Die mogelijke behandeling komt er dankzij een ander virus: het Marburg-virus, dat nauw verwant is met ebola.

Een Amerikaanse toeriste was ermee besmet geraakt na een bezoek aan een vleermuizengrot in Oeganda. De toeriste was doodziek geworden. Omdat het het eerste en enige bekende geval van Marburg was in de VS, kwam het nieuws in de krant. Onderzoeker James Crowe van de Vanderbilt universiteit van Texas las het nieuws en vroeg de patiënte om bloedstalen.

Virus neutraliseren met menselijke antilichamen

Samen met een team van andere onderzoekers kon Crowe het Marburg-virus neutraliseren met menselijke antilichamen. Een aantal van die antilichamen blijken ook effectief tegen ‘ebola Zaïre’, een variant van het virus dat in 2014 bijna 10.000 doden maakte in West-Afrika.

Dat betekent dat de menselijke antilichamen met een aantal wijzigingen mogelijk ook voor andere varianten van het ebola-virus kunnen gebruikt worden om de ziekte te behandelen. Zo zou het injecteren van de antilichamen in de eerste dagen na een blootstelling aan het virus een volledige doorbraak van de ziekte kunnen voorkomen.

De Universiteit van Texas zal daarom nu samen met geneesmiddelenfabrikant Mapp Biopharmaceutical Inc. de antilichamen op grote schaal proberen te produceren.