Ik was gevraagd enkele gedichten voor te lezen in mijn middelbare school. En achwat, waarom ook niet. M. zat in de zaal en had niet door dat al mijn gedichten over haar gingen. R.'s vader had dat wel door. Toen ik haar zag zitten, schrok ik even van mijn schaamteloosheid. Tot ik zag dat ze geen idee had waar mijn gedichten over gingen. Soms gun ik haar dus iets.
m. in een glansrol - podium
ik lees mijn verhaal van het kind dat blind verloren liep in stomheid
haar ogen blinken - ik schrik haar gelijke trekken voor mijn gezicht in de gitzwarte spiegelramen
dan zie ik dat het ongepaste trots is en dat ze net zo luid in haar handen klapt en voor een keer gun ik haar die onvervalste pret