Inhoud blog
  • Chris van Abkoude - Pietje Bell
  • Carry Slee - Afblijven
  • Koos Meinderts - De club van lelijke kinderen
  • Godfried Bomans - Erik of het klein insectenboek
  • Marc De Bel - De FauTenkampioene
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    boeken

    11-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chris van Abkoude - Pietje Bell
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Chris van Abkoude

    Christiaan Frederik (Chris) van Abkoude, later Charles Winters (Rotterdam, 6 november 1880 – Portland (Oregon), 2 januari 1960) was een Nederlands schrijver met circa veertig boeken op zijn naam, waarvan de bekendste Kruimeltje en de boeken van de Pietje Bell-reeks zijn. Daarnaast schreef hij graag liedjes en kon hij goed piano spelen.

     Jeugdjaren

    Chris van Abkoudes vader, Piet van Abkoude, had een kapperszaak aan Jonker Fransstraat 128 in de Rotterdamse wijk Crooswijk. Voor zijn klanten had hij altijd een grappig verhaal of vrolijk liedje, wat hem onder zijn vaste klanten de bijnaam 'Piet Plezier' opleverde.

    In die tijd ging er wel eens wat fout bij een bevalling. Bij Chris van Abkoudes geboorte op 6 november 1880 raakte zijn moeder dusdanig verzwakt dat zij twee weken later kwam te overlijden. Vader Piet had het dusdanig druk met zijn kapperszaak dat de verzorging van Chris voornamelijk voor de rekening kwam van Chris' zus Ida Margaretha.

    In zijn jeugdjaren bracht Chris van Abkoude veel tijd door op straat, waarbij hij zich vermaakte met allerlei kattenkwaad. Bovendien was hij een driftig jongetje dat zich enorm kon opwinden over onrecht. Zo zag hij op een keer hoe een politieagent een zwerver oppakte en naar het politiebureau bracht. Hierop werd Chris zo kwaad dat hij een steen door een ruit van het politiebureau gooide, waarop hij werd opgepakt en een nacht opgesloten. Dit avontuur heeft Chris van Abkoude later in een van zijn kinderboeken verwerkt.

    Een ander incident deed zich voor op de lagere school. Zoals in die tijd gebruikelijk stond op elk bureau een inktpot. Op een dag werd Chris vals beschuldigd door de meester, die hem voor de klas riep. Chris weigerde, en kreeg hierop een draai om de oren. Chris gooide vervolgens woedend de inktpot in het gezicht van de meester. Ook dit incident heeft hij later in twee van zijn boeken verwerkt.

    Na de middelbare school ging Chris van Abkoude naar wat toen heette de normaalschool (of kweekschool) en behaalde hier zijn onderwijsakte.

     

    1901 - 1911

    Van 1901 tot circa 1909 was Chris van Abkoude leerkracht op een volksschool in de Rotterdamse wijk Crooswijk.

    Van Abkoude had opgemerkt dat leerlingen de lessen saai vonden en besloot zijn onderwijs op te vrolijken met poppenkastspel. Het schoolhoofd was minder te spreken over deze manier van lesgeven.

    Naast het lesgeven ging Van Abkoude zich ook met journalistiek bezig houden. Verder hielp hij een paar vrienden bij de oprichting van een krant. Tevens verzorgde hij een artikel in een tijdschrift onder de naam Oom Chris.

    Chris van Abkoude schrok van de vele duizenden arme kinderen in Rotterdam. Deze kinderen leden vaak aan honger en ziektes. In een Rotterdamse krant schreef Van Abkoude in 1903 artikelen over deze kinderen. Daarnaast hielp hij burgers bij het inzamelen van geld voor deze kinderen. Ook schreef hij in samenwerking met de Commissie tot Kostelooze Voeding van Schoolkinderen de brochure Droevig kinderleven in Rotterdam - Een onderzoek naar den toestand van behoeftige schoolkinderen. Deze commissie vroeg al jaren tevergeefs bij de gemeente om subsidie. Helaas mocht ook deze brochure daarbij niet baten.

    In 1905 trouwde Chris van Abkoude met de Rotterdamse Johanna van Wijk. Kort na elkaar worden 3 zoons geboren, waarvan veel belevenissen verwerkt zijn in het boek De zonen van Pietje Bell.

    Chris van Abkoude ontdekte dat hij goed met de pen overweg kon. Hij schreef twee novellen; Een strijd tegen domheid en De Bruiloft van Henri Terborgh . Deze eerste twee pennenvruchten verdwenen echter vrij snel uit de handel. In 1907 verschenen zijn eerste twee kinderboeken, Bert en Bram en Hollandsche jongens. Deze zijn beide uitgegeven door de Alkmaarse uitgeverij Kluitman.

    Naast het schrijven van boeken organiseerde Chris van Abkoude ook kinderfeesten. Deze bestonden uit voordrachten met lichtbeelden en poppenkastvoorstellingen. Eveneens zong hij liedjes aan de piano. Journalist J. Pekop de Haas van het Rotterdamsch Nieuwsblad deed enkele keren verslag van deze feesten en ze bevielen hem dusdanig dat hij ging helpen bij de uitvoering en organisatie.

    In 1907 hadden de verslaggevers Jean-Louis Pisuisse en Max Blokzijl van het Algemeen Handelsblad als Italiaanse straatzangers een reis gemaakt, en hierover onder pseudoniem reportages geschreven in de krant.

    Chris van Abkoude besloot hetzelfde te gaan doen met twee vrienden, J. Pekop de Haas en ex-collega P. van Leening. Hiertoe bouwden zij een poppenkast en in de zomervakantie van 1909 gingen ze op reis. Ook zij bedienden zich hierbij van pseudoniemen en wel uit het werk van Justus van Maurik: Chris van Abkoude gebruikte de naam 'Jacques Helmer', Pekop de Haas nam de naam 'Karel Mullens' aan en Van Leening droeg de naam 'Victor de Koster'.

    In september 1909 publiceerden zij hun avonturen in het Rotterdamsch Nieuwsblad. Verder verscheen in 1910 het boek Met de poppenkast op reis. Avontuurlijke lotgevallen van drie journalisten, een bundeling van hun reisverslag en poppenkastteksten. Chris van Abkoude had de smaak te pakken gekregen van dit vrije bestaan en besloot het onderwijs definitief vaarwel te zeggen. Hij ging zijn brood verdienen als schrijver, journalist en artiest.

    In 1910 verscheen zijn boek Het jongenskamp waarin hij de ideeën van Duitser Walter Heichen gebruikte, die het idee had gelanceerd om kinderen uit grote steden de zomervakantie te laten doorbrengen op speciale kampementen zonder toezicht van ouders, onderwijzers of leiders.

     

    1912 - 1915

    In 1912 verscheen het boek De padvinders van Duinwijk, één van de eerste boeken over de padvinderij.

    In 1913 verhuisde Chris van Abkoude met zijn gezin naar Baarn. Zijn optredens bleken een succes en hij ontving zelfs een uitnodiging vanaf het nabijgelegen paleis Soestdijk, waar hij een voorstelling verzorgde voor de jonge prinses Juliana.

    Pietje Bell op weg naar school. Afgebeeld door Jan Rinke in Pietje Bell of de lotgevallen van een ondeugenden jongen uit 1914

    Begin 1914 verscheen het boek Pietje Bell. De oorspronkelijke titel van dit boek luidde Pietje Bell of de lotgevallen van een ondeugenden jongen, maar kranten, en het blad van de school met de bijbel, schreven hier schande van. Het boek verkocht echter goed in zowel Nederland als België en zelfs Zuid-Afrika.

    In augustus 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit en Chris van Abkoude ging in militaire dienst. Hij werd korporaal bij de landmacht, maar probeerde hier op allerlei manieren onderuit te komen.

     

    1916 - 1920

    een jaar nadat Chris van Abkoude uit militaire dienst werd ontslagen ging zijn droom in vervulling: hij emigreerde in de zomer van 1916 naar de Verenigde Staten. Van Abkoude had in 1910 in het boek Tim en Tom al geschreven over de Holland-Amerika Lijn, en ook in het in 1913 uitgegeven boek Jan Boenders of Hoe een Hollandsche jongen in Amerika rijk werd had hij al iets van zijn droom los gelaten.

    Op 7 juni 1916 vertrok hij naar Amerika. Dit was niet geheel zonder risico, want Duitse onderzeeboten hadden al eens een boot getorpedeerd van de Holland-Amerika Lijn.

    Van Abkoude kwam op 22 juni 1916 aan in Amerika. Hij huurde een kamer in het Broadway Central Hotel en ging hij aan de slag als kinderentertainer en als pianist bij stomme films in een bioscoop. Verder regelde Van Abkoude al snel optredens voor zijn Holland Dutch Show, bestaande uit poppenkastspel, goocheltoeren en verhalen uit Nederland. Ook veranderde Chris van Abkoude zijn naam in Charles Winters omdat zijn oorspronkelijke naam te lastig bleek voor Amerikanen.

    In het stadje Hoboken in de staat New Jersey vond Van Abkoude woonruimte voor zijn gezin. In juli 1917 kwam zijn gezin over naar Amerika. Korte tijd later werden zijn 2 jongste kinderen Fred en Mary geboren.

    Op aandringen van uitgeverij Kluitman schreef Chris van Abkoude ook een nieuw boek over Pietje Bell: De vlegeljaren van Pietje Bell, waarin Pietje reeds 16 jaar is. Dit boek verscheen in 1920 in grote oplage in de winkels.

     

     1921 - 1929

    In Amerika leerde Chris van Abkoude de miljonair August Heckscher kennen. Deze zoon van een Duitse minister kon onder andere Theodore Roosevelt en collega-miljonair Vanderbilt tot zijn vriendenkring rekenen.

    In 1920 richtte Hekscher The Heckscher Foundation for Children op, waar Chris van Abkoude in 1921 werd aangesteld als 'Children's Director'. Zijn taak was het bedenken van activiteiten om kinderen van de straat te houden. Op de donderdagmiddagen organiseerde hij een 'kindervariété': een show met danseressen en een compleet orkest. Op de zaterdagochtenden organiseerde hij poppenkastvoorstellingen of vertoonde hij, onder zijn eigen pianobegeleiding, een stomme film. Jongste zoon Fred kwam met het idee voor een modelbouwclub, en toen werd er ook elke zaterdagmiddag geknutseld aan modellen.

    Begin 1922 probeerde Chris van Abkoude zijn reeks verhalen over Pietje Bell af te sluiten met het boek De zonen van Pietje Bell, waarin zijn eigen drie oudste zoons centraal staan. Korte tijd later ontving Uitgeverij Kluitman ook het verhaal van Kruimeltje, dat in 1923 werd uitgegeven.

    De zaken gingen goed en zodoende huurde Van Abkoude een duur appartement in het centrum van New York. In 1926 kocht de Heckscher Foundation for Children een gedeelte van Central Park, waar een grote speeltuin, de 'Heckscher Playground', werd gebouwd. Hier organiseerde Van Abkoude voorstellingen waar duizenden kinderen op af kwamen.

    In het begin van de jaren '30 ontstond een steeds grotere werkloosheid in Amerika, en ook Van Abkoude kreeg te horen dat er geen werk meer voor hem was. In 1929 schreef hij het vijfde deel van de reeks Pietje Bell boeken, Pietje Bell in Amerika. Maar hoewel het Pietje in dit boek voor de wind gaat, had de schrijver zelf steeds meer moeite de hoge huur van zijn appartement op te brengen en moest hij noodgedwongen verhuizen. Een collega van de Heckscher Foundation kreeg medelijden en bood zijn zomerhuisje in Danbury in Connecticut aan, waar Van Abkoude dankbaar gebruik van maakte.

    Opnieuw probeerde Van Abcoude met de 'Holland Dutch Show' geld te verdienen. Verder had hij alle tijd om zich op het schrijven te storten. Er was in het kleine zomerhuisje echter geen ruimte om te schrijven, en zodoende bouwde Van Abkoude een tentje met een houten vloer in de tuin. In de wintermaanden was dit echter te koud.

    Het schrijven ging Van Abcoude steeds moeilijker af. Hij woonde al geruime tijd in Amerika, en het werd steeds moeilijker voeling te houden met het Nederlandse leven. Ook waren de oudste drie kinderen inmiddels uit huis en werd er zodoende thuis vrijwel geen Nederlands meer gesproken. De jongste kinderen, Fred en Mary, beheersten het Nederlands nauwelijks.

     

    1930 - 1934

    In 1930 verscheen het boek In het land van Uncle Sam, dat zich voornamelijk in Amerika afspeelde. Het is een sciencefictionverhaal over een professor die de Nederlandse scheepsjongen Tom Tikker een ruimtereis laat maken. Uitgeverij Kluitman liet echter weten niet op dit soort werk te wachten, omdat Nederlandse kinderen weinig in zo'n verhaal zouden zien. Kluitman dringt aan op nog een deel van Pietje Bell en bij voorkeur de jonge versie.

    In 1932 stuurde Chris een nieuw boek, Nieuwe avonturen van Pietje Bell, naar uitgeverij Kluitman. Het werd al vlug gevolgd door het verhaal van Pietje Bell is weer aan den gang.

    Chris van Abkoudes vrouw, Johanna, had door de koude winters in Connecticut last van reumatiek. Hierom besloot Van Abkoude in 1933 te verhuizen naar een warmer gedeelte van de VS. De reis ging eerst naar zoon Dirk Winters, die ruim 4500 km verderop woonde in Portland in Oregon. Veel geld voor de verhuizing was er echter niet. Van Abkoude en zijn gezin verkochten met uitzondering van wat kleding, de poppenkast en een typemachine alle bezittingen. De opbrengt was voldoende voor een 2 jaar oude Ford .

    In het voorjaar van 1934 werd een woonwagen gebouwd die net genoeg ruimte bood voor Chris van Abkoude en zijn vrouw. De kinderen zouden overnachten in een tent. Van Abkoude schilderde rode bakstenen op de wanden, en de onderrand van de wagen werd wit gekalkt en voorzien van een Hollands tafereel met boeren en boerinnen, klompen en molens. De reis, die 10 weken in beslag zou nemen, begon in juni 1934. Tijdens de reis werden geen grote steden aangedaan, vanwege de strenge regels over straatmuzikanten en zigeuners. In september 1934 bereikte het gezin Portland, waar ze een jaar bleven. Van Abkoude werkte aan een nieuwe woonwagen. In deze periode schreef hij ook twee boeken, het in 1936 verschenen Pietje Bell gaat vliegen, wat eveneens het allerlaatste boek in de reeks was, en zijn laatste boek Het verlaten huis.

     

    1935 - 1960

    In 1935 reisde Chris van Abkoude met zijn vrouw en dochter Mary naar Californië. Zoon Fred Winters bleef achter in Oregon en ging een opleiding volgen op een school voor vliegtuigbouw. Van Abkoude belandde ook in Hollywood, maar wist daar, in tegenstelling tot zijn creatie Pietje Bell, geen scenario's te verkopen.

    De jaren hierna trok Chris van Abkoude met zijn gezin door Californië, maar dit was een vermoeiend bestaan voor de al op leeftijd gerakende Van Abkoude.

    In 1943 belandde het echtpaar in het stadje Alameda, dichtbij San Francisco. In San Francisco was een Amerikaanse marinebasis gevestigd, waar Chris van Abkoude voorstellingen verzorgde, voornamelijk voor kinderen van militairen en havenarbeiders. Met het eind van de oorlog in 1945 neemt ook dit werk weer af. Van Abcoude ontving een ouderdomsuitkering, maar dat was amper genoeg om van te leven.

    Om wat bij te verdienen nam Van Abkoude een baantje aan bij Curtis Company, een tijdschriftendistributeur. In Nederland werd veelal gedacht dat hij hier werkte als directeur tot aan zijn pensioen, maar dat is incorrect. Zijn taak was het zorgdragen voor de verspreiding van tijdschriften in Alameda. Hiervoor gebruikte hij zijn garage als opslagplaats. De bezorging kwam voor rekening van de plaatselijke jeugd. Hij werd echter al na enkele jaren ontslagen, waarna hij zich stortte op het schilderen, en zijn hele huis beschilderde. Het werd een geliefde plaats voor de jeugd, waarvoor Chris van Abkoude altijd een luisterend oor of een mooi verhaal klaar had.

    In 1950 overleed zijn vrouw Johanna. Inmiddels had hij contact met Altarena Little Theatre waarvoor hij een kindertheater oprichtte. Kinderen van vijf tot zestien jaar konden zich opgeven voor één rol van de door Chris van Abkoude geregisseerde toneelstukken. Chris van Abkoude schreef ook een kort toneelstuk, The Miracle. Nadat dit stuk in oktober 1951 met succes werd opgevoerd maakte Van Abcoude plannen voor nieuwe stukken.

    Begin 1951 werd Chris van Abkoude echter getroffen door een beroerte, en moest hij stoppen met toneel en schilderen. Ook pianospelen lukte niet meer. Nadat zijn kinderen ook zijn rijbewijs afnamen, omdat hij een 'gevaar op de weg' was geworden, begon hij gekluisterd aan zijn huis te vereenzamen.

    In 1955 besloot Van Abkoudes zoon Dirk hem weer naar Portland te halen. Voor deze gelegenheid gaf Van Abcoude nog een laatste interview aan de Oakland Tribune, welke zo afscheid nam van de bekende inwoner van de stad.

    Op 2 januari 1960 overleed Chris van Abkoude op 79-jarige leeftijd in een verzorgingstehuis.

    Zijn boeken verschijnen nog steeds, en drie ervan zijn opnieuw bewerkt door W.N. van der Sluys, omdat ze niet meer in dit tijdsbeeld zouden passen.       
    De bewerkte delen betreffen:

    • De vlegeljaren van Pietje Bell
    • De zonen van Pietje Bell
    • Pietje Bell in Amerika

    De andere delen zijn ongemoeid gelaten.

    Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Chris_van_Abkoude

    Pietje Bell

    Pietje Bell is de zoon van een vrolijke schoenmaker in de Breestraat in Rotterdam. Later verhuisde Pietje met zijn ouders naar de Heerenstraat, waar de mensen van een iets betere "stand" waren. Pietje Bell is een ondeugend jongetje met een hart van goud. Hij is niet ondeugend maar probeert de mensen aan het lachen te maken, vrolijkheid te brengen of te helpen, maar dat loopt altijd fout en wordt voor ondeugendheid aangezien. Piet's zuster Martha is verloofd en later getrouwd met Paul Velinga, zoon van een voorname familie. Maar die heeft wel lol in Pietje, het is zowat de enige die hem begrijpt. En dan is er nog de oude tante Cato, met haar grote neus met een pukkel erop (bedoeld wordt een wrat), waar Pietje een touwtje aan bindt om hem af te binden terwijl ze slaapt. Immers, wat zal ze dat fijn vinden als ze die lelijke pukkel kwijt is en Pietje dat maar mooi voor elkaar heeft gebracht!!! Nee dus....tante gilt alles bij elkaar, want er hangt een draad aan haar neus....

    Piet's grote vijand is drogist Geelman met zijn superbrave zoon Jozef. Maar Pietje zelf ziet dat niet zo, hij heeft geen hekel aan Geelman, die wel aan hem. Maar als hij vader Bell daarover aanspreekt, moet die alleen maar lachen.

    Als Pietje volwassen is geworden, wordt hij journalist bij het fictieve Rotterdamse blad De Morgenpost, de krant die vroeger schande over zijn kwajongensstreken sprak. Hij weet een vriend uit handen van een criminele familie te halen die hem wil laten opsluiten in een inrichting. De vriend vertrekt daarna naar Amerika en dat lijkt Pietje ook wel wat: als journalist gaat hij ook naar Amerika. Vader Bell is intussen geen schoenlapper meer, maar heeft een heuse schoenwinkel. Uiteindelijk komt Piet weer terug, na in Amerika een gangsterbende te hebben ontmaskerd, trouwt en krijgt drie zonen, die al even "ondeugend" zijn als hij zelf was. Piet is dan hoofdredacteur van de krant.

    De serie speelt in het Rotterdam van voor 1940 en dat is nogal te merken: allerlei plaatsen in de stad die in de boeken voorkomen bestaan niet meer.


    Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Pietje_Bell_(personage)

    Bilbiografie

    In totaal heeft Chris van Abkoude circa 40 boeken geschreven, waaronder:

    • 1905 - Een strijd tegen domheid
    • 1907 - Bert en Bram
    • 1907 - Hollandsche jongens
    • 1908 - Hein Stavast
    • 1908 - Willem's verjaarsgeschenk
    • 1910 - Het jongenskamp
    • 1910 - Tim en Tom
    • 1911 - De fietsclub 'alle vijf'
    • 1912 - De padvinders van Duinwijk
    • 1912 - Een ongeluksvogel
    • 1912 - Het boek van luilekkerland
    • 1913 - Jan Boenders of Hoe een Hollandsche Jongen in Amerika rijk werd
    • 1913 - De Pinkertonnetjes
    • 1913 - De voetbalclub
    • 1913 - Jolige liedjes voor de jeugd
    • 1914 11-08-2010 om 20:27 geschreven door Evi  
      0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Carry Slee - Afblijven
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Carry Slee

    Carry Slee werd in 1949 in Amsterdam geboren. Na de middelbare school ging ze naar de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar in Utrecht en werkte ze een aantal jaren als lerares drama in het voortgezet onderwijs. In 1988 debuteerde ze in het tijdschrift Bobo met verhalen over Keetje Karnemelk. Haar eerst boek, Rik en Roosje, een voorleesboek voor jonge kinderen, verscheen in 1989. Daarna volgden algauw meer boeken, meestal realistische verhalen voor jonge kinderen. In de jaren erna ging ze ook voor oudere kinderen schrijven. Haar 10+-boeken werden razend populair bij de jeugd, gezien de vele nominaties en prijzen die ze voor haar boeken ontving. In 1999 schreef Carry het Kinderboekenweekgeschenk, Bikkels.

    In haar boeken schrijft Carry over onderwerpen als discriminatie, drugs, homoseksualiteit en pesten en dat werd zeer gewaardeerd door de doelgroep.

    Onder het pseudoniem Anne Mileau schreef Carry een drietal boeken die qua stijl en onderwerpen afweken van haar andere boeken: Haas en Kip, Anne en De verborgen prins. Taal en thematiek van deze drie boeken zijn subtieler van aard.

    Met Moederkruid (2001) debuteerde Carry als schrijfster voor volwassenen. In totaal zijn er nu vier boeken voor volwassenen van haar hand verschenen. Na Moederkruid, dat genomineerd werd voor de NS Publieksprijs, verschenen Dochter van Eva (2002), De toegift (2005) en Ooggetuigen (2007).

    Bron: http://www.carryslee.nl/carryslee.php

    Afblijven

    Het handelt over een meisje dat haar onzekerheid probeert te verbergen door pillen te slikken. Vanwege het succes is er in 2006 een gelijknamige film uitgebracht. Daarbij werd het boek "aangepast" naar het filmscript en als filmeditie opnieuw uitgebracht.

     

    Melissa is blij als ze gevraagd wordt mee te dansen in een videoclip. Jordi, die al jarenlang veel met Melissa optrekt, is ook enthousiast. Melissa kan zo goed dansen dat ze vast en zeker ontdekt wordt. Maar al snel blijkt dat het niet goed gaat met Melissa. Om haar onzekerheid te verbergen en beter te kunnen dansen, slikt ze XTC-pillen. En dat worden er steeds meer. Haar vrienden staan machteloos en vragen zich af wat ze moeten gaan doen om Melissa te helpen. Uiteindelijk belandt ze in het ziekenhuis door een overdosis diarree.

    Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Afblijven_(boek

    Bibliografie

    Voor kinderen en jongeren

    • 1989 Rik en Roosje
    • 1989 Morgen mag ik in het diepe...
    • 1990 Het drakepad
    • 1991 Verdriet met mayonaise - onder andere Prijs van de Kinderjury (1992)
    • 1993 Confetti conflict - onder andere Prijs van de Kinderjury (1994)
    • 1993 Het bliksemeiland
    • 1994 Kilometers cola en knetterende ruzie - onder andere getipt door de Kinderjury (1995)
    • 1995 Geklutste geheimen met strafwerk toe - onder andere getipt door de Kinderjury (1996)
    • 1996 Spijt! - onder andere Prijs van de Kinderjury (1997) & de Jonge Jury (1998)
    • 1997 Pijnstillers (boek) - onder andere Prijs van de Kinderjury (1998) & de Jonge Jury (1999)
    • 1997 Vervalst
    • 1998 "Afblijven" (1998) - bestseller, onder andere Prijs van de Kinderjury (1999) & de Jonge Jury (2000)
    • 1999 Markies kattenpies - getipt door de Nederlandse kinder jury
    • 1999 Kappen! - onder andere getipt door de Kinderjury (2000) & Prijs van de Jonge Jury (2001)
    • 2000 Razend - onder andere Prijs van de Kinderjury (2001) & getipt door de Jonge Jury (2002)
    • 2001 Paniek - onder andere Prijs van de Jonge Jury (2003)
    • 2002 Link - link is een bundeling van "het bliksemeiland" en "vervalst"
    • 2003 Radeloos - onder andere Getipt door de Prijs van de Jonge Jury (2005)
    • 2003 Timboektoe serie - onder andere Prijs van de Jonge Jury (2004) -
      • See you in Timboektoe - ISBN 9064941246 - [1]
      • 100% Timboektoe ISBN 978-90-499-2164-4 - [2]
      • Timboektoe Rules! - ISBN 90-499-2059-4 - [3]
      • Timboektoe Rocks! - ISBN 978-90-499-2211-5 - [4]
      • Timboektoe: de filmeditie - ISBN 978-90-499-2235-1
      • Missing Timboektoe.
    • 2006 Lover of Loser, your choice - getipt door de Kinderjury (2007)
    • 2006 Afblijven (filmeditie) - getipt door de Kinderjury, tezamen met "Lover of loser" (2007)
    • 2008 Hot or Not, your choice
    • 2008 Dat heb ik weer!
    • 2009 Bangkok Boy
    • 2010 Fatale liefde

    Voor volwassenen

    Carry Slee schreef ook vijf romans:

    • 2001 Moederkruid
    • 2002 Dochter van Eva
    • 2005 De toegift
    • 2007 Ooggetuigen
    • 2009 Moeders met gedachten

    11-08-2010 om 20:17 geschreven door Evi  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koos Meinderts - De club van lelijke kinderen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Koos Meinderts

    Koos Meinderts (Den Haag, 20 januari 1953) is een Nederlands schrijver.

    Meinderts studeerde pedagogiek, maar maakte de studie niet af en ging schrijven. In 1983 schreef hij zijn eerste kinderboek Mooi meegenomen. In 1983 begon Meinderts ook de samenwerking met zijn oude schoolvriend Harrie Jekkers. Samen schreven ze een aantal liedteksten voor Klein Orkest, cabaretprogramma’s en (kinder)boeken. Koos Meinderts heeft één van zijn kinderboeken, De snoepwinkel van Zevensloten, bewerkt tot een kindertheaterstuk. In 2007 was deze voorstelling te zien in het Jeugdtheater Hofplein, Martin van Waardenberg vormde samen met leerlingen van het Hofplein theater de cast. De liedjes van het stuk zijn geschreven door Harrie Jekkers. In 2008 ging in het Hofplein theater de voorstelling De winterkoningin in premiere. Dit stuk is ook geschreven door Koos Meinderts met liedjes van Harrie Jekkers.

    Koos Meinderts schreef meer dan dertig kinderboeken. De illustraties hiervoor zijn gemaakt door zijn vrouw Annette Fienieg.

    Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Koos_Meinderts


    De club van lelijke kinderen

    Het gebeurt allemaal op de dag dat generaal Isimo opdracht geeft om in het hele land lelijke kinderen op te gaan pakken. Hrt hele land zag het als een domme grap. Het leven ging gewoon door alsof de generaal nooit op de buis was geweest.  
    Paul, de hoofdpersoon van het verhaal, is vrij jong en nog speels. Het probleem bij Paul is dat hij 2 enorme oortjes heeft waardoor hij flaporen wordt genoemd. Paul heeft ook een zus, zijn zus heet Judith. Ze wonen samen thuis met hun moeder. Hun vader is overleden. Ze waren over de schrik heen gekomen. Paul gaat graag naar school. Precies een maand nadat generaal Isimo op tv was geweest komt er een fotograaf op school die foto’s van bijzondere kinderen komt maken. Niemand heeft iets door. De meeste kinderen vinden het vervelend dat alleen een paar kinderen op de foto mogen, maar de reden van dat alles is dat Isimo alle lelijke kinderen op de foto wil hebben. Zo zijn ze makkelijker mee te nemen en op te pakken. Paul is allang blij dat hij als een van de weinigen op de foto komt te staan. Thuis vertelt hij zijn moeder trots dat hij op de foto mocht staan. Maar zijn zus Judith vindt dat maar een vreemd verhaaltje en wordt achterdochtig. Ze vertelt dit aan haar moeder maar zij vindt dat er niks mis is. Totdat er dagen daarna een bus een vrolijke bus het schoolplein oprijdt. De kinderen zijn heel erg opgewonden dat ze met de bus meemogen. Maar er mogen alleen een paar kinderen mee met de bus. Je mag alleen mee mag als je lelijk bent, sterker je moet. De kinderen stappen vrolijk de bus in niks wetend van generaal Isimo zijn haatvolle bedoelingen. De kinderen zitten vrolijk in de bus, maar beginnen hongerig te worden en moeten plassen. Daarom besluiten ze even te stoppen bij een eethuisje. De kinderen mogen iets te eten en drinken bestellen. Er komt een cameraploeg van het jeugdjournaal om alles vast te leggen. Zo lijkt het net of het een leuke gezellige dag wordt voor de kinderen. Als het tijd is om weg te gaan wordt Paul de bosjes in getrokken en gezegd zijn mond te houden. De bus rijdt weg en Paul blijft achter met een kaal meisje, genaamd Ellen. Zij had alles blijkbaar al in de gaten. Ze bleven zich verstoppen in de bosjes en na een half uurtje komt de bus weer terug. De vrouw die ze kwam ophalen vroeg aan mensen in het eethuisje of ze kinderen hadden gezien, 2 lelijke kinderen. Toen de kinderen dat hoorden kropen ze nog strakker tegen elkaar aan. De vrouw ging weg en er kwam een bestelwagen aanrijden. De kinderen hoorden alles wat er gebeurde en besloten om achter in de bestelwagen met ei te gaan zitten. Waar ze ook zouden komen maakte niet zo veel uit. Eenmaal achterin rijdt de vrouw weg. De kinderen zijn bang om gepakt te worden. Dus houden ze zich stil. Er valt een kratje met eieren tijdens het rijden waar Paul op gaat zitten. Eenmaal op de plaats van bestemming wachten ze nog even en stappen dan uit. Ze komen er achter dat ze op een boerderij zijn beland. Ze gaan naar het kippenhok om zich daar te verstoppen, maar worden gevonden. Na een ondervraging vertellen ze de waarheid over hoe ze daar zijn beland. De eigenaar van het bestelbusje heet mevrouw Soest en is ook boerderij eigenares. Haar vriend meneer Van Dijk vindt de kinderen heel erg aardig en lief en ze besluiten dat de kinderen een tijdje bij ze blijven tot ze een oplossing gevonden hebben voor dit probleem. Intussen is opa en de rest al erg ongerust. Nadat ze horen dat Paul mee is genomen omdat hij lelijk wachten ze rustig af. Terwijl ze tv kijken komt er een speciale editie van het jeugdjournaal. Ze zien in een flits Paul. Opa kon vanaf toen niet meer blijven zitten. Zoals altijd besloot hij om Paul te gaan zoeken. Na 2 weken zoeken komt opa aan op de plaats waar Paul gefilmd was en besluit even rond te vragen. Na de rondvraag komt hij weinig te weten. Hij besluit nog even te blijven en dan weg te gaan. Toevallig kwam toen de bestelwagen van mevrouw Soest aanrijden. Ze bracht spullen naar het eethuisje. Na een paar keren rond te vragen komt ze in contact met opa die haar weer alles vertelt over wat hij hier doet. Aangezien mevrouw Soest weet waar Paul is brengt zij hem mee naar haar huisje op de boerderij. Als opa Paul ziet is iedereen blij. De kinderen gaan naar bed om uit te rusten terwijl de volwassenen stressen over wat er gebeuren moet. Na een paar dagen komen ze met een plan. Mevrouw Soest is eigenlijk oorspronkelijk de koningin. Zij kent Isimo want zij had tenslotte Isimo aan de macht gebracht. Met haar plannetjes weet ze generaal Isimo erin te laten stinken. Zo vertelt Isimo de schuilplaats van de andere lelijke kinderen. Na veel werk komen ze met een enorme groep mensen de lelijke kinderen bevrijden van de verschrikking, generaal Isimo. Hij wordt gevangen gezet, maar weet weet vrij te komen. Veel kwaads kon hij niet meer doen. Nadat iedereen bevrijd was besloot de koningin dat het land beter bestuurd kon worden door een president. Precies een jaar na de gebeurtenis komt er een standbeeld te staan op het plein waar het besturingstoren van generaal Isimo was. De mensen waren de gebeurtenis al weer aan het vergeten..


    Bron: http://www.scholieren.com/boekverslagen/22096

    Bibliografie

    • 1983 - Tejo, De lotgevallen van een geëmancipeerde man
    • 1985 - Uit de school geklapt
    • 1988 - Kunst met peren
    • 1990 - De zingende zwanehals
    • Kuik en Vark en de verdronken maan (Uitgeverij Ploegsma, 1995)
    • Kuik en Vark (Ploegsma, 1997)
    • De saaiste vader van de hele wereld (Uitgeverij Zwijsen, 1997)
    • Hoe Sjoerd in een hond veranderde (Ploegsma, 1998)
    • Moef wil weg (Zwijsen, 1999)
    • 1-0 voor buurvrouw Krul (Zwijsen, 2000)
    • Van wie is dit ei? (Zwijsen, 2001)
    • Leve het nijlpaard! (Uitgeverij De Harmonie, 2001)
    • Keizer en de verhalenvader (Uitgeverij Leopold, 2002)
    • De winter van opa Vlok (Zwijsen, 2002)
    • De club van de lelijke kinderen (Ploegsma, 2002)
    • FC Knuffel gaat nooit verloren (Zwijsen, 2003)
    • Welterusten, Bink (Ploegsma, 2003)
    • Keizer en de knikkervis (Leopold, 2004)
    • Dat ei is van mij! (Ploegsma, 2005)
    • Keizer en de schelpenzanger (Leopold, 2005)
    • Het grote boek van Kuik en Vark (Leopold, 2005)
    • We gaan alle dieren tellen (Zwijsen, 2006)
    • De Vuurtoren (Lemniscaat, 2007)
    • Leve de nieuwe koning! (Zwijsen, 2007)
    • Lucas in de sneeuw (Uitgeverij Lemniscaat, 2008)
    • Ballade van de dood (Lemniscaat, 2008)
    • Verdriet is drie sokken (Lemniscaat, 2008)
    • Keizer (Lemniscaat, 2008)

      Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Koos_Meinderts

    11-08-2010 om 20:14 geschreven door Evi  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Godfried Bomans - Erik of het klein insectenboek
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Godfried Bomans

    Godfried Jan Arnold Bomans (Den Haag, 2 maart 1913 - Bloemendaal, 22 december 1971) was een Nederlands schrijver en mediapersoonlijkheid.

    Bomans was vele jaren de meestgelezen schrijver van Nederland. Hij heeft meer dan 60 boeken en vele andere geschriften op zijn naam staan. Hij heeft tijdens zijn leven weinig officiële erkenning gekregen, in ieder geval niet in de vorm van een literaire prijs. De literaire kritiek weet nog altijd niet goed wat ze met hem aan moet. Zijn werk is moeilijk onder één noemer te brengen, maar hij was zeker een groot stilist. Het werk van Bomans heeft als kenmerk wendbaarheid, een groot gevoel voor humor en een onverslijtbare ironie. Bomans kon zowel zeer ernstig als zeer lichtvoetig schrijven.

    Bomans werd bij het grote publiek vooral populair door zijn roman Erik of het klein insectenboek (10 drukken in het verschijningsjaar 1941) en na de oorlog met de strip Pa Pinkelman in de Volkskrant en weer wat later met zijn columns op de voorpagina van die krant, zijn stukken in Elsevier en zijn radio- en tv-optredens. In oktober 2000 schonk de weduwe van Godfried Bomans zijn archief aan het Letterkundig Museum.

    Bomans was een groot kenner van het werk van Charles Dickens. Hij speelde een belangrijke rol bij het tot stand komen van de vertaling in het Nederlands van het complete werk van Dickens, die in de jaren vijftig van de twintigste eeuw in pocketformaat door Het Spectrum werd uitgegeven. De lang verwachte biografie van Dickens heeft hij echter nooit geschreven.

    Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Godfried_Bomans

    Erik of het klein insectenboek

    De kleine Erik Pinksterblom is een fantasierijk jongetje dat verlangt naar iets bijzonders. Op een nacht, vlak voor een overhoring over insecten, ligt hij wakker in bed. In zijn slaapkamer vol schilderijen voelt hij dat er iets bijzonders staat te gebeuren. Plotseling komen alle schilderijen in zijn slaapkamer tot leven: die van zijn inmiddels overleden grootouders, en ook die van "de Wollewei". Dit laatste is een prachtig weiland met schapen en een schaapsherder, waarop ook allerlei insecten tot in detail geschilderd zijn. Omdat hij zich altijd al heeft afgevraagd wat zich in dit schilderij bevindt, klimt Erik in het schilderij. Het blijkt een fantasiewereld te zijn, gedomineerd door mensgrote pratende insecten. Hij ontmoet vele verschillende personages.    
    Als eerste maakt hij kennis met de bekakte wespenfamilie Vliesvleugel. Zij verachten de bijen omdat die voor mensen werken en vliegen als strijkinstrumenten gebruiken. Erik wordt door hen uitgenodigd voor het avondeten. Hij ontstemt hen echter door eerst de lof te zingen van "de nijvere bij" en vervolgens een bromvlieg zo wild te bespelen dat hij sterft. Daarop wordt hij weggestuurd.

    Een hommel die filosoof beweert te zijn brengt hem naar een hotel, gemaakt uit een groot slakkenhuis dat gerund wordt door een slak. Daar doet hij alle gasten versteld staan met zijn kennis over de insectenwereld, geleerd uit zijn boek, Solms' Beknopte Natuurlijke Historie. Dit leidt echter tot een onverwacht effect: niemand durft nu nog iets doen tot het zeker is dat het ook in het boek staat. De hele boel loopt in het honderd, terwijl Erik juist zegt dat iedereen zijn instinct moet volgen.

    Op een gegeven moment ontpopt in één van de hotelkamers een vlinder, die samen met Erik het hotel ontvlucht. De vlinder ontmoet een vlindermeisje, op wie hij hopeloos verliefd wordt. Erik helpt hem om een gedicht voor haar te schrijven, en uiteindelijk lukt het hem om het vlinderkoppel met elkaar te laten trouwen.

    Erik blijft hierna verlaten achter en wordt na een gevecht met een spin in gehavende toestand opgepikt door een doodgraver. Die doodgraver is van mening dat hij tot de belangrijkste diersoort behoort, omdat alle dieren toch uiteindelijk leven en sterven om doodgravers tot voedsel te dienen. Dit idee wordt echter ontkracht doordat de hele doodgraverfamilie kort daarop wordt opgegeten door een mol, en Erik is weer alleen. Erik komt nu in aanraking met een regenworm. Ook die is ervan overtuigd dat hij een bevoorrecht wezen is. Hij is immers blind en dus niet van zijn gezichtsvermogen afhankelijk zoals veel "lagere" wezens. De regenworm is echter met zichzelf in de knoop geraakt, en wanneer Erik hulp voor hem zoekt, wordt hij geadopteerd door een mierenkolonie. Ze tonen zich erg geïnteresseerd in zijn kennis uit Solms' Beknopte Natuurlijke Historie. Erik verlangt echter terug naar huis en hoopt met hulp van het mierenvolk terug te komen over de rand van het schilderij. Het mierenleger stuit tijdens de tocht echter op een ander mierenleger, waarop een enorme veldslag losbarst.

    Dan ontwaakt Erik in zijn bed. Nu hij weer thuis is vallen de mensen hem bitter tegen, en hij beseft dat zij eigenlijk niet zoveel van insecten verschillen. Erik verlangt terug te gaan naar de Wollewei, maar de schilderijen in zijn kamer komen nooit meer tot leven. Tijdens zijn overhoring laat hij zich voor de antwoorden volledig leiden door de ervaringen in Wollewei, waardoor hij een onvoldoende haalt en zelfs na moet blijven!

    Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Erik_of_het_klein_insectenboek_(boek)

    11-08-2010 om 19:56 geschreven door Evi  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marc De Bel - De FauTenkampioene
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Marc De Bel

    Ik ben geboren, als zoon van een timmerman, op 7 mei 1954, achter een heerlijk geurende seringenstruik in Kruis(hout)em, op een boogscheut van Nazareth dus. Mijn moeder heet Maria, ik heb lang haar, trek rond, laat de kinderen tot mij komen, vertel hen verhaaltjes en heb vaak af te rekenen met schriftgeleerden en farizeeërs. 

    Momenteel vul ik mijn dagen met schrijven, tekenen en vertellen en woon nog altijd in Kruis(hout)em, samen met Mie, de kinderen Elf, Aim, Ayan en Allen en de kleinkinderen Musse, Wiebe, Pitte, Noon, Aylin, Peppa en Yanan..

    Onze hond Kabbas is helaas onlangs overleden. Maar we hebben sinds kort een nieuw blafbeest, dat luistert naar de naam Boef. De kat Poitou is intussen 17 jaar en goeie maatjes geworden met de superactieve familie Zoldermuis. In de tuin scharrelen vijf kippen en Jean-Luc, de haan rond en in de weide ernaast galopperen Lola (moeder) en Troet (dochter) Shetlandpony, terwijl het in de vijver stikt van de vissen, kikkers, padden, salamanders, libellen,... Helaas heeft een knurftige buurman Pica, onze tamme ekster, doodgeschoten.

    Maar de kolonie lievebeersgeestjes, die in de mensenschedel op mijn schrijftafel woont, stelt het blijkbaar uitstekend. Ik hoor de rode, gestippelde beestjes immers steeds vaker fuiven en feesten.

    Vroeger gaf ik les in de vierde klas, maar nu schrijf en teken ik de hele dag. Dat vind ik al net zo leuk. Gelukkig ga ik vaak vertellen in scholen en bibliotheken. Ik babbel veel liever met kinderen dan met volwassenen. Dat komt allicht door die val uit mijn boomhut. Daardoor ben ik altijd voor een stuk elf jaar gebleven. En dat mag voorlopig gerust zo blijven. Hopelijk groeit mijn opengebarsten fontanel, waarlangs al die keutelspannende, slappelachgrappige, vlinderfladderige avonturen mijn hoofd binnenstromen, nooit dicht!

    Naast schrijven en tekenen maak ik de laatste jaren ook de culturele centra onveilig, zet ik af en toe de boel op dansstelten met mijn WillyKriegelRockband, knutsel ik samen met mijn "brother in art" Brian Clifton aan een aantal muzikale projecten en werk ik momenteel aan een heleboel nieuwe boeken, theatervoorstellingen, filmscenario's en andere leuke dingen.

    Voor de rest vul ik de ronde gaatjes in mijn bestaan met voetballen, in de tuin "werken", hutsepot maken en de kleinkinderen leren raak schieten met mijn katapult.

     

    Ik gaf twintig jaar les in de lagere school. Om te leren hoe kinderen in mekaar zitten.

    Tussendoor schreef ik 17 kindertoneelstukken en richtte ik in 1983 KUNST IS EEN GUNST op, de vereniging waarvan ik tot op heden voorzitter en enig lid ben, publiceerde bij mijn uitgeverij in eigen beheer, het vicieuze vierkant, vijf dichtbundels, een cartoonboek, twee stripverhalen en een detectiveroman.

    Mijn bestofte prijzenkast (naast de ouwe boksbal in de verste hoek van de zolder) kraakt intussen in al haar voegen. Maar daar lig ik niet wakker van.

    • laureaat Beste Stripscenario-Prijs van de Stad Kortrijk (1984)
    • verkozen tot Homo Artisticus Universalamis-Eeklo (1984)
    • winnaar Stripwedstrijd Europalia1984
    • diverse prijzen in Cartonales over de hele wereld
    • Zilveren Medaille Vlaamse Kindertoneelwedstrijd 1985
    • Het Gouden Leeskonijn 1988
    • sinds 1988 zowat elk jaar de Vlaamse en Limburgse Kinderjuryprijs
    • de Benegoprijs 1996
    • zilver in de Nederlandse Woord en Beeldprijs 2002
    • Inclusieve Griffel 2003
    • The KidsAward Beste Jeugdauteur 2003
    • Meest Bekroonde Kinder&Jeugdjuryprijs 2006
    • Net niet verkozen tot "Masterchef van het Jaar"
    • Gouden Schoen voor 600 bijna-hattricks
    • Gekste Opa van de Maand
    • enz…

     

    In mijn klas vertelde ik wekelijks aan mijn leerlingen een vervolgverhaal. Eén van die verhalen (Het ei van oom Trotter) geraakte niet uitverteld. Dus besloot ik het einde op te schrijven. Dat werd mijn eerste boek. Het werd meteen unaniem bekroond door de Vlaamse Kinderjury (1988). Net als mijn tweede boek, Meester Pluim en het praatpoeder, en idem dito voor mijn derde boek, Blinker en de bakfietsbioscoop. Ik kreeg de schrijfkriebels aardig te pakken en werd in 1994 voltijds schrijver.  

    Bron: http://www.marcdebel.be/mezelf

    De FauTenkampioene

    De korte inhoud: Yokoganga Kalamoetoe is een meisje dat uit Gabon (Afrika) komt. Ze is hier komen wonen omdat haar vader hier werk vond. Ze  heeft vier leuke vrienden: Marc de Bel, Jan Boschaert, Mie Buur en Selle de Vos. Samen beleven ze veel leuke dingen, zoals een zwemjuf die kikkerbloot uit haar kleedhokje springt omdat 'iemand' toevallig een kikker in haar beha heeft gestopt en Jan, die kuifjesstrips ruilt voor seksboekjes en meer van die dingen. Tot mijnheer Van Daele, de leraar Nederlands, onder een vrachtwagen komt en voor zes weken in het ziekenhuis belandt. En dan komt er een zekere Mathilde Knotter op het toneel. Wie mevrouw Knotters is? Wel, een jufrouw Nederlands, ze vervangt mijnheer Van Daele. Maar zeg! Een museumstuk dat dat vrouwmens is! Minstens honderd jaar oud. Waarmee heeft 'De Slof', de dirrecteur, hen nu weer opgezadeld!? Maar ja, het leven en het dictee gaan verder. En in fauten schrijven is Yoko nog altijd een kampioene. En verder moeten Yoko, Mie, Marc, Jan en Selle ook nog eens nablijven! Verder die dag nodicht Yoko de hele bende uit om in haar boomhuis mevrouw Knotters te Fau-Tennen. (Tussen haakjes: Fau-Ten is mensen bezweren, wat vooral Yoko!s stam, de TsoGo toepassen. Maar die avond gebeurd er iets vreemds. Iedereen ligt rustig te slapen tot Marc ineens wakker wordt en iets hoort. Hij maakt snel de anderen wakker. Dan komt er een hoofd door het luik in de vloer. De man wil naar binnen komen, maar daar steekt Yoko een stokje voor! Ze ramt de man met een koekenpan op zijn hoofd tot hij naar beneden valt. Het was een dief die een kostbare kelk uit de kerk had gestolen. Even later komen Yoko's ouders thuis met het nieuws dat ze weer naar Gabon verhuizen. De zaterdag voor ze verhuist, geeft Yoko een afscheidsfeestje waar iedereen verkleed naartoe moet komen. Ze krijgen allemaal een cadeautje. Yoko krijgt drie blokken luchtpostpapier en dito-enveloppen, Jan krijgt een tekenpen, een gom en een nieuw potlood. Selle krijgt een foto van dansende TsoGo-meisjes en Mark en Mie krijgen elk een halve vlinder (dit is bij de TsoGo een teken van eeuwige liefde). Vele jaren later komt er bij de vrienden een fax binnen waarop geschreven staat:
    "Elk afscheid doet een beetje pijn, maar als je aan me denkt, zal ik er zijn. Yoko"
    Later blijkt dat stropers Yoko hebben vermoord.

    Bron: http://kinderenwebhotel.be.previewmysite.com/taal/boeken/fautenkampioene.htm

    Bibliografie

    • 1987 Het ei van oom Trotter (Infodok / 8e druk 1998)
    • 1988 Meester Pluim en het praatpoeder (Infodok / 5e druk 1998)
    • 1988 Wimpie en de wensautomaat (Infodok)
    • 1989 Blinker en de bakfietsbioscoop (Infodok / 6e druk 1997)
    • 1989 Het dagboek van Zwarte Piet (Infodok / 2e druk 1998)
    • 1989 De kracht van Ajajatsoe (Infodok / 5e druk 1997)
    • 1990 De knetterkwabmachine (Infodok / 4e druk 1998)
    • 1990 Blauwe snoepjes (Infodok / 5e druk 1997)
    • 1990 Stuffie en het geheim van de Kankan-Goeroe (Infodok / 4e druk 1997)
    • 1991 Nikki Nikkel (Infodok / 5e druk 1999)
    • 1991 Blinker en het BagBag-juweel (Infodok / 6e druk 1997)
    • 1992 Witte-Heksennacht (Davidsfonds / Infodok; Infodok / 5e druk 1997)
    • 1992 De droom van Vlerk Vos (Davidsfonds / Infodok; Infodok / 5e druk 1999)
    • 1992 Piki en Nini (Davidsfonds / Infodok; Infodok)
    • 1992 De zusjes Kriegel (Davidsfonds / Infodok; Infodok / 9e druk 2000)
    • 1992 President Pig en de drie wolfjes (Davidsfonds / Infodok; Infodok / 3e druk 1998)
    • 1993 Het web van de suikerspin (Davidsfonds / Infodok; Infodok / 5e druk 1998)
    • 1993 Vanilla P. (Davidsfonds / Infodok; Infodok / 5e druk 1998)
    • 1993 De pilletjes van opa Kakadoris (Davidsfonds / Infodok; Infodok / 5e druk 1998)
    • 1994 Soezie boebie (Davidsfonds / Infodok / 4e druk 1998)
    • 1994 Bub de badeend (Davidsfonds / Infodok)
    • 1994 Hip hip haboe, een taart voor moe! (Davidsfonds / Infodok)
    • 1995 Zotte Klaas en zwarte Miet (Davidsfonds / Infodok)
    • 1995 De katten van Kruisem (Davidsfonds / Infodok / 5e druk 1997)
    • 1995 Pit en Puf en de zonnebloem (Davidsfonds / Infodok)
    • 1996 Wiet (Davidsfonds / Infodok)
    • 1996 De monsters van Frankenzwein (Davidsfonds / Infodok)
    • 1996 De beha-boomhut (Davidsfonds / Infodok)
    • 1996 Kerstfeest bij oma Fief (Davidsfonds / Infodok)
    • 1996 Malus (Davidsfonds / Infodok)
    • 1997 Dagje Pauwoog (Davidsfonds / Infodok)
    • 1997 Een plekje voor Stekje (Standaard)
    • 1997 Fliks en Flora : een vlinderverhaal uit het oude boek van oma Tinkel (Davidsfonds / Infodok)
    • 1997 Het Boe-spook (Davidsfonds / Infodok)
    • 1997 De fautenkampioene (Davidsfonds / Infodok)
    • 1998 Marc de Bel en de Superkids (Davidsfonds / Infodok), i.s.m o.a. Aline Lapeire
    • 1998 Feest in de abdij (Davidsfonds / Infodok)
    • 1998 De pimpelmoes (Davidsfonds / Infodok)
    • 1998 Het geheim van de haarcirkels (Davidsfonds / Infodok)
    • 1999 Pit op de pot (Deltas)
    • 1999 Hippo (Zwijsen)
    • 1999 Prins Blauwert (Davidsfonds / Infodok)
    • 2000 De knetterkwabmachine; Blauwe snoepjes; De monsters van Frankenzwein (Davidsfonds / Infodok)
    • 2000 Het kleine vergrootboek (Davidsfonds / Infodok)
    • 2000 De formule van tante Kriegel (Davidsfonds / Infodok; Fontein / 2e druk 2000)
    • 2000 Pinkie en de Kwietenkoning (Davidsfonds / Infodok; Fontein)
    • 2001 Piepel ziek (Standaard)
    • 2001 Betti Spaghetti (Davidsfonds / Infodok)
    • 2001 Er woont een konijn in mijn kop (Davidsfonds / Infodok)
    • 2001 Hippo (Zwijsen)
    • 2001 Tonus en Troet (Davidsfonds / Infodok / 2e druk 2001)
    • 2001 Acht ogen, acht poten (Standaard)
    • 2002 Vliegkriebels (Standaard)
    • 2002 De paarse pimpelmoes (Standaard)
    • 2002 Grasgroentje en de zeven purken (Tingel)
    • 2002 De ridders van de geflambeerde onderbroek (Tingel)
    • 2002 De ballon van Bollan (Averbode)
    • 2002 Blinker: de bende van Bork (Tingel)
    • 2002 De puitprins (Tingel)
    • 2002 Het grote Boeboeksbal (Tingel)
    • 2003 Roodmutsje (Tingel)
    • 2003 Assepoep (Tingel)
    • 2003 Piet kookt met tante Pretselder (Standaard)
    • 2003 Kikker (Tingel)
    • 2003 Roos (Tingel)
    • 2003 Het verhaal van Hebbert Wezel (Tingel)
    • 2003 Het Ei-Land van de Zeeminmeer (Standaard)
    • 2004 Operatie Kriegel (Tingel)
    • 2004 De babyboom van de reuzendwergen (Standaard)
    • 2004 Pit en Puf en de bal (Standaard)
    • 2004 Pit en Puf en de bloem (Standaard)
    • 2004 De sproeten van de spikkelspuitvis (Manteau)
    • 2004 Herfst (Boeboeknatuurboek)
    • 2004 De Kriegels in Concert (Tingel)
    • 2004 Erwtensoep van oma Floep (Tingel)
    • 2004 Pit en Puf gaan in bad (Standaard)
    • 2004 Pit en Puf bakken een koek (Standaard)
    • 2005 Molik de speelvogelschrik (Tingel)
    • 2005 De kalebas van kale Bas (Tingel)
    • 2005 De tovertatoe van de Kaka-Ketoe (Manteau)
    • 2005 Prinses Olil en de Zwarte ruiter (Tingel)
    • 2005 De Marbello-diamanten (Manteau, samen met Guy Didelez)
    • 2005 Het grote Boeboeksbal (Tingel)
    • 2006 De Vingerhoed van wolkenkrabber (Manteau)
    • 2006 Muizenbeetje (Tingel)
    • 2006 Het Superkinddrankje (Tingel,samen met Jasper Van Loy)
    • 2006 Het mysterie van de haarcirkels (Tingel, samen met Guy Didelez)
    • 2007 Kia Pinokkia (Abimo)
    • 2007 Stiene en de bultgriezel' (Tingel)
    • 2007 Krieltje Kakelkont (Standaard Uitgeverij)
    • 2007 Het pimpelpaarse Polderspook (Tingel)
    • 2007 Busker in de soep (Tingel)
    • 2007 Alien (Abimo, samen met Guy Didelez)
    • 2007 Het blik van de Belgica (Manteau)
    • 2007 De grote gemene dealer (Manteau)
    • 2008 Frituur PARADISIO (Abimo,samen met Guy Didelez)
    • 2008 Blinker en de Blixvaten (Standaard Uitgeverij)
    • 2008 De Schat van Kruisem (Manteau)
    • 2008 Miss Griezelverkiezing (Abimo) - reeks De Kriegeltjes
    • 2008 De gele gifsmurrie (Manteau, samen met Leilah Lierman)
    • 2009 Kitnapping bij vollemaan (Manteau) - reeks Roesty Spetter
    • 2009 Epinona (Manteau)
    • 2009 Ping en Punky (Abimo)
    • 2009 Aardbijen met slagroom (Abimo) - reeks De Kriegeltjes
    • 2009 De zweefbollen van professor Otomoto (Standaard Uitgeverij)
    • 2009 De Boeboeks van het Biezenbos (Omnibus van 3 verhalen) - (Manteau)

    Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Marc_de_Bel

    09-08-2010 om 17:40 geschreven door Evi  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (14 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roald Dahl - Boy
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Roald Dahl

    Roald Dahl (Llandaff, Zuid-Wales, 13 september 1916 – Buckinghamshire, 23 november 1990) was een Brits schrijver geboren uit Noorse immigranten.

    Hij schreef boeken voor zowel kinderen als volwassenen. Zijn schrijfstijl was bijzonder: de verhalen voor volwassenen zijn vaak bizar en die voor kinderen grappig, vreemd, onvoorspelbaar, griezelig en af en toe een beetje sadistisch. Zijn kinderboeken werden van tekeningen voorzien door Quentin Blake. Ze werden in Nederland zowel door de Griffeljury als door de Kinderjury verschillende malen bekroond. Zijn verhalen voor volwassenen waren over het algemeen kort en vertoonden vaak een verrassende wending aan het eind. De boeken Boy en Solo zijn autobiografisch.

     

    1916 - 1934

    Roald Dahl werd in 1916 in Llandaff, Cardiff (Wales) geboren als kind van Noorse ouders, Harald Dahl en Sofie Magdalene Dahl-Hesselberg. Roald werd vernoemd naar de poolreiziger Roald Amundsen, een nationale held in Noorwegen. Hij sprak thuis Noors met zijn ouders en zussen.

    In 1920, toen Roald drie was, stierf zijn zeven jaar oude zuster Astri aan een blindedarmontsteking. Ongeveer een maand later overleed zijn vader op 57-jarige leeftijd aan een longontsteking. Roalds moeder besloot echter niet om naar Noorwegen terug te keren; het was de wens van haar man geweest dat hun kinderen op Britse scholen werden onderwezen. Vanaf zijn achtste werd Roald naar verscheidene kostscholen in Engeland gestuurd, met inbegrip van Saint Peter's in Weston-super-Mare. Later bezocht hij Repton in Derbyshire. Tijdens zijn jaren daar zou Cadbury, een chocoladeproducent, af en toe dozen nieuwe chocolade naar de school sturen, die door de leerlingen getest konden worden. Dit was een inspiratie voor zijn derde kinderboek Sjakie en de Chocoladefabriek.

    In zijn kinder- en tienerjaren bracht Dahl zijn zomervakanties door in het Noorwegen waar zijn ouders vandaan kwamen. Zijn kinderjaren zijn het onderwerp van zijn autobiografisch werk Boy: Verhalen van Kinderjaren.

     

    1934 - 1941

    In juli 1934 trad hij in dienst van de Shell Petroleum Company. Na een tweejarige opleiding in het Verenigd Koninkrijk werd hij overgeplaatst naar Dar es Salaam, Tanganyika. Samen met de twee enige andere Shell-werknemers in dit gebied leefde hij in luxe in het Shell Huis buiten Dar es Salaam, met een kok en persoonlijke bedienden. Bij het aanbreken van de Tweede Wereldoorlog meldde hij zich aan bij de RAF. Hoewel hij met 1,98 meter eigenlijk te lang was kreeg hij in Nairobi, Kenia de eerste vlieglessen in een Tiger Moth en daarna een vervolgopleiding in Irak. Op weg naar zijn eerste squadron in Libië crashte hij (1940). Na zijn herstel vloog hij als jachtvlieger in Griekenland en Palestina. Halverwege 1941 werd hij echter afgekeurd als gevolg van het zware hoofdletsel opgelopen in de crash in Libië.

     

    1941 - 1990

    Zijn schrijversloopbaan begon nadat hij door het leger was overgeplaatst naar Washington. Zijn eerste verhalen werden in de Saturday Evening Post gepubliceerd. Hij schreef voor kinderen en volwassenen, en zijn verhalen worden over het algemeen gekarakteriseerd door een humoristische en een donkere kant.

    In 1962 stierf de oudste dochter van Roald Dahl, Olivia, op zevenjarige leeftijd in het ziekenhuis aan de mazelen. In 1982 droeg hij zijn boek De GVR aan haar op.

    Roald Dahl stierf op 23 november 1990 aan leukemie. Hij ligt begraven op een heuvel tegenover 'Gipsy House', in Great Missenden, vlak bij Londen, waar hij lang gewoond heeft.

    Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Roald_Dahl

    Boy
    Boy is een boek van Roald Dahl uit 1984.

    Het is geschreven voor kinderen, en bevat autobiografische schetsen uit zijn eigen jeugd. Hij stelt er zijn familie in voor, beschrijft o.a. zijn scholen en leerkrachten, en vertelt over zijn vakanties in Noorwegen. Uit de inhoud wordt ook duidelijk waar de schrijver (althans een deel van) de inspiratie voor vele van zijn boeken opgedaan heeft.

    Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Boy_(Roald_Dahl

    Bibliografie
    Fictie

    • De Gremlins (The Gremlins) (1943),
    • De reuzenperzik (James and the Giant Peach) (1961), verfilmd in 1996
    • Sjakie en de Chocoladefabriek (Charlie and the Chocolate Factory) (1964), verfilmd in 1971 en in 2005
    • De tovervinger (The Magic Finger) (1966)
    • De fantastische meneer Vos (Fantastic Mr Fox) (1970), zilveren griffel 1972, verfilmd in 2009
    • Sjakie en de grote glazen lift (Charlie and the Great Glass Elevator) (1973)
    • Daantje de wereldkampioen (Danny the Champion of the World) (1975), zilveren griffel 1977, verfilmd in 1989 met Jeremy Irons en zijn zoontje in de hoofdrol.
    • De reuzenkrokodil (The Enormous Crocodile) (1978)
    • Het wonderlijke verhaal van Hendrik Meier (The Wonderful Story of Henry Sugar and Six More) (1977), zilveren griffel 1979
    • De griezels (The Twits) (1980), zilveren griffel 1982
    • Joris en de geheimzinnige toverdrank (George's Marvellous Medicine) (1981)
    • De GVR (The BFG) (1982), zilveren griffel 1984. Er bestaan ook een toneelstuk en een tekenfilm van dit boek.
    • De heksen (The Witches) (1983), verfilmd in 1990
    • De Giraffe, de Peli en Ik (The Giraffe and the Pelly and Me) (1985)
    • Matilda (Matilda) (1988), verfilmd in 1996, won de Prijs van de Nederlandse Kinderjury in 1989.
    • IEORG IDUR (ESIO TROT) (1989), won de Prijs van de Nederlandse Kinderjury in 1991
    • De dominee van Dreutelen (The Vicar of Nibbleswicke) (1991)
    • De Minpins (The Minpins) (1991), won de Prijs van de Nederlandse Kinderjury in 1993. Met tekeningen van Patrick Benson

    Non-fictie

    • Roald Dahl's griezelkookboek (Memories with Food at Gipsy House) (1991)
    • Roald Dahl's gids voor veilig treingebruik (Roald Dahl's Guide to Railway Safety (1991)
    • Mijn jaar (My Year) (1993)
    • De schat van Mildenhall (The Mildenhall Treasure) (2000) met tekeningen van Ralph Steadman. Postuum uitgegeven, de tekst dateert van 1977.

    Rijmboeken

    • Gruwelijke rijmen (Revolting Rhymes) (1982)
    • Rotbeesten (Dirty Beasts) (1983)
    • Rijmsoep (Rhyme Stew) (1990)

    Verzamelboeken


     

    09-08-2010 om 17:37 geschreven door Evi  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gaston van Dam - Verbrande aarde
    Gaston Van Dam

    Weinig te vinden over deze schrijver

    Verbrande aarde

    Pietje Bell wordt geboren en zijn vader Pieter Bell, ook wel Jan Plezier genoemd, voelt zich de gelukkigste man van de wereld. Pietje Bell groeit op en alles wat hij doet loopt verkeerd. Hij doet bijna niets met opzet en begrijpt daarom ook niet waarom zoveel mensen soms zo kwaad op hem worden. Hij neemt zich constant voor om een nette, deftige jongen te worden, maar er is altijd wel iets dat zijn aandacht trekt waar hij een grap mee kan uithalen. Zijn vader geeft hem in het begin nooit straf, maar hoe erger de grappen worden, hoe meer Jan Plezier de neiging heeft toch straf te geven. Af en toe krijgt hij  wel een slag op zijn achterwerk. Maar Jan Plezier kan zijn lach bijna nooit inhouden, omdat hij het zo grappig vindt wat zijn zoon allemaal uitspookt. Hij zegt steeds: "Zo'n jongen toch! 't Is een reuzetype!" Het boek eindigt dat Pietje Bell zich weer voorneemt om een brave jongen te worden, maar haalt toch nog één laatste grap uit.

    Pietje Bell is een jongen die alleen maar goed wil doen, maar zijn 'goede' daden lopen altijd verkeerd. En als hij dan met 1 april iets uithaalt, zit het er helemaal tegen. Christiaan van Abkoude wil duidelijk maken dat kinderen niet altijd even braaf zijn, dat er ook ondeugende kinderen zijn. En dat zo'n boek ook leuk kan zijn om te lezen.

    (Geen foto beschikbaar)

    09-08-2010 om 17:16 geschreven door Evi  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Anne Frank - Het dagboek van Anne Frank
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Anne Frank

    Annelies Marie (Anne) Frank (Frankfurt am Main, 12 juni 1929 – Bergen-Belsen, begin maart 1945) was een uit Duitsland afkomstig Joods meisje dat bekend is geworden door het dagboek dat ze schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ze was ondergedoken in Amsterdam. Zij stierf aan uitputting en/of vlektyfus in het concentratiekamp Bergen-Belsen. Het dagboek is postuum gepubliceerd en later vertaald in vele talen. Het boek heeft inmiddels een oplage van vele miljoenen.

    Anne Frank is opgenomen in de Canon van Nederland van de commissie-Van Oostrom als één van de vijftig thema's.

    Van Duitsland naar Amsterdam

    Haar familie verhuisde in 1933 van het Duitse Frankfurt am Main, waar Anne was geboren, naar Amsterdam om aan vervolging door de nazi's te ontkomen. Anne volgde begin 1934. Het gezin Frank ging aan het Merwedeplein (achter het Daniël Willinkplein, het huidige Victorieplein) wonen in een Amsterdamse nieuwbouwwijk.

    Anne was net dertien jaar oud toen ze in juli 1942 onderdook in een achterhuis achter het bedrijf Opekta van haar vader Otto Frank aan de Prinsengracht 263. De deur tussen voorhuis en achterhuis zat verstopt achter een boekenkast. In het voorhuis en in het magazijn werkte personeel, waarvan enkelen op de hoogte waren van de onderduikers.

    Anne Frank en haar familie hadden hun Duitse nationaliteit verloren vanwege een Duitse wet uit 1941 die alle Joden buiten Duitsland hun staatsburgerschap ontnam. De familie werd op dat moment staatloos. Of de Duitse naziwet die de naar het buitenland gevluchte Duitse Joden hun staatsburgerschap ontnam ooit later is ingetrokken is niet bekend. Anne Frank heeft nooit het Nederlandse staatsburgerschap gekregen.

    Wonen in het achterhuis

    Anne Frank woonde met haar ouders en zus in het achterhuis van 6 juli 1942 tot 4 augustus 1944. Daar zaten in totaal acht mensen ondergedoken: Otto en Edith Frank (Annes ouders), Annes oudere zus Margot, de heer en mevrouw Van Pels met hun zoon Peter (in het dagboek model voor de familie Van Daan) en naderhand ook Fritz Pfeffer, een Joodse tandarts (die model staat voor het personage Dussel in het dagboek).

    In deze jaren hield Anne Frank een dagboek bij, waarin ze onder andere schreef over de angst van het hoofdpersonage 'Anne' tijdens het onderduiken, haar ontluikende gevoelens voor Peter, de ruzies met haar ouders en haar ambities om schrijver te worden. Het enige stukje natuur dat het hoofdpersonage in het boek kon zien vanaf de zolderkamer was de top van een kastanjeboom. Decennia later zou deze boom als Anne Frankboom bestempeld worden. Anne Frank schreef een aantal schriften vol. Na een oproep op radio Oranje in Londen om dagboeken te verzamelen die na de oorlog konden worden gepubliceerd, herschreef Frank een groot gedeelte. In tien weken schreef ze 324 vellen vol, maar ze kon het boek niet meer voltooien.

    Het Achterhuis hoort tot de Nederlandse literatuur, het is een bewerking van de werkelijkheid. Zo komen in het boek gebeurtenissen voor die de schrijfster niet zelf kan hebben meegemaakt, zoals razzia's op de Prinsengracht.

    Verraad en verder lot

    Na meer dan twee jaar werden de onderduikers verraden: hun onderduikadres werd ontdekt. Ze werden door de Grüne Polizei en Nederlandse politie-agenten gearresteerd en via kamp Westerbork naar het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau afgevoerd, en een maand later overgebracht naar Bergen-Belsen.

    Het dagboek werd gevonden door enkele personeelsleden in het voorhuis die op de hoogte waren van de onderduik: Miep Gies en Bep Voskuijl (in het dagboek model staand voor het personage Elly Vossen). Zowel Gies als Voskuijl hoorde tot de helpers van de acht onderduikers. Het is niet bekend wie Anne Frank en haar familie verraden heeft.

    Nadat zij waren gearresteerd, werden de acht onderduikers plus de helpers Victor Kugler en Johannes Kleiman naar het hoofdkwartier van de Gestapo in Amsterdam-Zuid gereden. Na enige tijd in een kamer met andere gevangenen te hebben gezeten, werden Kugler en Kleiman naar een andere cel gebracht. Het was de laatste keer dat ze hun vrienden zagen. Van de onderduikers overleefde alleen Otto Frank, de bedenker van het onderduikplan, de oorlog.

    De volgende dag werden de onderduikers naar de gevangenis aan het Kleine-Gartmanplantsoen gebracht, waar zij twee dagen verbleven. Op 8 augustus 1944 werden ze naar het Centraal Station van Amsterdam gebracht. Zodra de passagiers binnen waren, gingen de deuren op slot. 's Middags kwam de trein op zijn bestemming aan: kamp Westerbork.

    De onderduikers werden in een strafbarak gezet omdat ze zich niet vrijwillig voor 'tewerkstelling in Duitsland' (in werkelijkheid: voor massavernietiging) hadden gemeld. Hun hoofden werden kaalgeschoren, ze kregen minder eten en moesten harder werken dan andere gevangenen. Hun werk bestond uit de demontage van afgedankte batterijen. De bewuste barak, nummer 57, werd in 1957 verkocht en afgebroken, en in Veendam opnieuw opgebouwd en gebruikt als schuur. Op de plaats waar de barak stond hangt een doek met een afbeelding van het bouwsel. Het Herinneringscentrum Westerbork was in 2009 van plan de barak op de originele plek weer op te bouwen. Een brand op 18 juli 2009 verijdelde dit plan.

    Begin september werd bekend dat de volgende dag zo'n duizend mensen naar het oosten zouden worden gebracht. In de ochtend van 3 september 1944 zouden ze vertrekken. Een selectieleider kwam 's avonds naar de strafbarak, waar hij de namen op zijn lijst voorlas. Ook de onderduikers uit het achterhuis hoorden daarbij. Het was de laatste trein die vanuit Westerbork naar Auschwitz zou vertrekken.

    Op vijf september, terwijl het in Nederland Dolle Dinsdag was, arriveerde de trein in het vernietigingskamp Auschwitz II - Birkenau. De acht onderduikers doorstonden de beruchte selectie voor de gaskamers. Vervolgens werden de mannen van de vrouwen gescheiden; Otto Frank, Hermann van Pels, Peter van Pels en Fritz Pfeffer werden naar het nabijgelegen kamp Auschwitz I weggevoerd. Anne, Margot, moeder Edith en Auguste van Pels bleven achter in het vrouwenkamp van Birkenau. Na enkele weken kreeg Anne schurft. Ze werd in het zogenaamde Krätzeblock (Krabblok) ondergebracht dat door een hoge muur gescheiden was van de rest van het kamp. Margot ging met haar mee.

    Dood

    Op 28 oktober 1944 vertrok een transport met 1308 vrouwen uit Birkenau naar het concentratiekamp Bergen-Belsen. Waarschijnlijk maakten ook Anne en Margot daar onderdeel van uit. Edith bleef achter en stierf op 6 januari 1945. Rond eind februari of midden maart 1945 overleed Margot, enkele dagen later overleed ook Anne, waarschijnlijk aan de gevolgen van vlektyfus. In die periode lieten naar schatting 17.000 gevangenen het leven in Bergen-Belsen. Van een kamp-administratie was toen geen sprake meer, de reden dat de exacte overlijdensdata van Anne en Margot niet meer te achterhalen zijn.

    Het dagboek van Anne Frank

    Anne Frank schreef haar dagboek in de vorm van brieven aan een fictieve vriendin Kitty. Ze schreef: 'Ik zal hoop ik aan jou alles kunnen toevertrouwen, zoals ik het nog aan niemand gekund heb, en ik hoop dat je een grote steun aan me zult zijn.'

    Nadat de schrijfster en haar familie verraden waren en gedeporteerd, heeft helpster Miep Gies de dagboekpapieren bewaard. Alleen Annes vader Otto overleefde het vernietigingskamp; Gies gaf het dagboek na de oorlog aan de vader van de schrijfster. Otto Frank redigeerde de tekst en/of liet dat door anderen doen. Hij publiceerde het boek in 1947 onder de titel Het Achterhuis. Het is sindsdien een van de meest gelezen boeken ter wereld geworden.

    Recente uitgaven van het boek vergelijken Anne Franks originele tekst met de veranderingen die door haar vader en door anderen zijn aangebracht. Alleen in de wetenschappelijke editie is te zien wat de laatste versie is die door de schrijfster zelf is gemaakt. De handelseditie gaat niet uit van deze zogeheten 'Ausgabe letzter Hand'.

    Er zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland vele duizenden dagboeken geschreven. Het Achterhuis van Anne Frank heeft als enige een wereldfaam verworven dankzij de uitzonderlijk hoge kwaliteit. Het is, volgens velen, het excellent geschreven verhaal over een meisje in de puberteit onder extreme omstandigheden. Zoals Multatuli volgens veel recensenten dé Nederlandstalige schrijver van de 19de eeuw is, zo is Anne Frank dat van de 20ste eeuw.

    Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Anne_Frank

    09-08-2010 om 16:25 geschreven door Evi  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kristien Hemmerechts - Brede heupen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Kristien Hemmerechts

    Kristien Hemmerechts is de dochter van Karel Hemmerechts (1925-2007), die journalist en jarenlang directeur informatie bij de VRT was. Ze studeerde Germaanse filologie aan de Universitaire Faculteiten Sint-Aloysius (de tegenwoordige Katholieke Universiteit Brussel) en aan de Katholieke Universiteit Leuven. In 1986 promoveerde zij op het proefschrift A Plausible Story and a Plausible Way of Telling It: A structuralist analysis of Jean Rhys's novels.

    Zij debuteerde in 1986 als schrijfster van fictie met drie Engelstalige verhalen in de bundel First fictions, Introduction 9. Haar eerste novelle was Een zuil van zout uit 1987, waarvoor zij meteen de Prijs van de provincie Brabant ontving. In 1990 kreeg zij de Vlaamse driejaarlijkse Staatsprijs voor proza. Vanuit Nederland volgden in 1993 een nominatie voor de AKO Literatuurprijs voor Kerst en andere liefdesverhalen en de eerste Frans Kellendonkprijs voor haar gehele oeuvre. In 1998 verscheen Taal zonder mij, een autobiografisch essay over Hemmerechts' in 1997 overleden echtgenoot, de bekende Vlaamse dichter Herman de Coninck. In 2007 werd zij genomineerd voor de Anna Bijnsprijs voor De waar gebeurde geschiedenis van Victor en Clara Rooze.

    Hemmerechts schrijft romans, verhalen, reisverhalen en essays. Ook heeft zij een aantal scenario's voor korte films geschreven. Constante in haar fictiewerk is het thema van het menselijk onvermogen: door verlies en gebrekkige communicatie zijn haar personages vaak niet in staat greep op hun leven te krijgen en blijvende, bevredigende relaties aan te gaan. Ze blijven vaak met hun hoofd in het verleden hangen en worden geteisterd door gevoelens van vervreemding, eenzaamheid en schuld. Hoewel die vervreemding hier ook geldt, biedt seks vaak wel een vlucht uit die dagelijkse werkelijkheid (in De kinderen van Arthur wordt seks 'de pijnstiller van het leven' genoemd). Hemmerechts maakt in haar boeken vrij veel plaats voor de beleving van de (vrouwelijke) seksualiteit, waardoor zij er vroeger nog wel eens van beschuldigd werd bewust te willen provoceren.

    Haar stijl en techniek kenmerken zich door een tamelijk afstandelijke registratie van gebeurtenissen en gedachtes; rechtstreeks ingrijpen in een verhaalgebeurtenis doet zij nauwelijks. Zij toont – zonder te moraliseren – personages en gebeurtenissen die vastlopen. Vaak vertrekken haar romans vanuit een eenvoudig en herkenbaar gegeven (een sterfgeval, een scheiding), waar vervolgens verschillende verhaallijnen en personages omheen opgezet worden die een complex netwerk opleveren, dat niet alleen voor de personages maar soms ook voor de lezer verlammend werkt.

    In 2005 eindigde ze op nr. 538 in de Vlaamse versie van De Grootste Belg, buiten de officiële nominatielijst.

    Hemmerechts trouwde op 25 augustus 2007 te Berchem met de tien jaar jongere West-Vlaamse Bart Castelein, met wie ze sinds 1999 een liefdesrelatie heeft maar niet samenwoont. Als "Casteleintje" komt hij veelvuldig voor in Een jaar als (g)een ander en V, notities bij een reis naar Vietnam.

    Momenteel is Hemmerechts hoofddocente Engelse letterkunde aan de Katholieke Universiteit Brussel en docente creatief schrijven aan het Herman Teirlinck Instituut in Antwerpen.

    Planetoïde (12354) Hemmerechts is naar haar genoemd.

    In 2008 stelde ze het negentiende Groot Dictee der Nederlandse Taal op, met als titel Hartenpijn. Hiermee was ze ook de eerste Vlaming die het dictee opstelde.

    Hemmerechts begon te publiceren bij De Arbeiderspers, en stapte daarna met haar vaste redacteur over naar uitgeverij Atlas. In 2009 stapte ze over naar De Geus.
    Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Kristien_Hemmerechts

    Brede heupen
    Laura woont samen met Carla en werkt als secretaresse bij Vincent, haar vriend. Vincent heeft haar een complete metamorfose laten ondergaan; alleen haar brede heupen blijven een probleem. In de zomer van 1987 bezoekt Laura haar oudere zus Elza in het psychiatrisch ziekenhuis. Elza zit op de afdeling waar Carla werkt; afdeling ‘De Tulp’.
    Laura’s relatie met Vincent is vijf maanden daarvoor begonnen. Op de avond van Vincents verjaardag bedrijven ze in een witte hotelkamer voor het eerst de liefde. Voor ze Vincent leerde kennen, heeft Laura elf maanden samengewoond met Jasper (een broer van Carla). Ze woonden boven een Chinees restaurant. Een maand voor de bevalling trekt ze bij Carla in.
    Elza heeft als eerste van de vier kinderen het huis verlaten. In augustus 1983 gaat het mis met haar en belandt ze in het ziekenhuis. Laura en Elza leken vroeger sprekend op elkaar. Elza was in alles knapper dan Laura, maar was onevenwichtig en angstig. In het gezin wordt weinig over Elza’s opname gepraat, met vrienden helemaal niet.
    Jasper is zich bewust van zijn eigen lelijkheid. Jasper en Carla hebben weinig vrienden. Hun moeder verblijft na haar scheiding veel in het buitenland. Laura vindt Jaspers lelijkheid juist aantrekkelijk. In januari 1984 gaan ze voor het eerst met elkaar naar bed. Als Jaspers moeder het huis verkoopt, gaan ze samenwonen. Jasper verdient wat achter de tap van een café en Laura typt scripties.
    Ongeveer drie maanden na de bevalling vertrekt Laura naar Londen voor een (door haar moeder geregelde) stage. Op het vliegveld van Brussel ontmoet ze Antonello Mela, die op weg is naar zijn moeder, die op Sardinië woont. Tijdens Laura’s verblijf in Londen past haar moeder op haar dochtertje Edith. Na een paar weken zoekt Laura contact met Antonello, die zich als een gentleman gedraagt en haar avances afwijst. Hij wil haar alleen als een vader vertroetelen. Laura’s eigen vader is bij een ongeval omgekomen toen zij nog klein was. Na haar terugkomst uit Engeland trekt Laura (zonder Edith) bij Carla in. Jasper laat zich niet meer zien en is aan de drank geraakt. Laura vindt snel een baan.
    Laura stelt de familieleden voor kerstmis bij haar te vieren. De kerstdag brengen de familieleden grotendeels in ‘De Tulp’ door, maar Elza slaapt. Op de eerste werkdag na kerstmis breekt Vincent met Laura, die verzwegen heeft, dat ze niet zwanger is.

    Bron: http://www.verdec.com/hulpje/boekvers/heupen.htm

     

    09-08-2010 om 16:13 geschreven door Evi  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Informatie

    Hoi iedereen

    Ik ben Evi en ik ben onderwijzeres. Ik heb altijd graag gelezen en houdt het sinds 2004 ook bij. Ik wil dit graag delen met andere mensen die informatie zoeken over boeken en schrijvers. Dat vind je natuurlijk gewoon op internet, maar hier staat het wat meer bij elkaar.
    Ik begin met de boeken die ik las in 2004 en ga het zo stilaan opbouwen tot waar we nu zijn.

    Wat kun je hier vinden?
    - Informatie over de schrijver
    - De boeken die ik van die schrijver al gelezen heb
    - Nog andere boeken die hij/zij geschreven heeft
    - Informatie over elk boek dat ik reeds las

    Ik heb van zo goed als alle boeken die ik gelezen heb fiche gemaakt. Wie die wilt gebruiken stuurt een mail naar evita_espana@hotmail.com met daarin de schrijver en de titel van het boek + je eigen e-mailadres. Dan stuur ik de gegevens door.

    Het zou natuurlijk kunnen dat deze lay-out en opbouw in de loop der tijd wat verandert, maar  dat merk je vanzelf wel.

    Groetjes van mij.
    Hopelijk heb je er iets aan.

    09-08-2010 om 16:01 geschreven door Evi  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)


    Archief per week
  • 09/08-15/08 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs