Inleiding tot de traditionele Astrologie. Over het gebruik van een efemeride. Aan de linkerkant zien we als het ware een bladzijde uit een efemeride voor Januari 1646. Tegenwoordig zijn efemerides veel uitgebreider en nauwkeuriger dan toen, maar is als voorbeeld ruim voldoende.
Op de eerste lijn van de bladzijde aan de linkerkant staat vermeld welke maand en jaar deze pagina bestrijkt, hier dus 31 dagen van Januari 1646.
De tweede lijn laat zien dat het hier gaat over de dagelijkse beweging van de planeten en de drakenkop.
In de derde lijn boven het symbool teken van Saturnus staat M.D. De letter M staat voor MERIDIONALL (Zuidelijk), en de letter D DESCENDING ( Dalend), dus Saturnus heeft Zuiderbreedte en is dalend. In de volgende kolom staat M.D. boven het symbool van Jupiter, dus Jupiter heeft hier Zuiderbreedte en is dalend. S.A. is de afkorting van S SEPTENTRIONALL ( noordelijk ) en A ASCENDING ( rijzend ). Staat nu boven Mars M.A. dan heeft Mars Zuiderbreedte en is rijzend.
De Zon heeft nooit Noorder of Zuiderbreedte.
Naast de kolom van de Zon vinden we Venus en Mercurius. Nu, staat boven gelijk welke Planeet S.A.of D, dan wijst dit er op dat die Planeet Septentrionall of Noorderbreedte heeft , en is toenemend of afnemend wanneer de letters A. of D. zijn vermeld.
Op de vierde lijn zien we Saturnus, Jupiter, Mars, Zon, Venus, Mercurius, Maan en de Drakenkop. De Drakenstaart staat niet vermeld in de efemeride maar plaatst zich steeds op dezelfde graad van het oppositie teken van de Drakenkop.
In de vijfde lijn staan de symbolen van Ram, Tweelingen, Steenbok, Steenbok, Vissen, Waterman, Schorpioen en Leeuw. Boven Ram staat Saturnus, en dit geeft aan dat Saturnus in het teken Ram heeft plaatsgenomen. Kijken we verder naar het teken Steenbok dan staat hier Mars, en zo kunnen alle Planeten gezien worden in welke tekens zij staan.
De zesde lijn toont de éérste dag van de maand Januari, met daarnaast de letter A, aanduider voor de dag van de maand, verder naar beneden zien we de letter D aanduider voor Dominicall of Zondag van het jaar 1646; E = Maandag; F = Dinsdag enz.
Verder weer, de éérste dag van januari, onder het teken Ram staat 27.48 en boven het teken Ram het symbool van Saturnus. De betekenis hiervan is dat Saturnus de éérste dag van Januari staat op 27 graden en 48 minuten, in het teken Ram. Nu meten we in acht nemen, dat 60 minuten één ° vol maken, en wanner gelijk welke Planeet de 30° van een teken passeert, hij overgaat naar het volgende teken. vb. Van Ram naar Stier, van Stier naar Tweelingen enz...
In de vierde kolom, opnieuw de eerste van de maand, vindt je 28R12, over hen Tweelingen en daar boven Jupiter, wat betekent, Jupiter is de éérste Januari 1646 op 28 graden en 12 minuten in Tweelingen. De letter R merkt aan dat hij retrograde is, Di of D dat hij terug zijn normale koers hervat; Over al deze termen later meer.
In de vijfde kolom 10.5 Steenbok, Mars is de éérste Januari in 10 graden en 5 minuten Steenbok. En zo in volgorde vindt je de Zon in 21 graden en 34 minuten Steenbok; Venus in 5 graden en 7 minuten Vissen; Mercurius in 5 graden en 29 minuten Waterman; Maan in 21 graden en 23 minuten Schorpioen; Drakenkop in 12 graden en 34 minuten Leeuw.
Zo zie je aan de pagina van de efemeride aan de linkerkant, dat er tien verschillende kolommen zijn, de eerste bevat de dag van de maand; de tweede de letter van de weekdag; de derde de graad en minuten van Saturnus; de vierde de graad en minuten van Jupiter, en zo verder voor de rest van de Planeten.
Opnieuw, maar nu de tiende Januari, onder de kolom van de Zon, vindt je 0 graden en 44 minuten in het teken Waterman, wat aantoont dat de Zon die dag op de middag staat in 0°44` Waterman
Helemaal onderaan aan de linkerzijde van het pagina voorbeeldvindt je, Lat of Pla, dat is de breedte van de Planeten.
Onder de letter C vindt je 1 10 20
Onderaan de kolom van Saturnus naast 1 vindt je 2.31, volg je verder, onder Jupiter 0.5, Mars 0.47, Venus 1.13, Mercurius 1.45. De bedoeling hiervan is, dat de éérste dag van Januari, Saturnus 2°31` breedte had, Jupiter 0°5`, Mars 0°47`, Venus 1°13`, Mercurius 1°45`. Om te weten wanneer het om Noorder of Zuiderbreedte gaat, kijk dan weer boven Saturnus, daar staat MD, Meridionall Descending, of afnemende Zuiderbreedte, wanneer je hier vindt S dan is het Noorderbreedte, vindt je A, dan is de Planeet toenemend in zijn breedte, wanneer het D is, dan is het afnemend.
