Japan hervat de jacht op walvissen

Het Internationaal Gerechtshof van de Verenigde Naties veroordeelde Japan in maart 2014 voor zijn walvisjacht in het Zuidpoolgebied. Het Hof was van mening dat het "wetenschappelijke walvisprogramma" van Japan helemaal niet wetenschappelijk was. "Het is helemaal niet nodig dat Japan walvissen doodt om hen te kunnen bestuderen", luidde het.

De walvisvaart in het Zuidpoolgebied lag na die uitspraak meer dan een jaar stil, maar nu zijn er dus nieuwe plannen. De walvisvloot zou binnen enkele weken al kunnen uitvaren. Japan zegt dat volgens het nieuwe walvisprogramma jaarlijks nu nog 300 dwergvinvissen gevangen mogen worden, een daling met twee derde ten opzichte van het vorige programma.

Het voornemen stuit op heel wat verzet, onder meer bij Australië, dat de rechtszaak bij het Internationaal Gerechtshof aangespannen had. "Japan kan niet eenzijdig beslissen over wat wetenschappelijk verantwoord is", zegt Greg Hunt, de Australische minister van Milieu.

Japan begon met zijn walvisprogramma in 1987, een jaar nadat een internationaal moratorium op de walvisjacht van kracht werd. Het houdt vol dat de walvissen alleen maar gevangen worden voor wetenschappelijke doeleinden, en niet om het vlees te consumeren.

Volgens het Internationaal Gerechtshof heeft Japan sinds 2005 zo'n 3.600 jaar zo'n 3.600 dwergvinvissen gevangen.