Geen DNA-hit Utrechtse serieverkrachter
Een DNA-verwantschapsonderzoek in de zaak rond de Utrechtse serieverkrachter heeft geen doorbraak opgeleverd. Het DNA-profiel van de altijd onvindbaar gebleven dader is door de databank van het Nederlands Forensisch Instituut gehaald, maar leverde geen hit op, bevestigt een woordvoerster van het Openbaar Ministerie (OM) donderdag. De databank bevat het DNA-profiel van ruim 180.000 personen.
In 1995 en 1996 werden in Utrecht en omgeving vijf vrouwen verkracht. Daarna bleef het enkele jaren stil, totdat in 2001 opnieuw een verkrachting plaatsvond door dezelfde dader. Justitie brengt de man ook in verband met twaalf pogingen tot verkrachting.
Het OM had geen hooggespannen verwachtingen van het onderzoek. Het DNA van de dader is nog in het buitenland veredeld om de kans op succes te vergroten, doch zonder resultaat. Omdat een aantal zaken bijna is verjaard, was het DNA-onderzoek een van de laatste mogelijkheden om de dader te identificeren.
Marianne Vaatstra
Justitie heeft ook een DNA-bevolkingsonderzoek overwogen, maar kwam tot de slotsom dat dat geen haalbare kaart is. Zo'n onderzoek leidde in de zaak-Marianne Vaatstra tot de oplossing. 'Dit is een veel dichter bevolkt gebied dan het Friese platteland', aldus de woordvoerster, 'en hier is veel meer mobiliteit.'
De Utrechtse serieverkrachter had het vooral voorzien op alleen fietsende vrouwen. In een aantal gevallen was er sprake van veel geweld. De politie heeft in het onderzoek alles op alles gezet om de man te pakken. Volgens het OM komen er nog steeds tips binnen over de geruchtmakende zaak. 'Die worden nog steeds onderzocht', zegt de woordvoerster. Na 2001 zijn er geen zedenmisdrijven in het betrokken gebied meer aan de man gelinkt.