Mijn vader, Atticus, was advocaat. Ook al was hij niet altijd de beste vader doordat hij het meeste van onze opvoeding aan Calpurnia overlaat en hij veel ouder was dan alle andere kinderen hun vader, ik bleef altijd naar hem opkijken omdat hij een 'gentleman' was. Op een bepaalde dag moest hij Tom Robinson verdedigen. Tom was een kleurling die samen met de andere zwarte bevolking in een buitenwijk van Maycomb woont. Hij werd beschuldigd van het verkrachten van Mayella Ewell, een blank meisje. Er zijn veel getuigen en één van die getuigen is de vader van het meisje, Bob Ewell. Ik had een bloedje hekel aan die man.