Het paard bestaat al zo'n 70 miljoen jaar.De paarden van toen hadden een heel ander uiterlijk.Vele oersoorten zijn reeds uitgestorven. Toch heeft de mens het paard veel later leren gebruiken. Men vermoedt dat dit 3500 jaar geleden begon. Het tam maken van deze dieren was een moeilijke taak. Er bestaan nu ongeveer 200 pony en paardenrassen. Je kan een pony en een paard makkelijk uit elkaar kennen. Een paard is groter dan een pony. De pony heeft kortere benen en de buik is ronder.
Gebruik:
Het paard is een nuttig dier. Het wordt / werd gebruikt om:
karren te trekken
hulp op het veld
voor de (ruiter)sport
als voedsel
Ik wil eerst wat vertellen over de kleding.
Het is belangrijk dat je geen wapperende kleding aan hebt, zoals een sjaal of een loshangende jas. De paarden kunnen daar van schrikken. Op het hoofd draagt men een tok. Een paar rubber of lederen laarzen en een rijbroek.
De tok dient vooral voor de veiligheid.Het beschermt je tegen takken bij een ritje in de natuur of bij een eventuele val.
De rijlaarzen passen perfect aan het been. Achteraan kan je sporen bevestigen.
Een ruiterbroek zorgt ervoor dat men zich niet doorrijdt. (d.w.z. dat men geen wonden krijgt door het schuren)
Als je leert paardrijden heb je deze kledij echt nodig.
Het paardrijden zelf:
Je klimt op een paard (dit is niet zo makkelijk dan het lijkt) en neemt de teugels tussen je middenvinger en je ringvinger. Je geeft een zachte por in de buik met je voet of je geeft een tik met je zweepje. Daar gaan we dan, maar goed op de hoefslag blijven hoor. De hoefslag is een lijn die door de hele piste gaat. Er zijn drie gangen: de stap, de draf en de galop. Deze zijn belangrijk bij het paardrijden.
De tanden en ouderdom:
Uiteraard heeft een paard ook tanden... Veulens en paarden jonger dan 5 jaar hebben melktanden en kiezen. Vier snijtanden en vier kiezen. Vanaf 6 tot 8 jaar is er het blijvende gebit. Er zitten dan in elke kaak 6 snijtanden en 12 kiezen. Op latere leeftijd laat het paard de onderlip vallen, men geeft dit een leuke benaming, nl een centenbakje. Ook krijgt het kuiltjes boven de ogen met daarin grijze haartjes. De grijzen haren merken we dan ook op in de manen en de staart. Aan de slijtage van het gebit kan men de ouderdom bepalen.
Voedsel:
Een paard is een planteneter. Het eet gras, hooi, haver, stro en af en toe wel eens een appeltje of wortel. Als je een paard eten wil geven, doe je dat door je hand plat te leggen en het paard het rustig te laten opeten. In de wei neemt een paard het gras met zijn lippen beet. Een paard drinkt veel. Gemiddeld zo'n 30 tot 50 l water per dag.
Benadering:
Vele mensen willen paarden aaien. Dit is natuurlijk positief. Toch moet je een paard altijd rustig benaderen. Je moet het paard waarschuwen door het zachtjes aan te spreken of een schouderklopje te geven. Voelt een paard zich onrustig dan kan het stampen...en geloof mij gerust zo'n hoefijzer komt aan!!!!
Verzorging:
Een paard vraagt veel verzorging. Als je ooit wil paardrijden moet je deze taak er met plezier bijnemen. Doe je dit niet dan kan je beter een andere hobby kiezen. Hieronder vind je een overzicht van het materiaal dat je nodig hebt om een paard te verzorgen.
Hoefkrabber
Hoefkrabber met borstel
Manenkam
Massageborstel
Zachte borstel
Roskam
Geslacht + voortplanting:
Er zijn zoals je waarschijnlijk al weet de merrie, de hengst en de ruin. De merrie = het vrouwelijk paard De hengst = het mannelijk paard De ruin = een gecastreerde hengst Het veulen = het jong
Eens de merrie drachtig is of zwanger van een veulentje, duurt de zwangerschap 11 maanden. Meteen na de geboorte drinkt het veulen de eerste moedermelk of biest genoemd. Deze bevat veel voedingsstoffen die dient als bescherming tegen ziekten. Het veulentje blijft 5 tot 6 maanden bij de moeder. Wist je dat wij ook paardenmelk kunnen drinken? Deze is zeer krachtig en zoet. Het smaakt helemaal anders dan koeienmelk. Na mijn spreekbeurt heeft iedere leerling van de paardenmelk mogen proeven. Deze melk is duurder dan gewone melk en je mag er niet zoveel van drinken. Er bestaan dus paardenmelkerijen. In Lint (nabij Lier) vind je zo een paardenmelkerij.
Enkele leuke links naar paardenmelkerijen in Vlaanderen
Klik op logo
Paardenmelkerij
Den Horst
Bij verveling in de stal geeft men het paard een Horsebal. Hier is hij enkele uurtjes zoet mee.
Jullie weten misschien ook dat paarden verschillende patronen of tekeningen kunnen hebben. De patronen op het voorhoofd noemt men een bles. Deze hebben altijd een verschillende vorm.
Bouw van een paard:
Hieronder vind je twee tekeningen die alles vertellen.
De anatomie
Zo ik hoop dat je iets geleerd hebt over paarden en hun verzorging. In ieder geval vind ik het prachtige dieren
Onze meester heeft beloofd dat we met onze klas de paardenmelkerij te Lint gaan bezoeken.
Lindsey
Verzorging van het paard
De stal/box
Staat een paard op stal dan moet er voor gezorgd worden dat die schoon droog en tochtvrij is. Een goede stal laat voldoende frisse lucht en voldoende licht toe en heeft een constante temperatuur van circa 10-15°C. De afmetingen zijn minstens 3x3m. met een deuropening van minimaal 1m. In de stal/box moeten een ruif, voerbak, drinkbak en liksteen aanwezig zijn. De ruif is zit ongeveer op borsthoogte, zodat het paard het hooi in zijn normale houding kan eten. De brokken worden gegeven in de daarvoor bestemde voerbak. Tegenwoordig zijn de stallen voorzien van automatische drinkbakjes die aangesloten zijn op de waterleiding. De liksteen zorgt ervoor dat het paard voldoende zout krijgt. Op de vloer kunnen stro of (hele dunne) houtkrullen gestrooid worden, zodat het paard een goed en droog ligbed heeft. Natuurlijk zal dat niet lang droog blijven en daarom moet er tijdig uitgemest en bijgestrooid worden, minimaal een keer per week. Dit is heel belangrijk, omdat het slecht is voor de hoeven van een paard als het lang in een vochtige ondergrond moet staan. Hij kan dan "mok" krijgen: een ziekte aan de hoef.
Poetsen
Bij de verzorging hoort ook een goede borstelbeurt. Dit is niet alleen om hem mooi te laten uitzien, maar heel goed voor de huid. Het uiterlijk komt pas op de tweede plaats. Een paard dat veel in de wei staat, heeft huidvet nodig om zich tegen kou en regen te kunnen beschermen. Door te rollen in het zand wordt de huid voldoende gemasseerd.
nog maals de verzorging
Een paard dat rolt is bezig met een huidmassage
Poetsmiddelen
Voor het poetsen gebruiken we een roskam van ijzer, rubber of plastic, een harde borstel, een zachte borstel, een wrijflap van wol of badstof, een manenkam en een spons.
Hoe moet er gepoetst worden?
Eerst gaan we flink rossen met de roskam om het grove vuil en de losse haren te verwijderen. De roskam moet je af en toe flink uitkloppen. Begin linksboven aan de hals en werk van daaruit met cirkelvormige bewegingen naar achteren. Roskam vervolgens de de rechterkant op dezelfde manier.
Hierna pakken we de harde borstel om het losse vuil te verwijderen en dan wordt nageborsteld met de zachte borstel of doek, waardoor de huid gaat glanzen. Vervolgens halen we met de harde borstel het vuil uit de manen. De manenkam wordt alleen gebruikt om de manen uit te dunnen. De staart wordt zo min mogelijk geborsteld. Om zo weinig mogelijk haren uit te trekken, kunnen strootjes e.d. er beter met de hand worden uitgeplukt. Als de staart erg vuil is, kan hij beter met lauw water en groene zeep of speciale paarden-shampoo gewassen worden. De spons is vooral nodig om na het rijden het stof uit de ooghoeken en neusgaten te halen.
Hoefverzorging
De hoeven hebben ook aparte verzorging nodig. Met een hoevenkrabber, een harde borstel en een kwast kunnen die regelmatig schoongemaakt worden aan de onderkant. Dit kan het beste gebeuren voor en na het rijden. Vooral na een buitenrit is dit belangrijk. Er kunnen nl. steentjes inzitten. Het paard zal ongetwijfeld kreupel worden als die lang blijven zitten. De hoefzool wordt uitgekrabt met de hoevenkrabber, vooral de straalgroeven en de rand tussen het ijzer. Je moet wel zelfverzekerd om een "pootje" vragen, want anders zullen ze hun hoef niet optillen. Je moet dus niet te bang zijn, want paarden voelen dit heel goed aan.
ALGEMENE INFORMATIE: Cavia's zijn overdag actief en laten zich gemakkelijk aaien en aanhalen. Ze zullen zelden bijten. Het zijn groepsdieren, huisvest ze dus liever niet alleen. Ze maken talrijke geluiden zoals piepen, knorren, fluiten... Cavia's worden gefokt in allerlei kleuren en verschillende haarstructuren
OORSPRONG: Cavia's komen uit Zuid en Midden Amerika. Naast de cavia, waarvan onze huiscavia afstamt leven er nog andere cavia-achtigen zoals de rotscavia, de dwergcavia en de wezelcavia.
LEVENSVERWACHTING EN DRAAGTIJD: Gemiddeld wordt een cavia tussen de 5 en 8 jaar. Vanaf 6-8 weken zijn ze geslachtsrijp. De draagtijd duurt ong. 68 dagen. Meestal worden 2-5 cavia's geboren. De jongen hebben bij hun geboorte een volledig ontwikkelde pels en hun oogjes zijn al open. Ze kunnen vanaf de eerste dag lopen en hooi en ander voedsel tot zich nemen. Een 3-tal weken worden ze door de moeder gezoogd en op de leeftijd van 4-5 weken mogen ze van de moeder gescheiden worden.
HUISVESTING EN VERZORGING: De belangrijkste eisen van een caviaverblijf is dat het droog en vrij van tocht moet zijn. In de dierenspeciaalzaak zijn verschillende kooien voor cavias te koop. Er zijn kooien van traliewerk en kooien geheel van plastiek. Beiden hebben hun voor en nadelen. Plastiek kooien beschermen goed tegen tocht en om de kooi ontstaat minder rommel. Een nadeel is dat ze geen deurtje hebben waardoor de cavia in en uit kan lopen. Traliekooien hebben meestal wel een deurtje. Cavias gaan soms wel aan het traliewerk knagen wat vrij irritant kan zijn. Cavias lopen en springen in hun kooi waardoor veel rommel buiten de kooi terecht komt. De bodem van hun verblijf moet bedekt worden met een laagje houtkrullen. Voor het voer is een zware etensbak die niet omgegooid kan worden het meest geschikt. Cavias drinken ook veel, dus is het beter een niet te kleine drinkfles te kopen. Verder hebben ze nood aan een schuilplaats in de vorm van een huisje, buis of iets dergelijks. In principe kunnen cavias goed tegen kou. Ze kunnen dus ook buiten gehouden worden mits ze reeds in de zomer daar aan gewend worden en men de nodige voorzieningen treft. In hun verblijf moet een nachthok, goed gevuld met stro, staan. In de zomer mag het hok ook niet de hele dag in de zon staan, cavias kunnen slecht tegen warmte. Wanneer men besluit de cavia buiten te huisvesten neemt men best twee of meer dieren omdat ze dan in de winter warmte van elkaar hebben (het zijn trouwens groepsdieren die alleen gehouden niet in optimale omstandigheden kunnen leven).
VOEDING: Om een cavia gezond te houden moet men voor zorgen dat hij iedere dag beschikt over krachtvoer, hooi, groente en water. Krachtvoer is kant-en-klaar in de dierenwinkel te verkrijgen. Sommige zijn met extra vitamine C, wat voor de cavia van levensbelang is, want hij kan deze vitamine niet zelf aanmaken. Vitamine C kan ook in het drinkwater gegeven worden. Hooi moet ook altijd ter beschikking zijn. De cavia heeft het nodig voor een goede werking van zijn darmen. Groenvoer mag altijd ruim gegeven worden, maar mag het krachtvoer niet vervangen. In rode paprika, spruitjes, broccoli, andijvie, appelsien, appel, witlof, wortel en komkommer zit bovendien ook vitamine C. Het drinkwater geeft men het beste in een drinkfles. In een bakje wordt het snel vuil of omgegooid. Gedroogd brood of knabbelstokjes uit de dierenspeciaalzaak hebben ze nodig voor hun tanden.
Leeuwen leven in Afrika en ook in India. In Afrika leven ongeveer 50.000 leeuwen en in India 200 tot 300. Ze leven op grasvlaktes. Op die grasvlaktes groeien een paar bomen. Zon grasvlakte word ook wel een savanne genoemd. In Afrika en India zijn savanne. De leeuwen leven er in reservaten. Dat zijn natuur parken met een hek er om heen. In die reservaten leven ook andere dieren. Niet alleen maar leeuwen. De dieren worden in die reservaten beschermd.Er mag niet gejaagd worden. Reservaten in India en Afrika kunnen heel groot zijn. Soms wel groter dan ons land! Leeuwen houden zich het liefst in licht bebost terrein, rijke graslanden en struikgewassen aan de randen van vlakten Leeuwen in India heten Indische leeuw. elke troep heeft zijn eigen leefgebied. De omvang daarvan hangt samen met het aantal prooidieren dat er leeft. Een troep laat een andere troep weten waar hun leefgebied ophoud. Dat doen ze door te brullen en door op vaste plaatsen urine te spuiten. In Afrika is de leeuw de koning der dieren. In Azië is de tijger de koning der dieren. Toch wonen er ook in Azië leeuwen. Er zijn enkele verschillen tussen de Aziatische en de Afrikaanse leeuw: De Aziatische leeuw heeft minder manen. Maar heeft weer meer haar bij zijn elleboog. Daarnaast is hij zon 30 centimeter kleiner. Het grootste verschil zit hem echter in zijn gedrag. De Indische leeuw is te voet te benaderen en weinig agressief. Dit komt doordat de dieren al velen jaren worden beschermt.De leeuw
De leeuw is niet echt geschikt als vader hij speelt nauwelijks een rol bij het grootbrengen van zijn jongen. Hij word zelfs door de wijfjes weggejaagd als hij zich bij de welpen te dicht in de beurt waagt. Meestal laat hij het wel toe dat de jongen schijnaanvallen doen op zijn staart. Een leeuw is onvoorstelbaar lui. Hij slaapt en suft met een gerust hart 20 uur per dag! Een leeuw houdt er van om overdag lekker in het gras te slapen. En pas savonds naar de water kant te gaan om te drinken. Als een nieuwe leeuw de leiding over de troep over neemt door het oude mannetje te verjagen, is het eerste wat hij doet het doden en opeten van de jongen van de oude leider. Want jongen van een ander wil hij niet groot brengen. Nu de welpen dood zij, geven de moeders geen melk meer en zijn ze gelijk klaar om met de nieuwe leider te paren. Dat doen ze 4 keer per uur een week lang. De groep bestaat uit 1 tot 2 volwassen mannetjes en 5 tot 10 volwassen wijfjes met hun jongen. Het bewaken en verdedigen van het leefgebied is voornamelijk de taak van de mannetjes. Ze houden hun gebied scherp in de gaten. Toch komt het maar zelden voor dat gevechten om het leefgebied eindigen met verwondingen of de dood. De leeuw kun je gemakkelijk te herkennen aan zijn indrukwekende manen op zijn kop en schouders. Hierdoor ziet hij er groter en sterker uit dan hij is. De manen beschermen hem in het gevecht tegen tanden en klauwen van zijn tegenstan Familie van de leeuw
De leeuw is een katachtige. Grote katachtige zijn tijger, leeuw, jaguar, luipaard, jachtluipaard/cheeta. kleine katachtige zijn: Poema, ocelot, wilde kat, lynx, woestijnkat, huiskat. Katachtige hebben allemaal een ruwe tong, goede oren, grote snorharen. En ze kunnen hun nagels intrekken. Als je zelf een kat hebt weet je dat vast wel. Een leeuw heeft dat ook allemaal de leeuw is de grootste katachtige. De kleinste katachtige is de huiskat. Vooral een jachtluipaard is snel. Hij is de snelste kat van alle katten: 100 kilometer per uur kan die lopen. Hij haalt dus makkelijk een auto in. De Siberische tijger is de grootste kat ter wereld en weegt rond de 275 kilo. Als deze joekel op een prooi springt zakt hij gelijk in.
De staart.
Aan de staart van alle katten, groot of klein, kun je zien in wat voor humeur ze zijn. Is het dier boos, dan zwiept zijn staart heen en weer. Als die staart zachtjes heen en weer gaat is hij tevreden. Een staartje dat recht omhoog staat, kan twee betekenissen hebben: je moet kijken naar de haren van de kat. Staan die ook omhoog en maakt hij ook nog een bolle rug, dan is hij heel boos. Zijn de haartjes gewoon plat dan is hij heel blij.
Wilde kat.
De huis kat stamt van de wilde katten af. Hij lijkt er ook erg op, maar de wilde kat is iets hoger.
De lynx
De lynx is een hoog potige kat. Je herkent hem aan zijn oorpluimen en aan zijn flinke bakken baard. Hij voelt zich uitstekend thuis in uitgestrekte en eenzame bossen. En jaagt vooral op hazen kleinere knaagdieren en vogels.
Sneeuwpanter
De sneeuwpanter is een prachtige wilde kat die hoog in de bergen leeft. Zijn vacht beschermd hem tegen de ijzige kou. Zelfs de kussentjes onder zijn poten zijn bedekt met vacht.
Jaguar
De jaguar is een grote kat. Hij lijkt op een panter, maar heeft andere vlekken: ringen met een stip in het midden. Jaguars leven in midden en zuid Amerika. Het liefst in bossen met veel water daar gaan ze op jacht. En soms uit vissen, want ook dat kunnen ze prima. Liggend op een overhangende tak slaan ze zo een vis uit het water.
Poema
Alle dieren van her bos zijn bang voor de poema. Hij kan twaalf meter springen van een boom tak en daarbij de nek van zijn prooi breken.
WWF de welpen
Een leeuw is ongeveer 15 weken in verwachting. Als ze merkt dat haar jong geboren wordt, gaat ze weg bij de groep. Ze zoekt een veilige schuilplaats. Daar worden de jongen leeuwtjes geboren. Zo jong weegt dan nog maar 1 tot 2 kg. Ze openen hun ogen na ongeveer 2 weken. Jonge leeuwtjes heten welpen. Er worden meestal 2 of 3 welpen geboren. Ze drinken bij hun moeder . een leeuw is dus een zoogdier. Als de moeder gaat jagen verstopt ze haar jongen. De welpen hebben een gevlekte vacht. Je ziet ze haast niet tussen het gras, de bladeren en taken. Welpen groeien snel. Al gauw laat de moeder ze niet meer alleen. Ze laat de welpen niet alleen omdat welpen nog al gauw weg lopen. Bij gevaar grijp de leeuw haar jong in zijn lurven. De lurven van een jong zitten in zijn nek. Tegen spartelen is er dan niet meer bij. Dan brengt ze haar jong naar een veilige schuilplaats. Dat doen katten ook. Wanneer de welpen 2 of 3 maanden oud zijn, leven ze met hun vader en moeder in een groep.
De leeuwin
Een jagende leeuwin kan een snelheid van zoon 60 kilometer per uur bereiken. Dat is behoorlijk snel, maar veel van haar favoriete prooidieren gaan harder daarom hebben leeuwinnen iets bedacht om die dieren toch te vangen: samenwerken bij de jacht! Na een tijdje gaan de moeders jagen en dan laten ze de jongen bij de slechtste jager achter. Een soort oppas moeder. De leeuwinnen hebben een apart territorium waar de leeuwen op bezoek kommen. Als de moeder dood gaat neemt de dochter het territorium over. De vrouwtjes jagen en delen alles: grond, prooi en mannetjes. Ze zogen de jongen gezamenlijk en helpen elkaar als ze ernstig zijn gewond. Sommige leeuwinnen hebben er veel plezier om hun jongen van de ene naar de andere schuilplaats te brengen. De jongen vinden het helemaal niet lekker om zo van de ene naar de andere kant naar de andere kant van het veld te worden gesleurd. Om niet in de lurven gepakt te worden rollen ze zich rond zodat de moeder ze niet kan pakken. De moeder laat zich gebruiken als klimpaal zonder maar een zuchtje te brommen. Leeuwinnen zijn niet zuinig met laten zien af ze andere leeuwen uit de groep aardig vinden. Ze likken elkaar vaak met grote hallen van de tong of ze vrezen eerst met hun snuit en dan en dan hun helle lichaam tegen elkaar aanatten beter te kunnen beschermen moeten we meer over ze te weten komen. Daarom ondersteunt het wereld natuur fonds onderzoek naar katten. Kattendeskundigen hebben in 1995 het cat action plan opgesteld. Daarin staat onder anderen hoe we katten kunnen redden. Het wereld natuur fonds werkt nu hard aan de uitvoering van dat plan om leeuwen, tijgers en alle verwante soorten voor uitsterven te behoeden.
De krokodillen behoren tot de grootste reptielen. Sommige soorten bereiken een lengte van 7 meter en kunnen 100 jaar oud worden.
Krokodillen zijn gekenmerkt door hun hagedisachtige lichaamsbouwen hun huidpantser. Het zijn zoetwaterbewoners van tropische en subtropische gebieden. Alhoewel ze op het land slechts traag kunnen voortbewegen, zijn ze in het water heel beweeglijk.
Krokodillen zwemmen door een kronkelende beweging van de afgeplatte roeistaart. Door een aangepaste verdeling van de lucht in de longen, zijn ze in staat schuin te zwemmen waarbij de romp en de staart onder water blijven en enkel de ogen en de neusopeningen boven water uitsteken. De gevaarlijk uitziende tanden verschi11en meestal onderling in grootte en vorm. Ze dienen voor het vastgrijpen van de prooi. De voedselopname vindt plaats in het water, maar niet onder water.
Onverteerbare delen van prooien zoals veren worden als een braakbal uitgescheiden. Ze hebben door huidkleppen afsluitbare neusgaten en kunnen tot één uur onder water blijven.
Krokodillen planten zich voort door middel van eieren. De vrouwtjes vertonen veel broedzorg en verjagen ogenblikkelijk elke indringer. De jongen breken met behulp van hun eitand de eierschaal open en beginnen zacht te kwaken.
Krokodillen worden in drie families onderverdeeld:
De kaaimannen behoren met de alligators tot één familie. Kaaimannen lijken zeer veel op alligators, maar een opmerkelijk verschil vormen de beenplaten op de buikzijde.
Vrijwel komen ze allen voor in het noorden van Zuid-Amerika, voornamelijk in het stroomgebied van de Amazone.
Daar paren de dieren in het water en 4 tot 5 weken na de bevruchting bouwt het wijfje een nest waarin ze de 30 tot 50 eieren deponeert. Deze eieren hebben een harde schaal en om zich uit het ei te verlossen hebben de jonge kaaimannen een eitand op de punt van de snuit.
De moeder bewaakt het nest en houdt de eieren nat. Tegen het uitkomen laten de jongen een kwakend geluid horen. De moeder graaft ze uit en zodra ze vrij zijn haasten de jongen zich ijlings naar het dichtstbijzijnde water. Slechts heel weinig jongen worden volwassen omdat talloze zoogdieren, schildpadden en vogels verzot zijn op de eieren.
Kaaimannen kunnen zich op het droge erg snel verplaatsen en in het water zijn ze de overige familieleden wat snelheid betreft, de baas.
De gavialen omvat thans nog maar één enkel geslacht met één soort: de Gangesgaviaal. Het meest opvallende kenmerk van de Gangesgaviaal is de lange smalle en duidelijk van de rest van de schedel afgegrensde snuit, die ongeveer drie en een half keer zo lang is als hij breed is aan de basis. Alleen vooraan, bij de neusgaten, wordt hij wat breder. Dit gedeelte van de snuit, met zijn achthoekige vorm is bij de mannetjes hoger doordat er knobbels op staan. De lange boven- en onderkaak zijn respectievelijk van 54 en 48 spitse tanden voorzien, alles bijeen een volmaakt werktuig om vissen en kikkers te vangen.
De Gangesgaviaal is de krokodil die het meest aan het leven in het water is gebonden. Hij leeft in diep, stromend water. Zijn poten zijn erg zwak, maar de zwemstaart daarentegen is bijzonder krachtig.
Het wijfie legt zoals alle krokodillen haar eieren op het land, meestal op zandbanken. De jongen zijn ongeveer 40 cm lang als ze uitkomen.
De volgende keer dat ie een krokodil tegenkomt met zijn bek dicht, moet je eens naar zijn tanden kijken. De alligators en kaaimannen verschillen van de echte krokodillen door de vierde tand in de onderkaak. Bij de alligators past deze in een holte in de bovenkaak en is bij gesloten bek niet zichtbaar. Bij de echte krokodillen past deze tand in een inkeping van de bovenkaak en is duidelijk zichtbaar als de bek gesloten is.
De snuit is het voornaamste wapen van alle krokodillen. Gavialen hebben lange smalle kaken voor de visvangst. Alligators hebben een brede, forse snuit. Krokodillen en kaaimannen hebben een dunnere, middelgrote snuit.
De schapen zijn op Texel al heel lang aanwezig, er zijn geschriften uit 1477 waaruit blijkt dat er toen al veel schapen op Texel liepen. Tot 1860 waren dit voornamelijk zogenaamde Pijlstaarten, een ongehoornd, sober ras met goede wol maar matig bespierd. Rond 1860 werd dit ras eerst gekruist met de Leichester, later ook met de Lincolnshire. Daardoor ging zowel de bevleesdheid als de wolkwaliteit vooruit.
Het oprichten van het Texels Schapenstamboek in Noord-Holland (afgekort T.S.N.H.) in 1909 bracht wat meer structuur in de fokkerij, het kruisen stopte, en er werden raskenmerken vastgesteld. Langzamerhand ontstond daarna het Texelse schaap, ook wel bekend als de Texelaar, met een groot aanpassingsvermogen en een goede vleeskwaliteit.
1907
1975
heden
Na 1960 is er vooral gefokt op de bespiering en de vlees/beenverhouding welke de Texelaar de huidige wereldfaam heeft bezorgd. Het Texelse schaap wordt in Nederland Texelaar genoemd, in het buitenland vaak Texelsheep of kortweg Texel. Daarnaast is er de Beltex, wat eigenlijk ook gewoon een Texelaar is, die via België naar Engeland is gegaan.
De omvang van het ras
Toen het stamboek werd opgericht kwamen de Texelaars voornamelijk voor in Noord- en Zuid-Holland, maar daarna verspreiden ze zich ook over de andere provincies. Ook in andere landen raakte de Texelaar bekend om zijn vleeskwaliteit zodat er ook export ontstond naar Engeland, Frankrijk, Denemarken, België en later ook naar Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. De laatste jaren vond er export plaats naar onder andere Italië, Portugal, Rusland, Noord-Ierland, Duitsland en Brazilië. De op deze site aanwezig fokkers op Texel hebben een gezamenlijke populatie van zo`n 2200 dieren.
Uitgangspunt
Het uitgangspunt voor de fokkerij van de Texelaar is een schapenfokkerij die gericht is op de meest economische vleesproductie, met behoud van voldoende rastypische eigenschappen. De Texelaar heeft daarbij de volgende funkties:
Slachtlamvaderdier De fokkerij en selectie zijn gericht op de afzet van dekrammen voor de productie van slachtlammeren.
Slachtlammoederdier De fokkerij en selectie zijn gericht op de afzet van fokooien voor de productie van slachtlammeren. De genetische aanleg voor de beide funkties kan in een schaap aanwezig zijn.
Rasbeschrijving
De Texelaar is een middelzwaar schaap, dat een keer per jaar aflamt. Volwassen ooien werpen en zogen doorgaans twee lammeren per worp. De eerste worp kan reeds op eenjarige leeftijd van een ooi plaatsvinden. De Texelaar heeft een zeer goede slachtkwaliteit. De vetbedekking is optimaal. Het lichaam van de Texelaar is ruimgebouwd, balkvormig en doet massaal aan. De kop is sprekend, heeft goede verhoudingen en is voorzien van een recht neusbeen en een brede bek. Verder is een zwarte neusspiegel en een blanke beharing gewenst. De hals is voldoende lang en correct geplaatst. De romp is in zijn geheel best bespierd, met extra gevulde lenden en dijen. De voor-, midden- en achterhand vormen een evenredig geheel. De voorhand is breed en diep, met een goed geplaatste, vrij lange schouders een voldoende ver naar voren doorlopend borstbeen. De middenhand is lang, breed met voldoende diepte in de ribben en brede, sterke lendenen. De achterhand is breed terwijl het kruis lang en licht hellend is. Het beenwerk is fijn van structuur, droog en krachtig. Het is zowel in gang als in stand correct. De wol is fijn, gesloten en vast gestapeld en bevat geen overtollig wolvet. De romp is bedekt met een witte vacht. De kop en benen zijn onbewold maar bedekt met wit haar. De staart is fijn en heeft een passende lengte.
Een volwassen ram weegt circa 95 kilo en heeft een schofthoogte van circa 70 centimeter Een volwassen ooi weegt circa 75 kilo en heeft een schofthoogte van circa 68 centimeter. FOKERs
lametjes
Clun Forest schapen
de lammetjes
De jaarlijkse geboorte van de lammetjes is een van de leukste momenten bij het fokken van schapen. Gelukkig lammeren Clun Forest schapen gemakkelijk en zijn er meestal geen problemen met de geboorte. De ooien kunnen het vrijwel altijd zelf af en we hebben maar zelden de veearts nodig. De meeste lammetjes staan binnen 15 minuten na de geboorte op de poten. Het is bijzonder om te zien dat ze vrijwel direct de juiste plek bij moeder weten te vinden om aan melk te komen. Vaak zie je de lammetjes enkele uren na de geboorte al de eerste huppelsprongetjes maken.
De lammetjes worden meestal in de stal geboren, maar zodra ze een week of twee oud zijn en het weer goed is gaan ze graag met hun moeders naar buiten.
Als de lammetjes geboren worden zijn ze donkerbruin/grijs, soms iets gevlekt. Na ongeveer 7-8 weken krijgen de lammeren hun mooie roomwitte vacht.
In hun eerste jaar krijgen de jonge ooien meestal één lam, soms twee. Daarna krijgen ze meestal een tweeling of een drieling. Een vierling komt ook af en toe voor!
De eerste lammetjes. Na de geboorte waren ze snel op de been. Op deze foto´s zijn ze nog geen 24 uur oud.
Dezelfde lammetjes als hiernaast. links Nu zijn ze 2 dagen oud. Ze waren erg levenslustig en sprongen al vrolijk door het hok.
Wij hebben de ooilammetjes die hierboven op de foto staan zelf aangehouden omdat ze zich bijzonder goed ontwikkelden en uit onze nieuwe Engelse bloedlijn van de Guifron Flock komen. Aardig is dat ze nog steeds vaak bij hun moeder in de buurt te vinden zijn. Je ziet ze veel met z´n drieën grazen. Ze zijn evenals hun moeder weer in oktober gedekt en in maart verwachten we van alle drie weer lammetjes. Hieronder twee foto´s van het groepje (begin november)
Het moederinstinct van Clun Forest schapen is bijzonder goed ontwikkeld, zodat ooien altijd uitstekend voor hun lammeren zorgen. Het komt normaal gesproken bij een Clun Forest schaap nooit voor dat een lam niet door de moeder wordt geaccepteerd.
Onze trotse ooi Polly met een vierling. Op de foto zijn de lammeren twee weken oud. Alle vier lammeren groeiden voorspoedig op. Dit clubje had veel bekijks bij de Clun Forest stand op de Dag van het Schaap te Utrecht in 1998. Ook in 1999, 2000 en 2001 kreeg Polly een vierling! In 2002, 2003 en 2004 kreeg ze een drieling. Dit jaar kreeg ze weer een mooie tweeling. Polly is nu ruim 11 jaar oud en heeft al 31 lammeren grootgebracht. Ze is nog steeds in goede gezondheid en laat zich door de andere ooien nog niet de kaas van het brood eten.
In juni worden alle lammetjes geïnspecteerd voordat ze in het stamboek kunnen worden geregistreerd. Uit deze lammeren selecteren wij de beste om de kwaliteit van het Clun Forest schapenras in stand te houden en verder te ontwikkelen. Wij letten dan vooral op de specifieke raskenmerken, maar ook op een goede groeiontwikkeling.
Een jaarling ooi met ooilam van 5 weken oud. Het ooilam is later heel mooi uitgegroeid en werd in augustus 2000 reserve kampioen bij de ooilammeren. In 2002 werd ze nationaal kampioen in de categorie volwassen ooien. Op 28 februari 2003 werd ze moeder van een leuke drieling.
Veel bezoekers van Artis blijven geboeid voor het verblijf van één van de apensoorten staan. Of de apen eten, spelen, lopen, of gewoon een beetje voor zich uit zitten te kijken; de mensen kijken er graag naar omdat ze zoveel van zichzelf herkennen. De vorm van de schedel en het gezicht van apen lijken een beetje op die van mensen. De ogen staan naast elkaar en de oren zijn precies als die van ons. Apen hebben handen, net als wij. Meestal met vijf vingers en met platte nagels in plaats van puntige klauwen. De voeten zijn plat, en lijken op een mensenvoet. Apen kunnen rechtop lopen, al doen ze dat niet zo vaak. Zelfs het gedrag van apen lijkt op mensengedrag. Geen wonder dat de apen in Artis zoveel bekijks hebben.
De oerang oetan is een mensaap uit Indonesië. Het is niet zo vreemd dat mensen zichzelf herkennen in apen.
Handen om te grijpen.
Apen hebben handen waarmee ze iets kunnen vasthouden. Er zijn meer dieren die dat kunnen, bijvoorbeeld de hamster of de eekhoorn. Die zitten wel eens rechtop van een nootje te knabbelen dat ze tussen de voorpoten hebben geklemd. Maar apen kunnen echt iets pakken, ook met één hand. Ze hebben een duim die veel beweeglijker is dan de andere vingers. Alleen apen en mensen hebben zo'n 'opponeerbare duim'. Daardoor zijn de handen van apen veel meer geschikt om te grijpen dan de pootjes van de hamster of eekhoorn. Een apenduim is korter dan een mensenduim. Want veel apen klimmen in bomen, en daarvoor is een lange duim ongeschikt.
Het kleinste aapje ter wereld is de dwergoeistiti. Hij kan vliegensvlug over de takken rennen.
Een staart voor evenwicht.
De apen uit Zuid-Amerika leven in het tropisch regenwoud. Het zijn echte boombewoners. Ze zijn meestal klein, en ze hebben een staart waarmee ze zich goed in evenwicht kunnen houden als ze over de takken rennen. Sommige apen hebben een grijpstaart. De beste grijpstaart is die van de slingeraap. Hij is de enige die echt aan zijn staart kan slingeren, met handen en voeten vrij in de lucht. Het kleinste aapje ter wereld is de dwergoeistiti. Hij is niet veel groter dan een muis, en weegt maar 85 gram! Hij rent met vier pootjes razendsnel over de takken. De dwergoeistiti behoort tot de Zuidamerikaanse klauwaapjes. Klauwaapjes hebben scherpe klauwtjes in plaats van platte nagels.
Baas boven baas.
Niet alle apen zijn boombewoners. In Afrika en Azië leven veel apensoorten in grote groepen op de grond. Grondapen hebben een korte staart. Bavianen trekken met z'n allen over de Afrikaanse savanne. Alleen bij gevaar vluchten ze de boom, en 's nachts slapen ze er. Op de apenrots in Artis leven de Japanse Makaken. Ook zij zijn grondbewoners die in grote groepen leven. In zo'n groep heerst er een strenge rangorde. De sterkste apen zijn de baas over de minder sterke apen. Wie het hoogst in rangorde staat, krijgt de mooiste slaapplaats en het beste voedsel. Wie laag in rangorde staat, moet steeds op zijn hoede zijn. Soortgenoten verjagen hem gemakkelijk van een fijne plek en proberen lekkere hapjes af te pakken.
Mensapen.
Dan zijn er nog de grote mensapen: de gorilla en chimpansee uit de bossen van Afrika, en de orang oetan uit de wouden van Indonesië. Zij lijken van alle apen nog het meest op mensen. Men heeft ontdekt dat mensapen gemakkelijker iets kunnen begrijpen dan andere dieren. Een chimpansee die niet bij hoog hangende bananen kan komen, kan zelf verzint zelf dat hij ze wél te pakken krijgt als hij op een kistje gaat staan, of er met een stok naar slaat. De orang oetans in Artis mogen soms tekenen. Ze begrijpen dat ze met de kleurtjes over het papier moeten gaan. De verzorgers in Artis verstoppen soms honing voor de gorilla's in kleine gaatjes in hun verblijf. De gorilla's gebruiken stokjes om de honing eruit te halen.
De gorilla is een mensaap uit Afrika.
Vastgeklemd aan moeders borst
Een babyaap klemt zich vast aan moeders borst. Daar is het warm en veilig en daar zijn ook de tepels voor melk. Terwijl moeder klimt, klautert, loopt of rent, houdt het jong zich stevig vast. Dag en nacht, dag in dag uit. Als het jong groter is, verhuist het naar de rug. Het kijkt nieuwsgierig in het rond en leert een heleboel over het echte apenleven. Hij leert hoe hij zich moet gedragen in een groep, en wat hij wel en niet kan eten. Apen zijn een groot deel van de dag op zoek naar voedsel. Het zijn alleseters. Ze eten vooral veel zaden, noten, wortels en vruchten, en soms eten ze vlees. Ze halen bijvoorbeeld een vogelnestje leeg, vangen een muis, of eten sprinkhanen op.
Vlooien Apen vlooien elkaar.
Dat zie je ze in Artis ook vaak doen. De ene aap plukt pluisjes, schilfers en zandkorrels uit de vacht van een andere aap. Vlooien is eigenlijk geen goed naam, want apen hebben zelden vlooien, juist omdat ze hun vacht zo goed laten verzorgen. Vlooien versterkt de band. Moeders vlooien hun jongen, en groepsgenoten vlooien elkaar. Wie hoog in rangrode staat wordt gevlooid door een aap uit een lagere orde. De aap die het minst te vertellen heeft, wordt dus bijna nooit gevlooid!
De mandril is een grondaap uit Afrika. Vooral het mannetje is mooi gekleurd. Soms zie je ze in Artis vlooien. Dat versterkt de band.
Impulsief een hond in huis halen is het slechtste dat je kan doen, zowel voor je hond maar ook voor jezelf. Bedenk dat je ongeveer de volgende 15 jaren de volle verantwoordelijkheid zal dragen over de hond.Hoe kiest u een hond die bij u past? Er zijn verschillende punten waarmee u rekening moet houden zoals: de grootte, het gewicht, de beharing, het karakter van de hond, maar ook uw levenswijze, uw eventuele ervaring met honden, het gezin en de tijd die u aan uw viervoetige vriend kunt besteden.
Ieder zijn ras.
Ieder ras heeft zijn specifieke en fysieke eigenschappen (grootte, lang haar, lange oren...)
maar ook zijn karakter en gedrag ( rustig, nerveus, waakhond, jachthond...)
Kies dus geen hond zuiver en alleen op zijn schattig uiterlijk zonder daarbij rekening te houden met de volgende punten:
- de beschikbare ruimte
- de tijd dat u eraan zal kunnen besteden
- de beweging die u hem kunt geven
- het maandelijks budget
- uw persoonlijke ervaring
Beschikbare ruimte.
De ruimte van uw woning en tuin of een stukje groen ergens in de buurt zullen ook van belang zijn bij de keuze van een ras. Waar dat een Vlinderhond of een Poedel zich perfekt zal thuis voelen in een beperkte ruimte zal een Ierse Setter of een Deense Dog gek worden en u ook als deze niet de mogelijkheid hebben om zich uit te leven.
Bovenwoning zonder lift: kleine honden die goed ter been zijn, zoals Terriers. Geen honden met korte poten en een lange ruggegraat, zoals Teckels.
Bovenwoningen met lift: kleine honden, die slecht kunnen traplopen, zoals Teckels, Mopshonden, Chihuahua's en andere kleine honden.
Huis met tuin: alle soorten honden, in verhouding met de grootte van je tuin.
Tijd.
De hond is van origine een meutedier en heeft daarom dus behoefte aan gezelschap. Hij moet kunnen spelen, wandelen en heeft aandacht nodig. Bepaalde rassen zoals een Teckel kunnen 8 tot 10 uur eenzaamheid verdragen. Andere zoals de Beagle kunnen er jammer genoeg niet tegen om lang alleen te blijven. Heeft u de tijd, het geduld en het doorzettingsvermogen om een hond op te voeden wanneer hij lastig mocht blijken? Kunt u ertegen als de hond met vuile poten uw woning of uw auto binnenstapt? Heeft u dagelijks een uur of twee tijd voor uw hond? Bent u zelf net zo aanhankelijk en trouw als u van uw hond verwacht?
Beweging.
Grote rassen zoals de Border Collie of Windhonden hebben natuurlijk veel meer beweging nodig dan bv een Yorkshire Terrier. Dit heeft niet altijd te maken met de grootte van de hond maar ook met zijn temperament. Bv: een Engelse Cocker Spaniel, een middelgrote hond vraagt toch om veel beweging en dit door zijn nogal actieve aard. Daarentegen heeft in verhouding de Dogue de Bordeaux die toch heel groot en zwaar gebouwd is, veel minder beweging nodig. En wandelt u graag, ook bij minder mooi weer?
Het budget.
Onnodig te zeggen dat een kleine Poedel minder zal kosten qua voeding dan bv een Deense Dog. Maar vergeet niet dat er nog andere kosten zullen bijkomen zoals het jaarlijkse bezoekje aan de dierenarts voor zijn vaccinatie(s). Heeft u voldoende geld om onverwachte kosten van de dierenarts te kunnen betalen? Een eventueel bezoekje aan een toilettage (voor langharige honden), de kosten voor een verblijf in een hondenpension tijdens de vakantie...
Kennis betreffende de opvoeding van een hond.
Als u nog nooit een hond hebt opgevoed dan is het beter dat u een rustig en niet zo dominant ras kiest zoals bv: een Labrador. Kiest u voor een koppig ras en mist u de nodige autoriteit en ervaring, dan is het vast mogelijk dat u binnen de kortste keren de slaaf van uw hond zult worden. En vergeet niet dat zelf de zogenoemde "rustige" rassen toch ook een basisopvoeding nodig hebben!!!
Het is dus ten zeerste aan te raden om samen naar een hondenschool te gaan. Dit om aan te leren hoe u uw hond moet laten gehoorzamen en ook om de hond te laten socialiseren met andere honden. Een hele boel "tipjes" kunt u daar uitvinden die uw leven en die van uw "vierpootjes" vriend zal verbeteren
Weetjes over onze vriend de Hond
Dat het heel normaal is wanneer honden af en toe gras eten? Het helpt ze bij hun spijsvertering.
Dat de voorpoten van een hond groter zijn dan de achterpoten omdat ze bij het lopen 60% van het gewicht dragen?
Dat tussen de 8 en 12 weken het leervermogen van een pup het grootst is? Wat hij dan leert, vergeet hij nooit meer. De voorwaarde is echter wel dat je blijft trainen met je hond. Leer je bijvoorbeeld in die periode je hond zitten en je herhaalt dit later niet, dan zal je hond dit vergeten.
Blijf altijd rustig, zorg ervoor dat je niet gefrustreerd raakt als de hond niet meteen doet wat je van hem verlangt. Geduld en doorzettingsvermogen wordt op termijn beloont. Als een hond bv moet gaan zitten, dit commando niet 20 keer geven. Één commando moet voldoende zijn, druk de hond daarna zachtjes op zijn achterste terwijl je de hond naar achteren trekt met de riem en geef tijdens deze handeling weer het commando zit. Bij positief resultaat meteen belonen (spelen of iets lekkers geven, sommige honden vinden een aai over de kop of klopje op de borstkast al genoeg) en stoppen met de oefening. Bazen hebben de neiging door te gaan met de oefening tot de pup/hond geen zin meer heeft. Henk, Monique en Sanne van Gruijthuijsen
Dat de laatste wetenschappelijke theorie betreffende de puberteit is dat de puberteit bij zoogdieren (ja, ook honden dus) net zo lang duurt als diegene die naast hem (of haar) staan dat gedrag toelaten. Met andere woorden: bij goed leiderschap hebben honden een korte puberteit
Dat een loopse teef in de omgeving uw hond zo kan opwinden dat hij door 'liefdesverdriet' zijn eetlust verliest?
Dat reuen pas hun poten optillen bij het plassen wanneer ze geslachtsrijp zijn? Daarvoor plassen ze net als teven.
Dat waakhonden die een zaak bewaken, evenals werkhonden gelden als aftrekpost voor de belasting?
Dat paarden meer van honden met staande oren houden dan van honden met slappe oren, omdat die vriendelijkheid betekenen?
Dat goede jachthonden nog na meer dan 48 uur kunnen ruiken waar een ree gelopen heeft?
Dat het heel goed is voor een hond om soms een dagje te vasten? In de natuur gebeurt dat ook regelmatig.
Een goed moment voor vasten is, geen eten geven bij lange ritten zoals vakanties, wel voldoende uit laten onderweg en natuurlijk voldoende water geven.
Henk, Monique en Sanne van Gruijthuijsen
Dat honden met een langharige staart bijzonder goede zwemmers zijn, omdat ze met die staart kunnen sturen?
Dat koeien zich meestal verdedigen en honden wegjagen wanneer die in hun weide rondlopen of spelen?
Dat hondenvoer in Zuideuropese landen vaak knoflook bevat?
Dat paarden tamelijk bange wezens zijn, die door het geblaf van een kleine hond al in paniek kunnen raken? De hond (ja, OOK de kleinste!!) is nog steeds een wolf (je).
Dat alle honden met korte, kromme pootjes en een lange rug gevoelig zijn voor de zogenaamde teckelverlamming (hernia nucleï pulposi)
Dat de Samojeed uit Noord-Rusland komt en naar een daar levende volksstam genoemd is?
Dat je als vuistregel bij pups aan de grootte en dikte van de poten kunt zien hoe groot ze zullen worden?
Dat honden die een erf verdedigen dit in bijna alle gevallen doen uit angst, al ziet dit er niet zo uit. Dit heeft weer met die winnaars ervaringen te maken. Elke keer als er iemand bij zon terrein komt (postbode) gaat hij ook weer weg. De hond wint dus. Hij wordt hier ZO zeker van dat hij uiteindelijk alle vertoningen laat zien van een zelfverzekerde, dominant agressieve hond. Dat zelfverzekerde gedrag is gekoppeld aan het eigen terrein. Vandaar dat de hond in een andere situatie zich weer neutraal op kan stellen.
Dat de meeste problemen met honden worden veroorzaakt doordat mensen hen te veel menselijke eigenschappen toelichten?
Als een kleine teef wordt gedekt door een grote reu, vraag dan aan de dierenarts of zij de "reuzenpup" zal kunnen uitdragen.
De ideale leeftijd om een pup in huis te halen is wanneer het dier zeven weken oud is. Dit is wetenschappelijk aangetoond. Dat dit meestel later gebeurd heeft te maken met de vaccinatie, die dan nog niet altijd gebeurt is. Bij een goede fokker kan dat ook best. Een fokker zal doorgaans de pups met 8 weken weg doen. Heel verstandig omdat de fokker nooit helemaal zeker weet hoe de nieuwe eigenaar om zal gaan met de pup. Met 7 weken is het dan nog wel een heel klein, gevoelig wezentje.
Al na 20 tot 30 minuten spelen zijn pups moe en slaperig. Wordt deze rust hen niet gegund, dan kan dat tot ontwikkelingsstoornissen leiden zoals een overbelast zenuwstelsel, waar zelfs agressie uit voort kan komen. Omdat tijdens het slapen de ademhaling, hartslag en het zuurstofgebruik afnemen, zorgt de hond voor een gelijkmatige lichaamstemperatuur door zijn lichaamsoppervlakte te verkleinen door in elkaar te rollen. Slechts 10 tot 15% van de totale tijd dat hij slaapt, is een hond in diepe slaap. Gedurende deze fase droomt hij ook.
Een keer in de vier dagen een rauwe eierdooier ofolie zorgt voor een gezonde vacht, maar borstelen blijft nodig!
De hondenpoot bestaat uit een duimteen, een teenbal, twee zoolballen en drie voetwortelballen. Onder de haarloze dikke huid bevinden zich elastische vezels met vetcellen die als stootkussentjes dienen. Klieren produceren geurstoffen die met iedere stap aan de grond afgegeven worden, waar ze hun boodschap later weer doorgeven aan andere honden. Bovendien is dit de enige plaats waar een hond zweet.
Fietstochten zijn alleen geschikt voor honden met een goede conditie. Ook zult u weinig plezier beleven aan een tocht met een hond die bij iedere hoek blijft staan om even te snuffelen. Vaak wordt overschat hoeveel uithoudingsvermogen een hond nodig heeft om met een fietser mee te lopen. Fiets niet te lang wanneer het warm is en laat uw hond zo mogelijk op gras of een berm naast het fietspad lopen, geef hem veel te drinken en neem regelmatig pauze. Een kleine hond kunt u meenemen in een fietsmand. Gebruik een tuigje voor hem zodat hij er niet uit kan vallen.
Een beproeving is voor een hond een verband om zijn poten. Moet het dier rust houden, bijvoorbeeld na een gewrichtsoperatie, dan kunt u het beste de hondenmand in een hoge doos doen, waar hij niet uit kan. Het verband mag niet nat worden. Bij regen kunt u een jasje uit een vuilniszak knippen en over het verband doen. Oefen dit dus ook eens als de hond niet ziek is.. Ruik ook eens in de oren en in de bek van een gezonde hond. Dan kun je later ruiken of er bv. een oorontsteking is
Bekaf zijn pups beneden de zes maanden gemiddeld elke twee uur. Ze hebben dan tijd nodig om al het nieuwe dat ze beleefd hebben te verwerken. Soms vallen ze midden in hun spel plotseling om en zijn dan een hele tijd zelfs niet wakker te krijgen met de geur van eten. Even plotseling als de vermoeidheid begint, is ze ook weer voorbij. Uit een diepe slaap kan een jonge hond opspringen en doorgaan met het spel waar hij mee bezig was, alsof er niets is gebeurd. Alle jonge honden 'moeten nodig' als ze wakker worden. Als u razendsnel reageert, heeft u ze snel zindelijk. Je kan de volgende vuistregel toepassen voor de afstand van dewandeling: dit is ongeveer 1 minuut lopen per week dat de pup oud is. VB: pup 9 weken -> per wandeling maximaal 9 minuten. (wel meerdere keren per dag )
Oude honden hebben speciale voeding nodig? Nee hoor, onzin Dit is PUUR een commercieel verhaal. Hond te dik? Minder eten geven! Hond te dun? Meer geven.Zo simpel is het. Alleen bij ZIEKTE (bv. nieren) kun je overschakelen naar dat dure voer.
Bij het wandelen in de sneeuw verbruiken kleine honden veel meer kracht dan grote. Ondanks hun geringe gewicht zinken ze in losse sneeuw tot hun buik weg, waardoor elke stap een calorieënverslindende sprong wordt. Het hart wordt hierbij bovenmatig belast. Hou wandelingen door diepe sneeuw daarom kort. Drie of vier korte wandelingen door de sneeuw zijn voor een hond gezonder dan één lange.
Honden houden niet op met eten wanneer ze genoeg hebben, maar zetten overtollige voeding in vet om, voor moeilijke tijden.
Ga niet direct na het eten met de hond naar buiten. Geef hem (vooral grote honden) pas eten na afloop van de wandeling of arbeid.( maagtorsie)
Oogverzorging: Van honden met lange haren of hangende oogleden moeten de ogen dagelijks verzorgd worden. Maak een zachte, niet pluizende katoenen doek of een papieren tissue vochtig met lauwwarm water en maak daarmee iedere ochtend de ooghoeken schoon. Zo herkent u ook eventuele oogziekten eerder. Als uw hond regelmatig ontstoken ogen heeft, kunt u ze dagelijks met kamillethee schoonmaken.
Nagels knippen: honden die niet graag op asfalt lopen, hebben vaak te weinig slijtage aan hun nagels. Die moeten dan geknipt worden. De eerste keer vraagt u uw dierenarts om u te laten zien hoe ver u mag knippen. Een trimster kan dit ook doen. Daarna kunt u het zelf doen, maar wacht niet tot je hond moeite krijgt met lopen. Belangrijk is dat u de nagels recht afknipt, dus in een haakse hoek. Denk ook aan datene teentje bovenop. Vraag iemand anders om de hond vast te houden. Degene die knipt moet altijd de poten vasthouden.
Oren: Het beste kunt u honden op een speelse manier aan de schoonmaakprocedure laten wennen als ze nog een pup zijn. Trek het oor recht, druppel wat oorreinigingsoplossing naar binnen en krabbel aan de basis van het oor om het vuil op te lossen. Het beste is om beide oren tegelijk te behandelen, dat is prettiger voor de hond. Steek vervolgens een dot watten in elk oor en masseer de reinigingsoplossing in de watten. Gebruik nooit wattenstaafjes, want daarmee schuift u het oorvuil naar het trommelvlies in plaats van dat u het verwijdert.
Tandverzorging: Veel honden hebben aanleg om tandsteen te krijgen, die tot tandvleesontsteking en het verlies van tanden kan leiden. Daarom zou het eigenlijk goed zijn om na iedere maaltijd de tanden van de hond te poetsen. Daarvoor kunt u een speciale hondentandenborstel en -tandpasta gebruiken. Doe de lippen een stukje naar boven en borstel de tanden en kiezen aan de binnen- en buitenkant en op de kauwvlakken. Begin hier al heel vroeg mee, zo went uw hond snel aan de poetsbeurt. Of geef gewoon eens een vers gekookt (en afgekoeld) bot
Wanneer honden stinken: de huid van honden die graag in het water gaan of vaak baden, wordt ontvet. Als gevolg daarvan produceren de talgklieren meer afscheiding en dat ruikt dan tamelijk vies. Meestal hebben honden niet echt een bad nodig. Vaak is een poedelbeurt met een washandje en een ruige handdoek voldoende.Gewoon schoon water ontvet de huid niet. Bij veelvuldig wassen gaat de natuurlijke weerstand van de vacht achteruit en moet je juist vaker wassen. Zo min mogelijk wassen is het advies.
Een hopeloze zaak wordt het zindelijk worden van een hond, wanneer hij als pup hierover steeds op zijn donder krijgt. Jammer genoeg gebeurt dat al gauw, omdat de eerste hoopjes van een hond nu eenmaal meestal in huis terechtkomen. Straffen is verkeerd tenzij je hem kunt betrappen. Regelmatig naar buiten gaan vermindert het aantal ongelukjes in huis. Beloon de hond overdadig met woorden en lekkere hapjes wanneer hij zijn behoefte buiten doet. Leer de pup vanaf het begin meteen WAAR hij zijn behoefte mag doen en WAAR NIET.
Reisziekte: De 24 uren voor je op reis gaat, mag de hond niet eten, maar water drinken mag hij natuurlijk zoveel hij wil. Kan uw hond slecht tegen autorijden of andere vervoermiddelen, dan kan je hem een uurtje voor de reis een kalmeringstabletje (!dierenarts!) geven. Het is belangrijk dat de hond zo zit dat hij niet uit het raam kan kijken. Probeer het eens met een homeopathisch geneesmiddel.
Hij zit altijd op mijn lievelingsplaats. Vooral zelfverzekerde honden proberen zichzelf op deze manier tot leider van de roedel uit te roepen. Om erger te voorkomen moet u er zonder meer op staan dat hij van uw plaats af gaat, zonodig met geweld. Ga daarna demonstratief op uw plaats zitten en schenk pas weer aandacht aan uw hond wanneer hij berouw getoond heeft. Een vaste plek in iedere ruimte waar de hond komen mag, zorgt ervoor dat deze strijd niet nodig is.
In de ogen van uw hond meldt u hem regelmatig waar u bent, wanneer u hem vaak roept. Dat stelt hem gerust, hij kan dus onbezorgd zijn gang gaan, zonder bang te hoeven zijn u kwijt te raken. Dat u hem roept omdat hij moet komen, begrijpt hij niet. Eenmaal roepen moet genoeg zijn. Wanneer de hond dan niet reageert, loop dan weg. Dan zoekt hij u en niet omgekeerd!
Iedere hond heeft zijn persoonlijke ervaringen met mensen. Wanneer hij geleerd heeft dat grote mannen met een baard 'vals' zijn, kleine speelse kinderen 'vermoeiend' of vrouwen met een hoed 'bedreigend', dan zal hij misschien bijten. Leer vooral kinderen dat ze nooit op een hond moeten afrennen om hem te aaien, zonder dat de eigenaar het groene licht gegeven heeft.Trouwens, een slechte ervaring kan alleen slijten door veel goede ervaringen. Zorg voor een 'happy-end'.
Zeuren, blaffen, klieren of op een andere manier aandacht trekken, vroeg of laat lukt het en deelt de mens zijn 'buit' met hem. Het vervelen en zeuren schijnt er bij te horen en dat neemt hij dus maar voor lief. Dat hij het toch het langste uithoudt, weet hij al snel. Wanneer u niet wilt dat uw hond bedelt, laat u dan door niets vertederen. Zonodig sluit u de hond even op.
Een kamer kennel of zgn bench werkt hierbij zeer goed.
Henk, Monique en Sanne van Gruijthuijsen
Wanneer twee honden samen aan het jagen zijn, is er geen enkele rivaliteit tussen hen. Zonder zich op elkaar af te stemmen verdelen ze het "werk". De prooi, ook al is het maar een bal, heeft weinig kans bij een aanval door zo'n minimeute. Pas wanneer de "vijand" veroverd is, ontwaakt de concurrentie weer. Dan willen ze namelijk allebei het beste deel ervan.Trouwens, bij het samen stropen laten honden zich direct door een ander ophitsen. Bij het verdelen wordt het spel bittere ernst.
In de auto krijgen heel veel honden het op hun zenuwen, maar er zijn er ook die het zo leuk vinden dat ze in iedere auto die open staat gaan zitten. Uiteraard kunt u de eerste soort niet meenemen op een lange autotocht. De liefhebber kunt u gerust meenemen op een lange reis met de auto, maar let er op dat het niet te warm voor hem wordt.
Als honden in afgesloten hondenhokken worden vervoert, dienen deze niet te groot te zijn, kleinen honden kun je het beste in hun eigen kamer bench in de auto vervoeren, ze gaan dan in hun eigen stekkie op reis en worden minder zenuwachtig.
Henk, Monique en Sanne van Gruijthuijsen
Aan het strand zijn honden niet geliefd vooral wanneer het om een strand gaat waar gezwommen wordt. Vaak zijn er wel afgelegen stukken strand waar geen mensen zwemmen, die uw hond de gelegenheid voor een verfrissend bad geven. Maar ook gebeurt het geregeld dat de gemeente waarin het zwemwater ligt, een verbod voor honden uitvaardigt. Daar moet u goed op letten, want juist in het zwemseizoen zijn er geregeld controles op pad en die geven forse boetes wanneer u betrapt wordt.
Ook kleine honden hebben veel beweging nodig! Honden zijn loopdieren, ook al zijn er rassen waarvan je dat niet zou zeggen, bijvoorbeeld de Mopsen. Maar ook die bewegen graag, misschien wel liever dan de bijbehorende baas. Wanneer een hond het niet leuk vindt om te gaan wandelen, is hij ziek of te dik en daarom traag. Natuurlijk kunnen sommige kleine honden niet echt snel lopen. Voor joggers en fietsers zijn grotere rassen geschikter. U doet hen zeker geen plezier door hen op te tillen en te dragen! Kleine Terriërs en Westies zijn uitstekende lopers en hebben veel uithoudingsvermogen als ze geregeld buiten komen.
Geef een kind geen eigen hond voor het twaalf jaar oud is, omdat het anders de verantwoording nog niet aankan. Ook op deze leeftijd moet u zich afvragen of uw kind eraan toe is en het nodige geduld kan opbrengen om een hond dagelijks te verzorgen, uit te laten, met hem te spelen, hem eten te geven en te kammen. Buiten dat moet u ook bereid zijn deze taken over te nemen wanneer uw kind, ondanks alle goede voornemens, het dier verwaarloost. Ook kan het gebeuren dat de hond bij u blijft hangen, wanneer uw kind na een paar jaar het huis uit gaat en de hond niet wil of kan meenemen.
De hondenneus ruikt ongeveer 7000 keer beter naarmate het geurmembraan groter en de lucht vochtiger is. Daarom houden veel honden hun neus in de wind. Daardoor wordt hun reukvermogen groter. (Daarom hoor je af en toe die kloekkloek geluiden) Nieuwe dingen in huis worden eerst besnuffeld en vervolgens ingedeeld in "eetbaar", "gevaarlijk" of "onbelangrijk". Plantengeuren zijn voor de meeste honden niet opwindend, maar de geur van potaarde verleidt hen er vaak toe om erin te graven.
De buik is het gevoeligste lichaamsdeel van de hond. De huid is nauwelijks behaard en daardoor kwetsbaar. Als een hond aan een soortgenoot, een ander dier of een mens zijn buik 'presenteert', geeft hij daarmee blijk van groot vertrouwen of onderworpenheid. Bij andere honden werkt dit deemoedgebaar remmend op het bijten. Een gevecht is bijna altijd beëindigd als één van beide kemphanen op zijn rug gaat liggen. Probeer nooit een vreemde hond op zijn buik te krabbelen. Hij zou het als een uitdaging opvatten en zich verdedigen. Als in de natuur een roedel wolven stuit op een andere wolf, wordt deze per definitie-afgemaakt! Geen ridderlijkheids-gedrag, geen medelij! Denk daar eens aan als je met je eigen roedel door het bos loopt .
In het bos moet u uw hond aan de lijn houden, anders krijgt u problemen met de boswachter. In een bos dat omheind is, leeft meestal veel wild. Het is daarom onverstandig daar uw hond los te laten. Voor joggers zijn de lange schaduwrijke paden ideaal. Wanneer uw hond braaf naast u blijft lopen, kunt u hem aan een lange rollijn meenem
Op dit deel van allemaal beestjes vind je alles over katten. Zowel over de voeding als over de gewoonten. VEEL PLEZIER!!!!!!!!
Verzorging
Voorkomen is altijd beter dan genezen en met wat preventieve zorg blijft een kat gelukkig en gezond. Hieronder komt een beschrijving van de verzorging van de nagels tot en met de verzorging van de vacht.
Nagelverzorging:
De nagels van de kat groeien voortdurend. De oude, afgesleten nagelschede wordt verwijderd doordat de kat haar nagels slijt of ze met haar tanden aftrekt; eronder zit een scherpe, nieuwe nagel. Wanneer mensen zich zorgen maken dat hun kat een nagel verloren heeft, hebben ze het waarschijnlijk mis: wat ze gevonden hebben is de nagelschede. Een krab van een kat kan pijnlijk zijn en het meubilair beschadigen. Dat kan echter zonder trauma voor de kat, vermeden worden door de nagels te knippen met een gewoon nagelknippertje voor menselijk gebruik of een nagelschaartje. Houd de kat stevig vast (maakt ze bezwaren, schakel dan de hulp van een vriend in om haar vast te houden, terwijl je knipt), plaats je duim bovenop de poot en je vingers eronder. Haal het uiteinde van de klauw weg, ongeveer 3,5 mm, pas op dat je niet in het levend vlees knipt, want dat heeft een flinke bloeding tot gevolg. Als je, je onzeker voelt, vraag dan of de dierenarts een keer wil voordoen.
Oogverzorging:
De kat heeft soms een derde ooglid (knipvlies), dat is soms te zien is in de ooghoek. Dat kan een eerste teken zijn van ziekte of oogletsel. Maar het kan ook alleen maar betekenen dat de kat wat magerder is geworden: het oog rudt op een vetkussentje dat kleiner kan worden waardoor het derde ooglid over het oog kan schuiven. Gezonde ogen hoeven alleen maar zo af en toe schoongeveegd te worden met vochtige watten. Valt je iets ongewoons op rond, vertroebeling, afscheiding, scheelzien of het derde ooglid, ga dan direct naar de dierenarts. Is een oog uit de kas geraakt, probeer het dan niet terug te plaatsen. Houd het oog nat met lauwwarm water en breng de kat met spoed naar de dierenarts.
Oorverzorging:
De oren van sommige katten hoeven nooit schoongemaakt te worden, die van andere katten, vooral sommige raskatten, moeten op zijn minst elke paar dagen worden schoongemaakt. Maak de oren schoon met een wattenstaafje, maar pas op dat je het oorkanaal niet dichdrukt. Of gebruik wat met plantaardige olie bevochtigde watten, waarmee je de kat geen pijn kunt doen, maar die de oren niet zo goed schoonmaken als een wattenstaafje. Schudt de kat constant met haar hoofd en krabt zij zich, dan heeft ze misschien oor mijten. Behandel deze niet zelf, maar ga naar de dierenarts. Raadpleeg ook de dierenarts wanneer de oren ruiken, van binnen rood zijn, als er een bruin wasachtige afscheiding uitkomt of als de kat haar oren in de zon verbrand heeft (vooral bij witte katten).
Mondverzorging:
Katten krijgen net zoals mensen maar twee stel tanden, dus de verzorging daarvan is heel belangrijk. Hoewel sommige dierenartsen tegenwoordig vullingen aanbrengen in kattentanden en er kapjes bestaan voor op de tanden, is mondverzorging voor onze huisdieren geen zaak van deze tijd. Voor de meeste kattenbezitters is de beste en goedkoopste mondverzorging nog altijd gewoon poetsen om aanslag te voorkomen, al denken vele van hen daar niet aan. De melktandjes van een kat breken tijdens de eerste vier levensweken door het tandvlees heen en met zes tot acht weken heeft het dier een volledig gebit van 25 tanden. Er kunnen zich problemen voordoen wanneer tussen de derde en zevende maand het blijvend gebit doorkomt en de melktandjes worden weggedrukt. In de meeste gevallen worden ze dan zonder dat er ieman erg in heeft doorgeslikt. Voordat je gat proberen om de tanden van je kat te poetsen, moet je je kat eraan laten wennen dat je met je vingers in haar mond komt. Probeer enkele weken lang op een vaste dag simpelweg de lippen van je kat op te tillen door je vinger en duim aan beide kanten van de mond te plaatsen en deze op te tillen. Maakt je kat hiertegen geen bezwaar meer, ga dan met je vingers langs haar tanden. Pas dan is het tijd om de tandenborstel tevoorschijn te halen (gebruik hierbij een kindertandenborstel), gebruik geen tandpasta voor menselijk gebruik, maar tandpasta met bijvoorbeeld een soort vleessmaakje.
Borstelen en vachtverzorging:
Op de buik van een kat staan wel 18.000 haren per cm2 en op de rug 9000 per cm2. Ze zijn te verdelen in drie soorten; de dikke bovenvachtharen, die relatief weerbestendig zijn, de donzige ondervachtharen, die zorgen voor isolatie en de spaarzame, borstelige tussenvachtharen. De vacht is het dikste in de winter, wanneer de spieren bij de haarwortels zich samentrekken om de vacht te laten uitstaan. De verzorging van de vacht moet niet helemaal aan de kat worden overgelaten. Het enigste instrument waarmee een kat haar vacht kan verzorgen is haar tong die, hoewel ze effectief als kam functineert, een ingebouwd afvoerprobleem heeft. Alle vacht die blijft hangen aan de stekeltjes op de tong kan niet worden uitgespuugd en moet worden doorgeslikt. Als de kat deze haren niet kan uitscheiden, kunnen er haarballen in de ingewanden komen te zitten. Door je kat regelmatig, bij voorkeur dagelijks te kammen, zorg je er niet alleen voor dat ze er mooi uitziet, maar bevorder je ook haar gezondheid en welzijn. Jonge katjes worden eerst door hun moeder verzorgd als ze nog te jong zijn om zichzelf te verzorgen.
Soorten
Er zijn drie soorten katten namenlijk: - haarloze kat. - kortharige katten. - langharige katten.
Haarloze katten: Alle katten die in het verleden 'haarloos'of 'kaal'werden genoemd hadden in werkelijkheid op zijn minst een donzig dekje over het lichaam. Af en toe wordt er helaas een kale kat geboren uit normaal behaarde ouders en het merkwaardige uiterlijk van deze dieren trekt vaak de aandacht van de mensen. Voorbeelden haarloze katten: mexicaanse haarloze kat, sphynx.
Kortharige katten: Je kunt korthaarrassen indelen in verschillende types: stevig gebouwde katten, slank gebouwde katten, extreem slank gebouwd type. Voorbeelden van kortharige katten: tabby katten, europees korthaar gevlekt, manx, europees korthaar creme.
Langharige katten: Langharige katten waren tot het einde van de 16e eeuw in Europa onbekend. Toen bracht de Franse wetenschapper Nicolas Fabri de Peiresc een langharige kat mee uit Turkije. Tegenwoordig zie je overal langharige katten. Voorbbelden langahrige katten: angora, turkse kat, maine coon.
Wil je meer weten over de verschillende rassen, dubbelklik dan op het plaatje
Voeding
Een kat moet ten minste twee maal per dag gevoerd worden. Als je je kat twee keer per dag voert in plaats van een keer, geef haar dan bij elke maaltijd de helft van haar dagelijks eten en niet telkens zoveel als ze nodig heeft. Katten hebben ongeveer 80 tot 90 calorieën per dag nodig per kilo lichaamsgewicht. Verminder deze hoeveelheid als je kat te dik wordt en geef wat meer als je kat probeert je goudvis op te eten. Op verschillende momenten in haar leven heeft een kat grotere behoefte aan voedsel. Tijdens de zwangerschap of zoogperiode moet zij zoveel kunne eten als zij wil, waarschijnlijk eet ze drie tot vier keer zoveel als normaal. Jonge katjes eten ook meer dan een volwassen kat, omdat zij extra energie nodig hebben om te groeien. De grootste invloed op het dieet van een huiskat heeft ongetwijfeld haar baasje. Omdat katten worden beschouwd als kieskeurige eters, kan het een uitdaging worden om voedsel te vinden dat je kat lekker vindt. Een kat die honger heeft, eet praktisch alles wat eetbaar is; zo stom is ze niet. Het belnagrijkste waar je aan moet denken bij het kiezen van kattevoedsel is dat de keuze aan jouw is en niet aan de kat. Zorg goed voor je kat: lees de produktinformatie en beslis wat het beste voer voor je kat is. Drinken is essentieel voor een kat, maar melk is niet nodig. Veel katten reageren allergisch op melk. Een zoogdier met een goed afgewogen dieet heeft na de zoogperiode geen melk meer nodig. Water is echt essentieel voor katten. In feite drinken de meeste katten meer water dan hun baasjes zich realiseren, ook al is het uit een modderpoel. Wil je kat aanmoedigen om te drinken, geef haar dan een ruime drinkbak.
Hoelang duurt het dragen van jongen???
Het is niet stipt te zeggen wanner een kat jongen krijgt maar ongeveer is dat na 65 dagen . Dit is niet lang. Als je weet dat het bij mensen ongeveer 270 dagen is. Ook kan een kat gemiddeld 4 jongen per bevalling krijgen. Er bestaan inmiddels ook pillen om de zwangerschap te voorkomen. En uw kattin laten ovruchtbaar maken door de dierenarts is ook al een oplossing.(sterilliseren)
Nog enkele weetjes:(over de huiskat)
De huiskatten horen bij de familie van de katten of katachtigen.
Er zijn 3 soorten katten:
1.De grote katten bijvoorbeeld de Leeuw.
2.Alleen de Jachtluipaard hoort deze kat bij de grote katten?
3.De kleine katten.
De grote katten brullen.
De kleine katten miauwen.
De jachtluipaard staat alleen omdat die hondenpoten heeft. Dat betekent dat hij geen klauwen heeft en dus niet in een boom kan klimmen of zijn prooi met zijn poten kan vasthouden.
De huiskat hoort bij de kleine katten.
De huiskat is er in verschillende rassen
Een raskat heeft ouders van hetzelfde ras. Katten met verschillende ouders heten KRUISINGEN.
De babys zitten ongeveer 65 dagen in de buik van de moeder. Dit heet draagtijd.
Bij de mensen duurt dit ongeveer 270 dagen.
De babys van een kat noemen we KITTENS.
SKELET VAN EEN KAT
De huiskat is een echte vleeseter. Hij heeft lange hoektanden om zijn prooi te vangen en vast te houden. Ook kan hij goed zijn klauwen intrekken en uitsteken. Zijn ruggengraat loopt door tot in staart. Zijn lange staart helpt hem om in evenwicht te blijven als hij zijn prooi besluipt.
TONG VAN EEN KAT
De tong van een kat voelt erg ruw aan omdat er hele kleine stekeltjes op zitten.
KAT DIE ZICH WAST
Katten wassen zich door met hun tong vuil en losse haren uit hun vacht te likken. Omdat ze niet overal bij kunnen met hun tong, likken ze eerst aan hun poot en dan wrijven ze met hun poot langs hun vacht. Als laatste maken ze hun pootjes schoon.
TERRITORIUM
Dit is een moeilijk woord maar betekent gewoon gebiedje of plekje van de kat.
Bij zon plekje hoort bijvoorbeeld zijn huis waar hij woont en zijn tuin.
Het kan ook gewoon een dak van een schuurtje zijn als er veel katten in de buurt wonen.
Een kat wil liever niet dat er een andere kat in zijn gebiedje of plekje komt.
GEZICHTEN TREKKEN
Net als bij mensen kan je aan een kat zien of hij blij, boos of bang is.
1.Als hij blij of tevreden is staan zijn oren rechtop en heeft hij kleine pupillen.
2.Als hij boos is draait hij zijn oren naar achteren en heeft kleine pupillen.
3.Als hij bang is legt hij zijn oren plat en krijgt grote pupillen.
4.Als hij geniet knijpt hij zijn ogen dicht. Bijvoorbeeld als je hem aait.
OP ZIJN POOTJES TERECHT
Als de kat valt komt hij altijd op zijn pootjes terecht. In de lucht draait hij eerst zijn bovenlichaam en dan draait hij zijn achterpoten. Dan zet hij zich schrap en steekt zijn pootjes naar de grond om de val te breken.
HOE OUD WOREN KATTEN.
Katten worden 14 tot 25 jaar oud.
Mijn katten:
ik heb zelf 5 katten.
2 meisjes: Punkie en Minoes 2 jongens: Jerry en Nand en een héél klein kattje dat ik gevonden heb. Hij is zelfs zo klein dat ik zijn geslacht nog niet ken. Maar ik heb hem Bruce genoemd.
Het zijn héél lieve dieren. Ik vind ze allemaal even lief. Daarom heb ik er zelf 5!!!!
Wat geef ik mijn katten te eten?
Het is moeilijk aan te raden wat het best is voor jouw kat. Sommige katten lusten alleen maar brokken andere alleen maar blikvoer en nog andere kattten lusten dan alleen maar restjes van tafel.
bij mijn kattenis dat verschillend. Ze lusten alles. Ze eten soms restjes van tafel op, maar dit doe ik niet te vaak omdat zij het niet gewoon zouden worden. maar elke morgen krijgen ze blikvoer en ook dit is bij mij verschillend. Soms is dit een goedkoop merk(daarom is dit niet slechter!)soms is het wiskas of felix. IK zorg ook voor vers drinkwater en dit is héél belangrijk. En ze kunnen ook korrels eten meestal staat er een bakje zodat ze zelf kunnen beslissen wanner ze willen eten en wanneer niet.
Wat ik jou aanraad ? Wel dat is er voor te zorgen (als het nog kan ) dat je katten alles gewend zijn.
Maar zorg er ook wel voor dat je je katten een bèètje verwend maar zéker niet te veel.
Is het beter mijn katten binnen te houden of buiten ?
Meestal is het beter je katten zowel binnen als buiten te houden. Mijn katten mogen binnen wanneer ze dat willen. Meestal willen ze buiten als ze hun behoefte moeten doen of bij mooi weer. Ze willen binnen als het slecht weer is.
Wat veel mensen niet weten is dat speelgoed voor konijnen heel belangrijk is. Hij leeft zich op die manier niet uit op je dierbare meubels of kabels en snoeren, hij verveelt zich niet, en het is goed voor zijn lichaam. Dus laat een konijn niet in zijn hok of kooi zitten met alleen een bakje voer, maar geef hem eens wat speelgoed en kijk wat ie leuk vindt. Dat kan zowel in zijn verblijf zijn of als hij losloopt. Wat konijnen leuk vinden is duwen, trekken, gooien, slepen, ergens op/in/onder zitten of doorheen lopen enz. enz. Bij de keuze van het speelgoed moet daar rekening mee worden gehouden. Hieronder zal ik wat ideeen aangeven:
Graven: Veel konijnen vinden het leuk om te graven. Je kunt dit stimuleren door een doosje met hooi, zand of krantensnippers neer te zetten om in te graven, of door een buis (kartonnen buis van vloerbedekkingrol) te vullen met kranten(snippers) zodat hij zich door de tunnel kan graven. Konijnen vinden zo'n buis ook vaak lekker om in te liggen. Mijn konijnen vinden het ook heerlijk om in een dekentje/handdoek te graven en wroeten.
Scheuren: Houdt je konijn van scheuren, probeer het dan eens met een oud telefoonboek. Sommige nijnen zijn daar een tijd zoet mee. Verder kun je hem een krant geven of andere papieren dingen.
Gooien: Sommige nijnen vinden het het einde om met dingen te gooien. Pukkie heeft soms een bui dat alles aan de kant moet. Hij vind het leuk om smalle dingen (zoals een pen) op te pakken en 'weg te leggen/gooien.' Je kunt ook babyspeelgoed gebruiken: balletjes, sleutels enz. gebruiken (wel van hard plastic).
Klimmen: Veel konijnen vinden het heerlijk om ergens bovenop te zitten. Je kunt een doos daarvoor gebruiken of een bouwwerk van dozen maken. Mijn konijnen gebruiken mij vaak als klimpaal :).
Knagen: Alle konijnen knagen. Het is hun natuurlijke manier om dingen af te tasten en te proeven. Om te zorgen dat ze afgeleid worden van jou meubels, om aan te knagen, kun je een kartonnen doos gebruiken om aan te knagen. Rieten mandjes (niet geverfd!) zijn ook heerlijk voor ze om in duizenden kleine strootjes fijn te malen :) Amber was daar altijd helemaal gek mee. Je kunt ook een boomtak gebruiken, van een appelboom, met een lekker smaakje dus :)
Onthoud, bij alles wat je probeert dat je hem niet een dag alleen kunt laten met al zijn speelgoed, met de gedachte: hij komt zo zelf de dag wel door. Hij heeft ook behoefte aan warmte van zijn verzorger, en het is leuk om samen met je konijn te spelen. Deze dingen hierboven zijn slechts voorbeelden, je kunt zelf allerlei variaties bedenken. Het meest favoriet is toch altijd de kartonnen doos. Je kunt het combineren met een dekentje om erin te leggen, een gat in de doos te maken en een kartonnen buis door dat gat te steken. Je kunt zo leuke bouwwerken maken, en zo combineer je graven, knagen en klimmen. Vergeet niet dat een konijn vaak blij is met eenvoudige dingen. Je kunt allerlei speelgoed kopen in allerlei (voor de mens leuk uitziende) kleuren, maar wees niet verbaasd als je konijn er dan niet naar omkijkt. Kijk wat je konijn leuk vind en pas je daaraan aan.
enkele foto's
Mijn konijnen
Heey jongens en meisjes,
omdat ik konijnen heel lieve dieren vind heb ik zelf ook 2 konijnen. een meisje haar naaam is Chipie en ook een jongen en zijn naam is Stamper.Ik vind het heel erg leuk om mijn konijntjes te verzorgen en vaak speel ik er ook eens mee. Mijn konijn Chipie krijgt volgende maand jongen en daar ben ik wel blij mee.Voor ik mijn 2 konijnen had . Heb ik ook wel 2 andere gehad. Ze zijn niet gestorven maar ik had ze vrijgeaten in ons bos.(Wij hebben ook een bos) Het was een wit konijn en een bruin. Als ze jongen heeft dan zul je wel wat meer weten over de geboorte.
Ik ben ceve, en gebruik soms ook wel de schuilnaam venu.
Ik ben een man en woon in (belgie) en mijn beroep is student.
Ik ben geboren op 08/08/1994 en ben nu dus 29 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: ce: voetballen ve:paardrijden.
ce=jongen ve=meisje