Inhoud blog
  • Vaag verlangen (stijl Herman Brusselmans)
  • Zondagmorgen ( stijl Herman Brusselmans)
  • Hete zomers (dit was een proefopdracht - Herman Brusselmans)
  • Mannen.
  • Wat zijn mensen?
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    AnneliesPuype

    28-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vaag verlangen (stijl Herman Brusselmans)

    Met haar lompe voeten stapte ze de deur uit. Ik hoorde hoe mijn kleine olifant de trap naar beneden betrad. Wat heb ik haar toch graag. Mijn eigen kleine teef, mijn kruiperige slavin. Zonet heeft hier een klein bombardement plaatsgevonden. Hier, in dit kot vol stront. Hoe ze haar bek openzette, die bovendien nog eens uitpuilde van het gezaag; het kwam me mijn oren uit. Haar ogen schoten vuur. Zo hitsig en heet dat ze stond. Ik moet toegeven, ik hou wel van heet, maar dan niet noodzakelijk afkomstig van haar. Een groot halfuur, zo lang raaskalde dat vrouwmens maar door. Ze bewoog haar lompe armen, voorzien van immens dikke vingers, hevig in het rond. Net een olifant die zijn slurf niet onder bedwang kon houden. Ik kreeg het op de zenuwen van dat mens. Dat mens met haar dikke puist op haar bijna scheefgegroeide neus en haar zwart kroezelig haar dat net uit een stopcontact scheen te komen.

    Ik hoorde dat ze bijna beneden was. Hoewel het helemaal niet in mijn aard ligt een ruzie zomaar aan de kant te schuiven, twijfelde ik. Zou ik haar achterna lopen of niet? Ik ging ervoor. Kop of munt. Ik waagde me aan een furieuze tol. Met krachtige pas marcheerde ik die trappen . Ik riep haar naam zo luid als ik kon. Ik leek Hitler wel. Ze had het gehoord. Ze hield stand en keek me met vurige ogen aan. Ze gaf me die blik die ik al jaren kende. Die blik van: “Komaan Herman, genoeg geruzied, laten we het bijleggen.” Ik wist dat ze er nog iets aan ging toevoegen. “Op mijn manier welteverstaan.” Hoe ze me vol goesting aankeek, het ding in mijn broek kreeg er zelf al zin in. Ik beantwoordde haar verlangen en vloog haar abrupt in de armen. Ik voelde me net een warm kopje koffie; juist heet genoeg om helemaal uitgedronken te worden. Ze vroeg me naar boven te gaan.  Alles ging van een leien dakje lopen beloofde ze me. Ik antwoordde haar met een volmondig: “Ja teef”. Ja, ik hou wel van een kat-en muisspel, maar ik hou er nog meer van om de plooien glad te strijken. Elkaar verwennen en zo bekoren alsof niets in de wereld ons kon tegenhouden. Ze kleedde zich uit. Vanzelfsprekend verwachtte ze dat ik hetzelfde ging doen. Dus begon ik me ook uit te kleden. Eigenlijk heb ik geen gegronde reden om te klagen. Als ik er haar vingers en haar bijna scheefgegroeide neus niet bijreken, mag ze er best wezen. Ik bedoel, ze is toch heter dan de vrouwen van mijn beste kameraden. Maar, hierover wijd ik een andere keer wel uit.

    Hoe haar lichaam zich bewoog op de golven van ons drie jaar oud waterbed, het deed me watertanden. Ik beklom haar. Van haar kleine gekrulde tenen tot haar zware borsten. Ik vermoed een grote C. Maar, zeker weet ik natuurlijk niet, ik heb het haar nog nooit gevraagd. Wat een tijd. Ik voelde hoe mijn lichaam trilde en het hare bijna ineenkromp van het genot. We waren voor elkaar gemaakt. Laat ik even corrigeren, toch grotendeels op seksueel vlak. Het emotionele aspect van ons beiden steeg niet boven een koude nul graden. Eigenlijk waren we dus koud. Maar toch ook lekker heet. Vijf minuten later was de klus geklaard. Ik was voldaan, zij ook. Haar dikke vingers woelden door mijn lange bruine haar. Ik wist dat ze met dit gefleem een bepaalde bedoeling voor ogen had. En ik wist wélke bedoeling. Ze wou meer. Zoals gewoonte. Een vrouwmens van zo’n kaliber weiger je niet. Je neemt ze hoe ze zich aanbiedt. Haar verlangen wakkerde mijn voortplantingszin aan. Ik bereidde me grondig voor op de volgende slag. Daar gingen we. Zij was mijn olifant, ik haar slurf.

    Bedankt vrouw, voor dit unieke en memorabele moment van oprechte glorie.

     

    28-06-2008 om 14:43 geschreven door annelies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondagmorgen ( stijl Herman Brusselmans)

    De uren zo rond zes en zeven uur. Dit zijn de pijnlijkste momenten. De meest heilzame uren van de voorbije dag achter de rug, maar toch, voel ik me hondsmoe. Ik krijg er telkens opnieuw barstende koppijn van.  Eerst en vooral gaat die verdomde wekker af. Tijd om me uit te rekken en klaar te maken voor een verkwikkende ochtendwandeling  naar de plaatselijke bakker. Niet dat ik veel moeite doe om me klaar te maken. Mijn haar is nauwelijks kambaar. Ik denk dat zowat alle kleine mee-eters en bacteriën hun nestje hebben gebouwd onder de bruine krullen van mijn toch zo weelderige bos. Een kam is dus overbodig. Een washandje en mijn favoriete stuk zeep. Geen zo’n commerciële NIVEA- zeep waarvan ik toch maar allergieën krijg. Ik verkies het oude merk. Zonder uitslag en met een geweldig doordringende geur. Ik zal de geur eens omschrijven. Althans, ik zal het proberen. Het is nogal moeilijk om het onder één specifieke geur te classificeren. Ik neem een – weliswaar gebruikt- maandverband van mijn vrouw, duw er mijn neus in, ruik het oude bloed en leg er twee takjes lavendel op. Dit is zowat de geur die mijn neus telkens opnieuw waarneemt wanneer ik mijn behaarde oksels en mijn rimpelige gezicht was. De rest van mijn lichaam moet maar een dag of twee wachten. Ik hou wel van afstel, uitstel en soms wat kinderspel. Kinderspel, dat speel ik met mijn vrouw. Mijn vrouw en ik komen goed overeen. Zeker in bed. Het was weer vuurwerk vannacht. Ik moet toegeven, ze stond heet. Ze kwam wel vijf keer klaar. En ze kreunde. Dat gekreun, het maakte me helemaal hitsig. Zo heb ik het graag. Zo moet het toch elke keer zijn, niet? We vreeën tot in de vroege uurtjes. Ik was versleten na die zware inspanningen. Ik ben ook niet meer van de jongste hé. Mijn conditie is in de loop der jaren toch wat achteruitgaan. Helaas, zo is het, al had ik het toch liever anders gezien. Mijn vrouw, mijn kleine olifant, wou langs achteren. Langs achteren? Dat was lang geleden. Ik denk, als ik me goed herinner, van onze eerste huwelijksnacht. Dan wou ze alles. Wel, ze kreeg het ook. Ik weet nog hoe ze haar bh met een ruk aftrok en hoe ze haar kleine slipje zo snel mogelijk liet zakken. Ik keek met ogen zo groot als mijn teelballen. Zo’n vrouwmens. Zo’n kont. Zo alleen van mij.

    Ik wrong me dus in mijn allernieuwste kleren. Weliswaar van Chanel, wat had je gedacht? Dat ik als landloper door het leven ga? Wel, juist gedacht. Ik checkte nog eens of ik er wel treffelijk genoeg uitzag om de deur uit te stappen. Mijn spiegelbeeld zei dat het goed was. Zo ging ik dus naar de bakker. Versgewassen om versgebakken brood.  Ik vroeg een bruin gesneden brood en een klein rozijnenbroodje. Mijn vrouw en ik eten veel. Natuurlijk, we moeten allebei, op elk moment van de dag, sterk staan. Vooral ’s avonds. Wel, ik betaalde mijn brood en stapte de bakkerij uit. De Wakkere Bakker. Zo heet het volgens de officiële benaming. Vroeger heette het de Warme Bakker. Ja, ik had die naam toch liever. Niet omwille van die bakker, maar omdat ik telkens opnieuw verleid werd door de gedachte aan de bakkerin. Ik vroeg me af of de bakker ze ook warm kon maken. Of warm kon houden. Want dit is het eeuwige geheim van passie. Warmte geven en ze ook kunnen houden. Van zodra er afkoeling optreedt, is de passie verdwenen. Zie je nu wel, ik zit alweer met mijn gedachten ergens anders. Niettemin kwam ik heelhuids thuis. Ik legde het brood op tafel, schoof mijn poten onder de tafel en begon te eten. Mijn bedgenoot, lees :mijn vrouw, had de tafel al voorzien van twee bordjes, mes en al de meest noodzakelijke benodigdheden om het ontbijt tot zijn recht te laten komen. Ik nam mijn eerste sneetje brood en smeerde het in met margarine. Ik wou net de pot confituur nemen, toen mijn vrouw, halsoverkop, me bij mijn klokkenspel nam. Ze had meer zin in een hete neukpartij dan in een vredig ontbijt. Ik keek haar aan, volgde het kleine stroompje kwijl dat uit haar mond liep en liet me daarna inpakken door haar. Haar peignoir rolde van haar lichaam. Ik moet zeggen, hoe haar borsten daar leunden op het vers gesneden broodje besmeerd met margarine, het zag er lekker uit. Ik kon me niet meer bedwingen. Ik voelde hoe mijn oudeheer stijf werd. Hij had zin in een wilde beurt. Ik smeet mijn vrouw op de keukentafel, nam mijn penis vast en duwde hem de vochtige grot in. Ik was de knuppel en ik paalde haar. Ik voelde haar schaamlippen trillen. Ze schokte van genot. En dit allemaal door mij. Ik voelde hoe het bloed omhoog steeg. Ik kwam bijna klaar. Nog een goeie dertig seconden en ze zou druipen. Slikken en doorspoelen. Zo deed ze het ook. Elke morgen, even na tienen. Wanneer ze me mijn belastingsbrief gaf.

     

    28-06-2008 om 14:42 geschreven door annelies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hete zomers (dit was een proefopdracht - Herman Brusselmans)

    Het is nu ongeveer negen uur in de ochtend. De zon werpt fijne zonnestralen door mijn vensterraam. Het zijn er niet veel, maar, ik klaag niet. Het is altijd beter iets dan niets. Wat verlang ik naar de zomer. Een hete zomer.  Zo’n zomer  waarin de vrouwen hun benen epileren en daarna onbehaard de straat bewandelen. Hoe ze uitdagend huppelen op de cadans van hun jurkjes, het maakt me telkens opnieuw geil van verlangen. Hun lange haren in de wind, hun torenhoge pumps, hun lippen zo rood als aardbeien, ik zwijmel al in bij de gedachte alleen. Normaal gezien hou ik van een hete zomer. Alleen, het is moeilijk hem extra pikant te houden. Mijn vrouw, ja, zij is er ook nog altijd. Ze krijgt het op haar heupen telkens als ik mijn hoofd draai naar een goedgevulde kont. Wat er toch allemaal rondloopt hier in dit kleine landje, ik kan het moeilijk beschrijven. Er zijn dus van die vrouwen die gewoon alles in de juiste proportie hebben meegekregen. Van die billen waarvan de meesten geen kaas hebben gegeten. Die heupen, juist breed genoeg om een kind van vier kilo door te sleuren. Borsten, zo groot en sappig als versgekochte meloenen. Rode lippen, zo verleidelijk als een exhibitionist in de nacht. En dan die ogen. Ogen die je van op een afstand bekijken en toch weer zo ver weg zijn. Ogen die je kunt uitdiepen. Ogen die gewoon de moeite waard zijn om erin te verdrinken. Ik hou wel liever van drijven. Stel nu dat ik zou verdrinken, dan zou ik gered worden door de vamp die me de reddingsboei vergat te gooien. Maar, stel nu eens dat ik drijf, dan kan ik voor onbeperkte duur de stijve tepels die door haar truitje piepen, bewonderen. Wat zou een normale vent kiezen? Een gezonde vent die zo af en toe nood heeft aan een dubbele portie seks? Ik dacht het wel. Alle mannen zijn hetzelfde. Alle vrouwen? In de verste verte nog niet.

    Ik drink mijn laatste slok koffie op, zet hem terug op de plaats waar hij stond en pen hier nog vlug mijn laatste bevindingen neer. Hoe goed kan je een vrouw kennen? Wel, ik moet toegeven dat ik wel een goede vrouwenkenner ben. Ik pluk ze wel niet van straat, maar toch, ik weet wat ze willen. Ik ken hun behoeftes. Hun behoeftes naar liefde, hun behoeftes naar een warm nest, maar ik ken nog het meest van al hun behoeftes naar een goede beurt. Doorheen de jaren tijd heb ik van alle walletjes geproefd. Van dames met poten zo dik als hun achterwerk tot dames met poten zo dun als hun middelvinger. Ik heb ze bepoteld tot ze geen A-klanken meer konden produceren. Nog een goede maand, zolang zal ik op mijn lauweren moeten zitten vooraleer ik het eerste stukje vrouwenvlees zal kunnen bewonderen. Ik zal het ijzer smeden als het heet is. Dat staat nu al vast. Mijn zomer wordt heet. Met of zonder vrouw. Mijn vrouw welteverstaan.

    28-06-2008 om 14:41 geschreven door annelies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mannen.

    Mannen zijn de wederhelft van onze ziel. Mannen zijn diegene die we het liefst nagapen in ondergoed. Als ze de moeite waard zijn natuurlijk. Ik zeg het niet graag, maar ik hou er wel van. Van mannen. En ook van mannen in ondergoed. Jongens die moeten bij mij niet meer proberen. Ik zoek een intelligente man. Een man die je tegenspreekt wanneer hij het niet met je eens is. Zo een die zijn woorden niet inslikt en zijn mond opendoet als hij iets wilt zeggen. Een man waarvoor je op het puntje van je stoel zou gaan zitten. Ik ben nogal kieskeurig. Een gemiddelde man moet aan een aantal eisen voldoen. Zoniet weet hij waar de deur is. Ik zoek warmte. Genegenheid. Liefde die alleen een volgroeide jongeman mij kan geven. Dat voel ik. Dat ervaar ik. Een man waarmee je ’s avonds laat een deftig gesprek kan voeren, die je in zijn armen neemt en die zonder gêne zijn gevoelens op tafel kan leggen. Mannen. De halve wereldbevolking is bevolkt met dat soort van levend wezen. Ik weet nu al, vind ik mijn man in dit kleine landje niet, dan zoek ik hem in het buitenland. Niet dat ik een zielig persoon ben, integendeel, ik laat de deur tot mijn hart wagenwijd open, alleen moet hij nog gesloten worden. Ik ga geen dorpen afschuimen op zoek naar mijn vent. Deze handeling zou in strijd zijn met wat ik tot nu toe heb opgebouwd, mijn persoonlijkheid.

    Je hebt ze in alle soorten en maten. Je hebt zo van die mannen die je met gemak door een sleutelgat kunt trekken, die geen grammetje vet hebben. In tegenstelling tot die soort heb je natuurlijk ook de goed gekweekte mannen. Sommige al iets meer vetgemest dan de andere. Natuurlijk bestaat het standaardtype ook. Alhoewel, je kunt hem eigenlijk niet meer plaatsen onder de hedendaagse standaard. Zo frequent komt hij nu ook weer niet voor. Altijd is er wel iets dat niet klopt. Iets dat niet juist in proportie is. Als ik dan zo’n standaardman tegenkom is die meestal al bezet. Loopt hij ofwel met een trouwring rond zijn vinger of met een vrouw die hem kan bevredigen. Geef het toe, een man, als een vrouw hem niet zou kunnen bevredigen, had hij haar allang aan de kant geschoven. Eens bedanken voor de bewezen diensten en dat zou dat geweest zijn. Maar, ik ben weer bezig over het uiterlijk. Iets dat mij eigenlijk wel kan schelen, maar wat natuurlijk, als we het cliché volgen, niet het belangrijkste is. Een man is als een zoete vrucht. Een zacht velletje met een harde pit. Met hard bedoel ik nu ook weer niet dat hij zijn gevoelens moet onderdrukken, agressief moet zijn of geen lach tevoorschijn kan halen. Met hard bedoel ik gewoon dat hij tegen een stootje moet kunnen. Een man wordt toch nog altijd gezien als sterk en krachtig. Een kloeke beer die door het vuur zou gaan voor zijn vrouwtje. Zo een atypische man. Een harde pit beschermd door een zacht velletje. Een zacht en elastisch velletje. Zo’ n soort vel dat meegeeft, beweegt en soepel is. Het soort vel dat spontaan reageert op prikkels. Als hij daarover niet beschikt, mag hij rechtsomkeer maken. Ik zou hier nog uren kunnen vertellen over mannen. Waarover ze wel beschikken, maar nog meer over de essentiële dingen waarvan ze geen kaas hebben gegeten. Mannen blijven mannen. Je mag er nu nog aan sleutelen hoeveel je wilt, het eindproduct zal altijd hetzelfde zijn. Wij, het vrouwelijk geslacht zijn de jacht, de man is de jager. Jammer dat hij er maar zelden in slaagt de trekker effectief over te halen.

     

    28-06-2008 om 14:39 geschreven door annelies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat zijn mensen?

    Wat zijn mensen eigenlijk? Hoe zijn ze? Door wat zijn ze gevormd? Hoe gaan ze door het leven? Ik stel me die vraag soms. Mensen, zijn dat door de natuur geprogrammeerde levende wezens die als vanzelf reageren op impulsen en uitwendige prikkels? Of zijn ze het product van datgene waar ze hun hele leven naar streven? Kan je de groei tot verdere persoonlijkheid vanaf een bepaalde leeftijd stopzetten?

    Af en toe sijpelen die vragen mijn nog jonge kopje binnen. Ik moet toegeven, mensen die mij een gevoel geven van oprechte genegenheid, hou ik op een afstand. Voor een tijdje althans. Ik voel me geïntimideerd door hun verschijning. Ik vraag me af of ze zich wel voordoen zoals ze zijn. Maar, mezelf al kennende, ben ik te nieuwsgierig naar wat zich onder de verpakking schuilhoudt. Ik zoek ze op, scheur het papier eraf en open de persoon. Maar, wanneer ik  voel dat ik ze aan het ontpakken ben en ik ze niet meer uit mijn leven wil bannen, verdwijnen ze als sneeuw voor de zon. Korte, intense kennismakingen die mij eventjes een goed gevoel geven en me daarna weer in mijn schelp doen kruipen. Dan heb ik weer eens gefaald. Mensen leren kennen, maar elk weer je eigen weg gaan en zo elkaar uit het oog verliezen. Het gebeurt, hoewel ik wou dat dergelijke ontmoetingen me niet meer zouden kwellen. Wanneer voel je als iemand goed genoeg is om je hart te openen?

    Ik heb het al meermaals meegemaakt. Ga je op reis, ontmoet je iemand waarmee het direct klikt, bouw je er langzaamaan een kortstondige vriendschap mee op, zijn je dagen op reis geteld en moet je vertrekken. Dag vreemde man. Vreemde bekende.

    Ik zoek ze meestal iets ouder. Mijn praatmakkers. Niet om de redenen die de meeste mensen zo maar aanhalen. Neen, ze weten waarover ze praten, hebben zelf al dingen meegemaakt en kunnen je een luisterend oor aanbieden. Wat ik toch allemaal niet te vertellen heb, het is me betreurenswaardig. Veel kortstondige vriendschappen waren zeker de moeite waard verder uit te bouwen, dieper te graven en zoeken naar eventuele valkuilen die enigszins een veilige plaats zouden vertegenwoordigen. Tijd en plaats. Dat zijn de twee elementen die bepalen wat, wanneer en hoe je iets opbouwt. Op reis bijvoorbeeld zijn de mensen wat meer ontspannen en laten ze meestal de toffere kant van zichzelf zien. Daar knelt het. Niet onder elk lief snuitje schuilt een goed uitgebouwde persoonlijkheid waarvan je iets kunt opsteken. Al naargelang het gevoel je zegt dat het goed zit, is er een kleine mogelijkheid om je vertrouwen in die persoon een kans te geven en zich te laten ontplooien. Doe je dat, dan is de kans dat je zelf rijker wordt  groot, doe je het niet, dan heb je waarschijnlijk je kans gemist. Je kunt het van twee kanten bekijken. Wil je gekwetst worden en je openstellen voor een persoon die je even het leven vanuit een ander perspectief doet bekijken, goed. Wil je op veilig spelen en jezelf geen overbodige levensvragen of bekommernissen aankaarten, dan hou je afstand en weersta je de drang het sociale gevoel dat je overheerst te bedwingen.

    Mensen zijn ambivalente wezens. Ze leven met een hersenpan vol lange en korte kronkels. De korte die zich op een veilige afstand houden en de lange kronkels die zich met mondjesmaat verder ontwikkelen tot datgene waarnaar een mens zijn hele leven lang streeft. Ontwikkeling van de eigen persoonlijkheid.

     

     

     

    28-06-2008 om 14:38 geschreven door annelies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vergrijzing.

    Het is je zeker wel al tegengekomen. Je beslist om zaterdagochtend inkopen te gaan doen. Je denkt, zaterdagmorgen, de meeste mensen zijn nog niet wakker. Integendeel, de oudjes, die zijn wél al wakker. Daar sta je dan. Je neemt je winkelkarretje en duwt die de supermarkt binnen. Je wil zo snel mogelijk al wat je nodig hebt vinden en maken dat je binnen een groot uur weer vertrokken bent. Daar loopt het vast. Zoals gewoonte loop je eerst naar de afdeling vers fruit en groenten. Je denkt om daar vlug de oudjes te ontwijken, maar, niets is minder waar. Staan ze daar wel niet met een leger wijven te discussiëren of het fruit wel echt vers zou zijn. Met een pardon mag ik door lukt het ook niet. Dan kijken ze je aan met een blik vol ongenoegen. Ze denken dat ze heer en meester zijn omdat ze oud zijn. De jeugd moet respect hebben voor de oudere mens, dit is over het algemeen toch geweten? Dat even ter zijde. Wil je naar de broodafdeling, dan staat er daar een koppeltje te sukkelen met het openhouden van twee broodzakjes. Met oude, rimpelige vingers trachten ze al trillend het verschrikkelijk moeilijke broodzakje open te houden. Als ze het dan uiteindelijk gelukt is, slaan ze een zucht uit voldoening. Zo na een goed driekwartier rondgelopen te hebben, want je had enorm veel nodig, sta je uiteindelijk bij de kassa. Vergeet niet, het is zaterdagmorgen. De grijze haren aan de macht. Er staan zo’n vier à vijf oudjes voor mij aan te schuiven. Het vrouwtje dat aan de beurt is plaatst voorzichtig alles op de lopende band. Zo voorzichtig alsof ze denkt dat ze met één verkeerde beweging alles zou kunnen breken. Na een goede tien minuten staat alles wat in haar karretje stak op de band. De caissière houdt alles voor de barcodelezer en na een drietal minuten, caissières zijn er immers op getraind zo snel mogelijk vooruitgang te boeken, leest ze het bedrag, die tevoorschijn komt, voor. Op het eerste gezicht niets mis mee. Maar, het is natuurlijk geen even bedrag. Het eindigt, zoals gewoonte, op een honderdste. Daar krijg ik het dus van. Doen die grijze koppen hun portefeuille open en beginnen ze te zoeken naar de kleine centjes. Halen ze een muntje van tien cent uit terwijl ze er eigenlijk één nodig hebben van twintig. Je ziet ze zoeken. Met dichtgeknepen ogen denken ze het te vinden. Leggen ze uiteindelijk het, volgens hen, juiste bedrag in de handen van de caissière. Zegt de caissière dan dat ze tien cent mist. Hier gaan we weer. Gelukkig begint de grijze kop te beseffen dat ze voort moet maken en laat ze het kiezen over aan de vrouw of man achter de kassa. Zij moeten het wel kunnen. Uiteindelijk is het gelukt. Het juiste bedrag zit in de kassa. Maar, ik ben er nog niet. Er staat nog een rij van vier prehistorische voorgangers voor mij. Ze geven ervan langs. Tot mijn grote verbazing loopt het vlotter dan verwacht. Na vijftien minuten ben ik aan de beurt, betaal ik en ben ik ermee weg. Een groot uur, ik zat er niet veel naast. Ik loop de supermarkt uit en duw mijn karretje voort naar mijn auto. Plaats alles in de koffer, sluit de koffer en haast me terug naar de plaats waar de winkelkarretjes zo mooi achter elkaar insluiten. Ik zet me in mijn auto, sleutel in het stopcontact en weg ben ik. Ik sla af naar links en moet alweer remmen. Zit er wel niet zo’n oud mens achter het stuur. Ik begin me te ergeren. Hoe zij ooit aan hun rijbewijs geraakt zijn, je gelooft nooit hoe vaak ik me die vraag al gesteld heb. Aan veertig kilometer per uur zit ik vast achter haar supermodieuze bommamobiel. Ik val bijna in slaap. Bijna zeg ik, ik mag me niet laten gaan. Twee kilometer ver, nog drie kilometer verwijderd van mijn huis. Na een grote twintig minuten ben ik er. Ik rijd de oprit op en sluit de deur. Met mijn box vol etenswaren stap ik de garage in. Open de deur die toegang geeft tot de keuken en plaats de box op het aanrecht. Ik open de koelkast en zie tot mijn verbazing twee potjes yoghurt van het merk Petit Gervais staan. Ik weet, hoewel ik denk dat jullie het nu ook wel weten, hoe laat het is.

    28-06-2008 om 14:37 geschreven door annelies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De strandman.

    Ik kan het niet ontkennen. De zee, het strand en alles wat erbij hoort, ik hou er wel van. De warme zonnestralen die mijn met zonnebrandolie gesmeerde huid verwarmen, niets voelt beter dan dit moment van oprecht genot. Maar, niettemin dit moment van pure extase, heb ik toch een paar bemerkingen over het reilen en zeilen op het strand. Er bestaan tegenwoordig verschillende soorten mannen. En jongens. En een mengeling van beide. Eerst en vooral zijn er die bruingebakken mannen die denken dat ze in Baywatch paraderen. Met hun veel te nauwe string, die bovendien nog eens hun geslacht extra accentueert, lopen ze al wuivend naar de ondertussen bruingebakken vrouwen. Ze denken dat de wereld aan hun voeten ligt. Dat ze met hun voorafgaande training biceps-triceps veel te betekenen hebben. Maar, dit is natuurlijk pure schijn. In werkelijkheid, daarmee bedoel ik buiten een straal van vier kilometer, uiteraard gemeten vanaf het strand, zijn ze één hoopje miezerigheid. Ze zitten uren in hun thuis-geïnstalleerde fitnesszaal alle kracht die ze bezitten, te etaleren. In feite, zonder er veel woorden aan vuil te maken, zijn ze op zoek naar bevestiging. Bevestiging die ze trachten te ontfutselen uit de oogwenken van de wijfjes. Plaats twee schrijf ik toe aan de ijscoman. Hoewel die helemaal niet te vergelijken valt met het bodybuilder type, vermeld ik hem toch uit respect. Bewondering voor een jonge kerel die zijn geld tracht te verdienen aan de hand van een stomme ijskar, die met zijn lompe zandbestendige wielen maar nauwelijks het zand meester kan. Hij roept, met weliswaar luide stem, zijn ziel uit zijn lijf. Zijn enige doel is om zijn overheerlijke ijsjes aan de man te brengen. Uitgeput door de zware fysieke arbeid komt hij dan ’s avonds thuis en kan hij geen pap meer zeggen. Goed gewerkt ijscoman. Op plaats drie staan de surftypes. Met hun goddelijk lichaam, afgetraind tot op de laatste spier, bewegen ze zich voort als een vis in ondiep water. Hun -meestal lange – haar beweegt op de weerkaatsing van het water. De golven hebben zo hun nut. Hoe ze op die plank staan en daarna hun kunsten laten zien op die toch wel moeilijke golven, het vraagt toch enige beheersing. Een uitdaging. Een mentale en fysieke beproeving die toch heel wat van hun energie en concentratie vraagt. Ze leven voor hun plank. Wel, ik moet zeggen, die jongens staan me wel aan. Hun knappe gezichtje en hun speciaal -om-het- vrouwelijk- publiek- te- bekoren stunts op het water. Het is me wat. Zal ik afsluiten met de meest genante verschijning? Wel, dat zijn volgens mij de bierbuiken. Die oude, maar ook jonge mannen, die met een helemaal niet zo modieuze pet op, hun luie kont in het zand zetten. En ze blijven daar zitten. Ze rollen zich op. Laten zich helemaal gaan. Met hun met bierblikjes gevulde frigobox komen ze de middag rond. De hele middag liggen ze onder die parasol met een blikje naast hen. Hoe interessant kan een mens toch zijn. De vetrollen rollen er zo van. Hun ogen vallen bijna uit hun oogkassen telkens er een vamp passeert. Hun kleine penis, die naar ik schat nog geen tien centimeter lang is in erectie, kunnen ze niet meer tegenhouden. Dan komt hij uit hun door de zon verkleurde zwembroek eens piepen. Met moeite ziet hij iets. Het golvende mensenvlees verspert hem immers de weg tot ultieme stijfheid. Weg zijn de vrouwen. En weg is hij. Mannen, ze denken ons te kunnen doorgronden. Wat ze niet weten is dat wij een vat vol intelligentie zijn. Misschien binnen een halve eeuw, zal dan de strandman een man zijn of zal hij uiteindelijk het onderspit mogen delven?

    28-06-2008 om 14:29 geschreven door annelies  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)


    Archief per week
  • 23/06-29/06 2008

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben Annelies Puype
    Ik ben een vrouw en woon in Diksmuide (België) en mijn beroep is student.
    Ik ben geboren op 08/02/1991 en ben nu dus 33 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Schrijven, film, dans.
    Ik heb dit hier aangemaakt gewoon om mezelf 'ns op de proef te stellen en te weten te komen wat mensen vinden van mijn s

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    Hallo iedereen,
    aangezien het de eerste keer is dat ik in aanraking kom met de wereld van de blog, ben ik ietwat zenuwachtig.
    Ik schrijf al redelijk lang. Als jong meisje vroeger schreef ik kleine gedichtjes, je kent het wel, rijmen om te rijmen. Maar, ik groeide op en al gauw merkte ik dat ik altijd naar boeken greep. Ik verslond boeken en begon zelf ook kortverhalen te schrijven. Nu ben ik zeventien en ben ik nog altijd verslaafd aan boeken. Taal op zich vind ik iets interessants. Je kunt er zoveel in kwijt. Hoe meer ik las, hoe meer ik de neiging had om mijn gedachten op papier te zetten. Vanuit het één groeide dus het ander. Ik begon te schrijven. Ik heb nu reeds een paar goed gelukte kortverhalen af, heb meegedaan met de Junior Journalistenwedstrijd 2008 en eindigde als eerste uit de regio Diksmuide. En, ik ben niet van plan te stoppen. Op school dit jaar had ik heel wat schrijfopdrachten te verwerken en natuurlijk was ik daar altijd voor te vinden. Zo moesten we dit jaar iets schrijven in de stijl van Herman Brusselmans. Eenmaal aan mijn opstel begonnen, vond ik de grove taal waarmee Brusselmans schrijft, hoe raar het ook moge klinken, interessant. Ik kon me helemaal laten gaan en heb nog twee opstellen in die aard geschreven. Mijn bedoeling van deze blog is vooral mezelf beter leren kennen op taalkundig gebied en hopelijk groei ik er ook in. Maar, dit kan niet zonder reacties van buitenaf. Ik zou het ontzettend fijn vinden moesten jullie commentaar geven. Zo weet ik waar ik sta en zal ik rekening kunnen houden met jullie bevindingen.
    Ik hoop dat jullie veel leesplezier zullen hebben, en ... tot de volgende blog?


    Groetjes,
    Annelies.
    Gastenboek
  • Succes met je blog!
  • Hallo

    Iets achterlaten?




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs