Ik tel de dagen af. Dat gebeurt wel vaker. Vroeger gebeurde het constant. Toen ik studeerde, telde ik de dagen af tot de vakantie en in de vakantie, toen ik thuis zat in het pittoreske I., telde ik de dagen af tot aan het academiejaar. Mijn leven was een tol die doldraaide. Ik wist niet waarop ik uiteindelijk zat te wachten. Of het bestond, dat waarop ik wachtte.
Ja, het bestond. Dat ontdekte ik in augustus 2003. Het was een zonnige dag en ik vond dat alles best mocht blijven zoals het was. Dat was de eerste keer in mijn leven. Nochtans was ik voorheen niet ongelukkig. Ik was een relatief gelukkige afteller.
Nu tel ik opnieuw af. Ik zit aan mijn computer, 8 uur per dag, te staren, na te denken, iets in te tikken, het te wissen, een ander document te openen. En laat me ondertussen nog maar eens hotmail controleren, in een kader helemaal onderaan het scherm, anders leest de directiesecretaresse oeps, -assistente mee en vlieg ik buiten nog voor ik hier zelf mijn schup afkuis.
Ik open onze website in een groot en heel zichtbaar kader. Alles kleurt roze. Dat ze nu maar eens voorbijlopen, ik werk net echt. Ik doe alsof ik iets opzoek maar eigenlijk vraag ik me af wat we vanavond kunnen eten. Alweer 5 minuten voorbij, misschien brengt hotmail nieuws. J. de ambtenaar heeft gereageerd, toch iemand die nog leeft in dit doodse zomervakantieland. Hij heeft net als ik zijn handen vol, mailt hij, maar hij weet zo nu en dan een secondje vrij te maken om me een paar loeiers van taalfoute zinnen door te mailen. Zinnen van andere ambtenaren, wel te verstaan. Waarop ik repliceer met een paradie op die zinnen, wat me alweer 6 minuten dichter bij de klok van 17u30 brengt.
Daar is M., hij zoekt voor de negenentachtigste keer vandaag zijn gsm. Luidop doet hij dat. En later lijkt het erop alsof zijn computer crasht, maar waarschijnlijk vindt hij gewoon de « è » niet op zijn klavier. Ik vind mensen die ngo's, of de voorzitter ervan, door het slijk halen, bedenkelijke figuren, maar ik maak graag een uitzondering.
Ik heb het geprobeerd, M. duidelijk maken waarom hij mijn vriend niet is. Ik heb het geprobeerd zonder de woorden populistisch, belust op sensatie, opportunistisch, egocentrisch en impulsief te gebruiken. Dat kostte me dagenlang denkwerk. En hoe reageerde M. daarop? Juist, als een klein kind van wie je een snoep afpakt. Quod erat demonstrandum.
Ik ben niet zo wraakzuchtig dat ik meteen de openbaarheid wil opzoeken met mijn verhalen. Maar ik ben net wraakzuchtig genoeg om er toch 1 item op dit blog aan te wijden. Met veilige afkortingen.
Nog 9 keer slapen. Nog 2 teamvergaderingen. Nog 6 werkdagen. Alles past op 1 hand. Het kan niet moeilijk zijn, en toch is het dat.
11-07-2008
11 juli 2008
De pillen die ik al een week neem, werken niet goed. Ik ga dus naar de dokter en ik leg uit dat hij zijn pillen overschat. Hij zal laten onderzoeken of ik resistent ben, antwoordt hij.
Dan schiet me iets te binnen. Ik neem ze niet zoals het hoort. Ik breek de capsules open en strooi de bolletjes in een bodempje water dat ik daarna snel naar binnen kap. Fout! Die capsules moeten ervoor zorgen dat die bolletjes heelhuids uit mijn maag komen. Wat een ellende; ik krijg ze niet doorgeslikt. Ze zijn te groot, als ik ze nog maar zie liggen in mijn handpalm krijg ik al visioenen van een stikkende vir.
Of de farma-industrie dat met opzet doet, vraag ik. Waarom ze geen poedertjes of zuigtabletten of bruistabletten of siroopjes kunnen uitvinden. De mogelijkheden zijn legio. Jij bent de enige met dit probleem, lacht de dokter. Hij is nog jong, misschien is hij jonger dan ik. Ik ben niet de enige met dat probleem. De helft van mijn vriendenkring heeft een stik-fobie en de andere helft wil geen gelatine slikken. Zo erg is het niet, voegt hij eraan toe, als je vlees eet zitten daar stukken bij die groter zijn dan die pillen. Oeps, vergeten dat je geen vlees eet. Hij lacht weer. Wat een charmante dokter. Ik heb ineens het gevoel dat hij wel eens gelijk zou kunnen hebben.
Je zal in je leven nog veel pillen moeten nemen, en ze zullen niet eens allemaal zo klein zijn. Klein? Ik kan me niet voorstellen dat ze in mijn keelgat passen. Maar ik wéét natuurlijk dat ik overdrijf, dat het in mijn hoofd zit en dat ik geen indruk zal maken op hem door te blijven zeuren over die kutpillen. Goed, zeg ik, ik zal het proberen.
Poging 1. Ik steek de pil in mijn mond, ik neem een slok en ik slik. Pil nog altijd in mijn mond.
Poging 2. Ik neem een slok, ik wurm de pil erbij, de helft van het water loopt weg en ik slik. Pil nog altijd in mijn mond.
Poging 3. Ik neem een gigantische slok en ik blijf ermee in mijn mond zitten terwijl ik me voorstellingen maak van wat kan gebeuren als die pil in het verkeerde keelgat terechtkomt. Ten slotte spuw ik het water uit. Pil nog altijd in mijn mond.
Poging 4. Ik mik de pil in het glas water en neem een slok. Pil nog altijd in het glas water.
Poging 5. Ik duw met mijn vingers de pil tot bij de rand. Ik zet mijn mond aan het glas. Ik neem een slok. Ik slik. Ik heb de pil ingeslikt en ik kan nog altijd vrij ademen!
Die avond heb ik maar 3 pogingen nodig om de pil in te slikken. En de volgende ochtend, jawel, lukt het me in 1 keer.
Ik kan haast niet wachten tot ik de dokter mag inlichten over mijn prestatie.
(Loop, valt deze tekst onder de noemen 'verborgen en minder verborgen crushes'? Gaat hier nu een stormloop van reacties op komen? Zo niet, dan post ik de volgende keer gewoon weer gedichten. Wie zegt trouwens dat die niet over verborgen crushes gaan?)
09-07-2008
Twee pogingen om uit te leggen waarom de pajsers zo belangrijk waren. (Dat is nogal eens een uitleg.)
Pajser : - )
1.
dit is het spel van anticiperen
zonder dat iemand het merkt
en wankelen in kniehoge laarzen
vol lauwe modder en vuile sokken
de nagels in mijn handen blinken
ik moet de betekenis daarvan nog vinden
2
we hebben ons krom geklopt
op die klotenagels en nog
lachen we want
aan de andere kant is een eiland
je geraakt er niet op zonder stoot
of slag maar wat je daar wacht is
echter dan water
en punten en haken
Ik heb die doos niet meer, waarvan sprake is in dit gedicht. Eerst gebruikte ik ze om Playmobil-mannetjes in op te bergen, daarna om herinneringen in op te bergen, en daarna is ze misschien op zolder beland. Nu staat ze is dit gedicht, dat is nog eens zo eervol.
Strange Serbian Dentist
Vroeger borg ik mijn melancholie op
in een paarse curverbox
waarin ik twee weken lang
elke avond zat te rommelen
mijn verdriet had iets vals
door het genot dat het me gaf:
ik huilde alsof ik een pijnstiller
tegen aanhoudende tandpijn nam
ik zou je dat willen zeggen
maar ik weet al wat daarop volgt:
het verhaal dat je deed
van je vinger die heelt
Dit gedicht geeft een antwoord op vragen zoals 'Waarom nemen jullie de trein?' zonder over CO2 te beginnen!
Balkan
Om overal alles te zien veranderen
- nieuwbouw in verval, zonnepanelen in golfplaten -
is er een trein die meer kost dan een vliegtuig
maar wel toelaat de veranderingen nauwkeurig te noteren.
Er is ook een bus waarin je je benen niet
kan strekken en waaruit je om 2u45 s nachts
door een norse douanier gezet wordt
omdat hij de stempels in je paspoort niet kan lezen.
Ik zou mijn onrust s nachts en de nummers
op onze mp3-speler van 2 gigabyte
voor geen enkele efficiëntere, financieel minder
aderlatende manier van reizen willen ruilen.
Want hoe kan ik de details terugroepen die me
ook jaren later nog kunnen overvallen
zoals sommige blikken, sommige woorden
als de terugreis net zo lang duurt als
nu het traject Beograd Novi Sad?
Of Novi Sad Subotica?
Via fotos? Wat een belediging
voor de momenten die niet op foto
werden vastgelegd. Wat een slag in het gezicht
van de ik die alles zelf zag.
Als je achteraf nadenkt over hoe iets is begonnen, dan denk je altijd wel dat je iets had kunnen weten.
Ludas Lake
pas aangekomen stonden we op
de steiger te staren naar zoveel
water in zoveel ruimte
we zeiden niets toen iemand vroeg
waarom we zwegen, en hoewel ik vond
dat het aan mij was keek ik enkel
naar de verte die mijn stem zou
moeten overbruggen. ik geloof niet in dat
soort voorspellende tekens. ze halen onderuit
wat met onbeheerste slagkracht
in de modder is geslagen. en toch.
08-07-2008
8 juli 2008
Vroeger hadden J. en ik een abonnement op De Standaard. We betaalden elk jaar een flink pak euro's en in ruil kregen we 1 krant per dag.
Nu hebben we een contract met De Morgen: we betalen helemaal niets en we krijgen elke dag 2 kranten in onze brievenbus. 1-0 voor De Morgen.
Nu is de vraag wat inhoudelijk de grote verschillen zijn tussen de twee kranten. Laten we daarom eens een onderwerp onder de loep nemen dat bij iedereen een diep gevoel van verslagenheid teweegbracht: de dood van de Amerikaanse ex-senator Jesse Helms.
In De Standaard lezen we dit:
Republikeinse ex-senator Jesse Helms overleden
RALEIGH - De aartsconservatieve voormalige Amerikaanse senator Jesse Helms is vrijdag op 86-jarige leeftijd overleden. Een naar hem genoemd onderzoekscentrum in North Carolina heeft dat bekendgemaakt.
Helms zat dertig jaar in het Congres, waar hij op de rand van racisme balanceerde en slag leverde met liberalen, communisten en soms ook mede-Republikeinen. Hij is een van de naamgevers van een wet waarmee in 1996 het Amerikaanse embargo tegen Cuba werd verzwaard en verlengd (Helms-Burton).
Voordat hij in 1972 in de Senaat werd gekozen, was Helms bij het publiek in North Carolina bekend als kranten- en tv-commentator.
Op gevorderde leeftijd werd Helms geplaagd door een reeks aandoeningen en twee jaar geleden werd hij in een verpleeghuis opgenomen vanwege vasculaire dementie, een gestage achteruitgang van de hersenen ten gevolge van herhaalde kleine herseninfarcten (TIA's).
Niks aan de hand, zou je denken. Hij was aartsconservatief, dat wel, maar verder een geknipte kerel. Was niet eens zo héél racistisch. Krantencommentator, tv-commentator en er is zelfs een wet naar hem genoemd.
Benieuwd wat De Morgen weet te vertellen.
Aartsconservatieve Amerikaanse ex-senator Jesse Helms overleden
WASHINGTON De oerconservatieve Amerikaanse ex-senator Jesse Helms is gisteren overleden. Dat heeft een conservatieve denktank bevestigd.
Helms werd 86. Hij stond altijd op de bres voor conservatieve waarden en gold als een vurig voorstander van raciale apartheid. Van etnische minderheden en homoseksuelen moest hij niks weten.
Helms zat 30 jaar (van 1973 tot 2003) in de Senaat voor North Carolina en was ook een keer voorzitter van de Senaatscommissie Buitenlandse Zaken. De precieze doodsoorzaak is niet bekend, maar hij had al een tijd hartproblemen en leed ook aan kanker.
Helms was de leidende figuur achter de Southern Strategy, de heropleving van het Republikeinse conservatisme in het Amerikaanse zuiden. Hij verzette zich tegen initiatieven van burgerrechtenbewegingen en wilde niet dat Martin Luther King Day een nationale vakantiedag werd in de VS. Helms fulmineerde tegen de VN, ontwikkelingshulp, het Noord-Amerikaanse vrijhandelsverdrag Nafta en het klimaatverdrag van Kyoto, en was een rabiaat communistenhater. Linkse regimes in Latijns-Amerika waren hem meer dan een doorn in het oog.
Zijn naam blijft verboden met de wetgeving (de Helms-Burton Act) die de mogelijkheden voor ondernemingen om handel met Cuba te drijven drastisch beperkte. Een troost voor Helms: hij stierf op 4 juli, de dag dat de Amerikanen hun onafhankelijkheid vieren.
Wat is dit? Tegen ontwikkelingshulp? Voorstander van raciale apartheid? Niet willen dat de Martin Luther King Day een vakantiedag wordt? Wat bezielde die kerel?! En vooral: wat bezielde De Standaard toen ze leukweg schreven dat hij 'op de rand van het racisme belanceerde'? De auteur is dsl, en dat zijn alvast niet de initialen van Mia Doornaert. Dat wil dus zeggen dat ze daar meer dan één achterlijke trees of kees rondlopen hebben. 2-0 voor De Morgen.
Maar dan. In De Morgen hebben ze een top 20 van de beste Werchtergroepen samengesteld. Op 1 staat Sigur Ros. Tot daar gaat alles goed, al zou Sigur Ros op minder dan de eerste plaats zetten neerkomen op beweren dat er een kans is dat de aarde kubusvormig is.
Radiohead staat op 5 en Band of Horses op 8. Kon slechter, er is nog niets verloren voor De Morgen. Maar dan wordt ineens duidelijk dat The National in de top ontbreekt.
De Standaard beweert nochtans (http://werchter2008live.blogspot.com/):
Hopelijk groeit The National uit tot een festivalheadliner want dit is een klassegroep. Nummers als Start a war, Fake empire of Baby, We'll be fine verdienen het festivalklassiekers te worden.
Hmm. 2-1.
Voorlopig houden we onze gratis De Morgens dus nog even en laten we anderen betalen voor De Standaard.
06-07-2008
Dear Veerle,
Thank you very much for your email and the kind words you wrote about the Montgolfier Brothers.
We would love to come to Belgium and play one day. In fact, although I have been to Brussels several times (very nice!) and although the band had passed through Brussels on their way to the Netherlands by train we have never done a gig anywhere in Belgium.
We have recently been asked about doing something in Paris so maybe we can do both Paris and somewhere in Belgium on the same trip.
Very best regards from the (rainy) North of England!
Mark
on behalf of the Montgolfier Brothers.
03-07-2008
3 juli 2008
We bleven 7 uur in Novi Sad. Daarvan liepen we er 3 rond in de blakende zon, zochten we er 1 een eetplaats en zaten we er 3 in het restaurant van een hotel te wachten op de bus naar Sarajevo. J. en ik waren bijna de enige klanten in het restaurant. We hebben de 3 uur volgepraat. Ik zat met gedreun in mijn hoofd en ik dacht: vandaag is wel een hele rare dag.
Het spel ging als volgt: iemand zei een woord en dan moest de volgende dat woord herhalen en een nieuw woord toevoegen. Enzovoort. Het moesten geen zinnen zijn en op het einde waren ook woorden uit de eigen taal toegelaten.
Rakija game
de rakija raakt op we zitten buiten op de plaats waar je zal stoppen
om me daar vast al aan te laten wennen ben je binnen aan het slapen -
maar die moed zal je later in de schoenen zinken want zoals dat gaat ben je net als ik
na volle glazen vanzelfsprekender -
maar dan zijn we al zoveel rondes later
30-06-2008
30 juni 2008
De eerste helft van de kleren ligt al gestreken in de kast. De tweede helft moet nog volgen, maar ik heb een rustpauze ingelast waarin ik me bijvoorbeeld met de eindafrekening van het moordweekend kan bezighouden.
Ik ben niet goed in het schrijven van verslagen, wat mijn vroegere leerkrachten ook beweerden. (Ik schreef in het begin van het vierde middelbaar een verslag over Pukkelpop. Mijn leerkracht Nederlands vond het zo goed dat hij het wou voorlezen. Toen hij bij het woord noise kwam, las hij het op zijn Frans. Ik rolde haast van mijn stoel.)
J. en ik hadden ons voorgenomen te schrijven tijdens de reis. Ik had daarvoor mijn grijze schrift meegenomen met het gouden stuk papier van een mannetje dat valt. Op zaterdag 14 juni om 17u16 stak ik vrolijk van wal met de volgende zin: J. heeft een fles Contrex-vergif gekocht omdat hij de kwaliteit van het Gentse kraanwater niet vertrouwt. Die dag sloot ik af met Het bevestigt alleen de indruk dat het maken van plannen in die richting een goed idee is.
En dat was het. Toen lag het een week stil. Want er moest een brug gebouwd worden. En rakija gedronken. Een week later werd ik wakker en wist ik dat ik moest schrijven, maar het proza was zo stuntelig dat ik algauw gedichten begon te schrijven en dat ben ik dan maar blijven doen, de rest van de reis lang.
Ik blijf mijn voornemen trouw bij elk gedicht een bondige uitleg te geven, dus hier gaan we dan. Drie gedichten als aftrap.
Toen ik Olga voor het eerst zag in het station van Subotica, wist ik pas helemaal zeker dat het niet meer mis kon lopen. Bij gelegenheid toon ik nog wel eens een foto van Olga die lijkt op de affiche van Hundstage.
Olga
Olga praat zoals ze in de hitte haar T-shirt
uittrekt; trefzeker, geen verzet gewoon.
In Moskou gebeurt het misschien wel vaker dat
vrouwen ouder dan 40 op minutenlange gitaarsolos dansen
of klagen dat er te weinig gedronken wordt, maar hier
zitten alle jongens heimelijk Olga achterna.
Zo protesteert niet. Ze had mijn moeder kunnen zijn.
Dat had ze moeten zijn, waarschijnlijk.
De huizen in Belgrado hebben geen gaten in de muren en er zijn redelijk wat parken. Toch heb je het gevoel dat de stad niet in zichzelf past.
Beograd
hier is het labyrint waarvan ik weet
dat ik er geen uitweg uit vind
de straten dragen rare namen maar
met mijn cyrillisch gaat het verder goed
ik volg je wel, de parken in
en uit, de pleinen op en af, en verder
volg ik je ook, hoedanook,
heb ik bedacht
Hotel Royal kostte 30 euro per nacht per persoon en de eerste nacht dachten we dat er een kakkerlak in de badkamer liep. Ik deed er bijna geen oog dicht. Te veel, te warm, te weinig weerstand en het waren onze laatste nachten in de Balkan, wat op zich al een reden is om niet goed te slapen.
Hotel Royal ***
Welkom in de warmste kamer waar ik ooit sliep.
In het café hiernaast zingt dezelfde zangeres
als de vorige nacht een lied dat waarschijnlijk
nergens over gaat. En toch kan ik het meezingen.
Welkom in de nacht die enkele minuten langer is
dan de kortste nacht die ik net weer heb gehad.
Dit is een persiflage met in de hoofdrol de TV
die een derde van de kamer inneemt.
Welkom in de grootste wirwar die ik ooit bedacht.
Er wonen mensen van wie de gezichten nu al onwerkelijk lijken.
Er plakt een storm tegen het enkel glas die maar niet
Dit is Palmier. Hij heeft veel te zeggen maar slaagt daar niet altijd in. Zeg dag tegen Palmier.
11-06-2008
11 juni 2008
J. en vir wassen elke avond alles af: de cornflakeskommetjes van het ontbijt, de glazen en kopjes die ze overdag gebruikten en de potten, pannen, borden en bestek van het avondmaal. J. zou uit zichzelf nooit elke dag afwassen, maar door een korte kosten-baten-analyse heeft vir J. ervan weten te overtuigen dat dit toch veruit de meest efficiënte aanpak is. Dat heeft alles te maken met het feit dat sommige etensresten steenhard worden als je ze een nacht aan de potten laat hangen.
J. vermoedt natuurlijk wel dat virs neurose er ook voor iets tussenzit hij woont tenslotte al bijna vier jaar samen met haar maar voorlopig staat hij elke avond onderdanig naast vir af te drogen. (Af en toe wijst vir hem erop dat de glazen nog nat zijn, en als vir het water heeft laten weglopen, wijst J. er haar op dat er nog een pan op het vuur is blijven staan.)
Natuurlijk is afwassen en afdrogen sowieso erg avontuurlijk, maar om het nog wat spannender te maken, spelen J. en vir vaak een van hun afwasspelletjes. Ze zijn dermate bedreven in het verzinnen van zulke spelletjes, dat ze in augustus een afspraak hebben gemaakt om hun ideeën te commercialiseren. Het eerste spelletje is veruit het geniaalst omdat er taal aan te pas komt. De ene zegt een willekeurige combinatie van klanken en dan worden daar om beurten woorden mee gezocht. Let op: het gaat om de klanken, niet om de spelling! Een voorbeeld:
vir aa (zoals in laat), e (zoals in het), oo (zoals in ook)
j. laveloos.
vir haveloos.
j. een goudmijn! waterloos.
vir het moet in het woordenboek staan.
j. welk woordenboek?
vir de dikke van dale.
j.het staat erin.
vir het staat er niet in.
j. havenpoort.
vir twijfelachtig. radeloos.
j. mateloos.
vir stapeldoos.
j. wat is een stapeldoos?
vir een doos om te stapelen, natuurlijk.
j. hazelnoot.
vir laveloos.
j. dat is al gezegd.
vir waterloop.
j. watersnood.
vir bah. ik heb er geen meer.
Dat komt doordat vir enkel de combinatie 'uu-ie' wint (uniek, subliem, subtiel, ultiem, muziek, futiel, ludiek, stuurwiel, tuniek, publiek, rustiek, enz.) en te weinig geduld heeft.
Het tweede spelletje is zo mogelijk nog interessanter dan het eerste, ware het niet dat j. er de pest aan heeft en het enkel speelt als hij in een van mijn valstrikken trapt. Het spelletje heet 'hypothese-land' en alle vragen zijn er mogelijk. Want zo gaat dat in hypothese-land: het lijkt niet op ons land waar alleen realistische vragen gesteld mogen worden.
vir wat zou je doen als ik een tak in de plaats van een arm had, maar verder was ik normaal?
j.goh, is dat een hypothese?
virja, we zijn in hypothese-land
j.neen, we staan af te wassen
virwaarom doe je niet mee?
virwat zou je zeggen als ik een CD van Ks Choice zou willen kopen?
j.ik zou eens mijn schouders ophalen
vir(geënerveerd) neen, dat zou je niet, en stop met zeggen dat je altijd bij alles je schouders ophaalt.
virwie zou je zijn als je mij nooit ontmoet had?
virwat zou je denken als je mij nu voor het eerst zag?
virhoe ongelukkig zou je zijn als ik nu doodging?
Dit spelletje zou echt leuk kunnen zijn. Zo leuk dat je voor je het goed en wel beseft, de hele afwas hebt gedaan. Zo leuk dat je fluitend het aanrecht schoonmaakt en de kruimels van de tafel veegt. Maar meestal mok ik wat omdat j. weigert binnen te treden in hypothese-land, de hyperrealist.
10-06-2008
10 juni 2008
Dit is een noodkreet voor iedereen die het horen wil: ik weet me geen raad meer, ik ben het kwijt, waar is het gebleven?
Ik zit urenlang naar het scherm te staren, totaal wezenloos. Ik denk aan woorden en ik denk aan zinnen, maar er komen alleen misbaksels. Ik denk aan verhalen maar ze klinken me allemaal te bekend. Ik denk dan maar dat ik helemaal niet origineel hoef te zijn (het is een misvatting dat alles altijd origineel moet zijn, geeuw) maar zelfs onorigineel zijn lukt me niet omdat er simpelweg niets komt. Er is de leegte en daarin zit ik, te geeuwen dus, papieren poppetjes te scheuren en die weg te blazen en er komt niets, niets, niets, terug.
Ik herinner me niet dat ik dit ooit schreef, maar ik weet wel waar het over gaat, toen had het dus nog niet toegeslagen:
de dag erna
de dag erna loopt Het Monster
eerst nog gedwee aan de leiband mee
tot het zich onze beloftes herinnert als
losse variaties op eenzelfde thema:
nooit meer zo veel, zo onbeheerst,
denken dat de dagen voor ons uitgeschoven mogen,
en het slaat zijn armen om me heen:
van ver moet dit op een omhelzing lijken neen!
Dieper in mijn lade vind ik dit, toen nam het al bezit van mij want ik ben maar twee strofes ver geraakt:
verlan de verlan
ja kijk, het kan
verkeren, maar net zo
goed verkeert het weer
zo is vir terug
vertaald vir ten
voeten uit want
Ja, want? Er staat nog vanalles achter gekrabbeld maar dat is doorstreept. Ik ben er niet in geslaagd te achterhalen waarom vir terug vertaald vir ten voeten uit zou zijn. Als iemand het antwoord heeft, licht me dan in, zo je wil.
Misschien ben ik nadat ik vertaald ben, des te meer een vir omdat bij een vertaling sommige betekenissen lichtjes verschuiven. J. stuurde me onlangs een site door (http://tashian.com/multibabel/) waar je een Engelse zin kan intikken. Het programma vertaalt die zin een aantal keer opnieuw, telkens naar een andere taal via het Engels. Je tikt bijvoorbeeld I want an enormous box of chocolate cookies en je krijgt I completely demand enormous Biskuite of the structure to the chocolate. Maar het kan nog erger: Do you please want to shut up and give me back my pillow? wordt namelijk: You appreciate when satisfer behind the my choc-absorbent end to close yourself and of she must? Héérlijk. Ik denk dat ik me uren kan vermaken met zon website, maar er moeten dingen gepland worden want binnenkort wordt mijn leven door elkaar geschud: eerst op reis, dan verhuizen, dan ander werk.
de dag zit nokvol
mijn stem is ontbeend
- vaarwel smalltalk -
is dat wat resteert
als ik alles echt meen
waar moet het nu met
mijn waanideeën heen?
Zeer waarachtig, of dat denk ik toch, maar wat is er in godsnaam met die eerste strofe aan de hand? Het ritme klopt niet, de klanken botsen dat je er scheel van gaat kijken en het woord smalltalk is eigenlijk zo lelijk ze het zouden moeten verbieden. (Ik zat op de achterbank in de auto en ik zocht een woord voor al die zinnen die je zomaar zegt zonder dat je er iets mee bedoelt, tegen mensen met wie je na drie zinnen uitgepraat bent. Ik kwam dus uit bij smalltalk en de muziek moet zo luid gestaan hebben (Modest Mouse, Little Motel) dat ik het niet hoorde, de spuuglelijke echo in mijn hoofd.
Small talk geeft small maintenance. Het overwegen waard in dat gedicht.
Ik zit dus met een small board of the author.
Wie me wil inspireren, you precede.
Sbadiglio.)
25-05-2008
Liefste medemens
Jij en ik, we hebben vaak niet veel tegen elkaar te zeggen, maar ik kan goed doen alsof en als ik een glas te veel heb gedronken, vergeet ik soms dat ik een rol aan het spelen ben. Ik begrijp niet waar jij zoal warm of koud van kan worden, en jij vindt dat ik me druk maak om niets, of om dingen die ik toch nooit zal kunnen veranderen, al werd ik 500 jaar. Toch denk ik dat ik vaker nadenk over mijn sterfelijkheid dan jij. Soms denk ik zelfs dat ik tout court vaker nadenk, maar wie denkt dat niet, is het niet?
Er zijn dagen waarop ik je het liefst van al een haatmail wil sturen. Ik word wakker en de scheldwoorden zoemen als bronstige bijen in mijn hoofd, maar naar welk adres stuur ik ze in godsnaam? Je bent op zoveel plaatsen. Ik geef lezingen in de klassen die jij niet onder controle krijgt, ik lees je columns in De Morgen, ik gebruik één noemer voor jou en je vrienden. Ze. Jullie zijn de reden dat de democratie nooit beter zal worden dan de minst slechte besturingsvorm, door jullie is logica een even waardevol wapen als een nat washandje, naast jullie voel ik me zo cynisch dat het pijn doet. Maar dankzij jullie raakt mijn blog ooit nog wel vol.
Soms denk ik dat je me wel ziet gluren als je een tijdschrift voor hersendode vrouwen op de trein zit te lezen. Ik beschouw je nog steeds als een uniek exemplaar, maar waarom? Hoe komt het dat ik die tijdschriften associeer met schaamte? Komt het echt doordat mijn mond openvalt tijdens het lezen van zinnen als Wij schrijven wat de vrouw wil lezen of kan ik me gewoon geen leven op hoge hakken voorstellen?
Je vermomt je soms en gaat doodleuk naast me zitten tijdens een concert. Dan durft het al eens duren voor ik je ontmasker, maar daar helpt je vriendje wel bij. Die draagt steevast een diarreebruin leren jasje en heeft bakkebaarden en / of een stoppelbaardje. En niet dat hij dat heeft, maar dat hij dat heeft om het mij makkelijker te maken hem van de medemensen die niet op het concert zijn, te onderscheiden: dat. Maakt. Me. Misselijk.
Maar ik ben vaak in een toegeeflijke bui. Het gebeurt dat ik lach met je grappen en soms wil ik je troosten door te zeggen dat ik het allemaal niet meen, de dingen die ik denk. Dan is de democratie weer gewoon de minste slechte besturingsvorm zonder dat ik haar afreken op jouw fouten. Maar het duurt helaas nooit lang voor ik een krant opensla of een gesprek afluister, en dan stort die hele toegeeflijke bui van mij ineen als een kaartenhuis.
We zouden een afspraak moeten maken, jij en ik. Geef me gewoon je e-mailadres en dan stuur ik ze, de woorden die ik s ochtends voor je bedenk, de termen die ik hier niet durf intikken. Ik ben geen slechte mens. Ik neem straks de trein naar Subotica opdat jij kan blijven genieten van de koude winters, en als je een Albanees was geweest dan hoefde je van mij niet te bewijzen dat je werk maakt van je integratie. Maar dat je dat zelf niet doet, daar zou ik je soms je ogen voor willen uitkrabben. Soms. Dus geef me nu gewoon dat adres, dan kan ik slapen en dromen van een geweldloze beslechting van ons eeuwenoude conflict.
Slaapwel,
vir
18-05-2008
18 mei 2008
De kikker kwaakt.
Ik draai me op mijn andere zij, ik concentreer me op iets anders, maar hij blijft kwaken. Dit is de kamer waarin ik het grootste deel van mijn nachten geslapen heb. Ze is bijna onherkenbaar, enkel het vasttapijt en de wastafel zijn niet veranderd. De mensen is het huis zijn ook bijna gelijk gebleven. Dat gaat zo als je een bepaalde leeftijd gepasseerd bent, denk ik.
Op de grond liggen stapels CDs, aan de muur hangen posters van South San Gabriel, Gravenhurst en Great Lake Swimmers. Er staat ook een pc die ronkte, die heb ik daarnet afgezet. Ik vermoed dat er ook spinnen zitten en dat ik daar straks over zal dromen. Maar dan moet ik eerst in slaap vallen, en de kikker kwaakt.
De verkeerde gedachten dringen zich op, gedachten als: Wat als J. doodgaat? of: Wat als de kikker blijft kwaken? of: Wat als er alleen verkeerde gedachten blijven komen? Ik moet de kikker gaan zoeken en daarna slapen.
Beneden liggen alleen doosjes pillen. Daar is de kikker niet.
In de gang staat de piano. Die weet van geen kikker.
De verwarmingsbuizen maken lawaai. Ze overstemmen de kikker niet.
Ik voel me zo alleen dat ik alle woorden die ik ooit in betekenisvolle volgordes zette, terstond zou willen ruilen voor een minder luide kikker.
26-04-2008
26 april 2008
Op maandag neem ik de trein naar K. K. is niet veel veranderd sinds ik er zoveel jaar geleden ben weggegaan. De cafés zijn nog even slecht, de restaurants even duur en de bioscoop even megalomaan. De helling naar de Schaapsdreef is ongetwijfeld nog even steil, maar daar moet ik vandaag niet zijn. Anderhalve minuut duurt het vooral ik ontmaskerd word als een West-Vlaamse, en hup, ineens spreekt iedereen West-Vlaams tegen mij. Is dit geen reden om dat niet te doen: ik verhuis van I. naar B. naar G. naar L. Steeds verder weg uit West-Vlaanderen. Als J. en ik over straat lopen en ik hoor West-Vlaams, dan kan ik het niet laten daar een opmerking over te geven. Ik vraag aan J. hoe het komt dat ik zelf West-Vlaams ben.
Vanaf dinsdag zitten er zomaar De Morgens in onze brievenbus, telkens twee. J. en ik verdelen de buit. Die van mij leest als een roman. Op p. 6 staat een groot artikel De CO2-uitstoter betaalt spontaan over het vrijwillig betalen van een compensatiebedrag voor de CO2-uitstoot bij vliegreizen. Op p.7 klinkt het Bijna helft Belgische piloten werkt voor buitenlandse maatschappijen en als verklaring daarvoor wordt de wereldwijde vraag naar piloten gegeven. En op p.18 staat Al Gore: Niets verbeterd sinds mijn film. Ziedaar de hoofdlijnen van onze roman: als we denken de opwarming van de planeet te kunnen tegengaan door dieper in onze portemonnee te tasten, komen we bedrogen uit. Waar worden de bomen geplant om het effect van onze buitensporige CO2-uitstoot te reduceren? Is er niemand die zich afvraagt hoeveel van die bomen we nog gaan planten voor we merken dat dat geen duurzame oplossing is?
Op woensdag lees ik op internet dat PETA een miljoen dollar schenkt aan het bedrijf dat er als eerste in slaagt kunstvlees op de markt te brengen. Gevraagd naar de mening van mijn werkgever hierover, merk ik dat het voor ons van geen belang is hierover een mening te hebben zolang niemand ons daar naar vraagt. Ons eigen pragmatisme is ons zo langzamerhand aan het inhalen, denk ik. Ik blijf dus op mijn honger, en ga zelf op zoek naar extra informatie. Blijkbaar is een aantal PETA-medewerkers opgestapt omdat ze vinden dat PETA het eten van kunstvlees niet moet promoten. Pseudo-dierlijke vezels in je mond, wat is het ongehoord.
Hoe leven die mensen eigenlijk? Dit is zelfs geen morele arrogantie meer. Dit is blindheid. Een vergevorderde vorm van idealismitis.
Op donderdag vraag ik mijn verlof aan, want J. en ik hebben een mail gekregen dat we in juni vrijwilligerswerk mogen doen in Servië. J. informeert hoe duur een treinticket is en we besluiten met Eurolines te gaan. Ik probeer heel hard niet aan de busrit van vorig jaar te denken, toen ik verlamd van angst zag hoe onze bus aan een inhaalmanoeuvre begon en de tegenligger op de pechstrook dwong. Of toen we ineens stilvielen en in volstrekte duisternis ergens in Polen bleven staan. Toen dacht ik nog dat ik er het vierdubbele bedrag voor over had om veilig op rails thuisgebracht te worden. Zo zie je maar, elk jaar word ik weer een stuk avontuurlijker.
Op vrijdag bestel ik rode wijn en krijg ik witte wijn, maar ik drink mijn glas op. Het had erger gekund.
Op zaterdag koop ik natrium bicarbonaat. In De Morgen staat: Volgens de Europese Commissie verschillen de oorzaken van de voedselcrisis met wat de publieke opinie vaak denkt. Zo hebben de teelt van biobrandstoffen of speculatie slechts een beperkt effect. De echte oorzaken zouden naast het klimaat onder meer de veranderende eetgewoonten zijn in Azië en de toegenomen consumptie van vlees.
Als je daarna leest wat de gevolgen voor landen als Haïti, Mexico, Soedan of Sri Lanka zijn, dan zou het duidelijk moeten zijn. Maar niet iedereen krijgt gratis twee De Morgens in zijn brievenbus. En niet iedereen beseft dat het niet om ethische arrogantie gaat, maar om monden die gevoed moeten worden. Een extra reden dus, en nog wel een zéér, ja zéér goeie.
19-04-2008
19 april 2008
Hormonen. Ze laten zich weken na elkaar niet voelen en dan plots zijn ze daar. En zoals ziektes nooit gelegen komen, zo komen hormonen ook nooit gelegen. Een pest, dat zijn ze.
Normaal ben ik s ochtends overal toe in staat. Hoewel waarschijnlijk 70% van dit blog ironisch bedoeld is, ben ik nu de ernst zelve. Ik sta op, ik giet sojamelk over mijn goedkope GB-muesli en nog voor ik een CD kan opleggen heb ik al zin om te zingen. Ik heb zoveel energie dat ik ervan begin te zweten. Later op de dag zakt mijn lichaamstemperatuur steevast onder 21°C, maar s morgens zit ik vrolijk in mijn slaap-T-shirt aan het ontbijt, ook in januari. Tot de hormonen komen. Dan kan ik me alleen het hoofd breken over de vraag hoe het komt dat ik niet kan lachen, niet eens kan glimlachen. Als de hormonen er zijn, zit ik zo zuur als een zéér zuur stuk fruit aan de tafel. Te kauwen. Een andere CD te proberen. Te overpeinzen waar ik al die andere ochtenden mijn energie vandaan haalde.
Als de hormonen komen, ben ik een dag lang zoals de meeste mensen tussen 7 en 8 uur s morgens zijn: slechtgezind, humeurig, lichtgeraakt, onredelijk.
Als de hormonen weg zijn, kan ik daar om lachen, maar wee J.s gebeente als hij mij daarop wijst. Waar ik het minst behoefte heb als ik ten prooi ben gevallen aan de hormonen, zijn mensen die me zeggen dat het wel zal beteren. Want ik geloof hen niet.
Vroeger kon het nog wel eens helpen: héél luid VNV Nation opzetten, melkchocolade eten, nieuwe schoenen kopen. Maar nu betekent een uur lang VNV Nation ook een uur lang Herman Düne (J. vindt dit niet meer dan fair), in melkchocolade zit melk en schoenen: ze kunnen me niet meer boeien. Dus ga ik zitten mokken in de zetel, en als J. uit zijn krammen schiet, dan kan ik daar een potje om zitten huilen, en als ook dat me begint vervelen, dan vind ik wel iets om over te zagen. (De mogelijkheden zijn legio: het weer, de sigarettenrook op de gang, de reclamespotjes van VLAM, fout geparkeerde autos of mensen tout court.)
Op die dagen zou het mogelijk moeten zijn om me in de zetel in een bolletje te rollen, de deken tot onder mijn kin te trekken en naar mooie liedjes te luisteren (www.vir.muxtape.com, bijvoorbeeld). En dan maar denken: waar heb ik dit allemaal aan verdiend, de wereld is zo kaal en grijs en dood, en straks hapert de CD-speler en scheur ik mijn kousen kapot aan de splinters in onze houten vloer. En ja, ik scheur er mijn kousen aan kapot. En dat ik dat wist, dat helpt niet. Want er helpt niets als de hormonen er zijn.
Maar ze vertrekken ook altijd weer. Ze pakken hun valiezen en bollen het af. Dan is er weer rust in mijn lichaam, zit ik s ochtends honderduit te vertellen over mijn plannen van die dag en moet ik lachen om J.s slaperige gezicht en zijn haren die alle kanten uitpieken. Dan verdraag ik het allemaal weer: Donna op het werk, goedkope vliegtuigtickets, kwebbelende bakvissen naast me in de trein, kousen die afzakken, wind tegen, misverstanden, tientallen mails waar ik nooit een reactie op kreeg, Cat Power, de lege batterijen van de afstandsbediening, het woord checken en de mensen die beweren dat het rookverbod in restaurants een aanslag op hun vrijheid is. Ik verdraag het en ik frons mijn voorhoofd, omdat ik nog altijd niet heb geleerd mijn schouders op te halen en dat zo wil houden.
18-04-2008
18 april 2008
Natuurlijk volstaat het niet alomtegenwoordig te zijn om een item te verdienen op dit blog, maar laten we het nu maar eens over selectieve empathie hebben. Selectieve empathie is des menschen, zoveel is duidelijk. Het is een uitgekiende truc van onze genen, de snoodaards, om zelf meer kans te maken te overleven. Onze genen schuwen daarbij enige kansberekening niet. Een halfneef is geen volle neef voor onze genen. En een volle neef is geen broer of zus. Het is ontstellend te moeten vaststellen dat de kans groot is dat sommige genen beter zijn in kansberekening dan de lichamen waarin ze zich schuilhouden.
Genoeg gescholden. Op naar het gedram.
Dieren dus. Geen kans dat onze genen daar een mogelijkheid in zien zich te gaan ontdubbelen. Paardmensen bestaan niet, en vismensen ook niet, wat Greenpeace ons ook wil doen geloven. Waarom knallen we ze dan niet allemaal af? Omdat ze geen bedreiging vormen voor onze genen, natuurlijk. Leven en laten leven, de luieriken.
Vandaar dat de verontwaardiging groot is als een man, een boertige West-Vlaming, naar de wildernis trekt om daar een olifant om te leggen. Voor zijn plezier. Dat het naburige dorp er een jaar lang van kan eten, is voor ons niet van tel, zelfs niet met de stijgende voedselprijzen. Een olifant, een edel dier, een wild dier, een dier dat zijn leven tussen de bossen en in de buurt van woeste waters hoort door te brengen, een intelligent dier bovendien, met een zeer scherp geheugen, met emoties, dat dood je toch niet zomaar? Wat voor onmensen doen dat? Dit soort bedenkingen inspireerde iemand om een petitie te beginnen waarin ze vraagt de jacht te openen op de West-Vlaming.
Wie me kent, hoort me natuurlijk al mijlenver aandraven. Want dat varkens gekweekt worden omwille van hun vlees, beste mensen, betekent niet dat ze geen edele dieren zijn, dieren die hun leven in modder en stro horen door te brengen, intelligente, sociale dieren, die net zoveel pijn kunnen ervaren als een olifant. En waarvan wij het vlees niet eens nodig hebben om te overleven, in tegenstelling tot.
Aaah, het zijn varkens! Die vergelijk je toch niet met olifanten! Wat een onzin! Je voelt toch meteen dat er iets aan de vergelijking schort!
Selectieve empathie, dat is het, die is gebaseerd op de ondoordachte aanname dat het leven van een wild dier meer waard is dan het leven van een gedomesticeerd dier waarvan we het vlees bij kilos naar binnen werken. Wie weet hoe een varken zich gedraagt in de natuur? Bijna niemand. Er worden geen documentaires over het sociale leven van varkens uitgezonden op Canvas. What a shame. Drie keer a shame, bovendien. 1. Er sterven meer mensen door welvaartsziektes (vlees!) dan door hongersnood. 2. Veeteelt en de opwarming van de aarde: twee handen op één buik. 3. Er mag wel wat dieper worden nagedacht over de vraag waarom we nooit petities onder ogen krijgen waarin de elektrocutie van de varkensslachters wordt gevraagd.
Het zal morgen niet gebeuren, neen, en overmorgen ook niet. Maar wacht, er komen nog dagen.
Vannacht droomde ik dat er varkens in mijn tuin zaten. Sommige varkens leken op koeien. Ik had een hok voor hen gebouwd. Er probeerde een varken te ontsnappen en ik was bang. Ik wou het achterna gaan.
Ik wacht nog altijd op de nacht waarin ik droom dat ik zelf dat varken ben. En dan zal ik bloggen dat ik een mens zag.