Op een dag kwamen ze aan bij een herberg waar ze twee kamers
konden huren. Luis en Angel kregen de kamers maar nu waren ze aan het ruziën
over bij wie Paolo mocht slapen. Uiteindelijk won Angel. Maar ondertussen had
Paolo een mooi schilderij gezien. Hij wou het heel graag en Luis kocht het voor
hem van Délia. Het begon laat te worden en ze gingen slapen. Dus ze slapen en
opeens wordt Angel wakker. Hij gaat naar buiten en stapt bij de eerst de beste
bar binnen. Hij begint bier te drinken en blijft drinken en opeens valt er een
meisje op zijn schouder in slaap, hij schud haar wakker en wilt haar kussen
maar doet het toch niet. Hij rent naar buiten maar voor de rest ijsbeert hij
wat door de straten rond de haven. Tot hij merkt dat de zon op gaat komen en
rent snel terug naar de herberg want als Paolo wakker zou worden zou hij zich
in de steek gelaten voelen. Maar Paolo sliep nog en Angel ging terug slapen en
hij wordt ineens terug wakker en Paolo is er niet meer. Angel klopt aan bij
Luis en vraagt of hij Paolo heeft gezien en zegt nee maar Délia was daar ook en
zij dat ze hem bij de dieren had gezien. Dus Angel rent ernaar toe maar Paolo
en de ezel waren er niet meer. Angel gaat te paard en gaat naar de haven, daar
zal Paolo wel zijn.
Ondertussen is Luis gestopt met verhaaltjes voor te lezen omdat
hij Paolo schrijflessen geeft. Maar ook omdat Angel een gewond vosje aan Paolo
had geschonken. Paolo verzorgde het vosje en het geneesde snel. Maar op een dag
ging Luis wandelen en hij kwam terug thuis en de tafel en al lag overhoopen toen zag hij het vosje, het bromde en viel
Angel aan. Angel riep de hele tijd: Paolo maak hem af!!! Paolo twijfelde even
maar doodde de vos toch. Ze begraafde de vos naast de ouders van Paolo. Nu
waren er twee grafheuveltjes. Het werd weer januari. Luis zei: We hebben nu
nog twee geiten, zes kippen, tabaksplanten en een paar aardappelen.Dus moesten ze naar de veemarkt om terug
dieren te kopen, ze vertrokken. Het zou een lange reis worden, de eerste persoon
die ze tegenkwamen was een Belg namelijk een bergbeklimmer en hij had een ezel
en alles om twee weken te overleven. Angel bond hem vast en stal alles wat de
Belg had, nu gingen ze verder: te ezel. De tweede die ze tegenkwamen was een
boer te paard. Angel vroeg of hij eens naar de ezel wou kijken want hij liep
mank, de boer had de ezel verzorgd maar Angel bond ook de boer vast en stal het
paard. Nu hadden ze al een ezel en een paard.
Het boek gaat over een jongen die Paolo heet. Hij woont in Chili ver van de
stad en zijn huis is het enigste huis dat daar staat. Er kwamen af en toe eens
reizigers of zo langs maar voor de rest was het een eenzaam plekje. Op een dag
kwam Angel Allegria langs. Hij was een groots moordenaar en vermoorde de ouders
van Paolo maar Paolo zelf niet. Angel vond het zielig voor het jongentje en
werd zijn "papa". Een jaar kwam er niemand tot een zekere Luis
Secunda. Hij vroeg of hij misschien een stuk grond zou kunnen huren om een hut
te bouwen. Angel wou hem vermoorden maar Paolo hield hem tegen en ze gaven hem
het stuk grond. Maar toen de eerste windvlagen van de herfst eraan kwamen vloog
het dak van Luis hut eraf. Na lang gezeur van Paolo mocht Luis bij hen intrekken.
Luis had een kist bij en Paolo vroeg wat daar in zat. Luis zij dat er boeken in
zitten. Paolo was zo gefascineerd en wou de boeken lezen, maar er was één
probleem: Paolo heeft nooit leren lezen. Dus las Luis elke avond een stukje
voor. Stef