Foto
Welkom op dit bijbel lees blog. Dat de Here u mag zegenen, veel leesplezier in Zijn woord.

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Zoeken in blog

Foto
Foto
Inhoud blog
  • Opdracht tot herbouw van de tempel
  • De regering van Sedekia; de verwoesting van Jeruzalem
  • De regering van Jojachin
  • De regering van Jojakim
  • De regering van Joachaz
  • De dood van Josia
  • Pesachviering
  • De regering van Josia
  • De regering van Amon
  • De regering van Manasse
  • Het verdere verloop van de regering van Jechizkia
  • Jeruzalem door Sanherib bedreigd
  • Jechizkia regelt de bijdragen voor de tempel
  • Jechizkia herstelt de pesachviering in ere
  • Jechizkia neemt de tempel weer in gebruik
  • De regering van Achaz
  • De regering van Jotam
  • De regering van Uzzia
  • De regering van Amasja
  • De regering van Joas
  • Opstand tegen Atalja
  • De regering van Achazja
  • De regering van Joram
  • Het einde van Josafats regering
  • Overwinning op de Moabieten en de Ammonieten
  • Josafat regelt de rechtspraak
  • Josafat trekt met koning Achab van Israël ten strijde tegen Aram
  • De regering van Josafat
  • De regering van Asa
  • De regering van Abia
  • De regering van Rechabeam
  • De scheuring van het rijk
  • Salomo’s dood
  • Salomo’s rijkdom
  • Bezoek van de koningin van Seba
  • Andere ondernemingen van Salomo
  • Belofte aan Salomo
  • De inwijding van de tempel
  • Bouw en inrichting van de tempel
  • Voorbereidingen voor de tempelbouw
  • Salomo’s wijsheid en rijkdom
    De Bijbel online lezen.
    2 Kronieken
    Het boek 2 Kronieken sluit onmiddellijk aan op het voorafgaande 1 Kronieken. Beide boeken vormen samen een zelfstandig werk dat op geheel eigen wijze een overzicht geeft van de geschiedenis van Israël. Het begint met het geslachtsregister van Adam en eindigt met een oproep om de verwoeste tempel in Jeruzalem te herbouwen. De boektitel is sinds Luther gangbaar geworden, maar gaat terug op de Latijnse vertaling van Hieronymus. In de meeste bijbeluitgaven is het boek Kronieken in twee delen gesplitst. In 1 Kronieken staat de geschiedenis tot en met koning David, 2 Kronieken vervolgt met koning Salomo. In de Hebreeuwse bijbel wordt Kronieken gerekend tot de zogenoemde Ketoeviem, de Geschriften. Het is daarvan ofwel het laatste boek, volgend op Ezra en Nehemia, ofwel het eerste boek, voorafgaande aan de Psalmen. Op grond van de geschiedkundige inhoud wordt Kronieken ook wel gerekend tot de historische boeken en krijgt het in de canon een plaats na 2 Koningen. Het boek Kronieken is waarschijnlijk niet voor het einde van de vijfde eeuw v.Chr. geschreven, vermoedelijk door één auteur, die in priesterlijke kringen in Jeruzalem leefde. Er zijn aanwijzingen om te veronderstellen dat ook de boeken Ezra en Nehemia van zijn hand of van een geestverwant van hem zijn, en dat het de bedoeling was één groot geschiedwerk samen te stellen.
    01-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bouw en inrichting van de tempel
    2 Kronieken 3

    T
    oen begon Salomo met de bouw van de tempel voor de HEER, in Jeruzalem, op de berg Moria, waar zijn vader David een verschijning had gehad, op de dorsvloer van de Jebusiet Ornan die David als bouwplaats had aangewezen. Salomo begon met de bouw op de tweede dag van de tweede maand in het vierde jaar van zijn regering. Het grondplan dat Salomo bij de bouw van de tempel voor God volgde, mat zestig el in de lengte en twintig el in de breedte (volgens de oude maat). In het verlengde van de tempel was er een voorhal over de volle breedte van het gebouw, twintig el breed en honderdtwintig el hoog, vanbinnen overdekt met zuiver goud. De grote zaal liet hij bekleden met cipressenhout, dat werd overtrokken met zuiver goud en versierd met palmetten en ketens. Als extra versiering liet hij de wanden met edelstenen bezetten; het goud was afkomstig uit Parwaïm. De hele zaal werd met goud overdekt, niet alleen de wanden en deuren, maar ook de balken en kozijnen, en op de wanden werden reliëfs van cherubs aangebracht. Het allerheiligste besloeg de hele breedte van de tempel. Deze ruimte was twintig el diep en twintig el breed en werd eveneens met zuiver goud overdekt, zeshonderd talent in totaal. Voor de klinknagels werd vijftig sjekel goud gebruikt. Ook de bovenvertrekken waren met goud overdekt.
    10 Voor het allerheiligste liet Salomo twee cherubfiguren maken, die hij liet vergulden. 11-12 Hun vleugels hadden een gezamenlijke lengte van twintig el. Elke cherub had twee vleugels van elk vijf el lang, waarvan één vleugel de wand raakte en de andere de vleugel van de andere cherub. [11–12] 12  13 Samen hadden hun vleugels dus een spanwijdte van twintig el. Ze stonden rechtop, met hun gezicht naar de grote zaal. 14 Verder liet hij een voorhangsel maken van blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en fijn wit linnen, versierd met cherubfiguren.
    15 Salomo liet twee zuilen maken van vijfendertig el hoog, met kapitelen erop van nog eens vijf el, die voor de grote zaal kwamen te staan. 16 Hij liet ketens smeden voor de achterzaal en voor de kapitelen op de zuilen. Aan de ketens om de kapitelen liet hij honderd gesmede granaatappels hangen. 17 De zuilen werden aan weerszijden van de ingang van de grote zaal geplaatst. De rechterzuil noemde hij Jachin, de linker Boaz.

    2 Kronieken 4

    Salomo liet een bronzen altaar maken van twintig el lang, twintig el breed en tien el hoog. Hij liet ook de Zee maken, een bekken van gegoten brons, vijf el hoog, met een middellijn van tien el en een omtrek van dertig el. Aan de onderkant was het omkranst met een band van tien el lang, die bestond uit twee rijen runderen, en die met het bekken was meegegoten. Het bekken rustte op twaalf runderen: drie met hun kop naar het noorden, drie met hun kop naar het westen, drie met hun kop naar het zuiden en drie met hun kop naar het oosten; hun achterlijven waren naar het midden gekeerd. Daarop rustte het bekken. De wand was wel een handbreedte dik. De rand was gevormd als bij een beker, als een lotuskelk. Het bekken had een inhoud van drieduizend bat. Hij liet ook tien andere bekkens maken, waarvan er vijf aan de zuidkant en vijf aan de noordkant van de tempel werden geplaatst. Dit waren spoelbekkens. Ze waren bedoeld om er alles wat nodig was voor de brandoffers in af te spoelen; de priesters wasten zich met het water uit de Zee.
    Voor de grote zaal liet hij tien gouden lampenstandaards maken, geheel volgens voorschrift, waarvan er vijf aan de linkerkant en vijf aan de rechterkant werden geplaatst. Er werden ook tien tafels neergezet, vijf links en vijf rechts. Voorts liet hij honderd gouden offerschalen maken.
    Hij liet een binnenplaats voor de priesters aanleggen en een grote voorhof met toegangspoorten. De deuren daarvan liet hij met koper beslaan. 10 De Zee kreeg een plaats schuin voor de tempel, aan de zuidoostkant.
    11 Churam maakte ook nog vuurbekkens, vuurscheppen en offerschalen, en daarmee was het werk dat koning Salomo hem voor de tempel van God had opgedragen voltooid. 12 De twee zuilen met de twee bolvormige kapitelen erop, het vlechtwerk waarmee die kapitelen op de zuilen waren omhuld, 13 de vierhonderd granaatappels die in twee rijen aan het vlechtwerk om de bolvormige kapitelen op elk van de zuilen hingen, 14 de onderstellen met de spoelbekkens erop, 15 de Zee, waarvan er maar één was, met de twaalf runderen eronder, 16 en de vuurbekkens, vuurscheppen, drietandige vorken en alle bijbehorende voorwerpen die meester Churam in opdracht van koning Salomo voor de tempel van de HEER had gemaakt, alles was van gepolijst koper en brons. 17 De koning liet ze gieten in de Jordaanvlakte, tussen Sukkot en Seredata, waar volop vette klei te vinden was. 18 Salomo liet zo veel van deze voorwerpen maken dat het gewicht ervan aan brons en koper te groot was om het te kunnen bepalen. 19 Ook voor het interieur van de tempel van God liet Salomo allerlei voorwerpen maken: het met een laag goud bedekte altaar en de tafels voor het toonbrood; 20 de vergulde lampenstandaards die voor de achterste zaal stonden, waarin volgens voorschrift lampen brandden 21 die, evenals hun bloemversieringen en de bijbehorende snuiters, van goud, zuiver goud waren gemaakt; 22 en de vergulde messen, offerschalen, kommen en vuurbakken. Ook de toegangsdeuren, zowel de binnenste deuren die toegang gaven tot het allerheiligste als de deuren van de tempel zelf, waren met goud overtrokken.

    2 Kronieken 5

    Toen al het werk dat koning Salomo aan de tempel van de HEER had laten verrichten voltooid was, liet hij de wijgeschenken van zijn vader David naar de tempel overbrengen. Hij borg het goud en zilver en de andere voorwerpen in de schatkamers van de tempel van God.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voorbereidingen voor de tempelbouw
    18 Salomo besloot een tempel te bouwen voor de naam van de HEER, en een koninklijk paleis voor zichzelf.

    2 Kronieken 2

    Hij beschikte over zeventigduizend sjouwers en tachtigduizend steenhouwers in het gebergte, die onder leiding stonden van zesendertighonderd opzichters. Hij stuurde afgezanten naar koning Churam van Tyrus met het volgende verzoek: ‘Indertijd hebt u mijn vader David cederhout geleverd voor de bouw van een paleis. Nu wil ik beginnen met de bouw van een tempel voor de naam van de HEER, mijn God. Die zal ik aan hem wijden om hem er reukoffers te brengen, met vaste regelmaat toonbroden neer te leggen en er ’s morgens en ’s avonds, op sabbat, nieuwemaan en de hoogtijdagen van de HEER, onze God, brandoffers op te dragen zoals dat aan Israël is opgelegd als een eeuwige verplichting. Het moet een grote tempel worden, want onze God is groter dan alle andere goden. Eigenlijk is niemand in staat voor hem een huis te bouwen, want zelfs de hoogste hemel kan hem niet bevatten. Dus wie ben ik dat ik voor hem een tempel zou bouwen, behalve dan om er voor hem offers te brengen? Welnu, stuur mij iemand die verstand heeft van de bewerking van goud en zilver, koper, brons en ijzer, de verwerking van roodpurperen, karmozijnrode en blauwpurperen wol, en het aanbrengen van snijwerk, zodat hij de ambachtslieden kan bijstaan die mijn vader David hier in Juda en Jeruzalem al heeft aangesteld. Lever mij ook ceders, cipressen en sandelhout uit de Libanon, want ik weet hoe bedreven uw knechten daar zijn in het kappen van bomen. Mijn knechten zullen de uwe helpen om mij van een grote hoeveelheid hout te voorzien, want de tempel die ik aan het bouwen ben moet groot en indrukwekkend worden. Ik zal uw houthakkers belonen met twintigduizend kor tarwegries, twintigduizend kor gerst, twintigduizend bat wijn en twintigduizend bat olijfolie.’
    10 Koning Churam van Tyrus stuurde Salomo een brief met het volgende antwoord: ‘Omdat de HEER zijn volk liefheeft, heeft hij u als koning over hen aangesteld.’ 11 De brief vervolgde: ‘Geprezen zij de HEER, de God van Israël, de schepper van hemel en aarde, die aan koning David een wijze zoon heeft gegeven die over verstand en inzicht beschikt en een tempel wil bouwen voor de HEER en een koninklijk paleis voor zichzelf. 12 Ik stuur u hierbij iemand die over groot vakmanschap beschikt, meester Churam. 13 Hij is de zoon van een Danitische moeder en een Tyrische vader. Hij is bedreven in de bewerking van goud en zilver, koper, brons en ijzer, steen en hout; hij kan roodpurperen, blauwpurperen, karmozijnrode wol en fijn wit linnen verwerken en allerlei snijwerk aanbrengen. Bovendien is hij een begenadigd ontwerper. Samen met uw ambachtslieden en de ambachtslieden van mijn heer, uw vader David, zal hij alles uitvoeren wat hem wordt opgedragen. 14 Stuur ons de tarwe, gerst, olie en wijn die u hebt toegezegd, heer, 15 dan zullen wij op de Libanon bomen kappen zo veel u maar nodig hebt. We zullen de stammen als vlotten over zee naar Jafo vervoeren, van waar u ze naar Jeruzalem kunt overbrengen.’
    16 In navolging van zijn vader David hield Salomo een telling onder de vreemdelingen in Israël. Het waren er honderddrieënvijftigduizend zeshonderd. 17 Zeventigduizend van hen stelde hij aan als sjouwers, tachtigduizend als steenhouwers in het gebergte en zesendertighonderd als opzichters om toezicht op het werk te houden.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Salomo’s wijsheid en rijkdom
    Klik op de afbeelding om de link te volgen






    2 Kronieken 1


    S
    alomo, de zoon van David, verstevigde zijn positie als koning. De HEER, zijn God, stond hem terzijde en maakte hem buitengewoon machtig.
    Salomo ontbood de vertegenwoordigers van heel Israël: de bevelhebbers over duizend man en die over honderd, de rechters en alle leiders, alle familiehoofden, kortom, de hele gemeenschap van Israël. Samen met hen ging hij naar de offerhoogte van Gibeon. Daar stond de ontmoetingstent van God, die Mozes, de dienaar van de HEER, in de woestijn had gemaakt. De ark van God daarentegen was door David opgehaald uit Kirjat-Jearim en overgebracht naar Jeruzalem, naar de tent die hij ervoor had opgericht. In Gibeon, voor de tent van de HEER, stond ook het bronzen altaar dat Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, gemaakt had. Dat altaar was het doel van hun komst. Op dat bronzen altaar, voor de ontmoetingstent, in de nabijheid van de HEER, offerde Salomo; hij bracht er een brandoffer van wel duizend dieren.
    Die nacht verscheen God aan Salomo en zei: ‘Wat wil je dat ik je geef?’ Salomo antwoordde: ‘U bent mijn vader David goedgezind geweest en hebt mij als zijn opvolger aangesteld. Laat nu, HEER, mijn God, uw belofte aan mijn vader David bewaarheid worden. U hebt mij aangesteld als koning over een volk dat zo talrijk is als het stof van de aarde, 10 schenk mij daarom wijsheid en inzicht, zodat ik dit volk kan leiden. Want hoe zou ik anders dit grote volk van u kunnen besturen?’ 11 Hierop zei God tegen Salomo: ‘Omdat dit je wens is, omdat je niet gevraagd hebt om rijkdom en schatten, niet om roem en de dood van je vijanden, en ook niet om een lang leven, maar om wijsheid en inzicht om het volk te kunnen besturen waarover ik je als koning heb aangesteld, 12 zal ik je wijsheid en inzicht schenken. En ik zal je ook rijkdom, schatten en roem geven, zo veel als geen enkele koning vóór jou ooit heeft gehad of na jou ooit nog zal verkrijgen.’ 13 Hierna keerde Salomo van de ontmoetingstent op de offerhoogte van Gibeon terug naar Jeruzalem, waar hij regeerde over Israël.
    14 Salomo bracht wagens en paarden bijeen. Hij bezat veertienhonderd wagens en twaalfduizend paarden, die hij deels in Jeruzalem bij zich hield en deels onderbracht in garnizoenssteden verspreid over het land. 15 Dankzij koning Salomo waren zilver en goud in Jeruzalem even gewoon als steen en was er aan cederhout net zo’n overvloed als aan wilde vijgenbomen in het heuvelland. 16 Salomo’s paarden waren afkomstig uit Egypte en uit Kewe, waar ze door handelaars van de koning werden aangekocht. 17 In Egypte betaalden ze voor een wagen zeshonderd sjekel zilver, en voor een paard honderdvijftig. Deze handelaars leverden ook paarden aan de koningen van de Hethieten en de Arameeërs.



    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs