Archief
  • Alle berichten
    mijn gastenboek

    druk op de knop en laat een berichtje achter in mijn gastenboek.

    mijn favo websites
  • Ginny1
  • DHOC het lieveheersbeestje
  • I Love Music
  • Eevee 10
  • Dierenspel van mijn zusje
  • Over mijzelf
    Ik ben Ine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Ginny1995.
    Ik ben een vrouw en woon in Halen (België) en mijn beroep is heb ik niet.
    Ik ben geboren op 22/04/1995 en ben nu dus 28 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Muziek, paardrijden, mijn dieren, badminton, notenleer en zwemmen..
    Een interessant adres?
    Zoeken met Google


    Dieren zijn mijn leven
    Dieren zijn levende wezens. Ze zijn te vertrouwen. Katten en konijnen enz.. zelfs meer dan mensen....
    23-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hallo allemaal
    Moet jij of iemand die je kent een spreekbeurt over een dier doen en je weet er niet zo veel over, laat dan een berichtje achter met daarin het dier dan plaats ik een bericht met daar alles over het dier dat je hebt ingezonden op mijn site. Groetjes.

    23-02-2007 om 10:10 geschreven door Ginny1995  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (43 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    23-02-2007 om 00:00 geschreven door Ginny1995  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (8 Stemmen)
    22-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hamsters

    over de hamster

    hamster_groot.jpg (19059 bytes)

    De wilde hamster hoort thuis in de familie van de veldmuis, de aardmuis, de rosse woelmuis, de woelrat, de lemming, de muskus- of bisamrat en nog enkele andere. Het is een ochtend- en avonddier en woont in Midden- en Oost-Europa. Ze komen niet voor in Spanje, Italië, Engeland en Scandinavië.

    • De wilde hamster en de goudhamster

    Er moet wel een onderscheid worden gemaakt tussen de wilde hamster en de goudhamster:

    De wilde hamster heeft een lichtbruine rug, witte vlekken op de flanken en zwarte op de buik. Hij is zo groot als een Guinese big.

    De goudhamster leeft tussen Roemenië en Iran en komt bij ons alleen in gevangenschap voor, waar hij niet veeleisend is en kunstjes kan leren, hoewel hij niet ouder dan twee jaar wordt. De vacht is roodbruin op de rug en wit op de buik.

    • Naam

    Slechts weinig dieren hebben het geluk dat hun naam in verschillende landen hetzelfde is: in Engeland, Duitsland, Frankrijk en Scandinavië heet de hamster gewoon "hamster".

    • Voedsel

    Zoals gezegd woont de wilde hamster in vlakke gebieden tot op een hoogte van 400 m. Hij eet het liefst graan, maar ook klaver staat op zijn menu. Het bevat veel mineralen en vitaminen en biedt de hamster in herfst en voorjaar dekking en eiwitrijk voedsel in overvloed.

    • Huis

    Bepaalde delen van zijn huis zijn voorraadkamers. De hamster sleept ze vol met granen, luzerne, klaver, veldvruchten, ... . Echte wintervoorraden zijn dit niet. Natuurlijk komen veel andere dieren, zoals wormen, geleedpotigen, slakken, wormen en veldmuizen, proeven van deze voedselhopen.

    Voor de hamster is dat helemaal niet erg als omnivoor ( =alleseter) eet hij ze allemaal met smaak op. Hamsters hebben een te groot vel en korte pootjes, waardoor ze waggelend lopen. Ze hebben ook wangzakken volgepropt met plantaardig voedsel, waarin ze enorme veel kunnen vervoeren.

    De hamster houdt zijn ondergrondse verblijf netjes schoon. De huizen van de hamsters lijken nooit op elkaar. Dat heeft te maken met de leeftijd van de bewoners: hoe ouder, hoe ingewikkelder en groter het huis. Het schijnt dat de holen meestal door de wijfjes worden gegraven. Meestal zijn er, behalve drie of vier schuin naar beneden lopende gangen, een of twee recht naar beneden lopende pijpen, waar de hamster zich eenvoudig in laat vallen, wat ook belangrijk kan zijn voor zijn veiligheid. Een van de kleinere doodlopende zijgangen wordt consequent als w.c. gebruikt. Het gangenstelsel ligt in zomer en herfst tot op een halve meter diepte, in de winter soms tot twee meter.

    • Voortplanting

    Begin april beginnen de mannetjes zich klaar te maken. Ze plaatsen een grote hoeveelheid geurvlaggen rondom het huis van een wijfje en gaan binnen (ze zijn iets groter dan de wijfjes). Het mannetje moet 3 dingen proberen te bereiken:

    hij moet het wijfje verhinderen te vluchten,

    hij moet haar agressie beteugelen,

    hij moet haar begeerte opwekken.

    Dat duurt allemaal wel een tijdje. Maar uiteindelijk begint het mannetje te snuiven en tanden te knarsen, wat soms door het wijfje wordt beantwoord en dan kunnen er eindelijk zaken worden gedaan.

    De paring gebeurt binnen de bouw. Één of twee dagen later wordt het mannetje aan de deur gezet. Na 18-20 dagen krijgt het wijfje 4 tot 16 naakte, blinde jongen. Omdat ze maar 8 tepels heeft, worden de kinderen die teveel zijn, opgegeten. De jongen wegen 8-10 gram en bij gevaar brengt de moeder ze in haar wangzakken in veiligheid. Na twee weken hebben ze al een pelsje en gaan hun oogjes open. Na 3 weken verlaten ze het huis en na 8 weken zijn ze zo zwaar als de moeder.

    • Winterslaap

    In de herfst trekt iedere hamster zich in zijn eenzame hol terug en stopt de ingangen met aarde dicht. Tevoren heeft hij of zij de nestketel met droog gras en andere plantenresten gevuld.

    Zijn gewone lichaamstemperatuur is 32 °C, maar dat lijkt wel heel laag. Hoe dan ook, wanneer de lichaamstemperatuur onder 4 °C daalt, begint de winterslaap. En ook dat lijkt aan de lage kant. De hamster wordt ongeveer eenmaal per week wakker en eet dan een beetje. Ook gaat hij dan zijn toilet doen.

    • Vijanden

    Roofvogels en kleine roofdieren, maar vooral de vos zijn de vijanden van de hamster.

    Zijn grootste vijanden, behalve de vos, zijn vermoedelijk de steeds verder gemechaniseerde landbouw en de anti-onkruid- en anti-parasitaire middelen die grote oogsten moeten verzekeren.

    De dwerghamster

    Het voedsel

    Een dwerghamster is een knaagdier hij knaagt overal op vooral op hout. Een hamster eet vanalles vooral zonnepitten,kaas, appel, brood, en andere zaden.

    Een hamster drinkt gewoon water. Het water moet wel elke dag vernieuwd worden en om de dag kijken of hij nog genoeg voedel heeft.

    De wangzakken

    Een dwerghamster heeft wangzakken. In die wangzakken stopt hij al zijn voedsel. Hij eet het nooit direct op. Als hij in zijn huisje gaat zitten, duwt hij met zijn 2 kleine voorpootjes het eten uit zijn wangen Dan eet hij het op zijn gemak op.

    Verschonen van het hok

    Het hok van de dwerghamster moet je ook verschonen. Het hok van de dwerghamster moet je om de twee weken verschonen. Je mag nooit hooi in het hok van de dwerghamster doen, want een dwerghamster is alergisch voor hooi.

    Het lichaam

    De dwerghamster is ongeveer 10 centimeter lang en 5 centimeter breed. De hamster heeft een staartje van 1 centimeter.De dwerghamster heeft ook kleine oortjes.De dwerghamster heeft snorharen daarmee kan hij s'nachts voelen waar hij is of bijvoorbeeld waar de voerbak staat. Want hij zal snel doodgaan als hij geen snorharen had. Dan liep hij overal tegenaan.

    Het leven van een dwerghamster

    Een dwerghamster leeft niet erg lang. want hij gaat ongeveer naar twee-drie jaar dood. Hij kan natuurlijk ook eerder dood gaan maar daar denk je natuurlijk niet aan. Want dwerghamters zijn heel lieve beesten. Dwerghamsters kunnen natuurlijk ook ziektes hebben.

    Wilde dwerghamsters

    Wilde hamsters leven in hollen. In die hollen legt hij al zijn voedsel neer.het huis van een mannetje bestaat uit een woonkamer, waaruit hij door veschillende gangen, die een doorsnee van 6-8 cm doorsnee hebben.Het nest van het vrouwtje waarin ze zes tot twaalf jongen moet verzorgen.Ook hier zijn veel gangen en natuurlijk ook voorraadruimte.

    Speeltjes voor de dwerghamster

    Voor de dwerghamster heb je ook speeltjes. Zoals, een glijbaan, huisje, draaimolen enzovoorts. Dwerghamsters zijn nachtdieren en nachtdieren zijn 's nachts wakker dan rennen ze in de draaimolen of zoeken voedsel bij elkaar maar in elk geval ze zijn ergens mee bezig. Overdag slapen ze.


    22-02-2007 om 08:29 geschreven door Ginny1995  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (13 Stemmen)
    20-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.konijnen

    over het konijn

    konijn8.jpg (12152 bytes)

    HET WILDE KONIJN

    Men heeft vaak geprobeerd konijnen met hazen te kruisen, maar het is nooit gelukt en het zal ook nooit lukken. Ze lijken op elkaar, maar eigenlijk zijn er heel belangrijke verschillen!

    • Ten eerste verschillen het gebit en de schedel.
    • Maar het grootste onderscheid zit in het aantal chromosomen, dat bij het konijn 44 bedraagt en bij de haas 48. Door dit verschil kunnen een konijn en een haas samen geen jongen krijgen.
    • Ook het gedrag van hazen en konijnen verschilt van elkaar. Het konijn leeft in groepen en de haas leeft alleen; een haas heeft geen hol, een konijn altijd, of het maakt een bovengronds verblijf dat daarop lijkt.
    • Het konijn is kleiner dan een haas, heeft veel kortere achterpoten en geen zwarte oorpunten. De oren zijn ook kleiner en de pels is grijzer dan van een haas en de onderkant van de staart is wit.

    Tot aan de laatste IJstijd was het konijn in Midden-Europa inheems. Door deze platdrukkende ijsmassa’s is het konijn toen uitgestorven, behalve in Spanje en Noordwest-Afrika.
    Toen de Phoeniciërs rond 1100 v. Chr. in Spanje kwamen, kwamen zij een voor hen onbekende diersoort tegen, die bij nadering van de mens in holen vluchtte.

    Daarna is er een ware rage ontstaan om in allerlei landen en op eilanden konijnen uit te zetten, hetgeen op de meeste plaatsen in Europa maar al te goed lukte en binnen enkele jaren tot enorme plagen leidde. Hier is Australië¨Pe een goed voorbeeld van!

    In Amerika lukte het daarentegen niet. In 1951 werden in New-Yersey 20.000 konijnen losgelaten, waarvan er maar een paar overbleven. Dit kwam waarschijnlijk door het virus: myxomatose.

    • Holenvorming

    Zoals gezegd leeft het konijn warm en droog in bouwen, kasten of burchten.
    De bouw: van buiten leiden 4 of 5 pijpen naar de centrale ketel (wentel).
    De pijpen hebben talrijke zijgangen. Meestal zijn er vanuit of vlak naast de ketel 1 of 2 verticale pijpen (spring-pijpen), die alleen in geval van nood worden gebruikt.

    Toch kan het konijn zich in natte gebieden, waar geen hol kan worden gegraven, aanpassen door bovengrondse schuilplaatsen te maken, bv. tussen houtstapels.
    De voorpoten van het konijn zijn echte graafwerktuigen. De achterpoten worden alleen gebruikt om telkens het opgegraven zand met een krachtige beweging onder de buik door naar achteren te werpen.

    • Paring

    Konijnen krijgen veel jongen. De vrouwtjes kunnen echter alleen paren van januari tot juli.
    In die periode zijn dan ook 90 van de 100 wijfjes zwanger. De mannetjes zijn al in november klaar voor de start, maar een eventueel afgedwongen paring leidt dan niet tot zwangerschap.
    Tijdens het paringsspel loopt de ram met stijfgehouden lopers om het moertje heen, terwijl het zijn staart zo ver mogelijk naar boven omgeklapt houdt, zodat het wit goed zichtbaar is. Soms bespuit hij zijn uitverkorene met urine, waarbij hij de vreemdste sprongen over haar heen maakt. Tot het verdere ritueel behoort het uitgebreid likken van kop en oren. Man en vrouw zitten dan soms een half uur neus aan neus. Daarna beklimt hij haar van achteren en volgt de vereniging, die in korte tijd enkele malen wordt herhaald.

    De eisprong wordt pas door de paring in gang gezet en is ongeveer 12 uur later voltooid.
    De draagtijd is 28-31 dagen.
    Reeds enige uren na de geboorte van de jongen is het wijfje weer paringsbereid en wordt opnieuw gedekt, zodat zij tijdens de zoogperiode reeds nieuwe embryo’s in haar baarmoeder herbergt.
    Toch is ook daarop een rem. Een bijzonderheid van konijnen is namelijk, dat 60% van de zwangerschappen niett wordt voldragen. Dit is een soort natuurlijke geboortebeperking.
    Bij het wijfje waar dit optreedt worden de vruchtbeginselen vanaf de 12e dag opgelost en door de baarmoederwand in 2 dagen volledig opgezogen. Evenals bij een normale geboorte bevindt zich in de borstklieren melk. Tevens wordt zij binnen enkele uren na deze "interne abortus" weer gedekt.
    Bij dit merkwaardige opruimingsproces speelt de rangorde van de wijfjes een bepaalde rol, al weten we er nog niet alles van. In ieder geval brengen de wijfjes die in rangorde het hoogste staan, de meeste jongen ter wereld (5-7 maal per jaar 1-9 jongen). Of dit een natuurlijk selectieproces is, om het woord Želitevorming niet te gebruiken, is onzeker.
    Nog een bijzonderheid van konijnen is dat de mannelijke embryo’s in de baarmoeder in de minderheid zijn ten opzichte van de vrouwelijke. Na de geboorte verschuift zich die verhouding nog verder, zodat er tenslotte 100
    rammen op 130 moertjes overblijven.

    • Geboorte

    De moeder maakt op 100 meter afstand, of meer, van de hoofdburcht een eigen "werpbouw". Dit is een eenvoudige pijp van 1-3 meter lengte, met aan het eind een kleine ketel of wentel, die ze bekleedt met buikwol, mos en gras, en waar ze vervolgens haar blinde, kale en tot de tiende dag dove jongen werpt.
    Daarna verlaat ze het hol, maar maakt de ingang zorgvuldig dicht. Ze doet dat zo netjes, dat vossen, bunzings, wezels en kraaien, alsmede haar dierbare echtgenoot er letterlijk en figuurlijk geen lucht van krijgen.
    In de weken daarna komt ze 1 of hoogstens 2 keer per 24 uur terug om haar kinderen te voeden. Na 8 dagen hebben ze een haarkleed(je), na 10 dagen zijn de oogjes open en eveneens na 10 dagen kunnen ze horen.
    Naarmate ze groter worden hebben ze meer zuurstof nodig, reden waarom hun moeder een klein gaatje in de aarde bij de ingang van de pijp openlaat, dat ze iedere dag iets groter maakt. Dit is een risico met het oog op passerend roofwild, maar het gaat toch telkens wonderlijk goed.
    Zo’n werpbouw kan zich midden op een ouderwets natuurgras-hockeyveld bevinden (eigen waarneming).
    Na 4 tot 5 weken neemt het moertje het hele stel mee terug naar de hoofdburcht en integreert het nieuwe gezin in het familieleven.
    Wie ooit zo’n processie onbespied heeft kunnen waarnemen, vergeet dit aandoenlijke beeld nimmer meer.
    Het schijnt dat in de laatste tijd dit afgezonderde jongen-werpen minder voorkomt. Onderzoekers denken dat de oorzaak daarvoor de abnormaal hoge vossenstand is (hier, maar ook in Australië‘ waar vossen massaal zijn uitgezet om de konijnenstand te verkleinen), waardoor de konijnenwijfjes van twee kwaden (manlief of de vos) de minste kiezen en de grote burcht toch veiliger achten.
    Na 5 maanden zijn de jonge konijnen geslachtsrijp. Het konijn kan zich tot aan het
    6e levensjaar vermenigvuldigen.
    De maximumleeftijd is 9 jaar. Het gewicht van een volwassen konijn varieert van 2 tot 3 pond.

    • Voedsel

    Men zegt dat zeven konijnen evenveel eten als een schaap, maar ze zijn veel selectiever in het uitzoeken van kruiden en speciale gewassen. Hun menu omvat van alles, als het maar sappig en niet giftig is. Boeren en bosbouwers kunnen enorme schade lijden, vooral door het schillen van (vrucht)bomen, het consumeren van jonge zaailingen,en het aanvreten van knolgewassen. Ook op golfbanen, kerkhoven en graveltennisbanen kan de graafschade flink in de papieren lopen.

    • Gedrag

    Het konijn is een razendsnel dier, dat op de vlucht de meest onverwachte haken slaat. In tegenstelling tot het haas is het een sprinter, dat als stayer spoedig uitgeput raakt. Op open terrein zonder pijpen legt het tegen een hond, een vos, de marterachtigen of een havik spoedig het loodje. Het is een echt schemerdier, maar als de zon schijnt komt het toch ook wel overdag naar buiten. Kou zonder wind verdraagt het goed, regen tot op zekere hoogte ook, maar aan wind hebben ze een hekel. Er is dan ook veel meer bladergeruis en lawaai van zwiepende takken in het bos, hetgeen het moeilijk maakt om verdachte geluiden op hun betekenis te beoordelen. Bij uitgesproken slecht weer zitten de konijnen "onder". Men ziet er vrijwel geen. Ze kunnen daar soms dagenlang blijven.

    • Zintuigen

    Het gehoor en de reuk van konijnen zijn uitmuntend. Het gezichtsvermogen is iets
    minder maar toch nog prima.
    Bij gevaar waarschuwen zij elkaar door met de achterlopers op de grond te kloppen, hetgeen soms tot ver in de omtrek hoorbaar is. Ook onder de grond wordt luid geklopt, bijvoorbeeld als er met fretten wordt gejaagd.
    Evenals het haas heeft het konijn talrijke vijanden: vos, marter, wezel, hermelijn, bunzing, das, buizerd, havik en uil.

    • Myxomatose

    In onze streken valt het konijn ieder jaar weer ten prooi aan een myxomatose-epidemie, die in 14 dagen het konijn vrijwel kan uitroeien.
    De oorzaak daarvan ligt in Zuid-Amerika. De inheemse lijden konijnen daar ook aan myxomatose, maar dan als betrekkelijk goedaardige virusziekte.
    In 1897 kwam deze ziekte voor de eerste keer in Zuid-Amerika voor. In de tuin van een ziekenhuis in Montevideo bevonden zich Europese konijnen, die ziek werden en allen stierven, omdat zij nooit met dit virus in aanraking waren geweest en dus geen antistoffen hadden opgebouwd.

    Vervolgens werden er in 1936-1938 in Australië pogingen gedaan om het teveel aan konijnen door dit virus weg te krijgen. Het mislukte, maar in Australië werd er enkele jaren later in vochtige gebieden met veel muggen, toch een groot aantal konijnen ziek.

    In 1952 verspreidde de ziekte zich over geheel Frankrijk en later over geheel West-Europa.

    Bij myxomatose heeft het konijn sterk gezwollen oogleden en een dikke kop. Het zit meestal stil of beweegt zich zeer langzaam voort. Vaak stroomt de etter uit de ogen. De reden daarvoor is dat de muggen vooral langs de oogranden en de oorbases steken, omdat de huid daar het dunste is.
    Na 5 tot 7 dagen zwermt het virus door het lichaam uit en veroorzaakt hersen-, ruggemerg- en longontstekingen, tot de dood een einde aan het lijden maakt.

    20-02-2007 om 10:27 geschreven door Ginny1995  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.katten

    Over de kat

    1. De geschiedenis van de kat.

    Hoe en wanneer verschillende soorten van de wilde kat precies huisdier werden, is moeilijk te achterhalen.
    Misschien leefden katten al meer dan 10.000 jaar geleden in landbouwnederzettingen in het Midden-Oosten.
    Afdoend bewijs is bekend uit het oude Egypte omstreeks 2000 v. Chr.
    Toen de mens van nomadische jager landbouwer werd, moest hij zijn voedselvoorraden tot de volgende oogst beschermen.
    Het graan werd opgeslagen in voorraadschuren, die echter niet volledig veilig waren tegen ratten en muizen die door de kleinste kieren kropen.
    Op zoek naar voedsel moeten wilde katten steeds in de nederzetting zijn beland, op jacht naar de talrijker wordende muizen en ratten. De mensen moeten al snel hebben gemerkt dat katten als knaagdierdoder en beschermers van graanvoorraden uiterst nuttig waren. Anders dan honden, die al veel eerder waren gevonden en gebruikt, waren katten bijzonder bruikbaar omdat ze juist 's nachts op jacht gingen, op het tijdstip waarop ratten en muizen zich aan de voorraden vergrepen. De boeren jaagden de katten niet weg, maar moedigden ze aan te blijven. Zo kwam de band tussen kat en mens tot stand.

    De kat paste toch al goed in de Egyptische godenwereld, waarin allerlei dieren werden vereerd. De kat werd het symbool van de vruchtbaarheid, in de persoon van de kattengodin "Bastet". Katten werden aanbeden en vertroeteld en vereeuwigd op fresco's en in beeldhouwwerken. Wie een kat schade toebracht, kreeg een zware straf. Op het doden van een kat stond de doodstraf.
    Voor een gestorven kat gingen mensen in de rouw en om hun verdriet te tonen, schoren ze hun wenkbrauwen af. Katten werden gemummificeerd en met veel ceremonieel bijgezet in vaak fraaie omhulsels van brons of hout.

    Al die goddelijke verering had echter ook nadelen. Inmiddels is duidelijk dat katten ook in grote getale als offergave werden gedood. Archeologen vonden enorme grafvelden, zoals die van Beni Hassan, waar meer dan 300.000 geofferde katten lagen begraven.


    Zeereizen
    Ook zeelieden moeten hun voedselvoorraden beschermen tegen ongedierte. Daarom namen ze katten aan boord. Verondersteld wordt dat de Grieken en Feniciers zo rond 1000 voor Chr. als eersten huiskatten naar het Midden-Oosten, wat nu Italië is, brachten.
    De huiskat verspreidde zich langzamerhand over heel Azië en Europa. Doordat ze nog steeds aan boord van schepen werden genomen, bereikten ze ook de Nieuwe Wereld toen rond 1600 ontdekkingsreizen en handel steeds belangrijker werden.

    Europa
    Aanvankelijk waren katten in Europa zeer geliefd. De Romeinen beschouwden ze als het Symbool van de vrijheid en de beschermer van huis en haard. Als "heidense" vruchtbaarheid symbolen waren ze in het vroegere christendom echter niet populair. Daarom werden huiskatten in Engeland in de 14e eeuw beschouwd als Symbool van het kwaad. Men bracht ze in verband met hekserij en de duivel. Honderdduizenden katten werden levend verbrand, waarbij de kerk dat aanmoedigde en zelf het voorbeeld gaf. Toen katten daardoor zeldzaam werden, nam het aantal ratten explosief toe. Dit vormde een van de oorzaken van de pestepidemie van 1334. De "Zwarte dood" waarde door heel Europa. Mensen werden dodelijk besmet met deze ziekte door rattenvlooien. Het besef groeide dat de kat bij het onderdrukken van knaagdieren een belangrijke factor was, met het gevolg dat het aantal huiskatten weer toenam. Tegen het eind van de 17e eeuw was bijna elk huis in Frankrijk voorzien van een kattenluikje en de geliefde huiskat kon komen en gaan, zoals hem of haar dat uitkwam.

    Azië
    Katten werden ook in heel Azië bijzonder gerespecteerd. In sommige streken woonden ze in tempels om heilige geschriften tegen muizen te beschermen. Ook hielden ze ratten en muizen ver van de kostbare zijdecocons vandaan. De zijdehandel was van een enorm economisch belang voor China en Japan.
    In Siam, dat tegenwoordig Thailand heet, mochten ooit alleen de leden van de koninklijke familie katten bezitten. De Siamees stond dan ook bekend als de koninklijke kat van Siam.




    2. Grote katten

    Wat is een grote kat?

    De familie van de katachtige omvat over de hele wereld een stuk of veertig kattensoorten. Precies kunnen we het aantal soorten niet aangeven. De wetenschapsmensen zijn het er namelijk niet met elkaar over eens wat je allemaal een aparte kattensoort kan noemen. Sommige deskundigen spreken over 36 soorten, anderen komen tot 40 of 41. Ook over de indeling van de familie in geslachten lopen de meningen uiteen.
    De oorzaak van deze meningsverschillen is, dat alle leden van de kattenfamilie op elkaar lijken. De leeuw heeft natuurlijk zijn manen, de lynx zijn stompstaartje, de serval zijn gestippelde vacht en de jaguarundi zijn korte poten, maar zelfs voor een leek is onmiddellijk duidelijk dat het allemaal "Katachtige" dieren zijn. Bij andere dierenfamilies is dat lang niet altijd even duidelijk. Maar alle katten ter wereld zijn duidelijk familie van elkaar . Daarom kan men katten alleen maar indelen op grond van weinig opvallende lichaamskenmerken. En daardoor ontstaan de meningsverschillen tussen de kattenonderzoekers.
    We zullen ons niet mengen in de strijd van de geleerden. Wij gaan kijken naar een kattengoep die door de meeste deskundigen wel als groep wordt erkend: die van de "Grote katten." Er zijn 5 soorten grote katten: de tijger, leeuw, luipaard, jaguar en de sneeuwpanter. Deze 5 zal je verder in dit hoofdstuk nog zien voorkomen.


    Het elastische tongbeen

    Het enige kenmerk waardoor alle grote katten zich onderscheiden van de kleine is hun tongbeen: een hoefijzervormig botje helemaal achteraan de tong. Met dat botje zit de tong aan de schedel vast . Bij de grote katten is een deel van dat tongbeen elastisch, maar bij de kleine katten is het helemaal verbeend. Dit lijkt onbelangrijk, maar het heeft toch een opvallend gevolg; dank zij dit elastische stukje in hun tongbeen kunnen de grote katten namelijk heel hard brullen. Ze rekken dat stukje dan uit. Het heeft echter ook tot gevolg dat ze alleen bij het uitademen kunnen spinnen, terwijl de kleine katten hun "Motortje" ononderbroken kunnen laten snorren. De grote meester in het brullen is de leeuw natuurlijk. Maar als je ooit 's nachts in het oerwoud een luipaard vlakbij had horen tekeergaan, zou je weten dat zijn gebrul er bepaald ook wezen mag. Merkwaardig genoeg is de sneeuwpanter hier ook weer een uitzondering: hij heeft wel zo'n elastisch tongbeen maar toch brult hij nooit.

    20-02-2007 om 00:00 geschreven door Ginny1995  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.honden

    over de hond

     

    De geschiedenis van de hond
    Lang voor de mens boeken en verhalen ging schrijven, was de hond al een trouwe vriend van hen. De eerste mens was waarschijnlijk achtervolgd door een beest dat op een wolf leek, die overblijfselen at van dieren die hij eerst had gedood. Om makkelijker aan eten te komen ging de wolfachtige naar de mensen toe en gaf zijn vrijheid op. Langzaam werd de rare wolf een hond. Hij was niet de enige die blij was dat hij er bij was langzamerhand was hij erg populair, want hij hielp de mensen bij de jacht en bij het hoeden van andere dieren. Ook hielp hij de mens als er een vijand kwam of andere gevaarlijke dieren. De hond, die erg populair was, bij onder andere de oude Egyptenaren, de Grieken en de Perzen. Hij werd soms wel eens een onmisbaar lid van het gezin genoemd. Spaniël, Retrievers, Terriërs, Windhonden en Setters werden gefokt voor de jacht, evenals de Boxer, de Greyhound en de Sjamojeed. Prachtige rassen als de Chien Blanc de Rois, Grand Bleu de Gasconge en de Poitein waren ook bedoeld om mee te jagen. De Poedel in die tijd hoorde bij de Pointers en was een werkhond. De Dalmatier en de Fox terriër waren jachthonden. De Collie was vroeger vooral een herdershond.

    Gedrag in de roedel
    Iets wat alle honden hebben is hun gedrag in de roedel. Een roedel is en groep dieren die samen leeft en samen voor de bescherming zorgt en de gezelligheid en de voortplanting. Iedere roedel heeft een leider, het bazigste mannetje. Zijn ‘slaven' volgen hem. Sommige staan heel hoog. Dat betekent dat ze na de leider komen, maar voor geen een is er zoveel ontzag als voor de leider. De leider blijft de baas totdat hij dood gaat. Dan komt er een ander bazige hond. De leider is waarschijnlijk het enigste mannetje die mag paren, gewoonlijk is dat met het aller bazigste wijfje. Wanneer er baby's zijn geboren, wordt zij de leider totdat de jongen groot zijn en kunnen jagen of trekken. Het krijgen van voedesel is de belangrijkste reden waarom hondachtigen in groepen leven; ze zijn namelijk niet snel genoeg om eten in te halen. Daarom omsingelen hem eerst en vallen hem dan aan. Heel gemeen eigenlijk. Nadat hun eten is gedood, eet de leider er het eerst van en daarna de andere, in volgorde. Dat betekent dat daarna de hoogste komt en daarna weer de hoogste enz.Oudere honden die hun voedsel niet zelf kunnen krijgen dit van een andere hond. Het is zelfs zo dat soms de leider van de roedel het voedsel dat hij zelf heeft gevangen naar zijn partner brengt, als ze in een hol voor de jongen zorgt. De jongen worden ook door andere groepsleden verzorgd. Ze likken het eten van de lippen of eten wat volwassen dieren uit spugen. Na de maaltijd slapen de honden een poosje of spelen ze misschien een beetje. Als er genoeg voedsel in de buurt is, kunnen ze een poos in dezelfde buurt blijven, zo niet dan geeft de leider opdracht om weer verder te gaan. Als er roedelgenoten zijn afgedwaald dan gaan ze allemaal huilen (janken) om de honden weer bij elkaar te krijgen.

    Domesticatie (wat dat betekent blijkt uit het verhaal wel)
    Men schat dat de onmiddellijke voorouders van de soort hond -wolf- minstens 12.000 jaar geleden werd opgenomen in het leven van de mens. Ze dachten dat dat kwam door zijn aangeboren groepsgedrag en omdat hij zo goed kon jagen. Holbewoners gaven hem voedsel en onderdak aan de wolf als dank voor het jagen en bescherming. De mensen die in een gezin leefden gooiden waarschijnlijk restjes eten naar de hongerige honden die in de buurt rondzwierf. De mens begon zich na een poosje voor de wolf te interesseren. Misschien adopteerde hij er zelfs een paar en behandelde de honden als lid van een eigen groep. Na verloop van tijd namen ze de wolven waarschijnlijkdeel aan de jacht. Ze isoleerden hem, zodat de mens hem kon doden.(Domesticatie betekent dus iets van huis. Hoe de hond als huisdier werd.)

    Waakhonden
    Van heel lang geleden tot aan nu toe hebben honden nog anderen ‘taken' gehad dan die waarvan gebruik werd gemaakt bij de jacht. Hun eeuwige waaksheid is een van de handigste eigenschappen. In de middeleeuwen hielden kloosterlingen honden voor de gezelligheid, maar ook voor de bescherming.
    De bloedhond is bijvoorbeeld gefokt in het Sint-Hubertusklooster in de Belgische Ardennen. De Duitse Herder is gefokt door Duitse monniken die een hond nodig hadden om hun klooster te beschermen tegen rovers. In het oude Griekenland werden heilige plaatsen bewaakt door rassen die waarschijnlijk afstamden van de Molosser, die de voorvader is van alle waakhonden (hij is groot en agressief). Volgens een een oud verhaal (legende) werd een dief die had ingebroken in de tempel van Aphrodite door een hond achtervolgd over een afstand van 34 km. Tegenwoordig wordt een waakhond getraind om allerlei obstakels te overwinnen, mensen aan te vallen zonder ze te verwonden, pistoolschoten te negeren, voedsel niet aan te pakken van vreemden, grote afstanden te lopen en kalm te blijven. Waakhonden worden veel gebruikt bij politie, vooral rassen als de Duitse Herder, de Belgische Herder, de Dobbermann, de Riesenschnauzer, de Rottweiler, de Bloedhond en de Labrador Retriever. Het trainen van de hond begint in het eerste jaar en het dier doet zeven a acht jaar dienst en gaat daarna soms met ‘pensioen'. Gewone waakhonden worden ook gedurende een paar maanden getraind. Niet iedereen heeft eigenlijk een goed afgerichte hond nodig. Zodra een hond begrijpt dat hij er ook bij hoort (bij een gezin), beschermt hij het huis van zijn baas door hard te blaffen. Zo houdt hij inbrekers weg.

    20-02-2007 om 00:00 geschreven door Ginny1995  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (15 Stemmen)


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     



    Inhoud blog
  • Hallo allemaal
  • hamsters
  • konijnen
  • katten
  • honden

    Rondvraag / Poll
    Hoe vind je mijn blog???
    slecht
    heel slecht
    super slecht
    gaat wel
    goed
    redelijk goed
    super
    keicool
    super mega cool
    de beste van allemaal
    Bekijk resultaat


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog


    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs