De Beagle

25-05-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De structuur van de beagle

Bij sommige woorden staan cijfertjes die verwijzen naar de cijfertjes op de tekenig



Typische kenmerken:
Een vrolijke beagle wiens wezenlijke functie jagen is, vooral op hazen, wiens spoor hij volgt. Driest, erg actief, met veel uithoudingsvermogen en vastberadenheid. Waakzaam, intelligent en van gelijkmatig temperament.

Algeheel beeld: Een forse en compact gebouwde beagle, die de indruk wekt van kwaliteit zonder grofheid.

Temperament:
Lief en oplettend, zonder agressie of angst.

Hoofd en schedel: Hoofd tamelijk lang, krachtig, maar niet grof, iets fijner bij een teef, zonder frons en rimpels. Schedel licht gewelfd, matig breed, met geringe achterhoofdsknobbel (1). Stop goed (2) afgetekend, deze verdeelt de afstand tussen neuspunt en jachtknobbel zo gelijk mogelijk. Voorsnuit niet puntig, lippen goed hangend. De neusspiegel breed, het liefst zwart, maar iets minder pigmentatie bij lichter gekleurde honden is toegestaan. Wijde neusgaten.

Ogen: Donkerbruin of hazelnootkleurig, tamelijk groot, niet diepliggend, niet uitpuilend, goed uit elkaar geplaatst, met een zachte aantrekkelijke uitdrukking.

Oren: Lang met afgeronde punten: naar voren getrokken bijna tot de neuspunt reikend. Laag aangezet, fijn van structuur, gracieus en dicht tegen de wang gedragen.

Mond: De kaken moeten sterk zijn, met een perfect, regelmatig en volledig schaargebit; de boventanden moeten sluitend over de ondertanden heen vallen en recht in de kaken staan.

Hals (3): Voldoende lang om de Brak in staat te stellen zijn hoofd gemakkelijk naar de grond te brengen om het spoor te volgen, licht gebogen met weinig keelhuid.

Voorhand: Schouder (4) goed naar achter hellend, niet beladen. Voorbenen recht en goed onder de hond geplaatst, met goede substantie, en rond van bot. Niet versmallend naar de voet. Middenvoeten (5) kort. Stevige ellebogen (6), noch naar binnen, noch naar buiten draaiend. Hoogte van grond tot ellebogen ongeveer de helft van de schofthoogte.

Lichaam: Bovenlijn recht en horizontaal. Borst (7) daalt tot onder de elleboog. Ribben goed gerond en ver naar achter doorlopend, kort in rug, maar goed in verhouding. Krachtige, soepele lendenen (8), de buik niet te veel opgetrokken.

Achterhand: Dijen zeer gespierd. Sprongen goed gebogen. Sterke, laag geplaatste hakken (9) en evenwijdig aan elkaar ge- plaatste middenvoeten.

Voeten: Gesloten en krachtig. Goed gebogen tenen en sterke zoolballen. Geen hazenvoeten. Nagels kort.

Staart: Stevig en van matige lengte. Hoog aangezet en vrolijk gedragen (10) maar niet over de rug gekruld of vanaf de staartwortel naar voren gebogen. Goed met haar bedekt, vooral aan de onderzijde.

Gang: Gaat met rechte rug; krachtig gangwerk, zonder neiging tot rollen. Vrije, ver uitgrijpende en recht naar voren gerichte pas, zonder hoge knie actie. Achterbenen tonen stuw- kracht. De voorbenen mogen niet maaien of kruisen.

Vacht: Kort, dicht en bestand tegen het weer.

Kleur: Iedere erkende Brakkenkleur, behalve de leverkleur. Staartpunt wit.

Gewicht en maat: De schofthoogte mag niet meer dan 40,5 cm of minder dan 33 cm zijn.

!Opmerking!: Mannelijke dieren moeten twee normaal ontwikkelde testikels bezitten die volledig in het scrotum moeten zijn ingedaald.


06-05-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

Welkom op mijn blog over beagles
     Deze blog is gemaakt uit opdracht voor T.O.

De Beagle
Oorsprong en geschiedenis
De Beagle is afkomstig uit Engeland. Het is een zeer oud ras. Reeds ver voor Christus werden kleine honden gebruikt voor de meutejacht op het haas. De honden leken echter nog niet op de Beagles zoals wij die nu kennen. De naam Beagle werd voor het eerst gebruikt ten tijde van de regering van Koning Henry VII (1457-1509) en later wordt in de privéboekhouding van Hendrik VIII (1509-1547) een betaling aan de 'Beaglehouder' Robert Shere vermeld. De naam Beagle is afkomstig van beag, beg of beigh, hetgeen in het Keltisch "klein" betekent. In Engeland wordt nog steeds met Beagle-meutes gejaagd, waarbij de honden te voet gevolgd worden. Daar de Beagle voornamelijk voor de jacht op klein wild (hazen en konijnen) wordt gebruikt, behoort hij tot de groep "Brakken of lopende honden" ofwel "hounds". Zij achtervolgen het wild en oriënteren zich met de neus op het spoor en niet met de ogen. Vroeger was er bijna geen verschil tussen de jagende Beagle en de show-Beagle, tegenwoordig is er tussen deze twee een groter verschil.

De showhond is doorgaans compacter van bouw, de jacht-Beagle is een wat grotere Beagle met langere benen, die zich hierdoor sneller kan verplaatsen op omgeploegd land en door beboste gebieden. In Engeland wordt de Beagle ook steeds meer als huishond en showhond gehouden. In Nederland worden zij uitsluitend als huishond gehouden. De eerste Beagles werden vanuit Engeland geïmporteerd in 1954. Op dit ogenblik worden er per jaar ruim 600 Beagles ingeschreven in het Nederlands Hondenstamboek.

De Pocket Beagle, die niet hoger meet dan 10 inches (25 cm) komt hier in ons land niet voor. Wel kennen we het Amerikaanse en het Engelse type. Beide hebben hun eigen rasstandaard. In Europa wordt alleen de Engelse standaard erkend. Rastypisch voor het Amerikaanse type is dat deze Beagles over het algemeen compacter, korter in rug, kortere hoofden, duidelijker stop, meer verfijnd zijn en een zachtere uitdrukking hebben dan de Engelse.
De Engelse Beagles hebben doorgaans een langere schedel en snuit, minder stop en vlakkere schedel. De Amerikaanse Beagles hebben vaak een geheel zwarte rug, met tan aan het hoofd en witte aftekeningen.

Enkele Engelse Beagles hebben dezelfde aftekeningen, maar vaak hebben ze meer wit met grote gekleurde vlekken. Na de tweede wereldoorlog heeft de Beagle in Engeland een snelle verbetering ondergaan door de invoering van Amerikaans bloed.


De Beagle als huishond
De Beagle is een ideale huishond. Het gezin is zijn roedel en hij is erg lief voor kinderen. De Beagle is klein en handzaam, zachtmoedige, evenwichtig qua karakter en een vrolijke en ondeugende rakker.

Thuis ontpopt hij zich als een heerlijke 'vrijkous' lief voor iedereen, maar buiten toont hij zich 'jachthond' en raakt in zijn element als hij tijdens een wandeling vol overgave snuffelend een 'spoor' volgt. Omdat hij vanouds als meutehond erop gefokt is het te schieten wild zonder hulp van de mens binnen te halen, bezit de Beagle een grote mate van zelfstandigheid, wat wij ervaren als een behoorlijke portie eigenwijsheid. Hij moet dus zeer consequent opgevoed worden.
Door deze karaktertrekken is de Beagle een moeilijk op te voeden hond en is het aan te bevelen een gehoorzaamheidstraining met de Beagle te volgen zodat zijn baas kan leren op een juiste manier met zijn hond om te gaan. Ook heeft de Beagle graag veel aandacht en vraagt dit dan ook van zijn baas. Door zijn vrolijke karakter is hij altijd in voor een spelletje. Een bak gevuld met touwknopen, spijkerbroekpijpen, doeken, tennisballen en toiletrolletjes zijn vaak zijn favoriete speelgoed.

Mede door zijn eigenzinnige karakter maakt dit hem tot een hond die moeilijk of niet ALLEEN kan blijven. Een Beagle heeft veel behoefte aan beweging. Naast de uitlaatbeurten moet hij dagelijks zo'n anderhalf uur kunnen wandelen en rennen. Dus heeft u door een druk bezet leven weinig tijd om een Beagle op te voeden en alle aandacht en beweging te geven die hij nodig heeft, dan moet u beslist niet aan een Beagle beginnen.



Archief per week
  • 22/05-28/05 2006
  • 01/05-07/05 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !




    Zoeken met Google




    Welkom op mijn blog!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs