. Ze worden doorgaans wel door Peking getolereerd.

    "Lange tijd is de ongeschreven regel geweest dat er niet werd opgetreden tegen hackers die buitenlandse sites aanvielen en ik betwijfel of die nieuwe wetgeving die hacken illegaal maakt, veel zal worden toegepast. Nationalistische hakcers zijn immers objectieve bondgenoten van de overheid. De drie arrestaties bij het oprollen van het grootste hackeropleidingscentrum 'Black Hawk Security Net' op 8 februari spreken dat niet tegen. Wellicht was die operatie louter bedoeld om het Westen na de Google-affaire tevreden te stellen."

    Opvallend is overigens dat hacken door Chinese jongeren als zeer positief wordt ervaren. Uit een studie van de Shanghaise Academie voor Sociale Wetenschappen in 2005 blijkt dat 43 procent van de lagere schoolkinderen in Shanghai hackers 'bewondert', terwijl één op de drie er zelf een wil worden.

    Dat de Chinese hackers zo nationalistisch zijn, bewijst volgens waarnemers dat de decennia van gesofisticeerde propaganda in onderwijs en media wel degelijk werken. "De generatie van opgeleide, middenklasse stedelingen die in de jaren tachtig werden geboren, heeft het nooit ergens aan ontbroken. Ze streven niet naar democratie maar richten hun pijlen op het Westen elke keer de Chinese overheid op de korrel wordt genomen", aldus Hvistendahl.

    James Mulveron van het Center for Intelligence Reserach Analysis meent daarom dat "het onderzoek over hacken niet louter moet focussen op de overheid. Persoonlijk ben ik banger van de onafhankelijke patriottische hackers dan van georchestreerde overheidsinitatieven".

    23-02-2010 om 16:48 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    11-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - Landbouw is de grootste vervuiler
    Dat de pollutieproblemen van ’s werelds volkrijkste natie niet van de poes zijn, is al geruime tijd bekend en ook in de Chinese media wordt er veel aandacht aan besteed. Zo publiceerden de Chinese bladen eind vorig jaar nog een opiniepeiling over de vervuiling in de zeer welvarende Parel­rivier­delta, in het zuiden van het land, en de gevolgen die die heeft op de gezondheid van de honderden miljoenen deltabewoners. Maar liefst 41 procent van de ondervraagden, zo bleek, had zich in 2009 ‘ziek of onwel’ gevoeld ten gevolge van de vervuiling.
    Dergelijke studies zijn evenwel doorgaans regionaal en fragmentarisch, vandaar dat er reikhalzend werd uitgekeken naar de eerste grote nationale vervuilingspeiling, die dinsdag werd gepubliceerd. Er werd door meer dan een half miljoen mensen twee jaar lang aan gewerkt en zo’n 5 miljoen bronnen van vervuiling werden geïdentificeerd. Volgens de Financial Times had de studie eerder kunnen worden gepubliceerd, ware het niet dat het landbouwministerie op de rem ging staan omdat de vervuilingscijfers voor die economische sector bepaald schrikbarend zijn.
    Het ministerie hield altijd vol dat de landbouw slechts in geringe mate bijdroeg tot de slechte kwaliteit van het water in het land, maar uit het onderzoek blijkt juist dat het een grotere vervuiler is dan de industrie. 67 procent van alle zwavelzuurvervuiling en 57 procent van alle stikstofvervuiling is van die sector afkomstig.
    Tevens blijkt dat eerdere rapporten de vervuiling door zowel de landbouw als de industrie fors onderschatten. Zo bedroeg de COD-maat (waarmee de organische vervuiling van water wordt uitgedrukt) 30,3 miljoen ton in 2007, terwijl men eerder becijferde dat het toen om 13,8 miljoen ton ging. Bovendien kunnen de rivieren en meren per jaar op natuurlijke wijze niet meer dan 7 miljoen ton verwerken.
    Voor het industriële afval kwam men in de vervuilingspeiling op een cijfer van 49,14 miljoen ton, wat meer dan drie keer de hoeveelheid was die eerder werd aangenomen. In 2007 werd er 209 miljard ton afvalwater gegenereerd en 63,7 biljoen kubieke meter afvalgas.
    Dat er voor het eerst een landelijke vervuilingspeiling werd gepubliceerd, werd door tal van milieuorganisaties erg gunstig onthaald. Velen spraken over een ‘eerste stap in de goede richting, aangezien geen aanpassing van het beleid mogelijk is zonder betrouwbare statistieken’.
    Minder positief was de reactie op het feit dat het volledige rapport niet wordt vrijgegeven. De viceminister van Milieu maakte op zijn persconferentie enige statistieken bekend maar de rest van het rapport kan voorlopig alleen door overheidsfunctionarissen worden geconsulteerd. “Op die manier”, zo reageerde een woordvoerder van Greenpeace China, “wordt het ngo’s onmogelijk gemaakt om hun waakhondfunctie te vervullen of beleidssuggesties te formuleren.” Waarom de onderzoeksresultaten niet worden vrijgegeven, werd niet bekendgemaakt.

    1,3 miljard monden te voeden

    Dat de landbouw, die zo’n 40 procent van de Chinese arbeidsbevolking tewerk stelt, voor grote vervuilingsproblemen zorgt, was in bepaalde kringen al bekend. Zo gaf een gezamenlijk rapport midden vorige maand van Greenpeace China en de School voor Landbouweconomie van de Renmin Universiteit aan dat de Chinese boeren dubbel zoveel meststof gebruiken als aangewezen is. Momenteel wordt er 55 keer zoveel chemische meststof gebruikt als in de jaren zestig, terwijl de landbouwproductie in die periode ‘slechts’ verachtvoudigde.
    Peking argumenteert dat het niet meevalt om 1,3 miljard monden te voeden, ofte één wereldburger op vijf, met slechts 7 procent van alle wereldwijd beschikbare landbouwgrond. Maar volgens professor Wen Tiejun van de Renmin Universiteit is het probleem er vooral één van snel willen rijk worden. Hij waarschuwt er al jaren voor dat de overbemesting ervoor zorgt dat jaarlijks 10 miljoen ton mest in rivieren en meren terechtkomen en pleit voor een afschaffing van de subsidies op chemische mest en voor meer hulp bij het opzetten van organische landbouwbedrijven.
    In 2003 zei hij al op een seminarie dat “de manier waarop aan de Chinese boeren het concept ‘modernisering’ wordt verkocht, te vergelijken is met een pannenkoek die op de muur is geschilderd, waarop de boer wordt aangemoedigd om die nu op te eten. Hij bijt zijn tanden stuk terwijl de omstanders het bescheuren van het lachen.”

    11-02-2010 om 09:56 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    10-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA - Ander etiket, zelfde besmet melkpoeder
    Anderhalf jaar nadat China werd opgeschrikt door een grootschalig melkpoederschandaal waarbij zes kinderen stierven en 300.000 andere ziek werden, lanceerde de overheid per 1 februari een tiendaagse speciale actie om de nationale zuivelindustrie intensief door te lichten op het gebruik van melamine.
    Dat plasticproduct wordt bij melk gevoegd om bij tests hogere proteïnewaarden te geven. In september 2008 lekte het melamineschandaal uit, waarbij de 22 belangrijkste zuivelproducenten betrokken bleken. De grootste, de al geruime tijd failliet verklaarde Chinees-Nieuw-Zeelandse joint venture Sanlu, wist al maanden van het probleem af maar probeerde het in de doofpot te stoppen. De processen van de Sanlukopstukken zijn reeds achter de rug en resulteerden in twee executies en verschillende zware straffen.
    Desalniettemin doken er ook later verhalen op van melaminevergiftiging van babypoeder. Zo kondigde de overheid op de laatste dag van 2009 aan dat Shanghai Panda Zuivel de deuren had gesloten omdat het nog steeds met melamine vergiftigd melkpoeder verkocht. Het bedrijf stond op de lijst van 22 gesloten bedrijven maar werd later heropend. De overheid zei toen dat de sluiting na acht maanden onderzoek kwam, maar al die tijd werd het Pandapoeder gewoon verkocht.
    Sinds de nieuwe actie begin deze maand in zestien provincies van start ging, werden zowel in de autonome regio Ningxia als in de provincie Shaanxi bedrijven gesloten en arrestaties verricht. In Shaanxi werden de managers van Lekang Zuivel vorige week in de boeien geslagen nadat duidelijk werd dat ze enige tonnen met melamine besmet melkpoeder vermengden met hun eigen productie en dat vervolgens naar de rest van het land exporteerden, waar er onder meer snoepjes mee werden vervaardigd. Maandag gingen in Ningxia de deuren dicht bij Tiantian Zuivel. Het bedrijf had in juli van vorig jaar 170 ton besmet melkpoeder van een niet nader genoemd bedrijf gekregen, als schuldinlossing. Dat poeder werd in de verpakking van Tiantian opnieuw verkocht aan leveranciers in Guangdong, Binnen-Mongolië en Fujian, waar er onder meer Kleine Witte Muis-snoepjes mee werden gemaakt, die onderhand uit de rekken zijn gehaald wegens melaminebesmetting. Van de 170 ton is niet meer dan 72 ton teruggevonden.
    Gezinnen die het zich kunnen permitteren kopen geen Chinees melkpoeder meer voor hun baby's. Er is de zogenaamde melkroute, de trein van de grensstad Shenzhen naar Hongkong, die dagelijks door duizenden mensen wordt genomen om babyvoeding te kopen van buitenlandse merken in Hongkong, waar de voedingsinspectie veel stringenter is.
    Echt kapitaalkrachtigen zoals Bai Ping nemen zelfs een weekend per maand vanuit Peking het vliegtuig naar Hongkong om voorraad in te slaan. "Dan vlieg ik met zes blikken melkpoeder, goed voor een waarde van 100 euro naar huis terug, meer mag niet", zo schreef Bai midden november in de China Daily.
    Ook in Nieuw-Zeeland heeft het melkpoederschandaal consequenties. Midden januari besloten verschillende supermarkten daar de verkoop te rantsoeneren tot vier blikjes per klant. Ingeweken Chinezen bleken grote hoeveelheden Nieuw-Zeelandse babyvoeding op te kopen om het vervolgens via sites als Taobao.com aan Chinese klanten te verkopen. Handelaar Bruce Liu zei in de New Zealand Herald dat hij "honderd pakketten van zes blikjes per week verstuurt naar China en de markt ziet groeien".

    Kwaliteit kopen

    De geïmporteerde babyvoeding is veel duurder dan de Chinese maar dat vinden met name de bemiddelde stedelingen geen probleem, zo blijkt uit onderzoek van China Market Research Group onder vrouwen in vijftien steden. "De meerderheid van hen", zo schreef onderzoeker Shaun Rein in het blad Forbes, "is bereid om tot 20 procent meer te betalen als ze maar zeker zijn dat ze kwaliteit kopen en dat geldt niet alleen voor melkpoeder maar voor voeding en zelfs kledij en schoenen. Daarom verkiezen ze vaak bij buitenlandse supermarkten te shoppen zoals WalMart of Carrefour." De man wees er ook nog op dat het "onder Chinese stedelingen doorgaans de vrouwen zijn die de financiën beheren."
    De Chinese zuivelindustrie reageerde op de babypoederschandalen en op het geringe consumentenvertrouwen in hun producten met grootschalige acties. Zo bleek midden december uit een onderzoek van de consumentenvereniging van Peking dat 173 van de 185 melkpoedermerken met gratis geschenken of exceptionele kortingen werden aangeboden, wat nochtans verboden is.

    10-02-2010 om 11:56 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China


    Extraits à lire / uittreksels/ selected articles
    Foto

    Archief per week
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2010
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 15/12-21/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 16/10-22/10 2006
  • 02/06-08/06 2003
  • 27/01-02/02 2003
  • 09/09-15/09 2002
  • 08/07-14/07 2002
  • 10/06-16/06 2002
  • 30/11-06/12 1998
  • 12/10-18/10 1998
  • 05/10-11/10 1998
  • 07/09-13/09 1998
  • 20/04-26/04 1998

    Categorieën
  • AFGHANISTAN (9)
  • AFRIKA (17)
  • ARABISCHE WERELD (30)
  • Articles en français (10)
  • China (55)
  • columns (14)
  • In English (10)
  • Iran (14)
  • OOST-AZIE (10)
  • PROJECTEN (0)
  • Rusland (13)
  • ZUID-AZIE (13)
  • ZUIDOOST-AZIE (7)

  • Inhoud blog
  • CHINA/ hoe de deugd werd vermoord
  • Marokko/ In de kerker van de koning
  • Gestrand in Oostende
  • 'Hij was weg, plots en voorgoed'
  • Wanneer moeders heksen en vampieren op de wereld zetten
  • Oostende, waar illegalen thuis zijn
  • 't Stad is niet van Assaad
  • Marokko/België De angst is naar hier geëxporteerd
  • BAHREIN /Jaffar al Hasabi: 'Martelen, daarin is het regime erg inventief'
  • IRAK-Regisseur Mohamed al-Daradji over de waanzin van filmen in Bagdad: van Al Qaida en bombardementen tot honderden massagraven
  • Migratie - Minderjarig en moederziel alleen in België
  • QATAR - de slaven van koning voetbal
  • CHINA - Frank Dikötter over de Grote Sprong Voorwaarts
  • NOORD-KOREA - Bovenaanzicht van de hel
  • CHINA- Ai Weiwei, de man die overal mee wegkwam
  • IVOORKUST- Alassane Ouattara, de superloodgieter
  • TUNESIE - columniste Naziha Réjiba over de Arabische Lente
  • IRAN - interview met Kader Abdolah
  • IRAK - Schrijfster Haifa Zangana: ‘Irakezen kwamen verenigd en vreedzaam op straat’
  • ARABISCHE WERELD - wat schrijfster Hanaan-as-Shaikj in 2004 over de toestand vertelde
  • Waarom het misging in de Arabische wereld
  • CHINA - Vluchtmisdrijf door zoon hoge functionaris zet land in rep en roer
  • EGYPTE
  • TUNESIE - Facebook heeft het land gered
  • TUNESIE -een gigantisch probleem van jeugdwerkloosheid
  • Vluchtelingen - gestrand in het bitterkoude Calais
  • CHINA - Ikea en McDonald's mikken op de panda
  • CHINA - Nobelprijs voor een lege stoel
  • CHINA - Liu Xiaobo, gevangen in een kooi van woorden
  • Internationale migratie - gestrand aan de oevers van de zee van Marmara
  • Joao da Silva - De Bang Bang Club
  • NIGERIA - sloppenbewoners moeten wijken voor verfraaiing van tuinstad Port Harcourt
  • INDIA -malafide microkredieten drijven boeren tot zelfmoord
  • DUITSLAND - 'Multiculturele maatschappij is mislukt'
  • IMAM èn homo zijn: het kan
  • CHINA- de Nobelprijs voor Liu Xiaobo
  • CHINA- het belang van de Nobelprijs voor Liu Xiaobo
  • AFGHANISTAN- stemmen in tijden van oorlog(3)
  • AFGHANISTAN - stemmen in tijden van oorlog(2)
  • AFGHANISTAN - stemmen in tijden van oorlog

    Blog als favoriet !

    Reactions/suggestions/e-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Startpagina !

    Zoeken in blog


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs