De doop 1
de twee aspecten: reiniging en eenheid zijn belangrijk
heel verrassend. Het volk Israël doopte zich tot Mozes in de wolk en in de zee (1 Corinthiërs 10:1-3). Wat betekende dat? Het volk werd door deze doop afgescheiden van de Egyptenaren en vormde zo een eenheid met Mozes. Het wonderlijke is, dat zij niet nat werden. En toch was het een doop. Let op, dat dit vóór het geven van de Torah op Sinaï was.
Daarna volgt de periode onder de Torah, die door God via Mozes op Sinaï aan het volk gegeven werd. Mozes wijdde Aäron en zijn zonen in (Exodus 29:4; Leviticus 8:6) in de eredienst door middel van wassing (reiniging). Dit was een duidelijke voorwaarde om toegang te krijgen tot de dienst in en bij de Tabernakel (Exodus 30:20). Daarna werd al het dopen gedaan door de persoon zelf. De priester waste zichzelf bij het wasvat (Exodus 40:31). De smerige kleding werd door de man in kwestie zelf gewassen (dus gereinigd! Leviticus 11:40). Door het Nieuwe Testament weten wij, dat ook voor het woord wassen de Griekse woorden baptizo (Marcus 7:4 en Lucas 11:38) en baptismos (Marcus 7:4,8 en Hebreeën 9:10) gebruikt werden.
Dat betekent, dat de wassingen bij de eredienst van de Tabernakel óók vormen van doop zijn (zie Exodus 29:4; 30:18,19,20,21; Leviticus 8:6; 11:25,40; 17:15,16; 14:8; 15:8, 13,16,17, 21,31). In één van deze teksten is het wassen (Leviticus 11:25) in de Griekse vertaling (Septuaginta) met baptizo vertaald.
Dit alles betekent, dat bij dopen de grondgedachte (af)wassen is!
Het gaat onder de wet (Torah) om het (af)wassen van lichamelijke onreinheid. Omdat het voorwaarde bij de dienst in de Tabernakel was, en bijvoorbeeld ook na contact met een dode (Leviticus 11:25) moest gebeuren, heeft het ook een geestelijke betekenis. Maar dat was in de tijd van het oude verbond voor Israël in schaduwbeeld. De werkelijke, diepe geestelijke betekenis werd toen nog niet duidelijk.
|