Wat moet je doen om een vergelijking op te lossen?
1. De haken wegwerken OPLOSSING 1 als je de haken wegwerkt --> kijken naar de tekens die bij het cijfer staan: +(-...) = - en + (+...) = + en - (-...) = + 2. Na het wegwerken van de haken --> steeds de moeilijkste bewerking uitwerken: dus: eerst machten en vierkantswortels, vervolgens: vermenigvuldigingen en delingen en pas daarna optellingen en aftrekkingen.
Zorg er telkens voor: ALS JE WERKT MET BREUKEN: Moeten de delers telkens gelijk zijn.
Bij vergelijkingen van volgende aard:
X : 4 = 2 --> X = 2x 1/4 Je zorgt dus steeds dat beide kanten van de vergelijking gelijk zijn aan mekaar.
Wanneer je een bewerking optelt aan de ene zijde --> is de bewerking negatief aan de andere --> dus: +2 wordt na de = -2 Omgekeerd geldt hetzelfde.
x2 aan de ene zijde wordt na = : 1/2
Vergelijkingen oplossen is zoals het weer voorspellen...
De temperatuur stijgt en daalt... Er komen graden bij en er gaan er ook weer af.
Bv: -5 - (-7) + (-9) = Het is -5 graden op maandag, op dinsdag stijgt de temperatuur met 7 graden. Op woensdag daalt de temperatuur weer 9 graden.
Bewerking: Op dinsdag is het dus 2°C en op woensdag daalt de temperatuur 9 graden t.o.v. de temperatuur op dinsdag.
DUS: Is het op woensdag -7°C
Machten
2² = 2x2
(-2)² = (-2)*(-2) = 4 TEKENVERANDERING!!
(-2)³ = (-2) * (-2) *(-2) = een oneven aantal keer (-) = negatief teken blijft staan --> -8
EEN EVEN AANTAL KEER (-) = + EEN ONEVEN AANTAL KEER (-) = -
VERKORTE SCHRIJFWIJZE DOOR MACHTEN
bv. 25*10³ = 25*1000 = 25000
Bij positieve machten van 10 --> nullen aan het getal toevoegen aan de rechterzijde
bv. 25*10(tot de -3de macht) = 0.0025 OF 25 *1/10 (tot de -3de macht) = 25*1/1000 = 0.0025
Bij negatieve machten van 10 --> nullen en komma's toevoegen aan de linkerzijde.
TIPS: 1. Werk van wanorde naar orde. 2. In je ordeningsproces maak je een studieplannen
Hoe maak je een studieplanner. 1. Het is beter om elke dag iets te doen, dan onvoorbereid aan grote gehelen te moeten beginnen. 2. In bijlage vind je 2 mogelijke studieplanners die je kan gebruiken. 3. Stel je studieplanner eerst met potlood op. 4. Gebruik steeds dezelfde afkortingen voor dezelfde vakken: Enkele voorstellen: FR, NED, GE, WI, ..., BIO 5. Als je opdrachten uitgevoerd hebt, schrijf in balpen en geef elk vak een overeenstemmende kleur. Laat je gevoel werken voor elk vak.
TIP: SCHRIJF JE WERKPLAN. Zo zorg je ervoor dat je je werkplan / weekplanner altijd kunt raadplegen en dat je makkelijk kunt schrappen en aanpassen.
Maak een inventaris van je schoolwerk. --> Doe dit elke woensdag en vrijdag.
HOE: -> Leg alles op de grond of op een grote tafel. Wat heb ik nodig? Wat kom je tekort?
Maak stapeltjes per vak. --> Zorg ervoor dat je materiaal op een vaste plek ligt. --> Leg je materiaal op mekaar. --> Zorg dat je 2 stapeltjes maakt: 'TE STUDEREN TOETSEN' en 'TE MAKEN TAKEN'
Verloop van de eerste bijles: 1. Wat is de P.C.? De passé composé is de voltooid verleden tijd --> Deze tijd geeft aan dat iets voltooid verleden is. De actie ligt dus volledig in het verleden. Een passé composé wordt gemaakt door een vorm van een hulpwerkwoord met daarachter een voltooid deelwoord. Het hulpwerkwoord is op een aantal uitzonderingen na altijd avoir, dit in tegenstelling tot het Nederlands waar vaak het hulpwerkwoord 'zijn' wordt gebruikt.
2. Samen lezen van de regelmatige werkwoorden van de P.C. 3. Korte driloefening: donner, sonner, parler, dormir, perdre, prendre, vendre, sortir, partir, aller 4. Lezen van de uitzonderingen 5. a. zeggen van het werkwoord --> antwoorden met P.C. en omgekeerd. 6. Vertaal volgende zin: Het meisje is naar school gegaan. Deze actie ligt volledig in het verleden. Wat pas je toe in de Franse zin en pas je niet toe in de Nederlandse? 7. Wat zijn IS-zinnen? 8. Werkblaadjes met oefeningen maken. 9. Oefeningen van deze bundel afwerken. + opslaan op eigen computer en opnieuw doorsturen naar cara.figoureux@hotmail.com
BIJLES@Cara
De temperatuur stijgt en daalt... Er komen graden bij en er gaan er ook weer af. 
