Foto
Websites
  • EVA
  • Arnon Grunberg
  • The Montgolfier Brothers
  • Sigur Ros
  • Iron and Wine
  • Motek
  • The National
  • The Notwist
    Archief per maand
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 09-2011
  • 04-2011
  • 12-2010
  • 09-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
    blog vir

    22-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    22 juli 2008

    Ik tel de dagen af. Dat gebeurt wel vaker. Vroeger gebeurde het constant. Toen ik studeerde, telde ik de dagen af tot de vakantie en in de vakantie, toen ik thuis zat in het pittoreske I., telde ik de dagen af tot aan het academiejaar. Mijn leven was een tol die doldraaide. Ik wist niet waarop ik uiteindelijk zat te wachten. Of het bestond, dat waarop ik wachtte.

     

    Ja, het bestond. Dat ontdekte ik in augustus 2003. Het was een zonnige dag en ik vond dat alles best mocht blijven zoals het was. Dat was de eerste keer in mijn leven. Nochtans was ik voorheen niet ongelukkig. Ik was een relatief gelukkige afteller.

     

    Nu tel ik opnieuw af. Ik zit aan mijn computer, 8 uur per dag, te staren, na te denken, iets in te tikken, het te wissen, een ander document te openen. En laat me ondertussen nog maar eens hotmail controleren, in een kader helemaal onderaan het scherm, anders leest de directiesecretaresse – oeps, -assistente – mee en vlieg ik buiten nog voor ik hier zelf mijn schup afkuis.

     

    Ik open onze website in een groot en heel zichtbaar kader. Alles kleurt roze. Dat ze nu maar eens voorbijlopen, ik werk net echt. Ik doe alsof ik iets opzoek maar eigenlijk vraag ik me af wat we vanavond kunnen eten. Alweer 5 minuten voorbij, misschien brengt hotmail nieuws. J. de ambtenaar heeft gereageerd, toch iemand die nog leeft in dit doodse zomervakantieland. Hij heeft net als ik zijn handen vol, mailt hij, maar hij weet zo nu en dan een secondje vrij te maken om me een paar loeiers van taalfoute zinnen door te mailen. Zinnen van andere ambtenaren, wel te verstaan. Waarop ik repliceer met een paradie op die zinnen, wat me alweer 6 minuten dichter bij de klok van 17u30 brengt.

     

    Daar is M., hij zoekt voor de negenentachtigste keer vandaag zijn gsm. Luidop doet hij dat. En later lijkt het erop alsof zijn computer crasht, maar waarschijnlijk vindt hij gewoon de « è » niet op zijn klavier. Ik vind mensen die ngo's, of de voorzitter ervan, door het slijk halen, bedenkelijke figuren, maar ik maak graag een uitzondering.

     

    Ik heb het geprobeerd, M. duidelijk maken waarom hij mijn vriend niet is. Ik heb het geprobeerd zonder de woorden populistisch, belust op sensatie, opportunistisch, egocentrisch en impulsief te gebruiken. Dat kostte me dagenlang denkwerk. En hoe reageerde M. daarop? Juist, als een klein kind van wie je een snoep afpakt. Quod erat demonstrandum.

     

    Ik ben niet zo wraakzuchtig dat ik meteen de openbaarheid wil opzoeken met mijn verhalen. Maar ik ben net wraakzuchtig genoeg om er toch 1 item op dit blog aan te wijden. Met veilige afkortingen.

     

    Nog 9 keer slapen. Nog 2 teamvergaderingen. Nog 6 werkdagen. Alles past op 1 hand. Het kan niet moeilijk zijn, en toch is het dat.

     


    11-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    11 juli 2008

     

    De pillen die ik al een week neem, werken niet goed. Ik ga dus naar de dokter en ik leg uit dat hij zijn pillen overschat. Hij zal laten onderzoeken of ik resistent ben, antwoordt hij.

    Dan schiet me iets te binnen. Ik neem ze niet zoals het hoort. Ik breek de capsules open en strooi de bolletjes in een bodempje water dat ik daarna snel naar binnen kap. Fout! Die capsules moeten ervoor zorgen dat die bolletjes heelhuids uit mijn maag komen. Wat een ellende; ik krijg ze niet doorgeslikt. Ze zijn te groot, als ik ze nog maar zie liggen in mijn handpalm krijg ik al visioenen van een stikkende vir.

    Of de farma-industrie dat met opzet doet, vraag ik. Waarom ze geen poedertjes of zuigtabletten of bruistabletten of siroopjes kunnen uitvinden. De mogelijkheden zijn legio. Jij bent de enige met dit probleem, lacht de dokter. Hij is nog jong, misschien is hij jonger dan ik. Ik ben niet de enige met dat probleem. De helft van mijn vriendenkring heeft een stik-fobie en de andere helft wil geen gelatine slikken. Zo erg is het niet, voegt hij eraan toe, als je vlees eet zitten daar stukken bij die groter zijn dan die pillen. Oeps, vergeten dat je geen vlees eet. Hij lacht weer. Wat een charmante dokter. Ik heb ineens het gevoel dat hij wel eens gelijk zou kunnen hebben.

    Je zal in je leven nog veel pillen moeten nemen, en ze zullen niet eens allemaal zo klein zijn. Klein? Ik kan me niet voorstellen dat ze in mijn keelgat passen. Maar ik wéét natuurlijk dat ik overdrijf, dat het in mijn hoofd zit en dat ik geen indruk zal maken op hem door te blijven zeuren over die kutpillen. Goed, zeg ik, ik zal het proberen.

     

    Poging 1. Ik steek de pil in mijn mond, ik neem een slok en ik slik. Pil nog altijd in mijn mond.

    Poging 2. Ik neem een slok, ik wurm de pil erbij, de helft van het water loopt weg en ik slik. Pil nog altijd in mijn mond.

    Poging 3. Ik neem een gigantische slok en ik blijf ermee in mijn mond zitten terwijl ik me voorstellingen maak van wat kan gebeuren als die pil in het verkeerde keelgat terechtkomt. Ten slotte spuw ik het water uit. Pil nog altijd in mijn mond.

    Poging 4. Ik mik de pil in het glas water en neem een slok. Pil nog altijd in het glas water.

    Poging 5. Ik duw met mijn vingers de pil tot bij de rand. Ik zet mijn mond aan het glas. Ik neem een slok. Ik slik. Ik heb de pil ingeslikt en ik kan nog altijd vrij ademen!

     

    Die avond heb ik maar 3 pogingen nodig om de pil in te slikken. En de volgende ochtend, jawel, lukt het me in 1 keer.

     

    Ik kan haast niet wachten tot ik de dokter mag inlichten over mijn prestatie.

     

    (Loop, valt deze tekst onder de noemen 'verborgen en minder verborgen crushes'? Gaat hier nu een stormloop van reacties op komen? Zo niet, dan post ik de volgende keer gewoon weer gedichten. Wie zegt trouwens dat die niet over verborgen crushes gaan?)

     

     


    09-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Twee pogingen om uit te leggen waarom de pajsers zo belangrijk waren. (Dat is nogal eens een uitleg.)








    Pajser : - )

     

    1.

    dit is het spel van anticiperen

    zonder dat iemand het merkt

     

    en wankelen in kniehoge laarzen

    vol lauwe modder en vuile sokken

    de nagels in mijn handen blinken

    ik moet de betekenis daarvan nog vinden

     

    2

    we hebben ons krom geklopt

    op die klotenagels en nog

    lachen we want

     

    aan de andere kant is een eiland

    je geraakt er niet op zonder stoot

    of slag maar wat je daar wacht is

    echter dan water

     

    en punten en haken


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Ik heb die doos niet meer, waarvan sprake is in dit gedicht. Eerst gebruikte ik ze om Playmobil-mannetjes in op te bergen, daarna om herinneringen in op te bergen, en daarna is ze misschien op zolder beland. Nu staat ze is dit gedicht, dat is nog eens zo eervol.

    Strange Serbian Dentist

     

    Vroeger borg ik mijn melancholie op

    in een paarse curverbox

    waarin ik twee weken lang

    elke avond zat te rommelen

     

    mijn verdriet had iets vals

    door het genot dat het me gaf:

    ik huilde alsof ik een pijnstiller

    tegen aanhoudende tandpijn nam

     

    ik zou je dat willen zeggen

    maar ik weet al wat daarop volgt:

    het verhaal dat je deed

    van je vinger die heelt

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dit gedicht geeft een antwoord op vragen zoals 'Waarom nemen jullie de trein?' zonder over CO2 te beginnen!







    Balkan

     

    Om overal alles te zien veranderen

    - nieuwbouw in verval, zonnepanelen in golfplaten -

    is er een trein die meer kost dan een vliegtuig

    maar wel toelaat de veranderingen nauwkeurig te noteren.

     

    Er is ook een bus waarin je je benen niet

    kan strekken en waaruit je om 2u45 ’s nachts

    door een norse douanier gezet wordt

    omdat hij de stempels in je paspoort niet kan lezen.

     

    Ik zou mijn onrust ’s nachts en de nummers

    op onze mp3-speler van 2 gigabyte

    voor geen enkele efficiëntere, financieel minder

    aderlatende manier van reizen willen ruilen.

     

    Want hoe kan ik de details terugroepen die me

    ook jaren later nog kunnen overvallen

    zoals sommige blikken, sommige woorden

    als de terugreis net zo lang duurt als

     

    nu het traject Beograd – Novi Sad?

    Of Novi Sad – Subotica?

     

    Via foto’s? Wat een belediging

    voor de momenten die niet op foto

    werden vastgelegd. Wat een slag in het gezicht

    van de ik die alles zelf zag.

     


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Als je achteraf nadenkt over hoe iets is begonnen, dan denk je altijd wel dat je iets had kunnen weten.








    Ludas Lake

     

    pas aangekomen stonden we op

    de steiger te staren naar zoveel

    water in zoveel ruimte

     

    we zeiden niets toen iemand vroeg

    waarom we zwegen, en hoewel ik vond

    dat het aan mij was keek ik enkel

     

    naar de verte die mijn stem zou

    moeten overbruggen. ik geloof niet in dat

    soort voorspellende tekens. ze halen onderuit

     

    wat met onbeheerste slagkracht

    in de modder is geslagen. en toch.


    08-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    8 juli 2008

    Vroeger hadden J. en ik een abonnement op De Standaard. We betaalden elk jaar een flink pak euro's en in ruil kregen we 1 krant per dag.

    Nu hebben we een contract met De Morgen: we betalen helemaal niets en we krijgen elke dag 2 kranten in onze brievenbus. 1-0 voor De Morgen.

     

    Nu is de vraag wat inhoudelijk de grote verschillen zijn tussen de twee kranten. Laten we daarom eens een onderwerp onder de loep nemen dat bij iedereen een diep gevoel van verslagenheid teweegbracht: de dood van de Amerikaanse ex-senator Jesse Helms.

     

    In De Standaard lezen we dit:

     

    Republikeinse ex-senator Jesse Helms overleden

     

    RALEIGH - De aartsconservatieve voormalige Amerikaanse senator Jesse Helms is vrijdag op 86-jarige leeftijd overleden. Een naar hem genoemd onderzoekscentrum in North Carolina heeft dat bekendgemaakt.

    Helms zat dertig jaar in het Congres, waar hij op de rand van racisme balanceerde en slag leverde met liberalen, communisten en soms ook mede-Republikeinen. Hij is een van de naamgevers van een wet waarmee in 1996 het Amerikaanse embargo tegen Cuba werd verzwaard en verlengd (Helms-Burton).

     

    Voordat hij in 1972 in de Senaat werd gekozen, was Helms bij het publiek in North Carolina bekend als kranten- en tv-commentator.

     

    Op gevorderde leeftijd werd Helms geplaagd door een reeks aandoeningen en twee jaar geleden werd hij in een verpleeghuis opgenomen vanwege vasculaire dementie, een gestage achteruitgang van de hersenen ten gevolge van herhaalde kleine herseninfarcten (TIA's).

     

    Niks aan de hand, zou je denken. Hij was aartsconservatief, dat wel, maar verder een geknipte kerel. Was niet eens zo héél racistisch. Krantencommentator, tv-commentator en er is zelfs een wet naar hem genoemd.

     

    Benieuwd wat De Morgen weet te vertellen.

     

    Aartsconservatieve Amerikaanse ex-senator Jesse Helms overleden

     

    WASHINGTON – De oerconservatieve Amerikaanse ex-senator Jesse Helms is gisteren overleden. Dat heeft een conservatieve denktank bevestigd.

    Helms werd 86. Hij stond altijd op de bres voor conservatieve waarden en gold als een vurig voorstander van raciale apartheid. Van etnische minderheden en homoseksuelen moest hij niks weten.

    Helms zat 30 jaar (van 1973 tot 2003) in de Senaat voor North Carolina en was ook een keer voorzitter van de Senaatscommissie Buitenlandse Zaken. De precieze doodsoorzaak is niet bekend, maar hij had al een tijd hartproblemen en leed ook aan kanker.

    Helms was de leidende figuur achter de Southern Strategy, de heropleving van het Republikeinse conservatisme in het Amerikaanse zuiden. Hij verzette zich tegen initiatieven van burgerrechtenbewegingen en wilde niet dat Martin Luther King Day een nationale vakantiedag werd in de VS. Helms fulmineerde tegen de VN, ontwikkelingshulp, het Noord-Amerikaanse vrijhandelsverdrag Nafta en het klimaatverdrag van Kyoto, en was een rabiaat communistenhater. Linkse regimes in Latijns-Amerika waren hem meer dan een doorn in het oog.

    Zijn naam blijft verboden met de wetgeving (de Helms-Burton Act) die de mogelijkheden voor ondernemingen om handel met Cuba te drijven drastisch beperkte. Een troost voor Helms: hij stierf op 4 juli, de dag dat de Amerikanen hun onafhankelijkheid vieren.

     

    Wat is dit? Tegen ontwikkelingshulp? Voorstander van raciale apartheid? Niet willen dat de Martin Luther King Day een vakantiedag wordt? Wat bezielde die kerel?! En vooral: wat bezielde De Standaard toen ze leukweg schreven dat hij 'op de rand van het racisme belanceerde'? De auteur is dsl, en dat zijn alvast niet de initialen van Mia Doornaert. Dat wil dus zeggen dat ze daar meer dan één achterlijke trees of kees rondlopen hebben. 2-0 voor De Morgen.

     

    Maar dan. In De Morgen hebben ze een top 20 van de beste Werchtergroepen samengesteld. Op 1 staat Sigur Ros. Tot daar gaat alles goed, al zou Sigur Ros op minder dan de eerste plaats zetten neerkomen op beweren dat er een kans is dat de aarde kubusvormig is.

    Radiohead staat op 5 en Band of Horses op 8. Kon slechter, er is nog niets verloren voor De Morgen. Maar dan wordt ineens duidelijk dat The National in de top ontbreekt.

     

    De Standaard beweert nochtans (http://werchter2008live.blogspot.com/):

     

    Hopelijk groeit The National uit tot een festivalheadliner want dit is een klassegroep. Nummers als Start a war, Fake empire of Baby, We'll be fine verdienen het festivalklassiekers te worden.

     

    Hmm. 2-1.

     

    Voorlopig houden we onze gratis De Morgens dus nog even en laten we anderen betalen voor De Standaard.

     

     

     


    06-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Dear Veerle, 

     

    Thank you very much for your email and the kind words you wrote about the Montgolfier Brothers.

     

    We would love to come to Belgium and play one day. In fact, although I have been to Brussels several times (very nice!) and although the band had passed through Brussels on their way to the Netherlands by train we have never done a gig anywhere in Belgium. 

    We have recently been asked about doing something in Paris so maybe we can do both Paris and somewhere in Belgium on the same trip.

     

    Very best regards from the (rainy) North of England!

     

    Mark 

     

    on behalf of the Montgolfier Brothers.

    03-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    3 juli 2008

    We bleven 7 uur in Novi Sad. Daarvan liepen we er 3 rond in de blakende zon, zochten we er 1 een eetplaats en zaten we er 3 in het restaurant van een hotel te wachten op de bus naar Sarajevo. J. en ik waren bijna de enige klanten in het restaurant. We hebben de 3 uur volgepraat. Ik zat met gedreun in mijn hoofd en ik dacht: vandaag is wel een hele rare dag.

     

    Novi Sad

     

                            Lights are blinding my eyes

                            People pushing by

                            Then walking off into the night

                                        (http://nl.youtube.com/watch?v=4A8T4lVu074)

     

    er groeien vingers uit

    mijn lichaam op plaatsen

    waar geen vingers horen,

    waar het stoplicht buldert

    als een beatbox en de

    hitte me versplintert

     

    er zijn de gedachten aan de gedachte

    aan wat je vraagt – er is

    veel verbodens en net dat

    staat me helderder voor de

    geest dan de stappen in ons plan

     

    maar naast de grote afwezigheid

    van alle omdatten bij ons

    kleine waarom zit je duidelijker

    tegenover me dan

    iemand, ooit, zat,

     

    het is niet genoeg voor

    vannacht maar wacht,

    er komen nog nachten,

    plannen,

    stappen.

    01-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen 1 juli 2008

    Het spel ging als volgt: iemand zei een woord en dan moest de volgende dat woord herhalen en een nieuw woord toevoegen. Enzovoort. Het moesten geen zinnen zijn en op het einde waren ook woorden uit de eigen taal toegelaten.



         Rakija game

         de rakija raakt op
         we zitten buiten op de plaats
         waar je zal stoppen

         om me daar vast al
         aan te laten wennen
         ben je binnen aan het slapen -

         maar die moed zal je later
         in de schoenen zinken want
         zoals dat gaat ben je net als ik

         na volle glazen
         vanzelfsprekender - 

         maar dan zijn we al
         zoveel rondes later

    30-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    30 juni 2008

     

    De eerste helft van de kleren ligt al gestreken in de kast. De tweede helft moet nog volgen, maar ik heb een rustpauze ingelast waarin ik me bijvoorbeeld met de eindafrekening van het moordweekend kan bezighouden.

     

    Ik ben niet goed in het schrijven van verslagen, wat mijn vroegere leerkrachten ook beweerden. (Ik schreef in het begin van het vierde middelbaar een verslag over Pukkelpop. Mijn leerkracht Nederlands vond het zo goed dat hij het wou voorlezen. Toen hij bij het woord noise kwam, las hij het op zijn Frans. Ik rolde haast van mijn stoel.)

     

    J. en ik hadden ons voorgenomen te schrijven tijdens de reis. Ik had daarvoor mijn grijze schrift meegenomen met het gouden stuk papier van een mannetje dat valt. Op zaterdag 14 juni om 17u16 stak ik vrolijk van wal met de volgende zin: J. heeft een fles Contrex-vergif gekocht omdat hij de kwaliteit van het Gentse kraanwater niet vertrouwt. Die dag sloot ik af met Het bevestigt alleen de indruk dat het maken van plannen in die richting een goed idee is.

     

    En dat was het. Toen lag het een week stil. Want er moest een brug gebouwd worden. En rakija gedronken. Een week later werd ik wakker en wist ik dat ik moest schrijven, maar het proza was zo stuntelig dat ik algauw gedichten begon te schrijven en dat ben ik dan maar blijven doen, de rest van de reis lang.

     

    Ik blijf mijn voornemen trouw bij elk gedicht een bondige uitleg te geven, dus hier gaan we dan. Drie gedichten als aftrap.

     

     

    Toen ik Olga voor het eerst zag in het station van Subotica, wist ik pas helemaal zeker dat het niet meer mis kon lopen. Bij gelegenheid toon ik nog wel eens een foto van Olga die lijkt op de affiche van Hundstage.

     

         Olga

     

         Olga praat zoals ze in de hitte haar T-shirt

         uittrekt; trefzeker, geen verzet gewoon.

     

         In Moskou gebeurt het misschien wel vaker dat

         vrouwen ouder dan 40 op minutenlange gitaarsolo’s dansen

     

         of klagen dat er te weinig gedronken wordt, maar hier

         zitten alle jongens heimelijk Olga achterna.

     

         Zo protesteert niet. Ze had mijn moeder kunnen zijn.

         Dat had ze moeten zijn, waarschijnlijk.

     

     

    De huizen in Belgrado hebben geen gaten in de muren en er zijn redelijk wat parken. Toch heb je het gevoel dat de stad niet in zichzelf past.

     

         Beograd

     

         hier is het labyrint waarvan ik weet

         dat ik er geen uitweg uit vind

     

         de straten dragen rare namen maar

         met mijn cyrillisch gaat het verder goed

     

         ik volg je wel, de parken in

         en uit, de pleinen op en af, en verder

     

         volg ik je ook, hoedanook,

         heb ik bedacht

     

     

    Hotel Royal kostte 30 euro per nacht per persoon en de eerste nacht dachten we dat er een kakkerlak in de badkamer liep. Ik deed er bijna geen oog dicht. Te veel, te warm, te weinig weerstand en het waren onze laatste nachten in de Balkan, wat op zich al een reden is om niet goed te slapen.

     

         Hotel Royal ***

     

         Welkom in de warmste kamer waar ik ooit sliep.

         In het café hiernaast zingt dezelfde zangeres

         als de vorige nacht een lied dat waarschijnlijk

         nergens over gaat. En toch kan ik het meezingen.

     

         Welkom in de nacht die enkele minuten langer is

         dan de kortste nacht die ik net weer heb gehad.

         Dit is een persiflage met in de hoofdrol de TV

         die een derde van de kamer inneemt.

     

         Welkom in de grootste wirwar die ik ooit bedacht.

         Er wonen mensen van wie de gezichten nu al onwerkelijk lijken.

         Er plakt een storm tegen het enkel glas die maar niet

         wil losbarsten, laat staan gaan liggen.

     

         Wees welkom, wees gezeten.

         Er is drank en er is eten.

         Dit is een nacht in vrije val.

         Dit is Hotel Royal ***.

     

    13-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    13 juni 2008

     http://www.cafedeliefde.nl/profiles/blog/show?id=2029308%3ABlogPost%3A20285


    12-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen 12 juni 2008

    Dit is Palmier. Hij heeft veel te zeggen maar slaagt daar niet altijd in. Zeg dag tegen Palmier.

    11-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    11 juni 2008

     

    J. en vir wassen elke avond alles af: de cornflakeskommetjes van het ontbijt, de glazen en kopjes die ze overdag gebruikten en de potten, pannen, borden en bestek van het avondmaal. J. zou uit zichzelf nooit elke dag afwassen, maar door een korte kosten-baten-analyse heeft vir J. ervan weten te overtuigen dat dit toch veruit de meest efficiënte aanpak is. Dat heeft alles te maken met het feit dat sommige etensresten steenhard worden als je ze een nacht aan de potten laat hangen.

     

    J. vermoedt natuurlijk wel dat virs neurose er ook voor iets tussenzit – hij woont tenslotte al bijna vier jaar samen met haar – maar voorlopig staat hij elke avond onderdanig naast vir af te drogen. (Af en toe wijst vir hem erop dat de glazen nog nat zijn, en als vir het water heeft laten weglopen, wijst J. er haar op dat er nog een pan op het vuur is blijven staan.)

     

    Natuurlijk is afwassen en afdrogen sowieso erg avontuurlijk, maar om het nog wat spannender te maken, spelen J. en vir vaak een van hun afwasspelletjes. Ze zijn dermate bedreven in het verzinnen van zulke spelletjes, dat ze in augustus een afspraak hebben gemaakt om hun ideeën te commercialiseren. Het eerste spelletje is veruit het geniaalst omdat er taal aan te pas komt. De ene zegt een willekeurige combinatie van klanken en dan worden daar om beurten woorden mee gezocht. Let op: het gaat om de klanken, niet om de spelling! Een voorbeeld:

     

    vir            aa (zoals in laat), e (zoals in het), oo (zoals in ook)

    j.             laveloos.

    vir            haveloos.

    j.             een goudmijn! waterloos.

    vir            het moet in het woordenboek staan.

    j.             welk woordenboek?

    vir            de dikke van dale.

    j.             het staat erin.

    vir            het staat er niet in.

    j.             havenpoort.

    vir            twijfelachtig. radeloos.

    j.             mateloos.

    vir            stapeldoos.

    j.             wat is een stapeldoos?

    vir            een doos om te stapelen, natuurlijk.

    j.             hazelnoot.

    vir            laveloos.

    j.             dat is al gezegd.

    vir            waterloop.

    j.             watersnood.

    vir            bah. ik heb er geen meer. 

     

    Dat komt doordat vir enkel de combinatie 'uu-ie' wint (uniek, subliem, subtiel, ultiem, muziek, futiel, ludiek, stuurwiel, tuniek, publiek, rustiek, enz.) en te weinig geduld heeft.

     

    Het tweede spelletje is zo mogelijk nog interessanter dan het eerste, ware het niet dat j. er de pest aan heeft en het enkel speelt als hij in een van mijn valstrikken trapt. Het spelletje heet 'hypothese-land' en alle vragen zijn er mogelijk. Want zo gaat dat in hypothese-land: het lijkt niet op ons land waar alleen realistische vragen gesteld mogen worden.

     

    vir         wat zou je doen als ik een tak in de plaats van een arm had, maar verder was ik normaal?

    j.          goh, is dat een hypothese?

    vir         ja, we zijn in hypothese-land

    j.          neen, we staan af te wassen

    vir         waarom doe je niet mee?

     

    vir         wat zou je zeggen als ik een CD van K’s Choice zou willen kopen?

    j.           ik zou eens mijn schouders ophalen

    vir         (geënerveerd) neen, dat zou je niet, en stop met zeggen dat je altijd bij alles je schouders ophaalt.

     

    vir         wie zou je zijn als je mij nooit ontmoet had?

    vir         wat zou je denken als je mij nu voor het eerst zag?

    vir         hoe ongelukkig zou je zijn als ik nu doodging?

     

    Dit spelletje zou echt leuk kunnen zijn. Zo leuk dat je voor je het goed en wel beseft, de hele afwas hebt gedaan. Zo leuk dat je fluitend het aanrecht schoonmaakt en de kruimels van de tafel veegt. Maar meestal mok ik wat omdat j. weigert binnen te treden in hypothese-land, de hyperrealist.

     


    10-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    10 juni 2008

     

    Dit is een noodkreet voor iedereen die het horen wil: ik weet me geen raad meer, ik ben het kwijt, waar is het gebleven?

     

    Ik zit urenlang naar het scherm te staren, totaal wezenloos. Ik denk aan woorden en ik denk aan zinnen, maar er komen alleen misbaksels. Ik denk aan verhalen maar ze klinken me allemaal te bekend. Ik denk dan maar dat ik helemaal niet origineel hoef te zijn (het is een misvatting dat alles altijd origineel moet zijn, geeuw) maar zelfs onorigineel zijn lukt me niet omdat er simpelweg niets komt. Er is de leegte en daarin zit ik, te geeuwen dus, papieren poppetjes te scheuren en die weg te blazen en er komt niets, niets, niets, terug.

     

    Ik herinner me niet dat ik dit ooit schreef, maar ik weet wel waar het over gaat, toen had het dus nog niet toegeslagen:

     

    de dag erna

     

    de dag erna loopt Het Monster

    eerst nog gedwee aan de leiband mee

     

    tot het zich onze beloftes herinnert als

    losse variaties op eenzelfde thema:

     

    nooit meer zo veel, zo onbeheerst,

    denken dat de dagen voor ons uitgeschoven mogen,

     

    en het slaat zijn armen om me heen:

    van ver moet dit op een omhelzing lijken – neen!

     

    Dieper in mijn lade vind ik dit, toen nam het al bezit van mij want ik ben maar twee strofes ver geraakt:

     

    verlan de verlan

     

    ja kijk, het kan

    verkeren, maar net zo

    goed verkeert het weer

     

    zo is vir terug

    vertaald vir ten

    voeten uit want

     

    Ja, want? Er staat nog vanalles achter gekrabbeld maar dat is doorstreept. Ik ben er niet in geslaagd te achterhalen waarom vir terug vertaald vir ten voeten uit zou zijn. Als iemand het antwoord heeft, licht me dan in, zo je wil.

     

    Misschien ben ik nadat ik vertaald ben, des te meer een vir omdat bij een vertaling sommige betekenissen lichtjes verschuiven. J. stuurde me onlangs een site door (http://tashian.com/multibabel/) waar je een Engelse zin kan intikken. Het programma vertaalt die zin een aantal keer opnieuw, telkens naar een andere taal via het Engels. Je tikt bijvoorbeeld ‘I want an enormous box of chocolate cookies’ en je krijgt ‘I completely demand enormous Biskuite of the structure to the chocolate’. Maar het kan nog erger: ‘Do you please want to shut up and give me back my pillow?’ wordt namelijk: ‘You appreciate when satisfer behind the my choc-absorbent end to close yourself and of she must?’ Héérlijk. Ik denk dat ik me uren kan vermaken met zo’n website, maar er moeten dingen gepland worden want binnenkort wordt mijn leven door elkaar geschud: eerst op reis, dan verhuizen, dan ander werk.

     

    de dag zit nokvol

    mijn stem is ontbeend

    - vaarwel smalltalk -

     

    is dat wat resteert

    als ik alles echt meen

    waar moet het nu met

     

    mijn waanideeën heen?

     

    Zeer waarachtig, of dat denk ik toch, maar wat is er in godsnaam met die eerste strofe aan de hand? Het ritme klopt niet, de klanken botsen dat je er scheel van gaat kijken en het woord ‘smalltalk’ is eigenlijk zo lelijk ze het zouden moeten verbieden. (Ik zat op de achterbank in de auto en ik zocht een woord voor al die zinnen die je zomaar zegt zonder dat je er iets mee bedoelt, tegen mensen met wie je na drie zinnen uitgepraat bent. Ik kwam dus uit bij ‘smalltalk’ en de muziek moet zo luid gestaan hebben (Modest Mouse, Little Motel) dat ik het niet hoorde, de spuuglelijke echo in mijn hoofd.

     

    ‘Small talk’ geeft ‘small maintenance’. Het overwegen waard in dat gedicht.

     

    Ik zit dus met een small board of the author.

    Wie me wil inspireren, you precede.

    Sbadiglio.)


    25-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Liefste medemens

     

    Jij en ik, we hebben vaak niet veel tegen elkaar te zeggen, maar ik kan goed doen alsof en als ik een glas te veel heb gedronken, vergeet ik soms dat ik een rol aan het spelen ben. Ik begrijp niet waar jij zoal warm of koud van kan worden, en jij vindt dat ik me druk maak om niets, of om dingen die ik toch nooit zal kunnen veranderen, al werd ik 500 jaar. Toch denk ik dat ik vaker nadenk over mijn sterfelijkheid dan jij. Soms denk ik zelfs dat ik tout court vaker nadenk, maar wie denkt dat niet, is het niet?

     

    Er zijn dagen waarop ik je het liefst van al een haatmail wil sturen. Ik word wakker en de scheldwoorden zoemen als bronstige bijen in mijn hoofd, maar naar welk adres stuur ik ze in godsnaam? Je bent op zoveel plaatsen. Ik geef lezingen in de klassen die jij niet onder controle krijgt, ik lees je columns in De Morgen, ik gebruik één noemer voor jou en je vrienden. Ze. Jullie zijn de reden dat de democratie nooit beter zal worden dan de minst slechte besturingsvorm, door jullie is logica een even waardevol wapen als een nat washandje, naast jullie voel ik me zo cynisch dat het pijn doet. Maar dankzij jullie raakt mijn blog ooit nog wel vol.

     

    Soms denk ik dat je me wel ziet gluren als je een tijdschrift voor hersendode vrouwen op de trein zit te lezen. Ik beschouw je nog steeds als een uniek exemplaar, maar waarom? Hoe komt het dat ik die tijdschriften associeer met schaamte? Komt het echt doordat mijn mond openvalt tijdens het lezen van zinnen als Wij schrijven wat de vrouw wil lezen of kan ik me gewoon geen leven op hoge hakken voorstellen?

     

    Je vermomt je soms en gaat doodleuk naast me zitten tijdens een concert. Dan durft het al eens duren voor ik je ontmasker, maar daar helpt je vriendje wel bij. Die draagt steevast een diarreebruin leren jasje en heeft bakkebaarden en / of een stoppelbaardje. En niet dat hij dat heeft, maar dat hij dat heeft om het mij makkelijker te maken hem van de medemensen die niet op het concert zijn, te onderscheiden: dat. Maakt. Me. Misselijk.

     

    Maar ik ben vaak in een toegeeflijke bui. Het gebeurt dat ik lach met je grappen en soms wil ik je troosten door te zeggen dat ik het allemaal niet meen, de dingen die ik denk. Dan is de democratie weer gewoon de minste slechte besturingsvorm zonder dat ik haar afreken op jouw fouten. Maar het duurt helaas nooit lang voor ik een krant opensla of een gesprek afluister, en dan stort die hele toegeeflijke bui van mij ineen als een kaartenhuis.

     

    We zouden een afspraak moeten maken, jij en ik. Geef me gewoon je e-mailadres en dan stuur ik ze, de woorden die ik ’s ochtends voor je bedenk, de termen die ik hier niet durf intikken. Ik ben geen slechte mens. Ik neem straks de trein naar Subotica opdat jij kan blijven genieten van de koude winters, en als je een Albanees was geweest dan hoefde je van mij niet te bewijzen dat je werk maakt van je integratie. Maar dat je dat zelf niet doet, daar zou ik je soms je ogen voor willen uitkrabben. Soms. Dus geef me nu gewoon dat adres, dan kan ik slapen en dromen van een geweldloze beslechting van ons eeuwenoude conflict.

     

    Slaapwel,

     

    vir


    18-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    18 mei 2008

    De kikker kwaakt.

    Ik draai me op mijn andere zij, ik concentreer me op iets anders, maar hij blijft kwaken. Dit is de kamer waarin ik het grootste deel van mijn nachten geslapen heb. Ze is bijna onherkenbaar, enkel het vasttapijt en de wastafel zijn niet veranderd. De mensen is het huis zijn ook bijna gelijk gebleven. Dat gaat zo als je een bepaalde leeftijd gepasseerd bent, denk ik.

     

    Op de grond liggen stapels CD’s, aan de muur hangen posters van South San Gabriel, Gravenhurst en Great Lake Swimmers. Er staat ook een pc die ronkte, die heb ik daarnet afgezet. Ik vermoed dat er ook spinnen zitten en dat ik daar straks over zal dromen. Maar dan moet ik eerst in slaap vallen, en de kikker kwaakt.

     

    De verkeerde gedachten dringen zich op, gedachten als: Wat als J. doodgaat? of: Wat als de kikker blijft kwaken? of: Wat als er alleen verkeerde gedachten blijven komen? Ik moet de kikker gaan zoeken en daarna slapen.

    Beneden liggen alleen doosjes pillen. Daar is de kikker niet.

    In de gang staat de piano. Die weet van geen kikker.

    De verwarmingsbuizen maken lawaai. Ze overstemmen de kikker niet.

     

    Ik voel me zo alleen dat ik alle woorden die ik ooit in betekenisvolle volgordes zette, terstond zou willen ruilen voor een minder luide kikker.

    26-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    26 april 2008

    Op maandag neem ik de trein naar K. K. is niet veel veranderd sinds ik er zoveel jaar geleden ben weggegaan. De cafés zijn nog even slecht, de restaurants even duur en de bioscoop even megalomaan. De helling naar de Schaapsdreef is ongetwijfeld nog even steil, maar daar moet ik vandaag niet zijn. Anderhalve minuut duurt het vooral ik ontmaskerd word als een West-Vlaamse, en hup, ineens spreekt iedereen West-Vlaams tegen mij. Is dit geen reden om dat niet te doen: ik verhuis van I. naar B. naar G. naar L. Steeds verder weg uit West-Vlaanderen. Als J. en ik over straat lopen en ik hoor West-Vlaams, dan kan ik het niet laten daar een opmerking over te geven. Ik vraag aan J. hoe het komt dat ik zelf West-Vlaams ben.

     

    Vanaf dinsdag zitten er zomaar De Morgens in onze brievenbus, telkens twee. J. en ik verdelen de buit. Die van mij leest als een roman. Op p. 6 staat een groot artikel ‘De CO2-uitstoter betaalt spontaan’ over het vrijwillig betalen van een compensatiebedrag voor de CO2-uitstoot bij vliegreizen. Op p.7 klinkt het ‘Bijna helft Belgische piloten werkt voor buitenlandse maatschappijen’ en als verklaring daarvoor wordt de wereldwijde vraag naar piloten gegeven. En op p.18 staat ‘Al Gore: Niets verbeterd sinds mijn film’. Ziedaar de hoofdlijnen van onze roman: als we denken de opwarming van de planeet te kunnen tegengaan door dieper in onze portemonnee te tasten, komen we bedrogen uit. Waar worden de bomen geplant om het effect van onze buitensporige CO2-uitstoot te reduceren? Is er niemand die zich afvraagt hoeveel van die bomen we nog gaan planten voor we merken dat dat geen duurzame oplossing is?

     

    Op woensdag lees ik op internet dat PETA een miljoen dollar schenkt aan het bedrijf dat er als eerste in slaagt kunstvlees op de markt te brengen. Gevraagd naar de mening van mijn werkgever hierover, merk ik dat het voor ons van geen belang is hierover een mening te hebben zolang niemand ons daar naar vraagt. Ons eigen pragmatisme is ons zo langzamerhand aan het inhalen, denk ik. Ik blijf dus op mijn honger, en ga zelf op zoek naar extra informatie. Blijkbaar is een aantal PETA-medewerkers opgestapt omdat ze vinden dat PETA het eten van kunstvlees niet moet promoten. Pseudo-dierlijke vezels in je mond, wat is het ongehoord.

    Hoe leven die mensen eigenlijk? Dit is zelfs geen morele arrogantie meer. Dit is blindheid. Een vergevorderde vorm van idealismitis.

     

    Op donderdag vraag ik mijn verlof aan, want J. en ik hebben een mail gekregen dat we in juni vrijwilligerswerk mogen doen in Servië. J. informeert hoe duur een treinticket is en we besluiten met Eurolines te gaan. Ik probeer heel hard niet aan de busrit van vorig jaar te denken, toen ik verlamd van angst zag hoe onze bus aan een inhaalmanoeuvre begon en de tegenligger op de pechstrook dwong. Of toen we ineens stilvielen en in volstrekte duisternis ergens in Polen bleven staan. Toen dacht ik nog dat ik er het vierdubbele bedrag voor over had om veilig op rails thuisgebracht te worden. Zo zie je maar, elk jaar word ik weer een stuk avontuurlijker.

     

    Op vrijdag bestel ik rode wijn en krijg ik witte wijn, maar ik drink mijn glas op. Het had erger gekund.

     

    Op zaterdag koop ik natrium bicarbonaat. In De Morgen staat: ‘Volgens de Europese Commissie verschillen de oorzaken van de voedselcrisis met wat de publieke opinie vaak denkt. Zo hebben de teelt van biobrandstoffen of speculatie slechts een beperkt effect. De echte oorzaken zouden naast het klimaat onder meer de veranderende eetgewoonten zijn in Azië en de toegenomen consumptie van vlees.’

    Als je daarna leest wat de gevolgen voor landen als Haïti, Mexico, Soedan of Sri Lanka zijn, dan zou het duidelijk moeten zijn. Maar niet iedereen krijgt gratis twee De Morgens in zijn brievenbus. En niet iedereen beseft dat het niet om ethische arrogantie gaat, maar om monden die gevoed moeten worden. Een extra reden dus, en nog wel een zéér, ja zéér goeie.

    19-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    19 april 2008

    Hormonen. Ze laten zich weken na elkaar niet voelen en dan plots zijn ze daar. En zoals ziektes nooit gelegen komen, zo komen hormonen ook nooit gelegen. Een pest, dat zijn ze.

     

    Normaal ben ik ’s ochtends overal toe in staat. Hoewel waarschijnlijk 70% van dit blog ironisch bedoeld is, ben ik nu de ernst zelve. Ik sta op, ik giet sojamelk over mijn goedkope GB-muesli en nog voor ik een CD kan opleggen heb ik al zin om te zingen. Ik heb zoveel energie dat ik ervan begin te zweten. Later op de dag zakt mijn lichaamstemperatuur steevast onder 21°C, maar ’s morgens zit ik vrolijk in mijn slaap-T-shirt aan het ontbijt, ook in januari. Tot de hormonen komen. Dan kan ik me alleen het hoofd breken over de vraag hoe het komt dat ik niet kan lachen, niet eens kan glimlachen. Als de hormonen er zijn, zit ik zo zuur als een zéér zuur stuk fruit aan de tafel. Te kauwen. Een andere CD te proberen. Te overpeinzen waar ik al die andere ochtenden mijn energie vandaan haalde.

     

    Als de hormonen komen, ben ik een dag lang zoals de meeste mensen tussen 7 en 8 uur ’s morgens zijn: slechtgezind, humeurig, lichtgeraakt, onredelijk.

     

    Als de hormonen weg zijn, kan ik daar om lachen, maar wee J.’s gebeente als hij mij daarop wijst. Waar ik het minst behoefte heb als ik ten prooi ben gevallen aan de hormonen, zijn mensen die me zeggen dat het wel zal beteren. Want ik geloof hen niet.

     

    Vroeger kon het nog wel eens helpen: héél luid VNV Nation opzetten, melkchocolade eten, nieuwe schoenen kopen. Maar nu betekent een uur lang VNV Nation ook een uur lang Herman Düne (J. vindt dit niet meer dan fair), in melkchocolade zit melk en schoenen: ze kunnen me niet meer boeien. Dus ga ik zitten mokken in de zetel, en als J. uit zijn krammen schiet, dan kan ik daar een potje om zitten huilen, en als ook dat me begint vervelen, dan vind ik wel iets om over te zagen. (De mogelijkheden zijn legio: het weer, de sigarettenrook op de gang, de reclamespotjes van VLAM, fout geparkeerde auto’s of mensen tout court.)

     

    Op die dagen zou het mogelijk moeten zijn om me in de zetel in een bolletje te rollen, de deken tot onder mijn kin te trekken en naar mooie liedjes te luisteren (www.vir.muxtape.com, bijvoorbeeld). En dan maar denken: waar heb ik dit allemaal aan verdiend, de wereld is zo kaal en grijs en dood, en straks hapert de CD-speler en scheur ik mijn kousen kapot aan de splinters in onze houten vloer. En ja, ik scheur er mijn kousen aan kapot. En dat ik dat wist, dat helpt niet. Want er helpt niets als de hormonen er zijn.

     

    Maar ze vertrekken ook altijd weer. Ze pakken hun valiezen en bollen het af. Dan is er weer rust in mijn lichaam, zit ik ’s ochtends honderduit te vertellen over mijn plannen van die dag en moet ik lachen om J.’s slaperige gezicht en zijn haren die alle kanten uitpieken. Dan verdraag ik het allemaal weer: Donna op het werk, goedkope vliegtuigtickets, kwebbelende bakvissen naast me in de trein, kousen die afzakken, wind tegen, misverstanden, tientallen mails waar ik nooit een reactie op kreeg, Cat Power, de lege batterijen van de afstandsbediening, het woord ‘checken’ en de mensen die beweren dat het rookverbod in restaurants een aanslag op hun vrijheid is. Ik verdraag het en ik frons mijn voorhoofd, omdat ik nog altijd niet heb geleerd mijn schouders op te halen en dat zo wil houden.

    18-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    18 april 2008

    Natuurlijk volstaat het niet alomtegenwoordig te zijn om een item te verdienen op dit blog, maar laten we het nu maar eens over selectieve empathie hebben. Selectieve empathie is des menschen, zoveel is duidelijk. Het is een uitgekiende truc van onze genen, de snoodaards, om zelf meer kans te maken te overleven. Onze genen schuwen daarbij enige kansberekening niet. Een halfneef is geen volle neef voor onze genen. En een volle neef is geen broer of zus. Het is ontstellend te moeten vaststellen dat de kans groot is dat sommige genen beter zijn in kansberekening dan de lichamen waarin ze zich schuilhouden.

    Genoeg gescholden. Op naar het gedram.

     

    Dieren dus. Geen kans dat onze genen daar een mogelijkheid in zien zich te gaan ontdubbelen. Paardmensen bestaan niet, en vismensen ook niet, wat Greenpeace ons ook wil doen geloven. Waarom knallen we ze dan niet allemaal af? Omdat ze geen bedreiging vormen voor onze genen, natuurlijk. Leven en laten leven, de luieriken.

     

    Vandaar dat de verontwaardiging groot is als een man, een boertige West-Vlaming, naar de wildernis trekt om daar een olifant om te leggen. Voor zijn plezier. Dat het naburige dorp er een jaar lang van kan eten, is voor ons niet van tel, zelfs niet met de stijgende voedselprijzen. Een olifant, een edel dier, een wild dier, een dier dat zijn leven tussen de bossen en in de buurt van woeste waters hoort door te brengen, een intelligent dier bovendien, met een zeer scherp geheugen, met emoties, dat dood je toch niet zomaar? Wat voor onmensen doen dat? Dit soort bedenkingen inspireerde iemand om een petitie te beginnen waarin ze vraagt de jacht te openen op de West-Vlaming.

     

    Wie me kent, hoort me natuurlijk al mijlenver aandraven. Want dat varkens gekweekt worden omwille van hun vlees, beste mensen, betekent niet dat ze geen edele dieren zijn, dieren die hun leven in modder en stro horen door te brengen, intelligente, sociale dieren, die net zoveel pijn kunnen ervaren als een olifant. En waarvan wij het vlees niet eens nodig hebben om te overleven, in tegenstelling tot.

     

    Aaah, het zijn varkens! Die vergelijk je toch niet met olifanten! Wat een onzin! Je voelt toch meteen dat er iets aan de vergelijking schort!

     

    Selectieve empathie, dat is het, die is gebaseerd op de ondoordachte aanname dat het leven van een wild dier meer waard is dan het leven van een gedomesticeerd dier waarvan we het vlees bij kilo’s naar binnen werken. Wie weet hoe een varken zich gedraagt in de natuur? Bijna niemand. Er worden geen documentaires over het sociale leven van varkens uitgezonden op Canvas. What a shame. Drie keer a shame, bovendien. 1. Er sterven meer mensen door welvaartsziektes (vlees!) dan door hongersnood. 2. Veeteelt en de opwarming van de aarde: twee handen op één buik. 3. Er mag wel wat dieper worden nagedacht over de vraag waarom we nooit petities onder ogen krijgen waarin de elektrocutie van de varkensslachters wordt gevraagd.

     

    Het zal morgen niet gebeuren, neen, en overmorgen ook niet. Maar wacht, er komen nog dagen.

    Vannacht droomde ik dat er varkens in mijn tuin zaten. Sommige varkens leken op koeien. Ik had een hok voor hen gebouwd. Er probeerde een varken te ontsnappen en ik was bang. Ik wou het achterna gaan.

    Ik wacht nog altijd op de nacht waarin ik droom dat ik zelf dat varken ben. En dan zal ik bloggen dat ik een mens zag.




    E-mij


    Gastenboek


    Er was bij enkele omstaanders een vorm van gefrons, dat wel. Maar niet overdreven en niet op grote schaal.
    De concurrenten
  • J.
  • E.
  • L., de jonge vrijgezel
  • L., het meisje
  • N.
  • K.
  • J.,J. en J.
  • J., de broer van K.


  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs