Inhoud blog
  • Formaliteiten reis Benin
  • Verslag missie en rondreis in Benin, februari 2013
  • Lambert Service
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Reizen in Benin

    03-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verslag missie en rondreis in Benin, februari 2013

    Verslag van de missie en de rondreis in Benin, februari 2013

    Stad Roeselare heeft sinds 2010 een stedenband met de stad Dogbo in Benin, een stad met

    ongeveer 80.000 inwoners, verdeeld over 7 arrondissementen en 55 dorpen.

    De samenwerking tussen beide stadsbesturen concentreert zich voornamelijk op twee

    projecten:

    1° de werking van de état civil (burgerlijke stand), waarbij in eerste instantie aandacht gaat

    naar de geboorteregistratie. Enerzijds werd het administratieve proces verbeterd, anderzijds

    wordt ook sterk ingezet op sensibilisering van de bevolking om geboorteaangifte te doen.

    Dogbo scoort inmiddels als één van de beste steden in Benin op gebied van

    geboorteregistratie.

    2° de optimalisatie van de lokale markt, zowel naar organisatie ervan als naar verbetering

    van de infrastructuur. De stad moet namelijk een belangrijk deel van zijn inkomsten

    genereren uit het marktgebeuren.

    Voor de missie in 2013 bestond de delegatie van de stad Roeselare uit volgende leden:

    Maandag 4 februari vertrokken volgende leden voor de voorbereidende werkzaamheden:

    - Schepen Henk Kindt, in Dogbo de PA ofte Premier Adjoint du Maire genoemd

    - Stadssecretaris Johan Leenknecht, in Dogbo de SG ofte Secrétaire-Général

    genoemd.

    - IKZ-coördinator Piet Ternest, ook wel de SGA ofte Secrétaire-Général Adjoint

    genoemd

    - Noord-zuid-ambtenaar Delphine Lerouge, alias madame Delphine genoemd

    - Voorzitter Noord-Zuidraad Stefaan Devarrewaere, in Dogbo vaak als le Président

    vermeld.

    Woensdag 6 februari werd de delegatie versterkt voor een officieel bezoek met

    - Burgemeester Luc Martens

    - Schepen Kris Declercq

    - Schepen en federaal volksvertegenwoordiger Nathalie Muylle.

    Op zondag 10 februari werd de missie beëindigd.

    Drie leden (Johan Leenknecht, Piet Ternest en Stefaan Devarrewaere) maakten toen nog op

    eigen houtje een rondreis in Benin.

    Het relaas van de eerste week (missie: 4-10 febr) en de tweede week (rondreis in Benin: 10-

    17 febr.) leest u hieronder.

    Wie voornamelijk geïnteresseerd is in de rondreis leest dan ook best vanaf het dagverslag

    van zondag 17 febr.

    Maandag 4 februari 2013

    Wanneer de hitte ons omver blaast bij het uitstappen van het vliegtuig weten we het, we zijn terug in

    ‘Le Benin’! Voor de meesten is het de derde keer, voor sommigen al de 4de keer, het voelt al een

    beetje als ‘thuis’ komen.

    Het is precies 20 uur als we landen in Cotonou, de administratieve hoofdstad van Benin (hoewel we

    met een half uurtje vertraging zijn opgestegen).

    Op het vliegtuig roept het cabinepersoneel om dat we wat hinder kunnen ondervinden van de

    verbouwingswerken in de luchthaven. Maar nog nooit passeerden we zo snel alle controles. Wat is het

    fijn dat een delegatie uit onze partnerstad Dogbo ons steeds opwacht aan de luchthaven. Naast onze

    chauffeur, gids en manusje-van-alles Lambert, zijn ook de verantwoordelijke voor de samenwerking

    Borgia, het departementshoofd van de ‘Service au Population’ Isaac en het nieuwe diensthoofd van de

    burgerlijke stand Roger op het appel.

    Via de grote laan waarlangs heel wat ministeriële gebouwen staan, rijden we naar het hotel du Lac.

    Traditiegetrouw spoelen we de eerste hitte door samen met onze vrienden uit Dogbo op het weidse

    terras van het hotel. We overlopen het programma voor de volgende dag en bekijken de kleine

    wijzigingen in het programma voor de komende dagen. Al snel dwaalt het gesprek daarna af naar het

    thema ‘lokale verkiezingen’. Normaal gezien zouden de lokale verkiezingen dit jaar plaatsvinden in

    maart. Maar omdat de overheidsinstanties er niet in slagen de lijsten voor de stemgerechtigden op

    punt te stellen, zijn de verkiezingen voor onbepaalde tijd uitgesteld. Stemmen zal niet kunnen

    gebeuren vóór juni, vermoedt Borgia.

    Als je weet dat dit voor het land slechts de 3de lokale verkiezingen zijn, dan is het niet zo vreemd dat

    er nog steeds wat kinderziektes zijn.

    Vier medewerkers uit de administratie van Dogbo hebben al ‘officieel’ laten weten dat ze kandidaat

    zijn. In België staan politiek en administratie los van elkaar, hier in Benin is dit niet het geval. Binnen

    enkele maanden zullen de verkozen gemeenteraadsleden een nieuwe burgemeester aanduiden.

    Mocht de huidige burgemeester het niet halen, dan is het dus goed mogelijk dat dit iemand van het

    administratief personeel van Dogbo wordt.

    Het was een vermoeiende dag, we gaan slapen want morgen wacht ons een meer dan 3 uur durende

    rit van Cotonou naar Dogbo.

    Dinsdag 5 februari

    De reis is lang, heet en stofferig. In het drukke Cotonou wordt een lang traject van de weg

    heraangelegd. Het zijn, zoals in vele Afrikaanse landen, Chinezen die de klus klaren.

    Het vrij nieuwe Link Hotel in Lokossa oogt modern maar zonder al te veel smaak. Aan de versiering en

    de lichtjes te zien is de kerst- en nieuwjaarstijd hier nog niet gedaan. Het voelt vreemd aan bij meer

    dan 30°C.

    We installeren ons op de kamers, verfrissen ons en vertrekken dan naar Dogbo, zo’n 25 km verder.

    Gezien Dogbo nog geen hotel heeft, verblijven we in Lokassa.

    Op de eerste werksessie wordt het programma voor de hele week doorgenomen en bijgestuurd. We

    maken een stand van zaken op sinds onze laatste ontmoeting in Roeselare in juli 2012. Hiervoor

    evalueren we het protocol dat we bij het einde van iedere missie opstellen.

    Woensdag 6 februari 2013

    Wij zijn vroeg uit de veren om de projecten van Protos in Dogbo te bezoeken. Protos is een Belgische

    NGO (niet gouvernementele organisatie) die in verschillende steden en gemeenten in Benin werkt

    rond water en sanitatie. In vele dorpen in Dogbo is er nog geen toegang tot drinkbaar water.

    Na een half uur op een hobbelige aardeweg bereiken we een afgelegen school in het arrondissement

    Madjre. We worden er zeer gastvrij ontvangen. Er volgen speeches van de directeur en de

    medewerkers van het stadhuis waarin alle (!) aanwezigen uitgebreid verwelkomd worden. Keurig

    uitgedoste kinderen zingen een lied en dansen volgens het traditionele welkomstritueel terwijl alle

    andere kinderen van de school op het binnenplein verzameld zijn.… Hoewel we al wat vertrouwd zijn

    met dergelijke ontvangsten, blijft het ons steeds ontroeren.

    De pedagogisch verantwoordelijke laat ons zien hoe ze de

    leerlingen sensibiliseren. De sketch en liedjes in de plaatselijke

    taal Adja die de kinderen brengen, leert ons dat het thema leeft

    bij de kinderen. Met een simpele ‘Lave–mains tip tap’ methode

    leren de kinderen dat het belangrijk is steeds de handen te

    wassen om zo heel wat ziektes te voorkomen (zie foto).

    Kinderen worden er zelfs gevormd om ook hun ouders en de

    hele gemeenschap te sensibiliseren. Men noemt ze de ‘club des

    advocats’ ook wel de ambassadeurs van de hygiëne. In de

    school installeerde Protos ook een waterpomp en ecologische toiletten. Het is fijn om deze concrete

    projecten van onze Belgische NGO van dichtbij te kunnen zien.

    Een paar dorpen verder bezoeken we een pas aangelegde boorput waarmee drinkbaar grondwater

    wordt opgepompt voor de dorpsbewoners. Per waterteil betalen de inwoners 10 CFA of 0,015 euro.

    We zien een vrouw water halen en gezwind vertrekken met een teil van 33 liter op het hoofd. We

    vragen ons steeds af hoe ze het doen. Naar het schijnt zit de truc hem in de heupen.

    We verzamelden deze voormiddag heel wat filmmateriaal over de projecten van Protos. Hiermee

    willen we een filmpje maken dat kan getoond worden aan de basisscholen in Roeselare in het kader

    van wereldwaterdag.

    We eindigen de voormiddag met een bezoek aan het sinds januari geopende vormingscentrum. De

    nationale overheid is gestart met een proefproject en koos Dogbo als testcase. Op een grote

    oppervlakte zijn diverse lokalen gebouwd waar men jongeren en volwassenen, die geen diploma

    hebben en een algemene opleiding niet kunnen betalen, een beroep aanleert. Je kan er momenteel

    kiezen uit één van de 4 opleidingen: lasser, schrijnwerker, kleermaker of haartooi. Maar voorlopig

    ontbreekt het het opleidingscentrum nog aan materiaal voor de praktijklessen. We hopen dat ze met

    het nodige materiaal snel de theorie kunnen omzetten in

    de praktijk. Het centrum heeft zijn start alvast niet

    gemist. Het maximaal aantal leerlingen is nu al

    overschreden.

    In de namiddag gaan we langs bij de NGO Pejes. Dit is

    een vereniging die vecht tegen de kinderhandel, een

    kwaal die nog reëel is West-Afrika. Van onze collega’s uit

    Nederland / Ridderkerk kregen we de vraag om hen 6

    oude naaimachines te overhandigen waarmee de

    opgevangen meisjes in het centrum kunnen leren naaien.

    We sluiten de dag af met een vergadering rond ons centraal samenwerkingsthema: de geboorteaktes.

    Het is fantastisch vast te stellen dat er intussen weer heel wat actie ondernomen is. Men heeft extra

    medewerkers in dienst genomen om ervoor te zorgen dat de mensen tot in de verste uithoeken van

    Dogbo hun kinderen zouden registreren bij de geboorte. Dankzij deze extra medewerkers heeft men

    sinds begin dit jaar ook echt duidelijk zicht op het aantal geboortes (sinds januari zijn er in Dogbo 260

    kinderen geboren). Nog dit jaar zal er een volkstelling gebeuren. Dan weten we ook het exacte

    inwonersaantal want de laatste officiële cijfers dateren van 2002.

    Aangekomen in het hotel krijgen we telefoon van de burgemeester, schepen Declercq en schepen

    Muylle. Ze zijn goed geland. Ze overnachten nog in Cotonou en morgen zullen we elkaar ontmoeten.

    Donderdag 7 februari 2013

    We vliegen er stevig in met een werkvergadering rond de markt van Dogbo. Dit wordt in de toekomst

    een thema waar we willen op inzetten.

    Iedere 4 dagen vindt er in Dogbo een markt plaats die voor de gemeente Dogbo een belangrijke

    economische waarde heeft. Ongeveer 2000 standhouders bieden er hun koopwaren aan, ongeveer

    7000 kopers en verkopers frequenteren er de markt die tot ongeveer 2u ’s nachts kan duren.

    Een 8-tal ambtenaren van de administratie wonen onze vergadering bij. Tijdens de vergadering

    brengen we de knelpunten omtrent de markt in kaart. Het uitwerken van een goed afvalbeleid, het

    bouwen van betere hangars voor de markt, het verbeteren van de verschillende toegangswegen, het

    verhogen van de inkomsten uit de markt… het zijn maar enkele van de vele mogelijke actiepunten die

    we in de toekomst kunnen aanpakken samen met Dogbo. De eerste stappen voor een grondige

    analyse zijn gezet. Binnenkort zullen we hierrond een dossier opmaken met de hoop op subsidiëring

    vanuit de Belgische federale overheid.

    Tijdens de middag rijden we terug naar het hotel om de andere delegatieleden (de burgemeester,

    schepen Muylle en schepen Declercq) op te wachten.

    Om 15u rijden we samen richting stadhuis van Dogbo voor de officiële ontvangst. Enkele honderden

    meters vóór het stadhuis stappen we uit de auto om in optocht naar het stadhuis te wandelen onder

    begeleiding van een fanfare en een kleurrijke vrouwendansgroep. Op het terrein van het stadhuis

    staan diverse andere muziekgroepen in kleurige outfits ons op te wachten. We nemen plaats onder

    een grote luifel die voor de ontvangst is opgesteld en bewonderen het prachtige spandoeken, ene in

    het Nederlands en een in het frans, met het opschrift, : ‘De burgemeester, de gemeenteraadsleden en

    de bevolking van Dogbo heten het stadsbestuur van Roeselare van harte welkom’. Onder de shelter

    smelten we weg bij het beluisteren van de muziek en de vele speeches. Kosten noch moeite zijn

    gespaard om onze burgemeester en zijn delegatie te verwelkomen in Dogbo. Het is een zeer plechtig

    protocollair gebeuren.

    In de vooravond gaan we naar Honton, één van de 7

    arrondissementen van Dogbo. We zijn er uitgenodigd bij de Chef

    d’arrondissement voor het avondmaal. Maar eerst brengen we nog

    een bezoek aan een kleine basisschool in de buurt die nood heeft aan

    extra infrastructuur. Een zoveelste warm onthaal, nergens ontbreekt

    het aan gastvrijheid. Dan bezoeken we zijn privédomein: de

    huisvesting van zijn vrouwen (elek vrouw heeft een eigen leefruimtes

    voor haar en haar kinderen), zijn voodoo-offerkamers, zijn

    kippenren… en uiteindelijk zijn overmaats huis met terras. Hij is een

    homme d’affaires, iets met brandstoffen of zo. Welstand moet blijkbaar getoond worden, maar zijn

    gastvrijheid is echt.

    Vrijdag 8 februari 2013

    Het belooft een heel gevarieerde en intense dag te worden. De

    basisschool van Tota is onze eerste halte. Het is één van de grootste

    scholen van Dogbo waar er meer dan 1200 kinderen zitten (kleuter en

    lager onderwijs).

    In het cultureel centrum nemen we een kijkje naar de activiteiten die

    er georganiseerd worden om daarna langs te gaan in de ‘Centre de

    santé’ van Dogbo. We bezochten het centrum al een aantal keren en

    zijn aangenaam verrast te zien dat de hygiëne er op vooruit gegaan

    is. We brengen er vooral een bezoek in het kader van de ‘Etat Civil’.

    De vroedvrouwen leggen ons uit hoe de registratie van de kinderen gebeurt. Er is veel meer opvolging

    dan vroeger. Dit komt vooral omdat Dogbo extra personeel heeft aangeworven die bijna dagelijks naar

    de ziekenhuizen gaat om de geboortes op te volgen. Iedere vrijdag geven ze, per GSM-bericht, de

    cijfers door aan het diensthoofd van de Etat Civil. De voorbij week zijn er 55 kinderen in Dogbo

    geboren (sterftecijfers hebben ze (nog) niet).

    Onder de boom ontmoeten we een man die zijn dochter Roeselare heeft genoemd (Roselare). De

    ambtenaar van Dogbo haalt er zelfs haar geboorteakte bij als bewijs dat het klopt. Het meisje is

    geboren op 6 juni 2011 in de periode van de opstart van de stedenband.

    In de namiddag staat een werkvergadering op het programma. We verfijnen de knelpunten rond de

    centrale markt in Dogbo en maken (zoals op het einde van iedere missie) een afsprakenprotocol op.

    ’s Avonds volgt één van de hoogtepunten van de missie: de Cinéma Numérique Ambulant

    (ondersteund door Roeselare). In één van de 55 dorpen van Dogbo komt deze organisatie langs om

    een sensibilisatiefilm rond geboorteaktes te tonen. Ze starten met animatie, o.a. met muziek en een

    komisch filmpje. Na de eigenlijke film volgt een debat. Diverse mensen uit het publiek nemen het

    woord en stellen vragen aan de ambtenaren van de bevolkingsdienst die op iedere filmvoorstelling

    aanwezig zijn. Ook kritische vragen aan de plaatselijke dorpschef of arrondissementschef worden niet

    geschuwd. Een mooi project dat zijn doel zeker niet heeft gemist.

    Zaterdag 9 februari

    Vandaag staat een debat op het programma met een vrouwenorganisatie. Vooral rond de komst van

    schepen Muylle zijn hoge verwachtingen

    geschapen. De presentatie begint rustig maar al snel

    volgt een verhit debat over de rolpatronen man/vrouw.

    We hebben het over de moeilijkheden voor

    vrouwen om op een verkiezingslijst te staan

    en aan politiek te doen, het belang van educatie,…

    De vrouw heeft er in het maatschappelijke leven

    toch vaak nog een ondergeschikte rol aan

    de man. Gender: alweer een interessant thema om op

    te volgen.

    In de namiddag wordt een toeristisch bezoek gebracht aan de Paleizen van Abomey waar de

    koningen van Dahomey (de voormalige naam van Benin) leefden. Het is een heel grote site waar nog

    vele gebouwen van de paleizen van de 12 koningen te bezoeken zijn. We worden er rondgeleid door

    een vrouwelijk gids die een achterkleindochter van de laatste koning

    blijkt te zijn. Spijtig voor haar moet zij de kost zien te verdienen met

    werken. In de tijd van de koningen zou ze het een stukje makkelijker

    hebben gehad. Duizenden slaven zorgden voor de

    voedselvoorziening, een hele hofhouding voor verwennerij en een

    uitgebreid leger voor verdediging en plundering. Het elitekorps

    bestond evenwel uit zeer gevreesde amazones die trouw zwoeren

    aan de koning tot in de dood… Een bron van inkomsten was hun

    handel in slaven met de Portugezen. 10 slaven voor één kanon bleek

    een faire deal te zijn geweest.

    Dit werelderfgoed is de moeite waard om te bezoeken.

    Op zaterdagavond nemen Johan Leenknecht (de SG), Piet Ternest en Stefaan Devarrewaere

    afscheid van de overige leden van de delegatie. Zij gaan ’s anderdaags van ‘s morgensvroeg een

    rondreis maken in Benin. De rest van de delegatie zal morgen huiswaarts trekken. We besluiten dat

    de missie en het officiële bezoek nuttig, interessant en hartverwarmend is geweest. De banden zijn

    aangetrokken en de samenwerking heeft nieuwe perspectieven. We zijn tevreden..

    Zondag 10 februari 2013

    Het ontbijt, besteld voor 6.30 uur, krijgen we, na herhaaldelijk aandringen, dan toch om 7 uur. We

    vertrekken dus een half uur later dan gepland uit hotel Link in Lokossa.

    We rijden via Bochicon en Ahomey en passeren het stadje Dassa. Op de

    kraampjes langs de weg liggen plastiekzakken met gari en tabioca gemaakt

    van maniok. Het zijn de specialiteiten van de streek.

    Onderweg komen we overbeladen roetspuwende oude

    wrakken van camions tegen met katoen. De pluk is

    volop bezig. Aan beide zijden van de weg ligt een wit lint

    van katoenplukjes die zijn weggewaaid van de

    vrachtwagens. Het lijkt wel alsof er een restje sneeuw is

    blijven liggen langs de kant van de weg.

    Een vrachtwagen heeft een deel van zijn lading

    verloren. Het blijken zakken te zijn met katoenzaden.

    We stoppen en rapen enkele zaadjes op die we thuis

    zullen planten bij wijze van experiment.

    Lambert, onze chauffeur/gids/touroperator/duivel-doet-al

    geeft toelichting bij wat er te zien valt en beantwoordt al

    onze vragen. Blijkt dat men uit de katoenzaden olie

    perst voor gebruik in de keuken.

    We komen ondertussen op het idee om voor Lambertservice (of beter:'tout service') een website te

    maken. Met een divers aanbod van begeleide reizen in Benin, Togo, Burkina Faso, Ghana en zelfs

    Mali zou hij klanten kunnen ronselen.

    In Dassa brengen we een bezoek aan de grote basiliek ter ere van de H. Maagd Maria die verschenen

    is in een grot aldaar. Waar hebben we dat nog gehoord?

    Deze streek is heuvelachtig en er duiken hier en daar massieve rotspartijen op.

    Iets verder stoppen we opnieuw om cashewvruchten te plukken van de bomen op een plantage.

    Het zijn vruchten die lijken op paprikas met een fijne rode schil, wit-geel vezelig vruchtvlees en met

    veel lekker zoet sap. Onderaan die vrucht hangt de eigenlijke cashewnoot. Deze zit verborgen in een

    blauwgrijze schil. Het eten van de vrucht kan enige prikkeling veroorzaken in de keel, maar daar laat

    Piet zich niet door afschrikken. Het sap loopt langs zijn kin.

    Cashewnoten zijn de duurste noten die er zijn, weet Stefaan te vertellen. Hij kan het weten want hij

    verkoopt ze in de Wereldwinkel. Lambert bevestigt dat ze duur zijn. Als de vruchten rijp zijn moeten ze

    de dag zelf worden opgegeten. Overrijpe vruchten vallen af. De noten worden dan geraapt en

    verkocht aan opkopers. Hun weegschaaltjes zie je langs de weg staan. Ze geven 200 CFA of € 0,3

    per kg! Overal in Benin kan je ze geroosterd kopen in flessen. Immens lekker!

    Via Savalou, Pira en Bassila, langs de grens met Togo, gaan we richting Djougou. Plots begint de

    wagen wat te schokken. Een eind verder deelt Lambert mee dat zijn benzinepomp opnieuw stuk is. Hij

    heeft ze de dag van onze aankomst laten vervangen maar vond toen geen originele pomp. Hij heeft

    gelukkig wel een originele pomp in reserve mee. Met horten en stoten komen we toch bij het

    restaurant. Lambert laat er ons achter om een garagist op te zoeken die de goede pomp kan

    installeren.

    Het duurt wel 2,5 uur voor hij terug is.

    Ondertussen hebben wij kip of parelhoen (pintade in 't Frans)

    gegeten met frietjes in het overigens nette hotel/restaurant

    Romance. Om de tijd te doden onderzoeken we een hagedis die de

    kat gevangen heeft en voor dood achter liet. Als Piet het beestje bij

    zijn staart optilt om er een foto van te maken wordt het na een poosje

    weer levend. Dat was even schrikken. Die hagedisjes (Maragou

    genaamd), die tot 40 cm lang zijn, zie je overal kruipen, tot in het bed

    oe. De mannetjes hebben een oranje kopje en kunnen verkleuren,

    bijna zoals een kameleon. Plots zag ons beestje er heel fel blauw uit.

    We rijden verder richting Natitingou.

    Hier zien we meer moskees dan in het zuiden van Benin. Vanuit

    Nigeria wordt de islam in Benin verspreid en zouden er ook eerder

    fundamentalistische moslims hier proberen voet aan de grond te

    krijgen.

    We zien ook veel ronde hutjes van leem met strooien daken. We zijn dan ook in de streek van het

    Sombavolk dat een typische bouwstijl hanteert voor het bouwen van hun Tata Sombas.

    Als de 501 km vanuit Lokassa zijn verreden staan we om 19.00 uur aan hotel Tata Somba in

    Natitingou. Het is een vrij moderne interpretatie van een traditioneel Sombadorp.

    Lambert en Stefaan doen nog vlug boodschappen voor morgen: water, wat koekjes en ook een

    frigobox om een en ander toch wat koel te houden in die hitte.

    Morgen moet we om 5 uur uit de veren!

    Maandag 11 februari 2013

    Om 5 uur loopt de wekker af. Ons wassen kan niet want er komt geen druppel uit de kraan. Dit

    nochtans gerenommeerd hotel slaagt er niet in om een reserve aan te leggen. Ze konden anders

    misschien uit het zwembad pompen. Er is zelfs geen water voor koffie. Na genoeg aan het lijntje te

    zijn gehouden, houden we het voor bekeken. We rekenen af. Ook dat vergt de nodige tijd en

    discussie. Eens betaald, annuleert Lambert prompt onze boeking voor overmorgen. Misschien had hij

    toch beter Stefaans voorstel gevolgd om te overnachten in hotel Le Bourgogne. De Lonely Planet had

    het eigenlijk een beetje voorspeld.

    Enfin, we zetten koers richting de wilde beesten...

    Pendjari is een nationaal park in het noordwesten van Benin dat

    verder doorloopt op het grondgebied van Togo en Burkina Faso.

    In het ochtendgloren zien we langs de weg vele kleine dorpjes

    en tata Somba's. Het is hier in het noorden dunner bevolkt en

    duidelijk armtieriger.

    We nemen ons ontbijt in de acceuil voor we het park inrijden.

    Het eerste gedeelte is eigenlijk jachtgebied. Tegen vastgestelde

    tarieven mag je er een buffel, antilope of misschien zelfs een

    olifant neerknallen. Je moet ze eerst wel zien! Na tien minuten

    roept onze gids 'à gauche: éléphantes!'. Hoe goed je ook kijkt, je ziet ze niet meteen tussen het

    struikgewas, ook al staan die kolossen slechts 30 meter ver. Dan krijg je ze toch in de gaten. Een

    onvergetelijk waw-moment!

    Op aanwijzen van onze gids (die ook jagers begeleidt) zien we verschillende soorten antilopen,

    buffels, wrattenzwijnen, bavianen...

    Gelukkig branden de toezichters in het droogseizoen veel stroken savanne af waar meters hoog gras

    groeit. Zo krijg je tenminste de dieren te zien. Maar de voornaamste reden van de gecontroleerde

    'feux de brousse' is eigenlijk dat er na de verbranding nieuwe vegetatie kans krijgt om te groeien. Vers

    groen is nodig om de vele dieren te kunnen voeden.

    Vanuit een uitkijkpost bij een grote plas zien we heel wat krokodillen en dieren die schichtig komen

    drinken van de nog resterende plas. Er vallen ook veel mooie vogels te spotten, vooral veel roofvogels

    zoals gieren, de prachtige visarend en ook maribous. Nestor, een oud en versleten baviaanmannetje,

    dat rond deze plek blijft hangen, zorgt voor enige entertainment.

    Over de middag eten en verpozen we in Hotel Pendjari tegen de grens met Burkina Faso. Het is

    bloedheet (tot 40°C) en pas om 16 uur zetten we onze safari verder. We willen per se leeuwen zien.

    Een jachtluipaard in volle actie zou de max zijn, maar het is ons allemaal niet gegund. Wel zien we

    vanuit een kijkhut aan de overkant van de rivier tal van luie nijlpaarden. Op weg naar het hotel komen

    we andere bezoekers tegen die vanop het dak van hun jeeps wel een glimp van leeuwen hebben

    opgevangen. Gelukzakken zijn het!

    We overnachten in Pendjari Lodge. Het is een fantastische plaats midden de savanne. De 'kamers'

    zijn eigenlijk ruime tenten op een houten platform, met een douche en een toilet. Jammer dat we er 's

    avonds arriveren en het al donker is, en we er 's morgens opnieuw in het duister vertrekken. Vanop

    het terras kan je er immers met telescopen dieren spotten die komen drinken in een grote poel wat

    verder in de diepte.

    Morgen gaan we verder op zoek naar leeuwen. Wie weet hebben we ook geluk.

    Dinsdag 12 februari 2013

    Opnieuw vroeg uit de veren. Pas om 6u30, als het klaar wordt,

    mogen we weer rijden in het park.

    We cirkelen rond en zien weer tal van dieren. Daarnaast vallen ook

    de vele majestueuze baobabbomen op. Ze hebben in dit

    droogseizoen al hun bladeren verloren. Het lijken inderdaad wel

    omgekeerd geplante bomen zoals de legende het wil, met hun kruin

    in de grond en hun wortels in de lucht. We zien ook heel veel

    prachtige metershoge kathedralen gebouwd door termieten.

    Na wat aarzelen stemt Lambert toe om 3 Brusselaars mee te nemen uit het park omdat hun jeep in

    panne staat. Hij verwijt de zwarte chauffeur dat hij er niet voor zorgde dat zijn auto in orde is als hij het

    park intrekt. Gelijk heeft hij. Er is er trouwens geen gsm-verbinding. Aan de ingang kan je wel

    walkietalkies meekrijgen voor het geval van pech.

    Op de terugweg stoppen we aan les cascades de Tanongou, een

    waterval van +/- 35 meter hoog. Een deel van het inkomgeld komy

    ten goede van het dorp. We nemen een verfrissende duik in het

    koele water. Voor een 3000 CFA springen een 3-tal jonge gasten

    van boven de waterval naar beneden. Zo verdienen ze nog een

    centje bij want werk hebben ze niet, ook al hebben ze gestudeerd.

    Na wat souvenirs gekocht te hebben eten we in het plaatselijk

    restaurantje. Terwijl Lambert alweer iemand moet laten komen voor

    zijn sputterende auto. Dit keer is het enkel een vervuilde leiding van

    de benzine. Hij let er nochtans goed op dat ze de gesmokkelde carburant door een doek (zonder

    scheuren) filteren als ze zijn tank volgieten.

    Op de terugweg naar Natitingou zien we veel authentieke dorpjes met lemen huisjes en strooien

    daken en ook veel immens dikke baobabbomen.

    In Natitingou aangekomen brengen we eerst een bezoek aan het fameuze Musée Ethnographique in

    de gewezen prefectuur, hoog aangeschreven in de reisgids. Maar na een half uurtje zijn we er weer

    buiten. Zo fameus was het nu ook weer niet. We hebben toch een beeld van de gewoontes van de

    plaatselijke bevolkingsgroepen, want we hebben goed opgelet wat de charmante gidse te vertellen

    had. De peniskokers vonden we toch wat aan de smalle kant...

    Op de binnenkoer trekken we enkele 'bonen' van de Flamboyantboom. In

    bloei hebben we er geen gezien. Jammer, want dat is een echte streling

    voor het oog.

    Het hotel dat Lambert voorstelde kan ons niet bekoren. Een ongezellige

    moderne blok langs een drukke weg en bovendien zonder wifi... Neen,

    we kiezen voor het eerdere voorstel van Stefaan en logeren bij Madame

    de Consul de France in hotel Bourgogne. Hier is het dik in orde. We kunnen er probleemloos skypen

    en het eten is er verzorgd. Er hangt een koloniaal sfeertje en dat heeft zo zijn charmes.

    Woensdag 13 februari 2013

    De afspraak was om deze morgen om 6u15 te vertrekken, maar helaas geen Lambert te zien.

    Lambert slaapt ergens in de stad in een goedkoop hotel waarvan de nachtwaker gisteren een beetje

    te veel sodabie (lokale sterke drank gemaakt van palmwijn) gedronken had en de sleutel kwijtraakte

    van de poort van het hotel. Zo kon Lambert zijn camionette niet buiten rijden. Het was drie kwartier

    wachten tot de hotelbaas kwam opdagen om de poort te openen. Lambert is een uur te laat of wij zijn

    een uur te vroeg op!

    We trekken naar Koussoucongou (net voor Boukoumbe). We nemen er

    ontbijt in een nieuw hotel volledig gebouwd in de lokale stijl van een

    tata Somba. Een aanrader voor Henk als hij eind dit jaar Benin bezoekt

    met zijn gezin.

    Onze excellente gids Mathias, een lokale Somba, brengt ons eerst via

    een bospaadje naar een hoger gelegen grot waar de mensen vroeger

    naar toe vluchtten om te ontkomen aan de slavenhandelaars en later aan de Franse kolonialisten. Er

    staan nog steeds oude urnen waar de mensen hun granen en ander voedsel in bewaarden. Bij de grot

    was er ook een waterval omgeven door fris groene vegetatie.

    We wandelen terug en komen jagers tegen. Uit de zak die over één zijn schouder hangt druppelt

    bloed. Her en der zijn vuurtjes aangestoken, de zogenaamde feux de brousse. Zo jagen ze ratten,

    konijnen en andere dieren uit hun schuilhol zodat de honden ze kunnen pakken.

    Na nog een half uurtje stappen in een temperatuur van +/- 42 graden komen wij bij de eerste Tata

    Sombawoning. Het zijn een soort kleine forten gemaakt van klei met een buitenlaag in kariteboter en

    koestront. Deze huizen bestaan uit 2 of 3 terrassen (verdiepingen). Beneden is voor de huisdieren

    (kippen, parelhoenders, geiten en koeien) en de ouderlingen die de trap niet meer op kunnen. Daarna

    komen we in de keuken, niet meer dan een lege ruimte met een houtvuur. Enkele trapjes hoger

    komen we op eerste platform met enkele silo-achtige torentjes met afneembaar dakje voor de

    voorraden. Nog een trapje hoger zijn we op het bovenste terras met enkele lage hutjes. Een iets

    ruimere hut voor de man, één voor zijn vrouwen (één ervan kan bij de man slapen), en een hut voor

    de kinderen. Het terras wordt gedragen door een netwerk van takken die steunen op de muren van

    de stalling eronder en is vrij stevig.

    Aan de inkom is er steeds een offerplaats voor de huisfetisj en hangen

    enkele schedels van aapjes, vossen en andere geofferde dieren.

    We komen onderweg de grootste baobab van Benin tegen, 6 meter

    doorsnee. Het is een boom waar je in de stam kan rondstappen.

    Uiteraard heeft die boom een bijzondere kracht.

    Op de terugweg drinken we een Beninoise onder een pailotte (een strooien dak op palen) met een

    schitterend uitzicht over een vallei. We kletsen wat met de gids die vertelt hoe je als jonge man je

    toekomstige vrouw moet schaken en hoe je het dan achteraf kan goedmaken door twee koeien te

    schenken aan de schoonpapa, nadat de vrouw een kind heeft gebaard,-we kopen toch geen katten in

    zakken, hé-. Hij moet wel zijn bruidsschat nog inlossen maar zit even zonder liquide middelen. We

    overwegen even (in het Nederlands uiteraard) of we hem die 150 euro niet zouden schenken zodat hij

    er vanaf is, maar komen tot de conclusie dat we ons beter niet mengen in de lokale aangelegenheden.

    Na het middagmaal en een schietlapdemonstratie van Piet (kinderen hebben

    veelal een schietlap bij om vogels te schieten om op te eten) vertrekken we

    richting Taneka Beri. Een dorp dat hardnekkig vasthoudt aan de traditionele

    leefgewoontes en er dus ook nog heel veel aandacht is voor de

    voodoorituelen. De gemeenschap bestaat uit een +/- 300-tal bewoners,

    waarvan een deel afgezonderd wonen in de brousse. Het dorp heeft 4

    koningen en 4 medicijnmannen. We bezoeken 3 van de 4 medicijnmannen.

    Het speciale is dat de medicijnmannen enkel hun edele delen bedekken, de

    eerste 2 met een lendendoek gemaakt van een binnenband, de laatste met

    een geitenvel dat hij eerst vergeten was aan te trekken. Je went aan alles op

    den duur…

    Die mannen waren duidelijk gewoon aan toeristen want voor alle foto's die we wilden nemen van hen

    moest er worden betaald. De kinderen konden ons bezoek zeker smaken want binnen de kortste

    keren liepen we allemaal hand-in-hand met de lokale snotneuzen. Soms hadden we bij dit bezoek wel

    een wrang gevoel. Het voyeurismegehalte was wel hoog.

    Opvallend en eigenlijk storend was de moskee die aan de rand van het dorp was gebouwd en ook nog

    een in aanbouw in het dorp. Het is duidelijk dat er hier gesponsord wordt. De opperkoning was

    trouwens op bezoek geweest in Mekka. België zag hij ook wel zitten als wij dat zouden betalen.

    Vanavond eten Piet en Stefaan stoofvlees van antiloop. Ze vragen zich af of dit eigenlijk geoorloofd is,

    maar het is wel lekker, écht lekker. De antilope wordt dus gretig en genadeloos verorberd door twee

    Vlaamse leeuwen.

    Morgen gaan we terug naar het zuiden. We ontbijten om 5u30 en vertrekken hier om 6u...

    Donderdag 14 februari 2013

    We zetten koers richting zuiden, naar Porto Novo, de hoofdstad van Benin. Vandaag gaan we

    kilometers vreten in de hitte.

    Vandaag is het ook Valentijn. Onderweg ontbijten we dan ook toepasselijk in hotel-restaurant

    “Romance’. Dat het Valentijntjesdag is, merken we ook aan de oproepen van de gsm-operatoren om

    berichtjes te sturen naar je lief. Hier heeft trouwens iedereen een gsm of zelfs twee. Bellen doen ze

    constant. Communicatie is zeer belangrijk en een gsm in je broekzak is wel iets handiger dan een

    tamtam.

    We komen opnieuw overvol geladen camions tegen met katoen. We zien hier en daar één in panne

    staan. Sommigen raken zelfs lichte hellingen moeilijk op en zijn haast onzichtbaar in de wolk van roet

    die ze uitspuwen. Die karren zijn straatoud, een hoop oud ijzer op versleten banden. En zonder

    gevaar is dit niet. Er ligt er één op zijn zij langs de weg. Verder heeft een busje een frontale botsing

    gehad met zo'n mastodont en beiden liggen in de greppel. Hier zijn zeker slachtoffers gevallen. En

    dan, een enorme knal, een stofwolk, een slingerende camion, Lambert rukt ferm aan het stuur, er knalt

    iets tegen de voorruit en slaat een ferme ster in de ruit... Zo'n katoenmastodont heeft een klapband

    gekregen en een flap autoband heeft de voorruit geraakt. Gelukkig is de ruit niet verbrijzeld en heeft

    Lambert heel koelbloedig gereageerd. Een moment denken we dat Lambert, zoals vorig jaar toen een

    kei die van een camion viel zijn zijruit verbrijzelde, resoluut rechtsomkeer zal maken om van de daders

    schadevergoeding te eisen. Hij weet dat we hierdoor een halve dag zouden verliezen aan palaveren

    en zo, en trouwens, de voorruit was al gebarsten. Hij laat het voor wat het is en we rijden opgelucht

    verder. Hier, in Benin, kom je best geen accident tegen denken we zo bij onszelf.

    We stoppen voor een bezoek aan ondergrondse schuilplaatsen. Deze werden

    toevallig ontdekt toen bij wegenwerken een bulldozer plots in de grond

    wegzakte. In dit bos bevinden zich meer dan 50 zo'n schuilplaatsen. Via een

    schacht van +- 80 cm doorsnee kom je, een 6-tal meter onder de grond, in

    een galerij met nissen, een waterput en slaapplaatsen. Daar konden een 30-

    tal mensen in 'wonen'. Ze gebruikten deze plaatsen om zich te beschermen

    tegen aanvallen van vijanden, hielden er zich schuil en eens de vijand

    vertrokken was, kropen ze uit hun holen en vielen ze die van achteren aan.

    Tijdens de wandeling passeren we een heilige

    baobab. Een bordje vermeldt dat we onze schoenen

    moeten uitdoen als we er langs passeren. De gids

    'veegt er zijn voeten aan” en de SG loopt zelfs nieuwsgierig wat dichter bij de

    heilige boom. Een andere gids iets verderop roept iets naar onze gids maar

    we snappen het niet. Een beetje later komt die boze gids onze gids een

    serieuze uitbrander geven. Hoe komt het dat we onze schoenen niet

    uitdeden? Dat één van ons (De SG) zere voeten had, zoals onze gids verzon,

    kon niet verantwoorden dat de rest zijn schoenen niet uitdeed! In een moskee

    moet je ook niet met schoenen rondlopen!... De man is duidelijk geaffronteerd

    en dreigt dat onze gids er de volgende keer uitvliegt. De goden zijn ontstemt

    en daar wordt niet mee gelachen! Wat voor onheil staat ons nu te wachten?

    De reis gaat verder en we passeren de vallei van de Ouémé. Een vruchtbare streek die regelmatig

    overstroomt. Er zou hier nog veel meer opbrengst kunnen gerealiseerd worden door bijvoorbeeld

    meer rijstvelden aan te leggen. Maar om de één of ander reden gebeurt dit niet.

    We komen enkele brommers tegen die overladen zijn met bidons

    illegale benzine uit Nigeria. Vele mensen riskeren hun leven door

    honderden liters benzine op hun brommers over de grens te

    smokkelen. In volle avondspits slalommen ze als echte kamikazepiloten

    tussen het drukke verkeer door. Als die levende bommen vallen dan

    zijn er zeker doden bij. Lambert toont waar recentelijk 6 doden vielen.

    We arriveren in Centre Songhaï waar we vannacht logeren. Het is een vrij groot complex. Morgen

    krijgen we een rondleiding. We zijn zeer benieuwd.

    Vrijdag 15 februari 2013

    Heel goed geslapen in de logeerkamers voor studenten en bezoekers van Centre Sognhaï.

    Na het ontbijt in hun eigen restaurant starten we de rondleiding aan deze instelling.

    De gids toont aan de ingang op een groot bord de principes die het centrum hanteert met betrekking

    tot het bedrijven van duurzame landbouw en veeteelt. Daarbij zijn de geïntegreerde en ecologische

    aanpak heel belangrijk.

    Het centrum doet aan onderzoek en geeft vorming. Tijdens de

    rondleiding zien we hoe ze alle soorten groenten en fruit kweken

    volgens de principes van het ecologisch tuinieren.

    Ze kweken er grote agoutiratten, kippen, kwartels, eenden en

    legkippen alsook vissen (Tilapia) in grote bassins. Ze maken zelf

    fruitsap, maniokmeel, drogen en branden

    cashewnoten... Ze vervaardigen zeep en

    andere huishoudproducten. Ze

    composteren, maken uit mest biogas,

    installeren zonnepanelen, maken waterfilters uit gebakken potten...

    Er is ook een afdeling met een smidse waar ze kleine machines maken

    voor allerlei toepassingen in de landbouw of voor het verwerken van

    grondstoffen, bvb. maniokmolens... Ze hebben een eigen bakkerij en

    patisserie. Ze promoten en distribueren hun producten onder hun eigen

    merknaam 'Songhaï'.

    In dit centrum leren stagiairs hoe ze een kleinschalig gemengd

    landbouwbedrijf kunnen opzetten en in stand houden of leren ze er één of

    andere techniek of vaardigheid.

    Tijdens onze rondleiding passeren we de directeur en oprichter van Centre Songhaï himself: frère

    Godfrey Nzamujo. Het ziet er een eenvoudig doch heel gedreven man uit. Oorspronkelijk wou hij in

    Nigeria starten maar kreeg er geen medewerking van de overheid. In Benin vond hij wel steun en kon

    hij er aan de slag. De naam van het centrum verwijst naar het machtige en uitgestrekte Songhaïimperium

    dat lange tijd bestond in West-Afrika.

    Er zijn ook Songhaïcentra in Lokossa, Parakou en Dassa in Benin, alsook in andere landen in Afrika.

    Wil je meer weten klik dan hier: Centre Songhaï.

    Dergelijke centra kunnen veel betekenen voor een duurzame aanpak van de voedselvoorziening in

    Afrika.

    Het viel ons op dat je naast maniok en maïs weinig groenten en andere vruchten ziet op de veldjes

    van de mensen in de dorpen. Misschien heeft het met traditie te maken of met hun eetcultuur? De

    mensen lijden blijkbaar geen honger, maar hun voeding is toch vaak vrij eenzijdig. Vlees is luxe. Kip,

    konijn of agouti-rat zal staat niet dagelijks op het menu. Geiten kweken ze meestal om te verkopen.

    Vis, meestal gedroogd, zie je ook veel op de markt.

    Na ons leerrijk en interessant bezoek kopen we wat koekjes en gebrande cashewnoten in de winkel

    van het centrum.

    Het volgende bezoek betreft het etnologisch museum in het centrum van Porto Novo. We hebben het

    echter vlug bekeken daar we eerder al de gewoonten en gebruiken werden bijgebracht in andere

    musea. De collectie maskers is wel indrukwekkend. Het zijn eigenlijk een soort helmen in hout met

    daarop sculpturen die één of ander verhaal of boodschap vertellen. Het is heel authentieke primitieve

    kunst.

    Vervolgens gaan we te voet naar het arboretum, een botanische tuin

    met een grote collectie aan bomen. Maar ook hier houden we het al

    vlug voor bekeken. De naambordjes die bij de bomen staan en

    andere tekstborden zijn niet te lezen vanwege de groenaanslag, roest

    of ander vuil. Jammer. Wel zien we enkele prachtige exemplaren van

    bomen, maar vraag ons niet welke het zijn. De tuin is ook bekend om

    de apen die er wonen. Veel pijltjes verwijzen naar de plekken waar ze zouden moeten zitten, maar we

    zien er geen enkel. We steken dan maar de straat over om er iets te gaan eten en drinken. Daar

    duiken de aapjes plots wel op. Ik vermoed dat Stefaan er één uit zijn mouw schudde.

    We zetten de reis verder en doorkruisen het drukke Cotonou. We passeren het havengebied en zien

    kilometers aan één stuk parken met duizenden occasiewagens en –camions die massaal uit Europa

    worden ingevoerd of er op transit staan voor Niger of andere buurlanden. Lambert kent de

    autocommerce heel goed want hij heeft nog in de haven gewerkt.

    In de namiddag brengen we een

    bezoek aan het paaldorp Ganvié,

    gebouwd in het water. Het was in

    oorsprong een veilige plaats om te

    ontsnappen aan de slavendrijvers.

    De gemotoriseerde kano ligt tussen

    talrijke kleine prauwen. Het is

    wriemelen en duwen om onze boot

    op het ruimere water te krijgen. We varen een heel eind tussen met

    palmbladeren of netten afgezette viskooien voor we het eigenlijke

    dorp naderen. De hutten op palen staan dicht bijeen in het ondiepe

    water. Het is er vrij druk. Kinderen spelen in het water, vrouwen doen

    er de was. Proper kan het toch niet zijn. Als we in het lokale café het

    toilet bezoeken, zien we door de wc-pot heen rechtstreeks het water

    van de rivier. Het is een bijzondere habitat. Blijkbaar zijn de inwoners

    zeer gehecht aan deze manier van leven op het water.

    ’s Avonds nemen we onze intrek in hotel Bresiliene in Ouidah, niet ver van het monument Porte de

    Non Retour ter ere van massa’s weggevoerde slaven. We eten er op het terras met het geluid van de

    Atlantische oceaan op de achtergrond. Het is hier zalig. Ooit was het anders…

    Zaterdag 16 februari 2013

    Deze morgen kunnen we iets langer blijven slapen. Maar Stefaan is al om

    7u30 uit bed en heeft een verkwikkende wandeling gemaakt langs de

    vloedlijn van de Atlantische oceaan. De golven zijn er krachtig en het is er

    verboden om te zwemmen. De krabbetjes lopen druk heen en weer over

    het natte zand en zorgen voor een plezant schouwspel.

    Om 8u30 ontbijt en dan gaat het richting

    Possotome, gelegen aan het meer van

    Ahomey. Possotome is in Benin vooral gekend van zijn waterbronnen.

    Het water in flessen dat we dagelijks kopen en drinken, komt hier

    vandaan. De waterfabriek trekt hier het bronwater 'op flessen', maar

    moest, onder druk van de plaatselijke bevolking, toch minstens één

    lopende kraan beschikbaar houden voor de bevoorrading van de lokale

    bevolking. Zo zien we kinderen met emmers en vrouwen met kuipen

    van meer dan 30 liter op hun hoofd water halen van onder de lopende

    kraan.

    We plannen hier twee bezoeken. Eerst gaan we vissen op het meer, daarna maken we een

    themawandeling rond Voodooreligie en -gebruiken.

    Onze enthousiaste, welbespraakte gids en entertainer Denis brengt ons in zijn ingestudeerd 10-

    punten-programma alles bij over het meer. Er liggen 45 dorpen rond het meer die elk hun waterfetisj

    hebben die, mits de nodige offers, zorgen voor overvloedige visvangst.

    Dan volgt de technische scholing. Eerst toont hij hoe de vrouwen krabben vangen met een soort

    fuikjes. Daarna demonstreert hij hoe mannen vissen met een touw van 200 meter of langer waar om

    de 10 cm een kort lijntje met een haak is aangebonden. Om de 40 lijntjes bevestigen ze een klein

    stukje isomo aan de haak zodat de lijn blijft vlotten en dus niet helemaal onder water verdwijnt. Door

    hier en daar ook steentjes te bevestigen blijft de lijn op haar plaats. Ze vissen er zonder aas aan de

    haak omdat de vissen afgaan op het geluid van de tegen elkaar slaande haakjes.

    Een andere methode die ze gebruiken om kleine vissen te vangen is die met de holle bamboestokken

    met een opening van 7 à 10 cm. Ze drukken de stokken (ongeveer 50 cm lang) horizontaal een beetje

    in de moddergrond (ongeveer 800 op een rij). Na 7 dagen halen ze die pijpen boven door weerszijden

    van de pijpen dicht te houden. De kleine visjes die zich ondertussen in de holtes hebben genesteld

    schudden ze gewoon uit de buizen in de prauw.

    Daarna begint het echte werk: vissen met een werpnet van op het uiterste puntje van de prauw. Denis

    de visser toont ons voor hoe het moet en daarna mogen we zelf proberen. Piet en Stefaan wagen hun

    kans. De SG geeft forfait. We kunnen het ons inderdaad niet permitteren dat hij, met de gezamenlijke

    geldpot die hij bewaart in de buidel om zijn middel, verdwijnt in het meer. Stefaan heeft duidelijk het

    meeste talent. Zijn net landt sierlijk als een parachute in het water, maar helaas haalt ook hij, net als

    de echte visser, niets boven. Omwille van het droogseizoen dat is begonnen, waardoor er minder

    aanvoer is van zoetwater uit het binnenland, komt er meer zoutwater van de zee in het meer, mede

    door de veranderende windrichting enzo... waardoor er minder vis zit in het meer... Er zit logica in de

    uitleg, maar we snappen het toch niet helemaal. Visserslatijn? Of zat de fetisj op één of ander offer te

    wachten?

    Daarna beginnen we aan een lange pauze in het pittoreske

    restaurantje op het strand. Tijdens het middagmaal leren we een

    Nederlands koppel kennen dat een reis maakt dwars door Afrika.

    4 maanden terug vertrokken Jeroen en Sonja uit Nederland met

    als einddoel Zuid-Afrika. Eens daar aangekomen gaan ze

    beslissen of ze ook nog terugkeren over land (via de oostkust

    dan) of niet. Ze vragen of ze mee mogen met onze gids op de

    themawandeling rond voodoo. Ze spreken geen Frans en wij

    mogen dus tolken. Die Hollanders weten ons toch altijd te

    strikken, nietwaar! Maar eerlijk, eigenlijk zijn ze toch wel een tof

    stel en echte globetrotters. Hun rondreis met omgebouwde

    Landcruiser is te volgen op www.travelmaniacs.nu.

    De wandeling rond voodoo is eigenlijk moeilijk na te vertellen omdat

    de verhalen vrij complex en vernuftig in elkaar steken. Het gaat

    steeds om de goden eren (en er zijn er vele, voor alle soorten kwalen

    of toestanden), om gunsten vragen of beloftes doen, rituelen laten

    uitvoeren door voodoopriesters om de goden goed te stemmen of iets

    te bekomen en dit met allerlei attributen, zoals opgedroogde vogels of

    schedels van dieren of andere voorwerpen, of door offers te brengen.

    Wel wordt ons een iets duidelijk. Als je iets vraagt aan een god en

    een belofte doet als je het bekomt, dan moet je die belofte zeker

    nakomen anders wordt je ziek en sterf je, waar je je ook bevindt. Is

    het niet in de eerste maand, dan is het in de eerste 3 maanden of 7 maanden of 21 (allemaal heilige

    getallen) maar eraan ga je!!!

    Wat je vooral niet moet doen is de goden tarten! Toen we 's morgens aankwamen in het dorp moest

    De SG heel dringend plassen. Aangezien wildplassen hier heel normaal is, stapt hij op de eerste de

    beste boom af. Een aantal 'locals' die daar rondhingen, beginnen onmiddellijk luidop en geïrriteerd te

    protesteren. Gelukkig hebben we snel door dat er iets mis is en trekt de SG zich net op tijd terug. Wat

    blijkt: Onze gids start de wandeling enkele uren later bij diezelfde boom en vertelt dat dit een zeer

    sacrale plaats is, een heilige locatie dus voor de voodoocultus... Op die plaats wordt het lichaam van

    de gelynchte dief gelegd als offer voor de fetisj. Een grote heiligschennis en rel werd maar net

    vermeden!

    De wandeling duurt 3 uren (o.a. door de vertalingen) maar brengt ons veel bij over de voodoo, al

    zullen we het waarschijnlijk nooit echt helemaal snappen. Na een boeiende dag keren we terug naar

    ons hotel aan zee in Ouidah. Na het avondmaal (voor de verandering rijst met kip) gaan we slapen.

    De SG haalde eerst nog de hagedis uit zijn kamer en Stefaan probeerde om de grote spin van op het

    plafond te krijgen.

    Zondag 17 februari 2013

    Eindelijk eens kunnen uitslapen en op het gemak kunnen ontbijten. ’t Is zondag, nietwaar!

    De SG installeert zich in een strandzetel, met zicht op de Atlantische oceaan, en leest in zijn boek

    over een blanke vrouw die verliefd wordt op een Masaïkrijger en bij de stam gaat wonen. Het moet

    een interessant boek zijn gezien de verbetenheid waarmee hij dat boek verslindt.

    Stefaan heeft een fikse wandeling gemaakt langs het strand en foto’s

    gemaakt. Piet heeft gewandeld tot aan het monument Porte de non

    retour. Het is het monument ter nagedachtenis van de duizenden

    slaven die uit het koninkrijk Dahomey (het vroegere Benin) en de

    hele regio West-Afrika werden weggevoerd.

    Op een vorige reis in Benin hebben we de route d’esclaves bezocht.

    Deze start op het marktplein waar de vers aangevoerde slaven

    werden gekeurd en verkocht. Vervolgens kom je langs plaatsen waar

    de slaven in donkere kelders werden ‘bewaard’ tot schepen ze

    kwamen opladen. Iets verder werd een monument gebouwd op de knevelput van duizenden slaven

    die het niet haalden en omkwamen van uitputting of ziekte. De boom (l’arbre de l’oubli) waar vrouwen

    7 maal en mannen 9 maal moesten rond lopen om hun identiteit af te werpen. Op weg naar het strand

    liepen ze rond l’arbre de retour, om hen hoop te geven dat ooit enkel hun geest zal wederkeren.

    Aangekomen op het strand werden ze in roeibootjes naar het schip gebracht om er in het ruim

    vastgeketend te worden tot ze ergens in Brazilië, de Caraïben of nog elders te worden ontscheept.

    Velen haalden de overtocht niet eens.

    We reizen in de namiddag richting Cotonou langs de Route de

    pêche die parallel loopt met de kustlijn. We zien tussen de

    palmbomen door vele boten liggen en hopen het unieke beeld

    terug te zien van het binnenhalen van de honderden meters lange

    visnetten. Een hele dorpsgemeenschap is er mee bezig om van op

    het strand het enorme net binnen te halen die eerder in de morgen

    per roeiboot diep in de zee werd uitgegooid. We kunnen wel nog

    juist op tijd meemaken dat

    ergens de buit wordt gesorteerd

    en verdeeld. Gigantisch is de

    vangst niet. Het valt ons ook

    weer op hoeveel afval er ook nu weer in het net is beland. Die

    r



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 29/04-05/05 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs