Lieve Moetie,
Het lezen van dit blogberichtje deed mij denken aan het volgende, het uitzwaaien van jullie bezoekers, vakantiegangers, helpers, werkers en luiaards. Het was het eerste jaar in een prachtige zonnige zomer. Gedurende deze zomer was het een aan-en- afvoer van hulptroepen om te komen helpen bij het eerste begin van de eerste verbouwing. Wie er ooit mee is begonnen dat weet ik niet meer. Wel dat er hard werd gerend om op tijd aan de achterkant van het landgoed te zijn, zodat er dan flink gezwaaid kon worden.
Zo kwam er ook in een van de volgende jaren een kleine variant erop. De heren of zal ik zeggen de kwajongens, K en O hadden op een gegeven ogenblik bekokstoofd om een geintje ermee uit te halen met dat uitzwaaien. K en O waren weer eens komen helpen en gingen op een gegeven ogenblik toch weer terug naar het kouwe kikkerlandje. Dus stapten ze in het kleine blauwe monsterautootje en luid toeterend en enthousiast zwaaiend en half hangend uit het autootje reden ze weg. De mensen die achterbleven sprongen op en neer en druk zwaaiend, waarvan zelfs enkele met dubbele armem werd er afscheid genomen van de harde werkers. Toen het blauwe monsterautootje de hoek omging en uit het zicht verdween vlogen de achterblijvers pijlsnel naar achteren met de bedoeling om daar weer entousiast te gaan zwaaien.
Het blauwe monsterautootje met de kwajongens K en O waren inderdaad de hoek omgegaan, maar aan het einde van de weg waar men normailter rechtsaf slaat, gingen ze linksaf. Om daarna weer linksaf te gaan en terug te scheuren met een vaartje van 160 km p.u. waar ze vandaan kwamen. Dit geschiedde alles binnen een minuut (de bewoners van het dorp spraken later er schande van). Stilletjes werd het blauwe monsterautootje voor het huis stilgezet en slopen de kwajongens K en O stilletjes naar achteren.
De groep achterblijvers waren inmiddels druk pratend en wachtend op het blauwe monsterautootje. Maar het blauwe automonserautootje kwam niet en dat werd inmiddels ook opgemerkt door enkelen. Want men begon.... van waar blijven ze nou? Er zal toch niets gebeurd zijn? Men hoorde het geluid van een auto aankomen en men begon alvast de armen in de lucht te heffen. De kwajongens K en O waren inmiddels ook stilletjes gearriveerd en sloten acteraan de groep achterblijvers. Op gegeven moment zei iemand: "Waar blijven ze nou?". Waarop de kwajongen O het volgende zei: "Ik snap er ook niets van". Geschrokken draaide een deel van de achterblijvers zich om en onstond er alom hilariteit. De kwajongens keken elkaar aan en gniffelden tegen elkaar "Oh, wat een goeie grap en wat waren de achterblijvers erin getrapt". Uiteindelijk werd er toch afscheid genomen van de kwajongens K en O, maar men ging niet voor een tweede keer naar achteren. Een leuke anekdote was geboren !
|