In Opbrakel stond één van de mooiste parcoursen van de nieuwelingen te wachten. Het was een wedstrijd die meetelde voor de klimkoersen van de beker van de vlaamse ardennen. Ik stond lichtjes ziek en met blaren aan de start, niet tegenmin wou ik toch een goed resultaat neerzetten. In het traject waren er 3 bergjes: De eerste was lang, niet steil, de tweede kort en gematigd steil. De laatste was de lastigste met een piek van 12 %.
Na 4/5 ronde was het voor mij al gedaan. In de lange afdaling viel mijn ketting eraf. Tegen dat ik weer weg kon (niemand hielp mij), was ik 400 meter achter. Ik naderde, maar na een ronde in de afzink was het niet meer overbrugbaar. Ik reed dan maar nog een rondje bij als training. Morgen zal ik nog eens een poging wagen in Tiegem. Jeroen Cannie werd de winnaar voor Gilles Loncin en Dillen Verzeele.
We trokken
ditmaal naar Gits. Daar stond ons een lastige koers op het programma met veel
wind en veel premies. Er waren niet veel renners, maar onder deze zaten er wel
veel goeie: Daan Myngheer, Stijn Decraemer, Whytic Priem, Maarten D'hondt ...
We moesten 14 keer een zeer bochtig parcours
afleggen. Michiel Dewulf smeet in de 2de ronde de knuppel in het hoenderhok en
bleef een rondje voor. Als hij ingelopen was sloop ik weg op mijn kousevoeten
en won zo de derde premie. Dit was er één voor een apart klassement. Vooraf was
dit geen doel, maar doordat ik de eerste van 3 won, ging ik er volledig voor.
Een rondje later valt Daan Myngheer aan. Hij blijft 3 ronden voor. Maar met
zoveel wind was dat vechten tegen de bierkaai. In de volgende klassementspurt word
ik 3de. Inmiddels zijn er talloze pogingen van Whytic Priem en Daan Myngheer.
Ik win dat klassement doordat ik bij de laatste spurt 2de werd.
Op het laatste zat ik er een beetje door omdat
ik nog nooit 2 kermiskoersen achter elkaar rijd. Inmiddels waren er 6 voor. Met
mijn laatste krachten probeer ik de sprong te wagen. Het peloton haalt mij
terug in en een halve ronde later volgt de samensmelting. In de laatste bocht,
op 300 meter van de meet, zit ik in ongeveer 8ste positie. In de spurt haalt
iedereen mij in zodat ik laatste werd van het peloton. Niet dat ik dat zo erg
vond. Ik had redelijk wat geld verdiend en daarmee was ik tevreden.
De keuze was
vandaag waar te gaan koersen: Dentergem of Desselgem. Ze waren ongeveer even
ver van elkaar, maar een sponsor van ons heeft een winkel in Dentergem, dus
gingen we daar koersen. Niet het beste idee, achteraf bekeken. Er was meer te
verdienen in Desselgem en in het parcours in Dentergem waren enkel rechte
wegen, zonder veel zijwind. Tesamen met 65 andere renners was ik klaar voor 11
ronden van 6,15 km.
Van in het begin waren er tal van
ontsnappingen (van o.m. Maxime Farazijn, Laurens Loeters, Indiana Slabbinck,
Emiel Vermeulen, Michael Cools en Indiana Slabbinck). Bij sommige ging ik mee,
maar in het zwaar stuk tegenwind of de grote baan meewind kwam het altijd weer
terug. Na een ronde of 5 gaf ik het op en bleef in het peloton zitten. Op een
bepaald moment zat ik achteraan en mijn ketting viel af. Ik was zo'n 200 meter
achter, maar kon toch na 2 lastige kilometers terug keren. In de voorlaatste
ronde valt het volledig stil en dan gaan Glenn Rotty en Ward Leyn.
De laatste rechte lijn zit ik nog steeds goed
gepositioneerd, maar één of andere renner wou graag de hekkens opzoeken, hij
blijft recht. Ik moet ook zwaar in de remmen en eindig 39e. Glenn Rotty
plaatste nog een finale cartouche en eindigde juist voor het peloton. Ward
jammer genoeg niet. Emiel Vermeulen won de massasprint voor Stijn Decraemer.
Tesamen met Paco, Maxime, Miguel en Dylan was ik geselecteerd voor de BVB in Sint-Lievens-Houtem. In tegenstelling tot de meeste andere koersen van de BVB waren het nu enkel lokale ronden: 9 ronden van 8 km. Er waren 135 renners.
De eerste 2 ronden hield ik me gedeisd en ging dan enkele keren in de aanval. Zoals alle anderen kreeg ik niet veel ruimte. Enkel als ik de kloof toedichtte op het duo Touquet en Vlaeminck konden we een tijdje voor blijven. Ik dacht dat het een pelotonspurt zou worden en hield me op enkele uitzonderingen na, gedeisd. Op het laatste waren er nog talloze aanvallen, waarbij Kenneth van Rooy bijna altijd aanwezig was. De laatste ronde was alles weer samen en stevenden we af op een massasprint.
Ik was wat plaatsen aan het winnen voor een obstakel in het midden van het peloton totdat iemand zich niet meer kon rechthouden. Ik probeerde nog helemaal naar rechts uit te wijken, maar het hielp niet. Uiteindelijk botste ik ongelukkig tegen ploegmaat Dylan Goemaere. We vlogen allebei op een muur. De schade valt nog mee: Een kapotte tube en een kapot remblokje. Jasper De Buyst won de sprint voor Martijn Degreve en Boris Vallée. Doordat Miguel opgehouden werd en Dylan en ik vielen, verloren we heel wat plaatsten in het klassement van de BVB.
Doordat mijn ouders weg moesten ging ik mee met mijn zus, wat een bedankje verdient door haar lichtelijke anti-koers instellingen. Er werden ons 17 ronden van 4,2 km (=67,2 km) voorgeschoteld. Er stonden 74 renners aan de start waaronder heel wat goeie renners: Martijn Degreve, Stijn Decraemer, Daan Myngheer, Whytic Priem, Jonas Rickaert, Alexander Maes, Maxime Farazijn . . . Ik voelde meteen dat de benen goed waren.
De eerste noemenswaardige poging kwam van Cedric Vanhoutteghem na een premiespurt. Langer dan een ronde hielden ze het niet vol. Daarna ging ik in achtervolging op Michiel Dewulf. Er kwamen nog 4 renners aansluiten, waaronder Maxime en Jonas. Na een tijdje kwam het volledige peloton weer aansluiten. Direct na de samensmelting ging Martijn Degreve, niemand volgde. Na een ronde hard rijden kwamen we weer aansluiten. Dat was immers niet het voltallige peloton. We waren plots met 6 voorop: Martijn Degreve, Daan Myngheer, Maxim Farazijn, Jonas Rickaert, Miel Houfflyn en mezelf. Ik had direct door dat dit de beslissende ontsnapping was, we reden immers veel te snel. In het begin ging alles goed bij mij, maar na een paar ronden begon mijn milt te steken (te weinig gedronken) en deed mijn rug zeer veel pijn.
De laatste 2 ronden reed ik pijnvrij en laadde ik mezelf terug op. Op 800 meter van de meet plaatste ik een ultieme poging. Daan Myngheer knalde het gat toe. Martijn Degreve won voor Maxime en Jonas. Daan werd 4de, ik 5de en Miel 6e. Stijn Decraemer won 1'10" later de sprint van het peloton.
Mijn pa meldt me dat er een vaderkoers plaatsvindt op 9 september 2009. Deze wordt georganiseerd voor koersende vaders van jonge wielrenners. De start wordt gegeven om 16 uur in de lendeleedsestraat, Izegem. De renners zullen moeten 10 ronden van 1,7 km afleggen. Dit evenement is geplaatst tussen de dernykoersen van de beloften. Er zijn ook talloze grappige prijzen te winnen, het enige dat je moet is inschrijven.
W-Vl CT dag 4: 67e - 24e in eindklassement en 7e in jongerenklassement
De laatste en waarschijnlijk ook de lastigste etappe vond plaats in Meulebeke. 2/3 van het parcours was licht zijwind en de rest wind mee. Iedere dag voelde ik me verbeteren; echt lastig had ik het niet, maar enkel mijn rug deed redelijk wat pijn. Mijn doel was om me wat later in de wedstrijd te tonen.
Hetzelfde scenario van de vorige dagen deed zich weer voor: Groepjes van een man of vijf die een lichte voorsprong hebben, maar niet weg geraken. Halfweg koers schuif ik op en ga direct in de achtervolging op een Nederlander. Fout moment, want als ik hem bij de lurven had, kwamen ze aansluiten en ging een groep van 6 met onder meer de gele trui en Paco. In iedere etappe (uitgezonderd Rekkem) waren er valpartijen; dit was ook nu weer het geval. Op dat moment zaten we op een binnenbaan en iedereen moest door het gras om er rond te kunnen. Ik verloor hierbij vele seconden en probeerde samen met een Oost-Vlaming het gat toe te rijden.
Hij verloor mijn wiel en alleen bleef ik hangen op 100 meter, maar kon niet aanpikken. Een halve kilometer later sloot een groepje aan. Nog 2 km later maakten we gebruik van een tempodaling om bij het peloton te geraken. Kort daarna reden er velen weg, zonder dat het peloton enig gebaar maakte. Ik wou ook meespringen, maar vond geen gaatje. Er reed eerst een groep van 4, dan één van 5 (waaronder ploegmaat Laurens Loeters) en dan nog een duo weg. Saimen De Laeter won voor Ruben Van Der Haeghen en Rob Leemans. Leemans won ook het algemeen klassement. Maxim Panis was de snelste van het achtervolgend groepje voor Laurens. Billy Van Landuyt won de massasprint. Uiteindelijk werd ik 24ste in het algemeen klassement en 7de in het jongerenklassement. Waar ik toch niet helemaal ontevreden mag mee zijn. Maar ik mis nog power om iets te forceren.
Vandaag stond de derde rit in Deerlijk op het programma. Opnieuw 70 km aan een hoog gemiddelde. Er was quasi geen wind en er zaten ook geen hoogteverschillen in het parcours.
De eerste ronde hield ik me uitsluitend bezig met opschuiven zodat ik de 2de ronde helemaal vooraan was. Daarna ging ik in iedere ontsnapping mee tot aan de 4de ronde. Dan waren er immers bonificaties te verdienen waar ik m'n zinnen op gezet had, maar het mocht niet baten: het werd een sprint. De volgende aanval schoof ik nu niet mee, omdat Paco mee was. En deze was dan natuurlijk de langst durende. Voor de rest van de tijd hield ik me keurig in de eerste vijftig. Ik kwam wel zonder drank te zitten. Vanaf de 7de tot de 9de ronde was er bevoorrading. Door mijn eigen domme fout wist ik niet dat we al in de 7de ronde zaten. De ronde erna pakte Robbin juist voor mij een bidon, zodat de verzorger van dienst geen tijd had om nog één aan te kunnen geven. Uiteindelijk pakte ik er in de 9de ronde wel één.
Door dat gebrek aan water, kwam ik in de laatste ronde wat krachten te kort. Alles was weer samen gekomen door Robin Van Goethem en Michael Goolaerts die een trui wouden pakken of ze behouden. De machtsprinter Boris Vallée won de wedstrijd voor Saimen De Laeter en Billy Van Landuyt. Met als gevolg dat Saimen nu mijn 4de plaats overneemt in het jongerenklassement.
West-Vlaanderen Cycling Tour dag 1 21/09/09 - 4e - 59e
Ik startte
vandaag voor het eerst in een ronde: de West-Vlaanderen Cycling Tour. 's
Middags stond er een ploegentijdrit op het programma en in de namiddag een
wegrit. De tijdrit was 6,6 km lang, net als het normale parcours. De ploeg
mocht 6 renners selecteren: Paco Ghistelinck, Maxim Farazijn, Arthur
Vanlokeren, Laurens Loeters, Robin Degezelle en mezelf. Voor de start had ik
wat twijfels of ik zou kunnen aanpikken.
We vertrokken als een speer, ik was de laatste
in de volgorde en moest direct een gat laten, ik heb nu eenmaal minder
explosiviteit. We konden er een goed tempo er op nahouden. Paco reed iets meer
dan een derde aan kop. In een strook meewind vlamden we aan 60 (!) per uur en we
maakten ons klaar voor een bocht, die we 3 keer deden in het verkennen, maar
zagen toen dat we rechtdoor moesten rijden. Dat kostte direct een handvol
seconden, er vielen na een tijdje ook gaten en uiteindelijk konden Laurens en
Robin niet meer aanpikken. Na zo'n 5 km kwam ik volledig onder stoom. We werden
4de. Balen BC won voor Bodysol en Jonge renners Roeselare. We hadden zeker 3de
kunnen worden, maar we klaagden niet. Ik stond 19de in het algemeen klassement
en was 5de in het jongerenklassement (in dezelfde tijd als Arthur en Maxim).
Daarna kwam de wegrit; 9 ronden van 6,6 km,
goed voor 60 km. Ik hield me meestal gedeisd in de buik van het peloton en
demarreerde maar 2 keer. Ik kreeg niet veel ruimte. De aanvallers konden ook
geen grote voorsprong uitbouwen, alles wees erop dat een massasprint eraan
kwam. Bijna iedereen bleef recht tot de voorlaatste ronde. Dan kwam de grootste
massavalpartij die ik ooit te zien kreeg. Ik hield me overeind, maar werd wel
opgehouden. Ik moest zo'n 50 meter toerijden, wat een helse klus was, op een
peloton dat de meet rook. Mijn prioriteit was nu om veilig aan te komen, want
het waren de seconden die telden, niet de plaatsen. Ik had wel nog zicht op een
top-30. Helaas vielen in de laatste rechte lijn nog een paar renners, waardoor
ik serieus moest uitwijken en achteraan het peloton eindigde. Onder meer Paco
en Arthur lagen er bij. Arthur was er slecht aan toe; hij brak 2 ellebogen en
een pols. Ik hoop op een spoedig herstel.
In de laatste kilometers konden nog 2 keer 2 renners ontsnappen. De eerste 2
waren de Amerikaans kampioen David Kessler en een Nederlander. David Kessler
won en kreeg de groene trui. Ook Ruben Vanderhaeghen en gele trui Robin Van
Goethem sprokkelden nog wat seconden. Nu ga ik zien hoe ik een paar ritten na
elkaar verteer.
Op dag 2 gingen
we naar Rekkem voor een golvend parcours van 7 km. De weergoden waren ook nu
weer ons gunstig gezind. Het was af te wachten ofdat ik goed zou gerecupereerd
zijn van de twee ritten gisteren. Ik stond door het ongelukkige ongeval van
Arthur nu 4de in het jongerenklassement.
Ik kon op de tweede rij starten en viel direct
aan. Ik wou direct de benen eens proberen, maar Michael Goolaerts liet niet
begaan. Hij verdedigde zijn trui met hand en tand. Hij sprong altijd mee als Maxim
en mij aanvielen. In de eerste 2 ronden ging ik nog vele malen mee in
ontsnappingen met ondermeer Sam Vanspeybrouck, Jonas Rickaert, Michiel Dewulf.
Het peloton liet echter niet begaan. Voor de start dachten we dat er een
groepje zou wegrijden, maar dat was onmogelijk. Het gemiddelde was veel te hoog
daarvoor (43,5 km/uur). In tegenstelling tot andere grote koersen kon ik nu
veel beter van voor rijden, iedereen reed waarschijnlijk veel minder nerveus,
na de valpartijen van Wielsbeke. Op het laatste kreeg ik nog een klein klopje.
In de laatste ronde was er nog een groepje weg
gereden, maar tegen een aanstormend peloton op een brede betonbaan is inmiddels
niets te doen. In de massasprint stond er geen maat op Stijn Decraemer. Hij won
voor Tim Kerkhof en Dennis Van Iersel. Paco werd 6de en Maxim 11de. Ik werd
teleurstellend 58e. Morgen moet ik proberen om me toch zeker in de eerste 30 te
klasseren.
Ik startte in het gehucht Edewalle zonder grote ambities, een klassementspurt in de 10de en 11de ronde van 125 winnen, zou voor mij al een succes zijn. Onder een stralende zon legden we 13 ronden van 5 km af, gelijk aan 65 km.
De eerste aanvallen kwamen van Cedric Vanhoutteghem, maar er zat niet genoeg dash op om een kloofje te kunnnen slaan. Na een premiespurt in de 2de ronde gaat een renner van Ct Wervik ervan door. Geen reactie in het peloton zodat hij direct 30 seconden krijgt. Een halve ronde later demarreren nog 2 renners van Wervik. Ik had wel eens het idee dat dit de juiste ontsnapping zou kunnen zijn, dus wachtte ik tot de eerste zou proberen de kloof te dichten. Dat waren Kenny Constant en Pieter Develtere. We reden in een mum van tijd naar de eersten toe. Na een ronde verloor het peloton grip op ons en konden we de afstand stelselmatig vergroten. De 6 vluchters waren: Tim Couwet, Youri Depoorter, Maxim Vereecke, Kenny Constant, Pieter Develtere en ikzelf. De enige die niet overnam was Develtere, hij had het "te lastig". In de negende ronde (juist voor de klassementspurt) laat Develtere voor de zoveelste keer een gat. Constant, Couwet en Depoorter rijden weg.
Bij ons loopt het voor geen meter, ik probeerde het dan maar alleen. Ik naderde sterk, maar op de lange stroken zijwind was het onmogelijk tegen drie man. Ik liet me weer inlopen en dan ging Vereecke er van door. Alleen met de overblijver kreeg ik maar weinig medewerking. Inmiddels zaten we al meer dan een minuut achter. Gelukkig kwam Cedric Vanhoutteghem aansluiten. Nu konden we weer wat vaart maken zodat we niet door het peloton ingelopen werden. Vooraan won Kenny Constant voor Tim Couwet en Joury Depoorter. Maxim Vereecke werd afgescheiden 4de. Bij ons had Develtere nu wel plots genoeg kracht om de sprint te winnen. Cedric werd 6de voor mezelf. Vital D'hondt won de massasprint voor ploegmaat Miguel Notredame. Ik had in deze wedstrijd vrij goede benen, maar had liever iets dichter gezeten en een klassementspurt gewonnen.
Vandaag stond
de topcompetitiewedstrijd in Polleur op het programma. 70 km met heel wat
hellingen, côte de Becco, la Vecquée... Er waren 150 starters. De bezetting was
heel sterk, buiten een paar enkelingen stonden al de besten van het land aan de
start; het is nu eenmaal een zeer prestigieuze koers. Bij de links staat er een
filmpje van mijn broer over deze koers, hij werd er 2de.
We startten onder een grauwe hemel, maar het
bleef droog. Op de eerste helling bleef alles samen. In het lang stuk tussen de
eerste en de tweede film reden er 18 renners weg, o.m. Whytic Priem, Robin Van
Goethem en Kevin Deltombe. Slim van hen, want ze kregen aldus een mooie
voorgift voor de Vecquée. Aan de voet van deze Vecquée hadden we 1 minuut
achterstand, die werd volledig toegereden op één renner na. Ik draaide als
40ste op van het peloton en moest heel wat coureurs voorbijrijden. Op 250 meter
van de top loste er een renner voor mij, ik had niet meer de kracht om hem voor
bij te rijden en bleef achter. In de afdaling kwamen er renners aansluiten,
waaronder ploegmaten Paco en Maxime (die eerst veel achterstand had, maar het
toch knap dicht reed). We draaiden goed rond en onze achterstand verkleinde. In
de afdaling van de 3de helling, net voor we terug in Polleur kwamen, sloten we
aan. Het toppeloton telde nog zo'n 40 renners. Ik zat wat uit te rusten en wist
niet dat we direct de plaatselijke klim moesten doen.
Bijna boven zat ik in het wiel van 2 die een
gat hadden gelaten, zij sprintten er naar toe en ik bleef achter en zat in de
afdaling tussen de volgwagens. Vooraan was de beresterke Thomas Raeymaeckers
weg gereden. Hij kwam op iedere helling als eerste boven. Een zevental
achtervolgden. In de afdaling pikten Michael Cools en een paar anderen mij op.
Net als we begonnen te klimmen, viel mijn ketting er af. Ik werd geholpen door
de pa van Miel Houfflyn die ik bij deze moet danken. Ik verloor natuurlijk wat
tijd en reed niet meer voluit door, ik wist niet dat nog een volgend peloton op
komst was. In de afzink kwamen ze bij mij. In de sprint werd ik 4de laatste en
zo verloor ik een aantal plaatsen en werd 63ste. Ik was nog 15e van de
eerstejaars. Thomas Raeymaeckers had het volgehouden en won zeer verdiend. Bij
de 7 achtervolgers won Brecht Ruyters de sprint voor Quentin Hoper. De
massasprint werd gewonnen door Emiel Vermeulen, voor Boris Vallee en Maxime
Farazijn.
Zoals
aangekondigd ging ik in Kooigem rijden. Het was een mooi parcours van 7,5 km
lang met iedere keer Kooigemberg, een goed rijdend klimmetje van een kleine km
aan 4%. Er stonden 50 renners aan de start. Ik voelde me slecht in de
buik, maar dat verdween naarmate de koers vorderde.
Na 500 meter springt Brecht Craeymeersch weg,
de Meulebeekse renners houden alles op slot. Op de klim rijden er 2 keer 2
renners naar toe: Giorgio Derycke en Glenn Rotty, Stijn de Bock en Laurens
Vanneste. Geen haar die op mijn hoofd dacht dat dit de beslissende ontsnapping
zou zijn; dat was het wel, want ze kregen bijna direct een minuut. Ik hou me
gedeisd vooraan in het peloton tot Jeroen Cannie aanviel, Seppe Verschuere en
mezelf volgden. We reden goed tesamen tot er na een ronde nog 4 renners
aansluiten, dan is de organisatie weg en zo kwam iedereeen weer terug. Nu
rijden Ruben Geerinckx en Cedric Vanhoutteghem weg. Een ronde later kwam er een
tegenaanval van Jens De Winne, Jordy Vermeire, Tom Van Dam en Jonas Vandoninck.
Daar rijden Seppe en ik naar toe. Even later reden er nog 5 naar ons toe. De
rest werd uit koers genomen. De voorlaatste keer dat we de klim moesten doen
gaat Jeroen Cannie aan. Niemand volgde, maar in de afzink komen Jordy Vermeire
en Niels Azou aansluiten.
Vooraan had Stijn de Bock problemen met zijn
achterwiel, Giorgio Derycke won voor Glenn Rotty, Laurens Vanneste en Brecht
Craeymeersch. In de spurt voor de 6de plaats won Cedric Vanhoutteghem het
gemakkelijk voor Ruben Geerinckx. Bij het drietal won Jeroen Cannie voor Jordy
Vermeire en Niels Azou. Jens De Winne had ondertussen wat afstand genomen. Bij
ons won Seppe de sprint. Ik werd 16e. Dat was nog redelijk goed, aangezien ik
de week ervoor weinig kon trainen en veel stapte in de bergen.
De grootste koers van heel het jaar: het Belgisch kampioenschap. Mooi weer en 72 km voor de wielen geschoven, ideale omstandigheden. De kanshebbers waren Saimen De Laeter, Niels Vanderaerden, Maxime Farazijn, Kevin Deltombe, Jonas Rickaert....
Ik startte achteraan, wat zeker een nadeel was door het snelle vertrek en het traag opschuiven. Toen ik vooraan post vatte waren Jonas Rickaert, Laurent Wernimont, Wouter Leten, Toon Wouters, Michael Cools en Glenn Rotty weg. Ze konden echter niet lang voor blijven. Daarna koos Dylan Jaspers het hazenpad, kort daarna gevolgd door Maxime Farazijn. In schuifjes kwamen ook Jonas Rickaert, Kevin Deltombe, Niels Vanderaerden, Aimé De Gendt en Jasper Dult aansluiten. Ik zat op dat moment te ver, een cruciale fout. Na de meet trok ik in de tegenaanval. Ik naderde in het begin, maar na een tijdje zag ik dat mijn poging nutteloos was: Alleen tegen 7 ronddraaiende renners is een oneerlijke strijd.
Niels Vanderaerden werd Belgisch Kampioen voor Kevin Deltombe en Jonas Rickaert. Maxime werd 4de, De Gendt 5de, Dult 6de en Dylan Jaspers 7de. In de laatste ronde vroeg Arthur Vanlokeren ofdat ik de sprint wou aantrekken, zelf zou ik niet dicht kunnen zitten en ik was nog zeer fris dus deed ik dat. Ik zat al vanaf 3 km voor de aankomst aan de kop. Op 250 meter van de meet gingen ze over mij, iets te vroeg, zodat Arthur er niet optimaal van kon profiteren.
Na de koers vertrokken we direct naar Zwitserland voor een weekje verdiende rust (daarom kwam dit verslag zo laat). De volgende koers is Kooigem (dinsdag), omdat ik vrijdag nog een zeer zware training deed (1600 meter klimmen van Wilderswil, naar Grindelwald en dan naar Männlichen). Ik ging oorspronkelijk de Kleine Scheidegg, 11% gem., doen, maar vergistte mij van weg en ging naar Männlichen, ook 11 % gemiddeld, maar vlak begin (3 km, 5%), dan (3,5 km aan 14,5%). Vervolgens 4 km aan 12 % en na de volgende anderhalve km aan 16 % was ik eindelijk vermoeid boven.
Er viel een uitnodiging van de ploeg voor de interclub in St-Katelijne-Waver in de bus, ideaal als voorbereiding op het BK. Een internationaal gezelschap van 145 renners stond aan de start, voor een grote ronde van 25 km en daarna 7 lokale ronden van 8 km. Het enige minpuntje was dat we voortdurend op betonbanen in slechte staat moesten rijden.
Ik nam me voor om goed vooraan te fietsen. In het begin kon er niemand weg geraken tot een renner van Bodysol en Balen gingen. De ploeg had ons opgedragen om in zo'n gevallen direct de situatie onder controle te krijgen. Ongeveer halfweg de grote ronde reed ik nietsvermoedend in een diepe put. Mijn maag kreeg daardoor een stoot zodat ik de volgende 20 km met pijn zat. De definitieve beslissing viel toen Nederlands kampioen Danny van Poppel voor de zoveelste keer aanviel. Hij kreeg Tom Mertens en Dries Van Gestel mee, het bleek wel dat Van Poppel het meeste kopwerk deed. In de achtervolging kwam er een groepje tot stand met ondermeer Maxime Farazijn, als enige eerstejaars.
Vandaag had ik niet zo'n goeie benen, dat was weliswaar geen drama. In de sprint werd ik 62e. Danny Van Poppel had zijn kompanen los gereden en kwam solo over de meet. In het achtervolgend groepje van 6 won Tim Kerkof de sprint voor Robin Van Goethem, de Zuid-Afrikaan Julius Jayde, Maxime, Dries Van Gestel en Tom Mertens. Robin Venneman won de pelotonsprint.
Vandaag stond
de koers in mijn thuisstad Izegem op het programma. Mijn deelname was 's
morgens twijfelachtig door een onbekende zwelling van mijn rechtervoet. Ik kon
er geen kracht op zetten, maar nam toch deel. Ik had niet zoveel sterke
coureurs verwacht. O.m. Brecht Craeymeersch, Emiel Vermeulen, Whytic Priem,
Daan Mijngheer, Jonas Rickaert, Niels Houtekier . . . waren aanwezig. Ik
ambieerde een top-30 plaats van de 70 renners.
Het parcours van 5 km was op een 400 meter na,
volledig zijwind. Met de voorspelde windkracht 5 zou het zeker een zware koers
worden. In het begin had ik nog wat problemen die later volledig oplosten. De
koers brak open in de 2de ronde, nadat ik een gat toereed op Evert Vandromme en
Jonas Rickaert tegen mijn schouder botste. Jonas werd opgehouden en ook een
deel van het peloton. Ik trok even door en ging vlug van de kop af. Blijkbaar
zat bijna iedereen kapot, want het gat werd niet direct toegereden. Een drietal
demarreerde en als ook Daan Mijngheer vertrok, ging ik in de tegenaanval. Al
vlug kwamen we bij de drie. De samenstelling was nu: Brecht Craeymeersch, Emiel
Vermeulen, Stijn Decraemer (die 4 weken niet koerste), Daan Mijngheer en
mezelf. Ondanks ons hoge tempo kwamen na een ronde Niels Houtekier en Whytic
Priem aansluiten. Sommigen sleepten en daardoor draaiden we niet goed rond.
Uiteindelijk konden ook nog Cedric Vanhoutteghem en Jonas Rickaert (na een
sterke remonte) aansluiten. Brecht Craeymeersch had intussen problemen met zijn
voorwiel en ging wisselen. We lieten hem rijden, wat maar normaal was. Toch
demarreerde Whytic. Na een halve ronde werd hij weer ingelopen.
Toen mijn beurt op kop gedaan was, had ik de
indruk dat Jonas Rickaert en Whytic Priem afspraken. Ik besloot dan maar
steevast het wiel van Whytic te nemen. Ik had het wellicht bij het rechte eind,
want Rickaert en Priem vielen om de beurt aan. Altijd sprong ik direct op het
wiel van de voormalige West-Vlaamse kampioen, totdat hij demarreerde als ik van
kop kwam. Niemand reageerde en hij nam vlug 30 seconden. Ik snapte dat Stijn
Decraemer zijn ploegmaat beschermde, maar niet waarom anderen niet meedraaiden.
Emiel Vermeulen had er genoeg van en ging in de tegenaanval. Daan Mijngheer
stopte voortreffelijk af en we konden ook hem niet meer bijbenen. In de aankomstzone
probeerde ik hetzelfde. Omdat ik de enige was van mijn ploeg, reden ze allemaal
achter mij. Op 2 ronden van het einde zagen we Emiel weer rijden. Toch
geraakten we er niet meer bij. In de sprint werd ik onverwachts 5de, dus 7de in
totaal. Whytic won op een prachtige manier, voor Emiel en Jonas. De top vijf
werd volledig gemaakt door Cedric en Stijn. Niels werd 6de, ik 7de, Brecht 8ste
en Daan Myngheer 9de.
Van de 70 coureurs reden er maar 9 uit. Dat
heb ik nog nooit meegemaakt. Vanzelfsprekend werd ik dus ook 1ste Izegemnaar en
kreeg een trofee en een mooi boeket bloemen. Ik mocht even op het podium voor
een interview met speaker Henri die een groot hart heeft voor de koers.
Ik kon voor deze gelegenheid (het Vlaams Kampioenschap - 1e jaars) gelukkig mee met ploegmaat Laurents Clement naar het verre Mol, waarvoor dank. Ik ging koersen en zien waar ik uit zou komen. Brede, mooie banen zouden tot een massasprint leiden, dacht men. Niets was minder waar.
Na een rustige start kwam er een spervuur van demarrages; Ik ging ook soms mee. Toen Kenny Bouvry een 5-tal meter had en het peloton liet begaan, ging hij door en Maxime Farazijn vergezelde hem even later. Laurens Loeters en een renner van Vorselaar reden er ook nog naartoe. Ze konden een paar ronden voorblijven. Als de samensmelting kwam, trok ook Miel Pyfferoen alleen door. Hij kon vlug een minuut pakken en nu moest ook ik mee achtervolgen. Miel kon dat niet blijven volhouden en zat na 2-3 ronden weer in onze gelederen. Bij een samensmelting ging er een nieuw groepje weg. De samenstelling: Maxime Farazijn, Laurens Loeters, Wouter Leten en Daan Hoeyberghs. Er waren 2 mannetjes voor, dus was het aan mij om af te stoppen. Op sommige momenten was het echt genieten onder een stralende zon, op andere momenten ging ik mee in de ontsnapping.
Ze draaiden goed rond vooraan en bleven voor, ondanks het goeie tempo van het peloton. Wouter Leten won voor Laurens en Maxime, jammer dat ze het niet konden afmaken. In de sprint zat ik in de eerste rij, maar had niet genoeg acceleratie en ging helemaal naar achter. Misschien heb ik in Orroir wat snelheid verloren, maar anderzijds moet ik misschien toch wat werken op mijn sprint. Toon Wouters won de groepssprint. Ik had een goed gevoel, maar een slechte plaats in deze koers.
Vandaag stond de prachtige klimkoers in Orroir op het programma in een zware hitte. Normaal gezien had ik gisteren gereden in Herbeumont, maar omdat ik dan proclamatie van school had, ging dat niet door. We moesten 13 ronden afleggen: 9 ronden met een klein klimmetje en een lange strook zeer slecht asfalt (mijn achterwerk deed er pijn van), daarna 4 ronden met iedere keer de achterkant van de Kluisberg erbij. Er stond heel wat schoon volk bij de 68 vertrekkers: Whytic Priem, Paco Ghistelinck, Jeroen Cannie, Stephen Cuycken, Michiel Dewulf . . . Daardoor had ik weinig verwachtingen, ook omdat ik wat kleine kwaaltjes had.
Ze vlogen er van bij de start in. Toch kon er niemand echt ontsnappen, tot ploegmaat Karel Delfosse aanzette. De ploeg was goed vertegenwoordigd; het peloton liet begaan en wij stopten af. Na 2 ronden stond hij op het punt om ingelopen te worden; ik zette aan en zocht zijn gezelschap op. We namen met ons 2 vlug een halve minuut. De ploeg stopte nu ook weer zeer goed af. Na een ronde voortdurend op 100 meter van ons te hebben gereden, kwam ook Cedric Vanhoutteghem aansluiten. We draaiden goed rond en wachtten op de eerste keer de Kluisberg. Cedric had duidelijk zijn zinnen gezet op het bergklassement en sprintte erop. Dat kan ik niet goed en had het zeer lastig, maar na de bergprijs, halverwege de klim viel hij stil. Op het laatste stuk van 13 % kropen we vooruit. Vervolgens hadden we nog een lang stuk vals plat, vooraleer de zeer technische afdaling begon. Ik vloog deze naar beneden omdat ik ze kende en ik een goede daler ben. Ik reed aan 70 per uur en mijn medevluchters konden niet volgen. Karel liet Cedric het gat toerijden: De ploegleider zei dat we de meerderheid moesten gebruiken. De 2de keer de Kluisberg reden we meer geleidelijk. Ik nam de afdaling nu wat trager. Op het kleine klimmetje kwamen er nog 4 renners uit de achtergrond terug: Paco Ghistelinck, Jeroen Cannie, Joren Touquet en een zeer sterke Waalse renner.
Ik verbeterde iedere keer we de Kluisberg opreden. Nu moest Karel er met krampen af, wegens het hoge tempo van Paco. Ook nu in de afzink nam ik een grote voorsprong. Met 7 ronddraaien ging veel gemakkelijker dan met 3, toch kwamen net voor de laatste beklimming Stephen Cuyken, Aimé De Gendt en opnieuw Karel terug. De laatste beklimming ging het relatief gemakkelijk voor mij, tot een sterke Jeroen Cannie aanviel. Joren, Stephen, Aimé en Karel moesten eraf. Ook voor mij deed het verschrikkelijk pijn. Na 300 meter kwamen we weer aansluiten. Hij ging nog eens op het klein klimmetje, maar kon ons er niet af schudden. Juist voor de laatste bocht kwam Stephen Cuycken alleen aansluiten en werd nog 3e! Paco won gemakkelijk de sprint voor de Waal, Cuycken. Joren werd 4de en Jeroen 5de. Cedric eindigde op de 6de plaats en vanzelfsprekend werd ik laatste van het groepje. Aimé De Gendt kon nog voor het peloton eindigen. Karel jammer genoeg niet, toch zeer sterke wedstrijd gereden. Joy Vanmarcke die heel goed afstopte won de pelotonspurt voor de 9de plaats. Het was een ploegoverwinning. Enig minpunt was dat ik bij de prijsuitreiking de enveloppe met de 2e prijs voor het bergklassement verloor. Toen ik ze ging zoeken was ze natuurlijk verdwenen.
In eerste instantie zou ik niet deelgenomen hebben aan deze wedstrijd voor de beker van België; doordat er een renner ziek wegviel, kwam ik toch aan de start te staan. Ik kon mee met de ploeg naar het verre Limburg, waarvoor dank. De opdracht was vandaag om gewoon mee te rijden als training en de ploeg te helpen. Het startsein werd maar om kwart voor 4 aan 145 renners gegeven.
We moesten eerst achter de moto blijven, en als het echte startsein dan werd gegeven was het toch wel even wennen aan de hoge snelheid. Naarmate de kilometers vorderden ging dat natuurlijk beter. In het begin waren er veel ontsnappingen die niet ver droegen. De eerste echte serieuze was meteen de goeie. Na een klein, maar steil klimmetje sprongen er acht weg, daarna reden er nog eens 4 naar toe. De sterke blokken waren vertegenwoordigd en dus hielden deze de boel op slot. Ik probeerde er wat gang in te krijgen, maar dat lukte niet. Door een paar kleine ontsnappingen, ook van mij, kwamen we serieus dichter. De kloof kon echter niet gedicht worden en daarna steeg hun voorsprong boven de minuut.
Ik had al veel werk gedaan dan en hield me wat kalm. De 12 mochten sprinten voor de zege. Martijn Degreve won voor Jasper De Buyst en Amaury Capiot. Ik wou ook nog een mooi plaatsje versieren, dat ging jammer genoeg niet; Bij een inhaalmanoeuvre zat ik helemaal vast in steentjes en moest daarna constateren dat ik bij de laatste 10 van het peloton zat. Ik schoof nog enkele plaatsen op en werd 80ste. Doordat dit geen doel was, vond ik dat niet erg, want de conditie is niet slecht en dat is het belangrijkste.
Om een laatste keer te koersen, voor de eerste helft van het seizoen, zochten we het niet ver: Meulebeke was met voorsprong het dichtstbij. Dat het een lastige koers zou worden stond in de sterren geschreven: Een heuvelachtig parcours dat we 14 keer mochten afleggen, waar het bijna constant zijwind was (jammer dat er niet iets meer was). 40 renners hadden zich ingeschreven.
Na het startschot schoot men niet direct in gang, pas in de tweede ronde kwam er een goeie demarrage, maar dat was voor de premie. Ik viel dan aan en juist daarna vertrekt de beslissende aanval: Brecht Craeymeersch, Daan Myngheer en Maarten Dhondt. Tesamen met Jelle Donders ging ik in de tegenaanval, maar het peloton liet niet begaan. Bijna alle renners waren van 3 grote blokken: Tieltse renners (verplicht aan de start), Meulebeke (ook verplicht aan de start) en Jonge renners Roeselare. Ik ben van geen één en mij lieten ze nooit rijden. Een paar ronden daarna springen Jens Couckuyt en Jeroen Cannie weg. Ondertussen zat ik voortdurend aan te vallen, maar ze viseerden mij. Uiteindelijk konden Jelle Donders en Martijn De Meestere er nog naar toe rijden. 2 ronden later zijn ook Tybo Bogaert, Carl Meersman en Jorgen Joye ribbedebie. Ik probeerde echt alles, maar ze lieten mij echt niet gaan.
In de laatste 2 km laten ze er nog 2 weg rijden, onbegrijpelijk. Gelukkig kon ik toch nog de sprint winnen voor de 13de plaats. Ik had het gevoel dat ik zeker mee kon zijn geweest met eerdere groepjes: Dj-Matic stond maar met 2 aan de start en één van hen viel letterlijk weg. Ik had de benen vandaag, maar niet het geluk. Nu neem ik een weekje rust, want ik word geöpereerd. Maarten D'hondt won de sprint met 2 tegen Brecht Craeymeersch, Daan Myngheer moest de laatste ronde de rol lossen. En Jelle Donders won daarachter de sprint. Het was wel een mooie koers: er waren niet meer dan 4 renners tesamen aangekomen.
Ik ben Benjamin Declercq
Ik ben een man en woon in Izegem (België) en mijn beroep is Student latijn aan het college in Izegem.
Ik ben geboren op 04/02/1994 en ben nu dus 30 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Koersen, Ksa, computer,gitaar,....