“Het waren pure executies”

Archiefbeeld: Fehriye Erdal in 2006.© BELGA

Op het proces tegen Fehriye Erdal (39) heeft de advocaat van de zoon van Özdemir Sabanci in zijn pleidooi gewezen op de koelbloedigheid van de feiten. De militante van de extreem-linkse groepering DHKP-C riskeert 30 jaar cel voor haar betrokkenheid bij een drievoudige moord in Istanboel in 1996.

adm

Op 9 januari 1996 werden zakenman Özdemir Sabanci, zijn secretaresse en Haluk Gorgün, directeur-generaal van Toyota Turkije, in de gebouwen van de Sabanci Holding in Istanboel doodgeschoten. Op dat moment was Fehriye Erdal in het bedrijf aan de slag als koffiedame. Zij loodste de schutters Ismail Akkol en Mustafa Duyar het gebouw binnen.

“Voor de familie Sabanci is het belangrijk dat er na 20 jaar, 10 maanden en 27 dagen eindelijk een beslissing komt”, aldus meester Luc Arnou. Demir Sabanci, die 1 euro symbolische schadevergoeding vraagt, zag op televisie in de luchthaven van Frankfurt het bericht over de moord op zijn vader. “We spreken hier over pure executies. Zijn vader is koelbloedig met vier kogels afgeschoten. Sabanci moest blijkbaar ‘gestraft’ worden. Maar wat hadden die secretaresse en die man van Toyota daarmee te maken.”

“Wij rekenen af met moordenaars”

Op de plaats van de feiten werd een vlag van DHKP-C met het opschrift “wij rekenen af met moordenaars” aangetroffen. Bovendien hadden Akkol en Duyar bij de ingang van het gebouw hun eigen identiteitskaarten gebruikt. Fehriye Erdal zorgde dan dat ze binnen het gebouw tot op de 25ste verdieping geraakten. Daarvoor had ze zelfs haar badge geruild met die van een andere loopjongen in het bedrijf.

Mustafa Duyar gaf zich al op 22 december 1996 aan bij de Turkse ambassade in Syrië. Als spijtoptant vertelde hij het hele verhaal. “Hij is dan in 1999 gestorven tijdens een opstand in een Turkse gevangenis. Het is echt erg dat door de verdediging in de raadkamer nog beweerd werd dat de Sabanci’s daar achter zitten”, aldus meester Luc Arnou. Ondertussen heeft de advocaat van Erdal geen instructies meer en werd de Turkse bij verstek berecht.

Meester Arnou legde uit dat de Sabanci Holding tegenwoordig maar liefst 26.000 werknemers telt. “Turkije lag op zijn gat in de jaren 1920. Toen is de grootvader van het slachtoffer begonnen met zich op te werken.” Eigenlijk was Özdemir Sabanci een toevallig slachtoffer. DHKP-C had het gemunt op CEO Sakip Sabanci, die zich in een andere bureau op dezelfde verdieping bevond.