Inhoud blog
  • 77 dagen van huis weg, elke dag hetzelfde beleg
  • de foto's van Astypalea 2
  • foto's 3
  • foto's van Astypalea 1
  • Een late vogel heeft ook pluimen!
    Zoeken in blog

    Trivialiteiten in de Dodecanissos 2011
    3 maanden van huis weg
    03-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elke start is lastig met koude spieren !
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Lieverds,
    't Is vandaag Den Dag Van De Ronde, dus een mooie start voor deze blog. De Ronde van de Oost-Egeïsche Eilanden, in 9 etappes.
    Om te starten heb je natuurlijk een begin, een uitgangspunt, "den départ", een startschot nodig. Zonder het vooruitzicht van een etappezege, een tussenspurt, een rustdag, een beklimming of afdaling, een tijdrit, een aankomst (en de weg terug ), "den arrivé", geeft een start maar een schrale indruk. Daarvoor werd het begrip planning uitgevonden, een zeer handige procedure die me in staat stelde om op een geripte Googlekaart een genummerd traject uit te stippelen.
    %%%FOTO1%%%
    Laat maar weten als je het niet kan lezen. Als op de kaart klikt, wordt deze vergroot weergegeven.
    De start van het voorspel wordt gegeven op Zaventem, donderdag 7 april, rond 12u. Tussenspurt: Strasbourg. Etappeaankomst : Athene. Met dank aan Aegean Airline en Govolo.nl .
    Na een luxueus verblijf in 't Sofitel vertrekt de tijdrit naar Samos om 7u30. Met deze benen wordt die klus in 50 minuten geklaard.
    En dan zien we wel.
    Of toch nog kort een overzicht van de ritten:
    -1 * 08/04 > 15/04 SAMOS
    -2 * 16/04 > 26/04 IKARIA
    -3 * 26/04 > 30/04 PATMOS-ARKI-LIPSI
    -4 * 30/04 > 07/05 LEROS
    -5 * 07/05 > 14/05 KALYMNOS
    -6 * 14/05 > 24/05 SYMI
    -7 * 24/05 > 01/06 TILOS-NISSYROS
    -8 * 01/06 > 10/06 ASTYPALEA
    -9 * 11/06 > 22/06 AMORGOS

    We kunnen niet langer wachten.

    Mieke & Pat



    03-04-2011 om 23:25 geschreven door patje  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (12 Stemmen)
    22-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.77 dagen van huis weg, elke dag hetzelfde beleg
    Vriendjes met de flitsende oogjes, die razendsnel elk letterken of beeldeken van ons blogsken absorberen, het verhaal is aan 't eind van het varken met die gekrulde staart en lange snuit, wat wil zeggen dat ik er de brui eindelijk aan kan geven, van alle stress verlost.
    De airco staat op, een laatste uitspatting voor de supertrivialiteiten ons om de oren slaan, we boekten een kamer in het Sofitel, vlak naast de luchthaven van Athene. Zo kunnen we morgenvroeg relaxt de terugvlucht aanvatten. Buiten vallen de ezels van hun balk van de hitte.
    We hebben nog een week om na te denken over de belangrijke vraag: hebben we er iets uit geleerd? (ik dacht het ni)
    We zullen jullie missen.
    Mika&Petros

    22-06-2011 om 18:57 geschreven door patje  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    18-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de foto's van Astypalea 2
    En hier is de tweede reeks

    MAARTEN EN SCHEVE TOM BETRAPT IN EEN ROMANTISCHE BUI


    MAARTEN MET SNOTPIET


    MOEPOES


    ZOEK DE FLOR, HIJ HEEFT WEL DEGELIJK EEN BROEK AAN (WITTE ZWEMBROEK)

    TOM MET APPEL

     
    OKTOPUS MET SAUSKE


    MAARTEN SCHILDERT TERRAS VAN MAROULA


    ONS MAROULA MET HARE PLANT


    MAROULA MET HARE KALANT


    FLOR ROLT, MAROULA HURKT


    DUETJE SCHILDEREN MET ZONNEBRIL


    TRIO IN DE ZETEL


    DE MOLENS VAN DE PLATEA


    DRIEWIELER MET EXTRA WIEL


    DEN TORENSCHILDER


    SLANGENMENS IN DE KOFFERBAK


    TOM NOG STEEDS MET ZIJN VERBODEN VRUCHT


    VEILIG VERKLAARD


    TROTSE SCHIPPER NAAST HOPELOOS VLOT


    DUIKBOOT SUCCESVOL GEZONKEN

    18-06-2011 om 18:06 geschreven door patje  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foto's 3
    En de derde reeks

    VUURKE STOOK OP MOOI STRAND


    RITUELE VERBRANDING VAN POT DE VIS


    KAPITEIN ANTONI MET SCHONE VIS


    IDYLLISCHE BAAI


    MEESTER VAN DE GRILL


    VIS MET GROENTEKES


    TOM HEEFT GROTE HONGER


    HET EINDE VAN DE CRUISE


    RECYCLAGE VAN SIRENE


    KUST VAN AMORGOS OM 7U 'S MORGENS VANOP FERRY


    WATERLEIDING MET POTAMOS


    EZELZADELS MET ONTROOSTBARE OLIJFBOOM


    KAMERS MET BESCHADIGD UITZICHT


    CICADEN zijn insecten. De mannetjes zingen om vrouwtjes over te halen tot een paring. De larven leven jarenlang onder de grond. Met hun lange zuigsnuit zuigen ze sap uit de wortels. Cicaden maken een aantal vervellingen door. De laatste vervelling gebeurt boven de grond.


    LAGE BEWOLKING


    KAPEL MET EEN SMOELTJE


    KUITENBIJTERS


    KALDERIMI, OFTEWEL EZELSPAD

    ZICHT OP EGIALI EN IN DE HOOGTE POTAMOS

    DUIDELIJKE WEGWIJZER

    18-06-2011 om 18:04 geschreven door patje  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.foto's van Astypalea 1
    Voilà,
    hier is de eerste reeks foto's.

    AANKOMST VAN DE FERRY


    EVEN EEN GOE PLEKJE ZOEKEN ONDER DE LANTAARNPAAL


    EN DAN EEN DUTJE DOEN


    PLATEA VAN CHORA (ASTYPALEA) VANOP HET TERRAS VAN MAROULA


    HET STEILE LADDERTJE MOET GETEST WORDEN


    HET VLINDEREILAND


    ASTRONAUTE ZONDER PAK


    PIAGGIO 125CC


    ONS STAMRESTAURANT "ROODBAARD"


    ONZE "LIEVE" BUURHOND DEN NEGRO


    PLATTEN TUUP


    DE DUIVEN ZIJN GELOST : MAARTEN,FLOR EN TOM


    FLOR MET LUCHTZAK EN TOM MET MYTHOS


    SNEL EEN KIEKJE VAN DE CASTRO


    STRAND VAN LIVADI MET VET JACHT, MAARTEN IMMITEERT EEN TORPEDO


    BIJ ONS MARIE OP DEN DORPEL


    HET ROS VAN DIMITRIS, HANDIG VOOR BERGOP MET ZWARE REISZAK EN TOERIST ACHTEROP


    TAVERNA ALLEEN VOOR ONS IN VATHI


    BEZOEK CASTRO BOVEN CHORA


    18-06-2011 om 17:41 geschreven door patje  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een late vogel heeft ook pluimen!

    Aangezien ik niet veel respons krijg vermoed ik dat jullie leven zo triviaal is dat zelfs dat het vermelden niet waard is. Maar ik ga moedig door, het is de enige manier om het hoofd boven water te houden. En er is hier veel water, buiten de eilanden. Zelf de lucht is zwangervol gevuld met voorbij razende watercontainers, hier worden de wolken gemaakt, in de verte stijgt de nevel uit de baren en vormt sliertjes slagroom, dichter bij het eiland weven ze zich in elkaar en bij het stijgen om de bergen over te geraken ontstaat een dikke grijze soep waaruit af en toe een dikke druppel valt. Dit is de tweede dag op rij dat de bergtoppen in nevelen zijn gehuld. Sinds 10 juni zitten we op Amorgos, een eiland van de Cycladen, een dag vroeger dan we hadden afgesproken. Twee schrale heren kwamen ons met een bestelwagen in Egiali afhalen en brachten ons de berg op naar Potamos. Het complex, Pano Gitonia, waar we iets huren, is in volle transformatie, huisjes worden opgeknapt of gebouwd. We kunnen nog niet in ons gereserveerd appartement en krijgen in afwachting een studio in het naastgelegen hotel Uranos. Het is groot genoeg, met een terras dat uitkijkt over de baai van Egiali. Aan de overkant van de vallei schittert het witte bergdorp Tholaria. We zijn al van 4u op en de vermoeidheid slaat toe, we doen een dutje.

    Het bijhouden van deze blog is ontzettend moeilijk. Niet alleen is de inspiratie en de goesting ver zoek, de Griekse wifi heeft kuren. We hebben Symi al lang achter ons gelaten en gingen dan terug naar Kalymnos voor een viertal dagen, van daaruit geraakten we gemakkelijker op Astypalea waar we bezoek kregen van Maarten, Tom en Flor. Nader bericht daarover volgt. Nu zitten we dus op Amorgos en doe ik mijn best om er terug in te komen, straks zoeken we wel een hotspot.

    Dit eiland bezoeken we voor de derde keer, het is een beetje zoals thuiskomen. De eerste keer zat in een pakket van een wandelvakantie via SNP (Nederlandse wandelorganisatie) in 2007 op Naxos, Santorini en Amorgos, dat liefde op 't eerste gezicht werd. De tweede keer gingen we er op huwelijksreis 2008, drie weken in Langada in een klein huisje, Michel kwam ons bezoeken, hij was er ook weg van. Nu zijn we er dus opnieuw, veel is er niet verandert. Dichter bij het hoogseizoen stijgt het aantal toeristen, de aantallen zijn minder aanzienlijk dan voor de crisis. De bouwsector lijkt hier geen last van te hebben, zelfs zaterdag én zondag wordt er doorgewerkt. De eerste dagen is het bloedheet, wandelen is een marteling zodat we niet verder geraken dan Langada, waar we 3 jaar geleden verbleven. Stefanos, de ober, loopt er nog rond, blauwe broek vol verfplekken. Hij herkent ons en schuift bij aan tafel, een hartelijk weerzien. Om 18u begint hij in het restaurant te werken, daarvoor doet hij allerlei klussen in het dorp, zoals nu het schilderen van het in rotsen uitgehouwen kerkje om de hoek. Ook al komt hij van Thessaloniki verlaat hij zelden het zakdoek grote dorp. In zijn ruige tijd zat hij in de hooligankern van de sjottersclub van zijn stad, nu is hij de rust zelve, spreekt heel zacht. Op zijn armen heeft hij vervagende tatoeages, het haar in een staart. We praten een tijdje en beloven terug te komen. We dalen af via een mooie kalderimi (ezelspad geplaveid met grote ruwe stenen) naar het strand van Egiali op zoek naar een schaduwplek.

    Sinds eergisteren zitten we waar we moeten zitten: een ruim appartement, volledig gerenoveerd, zeer ongrieks, met een groot terras met een indrukwekkend uitzicht: voor ons de baai van Egiali, rechts de vallei met aan de ene kant Tholaria in de hoogte, in het midden het strand met daarachter de vruchtbare groene vlakte, aan de andere kant van de vallei ligt Langada hoog tegen de bergwand, links vlakbij ligt het Nikouria eiland, in de verte op enkele uren varen ligt Naxos (vaak niet te zien door de nevel) waar de zon ondergaat. Ik zit hier dikwijls gewoon te kijken of te speuren met de verrekijker, er is altijd wat te zien, mijmeren mag ook. Ondertussen wordt er rondom ons flink doorgewerkt, ze verwachten een gezelschap Canadezen.

    Gisteren was het wolkendag en dus beter stapweer. We maken de rondwandeling langs Langada en Tholaria, wandeling nr4 op de kaart. Mooi, grote delen over oude kalderimi, met hier en daar een hoop ezelsmest, donkere valken cirkelen in de diepte op zoek naar prooi. We vernemen dat het de laatste tijd veel heeft geregend wat de verklaring is voor het uitbundige groen. Het pad wordt smaller, onvriendelijke distelachtige reuzenplanten teisteren onze benen. .Voor we in Tholaria aankomen breekt de zon door de wolken, de temperatuur loopt snel op. We schuilen op tijd onder de luifel van een restaurant, en eten.

    Ik ga even terug in de tijd, de tijd toen de vriendjes op bezoek kwamen.

    Astypalea, het vlindereiland (zo genoemd vanwege de vorm), is een redelijk kaal eiland, weinig plantengroei, haast geen bomen, het groen op de bergwanden is niet meer dan een verzameling stekelige planten die zelfs de geiten niet kunnen plezieren. Ik had me niet zo goed voorbereid en schrik daar toch van. Om de desolaatheid nog te vergroten komen we op 29 mei aan in een haven waar buiten de aanlegkade en een troosteloos gebouw (wachtzaal-café-havenpolitie) niets te zien is, niets, geen kloten. Er staat wat ophaalvolk te wachten om het uitstapvolk te vervoeren, geen taxi te zien. Op het eiland zijn er slechts 2, ik had me voor het uitstappen reeds vooraan geposteerd om de meute voor te blijven. Het manoeuvre lukt slechts gedeeltelijk. Ze zeggen dat de taxi's eraan komen. Even wachten, en ja daar komt de eerste, een nieuwe Toyota. De chauffeur helpt met de bagage, hij aarzelt en laadt nog een stel antieke duitsers op. We zitten op elkaar gepropt, beter dan te voet het ellendige stuk naar de stad te doen. Demoffen spreken slechts duits , horen dat we belgen zijn en zijn er van overtuigd dat we hen wel zullen verstaan. We houden vol om hen aan te spreken in het engels, ni plezant. Op de Platea (plein) zet hij ons af. We hebben een afspraak bij Notos, een klein café waar we Maria zouden ontmoeten voor de sleutel. Notos is gesloten en Maria zit in Athene, onverwacht, en zal iemand sturen om het huisje te tonen. We wachten op een leuk terras en drinken een appelsiensapje, vers. Er wandelt een smalle gast langs, grijzend haar in een staartje, baardje, druk bezig met GSM, speurt rond maar negeert ons. Bies krijgt Maria aan de lijn, vraagt waar we zitten, enz... Blijkt die ene gast onze contactpersoon, den Dimitris. Hij zal ons zelfs naar het huisje brengen. We volgen hem, achter de hoek staat een zwart scharminkel van een brommerke, misschien 30 jaar oud. Hij neemt mijn grote tas en plaatst hem tussen zijn dijen op de tank, ik zit achterop, we vertrekken steil bergop. Hij zoekt steun met zijn in crocks gestoken voeten. Spannend. Traag schieten we op. Op het eind moeten we te voet over trappen, het huisje ligt niet ver van de vestingsmuur van het hooggelegen Castro. Hij opent de deur en keert weer om Bies te gaan halen. Ik hou mijn hart vast. Ik doe mijn ronde, het is een heel authentiek huis, voordeur in twee delen, lage deurpost (amaai mijne kop), goed uitgeruste keuken, afzonderlijke badkamer (goede afwerking) met wasmachien, smalle trap naar eerste verdiep gangetje met kleerkast, grote ruimte met twee zetels die als bed kunnen dienen, een mezzanine (een claustrofobisch aandoend tussenverdiepje met een twijfelaar als matras), een smal trapje naar het luik om het dakterras te bereiken. Het ziet er goed uit. Binnen enkele dagen krijgen we bezoek: Maarten, Tom en Flor. We kijken er naar uit. We dumpen onze bagage en gaan terug naar het plein. Op hetzelfde terras bestellen we iets ontbijtachtig, spiegeleieren met bacon, yoghourt met honing. Het smaakt . Later zal deze tent ons stamcafé worden. En een stamrestaurant vinden we ook: den Barbarossa, serveert fijne on-griekse griekse gerechten, de baas, wat corpulent en zwetend, die de bestellingen komt opnemen, wauwelt een Engels waar zelfs Manuel van Foulty Towers gillend zou van weg lopen. Met een tolk komen we er uit. Het lopen is hier niet van de poes, geen enkel stuk weg ligt horizontaal, steeds volgt na een afdaling een beklimming, doseren is het ordewoord. De zon brandt ongenadig zodat vroeg vertrekken aangeraden is, tussen 7u en 7u30. Goe zweten en daarna bijtanken.

    We huren een brommertje, een wat zwaarder model om de hellingen gemakkelijker te nemen: ne Piaggio 125cc. De eerste test gaat naar Vatses beach. Na enkele kilometer stopt de pekweg en verandert in een “dirtroad”, een oncomfortabele baantje met losse keien dat ons de bergen in leidt en later steil naar beneden het strand op. Deze uitdaging schrikt heel wat mensen af want er is haast geen volk. Fijn plekje op de kiezels.

    De nachten verlopen allesbehalve rimpelloos. In het buurhuis schuilt een volledige zoo. Naast de deur hoopt de rommel zich op, daartussen zit witte moepoes met haar jongen (pakt onmiddellijk Bies in die katteneten aanschaft), daarrond drentelt een verwaarloosde poedel met rastakrullen van de vetzakkerij (de Negro), binnen (later buiten) jankt een bastaardteef met een roedel kleintjes. Het huis wordt bewoond door vader en zoon Pakternogene, die telkens ze het huis verlaten met hun brommerkes Negro en de moederteef achter zich aan krijgen, het gejank achter zich latend. Ze vertrekken soms heel laat om dan tussen 2 en 3 's morgens thuis te komen, de meute ontwaakt en heel de buurt is wakker. Soms leggen ze de Negro vast aan een ketting, het gejank is dan nog erger. Slaap kindje slaap helpt niet, oorstoppen wel.

    De tweede brommerdag voert ons naar het noorden, Mesa Vathi, het grootste deel over onverharde weg. Het wordt een zware beproeving, normaal wordt dit deel gedaan met een 4x4, maar het is een "oranje" brommer en dan worden de grenzen verlegd. Het eindpunt is minder dan een dorp groot, enkele huizen en een taverna. Aan de kleine kade liggen twee zeilboten met een Belgische vlag gezellig naast elkaar, kleine wereld. We laten hen in hun waardigheid. Maria zet heerlijke spijzen op tafel, we genieten op het blauwe terras. Die Grieken met hun blauw-wit, aan veel huizen wappert fier de vlag met strepen en kruis, de huizen zelf zijn wit gekalkt met ramen en deuren in blauw, heel soms in groen. Het past in het landschap, zou me niet kunnen voorstellen dat het in Zweden zou gebeuren: gele huizen met blauwe deuren. We vatten de terugweg aan, het gaat vlot en vlieg als een volleerd motocrosser over de keien. We bereiken de pekweg, even later voel ik een snok aan het achterwiel en stop onmiddellijk : platte band. Een geluk dat het op die plaats gebeurt en niet in het midden van nergens. De brommerverhuurder belooft er binnen 20 minuten te zijn. Ik wis de sporen van offroadtrip uit (veeg het stof weg). De man daagt op met een nieuw machien, hij heeft een pomp bij, hoopt de band te kunnen oppompen. Wij mogen met de nieuwe verder. De man vermoedde dat we te lang met een te platte band hadden gereden, we ontkennen. We zijn er niet gerust in. Ik vrees dat hij bij het inleveren de kapotte band zal aanrekenen. En dat gebeurt niet!

    We huren bij een concurrent een 4X4 Suzuki Jymni (ofJimny), fel blauw, want we gaan de jongens afhalen van de luchthaven. De achterbank is wat aan de krappe kant. De luchthaven is ook aan de krappe kant, kleine parking, aankomsthal, bagageband (max 6 meter), landingsbaan, vliegtuig. Het is geland voor we het beseffen, een klein gezelschap stapt uit het tweemotorig toestel (propellers) en wandelt naar het aankomsthalletje. Een glazen deur scheidt ons van onze vrienden. Een ongeduldige dame opent de deur , we mengen ons met de aankomers. Het weerzien is hartelijk, snel zijn we op pad, de Suuz propvol gestoken,de boys kreunen op de achterbank, naar een taverna in de buurt. Ze moeten wat bekomen. De jongens zijn zeer ingenomen met het huisje. De lange broeken worden ingeruild voor een kort model en we verhuizen naar het dakterras, waar we bij een frisse Mythos verder keuvelen, alsof hier al weken samenzitten. Tussen de teugen bier blazen we Flor zijn luchtmatras op. Barbarossa krijgt ons weer over de vloer, hilariteit bij de jongens wanneer de baas zijn schabouwelijk Engels bovenhaalt. Flor is een imitatiemeester en geeft “moesjaka” een nieuwe dimensie. Maar 't is wel lekker !

    We nemen de jongens op sleeptouw, laten rust primeren, ze zijn duidelijk overwerkt. Van strand naar terras naar restaurant naar bed, of een licht gewijzigde volgorde. We vinden enkele afgelegen stranden waar Flor zijn vlottenbouwerstalent demonstreert (of juist niet)Ze zwemmen veel. Flor schaft een fluo-geel schepnet aan, straks eten we vis. Voor de rest worden er geen activiteiten gepland, ik krijg ze enkele malen mee tijdens mijn ochtendlopen. We leren hen Maroula kennen, de bazin van het café aan de Platea. Na enkele dagen slaagt Maarten erin het rasterwerk van het terras te schilderen samen met Maria de dienster en Flor. Maroula houdt het even vol en verdwijnt dan naar haar kleine dochter die wordt bijgehouden door haar blinde moeder. En verschijnt weer enkele uren later wanneer het werk gedaan is. We kunnen niks meer fout doen. De oude vaste klanten kijken raar, snappen er niets van.

    De nachten brengen onvoldoende rust, niet alleen de honden geven van hun “perette”, de snurkers concerteren, soms in trio. Flor is de enige die overal doorslaapt, ondanks zijn eigen gesnurk, zelf noemt hij het “luid ademen”.

    Maarten verjaart, hij geeft toe aan zijn goede voornemens en vergezeld me als enige tijdens de ochtendloop. We blijven de hitte voor. We hebben achter zijn rug afgesproken dat Maroula een verjaardagstaart maakt. Ze zorgt die avond ook voor het eten. Overdag maken we een boottocht, ook via Maroula geregeld. De kapitein, Antoni, is verre familie van haar. Bij het vertrek thuis trek ik de deur dicht met de sleutel langs de binnenzijde in het slot. We kunnen nergens binnen, alles gesloten buiten 1 raam met tralies. Klote. Zorgen voor later, we gaan door. De Suuz brengt ons naar de kade van Maltezana. De kapitein komt aangereden met zijn brommerke. Hij is een ferme man, ondanks zijn kleine gestalte, hij heeft een mooi houten schip, tijdens het hoogseizoen zitten er tot 25 sardienen op het dek. We hebben een zee van plaats, het is het eerste tripje. Kapitein Tom neemt het roer over eens we in volle zee zijn. Het schip is te groot om tot op het strand te varen, dus wordt er een aanhangbootje meegesleurd. Antoni krijgt de motor van dit bootje niet aan de praat (hij blijft het de hele dag proberen) en hij moet zich behelpen met roeispanen. Hij brengt Bies en onze rommel naar de kant. Wij, de jongens, springen uitgelaten in 't water en zwemmen naar het strand. Ik haal het ternauwernood, een eeuwigheid geleden dat ik nog meer dan 20 meter zwom. Het strand ligt aan een lage landengte, aan de andere kant, 50 meter verder, ligt nog een strand, het ziet er fraaier uit. Ik ontwaar een donkere massa vlak boven de vloedlijn: het kadaver van een walvisachtig iets, half opgevreten, het vel lijkt gelooid leer, de bek vertoont in een grijns grote gele tanden (potvis?). We blijven op het eerste strand. Er is veel troep aangespoeld: drijfhout, plastiek flessen en bakken, PVC-buizen, netten, touwen. We helpen Antoni met de opruim, de gemeente doet toch niks. Hij maakt enkele vuren waar we alles kunnen op smijten, de vlammen laaien hoog op. Hij bekommert zich ook over het lot van de potvis en schenkt hem (of haar) een rituele verbranding. De meeste rommel is opgeruimd en de schipper is ons dankbaar. Badend in het zweet zoeken we verkoeling in de baren. We gaan terug aan boord en puffen verder, naar een mooier strand, waar Antoni vissen zal grillen. Bij aankomst springen dezelfden weer in 't sop, bij Flor duurt het wat langer tot hij er met een vreselijk gil invalt. We zoeken brandhout voor het grillen, en bouwen nog een tweede brandstapel voor de aangespoelde troep. De vissen hebben een onuitspreekbare naam beginnende met een M, een hand groot. Antoni reinigt de vissen met behulp van mijn Zwitsers mes, ingewanden eruit, schubben eraf, de visgeur krijg ik niet meer van mijn mes. Hij steekt ze in een rooster, een vis per persoon, en houdt ze boven de gloeiende asse. Gaar. Onder een overhangende rots zitten we op keien met de voeten in 't water rond een grote steen die als tafel dienst doet. We eten met de handen, lekker primitief. Overgoten met uitgeperst citroensap smaakt het heerlijk, nooit een betere vis gegeten. De afwas stelt niets voor. Graten en vel worden teruggeven aan de zee. We keren weer naar het moederschip en zetten de terugtocht in.

    Ik heb een oplossing bedacht voor de gesloten deur, we kunnen niet wachten en snellen naar boven. Het raam met tralies naast de deur staat open. Het slot is van oude makelij, met een haakje waar je aan trekt om de deur te openen. Flor steekt zijn arm door het raam met het fluo schepnet in de hand, hij heeft een hoek in de steel gewrongen want de muren zijn dik en een direkte benadering van het slot dus niet eenvoudig. Aan de deur geef ik hem aanwijzingen over de hoogte van het slot, en binnen de minuut klikt het open. We kunnen binnen en maken ons klaar voor een feestje.

    We dineren bij Maroula. Ze heeft haar beste beentje voorgezet, de potjes en schalen blijven aanrukken, de honger haast onstilbaar. We drinken dorstig door wit en rood. Uiteindelijk verschijnt Maroula met de taart (lemonpie), ze tracht de brandende kaarsjes te beschutten tegen de stevige wind maar dat lukt niet. We steken ze terug aan en Maarten blaast ze blij uit. Een heerlijke taart, maar zwaar verteerbaar. We krijgen de helft mee naar huis.

    De volgende dag begint aarzelend, ik ben als eerste op, de rest heeft nood aan uitslaap. Maarten gaat met Flor nog wat schilderen bij Maroula, tot de verf op is, Bies gaat mee om te supporteren. Ik blijf thuis, wat schrijven, zoals Tom, ieder op zijn plekje. Morgen vertrekken Bies en ik naar Amorgos met de boot van 5u15, hondsvroeg. Ik pak mijn valies in en trek met Tom naar ons stamcafé. De verf is op, ze rustig te keuvelen, van Maroula geen spoor, we zuipen verder zonder haar. We dalen verder af naar de haven, we vieren ons afscheid in een authentiek restaurant, aan de rand van het strand, stoelen en tafels in het zand. We bestellen het menu leeg, rood en wit doen mee. Even mijn handen wassen, denk ik, en vertrek naar het toilet. De extreem lage en smalle deur noopt tot voorzichtigheid, toch slaag ik erin mijn hoofd te stoten aan de deurstijl, bloed aan mijne gevel: een kap van 3 cm in mijn voorhoofd, en de gerechten moeten nog opgediend worden. Miljaar. Met een prop toiletpapier (proper) tegen mijn kop geduwd kom ik terug aan tafel en toon mijn oorlogswonde terwijl de ober de schotels op tafel zet. Smakelijk. Flor spring recht en brengt een zak ijs om de zwelling te onderdrukken. Bies snelt weg en komt terug met een watje bruin (isobetadine) en ne plakker. Nu het onsmakelijk zicht is weggewerkt kunnen we eten, en het smaakt wonderwel. Met een goed en gevuld gevoel stijgen we, met een ijsje in de hand, naar Chora om afscheid te nemen van Maroula. Adressen worden uitgewisseld, eeuwige trouw beloofd, nu kunnen we gaan slapen, de nacht zal kort genoeg zijn.

    De wekker loopt af om 4u. De solidariteit is groot, iedereen komt uit zijn nest en begeleidt ons naar de Suuz. Onder de molens nemen we innig afscheid, de jongens vertrekken straks om 13u met de vlieger. Ik rij, voor de laatste keer, met de Suuz, wat lastig met mijn zware stapschoenen. Onderweg komen we veel tegenliggend verkeer tegen, zelfs een goed gevulde bus, en vermoeden dat de ferry reeds aangemeerd ligt. Ik word ongerust en duw het gas in. De boten zijn meestal op tijd, maar “te vroeg” is wel een nieuw verschijnsel. Na een haarspeldbocht komt de haven én de felverlichte ferry in zicht. Halen we het nog? De desolate kade toont nu nog troostelozer dan overdag. Op het laadplatform staan enkele mannen rustig te keuvelen, we hebben nog tijd zat. We nemen afscheid van Tom, hij zet zich achter het stuur en vergist zich van versnelling en rijdt van de kade het water in. We zien de lichten in de diepte verdwijnen. We kunnen niks doen en stappen op. Niemand heeft iets gezien, want er is ook niks gebeurd. Tom komt veilig in Chora aan en kruipt terug in zijn bed bij Maarten. De trossen worden gelost, de laadbrug sluit langzaam het ruim, het schip trekt een brede witte streep in het donkere water. In het oosten warmt de zon zich op. Amorgos, we komen.

    DE FOTO'S VOLGEN ! HEB TE WEINIG TIJD !

    16-06-2011 om 00:00 geschreven door patje  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    20-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beter 10 touwen aan de haak dan 1 rond je nek.

    Hier zijn we weer, 't is lang geleden, we hebben onze verhalen opgespaard zodat het lijkt alsof we veel meemaken. Jullie beseffen het waarschijnlijk niet, maar ook wij zijn geïnteresseerd in jullie triviale leven. Laat iets weten, je kunt op de blog reageren door op een van de vakjes rechts te klikken. Ik pak het verhaal op :

    Leros ruilden we in voor Kalymnos. De lage deurstijlen van Ruards huis bezorgden me hoofdpijn. Dezelfde catamaran die ons naar Leros vervoerde, kliefde behoedzamer door de woelige zee. Enkele uren voor vertrek werd beslist in welke haven de boot aanlegt, de windkracht en -richting en toestand van de zee bepalen of voor Aghia Marina (noorden) of voor Lakki (zuiden) wordt gekozen. Het werd Lakki en we moesten versassen met een taxi.Aangekomen in Pothia volgden we de procedure die de eigenaar van het huurhuisje had voorgesteld, wat inhield dat ik hem zou telefoneren en de GSM zou doorspelen aan een taxichauffeur zodat hij de uitleg zou krijgen hoe hij het huisje moest bereiken. De chauffeur was een geblondeerde vrouw die er niks van begreep, de hoorn doorgaf aan een collega en met veel machtsvertoon onze reistassen in haar koffer propte. Haar collega gaf haar de uitleg, en we vlogen naar het noorden, naar Myties. De rit, eerst door smalle straatjes, later langs haarspeldbochten, was formule1-waardig, inhalen in de bochten, snijden, vloeken, claxonneren. Op het einde was ze nog niet echt zeker en vroeg ze nog even te bellen om te checken of ze in de juiste paddock was aanbeland. Den Alexi, een geblokte Macedoniër, kwam tevoorschijn vanachtertoekske. Hij was onze contactpersoon en eigenaar van taverna “Smugglers”. Hij zwierde mijn loodzware tas als een sjakoske over zijn schouder en wees ons de weg naar spiti (huis) Spyros, probeerde ons eerst nog ergens anders binnen te duwen, maar ni met die van ons! Beneden waren 2 slaapkamers, waarvan 1 tot dressing werd gebombardeerd, boven was de ruime living met open keuken. Bies vertrok op strooptocht naar het andere huis voor potten, handdoeken, leeslamp, boeken. Het brede terras keek uit op het eiland Telendos, waarnaar elk half uur een overzetbootje vertrok, zicht op het westen en dus ondergaande zon. Kalymnos is HET van het voor de rotsklimmers. De westkust rijst op uit de zee in een helling die vol ligt met puin, daarboven rijken steile tot overhangende rotswanden, alsof een stenen vloedgolf over de berg spoelt. Op verschillende plaatsen vertonen die wanden grotachtige instulpingen, en deze plekken zijn het geliefkoosde terrein voor de klimmers. Op de kaart zie je de oranje, gearceerde ovalen, met namen als Spartacus, Olympic Wall, Zeus en Belgian Chocolats. De volgende dag pakten we de overzetboot, die nog even werd opgelapt door het zoontje van de kapitein (plankje nagelen onder de waterlijn), naar Telendos, 2€, en begonnen onze eerste wandeling, omhoog, uiteraard, naar de “Princess of Telendos”, een klimstrook met een viertal “caves”. Het was bloedheet en weinig of geen beschutting. En vonden we een boom dan hing tussen de takken een half-vergaan, rottend stinkend kreng van een geit. Met veel blazen en rustpauzes geraakten we er, op de eerste rij voor het spectakel. Een koppel, male-female, klom om de beurt een lastig traject, met vervelende passages . Terwijl riepen ze elkaar aanwijzingen en aanmoedigingen toe. Knap om zien, achteroverleunend met een blikje cola in de hand. Terug aan het haventje schoven we aan bij “Rita” voor “good food”. De boot terug deelden we met het klimmerskoppel dat we in actie zagen, zaten nu naast Bies. De volgende morgen namen we wederom den overzet, want “Rita” was de max, deze keer voor een vet ontbijt. Op Telendos rijden geen auto's of brommers, heel wat rustiger dan aan den overkant. We belandden op een mooi keienstrand mét strandstoelen, voor niks, merci. De dag was zo voorbij. En daar was de volgende al. Om de twee dagen poogde ik mijn steeds verder uitzettend lijf wat in beweging te zetten door een loopje af te haspelen, deze keer naar Arghinondas, heen en weer bijna 14km omhoog-omlaag. Gelukkig was de wind wat aangewakkerd zodat mijn zweet vlot in de struiken belandde. We trokken weer naar hogere sferen, La Granda Grotta, lastige klim maar dichtbij. Daar was wat meer klimlustig volk aktief. Het leek alsof De Grote Grot uit de bergwand was gelepeld met een enorme ijskreemschep. De wand vertoonde in de lengte lopende richels, als ingegroeide lianen, in de koepel hingen dikke korte stalagtieten, ideaal terrein om te klimmen, voor gevorderden! Mijn mond viel open, de uitgeholde koepel was indrukwekkend, ik viel enkele malen achterover van 't gapen naar die klimartiesten. Enkele uren volgde ik hun bewegingen, mijn rug gekeerd naar het schitterende uitzicht over de kustlijn en Telendos. Bies vond een boek interessanter. Het gezelschap was zeer internationaal, Duitsers, Fransen , Zwitsers, Spanjaarden, USAers, Russen, Engelsen, een enkele Griek, mannen én vrouwen. ZOEK ZE MAAR OP DE FOTO. De koepelklimmers waren fenomenaal, zeer moeilijk dicipline en vermoeiend, ze moesten regelmatig pauzeren om de krampen uit hun ledematen te schudden. Met een stijve nek en een hard gat schoven we den berg af. De volgende dag gingen we naar Pothia, de “hoofdstad”, met de bus. Die was in retard, en we mochten er eigenlijkfeitelijk niet op zonder ticket, maar de vriendelijke buschauffeur nam ons mee. Aan de volgende kiosk kon Bies uitstappen en tickets kopen terwijl de bus wachtte. Fijn geregeld. In Pothia huurden we een auto voor 1 dag, een kleine Suzuki. De boot naar Symi zou niet op zaterdag en wel op vrijdag vertrekken, we zouden dus wat moeten schuiven met de overnachtingsplaatsen. Werk voor de dag erna. Met de Suuz trokken we oostwaarts, naar de vallei van Vathys, het vruchtbaarste gebied van 't eiland. Onderweg zagen we in de diepte langs de kustweg grote drijvende ringen, de fameuze “fish farms”, zoals de zalmkwekerijen in Schotland en Noorwegen. Wat verder kwamen we in een klein vissershaventje, Rina, aan een smalle diepe baai, gezellig, met vissersbootjes aan de kade, hellend vlak met getakelde schepen, restaurantjes, kapellekes (die haast altijd toegankelijk zijn, zijn ze op slot hangt de sleutel in de buurt). Het terras was zeer uitnodigend en de honger omnipresent. Bies koos een gerecht met kip, voor mij ne vis. De kip leek zwaar mishandeld en verhuisde terug naar de grill. Mijn viske was braaf. De kip bleef stout, gelukkig liepen er uitgehongerde katten rond. We verlieten het mooie maar onsmakelijke Rina, en gaven een oudere dame met een bloemeké een lift naar de volgende kerk.

    Het vervolg zit in een volgend bericht, de firma kan de toevloed van foto's niet aan, excuus dus.

    20-05-2011 om 00:00 geschreven door patje  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    19-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trek aan de koord en het vervolg valt overboord.
    Een steil betonbaantje bracht ons naar een ruïne van een vroeg-kristelijke basiliek, Paleopanagia. De contouren van het bouwwerk staken een halve meter boven de grond, verspreid lagen stukken zuil, marmeren sierblokken, mozaïek. Ondertussen werd de wolkensoep zeer dik en troebel, gerommel kondigde iets ergs aan. De wolken kropen langzaam over de toppen van de Profitis Ilias (676m). Het onweer barstte los. Bliksem sloeg in niet ver van onze Suuz. We kozen het hazenpad, slome hazen want de regen kwam als een zee naar beneden en reduceerde de zichtbaarheid. De straat werd overspoeld door roodbruin slijk en stenen, recht uit de bergen. Voorzichtig reden we verder, we braken de inspectie van het eiland af en slopen naar huis. Ook door het straatje naar de Smugglers was het water met veel geweld gedonderd, recht het restaurant aan de overkant binnen. Een hoop stenen en gruis lag naast de deur. De bulldozer kwam het puin ruimen. De volgende dag had het water in de baai een bruine kleur. We voerden de Suuz terug naar Pothia, ontbeten op z'n engels, en namen de bus naar Horio, geraakten haast niet op de bus door het gedrang van de oude garde, vechtend voor een zitplaats. De rit met de bus was spannend, de nauwe straatjes lieten kruisende voertuigen niet toe, zodat tegenliggers achteruit moesten, schrapend langs boomtakken en balkons. We bezochten nog eens een Kastro, een lange trap voerde de hemel in tot aan de vervallen ruïne, slechts enkele gebouwen waren gerestaureerd, een paar kapellen lagen over de site verspreid, het uitzicht was innemend, wat lager aan de overkant van de vallei lag het eindelijk voltooide vliegveld waarvan de bouw jaren werd geblokkeerd door de ferrymaffia. Ik nam contact op met de verantwoordelijke voor onze volgende verblijfplaats met de vraag of we er een dag vroeger terecht zouden kunnen. Wendy had geen goed nieuws, “2fishes” was niet beschikbaar wegens gevaarlijke verbouwingswerken aan een buurhuis. Ze had een alternatief, “the Cottage”, klonk niet super, 't zag er op foto's op de site ook niet geweldig uit, maar het zou ons wel bevallen zo verzekerde ze ons. Bies had er zich op verlekkerd, de “2 viskes” had ze na lang zoeken gevonden, de extra uitspatting was in het budget bijgerekend, het dakterras binnen handbereik. Er waren natuurlijk vele ergere dingen, maar vermits het hier om trivialiteiten ging, waren we ontgoocheld. We zouden het wel bekijken. De volgende dag is vrijdag 13 mei. De taxichauffeur die ons naar de haven bracht was de vader van Alex, hij zette ons af op de pier en zette ons af (vraagt 5€ meer dan het gebruikelijke tarief), geen discussie mogelijk, den afzetter. De overtocht verliep vlot, verneveld zeewater door sterke golfslag en flinke wind maakte het zicht door de zonnebril wazig. Aan de haven van Yialos op Symi wachtte ons een verwaaide Engelsman op, den Ian, een zestiger met lang grijs haar in een staartje, een versleten sjaaltje strak rond zijn nek geknoopt, de binnenrand van zijn wit hemd smoezelig. Hij wees ons op een blitse taxi met dito chauffeur die ons in razende vaart de berg op naar Horio voerde, Ian volgde achterop met zijn brommerke. Hij leidde ons rond, het huisje had wel iets maar de lokatie sloeg tegen. Het huis aan de overkant was een krot.We zouden het proberen. Vrij snel vonden we de Kali Strata (de beste straat), een schitterende trapstraat(500 treden) die beneden naar de haven voerde. Over taverna Georgios & Maria hadden we al iets gelezen, dus daar gingen we buffelen. De compacte ober nam ons mee naar de toog en keuken, en prees ons zijn lekkere waren aan in een schabouwelijk engels. We lieten hem heel zijn bestelbon volschrijven en wachtten hongerig af. De tafel was te klein voor de aanrukkende schotels. We aten ons een breuk en betaalden ons blauw. De volgende dag liepen we de berg af naar Pedí, vervolgden langs een rotsig pad naar Aghios Nicolaos, het strand lag goed verstopt, slechts te bereiken via dit pad of per boot. Tijdens het hoogseizoen varen taxiboten voor vervoer. Heel de breedte van het keienstrand was ingenomen door strandzetels en parasols, we palmden er een paar in en even later kwam een verlegen tiener “ontvangen”, 3€ pp, en 't was al 16u. Te veel, zeiden we hem, uiteindelijk werd het 2,5€, goed onderhandeld! Zalige plek, maar wat weinig tijd. Zondag volbracht ik mijn ochtendritueel, loopje, den berg af, wat heen en weer, en terug naar boven. Zweten. Een lange luie lanterfanterdag volgde, wat lezen, een waske slaan, iets eten, schrijven. In de namiddag daalden we af via de K Strata. We liepen verder langs de scheepswerf
    Het vervolg volgt volgzaam.

    19-05-2011 om 00:00 geschreven door patje  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vervolg wordt vervolgd !
    in de richting van de Beach. De weg terug deden we per bus, voor 1€ naar boven. Dezelfde chauffeur reed heel de dag heen en weer tussen Yialos en Pedi, heen en weer, op en neer, een verkort busmodel maar even breed als de onze, en vereiste heel wat stuurmanskunst. Maandag maakten we een einde aan onze luilakkerij en kozen voor een stevige stap in de wereld. We gingen de Acropolis van Horio op, en trokken verder zuidwaarts via een kalderimi (ezelspad) naar Lapathos Beach. De vergezichten deden ons regelmatig stilstaan, was meegenomen tijdens de zware beklimming. De laatste kilometers gingen door de Ag. Vasilioskloof, niet van de poes, steil naar beneden met veel losse keien, zeker het stukje na het kapelleke. Het was MUISSTIL. De beloning was enorm: een mooi keienstrand (aan de rand ontsierd door zwerfvuil) en geen kat te zien. Twee geiten toch. Zalig, een blootgatstrand. Plat en genieten. De terugweg was niet zo lastig, de zon was al flink gedaald zodat we in de schaduw konden klimmen. Een dolle hond achter een omheind terrein maakte het ons wat lastig. In Horio passeerden we langs het winkeltje waar we 's morgen halt hielden, we waren toe aan nen echte Cola. De oude kruidenier bediende ons en kwam bij ons op de stoep zitten, tijdschriftje in de hand. In het Grieks begon hij te tateren, maar dan 50 jaar stond hij in de winkel (heel overzichtelijk, alles netjes op het rek), den Duits werd verdreven in '44, de kerk gebombardeerd, verdrag ondertekend; veel gebarentaal, hij was nog goed te been want hij wandelde de Kataraktis, een trap zoals de Kali Strata, op in 50 minuten. De dag zat er op. Dinsdag vlamde de zon, nog maar eens. Ik deed plichtsgetrouw mijn loopje, liep langs de atletiekpiste die ik eerder had ontdekt, en kroop over de omheining om wat “vlakke” rondjes te lopen. Ik moest mijn inspanning staken en ander terrein opzoeken want vlak naast de piste lag de energiecentrale van het eiland die vettige lucht uitstootte. Hoestend kroop ik over de poort. De dag kabbelde verder. We besloten met een klassieke afdaling via de K Str, vonden beneden een Vlaamse Gazet, Het Laatste Nieuws miljaar, en nestelden ons op een terras om de laatste zon op te vangen. Woensdag werd gewandeld, via Pedi naar Ag Marina via een lastig pad, maar een mooie wandeling. Aan de baai was een betonstrook aangelegd waarop strandstoelen en parasols stonden. Buiten een vijftal zeer luidruchtige Italianen was er weinig leven, enkele mannen waren de boel aan het verfraaien zodat alles in orde is voor het nieuwe seizoen. We vleiden ons neer en lazen. En onzen Bies zwom. We moesten op tijd opkrassen want om 18u zou Ian ons de “2Fishes” laten zien. Om kwart voor zes zat hij reeds op onze stoep te wachten. Hij gidste ons de berg op langs de smalle straatjes, richting museum. Er werd niet meer gewerkt in het tegenovergelegen huis. De “2viskes” was omgeven door ruïnes en in herstelzijnde gebouwen. Het beviel ons. Het was een stuk hoger gelegen dan “The Cottage”, smaakvol ingericht, en het dakterras overzag de twee baaien. We besloten Wendy te verzoeken om een verhuis. En alzo geschiedde de volgende dag. Om 10u kwam Ian langs met een leeftijdsgenoot-hulpje om het transport te vergemakkelijken. Ian ontfermde zich over mijn loodzware tas, halverwege moest hij mijn hulp accepteren. Zwaar hijgend vervolgde hij zijn weg. We palmden de viskes in en plantten ons op het dak.

    18-05-2011 om 00:00 geschreven door patje  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geef den berg aan de soldaat, ligt heel de helling vol zaad.

    We hebben het hele eiland (Leros) doorkruist met een rood huurautootje, de kleinste Peugeot, nauwelijks 40 km afgelegd (en dus voor 5€ aan naft de tank moeten bijvullen), en maar enkele mooie plekjes gevonden. Het is een rotsig eiland, met 2 pieken boven de 300m, niet erg hoog dus. De interessantste hoge plekken zijn allen verboden gebied: militair domein (streng bewaakte kazernes, observatieposten,etc). Deze militaire aanwezigheid is nadrukkelijk op alle oostelijk gelegen eilanden, de Grieken zijn namelijk officieel nog steeds in staat van oorlog met Turkije wegens de Cyprusaffaire. Fotograferen is zo verboden op alle strategisch gelegen plekken.Daarvoor waren we niet gekomen. Onze aandacht ging vooral naar enkele eeuwenoude kapellekes. Het ene was aan de waterkant half in de rotsen gebouwd, Panaghia Kavouradhena in Ksirokambos, met een knus interieur, zoals een bruin café, volgehangen met een kluwen van parafernalia (opzoeken!). Het andere stond op een eilandje, verbonden met het vasteland door een 30cm hooog betonnen pad, Aghios Isidhoros in Kokkali. Schitterende plek. En dat was het, de mooie plekjes, vonden wij. Tussendoor mezelf  in spotlight zetten : %%%FOTO21%%%Om even terug te komen op de brommerkes: er rijden niet alleen opgefokte koffiemolens rond, ook heel wat oldtimers, zoals Zündap en Vespa (op de foto staat er ene met een houten nummerplaat, en dus heeeeeeeel oud). Iedereen blijkt zeer actief bezig de zaakjes in orde te krijgen voor het seizoen begint, poetsen, schilderen, wieden massa onkruid. Zelfs de Mannen van de Gemeente doen mee: met een verfhogedrukspuit worden alle bomen en bermen, ook huizen die vlak naast de weg gelegen zijn, van een witte laag verf (of kalk) voorzien, en daar niet erg voorzichtig mee om zoals op de foto blijkt. Op kale parkeerplekken doen ze een poging om “boompjes” te planten en deze van een beschermende kring rotsen te voorzien. Het huisje van Ruard, een Nederlander, ligt tegen de berg van het Kastrou. We hebben geen rechtstreeks zicht op het kasteel, maar als we om het hoekje van het terras loeren zien we het in hoogte schitteren. De koer en het terras hebben we de laatste dagen intensief gebruikt, hebben niet veel zin in rondhossen. Liever eindeloos lezen. Ruard heeft voor de Nederlandstalige gasten een stapeltje exemplaren van het boek “Mijn huis in Griekenland” van Austin Kark achtergelaten en heb het net uit. Kark zat in een geprivilegieerde positie (hoge pief geweest van P&O, veel hulp van bevriende Griekse advocate en architect, etc) en dat hielp hem bij het realiseren van zijn droom. In dit boek beschreef hij zijn belevenissen bij het aanschaffen van een woning in Greece, en hij deed dit treffend en herkenbaar, en gaf terloops ook enkele toeristische tips en historische achtergrond.Een aanrader. Om onze goede wil te laten zien ivm lichaamsbeweging verplaatsten we ons naar de Marina, toch iets meer dan 500m bergaf. Op en neer langs de kade, even uitrusten op 't eind, en dan ons favoriet terraske uitkiezen, ne mens moet wel eens eten. Ik speelde mijn Griekse sla met tsatsiki binnen, terwijl Bies wel wat problemen had met haar hoop “biefstukworsten” met garnituur, lange tanden en uitgehongerde poezen brachten redding. De wind stak ondertussen fel op, en blies ons onderkoeld den berg op. Vlak bij ons plein merkten we een haarkapper op, kouréas, en Bies overtuigde me binnen te stappen. De vriendelijke man, ik hoopte de coiffeur, sprak enkel Grieks. Met handen en voeten legde ik uit wat ik wilde, nl mijn haar eraf en liefst met de tondeuse. Hij bond me vast op de stoel, tegenover een antiek meubelstuk met spiegel, drapeerde een schort voor me en begon zeer zorgvuldig aan zijn taak. Fijn werk voor 8€.

    06-05-2011 om 12:58 geschreven door patje  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)


    Archief per week
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/03-03/04 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs