Freelance.nl deze blog is de marktplaats van Nederland! Met meer dan 235.000 gebruikers en 17.000 (en groeiend aantal) bezoeken per dag de grootste website voor zelfstandige ZZP-ers/ondernemers en werkzoekenden.. Plaats Uw Profiel /bedrijf>>
Laatste commentaren
Dropbox
Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.
Nederland heeft een deel van zijn jeugd verloren. En dat door het overlijden van een bejaarde. Simon Vinkenoog overleed in de nacht van 11 op 12 juli 2009, tachtig jaar oud, aan een hersenbloeding. Een maand eerder was bij hem een deel van zijn rechterbeen geamputeerd. Maar zelfs dat deed hem zijn moed en uitbundige optimisme niet verliezen: op zijn website (zie onderaan bij de links) is hij op 7 juli nog stralend te zien in een ziekenhuisbed.
Dichter en performer
Bij velen is Vinkenoog bekend als prototype van hippie, hasjroker en dichter. Weinigen zullen een regel van hem kunnen citeren. Geen van zijn gedichten werd echt bekend, laat staan klassiek of ‘tijdloos’. Of dit erg is of niet is misschien niet eens zozeer de vraag. Het onderstreept alleen maar Vinkenoogs onmiskenbare kwaliteiten als performer, als persoonlijkheid, als gangmaker, stimulator en initiatiefnemer. Dat was hij namelijk vanaf het prille begin van zijn carrière en hij is dat tot op het laatst gebleven.
In Parijs van 1948-1956
Simon Vinkenoog werd geboren in 1928. Hij was van eenvoudige komaf, zijn jeugd was armoedig en chaotisch, ook al omdat Simons ouders uit elkaar gingen toen hij nog heel jong was. In 1944 rondde hij de MULO af, waarna hij twee jaar werkte bij uitgeverij Querido. In 1948 vetrok hij naar Parijs, waar hij een baantje vond als documentalist bij de UNESCO. Samen met Rudy Kousbroek, Remco Campert, Lucebert, Karel Appel, Hugo Claus en nog enkele passanten vormde hij in Parijs een Nederlandse poëtische enclave met een grote reputatie. Verschillende schrijvers, onder wie Vinkenoog, hebben hun herinneringen aan die tijd vastgelegd en gepubliceerd.
Atonaal uit 1951
Van groot belang voor de dichtersgroep ‘de Vijftigers’ was de publicatie van de door Simon Vinkenoog samengestelde bloemlezing Atonaal. Hierin werd een soort tableau delatroupe gepresenteerd van moderne Nederlandse dichters, die qua woordkeus, versvorm en thematiek verwant waren. Het waren niet alleen jongeren - denk aan Hanlo (1912-1969) - en iemand als Lodeizen (1924-1950) was toen zelfs al overleden. Voor veel lezers was de kennismaking met Atonaal een schok, maar het bezorgde de Vijftigers een plaats in het literaire landschap. Vooral bij jeugdige poëzieliefhebbers sloeg Atonaal aan. Het betekende bovendien een nieuw geluid, na de meer traditionele poëzie waarmee jongeren op school nog werden geconfronteerd, zoals van Kloos, Marsman en Roland Holst.
Vrijheid blijheid
In de loop der jaren publiceerde Vinkenoog tientallen boeken: poëzie, proza, essays, vertalingen en overzichtswerken. Hij ontpopte zich in de jaren zestig tot goeroe van het verrukte levensgevoel. Onder invloed van oosterse filosofen en vooral marihuana verkondigde Vinkenoog zijn poëtische boodschap van kosmische samenhang, bewustwording en bevrijding. Als gevolg hiervan werd hij als schrijver allengs minder serieus genomen, zonder dat Vinkenoog daar merkbaar last van had, overigens. Ter gelegenheid van Vinkenoogs tachtigste verjaardag verscheen in 2008 zijn Verzameldegedichten, meer dan 1200 pagina’s dik.
Literair personage
Vinkenoogs opvallende persoonlijkheid werd ook zelf enkele keren literair vereeuwigd. In IkJanCremer figureert Vinkenoog meermalen, steevast smalend aangeduid als ‘ongebakken deegsliert’. Even onvergetelijk, maar heel wat aansprekender, is Vinkenoogs optreden in het verhaal ‘Alledagen feest’, van Remco Campert. Daarin figureert Simon Vinkenoog onder de naam Otto Ombach: “… een lange, nerveuze blonde jongeman, hij was er beroemd om, dat hij achter elkaar alle door de wereldorganisatie benoemde commissies op kon noemen. Het waren er meer dan 900 …”.
Oprechtheid van een stem
In 1963 verscheen, mede onder redactie van Simon Vinkenoog, een overzicht van 26 Nederlandse en Vlaamse schrijvers onder de titel Boekjeopen. Daarin wordt Vinkenoog gekarakteriseerd als “een onhandige, vitale, meelevende en mee-delende persoonlijkheid, die probeert één ding voorop te stellen: de eerlijkheid van een stem, die kan óverslaan en stamelen, maar aan de oprechtheid waarvan niemand zal kunnen twijfelen.” Bijna vijftig jaar later hebben deze woorden niets van hun betekenis verloren. Alleen die stem is voorgoed tot zwijgen gekomen.
Simon Vinkenoog debuteerde met de bundel Wondkoorts in 1950 op 22-jarige leeftijd. De bundel was geschreven onder invloed van zijn turbulent leven in Parijs en zijn ontmoetingen met beeldhouwers en diverse schilders. Vinkenoog verzette zich tegen het moralisme en het conformisme dat Nederland destijds tekende. De motto's van de bundel werden ontleend aan Paul Eluard ('Si je m'endors, c'est pour ne plus rêver') en van Georges Bataille ('La nudité n'est que la mort et les plus tendres baisers ont un arrière-goût de rat'). De bundel werd opgedragen aan Judic en Barabbas en het eerste gedicht ('Judic') begint als volgt:
god neem uit mijn hoofd deze duizeling weg wanneer ik aan haar denk want wat is mij de liefde waard en wat is het leven zonder haat?
mijn god die deze stad hebt vergeten tracht niet anders aan mij te denken dan hatend (p. 5)
Steeds komt haat boven. Vooral als wordt gesproken over Amsterdam in relatie tot Parijs, in Nederland, vooral in verband met Amsterdam zijn haat en dood als thema's sterk aanwezig.
waar ik geboren ben waar ik mijn vlag heb hangen daar is het leven dood (p. 8)
Zelfs in de liefde is de haat present, aangevuld met pijn: 'de pijn van de vrijheid'.
de dood is de man die naast je ligt je lippen kust en huivert dood is je adem de kleur van je haar waardoor mijn hand dit gif heeft gewreven:
liefde slavernij het haten (p. 14)
In deze eerste bundel zijn dood, bloed, pijn, eenzaamheid, angst en schrik prominent aanwezig. En ook vuur, brand, brandend water, donder, bliksem, wraak, schaduwen. Er wordt gestorven in huizen, in tuinen, in dromen en op een aanloopplank. Het gedicht 'Ticino' begint als volgt:
ik heb mijn haat in de lente ontdekt de hartebloesems van mijn bloed - mijn gevoelens - zijn door haat bevlekt slijm sperma gal: het is zo zoet als een rat in de val gedreven dit ongewijde bloed te spuwen (p. 25)
In het gedicht 'Georges Braque' worden de doden opgeroepen. Zij omringen ons, zegt Vinkenoog, maar tevergeefs, ze gaan schoorvoetend langs en laten hun kleur na: grijs en grijstinten:
o vormen die een mens moet haten o grijze daden in een vreemd beheer - (p. 30)
In het gedicht 'Joan Miró' komen de fellere kleuren uit het werk van deze Spaanse schilder aan de orde:
het vergeten borstenpaar dat aan de lijsten rukt verandert kleur: geel grijs geel zwart hoe rood is het hart en hoe miró (p. 31)
Over zijn poëzie-opvatting doet Vinkenoog zijn zegje in het laatste gedicht uit deze bundel:
ik kan in mijn verzen andreus niet dulden noch de adem van lodeizen
ik eis voor eigen spraakgebrek een eigen keuze een eigen god: haat (p. 36)
Enkele jaren later (in 1955) zou Vinkenoog met Hans Andreus samen de bundel Tweespraak uitgeven, een dialoog in versvorm: gedichten van Vinkenoog op de linkerpagina en rechts die van Andreus.
In de daarop volgende bundels werd het thema haat minder belangrijk. Wel waren er nog veel ongenoegens over de wereld en de geschiedenis. In de bundel Heren Zeventien (1953) reageerde Vinkenoog bijvoorbeeld verontrust op de inpolderingsdrang van de minister van Verkeer en Waterstaat en op de vroegere kolonisering door de VOC, waarnaar de titel van de bundel verwees.
Zwarten in naakte lagen op het dek opeengetast, met kruit en speelgoed van karton vanuit het land Tevoorschijn getrokken geboeid en tussen de behoeften van de overtocht en eten, drinken en liggen liggend (p. 16)
En:
In een dauwen morgen op een revolutiebed van vliegmachines op te staan met de hese kreet van kolonialen en het laden der automatische geweren
om het einde van een beschaving die een god met vergiffenis bracht,
de britse kruidnagelgongslag verloren gegaan (p. 19)
De gedichten waren nu meer gericht op universele menselijke angsten dan op de particuliere angst van de schrijver.
De angst die regelmatig in termijnen werd betaald en nooit werd verworven. (p. 37)
De bundel Lessen uit de nieuwe school van taboes en andere gedichten (1955) nam als thema het doorbreken, of beter, aan de orde stellen van tabloes. Het was een zoektocht, onder andere naar identiteit. Conformisme werd aan de kaak gesteld. De gedichten van Vinkenoog lagen dicht tegen de dagelijkse realiteit aan. Hij beschreef herkenbare ontmoetingen met bekende personen, refereerde aan gesprekken, hield redevoeringen:
Ik geef gedachten prijs zoetvloeiend als bloed daarboven Grijs de handen die mij niet meer toebehoren grijs het huis dat in mij huishoudt (p. 7)
Het dichterschap en het leven zijn aanleiding tot twijfel:
Het heeft lang geduurd Nu is het zover Ik ben vijfentwintig jaar Anderen stierven van verdriet Nog anderen léven, vrienden die jonger zijn dan ik, of ouder, met zoons die heten: Brecht Ezra Gommert.
Ook ik ontwikkel beelden in het duister ik noem ze Robert-die-niet-rijdt-op-mijn-schouder (p. 9)
De zoon uit het eerste huwelijk van Vinkenoog heette Robert en woonde destijds bij zijn moeder. De scheiding van zijn eerste vrouw speelde ook op andere plaatsen in de bundel een rol:
Opgehoopt gescheiden en elkander zijn met huizen straten en mensen ertussen en alles tezelfdertijd gezegd (p. 17)
In 'Triptiek' komt het weifelen naar voren.
Als ik zou leven zonder ledematen, zou dan muziek mij bij de haren tillen, hoog boven de wereld uit, een gestadige toename van geluid? (p. 32)
Het gedicht gaat over vrouwen, zaad, kinderen en de schuldvraag.
Ook gij? Ik volg verhalen met het bloedend mes onzekerheid, ik tuimelwaarts en luchtig kussend (p. 34)
De lezer dient iets van de dichter te vinden, hem desnoods te vervloeken, als er maar een reactie komt:
- Twijfel aan de waarheid van de dichter Roem of vloek hem Maar bézig hem. Doe hem haten om de haat Maaar veroorzaak hem die ontrafelt de draad en adem blaast in de daad - (p. 41)
In Enkele reis Nederland (1957) zijn slechts enkele gedichten opgenomen, die veelal handelen over bloed, vlees, schuld en straf. De haat is nu helemaal uit het vizier verdwenen.
Geld zou helpen, om reizen te maken, vrouwen te beminnen, autoos of boten of een eiland te kopen, lessen te nemen ontbering ontberen om bloedwraak te zweren - poëtische pleisters op poëtische wonden -
Maar geld en weerzin, haat en helderheid ontbreken. (p. 8)
1975-heden: "Ik leg een knoop in mijn oor"
Voor de bundel Mij best: gedichten 1971-1975 uit 1976 (opgedragen aan Barbara, 'deelgenote') selecteerde Vinkenoog verschillende motto's, ontleend aan Alexander Pope, Nikos Kanzantzakis en Herbert Marcuse. Het gedicht 'Waterpaswoorden en zegenend vuur' kreeg een motto mee van Swami Vivekananda: 'mens, o mens, indien gij God zoekt, zal de mensheid behouden blijven; indien gij God vergeet, zal de mensheid ten onder gaan'. In deze periode hield Vinkenoog zich bezig met spirituele zaken. Zijn poëzie veranderde van toon. Vinkenoog probeerde het goddelijke te verwoorden: ademhalen, dansen en zingen. De schepping werd beschreven: hoe het was in den beginne.
Voor het licht werd. Voor de schaduwen vielen. Voor het geraaskal begon. Toen de taal nog een mens was. (p. 60)
De gedichten werden bezwerender van aard en richtten zich steeds meer op gevoel en bewustwording. Ook werden ze langer. Een typerend gedicht is bijvoorbeeld 'De kunst van het sterven', dat zes pagina's in beslag nam.
Nu wacht je af, let op: laat die stemmen verstommen, de bezige gedachten, de waaiende wensen, de buitenste stromen.
Nu stroom je naar binnen toe open. Open, niet sluiten - voorzichtig: bij elke stap (p. 57)
Het kleine boek Made in Limburg (1978) bevat één lang gedicht geschreven voor de opening van de tentoonstelling van twee kunstenaars. Er staan een aantal strofen in die illustratief zijn voor het steeds opnieuw beginnen van de kunstenaar/dichter.
Ik leg een knoop in mijn oor en vergeet wat ik weet: een onbeschreven blad waar de tijd geen vat op heeft. (p. 5)
Daarnaast komt de eeuwige zoektocht naar voren.
vanaf het begin opnieuw te ontsluiten
openbreken openhouwen openbaren (p. 7)
De uitgave Jack Kerouac in AM*DAM (1979) is een acrostichon of naamdicht. De beginletters van de strofen vormen samen de naam Jack Kerouac. Het gedicht is in 1979 voorgedragen door Vinkenoog in de Melkweg te Amsterdam tijdens het festival 'One World Poetry P'79'. Jack Kerouac (1922-1969) is de Amerikaanse schrijver van het boek On the road (1957) dat door de beat- en hippiegeneratie werd beschouwd als een soort bijbel met richtlijnen voor het moderne leven. Vrijheid en de zoektocht naar het eigene, soms te vinden in andere culturen, stonden daarbij centraal.
Poolshoogte: 1978-1980 uit 1981 was een tweetalige bundel: de Nederlandse gedichten gingen vergezeld van Engelse vertalingen.
Druk werk. Licht valt. Open baar.
Printed matter. Light gives. Openly. (p. 5)
De Maandagavondgedichten (1985) werden in keerdruk uitgegeven met gedichten van Hans Dankers. Vinkenoog publiceerde daarin een nieuwe reeks gedichten die deden wat hij van gedichten verlangde: ze zuchtten hardop, gilden, huilden, fluisterden en deden soms alsof alles verkeerd was.
Hij weet. Van niets. Hij zegt, denkt, hoeft niets, ga maar, beweegt hij, doordring maar probeer maar a en o en e iedereen mee (p. 14)
De dichter blijft zichzelf serieus nemen.
Luisterend naar mezelf en de stemmen van anderen geheel mijzelf alleen in een spiegel zo diep als elk ander oppervlak
Verrukt van woorden onder druk van woorden (p. 27)
Op het eerste gehoor (1988) verscheen bij uitgeverij De Beuk. Deze bundel benadrukte opnieuw het orale karakter van poëzie. Er stond onder andere een ode in aan jazzpianist Keith Jarret. Met name het Köln-concert, een opname van diens concert in Keulen die iedere zichzelf respecterende jazz- en popliefhebber in die tijd kende, werd door Vinkenoog naar voren gehaald.
Parelend op de rand van stilte ligt de wereld gebed in muziek, verrast door onverwacht ontmoeten, zoekend zich een weg. (p. 26)
Volgens de dichter werd er geen prijs gesteld op 'ware woorden', hij kon niets anders dan gedichten vinden:
Winkelend naar ware woorden vond ik niets dan gedichten.
Hebt u geen andere, zei ik, teleurgesteld. (p. 27)
De bundel Het hoogste woord kwam uit in 1996 en werd samengesteld en ingeleid door Coen de Jonge. Het was een bloemlezing uit het werk van Vinkenoog, maar de meeste gedichten werden niet eerder gepubliceerd. Wel waren ze al vaak op het podium uitgesproken door de dichter zelf. In het gedicht Amsterdam riep Vinkenoog op tot genieten. Hij citeerde daarbij een compositie van Henri Purcell:
Geniet, geniet, geniet. Rejoyce, rejoyce, rejoyce. Jouir: genieten en klaarkomen, klaar met je leven (p. 73)
Uit 'Nieuws 1990':
Nog nooit is het nieuws zozeer jouw nieuws geweest, jouw bloedeigen leven op deze planeet, te weten wat je doet - aan al wat leeft een oprechte groet. (p. 83)
In 1998 verscheen Vreugdevuur, een combinatie van tekeningen en gedichten van Vinkenoog, samengesteld door Coen de Jonge. Muziek en ritme speelden vaak een rol in de gedichten van Vinkenoog, zo ook in het gedicht 'Impromptu'.
Weerloos van de muziek liet ik mij strelen het eerste lucide orgasme (p. 17)
Zijn idolen bezong hij uit volle borst. De fans kwamen ook aan bod deze keer, in de winter nog wel:
Blauwbekkend koukleumend staan ze voor het Amstelhotel
de fans en groupies stampvoetend verjagen ze de kou
wachtend op een oogopslag (p. 27)
Er is niet alleen gejuich, er is ook afscheid, zoals in het gedicht 'Groet'
In de pijnkamer van onthechting overgave deint en dreint (p. 41)
De bundel De ware Adam (2000) droeg als ondertitel 'gedichten rond de eeuwwisseling' en werd opnieuw samengesteld door Coen de Jonge. Het betreft niet eerder gepubliceerde gedichten die werden gemaakt ter gelegenheid van tentoonstellingen, als eerbetoon of voor een speciale gelegenheid. De bundel opende met een terugblik op de eeuw.
dichter van de afscheidsgroet dichter van de levende adem uitje voor scholieren gesprekspartner voor verslaafden en gedetineerden (p. 9)
Werd Amsterdam in de eerste bundel van Vinkenoog nog afgeschilderd als een vreselijke plek, een oord voor de dood, aan het einde van de twintigste eeuw bezag hij de stad met meer genade:
Soms hangt alles zo roerloos en bloot zichzelf te wezen, dat je erbij moet zijn geweest om er meer van te willen weten. (p. 13)
Vinkenoog sprak zich krachtig uit over de met sluiting bedreigde kunstenaarskolonie in de omgeving van Amsterdam, Ruigoord:
Het oordeelt niet. Het ziet. Het wordt uit de lucht gegrepen, om ooit weer ter aarde worden besteld. Het vuur heeft het nakijken, en het water is al eeuwen geleden bedwongen (p. 15)
In het gedicht 'Café Eylders, juli 1950', een café gesitueerd nabij het Leidse Plein in Amsterdam, spreekt hij over collega schrijver Remco Campert.
Hij stelde me aan zijn vriend Rudy voor: ze droegen beiden identieke rode jasjes
Rudy is generatiegenoot en collega schrijver Rudy Kousbroek.
Later schreef hij hilarisch over mijn werk bij de Unesco en gaf me een rol in Tjeempie (p. 21)
Tjeempie was de titel van een vrijmoedige persiflage op het kunstenaarsbestaan waarin Campert de seksuele escapades van een meisje met allerlei auteurs beschreef. Vinkenoog besteedde in deze gedichten ook aandacht aan andere collega's: hij schreef over De Duivelsverzen van Salmon Rushdie en over schrijver Adriaan Morriën. Langzaam sloop er meer stilte en rust in Vinkenoogs poëzie, alsof na het de strijd een moment van terugblikken is aangebroken:
Vogelvlucht leven. Geen zout meer op mijn staart. (p. 37)
WIETAMBASSADEUR OVERLEDEN Simon Vinkenoog Schrijver (proza en poëzie), levenskunstenaar en filosoof Omdat hij in tv-programma's en op foto's vaak te zien was met een joint, kreeg hij de toenaam "wietambassadeur" Zesmaal gehuwd Simon is 81ste Geworden
Al wat beweegt zal in beweging blijven Erop en/of eronder: een keus is er niet Niets dat beklijft en alles zal verdwijnen Je leven een vuurwerk … of niet
Chronologie
1928
Geboren in Amsterdam (18 juli)
1934
Ouders scheiden, Vinkenoog (enigst kind) toegewezen aan zijn moeder
1944
Behaalt 4-jarig MULO-diploma; eerste bediende bij uitgeverij Querido
1946
Trouwt (voor de eerste keer)
1947
Zoon Robert geboren
1948
Trouwt met tweede echtgenote Judith Chrispijn; vertrekt naar Parijs; leert beeldhouwers Tajiri en Zadkine kennen, evenals Corneille, Appel en Claus; poseert voor Zadkine
1949
Werkt bij Unesco als pakknecht en later als 'special request documents officer'
1950
Schrijft 'Brieven uit Parijs' ten behoeve van Ad Interim, Litterair paspoort en De gids; publiceert gedichten in Podium; publiceert gesprekken met Franse schrijvers in Litterair paspoort en schrijft een artikel in De gids over Jean Genet; zijn eenmanstijdschrift Blurb verschijnt (tot 1951); debuteert met dichtbundel Wondkoorts; intensieve correspondentie met Paul Rodenko, Jan Hanlo en Ad ten Besten
1951
Stelt op verzoek van uitgever A.A.M. Stols bloemlezing Atonaal samen, waaruit de 'Beweging van Vijftig' (De Vijftigers) ontstaat; verhuist diverse malen binnen Parijs en ontmoet zijn derde echtgenote Ferdy
1954
Debuteert als romanschrijver (Zolang te water)
1956
Keert terug naar Amsterdam
1957
Houdt een serie interviews voor De Haagse post; werkt als assistent ter hoofdredactie bij De Haagse post; ontmoet de beatschrijvers Allen Ginsberg, Gregory Corso en Peter Orlovsky
1958
Maakt een televisiedocumentaire voor de VPRO (De taal van de machine)
1959
Maakt kennis met LSD tijdens medisch experiment in Wilhelminagasthuis
1960
Neemt een elpee op met gesproken poëzie (Stem uit de groef)
1961
Maakt een serie literaire radioprogramma's voor de VPRO (Het woord betrapt); verlaat De Haagse post en vestigt zich als zelfstandig schrijver
1962
Stelt met Armando en Hans Sleutelaar voor het tijdschrift Gard-Sivik het speciaal themanummer 'Taboes' samen; trekt zich drie maanden terug op Ibiza en organiseert na terugkeer de happening 'Open het graf' (als reactie op 'Open het dorp')
1963
Schrijft teksten bij litho's van Constant, New Babylon; organiseert serie Jazz & Poetry avonden in de Amsterdamse jazzclub Sheherezade; publiceert biografie van de schilder Karel Appel; richt het tijdschrift Kunst van nu op
1964
Wordt voorwaardelijk veroordeeld voor bezit van 0,16 gram marihuana
1965
Publiceert , een 'biecht-dagboek-essay-gedicht-betoog-autobiografie-journalistiek-mystiek'; treedt op bij de Wholly Communion, een poëzieavond in de Royal Albert Hall in Londen (8.000 bezoekers); schrijft mee aan een filmscript in Turkije (niet gerealiseerd); vertaalt de roman Toxique van Francoise Sagan in het Nederlands; detentie in huis van bewaring Utrecht wegens marihuanabezit; presenteert driedaagse manifestatie in Brussel (Poëzie in het Paleis)
1966
Organiseert Poëzie in Carré, een poëzie-avond met 26 dichters; stelt een dubbelnummer samen over avant-gardistische kunst voor het tijdschrift Randstad ('Manifesten & manifestaties'); initiatiefnemer Nederlandse Sigmavereniging (voorloper van huidige Paradiso) in Amsterdam voor toneel-, dans- en muziekworkshops, lezingen en poëzie voordrachten (in 1967 gesloten)
1967
Vult dubbelnummer van het tijdschrift Maatstaf ('LSD-25'), met artikelen over psychedelische ervaringen
1968
Redacteur tijdschrift Bres
1985
Jurylid George-Orwell-Globe-Literatuurprijs
1986
Ontvangt de G.H. 's-Gravesande-Prijs voor 'zijn stimulerende activiteiten op het terrein van de literatuur, in het bijzonder van de poëzie'
1993
Ontvangt Johnny van Doorn-Prijs voor de gesproken letteren voor 'zijn benadering van literatuur waarbij het experiment een centrale rol vervult'
1994
Jurylid C.Buddingh'-Prijs voor nieuwe Nederlandse poëzie
1996
Jurylid Geertjan Lubberhuizen-Prijs
1998
Vast jurylid van de Poetry Slam in Amsterdam1999 Jurylid Johnny van Doorn-Prijs voor de gesproken letteren
2004
Nadat Gerrit Komrij besluit terug te treden als Dichter des Vaderlands wordt Vinkenoog tijdens een internetverkiezing namens Rottend Staal gekozen om de honneurs waar te nemen tot januari 2005
2008
Publicatie van verzamelde gedichten 1948-2008 (Vinkenoog verzameld)
Overlijdt aan de gevolgen van een hersenbloeding (12 juli 2009)
Gedichten
Wondkoorts / Simon Vinkenoog Amsterdam: Holland, 1950. - 36 p.
Driehoogballade / Simon Vinkenoog Parijs: [s.n., 1950]. - 4 p. [Bibliofiele uitgave met tekeningen van Corneille].
Land zonder nacht: gedichten / Simon Vinkenoog Amsterdam: Querido, 1952. - 44 p.
Heren Zeventien: proeve van waarneming / Simon Vinkenoog Amsterdam: De Beuk, 1953. - 42 p.
Lessen uit de nieuwe school van taboes en andere gedichten / Simon Vinkenoog Amsterdam: De Bezige Bij, 1955. - 47 p.
Tweespraak: gedichten / Hans Andreus, Simon Vinkenoog 's-Gravenhage: Stols, 1956. - 36 p.
Onder (eigen) dak: gedichten / Simon Vinkenoog 's-Gravenhage: Stols, 1957. - 72 p.
Enkele reis Nederland / Simon Vinkenoog Amsterdam: Corvey, 1957. - 17 p. [Het Model voor de Uitgever Juni 1957]
Spiegelschrift, gebruikslyriek: gedichten / Simon Vinkenoog Amsterdam: De Bezige Bij, 1962. - 123 p.
Gesproken woord / Simon Vinkenoog [Amsterdam: Vinkenoog, 1964]. - [19] p.
Eerste gedichten (1949-1965) / Simon Vinkenoog Amsterdam: De Bezige Bij, 1966. - 311 p.
Wonder boven wonder: gedichten 1965-1971 / Simon Vinkenoog Amsterdam: De Bezige Bij, 1972. - 206 p.
Voorzetten / Simon Vinkenoog Voorburg: Bzztôh Teater, 1973. - [1] p. [Bibliofiele uitgave].
Naam / Simon Vinkenoog Amsterdam: Printshop, 1974. - [14] p. [Bibliofiele uitgave met etsen van Frank Lodeizen].
Mij best: gedichten 1971-1975 / Simon Vinkenoog Amsterdam: De Bezige Bij, 1976. - 69 p.
Made in Limburg / Simon Vinkenoog [Maasbree]: Corrie Zelen, 1978. - 16 p.
Bestaan en begaan (1972-1978) / Simon Vinkenoog Maasbree: Corrie Zelen, 1978. - 138 p.
Nederland, Nederland, Nederland, Nederland, NL / Simon Vinkenoog Amsterdam: Frans de Jong, 1978. - [1] p. [Bibliofiele uitgave].
Jack Kerouac in Am[ster]dam: 14/10/79 / Simon Vinkenoog Heerlen: 261-producties, 1980. - [11] p.
Poolshoogte = Approximations: 1978-1980 / Simon Vinkenoog Heerlen: Uitgeverij 261, 1981. - 40 p.
Voeten in de aarde en bergen verzetten / Simon Vinkenoog Amsterdam: Bauer, 1982. - 49 p.
Le peintre maudit / Simon Vinkenoog [Woubrugge]: Avalon Pers, 1983. - [3] p. [Bibliofiele uitgave].
Maandagavondgedichten 1983-1985 / Simon Vinkenoog Roermond: Onze Tijd, 1985. - 43 p.
O boze boom: i.m. Norma Pater / Simon Vinkenoog Bedum: Exponent, 1986. - [4] p.
Coito ergo sum: samenspraak der eenwording / Simon Vinkenoog [Bedum]: Exponent, 1986. - [20] p.
Op het eerste gehoor: gedichten / Simon Vinkenoog Amsterdam: De Beuk, 1988. - 41 p.
Louter genieten / Simon Vinkenoog Eindhoven-Airport: Kempen, 1993. - [62] p.
Het hoogste woord: de stem van Simon Vinkenoog Groningen: Holmsterland/SKF, 1996. - 108 p.
Vreugdevuur / Simon Vinkenoog Groningen: Passage, 1998. - 47 p.
De ware Adam: gedichten uit de jaren negentig / Simon Vinkenoog [Gagny-Paris]: B.A.C., 1999. - 64 p.
De ware Adam: gedichten rond de eeuwwisseling / Simon Vinkenoog Groningen: Uitgeverij Passage, 2000. - 48 p.
Zonneklaar: gedichten in het nieuwe millennium / Simon Vinkenoog Groningen: Passage, 2006. - 86 p.
Vinkenoog verzameld: gedichten 1948-2008 / Simon Vinkenoog Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, 2008. - 1228 p.
Blurb: onregelmatig verschijnend tijdschrift / onder redactie van Simon Vinkenoog Nr. 1 (1950) - nr. 8 (1951); nr. 9 (1961) [S.l.: s.n.], 1950-1961
Atonaal: bloemlezing uit de gedichten van Hans Andreus, Remco Campert, Hugo Claus, Jan G. Elburg, Jan Hanlo, Gerrit Kouwenaar, Hans Lodeizen, Paul Rodenko, Koos Schuur, Simon Vinkenoog 's-Gravenhage: Stols, 1951. - 104 p. [Bloemlezing samengesteld en ingeleid door Simon Vinkenoog]
Zolang te water: een alibi / Simon Vinkenoog Amsterdam: De Bezige Bij, 1954. - 126 p. [Herinneringen]
Eerste persoon meervoud: (autobiografisch) / Simon Vinkenoog Amsterdam: De Beuk, 1957. - 47 p.
Schrijftaal: moderne poëzie / bijeengebracht door Simon Vinkenoog Hilversum: Steendrukkerij De Jong & Co, 1961-1972. - 3 delen
Hoogseizoen / Simon Vinkenoog Amsterdam: De Bezige Bij, 1962. - 159 p. [Roman]
Liefde: zeventig dagen op ooghoogte / Simon Vinkenoog Amsterdam: De Bezige Bij, 1965. - 496 p.
Poëzie in Carré: op 28 februari 1966 in Theater Carré, Amsterdam Amsterdam: De Bezige Bij, 1966. - 288 p. [Weergave van het poëzie-festival]
Weergaloos: ontdekkingsreizen naar de waarheid / Simon Vinkenoog Hilversum: Brand, 1968. - 488 p. [Teksten en beschouwingen]
Het huiswerk van de dichter / Simon Vinkenoog [Maasbree]: Corrie Zelen, 1978. - 128 p. [Gedichten en aantekeningen]
Moeder gras: een boek over marihuana / Simon Vinkenoog Maasbree: Corrie Zelen, 1980. - 119 p.
Voeten in aarde en bergen verzetten / Simon Vinkenoog Amsterdam: Bauer, 1982. - 49 p. [Teksten]
Herem'ntijd: kroniekschrijving van 30 jaar 'Wereld in beweging' / Simon Vinkenoog Amsterdam: Bres, 1998. - 414 p. [Teksten uit de rubriek 'Wereld in beweging', uit Bres]
Goede raad is vuur: een poëtische handreiking Groningen: Uitgeverij Passage, 2004. - 120 p. [Bloemlezing door Simon Vinkenoog]
Freelance.nl deze blog is de marktplaats van Nederland! Met meer dan 235.000 gebruikers en 17.000 (en groeiend aantal) bezoeken per dag de grootste website voor zelfstandige ZZP-ers/ondernemers en werkzoekenden.. Plaats GRATIS Uw Profiel /bedrijf>>
'Het verlangen om medicijnen in te nemen is misschien het belangrijkste verschilpunt tussen de mens en het dier.' (Sir William Osler (1849-1919))
Blijf altijd op de hoogte van de ontwikkelingen op KimTube.nl. Krijg als eerste te horen wanneer er nieuwe filmpjes van Kim en haar geile vriendinnen online zijn!
klik Gratis Kim Holland Film en vul jouw email-adres in en je krijgt een gratis Kim Holland film kado!
Free Business Social Network where people get paid to come together to share their business. Bring your online business to life by building your own business social network, business website and much
About
Freelance.nl deze blog is de marktplaats van Nederland! Met meer dan 235.000 gebruikers en 17.000 (en groeiend aantal) bezoeken per dag de grootste website voor zelfstandige ZZP-ers/ondernemers en werkzoekenden..