Dagboeken vormen een belangrijke bron voor historisch onderzoek. Ondanks het feit dat ze erg persoonlijk zijn, geven ze een unieke inkijk in het verleden van een bepaald persoon of regio. Zeker over oorlogstijd geven dagboek(fragment)en een schat aan informatie over het dagelijks leven. Hoe de mensen aten, wat men at, hoe duur alles was, hoe men keek naar bepaalde zaken of gebeurtenissen. Waar de Duitsers ingekwartierd waren, hoe de man in de straat omging met die bezetting enzovoort. Ze geven een persoonlijk relaas, informatie die je niet in de traditionele geschiedenisboeken of in de ambtelijke verslagen vindt.

Jean Maenen kon voor zijn boek het dagboek van een van de Fraters inkijken. Hij gebruikte deze getuigenis als uitgangspunt voor het boek. Het verhaal start op 25 augustus 1939, en eindigt op 30 mei 1945. De getuigenissen van de overigens anonieme schrijver worden doorspekt met getuigenissen en commentaren uit diverse andere dagboeken.De publicatie is rijk geïllustreerd met tal van bekende en minder bekende foto’s uit het oude Lanaken.

Het boek is een uitgave van de dienst Erfgoed i.s.m. de Kon. G.O.S.S.U. en is te koop bij de dienst Erfgoed en in de bibliotheek van Lanaken en kost 10 euro.