De wanhopige zoektocht van miljoenen vrouwen (en mannen) naar de 'g-spot', dat mysterieuze plekje in een vrouwenlichaam dat garant zou staan voor seksueel plezier, bestaat niet. Tot die conclusie, zo schrijft de Sunday Times, kwamen wetenschappers aan het Londense King's College.
Omdat veel vrouwen niet met hetzelfde gemak seksueel bevredigd raken als mannen, was het goed nieuws toen Beverly Whipple, emeritus professor aan de Amerikaanse Ritgers universiteit, in de jaren 50 de aandacht vestigde op een ophefmakende Duitse ontdekking. Ene Ernst Gräfenberg had toen namelijk ontdekt waar de erogene zone zat die vrouwen tot een climax kon helpen brengen, en Whipple gaf daar de naam 'g-spot' en heel veel publiciteit aan. De Amerikaanse hoogleraar onderzocht 400 vrouwen en publiceerde haar hoopgevende resultaten over dit trosje hypergevoelige zenuwuiteinden. In de halve eeuw die sindsdien is verstreken, werd driftig gediscussieerd over het bestaan van dat plekje, maar nu hebben Britse vorsers uitgemaakt dat het niet bestaat. Ze onderzochten 1.800 Britse vrouwen en concludeerden: "vrouwen mogen dan zeggen dat het bezit van een g-spot samenhangt met dieet of lichaamsbeweging, maar in werkelijkheid is het vrijwel onmogelijk er concrete sporen van te vinden", aldus de auteur van het rapport, professor Tim Spector. Aan het onderzoek namen tweelingen deel. Als een helft van een identieke tweeling zei dat ze een g-spot had, moest de ander dat ook hebben aangezien zij hun genen delen. Dat bleek echter niet zo te zijn, dus gaat het volgens professor Spector om een mythe. (HMU)
Helaas, de g-spot bestaat niet.
Na de G komt de H.
Allen op zoek naar de H-spot !
Hoera, de h-spot bestaat wel.
P.S. de vraag blijft natuurlijk of professor Tim Spector wel diep genoeg gegrafen heeft.
Gisteren op nieuwjaarsdag kreeg ik een special delivery van een koerierdienst. Toen ik het pak open gemaakt had bleek er een dik boek in te zitten.
De omslag is in dik leer waar de titel is in uitgesneden.
DeHeilige Graal.
Heraklitus
De eerste pagina is leeg.
De volgende bladzijden zijn chronologisch gerangschikt, de meest recente teksten staan vooraan in het boek, de oudste staan achteraan. Net zoals dit blog.
Op de tweede pagina staat volgend tekstje:
Ik ben een Heerlijk Heksje.
Heerlijk Heerlijk waar.
Soms is de H de H van Ha! zoals in Heraklitus.
Soms is de H de H van Ho! zoals in Hegel.
David Hume.
Wist u trouwens dat ons woord Humor is afgeleid van het Engelse woord Humour, dat op zijn beurt dan weer is afgeleid van Hume?
Neen? Dan weet u het nu.
Ik heb even opgezocht wie Hegel was.
Hegel
Voor Hegel is Geist het wezen van het bestaan, de essentie van het zijn, en het hele historische proces dat de werkelijkheid gestalte geeft is de ontwikkeling van de Geist naar zelfbewustzijn en zelfkennis. Als deze toestand bereikt is, zal al het bestaande harmonieus één zijn met zichzelf. Hegel noemde dit zelfbewuste één-zijn van alles het absolute, en omdat hij de essentie van het bestaande als iets niet-materieels beschouwde, werd zijn filosofie bekend als het absoluut idealisme.
Als je jezelf afvraagt: Op welk punt in de ideeëngeschiedenis komt de Geist tot het besef dat hijzelf de uiteindelijke werkelijkheid is? (En de grote prijs Maurice De Wilde 2009 is voor Bryan Magee!) kan het antwoord alleen luiden: Met Hegels filosofie. Het unieke van Hegel is dat hij zichzelf niet alleen zag als een filosoof die de mensen de sleutel gaf tot het begrijpen van de werkelijkheid dat was bij tal van filosofen het geval maar als culminatie van het wereld-historische proces, als de belichaming van de doeleinden die de werkelijkheid ten aanzien van het begrijpen heeft, als de vleesgeworden verlichting zelf. (B)
HoHo Hegel
Toen ik nadacht over Hegel maakte ik wat krabbels op het eerste blad van de Heilige Graal. Een verschrikkelijke gewoonte, ik kon mezelf wel voor het hoofd stoten. Behalve wat strepen en vierkantjes en zwarte ruiten had ik onbewust ook mijn naam geschreven. "johan".
Toen ik vanmorgen het boek weer opende was het eerste blad weer wit!
Het volgende blad was mijn volgekrabbelde blad. joHan stond er ongeveer in het midden!
Is het niet lastig om afhankelijk te zijn van wat een ministerie beslist? Vroeger liet u zich al eens laatdunkend uit over de subsidiecommissie. 'Tussen mij en de theaterwetenschappers komt het nooit goed.'
SIERENS: Ik vind het Vlaamse systeem nochtans een van de beste van de wereld. In Engeland hebben ze het subsidiesysteem afgebouwd en hebben ze alles overgelaten aan de vrije markt. Het resultaat: het Britse theater, met al zijn traditie, stelt niets meer voor. Als je alles aan de Studio 100's van deze wereld overlaat, heb je geen cultuur meer. Wat niet wegneemt dat ons subsidiesysteem voor verbetering vatbaar is. Ik heb, om te beginnen, al een probleem met het woord 'subsidie'. Als er een snelweg aangelegd wordt, dan heeft toch ook niemand het over subsidies? Dan stelt een aannemer een factuur op. De kosten die daarop staan, zijn objectief vastgesteld. Het beton kost zoveel, de werkuren zoveel... In het theater zou dat ook zo moeten gebeuren. Nu is het allemaal veel te veel nattevingerwerk en gelobby.
De overheid kan natuurlijk niet aan iedereen subsidie geven.
SIERENS: Dat besef ik maar al te goed. Maar ik pleit absoluut voor meer objectieve criteria.
Mooie vergelijking met de snelweg.
De aanleg van een snelweg is een beslissing van de gemeenschap.
Er zijn objectieve criteria om de kosten van die snelweg te bepalen.
De criteria om te beslissen welke snelweg gebouwd wordt en welk traject die aflegt zijn NIET objectief.
De grote prijs Maurice De Wilde is voor de eerste journalist die de vraag opwerpt: Welke objectieve criteria meneer Sierens?
De grote prijs Immanuel Kant is voor de eerste geïnterviewde die daar een fatsoenlijk antwoord op kan geven. (bezoekersaantal telt NIET mee, dan heb je geen cultuur meer.)
Beste boek, beste album, beste one-liner, slechtste column
Ook dit blog ontsnapt er niet aan.
Slechtste openingszin, is een categorie die nog niet bestaat.
Voortaan elk jaar (mezelf kennende zou het wel eens een kort lijstje kunnen worden) de grote prijs Artuur naar Arthur Schopenhauer, auteur van de slechtste openingszin van het millenium.
De ongeëvenaarde Arthur begon zijn eerste boek Wille und Vorstellung met de woorden Plato de Goddelijke en de verbluffende Kant.
Ik heb een deal gesloten met Arthur: Als hij mijn blog leest, dan lees ik zijn boek.
Hij (Arthur Schopenhauer) geloofde dat dit boek het raadsel van het universum oploste en toonde zich geschokt toen niemand er veel aandacht aan besteedde. (B)
Of hoe een mens enerzijds volledig van mening kan verschillen met iemand anders en er anderzijds toch een ongelooflijke verwantschap mee kan voelen.
Koen Meulenaere in zijn column in knack met genomineerden voor de beste one-liner van het jaar.
De top vier naar mijn smaak. Uiteraard allemaal volledig in het teken van dit blog.
Bart De Wever: 'Frank Vandenbroucke kent niemand die het met hem oneens is. Hij kent alleen mensen die hem niet begrepen hebben.'
Mireille Schreurs: 'Karel bezoekt tijdens de campagne geen markten. Dat zou hem meer stemmen kosten dan opleveren. Hij is nog bekwaam met de mensen ruzie te maken over de groenten die ze gekocht hebben.'
Marcel Vanthilt: 'Ze zeggen: de kiezer heeft altijd gelijk. Ik zeg: de kiezer is gewoon een idioot die zijn keuze meestal baseert op niets. Of op de laatste beeldvorming in de media.'
Jean-Luc Dehaene: 'Wat de publieke opinie denkt, is niet de beste leidraad om beslissingen te nemen. De publieke opinie zou desnoods zelfs Elio Di Rupo volgen in wat hij raaskalt.'
Los nog van het feit dat veel mensen zich wel degelijk interesseren voor de problemen van en met de media, is die reflex tekenend voor de redenering van veel centrale pionnen in de sector: enkel dat waar veel kijkers voor zijn, kan van belang zijn. In een democratie moeten echter heel andere overwegingen meespelen. Als je kinderen alleen opvoedt met zoetigheid, leren ze nooit te eten wat voedzaam en dus essentieel is. Die houding wordt hier veelal als betuttelend ervaren, terwijl ze in wezen gevoed wordt door verantwoordelijkheidsbesef.
Ook de Vlaamse media spelen te systematisch in op wat mensen willen, eerder dan op wat ze nodig hebben. Luisteraars, kijkers en lezers zijn niet in eerste instantie klanten, maar burgers. De belangrijkste verantwoordelijkheid van de media is niet een zo groot mogelijk publiek bereiken, maar een zo groot mogelijk publiek dusdanig informeren dat ze als volwaardige burgers kunnen deelnemen aan het democratische proces. Op dat vlak maken de media ondanks alle talent, inzet en goede bedoelingen te systematisch een slechte beurt.
Kort vierdelig essay.
Deel 1
Wat een entree.
Geert Buelens is met onmiddellijke ingang aanvaard als volwaardig pijnpunt van de Vlaamse journalistiek.
Deel 2
De waarheid bestaat niet. Datgene wat de minste mensen willen is niet belangrijker dan datgene wat de meeste mensen willen omdat het intrinsiek beter zou zijn.
Het is niet omdat de meeste mensen het willen, dat het de waarheid is. Er moet dus altijd ruimte blijven voor wat de minste mensen willen.
Deel 3
Geert Buelens is de Benno Barnard van de mediajournalistiek.
Ze vertrekken van een stelling waar vrijwel iedereen het mee eens is (respectievelijk Maar het niet-afhakken van handen is superieur aan het wél afhakken van handen. en Als je kinderen alleen opvoedt met zoetigheid, leren ze nooit te eten wat voedzaam en dus essentieel is.) en bouwen op basis van die stelling een betoog als een huis.
Een huis dat gemetseld wordt zonder mortel, een huis dat gefundeerd is op drijfzand. Een kaartenhuis.
Kant was een genie. De ontdekker van de katapult. De filosoof die ons terug naar de filosofische prehistorie katapulteerde. Alsof er nooit een David Hume bestaan had.
Een gitzwarte bladzijde in de filosofiegeschiedenis.
Kant geloofde dat alleen van een wezen dat begrijpt waarom het iets wel of niet doet, kan worden gezegd dat het zich moreel of immoreel gedraagt en dus dat moraliteit alleen mogelijk is voor rationele wezens. Een giftige slang kan niet immoreel worden genoemd. Maar de geldigheid van dergelijke redeneringen is niet alleen een kwestie van individuele smaak. We kunnen verschillend oordelen over de goedheid van een redenering, maar het feit dat we erover argumenteren en elkaar trachten te overtuigen, toont aan dat we geloven dat een echte goede redenering instemming afdwingt.
Immanuel S. de kromme Kant.
Een geldige redenering is universeel geldig, niet iets dat we naar willekeur kunnen toepassen. We kunnen niet volhouden dat een handeling voor mij goed zou zijn en voor iemand anders in identieke omstandigheden slecht; als die handeling voor mij goed is, moet ze voor alle anderen in dezelfde situatie ook goed zijn. Dit betekent dat de morele wetten die in de morele wereld gelden universele geldigheid hebben, zoals de natuurwetenschappelijke wetten die hebben voor de empirische wereld. Het betekent ook dat moraliteit, net als natuurwetenschap, gebaseerd is op rede.
Deze overwegingen brachten Kant ertoe om zijn fameuze categorische imperatief op te stellen: Handel zo dat de maxime van uw wil altijd ook kan gelden als universele wet. (B)
Immanuel S. de katapult Kant heeft het bewezen.
Er is geen speld tussen te krijgen.
Ik heb het gecontroleerd.
In Kritik der reinen Vernunft verloopt het bewijs als volgt:
IN = IN
IN + DIVIDU = IN + DIVIDU
INDIVIDU = IN + DIVIDU
INDIVIDU + TRINSIEK = IN + TRINSIEK + DIVIDU
INDIVIDU + TRINSIEK = INTRINSIEK + DIVIDU
En let nu op de geniale zet van Immanuel S. Kant: vermits trinsiek en dividu niet bestaan mogen ze geschrapt worden!
INDIVIDU = INTRINSIEK
Voor zoveel bewijs buigen wij deemoedig het hoofd.
Zo mogelijk nog straffer was de bewijsvoering in Kritik der praktischen Vernunft
IN = IN
IN = NI (positie in deze vermenigvuldiging heeft geen invloed op het resultaat!)
IN + DIVIDU = NI + DIVIDU
INDIVIDU = NI + DIVIDU
U + INDIVIDU + VERSEEL = U + NI + VERSEEL + DIVIDU
Vandaag heeft Alain Vandam, alias de Protput, mij gevraagd of hij lid kan worden van de septische club.
Wat een vraag, natuurlijk kan dat.
Hij was blij, blij, blij.
Allé Johan, dan zijn wij al met tien.
Dat begreep ik niet.
Dat begrijp ik niet Alain, zei ik.
Ah ja Johan, ik heb da zo een beetje gevolgd en ik heb da opgezocht van dat binair denken en zo. En weet gij hoe ze twee schrijven in het binair stelsel?
Bon, ja, hat is spijtig natuurlijk dat u niet gestudeerd hebt, maar echt moeilijk is het examen niet.
De vraag luidt:
Wat is het belangrijkste woord in de zin An inconvenient truth?
Stilte in de zaal!
Eeeeeennn . Pennen neer.
Het juiste antwoord was an.
Wat is for the sake of God het belang van een waarheid?
Alsof u op een proces waar u als getuige optreedt en de eed zweert zou zeggen:
"Ik zweer een gehele waarheid en niets dan een waarheid te zeggen".
U gaat daar nogal de wind van voren krijgen.
De waarheid is ondeelbaar.
Had u het juist? Proficiat.
Had u het fout? Jammer, maar er is altijd nog een tweede zit.
U zit trouwens in goed gezelschap.
Ook Bryan Magee heeft tweede zit.
Een gematigd scepticus.
Sorry hoor, maar wie dat als titel voor zijn essay gebruikt, dat is onmiddellijk terug naar af.
Een gematigd scepticus, dat is zeggen akkoord, waarheid bestaat niet, maar toch wel een beetje of schoonheid bestaat niet, maar toch wel een beetje.
Waarheid bestaat niet, dat is The inconvenient truth.
Jarenlang heb ik de boot afgehouden omdat ik helemaal geen vrienden heb.
En toen had ik één vriend: Heraclitus.
Maar zo één vriendje, dat vond ik toch een beetje zielig.
En nu ben ik aanbeland op bladzijde 42 van mijn boek en heb ik plots honderden vrienden. Het zijn wel allemaal rammelende geraamtes, maar toch.
Scepticisme in de brede zin van het woord had een lange traditie in het Griekse denken. Xenophanes leerde al dat we altijd meer kunnen leren dan we weten, maar dat we nooit zeker kunnen weten een definitieve waarheid te hebben gevonden. Socrates zei één ding te weten en wel dat hij niets wist. Maar Socrates geloofde tenminste dat kennis mogelijk was, en deed zijn best er wat van te verwerven, terwijl Xenophanes meende dat we in elk geval onze onwetendheid kunnen verminderen. Beiden stonden positief tegenover onderzoek en de mogelijkheid van kennisverwerving.
BEIDE KANTEN OP REDENEREN
Pyrrho (365 270 v; Chr.) was de eerste die het scepticisme tot alfa en omega van zijn denken maakte, en veranderde het in een filosofie die de hardnekkige weigering inhield ergens in te geloven. Hij was de stichter van een school van filosofen die bekend werden als de sceptici, en een systematisch en radicaal filosofisch scepticisme wordt nog steeds pyrronisme genoemd.
Pyrrho had als soldaat onder Alexander gediend en zelfs in India gevochten. De kennismaking met allerlei landen en volkeren kan hem een indruk hebben gegeven van de veelheid van meningen die mensen kunnen hebben. Voor elke mening die men hier vindt, is er elders een tegengestelde. En meestal zijn de argumenten aan beide kanten even goed; dat vond Pyrrho tenminste. Het enige waarvan we kunnen uitgaan zijn de verschijnselen, maar die zijn vaak misleidend en dus kunnen we nooit een verklaring boven een andere verkiezen. Het is het beste je geen zorgen te maken en je te laten drijven op de stroom en mee te gaan in de praktijken die je in je toevallige situatie aantreft.
Pyrrhos leerling Timon van Philius (320 230 v. Chr.), onderbouwde deze houding met intellectuele argumenten. Hij verklaarde dat elk bewijs uitgaat van premissen die het zelf niet bewijst. En als je zou proberen de waarheid van die premissen te bewijzen, zou je weer moeten uitgaan van andere onbewezen premissen enzovoort. Een laatste basis voor zekerheid is er niet. Toen Timon stierf, nam Arcesilaus (315 240 v. Chr.) de leiding van Platos Academie over, die tweehonderd jaar in handen van de sceptici zou blijven. Arcesilaus had twee onderwijsmethoden: hij kon bij elk vraagstuk even sterke argumenten voor als tegen geven, en verder kon hij elke stelling die zijn studenten hem voorlegden, ontkrachten. Zijn opvolger Carneades (214 129 v. Chr.) baarde groot opzien in Rome met een aantal openbare colleges, waarin hij eerst de opvattingen van Plato en Aristoteles over rechtvaardigheid verdedigde en later precies het tegendeel daarvan.
ER IS GEEN ABSOLUTE ZEKERHEID
Het scepticisme zou in de geschiedenis van de filosofie een belangrijke rol blijven spelen. Dat komt omdat op het niveau van redenering en bewijsvoering zekerheid simpelweg niet bestaat al werd dat pas in de twintigste eeuw algemeen erkend en dus zou de zoektocht naar zekerheid van wezenlijk belang in de geschiedenis van de filosofie blijven. In een geldige redenering volgt de conclusie uit de premissen, maar dat betekent nog niet dat de conclusie ook waar is. Elke redenering begint met als: als p waar is, dan is q ook waar. Maar dat laat de waarheid van p zelf buiten beschouwing. De redenering kan die waarheid niet bewijzen, omdat ze p gewoon aanneemt, en als ze de waarheid zou aannemen van wat ze wil gaan bewijzen, zou ze in een vicieuze cirkel ronddraaien. Elk bewijs gaat dus uit van onbewezen premissen, en dat geldt voor logica, wiskunde en natuurwetenschap net zo goed als in het dagelijks leven. TOCH volgt hier weer niet uit dat we nooit redenen kunnen hebben om het andere samenstel van veronderstellingen boven het ene te verkiezen. De ontrafeling van deze onderscheidingen zou nog langdurig en ingewikkeld blijken te zijn.
De bekendste sceptische filosoof van latere datum is de Schot David Hume. Zijn scepticisme hield in dat we om in leven te blijven steeds keuzes en beslissingen moeten nemen en dat we daarom gedwongen zijn uitspraken te doen over hoe de dingen zijn, of we dat nou leuk vinden of niet. Omdat we nooit zekerheid hebben, moeten we het doen met de beste taxatie van de realiteit die we kunnen verrichten, en dat betekent dat we de mogelijke alternatieven niet met dezelfde scepsis kunnen bekijken. We moeten derhalve uitgaan van een gematigd scepticisme. Het is inderdaad de vraag of iemand op basis van een radicaal scepticisme zou kunnen leven; en als dat wel zo is, of dat leven de moeite waard zou zijn. Maar deze weerlegging van het scepticisme, als het er inderdaad een is, is geen logische redenering. In de dagelijkse praktijk is zekerheid onmogelijk en kunnen we TOCH ook niet alle mogelijkheden als gelijkwaardig beschouwen. (B)
@ Bryan: wil je de deur sluiten want het TOCHT hier. Van tocht krijg je de kramp, dat is algemeen geweten. Een zich krampachtig vasthouden aan de waarheid. TOCH ongelooflijk hoe het denken geconditioneerd is door de waarheid.
Hij kon bij elk vraagstuk even sterke argumenten voor als tegen geven.
Arcesilaus zijn gebeente ligt waarschijnlijk in een deuk. Als alle argumenten subjectief zijn, hoe kunnen er dan sterke en zwakke argumenten zijn?
Laat me even mijn blasé schoenen aantrekken.
Hij kon elke stelling die zijn studenten hem voorlegden ontkrachten.
Dat kan ik ook, dat kan ik bewijzen.
Begin bewijs.
Ik heb geen studenten.
Einde bewijs.
Het is helemaal niet moeilijk om een stelling te ontkrachten: Op zoek gaan naar de onbewezen premisse, die kan zich hooguit enkele alineas verborgen houden.
Beste Bryan, de kernvraag is helemaal niet of het leven de moeite waard is zonder waarheid. Je hebt helemaal niet te kiezen, het is dus een compleet overbodige vraag.
De kernvraag is of het leven de moeite waard is zonder de illusie van waarheid.
OCH, zo erg is dat nu ook weer niet.
P.S.
Potverdekke!
Ik heb net gelezen dat het helemaal in is om te gaan defrienden
Stotel griste de kruik wijn uit de handen van zijn broer en nam een paar ferme slokken.
Het huis is wat het is dankzij zijn vorm Ari., zei hij.
De Vormen zoals bij Plato?, vroeg Ari vol ongeloof.
Nee, nee, schudde Stotel zijn hoofd, dat kunnen we niet maken, dat krijg zelfs jij niet verkocht. Nee, de Vorm mag geen buitenwereldlijk begrip zijn, het moet iets van deze wereld zijn.
Waarom moet jij het ook altijd zo moeilijk maken Stotel?
Daar had Stotel niet direct een antwoord op. Hij dronk gulzig van de kruik.
Geniaal Ari, geniaal. Waarom, dat is het gewoon broer, zei hij na een tijdje.
Boos nam Ari de wijnkruik weer af van zijn broer. Die was inmiddels zo leeg als het hoofd van Plato. Hij slingerde de kruik in de richting van de bouwvakkers. (Als bij wonder bleef de kruik intact, actueel te bewonderen in het filosofisch museum van Zichem-Zussem-Bolder.)
Ik ben bloedserieus Ari, zei Stotel die zich op zijn beurt een beetje begon te ergeren aan het kinderachtig gedrag van zijn broer.
Ari bleef mokken. De laatste keer dat Stotel bloedserieus was geweest hadden ze een proces wegens hoogverraad aan hun broek gesmeerd gekregen.
Waarom, dat is de essentie. Er zijn hik vier oorzaken waarom iets zo hik is als het is.
Als puntje bij paaltje komt zal deze jongen het weer mogen uitleggen, finaal gejost als het ware, dacht Ari bij zichzelf.
Neem nu een marmeren hik standbeeld. Er is marmer nodig. De materiële hik oorzaak. De waar-is-het-van-gemaakt? oorzaak
Finaal dronken, dacht Ari.
Er is een hik hamer en beitel nodig hik de efficiënte oorzaak. De wat-maakt-of-veroorzaakt-het? oorzaak
Finaal bezopen, dacht Ari.
Stotel strompelde en viel voorover. Ari hielp hem recht. Finaal onderuit, dacht hij.
Voor het zo-zijn van het beeld hiks het verder nodig dat het de gewenste vorm krijgt, die van een paard of een mens of een zuil of een hik boot of een vrouw een vrouw met hik joekels van de formele oorzaak, de wat-geeft-het-de-kenmerkende-vorm? oorzaak.
Finaal de mist in
En dan is er nog de hikintentie. Alles gebeurt omdat een beeldhouwer zich voornam een beeld te vervaardigen. Een beeld van een vrouw met jhikels van de uiteindelijke-doel-van-het-geheel oorzaak.
t Is al goed, t is al lang goed. De finale oorzaak zeker, zei Ari.
Plato en Aristoteles zijn de archetypen van de twee confligerende tendensen die de filosofie altijd hebben gekenmerkt. Er zijn filosofen die de kennis van de wereld zoals we die waarnemen van secundair belang achten en menen dat het in de eerste plaats gaat om iets dat achter of aan gene zijde van, of verborgen onder de oppervlakte van de wereld ligt. Anderzijds zijn er filosofen die geloven dat onze wereld zelf het meest aangewezen onderwerp voor ons filosoferen is. De grote rationalistische filosofen van de zeventiende en achttiende eeuw vonden bijvoorbeeld dat de zintuiglijke kennis van de oppervlakte der dingen ons maar al te vaak misleidt, terwijl de grote empiristen uit dezelfde periode meenden dat alleen de waarneembare feiten betrouwbare informatie leveren. De tegenstelling tussen de twee tendensen is bestendig en duikt in deze of gene vorm steeds weer op.
De keus voor een van deze twee filosofische houdingen kan een kwestie van temperament zijn. Mensen met een religieuze inslag, maar niet alleen zij, zien waarschijnlijk meer in de platonische benadering, terwijl meer werelds ingestelde mensen de voorkeur zullen geven aan die van Aristoteles. De beide benaderingen zijn zo hardnekkig, omdat de een waarheden beklemtoont die de andere onderwaardeert. Je kunt daarom het beste de keuze niet maken, maar van beide benaderingen leren. Het unieke genie van de Duitse filosoof Immanuel S. Kant bracht de twee benaderingen aan het einde van de achttiende eeuw harmonieus samen tot een plausibele eenheid. (B)
maar het zijn niet de materialen die het huis maken, het is de vorm en de structuur. Het meest opvallende voorbeeld dat Aristoteles geeft, is de mens. De materie van Socrates lichaam, zegt hij, verandert elke dag, en elke zoveel jaar verandert dat lichaam in zijn geheel, en toch blijft Socrates zijn hele lang dezelfde.
Je kunt daarom niet beweren dat Socrates de materie is waaruit zijn lichaam bestaat. Aristoteles breidt deze redenering uit tot zijn soortbegrip. We noemen de verschillende soorten niet hond omdat ze uit een of ander onderscheidend materiaal bestaan, maar omdat ze een kenmerkende organisatie en structuur gemeen hebben, die hen onderscheiden van andere dieren die ook uit vlees, bloed en botten bestaan.
Deze vernietigende argumenten tegen het platte materialisme dat beweert dat er alleen materie bestaat, zijn in feite nooit echt weerlegd. Toch zijn er altijd materialisten van dit type geweest. Zolang ze Aristoteles argumenten niet hebben weerlegd, is hun stelling niet serieus te nemen. (B)
Vernietigende argumenten
Toe maar, en dat op Kerstmis.
Bryan Magee schrijft een mooi boek over filosofie.
Over filosofie schrijven is blijkbaar ook altijd aan filosofie doen.
Vernietigende argumenten.
Even Charles Darwin lezen Bryan. Volgens mij zijn kenmerkende organisatie en structuur aan verandering onderhevig.
Maar nu ten gronde.
Het platte materialisme?
Er is waarheid: 1
Er is geen waarheid: 0
Ik ben een 0 en u bent een 1.
En ik zou een platte materialist zijn? Hebt u wel al eens goed in de spiegel gekeken?
Ik heb geen bezwaar tegen het woordgebruik op zich, maar het zou toch een beetje relevant schelden moeten zijn.
Ik stel voor dat u in de toekomst naar mij verwijst als vette materialist of vetzak. Op mijn beurt zal ik jullie aanspreken als die van de platte Soort.
Ik heb vakantie! En er ligt sneeuw!! Wat kan een mens dan beter doen dan te gaan sleeën. Gaan sleeën op de filosofische hellingen. Is dat niet mooi gezegd. (Met dank aan Piet Deslé voor de associatie in mijn brein)) Ik heb ondertussen begrepen dat de echte filosofen ook een beetje schrijver zijn. Relevante literatuur. Ik ben alvast beginnen oefenen. Echte filosofen skiën natuurlijk, maar ik ga toch maar wijselijk (!) met mijn slee beginnen.
Ik moet eerlijk toegeven, die filosofie bevalt me wel. Beetje moeilijk af en toe, maar toch wel leuk. Als u het maar niks vindt kan u het rustig overslaan. Ik zweer u met de hand op het hart dat u er niks aan mist. Een paar handige weetjes voor als je een kwisje meespeelt, maar dat is het dan ook. Qua strikt noodzakelijke kennis is het voorlopig voldoende als u Heraclitus kent. Ik laat u zeker iets weten als daar verandering in komt.
Na Socrates is er Plato. Over Plato kunnen we kort zijn. Plato was een beetje een leeghoofd, een mooie jongen met een mooi gezicht dat goed pakte op marmer, maar dat was het dan toch wel zo een beetje. Daar wil ik helemaal niet mee gezegd hebben dat een mooie jongen geen diepgang kan hebben, ik weet wel beter. Maar Plato, laten we eerlijk wezen, goed voor de hoofdrol in een Walt Disney film, niet goed genoeg voor de hoofdrol in een relevante film.
En dan is er Aristoteles. De meest bekende filosofische tweeling is Aristoteles. Ari en Stotel. Eigenlijk een beetje gemakkelijke roem, als je de enige filosofische tweeling bent ben je al gauw ook de meest bekende filosofische tweeling. Ik ben vol verwachting. Met twee weet je toch al meer dan alleen.
Voor Socrates was er waarheid. Plato is de man van de Vorm. De Vorm is de wereld van de intrinsieke waarheid. Er is de waarneembare wereld waar alles verandert. Alles wordt, niets is is een uitspraak van Plato. Het lijkt wel Heraclitus maar dat is het niet. Het is namelijk een uitspraak over de waarneembare wereld. Achter die waarneembare wereld schuilt er voor Plato de wereld van de Vorm, de wereld van de intrinsieke waarheid, de wereld Niets wordt, alles is(uitspraak van mij). De toch net iets belangrijkere wereld. Ari en Stotel erkenden Platos genie en zijn schatplichtigheid daaraan ten volle, maar de kern van diens filosofie wezen zij af, en wel het idee dat er twee werelden zijn. (B)
YES ! Twee weten meer dan één, heb ik het niet gezegd. Wat we niet kunnen waarnemen, heeft geen betekenis voor ons. We kunnen er niet naar verwijzen, er niet over praten, en daarom kan het op geen enkele verifieerbare manier deel uitmaken van onze filosofische overwegingen; als we ons buiten het gebied van het waarneembare begeven, verliezen we ons in leeg gepraat. Daarom wezen Ari en Stotel Platos Ideale Vormen af: ze zagen geen reden hun bestaan aan te nemen, en ze geloofden ook helemaal niet dat ze bestonden. (B)
Ari en Stotel lagen languit in het gras met een kruikje wijn tussen hen in. Sjonge Ari, wat een leven man Je zegt daar iets Stotel, je zegt daar iets, zei Ari toen hij de kruik naar zich toe trok, beetje zitten zwetsen en er nog voor betaald worden ook We moeten toch wel iets gaan bedenken Ari. De idee om Plato onderuit te halen was geniaal. Een gat in de markt, een unique selling proposition. Maar het verhaal is wel op broer. Elke maand minder en minder betalende bezoekers. Tja, zei Ari aarzelend. Ari en Stotel waren het meest complementaire duo ooit. Dat moet je ze in alle geval nageven. Ari was de verkoper, de zakenman. De ideeën kwamen van Stotel. Tja, zei Ari en hij zette zich recht om een slok te nemen. In de verte zag hij bouwvakkers met allerlei materiaal sjouwen. De schrik sloeg hem om het hart. Ja Stotel, zo op een bouwwerf meedraaien, dat zie ik echt wel niet zitten man. We moeten echt wel iets bedenken. Stotel zette zich ook recht en keek in de richting waar zijn broer zijn blik op gericht had. Dat is het gewoon Ari, dat is het gewoon. Ari verslikte zich in zijn wijn.
Als je iemand de opdracht geeft een huis te bouwen en hij zou op de bouwplaats de bakstenen, de dakpannen en het hout uitladen en vervolgens tegen je zeggen: Alsjeblieft, hier is je huis, zou je denken dat hij een grap maakte, en niet eens een leuke. Alle benodigde bouwmaterialen zouden aanwezig zijn, maar zouden slechts een berg bakstenen, planken en dergelijke vormen, maar geen huis. Da materialen moeten volgens een bepaald plan in elkaar worden gezet om een huis te vormen, en alleen dankzij dat plan is het geheel een huis. Dat huis zou natuurlijk ook van heel andere materialen gebouwd kunnen worden; van beton, glas, metaal en plastic. Het moet natuurlijk wel van iets gebouwd worden (en dat is niet zonder belang), maar het zijn niet de materialen die het huis maken, het is de vorm en de structuur (B)
Het was donderdag een vreemde bedoening in de commissie Leefmilieu van het Brusselse parlement. Op de agenda de kleine milieuramp in de Vlaamse wateren van Vilvoorde tot in de Sinjorenstad, waar ze nu mogen meegenieten van de heerlijke parfums van de Brusselse Seigneurs.
En van de Dames van die seigneurs. Het zijn uitgerekend deze Dames die het in Brussel voor het zeggen hebben, onder hen Evelyne Huytebroeck, minister van leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en geen centimeter daarbuiten, want voorbij Schaarbeek en Laken houdt haar leefmilieu op.
Gebrek aan communicatie
Ondanks de vissen die naar adem snakken, en de wandelaars die langs de Zenne hun neus ophalen voor de stank, had de parlementaire commissie weinig voeling met de realiteit der dingen. Wat voor de HH en Dames parlementsleden telt is wanneer de minister henzelf, of de regering, of deze of gene administratie op de hoogte heeft gebracht van een en ander. En daar wordt dan grote schande over gesproken. Maar over de Zenne, de Dijle en de Rupel? Nauwelijks een woord.
Mevrouw Huytebroeck is trouwens niet verder geraakt dan zich te verontschuldigen voor een gebrek aan communicatie met het publiek over het omtoveren van de Zenne tot een open riool. Dan had het publiek wellicht nog papieren zakdoekjes kunnen bestellen om de stank te bestrijden. Voor de rest lag de frontlijn waar de minister zich had achter verschanst duidelijk open: Evelyne Huytebroeck heeft geen enkele fout gemaakt, en de Ecolominister heeft gelijk, omdat ecologisten nu eenmaal gelijk hebben. Altijd.
Aquiris
En net zoals groenen altijd gelijk hebben, is al wat verkeerd draait de schuld van de privé. Als gewezen militante van de extreemlinkse studentenbeweging grijpt Evelyne naar de traditionele wapens tegen de even traditionele vijand: het Kapitaal. In dit geval de firma Aquiris, dochter van de Franse afvalgigant Veolia. Met dat nu zo achterlijke bedrijf heeft de Brusselse regering een contract lopen van 800 miljoen euro, over 20 jaar, en we zijn nog maar aan jaar 2 van het feitelijke uitbaten van de concessie.
Daarvoor is een ppp opgericht, in het Frans een partenariat public privé, een pps in het Nederlands, van publiek-private samenwerking. Maar Ecolo heeft blijkbaar zon afkeer voor privébedrijven dat de partij er in slaagt om van een pps, een private publieke samenwerking, een ppt te maken, een publiek private TEGENwerking.
Dat Aquiris zich het recht aanmatigt om de zuiveringsinstallatie gewoon stil te leggen, is alleen mogelijk in zon vijandige sfeer. Het feit dat de vertegenwoordigers van de minister zelfs niet naar de raad van bestuur van Aquiris mochten, waar de beslissing werd genomen, is daar het beste bewijs van. De groene minister wist natuurlijk dat die beslissing ten koste zou gaan van de bevolking, de natuur en van het Vlaamse milieu. Maar wat zou dat? De ecologische footprint van een Brusselse minister gaat maar tot de grens van haar 19 gemeenten, en als ze in de Marollen genoeg met de fiets rondrijdt, zal die wel weer op nul komen te staan.
Daarom vond de minister het helemaal niet nodig uit te leggen waarom het conflict met de private partner Aquiris zo hoog was opgelopen, en waarom ze de ecologische catastrofe van vandaag niet heeft voorkomen. Dat was wel degelijk mogelijk als de Brusselse regering, en de minister van Leefmilieu in het bijzonder, sneller hadden gereageerd en het dossier van de verzanding en de obstakels die het zuiveringstation blokkeren op een volwassen manier had behandeld.
40 miljoen euro
Alleen komt dan vrij snel de aap uit de mouw, want blijkt dat Aquiris wel degelijk had uitgelegd dat er een probleem was. En dat er dringend een bijkomende investering van 40 miljoen euro nodig was om het euvel van een bijkomende filter op te vangen. Wie de Belgische politiek kent, ziet de bui al hangen. Beste Vlaamse buren, zegt Ecolo straks aan hun trouwe vrienden van Groen!: als Vlaanderen een propere Zenne wil, is het toch simpel, geef ons 40 miljoen euro, en U krijgt een vislijn toe om over 5 jaar weer baars te vangen in Mechelen.
Wie naast politieke kennis nog een beetje geheugen heeft , herinnert zich diezelfde koppigheid van Ecolo toen er over Brusselse geluidsnormen moest worden onderhandeld. Het was toen ook een dame, mevrouw Durant, die ervoor gezorgd heeft dat de luchthaven van Zaventem is afgeschreven voor talloze internationale bedrijven, wat al duizenden banen heeft gekost. Maar zeker met Kopenhagen in de achteruitkijkspiegel heeft Ecolo toch weer gelijk, altijd.
De ecologisten zijn zo overtuigd geraakt van hun grote gelijk dat ze in feite de oorzaak worden van de ene ramp na de andere, een milieuramp in de Zenne, een economische ramp in de Vlaamse rand.
Milieu wordt niet beter van groenen
Mijn conclusie is eenvoudig, dat wie niet kan besturen, beter niet bestuurt. Dat ecologisten staan te roepen aan de kant, of dikke bundels met waarschuwingen publiceren op gerecycleerd toiletpapier kan eigenlijk geen kwaad. Maar in de werkelijke wereld wordt het milieu niet beter van groenen achter het stuur.
Integendeel, een houding van Groot Gelijk kan tot totale onverantwoordelijkheid leiden, zoals bij mevrouw Huytebroeck, waarvan het verder functioneren als minister ondenkbaar is. Ook daarom moeten de Vlaamse ministers en de staatssecretaris van Groen! in de Brusselse regering de onmiddellijke vervanging eisen van de onbekwame Huytebroeck, anders worden ze medeplichtig aan dit onverantwoordelijk bestuurlijk gedrag.
Tja, en wat zit die Brusselse staatssecretaris van Groen! daar dan eigenlijk te doen? Hij waakt over de mobiliteit van de fietsers en van de voetgangers Groot Gelijk!
Piet Deslé, directeur communicatie LDD, en Brusselaar.
Directeuren communicatie, een ras apart.
Logica.
Een houding van Groot Gelijk leidt tot onverantwoordelijkheid.
Onverantwoordelijke mensen kunnen beter niet besturen.
Mogelijkheid A: Piet Deslé heeft groot gelijk.
Mogelijkheid B: Piet Deslé heeft geen groot gelijk.
En wat betreft die vraag naar de Vlaamse identiteit is stilte misschien wel het gepaste antwoord. Omdat die ons verplicht de diversiteit van onze bevolking aan te schouwen. En omdat die ons verplicht te luisteren naar de duizenden melodieën en symfonieën buiten de opinierubrieken van onze kranten: of het nu gaat om de hiphoppende jongeren, of de humor van de film Les Barons. Een stilte die ons verplicht naar elkaar te kijken tot we elkaar werkelijk zien', en te luisteren tot we elkaar horen'. Tot dan, doen we er misschien best aan Diam's voorbeeld te volgen, en gewoon te zwijgen.
Jammer van de uitschuiver op het eind sis.
Het is niet de bedoeling dat de mensen die naar jou mening vals zingen moeten zwijgen.
Ik ben een zeer slecht zanger. Ik zing zo vals als een kat.
Maar dat neemt niet weg dat ik af en toe zeer graag zing. P.S. Niettemin hoop ik dat je nog wel een keer wil inspringen.
Dit is ook de lijn van de interpretatie van de Franse socioloog Eric Fassin geeft in het Franse cultureel tijdschrift Les Inrockuptibles die in haar stilte vooral een teken van machteloosheid' ziet.
Door over haar keuze te zwijgen, lijkt Diam's immers het keurslijf waarin ze door de vragen geduwd wordt te verwerpen. Vragen die om een verantwoording vragen voor haar religieuze keuze, haar keuze voor de hoofddoek...
Ik ben een workaholic.
Mijn zus heeft de verdienste de belang van het zwijgen op de agenda te plaatsen.
Door er een column over te schrijven gaat ze het zwijgen ook interpreteren.
De ene keer al wat gelukkiger dan de andere keer.
Met deze interpretatie ben ik het helemaal eens.
Niemand hoeft zich te verantwoorden voor zijn overtuiging.
"Hier komt ooit een citaat van één of andere nitwit." Johan.
STATUTEN
0)NAAM: nullen club 1)LIJFLIED: Volver (terugkeren)
2)MASCOTTE: Ventje Tutlatee 3)GROET: het "ok" teken dat duikers tegen mekaar maken (symboliseert de nul) 4)LIDMAATSCHAP: iedereen die dit blog meer dan één keer bezoekt wordt automatisch lid. 5) ERE - LIDMAATSCHAP: volgens redelijke subjectieve normen. 6) ERE - LEDEN: Theo Vloebergh Joss Stone Manu Van Hecke Muriel Barbery
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
"De schoonheid der dingen bestaat in de geest van wie ze beschouwt" DAVID HUME
"De rede is de slaaf van de hartstochten" DAVID HUME
"Er zijn geen feiten, alleen interpretaties" FRIEDRICH NIETZSCHE
"Je kunt een probleem niet oplossen vanuit hetzelfde soort denken dat tot het probleem heeft geleid" ALBERT EINSTEIN
"De werkelijkheid is slechts een illusie, maar wel een heel hardnekkige" ALBERT EINSTEIN
Bon, waarvan hebben we het deze week weer op de zenuwen gekregen?
Jury’s van televisieprogramma’s, laten we daarmee beginnen. Volgt u ze, al die uitzendingen waarin dans-, zang-, schaats- of keukenkwaliteiten van al dan niet bekende Vlamingen worden getest? We mogen hopen van niet, maar helemaal kunnen ze u niet ontgaan zijn. Claudio en Gaëlle zijn een koppel – of beter gezegd: waren een koppel – waar ook onze kwaliteitskranten geen nadere toelichting meer bij verstrekken. Claudio en Gaëlle, de kwaliteitslezer wordt verondersteld te weten over wie het dan gaat. Zoals bij Nicole en Hugo, Wendy en Frans, of Miet en Wilfried.
In zowat al die programma’s is er een jury van soi-disant deskundigen die oordeelt over de deelnemers. De meesten van hen vinden al vlug dat zij belangrijker zijn dan de kandidaten. En erger: gaan zich daarnaar gedragen.
Welnu, hier ons voorstel. Al die aanstellers van juryleden in een bus van Pam Vermeulen en afvoeren naar een afgelegen loods of schuur. Daar netjes op een rij opstellen, wijl tegenover hen, ook netjes op een rij, de beledigde of vernederde kandidaten al hebben plaatsgenomen. Aan elk der leden van deze tweede rij nu een geladen machinegeweer ter hand stellen. En een mand vol reservemunitie. Daarna het teken geven: ‘Tien minuten, vanaf… nu!’ En dan schieten maar. Het zal gauw gedaan zijn met Peter Goossens en Davy Brocatus. Of met dat madammeke met haar visveilingstem uit Mijn restaurant.
Wat heeft ons, en u ongetwijfeld ook, nog meer geërgerd? Opiniepagina’s in kwaliteitskranten. Dat is dus echt dé gesel van de hedendaagse journalistiek. In overweging nemende dat opiniepagina’s er een rechtstreeks gevolg van zijn, wat valt er dan nog aan te voeren ter verdediging van de vrijheid van meningsuiting? Ja, het is de enige manier waarop Dirk Verhofstadt, onder zijn nom de plume van zijn broer Joenk of van Mathias De Clercq, iets terugdoet voor het vele belastinggeld dat hij in zijn nutteloze carrière weddegewijs heeft binnengerijfd. Nooit iemand ontmoet die kon uitleggen wat Dirk Verhofstadt eigenlijk uitricht, behalve op uw en mijn kosten boekjes zitten lezen.
Maar dit is vanzelfsprekend geen vergoelijking voor het oeverloze geëmmer en geëtter en gezeur en gezeik dat allerlei zichzelf interessant wanende personen dagelijks via vrije tribunes in de krant kwakken. Eén bladzijde is daarbij al lang niet meer genoeg, twee of drie, in het weekend negen. En o wee als Pier Pol op de korrel heeft genomen. Dan staat er de volgende dag op dezelfde plaats geheid de reactie van Pol op Pier, in een even oeverloze stroom van hoogdravende woorden.
Was het hiermee afgelopen, een mens zou de schouders kunnen ophalen, maar nee: de dag nadien is Pier er weer. Pol heeft niet gelezen wat er stond! Pol maakt eerst een karikatuur van de woorden van Pier, of van Pier zelf, en neemt dan de karikatuur op de korrel, een eeuwenoude truc uit het sofisme. Pas op: soms durft Pol dan nog een tweede keer te reageren. Pier heeft ook niet gelezen wat er stond… Als dan eindelijk, ein-de-lijk, zowel Pier als Pol als de eindredacteurs van deze kletspagina’s het welletjes vinden, is daar Kristien Hemmerechts. Of Cas Vander Taelen. Of meester Van Steenbrugge. Gevolgd door een eindeloze stoet gesubsidieerde universiteitsprofessoren. Leve de vakschool.
En dat heeft dan met zijn allen de hoogmoed te beweren dat zij ‘het maatschappelijk debat’ voeren. Wel, indien dat zo is: weg met het maatschappelijk debat. Al die vrijetribunespelers in een doodlopende steeg samendrijven en een bom erop, wedden dat de wereld nadien een betere plaats zal zijn?
Maar het allerergst zijn natuurlijk de columnisten, van wie er helaas ook steeds meer en meer zijn. Een plaag. Niemand bedenkt nog een krant of een tijdschrift, of er moeten zes columns in. Liefst zeven. Jezus, wat een ellendige troep nitwits. Uitroeien!
Koen Meulenaere
Heeft nergens iets mee te maken. Pure filosofie dus.
Zit wat te zappen en zie op ATV een madammeke uit een jeans boetiekske in 't stad. De interviewster vraagt wat er typisch is aan de nieuwe collectie.
Het maske zegt: de zomercollectie is zeer ethisch geïnspireerd. Waw, denk ik, en spits mijn oren. Terwijl ik dat doe, of daardoor, valt mijn frank. Ze zei natuurlijk niet "ethisch". Ze zei "eighties".... Op z'n Antwerps Schoon Vlaams klinkt dat natuurlijk hetzelfde.
RIKM
"Zwijgen is een argument dat moeilijk te weerleggen is" HEINRICH BÖLL
Filosofie-vrije wetenschap bestaat niet; er is hooguit wetenschap waarvan de filosofische bagage zonder nadere inspectie aan boord wordt genomen.
DANIEL DENNETT
"A truth ceases to be true when more than one person believes in it. " OSCAR WILDE