Tijdens het werken rond adoptie en het opzoeken van informatie, kwam de volgende vraag op welke manier zal Berhanu zich goed kunnen hechten aan zijn adoptieouders? bij ons te boven. Wij stelden ons deze vraag omdat hij heel teruggetrokken is sinds het verlies van zijn ouders.
Wanneer ouders van adoptiekinderen in de periode na de thuiskomst merken dat hun kind hechtingsproblemen vertoont kunnen ze contact met andere volwassenen dan de ouders proberen zoveel mogelijk te vermijden, om een veilige hechting kunnen op te bouwen.
Door het verlies van Berhanus beide ouders is, is hij een tijd lang door zijn tante opgevoed maar omdat zij zelf al 4 kinderen had was het onmogelijk ook voor hem te zorgen. Dus bracht ze hem naar een weehuis. Daar klamt hij zich nu steeds vast aan zijn favoriete verzorgster. Hij vertoont klampgedrag. Hiermee bedoelen we dat hij zich onveilig voelt en zijn verzorgster niet wil loslaten uit angst om deze te verliezen, omdat het kind er niet op vertrouwd dat de verzorger zal terugkomen. Hij klamt zich soms letterlijk vast en loopt de hele dag achter zijn verzorgster aan. Ze kunnen geen intieme relaties aangaan. Deze kinderen durven geen nabijheid te zoeken, zijn niet gewend om getroost of aangehaald te worden en zullen dit ook steeds proberen te vermijden. Ze durven hun gevoel niet te laten zien en sluiten zich hiervoor af door hard te zijn voor zichzelf en hun omgeving. Deze kinderen lijken heel zelfstandig, maar dit is schijnzelfstandigheid gebaseerd op angst.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De eerste periode na thuiskomst bouwt men een periode van rust in, zodat het gezin kan wennen aan de nieuwe situatie. Het kind zal moeten leren wie zijn ouders zijn en wie familie, vrienden en kennissen. Daarom is het belangrijk om gedurende de eerste weken niet teveel bezoek te ontvangen. De ouders moeten er voortdurent voor het kind zijn en laten merken dat hij altijd op hen kan rekenen, dat zij te vertrouwen zijn en dat hij zich bij hen veilig kan voelen. Dit is alleen mogelijk door hem de eerste weken volledig zelf te verzorgen, alle aandacht en liefde te geven, te troosten etc. andere kunnen de ouders helpen om hem te leren wie zijn ouders zijn door de eerste tijd enige afstand te houden. Door hem niet op schoot te nemen, te knuffelen of een aai over de bol te geven, ook niet als hij zelf contact met hen zoekt. Door hem niet teveel aandacht te geven met geluiden, woorden, spelletjes en vooral niet rechtstreeks cadeautjes, etenswaren e.d. te geven. Het is de bedoeling dat alle contacten met volwassenen in de gewenningsperiode op de ouders gericht zijn.
|