De twee officieren, Hwang Min, oud-minister van Landbouw en Ri Yong-jin, een hooggeplaatste ambtenaar van het ministerie van Onderwijs, zouden volgens de Zuid-Koreaanse krant JoongAng Ilbo begin augustus nabij de militaire academie van Pyongyang gedood zijn.

Volgens diezelfde krant werd de oud-minister veroordeeld omdat hij een bedreiging vormde voor Kim Jong-Un. Ri Yong-jin is dan weer in slaap gevallen tijdens een van Kim Jong-Un zijn vergaderingen, wat voldoende was om de doodstraf te krijgen.

De beschuldigingen van de krant, die zich baseert op een anonieme bron binnen het regime, werden nog niet bevestigd door het Noord-Koreaans staatspersbureau. Toch maken de journalisten van JoongAng Ilbo zich sterk dat de executies in het kraam van hun leider passen. “De entourage rond de leider is verdeeld”, staat er te lezen. “Kim Jong-Un hoopt met de executies zijn tegenstanders angst in te boezemen om zo zijn (politieke) vijanden het zwijgen op te leggen.”

Het is overigens niet de eerste keer dat de Noord-Koreaanse leider hooggeplaatste politici laat executeren. Sinds de dictator in 2011, na de dood van zijn vader Kim Jong-il, aan de macht kwam , liet hij zijn oom Jang Song-thaek om het leven brengen omdat hij ‘de leider verraden zou hebben.’