Boomhut
Foto

Inhoud blog
  • Er was eens, een nieuwe blog
  • De koningen brengen voor 2015 meer mee dan goud, wierook en mirre
  • Nooit gedacht dat een les literaire creatie ooit nog als alibi zou dienen
  • Non capisco in Verona
  • Het mysterie van de lelijke panda's

    Foto

    Foto


    Foto

    Foto

    Zoeken in blog


    Woorden kunnen alles
    Wil jij deze blog graag volgen? Tik dan eenvoudig jouw mailadres in de mailinglijst (rechts). Ik hou je op de hoogte van nieuwe berichten. Zomerse groeten, Annemie.
    22-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nooit gedacht dat een les literaire creatie ooit nog als alibi zou dienen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik verwacht nooit dat op mijn GSM een ingesproken bericht van de politie zit.

    ‘Dringend verzoek voor verhoor.’

     

    Nochtans dacht ik dat ik een kraakwit strafblad had. De agent beschuldigt me aan de telefoon van het twee keer niet ingaan op het schriftelijk verzoek om op te dagen voor verhoor.

    Nou ja.

    Alsof ik de talrijke briefwisseling van de politie bij de reclame van de HEMA en het Kruitvat klasseer.  

    Ik verweer me dapper dat ik echt geen flauw benul heb.

    ‘Hoe komt dat zo, dat je de brieven niet kreeg?’

    Hoezo? Ben ik mee verantwoordelijk ben voor hun administratie?

     

    ‘Waarover gaat het eigenlijk?’  

    ‘Vluchtmisdrijf’. Bam.

     

    Ik fiets me dus een rood hoofd naar het bureau om daar vervolgens een vol uur te moeten wachten. Het was dringend. Door de stem aan de telefoon herken ik de agent die me opgeroepen had als hij koffielurkend op zijn kousenvoeten een paar keer voorbij kuiert. Uiteindelijk komt hij me dan toch halen en krijg ik het dossier, met stratenplan en verklaring van het slachtoffer in mijn schoot geworpen. Ik zou tegen een spiegel van een andere auto geknald zijn, niet gereageerd hebben op het toeteren van de dame en daarna aan hoge snelheid weg geracet zijn. De spiegel van de bestuurster zat onder de krassen en stond geplooid.

     

    Terwijl de agent met twee vingers  mijn antwoorden tokkelt, kan ik me maar net inhouden om te vragen of ik niet zelf mag tikken om een half uur computertijd uit te sparen.

    Ik reed trouwens voor de volle 100% niet zelf, want tijdens de misdaad  zat ik braaf in de les bij Tine Mortier. Ha! Mijn alibi werd in detail in het dossier opgenomen. Het was bovendien een jonge man die reed en iedereen die me een beetje kent, kan duidelijk zien dat ik geen man ben, ook geen jonge.

    ‘Of ik dan geen zoon rondlopen heb die met de auto reed,’ peutert de agent verder. Ter volledigheid.

    ‘Nou nee!’

    Zoon is niet altijd een engeltje, maar een snelheidsduivel is hij niet bepaald,

    op zijn 16°,

    terwijl hij voorlopig naarstig de wegcode instudeert.

    Wie dan wel achter het stuur zat, wordt pas duidelijk na een telefoon met de  wederhelft. Die week  werd mijn trouwe Ford verkocht en kwamen een paar jonge mensen proefrijden. Er belde inderdaad een slachtoffer bij ons aan omdat ze naast een hoop blutsen en builen van andere accidenten, nog een vers krasje op haar spiegel had. Wij zagen aan onze wagen geeneens schade, dus hoe groot kan haar blessure dan geweest zijn? Wederhelft heeft die dame trouwens ter plekke vergoed, maar toen was ze al ijverig op het bureau langs geweest voor haar verklaring.

    Het gaat trouwens om een accident van 31/03. Eenendertig maart! Van dit jaar, dat nog wel. De politieagent is ruim voor het einde van het jaar begonnen met het opruimen van openstaande dossiers. 


    Zou ik een klacht neerleggen voor morele schadevergoeding omdat ik me gedurende drie uur een regelrechte crimineel voelde en voor de kostbare tijd waarin ik andere aangenamere dingen kon doen?

     


    22-11-2014, 15:07 geschreven door Annemie Dufromont  


    21-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Non capisco in Verona

    Zoiets banaals als rustig op de bus wachten in Verona, kan zelfs bijna spannende taferelen opleveren. Aan een ontmoeting kan je niet altijd ontkomen.

    Met de stadskaart in de hand waren we er na minder dan een kwartier eindelijk in geslaagd om uit te vissen welke bus we nodig hadden om onze arme voeten te sparen. Het wachten was alleen nog op de bus van lijn 91 of 31, 32 of 33. Een ruime keuze. Tijdens het wachten blokken we het stratenplan even van buiten, dat is altijd handig. Tot er om een bizarre reden een oudere dame naar ons toe komt. Ze is goed ingeduffeld met een zelfgebreid sjaaltje, voor de sier, want het is drukkend warm. Omdat ze ziet dat we in de kaart verdiept zijn, buigt ze zich mee over het stratenplan alsof ze er zelf nog kan van leren.

    Ongevraagd weet je wel.

    Niet het minst trekt ze zich er wat van aan dat we niets begrijpen van haar Italiaanse vragen, waar wij met schouderophalen op antwoorden. We maken haar in elke taal die wij kennen duidelijk dat we helemaal geen Italiaans spreken. Ik vind het al welletjes dat we naast Nederlands, Frans, Engels en Duits ook nog West-Vlaams en een mondje Limburgs kennen. Voor Italiaans was geen ruimte meer. Mi scusi. Natuurlijk proberen we het wel om een aantal woorden over tafel te strooien. Van prego, grazie en por favore tot Buon giorno dat na de siesta vlot blijkt over te gaan in Buona Sierra. Als we het niet vergeten, lukt ons dat nog wel.

    Maar het gesprek met deze dame gaat ons te ver, zeker als ze ons hardnekkig blijft bevruchten met informatie. Leergierig als we zijn, proberen we dan toch maar de betekenis van de woorden te vinden door ze te vergelijken met het Frans. Hà, ze woont waarschijnlijk dichtbij de arena, waar wij naar toe willen. Die arena is gesloten, of er is minstens iets mis mee en verder raken we het spoor bijster. De vrouw moet minstens gemerkt hebben dat we de tweede letter niet snapten van haar betoog en toch blijft ze dapper doorbabbelen. Ze diept intussen ook al haar leesbril uit haar handtas om het stratenplan nog vlotter te kunnen meevolgen. Als enige oplossing babbelen we zomaar in het Nederlands terug, maar die woorden wuift zij dan weer weg alsof het vliegen zijn.

    Eindelijk worden we van de Babylonische spraakverwarring gered door  de bus. Dat hopen we In elk geval. We krijgen onderweg toch even rust tot we vermoeden dat we bij de juiste halte zitten. Een andere vrouw  ontfermt zich over ons. Vreemd genoeg, deze keer begrijpen we mekaar zelfs in het Italiaans. ‘Waar moeten jullie zijn? Volgende halte en ga alvast dichter bij de deur staan’. Hoera, we gaan erop vooruit.

    Bij het afstappen botsen we onvermijdelijk weer tegen de eerste babbeldame aan. Juist, zij woonde hier dichtbij. Help! Ze verwacht geen tegenpruttelen als ze ons uitnodigt om mee te gaan. Maar dat zien wij toevallig voor geen meter zitten. Het is snikheet, en wij willen echt een en ander van Verona zien vandaag. Wie weet wat die dame met ons van plan is.

    Dus zien we onszelf genoodzaakt om een smoes te verzinnen: We nemen van hieruit een route naar een ander plein. Dat is zelfs niet helemaal gelogen.

    Maar de dame is nog niet klaar met ons. Ze palmt opnieuw het stratenplan in om ons te bewegwijzeren naar dat volgende plein. Er blijken heel wat hindernissen te liggen onderweg, volgens wat wij ervan begrijpen. Op den duur willen we alleen nog maar zo snel mogelijk ontsnappen aan dat mens. Dochter fluistert ‘als we nu samen beginnen te lopen op 1-2-3’ maar we zijn intussen al zo lacherig geworden dat we al onze brochures nodig hebben om ons gezicht te verbergen. Intussen blijft de vrouw maar babbelen, nog steeds ongevraagd en zonder dat wij iets wilden weten van het begin af.  En vooral we snappen intussen al lang niet meer waarover ze het heeft.

    Ten einde raad bemoederen we haar overvloedig met zoveel ‘Grazie’ dat ze er geen speld meer tussen krijgt en ze echt gelooft dat we niet als zielige bloedjes verloren zullen lopen in de stad.  Sommige mensen zouden hun hulpvaardigheid echt iets beter mogen doseren.


    21-07-2014, 00:00 geschreven door Annemie Dufromont  


    16-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het mysterie van de lelijke panda's
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Iedereen die me kent, weet het, mijn interesse voor auto’s gaat bijna onder nul. Vraag me met welke auto iemand rijdt en ik kan hooguit verklappen welke kleur die heeft. Verder gaat mijn opmerkingsgave niet, of het zou een volkwagen busje moeten zijn uit de tijd van de flower power, die draagt wel mijn genegenheid weg.

    Dan is het misschien vreemd dat ik over de lelijke panda’s begin. De Fiat panda’s welteverstaan, want over de met uitsterven bedreigde knuffeldieren wil ik geen slecht woord kwijt. En toch. Het gaat namelijk ook over kleuren.

    Bij deze wil ik het mysterie helpen ophelderen, want de kleuren van die auto’s die te pas maar vooral te onpas in het Toscaanse verkeer opduiken doen haast pijn aan de ogen. Worteloranje zijn ze of kanariegeel, zwembadblauw, verkeersbordrood of misselijk groen. Kleurenblinden hoeven het niet te zien hoe die kleuren ook nog eens onderling vechten.

    Het kan niet dat de Italianen een gebrek aan smaak hebben voor auto’s. Er zijn genoeg merken die hiervandaan komen om het tegendeel te bewijzen. Het kan wel dat het verkeer hier zo heftig is, er niemand om maalt om met een lelijke auto te rijden. Als daar blutsen in zitten, is dat lang niet zo erg. Maar er moet meer zijn, want iedereen kan evengoed met een onzichtbaar grijze auto rijden. Dat kan zomaar.

    Onze eerste oplossing was dat de Fiat Panda’s even jaloers waren op de flashy kleuren van de vespa’s. We zagen ze in de fabriek van de familie Piaggio die zo ondernemend was om na de oorlog niet alleen vliegtuigen, auto’s, brandweerwagens en kleine bestelbusjes, maar ook de meest bekende Vespa’s te bouwen. In allerlei machtige versies stonden die tentoon. Kunstwerken waren het soms. Tussen al die reeksen stonden ook vier vespa’s in kleuren die deden denken aan de panda’s. Bij deze tweewielers kwam de kleuren nog hip over. Maar bij nader inzien was de gelijkenis nog niet treffend genoeg en er is ook geen broederband tussen Piaggio en Fiat.

    De enige andere optie was dus dat de mensen de Panda gratis toekrijgen in de supermarkt, bij een volle spaarkaart van cornflakes of bij een geplakt zegelboekje aan het tankstation, zoals wij vroeger spaarden voor borden en tassen van Disney.

    Een betere reden om met iets lelijks op de weg te komen vonden we niet.  Maar vertel het me gerust als je meer weet. Ik ben benieuwd.

     

      ** lees hieronder gerust verder over de avonturen in Italië en Frankrijk, zo reis je een beetje mee

     


    16-07-2014, 11:06 geschreven door Annemie Dufromont  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.We komen Michelangelo in levende lijve tegen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Je geraakt er heel vlot per spoor, maar het is alleen oppassen voor ongure types in het treinstation, zeggen ze. Dus pakken we bij het uitstappen onze knapzak stevig vast alsof het ons leven is en houden mekaar goed in de gaten. Maar het valt reuze mee van gevaarlijk volk. Alleen voor de vrouwen in lange rokken ben ik gigantisch op mijn hoede. Zeker nadat een oude vrouw uit het niets voor me opduikt en een potje rinkelgeld onder mijn neus duwt alsof daar geregeld munten uitdruppen in plaats van snot. Een extra picnic met salami hoeven ze niet, alleen geld interesseert hen. Zodra de vrouw iets brabbelt merk ik dat de helft van haar tanden zijn weggelopen. De overblijvende trieste helft blijft achter in een koffiekleur. Haar grijzende haren in een strakke vlecht, hebben  al in geen tijden water gezien. De vrouwen lijken in een kolonie verweven met de stad. Hun stad, die in lang vervlogen tijden de hoofdstad van Italië was. Een grootse stad dus.

    Alleen in de rustige kunstenaarswijk voorbij de Arno komen de vrouwen niet. Wij flaneren er wel langs de papierwinkels waar ik het niet kan laten om als een verslaafde naar binnen te gaan want ik heb al jaren een zwak voor papier, schriften en pennen.  Ook de kunstenaar die in een atelier met etsen bezig is, krijgt mijn bewondering voor zijn werk.

    Dochter ontdekt op het juiste moment een zeer unieke plek voor de middaghap. Via een hotel komen we op een dakterras waar we zicht hebben op de volledige stad. Vanaf de basiliek met koepel die zo vooruitstrevend werd gebouwd dat een kopie maken eerst niet haalbaar leek, voorbij de ponte Vecchio met de vele juwelenwinkels en het palazzo Pitti met daarachter de rijkelijke boboli tuinen van de medici. Ook deze heuveltuin geeft inkijk op de stad, de oranje daken en de talrijke koepels. Kuierend tussen de beeldenrijen een voorstelling maken hoe de rijkelui hier flaneerde, kost me hier geen moeite.

    In het stadscentrum geniet ik nog een laatste keer van de David en Perseus met het afgehakte hoofd van Medusa. De halve kilometerrij wachtenden en de brandende zon houden ons tegen om binnen te gaan in de basiliek. Via de Romereis van veel te lang geleden, weet ik dat  het nochtans zeer de moeite is. We hebben alleszins nog iets om naar uit te zien als we terugkomen, de basiliek blijft alleszins nog even staan. Italië straalt zijn grootsheid hier zeker uit via de sporen die de Romeinen ooit nalieten om verder te bouwen.

    Wij kwamen zelfs Michelangelo tegen. Hij bracht ons de menu in Pallazzo Pitti in Florence.


    16-07-2014, 11:06 geschreven door Annemie Dufromont  


    10-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WK voetbal vanuit Lucca

    My name is ….

    Het is meer dan normaal dat het lied van Suzanne Vega in mijn hoofd blijft zitten, dat zou jou ook overkomen met onze plannen.

    De dag begint zonnig in Pisa, waar we ons luidop afvragen of we ook een ticket moeten nemen om te ademen en rond te wandelen. Dat blijkt gelukkig niet zo te zijn, maar al de rest moet met een bon. Helemaal ongelijk hebben ze niet, die Pisanen, maar toch. We kiezen om de basiliek te bezoeken. Daar geraak je gratis binnen per twee. Dus verdelen we ons gezin in twee ploegen om netjes zoals het hoort een ticket af te halen. Even aanschuiven dus voor een vel papier met een precies uur om een het gebouw te bezoeken. Nog eens in de rij. Zou het heel erg zijn als we een beetje voor of na dat uur toekomen? We proberen het niet en merken dat het binnen net als buiten heel straf is.

    De scheve toren van Pisa beklimmen we niet, want het gebouw verdraagt maar 800 toeristen per dag. We willen origineel uit de hoek komen door een foto te trekken van de toeristen die zichzelf in beeld brengen door de toren te duwen of te trekken. Op die manier zijn er ongetwijfeld al een triljoen foto’s genomen. Maar dat is er vast wat over. Ik blijk trouwens de enige van ons gezelschap die ooit de scheve toren beklom via de Rome reis uit de tijd dat de dieren nog spraken. Dus vertel ik vurig genoeg zodat het voor de anderen zelfs lijkt alsof ze er binnen waren

    Toegegeven, La Campo dei miracoli is ook gezellig is van buitenaf.

    Alleen als ze het bij de toiletten te bont maken met hun tickets zou ik durven mopperen. Je hoort te betalen, krijgt dan nog maar eens een ticket, netjes uitgetikt en gelukkig hoef je je daarna niet op een bepaald uur terug aandienen zoals bij de gebouwen het geval is. Iedereen met een maagdarm probleem zou goed gescheten zijn.

    En ach, als we in een trattoria pizza eten in Pisa (tja, dat moet nu eenmaal) worden we weer overstelpt met ticketjes. Mooi hoor, het plein van verwondering voor boekhouders en aanverwanten.

    Ons fascineert evenzeer de stad Pisa zelf. Voor wie er nog komt, ga dan zeker tot bij de Arno en bewonder de 50tinten geel van de huizen aan de rand van de rivier. Het is te subliem om te laten liggen. Weg van de toeristen land je hier meteen in een onversneden stuk Italië.

    Na Pisa reizen we verder naar Lucca. Marjolein is er op Romereis zeker nog geweest, maar ik herinner we deze stad niet of niet meer. Lucca is een pareltje dat je meteen bekoort. Een stad  helemaal tussen de stadsmuren die even knus en warm aanvoelt als het zachtgele van de muren. Elke toren, elk gebouw heeft er zijn verhaal, maar daartussen leeft en bruist een stad. Vreemd ook voor ons om als Belg rond te lopen in een stad die deze avond de mondiale toont. Zijn deze Italianen, Belgica liefhebbers of zijn ze meer fan van Argentina? Voor de zekerheid houden we onze mond.

    Maar eigenlijk hoeven we zelfs dat niet te doen, want als we een beetje ons best doen om plat West-Vlaams te brabbelen, begrijpen zelfs Limburgers of Antwerpenaren ons niet.

    Is er iemand die het snapt waarom we zelfs tijdens de match niet aan de schermen blijven kleven? Kom dan even in Lucca hangen en dan begrijp je het zeker. De aftrap hebben we gezien, voor het eerst eigenlijk. Voor de rest vond ik, eerlijk waar, het partijtje voetbal dat de knapen op het plein speelden veel indrukwekkender. Alleen al het feit dat ze zich niks aantrokken van de wedstrijd op TV vond ik straf. Met vier waren ze, op een binnenpleintje in de hoogte omzoomd door huizen. De grootste jongen knalde de bal zo hoog de lucht in dat hij hem moest gaan ophalen door via de roosters voor de vensters naar boven te klimmen. Alleen al dat beeld was meer dan een wereldbeker waard. Terwijl we door Lucca kuierden bij ondergaande zon, werden we natuurlijk wel op de hoogte gehouden van de wedstrijd.  Nederlanders die hun driekleur rijkelijk hadden uitgesmeerd op alle blote lichaamsdelen, gaven ons graag de tussenstand.

    Voor ons was Lucca een Italiaans pareltje met zijn gezellige pleinen, de muren in de straten die de zon vangen voor de avond, hier en daar een optreden. Ik smul daar liever van dan van gelato’s. En dat Italiaans ijs is nochtans wereldberoemd.

    Als we naar huis gaan, neuriën we:

    My name is Luka
    I live on the second floor
    I live upstairs from you
    Yes I think you've seen me

    Probeer Suzanne Vega nu maar eens uit je hoofd te houden J

    * foto's volgen nog

    10-07-2014, 21:56 geschreven door Annemie Dufromont  


    06-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een glas Chianti samen met God

    De zon in een glas Chianti

    Als god bestaat en hij dan toch ergens mag kiezen om te wonen, dan blijft hij zeker hier hangen tussen de olijfbomen, de wijngaarden, de citroenbomen, cipressen  en de velden vol zonnebloemen.

    Dan duwt hij ’s morgens de luiken open, knippert met zijn ogen tegen het felle ochtendlicht en snuift de zoete geur van kamperfoelie. Nog voor de kerkklokken luiden, supportert hij voor de mieren die op het terras al naarstig aan de slag zijn en redt hij een salamander uit het water.

    Hij bakt zijn ciabatta en zet de pittigste espresso om in de schaduw van de blauwe regen de ochtend te laten openrollen. Alleen de vogels vullen vriendelijk de ochtendstilte met hun  goeie morgen concert.

    Daarna heeft God genoeg aan zijn levensboek in een zetel onder de zon. Als hij echt perse wil weten hoe laat het is, wacht hij wel tot de kerkklokken slaan om de slagen te tellen.

    Zodra de zon het strafste van zichzelf heeft gegeven, staat hij op om de steenoven in het bakhuis te warmen, het pizzadeeg te kneden en te rollen. Ongetwijfeld belegt hij het deeg met een drup olijfolie uit de omliggende velden, roodrijpe tomaten die smakelijk uit hun vel barsten, pesto uit Genova en kaas uit Parma.

    Bij een glas Chianti, onder de pergola van druivenranken proeft hij dat het goed is tot ook de krekels hun gesjirp inruilen voor de stilte van de nacht.

    God is gewoon stiekem hier komen wonen.






    06-07-2014, 22:03 geschreven door Annemie Dufromont  


    Categorie:Go west - rondreis USA 2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Asterix en de Romeinen achterna

    Binnenkomen in Italië lijkt op een strip openen van Asterix en de Romeinen. Alleen de karrenwagens ontbreken in het decor.

    Om allerlei toevallige redenen houden we halt in Genova (Genua), of dat een goeie zet is, ontdekken we pas nadien. Mij komt de naam Genua me in elk geval ergens bekend voor en dat alleen triggert me.

    Bij de haven ligt een indrukwekkende galei aangemeerd. Een decor uit de film Pirates van Roman Polanski. Met een vleug fantasie heb ik zo de film voor ogen.

    Het oude Genua leunt tegen de haven aan en is volgens de boekjes typisch om de smalle straatjes en talrijke Pallazzi die tussen de huizen in staan gedrumd. De weinige auto’s die zich hier noodgedwongen toch door de oude stadskern wurmen, zijn in elke geval aangepast aan de maat van steegjes. De blutsen langs alle kanten bewijzen dat de muren niet altijd ontweken worden.

    700.000 Genovezen moet je ergens bergen, het is dus gigantisch druk in de stad. De met graffiti bekladde muren en nauwe donkere doorgangen geven ons eerder iets beklemmends dan idyllisch.

    In een Ristorante vinden we nochtans een mooi rustmoment bij een uitsluitend Italiaanse menukaart. Wij zijn leken in die taal dus gokken we op wat we zullen krijgen. We stellen ons een hoop nuttige vragen voor we kunnen bestellen, maar omdat de heel erg vriendelijke gastvrouw ook leek is in Engels, blijven we met de onopgeloste antwoorden achter. Enige optie : lukraak bestellen. Ik krijg iets lekker, maar met zoveel graten en pietepeuter werk dat de honger ook zo overgaat.

    Onderweg ontdekken we wel waarom Genova zo beroemd is tot ver over de grenzen. Het blauw van de jeans komt oorspronkelijk uit deze streek en de Pesto ook. Kuierend door de steegjes, lopen we ook Christoffel Columbus achterna die hier als kleine jongen schipper mag ik overvaren speelde met zijn maten.

    Dan ineens weet ik ook weer waarom de naam Genua me bekend was. Het is het einddoel van de kruistocht in spijkerbroek. Hier waarschuwde Rudolf Wega Nicolaas dat de zee niet zou opensplijten zoals ze beloofden.

    Toch heeft Genua iets agressiefs. De vriendelijkheid die ons ’s avonds  bij aankomst staat te wachten is een straf contrast. Vanaf nu mogen we zelf koken, dus houden we halt in de plaatselijke spar (eerlijk waar, de eerste winkel die nog open is) Er staan twee slagers zo content te wezen achter hun toonbank, alsof ze net een ferme grap hoorden toen de haan drie keer kraaide. Zodra ze horen dat wij uit Belgica komen, beginnen ze enthousiast over de mondiale en komen speciaal vanachter hun toonbank uit om via hun tablet aan te wijzen dat Belgica wel degelijk tegen Argentinië moet spelen. Ze zullen zeker supporteren. Een van hen helpt ons zelfs vriendelijk aan de juiste fles wijn bij het stuk vlees dat hij net zo met liefde voor ons heeft gesneden.

    Om het als Asterix te zeggen : aardige jongens, die Italianen.

     






    06-07-2014, 21:59 geschreven door Annemie Dufromont  


    Categorie:Go west - rondreis USA 2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.We struikelen de Mont Blanc naar beneden.

    Of hoe je van een geplande rustige dag toch blaren op je voeten kan krijgen.

    Er was een strak plan voor onze eerste vakantiedag in Chamonix. De kabelbaan vlakbij zou ons naar boven brengen, helemaal tot aan de aiguile du midi. Dat klinkt in het Frans zo zwoel.

    We wapenen ons met heel weinig en gezien het verloop van de dag, blijkt dat ook te weinig te zijn.

    Tot boven gaat de tocht heel vlot, met een indrukwekkend uitzicht als apotheose. Het tekort aan zuurstof aan de top voelt bijzonder raar, alsof we er net een marathon hebben opzitten. Een van de toeristen heeft er blijkbaar geen last van terwijl hij zijn levensdroom in vervulling laat gaan:  trompet spelen op dit hoogste punt. Als daar maar geen lawine van komt.

    Op onze terugtocht naar het dal, tussen kabellift één en twee, beginnen we te twijfelen. Of we nemen de tweede kabellift tot beneden en worden vergezeld van een 70 tal mensen die allemaal ergens naar ruiken, maar nooit zo heel erg lekker en zijn bovendien duizelig tegen het eind, maar we arriveren wel in no time beneden. Of we nemen de benenwagen en dalen op eigen kracht 1300 hoogtemeter. Dan doen we er volgens de wegwijzer een kleine 3 uur over.

    Onze keuze is vlot gemaakt. We gaan voor het minder evidente parcours, zonder ingelopen speciaal aerodynamische schoenen, zoals we bij anderen wel hebben gezien, zonder water in een rugzakreservoir, zonder water ook tout court want dat is al op boven aan de top, zonder extra krachtvoer en zonder wandelstokken.

    Het enige dat we meenemen is verwondering en dat kunnen we goed gebruiken als we vanuit de hoogte tot het dal de natuur rond ons zien veranderen. We ontdekken allerlei witte, gele en paarse bergblommen. Het geurt er heerlijk naar hars. We zoeken naar edelweiss en bergkristal, het ene vinden we niet meteen, het andere wel.

    En dan is die daar toch, de lawine. Veroorzaakt door trillingen van muziek? Even vrezen we dat de twee zwarte stippen die naar beneden rollen, stuntskiërs zijn die hun laatste tocht beleefden. Maar volgens de foto’s die we inderhaast trokken, blijken het toch rotsblokken te zijn. Gelukkig.

    Er is natuurlijk ook de tocht zelf die we mogen inkorten. We stappen, struikelen, glijden uit over de laatste sneeuw, vallen, zoeken onze eigen weg en wandelen dapper door tot beneden. Toegegeven, ik spreek vooral voor mezelf. Bij de anderen gaat de afdaling net iets vlotter. Ik roep toch een excuus in. Met mijn hoogtevrees is afdalen steeds weer een gigantische overwinning.

    Verder ontmoeten we bijna geen andere sportieveling,  behalve dan twee lopers die de berg op en af rennen alsof het hun dagelijkse joggingronde is. Later ontdekken we dat rond de Mont Blanc in het afgelopen weekend een marathon is gelopen. Deze sporters waren ongetwijfeld nog aan het nagenieten.

    Als we beneden komen hebben we er alleszins een mooie trot opzitten. 1300 hoogtemeter, ik heb geen idee hoeveel wandelkilometer dat was. In elk geval, voor een rustdag, kan dat wel tellen.  Ik heb van mijn leven nog nooit zo hard gevoeld waar mijn beenspieren zaten. Amai mijn bilspieren voor de volgende dagen.

    De blaren zijn onze trofee ’s.



    ** Dit is het einde van het begin van onze Italië reis 2014, hieronder vind je het avontuur in Lapland ook in 2014 en nog eens daaronder neem ik je mee naar het Westen, via New York, de Niagarafalls naar het wilde Westen. Dus lees rustig verder en geniet.




    Bijlagen:
    foto1.JPG (125.5 KB)   

    06-07-2014, 00:00 geschreven door Annemie Dufromont  


    14-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laplandavonturen, (going North) en toch hebben we warme voeten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Maandag. We starten onze Laplandavontuur

    Het zomerde bijna in België .
    Toch ruilden ik heel graag de korte zomerjurk in voor thermisch ondergoed en vijf kledinglagen daarboven (al blijkt in de loop van de week dat we het ook met een paar lagen minder kunnen doen).

    Een stuk boven de noordpoolcirkel en net nog 300 km onder Noordkaap vinden wij een frisse plek op aarde.
    Menesjarvi om precies te zijn.
    Een dorp, zoals dat heet. maar veel meer dan een viertal huizen rond het meer vinden we niet.
    Ons hotel was vroeger de school.

    Tegen middernacht, Finse tijd, komen we toe.
    Het is onderweg helemaal donker geworden.
    Heel langzaam, de zon neemt lang de tijd om te vertrekken,
    en dan nog, echt donker is het hier nooit
    want de maan verlicht de sneeuw.
    Wij hebben na de trip meteen nog zin om naar het meer te trekken
    (bevroren uiteraard, 80 cm, maar ik zeg het er toch even bij) 

    We houden mekaar stevig vast,
    niet alleen om niet uit te glijden,
    maar ook omdat we het nog steeds niet goed kunnen geloven
    dat we hier staan, in Lapland, in  Finland.
    En nog sterker
    boven ons danst het

    Noorderlicht

    zo uniek.
    Kippevel.
    De stilte wordt alleen doorbroken
    door onze verwondering.
    De maan ziet dat het goed is
    hoe we op de kickslee over het ijs gaan
    alsof het nog dag is.
    We ademen wolken en toch
    hebben we warme voeten.

    Dinsdag : 50 tinten sneeuw

    We verkleden ons als brandweermannen, daar lijken we toch het meest op in onze thermische pakken.
    Een bijzonder voordeel van die logge kledingstukken is wel dat we er voluit mee in de sneeuw kunnen rollen.
    Vandaag testen we alle sneeuwmateriaal uit en merken hoe handig (of juist niet ) we zijn.
    Zelfs bij min 10 graden zweten we ons te pletter.
    Van de inspanning natuurlijk.
    Eerst meten we onszelf een koppel sneeuwschoenen aan.
    Vroeger leken die stappers op tennisraketten die onder de voeten werden gebonden,
    intussen zijn die hier ook futuristischer.
    Het zou vooral de bedoeling moeten zijn om niet door de sneeuw te zakken als we het bos in lopen.
    Maar weinig ervaren als we zijn, moeten we nog leren vallen en opstaan.
    Dat laatste lijkt op uit een heel lage zachte zetel klauteren.
    We verdiepen ons in sneeuwsporen volgen (vossen, sneeuwhazen, rendieren...)
    doen ons best om de slapende beren niet wakker te maken.
    Daarna klikken we ons vast in skilatten, om glijdend het meer over te steken.
    Het is al meteen duidelijk dat we nog veeeel mogen oefenen.
    Onze gids Marty (beroepshalve rendierhouder) doet het ons nochtans soepel voor.
    De tobogans liggen iedereen een pak beter.

    Ook het kubbenspel is mee op reis en goed bruikbaar in de sneeuw, zo blijkt.
    Ijskristallen versieren intussen ons haar en de diamanten in de sneeuw kleuren echt als een regenboog.
    Voor wie dacht dat sneeuw alleen wit is. Niets van. Hou je hoofd maar eens schuin.
    We ontdekken 50 tinten sneeuw.

     

    Woensdag. Petri de rendierboer en na zijn uren ook een snoeper

    We mogen bij Petri op de rendierboerderij. Hij toont ons hoe we lasso kunnen werpen en als demonstratie vangt hij eerst dochter, bij een volgende demonstratie hoopt hij nog eens dat er een vrouw is die wil doen alsof ze een rendier is, maar ineens is het vrouwelijk gezelschap zwijgzaam.

    Door Petri worden we naar de rendieren gebracht met een slee en we laten ons meteen onderdompelen in een manier van leven waar tijd niks geen rol meer speelt.
    Het kan niet anders of een rendier wordt formidabel in zijn geheel gebruikt : het vlees, de huiden en  de hoornen als kapstok vb.
    Stel je een immens uitgestrekte witte vlakte en aangrenzende bossen voor met 42.000 rendieren die alle ruimte hebben om te groeien, bloeien.

    We voederen de dieren. De dapperen komen zelfs uit de hand eten. De anderen bekijken het voorzichtig van op afstand.
    De stilte is indrukwekkend. We lijken samen met Petri alleen op deze wereld.
    Nu al zullen er sommigen uit het gezelschap moeilijk mee te krijgen zijn naar huis.
    Want Petri voelt zich gigantisch rijk. Toen hij nog jong en knap was (zo zegt hij het zelf) trok hij de wijde wereld in, zelfs tot in L.A.
    Toch heeft hij hier alles wat hij nodig heeft.
    Vooral tijd dan.
    Hij doet wat hij het liefste doet,  kan zijn rekeningen betalen en geniet van de seizoenen.
    "Zo ben je rijk, als je alles hebt wat je wil," vertelt hij. 
    Als iemand hem vraagt wat hij zoal doet in de winter als het ganse dagen donker is, antwoordt hij : "In de zomer hebben we sex en visvangst, in de winter vissen we niet zoveel."
    Alsof het niks is, verbouwt Petri de slee tot een knusse plek om te zitten op de rendiervellen. "De Japanners kopen de rendiergeweien omdat ze denken dat daar de kracht in zit voor de mannen," vertelt Petri, "maar wij weten dat de kracht in het vlees zit en dat eten wij elke dag."
    In geen tijd steekt de rendierboer een kampvuur aan.

    Op de sneeuw.

    Zo eenvoudig als wat.
    Een watermoor hangt boven het vuur, zodat we even later gezellig op de thee zitten.
    Op een rendiervel.
    Onder de blauwe hemel.
    Met rustig herkauwende rendieren rond ons.
    Meer hoeft echt niet.
    Mogen we niet gewoon blijven?

    Donderdag. We eten vis vanavond of toch niet?

    Er staan contrasten op de menu vandaag.
    Snel en traag.
    Veel lawaai en in alle rust.
    Maar die twee combineren wonderwel.
    We trekken er met de sneeuwscooter op uit en de jeugd is superenthousiast dat de meesten van hen ook zelf mogen rijden.
    Dus hebben we meer geïnteresseerden om te sturen, dan om achterop te zitten.
    Rijden is makkelijk zo blijkt, zonder verkeersregels op het meer, tegen 100km per uur. Finland is bekend om zijn uitgestrekte meren, waarop grote afstanden kunnen afgelegd worden.
    We volgen vandaag Marty die ons gelijk het ijsvissen wil leren.
    Op een uithoek van het meer boren we gaten, in de hoop dat we er ook snoek of pike kunnen bovenhalen.
    Die mogen we dan zelf roken in de rookhut.
    Het rare is, dat iedereen in begin wat onwennig en ook lacherig bij zijn (ijs)gat zit te turen.
    Maar na een tijd valt onze euro.
    Wat als je echt moet leven van wat je vangt?
    Wat als je op een plek zit waar anders niks eetbaars is?
    (een spar of Aldi ben ik hier tot nog toe niet tegengekomen)
    Dan vallen de gesprekken stil. Marty was al die tijd al zwijgzaam.
    We verwonderen ons om de verschillende kleuren ijs in de gaten.
    We hopen echt op een gigantische vis op de gril.
    We worden zelfs helemaal stil,

    Omdat de natuur dat zo wil.
    We gaan helemaal op in de plek waar we zitten.

    Maar een vis?
    Die vingen we zelf niet.
    We vonden er wel eentje in het net dat Marty in november onder het ijs had getrokken.
    Toegegeven, de Sami hier hebben vernuftige systemen om vis te vangen.
    Of hoe mensen zich zo knap aanpassen aan het ijs.


    Vrijdag : We ruiken naar hond vandaag
    Hiervoor kwamen we naar Lapland.
    Voor de huskytochten.
    De husky's en wolfshonden zien er op foto's al heel aaibaar uit.
    Eerlijk.
    In het echt zijn ze formidabel aimabel.
    Bij aankomst op de hyskyfarm heb ik nochtans een Twilight in de winter gevoel.
    De honden blaffen en huilen van contentement alsof ze op schoolreis gaan.
    Bij momenten lijkt het alsof ze tegen elkaar opzingen.
    Heel levendige dieren dus, die niets liever doen dan er met de slee op uit trekken.
    Het is zeker niet iets dat ze tegen hun goesting doen, zo verzekert ons de hondentrainster Inga. Ik geloof haar meteen.

    Zelfs Gaia zou hier geen bezwaar hebben.
    Dochter, die in het normale leven geen hond dichtbij in de buurt wil hebben, helpt nu mee om de honden in te spannen voor de slee.
    Zes husky's gaan er mee per slee. We organiseren vijf spannen.
    Dus het geblaf is indrukwekkend.
    Tussendoor probeert Inga ons een mondvol Fins te leren, zodat ze straks onze eigen span kunnen mennen.

    Ze hoopt dat toch dat we dat zullen kunnen na zo een spoedcursus.
    We leren ook nog in de rapte de namen van de honden die de span leiden.
    Dan zijn we er klaar voor, of toch zo goed als.
    De spannen volgen mekaar, glijdend over de sneeuw.
    De vlokken spatten op.
    Onder ons kraakt de sneeuw.
    Naast ons een maagdelijk sneeuwvlak. Geen vogel liet sporen na.
    Om af te koelen bijten de honden af en toe in de sneeuw.
    Het gaat hard, heel hard.
    Helemaal onwerkelijk om over de Finse vlakte met een slee door het witte landschap te snijden.
    De sterke mannen staan achterop de slee. Wij dames laten ons vervoeren op een rendierhuid bovenop de slee.

    Het gaat zalig goed tot er van alles gelijk gebeurt als we het bos intrekken en ik de boomstammen links en rechts gevaarlijk dicht zie komen.
    Ter info : Bij het begin van het onderstaande hebben we ongeveer 20 m afstand met de vorig span van zoon en dochter.
    Een van de boomstammen komt gevaarlijk dicht bij de slee.
    Om de slee ook te bestuderen zijn we echt nog te onervaren.
    Dus hopen we dat de husky's weten wat we doen.
    Niet altijd dus.
    Met een klap, ketst het hout tegen onze slee. Echtgenoot vliegt ervan af, maar dat merk ik te laat. In de verwarring roept hij nog om  verder te rijden.

    De husky's denken vast : och, dat gaat inderdaad vlot. Ze versnellen nog.

    We naderen veel te vlug de span van zoon. Ik gil het bevel om te stoppen, maar we zijn al te dicht genaderd. Dus komt zoon met zijn voet klem te zitten tussen de twee sleeën. De husky's zijn intussen wel gestopt. Dochter springt uit de slee, waardoor zoon nog meer vast komt te zitten. Ik vrees al het ergste, spring ook uit de slee. Raak een halve meter diep in de sneeuw. Sukkel mij eruit, maar kan zoon niet gaan helpen, omdat iemand op de rem van onze slee moet staan. Anders rent onze span zomaar het bos in.
    Het duurt dus even voor iedereen gered is, maar we houden er wonderwel niet al te veel ernstigs aan over. 
    Echtgenoot heeft wel recht op een massage van tijgerbalsem.

    De rest van de tocht genieten we van al het unieks dat op ons afkomt.
    Er worden meteen plannen gemaakt om deze tocht nog eens over te doen.
    De jeugd komt hier op huwelijksreis. Wie weet.
    We ruiken ook zalig naar hond.  


    Zaterdag : Going Wild

    Onze fantasie neemt met ons een loopje bij de menu van vandaag : Wildernis tocht.

    We hopen er al op om met pijl en boog een arend te leren vangen of toch een vis te vangen en te bakken boven een vuur in het bos. Bij gebrek aan vlees en vis willen we het ook met mos en zwammen doen.

    Niets van dat alles, of toch bijna niets.

    Linda neemt ons door het bos mee met de sneeuwschoenen, we zijn intussen al superervaren en stappen slepend achter onze gidse aan.

    De wildernis tocht heeft al van bij het begin de allure van een live en 4D National Geographic aflevering. Betoverend mooi dus.

    Het viel me eerder deze week al op, de Finnen willen ons echt iets leren, ze willen tonen hoe ze leven en hopen echt dat we daar iets van opsteken. Bij mij duurt het even voor mijn euro valt (zo blijkt later).

    Ook Linda laat ons proeven van de pure Finse natuur, met een uiterst zuivere lucht. Dat kunnen we zien aan de soorten zwammen die alleen hier groeien. Onze gidse zorgt ervoor dat ik absoluut klaargestoomd ben om in het wild te kunnen overleven. Ik zou het moeten kunnen, want ik weet hoe ik een stevige iglo kan bouwen om erin te slapen, hoe vallen kunnen opgezet worden, hoe de sporen gevonden worden, welke zwammen eetbaar zijn. We proefden trouwens al besjes want deze week hier is ineens de lente het land ingeslopen. Bij het begin lag het bos nog volledig wit, nu piept het eerste mos bij de voeten van de bomen al onder de sneeuw uit. Linda toont ons ook een zwam op een zilverberk (prachtige bomen zijn dat toch) waarmee thee kan gemaakt worden vol antioxidanten.

    Tegen de middag gaan we aan de slag in een houten ronde hut met open haard in het midden. Alsof we het nooit anders deden, snijden we hout in zodat het beter brandt. We braden rendierworstjes met aardappelen, een Finse versie van WAP, en bakken ook pannenkoeken boven het vuur. Dat er af en toe een sintel in de pannenkoek terecht komt, vindt niemand erg. Bij dit alles hoort natuurlijk de thee van de zwam uit het bos.

    Wist je trouwens dat elke Sami  zijn eigen tas heeft, gemaakt uit een verdikking in een zilverberk? Die tas gaat levenslang mee. Elke fin die we tegenkomen draagt ook een mes met zich mee.  

     

    Maandag : terug thuis. En nu?

    Een reis blijft altijd een hele tijd aan me kleven. Zeker ook nu.

    We kwamen de afgelopen tijd niet zoveel mensen tegen. Dat kan ook moeilijk anders in een gebied waar 2 volledige mensen wonen per km².

    Toch viel het me op dat de Sami die we tegenkwamen gigantisch nederig zijn (dat is echt wel het goeie woord). Elk van hen heeft een eigen verhaal te vertellen, een bijzonder verhaal zelfs vaak, en toch blijven ze heel erg nederig. Ik begreep dat de afgelopen week niet echt, tot vandaag mijn euro viel.

    Natuurlijk. Dat is het.

    Het Finse landschap, en zeker de natuur in Lapland is zo overweldigend, zo overmeesterend, zo indrukwekkend dat een mens zich maar beter kan naar schikken. Sami hebben zich aangepast aan de natuur en maken zo goed als dat gaat ook gebruik van de ruwheid ervan. Met het grootste respect gaan ze met alles rond hen om. We zagen wat de natuur deed toen de jongens de laatste dag nog eens wilden ijsvissen. Ze mochten met de kickslee en visgerei achteraan in een tobogan op het meer.

    Ze maakten zelf ijsgaten en gingen zitten.

    Stil.

    Tot Rust gebracht door het witte landschap.  

     

    Het zou fantastisch zijn als al die schoonheid nog lang mag blijven. Ik duim alleszins.

     

    Vandaag op boodschap kon ik het niet laten. Mijn winkelkar werd een kickslee waarmee ik de parking over gleed. Volgende winter zorg ik voor sneeuwschoenen.

     

     

    Maandag. We starten onze Laplandavontuur

    Het zomerde bijna in België .
    Toch ruilden ik heel graag de korte zomerjurk in voor thermisch ondergoed en vijf kledinglagen daarboven (al blijkt in de loop van de week dat we het ook met een paar lagen minder kunnen doen).

    Een stuk boven de noordpoolcirkel en net nog 300 km onder Noordkaap vinden wij een frisse plek op aarde.
    Menesjarvi om precies te zijn.
    Een dorp, zoals dat heet. maar veel meer dan een viertal huizen rond het meer vinden we niet.
    Ons hotel was vroeger de school.

    Tegen middernacht, Finse tijd, komen we toe.
    Het is onderweg helemaal donker geworden.
    Heel langzaam, de zon neemt lang de tijd om te vertrekken,
    en dan nog, echt donker is het hier nooit
    want de maan verlicht de sneeuw.
    Wij hebben na de trip meteen nog zin om naar het meer te trekken
    (bevroren uiteraard, 80 cm, maar ik zeg het er toch even bij) 

    We houden mekaar stevig vast,
    niet alleen om niet uit te glijden,
    maar ook omdat we het nog steeds niet goed kunnen geloven
    dat we hier staan, in Lapland, in  Finland.
    En nog sterker
    boven ons danst het

    Noorderlicht

    zo uniek.
    Kippevel.
    De stilte wordt alleen doorbroken
    door onze verwondering.
    De maan ziet dat het goed is
    hoe we op de kickslee over het ijs gaan
    alsof het nog dag is.
    We ademen wolken en toch
    hebben we warme voeten.

    Dinsdag : 50 tinten sneeuw

    We verkleden ons als brandweermannen, daar lijken we toch het meest op in onze thermische pakken.
    Een bijzonder voordeel van die logge kledingstukken is wel dat we er voluit mee in de sneeuw kunnen rollen.
    Vandaag testen we alle sneeuwmateriaal uit en merken hoe handig (of juist niet ) we zijn.
    Zelfs bij min 10 graden zweten we ons te pletter.
    Van de inspanning natuurlijk.
    Eerst meten we onszelf een koppel sneeuwschoenen aan.
    Vroeger leken die stappers op tennisraketten die onder de voeten werden gebonden,
    intussen zijn die hier ook futuristischer.
    Het zou vooral de bedoeling moeten zijn om niet door de sneeuw te zakken als we het bos in lopen.
    Maar weinig ervaren als we zijn, moeten we nog leren vallen en opstaan.
    Dat laatste lijkt op uit een heel lage zachte zetel klauteren.
    We verdiepen ons in sneeuwsporen volgen (vossen, sneeuwhazen, rendieren...)
    doen ons best om de slapende beren niet wakker te maken.
    Daarna klikken we ons vast in skilatten, om glijdend het meer over te steken.
    Het is al meteen duidelijk dat we nog veeeel mogen oefenen.
    Onze gids Marty (beroepshalve rendierhouder) doet het ons nochtans soepel voor.
    De tobogans liggen iedereen een pak beter.

    Ook het kubbenspel is mee op reis en goed bruikbaar in de sneeuw, zo blijkt.
    Ijskristallen versieren intussen ons haar en de diamanten in de sneeuw kleuren echt als een regenboog.
    Voor wie dacht dat sneeuw alleen wit is. Niets van. Hou je hoofd maar eens schuin.
    We ontdekken 50 tinten sneeuw.

     

    Woensdag. Petri de rendierboer en na zijn uren ook een snoeper

    We mogen bij Petri op de rendierboerderij. Hij toont ons hoe we lasso kunnen werpen en als demonstratie vangt hij eerst dochter, bij een volgende demonstratie hoopt hij nog eens dat er een vrouw is die wil doen alsof ze een rendier is, maar ineens is het vrouwelijk gezelschap zwijgzaam.

    Door Petri worden we naar de rendieren gebracht met een slee en we laten ons meteen onderdompelen in een manier van leven waar tijd niks geen rol meer speelt.
    Het kan niet anders of een rendier wordt formidabel in zijn geheel gebruikt : het vlees, de huiden en  de hoornen als kapstok vb.
    Stel je een immens uitgestrekte witte vlakte en aangrenzende bossen voor met 42.000 rendieren die alle ruimte hebben om te groeien, bloeien.

    We voederen de dieren. De dapperen komen zelfs uit de hand eten. De anderen bekijken het voorzichtig van op afstand.
    De stilte is indrukwekkend. We lijken samen met Petri alleen op deze wereld.
    Nu al zullen er sommigen uit het gezelschap moeilijk mee te krijgen zijn naar huis.
    Want Petri voelt zich gigantisch rijk. Toen hij nog jong en knap was (zo zegt hij het zelf) trok hij de wijde wereld in, zelfs tot in L.A.
    Toch heeft hij hier alles wat hij nodig heeft.
    Vooral tijd dan.
    Hij doet wat hij het liefste doet,  kan zijn rekeningen betalen en geniet van de seizoenen.
    "Zo ben je rijk, als je alles hebt wat je wil," vertelt hij. 
    Als iemand hem vraagt wat hij zoal doet in de winter als het ganse dagen donker is, antwoordt hij : "In de zomer hebben we sex en visvangst, in de winter vissen we niet zoveel."
    Alsof het niks is, verbouwt Petri de slee tot een knusse plek om te zitten op de rendiervellen. "De Japanners kopen de rendiergeweien omdat ze denken dat daar de kracht in zit voor de mannen," vertelt Petri, "maar wij weten dat de kracht in het vlees zit en dat eten wij elke dag."
    In geen tijd steekt de rendierboer een kampvuur aan.

    Op de sneeuw.

    Zo eenvoudig als wat.
    Een watermoor hangt boven het vuur, zodat we even later gezellig op de thee zitten.
    Op een rendiervel.
    Onder de blauwe hemel.
    Met rustig herkauwende rendieren rond ons.
    Meer hoeft echt niet.
    Mogen we niet gewoon blijven?

    Donderdag. We eten vis vanavond of toch niet?

    Er staan contrasten op de menu vandaag.
    Snel en traag.
    Veel lawaai en in alle rust.
    Maar die twee combineren wonderwel.
    We trekken er met de sneeuwscooter op uit en de jeugd is superenthousiast dat de meesten van hen ook zelf mogen rijden.
    Dus hebben we meer geïnteresseerden om te sturen, dan om achterop te zitten.
    Rijden is makkelijk zo blijkt, zonder verkeersregels op het meer, tegen 100km per uur. Finland is bekend om zijn uitgestrekte meren, waarop grote afstanden kunnen afgelegd worden.
    We volgen vandaag Marty die ons gelijk het ijsvissen wil leren.
    Op een uithoek van het meer boren we gaten, in de hoop dat we er ook snoek of pike kunnen bovenhalen.
    Die mogen we dan zelf roken in de rookhut.
    Het rare is, dat iedereen in begin wat onwennig en ook lacherig bij zijn (ijs)gat zit te turen.
    Maar na een tijd valt onze euro.
    Wat als je echt moet leven van wat je vangt?
    Wat als je op een plek zit waar anders niks eetbaars is?
    (een spar of Aldi ben ik hier tot nog toe niet tegengekomen)
    Dan vallen de gesprekken stil. Marty was al die tijd al zwijgzaam.
    We verwonderen ons om de verschillende kleuren ijs in de gaten.
    We hopen echt op een gigantische vis op de gril.
    We worden zelfs helemaal stil,

    Omdat de natuur dat zo wil.
    We gaan helemaal op in de plek waar we zitten.

    Maar een vis?
    Die vingen we zelf niet.
    We vonden er wel eentje in het net dat Marty in november onder het ijs had getrokken.
    Toegegeven, de Sami hier hebben vernuftige systemen om vis te vangen.
    Of hoe mensen zich zo knap aanpassen aan het ijs.


    Vrijdag : We ruiken naar hond vandaag
    Hiervoor kwamen we naar Lapland.
    Voor de huskytochten.
    De husky's en wolfshonden zien er op foto's al heel aaibaar uit.
    Eerlijk.
    In het echt zijn ze formidabel aimabel.
    Bij aankomst op de hyskyfarm heb ik nochtans een Twilight in de winter gevoel.
    De honden blaffen en huilen van contentement alsof ze op schoolreis gaan.
    Bij momenten lijkt het alsof ze tegen elkaar opzingen.
    Heel levendige dieren dus, die niets liever doen dan er met de slee op uit trekken.
    Het is zeker niet iets dat ze tegen hun goesting doen, zo verzekert ons de hondentrainster Inga. Ik geloof haar meteen.

    Zelfs Gaia zou hier geen bezwaar hebben.
    Dochter, die in het normale leven geen hond dichtbij in de buurt wil hebben, helpt nu mee om de honden in te spannen voor de slee.
    Zes husky's gaan er mee per slee. We organiseren vijf spannen.
    Dus het geblaf is indrukwekkend.
    Tussendoor probeert Inga ons een mondvol Fins te leren, zodat ze straks onze eigen span kunnen mennen.

    Ze hoopt dat toch dat we dat zullen kunnen na zo een spoedcursus.
    We leren ook nog in de rapte de namen van de honden die de span leiden.
    Dan zijn we er klaar voor, of toch zo goed als.
    De spannen volgen mekaar, glijdend over de sneeuw.
    De vlokken spatten op.
    Onder ons kraakt de sneeuw.
    Naast ons een maagdelijk sneeuwvlak. Geen vogel liet sporen na.
    Om af te koelen bijten de honden af en toe in de sneeuw.
    Het gaat hard, heel hard.
    Helemaal onwerkelijk om over de Finse vlakte met een slee door het witte landschap te snijden.
    De sterke mannen staan achterop de slee. Wij dames laten ons vervoeren op een rendierhuid bovenop de slee.

    Het gaat zalig goed tot er van alles gelijk gebeurt als we het bos intrekken en ik de boomstammen links en rechts gevaarlijk dicht zie komen.
    Ter info : Bij het begin van het onderstaande hebben we ongeveer 20 m afstand met de vorig span van zoon en dochter.
    Een van de boomstammen komt gevaarlijk dicht bij de slee.
    Om de slee ook te bestuderen zijn we echt nog te onervaren.
    Dus hopen we dat de husky's weten wat we doen.
    Niet altijd dus.
    Met een klap, ketst het hout tegen onze slee. Echtgenoot vliegt ervan af, maar dat merk ik te laat. In de verwarring roept hij nog om  verder te rijden.

    De husky's denken vast : och, dat gaat inderdaad vlot. Ze versnellen nog.

    We naderen veel te vlug de span van zoon. Ik gil het bevel om te stoppen, maar we zijn al te dicht genaderd. Dus komt zoon met zijn voet klem te zitten tussen de twee sleeën. De husky's zijn intussen wel gestopt. Dochter springt uit de slee, waardoor zoon nog meer vast komt te zitten. Ik vrees al het ergste, spring ook uit de slee. Raak een halve meter diep in de sneeuw. Sukkel mij eruit, maar kan zoon niet gaan helpen, omdat iemand op de rem van onze slee moet staan. Anders rent onze span zomaar het bos in.
    Het duurt dus even voor iedereen gered is, maar we houden er wonderwel niet al te veel ernstigs aan over. 
    Echtgenoot heeft wel recht op een massage van tijgerbalsem.

    De rest van de tocht genieten we van al het unieks dat op ons afkomt.
    Er worden meteen plannen gemaakt om deze tocht nog eens over te doen.
    De jeugd komt hier op huwelijksreis. Wie weet.
    We ruiken ook zalig naar hond.  


    Zaterdag : Going Wild

    Onze fantasie neemt met ons een loopje bij de menu van vandaag : Wildernis tocht.

    We hopen er al op om met pijl en boog een arend te leren vangen of toch een vis te vangen en te bakken boven een vuur in het bos. Bij gebrek aan vlees en vis willen we het ook met mos en zwammen doen.

    Niets van dat alles, of toch bijna niets.

    Linda neemt ons door het bos mee met de sneeuwschoenen, we zijn intussen al superervaren en stappen slepend achter onze gidse aan.

    De wildernis tocht heeft al van bij het begin de allure van een live en 4D National Geographic aflevering. Betoverend mooi dus.

    Het viel me eerder deze week al op, de Finnen willen ons echt iets leren, ze willen tonen hoe ze leven en hopen echt dat we daar iets van opsteken. Bij mij duurt het even voor mijn euro valt (zo blijkt later).

    Ook Linda laat ons proeven van de pure Finse natuur, met een uiterst zuivere lucht. Dat kunnen we zien aan de soorten zwammen die alleen hier groeien. Onze gidse zorgt ervoor dat ik absoluut klaargestoomd ben om in het wild te kunnen overleven. Ik zou het moeten kunnen, want ik weet hoe ik een stevige iglo kan bouwen om erin te slapen, hoe vallen kunnen opgezet worden, hoe de sporen gevonden worden, welke zwammen eetbaar zijn. We proefden trouwens al besjes want deze week hier is ineens de lente het land ingeslopen. Bij het begin lag het bos nog volledig wit, nu piept het eerste mos bij de voeten van de bomen al onder de sneeuw uit. Linda toont ons ook een zwam op een zilverberk (prachtige bomen zijn dat toch) waarmee thee kan gemaakt worden vol antioxidanten.

    Tegen de middag gaan we aan de slag in een houten ronde hut met open haard in het midden. Alsof we het nooit anders deden, snijden we hout in zodat het beter brandt. We braden rendierworstjes met aardappelen, een Finse versie van WAP, en bakken ook pannenkoeken boven het vuur. Dat er af en toe een sintel in de pannenkoek terecht komt, vindt niemand erg. Bij dit alles hoort natuurlijk de thee van de zwam uit het bos.

    Wist je trouwens dat elke Sami  zijn eigen tas heeft, gemaakt uit een verdikking in een zilverberk? Die tas gaat levenslang mee. Elke fin die we tegenkomen draagt ook een mes met zich mee.  

     

    Maandag : terug thuis. En nu?

    Een reis blijft altijd een hele tijd aan me kleven. Zeker ook nu.

    We kwamen de afgelopen tijd niet zoveel mensen tegen. Dat kan ook moeilijk anders in een gebied waar 2 volledige mensen wonen per km².

    Toch viel het me op dat de Sami die we tegenkwamen gigantisch nederig zijn (dat is echt wel het goeie woord). Elk van hen heeft een eigen verhaal te vertellen, een bijzonder verhaal zelfs vaak, en toch blijven ze heel erg nederig. Ik begreep dat de afgelopen week niet echt, tot vandaag mijn euro viel.

    Natuurlijk. Dat is het.

    Het Finse landschap, en zeker de natuur in Lapland is zo overweldigend, zo overmeesterend, zo indrukwekkend dat een mens zich maar beter kan naar schikken. Sami hebben zich aangepast aan de natuur en maken zo goed als dat gaat ook gebruik van de ruwheid ervan. Met het grootste respect gaan ze met alles rond hen om. We zagen wat de natuur deed toen de jongens de laatste dag nog eens wilden ijsvissen. Ze mochten met de kickslee en visgerei achteraan in een tobogan op het meer.

    Ze maakten zelf ijsgaten en gingen zitten.

    Stil.

    Tot Rust gebracht door het witte landschap.  

     

    Het zou fantastisch zijn als al die schoonheid nog lang mag blijven. Ik duim alleszins.

     

    Vandaag op boodschap kon ik het niet laten. Mijn winkelkar werd een kickslee waarmee ik de parking over gleed. Volgende winter zorg ik voor sneeuwschoenen.

     

     


    14-04-2014, 18:10 geschreven door Annemie Dufromont  


    08-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.En toch hebben we warme voeten (eerste versie)

    Dit reisverslag zit niet helemaal chronologisch. Het daagt jullie uit om de dagen juist naeen te zetten.
    Maar eigenlijk hoeft dat zelfs niet.
    Het probleem is, dat ik kopie/paste niet zo gemakkelijk vertaal vanuit het Fins. Voorlopig toch.

    Vrijdag : We ruiken naar hond vandaag

    Hiervoor kwamen we naar Lapland.
    Voor de huskytochten.
    De husky's en wolfshonden zien er op foto's al heel aaibaar uit.
    Eerlijk.
    In het echt zijn ze formidabel aimabel.
    Bij aankomst op de hyskyfarm heb ik nochtans een twilight in de winter gevoel.
    De honden blaffen en huilen van contentement alsof ze op schoolreis gaan.
    Bij momenten lijkt het alsof ze tegen elkaar opzingen.
    Heel levendige dieren dus, die niets liever doen dan er met de slee op uit trekken.
    Het is zeker niet iets dat ze tegen hun goesting doen, zo verzekert ons de hondentrainster Inga. Ik geloof haar meteen.
    Dochter, die in het normale leven geen hond dichtbij in de buurt wil hebben, helpt nu mee om de honden in te spannen voor de slee.
    Zes husky's gaan er mee per slee. We organiseren vijf slee's.
    Dus het geblaf is indrukwekkend.
    Tussendoor probeert Inga ons een mondvol Fins te leren, zodat ze straks onze eigen span kunnen mennen.
    We leren ook nog in de rapte de namen van de honden die de span leiden.
    Dan zijn we er klaar voor, of toch zo goed als.
    De spannen volgen mekaar, glijdend over de sneeuw.
    De vlokken spatten op.
    Onder ons kraakt de sneeuw.
    Naast ons een maagdelijk sneeuwvlak. Geen vogel liet sporen na.
    Om af te koelen bijten de honden af en toe in de sneeuw.
    Het gaat hard, heel hard.
    Helemaal onwerkelijk om over de Finse vlakte met een slee door het witte landschap te snijden.
    De sterke mannen staan achterop de slee. Wij dames laten ons vervoeren op een rendierhuid bovenop de slee.

    Het gaat zalig goed tot er vanalles gelijk gebeurt als we het bos intrekken en ik de boomstammen links en rechts gevaarlijk dicht zie komen.
    Ter info : Bij het begin van het onderstaande hebben we ongeveer 20 m afstand met de vorig span van zoon en dochter.
    Een van de boomstammen komt gevaarlijk dicht bij de slee.
    Om de slee ook te bestuderen zijn ze nog te onervaren.
    Dus hopen we dat de husky's weten wat we doen.
    Niet altijd dus.
    Met een klap, ketst het hout tegen onze slee. Echtgenoot vliegt ervan af, maar dat merk ik te laat. In de verwarring roept hij nog om  verder te rijden. De husky's denken vast : och, dat gaat inderdaad vlot. Ze versnellen nog. We naderen veel te vlug de span van zoon. Ik gil het bevel om te stoppen, maar we zijn al te dicht genaderd. Dus komt zoon met zijn voet klem te zitten tussen de twee slee's in. De husky's zijn intussen wel gestopt. Dochter springt uit de slee, waardoor zoon nog meer vast komt te zitten. Ik vrees al het ergste, spring ook uit mijn slee. Raak een halve meter diep in de sneeuw. Sukkel mij eruit, maar kan zoon niet gaan helpen, omdat iemand op de rem van onze slee moet staan. Aners rent onze span zomaar het bos in.
    Het duurt dus even voor iedereen gered is, maar we houden er wonderwel niet al te veel ernstigs aan over. 
    Echtgenoot heeft wel recht op een massage van tijgerbalsem.

    De rest van de tocht genieten we van al het unieks dat op ons afkomt.
    Er worden meteen plannen gemaakt om deze tocht nog eens over te doen.
    De jeugd komt hier op huwelijksreis. Wie weet.
    We ruiken ook zalig naar hond.  


    Woensdag. Petri de rendierboer en na zijn uren ook een snoeper

    Het kan niet anders of een rendier wordt formidabel in zijn geheel gebruikt . het vleesm de huidenm de hoornen als kapstok vb.
    We mogen bij Petri op de rendierboerderij.
    Stel je een immens uitgestrekte witte vlakte voor met 42.000 rendieren die alle ruimte hebben om te groeien, bloeien.
    We worden er door Petri heengebracht met een slee en laten ons meteen onderdompelen in een manier van leven waar tijd niks geen rol meer speelt.
    We voederen de dieren. De dappere komen zelfs uit de hand eten. De anderen bekijken het voorzichtig vanop afstand.
    De stilte is indrukwekkend. We lijken samen met Petri even alleen op deze wereld.
    Nu al zullen er sommigen uit het gezelschap moeilijk mee te krijgen zijn naar huis.
    Want Petri voelt zich gigantisch rijk en is dat ook. Toen hij nog jong en knap was (zo zegt hij het zelf) trok hij de wijde wereld in, zelfs tot in L.A.
    Toch heeft hij hier alles wat hij nodig heeft.
    Vooral tijd dan.
    Hij doet wat hij het liefste doet,  kan zijn rekeningen betalen en geniet van de seizoenen.
    "Zo ben je rijk, als je alles hebt wat je wil," vertelt Petri. 
    Als iemand hem vraagt wat hij zoal doet in de winter als het ganse dagen donker is, antwoordt hij : "In de zomer hebben we sex en visvangst, in de winter vissen we niet zoveel."
    Alsof het niks is, verbouwt Petri de slee tot een knusse plek om te zitten op de rendiervellen. "De Japanners kopen de rendiergeweien omdat ze denken dat daar de kracht in zit voor de mannen," vertelt Petri, "maar wij weten dat de kracht in het vlees zit en dat eten wij elke dag."
    In geen tijd steekt Petri een kampvuur aan. Op de sneeuw. Zo eenvoudig als wat.
    Een watermoor hangt boven het vuur, zodat we even later gezellig op de thee zitten.
    Op een rendiervel.
    Onder de blauwe hemel.
    Met rustig herkauwende rendieren rond ons.
    Meer hoeft echt niet.
    Mogen we niet gewoon blijven?

    Donderdag. We eten vis vanavond of toch niet?

    Er staan contrasten op de menu vandaag.
    Snel en traag.
    Veel lawaai en in alle rust.
    Maar die twee combineren wonderwel.
    We trekken er met de sneeuwscooter op uit en de jeugd is superblij dat de meesten van hen ook zelf mogen rijden.
    Dus hebben we meer geïnteresseerden om te rijden dan om achterop te zitten.
    Rijden is makkelijk zo blijkt, zonder verkeersregels op het meer, tegen 100km per uur. Finland is bekend om zijn meren.
    We volgen vandaag Marty die ons gelijk het ijsvissen wil leren.
    Op een uithoek van het meer boren we gaten, in de hoop dat we er ook snoek of pike kunnen bovenhalen.
    Die mogen we dan zelf roken in de rookhut.
    Het rare is, dat iedereen in begin wat onwennig en ook lacherig bij zijn (ijs)gat zit te turen.
    Maar na een tijd valt onze euro.
    Wat als je echt moet leven van wat je vangt?
    Wat als je op een plek zit waar anders niks eetbaars is?
    (een spar of Aldi ben ik hier tot nog toe niet tegengekomen)
    Dan vallen de gesprekken stil. Marty was al die tijd al zwijgzaam.
    We verwonderen ons om de verschillende kleuren ijs in de gaten.
    We hopen echt op een gigantische vis op de gril.
    We worden zelfs helemaal Zen.
    We gaan helemaal op in de plek waar we zitten.

    Maar een vis?
    Die vingen we zelf niet.
    Och, hoe jammer.
    We vonden er wel eentje in het net dat Marty in november onder het ijs had getrokken.
    Toegegeven, de lappen hier hebben vernuftige systhemen om vis te vangen.
    Of hoe mensen zich zo knap aanpassen aan het ijs.


    Maandag. We starten onze laplandavonturen

    Het zomerde bijna in België .
    Toch ruilden ik heel graag de korte zomerjurk in voor thermisch ondergoed en nog vijf lagen daarboven (al blijkt in de loop van de week dat we het ook met een paar lagen minder kunnen doen.)

     Een stuk boven de kerstman en de noordpoolcirkel en net nog 300 km onder Noordkaap. Een frisse plek op aarde dus.
    Menesjarvi om precies te zijn.
    Een dorp, zoals dat heet. maar veel meer dan een viertal huizen rond het meerm vinden we niet.
    Ons hotel was vroeger de school.

    Tegen middernacht, Finse tijd, komen we toe.
    Het is onderweg helemaal donker geworden.
    Heel langzaam, de zon neemt lang de tijd om te vertrekken,
    en dan nog, echt donker is het hier nooit
    want de maan verlicht de sneeuw.
    Wij hebben na de trip meteen nog zin om naar het meer te trekken
    (bevroren uiteraard, 80 cm, maar ik zeg het er toch even bij) 

    We houden mekaar stevig vast,
    niet alleen om niet uit te glijden,
    maar ook omdat we het nog steeds niet goed kunnen geloven
    dat we hier staan, in Lapland, in  Finland.
    En nog sterker
    boven ons danst het

    Noorderlicht

    zo uniek.
    Kippevel.
    De stilte wordt alleen doorbroken
    door onze verwondering.
    De maan ziet dat het goed is
    hoe we op de slee over het ijs gaan
    alsof het nog dag is.
    We ademen wolken en toch
    hebben we warme voeten.

    Dinsdag : 50 tinten sneeuw

    We verkleden ons als brandweermannen, daar lijken we toch het meest op in onze thermische pakken.
    Een bijzonder voordeel van die logge kledingstukken is wel dat we er voluit mee in de sneeuw kunnen rollen.
    Vandaag testen we alle sneeuwmateriaal uit en merken hoe handig (of juist niet ) we zijn.
    Zelfs bij min 10 graden zweten we ons te pletter.
    Van de inspanning natuurlijk.
    Eerst meten we onszelf een koppel sneeuwschoenen aan.
    Vroeger leken die stappers op tennisraketten die onder de voeten werden gebonden,
    intussen zijn die hier ook futuristischer.
    Het zou vooral de bedoeling moeten zijn om niet door de sneeuw te zakken als we het bos in lopen.
    Maar weinig ervaren als we zijn, leren we vallen en opstaan.
    Dat laatste lijkt op uit een heel diepe zetel klauteren.
    We verdiepen ons in sneeuwsporen volgen (vossen, sneeuwkonijnen, rendieren...)
    doen ons best om de slapende beren niet wakker te maken.
    Daarna klikken we ons vast in skilatten, om glijdend het meer over te steken.
    Het is al meteen duidelijk dat we nog veeeel mogen oefenen.
    Onze gids Marty doet het ons nochtans soepel voor.
    De tobogans liggen iedereen een pak beter.

    Ook het kubbenspel is mee op reis en goed bruikbaar in de sneeuw, blijkt.
    Ijskristallen versieren intussen ons haar en de diamanten in de sneeuw kleuren echt als een regenboog.
    Voor wie dacht dat sneeuw alleen wit is. Niets van.
    We ontdekken 50 tinten sneeuw.

    08-04-2014, 00:00 geschreven door Annemie Dufromont  


    14-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Samen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen






    Geniet gulzig van

    Liever leven samen

    Vol graag zien

    Elkaar bewandelen, ontdekken

    Jaar na jaar groeien

    Open bloeien, herontdekken

    14-02-2014, 16:21 geschreven door Annemie Dufromont  


    30-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Go west dag 21 - 23 augustus : waarom Thor niet de vriendelijkheid zelf is

    Op de laatste dag in het wilde westen, blijft de Ranch nog aan ons kleven. Het kampvuur is gedoofd, maar zelfs nu nog ziet de plek er zeer gezellig uit door de kleurige tapijten die op de stenen liggen. Mijn gedachten hangen nog bij gisteren.

    Op de terugweg vanuit de skywalk naar de rach kwamen we ineens Thor tegen. We wisten toen nog niet dat we ’s avonds de rest van zijn familie zouden tegenkomen. Net zoals we op dat moment niet wisten dat hij Thor heette.

    Maar instinctief bleven we in de auto zitten om foto’s van hem te maken.

    Bij valavond verzamelden we in de ranch met zeven mensen plus twee cowboys die de ganse ploeg op het juiste paardenpad moesten helpen. Iedereen mocht en kon mee. Alleen kleuters en overdreven obese ‘would-be’ cowboys, bleven liever achter. Stiekem had ik gehoopt dat ik op de sportieve manier op het paard mocht klimmen. Ik ben niet de lenigheid zelve maar even moeite moeten doen, zou het geheel nog echter maken. Er stond al een opstapje klaar. Het leek of we een trektocht maakten naar een naburig indianendorp. We beseften natuurlijk wel dat we de stempel ‘Ruiter eerste klas’ niet op onze arm mochten zetten, toch leek het of ikzelf mijn paard in goeie banen leidde. De paardenhoeven die klapten tegen de stenen, het klimmen over de heuvel, de op en neer bewegingen van de paardenhoofden. Alles droeg een rust met zich mee. Naast ons vouwde zich weeral een nieuw landschap open. Joshua tree’s zover we konden kijken over de heuvel. Van ver lijken deze bomen op cactussen uit de westernfilms. Dichterbij blijken ze een kruising tussen een cactus en een palmboom met korte scherpe bladeren.

    Terwijl we stapten, kleurde de lucht van helderblauw naar zalmroze. De bergen achter ons lichtten rood op. De zon zoende de bergrand en liet voor ons een kleurenpallet achter. De cowboy kwam naast me rijden. Hij vertelde over de namen die de Indianen aan de bergen gaven en hoeveel vuurwater ze nodig hadden om die verbeelding te hebben. Zijn stem klonk rond en vol als in westernfilms.

    De natuur, de weg die we aflegden, het zachte geschommel van het paard. Al mijn zintuigen raakten daarmee al vol, zodat er geen plaats meer bleef voor extra verhalen. Alleen borrelde de zin op om een deuntje te zingen, maar dat deed ik niet want er loopt niemand hoog op met mijn zangtalenten. Dus neuriede ik maar wat voor me uit. Heel stil.

    Net als de zon de kleuren rondom liet overvloeien van zalmroze naar warmoranje, kwamen we op een open plek. Een verteller cowboy trakteerde ons op het verhaal over de bizons die achter hem in een kraal zaten. Bij mijn ouders stond vroeger een grijs stenen beeldje, klein genoeg om te kunnen oppakken en lans alle kanten om te draaien. Altijd al was ik gefascineerd door de vreemde koevorm: dikke poten, een brede gebulte rug, de harige kop waarin de ogen bijna niet meer zichtbaar zijn. Ze stonden daar in kudde te grazen en leken een kopie-paste uit een vervlogen Westernfilm.

    In niets was te merken dat deze dieren hoeftrappelend in stofmakende kudde het Westen liet opschrikken, tot de mannen met vuurwapens kwamen om hun aantal zeer sterk uit te dunnen.

    Dat verhaal bracht de cowboy, naast nog meer nuttigs over hoe de huiden werden gebruikt. Verhalen die verteld werden van overgrootvader naar achterkleinkind. Gemengde cowboy en Indianen verhalen.

    Terwijl we onder een bijna rode hemel die langzaam naar paars neigde, naar beneden stapten, bleef me vooral Thor fascineren. We kwamen hem zomaar tegen, op een boogscheut stond hij bij ons vandaan. Hij is niet de vriendelijkheid zelve, zei de cowboy. Hij durft wel eens aanvallen.

    We kunnen het hem niet kwalijk nemen. Grote kans dat zijn overgrootvader ook verhalen vertelde over de witte mannen die de bizonkoppen over de velden zaaiden. Dat blijft zelfs voor een bizon in zijn kleren zitten.

     





    30-08-2013, 00:00 geschreven door Annemie Dufromont  


    Categorie:Go west - rondreis USA 2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Go west dag 20 - 22 augustus : Grand Canyon West

    's Morgens zitten we aan het ontbijt zoals bij pain quotidien, met verschillende gezinnen aan een kloeke houten tafel, de stoelen krijgen we haast niet verplaatst.

    De tocht vandaag loopt naar de west rim, dit is een stuk van de canyon die maar matig omschreven wordt in de boekjes, we hopen dat dit komt omdat het nog maar niet zo lang opengesteld is voor publiek. We zitten namelijk op grondgebied van de hualapai en die baten dit deel van de rim uit.

    Al gauw merken we dat het uitbaten als uitbuiten mag omschreven worden. Hier geraak je  nergens zonder ervoor te betalen. De bus brengt ons tegen betaling naar verschillende uitkijkpunten, de wegen die kunnen gebruikt worden, staan gewoon niet op de kaart. de skywalk waar we voor kwamen, blijkt eigenlijk ook een watje te zijn, zeker geen aanrader, behalve als je tijd en ander over hebt.

    We kunnen gelukkig toch even onze eigen gang gaan en ontsnappen uit de drukte om verderop langs de rand te lopen, zover het veilig blijft om er te zijn. Er is ook nog een dorp nagebouwd met indianenwoningen. Maar daar hebben we intussen niet zoveel boodschap aan. We sliepen al in een tipi en deden de moeite om de huizen van de hopi’s en de navayo’s. Terug te vinden, daar deden we wandel moeite voor en dat loonde. Deze plek is vast wel ideaal voor de vele Japanners die hier aanspoelen per bus vanuit Vegas en die in een mim van tijd de westkant in verkorte versie willen ontdekken.

    Wij keren terug naar de ranch. Onderweg ontdekt Marjolein Thor.
    Tussen een kudde koeien staat hij, een stevige mannetjes bizon die steeds weer uitbreekt van zijn kudde en niet zo vriendelijk van aard is, dat horen we later pas. Instinctief blijven we deze keer wel zitten in de atuo om foto's te nemen.

    Dan hebben we ineens een halve namiddag over, dat is voor het eerst sinds al die tijd. Ewout en Ik vullen die uren uiterst nuttig op, met een middagdutje en de eerste bladijden uit 'broere' van Bart Moeyaert.

    Op de ranch zijn ze intussen begonnen aan het lasso werpen. Dat kunnen ze wel, drie grote paarden tegen een aantal kalfjes. Ik weet nog niet zeker of ik dit allemaal wel tof vind maar het levert absoluut een uniek tafereel op.

    Tegen valavond mogen we gaan paardrijden tussen de joshua trees, de heuvels op, alleen het geluid van de hoeven tegen de stenen horen we en de cowboys die vertellen en zingen onderweg. Even voel ik zelf ook een liedje opborrelen maar ik hou het wijselijk bij wat geneurie.

    Voor het dinner zitten we met Londenaars rond de tafel. Cowboy Dave gaat onder het eten met zijn gitaar bij al de gasten langs om ons te leren kennen. En omdat Marjolein weet dat haar naam zo goed als onmogelijk is om uit te spreken voor Amerikanen, stelt ze zichzelf voor als Madelin, de naam die ook op haar beker van starbucks stond. Prompt zet de cowboy voor haar een liedje in 'sweet Madelin'.

    Aan een andere tafel worden twee kaarsjes aangestoken. Er zijn geen jarigen maar wel twee mensen die zich hier verloofd hebben, wij mogen met hun meevieren onder de tonen van 'love me tender'.

    We zagen het wel vaker in de verschillende parken, soms vielen jonge mensen mekaar zomaar in de armen van pure emotie bij het zien van het panorama. Reizen doet wat met mensen.

    Als we ’s avonds met z'n allen rond het kanpvuur zitten, weet ik het wel zeker, dit is het meest mooie moment van de ganse reis. zelfs ons jonge volkje die voor de reis zo verlangde om vegas te zien, durft nu al toegeven dat dit stuk vast het mooiste is. Overweldigd worden, door een kampvuur, een cowboy of twee die met gitaar en mondharmonica zingen, de geur van het hout, dat van de paarden verderop, een hond die blaft en mensen van verschillende plekken ter wereld die meezingen met liedjes die we allemaal blijken te kennen

    'The ring of fire…'

     

    30-08-2013, 00:00 geschreven door Annemie Dufromont  


    Categorie:Go west - rondreis USA 2013
    21-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Go west :Dag 18 – 20 augustus : De hopi indianen en een hert met paparazzi
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    voor diegenen die zich nog zouden afvragen wanneer ik de blog schrijf. We leggen nogal wat mijlen af per dag, dus ergens onderweg met de laptop op mijn schoot pen ik alles al neer. Ook de foto's worden dan alvast overgeladen en gesorteerd. Helemaal handig is het meestal niet omdat ter hoogte van mijn voeten ook nog drank en beleg liggen heb die door de airco koel moeten blijven, maar het lukt. Net.

    Terwijl ik schrijf vandaag staat er aan mijn voeten ook nog een potje pietie of piekie (ik weet het niet helemaal goed meer) en nog een presentje van een heel bijzondere plek, in de handschoenenkast. Dat komt door een aantal ontmoetingen.

    We zijn de dag begonnen met ochtendgymnastiek in Chinle bij de Canyon de Chelly. Via een route die driehonderd meter daalt in de canyon gaat we naar ons einddoel. Het witte huis; Ongeveer 400 jaar geleden dreef een leger van Amerikanen de indianen op die zich in de vallei probeerden schuil te houden. Mij doet de vallei met de rechte zwart en rood gekleurde wanden alleszins denken aan de open ruimte in een versterkt fort, maar dan vele malen groter. Het witte huis is een van de oude overblijfselen van de indianen die hier woonden. En we kunnen deze toch van relatief dichtbij bekijken.

    De weg is warm (I know, ik val in herhaling) maar mooi doordat er kleine glinsters in de rode steen zitten, wat onze weg iets keizerlijks geeft. Het loont zeker de moeite om hier langs te komen omdat er een zekere rust hangt, een soort geborgenheid. De roofvogels vliegen in cirkels boven ons en maken schaduwen op de muren.  Bovendien staan enkele Navajo indianen hier nog met enkele verkoopstalletjes.  

    Daarna gaat onze tocht verder naar het gebied van de Hopi Indianen. We beseffen nog niet hoe intens we kunnen kennismaken met de Hopi’s die leven in een relatief klein stuk land te midden Navajo gebied. In het verleden toonden de Navajo’s zich overheersender tegenover de Hopi’s. Ze stolen hun paarden en dreven de Hopi’s naar een kleiner gebied. De plek waar ze wonen is zelfs zo klein dat we moeten opletten om niet voorbij te rijden aan de dorpen.

    De afslag naar het bezoekerscentrum hebben we nog net gezien. We ontdekken er nog maar eens dat ons beeld van indianen (met de pluimen, vlechten en de tipi’s) niet echt klopt. De vrouwen dragen een soort haarwielen aan de oren (ze nomen het zelf vlinders) en de mannen zijn heel eenvoudig gekleed.

    Zo gauw we buitenkomen spreekt een Hopivrouw ons aan. Of we haar niet wat verderop willen naar haar dorp brengen. Dat het echt niet ver is en dat we toch die kant op gaan naar Tuba City. Onderweg babbelt ze rustig verder. Ze verklaart haar naam, maar wij begrijpen die niet helemaal goed. Haar echtgenoot komt uit El Salvador, hij is Christen maar zij gelooft nog in de traditionele religie. Als we aankomen bij haar dorp lijkt het op niet meer dan een aantal snel gebouwde ruwstenen huizen, losweg bij elkaar. Heel veel woningen zijn er niet en ergens zal iedereen wel familie zijn van elkaar.

    De vrouw nodigt ons uit om toch eens te komen kijken hoe je pietie moet maken. Dit Hopi gerecht blijkt gemaakt te zijn met blauwe mais (maar ziet er toch groen uit) en heel plat gebakken op een zwarte hete steen. Bijna krijgen we een kookdemonstratie toe, maar daar is het te warm voor.

    Het is ons niet helemaal duidelijk of het hele gebeuren opgezet is om ons van hun mandjes te laten kopen (dat zou kunnen natuurlijk), maar wij vrezen in elk geval dat deze aankopen van mandjes of aardenpotjes de valies niet zullen overleven. En eigenlijk weten we ook niet goed hoe we met deze cultuur moeten omgaan. Hoe dan ook, daardoor zit ik dus met een potje platte pannenkoek tussen mijn voeten. De pietie smaakt een beetje naar tortilla chips maar zonder zout.

    Net buiten het dorp van de Hopi mevrouw, ligt een van de oudste nog steeds bewoonde dorpen van Noord-Amerika. Op zich is dat niet zo heel erg moeilijk om het oudste  dorp te wezen, want het nieuwe deel van USA bestaat nog niet zo lang. Toch intrigeert het ons.

    Ook aan dit dorp rijden we bijna voorbij en net als bij het voorgaande staan heel erg eenvoudige huizen met één verdieping losweg bij elkaar. Het valt niet altijd op of de huizen nog bewoond zijn of als ruine achterblijven. Ineens verklapt een bord ons dat er in een bepaald huis Hopi kunst verkocht wordt. En ze zijn open. Het was belangrijk dat dat op het bord stond, want echt duidelijk open zagen we de plek niet. We moeten 2 deuren door om binnen te raken. Maar ineens staan we in een echte winkel waar we zelfs met Visa kunnen betalen.

    Ons oog valt op een miniatuurbeeldje dat bijzonder mooi uitgesneden is (de figuur van de zon) maar zo gigantisch duur is dat we het netjes laten staan. We nemen wel een ander mee. Ach, we zijn al helemaal emo door de plek waar we zitten. De oma staat in de winkel achter haar glazen toonbank met zilverwerk en houten beelden, terwijl de mama in dezelfde ruimte, die meteen ook woonkamer is, haar baby ververst en troost. Het kindje, met zijn haartjes recht omhoog, kijkt ons met grote ogen aan. We mogen nergens foto’s van trekken, wat wel jammer is natuurlijk.

    Bij het buitengaan roept nog een andere vrouw naar ons. We begrijpen haar niet helemaal goed, maar het klinkt als ‘kom je nog eens mee binnen bij mij, ik heb ook nog mooie dingen staan, een mandje misschien.’ Toch zwaaien we vriendelijk en gaan er vandoor omdat we wel zeker zijn dat iedereen (in de 15 huizen die er staan) wel iets heeft om te verkopen.

    De Hopi’s zijn dus specialist in houten religieuze beelden snijden, manden vlechten en aarden potten boetseren.

    Net bij het binnenrijden van het Grand Canyon natuurpark, ontmoeten we nog een impressionant wild dier. Ik had er in elk geval nog nooit zo eentje gezien. Een hert met een gewei om U tegen te zeggen, rustig bezig met knabbelen en bladeren loskraken met zijn gewei (we horen de takken kraken). In geen tijd stond iedereen stil om foto's en filmkes te maken. Het dier bleef rustig dooreten langs de kant van de weg. In de euforie was blijkbaar niemand er zich van bewust dat als dit dier ineens begon te lopen in de richting van het verkeer, hij meteen een aantal mensen op zijn gewei kon spiesen.

    Dus deze avond overnachten we al aan de Grand Canyon. De volgende twee dagen logeren we in een Tipi en/of een cowboycabin. Dan zitten we midden de Hualapai indianen. Zeer benieuwd wat dat wordt.

    zonnige USA groeten
    Annemie

     

     

     

    21-08-2013, 00:00 geschreven door Annemie Dufromont  


    20-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Go West Dag 17 - 19 augustus ; door naar Monument Valley (Arizona)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    We blijven vandaag nog even hangen in Page voor twee haltes. Eerst strekken we onze benen onder een hete Arizonazon om een stuk van de canyon te bewonderen in de vorm van een hoefijzer. Wie hier op een clif komt zitten heeft een zicht op de Coloradorivier (we komen hem nog tegen in Grand Canyon) 300 meter lager, in verschillende tinten glasgroen helder water tegen een bijna rode rots achtergrond.

    Daarna wil ik in Page nog iets opmerkelijks op de fotolens te krijgen. Een kerkenstraat. Stel je daar absoluut geen Kerkstraat  bij voor met een kerk en plein, wat beplanting errond.

    Hier vind ik in één en dezelfde straat : Een Lutherse kerk, naast een kerk voor Maria, eentje van de getuigen van Jehova, een katholieke kerk, een kerk voor de gemeenschap van David

    en….
    Er zijn 12 verschillende kerken in één enkele straat. En alles ligt broederlijk naast elkaar, een heel uitzonderlijk zicht vond ik toch.

    We laten Page achter ons om in de richting van Monument Valley eerstvolgend halt te houden bij Betatakin. Dit is een Navajo nationaal monument waar we te voet tot bij vroegere huizen van de indianen kunnen stappen. In het bezoekerscentrum zitten drie Navajo vrouwen te weven, de specialiteit van dit volk. Maar het voelt raar om hen daar bezig te zien. Mooi enerzijds maar het lijkt ook een beetje op begluren. Ik bewonder wel de tapijten die ze maken.

    Onderweg naar de rots inham waar de Indianen huizen nog zichtbaar zijn, komen we het groen tegen dat pas betekenis krijgt als we de bordjes erbij lezen. Sommige planten waren bedoeld om zalf of zeep mee te maken, anderen om pijl en boog mee te vervaardigen, of wiegjes je maken. Van de yucca aten ze de vruchten, de cactussen werden gedroogd gegeten. Steeds weer worden stukken van deze cultuur duidelijker. Als we bij de rots inham komen en de huizen daarbinnen vanuit de verte kunnen zien, wordt het stil. We weten dat we op onze reis niet in Mesa verde (met bekende Indianen woningen) zullen geraken, maar dit bezoek laat ons al wel zien hoe de Navajo’s en hun voorouders hebben geleefd.

    Daarna gaat onze reis verder naar Monument Valley. Onderweg stoppen we om wat extra fruit te kopen. Geen plaats is beter dan een supermarkt om de cultuur te ontdekken. Zodra we binnenkomen hebben we zin om nog vlug het fototoestel erbij te halen, maar dat zou een raar zicht geweest zijn, vrees ik.

    Een greep uit wat we tegenkomen.

    Taartjes in alle mogelijke felle kleuren, soms worden ook alle kleuren tegelijk gebruikt, alsof het gebak tegen een regenboog is opgelopen.

    Een muur van blikken, niet in een rek maar gewoon van de grond af naar boven gestapeld

    Een zak boter, ik schat met een kilo of twintig per zak (zoals bij ons de patatten dus)

    Marshmallows in alle kleuren en maten, kleintjes voor de warme chocomelk en maxi versies voor de BBQ

    Pindakaas gemengd met aardbei- of druivengelei, zoals bij ons de duochoco

    Als ik bij het rek van de kruiden kom (daar kan ik niet voorbij zonder iets typisch mee te nemen), word ik ineens aangesproken.

    De man stelt zichzelf voor als Native (hiergeboren/oorspronkelijke bevolking), Navajo en inwoner van USA.

    Waar ik vandaan kom? Vraagt hij. Mijn antwoord lijkt hem niet zoveel wijzer te maken. Belgie, dichtbij Frankrijk, Europa. De kennismaking verloopt ietwat stroef en gaat helemaal de verkeerde kant uit als hij opmerkt dat mijn haar al wat grijs is. Hoe oud ik dan wel ben? En of ik veel heb moeten nadenken? En of het misschien toch niet beter was om mijn haar niet te kleuren.

    Nou ja, de indianen hebben natuurlijk het voordeel van hun zwarte haar te houden tot ze pakweg zeventig zijn, schat ik. Zo zag ik in elk geval een grijze overgrootmoeder met nog één enkele tand in haar mond.

    Dus gooi ik het gesprek een andere kant op en vraag hem raad over welke kruiden ik zou meenemen. Ik ben zeer benieuwd naar wat het zal smaken, want de tekst op de verpakking maakt me niks wijzer.

    In elk geval, we blijven langer hangen dan nodig om alleen wat fruit te kopen.

    Volgend op onze tocht staat Monument Valley, oftewel het decor van de western films en van sommige reclameclipjes. Om erdoorheen te rijden volgen we een Dakar route die beter te nemen is met een 4x4, maar met onze huurwagen lukt het ook. De naam van dit Nationaal park, ook van de Navajo’s, kan niet beter gekozen zijn. Monumenten zijn het, de rotsformaties die we tegenkomen. Er is een rots die volgens ons de vorm heeft van een theepot. Dus wordt het liedje gezongen : 'ik ben een theepot met een ronde buik, hier is mijn oor en daar is mijn tuit'. (de ganse weg lang).

    We ontdekken een totem en Filiep, Marjolein en Ewout gaan zelf aan de slag om ook te poseren als totem.  (zie foto) Er hangt zelfs een regenboog in de lucht bij de rotsen. Speciaal. Ik had het niet verwacht, maar ontdek dat hier ook mensen wonen. Hier en daar is een privé weg. Kinderen hollen voor ons uit met honden of hobbelen op hun kleine fietsen vooruit. Uiteraard zijn ook hier de mooie zilverjuwelen te vinden, gecombineerd met halfedelstenen. De verjaardagen en feestdagen zullen redelijk indiaans getint zijn.

    We blijven ’s avonds eten met zicht op Monument Valley. Het zicht ontroert ons terwijl we onze Navajo gerechten veroberen. We kunnen niet mooier afronden. 

    Deze nacht ligt onze slaapstek in Chinle, nog een twee uur rijden verder. De dag is nog maar eens volledig volgeboekt omdat er altijd meer te zien is dan we tijd hebben. Ik vraag me af waarom ik in hemelsnaam boeken heb meegebracht. Er is nog geen vrij moment geweest om die open te slaan.
    Zelfs de blog schrijf ik vaak onderweg al in de auto.
    Formidabel veel warme groeten.
    Have a good day
    LIefs
    Annemie

    20-08-2013, 00:00 geschreven door Annemie Dufromont  


    19-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Go West, Dag 15 - 17 augustus : Avontuur in Bryce Canyon
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    We spelen een spel vandaag J

    En we hebben nodig : een nationaal natuurpark, een fototoestel en een koppel goeie ogen.

    Check. Het natuurpark is vandaag Bryce Canyon, fototoestel en een koppel lenzen zijn in de aanslag (Marjolein is vaak de fotograaf van ons gezelschap) en de ogen hebben we ook niet in onze zakken.

    Ik geef de opdracht om minstens zeven wilde dieren te vinden. Dat moet haalbaar zijn, want er zitten arenden, prairiehonden en een soort leeuwen in dit park. En iedereen bijt zicht vast in de uitdaging. Terwijl Bryce Canyon zelf natuurlijk ook een bijou is. Maar er hangt onweer in de lucht en we weten nog niet welk stuk we uiteindelijk zullen kunnen zien.

    We trekken eerst een stuk met de auto tot op het einde van de Canyon en bezoeken onderweg de mooie zichten van ver. Bij de natuurlijke boog, gilt iedereen spontaan ‘wow’. De volledige Canyon is van bovenuit al indrukwekkend. De terracotta kleuren gaan over van donker oranje, naar zalmroze, over lichtgeel en wit. De gesteenten zijn uitgesleten in lagen en wat overblijft zijn kunstwerken die alleen moeder natuur kan bouwen (merk je het dat ik al een beetje onder invloed ben van de indianengemeenschap waarin we terecht zijn gekomen?)

    Er hangt nog steeds onweer in de lucht die ineens begint los te barsten. Regen, hagel, bliksem, donder. Het is echt te gevaarlijk om nog op een hoog punt de canyon te bewonderen. Dus nemen we eerst onze picnic en hopen dat de zon weer zal stralen daarna. Maar dat is niet zo.

    Toch kunnen we het mooie van de canyon echt niet laten liggen, dus trekken we trui en regenjas aan (even een zoektocht in de valiezen) en kiezen we even later toch voor een tocht naar beneden in de Canyon. We gaan zelfs voor de Navajoloop die omschreven staat als ‘toch-iets-lastiger’. De doortocht fascineert ons zodanig dat we er even niet aan willen denken dat er ook nog een klim volgt. De foto’s volgen elkaar op in hetzelfde tempo als de wisselende beelden die we tegenkomen. Op onze weg valt meteen op hoe broos de gesteenten zijn. Zelfs met de hand kunnen stukken afbrokkelen. Het lijkt een beetje op klei die bijna droog is. Terwijl we blijven dalen en kronkelen door de canyon, blijft het regenen, donderen en bliksemen. Als extra animatie kan dat wel tellen. We moeten zelfs heel even schuilen als er teveel water naar beneden komt.

    De regent veranderd ook het pad, merken we ineens aan de wandelaars die uit de andere richting komen. Een aantal mannen hebben met de kleigrond, die nu zacht is geworden, oranje indianen tekeningen op hun gezicht gemaakt. Hun voeten hebben een modderig oranje rand.

    Het duurt niet echt lang eer onze voeten er net zo modderig uitzien. Het pad gaat intussen terug naar boven en we stapglijden onze weg verder. Een sportieve uitdaging die we allemaal heel erg tof vonden. Bryce Canyon krijgt van ons allemaal een sterretje.

    En de opdracht begint ook te slagen. We hebben op dit moment :
    een Woestijnvos : uit death Valley
    een roodneusbij : volgens Ewout is dat ook een wild dier
    een bruine beer : een levende in Yosemite, een koddig pluche uit Bryce Canyon
    een kudde eekhoorns : die zitten echt overal en kunnen best gevaarlijk zijn
    een koppel herten
    salamanders in allerlei kleuren
    een heel vreemde grote groene rups
    en ik vergeet er hier ter plekke nog wel een aantal
    maar de dierenzoektocht gaat gewoon verder

    ’s Avonds gaan we eten bij een Mexicaan (tja, waarom ook niet) in het stadje Kanab. Een verassend Hollywoodstadje waar het thema cowboy en Indiaan breed uitgesmeerd wordt.

    Onze eindbestemming ligt in Page, waar we ontdekken dat de supermarkt hier dag en nacht open is. Om iets van alcohol te mogen kopen moest iedereen onder de leeftijd van 40 jaar zijn paspoort tonen. Filiep hoopt alleszins nog dat de kassière  zijn paspoort zal vragen. Ze twijfelt wel even , maar doet het niet ;-).

    19-08-2013, 07:12 geschreven door Annemie Dufromont  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Go west dag 16 - 18 augustus : Page en oranje in Arizona
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vandaag weten we zelfs niet goed hoe onze dag eruit zal zien. We zijn toegekomen in een stad die pas in 1956 is opgericht toen ze een dam bouwden bij de Colorado rivier en de canyon onder  water liep. Mijn plan was om de antelope Canyon te bezoeken en als het even kon ook de rainbowbridge. Anders dan de gelijknamige brug bij Canada is dit een natuurlijke boog, de grootste zelfs.

    Even leek het erop dat we de canyon moeten laten vallen. Omdat deze alleen te bezoeken is met een gids, moet er gereserveerd worden en dat was ons nog niet gelukt (we deden wel de moeite om dagen vooraf een plek te bemachtigen). Iedereen die de canyon zag, was heel erg lyrisch over wat ze zagen. Het zonlicht komt op het middaguur de smalle kloof in en kleurt de wanden van de canyon in verschillende tinten, wat een magisch schouwspel oplevert.

    Dus dat wilden we toch wel eens zien en we hadden er zelf enige tijd en moeite voor over. Zonder reservatie zijn we in de rij gaan staan. Deze plek behoort toe aan de Navajo indianen en het is eigenlijk de eerste keer dat we op hun domein komen. De rij om een ticket te bemachtigen is lang en omdat het geen zin heeft om met z’n vieren aan te schuiven, gaat de rest naar de supermarkt (dat is op zich al een avontuur om al die verschillende producten te zien staan).

    En yes, als ik tegen 12u dan toch een ticket kan bemachtigen voor een geleidde toer, voelt het alsof ik het gouden ticket gewonnen heb om naar de chocoladefabriek van Willie Wonka te gaan. Yes, yes, zo kan het dus ook.

    We rijden (hobbelen, hotsen, botsen) eerst een stukje met onze gids mee achterin een open truck. Al de gidsbeurten worden gegeven door Navajo indianen. De onze is een formidabele fotograaf die tussen zijn uitleg door steeds weer ons fototoestel overneemt om bijzondere plaatjes te maken. Hoe hij het doet weet ik niet, maar wat hij fotografeert, ziet er altijd uit alsof het uit een boekje komt. Met de inval van het licht, maakt hij een foto van Marjolein als vlinder. Hij haalt de vormen uit de door de natuur gevormde stenen (een kleine olifant, de gezichten van dieren, mensen…)

    Ik weet niet waarom maar er is een dame in het gezelschap die steeds weer de regendans begint te zingen en onze gids doet naarstig mee. J We zijn heel content dat we dit stukje toch nog hebben kunnen bekijken.

    De dag is nog lang niet om als we verder ook Glen Canyon gaan bezoeken en de hangende tuinen met orchideeën. De bloemen bloeien niet meer maar de plek is zo ‘zen’. Rondom ons, in een straal van tien kilometer of zo (de afstanden zijn heel moeilijk in te schatten hier) is niets te zien dat aan mens doet denken. Alleen de terracotta rotsen, de oranje platteau’s van plakken steen, de cactussen en ander groen. Hier kom ik echt tot rust. En hier zou ik best wel kunnen blijven zitten tot de avond valt en er vast weer andere dieren uit hun holen komen gekropen.  

    19-08-2013, 00:00 geschreven door Annemie Dufromont  


    18-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Go West dag 15 - 17 augustus : spannend in Bryce Canyon

    Dag 15, 17 augustus : Avontuur in Bryce Canyon

    We spelen een spel vandaag J

    En we hebben nodig : een nationaal natuurpark, een fototoestel en een koppel goeie ogen

    Check, het natuurpark is vandaag Bryce Canyon, fototoestel en een koppel lenzen zijn in de aanslag (Marjolein is vaak de fotograaf van ons gezelschap) en de ogen hebben we ook niet in onze zakken.

    Ik geef de opdracht om minstens zeven wilde dieren te vinden. Dat moet haalbaar zijn, want er zitten Arenden, Prairiehonden en bergleeuwen in dit park. Iedereen bijt zicht vast in de uitdaging. Terwijl Bryce Canyon zelf natuurlijk ook een bijou is. Maar er hangt onweer in de lucht en we hopen dat we toch nog een stuk in de Canyon kunnen zien.

    We trekken eerst een stuk met de auto tot op het einde van de Canyon en blijven onderweg hangen voor de verzichten. Bij de natuurlijke boog, gilt iedereen spontaan ‘wow’. De volledige Canyon is van bovenuit indrukwekkend. De terracotta kleuren gaan over van donker oranje, naar zalmroze, over lichtgeel en wit. De gesteenten zijn uitgesleten in lagen en wat overblijft zijn kunstwerken die alleen moeder natuur kan bouwen (merk je het dat ik al een beetje onder invloed ben van de indianengemeenschap waarin we terecht zijn gekomen?);
    Het valt ook op dat haast iedereen beroert wordt door wat ze zien. Jonge koppels vallen mekaar van pure emotie spontaan in de armen en beginnen te zoenen. Dat zag ik ook al in Death Valley gebeuren. Of hoe een brok onversneden natuur een mens zo van zijn sokken kan blazen.

    Er hangt nog steeds onweer in de lucht. Die begint ineens los te barsten. Regen, hagel, bliksem, donder. Het is echt te gevaarlijk om nog op een hoog punt de canyon te bewonderen. Dus nemen we eerst onze picnic (min of meer beschut) en hopen dat de zon weer zal stralen daarna. Maar dat is niet zo.

    Het mooie van de canyon kunnen we echt niet laten liggen, dus trekken we trui en regenjas aan (even een zoektocht in de valiezen) en kiezen we even later toch voor een tocht naar beneden in de Canyon. We gaan zelfs voor de Navajoloop die omschreven staat als ‘toch-iets-lastiger’. De doortocht fascineert ons zodanig dat we er even niet aan willen denken dat er ook nog een klim volgt. De foto’s volgen elkaar op in hetzelfde tempo als de wisselende beelden die we tegenkomen. Op onze weg valt meteen op hoe broos de gesteenten wel zijn. Zelfs met de hand kunnen we stukken afbrokkelen. Het lijkt een beetje op klei die bijna droog is. Terwijl we blijven dalen en kronkelen door de canyon, blijft het regenen, donderen en bliksemen. Als extra animatie kan dat wel tellen. We moeten zelfs heel even schuilen als er teveel water naar beneden komt.

    De regen verandert ook het pad, merken we ineens aan de wandelaars die uit de andere richting komen. Een aantal mannen hebben met de kleigrond, die nu zacht is geworden, oranje strepen op hun gezicht gezet, als Indianen. Hun voeten hebben een modderig oranje rand.

    Het duurt niet echt lang eer onze voeten er net zo modderig uitzien. Het pad gaat intussen terug naar boven en we stapglijden onze weg kleverig verder. Een sportieve uitdaging die we allemaal heel erg tof vonden. Bryce Canyon krijgt van ons allemaal een sterretje.

    ’s Avonds gaan we eten bij een Mexicaan (tja, waarom ook niet) in het stadje Kanab. Een verassend Hollywoodstadje waar het thema cowboy en Indiaan breed uitgesmeerd wordt.

    Onze eindbestemming ligt in Page, waar we ontdekken dat de supermarkt hier dag en nacht open is. Om iets van alcohol te mogen kopen moest iedereen onder de leeftijd van 40 jaar zijn paspoort tonen. Filiep hoopt alleszins nog dat de kassière  zijn paspoort zal vragen. Ze twijfelt wel even , maar doet het niet ;-).

     


    18-08-2013, 00:00 geschreven door Annemie Dufromont  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Go west : dag 14, 16 augustus : byby Nevada, Hello Arizona en Utah
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik had het Marjolein en Ewout beloofd.
    Heel simpel hoor.
    Gewoon eens op tijd op onze slaapstek aan te komen
    om rustig van alles te genieten
    en ook tijd te hebben om te eten.
    Gisteren was het net even anders,
    Het was al heel laat tegen de tijd dat we er konden over nadenken om aan tafel te gaan
    We hebben natuurlijk al wel lekker getafeld, van Koreaans, naar Italiaans.....
    lekkere dinges allemaal.
    Gisterenavond stond er, wegens gebrek aan iets anders (echt waar), burger op de menu 
    voor mij alleszins een once-in-a-life-time-experience.

    Dus vertrokken we vanuit het hotel met de allure van Vegas.
    Een vreemde slaapstek echt waar, we gingen ontbijten en moesten door de goktent tot bij het restaurant.
    Er zaten al (of nog?) mensen aan de toestellen, helemaal gehypnotiseerd.
    Na het ontbijt zaten ze nog net identiek zo in dezelfde houding.
    Alleen een wijsvinger bewoog op de knoppen.
    We waren het er allemaal over eens,
    dit is een soort moderne vorm van bejaardentehuis, toch op deze plek.

    In Vegas haalden we onze lunch en konden alvast al eens proeven van wat de voorstad aan 'must-have-dingen' heeft te bieden (zie ook foto).

    Na Vegas (ook al eens leuk om al een eerste blik te werpen op de strip)
    mocht ik Nevada uitrijden en Arizona en Utah binnenrijden, met steeds weer wisselende decors, van woestijn naar groene stukken en verder rood/oranje bergen. We zullen in deze staten nog mogen voelen dat het uur heel erg wisselend is. In principe komen we nu in een andere tijdzone terecht, een uur dichter bij Europa, dus tellen we vanavond een uur bij. Maar in de indianen reservaten houden ze dan weer het uur van Californië omdat ze het zomeruur niet gebruiken. Dus is het niet zozeer de vraag 'Hoe laat is het nu?', maar 'zitten we bij de Indianen of niet?' 

    Tijdens de verdere rit naar Bryce Canyon (als ik niet meer aan het stuur zit uiteraard) specialiseer ik me nog in het 'uit de auto fotograferen van vrachtwagens'.
    Heel erg boeiend allemaal.

    En we konden eindelijk eens rustig toekomen in onze kamer.

    Het was een doorreisdag dus naar Bryce Canyon en we lieten Zion park vallen
    Maar iedereen was supercontent

    liefs 

    18-08-2013, 00:00 geschreven door Annemie Dufromont  


    16-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Go West dag 13, 15 augustus : van Mono Lake naar Death Valley

    Vandaag starten we de dag met een ontbijtje op ons terras met zicht op Mono Lake. Qua eten hebben we al veel gehad maar dit nog niet. De variatie is nooit ver weg hier op reis.

    We zijn van plan om toch het meer eens van dichtbij te gaan bekijken en we kunnen het onszelf gemakkelijk maken door de auto te parkeren dichtbij en zo een minuut of zo naar het meer te stappen om daar de wonderlijke witte constructies uit een soort kalksteen te bewonderen. Maar we gaan voor een avontuurlijker tocht (een uur of meer, ik heb geen benul van tijd zonder uurwerk) door vanuit het bezoekerscentrum helemaal naar beneden te lopen, door de droge bolvormige struiken. Er loopt geen pad naar toe, dus mag Ewout voor spoorzoeker spelen.

    Maar we geraken er, weliswaar redelijk dorstig allemaal (de zond gloeit). We ontdekten intussen ook heel mooie flora, al is die in de hete zomerzon niet zo uitbundig aanwezig. En door die extra moeite die we deden, is het een beloning om aan het meer te geraken. De meeuwen en andere watervogels zoeken er hun lunch de witte bouwsels die in en uit het water staan geven het geheel iets feeëriek. Die Tupa's stonden vroeger in het water, maar in nog geen eeuw tijd is dat waterpeil van het meer met twaalf meter gedaald, zodat ze daardoor nu boven water uitkomen of zelfs op de oever staan. In het water waden met blote voeten is er trouwens niet bij, want er stijgt een  bijzondere geur uit het water op. Bovendien hebben we de zwermen kleine vliegjes aan de oever, liever niet aan onze voeten hangen.

    Daarna gaat onze tocht verder naar Death Valley. Dé plek waar goudzoekers vroeger en zelfs recent nog een koppel Nederlanders, doodvielen van de warmte. Zeg nu zelf, wie wil hiernaar afzakken? Naar de plek waar de heetste temperatuur op aarde is gemeten (57)C)

    Ik durf bekennen, voor de reis had ik niet veel trek om in deze plek door te trekken, maar de vallei ligt toevallig wel op de route die we nemen en andere reizigers waren vol lof.

    We hadden het plan om net voor Death Valley nog even te picniccen aan een groot meer. Een goed idee toch? Onder een boom, bij een bankje aan het water. Onze voeten intussen wassen, want die slaan wit uit van mono lake.

    Het dorp bij het meer ziet er heel erg verlaten uit als we toekomen, een beetje creepy zelfs. Een kruising tussen een verlaten camping met Caravans en een stort voor wagens. Een meer is zelfs niet meer te vinden. Alleen een opgehangen surfbord waarop de letters bijna zijn weggesleten, doet vermoeden dat hier vroeger inderdaad een prachtige plas water moet hebben gelegen.   Toch heeft ook deze verroeste plek, die verlaten lijkt, zijn charme. Alle verlaten wagens, huizen, stukken straat hebben hun verhaal te vertellen, waar wij alleen maar kunnen naar raden.

    Het begint intussen al aardig op te warmen, we halen 40°C. En het zal nog warmer worden.

    Als we Death Valley binnenrijden, bedenken we nog dat een kenner deze vallei omschreef als ‘een hele hoop niets’. Toch doen we er een knappe vijf uur over om 180 km door de vallei te rijden. Deze plek is meer dan 7000 km² groot, dus we doorkruisen alleen van west naar oost (het korte stuk) Er is dus wel een heleboel te zien en we stappen vaak uit de auto. Intussen loopt de temperatuur nog op. Toch houden we voor onszelf een tijdje vol dat het allemaal wel meevalt, er is zelf een beetje (warme) wind.

    Op een piekmoment halen we 50°C en dan heeft uitstappen inderdaad iets van een sauna binnenstappen.

    Toch blijft deze plek heel erg wonderlijk doordat je op de bergen rondom de verschillende kleuren van aardlagen kan zien. Ook het dal verandert steeds van uitzicht tijdens onze route. We zien zandstormen in de verte en tussen de droge bolvormige struiken staan creaties die van ver op grote cactussen lijken maar toch een soort van palmboom blijken te zijn. We verwachten elk moment een gier te zien overvliegen.
    Tegen de avond bereiken we Badwater. Vertaal dat woord maar letterlijk ‘slecht water’. De paarden van de goudzoekers die hier kwamen drinken, lang geleden, vielen meteen dood. Deze witte vlakte, 80 m onder het zeeniveau, krijgt nog iets extra speciaals doordat de zon de bergen begint te raken. Onze schaduwen worden superlang. Hier ligt verwonderlijk nog wel een plasje water. Hier en daar graven toeristen zelfs naar het grondwater. 

    Even later komen we aan Zabriskie’s point als de zon zijn ondergang achter de bergen echt is begonnen. Het is intussen al laat geworden, maar we kunnen niet anders dan hier ook te stoppen om te bewonderen, omdat per minuut de kleuren rondom veranderen door de zonsondergang. De bergen kleuren van geel, naar oranje, naar rood en donkerpaars. Bij het vallen van de avond ontmoeten we de kleine woestijnvos die nu bij het koeler worden, zijn hol uitkomt. Ik durf bekennen dat ik hier graag nog eens terug zou komen, misschien in een ander seizoen en ook om andere stukken te ontdekken.

     


    16-08-2013, 00:00 geschreven door Annemie Dufromont  


    Foto

    Mailinglijst

    Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.



    Foto

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Foto

    Laatste commentaren
  • Mooi (Jan)
        op De koningen brengen voor 2015 meer mee dan goud, wierook en mirre
  • Fantastisch (tine)
        op Laplandavonturen, (going North) en toch hebben we warme voeten
  • Mooi (Lieve)
        op En toch hebben we warme voeten (eerste versie)
  • vakantie (Marijke Devisch)
        op Go West dag 15 - 17 augustus : spannend in Bryce Canyon
  • vakantie (Marijke Devisch)
        op Go West dag 15 - 17 augustus : spannend in Bryce Canyon
  • fijn om jullie blog te volgen (helga)
        op Go west : Dag 3 - 5 augustus : downtown New York
  • Prettig verlof (Chifa)
        op Go west 3 : Nog thuis....Anna bakt koekjes voor...
  • Maan (Claude Delrue)
        op Maan
  • Les Vosges 6 juli (Claude Delrue)
        op Les Vosges 6 juli
  • Vakantiegroeten vanuit de Vogezen (Claude Delrue)
        op vakantiegroeten vanuit de Vogezen

  • E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Categorieën
  • Go west - rondreis USA 2013 (5)

  • Archief per week
  • 13/07-19/07 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 17/11-23/11 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs