Inhoud blog
  • 3de Hagelandse AVZK toertocht. 16 Oktober 2010
  • Wolfsdonk. 16 Mei 2010
  • Kortenberg. 9 Mei 2010
  • Deurne-Diest. 1 Mei 2010
  • Aarschot - TT Goorbikers. 25 April 2010.
  • Tessenderlo, 8 November 2009
  • Aarschot - Goorbikers, 1 november 2009
  • Westmeerbeek, 18 oktober 2009.
  • Langdorp, 4 oktober 2009.
  • Hulshout -Middelkerke, 15 augustus 2009.
  • Bierloop. 3 mei 2009
  • Verkenning Bierloop 2009. 26 april 2009
  • 2de Hagelandse AVZK mountainbiketocht, 7 maart 2009
  • Blauberg, 11 mei 2008
  • Hagelandse AVZK mountainbiketocht, 30 maart 2008
  • Westerlo, 3 februari 2008
  • Geen toertochtverslagen ???
  • Lommel-Kattenbos, 22 december 2007
  • Lubbeek, 16 december 2007.
  • Mol-Galbergen, 17 november 2007.
  • Kampenhout, 4 november 2007
  • Westmeerbeek, 1 november 2007
  • Betekom, 21 oktober 2007
  • Pijpelheide, 1 november 2006
  • Westmeerbeek, 29 oktober 2006
  • Betekom, 22 oktober 2006
  • Kasterlee, 30 september 2006
  • Wiekevorst, 24 september 2006
  • Tessenderlo, 10 september 2006
  • Diest, 3 september 2006
  • Hamont-Achel. 2 september 2006
  • Tielt-Winge. 27 augustus 2006
  • Hechtel-Eksel, 26 augustus 2006
  • Vorst-Laakdal, 12 augustus 2006
  • Bekkevoort, 6 augustus 2006.
  • Scherpenheuvel-Kessel, 29 juli 2006
  • Wijgmaal, 23 juli 2006
  • Mol, 21 juli 2006
  • Oud-Turnhout, 24 juni 2006
  • Waanrode, 18 juni 2006
  • Hagelandse chronorit dd 11 juni 2006
  • LCMT, 25 mei tem 28 mei 2006
  • Winksele, 7 mei 2006
  • Langdorp, 30 april 2006
  • Aarschot, 13 november 2005
  • Ottenburg, 11 november 2005
  • Langdorp, 6 november 2005
  • Wiekevorst, 25 september 2005
  • Marathon Diest, 4 september 2005
  • Tielt-Winge, 28 augustus 2005
    Zoeken in blog

    Zoeken met Google


    Toertochtverslagen Biker Zjé
    No speed, no limits, no dope, we just have fun...
    16-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3de Hagelandse AVZK toertocht. 16 Oktober 2010

    Atleten zijn superbikers !

    Het organiseren van deze 3de Hagelandse AVZK-toertocht was onder een slecht gesternte gestart.
    Een weerbarstige rug en drukke agenda hadden al voor uitstel van het warme voorjaar naar het wisselvallige najaar gezorgd. Ook bij het vallen van de bladeren was een gaatje in de kalender vinden niet gemakkelijk maar uiteindelijk rolde zaterdag 16 oktober als winnende bolletje uit de trommel.
    Jammer genoeg was ik niet de enige met een drukke agenda want het regende afzeggingen.
    Uiteindelijk  werden er toch 9 moedige bikers gevonden die met mij het wondermooie Hageland wilden ontdekken vanuit de Demervallei  in Aarschot.

    Bikers Bart, Bart, Fred, Gied, Dany, Vincent, Zjé en bikesters Nancy en Katherine trokken zo onder een dreigende, doch droge hemel al onmiddellijk ten aanval op de nabijgelegen Leiberg. Althans, dat was toch de bedoeling…
    Mama Nancy ervoer al direct dat een borduurtje soms glad kan zijn en zeeg stijlrijk ter aarde nog voor er één meter off-road gereden was. Hilariteit alom en de sfeer zat er bij deze onmiddellijk goed in. Met de steile klim naar de Schoonhovendreef was het bovendien even wennen voor de minder ervaren bikers. Hoe schakel je nu weer kleiner…of is het groter? En die klikpedaal…hoe zit dat nu weer ?
    Het was dolle pret en luid gelach weerklonk in het anders zo stille bos.

    Ons groepje kwam op dreef richting Haterbeek en de steile klim van de Biezehuiskens werd over het asfalt al een stuk vlotter genomen.
    Ten zuiden van de E314 traden we in het verstilde land van Sint Jansberg en Kriesberg. Via steenslagpaden hadden we amper last van de overvloedige neerslag die de voorbije avond en nacht uit de hemel was gevallen.
    Zo naderden we over de flanken van Houwaartberg op het dorpscentrum en staken door naar natuurgebied Walenbos.
    Aan de voet van de beruchte klim was toch voldoende hemelwater met bosgrond vermengd zodat er stevig aan het stuur moest getrokken om doorheen de modderbrij te geraken.
    Gelukkig duurde dit minder prettige intermezzo slechts even waarna de technische wortelklim richting Roeselberg kon aangepakt worden. Hier bleek dat atleten met conditie toch wel hun voetje naast (en voor) ervaren bikers mogen zetten. Het merendeel van mijn gezellen slaagde er namelijk in om vlotjes de klim al rijdend te nemen.
    Als even later de uitdaging van de Roeselkapel met aan de voet een technische trappenklim lag te wachten moest toch iedereen even van de bike om vervolgens de eerste break te bereiken.

    Christel en Jens wachtten ons hier op met gebak en sportdrank zodat iedereen zijn tankje kon bijvullen.

    Onder de eerste druppels namen we de vlucht voor het tweede deel van onze tocht die gelukkig het Troostenbergbos indook. Onder het dikke bladerdek vonden we welkome  beschutting voor het buitje en in het trainingsbos van de ROBA-boys was het genieten van de natuurpracht.
    Op naar Horst waar de Rode Ridder in de Middeleeuwen heroïsche verhalen deed neerpennen, maar waar de aan de gang zijnde feesten ditmaal nog minder volk lokten dan onze eigenste tocht (mits een beetje overdrijving toch).
    We naderden terug op Nieuwrode via de Sint-Jansberg die we eerder op de dag in dalende lijn hadden genomen waarna er met een rotvaart naar het centrum werd gedoken.
    Dit was buiten een kletterend geluid gerekend dat Vincent ten deel viel. Hij had warempel een lange kepernagel in de band gekregen die hem niet alleen met een klapband opzadelde maar bovendien een geluid maakte alsof al zijn spaken in de nek hingen.
    Op minder dan een kilometer van onze 2de break moest technicus Dany aan de slag met alle binnenbanden en pompen die ter beschikking waren. Het ontlokte bij Bart de bedenking dat dit wel de lege soupappendag leek.
    Uiteindelijk kon ons groepje toch op pad om de steile, maar wondermooie Sint-Jobsweg te bestormen.

    Hier stonden Christel en Jens opnieuw strategisch opgesteld voor een tweede break.
    Ondanks de koude was het toch genieten van het onevenaarbare uitzicht. Had hij de weg geweten…Fredje raketje zou nu nog op het bankje gezeten hebben, genietend van de Ardennen in onze achtertuin.

    Het zwaartepunt van de tocht lag nu achter ons en met iets meer snelheid trokken we ons op gang voor het laatste deel.
    Na het Kloesebos in  Gelrode kwamen we tot de ontdekking dat Katherine omgetoverd was in een ijsblokje. We raadden haar aan om “the shortest way to Demervalley” te kiezen. Een goede raad die ze dan ook niet in de wind sloeg.

    Wijle weg naar de Eikelberg waar Gied het aandurfde op de rand van het ravijn toch naar beneden te piepen. Zijn Leentje werd gelukkig bespaard van een met doorns bekraste biker.
    Via het Vorsdonkbos werd nu de Demer bereikt die als een hoofdslagader doorheen het Hageland stroomt. We volgden zijn aderwand tot de brug in Betekom waarna we via de beemden naar de Molenberg dreven. Het zorgde nog eens voor hilariteit als Nancy op het groot verzet meende te moeten klimmen en ze daarna verwonderlijk uit een ander pad ons terug vervoegde. Had zij dan toch parcourskennis ?

    Op naar Tumkensberg waar Nancy’s eega zijn afslag mistte….tot groot jolijt van de andere halve trouwboek. Geluk zit hem soms in kleine dingen.
    Met een lusje doorheen Meetshoven kwam uiteindelijk terug de statige kerktoren van Aarschot in zicht en via de grote poort van restaurant “Al Dente” stootten we terug op de Demerdijk en vallei waar alles zo’n 50 km eerder was begonnen.

    Een warme douche later werd er nog nagepraat in de kantine van speeltuin Bekaf waar de gastvrije en vriendelijke vrijwilligers ons wat extra time gunden om de sportieve namiddag af te ronden met een hapke, natke en klapke.
    Dat ik nadien overmoedig voor een kille, fietsgewijze terugtocht koos was niet echt verstandig, maar het warme  schuimbad maakte nadien wel alles goed…







    16-10-2010 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    17-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wolfsdonk. 16 Mei 2010



    Nederig buigen en ondergaan.

     

    Het Wolfsdonkse WOEW (Wolfsdoenk OEp Wielen) organiseerde vandaag zijn 3Action Classic.

    Een toertocht die op enkele jaren een echte klassieker geworden is in zijn soort.

    Met een ruim aanbod aan afstanden tot zelfs 110km was er voor elk wat wils.

    Omdat mijn zoontje nog grote plannen had als afsluiter van het verlengde weekend besloot ik af te zakken voor de 45km om zo tijdig huiswaarts te kunnen keren.

    Om de ongetwijfeld grote drukte te ontwijken verkoos ik relatief laat te starten maar als ik na een goede warming-up om 9u het verkeersvrije centrum van Wolsdonk binnen reed greep de drukte me onmiddellijk naar de keel. Als dit maar goed kwam…

    Aan de bewaakte fietsparking kwam ik mijn gabbers van de Bjeizel connection tegen.

    De begroeting met Ivo, Theo, Gunter en Ollie was zoals steeds heel hartelijk.

    De scherpe blikken en afgetrainde lichamen boezemden me wel angst in. Als je een brood naar deze gasten smeet, kreeg je het ongetwijfeld gesneden terug. Ze straalden gewoonweg conditie uit.

    Ik beantwoordde hun vragende blikken dan ook met de smeekbede niet op mij te wachten. Hun tempo was helemaal niet het mijne en dat betekende niet dat ik hen wel zou inhalen, maakte ik snel duidelijk aan Ivo.

    Het was gewoonweg nederig buigen en ondergaan.

     

    Bij het betreden van de inschrijvingszaal kreeg ik het al helemaal benauwd in de drukte en besloot me voor de 70km in te schrijven om zo de files op de tracks te vermijden.

    Ik zou de tocht dan wel vroeger verlaten om tijdig mijn thuisstekje te bereiken.

     

    Ik deponeerde even later mijn inschrijvingsstrookje in een overvolle doos en dook de singletracks van Spagnie en Mosvenne  in. Er werd zelfs een stuk privéterrein ingebouwd.

    Wat ik vreesde werd ook bewaarheid en al snel voelde ik me een (zwak) schakeltje in een hele lange ketting van bikers die in ganzenpas hun weg zochten door dit mooie stukje natuur.

    Ik moest glimlachen bij de gedachte aan gestresseerde chauffeurs die wekelijks hun fileleed in een toertocht van zich af fietsen en nu…..terug in de file stonden.

    Nu ja, ik was er aan begonnen en moest nu ook maar verder. Die 5 euro moest renderen…

     

    We betraden het domein van de Rode Berg die er lekker droog bijlag. De singeltjes werden dan ook vlotjes genomen maar bij het steile wortelklimmetje doorheen een holle weg sloeg mijn ketting tussen pion en wiel.

    Onmiddellijk stoppen was het advies, maar mijn brede schouders en kont zorgden zo ongewild voor een nieuwe file en ongetwijfeld tandengeknars bij mijn achtervolgers. Ach ja…mijn ketting en versnellingsapparaat kreeg ik terug vlotjes aan de praat en na enige tijd geduldig wachten kon ik terug mijn plaatsje opeisen in de mierenkolonie.

     

    We verlieten de Rode Berg om richting Weefberg af te buigen.

    De knoest van Averbode lieten we echter liggen om doorheen het Testelts Broek (Vierkensbroek) naar de Voortberg in Testelt te rijden.

    Slechts 1 klimmetje werd aangedaan, maar de afdaling doorheen de wijngaard werd er wel aangebreid.

    Voor mij het moment om even te vertragen en boven in het zonnetje te genieten van het prachtige zicht over de Demervallei. Veel bikers hebben dit unieke plaatje waarschijnlijk niet opgemerkt. Zo geconcentreerd waren zij al bezig met de afdaling die wel wat valstrikken in de vorm van uitgespoelde tracks bevatte.

    Het centrum van Testelt werd doorkruist waarna we via een privéstukje naar de Demerdijk reden.

    Het verwonderde me wel dat dit privé was want het leek me dat de E314 dan ook verboden terrein moest worden. Maar soit, ik begrijp ook wel dat de eigenaars van de tuintjes hier liever niet elke week zulke bende zien passeren.

    De Demer werd een tijdje stroomaf- en windopwaarts gevolgd waarna we naar de Zavelbeemden trokken.

    Dit mooie natuurgebied in de Demervallei is intussen door stad Aarschot voorzien van een “verharde” natuurweg, tot heil van het toerisme en fietsknooppunten. Jammer…


    We verlieten het broekgebied om op de Testeltsesteenweg een eerste bevoorrading te vinden.

    Een rij van wel 50 bikers stond hier netjes aan te schuiven en het deed mijn honger en dorst onmiddellijk verdwijnen.

    Ik had in camelback en achterzakken voldoende proviand om mijn tocht verder te zetten.

    Ik speurde nog even naar mijn gabbers van de Bjeizelse, maar zij waren blijkbaar reeds verder.

    Die voorsprong (of mijn achterstand) was dus al gigantisch groot.

     

    Nadat ik overvleugeld werd door Nicole Leyten, het vrouwtje van onze Hulshoutse ex-wielertrots Danny De Bie, trokken we naar mijn kwelduivel, de Gijmelse Bosberg.

    De steile klim haaks op het spoor was nu een wandelpad, maar afstand houdend en op de kleinste versnelling kon ik toch rustig tot boven rijden. Onder normale omstandigheden kom ik hier zwaar hijgend bovengekropen. Nu leek ik wel in mijn tuin te wandelen. Elk voordeel heb zijn nadeel…

    Ook de tweede steile klim was leuk om rijden waarna we andere oorden opzochten richting de Demervalei.

    Eindelijk dook in het centrum van Langdorp de splitsing der afstanden op.

    Gulzig dook ik de 70km en bijhorende rust in .

     

    Via het houten bruggetje, gekend van de Hagelandse chronorit trokken we het parcours van diezelfde tocht op. Weinig vernieuwende ideeën dus voor mezelf, maar die vind ik nog weinig in deze door mezelf platgereden streek.

    Op de flanken van Rommelaar en Konijnenberg werd de conditie getest….en slecht bevonden.

    Geen uitvluchten meer voor mezelf en bijwijlen werd ik op de granny voorbijgereden door bikers op de grote plaat. Het was nederig buigen en ondergaan.

     

    Ten zuiden van de N10 werd afbuigend naar Aarschot het landschap nog wat ruwer en volgden de klimmetjes rond Biezenhuiskens, Haterbeek en Schoonhoven elkaar kort op.

    Eén van de prachtigste stukje uit de streek werd aangedaan als we na de manege in tegenstroom de blosoroute aandeden.

    We doken de Leiberg naar beneden door de verstilde groeve om langsheen de afgrond terug hogere oorden te zoeken, uiteindelijk doorgetrokken tot het hoogste punt van Aarschot aan de Aureliaanstoren.



    Langs den talud naar beneden kon ik even op adem komen aan de verkeerslichten van de Aarschotse ring om vervolgens Niels Albert te kruisen die de klim vanuit Gelrode achter de kiezen had.

    Wij doken hier langs ’s Hertogenheide met een rotvaart naar beneden om via het asfalt de Liederberg te bestormen. Bestormen was voor mezelf meer bekruipen geworden maar kranig beet ik toch door om ook de met steenpuin bezaaide top al rijdend te nemen.

    We lieten de extreme, een oude ijzerzandsteenwinning achter Aarschots bekendste bar rechts liggen.

    Net als ik dacht dat we Gelrode zouden induiken namen we toch een scherpe bocht naar de stenen put om via de technische afdaling 25meter dichter bij zeespiegelniveau te eindigen.

    Blijkbaar was ik niet de enige die de vermoeidheid begon te voelen, want voor mijn ogen verdween een biker halfweg met luide schreeuw in de diepte en de braamstruiken. Ik stopte even om me te vergewissen van zijn toestand, maar een luide schaterlach stelde me gerust. Het zou hem niet in het hooggebergte moeten overkomen…

     

    We reden noordwaarts om in de buurt van het kasteel van Nieuwland (het huidige hotel-restaurant Postillon) terug de Demerdijk te vervoegen.



    We gingen nu stroomopwaarts over de grintdijk naar Aarschot om even later de tweede bevoorrading te vinden.

    Ze kon niet symbolischer opgesteld zijn.

    Mijn batterijen die intussen zo goed als plat waren, kon ik hier op de terreinen van Duracell wel opladen.

    Ditmaal geen platgelopen ruststekje, maar wel een gezellige drukte waar ik me een stukje cake liet smaken.

    Met intussen 50km op het conto en vermoeidheid tot in de kleinste vezeltjes besliste ik de tocht af te breken zodra de kans zich voordeed.

    Die kans kreeg ik enkele kilometers verder met het bereiken van het fietspad Aarschot-Herentals.

    Het is “mijn spoorweg” die quasi door mijn tuin loopt.

    Ik wist wat nog ongeveer zou volgen met waarschijnlijk Gijmelberg en het vengebied achter Gasthof Ter Venne zodat ik besloot mijn zoontje een plezier te doen en hem de beloofde afsluiter van het weekend te bezorgen.

     

    Met 75 bike-kilometers in mijn oude knoken troefde hij me nadien grandioos af  in het mini-golven en poolbiljarten. Het was nederig buigen en ondergaan…

     

     

    17-05-2010 om 21:01 geschreven door Biker Zjé  


    10-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kortenberg. 9 Mei 2010



    Cruisen in Vlaamsbrabant

      

    Met een toertocht in buurgemeente Herselt-Blauberg op het programma leek mijn keuze deze week weeral voorbestemd. Niets is wat het lijkt!

    In het Vlaamsbrabantse Kortenberg lag namelijk een MTB-parcours te blinken in een streek waar ik vroeger mijn hart verloor. In de naburige gemeenten Vossem, Everberg, Nederokkerzeel en Erps-Kwerps betwistte ik er ettelijke wielerwedstrijden.

    Dat er in die tijd (jaren 70) nog veel kasseiwegen lagen in de streek was niet vreemd aan mijn passie voor deze plekjes in Brabant.

    Mijn zware lijf was gemaakt voor het beukwerk op de cobblestones en de snelheid lag dan ook wat lager dan in mijn eigen Zuiderkempen.

    Ik zou dus zondag in alle vroegte mijn vlucht naar de gemeente op de rand van “Brussels Airport” nemen.

     

    Vertrouwend op mijn biologische wekker versliep ik me echter grandioos.

    De plannen om met de bike de verplaatsing te maken konden dus al opgeborgen worden en als ik bovendien nog geconfronteerd werd met een lekke band achteraan werd het zelfs nog een zenuwachtige bedoening om alles tijdig in de wagen te krijgen.

    Intussen bleek ik ook nog een sms en mail van bikers Gied en Stefan gemist te hebben. Zij zaten intussen al op de bike in respectievelijk Blauberg en Kortenberg.

     

    Uiteindelijk arriveerde ik in Kortenberg omstreeks 10u waarbij me opviel dat de buitentemperatuur intussen gezakt was van 13 naar 10 graden. Boven het Brusselse hing zelfs wat mist waardoor ik begon te vrezen dat de korte broek en mouwen toch wat optimistisch waren ingeschat.

    Het inderhaast meegegraaide windvestje ging in elk geval aan, waarna ik van op een parking buiten het centrum naar de inschrijving reed.

    Hier ontmoette ik toevallig Dany en Vincent die ook net vertrokken voor hun tocht van 30km.

    Ik besloot me met hen te vervoegen tot aan de splitsing der langere afstanden.

     

    De start was veelbelovend.

    Het bos van het Merodekasteel ligt tegen een steile helling en hier werden zowat alle beschikbare paden aangeboord. Het resulteerde in kilometerslang kronkelen, op en af, over de goed berijdbare, kurkdroge paden.

    Bovendien vind je hier enkele prachtige holle wegen waar je de geologische geschiedenis kan opsnuiven. We werden er stil van…

    Uit ondervinding weet ik dat dit bos er in de winter zeer drassig kan bijliggen zodat ik me nu rot amuseerde en de veel te hoge hartslag er met de glimlach bijnam.

    Vincent, die ook op atletiekgebied hoge ogen gooit, reed als een hazewind naar boven en liet de papa’s voelen dat leeftijd en gewicht echt wel in het nadeel kunnen spelen.

     

    We verlieten het bos aan de zuidkant en kregen nu een totaal ander landschap voorgeschoteld.

    Deze streek kenmerkt zich door de uitgestrekte velden, doorregen met kerk-, buurt- en voetwegen. Al deze wegeltjes voor de zwakke weggebruiker zijn bovendien beschermd en zelfs genummerd.



    Voor de mountainbikers pur sang zijn dit misschien saaie bikepaden, maar zelf kan ik eindeloos genieten van de vergezichten en het cruisen over stoffige, al bij al goed berijdbare veldwegels.

    Bovendien deed de intussen doorgebroken zon haar opwarmende werk van mijn oude botten zodat het genieten was op de uitgestrekte plateaus.

    Hoogtemeters werden gulzig verzwolgen. Zowat elk aangeboord pad lag tegen een helling aan zodat het sportief zeker een uitdaging bleef.

    We bereikten via Everberg de E40 die een lawaaierige insteek gaf aan deze tocht.

    Ik maakte de vergelijking tussen deze streek en “mijn” Hageland. Ook daar is het betonnen lint met razend staal (de E314) een storende factor in een uniek bikersmekka.

    Maar wie ben ik om dit te bekritiseren? Ik maakte vandaag vanuit Aarschot zelf gebruik van de snelweg om de verplaatsing naar de start te nemen…

     

    De E40 zou in elk geval een tijdje onze compagnon blijven en wie regelmatig vanuit Leuven naar Brussel rijdt, weet dat hier een serieus hoogteverschil overwonnen wordt.

    Na de snelwegparking van Sterrebeek namen we de brug onder de snelweg om in de uitlopers van het Hogenbos een opeenvolging van singletracks te vinden.

    Alweer hetzelfde verhaal van vettige tracks die er nu perfect berijdbaar bijlagen en ons aan een stevig tempo verder op de kaart zetten.

    Het Hogenbos werd vooral aan de rand gevolgd waarna over een kort verbindingsstuk een stevige uitdaging lag te wachten in het Kinderenbos.

    Een zeer steile helling met enkele boomwortels en vooral mulle bosgrond vergde het uiterste om een rijdende klim te bekomen.

    De papa’s strandden hopeloos na enkele meters, maar Vincent trok zijn smalle lijf met krachtige halen naar de top. Ik begon me af te vragen of hij in zijn CSC-truitje misschien door Bjarne Riïs persoonlijk was geprepareerd. Het was alleszins indrukwekkend.


     

    Over de glooiende velden met zicht op de vliegtuigradar te Bertem vervolgden we onze weg om in de buurt van de E40 (hoe kon het ook anders) de bevoorrading te vinden.

    Een rijkelijk buffet werd ons deel waarna ik afscheid nam van mijn bikevrienden.

    Om alsnog tijdig thuis te zijn verkoos ik de 40km te rijden, maar dan wel met een tandje bijgestoken.

     

    Het tweede deel stootte na korte tijd op “de extreme”, een zeer steile klim en dito afdaling voor de durvers.

    Ik had echter niet echt zin in de uitdaging en koos voor de veilige afslag.

    Een lange asfaltklim tilde ons naar de gesloten jeugdinstelling van Everberg.



    Wat volgde was een kilometerslang lijnen trekken doorheen de velden van Bertem, soms over een veldweg, dan weer een kasseiwegel maar steeds bleef het zicht op de radartoren intact.

    Hier, meer naar het Leuvense passeerden we ook aan heerlijk geurende koolzaadvelden die voor de biodiesel hun rijpende werking volbrachten. Deze fel gecontesteerde vorm van landbouw (voedsel of brandstof op landbouwgrond) zal de landbouwer wel laten beslissen welk gewas budgettair het rendabelste is.

              

    Met de slotklim naar de radartoren zelf werd het “vergezichten kijken” beëindigd waarna we noordelijker trokken naar het Eikenbos op de Vleugt. Een wel rare benaming voor dit bos want wat mij vooral opviel waren de eeuwenoude majestueuze beuken die alle licht aan de bodem ontnamen.

    Hier reden we dan ook tussen de lichtschuwe meiklokjes in een intussen totaal verstilde omgeving. Heerlijk was dit!

    Met het bereiken van de splitsing die we 10km voordien ook passeerden, werd de steven terug naar Everberg gewend.

    Dezelfde velden van een uur geleden werden iets noordelijker doorkruist en ook de nummers van voet- of buurtwegen bleven elkaar opvolgen.

    Zo bereikten we uiteindelijk terug Kortenberg waar in het plaatselijke bos toch nog enkele paden onbereden waren gebleven.

    Het zorgde voor een prachtige afsluiter van deze tocht en als ik met een (te) weide boog op de atletiekpiste van ACKO terecht kwam, wist ik dan ook dat deze voormiddag genieten ten einde was.

    De Shortbikers van Kortenberg hadden mij een deugddoende mountainbikerit bezorgd en graag stip ik deze tocht volgend jaar terug aan als “niet te missen”









    10-05-2010 om 21:37 geschreven door Biker Zjé  


    01-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deurne-Diest. 1 Mei 2010



    Hoe sterk is de biker…

     

    Met op zondag een toertocht in eigen Hulshout leek de keuze dit WE vrij vlug gemaakt, maar de atletiekplannen van zoonlief beslisten er anders over.

    Gevolg was dat ik op zaterdagmorgen de Diestse Bikefunners ging verblijden met deelname aan hun toertocht die traditioneel aan de SOK feestzaal in Deurne-Diest zijn start kende.

    De plannen waren op vrijdag reeds gesmeed, de benzinetank van de wagen gevuld, de bike rijklaar gemaakt…

    Zaterdagochtend nodigde een stralende hemel echter uit tot gewijzigde plannen, zeker als tijdens mijn ontbijt de buitentemperatuur pijlsnel steeg van 7graden naar +10!

    Een blik op de klok leerde me dat ik fietsgewijs nog best tijdig kon vertrekken zodat ik even later, gesteund door een stevige zuidwester, op milieuvriendelijke manier naar Diest fietste.

    Herselt, Blauberg, Averbode, Okselaar en Engsbergen verdwenen vliegensvlug onder mijn wielen zodat ik minder dan een uur later reeds 25km verder aan de inschrijvingstafel stond. Dit ging vlot!

     

    Een ruime keuze aan afstanden deed me kiezen voor de 35km zodat ik deze middag met meer dan 80km op het conto toch nog tijdig mijn thuisstekje zou bereiken.

    De tocht begon gezapig met brede grintpaden die ons windaf doorheen de velden leidden.

    We bereikten de omgeving van de Molenberg maar vooralsnog werden er niet teveel hoogtemeters aangeboden. Integendeel….het nu kurkdroge vengebied Genevenne lag nog te blinken in zijn natuurpracht maar een lange asfaltbaan deed de naam mountainbiketocht even oneer aan.

    Dergelijke intermezzo’s duiden meestal op een sprong naar wat lekkers. Het was ditmaal niet anders…

    Met het bereiken van de Vleugt doken we ook de bossen in van Kruisberg en Kenisberg. Deze laatste is ook gekend als het Stenen Kot, een oude ijzerzandsteenwinning waaruit vele historische gebouwen in de streek zijn opgetrokken.

    Techniek gekoppeld aan conditie moesten zorgen voor een probleemloze doortocht, maar laat nu net dat laatste niet echt op punt staan bij ondergetekende.

    Steile klimmetjes zijn niet echt mijn ding, maar nu zorgde de dwang om ze al rijdend te nemen voor kilo’s snot in de ogen en spieren die in brand stonden.

    Een combinatie van harde bandenspanning, (te) hoge hartslag en een stuurfoutje deden mijn voorwiel wegglijden in één van de talrijke bochten. Ternauwernood kon ik vermijden dat ik op mijn “zwing” ging, maar het maande me wel aan tot voorzichtigheid en een tandje kleiner (lees trager) te rijden.

     

    De steven werd via het Schaffenveld gewend richting Diest.

    Een afwisseling van bospaden, enkele maïsvelden en verschillende natuurbeheerspunten gaven de cruisende biker in mij voldoende stof tot rondkijken.

    De omgeving van Prinsenbos en Hezerheide zijn echt prachtige plaatjes en met het bereiken van de oude Diestse stadswallen werd nog een knap stukje wilde natuur aangeboord.

    Nu alles er droog en perfect berijdbaar bijlag was het heerlijk om de technische stukjes te biken.

     

    Langs de bekende oude poorten verlieten we de wallen en kruisten de ringweg om aan de voet van Fort Leopold een bevoorrading te vinden.

    Ik liet me een banaan, rozijnencake en sportdrankje smaken en genoot in het zonnetje van de sportvliegtuigjes die zweefvliegtuigen de lucht in trokken naar hun langgerekte landingstocht.

    Ik beelde me in hoe prachtig het zicht nu van bovenaf zou zijn. Tijdens een luchtdoop voor mijn zoontje enkele weken geleden mocht ik nog ervaren hoe enig mooi een landschap vanuit het zwerk kan zijn.

     

    De omgeving van Diest is vrij heuvelachtig en ik wist dat de resterende kilometers niet van de poes zouden zijn.

    De langgerekte klim van de Lazarijberg werd gevolgd door de Keiberg waarna we aan de Langenberg de afdaling via de holle weg naar het spoor namen.

    Ingewijden weten wat dit betekent : Als Michel Wuyts over Sergei Ivanov commentaar levert, kan hij het niet laten om over dienst woonst op het Grasbos te praten.



    Ook wij beklommen de steile puist over het asfalt met een extraatje over het dolomietpaadje.

    De longen pompten vol zuurstof en de benen vol bloed dat de dichtheid van lood leek te hebben. Ik was dan ook maar wat blij dat ik deze hindernis zonder averij had genomen.

    Alhoewel…zonder averij, een glassplinter besliste er anders over en zadelde me op met een leegloper achteraan. Er zat niets anders op dan een verplichte pauze te nemen om het bandje te vervangen. Hier zat ik niet echt op te wachten.

    Een tiental minuutjes later kon ik echter mijn weg vervolgen om langsheen enkele stukken van de vaste blosoroute vanuit Molenstede richting Engsbergen te varen.

    We kruisten enkele malen wandelaars die hier ook hun tocht liepen, waarbij het nodige respect langs weerszijde een vriendelijke begroeting opleverde en de verderzetting van eenieders sportieve tijdverdrijf.

     

    Aan de Ekelenberg hadden de organisatoren beloofd om 4 technische klimmetjes te laten voorafgaan door een bordje “klein schakelen”.

    Ze hielden woord, maar de eerste klim strandde reeds na enkele meters. Het was een paadje van het soort “is er geen weg, we maken een weg” en ik betwijfel of hier veel bikers zijn opgereden.

    Een tweede track liet ik aan mij voorbijgaan omdat er een stoet van wandelende bikers als mieren opkroop maar driemaal was ook ditmaal scheepsrecht.

    Niet zonder de nodige moeite wist ik deze aan de scalp te rijgen waarna ook de vierde (zij het wel iets gemakkelijkere) klim er aan moest.

     

    We betraden het wondermooie natuurreservaat Asdonk met zanderige tra’s die afwisselden met verstilde watertjes waar riet en lissen de oevers bewaken. Héééérlijk!!!

    In tijden dat toertochten vanwege de bestuursoverheden soms enkel nog de platgereden Blosopaden mogen betreden, was ik de organisatie dankbaar voor de kennismaking met deze natuurpracht.

     

    Intussen was ik de beloofde 35km reeds overschreden en kruiste ik in Engsbergen de grote baan naar Averbode.

    In een wanhopige poging om de verloren tijd van de bandbreuk goed te maken brak ik hier in het zicht van de haven dan ook mijn tocht af om over de weg naar huis te knallen.


    Het laat zich raden….de stevige zuidwester zou gedurende 25km op deze biker inbeuken.

    Intussen beukte de songtekst van Boudewijn De Groot door mijn hoofd :

    Hoe sterk is de eenzame fietser die kromgebogen over z’n stuur tegen de wind

    zichzelf een weg baant…

     

    01-05-2010 om 21:43 geschreven door Biker Zjé  


    25-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Aarschot - TT Goorbikers. 25 April 2010.




    Het eenvoudige geluk van de biker


    Een extra lange winterperiode, lichamelijke ongemakken en de atletiekbezigheden van zoonlief….er waren de afgelopen maanden redenen genoeg voorhanden om te verzaken aan mijn zondagse mtb-ritjes.
    Gevolg was dat het wintervet zwembandproporties aannam, terwijl ook mijn hartspier niet meer voorzien was op de intensieve inspanningen die mountainbiken met zich brengt. Ik had me de voorbije weken dan ook voorzichtig voorbereid via enkele wegritjes met de baanfiets om op de warmste voorjaarsdag van 2010 toch de dikkebanden fiets boven te halen. Of de conditie voldoende was viel te vrezen, want de toertocht van de Langdorpse Goorbikers in “mijn” Hageland is van een ongemene schoonheid, maar tevens best wel pittig.
    Ik zou het alvast alleen afhaspelen want de bikemakkers van de Bjeizel Connection etaleren tegenwoordig een hoog vormpeil terwijl mijn schoonbroerke vorige week in de TT van Rillaar zijn volledige achtertrein naar de Filistijnen reed. Op exact dezelfde plaats nota bene waar ik in 2004 een doodssmak maakte in de TT van Tielt-Winge.
    Onze verhouding met de Tienbunder komt nooit meer goed.

    Goed gerodeerd op “mijn” spoorwegfietspad onder het deugddoende zonnetje startte ik op het sluitingsuur van de inschrijvingen (11u) voor mijn tocht.
    De keuze uit afstanden 25-35-40-60km was me nog niet voldoende want ik wou eigenlijk een tussenafstand die me doorheen de appelbloesems van Gelrode zou leiden. Maar liet nu net de 60km die contreien opzoeken…
    Ik koos dus voor het verstand en de 35km die meer dan 300 hoogtemeters beloofde.

    Via enkele betonbanen trokken we Oostwaarts richting Langdorp, het Mekka van de Goorbikers.
    Als ik dacht intussen al de paden rondom Aarschot te kennen, wisten deze rakkers me ditmaal toch echt wel te verbazen.
    Tussen Aarschot en Langdorp in de uitlopers van de Bosberg, trokken we enkele bosjes in met slingerende singletracks. Heerlijk om te biken maar waarschijnlijk zal dit eerder op de dag wel voor opstoppingen gezorgd hebben als de grote meute hier doortrok. Ik liet het me echter welgevallen en voorzichtig stuurde ik mijn Speci doorheen het kurkdroge bos en de mij totaal onbekende paden. Opvallend waren de vele omgevallen bomen waar met een beetje techniek overheen kon gereden worden. Dit lukte me nog net.
    Bewust van mijn slappe conditie liet ik het tempo zakken tot “net niet omvallen” en genoot met volle teugen van de eerste echt warme lentedag.
    Dat met die teugen ook de nog welig tierende berkenpollen hun weg naar mijn longblaasjes vonden, nam ik er maar bij.

    We naderden op de Bosberg en het serieuzere werk.
    Terwijl de langere afstanden ook de noordkant voor hun rekening namen, volgde ik de 35km om lekker met een afdaling over de kiezelweg te starten, maar dan haaks op de berg de klim te nemen.
    Recht blijven en niet afstappen waren mijn bondgenoten die ik zo lang mogelijk wou meenemen in de rit. Het lukte me wonderwel om een evenwicht te vinden tussen voldoend hoge snelheid en lage hartslag.
    De klassieke Goorbikerspaden werden gevolgd op de Bosberg met enkele technische klimmetjes, scherpe afdalingen en een slingerend heen en weer rijden op de heuvelkam.
    De afsluiter was al even klassiek met de bevoorrading aan de spoorweg.
    Tijdsgebrek en voldoende proviand in de achterzak lieten me de camion van drankhandel Van Dijck links liggen om mijn weg te vervolgen.

    We trokken naar wat vlakkere paden richting Demer om doorheen de Zavelbeemden richting Testelt te trekken.
    De onbegrijpelijke geste van stad Aarschot om een aantal paden te verharden met steenslag maken ook van de Zavelbeemden een hard gereden autostrade.
    Jammer, maar de natuurpracht van dit natuurgebied lieten mij verzoenen met de ondergrond. Ik nam de frisgroene beelden gulzig in me op.

    We bogen terug af naar Elsleuken om de met singletracks doorweven naaldbossen te doorkruisen. Het was best wel energieslopend op de korte nijdige hellinkjes, doorspekt met zandwadden.
    Dra doemde de prachtige Heimolen op waar trotse ouders hun kinderen met communiekleren voor het nageslacht vastlegden. Verschillende bikers maakten van dit tafereel gebruik om even te stoppen en te genieten van de omgeving.
    Ik vorderde echter rustig verder richting de vennen achter Gasthof Ter Venne. Nu ja, vennen….de afgelopen droge periode had de ondergrond vermaakt tot harde bulten en zanderige putten.

    Afscheid nemen van de Gijmel deden we met de onvermijdelijk trappistenberg.
    Een groep racekonijnen die me net voordien gepasseerd was gaf wel snel de moed op.
    Zelf trachtte ik toch al rijdend de zandbult te nemen, maar een hoog uitstekende wortel omgeven van los zand ontnam ook mij alle ambities. De eerste teraarde zetting van mijn schoenmaat 47 was een feit in deze tocht.

    Met het bereiken van natuurgebied De Blakers, een uitloper van de Langdonken werd ook definitief de steven richting Aarschot gewend.
    Over vlakke heiwegen, langsheen rustieke boerderijtjes en door afgemaakte beheerszones werd Ourodenberg bereikt.
    Met de Gijmelberg werd hier het laatste obstakel van de dag genomen. Net op tijd blijkbaar want mijn verzurende spieren en om aandacht schreeuwende onderrug vertelden me dat het welletjes geweest was.

    Met het bereiken van de spoorweg wendde ik dan ook de steven naar het Noorden om op een sukkeldrafje de laatste kilometers als cooling-down op te vatten.
    De kop is er af, maar er is nog werk aan de winkel om een degelijk conditiepeil te halen.
    Op mijn leeftijd overheerst echter het geluk om de natuurpracht die ik mocht aanschouwen. Het eenvoudige geluk van de biker....


    25-04-2010 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    08-11-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tessenderlo, 8 November 2009
    Deze biker gaat niet zo hard !



    Het was weer twijfelen geweest tussen de toertocht van Kampenhout en deze van Tessenderlo.

    De Bjeizel-connection had gekozen voor de Vlaams-Brabantse witloofstreek.

    Zelf had ik een weekje sunparks achter de rug en met het daarmee gepaard gaande conditieverlies verkoos ik toch maar de zanderige en iets vlakkere Kempengrond.

    Het voordeel was ook dat ik de verplaatsing met de fiets kon maken en iets na Averbode kon inpikken op de omloop. Het was alleen nog “fingers crossed” voor een berijdbare omloop want de regen van de voorbije dagen had ongetwijfeld wel wat sporen nagelaten.

     

    Zo vertrok ik nog bij schemerdonker en een wel zeer kille één graad Celsius voor mijn tochtje naar de Limburgse gouw. Goed ingeduffeld met thermomateriaal gaf ik meer de indruk een poolreiziger te zijn dan een biker, maar ik liet het niet aan mijn hart komen.

    Liever warm en belachelijk gekleed dan modieus en kou lijden.

     

    Via het door werken opgebroken Herselt en Blauberg bereikte ik zo Averbode met zijn wereldberoemde Lekdreef.

    Er waren (nog) geen ijskarretjes maar wel enkele bikers met dezelfde Looise plannen die mijn weg kruisten.

    Zij kozen eveneens voor de Luykse dreef die ons via het toekomstige bike- en avonturenpark van Golazo (de vroegere “vijvers”) aan de ingang van domeinbos Gerhagen bracht.

     

    Hier was het niet lang zoeken achter het eerste wit-rode pijltje van de organisatie, maar al even snel waren we tevens de weg kwijt.
    Enkele onverlaten hadden blijkbaar met de pijltjes geknoeid zodat dit stuk van de omloop er al direct hopeloos verknoeid bijlag.

    Wat zoekwerk en parcourskennis brachten me terug op het juiste pad zodat ik mij de singletracks deed welgevallen.

    Gerhagen is een domeinbos doorweven met ontelbare wandel-, ruiter- en bikepaden waar een kat haar jongen in kwijt raakt. Rode draad is het fietspad dat de Toeristentoren met Averbode verbindt en waar ik me steeds kan op oriënteren.
    Ook nu kwamen we enkele malen op de “fil rouge” om vervolgens toch stilletjes af te buigen naar het zuidoosten.

     

    We bereikten in de buurt van Okselaar de zanderige tra waar in het verleden telkens een bevoorrading plaats vond, maar blijkbaar waren de organisatoren even moeten opschuiven naar een weggetje in de buurt.

    Als dit maar goed kwam als straks de grote massa hier ongetwijfeld voor een opstopping ging zorgen.

    Ik had er geen problemen mee en liet het tentje zelfs links liggen. Ik had amper 3km ter plaatse afgelegd en was bovendien voorzien van gevulde camelback en granny koeken zodat ik verkoos mijn eindelijk wat opgewarmde spieren niet te laten afkoelen.

     

    Ik dook dan ook gulzig de eindeloze bostracks in met als bijkomend doel ook de massaal aanwezige, doch soms moeilijk te detecteren bosbewoners te ontdekken.

     

     

     

    We betraden het gebied van de Ganzeberg. De term “berg” dient met een korrel zout genomen want veel hoogtemeters zijn hier niet te rapen.
    Veelal leuke singeltjes met scherpe duinen tussen de bomen en één langgerekte klim over een slechtbollende grintweg.

    In het Hageland noemen ze dit een overgangsstuk, maar met de Houterenberg en Rodenberg binnen bereik lagen er toch nog een 300tal hoogtemeters te wachten.

     

    We bogen namelijk af naar Engsbergen en met het naderen van de Houterenberg kregen we bovendien ook enkele zeer vettige paadjes voor de wielen geschoven. De zanderige waterpap vermengde zich met mijn ketting en veroorzaakte het krispend, enerverende geluid waar ik een zware hekel aan heb.

    Ik krijg dan het doembeeld van fietsslijtage die zoals een benzinepomp de eurootjes in versneld tempo van mijn persoonlijk bezit laat verdwijnen.
    Met elke pedaaltrap denk ik aan mijn arme kettingschakels die aan verhoogde slijtage onderhevig, hun laatste uur geslagen weten.
     

    Het viel vandaag al bij al nog wel mee. Als ik er zorg voor droeg van niet te bruusk te schakelen bij de eerste beste steile klim zou mijn ketting wel overleven.

     

    Met het bereiken van de Houterenberg was het zo ver. De eerste steile helling van de dag deed mijn ketting krakend het kleinere blad zoeken, maar omzichtig wist ik dit obstakel toch al rijdend te nemen.

    Een biker die halfweg zijn poging staakte, verplichtte mij dan ook alles uit de kast te halen en het mannelijke machogedrag te bevestigen. Met een hartslag diep in het rood maar trots als een pauw moest ik toch wel een tijdje bekomen van deze inspanning.

     

    Er werd al snel van de Houterenberg verder oostwaarts getrokken maar met de Rodenberg lag er nog veel meer lekkers te wachten.




    Een eerste klim werd opnieuw al rijdend aan de scalp geregen, maar ik moest toch in 2 van de 5 klimmetjes mijn meerdere erkennen. Ik zou het kunnen toewijzen aan de vettige, met bladeren bedekte ondergrond, maar eerlijkheid gebied me te zeggen dat ook de jus in de benen ontbrak.

    Desondanks volhardde ik in de boosheid en liet de prachtige bovenvlakte die intussen in de zon baadde, telkens links liggen.
    Ik wou en zou alle klimmetjes aan een test onderwerpen.

    Gevolg was dat ik toch wel een figuurlijk tandje armer mijn opwachting maakte op de zandvlakte en tijd vrijmaakte om mijn getormenteerde rug even rust en ontspanning te gunnen.

     

    Op nu naar de inschrijving die voor mezelf zowat halfweg lag.

    Nadat ik voordien toch wel door heel wat bikers op snelheid overspoeld was, trok ik nu in mijn eentje naar één van de mooiste Limburgse gemeenten die ik ken.

    Ze hebben er trouwens naast een beroemde petrochemische fabriek ook een Olympische kampioen als inwoonster!

     

                                   

    Na een lang asfalt, doch wel stijgend intermezzo (de Russelenberg) bereikte ik zo het Koninklijk Atheneum waar de inschrijvingsformaliteiten nog volop aan de gang waren.

    Hoewel het intussen al ongeveer halftien was, moest ik toch nog even aanschuiven om mijn inschrijvingsstrookje te verkrijgen.

    De overvolle parkings en vele wagens naast de weg verraadden alleszins dat er een pak deelnemers aan deze, door de MTB-crossers georganiseerde, toertocht deelnamen.

     

    Via een aantal verharde wegen en grindpaden naderden we opnieuw de Houterenberg waarbij we ditmaal alleen over het asfalt nog enkele hoogtemeters uitlepelden.

    Ik had intussen een groepje bikers gevonden wiens tempo mij wel aanstond. Ik liet mij hun tempowerk dan ook met plezier opleggen.

    Zoals dat echter dikwijls met de kracht van een groep is, rij je ook met een ganse groep verloren.

    Aan de grote parking van Gerhagen gingen we namelijk “en masse” de boer op om een kleine kilometer verder te ontdekken dat er geen pijltjes meer hingen. Mijn wedervaren van 1,5uur eerder indachtig, wees ik het opnieuw toe aan vandalenstreken maar blijkbaar lag de onoplettendheid van onze koploper aan de basis

     

    Verder ging het door de singeltjes van Gerhagen in deze tocht met heel veel bos en weinig herkenningspunten.

    Zo bereikten we er toch eentje met de toeristentoren van Gerhagen. Wie merkte hem op ?

     

     

     

    Mijn nieuwe vrienden bleven even later achter met mechanisch defect zodat ik er terug alleen voorstond op de Schoterse Heide.

    Dit heidegebied staat garant voor mooie brede grindpaden afgewisseld met opnieuw een aantal singletrack om het noorden bij te verliezen.

    Je vindt er zelfs de raarste aanwijsborden van bosbeheer !

     

     


    Mijn kilometertellertje gaf intussen aan dat ik het einde van mijn tocht bereikte en inderdaad….ondanks het mistasten met de bikersgroep bereikte ik reeds na 39km de “fil rouge” die het begin van mijn tocht begeleidde.

     

    Via de Luyksedreef opnieuw naar Averbode kon ik het niet laten mijn verzuurde benen toch nog eens te plagen en over de Kapelberg te sturen. Een brandende pijn in de beenspieren was mijn beloning.

    Toch verliep de terugtocht naar mijn Zuiderkempen erg vlotjes. Eerst de lancering door een wielertoerist die met mij een waaiertje vormde en vervolgens een stevige rugwind en heerlijk zonnetje gaven mij de nodige kracht en souplesse om op een behoorlijk uur mijn opwachting te maken.

    Ik zou er warempel overmoedig bij worden, maar de spierkrampen later op de dag deden me denken aan
    de Jeugd van Tegenwoordig: “Deze jongen gaat nog niet zo hard!”


    Mijn trackske :




    Vorige week wist in Langdorp een fotograaf mij nog te vangen voor zijn lens : 



    08-11-2009 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    01-11-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aarschot - Goorbikers, 1 november 2009

    Moet er nog choco zijn ?

     

    Ik had op zaterdag een sms naar Ivo en Gunter van de Bjeizelconnection gestuurd met de boodschap dat ik mijn eerdere afspraak cancelde.

    Het was in mijn gezinnetje namelijk een hele week ziektebacillen tellen, waarbij ook de koorts- en griepaanvallen niet ontbraken.

    Ikzelf was nog een beetje overeind gebleven, maar met een zware hoest en flanellen benen achtte ik me niet in staat om mijn bikevrienden te volgen.

    Maar zoals dat dikwijls gaat gaf de zondagochtend mij een kriebelend gevoel en onweerstaanbare drang om alsnog af te reizen naar de toertocht van de Goorbikers in Aarschot.

    Zo vertrok ik toch maar via “mijn spoorweg” in een rechte lijn naar Aarschot en pikte onderweg in bij Agfa-collega Geert die met enkele vrienden eveneens op weg was.

    Zo arriveerde ik stipt om 8u30 aan het voetbalveld van SC Aarschot waar ik zelf tijdens mijn middelbare schooljaren bij de Pikbussen nog een balletje trapte.

     

    Geert en zijn vrienden kozen voor de 40km-afstand, terwijl ikzelf éénzelfde afstand in gedachten had. Ik schreef echter wel in voor de 60km omdat ik wist dat Meetshovenbos in het begin van de rit zou voorkomen. Nadien zou ik dan wel de kortere splitsingen nemen.

     

    De Bjeizelconnection stond ook vertrekkensklaar voor de grote ronde en als 8tal nam ik samen met Theo, Ivo L, Ivo N, Piet, Steven, Bart en Christophe de start.

    De 2 Ivo’s hadden een specialleke in petto want zij hadden voor de gelegenheid een testfiets IDWorks met rohloffnaaf gaan halen.

    Wie niet vertrouwd is met het begrip rohloffnaaf : Dit is een achternaaf met 14 inwendige versnellingen. Het hele boeltje van achterderailleur, meerdere tandbladen en pions hoort hierbij tot het verleden.

    Volgens Ivo L was dit echt wel iets voor mij aangezien ik dan geen uitvluchten meer moet zoeken als ik weeral eens forfait geef omwille van moddertoestanden.

    Ik moest nederig het hoongelach ondergaan bij zoveel waarheid.

     

    Onmiddellijk vielen we al op de eerste splitsing die ons via de parkings van Duracell naar Meetshoven zou leiden.

    Het was best wel een verstandige keuze om direct deze lus aan het begin van de grote ronde te leggen. Op deze manier werd vermeden dat de bikers en op zondagvoormiddag massaal aanwezige joggers  elkaars pad kruisten. De tragere weggebruikers verschijnen namelijk meestal pas vanaf 10u in het bos en tegen die tijd zouden de bikers wel verdwenen zijn.



    Meetshoven, door Ivo L nog steeds steevast het Duracellbos genoemd, werd door al zijn massale singletracks doorploegd. Het was heerlijk biken door de mulle bosgrond die nu onder een dik bladertapijt schuil ging.

    Ook het opgelegde tempo was echt wel mijn ding. Als echte sightseers cruisden we door het bos, intussen nog kletsend en rondkijkend naar loslopend wild.

    Het moet toch zijn dat de afwezigheid van Gunter aanmaande tot een veel rustiger tempo dan dit anders het geval is.

    Vervuld van genot en plezier doken we na een tiental km op aan het Duracell rondpunt.



     

    We zochten even verder de off-road Demerdijk en lieten ons naar Gelrode drijven. Nog steeds voelde niemand zich geroepen om het tempo op te drijven.

    Ondanks mijn door ziektekiemen veel te hoge hartslag, genoot ik intens van dit tempo.

    Vlak voor het Vorsdonkbos verlieten we de Demerdijk en togen op weg naar de eerste echte hindernis van de dag…de Extreme beklimming.

    Achter de beroemdste en beruchtste bar van Aarschot ligt nog steeds deze kuitenbijter in ijzerstandsteen. Ik verraste mezelf zowaar door de klim bijna helemaal al rijdend te voltooien.

    Alleen een gestrande biker verhinderde net mijn rijdende poging.

    Over de kam van de Liederberg zochten we nog wat singletracks op waar de restanten van een Halloweentocht ons toelachten. De kaarsjes in de uitgeholde pompoenen waren intussen wel gedoofd.

    Deze tocht van de Goorbikers leverde mij niet echt nieuwigheden op, maar met het betreden van de zanderige tracks van het Kloesebos was het toch weeral genieten.

    De lange asfaltklim van ’s Hertogenheide was de klassieke voorbode voor het kruisen van de ringweg en beklimmen van “den talud.” Christophe werd door een onbeschofte biker bijna van de sokken gereden en ik troostte hem met de melding dat die biker zich inwendig wel zal verontschuldigd hebben.

    Kort nadien vonden we de al even klassieke bevoorrading ter hoogte van de Aurelianstoren.




    Tijd om wat bij te praten met mijn Agfa collega Leo die ons even voordien voorbij gestormd was. Ook de eerste evaluaties van de Rohloff-bikes klonken positief.

    Ik zorgde intussen dat vooral mijn vochtvoorraad aangevuld werd en had minder oog voor al het lekkers dat ook op de tafels lag uitgestald.

     

    Als enkelen de koude rillingen over de rug voelden bij de aanstekende wind, besloten we onze tocht verder te zetten.

    De Leiberg werd afgedaald langs de afgrond en opnieuw beklommen doorheen de verstilde groeve. Door een trage biker konden we deze klim zeer rustig in ganzenpas nemen.

    Ik was er niet rouwig om.

    Tot onze grote verbazing toonde Theo aan dat hij een geologische opleiding heeft genoten. Vlak voor de top van de Leiberg ging hij namelijk de Diestersiaanse ijzerzandsteen aan een nauwkeurig onderzoek en wel van zeer dichtbij onderwerpen.

    Met de neus pal op de feiten was hilariteit weeral ten top.

     

    We volgden nu een tijdje de vaste blosoroute van Aarschot via de Haterbeek en denderden even later Rillaar binnen.

    Een asfalt intermezzo deed ons naderen op de Rommelaar, een steile bult die een natuurlijke barrière vormt tussen Rillaar en Langdorp.

    Verrassend week men af van het klassieke tracé, waarbij de hoogtemeters niet geschuwd werden. Het was hier oerenddruk in het bos en de tracks waren allemaal verzadigd met bikers.

    Bart belandde nogal ongelukkig in het decor maar mijn “ca va ?” werd met opgestoken duim beantwoord. Gelukkig maar !

    Ons groepje was intussen uit elkaar gespat en het was na de Rommelaar even troepen schouwen en terug verzamelen. 

    In gestrekte draf en met een stevig ruggesteuntje van de wind arriveerden we aan de houten Demerbrug in Langdorp.




    Nu kon het echte werk helemaal beginnen.

    In tegenstroom met de vaste blosoroute werd vanuit een behaagde holle weg, de technische klim langs de paardenweide genomen.

    Zoals verwacht werd er op het einde naar rechts gedraaid om mijn zwarte beest, de Bosberg te bestormen.

    Hier vonden we ook de splitsing der afstanden terug en zoals ik me voorgenomen had nam ik afscheid van mijn bikevrienden om de kortere weg naar de aankomst te vinden.

    Ik vond hen toch wel moedig want er waren amper 30 van de 60 voorziene kilometers volbracht, zelf voelde ik mijn benen stilaan leeglopen en er lagen toch nog een pak hoogtemeters te wachten.

    Terwijl de BC de Bosberg aan zijn achterzijde bestormde kroop ik in mijn tempo op hartslag de hoogtemeters bij elkaar. Op hartslag fietsen is een mooi gegeven, maar als je niet goed zit kan het tempo er serieus onder lijden.

    Ik schaamde me dan ook wel dat ik geregeld de oorzaak was van fileleed op de kronkelende Bosbergtracks. Persoonlijk maak ik er nooit een punt van als ik achter een trage biker moet blijven, maar niet iedereen denkt er zo over. Getuige enkele bikers die quasi dwars door het struikgewas hun inhaalmanoeuvres inzetten.

    Ik maakte er in ieder geval een erezaak van om ook de meest technische steile passages al rijdend aan mijn scalp te rijgen.

     

    Zo kwam ik na het Bosbergfestival toe aan de 2de bevoorrading die klassiek aan de spoorweg was opgesteld.

    Ik vulde mijn vochtvoorraad opnieuw aan met 2 glaasjes water, er weer voor zorgend dat ik de aanlokkelijke zoetigheden onberoerd liet.

    De Bosberg had me niet alleen geleerd dat mijn conditiepeil erbarmelijk laag ligt. De oorzaak hiervan ligt niet alleen in een gebrek aan mtb-training en ziekte, maar ook in een aantal overtollige kilogrammetjes die ik de voorbije jaren zorgvuldig gespaard heb.

    Daar ligt nog wel een uitdaging…

     

    Het ging nu verder via de Molenheide die ik de derde keer op korte tijd in een TT betrad.

    De wieken van de Heimolen stonden nu wel roerloos te staren over het grijze hinterland.



     

    Ook de tracks achter gasthof Ter Venne mochten weer niet ontbreken. Kronkelende singletracks mergelden mijn benen volledig uit, maar als er dan toch weer eens een zandduin opdook kon ik voldoende karakter opbrengen om nog maar eens een rijdende klim te nemen.

    Slechts éénmaal moest ik in een trappistenberg mijn meerdere erkennen.

    Intussen vervlogen wel de kilometers en begon ik me af te vragen of ik eigenlijk wel de juiste splitsing genomen had. Ik zou alvast mijn voorziene 40km sterk gaan overschrijden en was mezelf stilaan choco aan het rijden.

     

    Op weg naar Gijmelberg werden we nog eens getrakteerd op een zeer lange file. Oorzaak was een planken bruggetje dat probleemloos al fietsend kon genomen worden, maar het ontbreken van leuningen deed menig biker het zekere voor het onzekere kiezen.

    Het moerassige gebied van Gijmelberg bleek nog perfect berijdbaar en we kregen hier nog meer slingerende singletracks en enkele minder stekelige hoogtemeters voorgeschoteld.

    Als ik echter bemerkte dat menig biker het klimmetje achter het voormalige woonwagenpark niet bovenraakte, daagde het me dat ik me niet alleen choco gereden had.

     

    Met intussen 48km op mijn tochttellertje en de nabijheid van “mijn spoorweg” in Ourodenberg in de buurt, besloot ik afscheid te nemen van deze toertocht en mijn weg naar de Zuiderkempen in te zetten.

    Ik prees me gelukkig dat ik gedragen werd door een stevige rugwind. Desondanks werd mijn vrouwtje van afschuw vervuld bij het aanschouwen van mijn lijkbleke gezicht dat in een Halloweentocht niet had misstaan.

    Met meer dan 65km in de benen dacht ik in een overvloedig schuimbad terug aan mijn bikegenoten van Bjeizel die nu waarschijnlijk nog op hun bike zaten.

    Bleek ’s avonds dat zij na 40km over de weg binnen gereden waren. Ook choco gereden….?

     


    Mijn trackske :

    01-11-2009 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    18-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Westmeerbeek, 18 oktober 2009.



    Failliet van de toertochten ???

     

    De voorbije week was eentje van twijfelen of ik mijn bikematen van de Bjeizel connection zou volgen naar de TT van Overijse of de tocht in Westmeerbeek zou gaan biken. Vooral het feit dat in het Brusselse het Zoniënwoud doorkruist zou worden, deed me een dilemma aan de hand.

    Uiteindelijk won mijn verstand van het hart en verkoos ik op 2km van mijn deur de organisatie van de Landelijke Gilde in Mjorrebeek te vervoegen.

    Ik probeerde buurman biker Gied nog te overtuigen met mij de 44km te biken, maar hij had al een date op de kortere 27km zodat ik me iets na 9uur eenzaam aanbood aan het voetbalveld van de ex-zwarte duivels. Eenzaam was zeer letterlijk te nemen want buiten de medewerkers van de LG was er geen biker in velden of wegen te bespeuren.

    Ook de schaarse auto’s op de parking deden me vermoeden dat er weinig beweging op de tracks zou zijn.

    Nu ja, voor mij hoefde het niet druk te zijn. Zo kon ik eens rustig cruisen doorheen mijn Zuiderkempen en Hageland.

    Bij windstilte en een kille graad onder nul kon ik maar best wat vaart maken om de inwendige thermostaat wat hoger te zetten.

    Ik vertrok dan ook aan een stevig tempo, wetende dat er vandaag niet teveel hoogtemeters zouden gemaakt worden.

    Via de grintpaden in het Goor baande ik me een weg naar de provinciebaan N15 om aan dancing Millennium terug het bos in te duiken. Enkele wel erg late feestvierders zochten nog hun weg naar de wagen terwijl ikzelf pas mijn eerste danspasjes plaatste.


    De Nete werd bereikt waarbij me een feeëriek spektakel werd aangeboden.

    Langsheen de meanderende rivier priemde de laagstaande zon haar stralen doorheen de nevels. Verstilde beemden, krakende want licht bevroren ondergrond en dit lichtspektakel. Wat kan een mens zich op zondagochtend nog meer wensen ?

    Ik kreeg enkele gezellen met 2 luchtballons die ongetwijfeld dit spektakel van boven uit ook konden pruimen.

     


    Natuurgebied de Kwarekken in Westerlo werd bereikt en ik stond versteld van de vernielingen die bosbouwers hadden aangericht aan de paden en het kapafval dat ook kriskras was achtergelaten. Vreemd…

    De traditionele oversteek aan de Marlybrug was voorbode voor het mooiste stukje Netedijk uit de buurt. Aan de rechterzijde heb je het vijver- en moerasgebied, terwijl aan de linkerzijde, over de Nete, een prachtige aanblik op het kasteel van de Merode geboden wordt. Ik passeerde hier reeds ontelbare keren, maar vertraag nog steeds om een steelse blik op deze omgeving te kunnen gooien.




    Via het Riet namen we de klassieke doorsteek naar Bergom om daar de vaste blosoroute van Herselt in te duiken.

    Doorheen het uitgestrekte, dicht beboste Hertbergdomein liggen nog weinig persoonlijke uitdagingen. Doordat men de groene route in tegenstroom volgde, kreeg ik echter een heel andere kijk op deze tracks en kon ik me best wel verzoenen met dit toerke. Je moet het weten, mogen en durven als organisator.

     

    Zo bereikten we na ca 17km de bevoorrading in Blauberg.

    Hier verzamelden toch een tiental bikers voor het buffet van verschillende soorten gebak, fruit en een neutraal sportdrankje.

    Ik vulde vooral mijn vochtvoorraad aan in de wetenschap dat we zodadelijk toch enkele hoogtemeters zouden te verwerken krijgen.

     

    Kort na de hervatting verlieten we namelijk de kortere afstand en bogen we af naar de Weefberg in Averbode.

    De Weefberg is één van die typische Hagelandse ijzerzandsteenruggen die in de oudheid achterbleven toen de zeeën zich terugtrokken. Het ijzer in de blootgekomen zandbanken oxideerde en leverde de huidige rode ijzerzandsteen waaruit veel kerkelijke gebouwen in de buurt zijn opgetrokken.




    Iets recenter werd er ook een mountainbikeroute aangelegd die als aardgaspad vandaag onze gids was. Ik herinner me nog dat we 2jaar geleden het Weefbergbos doorkruisten in al zijn facetten. Vandaag werden alleen de blauwe pijltjes (noodgedwongen?) gevolgd. Jammer…

    De eerste hoogtemeters maakten me wel opnieuw duidelijk dat fietsconditie niet gelijk staat met bikeconditie. De twee steile hellingen deden mijn longblaasjes fel uitzetten en joegen het bloed versneld door de aderen op weg naar zuurstofsnakkende spieren.
     

    Met het doorsteken naar de Rode Berg in Testelt werd terug een symfonie van singletracks ingezet zoals dat 2 weken geleden in de WOEW-toertocht nog het geval was.

    De kronkelende tracks waren lichtjes vettig en eisten mijn opperste concentratie. De hoogtemetertjes deden de rest. Ik voelde me terug op en top biker.

     

    Jammer genoeg was na dit hoogtepunt de pret bijna helemaal opgesoupeerd. Over quasi enkel betonbaantjes werden de volgende 10km overbrugd naar Herselt.

    Mooi landbouwgebied en bossen, daar niet van. Maar mijn dikke banden snakten naar een andere ondergrond. Mogelijks speelden de jachtgebieden na de pas geopende jacht een rol want ik ontmoette een bende met lange lopen waarbij zowaar een kind van ca 6jaar met geschouderd (speelgoed?)geweer de bende vervoegde. Brrr….

     

    Even werd nog de vaste rode blosoroute aan Kapittelberg en Molenberg ingedoken en ostentatief de speeltuin van de klokkenputten in Herselt links gelaten. Je hield het niet voor mogelijk.

    Gelukkig werd de verbinding tussen Limberg en het Goor nog via de tracks van het Asbroek gemaakt. Dit natuurgebied is in de winter ondoordringbaar vanwege zijn moeraseigenschappen, maar nu vond ik het wel heerlijk op de zelfs voor mij onbekende paden.

     

    Zo werden we na ca 42km met 250 hoogtemeters terug afgezet aan onze startplaats.

    De afspuitstand was niet bevolkt zodat ik nog snel mijn bike van wat slijkspatten ontdeed, waarna ik met een dubbelslachtig gevoel huiswaarts reed.

     

    Deze tocht was door het mooie weer, de droge tracks en het hoge bosgehalte best wel leuk geweest. Echter, je kon er niet omheen dat vooral in het tweede deel teveel verharde wegen opdoken.

    Aan parcourskennis kon het de organisator niet ontbreken, getuige het mooie intermezzo in Averbode/Testelt zodat ik me alleen maar kan inbeelden dat geweigerde vergunningen aan de basis lagen.

    Over het waarom kan je lange discussies opvoeren van de bikers die teveel paden bijmaken in het bos tot de natuurbewegingen die alles in vakjes willen duwen.

    Als ik echter zie hoe bosbouwers ongegeneerd paden in een bos mogen vernielen, hoe de gemeenten Aarschot en Westerlo ontelbare bospaden en veldwegen verharden met steenslag, moet er een andere beweegreden zijn.

    Misschien moeten wijzelf als “recreatieve” bikers maar eens voor de spiegel gaan staan en ons minder profileren als racekonijnen die te weinig aandacht schenken aan medebikers en nog minder aan tragere weggebruikers, in casu de wandelaars.

    Maar wie gaat zoveel zelfkritiek durven opbrengen ?

    Zo kan het alvast niet verder.
    Enkel nog toertochten op de vaste routes betekent onherroepelijk het failliet van de georganiseerde toertochten.

    Hopelijk komt het nooit zo ver…

    18-10-2009 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    05-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Langdorp, 4 oktober 2009.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Het laatste zomerfestival :
    Singletrack-festival te Langdorp

    Het afgelopen jaar was niet echt mijn gelukkigste door enkele tegenslagen op privévlak, maar zoals een kat steeds op haar vier poten valt, komt ook een biker steeds terug op zijn off-road paden terecht.

    Ik had verkozen om in Langdorp mijn rentréé te maken in de door WOEW (Wolfsdonk OEp Wielen) georganiseerde toertocht


    Daags voordien ontmoette ik Gunter die me meldde dat de Bjeizel connection om 9u aan de start zou staan. Dat leek me wel wat om met mijn oude gabbers terug in lijn te treden.

    Wanneer ik ’s nachts echter wakker werd voelde ik een opkomend keelpijntje…een gratis cadeautje van zoonlief die zo al enkele dagen rondhuppelde. De wekker werd dan ook uitgezet en de rentréé met een weekje uitgesteld.
    Een krachtig ontbijt en het stralende zonnetje verdreven echter de keelpijn zodat ik met een poosje vertraging toch verkoos de verplaatsing naar de deelgemeente van Aarschot te maken.
    Vrouwlief gaf me nog een knuffel en wijze raad mee om voorzichtig te zijn, want dat een volgende hospitaliserende val ongetwijfeld zou leiden tot de verkoop van een Speci Epic op Ebay.

    Als ik me aanmeldde aan het voetbalveld van FC Kapelleke waren de Bjeizelse vogels uiteraard gaan vliegen.
    Het was trouwens rustig aan de startplaats met het einde van de inschrijvingen in zicht, maar de geparkeerde auto’s verraadden wel dat er een pak bikers op het parcours ronddwaalden.
    Ik kreeg een geel controlebandje om de pols en waande me zowaar op het laatste zomerfestival van deze heerlijk lange zomer.
    Op naar singletrackland....!

    Ik stuurde mijn bike met krachtige pedaalslagen de eerste tracks in en haalde gezwind enkele jongedames en papa’s met hun zoontje in. Dit ging wel goed.
    De tracks achter gasthof Ter Venne lagen er prachtig bij. Een maand zonder noemenswaardige neerslag had gezorgd voor zandwadden, daar waar hier ’s winters meestal slijkerige putten liggen te wachten.
    Mijn enthousiasme werd getemperd als ik op de eerste zandheuvels met de hartslag reeds diep in het rood ging. Het beterde er niet op als men de zwartgele pijltjes richting Bosberg deed afbuigen.
    De voorbije zomer hield ik me alleen onledig met lange vlakke fietstochten aan lage hartslag met maar één doel : een retourtje naar zee. Nu lagen de accenten echter op explosiviteit en weerstand, twee vrienden die ik al lange tijd niet meer gezien had.

    Het dient gezegd : WOEW had een fantastisch WOW-parcours uitgetekend tegen de wanden van de Bosberg. Geen enkele singletrack bleef onberoerd en de hoogtemeters verdwenen achter de kiezen als zoete broodjes. Ik kreeg dan ook af te rekenen met verzurende benen en flirtte regelmatig met mijn maximale hartslag.
    Regelmatig moest ik voet aan grond zetten als ik (weeral) een helling niet rijdend kon nemen. Een oneer die me sinds lange tijd niet meer was overkomen.
    Als ik na 13km zwoegen de Bosberg verliet verkoos ik dan ook de kortere afstand van 25km te nemen bij de splitsing. Dat de houten Demerbrug er uitnodigend bijlag kon me amper doen herinneren aan de gouden tijden dat ik de Hagelandse chronorit met de spreekwoordelijke vingers in de neusgaten uitreed.

    Kort na de splitsing bereikte ik de bevoorrading waar ik drank, fruit, koekjes en…..de Bjeizel connection aantrof.
    Uiteraard hadden zij de extra lus (met Rommelaar en Konijnenberg) reeds achter de kiezen en keken ze meewarig toe hoe ik hevig zwetend stond na te hijgen. De lange broek en mouwen die ik thuis bij mijn vertrek had verkozen ontlokten ook de eerste schampere grapjes van wat ik in de winter ging doen tot waar mijn sjaal was.
    Het was heerlijk terug te zijn….

    Het treintje vertrok even later met een extra wagonnetje en ik was maar wat blij dat Ivo L, Olivier en Billy weldra maar stipjes aan de horizon meer waren.
    Met Ivo N en Gunter dacht ik mijn gelijken wel te treffen, maar als we verdorie opnieuw richting Bosberg trokken besefte ik snel dat ook zij in een iets beter conditiekleedje staken dan ondergetekende.
    Gelukkig werd mijn zwarte beest nu definitief achtergelaten en trokken we door de Zavelbeemden richting Testelt.
    Ivo N koos hier voor de kortere weg naar de startplaats terwijl ik Gunter zou vergezellen voor de langere afstand. Het zou me uiteindelijk 35bikekilometers en ca 400hoogtemeters opleveren.

    De Rodeberg was de volgende uitdaging waar ik me zou moeten dubbelplooien om mijn bikemakker bij te houden. Een kleine wegvergissing bracht me echter aan kop en zo mocht ik zelf het tempo bepalen op de smalle singletracks die minder venijnige, doch best wel energieslopende hoogtemeters opleverden.
    Weer werden alle parcoursregisters opengetrokken en we bewandelden paden waar ik het bestaan zelfs nog niet van afwist. Dit was echt wel het betere bikewerk !

    Via een lange betonbaan vierden we terug richting Gijmel waarbij ik gretig achter de sterke torso van Gunter schuil ging voor de aanspannende kopwind.
    Opnieuw doken we de Langdorpse bossen in om in Elsleuken een speeltuin van singletracks, zandwadden en korte stekelige klimmetjes te vinden. Het “wheel of fortune” zorgde er weer voor dat ik de leiding mocht nemen en ditmaal zorgde ik dat de klimmetjes al rijdend genomen werden. Dat dit bij momenten voor krampen tot achter mijn oren zorgde, kon Gunter op dat moment niet zien op mijn grimassen trekkende face.

    Zo kwamen we al bij al nog verrassend snel bij de Heimolen waar de molenaar zijn wieken had bespannen en zorgde voor de grondstof van ons dagelijks brood. Dit mooie tafereeltje betekende ook het einde van een prachtige toertocht die bij de meeste bikers wel met stip zal genoteerd blijven voor volgend jaar.

    Ik vatte met Gunter en Ivo N fietsgewijs de terugtocht aan terwijl het snelle part van de Bjeizelconnection met de camionette de weg naar “café bij Sandra” zou nemen. Begrijpe wie kan !?
    Terwijl zij in Beerzel van hun eerste colaatjes genoten, zat ik echter al in een rijkelijk gevuld schuimbad mijn krampen te verbijten. De weg naar bikeconditie zal nog lang zijn….



    05-10-2009 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    14-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hulshout -Middelkerke, 15 augustus 2009.

    We gaan naar zee, zee, zee...

    Met de fiets naar zee…het is een jongensdroom die ik op jonge wielrennerleeftijd al in vervulling zag gaan. Toentertijd, in de jaren 70 konden wij langsheen een geïmproviseerd fietspad naast de expressweg onze weg tot in Blankenberge nog vinden.

    Heden ten dage is dit uitgesloten, maar dankzij wat parcourskennis en opzoekwerk zijn er wel prachtige alternatieven uit te werken.

     

    Het is een zonnige feestdag in augustus als ik strijdvaardig mijn wegfiets opkruip om naar het 200km verder gelegen Middelkerke te fietsen. Het zal tevens onze vakantiebestemming zijn voor een weekje.

    De weermannen voorspellen een zwoele 30°C en windkracht 2-4 uit het zuidwesten. Het zijn niet direct de weersomstandigheden waar ik zit op te wachten voor een zeetrip, maar de mentale en fysieke voorbereidingen zitten er op : GO! dan maar…

     

    Vanuit het in de Zuiderkempen gelegen Hulshout ben ik verwend met “mijn” spoorweg, de oude, intussen verharde spoorverbinding tussen Aarschot en Herentals.

    In een rechte lijn fiets ik doorheen landbouwgebied naar Herentals waar ik aansluiting vind met het Albertkanaal, de tijdens WOII in gebruik genomen verbinding tussen Luik en Antwerpen.

    De volgende 35km zijn niet bepaald de meest boeiende over het jaagpad waar de wind reeds duchtig zijn gang kan gaan, maar ik prijs me toch gelukkig dat ik niet tussen het autogeraas van de parallelle E313 zit.

    Zo zet ik mezelf na 50 autovrije kilometers af in hartje Antwerpen waar de St-Annatunnel met zijn typerende witte tegeltjes op mij ligt te wachten



    Ik ga de Schelde onderdoor ca 30 meter onder waterniveau door de bijna 600m lange wandel- en fietstunnel.

    Op Linkeroever geniet ik nog even van de Antwerpse skyline waar de Kathedraal, Boerentoren en het Steen mij uitgeleide doen



    Ik pik in op de Gravejans LF51-route, een Lange Fietsroute die onder de grote routepaden valt. Deze routepaden voor fietsers en wandelaars zijn gekenmerkt door geel-blauwe verfstreepjes die op palen en bomen zijn aangebracht 
    Een leek weet amper dat ze er staan, maar de langeafstandsfietser weet wel beter



     
    Toen ik vijf jaar geleden mijn eerste tocht aanpakte had ik regelmatig de handleiding nodig omdat ik het spoor bijster was. Sommige aanduidingen waren onduidelijk of (tijdelijk) verwijderd door wegenwerken. Na enkele jaarlijks weerkerende tochten kan ik me echter al ervaringsdeskundige noemen en heeft deze route nog weinig geheimen voor me.

     

    Ik betreed het land van Waas waar de Expressweg een kunstmatige scheiding vormt tussen het Antwerpse industriegebied en de uitgestrekte Wase landbouwgebieden met veeteelt en fruitpluk.

    Zelf heb ik de eer tussen boomgaarden en maïsplekken te kunnen fietsen.

    De enorme koeltorens van Doel en hoge petrochemische pijpen die enorme vuurpluimen spuwen, zullen echter nog een hele tijd in mijn gezichtsveld blijven.

     

    Het is een kronkelen doorheen de winderige polders om eensklaps op te duiken in het dorpscentrum van Melsele met zijn neogotische kapel van Gaverland
    Dit knappe stukje architectuur wordt jaarlijks door vele bedevaarders op zijn weg gevonden.



     

    Ik zet “mijn” bedevaart verder richting Vrasene.

    Ik vind hier achtereenvolgens het “Afwateringskanaal der Wase Polders” en de oude verharde spoorweglijn Sint-Niklaas-Zelzate.

    Rechttoe, rechtaan word ik via Stekene, zoals een toren in het schaakspel in één vlotte beweging 20km verder gezet op het bord.
    Dit schiet flink op...

     

    In Klein Sinaai verlaat ik de spoorbaan om de feeërieke Moervaart te volgen richting Wachtebeke.

    Ik passeer in Moerbeke de oude suikerfabriek, een symbool van vergane glorie
    Ik zag deze 5 jaar geleden namelijk nog in volle actie, maar sinds de sluiting eind 2007 is de ontmanteling gestart en resten alleen nog wat ijzeren frames en een half ontblootte destillatietoren. Het contrast met het beschermde natuurgebied in de beemden van de Moervaart is groot.



    Het wordt tijd om het zeekanaal Gent-Terneuzen te kruisen. Ik doe dit niet via de kortere R4, maar verkies het oude LF-tracé dat me via de Oudenburgse Sluis naar Nederland tilt.

    Onmetelijke vergezichten, met de haven van Zelzate op de achtergrond, zijn mijn beloning.

    In Sas Van Gent neem ik de vernieuwde brug over het zeekanaal om vervolgens in het gezellige centrum een plaatsje te zoeken voor mijn middagmaal.

    Ik heb intussen ongeveer 110km achter de kiezen en het vooruitzicht op wat komen gaat doet me besluiten om de inwendige mens versterken.

     

    Ik duik kort nadien namelijk langsheen de grenspalen, het Meetjesland in.

    Meetjesland betekent letterlijk “land in maatjes ingedeeld”, maar voor mij is het hier meestal kennis maken met onmetelijk veel wind.

    Ook vandaag voel ik wat een Zuidwester met kracht 2-4 betekent in dit moerasgebied.

    Gekoppeld aan de intussen hoogstaande, brandende zon wordt mijn oude lichaam tot het uiterste getest.

    De inhoud van camelbak, drinkbus en meegezeulde blikken Ice-tea vinden gretig hun weg naar mijn dorstige lijf. 4liter vocht zullen later geen overbodige ballast blijken.

     

    Ik vergeet vooral ook niet te genieten, want ondanks de zwoele, energieverslindende wind fiets ik langs Watervliet, St-Jan in Eremo en St Laureins doorheen het prachtige Krekengebied.

    De kreken zijn gevormd door oude turfputten die nu gevuld met water en begroeid met riet en lissen een ideaal decor vormen voor de talrijk aanwezige vissers.

     




    Het blijft flirten met de noordzijde van onze landsgrenzen en stilaan schuif ik op naar het westen.

    De jaagpaden van het Leopoldkanaal en Afwateringskanaal van de Leie in Maldegem zetten mij weer een flink stuk op weg naar het einddoel, maar het wordt nu wel tijd om af te buigen. Middelkerke ligt tot nader order nog steeds in de middenkust, terwijl ik nu op een boogscheut van Sluis en Knokke-Heist genaderd ben.

     

    Met de wind pal op kop voel ik stilaan de krachten uit de benen wegsijpelen. Een lange kasseiweg die mij van Sijsele in Male brengt doet er ook al geen goed aan en met lege benen en vooral…lege drankrecipiënten meld ik me aan bij een bakkerij die op deze feestdag gelukkig nog open is.

    De koeltoog met mattentaarten en frisdranken wordt vakkundig geplunderd en met herwonnen moed zet ik me op pad voor de resterende 50km die “oerendhard” beloven te worden.

     

    De aanloop doorheen het stadsgebied van St Kruis en Brugge is nog vlot om dragen. Ik kan er eens stoppen voor een verkeerslicht en zelfs de pleziervaarters zijn me goed gezind, want zij laten een ophaalbrug over de Damse Vaart vlak voor mijn neus ophalen

    Ondanks het feit dat ik het stadsgebied van Brugge-Dampoort kruis, kan dit toch via afgeboorde fietspaden, een parkje en het jaagpad aan het Waggelwater.

    Vanaf nu zal ik geen auto’s meer zien tot in Leffinge maar worden jaagpaden, kanalen, roeiers en ….de wind mijn metgezellen gedurende vééle lange kilometers.

     

    Het kanaal Brugge-Oostende biedt vergezichten over de West-Vlaamse polders, enkel doorkruist door een spoorweg en de E40 richting Veurne. Hier zijn de grootboeren baas op het tegenover de zee gewonnen landbouwgebied.

    Een fietsbrug doet me wisselen van oever en ik laat mijn karakter gelden als ik enkele uitnodigende terrasjes met luchtig geklede dames voorbij fiets.

     

    Ik kom aan het sluizencomplex van Plassendalebrug en verander van kanaal.

    Het kanaal Plassendale-Nieuwpoort wordt mijn laatste watergezel langsheen Oudenburg, Snaaskerke en Leffinge.

    Aan mijn rechterzijde zie ik reeds de skyline van de kust en vooral enkele wolkenkrabbers van Oostende torenen hoog boven het landschap uit.

    De zuidwester blijkt intussen van zeebries aangezwollen tot stormkracht en ik moet echt stoempen om nog ietwat vaart te behouden.

    De redding is echter nabij want met het opduiken van de kerktoren van Leffinge, weet ik dat zodadelijk de steven naar het zeetje kan gedraaid worden.

    Ik fiets dan ook met een stevig duwtje in de rug Middelkerke binnen.




    Vrouwtje, zoontje en een koel schuimende trippel Karmeliet doen de vermoeidheid onmiddellijk vergeten waarna ik zelfs al plannen maak voor de terugtocht die ik binnen een weekje (met rugwind) zal aanvatten.

    Maar eerst nog relaxen met het gezinnetje en nagenieten van 200 autoluwe kilometers doorheen 4 provincies, 2 landen (zie kaartje) en een afwisselende natuurpracht zoals ik ze in “mijn” Zuiderkempen eigenlijk niet ken.

    Zo bekijkt een toerist nu éénmaal altijd een andere streek….


    P.S. : Wil je meer info over mijn gevolgde traject ? De GPS-track kan je op eenvoudige aanvraag verkrijgen. Geef me maar een seintje...



    14-09-2009 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    03-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bierloop. 3 mei 2009
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Megamasters waren Mega !

    Na de verkenning van het Bierlooptraject Lennik-Olen zoals in vorig verslag beschreven, boden wij ons op een eerder sombere zondagmorgen 3 mei aan te Gaasbeek voor de dag des oordeels.
    Onze voormiddaglopers, kinderen en begeleiders tekenden present voor het obligate kiekje aan het rustieke kasteel Van Gaasbeek waarna onze kale Speer uit Heultje de debatten voor de Megamasters mocht openen vlak voor achten.
    In het gezelschap van biker Gied, Miranda, Silke en Witse zou ik GPS-gewijs de Speer zijn weg wijzen naar het 12 km verderop gelegen St-Martens Bodegem.
    Onder de luide aanmoedigingen van oranje geklede en met koeienbellen gewapende begeleiders, trokken we de velden van Lennik tegemoet.

    Spijts alle minutieuze voorbereidingen gebeurde waar niemand rekening mee had gehouden…..
    Na amper een kilometer stond ik met lekke band aan de kant. Paniek alom, niet in het minst bij mijn vaste begeleider Gied die nu met de kaart in de hand de wegbeschrijving moest overnemen.
    “Jamaar biker…ik weet niet hoe dat moet…..Gied ! Hier staan we ! Daar moeten we naartoe ! Hup !!!!” ...en weg was Gied met knikkende knieën onze intussen voortstormende Speer achterna.
    Zelf verbrak ik intussen het wereldrecord band vervangen en stoomde ik mijn gezelschap achterna.
    De opluchting bij Gied was dan ook groot als ik in Dilbeek reeds terug kon aansluiten, vlak voor de lange en zware klim in dit parcours.
    De hartslag in het rood werd nog eens omgezet in extra verzuurde benen om onze snelle loper voor te blijven op de klim, maar eind goed, al goed. Iedereen overleefde.
    Gert schraapte ploeg na ploeg van het asfalt en zat intussen reeds een heel eind in het deelnemersveld bij het naderen van St-Martens Bodegem.
    Hij leverde doorheen het Pajottenland op dit vroege uur een sterke prestatie af, liep onderweg zijn vrouwtje nog bijna van de sokken, en gaf zijn nummer door aan Fredje Rakketje die ongeduldig stond te huppelen voor zijn rit.

    In tegenstelling tot vorig jaar toen Fredje een nachtelijke uitspatting moest bekomen tijdens zijn ren naar Brussegem, hield hij er nu een stevig tempo in.
    Het heuvelende Pajottenland liet zich van zijn mooiste zijde zien en we genoten in Zellik samen van het zicht op de skyline van Brussel.
    Ploeg na ploeg werd in dit tijdritsysteem voorbij gelopen terwijl de Kasteellopers, topfavoriet bij de bookmakers, hun tanden stuk beten op onze dakwerker van ’t Zonderschot.
    Sterker nog…op een kilometer van het einde kon de Kasteelloper dan toch zijn achterstand van enkele tientallen meters dichtlopen, waarop Fredje prompt een eindrush inzette om Koen terug met voorsprong op pad te zetten.

    Ditmaal waren we niet opgewassen tegen de atletische Gunter Geens, maar onze bom van Beerzel was dan ook niet gekomen om een Afrikaanse prestatie te leveren. Nederig zijn vooropgesteld tijdschema van 4'/km aanhouden was de boodschap en vooral niet stilvallen.
    Op één puntje was Koen wel wat overmoedig. Enkele dagen voordien had hij voorspeld dat het schitterend weer zou worden en net tijdens “zijn” rit kregen we een plensbuitje te verwerken.
    Bikers Zjé en Gied (de familie Van Rillaer was in de bus gekropen) hadden dan ook te kampen met verkleumde ledematen terwijl onze BvB zijn locomotief op weg zette naar het station van het Leireken aan de brouwerij van Palm.
    Onze aanmoediging : “Kom op Koen, nu 4 km rechtdoor !” werd beantwoord met een “Eindelijk !” en stormenderhand denderde hij door Steenhuffel.

    Deze langste rit van 17 km kwam dan ook snel aan zijn einde waarna Popol de fakkel overnam in Londerzeel.
    Onze krijger die al vele watertjes doorzwommen heeft, pakte het heel verstandig aan. Net onder zijn overslagpols zette hij een mooi tempo neer dat ons nog steeds over meerdere ploegen heen loodste richting de middagpauze te Eppegem.
    Ter hoogte van het zeekanaal van Willebroek sneed hij zelfs 4 teams in 1 klap door zijn bocht vakkundig over een gazon af te snijden. Dit tot grote hilariteit van de achterblijvers. Je moet niet alleen sterk zijn…
    Windop even schuilen achter de brede torso van Gied, windaf vrij de benen uitslaand….deze Popol was goed bezig.
    Tijd toch om hem even te kietelen en te wijzen op een zwarte stip aan de einder die steeds dichterbij kwam.
    “Kom op Paul, die gast kan je nog pakken voor we aan de broodjes zitten !”
    En Popol begon te versnellen, zijn pezen aanspannend en tegen een slotkilometer ver boven de 17 km/h poefte hij ook over zijn laatste opponent het sportcentrum van Eppegem in.
    Opdracht volbracht !

    Nadat de voormiddaglopers een verfrissende douche hadden genomen en intussen de AVZK-tent werd geplaatst als bescherming tegen een nieuwe regenbui, boden we ons aan voor het buffet dat van alle kanten was aangedragen.
    Broodjes gezond en taart, bevochtigd met een warme tas koffie of chocomelk. Meer moest dit niet zijn zo knusjes en warm bij elkaar onder de tent.
    Anja profileerde zich als professionele broodjesmaakster terwijl intussen enkele begeleiders een hazenslaapje (of was het schoonheidsslaapje ?) hielden.
    Onze kinderen verspilden intussen hun energie in het plaatselijke skatepark onder de intussen doorgebroken zon.
    Dit zag er goed uit voor de namiddagsessie.

    Het drukke Bierloopcircus was bijna volledig verdwenen uit Eppegem als Steeplestef als voorlaatste loper ook de Megamasters voor het tweede deel op weg zette.
    Popol kroop ook op zijn bike en zou ons vergezellen voor de rest van de dag. Witse wilde zijn papa vergezellen tijdens deze rit en fietste eveneens mee.
    Ook Megamasters leren uit hun fouten… Terwijl Stef vorig jaar tegen een supersonische snelheid startte om even snel een inzinking te krijgen, pakte hij het nu een stuk verstandiger aan.
    Een hoog tempo zonder forceren joeg hem over verschillende eerder gestarte teams heen.
    Ons omgekeerde uitroepteken maakte indruk terwijl de luidruchtige oranje bende met hun koeienbellen onderweg zoals steeds voor een kippenvelmoment zorgden.
    Het inspireerde Stef voor zijn raid naar Boortmeerbeek.
    Enkele heikele punten met het kruisen van drukke zondagsbanen werden als lage horden vlotjes genomen door onze hordenspecialist-facteur.
    Hij voelde zich als steepleloper thuis met de waterbakken van de Zenne en de Leuvense vaart.
    Zelfs de slagbomen van de spoorweg zouden hem niet kunnen stoppen hebben, maar gelukkig bleven deze omhoog zodat het nummer met rekkertje in de buurt van het station werd doorgegeven aan Jurgen.

    Ruddi was ons tegemoet gefietst en zou “zijn” etappe met ons volgen na een periode van blessure.
    Jurgen, bouwlustige jonge papa en enige senior in ons gezelschap, nam het begin erg rustig op. Voor het eerst vandaag werd Gied de mond gesnoerd en praatte de loper meer dan de begeleider.
    Met het vorderen van de kilometers maakte de lach echter plaats voor ernst. Jurgen begon regelmatig te vragen naar de kilometrage en berekende intussen zijn kilometertijden.
    Op de lange Dijledijk die hij gedreven door de wind mocht nemen, waren dan ook alle remmen los.
    Zijn ellenlange benen versneden de kilometers zo snel dat de supporters in Haacht maar net op tijd waren om ons aan te moedigen.
    De baan rondom het meer van Keerbergen leek meer op het circuit van Zolder en ik begon al te vrezen dat Jan te laat aan het vertrek zou staan in Schriek.
    Maar de puzzel paste vandaag wonderwel.
    Op het parcours van het dernycriterium kwam ons brommerke aan topsnelheid aangestoven om Jan een vliegende start te bezorgen.

    De gewijzigde startplaats was organisatorisch een verbetering, de aanloop van deze 7de etappe net dat ietsje minder.
    Langsheen de bloemenmarkt van Schriek baande ik me al bellend een weg doorheen de mensenzee.
    Zoals de Rode zee bij Mozes openging, ging ze achter zijn rug echter ook terug dicht.
    Zo kwam Jan in de mensenmassa terecht en heeft hij waarschijnlijk enkele bezoekers met gekreukte plantjes achtergelaten.
    Hij wist zich op zijn thuisparcours echter goed te herpakken en stormde als vanouds met ernstige blik naar Westmeerbeek. Hij kreeg bovendien de extra aanmoedigingen van AVZK-familieleden Bellekens, Van Daele en Van den Broeck.
    In Booischot volgde een moeilijk doorbijtmoment doorheen de wind, maar als Jan even later de Netedijk bereikte was het voor de begeleiders flink doorfietsen om hem voor te blijven. De konijnen en reeën in de Herebossen zullen zich deze oranje flitspaal nog lang heugen.

    Hij bereikte dan ook op het snelste uurschema de laatste afloszone aan visvijver de Poer waar onze ouderdomsdeken Walter de eindrush naar Olen mocht inzetten.
    Bijna 60 jaar, slechts 2 maanden voorbereiding en een knieprothese weerhielden hem niet om een mooi tempo aan te zetten.
    De Netedijk borgde nog wat valstrikken of zoals Walter het treffend zei : “Ik ga hier niet in een konijnenpijp lopen zenne !”.
    Met het bereiken van Westerlo werd het parcours echter milder en mooier met het aaneengesloten bosgebied van Kwarekken en Beeltjes.
    De passage doorheen de abdij van Tongerlo zorgde weer voor kippenvel met de oranje bende die ons compleet stond op te wachten met gejuich dat de abdijklokken overstemde.
    Tevens liepen vanaf hier ook alle 7 voorgaande lopers en enkele jeugdige atleetjes de resterende kilometers als escorte naar Olen.
    Au grand complet bereikten we dan ook het domein Teunenberg waar reeds de heerlijke geuren van de slotbarbecue opstegen.

    Een verkwikkende douche later was het dan ook tijd om enkele lange tafels in te palmen en met ons gezelschap nog wat na te kletsen bij de verzorgde BBQ en een deugddoend glas.
    De plannen die reeds gemaakt werden voor de editie 2010 bewezen dat we een leuke dag beleefd hadden.
    Het was al die voorbereidingen meer dan waard !

    En de uitslag ? De Megamasters eindigden verdienstelijk tweede en ere wie ere toekomt….De Kasteellopers eindigden met de spreekwoordelijke straat voorsprong (het was meer een dorp) op de eerste plaats.
    Proficiat !

    03-05-2009 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    26-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verkenning Bierloop 2009. 26 april 2009

     

    Op zondag 3 mei vindt de 9de Bierloop plaats, een aflossingsmarathon tussen Lennik (kasteel van Gaasbeek) en Olen (domein Teunenberg).
    Het opzet is dat 8 lopers elk een etappe van ca 15 km overbruggen, dit begeleid door een fietser die het roadbook moet volgen.
    Intussen zorgen gemotoriseerde volgers voor het tijdig afzetten en oppikken van de lopers op de verschillende aflossingspunten.
    Een hele organisatie die vakkundig op punt is gezet door Herman Lievens en zijn collega’s van AK Olen.
    Vanuit atletiekclub AVZK zal er een delegatie deelnemen onder de naam “Megamasters”
    Ik krijg bovendien voor het 2de opeenvolgende jaar de eer om voor onze atleten met de mountainbike als gids te mogen optreden. Ook biker Gied en na de middag Popol zullen mij regelmatig uit de wind zetten.

    In mijn ijver om als gids toch niet de boer op te gaan, wou ik daarom het parcours nog eens een week op voorhand aan een laatste verkennende blik onderwerpen. Een blik door het vensterraam en op de buienradar beloofden niet veel goeds.
    Druilerige wolken met een flinke geut hemelsvocht nodigden niet echt uit tot een bikenamiddag, maar na lang aarzelen verkozen we toch de vlucht naar het Pajottenland te nemen.

    Door de wind, door de regen, dwars door alles heen…arriveerden we zo in Lennik onder een stralend zonnetje. Wel, wel…dat weer in ons kleine landje is toch wel erg wisselvallig.
    Ik werd door vrouwlief en zoontje uit de wagen gezet en simultaan begonnen wij onze weg naar de Kempen.
    Vrouwlief met haar co-piloot Jens die het roadbook van de volgers hanteerde, ikzelf met mijn thuis geprogrammeerde fiets-gps op het stuur.

    Etappe 1 brengt ons van Gaasbeek naar St-Martens-Bodegem.
    Onze startloper, de kale Speer uit Heultje, zal de lastigste, maar wel wondermooie rit voor zijn rekening nemen.
    Doorheen het golvende pajottenland worden we langsheen de brouwerijen Lindemans en Timmermans geleid. Vandaag is het opendeurdag in de Pajotse brouwerijen zodat ik me een weg moet banen door de bussen met toeristen die het hemelse vocht komen proeven.
    Een steile klim die ons over 3 trapjes een kilometer klimplezier zal bezorgen, doet me reikhalzend uitkijken naar de grimassen die onze Speer volgende week zal trekken.

    Via een reeks overharde paadjes en rustige asfaltbaantjes bereiken we het eerste aflossingspunt waar Fredje rakketje de tweede etappe zal aanvangen. Deze etappe vervolgt haar weg doorheen het land van Urbanus.
    Nog steeds is het een aaneenschakeling van off-road veldwegels met rustige verharde wegen tussen de uitgestrekte velden.
    Het summum van deze etappe valt in Zellik als je vanuit de velden een prachtig zicht hebt op de basiliek van Koekelberg en het Atomium. Ik neem even de tijd om te stoppen en mijn kijkers de kost te geven. Volgende week zal hier in gestrekte draf de weg vervolgd worden.
    We passeren aan brouwerij De Keersmaeker waar alweer dichte drommen toeristen het geïmproviseerde terras bevolken.

    Met het bereiken van de oude Brusselsesteenweg in Brussegem komt ook de start van etappe 3 in zicht.
    Hier zal BvB Koen zijn opwachting maken. De Bom van Beerzel neemt de langste rit (17 km) voor zijn rekening, maar de lange rechte stukken die we aandoen zijn echt wel zijn ding.
    Langsheen Merchtem en Steenhuffel passeren we aan de brouwerijen De Block en Palm.
    Het landschap is overgegaan in het vlakke Vlaanderenland en de gevolgde paden zijn vooral verhard. Ik bereik een eindeloos lange heerweg die me aan de brouwerij van de Brabantse trekpaarden brengt.

    Met het naderen van de A12 en het industriepark (met studio 100) van Londerzeel zal Koen zijn aflosnummer doorgeven aan Popol Van den Acker.
    Popol, voetballegende en vorig jaar nog fietsbegeleider, zal ditmaal de laatste etappe voor de middag lopen.
    Deze etappe brengt ons langs het kasteel van Ramsdonk, tilt ons in Kapelle op den Bos over het zeekanaal van Willebroek en dooft uit in de uitgestrekte velden rond Eppegem waar hoge populieren in de verte het einde van dagdeel 1 zullen aankondigen.

    Ik heb intussen 59 km op de teller staan en hou een korte stop met mijn gezinnetje die hier intussen ook hun inwendige mens even versterken.
    Rondom de voetbalterreinen en de rolschaatspiste is het vredig rustig, een rust die volgende week danig verstoord zal worden door ons Bierloopcircus.
    Tijd om mijn weg te vervolgen.

    Etappe 5 zal door onze smalste van den hoop, SteepleStef gelopen worden.
    Enkele zenuwpunten met het kruisen van grote banen worden afgewisseld door mooie paden die doorheen de Zennestreek voeren.
    De doortocht langsheen een kasteeldomein verzoent me met de rust die deze streek ook wel uitstraalt.

    Ik bereik de stationsbuurt van Boortmeerbeek waar het volgende aflossingspunt bereikt wordt.
    Onze youngster van de groep, jonge papa en bouwlustige Jurgen zal etappe 6 naar Schriek lopen. Deze etappe zou in wielermiddens als waaieretappe omschreven worden.
    Na de rustige off-road aanloop, wordt namelijk de Dijledijk opgezocht waar de wind een spel van kat en muis speelt op de meanderende oever.
    De eindeloze dijk wordt in Haacht verlaten waarna de residentiële omgeving van het meer van Keerbergen wordt aangedaan.

    Zo bereiken we uiteindelijk Schriek met een gewijzigd aflospunt tov vorige jaren. De buurt van de plaatselijke basisschool is ditmaal verzamelplaats voor alle 7de lopers.
    Jan, de bolide van de Wuytjesstraat, zal hier als een stormram zijn raid naar Westmeerbeek inzetten. Niet op- of omkijkend zal hij rakelings langs ons trainingscentrum “De Lichten” lopen, doorheen Booischot centrum stormen om vervolgens de Netedijk af te schuimen, intussen enkele meanders rechttrekkend in het land van Pallieter.

    Aan de houten brug over de Nete zal uiteindelijk ons geheime wapen voor de slotetappe in de strijd gegooid worden.
    Atletieklegende Walter van de BEGO streed in het verleden ettelijke marathonuren en heeft nu op latere leeftijd zijn elan weergevonden en ettelijke kilogrammen op de trainingswegen achtergelaten.
    Hij zal de Netedijk verder volgen tot we in Westerlo de Kwarekken en Beeltjes induiken, in Tongerlo het middenplein van de abdij kruisen om vervolgens over rustige Kempense paden na 116 km het eindpunt in Olen te bereiken.

    Het oude militaire domein Teunenberg fungeert niet alleen als finish, maar na een verkwikkende douche wordt hier ook een reuzebarbeque georganiseerd.
    Uiteraard zal de Bierloop zijn naam alle eer aandoen met het uitdelen van bierkorven voor alle deelnemers en na het 2de glas donker bier zullen de verhalen steeds straffer en de gelopen tijden alsmaar scherper worden.

    Voor mezelf wacht vandaag nog een terugrit naar de Zuiderkempen waar de aanspannende wind, vermoeidheid en verzuurde benen toch wel een mindere conditie pijnlijk blootleggen.
    Deze 130 afgelegde kilometers op dikke banden zullen me de komende dagen echter van de broodnodige supercompensatie voorzien.
    Laat de Bierloop maar komen !!!



















    26-04-2009 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    10-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2de Hagelandse AVZK mountainbiketocht, 7 maart 2009

    AVZK goes Hageland again !

    Zonnige zaterdagnamiddag 7 maart.
    Onder een schuchter lentezonnetje verzamelen bikers Gied  en Zjé  aan parking Demervallei te Aarschot voor een verkenning van de 2de Hagelandse AVZK-toertocht.

    Binnen 2 weken trekken we met een aantal atleten en sympathisanten van atletiekvereniging Zuiderkempen de off-road paadjes van het Hageland in.
    Hoog tijd dus om de lijnen uit te zetten.

    Als jonge veulens bestormen we onmiddellijk de eerste hindernis van de dag. De Leiberg tilt ons off-road naar steile hoogten en langsheen “den afgrond” van waar we een prachtig zicht hebben op de oude Demerarm.

    We dalen terug de bebouwde kom in, maar verrassend ligt daar tussen de huizen een supersteil asfaltklimmetje te wachten dat de vergelijking met de Spaanse legende “Angliru” kan doorstaan, alleen duurt de pret hier niet zo lang.

    Via wat vals plat komen we zo quasi onmiddellijk op het dak van deze tocht aan.
    Ter hoogte van de Aurelianstoren staan niet alleen de hoogtemeters op zenit, maar ook de hartslagmeters van beide bikers flirten reeds met de maximale hartslag.  

    Via een uitgespoelde talud komen we aan de Aarschotse ringweg die we aan de verkeerslichten kruisen om vervolgens af te dalen naar Gelrode.

    Rechttoe het centrum zou al te gemakkelijk zijn. Dus kiezen we voor een nieuwe klim van de Liederberg die op het einde nog een verrassend technisch stukje baart.
    Over de heuvelkam doorkruisen we het verstilde bos waarna een uitdaging ligt te wachten met de Extreme-putten.
    Deze oude ijzerzandsteenwinning is een bikepark bij uitstek maar omdat hier toch wel valstrikken liggen voor de iets minder ervaren bikers, besluiten we wijselijk en letterlijk de putten rechts te laten liggen.


    Niet getreurd…langsheen de Moedermeule (°1667) te Gelrode zoeken we de hoogten van de Wijngaardberg op.
    Een holle weg met steenslag, een vettige veldweg, een artistieke evenwichtsoefening ter hoogte van de E314….alles is voorhanden voor amusement pur sang.
    We bestormen de flanken van deze met historiek beklede heuvel verschillende malen en duiken van een oorverdovende stilte evenzeer in het geraas van de vierwielers op het fluisterasfalt van de autostrade.


    Stilaan naderen we op Wezemaal waar een laatste beklimming van de Wijngaardberg wacht. Het is niet de minste, want via de holle weg staat ons aan de top het Heilig Hart beeld (zie foto) te wachten.
    Als we hier vlotjes voorbij gereden worden door een jong koppeltje waarbij het meisje wat meewarig glimlacht, beseffen deze met wintervet beladen bikers (°1969 en °1962) dat er nog werk aan de conditiewinkel is.


    We zijn intussen op het verste punt van de tocht gekomen en buigen terug af richting oosten.

    De wijnmuur (°1814), een kilometerlange ijzerzandstenen muur die zich uitstrekt over de Wijngaardberg, mag natuurlijk niet ontbreken.
    We kruisen hem over een houten staketsel en dalen vervolgens langsheen de wijngaarden af.

    De brug over de E314 brengt ons aan de Beningsberg die aan de achterzijde alle verkeersgeluiden dempt en een prachtige holle-wegen-klim bergt.


    Bovenaan het Hellegat komen we terug in de bewoonde wereld en recupereren op een mooie asfaltstrook met prachtige vergezichten die ons aan de Panoramastraat (what’s in a name !?) te Nieuwrode brengt.

    De afdaling naar het centrum wordt plots onderbroken als we terug off-road gaan en “het Rot” door een holle weg beklimmen.

    Over de bovenvlakte naderen we een laatste maal de autostrade, zetten enkele dolende scouts nog op het juiste pad en vervolgen onze weg off-road opnieuw naar de Moedermeule (foto) die deze keer als rustplaats zal fungeren.
    We zoeken en vinden een mooi plaatsje om tijdens de tocht een bevoorrading op te zetten. Hier kunnen ook de jongere en iets minder ervaren bikers hun wagentje aanpikken op 21 maart.


    Met nog maar 25 kilometer op de teller hebben wij vandaag geen tijd om te verpozen en hervatten snel onze tocht op zoek naar meer.

    We vinden dit lekkers als we na het kruisen van de baan Aarschot-Leuven pal tegen een muur aankijken. De Ijzerenberg ligt ons hier grijnzend op te wachten maar met een laatste krachtsinspanning rijgen we hem toch aan onze scalp.


    De afdaling naar het station van Gelrode loopt vlotjes onder ons (over)gewicht en na het nemen van de spoorwegtunnel duiken we het Vorsdonkbos in.
    Dit moerasgebied met zijn natuurpracht en oude turfputten is het laagste punt van het Hageland, maar na een weekje van droogte hebben we geluk en kunnen we de bike zonder spatjes tot aan het kasteel van Nieuwland, beter gekend als hotel-restaurant de Postillon, loodsen.

    We volgen de Demerdijk een tijdje tot we in Betekom de plaatselijke beemden induiken. Opnieuw overstromingsgebied maar ditmaal worden we gered door “modern times” die voor een kiezelverharding van de paden hebben gezorgd.


    In Betekom vinden we de laatste hindernis van de dag met de Molenberg
    (oude molenruïne : °14de eeuw, zie foto), maar meer dan een heuvel is dit een stoeiparadijs om de bike nog eens door kronkelende singletracks en de 4 holle wegen uit 4 windstreken te leiden.

    Via Tumkensberg (gekend van het sportcomplex) maken we over een verhard recuperatiestuk de verbinding met Meetshoven.


    Meetshoven is een middeleeuwse leen van de Heer van Aerscot maar moderne zware machines hebben recenter in het oude bos lelijk huis gehouden. Het pad dat we in gedachten hebben, is door bosbouwers volledig omgeploegd of bezaaid met houtafval.
    Hier is geen doorkomen aan…

    Na wat geïmproviseer raken we toch aan de nodige singeltracks en kilometers om uiteindelijk aan het Duracell-rondpunt terug op te duiken.


    Het is nu nog slechts kwestie van via de Demerdijk terug op Aarschot te naderen en de Demervallei in te duiken.

    De tellertjes vermelden 45 kilometers en 500 positieve hoogtemeters terwijl het parcours een verhouding asfalt/off-road heeft van ca 20/80 %


    Nu nog hopen dat de weergoden ons een beetje meezitten en het wordt op de eerste lentedag een mooie rit.

     
               

    10-03-2009 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    11-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blauberg, 11 mei 2008
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Rode Kruis vergast ons op zomerse toertocht in mei

    Het was een hele tijd geleden dat ik het toertochtcircuit nog eens was ingedoken. De atletiekactiviteiten van zoonlief hadden om begrijpelijke redenen voorrang gekregen, terwijl ook mijn conditie na een jaar van knierevalidatie niet echt uitnodigde tot het zwaardere mtb-werk.
    Op deze zomerse ochtend twijfelde ik nochtans lang om naar Blauberg af te zakken omwille van de negatieve commentaren op een mountainbikeforum dat deze tocht het betere baggerwerk zou opzoeken in de vaste Hertbergroute van Herselt.
    In het verleden mocht ik dit ook ervaren tijdens de winterperiodes. Nu hadden we echter een 10daagse achter de rug met zonnig en warm weer, gekoppeld aan een kurkdroge oostenwind. Het zou zo’n vaart dus wel niet lopen.

    De organisatie was in handen van het Rode Kruis Blauberg, een team met sportieve roots dat ook jaarlijks een jogging doorheen de onverharde paden van de Hertberg organiseert (zaterdag 17 mei 2008 !).
    Ik bood me aan de inschrijvingstafel in de plaatselijke voetbalkantine aan en kreeg in ruil voor 3 euro een bonnetje voor een gratis tombola en groen licht om me op de omloop te begeven.

    Zoals ik me uit het verleden wist te herinneren volgde deze tocht niet zomaar klakkeloos de vaste blosoroute en stippelde ze een eigenwijs, best wel leuk traject uit.
    Doorheen enkele mooie bospaadjes, gevolgd door brede veldwegels reden we parallel aan de N212 naar Herselt-centrum.
    Na het kruisen van de Wolfsdonksesteenweg doken met de Molenberg even later ook de eerste hoogtemeters op.
    De combinatie van bergop, los zand en de warmte deden mijn hartslag naar onnatuurlijke hoogten stijgen. Mijn jaarlijkse voorjaarsallergie was hier niet vreemd aan zodat ik me al snel vermaande om het een tandje kleiner aan te pakken.

    Door mijn laat vertrekuur was het rustig op de tracks en ik genoot dan ook met volle teugen van de natuur en landschappen. Het land van Elschot valt best wel te pruimen in deze dagen van dichtslibbende verkeersaders en verhoogde stress.
    Enkele beklimmingen van de Molenberg langs zijn noordzijde later, stevenden we langsheen de watertoren naar die andere zandheuvel van Herselt…de Kapittelberg.
    Het zijn eigenlijk heuvels die naam amper waardig maar voor mij zorgden ze alleszins voor brandende benen en piepende longen.
    Ik probeerde dan ook nog maximaal te genieten van de natuurpracht aan de klokputten waar ik als jonge wielersnaak ooit mijn eerste veldritstapjes zette.

    Langsheen de Vuldershoek en Stippelberg bereikten we het domein van de Drie Eiken waarna in Kipdorp een bevoorrading stond te wachten. Met een halve banaan, peperkoek en Aquarius zette ik me even aan de kant en overpeinsde in gedachten wat we reeds achter de rug hadden : Kurkdroge paden, hoog off-road gehalte en dit onder een stralend zonnetje en warme temperaturen in mei. Meer moest dit niet zijn.

    Tijd om het tweede deel van deze 43 km lange tocht aan te vatten waarin het leek dat men de vaste Blosoroute zou volgen maar dan eensklaps toch afboog richting Snepkens. We zochten de Netedijk op richting Westerlo waar op de hobbelige paden mijn Epic-fully volledig tot zijn recht kwam.
    Voor veel toertochtrijders zijn dit heel saaie stukken, maar als je een tandje terugschakelt kan je wel genieten van de omgeving.
    Het broekgebied tot de Marlybrug biedt misschien nog niet veel, maar even verder daalde mijn snelheid tot een minimum als ik genoot van het zicht op het kasteel van de Merode aan mijn linkerzijde (zie foto) en de Versaillaanse vijvers aan de rechterkant.
    Het dolomietpad werd langs de kant van Westerlo opgezocht om even later via de Kaaibeekhoeve het Riet op te zoeken.
    Allemaal natuurpracht die soms aan bikers verloren gaat omdat ze zo ingetogen met hun gemiddelde snelheid bezig zijn.

    Achter de grot in Bergom werd nog even het parcours van de 24u van Westerlo aangedaan waarna we definitief de steven wenden naar Blauberg. Dat dit via het onvermijdelijke slijkkot achter Mie Maan zou gebeuren boezemde me wel een beetje angst in, maar de berg baarde een muis. Op de strook waar vorige week tijdens de TT van Hulshout nog moord en brand werd geschreeuwd, kon je nu mits de nodige stuurmanskunst de bike loepzuiver houden. Heerlijk !

    Het overvolle terras aan Mie Maan liet ik figuurlijk links liggen om nu definitief het hart van de Hertberg op te zoeken. Dit stuk van de Merodebossen dat onlangs geprivatiseerd werd en beheerd wordt door natuurverenigingen lag er goed berijdbaar bij. In de winterperiode ergerde ik me nog aan de door bosbouwers en paardenhoeven vernielde paden, maar nu kon je een mooie cruisesnelheid aanhouden.
    Vrij snel doemde dan ook de torenspits van Blauberg op en het voetbalveldje dat bezet werd door afterbikers die zich tegoed deden aan een verfrissend drankje.

    Met weinig enthousiasme bood ik me aan de prijzentafel voor mijn gratis tombola aan, maar des te groter was mijn verbazing als ik 2 Duvels met bijhorende glas in de handen geduwd kreeg. In de wetenschap dat je voor 3 euro op een zomers terras amper nog een Duvel kan drinken, kan je jezelf wel inbeelden met welk genot ik deze achteraf op mijn zomermansarde heb genuttigd.
    Op mijn rit naar huis moest ik daar maar liefst 3 behulpzame bikers voor afwijzen die mijn kartonnetje wel wilden overnemen.
    Een gouden drankje moet je nu eenmaal als een kip met gouden eieren koesteren.

    11-05-2008 om 22:31 geschreven door Biker Zjé  


    31-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hagelandse AVZK mountainbiketocht, 30 maart 2008
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Atletiekvereniging Zuiderkempen baaikt zich een weg !

    Het is een zonnige zondagochtend als we op parking Demervallei te Aarschot verzamelen voor een eigen toertocht doorheen het Hageland.Mijn bikegenoten zijn allemaal atleten van Atletiekvereniging Zuiderkempen.
    Groeide het idee oorspronkelijk uit een estafetteploeg die de afstand Gaasbeek-Olen op 4 mei zal overbruggen, dan deed wat mond aan mond reclame onze groep uiteindelijk groeien tot 16 jonge en iets minder jonge enthousiastelingen. Met Annelies werd zelfs het sterkste geslacht vertegenwoordigd.

    Onder een stralend, deugddoend zonnetje verlaten we de parking Demervallei richting Demerdijk waar een dolomietpad ons naar Langdorp brengt. Langsheen het broekgebied bewonderen we de heuvelkam aan onze linkerzijde waar de Aarschotse jetset zijn villa’s heeft gebouwd met uitzicht op de vallei. Dit heeft wel iets weg van Hollywood.
    Aan het wereldberoemde houten bruggetje kruisen we de rivier om even later in het centrum van Langdorp een onooglijk klein paadje tussen de huizen en hagen in te duiken.
    Het gaat langsheen het slingerende pad gestaag omhoog waarna een trappistenberg ligt te wachten. Een trappistenberg is in het bikersjargon een uitdagende, technische helling waar niet teveel bikers bovenraken. Zij krijgen als beloning voor een geslaagde missie dan ook een trappist.
    Ik kan als koploper al rijdend de klim nemen waarna ik mijn volger vloekend hoor stranden op een gladde, uitstekende wortel. Het gevolg is dat iedereen strandt op deze helling en te voet de klim mag maken. Dat ik op deze plaats reeds meerdere keren de aardkluit mocht opzoeken, verzwijg ik vandaag maar wijselijk

    We trekken verder naar de hoogste bult die Langdorp rijk is…”la montagna del bosque”.
    Deze Bosberg heeft niet de allure van Vlaanderens mooiste maar wetende dat dit het trainingsparcours is van veldrittoppers Nys en Albert kan men wel begrijpen dat het hier niet van de poes is.
    We nemen 5 beklimmingen langs alle richtingen, enkel onderbroken door een kort recuperatiestuk langsheen de spoorweg.
    Mijn bikegenoten laten me nog onwennig de koppositie, maar ik voel reeds de aandringende wielen langszij komen op een iets bredere klim. Ik maak me geen illusies : met deze conditioneel parate atleten is het gevaarlijk kersen eten.
    Terwijl mijn hartslag al flink de hoogte ingaat is het kakelende kippennest achter mijn rug teken dat het best wat sneller mag.
    Gelukkig duikt er nog eens een technische helling op waar ik dankzij mijn parcourskennis en technische bagage toch de evenknie ben van dit gezelschap. Ook in de afdalingen maan ik de bike-onwennige fietsers aan tot voorzichtigheid. Een ongeluk is snel gebeurd en intussen krijg ik nog eens het gevoel "goed bezig" te zijn

    Daar duikt terug het centrum van Longueville op waarna we via het houten bruggetje richting Rillaar afbuigen
    Op het recuperatiestuk doorheen natuurgebied “achter de Schoonhoven” is het genieten van de prachtige vergezichten. Een immens grote vlakte afgeboord door de Bosberg aan de noord- en de Konijnenberg aan de zuidkant.
    Een lange asfaltstrook leidt ons achter de Konijnenberg naar de Rommelaar.
    We maken de recuperatietijd nog wat langer als Jurgen een lekke band krijgt. Vele helpende handen maken dit oponthoud tot een minimum zodat we al snel terug op pad gaan.

    Een lange beklimming door een veldweg wordt gevolgd door een tricky afdaling richting het centrum van Rillaar. Maar ipv de bebouwde kom in te duiken buigen we nog eens terug naar de Rommelaar om hier een niet zo technische, dan wel erg steile helling te nemen.
    Op het slingerpad waar je jezelf bij momenten in de Ardennen waant, getuigt het gelach achter mijn rug van kettingen die op een verkeerd blad liggen. Desondanks wordt ik voorbij gestormd door 2 Barten en Popol die eindelijk hun schroom hebben afgegooid en de goede benen willen testen.
    We lepelen op de flank van de Rommelaar nog wat extra hoogtemeters en duiken via een scherpe afdaling definitief richting Rillaar.

    We kruisen de N10 Aarschot-Scherpenheuvel en genieten even later van het prachtige uitzicht op de heuvelkam waar we de basiliek van Scherpenheuvel en de watertoren van Bekkevoort ontwaren.
    Via een zelf ontgonnen bikepaadje bereiken we de voet van het Heiken.
    Weer gaat het omhoog langs een slingerende veldweg die vandaag goed bolt, maar onder slechte weersomstandigheden ombuigt tot een zuigweg.
    Ik wordt op eigen aandringen overspoeld door mijn bikegenoten met hun goede conditie. Gelukkig hebben zij hun gids nog nodig voor het verdere vervolg van deze tocht zodat er boven doodleuk gewacht wordt tot ons groepje zich voltallig terug in beweging kan zetten.
    Met het naderen van de top zwelt ook het lawaai van staal en beton aan. De naburige E314 jaagt immers zijn stalen monsters over het gladde beton.
    We stellen de ontmoeting nog even uit via een bospaadje waar we zelfs tweemaal van de bike moeten om een voetgangerspoortje te passeren. Dit zijn van die plekjes die je bij een toertocht nooit bereikt.

    Nadat we de E314 onderdoor kruisen staan we aan de voet van mijn zwarte beest…Tienbundersbos.
    Hier maakte ik in 2004 een ware doodsmak in aanwezigheid van AVZK’ers Dany en Staf. Maar de kale Speer uit Heultje kreeg nadien ook gelijk :”Het geneest schoon”.
    Ook hier was in het verleden een topveldrijder aan het werk, de inmiddels iets minder sportief ogende Roland Liboton.
    De steile helling wordt gevolgd door een “nog steilere” afdaling naar de Ijsbeek.
    Deze unieke afdaling ga ik voor in de strijd met de gedachte dat de meesten wel eieren voor hun geld zullen kiezen en de afdaling te voet nemen.
    Maar zie…als volleerde Meirhaeges komt bijna iedereen stijlrijk naar beneden gereden. Ik heb deze bende echt wel onderschat.

    Langsheen het glibberig paadje naast een paardenweide bereiken we de parking van Tirolerrestaurant “Tienbundershof”.
    Hier wacht ons een bevoorrading die onze meisjes, als ware het een echte toertocht, hebben uitgestald. De sinaasjes, bananen, wafels, water en sportdrank tanken de energietankjes terug bij, terwijl ook enkele jeugdige AVZK-atleetjes zich klaarmaken om ons te vervoegen voor het tweede deel van de tocht.
    Vincent, Jasper en Jef zullen als 10,11 en 12jarige AVZKaatjes hun kunnen bewijzen aan de goegemeente.

    Intussen staan er 22 km op het tellertje en een dreigende donkerblauwe hel nadert snel op ons. De voorspellingen over een traag naderende regenzone komen nu wel razendsnel dichterbij.
    En ja hoor…zodra we onze eerste meters van het 2de deel aanzetten, vallen reeds de eerste druppels uit de lucht.

    Een volgende helling ligt reeds te wachten met de Kaaskorf waarna we even later aan de noordzijde terug een onbebouwd stukje natuur induiken. Iedereen is verbijsterd over dit rustig stukje natuur zonder enige vorm van bebouwing. En dit bij wijze van spreken in onze achtertuin.

    Een lange klim naar Houwaartberg is voorbode van het hoofdmenu van de dag. Het “dak” van deze tocht zal ons namelijk 70 meter boven zeespiegelniveau tillen en dat is toch nog 20 meter hoger dan pakweg Heist op den Berg of Beerzelberg.
    Op de lange gestage klim ontvouwen de beteren van het pak weer hun duivels, waarbij tot mijn grote verbazing ook de youngsters zich niet onbetuigd laten en vlotjes in mijn wiel de weg omhoog volgen.
    Even later wordt het al iets atletischer als we via een breed pad de zuiderhelling beklimmen. Hier stopt het ook met stilletjes regenen en gaat de bui over in een stortregen.
    Binnensmonds vloek ik om deze pech, maar als ik Michel en Gied achter mijn rug vrolijk hoor kakelen weet ik het wel zeker : deze bende amuseert zich te pletter en daar deden we het uiteindelijk wel voor.

    Maar…het klimwerk is nog niet gedaan…na een ritje over de heuvelkam duiken we richting centrum van Houwaart om vervolgens een nieuwe trappistenhelling te vinden. Over een afstand van ca 300 m wordt een hoogteverschil van 40 m overwonnen waarbij het laatste stukje via het uitgespoelde, met steenslag bezaaide pad de technische bagage van zelfs een topmountainbiker fel op de proef stelt.
    Ik strand al ver voor de top in een door de regen gecreëerde wad terwijl naast mij de junior van de bende vrolijk verder fietst tot aan het uitgespoelde pad.
    Een lesje in nederigheid dat ik niet snel zal vergeten…
    Vooraleer ik deze klim terug al rijdend kan nemen, zal oefening terug de moeder van de kunst worden.

    De afdaling richting Nieuwrode biedt al snel een nieuwe klim naar de Kriesberg.
    Intussen heeft de gestage regen een buiig karakter gekregen waarbij zelfs een donderslag iedereen wakker schud.
    Ik had hier nog een heerlijk buiten gebruik geraakt pad dat ons via een holle weg uitdagende balanceertruukjes kon opleveren, maar onder de huidige omstandigheden wil ik dit mijn bikegenoten niet aandoen.

    Snel staan we aan de N223, de baan naar het gouden kruispunt, waarna we naderen op het centrum van Nieuwrode. Maar net voor we het centrum induiken is er nog een Ardennenklim naar de Kraaikant.
    We laten hierbij het centrum van Nieuwrode ver onder ons om in 2 schuifjes bovenaan het Rot te eindigen.
    Waar ik intussen een beetje voor vreesde wordt ook bewaarheid. De door water, slijk en zand geteisterde kettingen staan nu bloot aan chainsuck en even later wordt Bart het slachtoffer van een dubbele kettingbreuk.
    Tijd om nog eens het nut van een materiaalbakje te tonen zodat we even later toch voltallig de weg kunnen verderzetten.

    Via enkele dalende veldwegen stuiten we terug op de E314, onderkruisen hem en dalen verder off-road naar het kerkhof van Gelrode.
    Hier ligt nog een mooi bos te wachten met het Kloesebos. We volgen even de rode vaste blosoroute van Aarschot door het verstilde bos om vervolgens toch een eigen route te kiezen met de klim van de Schaapsvijver.
    De afdaling over het brede ijzerzandstenen pad wordt in de zomer bruusk opgevangen door een zandweg, maar vandaag is alles “hard” geregend en vliegen we in een rotvaart richting Gelrode.

    We maken ons klaar voor de laatste klim van de dag die ons naar het hoogste punt van Aarschot zal brengen…de Aureliaanstoren.
    Eerst is er nog de lange asfaltklim in 3 schuifjes van ’s Hertogenheide waar de conditioneel sterke atleten hun hartje nog eens kunnen ophalen. Nederig laat ik hen nog maar eens wegrijden om boven een moment van rust te vinden aan de verkeerslichten van de Aarschotse ring.

    Met de bestorming van “den talud” vind ik opnieuw mijn terrein waarna we via een smal paadje de beruchte toren bereiken.Van op deze plek kan je zowel de skyline van Heist op den Berg zien, als de fabrieksschouwen van Tessenderlo, de abdij van Averbode en de basiliek van Scherpenheuvel.
    Onder de verder neergutsende regen heeft echter niemand nog zin in sightseeing en als volleerde ronderenners dalen we af richting centrum van Aarschot.
    We maken nog een laatste ommetje naar de Leiberg waar ons langsheen “den afgrond” nog een heerlijke afdaling ligt te wachten.
    Fredje schiet bij het allerlaatste stukje ongelukkig van zijn pedalen, wat hem een geschaafd scheenbeen oplevert, maar moe en tevreden bereiken we toch onze start- en aankomstplaats aan de sporthal.

    Op de metertjes prijken ca 40 km en 650 hoogtemeters. Een tocht dus die de vergelijking met menig Ardennenrit kan doorstaan.
    Mijn bikegenoten toonden op de après-bike alleszins hun enthousiasme en smaak naar meer. Bij leven en welzijn kan ik hier volgend jaar dus wel eens een vervolg aan breien.

    Maar eerst ga ik terug naar Houwaartberg om te trainen, trainen, trainen….

     

    31-03-2008 om 22:29 geschreven door Biker Zjé  


    03-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Westerlo, 3 februari 2008
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Abdijentocht wordt lesje in nederigheid

    Een zonnige dag, veldlooprustdag voor zoonlief en vorst in de grond. Alle ingrediënten waren nog eens aanwezig om mij naar een toertocht te begeven.
    De donkere dagen van december en januari hadden mijn conditiepeil naar een waar dieptepunt gebracht en de moddertoestanden in de bossen waren ook al niet van die aard dat ik mijn materiaal naar de filistijnen wou rijden. Hoog tijd dus om terug aan de lichamelijke conditie te werken.

    In het naburige Westerlo werd door het plaatselijke MTB Westel hun 2de abdijentocht ingericht zodat ik al direct wist waar mijn pijlen op te richten.
    Op weg naar Westerlo had ik onmiddellijk geluk dat ik op de Hulshoutse Sjotbikers stootte zodat ik me zuinigjes in het wiel verstopte en me gewillig liet leiden naar de parel der Kempen.
    Bij gebrek aan een TT in Vlaamsbrabant, gekoppeld aan een afgelasting in Kalmthout was het koppenlopen aan de inschrijving. Pakweg een paar honderd bikers maakten gelijk met ons hun opwachting aan de inschrijvingstafel in fitnesscenter Heracles.
    Ik vertrok met de bedoeling de langste afstand van 60 km te biken en zou onderweg eventueel wel bijsturen als het lichaam niet meewilde.
    De eerste tracks richting Beeltjes was het ganzenpas rijden. Zulke drukte had ik nog nooit op een toertocht meegemaakt. Het contrast tussen recreatieve bikers die een voormiddag komen genieten en veel snellere, soms opgefokte bikers zou vandaag geheid weeral voor problemen zorgen.

    Om de opgewarmde spieren te testen werden we aan de eerste beproeving van de dag blootgesteld : de Asberg.
    Deze zandduin werd enkele malen aan zijn oostzijde beklommen en mijn (veel) te hoge hartslag verraadde al dat het vandaag geen sinecure zou worden.
    De massa verplaatste zich naar de Kwarekken waar we straight naar het zuiveringsstation reden, de Westelse ring onder politiebegeleiding kruisten en via het Riet naar Bergom fietsten. Het 24uren parcours achter de grot werd aangedaan en het bleek dat ons op de singletracks vandaag heel wat vettigheid lag te wachten.
    Met het maken van de verplaatsing naar het Hertbergdomein werd het er zeker niet beter op.
    De Herseltse blosoroute werd nu meermaals aangedaan en de bijwijlen modderige toestanden deden mijn ketting en alle draaiende onderdelen kraken in hun voegen.
    De herhaalde mededeling op een mountainbikeforum dat het parcours goed “bereidbaar” was deed me vermoeden dat deze taalfout met opzet gemaakt werd door de forumbezoekers. Met de saus waar wij doorheen moesten kon je inderdaad menig gerecht “bereiden”, maar om met een duur juweeltje doorheen te “rijden” vond ik dit persoonlijk minder geschikt.
    Bovendien vervloekte ik dit gespierde stukje eveneens omwille van mijn mindere conditie zodat het constant “randjes rijden” en “stoempen” menig energietankje overboord gooide.

    Eindelijk doken we op in Blauberg om na het kruisen van de N212 in tegengestelde richting van de Abdijenjogging naar Averbode te biken. Hierbij werd gelukkig een verschrikkelijke passage vermeden zodat een asfaltverbinding mijn rug wat soelaas bood en de hartslag terug naar normale waarden deed zakken.
    We bereikten de dreef naast de Weefberg waar bosbouwers dit meestal prachtige stuk hadden omgetoverd in een cyclocrossparcours. Nu ja, dit kon er nog wel bij en met het opduiken van de bevoorrading aan de Abdij was de ellende al snel vergeten. Ik had intussen al wel mijn verzadigingspunt bereikte en vervloekte die natte winters waar wij in de toekomst meer en meer zullen mee geconfronteerd worden.

    Het was aan de bevoorrading weeral koppen lopen en zelfs in het rijtje gaan staan voor een drankje en versnapering. Ik besloot maar snel een lekker smakend gekleurd sportdrankje tot mij te nemen en vervolgde snel mijn rit.
    Ik besloot definitief mijn sportieve exploten te beperken tot de 48 km rit die me vandaag nog in de buurt van 70 bikekilometers zou brengen.

    De Weefberg werd nu “echt” aangedaan en ik ontdekte zowaar nog enkele klimmetjes die ik in het verleden nog niet had beklommen. De uitdagingen lagen hier zomaar voor het rapen en behoedzaam met materiaal en lichaam trok ik me nog eens een rib uit het lijf om al rijdend boven te raken. Die voorzichtigheid was wel geboden want ik zag vandaag ettelijke bikers die door de combinatie van modder, chainsuck en ongecontroleerde krachtzetting hun kettingpons mochten bovenhalen om de gebroken ketting te herstellen.

    We verlieten de Weefberg om doorheen de Mosvenne richting Wolfdonk te biken.Dit deel van het parcours was een stuk materiaalvriendelijker en ik kon me terug verzoenen met deze tocht.
    We werden nog getrakteerd op een heerlijke bmx-passage om vervolgens door gekende veldpassages af te buigen richting Blauberg en zijn hoofdgemeente Herselt.Aan de Kapittelberg pikten we nog eens een stuk van de rode blosoroute op om vervolgens over de heuvelkammen naar de Drie Eiken te trekken.

    Mijn dieseltje begon eindelijk ook op temperatuur te komen en waar ik in het eerste deel van de rit wel als traagste van het lot leek rond te rijden, overvielen me nu steeds minder bikers. Niet dat ik nu sneller reed dan voorheen, maar het leek me wel dat bij veel bikers de scherpste kantjes verwijderd waren en zij zichzelf wat overschat hadden.

    Met het naderen van Bergom was er een tweede bevoorrading neergepoot in het bos, maar de massa die op en af reed naar het drankpostje ontnam mij al snel de moed hier in de rij te gaan staan. Ik besloot dan maar mijn tocht onmiddellijk verder te zetten voor de resterende 15 km.

    Op naar de grote Nete waar we over de met dolomiet verharde rechteroever richting Snepkens reden om halfweg terug de Kwarekken in te duiken.Het bos waar ik in het verleden ettelijke jogkilometers maalde, werd doorkruist met een web van singletracks waarna ook de Asberg er aan moest.
    De bekendste bewoner van Zoerle Parwijs werd als het ware verkracht met ettelijke klimmetjes, singletracks en korte kombochten waarna alweer een prachtige klim volgde.Ik vond het heerlijk uitdagend, maar vroeg me wel (terecht ?) af waarom deze organisatie die passage wel mocht nemen terwijl verschillende mountainbikeclubs uit de weide omgeving steeds op een “njet” stuitten van de plaatselijke boswachter ?
    Het was alvast een waardige afsluiter van deze tocht want even later werd via Overwijs en Geneinde de abdij van Tongerlo terug zichtbaar.

    Een traktatie met blonde of bruine Tongerlo vlak voor het einde durfde ik gewoonweg niet aan om mijn tocht huiswaarts niet te hypothekeren.
    De correctheid van mijn keuze werd bevestigd als ik mijn tochtje naar Hulshout nog mocht bekopen met een kleine inzinking.
    Het lesje in nederigheid dat ik vandaag ontving leerde me weeral veel.

    Misschien moet ik mijn motto “ajel bie bak” wel eens gaan wijzigen in “ajel bie bak….meeejbie !?”

    03-02-2008 om 22:07 geschreven door Biker Zjé  


    28-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geen toertochtverslagen ???
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Softie of verstandig ?

    Er verschijnen hier al enkele weken geen toertochtverslagen meer.
    De reden is dat ik toestanden zoals op naastliggende foto wens te vermijden.

    Mijn aversie voor de mud is niet zozeer ingegeven door angst voor het fysieke of vuilmaken van mezelf. Het is vooral de maniakale zorg die ik besteed aan mijn materiaal die me deze keuze doet maken.
    Op fora allerhande lees je stoere verhalen dat mtb’en niet zonder modder kan of mag. Ik vraag me dikwijls af of deze helden soms een ezeltje hebben dat geld sch…
    Nu ja, ieder zijn ding. Ik wil een geolied, soepel draaiend machientje onder mijn brede kont en haat elk krakend geluid aan mijn Specialized.

    Vandaar wacht ik het spreekwoord “na regen komt zonneschijn” nog even af.
    Zodra ik terug “bikeplezier” vind in de toertochten kan je hier opnieuw verslagjes terug vinden.

    See U on the tracks !

    28-01-2008 om 21:29 geschreven door Biker Zjé  


    22-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lommel-Kattenbos, 22 december 2007
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Toertocht langsheen de Ijzeren Rijn

    Zondagse bezigheden dreven mij nog eens naar een zaterdagse toertocht.
    Sinds onder de vleugels van Fietspromo elke zaterdag een toertocht in de Limburgse gouw wordt ingericht, is er steeds een leuk alternatief aanwezig.

    Vandaag stonden de bikers van MTB Kattenbos te Lommel garant voor een toertocht over verschillende afstanden, zelfs een kidstocht van 15 km.
    Omdat Lommel me toch wat ver leek om op 2 wielen naartoe te rijden, haalde ik ons stokoude camionnetje nog eens van stal om de verplaatsing te maken. Jammer genoeg droeg ik hiermee ook bij tot de fijn stof ontwikkeling, maar de drukte rondom de centra van Westerlo, Geel, Mol en Lommel temperden gedurende 50 km mijn schuldgevoel.
    Met het naderen van Lommel vervormde het landschap alsmaar meer in een kerstverpakking. De industriële vervuiling had hier een laag smogsneeuw over de velden en aan de bomen doen plakken. De potentiële plaatjes voor een kerstkaartje stapelden zich op. Dit beloofde zodadelijk als ik mijn bike de bossen kon insturen.

    Aan het voetbalveld van Kattenbos vonden de startverrichtingen plaats, kocht ik voor € 3 een inschrijvingsstrookje waarna ik snel de start nam.
    De hemel was azuurblauw, de zon scheen in alle hevigheid maar het voelde best nog wel koud aan bij temperaturen rond het vriespunt.

    In de richting van Overpelt zochten we de eerste naaldbossen op waar deze streek een patent op heeft.
    Ik heb al meermaals de term “feeëriek” gebruikt in mijn verslagen, maar deze omschrijving paste nu wel perfect bij het witgerijpte landschap waar ik doorreed. Daar kon geen Winterefteling tegenop.
    Brede zandpaden, soms afgewisseld met een singletrack tussen compacte dennenbossen brachten ons aan de spoorweg die Antwerpen met Roermond verbind, de zogenaamde ijzeren Rijn.
    Deze spoorweg zou voor de rest van de tocht als een rode draad door het verhaal lopen. De “rode” draad werd dus als het ware een “ijzeren” draad.

    We verlieten de kortere afstanden en dreven het duinengebied van “Park der lage Kempen” in.
    Af en toe verlieten we de zandwegels om een uitdaging te vinden in een duinbeklimming. De droge, hard bevroren ondergrond zorgde er echter voor dat alles vlotjes te doen bleek.
    Ik prees me trouwens gelukkig dat de bodem er hard bijlag, want mijn oude diesel liet zich vandaag niet echt warmlopen. Een weerbarstige knie sinds een midweekwandeling, een inderhaast binnengestoken stuk cake dat me niet bekwam en de vrieskou die mijn vingertoppen martelde. Ik had me al beter gevoeld.
    Mijn voornemen om straks nog een extra toer te rijden borg ik hierdoor al snel op, mede omdat de zonnestralen intussen ook vat kregen op de gerijmde bomen. Het resulteerde in een sporadische regen van smeltende sneeuw die gelukkig niet voor onderkoeling zorgde.

    We vervoegden aan de spoorweg de kortere afstanden om vervolgens terug te naderden op Kattenbos. Na nogmaals de spoorweg gerond te hebben aan het station van Lommel vonden we na 25 km de bevoorrading in een lokaal schooltje. Men had zich strategisch binnen opgesteld, maar ik verkoos mijn wafeltje en deugddoend soepje in de zonnestralen te verorberen. Niet te lang blijven staan was bovendien de boodschap, want eindelijk had ik me de laatste kilometers wat beter in het lijf gevoeld. De maag was terug in orde, de thermostaat wat hoger gedraaid en het vocht in mijn kniegewricht had ik onder impuls van een kleine versnelling weggereden.

    De resterende 20 km zouden zich vooral afspelen ten westen van Kattenbos in de richting van Balen en het kanaal van Beverlo. Waar in het iets verder gelegen Keiheuvel, ontelbare duinen en singletracks liggen, kregen we nu een landbouwstreek voorgeschoteld.
    De brede veldpaden waren weliswaar goed berijdbaar, maar het uitgestrekte landschap was best eentonig te noemen.
    We kregen toch nog een toetje in de buurt van industriezone Balendijk. Acht majestueuze windmolens stonden in twee groepjes van vier als Zwitserse wachten te waken over de uitgestrekte vlakte. Deze hoogtechnologische voorzieners van groene stroom contrasteerden nauwelijks met onze door mankracht aangedreven MTB-juweeltjes.

    De afsluiter van deze tocht speelde zich terug af in de naaldbossen over iets vettiger wordende paden. De zonnestralen hadden ook hun weg naar de bodem gevonden en speelden een machtsspel met de diepgevroren aarde. Het resulteerde bovendien in een schouwspel van sublimerende sneeuw die een dampgordijn trok waar de zonnestralen hun weg doorheen zochten.
    Langs de Kattenbosserheide en het Parelstrand verdwenen de laatste kilometers onder mijn noppenbanden. De afsluiter via een singletrackfestival maakte dat het mountainbike-ABC vandaag toch voldoende gebezigd was.

    Ik verliet met een goed gevoel dit mountainbikeparadijs. Dat ik vandaag ook eens mocht spelen in deze Limburgse zandbak deed het besef rijzen dat mijn Zuiderkempen meer en meer als woonuitbreiding van Brussel en Antwerpen fungeren.
    Om tot dat besef te komen had ik geen 150 dagen nodig. Misschien moeten de Kempen maar eens een eigen staatshervorming doorvoeren.
    Ik ben klant voor…”La retour vers Limbourg !!!”

    22-12-2007 om 19:57 geschreven door Biker Zjé  


    16-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lubbeek, 16 december 2007.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Biker wordt “Koning van de Wereld”

    Mijn bike had al enkele weken geen off-road ondergrond meer gevoeld omdat deze modderhater verkoos zijn ritjes op de weg af te werken. Mijn aversie voor de mud is niet zozeer ingegeven door angst voor het fysieke of vuilmaken van mezelf. Het is vooral de maniakale zorg die ik besteed aan mijn materiaal die me deze keuze deed maken.
    Op fora allerhande lees je stoere verhalen dat mtb’en niet zonder modder kan of mag. Ik vraag me dikwijls af of deze helden soms een ezeltje hebben dat geld sch….
    Nu ja, ieder zijn ding. Ik wil een geolied, soepel draaiend machientje onder mijn brede kont en haat elk krakend geluid aan mijn Specialized.

    Eindelijk waren de weergoden “mij” nog eens gunstig gezind en dekten ze Vlaanderen onder een streng vorsttapijt. Een droge, hard bevroren ondergrond en tijd dus om terug de velden in te duiken.
    De hartverscheurende keuze tussen Tervuren of Lubbeek deed me kiezen voor het Hagelandse dorp tussen Diest en Leuven, waar in het regionale Sint-André ziekenhuis mijn amandelen op jonge leeftijd een andere bestemming vonden.

    Sinds de Hagelandse chronorit terug een doel op zich is moet ik de kloof met de Bjeizel connection trachten te verkleinen. In de wetenschap dat het merendeel van dit zootje ongeregeld vandaag in de VIP-tent van de druivencross zat, maakte ik mijn verplaatsing dan ook per bike, zodat er een brede basisconditie zit aan te komen.
    Was het bij -6°C nog tintelende vingers verwerken, kreeg ik in de buurt van Horst toch een hartverwarmend privé-spektakel voorgeschoteld. Tussen de verstilde en wit gerijpte velden verscheen de eerste rode ochtendgloed aan de horizon. Een spektakel dat me een overweldigend warm gevoel bezorgde.
    Ik voelde me, naar de gelijknamige TV-serie….Koning van de Wereld
    Heerlijk !

    Lubbeek dus….waar WTCOOL aan zijn 3de editie van deze toertocht toe was. Aan de voet van de Bollenberg waar ik in mijn jeugdjaren ettelijke wegkoersen betwistte, vonden we de sporthal waar de inschrijvingsverrichtingen doorgang vonden.
    De keuze uit 4 afstanden deed me belanden bij de langste 55 km-tocht waardoor mijn totaal vandaag weliswaar boven de 100 zou uitkomen, maar mits goed doseren en profiterend van de harde goed berijdbare ondergrond zou dit wel lukken.

    Op de flanken van de Bollenberg vonden we na een lange asfaltaanloop de eerste off-road paden die doorheen enkele holle wegen kropen. De toon voor de rest van deze tocht werd onmiddellijk gezet : hard bevroren ondergrond, enkele tricky tractorsporen en vooral…veel rijcomfort op deze met veel hoogtemeters doorspekte streek.
    Op weg naar Pellenberg werd ik ingehaald door streekgenoot Rocco. Over brede veldpaden konden we nog eens bijpraten tot Rocco op weg naar het Gasthuisbos het welletjes vond en mij ter plaatse liet. Rocco is nota bene in winterrust. Het zegt veel over biker Zjé zijn conditie.
    Ik werd bovendien nog overspoeld door mijn vrienden van de Wiekers die onder leiding van Jefke weer een koers der grote rugnummers hielden. Wijselijk probeerde ik zelfs niet aan te pikken in de wetenschap dat zij deze middag in clublokaal “Het Straatje” reeds hun tweede koffietje zullen slurpen terwijl ik nog huiswaarts fiets.

    Via enkele asfaltverbindingen bereikten we Kessel-Lo en beklommen de steile Prediherenberg met bovenaan het klooster van de zusters Clarissen.
    Geen eieren voor de Clarissen, alhoewel het weer ons gunstig gezind was, doch wel een bevoorrading wachtte ons hier op. Mijn collega Theo van de Wiekers bereikte samen de soep zodat we rustig keuvelend ons stukje cake en sportdrankje konden verorberen.

    Het was geen weer om lang stil te staan zodat we niet te lang treuzelden en terug op pad togen. Theo en zijn vrienden waren al snel terug stippen aan de horizon. Zelf hield ik een tempo aan op basis van hartslag en benengevoel. Ze moeten deze biker niet meer leren om te doseren.
    We doken een holle weg in met hoog technisch gehalte. Het was behoedzaam dalen tussen het met gladde keien en steenpuin bezaaide pad. Geen tijd om te recupereren want daar dook de als aartsmoeilijk aangekondigde Kiekenberg reeds op.
    Deze klim met kasseitrapjes leek me best wel te doen tot een biker enkele meters voor mijn neus onderuit ging. Mijn zelfvertrouwen kreeg hierbij een fikse deuk zodat ik ook van het juiste pad afweek en voet aan grond moest zetten.
    Soms is biken niet meer dan zelfvertrouwen hebben en worden hindernissen tussen de oren genomen i.p.v. met de stuurmanskunst.
    Een prachtige klim naar een kerkje in Pellenberg werd gevolgd door een afdaling waar zonder het vorstdeken ongetwijfeld de nokken van de wielen zouden opgezocht worden in de modder. Nu viel het al bij al weeral mee.

    We betraden het domein van de UZ-kliniek in Pellenberg waar ruimte werd gelaten voor een gemakkelijk en moeilijk parcours. Ik besloot de uitdaging aan te gaan waarbij een omtrekkende beweging rond het hospitaaldomein werd gemaakt. In dit broekgebied zou ik onder normale omstandigheden gevloekt hebben als een ketter maar nu kon ik zelfs nog genieten van de maretakken die als dichte trossen in de bomen hingen.
    Met een singletrack over mulle bosbladeren in het Herendaalbos werd het mountainbikeplaatje compleet gemaakt. Een nieuwe uitdaging met alternatief nam ik opnieuw gretig aan. Mijn durf werd beloond want na een heel steile klim belandden we in een villawijk op het hoogste punt van deze route.
    Verstilde straten, knappe bebouwing, mooi aangelegde tuintjes. Wat moet het hier, 100 m boven zeespiegelniveau, mooi wonen zijn.

    We doken terug 60 m lager een zandgroeve in waar de tweede bevoorrading ons opwachtte in een loods van de plaatselijke zandboer. De cake smaakte weer en ik tankte voldoende sportdrank om de restende kilometers vol te maken.
    Over een gevarieerd parcours dreven we nu naar Kerkom. Hoogtemeters werden nog uitgelepeld in het Butselbos waarna over hoofdzakelijk brede veldwegen de contreien van Binkom werden opgezocht.
    We bereikten de Aarschotsesteenweg maar ik toonde karakter door toch parcoursgewijs opnieuw het Kapellebos richting Lubbeek in te duiken. De eerste tekenen van dooi traden stilaan op zodat modderspatten tegen het frame aanvroren, maar in de wetenschap dat het einde naderde nam ik er dit zonder morren bij.

    Ik raakte aan de praat met een biker uit Putte maar met het bereiken van de Calvarieberg verstomden de gesprekken en joeg eenieder zijn hartslag omhoog.
    Op het forum van mountainbike.be verklaarde iemand eerder op de week dat hij hier nog een streep wou trekken, maar de enige streep die ik trok was een gebogen lijntje rondom de mond. Het gebogen lijntje verwerd tot een glimlach omdat ik door de mulle bosgrond toch de klim naar het grote kruis al rijdend kon nemen.
    Het was meteen de voorbode van het einde van deze rit die me meer dan 700 hoogtemeters en een handvol bikeplezier had opgeleverd.
    Ons zoontje van 8 zou zeggen : “Het was vetleuk !”

    Tijd om met een ritje naar de Zuiderkempen de sportieve voormiddag af te sluiten. De door mezelf gevreesde schriele oostenwind was gelukkig iets zuidoostelijker gedraaid zodat ik met hoofdzakelijk zijwind mijn eenmanswaaiertje kon maken.
    Ik bereikte dan ook nog vrij fris de huisstee na mijn eerste winterse century.
    Marathonbiken zit hem soms ook meer tussen de oren dan in de benen…..

    16-12-2007 om 22:40 geschreven door Biker Zjé  


    17-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mol-Galbergen, 17 november 2007.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Fata Morgana strijkt neer in Mol-Galbergen

    Mol, Kempische gemeente met 12 deelgemeenten en nog meer gehuchten had er eentje gevonden waar ik nog nooit van gehoord had : Galbergen. De naam zou een alpenlandschap kunnen herbergen, maar onze stille Kempen kennende zou dat er wel niet inzitten.
    Ik had met vrouw en zoontje besloten een zaterdagse snipperdag te nemen waarbij ik de toertocht van de Molse wielervrienden in Galbergen zou biken. Zij gingen intussen het familiebudget aan verleiding tentoon spreiden in de Molse winkelstraten.
    Een telefoontje van mijn bikepartner Charly die reeds aan de start stond, kwam veel te vroeg zodat hij besloot met de profs Hulsmans en Vansummeren op pad te gaan. Tja, je kan beter biken met mensen van je eigen niveau

    Een halfuurtje later door mijn gezinnetje neergepoot in Galbergen viel me de rust en groene omgeving van de startplaats op.
    Dit was me wel een ster waard !
    Even rondpiepen naar bekende koppen moest ik jammer genoeg afdruipen. Het was hier duidelijk de Zuiderkempen of het Hageland niet.
    Ik besloot mijn spieren niet te laten afkoelen op deze zonnige winterse dag en dook onmiddellijk de eerste singletracks in.

    De toon werd onmiddellijk gezet…dit zou vandaag een singeltrackfestival worden.
    In een met naaldbossen begroeid duinengebied werd op de smalle paadjes en korte hellingen mijn hartslag onmiddellijk in het rood gezet. De opeenvolging van singeltjes is niet echt de dada voor mijn lange lichaam en krakkemikkige rug. Het feit dat de paadjes er kurkdroog bijlagen na de stortvlagen van de voorbije weken stemde me echter gelukkig.
    Dit was me wel een tweede ster waard !

    We kruisten het verbindingskanaal Dessel-Kwaadmechelen, lieten de befaamde pannenkoekenboot links liggen, maar doken even later op aan het Zilverstrand.
    Geen gebruinde welgevormde
    dames die lagen te zonnen, maar wel een mooi plaatje met de zandtra’s en het houten bruggetje die lagen te blinken in de zon. Ik nam even gas terug om te genieten van dit moois, maar even later kwamen we terug in de bewoonde wereld met het kruisen van de N71, de Molse ring.

    We togen nu over de gemeentegrens naar Balen waar we een tijdje langsheen de spoorweg reden. Het oogt toch wel raar als je hier de spoorwegen nog “niet geëlektrificeerd” ziet. Het maakt dat er toch een wezenlijk verschil is tussen dit stukje Kempen en mijn eigenste Zuiderkempen.
    Ik kreeg weinig tijd om dit te overpeinzen want de opperste concentratie werd opnieuw gevraagd bij het betreden van het zoveelste met singletracks doorweven naaldbos in Wezel.
    Een overvliegend sportvliegtuig maakte me duidelijk dat we hier niet zo gek ver van de Keiheuvel zaten, maar we maakten een fikse draai om op de grens van Mol en Balen een mooi gestoffeerde bevoorrading te vinden.

    Een overdadig buffet met soep, extran, suikerwafels en appeltjes van oranje lag op de talrijke bikers te wachten.
    Deze rijkelijke verwennerij was mij zeker een derde ster waard !
    Ik liet het sportdrankje en een suikerwafel smaken, maar hield het bij een korte break. Mijn windjackje hield de gevoelstemperatuur niet echt hoog en ik had geen zin om een verkoudheid op te lopen
    .

    Op naar de vallei van de Molse Nete waar het landschap wijzigde in een iets meer landelijk karakter. De paden bleven echter verrassend droog en als we even later een lang recuperatiestuk kregen langsheen het verbindingskanaal had ik zowaar spijt dat we niet off-road bleven. Het doel van dit geasfalteerde stukje bleek alras als bleek dat we een extra lusje hadden gedaan dat ons bijna terug bij de bevoorrading bracht.
    Ditmaal gingen we links de Rijsbergdijk in waar opnieuw de naaldbossen en smalle ganzenpaspaadjes werden opgezocht.
    Ik hield mijn tempo vrij hoog, maar was toch maar wat blij als ik soms een excuustruus vond in de vorm van tragere bikers waar ik zogezegd niet voorbij kon. Het liet mijn spieren en longen toe opnieuw zuurstof uit de steeds killer wordende lucht te zuigen.
    Langsheen het industrieterrein Berkenbos zochten we de vaart op die ons noordwaarts terug bij het eerder overschreden bruggenhoofd bracht.

    We doken de bossen van Sluis in waar een bord “10 km” ons stond toe te grijnzen. Samen met een perfecte bewegwijzering en regelmatige waarschuwingen bij gevaarlijke oversteek gaven ze deze tocht het cachet “perfect” mee.
    Die vierde ster was meer dan verdiend !
    We naderden nu snel op Galbergen, nog 5 km, nog 3 km als daar reeds de startplaats opdook. Wow ! Dit was wel erg snel, maar de organisatoren hadden nog een aangename verrassing.
    We bogen terug weg van de startplaats om in de resterende kilometers nog een prachtig speelbos te vinden waar een samenvatting van de ganse tocht werd gemaakt. Duinen, afgewisseld met singletracks, enkele zandtra’s. Het was een heerlijk slot van deze tocht dat me een wrange bijsmaak bezorgde…Dit smaakte naar meer !
    Jammer genoeg was het uur van inschrijving reeds verstreken zodat de kans er in zat dat de pijlen reeds verwijderd waren.
    Intussen was echter het marathonbeestje in mij wakker geworden zodat ik vrouwlief opbelde met de mare dat ik wel met de bike naar huis zou fietsen. Haar torenhoge capaciteiten als huismanager stelden me gerust dat ze ons huisbudget goed zou beheren en ik zonder kopzorgen naar huis kon biken.

    Het bleek een kleine vorm van zelfoverschatting als ik op de terugweg aan een fringale ten prooi viel.
    De Molse singletracks en invallende kou hadden blijkbaar toch meer energie uit mijn tengere lijf gezogen dan ik verwacht had.
    Als de nood het hoogst is, is de redding echter nabij. Op de Geelse ring werd ik overspoeld door mijn gezinnetje die me een banaan en chocoladereep in de handen duwden. Deze brandstof was meer dan welkom !
    De rugwind deed de rest zodat ik uiteindelijk ons stulpje bereikte terwijl de zon reeds achter de kim verdwenen was.

    Met 75 km in mijn oude knoken en een batterij zo plat als een Poolse Skoda liet ik me in een gloeiend heet schuimbad zakken.
    Dit overweldigende weldadige gevoel was bijna evenredig aan een bepaalde erotische ervaring.
    We gaan het hier fatsoenlijk houden, maar ik schreeuwde het wel uit :
    Mol-Galbergen, beste Molse wielervrienden….UW VIJFDE STER IS BINNEN !!!!


     

    17-11-2007 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    04-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kampenhout, 4 november 2007
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het Molenbeekvallei-syndroom

    Actief en passief sporten gaan meestal niet hand in hand, doch als de papa zijn mountainbikeverslaafdheid wil koppelen aan de veldloopmanie van zoonlief kan je toch wel eens tot een compromis komen.
    Zo zou de zoon in Bonheiden zijn veldloopseizoen openen terwijl in het naburige Kampenhout een toertocht werd ingericht door WTC Relst. De opbrengst van deze tocht ging bovendien naar het goede doel met de 11.11.11-actie zodat mijn geweten nog meer gesust en mijn enthousiasme aangewakkerd werd.

    Het was zaak om oerendvroeg te Kampenhout mijn opwachting te maken zodat ik reeds een stuk voor zevenen in mijn bewasemd camionnetje de verplaatsing maakte.
    Kampenhout is me als biker onbekend , maar als jeugdrenner reed ik wel graag in deze streek van grote vlaktes en kasseiwegels. De pittoreske namen Berg, Buken, Relst, Perk, Erps en Kwerps haalden de jeugdnostalgie in mezelf naar boven. Het ontbreken van hoogtemeters nam ik er dan maar bij…..dacht ik !!!
    Het oerendvroeg kon wel letterlijk genomen worden als ik kwartje voor den achten het scantoestel van de VWB nog moest laten opwarmen zodat mijn vergunning kon ingelezen worden.
    In ruil voor 3 euro kreeg ik een bandje met noodnummer,gratis tombolanummer en de vrijgeleide om mijn bike de tracks in te sturen. Ik liet het me geen tweemaal zeggen en vertrok onder een zwaarbewolkte hemel, doch wel windstille en zachte ochtendlucht.

    Er werd door de organisatie voor 90% onverharde wegen beloofd, doch de asfaltaanloop doorheen het centrum van Kampenhout soupeerde reeds een groot deel van de resterende 10% op. Dat beloofde dus voor de rest van de rit.
    Na het kruisen van de N21, Haacht-Brussel begon dan ook het off-road werk met brede, goed berijdbare paden richting grensgebied Steenokkerzeel-Kortenberg.
    Doorheen witloof- en stoppelvelden genoot ik van de stilte die als een loodzwaar deken over de velden hing.
    In de verte zag ik reeds de oude watertoren van Kortenberg opdoemen als ik bruusk uit mijn dromen gewekt werd. Een grote zilveren Lufthansa-vogel scheerde laag over mijn hoofd om iets verder in Zaventem zijn lading aan de grond te zetten. Dit was toch wel een onbetaalbaar privé-spektakel dat me hier aangeboden werd.

    Met het naderen van Kortenberg overschreed ik met de HST-lijn een tweede snelle vervoerlijn van de moderne tijden. Ik moest nog even wat staal en beton trotseren, maar na het kruisen van de N2 Leuven-Brussel startte het echte bikerswerk.
    We betraden namelijk de oude abdij van de Salvatorianen, waarna we in het prachtige bos achter de sporthal gekatapulteerd werden.
    Een afwisseling van singletracks, korte S-bochten, scherpe klimmetjes en dito afdalingen zorgden ervoor dat alles voor een leuk bikeparcours aanwezig was.

    Via Meerbeek verlieten we het bos en togen op weg naar Everberg.
    Bij de splitsing der afstanden koos ik gulzig voor de 55 km, mezelf helemaal niet afvragend of de conditie wel voldoende ver reikte om dit tot een goed einde te brengen. Doorheen intussen iets slechter bollende veldwegen werden ook de hoogtemeters zachtjes en bij mondjesmaat ingelepeld. Ik werd nu vooral omringd door koolzaadvelden die volgend jaar voor een prachtig geelgekleurde lappendeken zullen zorgen. Ik mocht dit reeds eerder ervaren tijdens een voorjaarse toertocht in het nabije Winksele.
    De nabijheid van de E40 liet zich gelden door het steeds maar aanzwellende geluid van brullende vierwielers. We volgden parallel ’s lands drukst bereden autoweg om even later onder een brug van diezelfde autostrade reeds na 17 km een bevoorrading te vinden.

    Een energiedrankje dat me niet echt smaakte, diende ik met een sinaasje weg te spoelen maar de rest van de uitgebreide tafel liet ik voor wat ze was. Er was nochtans een uitgebreide keuze maar ik had nog niet echt veel honger. Bovendien wou ik ook niet teveel tijd verliezen om mijn deadline in Bonheiden tijdig te halen.
    We betraden een bos met ettelijke, bijwijlen vettige singletracks aan de zuidkant van de E40 en mochten vervolgens in het Hogenbos een privé-jachtterrein betreden. Het landschap van droge paden middenin een heuvelend landschap van herfstgekleurde beuken was betoverend mooi.

    Al te snel kwam er een einde aan dit fijne intermezzo en doken we via een konijnenpijp terug onder de E40 door om op die manier te naderen op Bertem.
    Hier vond ook de samensmelting met de kortere afstanden plaats zodat ik voor het eerst vandaag geconfronteerd werd met andere bikers.
    Erg verrassend stuitte ik reeds op de 2de bevoorrading na amper 27 km.
    Navraag bij iemand van de organisatie leerde me dat er geen 3de ravitaillement meer kwam. Tijd dus om mijn reserves goed aan te vullen voor de resterende 28 km.
    Een (lekkerder) drankje, wafeltje en stuk banaan later was ik dan ook klaar voor het restant van deze rit.

    Een hollewegenspektakel bood zich aan tesamen met een korte opeenvolging van hellingen en kasseiwegels waar Bertem zo bekend voor is. Af en toe ving ik in de verte een glimp op van de vliegtuigradar, maar toch was het nog even schrikken als de veilige baken voor de vliegtuigen eensklaps voor mijn neus opdoemde. Dit moderne staaltje van techniek (zie foto) blijft toch in schril contrast staan met de omringende natuur.

    Het werd hoogtijd om Bertembos met zijn lange door beuken en eiken omgeven lanen te betreden. Enkele fikse hellingen zorgden ervoor dat ik soms ook al eens op het puntje van het zadel moest i.p.v. cruisend mijn ogen de kost te geven. Een erg steil stukje zorgde er zelfs voor dat ik doorslippend op de bladeren de top al rijdend niet kon bereiken. Ik vond het jammer omdat zulke uitdagingen een TT toch wel een extra cachet geven.
    Mijn cruisen toonde ook de andere zijde van de medaille als ik klakkeloos een andere biker volgde doorheen een prachtige afdaling om beneden onthutst vast te stellen dat er geen pijltjes meer hingen. Het is een gouden maar ongeschreven regel dat iedere biker zelf op de pijltjes dient te letten.
    Gevolg was dat we “beloond” werden met een prachtige klim die waarschijnlijk erg weinig bikers gedaan hebben op deze tocht

    We reden nu naar Veltem-Beisem, op en over N2 en HST om in Erps-Kwerps de Molenbeekvallei te bereiken.
    Het bordje “vallei” deed mijn instinctief “red alert” lampje branden, maar het goed berijdbare karakter van de voorbije 40 kms deden me toch hopen dat het al bij al wel zou meevallen.
    WOW !!!
    Langsheen de beek waarnaar de vallei genoemd was volgden we een singletrack die alsmaar natter en vettiger werd. Mens en materiaal werden niet gespaard en ik zag ettelijke bikers met een sierlijke duik in het decor belanden of vloekend vastrijden in alweer een modderige wak.
    Een kort verhard intermezzo deed me deugd maar opnieuw werden we langsheen het riviertje een verzopen natuurgebied ingejaagd waar de zuigende wegen en weilanden het laatste greintje energie uit mijn lijf pompten.
    Een bordje met “voetweg 5” stond me grijnzend aan te staren. Ik vroeg me af wie nu in godsnaam zijn kinderen doorheen deze hel stuurt ?
    Heel dit gedoe maakte me spinnijdig en net hieruit haalde ik voldoende adrenaline om het traject toch tot een goed einde te brengen.


    Het dient gezegd : de beloning voor kilometerslang pompen of verzuipen was prachtig. Langs de achterpoort reden we het privédomein van het kasteel van Wilder binnen waar een golfterrein lag te blinken, de bogeys en birdies ons om de oren vlogen en het golfvolkje ons meewarig nastaarde.
    Het contrast kon dan ook weer niet groter : mooi afgeborstelde, in lichte kleuren geklede golfers naast een beslijkt zootje op hun mountainbikes.
    Het was in elk geval een unieke gelegenheid om eens te biken op een golfterrein, tenminste op de rijkelijk uitgestrooide dolomietpaden.

    Het einde van de tocht naderde nu wel met rasse schreden, want als met het oversteken van de N21 ook de kerktoren van Kampenhout in zicht kwam wist ik dat de beloofde 55 kms niet zouden gehaald worden.
    Met 53 km op het conto en tijdige check-out for Bonheiden was ik toch best tevreden. Het was een fantastische tocht met jammer genoeg een accident de parcours. Dit gaat de organisatie ons volgend jaar toch niet meer aandoen.

    De gelukzalige glimlach van zoonlief en mama een half uurtje later maakten alles goed.
    Lang vergeten was reeds de Molenbeekvallei waar intussen ongetwijfeld nog knarsetandend en vloekend een weg werd gezocht op zoek naar….een weg.

    04-11-2007 om 23:20 geschreven door Biker Zjé  


    01-11-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Westmeerbeek, 1 november 2007
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    The Bjeizel-connection strikes back !!!

    Op deze relatief zachte ochtend van Allerheiligen werden we uitgenodigd door de Landelijke Gilde van Westmeerbeek voor hun 4de Chrysanten MTB-tocht.
    Waar dergelijke organisaties van niet-MTB-clubs soms tot minachtende reacties leiden op mountainbikeforums, hadden mijn dorpsgenoten mij vorig jaar toch aangenaam verrast met hun tocht. Dit smaakte dus naar meer en ik liet me gewillig door de Bjeizel-connection naar Mjorrebeek leiden waar we hadden afgesproken samen de tocht te starten.

    Die Bjeizel-connection is intussen een begrip geworden voor het samenraapsel van recreatieve bikers waar plezier en beleving hoog in het vaandel worden gedragen.
    Een tak van “de Connection” wist intussen ook op atletiekgebied hoge ogen te gooien met de organisatie van de succesvolle Beerzelse aflossingsmarathon. Het bewijst dat enthousiasme, goede wil en hard werken tot succes kunnen leiden.

    Back to business aan de kantine van de Zwarte Duivels die intussen naar de hel zijn weergekeerd. In Westmeerbeek speelt namelijk geen eerste voetbalploeg meer maar beschikken ze wel over het enige en echte Manneke Pis.
    Niet voor niets noemen ze Westmeerbeek…..Klein Brussel !

    Er bleek een grote opkomst voor deze toertocht, getuige de inschrijvingsbriefjes die op bleken te zijn bij onze inschrijving. Het voelt toch wel wat raar aan je geld te deponeren zonder effectief in te schrijven. Hoe dit zit met verzekering en dergelijke hadden we het raden naar.
    We lieten het niet aan ons hart komen zodat we met ons uitpuilend groepje van negen stuks de tocht indoken.
    Men bood ons een 28 km en 45 km tocht aan die een omtrekkende beweging maakte langsheen de vroegere Merodebossen, heden allemaal Vlaams staatsdomein geworden. Sommige politici spreken zelfs hoogdravend over het Zuiderkempen-Hageland landsschapspark, een mondvol dus.

    In contrast met vorig jaar zou er dit jaar in tegenwijzerzin gereden worden zodat we op weg togen naar Herselt.
    Verrassend was de start via het Asbroek. Dit moerasgebied is doortrokken met vijvers, beekjes en wandelpaden maar werd ons nu op de nuchtere maag voorgeschoteld.
    De drassige en vettige paden noopten mij reeds met tegenzin tot het overschrijden van de overslagpols. Het zou vandaag niet de laatste keer zijn…
    Gelukkig werd er geen koers van de grote rugnummers gehouden en bleven we in ganzenpas de tracks berijden en bewandelen. Mijn herstellend kniegewricht gaf namelijk onheilspellende tekenen van overbelasting, maar de kuddegeest dreef me toch mee met deze toffe bende.
    De gezelligheid was onbetaalbaar, het tempo niet al te hoog en de gespeelde verontwaardiging groot als er weeral eentje in het decor schoof op de glibberige paadjes.

    We bereikten Herselt aan de Limberg om vervolgens door te steken naar de watertoren om hier de rode vaste blosoroute enkele keren op onze weg te vinden.
    De tracks werden nu beter berijdbaar en ook mijn humeur kreeg hierbij een boost. Ik ben nu eenmaal een modderhater en hou het liefst van de zomerse harde en goedberijdbare parkoersen.
    Doorheen het landbouwgebied tussen Herselt en Wolfsdonk vonden we afwisselende brede paden die het mogelijk maakten een beetje bij te praten. Een intermezzo waar eensklaps een einde aan kwam als we in Wolfsdonk op de splitsing der afstanden stootten.
    We namen afscheid van schoonbroerke Geert, Wim en Filip die aan hun eerste TT’s sinds lang toe waren en de afstand naar Beerzel ook nog per bike dienden te overbruggen.

    Tijd voor het ernstige werk want dra dook de heuvelzone op met de Rodeberg in Testelt. Theo die al een tijdje met de remmen dicht had gereden voelde het kriebelen en legde ons een stevig tempo op.
    Voorlopig volgde iedereen nog in het mooie heuvelende bosgebied alhoewel Ivo na de harde kennismaking met een boomwortel, gevolgd door een dooppoging in een grote plas, met  technische problemen te kampen had.
    Zijn herstelbeurt was echter van korte duur zodat we op togen naar de Averboodse Weefberg.

    De Weefberg werd doorweven als het web van de weefspin.
    Theo was nu helemaal losgebroken en etaleerde en demonstreerde zijn voorbeeldige conditie.
    De eerste grote cartouche die ik nu verschoot, baarde me toch wel wat zorgen met nog meer dan de helft van de kilometerstrepen te gaan.
    Elk paadje van dit heuvelgebied langsheen de Lange dreef werd bereden. Nu ja, bereden…..als we de aartssteile klim aan de Oostzijde voor de wielen kregen ontstond nogmaals wandelclub “het Hijgend Hert”. Mijn poging om toch al rijdend de knoest te overwinnen strandde op een uitstekende wortel en binnensmondse vloek.

    Er was echter geen tijd om te treuren want onze vijftiger dreef opnieuw het tempo op zodat de rekbaarheid van ons groepje danig op de proef werd gesteld.
    In gestrekte draf verlieten we Averbode om via het gebied van de Herseltse loop naar Blauberg te varen. Het varen werd bijna letterlijk want de slijkpoelen waar we nu doorploeterden deden elk gewricht kraken in zijn voegen.
    In mijn ijver om de droge kantjes op te zoeken liep ik bovendien nog een jaap van een braamstruik op die mijn hematocrietwaarde op kunstmatige wijze deed dalen. Het vat liep nu wel in versneld tempo leeg, de hartslag lag veel te hoog en de benen liepen vol melkzuur. Als dit maar goed afliep.

    Gelukkig dook na 28 km de bevoorrading in Blauberg op. Dit was werkelijk “saved by the bell !”
    De suiker- en vanillewafels lagen rijkelijk uitgespreid naast een sportdrankje zodat ik mijn energiereserves zo goed mogelijk trachtte aan te vullen en mijn dipje te verbergen tegenover mijn bikematen.
    Het sein van Gunter om terug op pad te gaan leek me wel verstandig zodat we niet verder afkoelden, maar de vrees dat mijn herstel niet voltooid was bleek evenzeer een waarheid als een koe.

    We doken onder impuls van good old Theo het provinciaal domein Hertberg in waar met het smaller en vettiger worden van de paden ook het tempo alsmaar hoger lag.
    Ik hing er achteraan nog wat aan te bengelen, de deur stond open, ik hing aan de rekker, zijn er nog omschrijvingen…???
    Na mijn plaagstoten in de TT van Betekom waar ik de Bjeizel connection, “Megamindy-gewijs” gesard had was het nu payback-time.
    The Bjeizel-connection strikes back !
    Ik kon mezelf wel vervloeken om mijn overmoedige daad van 10 dagen geleden.
    Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Een wegvergissing deed de kop van ons groepje van het parcours afdwalen terwijl ik met Steven en Werner toch nog voldoende luciditeit had om de juiste afslag te nemen.
    Grote hilariteit alom als wij eensklaps moesten wachten op onze conditioneel sterkere bikematen.
    Gelukkig kwam er aan de Hertberghel een einde als we in Bergom opdoken om vervolgens via het Riet te naderen op Westerlo en langsheen de Nete de prachtige omgeving van het Merodekasteel te doorkruisen.
    Blijkbaar waren de scherpe kantjes er nu bij iedereen wel af en werd er terug aan een gezapig tempo gevorderd.

    De Westerlose ring werd gekruist aan de Marlybrug waarna we aan het zuiveringsstation natuurgebied de Kwarekken indoken.
    Wandelbos de Beeltjes met zijn Asberg werden, om voor insiders begrijpelijke redenen, niet aangedaan zodat de Netedijk opnieuw werd opgezocht.
    Het was nu verdorie toch wel Werner zijn beurt niet om er een lap op te geven !?
    Op de “gruute ploate” zette hij een versnelling die ons ter plaatse liet en waarop alleen Theo een gepast antwoord vond. Ik was al maar wat blij dat ik achter Gunter zijn brede rug beschutting kon zoeken en mijn wagonnetje aanpikken.
    Aan de Snepkens werd van oever gewisseld maar onze gabbers werden alsmaar kleinere figuurtjes tot we een bosje indoken waar een palettenbrug iedereen verplichtte om af te stappen. Even was het troepen verzamelen op uitzondering van Ivo die we in het strijdgewoel uit het oog verloren waren. Shame on us !!!
    Als we even later aan dancing Millennium opdoken werd opnieuw het tempo de hoogte ingejaagd.

    We doorkruisten het Goor door zijn ontelbare verharde en onverharde baantjes en een verrassende ontmoeting met oude bekende Johan moest het stellen met een “Hey, hoe is’t ? Goe !”…zodat het verder ging in gestrekte draf.
    Een draf die abrupt werd afgebroken als aan de Waregemse Gaverbeek. Niet door de val van het paard, dan wel door het einde van onze toertocht aan het voetbalterrein van de ter ziele gegane Zwarte Duivels.
    Werner haakte af naar zijn wagen waarna ik Steven, Gunter en Theo nog even vergezelde op hun huiswaartse tocht naar Beerzel. Wijselijk nam ik echter de afslag aan “mijn” spoorwegfietspad in de wetenschap dat er nog veel trainingswerk aan de winkel is om mezelf op een aanvaardbaar conditioneel niveau te tillen.

    Waar “hoogmoed komt voor de val” niet goed voor is.
    Sorry beste Bjeizel-connection….

    01-11-2007 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    21-10-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Betekom, 21 oktober 2007
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Is het een vliegtuig ? Is het een vogel ? Neen dat is het niet !
    Het is Mega Mindy !!!

    Eindelijk !!! Exact 355 dagen was het geleden dat ik nog aantrad in een toertocht.
    Bijna een vol jaar van kommer en kwel, van kniepijn en operatie, van nagelbijtend aan de kant toekijken. Maar nu was eindelijk D-day aangebroken….Biker Zjé gooide zich terug het toertochtgeweld in !

    Als uitvalbasis had ik voor mijn geboortedorp Betekom gekozen waar de plaatselijke X-tremebikers hun wintertoertocht deden vertrekken aan het sportcomplex van de Tumkens.
    Charel en Geert waren mijn bikematen en hadden afgesproken om samen naar de poort van het Hageland te fietsen. Het was een blij weerzien op de bike en ondanks de bijtende herfstkou had ik een warm gevoel binnenin, ja…je kon het zelfs popelen van geluk noemen.

    Het was aan de inschrijving alras bekende koppen groeten, waarbij mijn vrienden van de Bjeizel-connection al even verrast waren mijn kop te zien als vice versa. De eerste plaagstoten rolden al over en weer : dit zat goed !
    De lange inactiviteit had er voor gezorgd dat ik mijn VWB-vergunning van 2007 verloren gelegd had zodat ik bij de inschrijving een extra eurootje diende neer te leggen voor mijn deelname. Het zal nog wel even duren vooraleer ik het goede ritme terugvind.

    De twijfel die ik voorgaande dagen nog had omtrent mijn mogelijkheden om een toertocht tot een goed einde te brengen, had me voorzichtig doen kiezen voor de kortste 25 km afstand. Naarmate de start echter dichterbij kwam gooide ik deze twijfel overboord en koos resoluut voor de langste afstand van 44 km. Het was als een koekjesdoos die je voor het kleine jongetje openhoud om ze vervolgens snel te sluiten als hij zijn handje uitreikt.
    Deze kleine biker ging voor de volledige inhoud van de koekjestrommel !

    We doken na de start onmiddellijk Meetshoven in.
    De talrijk uitgestrooide singletracks geurden naar verse humus en bosnaalden, terwijl de bikers die ons reeds voorafgegaan waren, een pad bloot gereden hadden in de vallende herfstbladeren.
    Dit was echt maximaal genieten in het verstilde bos.

    Traditiegetrouw doken we na een 10tal km op aan het Duracell rondpunt om via de off-road Demerdijk richting het kasteel van Nieuwland te biken.
    Mijn bikegenoten drongen me hoffelijk de leiding op, zodat ik dankbaar het tempo kon bepalen dat lijf en hartslag binnen bereik hadden.
    We bogen af naar de eerste ernstige hindernis van de dag met de Extreme putten waar we via Aarschots beroemdste bar de beklimming van de Liederberg aansneden.
    Ondanks mijn semi-slicks kon ik de klimmetjes toch al rijdend nemen. Het gaf een overheerlijke adrenalinestoot die me de rest van de rit zou voortstuwen.

    We daalden af naar Gelrode, lieten verrassend het Kloesebos letterlijk en figuurlijk links liggen en zochten wat hoogtemeters op de flanken van de Hondsheuvel.
    De droge periode van de voorbije dagen had de tracks perfect berijdbaar gemaakt, zodat het heerlijk biken en intussen genieten van het landschap was.
    We volgden weliswaar regelmatig de vaste routes van Aarschot en Rotselaar, maar eerlijkheid gebied me te zeggen dat dit het verhaal van de kip en het ei was. Wie was er eerst ? De X-tremebikers leerden mij namelijk deze paden ontdekken, lang voor er sprake was van voornoemde vaste blosoroutes.

    Als we eensklaps mijn vrienden van de Bjeizel connection in het vizier kregen, kon ik het niet laten een versnelling te plaatsen die me op en over de zwoegende roodhemden bracht.
    Onder het zingen van “Mega Mindy” nagelde ik hen aan de grond. Dat dit waarschijnlijk eerder te wijten was aan een lachkramp van hunnentwege en mezelf bovendien veel krachten gekost had, kon me niet deren.
    Er mag en moet al eens gelachen worden.
    Als ik met Ivo zelfs van bike wisselde om zijn nieuwe Epic te testen, zullen er wel bikers gedacht hebben dat dit zootje ongeregeld aan de drank zat, maar niets is natuurlijk minder waar.

    Van drank gesproken, het werd tijd voor een lichte bevoorrading die alweer in de beste X-treme-traditie uitmondde in een buffet.
    Opsomming van de voorliggende waren zou me te ver leiden, maar laat me stellen dat er bakkers zijn die op zondagmorgen minder in de etalage liggen hebben.

    Flink voldaan en enkele leuke babbels later togen we op weg voor het tweede deel van deze tocht.
    Het Hellegat beklommen we off-road waarna de Benninksberg zorgde voor een leuke snelle afdaling, waarbij langs zijn flanken richting Wezemaal werd getogen.

    Vanaf nu was het gedaan met lachen want de hoogtemeters vlogen ons nu om de oren.
    De Wijngaardberg via de brede holle weg trok de laatste longblaasjes open.
    We daalden snel af naar de Leuvensesteenweg om vervolgens de aartssteile Ijzerenberg te bestijgen.
    Op kop van ons triootje reed ik met kleine versnelling naar boven, maar als halfweg Geert me voorbijgestormd kwam, maakte hij me duidelijk dat ik alleen maar bij genade van mijn bikegenoten het tempo mocht bepalen.
    Bovenaan in de wijk van de Middelberg was de hartslag laten zakken aangewezen want even later beklommen we nogmaals de ijzeren knoest aan de achterzijde vanaf de spoorweg.
    Op deze zwaarste klim van de dag was het laveren tussen gestrande reizigers, maar mijn stoomlocomotief kon toch op de rails blijven en al rijdend de top bereiken.
    Met de prachtige afdaling door de holle singletrack kwam een einde aan dit gebalde intermezzo.

    Het Vorsdonkbos lag nu voor ons. De grote obligate plassen waren grotendeels drooggedampt zodat we zonder al teveel modderaverij opdoken achter het kasteel van Nieuwland om opnieuw de Demerdijk te vervoegen.
    Via de Betekomse beemden reden we naar de Putteberg, voorloper van de alom gevreesde Balenberg.

    Maar de berg baarde een muis !
    De zompige tracks waren door het spel van zon en wind omgetoverd in perfect berijdbare paadjes.
    Hoogtemeters werden met de glimlach verteerd, zeker als je denkt aan de jaarlijkse Nieuwjaarscross waar onze collega’s veldrijders telkens een ware kalvarietocht lopen.

    We bolden nu naar de laatste hindernis van de dag met de Molenberg die van ondergetekende de oscar van de dag kreeg. Niet zozeer door de 14de eeuwse molenruïne (zie foto !) die kortelings gerestaureerd wordt, dan wel omwille van de 4 holle wegen in alle windrichtingen waarop en rondom ik in mijn jeugdjaren ettelijke uren en broeken versleet.
    Het was dan ook ontwaken uit mijn droom als de basisschool voor onze ogen opdoemde en het einde van deze prachtrit aankondigde.

    Met ons triootje nagenietende bikers togen we terug naar de Zuiderkempen om uiteindelijk 70 kilometertikjes te verzamelen op de teller.
    Dat dit gepaard ging met wat weerbarstige trekjes in de getormenteerde knie en ’s namiddags de spierkrampen aanjoeg, nam ik er met de glimlach bij.
    Een ijspack rondom het gewricht en wat noodzakelijke rust zullen deze biker wel oplappen.
    Nu het treintje terug loopt wil ik niet meer op een zijspoor belanden. Daar lag het fungehalte op deze tocht te hoog voor….

    21-10-2007 om 21:28 geschreven door Biker Zjé  


    01-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pijpelheide, 1 november 2006

    Non-event met meer seingevers dan kilometers !

    De lust bekruipt me om te starten met een citaat van Raymond….”Da’s nu tien jaar da’k in’t vak zit. Ik heb opgetreden in Aalst, Zwevezele, Peutie…, maar nog nooit maakte ik een non-event mee zoals in Pijpelheide”…
    Ik had met Dany afgesproken bij het ochtendkrieken om samen iets voorbij zijn deur de toertocht te gaan biken waar hijzelf een vijftal jaren geleden zijn eerste toertocht betwiste.
    Was de organisatie destijds nog in handen van de fietskameraden van Gust Van Hout, werden nu na enkele jaren onderbreking de handen in elkaar geslagen door….”Hand in Hand Baal” en de vrouwenvoetbal “Astrio”.

    We kwamen reeds om 8 uur de mooie kantine van Pijpelheide binnengesloft waar we voor 2.5 euro een inschrijvingsbonnetjes bekwamen en de melding op groot papier : “Wegens klacht geen toelating om parcours in Aarschot te rijden”. Nu ja…we vertrouwden de inventiviteit van de inrichters en na een korte babbel met Jefke van de Wiekers trokken we op pad voor de langste afstand van 45 km.

    De aanloop was ons nog goed gekend uit het verleden met enkele korte off-road stukjes achter het sportcentrum van Booischot en in het Kasteeltjesgoed op weg naar Begijnendijk.
    We doorkruisten de terreinen van boomkweker De Bruyn naar de Meertsels om vervolgens in de Madestraat op te duiken en de oude spoorwegbedding (mijn spoorweg ! ) naar Aarschot te nemen.
    Allemaal nog gekend van de vroegere tocht, maar wanneer we in Ourodenberg verwachtten dat we richting Gijmelberg zouden afdraaien, werd er verrassend doorgestoken naar Meetshoven.
    We hadden nu reeds 10 km over hoofdzakelijk asfaltwegen gereden. Het stoorde me in beginsel niet echt omdat ik zodoende mijn knie met opgestapeld vocht wat kon losrijden, maar het werd stilaan toch wel tijd voor het betere mountainbikewerk.

    In Meetshoven vonden we dan ook een mooi parcours met de gekende singletracks die vooralsnog perfect berijdbaar waren. We fronsten wel de wenkbrauwen dat Gijmelberg wel, maar Meetshoven vanaf heden blijkbaar niet meer in Aarschot ligt, als we na 5 km bikeplezier op de bevoorrading stootten.

    Na amper 15 km vonden we deze reeds op ons pad zodat de resterende 30 km wel een hele brok zouden worden.
    Het dient gezegd : op de bevoorradingstafel was niets af te keuren. Een mooie mix van fruit, wafels en sportdrank voorzag voldoende voor iedereen. Alleen….het was toch nog zo vroeg om nu al aan het schransen te slagen.
    Ik vroeg aan één van de inrichters waar we nu naartoe zouden biken als ik het laconieke antwoord kreeg :”seffens hier naar links”. Tja, zover kon ik ook nog wel kijken maar op mijn aandringen welke streken we zouden aandoen moest ik het met een schouderophalen stellen.
    Er begon stilaan een rood alarmlichtje te branden…

    Na een korte break hervatten we onze tocht om via de oude trambedding richting Begijnendijk te drijven. Mijn stille hoop om toch nog naar de Molenberg of Balenberg te biken werd bij deze vakkundig de grond ingeboord.
    Wat volgde was gewoon over het asfalt “binnenrijden”, kort afgewisseld met het OCMW-bos te Begijnendijk en 1 (één) veldwegeltje in Pijpelheide.
    Vermeldenswaardig is wel dat er een seingever stond bij elke gevaarlijke wegovergang. Het ontlokte bij Dany de oneliner van de week als hij schamper fulmineerde : “ze hebben hier meer seingevers dan kilometers”.

    Klokslag 9 uur passeerden we reeds de kerk van Pijpelheide waar we alleen beloond werden met een aanstekende stormwind, gitzwarte lucht en een prachtige regenboog. Deze kon jammer genoeg niet op het conto van de organiserende instanties gezet worden.
    Met amper 23 km op het tellertje had ik nog niet echt zin om naar huis te fietsen.
    Ik besloot dan ook deze wegrit nog eens te bollen terwijl Dany zijn zoontje uit de zetel ging jagen om nadien ook de paden nog eens berijden.

    Ondanks de regen die bij momenten striemend op het gezicht joeg vertrok ik dus maar eenzaam voor mijn 2de ronde. Gelukkig trok de bui snel over en kon ik toch nog genieten van een deugddoend zonnetje.
    De ijdele hoop dat we tijdens onze eerste doortocht een wegvergissing gemaakt hadden of een splitsing gemist, smolt als sneeuw voor de zon als ik na 15 km weer dezelfde bevoorrading bereikte.

    De 2MS-renners Gerry, Silvio en Benny stonden net vertrekkensklaar zodat ik even later met Jos, mijn compagnon van de vorige tocht in Westmeerbeek, het laatste deel volmaakte.

    Binnensmonds vloeken, grommend mompelen of een scheldtirade afsteken……het brengt allemaal geen zoden meer aan de dijk. Maar de Ladies van “Astrio” en de Gentlemen van “Hand in Hand” zijn ons volgend jaar in elk geval een klinkende revanche verschuldigd.

    Als er een volgend jaar komt tenminste…..

    01-11-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    29-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Westmeerbeek, 29 oktober 2006

    Een toertocht in je eigen “hometown” zou je eigenlijk nooit mogen laten voorbijgaan, en toch…

    Eerdere edities waren door omstandigheden allerlei steeds de mist ingegaan en ook nu stonden mijn sterren door een verjaardagsfuif onder een slecht gesternte.

    Echter….de verstoring van mijn bioritme had ik opgevangen door een matig alcoholverbruik. Het extra zomeruur (of is het winteruur ?) deed de rest.

     

    Jammer genoeg moest ik alleen aan de start verschijnen.

    De Bjeizelconnection had na de vlucht naar Egypte, nu voor een Bierbeekse versie gekozen.

    Charel en Geert hadden lichamelijke problemen en vaste gabber Dany stond reeds in Westmeerbeek toen ik me bed-gewijs nog eens in de warme schoot van het vrouwtje vleide.

    Deze bikester Inspé heeft trouwens haar bikeplannen ook opgeborgen tot na de winterperiode wanneer haar geteisterde spieren terug buitensporten toelaten.

    Op een voor mezelf ontiegelijk laat uur (9 uur) bood ik me dan ook aan bij de inschrijving aan het voetbalveld van de Zwarte duivels Westmeerbeek, waar de plaatselijke Landelijke Gilde borg stond voor deze inrichting.

     

    Het was best druk aan de inschrijving. Alhoewel hier geen mountainbikeclub aan het roer stond hadden de positieve commentaren en beloftes op een mountainbikeforum toch heel wat bikers gelokt. Het was nu alleen nog kwestie van die beloftes waar te maken.

     

    In het spoor van een 6tal Antwerpse bikers trok ik me op gang om, zoals later bleek, al onmiddellijk de eerste splitsing van de langste afstand te missen.

    Mijn doel om de 57 km te biken zou zo alvast een paar kilometers minder bedragen, maar het lusje via de Poervisvijvers passeer ik wekelijks, zodat ik niet veel miste.

     

    We drongen het Westmeerbeekse Goor binnen om over de harde kiezelpaden en asfaltbaantjes naar de N15 Heist op den Berg - Westerlo te biken.

    We passeerden hierbij het huis van mijn casuele bikegenoot Geert die door het vrouwtje gestraft was met een garagekarweitje.

    Ik stopte voor een korte babbel en de tinkellichtjes in zijn ogen verrieden de immense spijt dat  hij toch niet op zijn bike zat.

     

    Op naar de Snepkens waar we in een privébos enkele leuke singletracks te verwerken kregen in de mulle bosgrond. Een oversteek van een beek via een palettenbrug gebeurde behoedzaam en als we even later aan de Netedijk opdoken was het gedokker over de oeverwand slechts van korte duur. Dra doemde reeds restaurant ‘t Kempisch pallet op, waar we van oeverkant veranderden bij het kruisen van de N152 Aarschot-Herentals.

     

    Voor ons lag nu natuurgebied de Kwarekken waar ik enkele jaren geleden, in mijn strijd tegen obesitas, alle paden letterlijk en figuurlijk heb platgejogd.  Alhoewel ik dus wel wat parcourskennis dacht te hebben, vonden de parcoursbouwers hier toch een origineel traject doorheen het wirwar van singletracks.

    Dit was leuk biken en de korte asfaltaanloop van het begin was reeds lang vergeten.

    Dit zou een tocht met een erg hoog off-road gehalte worden.

     

    Na het kruisen van de N19 Aarschot - Westerlo betraden we één van de schilderachtigste plekjes van Westerlo, parel der Kempen.

    Over de Netedijk waan je jezelf in de sprookjesachtige middeleeuwen met aan de overzijde het kasteel van de Merode en aan de rechterkant nog mysterieuze turfwinningsputten die intussen met lissen begroeide vijvers zijn geworden.

    Deze mooie plaatjes kregen nog een verlengstuk met de 57km splitsing die ons via de wipperschutting en het fietserbruggetje naar de Kaaibeekhoeve bracht.

    In het Riet vervoegden we al snel terug de kortere afstanden om vervolgens richting Bergom te biken.

     

    Met het provinciaal domein Hertberg voor de neus was er voor de meerwaardezoekers een prachtlus van de langste afstand aangelegd.

    We doorkruisten de bosrijke omgeving met en tegen de groene en blauwe vaste blosoroute, tussendoor nog doorspekt met enkele eigen bevindselen.

    Het gaf de tocht een originele aanblik en dat er regelmatig in tegenstroom met de vaste route gereden werd, hinderde helemaal niet. Deze sterk ondergewaardeerde route kent in de winter namelijk erg weinig bezoekers.

    De voorbije droge periode had trouwens weinig modderstroken voorzien terwijl we eveneens bespaard werden van de natste doorgangen.

     

    Na de samenvoeging der afstanden was het tijd om een bevoorrading te vinden in Blauberg.

    Door mijn late vertrekuur was de zelfgebakken cake blijkbaar al verorberd door het onverwacht grote contingent bikers (600 naar verluid).

    Een stukje banaan en een glaasje water moesten het dan maar doen want de “hij geeft je vleugels”-drank liet ik mijn maagwand liever niet aanvallen.

    Ik stootte hier tevens op mijn ploeggenoot en wedstrijdrijder Jos zodat ik tevreden om wat gezelschap de tocht hervatte. Of het tempo van Jovano me niet te machtig zou worden moest ik maar afwachten.

     

    We togen nu naar Averbode om in het recent opengestelde Averbodes bos een lusje te maken en vervolgens de Weefberg op ons pad te vinden.

    Op en om de Weefberg werd een prachtig parcours uitgetekend waarbij de hoogtemeters flink aantikten en verschillende uitdagingen lagen te wachten.

    Op het puntje van het zadel trachtte ik mijn nieuwe compagnon bij te benen, maar als hij op de zandheuvel aan de drukkerij zijn hardtail feilloos door het mulle zand joeg, moest ik toch passen.

    Behoudens de gestegen snelheid was ook mijn hartslag aan hoge pieken onderhevig zodat ik me gelukkig prees dat Jos even later ook eens een hapering maakte die me toeliet terug bij te benen en zelfs het commando te nemen.

    Oude rat Zjé nam het genoegen om op kop toch even te recupereren maar als mijn felle bikemaat terug de kop nam was het harken, puffen en blazen.

    We kregen de trappistenklim, een lange en steile klim langs de zuidhelling voor de boeg.

    Daar waar ik hem vorige woensdag in mijn eentje nog wist te bedwingen, bepaalde de vermoeidheid nu dat het grootste gedeelte al stappend zou overbrugd worden.

    Iedereen rond mij moest trouwens van de fiets en getuige de vele voetsporen waren er hier vandaag nog niet teveel bovengereden.

     

    Na het stevige Weefbergintermezzo werd richting Testelt gereden waar we de tweede helling die naam waard zouden vinden met de Rodeberg.

    Weer zorgden de aangelegde tracks voor een afwisselend parcours met verschillende beklimmingen en singletracks die elke vierkante meter leken te berijden.

    De technische moeilijkheden bleven nu wel beperkt zodat we de bike overal konden doordrijven. Drijven was misschien een understatement voor het krachtdadige optreden van Jos die “op het randje” doorheen de bossen en singletracks scheurde.

    Daar waar ik meestal al freewheelend en cruisend mijn toertochten afwerk, was het ditmaal toch aanpassen. Kenners weten dat ik normaliter alleen in de Hagelandse chronorit mijn beste beentje voorzet.

     

    Met het verlaten van de Rodeberg richting Wolfsdonk was ook het lastigste gedeelte achter de rug. Over vlakke paden waar enkele verharde stroken meer hun aandeel eisten, stopte ik me vakkundig weg achter Jovano. Met het terugkeren naar de heimat was namelijk ook de wind op kop een stevige tegenstander geworden en laat net kort in het wiel rijden één van mijn specialiteiten zijn…

    Zo kon ik eindelijk mijn hartslag naar een aanvaardbaar niveau laten dalen zodat de opdoemende Kapittelberg te Herselt geen problemen meer opleverde.

    We flirtten nog eens met de rode blosoroute om vervolgens op de Molenberg de feeërieke klokkenkuilen te vinden. Tijdens de wintermaanden van mijn jeugdjaren leerde ik hier de eerste stuurmanskunsten op een aftandse crossfiets. Wat zijn onze dikke bandenfietsen intussen toch juweeltjes van techniek en materiaal geworden.

     

    Omdat Jos het merendeel van het kopwerk tijdens de laatste kilometers voor zijn rekening genomen had, nam ik intussen bij mondjesmaat ook al eens het commando om hem achter mijn brede rug wat rust te gunnen.

    Na het kruisen van de N19 was het trouwens uit met de pret. Een blik op mijn kilometerteller deed me besluiten dat de Raamdonkbossen nog voor wat extra kilometers zouden zorgen maar na een asfaltzone van enkele kilometers bereikten we via de Dieperstraat simpelweg terug de start- en aankomstzone.

    Navraag bij Dany later op de dag leerde me trouwens dat hij ook slechts 52 km verzameld had op de tocht.

    Op uitzondering van aanloop en binnenrijden was de slotsom toch dat we een fijne bikevoormiddag beleefd hadden op een uitzonderlijk mooi parcours.

    Daar was zeker geen vlucht naar Egyp…..euh Bierbeek voor nodig geweest.

     

    29-10-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    22-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Betekom, 22 oktober 2006

    Voor de toertocht in mijn geboortedorp had ik met verschillende mensen afgesproken om samen te biken, maar de nazomerse ochtend startte met een valse noot.

    Dany en Geert moesten verstek laten zodat ik met Charel en 2 toevallige passanten uit Morkhoven naar Betekom fietste.

    Bedoeling was van Gunter nog op te pikken, maar doordat we te laat aankwamen, was onze collega van de Bjeizelconnection reeds op bikerspad.

    Een hoop bekende gezichten met o.a. Agfa-collega Leo en de pas geuniformiseerde mannen van “mtb-club kjeis oat” nodigden uit tot het slaan van een praatje, maar de stille hoop om Gunter alsnog bij de bevoorrading bij het nekvel te vatten, joeg ons snel de grootste omloop op.

     

    In tegenstelling tot vroegere wintertochten van de X-tremebikers werd er vertrokken langs Meetshovenbos. Dit betekende meteen dat het zwaartepunt van de tocht ditmaal op het einde zou vallen zodat doseren aangewezen was.

    Ik had het echter niet zo begrepen en wou onmiddellijk in de Meetshovense singletracks een stevig tempo aanhouden.

    Spijts de grote drukte aan de inschrijving bleken we nu toch vrij rustig te kunnen biken zodat het genieten was en met grote precisie het voorwiel tussen de bomen drijven.

    Een amechtig puffende duotrein op zwarte Epic-rails hees zich door dit domeinbos.

     

    Dat een foutje of pech op een klein plaatsje kan liggen bleek alras... Een Team2MegaSaeco-sportlid die met zijn collega een gebroken ketting wou herstellen, bleek niet over een kettingpons te beschikken.

    Ik zette mijn doel om Gunter nog in te halen dan maar opzij om deze onfortuinlijke jongens hulp te bieden. Het geeft me uiteindelijk meer voldoening dan het rijden van een hoog gemiddelde.

     

    Terug op pad bleek Charel niet echt zijn dagje te hebben. Mijn bikecollega had al enkele malen een gaatje gelaten, maar als ik dacht dat dit was om een beter overzicht over de tracks te hebben bleken rugklachten aan de grondslag van zijn mindere dag te liggen.

    Ik kan meespreken van dergelijk krachtenvretend letsel en bewonderde hem dan ook voor het doorbijten.

    Rekening houdend met wat nog op het menu stond zou het alleszins geen sinecure worden.

     

    Langs de Demerdijk richting het kasteel van Nieuwland om vervolgens via de spoorweg terug naar Aarschot te biken, was het de laatste vlakke voorbode van al het lekkers dat er aankwam.

    De Extremebar lieten we nog even (letterlijk) links liggen om de Eikelberg over het asfalt te beklimmen, de duik te maken naar Gelrode en met de off-road klim van de Liederberg aan te komen op de hotspot van deze tocht : De Extremeputten !

     

    De zelfbenoemde Extremeputten zijn genoemd naar Aarschot’s beroemdste bar aan de voet, maar is eigenlijk een oude ijzerzandsteenwinning waar een waar bikepark kan uitgetekend worden.

    De ramptoeristen waren dik gezaaid (vooral inrichtende X-tremebikers) zodat onder luid gejoel en commentaar kon geprobeerd worden om drie uitdagingen tot een goed einde te brengen.

    De eerste moest ik staken onder het gesternte van “verdienstelijke poging”, maar de volgende twee kon ik toch al rijdend nemen zodat ik mijn buurman en gastcommentator Robby Vereecken even de mond kon snoeren.

    De adrenaline van zelfvoldaanheid die dan door je aders jaagt is met geen pen te beschrijven.

     

    We verlieten de Extremeputten aan de bovenkant om over de kam van de Liederberg naar ’s Hertogenheide te biken en de beklimming van de Schaapsvijver aan te vatten.

    Alweer een kuitenbijter die menig biker teveel bleek zodat we tussen wandelende bikers onze weg moesten zoeken op deze nochtans goed berijdbare helling.

     

    Het Kloesebos werd doorkruist waarbij we na ca 18 km op de bevoorrading stuitten.

    De traditie bij de X-tremebikers indachtig was het weer een wandelend dessertenbuffet waarbij ik er niet in slaag een opsomming te maken van al het lekkers dat uitgestald lag.

    Dit leek meer de rayon van een grote colruyt in de buurt.

    Ik gunde Charel zijn rustpauze terwijl ik me intussen onledig hield met het vastzetten van mijn kopserie. De geluiden die ik voortbracht tijdens een off-road afdaling deden meer denken aan een ratelende kar op de keien.

    Het onding liet me ten derde male deze week in de steek zodat de opmerking van mijn vrouwtje dat ik teveel met de bike op pad ben, door mijn hoofd speelde.

    Dat wordt weeral mijn spaarvarken aanspreken voor de noodzakelijke onderdelen.

     

    De mooie beklimming door de holle weg van de Hondsheuvel bracht ons bij de E314 waarna we richting Wijngaardberg bolden.

    Het steile klimmetje naar het Wijngaardbos konden we ongehinderd nemen, waarna we ook in het bos de omgevallen bomen keurig omzeilden.

    De hoogtemeters volgden mekaar nu verder in sneltempo op met de klim van de Wijngaardberg doorheen de holle weg en de frontale aanval op de Ijzerenberg na het overschrijden van de N19 Aarschot-Leuven.

    En nog was de pret niet uit. Door de verkaveling van de Middelberg werd afgedaald naar de spoorlijn waarna we een nieuwe frontale aanval op de Ijzerenberg startten langs zijn noordzijde. Ik had geluk dat het pad net vrij was op het moment dat ik het bosje indook zodat opnieuw een rijdende klim aan de scalp kon.

    Slachtoffer van dienst was echter mijn bikegenoot die door de korte opeenvolging van nijdige hellingen kraakte in al zijn voegen….voorlopig brak hij nog niet.

    Zijn aanmanen om niet meer te wachten klonk in dovemansoren, want het “samen uit, samen thuis”-principe is me heilig.

    Ik nam bewust wat gas terug om Charel terug op zijn positieven te laten komen, want met de bult van Baal als dessert stond er nog iets te wachten.

     

    Na de Ijzerenberg doken we aan het station van Gelrode het Vorsdonkbos in dat zijn natte traditie niet kon waarmaken. We dankten de weergoden op onze blote knieën voor de voorgaande droge periode die de grote plassen omgezet had in waterdamp.

    Via de Demerdijk bereikten we de brug in Betekom om vervolgens het broekgebied in te duiken. Eenzelfde verhaal hier waar de aangeboden paden deden denken aan een drooggelegd havengebied in de polders.

     

    Omdat we nu via de Bosseplein en windaf naderden op Balenberg, liet ik Charel de kop om hem rustig zijn eigen tempo te laten kiezen en Vervecken-gewijs te kunnen recupereren.

    Die laatste 10 km moesten nu ook op zijn palmares. Daar was geen lievemoederen meer aan.

     

    Ik sprak af me nog eens uit te leven op de Sven Nys bult om nadien samen binnen te rijden.

    De steile binnenkomer naar de watertoren kon al direct tellen, waarna we zowat het ganse parcours van de nieuwjaarscross aandeden.

    Een brede variatie van singletracks, korte nijdige klimmetjes, lange energievretende hellingen en brede tracks over het motorcrosscircuit. Het was allemaal inbegrepen voor dezelfde prijs.

    Ik liet mijn hartpomp nog eens lekker op hoog toerental komen, intussen de zuurstofrijke ochtendlucht binnenpompend als ware het mijn laatste ademhappen.

    Een tent met redbullgirls en hun drankje kende blijkbaar heel wat meeval, maar het is nu éénmaal niet mijn drankje en ik weigerde zelfs de smeekbede van een mooie babe om haar blikje aan te nemen.

    De neus stond nu éénmaal gericht op biken en de laatste tracks die nog lagen te wachten.

     

    Na het verzamelen van ons duo was het stilaan tijd om naar de startplaats af te zakken.

    Dit kon uiteraard niet gebeuren zonder mijn jeugdspeeltuin, de Molenberg nog eens op te zoeken.

    De klim en doorkruisen van de holle weg waren gekend, maar de blauwbloezen van de organisatie hadden ook nog een nieuwe singletrack uitgetekend die in de mulle bosgrond voor het betere bochtenwerk kon zorgen.

    Het ijzerzandstenen monument (de oude windmolen) zullen er weinig zien staan hebben, maar wie kan het hen kwalijk nemen als de resterende paden nog voor heel wat bikeplezier konden zorgen.

     

    We verlieten het domein aan de basisschool waar ik 6 jaren van mijn jonge leven de broek versleet, waarna ik samen met biker Charly naar de Zuiderkempen  afdroop.

    Mijn bikegenoot zag asgrauw met een vertrokken gezicht van de pijn, maar hij had het toch maar mooi volbracht.

    Zijn vertoon van wilskracht op de met 400 hoogtemeters doorspekte omloop was van een hoog niveau en daar woog geen enkel snelheidsgemiddelde tegen op.

    Maar wat wil je….een duo dat samen bijna 100 jaar is kan wel tegen een stootje….

     

     

     

     

     

     

    22-10-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    30-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kasterlee, 30 september 2006

    Met een nazomer die maar niet wil stoppen, stond bikester Opsné te popelen om met haar ventje te gaan biken.
    We hadden zowaar keuze uit 2 zaterdagse tochten binnen bereik, maar de keuze Mol-Kasterlee helde over naar de groene long van de Kempen omdat men hier 85% onverhard en slechts 500m op de vaste blosoroute van Herentals-Kasterlee beloofde.

    Het gehucht Houtum was onze gastheer op hun kermisdagen zodat de inrichtende wielertoeristen van Kasterlee hun 2de Houtumse mtb-tocht konden voorstellen.
    Onder een stralende hemel boden wij ons aan in de feesttent om te merken dat de organisatie wel op punt bleek te staan.
    Een bewaakte fietsparking, noodnummer en gratis tombola verraadden reeds extraatjes die een tocht net dat ietsje beter georganiseerd maken.
    Recht tegenover de Klaveren drie moest ik denken aan stichter Juul Kabas, maar vooraleer ik mijn lijflied…”ze noeme maa de Zjé kabas”…aanhief , stuurde Opsnéetje haar bike reeds naar de aanpalende velden voor de kortste bike-afstand van 27 km.

    Een prachtaanloop ging langs de Kleine Nete waar we over de lage oevers, rakelings langs het water stroomopwaarts reden. Nu ja, rakelings is een ruim begrip voor een weg die tussen 1 en 2 meter van het water loopt, maar mijn echtgenote voelde zich toch pas op het gemak zodra ze het heilige mtb-principe huldigde : “steeds kijken naar het pad waar je naartoe wil sturen”. Te snel kwam er een einde aan dit mooie pad als we via een houten bruggetje de waterloop verlieten en doorheen zanderige boswegen terug afbogen naar de N19.
    We reden een erg traag tempo, want de ogen de kost geven terwijl je het snot in de ogen rijdt gaat moeilijk samen.

    Langsheen het Breeven en via enkele mooi gelegen visvijvers bereikten we de N19, Geel-Kasterlee, die we kruisten om de landbouwgebieden richting Bobbejaanland in te duiken.
    Ellenlange zandpaden lagen ons voor, waarbij de tegenwind een spel speelde om bij gebrek aan hoogtemeters, toch voor een bepaalde lastigheidgraad te zorgen.
    Een splitsing die richting natuurgebied de Zegge leek te draaien, lieten we links liggen om ons aan de vooropgestelde 27 km-afstand te houden. Mijn benen kriebelden maar ik kon mijn meid toch niet in de steek laten. Het liep in mijn beginjaren niet anders…
    De diversificatie aan landschappen was trouwens nog niet ten einde, want we betraden nu tussen Langenberg en Lichtaart de grote aaneengesloten naald- en loofbossen van het Koningsbos en de Hoge Mouw, ook wel de Kastelse bergen genoemd.

    Het beloofde stuk vaste blosoroute gaf ons iets meer dan een kilometer bikeplezier op één van de mooiste stukjes op de blauwe route met licht hellende holle wegen.

    In kamphuis ’t Boslicht vonden we de bevoorrading die, raar genoeg met dit stralende weer, binnen was opgesteld.
    Met sinaasappels, bananen, droge koeken, koffiekoeken en Actus sportdrank was er weeral meer dan voldoende voorradig. Alleen jammer dat we in dit eerder muffe lokaal niet echt konden genieten van de zuivere boslucht, oorverdovende stilte en warme septemberzonnestralen.
    Hiervoor moesten we op de bike zijn, zodat we onze pauze tot een minimum beperkten en dra terug het hazenpad kozen.

    We kruisten nu de N123, Lichtaart-Kasterlee om parallel aan deze weg ook de eerste singletracks op onze tocht te vinden.
    Smalle dichtgegroeide paden, afgewisseld met kombochten waar het zand weinig houvast bood voor het voorwiel. Een leuk intermezzo dat te snel aan zijn einde kwam als we het bos uitdoken vlakbij de grote rotonde in Kasterlee.

    Een blik op de teller leerde ons dat we toch nog een ommetje zouden maken.
    We trokken noordwaarts, parallel aan de N19, richting Turnhout om langsheen de Hoge Rielen weer een zeer afwisselend parcours te vinden.
    Singletracks doorheen enkele bosjes wisselden af met lange zanderige veldwegen waar men dezer dagen wel een patent lijkt op te hebben in de Kempen.

    We kruisten opnieuw de N19 om zuidwaarts naar onze vertrekplaats af te zakken. Dit zou niet zonder slag of stoot gebeuren.
    In de buurt van een manege was een waar militaryparcours aangelegd, door hetwelk wij eveneens onze weg mochten zoeken. Korte nijdige bultjes, zandwadden, scherpe kombochten….alles was voorradig voor een technische bijscholing der bikers.

    Bikester Opsné was niet echt meer voorzien op dit mountainbikegeweld en gooide haar laatste energietankje overboord om toch op een ordentelijke manier dit tussenstuk te overleven.
    Dra dook echter een lang verhard stuk op dat ons na het kruisen van de N123 naar Retie, aan de watertoren bracht die zich vlak bij ons vertrekpunt situeert. De zucht die mijn eega slaakte was er duidelijk eentje van opluchting en blijdschap om weer een prachtig volbrachte tocht. Er kwam echter nog een aap uit de mouw, er zat nog een addertje onder het gras en het venijn zat hem bovendien nog in de staart. Allemaal gekende uitdrukkingen voor het Fitometerparcous waar we nog indoken.
    Achter de Kastelse sporthal is namelijk een fitometer neergeplant in een duinengebied. De sporthal noemt dan ook niet voor niets…Duineneind.
    Het BMX-parcours dat hier was uitgetekend, inclusief linten, was goed voor een kilometer heerlijk balanceren tussen vallen en recht blijven, tussen net wel of net niet bovengeraken, tussen fris eindigen of net iets minder fris….
    Bikester Opsné vond hier haar Waterloo en transformeerde terug naar bikester Inspé. De overmoed in het militaryparcours moest ze nu cash betalen tot groot “ingetogen” jolijt van haar partner.

    Het uiteindelijk bereiken van de feesttent op Houtum was dan ook meer dan een voldoening in het besef dat de supercompensatie de volgende dagen wel de rest van het werk zal doen.
    We ontmoetten op de parking nog een oude schoolkameraad van mijn vrouwtje, Peter, die niet oud is maar wel een vroegere schoolbankengezel. Hij stond nog klaar voor het vertrek, maar kon de doffe ogen van mijn vrouwtje zeker niet opmerken achter haar grote zonnebril.
    Mijn advies dat dit een prachtomloop was klonk dan ook niet in dovemansoren zodat hij alvast blijgemutst de wel degelijk mooie omloop met zijn zware finale indook.

    Wij doken intussen het zonovergoten terras op, waarbij ik genietend van een heerlijk koud schuimende Leffe nog kon kennismaken met Team2MegaSaeco-genoot Bart Heylen…MTBart voor de vrienden.
    Bikester Inspé keek intussen al uit naar haar volgende tocht, want de verslavende endorfines hadden intussen hun werk gedaan.
    Biken vraagt nu éénmaal naar meer, nog meer en ….veel meer !

    30-09-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    24-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wiekevorst, 24 september 2006

    De toertocht van Wiekevorst betekent voor mij één grote brok nostalgie
    Exact drie jaar geleden traden wij namelijk op deze door de Wiekers ingerichte mountainbiketocht voor het eerst aan als “Smulhoek Cycling Team”.
    Een bonte verzameling van voornamelijk streekgenoten van Hilset, maar met allemaal diezelfde (recreatieve) mountainbikepassie.
    Intussen, bijna 1100 dagen later, blijven alleen manager Mark en ikzelf nog over van die bende en is ons team uitgegroeid tot één van de toonaangevende mountainbiketeams in België. Dit met een grote groep raceleden, maar tevens een even gepassioneerde bende recreatievelingen waar ongetekende ook deel van uitmaakt

    Ondanks de moordende concurrentie van de toertocht in Kessel-Lo en het manifest gebrek aan hoogtemeters in onze Zuiderkempen, verkoos ik toch mijn kameraden van de Wiekers een hart onder de riem te steken en aan hun inschrijvingstafel te passeren.
    Ik deed dit extra vroeg omdat ik om 10u een afspraak had, zodat ik iets na 7u30, de spits afbijtend, de velden tussen Itegem en Wiekevorst indook.
    Het was vrij zacht en dit gecombineerd met een kurkdroog parcours maakte dat ik me best wel zou amuseren. Een amusementswaarde die nog steeg als na enkele kilometers, oud dameswielerkampioene Mariette Laenen, mij zowaar stond aan te moedigen vanuit haar tuin.
    Haar “komaan Zjéke !” maakte mijn tevreden grijns nog breder en deed me nog meer genieten van mijn koppositie in het deelnemersveld.

    Aan de dromen kwam vrij vlug een einde als ik even later, vlak voor het kruisen van de Itegemsesteenweg een klapband opliep.
    Weg rustig cruisen, weg koppositie, welkom stress om tijdig mijn afspraak van 10 uur te halen.
    Een supersnelle herstelling later vervolgde ik richting de Wiekevorstse en Bruggeneindse Goren die hun naam te danken hebben aan het vloeigebied van de Goorloop.

    Omdat deze tocht langsheen de Herenbossen op minder dan een kilometer van mijn voordeur en iets meer van mijn achterdeur passeerde, besloot ik snel een ommetje langs huis te maken.
    Snel het te warme thermisch ondergoed verwijderd, een extra reserveband in de materiaaldoos, wat extra druk bijgepompt in mijn bandje en een snelle knuffel voor vrouwtje en zoon maakten mij terug strijdvaardig voor het vervolg van de rit.
    Ik pikte terug in aan de houten brug over de Nete om kort hierop de splitsing 25/43 km te vinden. Ik koos voor de langste afstand omdat die toch korter was dan de aangekondigde 50 km en ik zodoende tijdig mijn afspraakje kon halen.
    Doorheen het Westmeerbeekse Goor naderden we Herselt waar in de omgeving van camping “ de drie Eiken” op de vaste blosoroute van Herselt werd aangesloten.
    Over steeds harde en stofferige tracks kon ik het tempo er goed inhouden en in de bossen van het uitgestrekte Hertbergdomein werd ik slechts sporadisch gepasseerd door snellere bikers.

    Het was tijd voor een korte pitstop, want op een wandelparking was de bevoorradingsplaats geposteerd.
    Met sportdrank, water, sinaasjes, bananen, suikerwafels en zowaar zelfs Granny’s waren de puntjes duidelijk op de i gezet. Dit buffet was uitgebreid en niet voor discussie of kritiek vatbaar.

    Blosoroutegewijs trokken we verder richting Bergom waar verrassend genoeg het singletrackparcours achter de grot niet in het parcours verwerkt was. Naar ik achteraf vernam wegens het niet toekennen van vergunningen die trouwens op het uittekenen van de tocht een zware impact zouden hebben.
    Niet getreurd echter. Aan de Marlybrug kruisten we de ringlaan van Westerlo om op de Netedijk stroomafwaarts tot aan de Kwarekken te rijden.
    Een prachtig aaneengesloten natuurgebied met de Beeltjes welke we dan ook beide mochten doorkruisen, zij het enkel over de hoofdpaden. Mountainbiketechnisch niet onoverkomelijk maar wel prachtig als je de ogen de kost wou geven.
    We bereikten het Gooreinde (3 maal Goor is scheepsrecht !) en kruisten aan de vijfhuizen de N152 Aarschot-Herentals.

    Zoals in het verleden reeds bleek was het vanaf nu racen naar Wiekevorst.
    De Zoelse Goorheide was het vierde scheeprecht en enkel een ommetje naar de Balebossen stond nog in voor een stukje onverhard.
    Dra bereikten we de oude spoorwegbedding Aarschot-Herentals die ons naar Morkhoven bracht.
    De Bertheide, een oud heidegebied dat heden alleen nog landbouwgebied oplevert, bracht ons toch nog wat hobbelige veldwegen op waarna we aan het waterzuiveringsstation van Wiekevorst de kop terug opstaken.
    Met de kerktoren van Wiekevorst in het vizier kruisten we via een smal bruggetje nog de Wimp, die verderop haar gezuiverde water aanbied aan de Nete.
    Hierna was het nog wachten op de technische afsluiter met een singletrackparcours aan de vijver van de Wimpel.

    Een blik op de klok leerde me dat ik zelfs te vroeg voor mijn afspraak binnengedenderd was, maar ik had gelegenheid genoeg om her en der een praatje te slaan.
    Met de jongens van de Wiekers, het kliekske van Hilset, Mark en Luc van de Bjeizelconnection waren de “hey’s” en “joew’s” weer niet uit de lucht.

    De tijd was veel te kort want stipt om 10u stond mijn date daar reeds te blinken in haar gecombineerde Smulhoek/Team2MegaSaeco outfit. Bikester Inspé was eveneens met de bike tot aan sporthal de Wimpel gekomen om samen met haar begeleider de 25 km te biken.
    Niet getreuzeld dus en dra doken wij de velden in die ik 2.5 uur eerder reeds spoorslags doorkruist had.
    Bikester Inspé had er zin in en trok haar volgeveerde Cannondale strijdlustig doorheen de tracks, wat haar na enkele kilometers reeds een rood aangelopen gelaat opleverde.
    Ik moest glimlachen om haar gedrevenheid en daagde ze nog verder uit door een plaspauze te nemen en haar aan te manen intussen verder te fietsen.
    Mijn helse achtervolging duurde tot de lange Kapelstraat in Hulshout waar het ontbreken van haar schim aan de einder een belletje deed rinkelen dat er iets niet klopte.
    Ik nam rechtsomkeer om haar even later lachend tegemoet te komen.
    Ze had Rik Van Looy-gewijs in eigen gemeente een wegvergissing begaan, waarna ik achter haar rug wel de juiste tracks had bewandeld.

    “Onze” Herenbossen waren intussen totaal verlaten en als we even later langs de Netedijk na visvijver “De Poer” de splitsing namen van de 25 km, stootten we dra op de bevoorrading die apart opgesteld bleek van die van de lange afstand.
    Op het bedrijfsterrein van Wiekersponsor “Verpoorten” was het eenzelfde buffet als eerder op de dag aan de Hertbergparking.
    Dorpsgenoot Wilfried en mijn bikecollega’s Charel en Geert hadden blijkbaar ook niet genoeg gehad met de 43 km, want zij kwamen hier ook voor hun 2de doortocht aangetuft.
    Haar babbelzieke begeleider werd door bikester Inspé onderbroken als zij fluks het voortouw nam om na het kruisen van de Nete het tweede deel van de tocht aan te vatten.
    Het tempo dat ze aanvatte deed me vermoeden dat ze Charel en Geert niet zomaar wou laten terugkomen. Typisch vrouwelijk….Bikester Inspé leek meer Bikester Opsné te worden.
    Het duurde dan ook tot het zuiveringsstation van Wiekevorst vooraleer we door mijn 2 gabbers werden overspoeld. Dit was dan ook het sein voor Inspéetje om te breken, want de benen blokkeerden werkelijk bij al dit bikegeweld zodat de A.G.-collega’s op het korte vervolg nog volledig uit het zicht verdwenen.

    Bij aankomst aan de sporthal waren de terrassen goed gevuld en stootten we op mijn manager Mark van het eerste uur en huidig hoofdsponsor en mecenas Ben van Saeco. Zij hadden hun tocht en après-bike reeds achter de rug.
    Geert en Charel die hun vrouw niet hadden meegebracht, kozen de korte vlucht huiswaarts terwijl ik me nu wel kon permitteren rustig een Leffe te gaan drinken in de sporthal. Dat wij geen geluk hadden bij de gratis tombola kon de pret niet meer drukken.
    Onze dag was meer dan geslaagd en daar kon zelfs de elfendertigste poulidorplaats van mijn idool Erik Zabel op het WK niets meer aan veranderen….

    24-09-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    10-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tessenderlo, 10 september 2006
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    En het orkest speelde door...

    Een kwartet was in mijn puberjaren een populair kaartspel. Je kan het ook in een muzikale vorm gieten als bv vier strijkers of koperblazers tot een muzikaal samenspel willen komen.
    Tot slot kan je zelfs met 4 aluminium kaders tot een kwartet komen als gelijkgezinde bikers, gezamenlijk naar een toertocht willen biken.
    Zo verzamelden wij ten huize van Geert aan de rand van het Westmeerbeekse Goor onder een oorverdovende stilte op deze zondagochtend. Charel en Dany maakten met Geert en mezelf het kwartet kompleet.

    Door de voorbije kille nacht werd er vooral verzameld in truien met lange mouwen, armstukken en zelfs een regenjasje, maar de eerste zonnestralen die doorheen het bladerdek een feeëriek spektakel boden met de nevelslierten , gaven aan dat er wel een prachtige dag te wachten stond.
    Ons doel was Tessenderlo, Looi voor de vrienden, dat tesamen met Averbode en Veerle voor een drieprovinciënpunt zorgt ter hoogte van de wereldberoemde Lekdreef.

    Geert leidde ons als man van de streek doorheen het provinciale Hertbergdomein naar Averbode, waarna we langs de Luyksedreef in Gerhagen het parcours bereikten.
    Een trip naar de startplaats zou ons wel wat extra kilometers, maar tevens een immense drukte op deze door de MTB Crossers georganiseerde zomereindhappening bezorgen.

    We doken dus onmiddellijk de afgepijlde tracks van Gerhagen in, waar we amper bikers opmerkten en genoten van de rust en stilte die in dit natuurdomein heersten.
    Gevolg was wel dat we reeds na enkele kilometers op de bevoorrading stootten die zich, traditiegetrouw op een zanderige tra in de heide situeerde.

    Verrassend genoeg waren er toch al een twintigtal bikers van de partij om te genieten van chocoladekoekjes en Gatorade sportdrank.
    Uit een gesprekje met oude bekende Nick leerde ik dat zij al een 23tal kilometers op het parcours verzameld hadden, zodat tezamen met het passeren aan de inschrijvingstafel ons ritje ook wel goed ingedeeld zou worden. Wij zouden kiezen voor de langst aangeboden afstand van 40km.
    De ongeduldige blikken van mijn bikematen, die zich trouwens intussen in korte mouwen hadden gezet, maakte mij tot het gulzig ledigen van mijn 0.5 liter sportdrank om snel de rit verder te zetten.

    Door kurkdroge bospaden en singletracks was het een snelle rit die slechts gedempt werd door opgeworpen stofwolken en een sporadische zandwad.
    Er werd afgebogen naar Engsbergen waar met de Houterenberg de eerste hoogtemeters verwerkt werden. Door de perfect berijdbare paden was dit echter een sinecure en een goede opwarming voor wat nog volgen moest.

    De hoofdmoot van de rit kwam er namelijk aan met de Rodenberg die aangekondigd werd door middel van een waarschuwingsbord met doodshoofd. Een gesmaakt grapje van de organiserende club.
    Op de eerste steile klim kon ik met leedvermaak toezien hoe een vijftal bikers die ons net voorbijgevlogen waren, nu te voet de klim maakten. Jongens toch, het zou ons niet overkomen.
    Overmoedig en nonchalant stormde ik dan ook naar boven…….tot na de moeilijkste passage, een stuurfout mij voet aan grond deed zetten.
    Biker Zjé kon dus ook aan de wandelbak. En dit was spitsroede lopen, want mijn bikegenoten reden fluitend de helling op, ondertussen vragend of ik een wandeltocht maakte….
    Tja, overmoed en hoogmoed komen voor de val zeker ?
    Het grijnzend wachten op hun te voet gestelde bikegenoot beantwoordde ik nors met.... “geen tijd” en weg waren we voor nog 3 steile, vrij technische klimmetjes en dito afdalingen.
    Dit was nog eens echt mountainbiken en gedreven door adrenaline maakte ik nu geen fouten meer ….heerlijk ! Als we boven op de plateau van de Rodenberg verzamelden op het Marslandschap onder een warm zonnetje, werd de opmerking gemaakt dat we het hier wel enkele uurtjes konden uithouden. De nazomerzon maakte vandaag eensklaps alle ellende van augustus goed.

    Via hoofdzakelijk grindwegen en op het einde zelfs vrij veel asfalt, bereikten we zo het centrum van Tessenderlo om in de sporthal aan de looppiste van AC Looise de inschrijving te vinden.
    Ook hier zat het ons mee, want de grote massa bleek intussen ergens op het parcours te zitten, zodat wij rustig onze inschrijvingsformaliteiten konden vervullen om 3 euro armer onze tocht te beginnen…..of te vervolledigen. Het is maar uit wiens standpunt je het bekijkt.

    Een nieuwe asfaltaanloop maakte dat we de laatste 10 km wel erg veel verhard onder de wielen hadden gekregen, maar bij het induiken van de Schoterse bossen en het naderen van Gerhagen was het terug peis en vree in mountainbikeland.
    Enkele hoogtemeters in de buurt van de Houterenberg werden nog vlotjes verteerd, maar bij het induiken van de Gerhaagse bossen in de buurt van de VVV-toren, sloeg het noodlot toe.

    Met nog een 7tal kilometers tot ons vertrekpunt voor de boeg maakte een schurend geluid een einde aan mijn bikeroes.
    Een gescheurde velg over een afstand van pakweg 15 cm bedwong zelfs de Mac Gyver in mij.
    Ik heb tools en reservemateriaal bij om zelfs een aardbeving of vulkaanuitbarsting te bedwingen, maar een reservewiel behoort tot nader order nog niet tot mijn herstelkit zodat na 53 kilometer hier mijn rit eindigde.

    Ik maande mijn kameraden aan hun rit verder te zetten en belde depannagedienst Christel uit de Zuiderkempen om mij uit mijn benarde toestand te verlossen.
    Een korte wandeltocht bevrijdde mij uit de bossen zodat ze mij aan de Luyksedreef kon komen oppikken. Ze wist de weg reeds want enkele jaren terug moest ze mij hier eveneens oppikken nadat ik door mijn reservebanden heen zat na de toertocht van ……juist ja, Tessenderlo.

    Mijn vrouwtje laadde stilzwijgend biker en bike in haar wagen. Het stilzwijgen werd duidelijk ingegeven door haar angsten om ooit als bikester Inspé haar eerste lekke band te moeten vervangen.
    De ettelijke bikers die vandaag stopten en spontaan hulp aanboden, sterken mij wel  in de overtuiging dat bikester Inspé op dat “moment suprème” zelfs de handen niet zal moeten vuilmaken.
    Het bikerswereldje is een toffe familie…..

    10-09-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    03-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Diest, 3 september 2006

    Tradities dienen om gebroken te worden. Na verschillende jaren met prachtig weer op de dag van de Diestse marathon, hadden de inrichtende United Bikers ditmaal het geluk niet aan hun zijde. Misschien had mede-inrichter Beny als bevoorrecht werknemer, onvoldoende zijn macht laten gelden bij de Meteo-Wing ? Wie zal het zeggen…
    Feit was dat er reeds een zwaar dreigende lucht hing over het voetbalterrein van FC De Barreel als ik mijn camionnetje iets na 7u de voetbalweide opstuurde.
    Dit was niet het moment om te treuzelen zodat ik zodra de inschrijvingsdebatten openden, onmiddellijk voor 10 euro een inschrijvingsbonnetjes kocht en een flashy rood controlebandje om de pols kreeg.

    Men beloofde voor de langste afstand 106km ipv de voorziene 100km. Dat kon alleen maar gratis bonus zijn voor hetzelfde geld, zodat ik blijgemutst samen met Rocco uit Wiekevorst voor de langste tocht vertrok. Ik liet Rocco echter onmiddellijk voorop rijden, want het tempo van deze wedstrijdrijder is niet mijn ding.
    Een gezapige opwarming zat er niet echt in, want reeds na 3 km stootten we op de helling van het Grasbos, een steile asfaltklim die nog overgaat in een dolomietpad en waar op hartslag naar boven rijden gewoon uit den boze is.
    Gelukkig waren de naliggende paden van een zachter allooi zodat ik recupererend richting het kasteel van Arendschot in Okselaar mijn hartslag liet zakken en even later zelfs aan de praat raakte met een biker die blijkbaar regelmatig deze toertochtverslagen leest.

    Langs het Averboodse Vierkensbroek bereikten we Testelt waar aan de zuidhelling van de Voortberg een uitdagende singletrack-klim voorlag.
    Ik twijfelde even of ik mijn poeder zou verschieten in een rijdende klim, als een snelle achteropkomende biker mijn keuze snel bepaalde. Deze klim die ik in het verleden nog geen drie keer kon bovenrijden, prijkte nu wel op mijn scalp.
    Het gaf me voldoende adrenaline waar ik wel een tijdje mee voort kon.
    Ik kon het ook gebruiken want met de Rodeberg en de Weefberg werden nog wat hoogtemeters bij op het conto gesmeten.

    Intussen vonden we na 19km tevens een bevoorrading waar volgens de dame aan het buffet nog maar 10 bikers gepasseerd waren. Tja, hier reden dan ook alleen maar de 106km-rijders, wat ook de rust op het parcours verklaarde.
    Met sinaasjes, bananen, wafels en sportdrank was er zelfs teveel voorradig om zo vroeg mijn reserves aan te vullen.
    Ik maakte dan ook een superkorte break. Ik nam me voor met een rustig tempo, gekoppeld aan korte bevoorradingsstops een maximaal voortschrijdend rendement te behalen. Een redenering die menig wiskundige kan doen blozen…

    Op naar het tweede deel dat ons terug naar Averbode bracht.
    Een rechttoe, rechtaan beklimming van de Kroningskapel had voor mij geen geheimen meer want hier heb ik met vrouw en zoontje reeds menig ijsje gesleten.
    De zanderige passage doorheen de hondenweide bracht ons aan domein “De Vijvers”, waarna we de samensmelting met de kortere afstanden volbrachten.
    Eensklaps was het nu ook uit met de rust want dichte drommen bikers verschenen ten tonele.
    Gelukkig was er na de Luykse dreef bij het binnenrijden van Gerhagen opnieuw een splitsing der afstanden zodat de rust min of meer terugkeerde.

    Opvallend was wel dat ik erg weinig rode polsbandjes (106 km-rijders) opmerkte. Zoals mijn vrouwtje zou zeggen…De zotten bleken dun gezaaid vandaag…

    Bij het oprijden van de Schoterse heide maakten ook de donkere wolken hun verwachtingen waar. Het begon te regenen en daar waar dit in het begin nog aarzelende motregen was, zou dit dra overgaan in een stevige plensbui van een half uurtje.
    De 2de bevoorrading die we tezamen met alle afstanden namen, verliet ik nog vlugger dan de eerste omwille van het dreigende natte zwerk.

    De Schoters bossen waren ons volgende doel, waarna we de Engsbergse Rodeberg aanvielen.
    Intussen was die befaamde bui in al zijn hevigheid het landschap aan het besproeien, zodat ook het zand op mijn ketting, pion en kettingbladen vervaarlijk begon te kraken.
    Gelukkig werd de Rodeberg niet van zijn steilste kant genomen en werden 2 doenbare klimmetjes aangeboden.
    In Engsbergen verlieten we voorgoed de kortste afstanden om via het Schaffens veld richting de Vleugt te biken. Er werd naast het materiaal ook meer gevergd van de stuurmanskunsten, want de kapotgereden natte toplaag zorgde voor schuivers en energievretend bijsturen.

    Kenisberg en Kruisberg, met ook een oude zandsteenwinning, “het stenen kot” genoemd, stonden garant voor nog meer energievretend biken.
    Een eerste steile klim gaf ik veel te snel op, waarna ik mezelf oppompte om de resterende klimmetjes toch al rijdend te nemen.
    Op de vettige singletracks en hellende wegen voelde ik voor het eerst mijn spieren branden. Als dit maar goed kwam…

    Gelukkig stond bevoorrading nr3 te wachten, waarbij ik mijn lichaam opnieuw tot rust liet komen in een korte stretch- en eetpauze.

    Ten zuiden van de N29 doken we opnieuw de gouw van “Steve Stunt” in om in Zelem het natuurgebied “Hees” te bereiken. Dit stond weeral garant voor een aantal hoogtemeters, waarna via Bakel en een bos met de welluidende naam “Grote Dorst” de E314 bereikt werd.
    Parallel aan de autostrade reden we richting Lummen om daar “de Duizendjarige Eik” te vinden. Welke eik nu de beroemdste was van dit Millenniumbos, is me nog steeds niet duidelijk, want meer dan één werd blijkbaar geëerd met vlag en wimpel.
    Intussen waren we ook samengevallen met de toertocht van Zolder die blijkbaar ook vandaag zijn gebeuren kende en over dezelfde paden voor een kortstondige samenwerking zorgde.
    We kruisten nu de E314 en vonden ten zuiden hiervan het Stenen Kruis, een bos met ettelijke hoogteverschillen en nog meer singletracks.

    De bevoorrading in het plaatselijke sportcentrum viel na 85 km. Tijd om eens iets anders dan fruit tot mij te nemen. Een wafel die men versierd had met confituur en slagroom smaakte me als honing op het puntje van de tong….Heerlijk !

    Ik was nu klaar om de Willekensberg te bestormen. De aanlopende singletracks waren van een erg vettig karakter, maar gelukkig waren de twee aangeboden klimmen van een droger kaliber. Desondanks ging ik toch helemaal niet vlotjes meer naar boven en de klokjes van een plaatselijke kapel klonken mij meer als doodsklokken in de oren.
    Het feit dat ik her en der toch enkele lijken kon oprapen, gaf me net die enkele grammetjes adrenaline om alles tot een goed einde te brengen.
    Na afscheid genomen te hebben van de jongens van Zolder was het ook hoog tijd om terug de noordkant van de E314 op te zoeken. Dit werd op een unieke manier gedaan, want via enkele leuke singletracks parallel aan de spoorlijn Hasselt-Aarschot, gingen we even later samen met het spoor onder de autostrade door.
    Kort hierna werd terug “Grote Dorst” bereikt, waarna via enkele asfaltverbindingen in versneld tempo onze oude vestingstad Diest werd opgezocht.
    Ik had zorgvuldig mijn krachten gespaard en nog een cartouche bewaard voor het einde. Uit ervaring wist ik dat het venijn nog in de staart zat.

    Op de oude stadswallen van Diest werd nog mountainbiken met een grote “M” bedreven, waarna ik de beloofde 106 km bereikt had.
    De organiserende “United Bikers” houden echter wel van een beetje teasen en joegen ons eerst nog richting het militaire vliegveld.
    De klim van het Fort Leopold werd niet van de steilste kant genomen, maar op de Lazarijberg verging het lachen me al meer.
    Als tot slot ook de Keiberg ons tot boven de startplaats verhief, was er ruimte en tijd genoeg om de laatste energietankjes leeg te maken.
    Met intussen 109 km en 750 hoogtemeters op het conto kon ik tevreden zijn over mijn voormiddagje biken.

    Ik reed even langs de kantine om te kijken of de beloofde gratis braadworst hier te verkrijgen was als ik plots mijn naam hoorde roepen.
    Verrassend genoeg was het Gert, een talentvol atleet van de atletiekclub van gouden Kim Gevaert waarmee ik in het verleden ettelijke malen een pintje dronk (ik dan vooral de pintjes).
    Ter compensatie van de harde atletiektrainingen en voor een stuk ook als revalidatie na een kwetsuur reed hij enkele toertochtjes.
    Dat hij hier in Diest de 60 km had gereden, bewees nogmaals uit welk hout die atleten gesneden zijn. Verbouwereerd vergat ik er warempel mijn braadworst bij en droop stilletjes en nederig af naar mijn camionnetje.

    Mijn inwendige mens versterkte ik later op de dag tijdens het verjaardagsfeestje van ons petekind, waar de hemelsluizen een ganse dag dicht gebleven waren.
    Blijkbaar hadden ze in Beerzel een beter contact met de Meteowing……

    03-09-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    02-09-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hamont-Achel. 2 september 2006

    Een ganse week had bikester Inspé mij overstelpt met meer, meer, nog meer….
    Onze mountainbiketrip vorige zaterdag in Hechtel was haar zo goed bevallen dat ze er in het midden van de week zelfs een extra trainingstochtje voor over had om dit weekend opnieuw te kunnen gaan baaikeuuuuu….
    Wat kan je hier als man dan nog tegen inbrengen ???

    Om Inspéetje een gelijkaardig parcours te kunnen aanbieden richtten we onze pijlen daarom op de toertocht van Hamont-Achel, een organisatie van “De Lopende Crossers” uit Hamont.
    Deze uithoek van Limburg is mij totaal onbekend, behoudens de Achelse kluisabdij, gelegen pal op de landsgrens, waar ik als jonge puber een schoolretraite mocht beleven.
    De mountainbiketocht bleek deel uit te maken van fiets-event “de Hamonter fietsdag”, waar ook een gezinstocht en wegtocht voor wielertoeristen aan verbonden waren.
    Na het neertellen van 3 euro in de kantine van de plaatselijke tennisvereniging, gelegen in het stadspark (stad ?) konden we op pad.

    Mijn bikegenote koos, de wegvergissing van vorige week indachtig, resoluut voor de kortste afstand van 25 km. Al wat we aan splitsingen zouden missen was gratis bonus, glimlachte ze.
    De aanloop was niet erg veelbelovend doorheen enkele wijken en voor 100% verharde wegen.
    Net als ik me al begon te ergeren aan weeral een fiets-event waar de mountainbikers stiefmoederlijk behandeld worden, doken we over de landsgrens en pikten hier de vaste mountainbikeroute van Budel op.
    Het contrast kon niet groter....

    Doorheen kronkelende, zanderige singletracks in een immens groot naaldbos kon ik me onmiddellijk verzoenen met het parcours. De muizenissen van de eerste kilometers waren al vergeten.
    Hoogteverschillen waren er niet te vinden, maar de bochtige paadjes waren ideaal voor het bijspijkeren van de stuurmanskunsten en haalden er in elke kombocht de snelheid volledig uit.
    Het voorliggende traject deed denken aan de singletracks op de groene blosoroute van Herentals, met dien verstande dat er nu wel geen einde leek aan te komen.
    De singletracks wisselden af en toe met enkele lange brandgangen doorheen het bos, maar de variatie die aangeboden werd, was meer dan voldoende.
    De vaste route werd weliswaar steevast gevolgd, maar zodra we terug ons vaderland en Achel binnendoken, werd er ook een zelf gekozen traject uitgetekend.

    Een minpunt bleek wel de karige plaatsing van pijltjes waardoor wij, ondanks ons trage toeristentempo, tot 5 maal toe van het parcours afraakten. Het leidde toch tot de bonus waar ik stiekem van droomde...

    Bij de kantine van een plaatselijke ruitervereniging vonden we na ca 15 km de bevoorrading.
    Wafel, koeken, speculaas, (iets te groene) bananen en Actus-sportdrank deden ons neervlijen op een bankje waar we midden een prachtig stukje natuur onze koolhydratenvoorraad konden aanvullen.
    Als ik dan ook nog eens aan de praat raakte met een local in zijn sappige streekdialect was het vakantiegevoel niet ver weg.
    Een dwingende blik van bikester Inspé vertelde me dat er nog 10km bikeplezier lagen te wachten, zodat we als duo onze tocht verderzetten.

    Ik trachtte haar bij de splitsing nog te overhalen voor de 35km te kiezen, maar ongerede twijfels over haar eigen kunnen deden de balans toch terug richting Hamont doorslaan.
    Het heidegebied dat nu voorlag, zorgde opnieuw voor een afwisseling van singletracks en zandpaden, waar je rustig kon één worden met de natuur.

    Net als je denkt van probleemloos binnen te rijden, kregen we op 5 km van het einde toch nog wat animo.
    Een echtpaar vergezeld van hun honden, vond het belangrijker te melden dat hun viervoeters niets deden ipv ze aan de leiband te houden. Gevolg was dat ze uiteraard achter onze draaiende crancks aangingen. Toen de grootste zijn glimmende tanden grommend en blaffend liet zien vond ik mezelf toch verplicht hem even te laten kennismaken met mijn schoenmaatje 47. Niet mooi tov van dit dier, het is zijn natuur, maar mijn overlevings- en beschermingsdrang tegenover mijn maatje maakten deze zeer afdoende reflex.

    Gedreven door een aangetrokken wind maakten we de resterende kilometers vol om op een ontiegelijk vroeg uur terug het stadspark te bereiken.
    Het uitnodigende terras deed alle wilskracht smelten als sneeuw voor de zon zodat we ons tegoed deden aan een deugddoende après-bike.

    Als ik tijdens de terugtocht, overmoedig door trappistenvocht, meldde dat ik mijn spieren lekker losgereden had met het oog op de marathon van Diest ’s anderendaags, kreeg ik een allesvernietigende blik toegeworpen.
    Het lachsalvo dat volgde zou pas kilometers verder uitsterven….

    02-09-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    27-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tielt-Winge. 27 augustus 2006

    Onder een stralende hemel had ik met Dany afgesproken om samen naar Tielt-Winge te fietsen voor de plaatselijke toertocht van de Tieltse Wielervrienden……
    Peup !!!!!!....verkeerde openingszin !?

    Als ik om 7u mijn rolluiken optrok werden de Zuiderkempen gegeseld door een fikse stortbui. Dit gecombineerd met het enerverende geluid van een binnenkomende sms van Dany die verkoos niet door de regen te rijden, deed mij vroegtijdig de aftocht blazen en me terug neervlijen tegen moeder de vrouw onder het warme dons, dromend van grote mountainbikeraids…

    Retteketetteketet ! Tweede couplet…
    Als ik fris uitgeslapen omstreeks 9u mijn neus aan het venster stak, keek ik uit op een uitgeklaarde hemel zodat mijn kuiten terug begonnen te kriebelen.
    Mijn vrouwtje verklaarde me gek als ik hals over kop alsnog mijn materiaal bij elkaar zocht, alles in de camionette laadde en tussen het verorberen van enkele boterhammen haar nog snel een warme knuffel gaf.
    Mijn uitnodiging aan Bikester Inspé om mee te rijden, wimpelde ze vriendelijk af wegens nog teveel Hechtels melkzuur in de benen, zodat ik even later als “lonesome cowboy” alsnog mijn weg naar Tielt-Winge zocht. De inschrijvingen duurden tot 10u30….dat moest dus nog wel lukken.

    Aan de Solveldsporthal aangekomen, stond ik verwonderd hoe weinig auto’s er wel stonden . Waar vroeger zelfs de parking van dancing Cosmo benut werd, volstond nu één weide achter de sporthal om alles te bergen.
    Vermoedelijk waren er heel wat bikersvrouwen die vanmorgen een ontbijt op bed kregen, zodat ik met een beetje wroeging mijn 2.5 euro ging neertellen en koos voor de 45 km-tocht, die volgens de organisatoren een 48 km-tocht zou worden.

    Onder het oog van reeds binnenlopende bikers, trok ik me iets na tienen op gang voor deze tocht waar ik een haat-liefdeverhouding mee heb.
    De haat vind zijn oorsprong in de doodsmak die ik hier 2 jaar geleden maakte op de Tienbunder.
    Liefde vanwege het toeren door “mijn Hageland” en de goede opvang die ik van de organisatoren mocht genieten ten tijde van mijn kwalijke schuiver.

    Het opgediste recept was hetzelfde als ik de voorgaande 3 edities reeds mocht beleven.
    Er werd een start genomen via de Solveldroute, waar met de beklimming van de Bleireberg naar het houten staketsel reeds een fikse opwarmer werd voorgeschoteld.
    De paden waren doorweekt door de voorbije overvloedige regenweken. Ze waren weliswaar berijdbaar, maar door het licht inzakken in de zompige bodem kreeg je een soort van zuigeffect dat alle snelheid uit de fietsbeweging nam.

    Met pijn in het hart liet ik de 55km-lus, richting Bekkevoort en Molenbeek-Wersbeek, rechts liggen en hield me aan de voorgenomen 45km.
    In het gebied tussen de N2 en E314 werden hoofdzakelijk veldpaden opgezocht, alhoewel een BMX-parcours in een mooi naaldbos ook niet te versmaden viel.
    Enkele zeer zwaar lopende graspaden langs de E314, richting de afrit Tielt-Winge, lieten met gras gevulde modderklompen gretig ingrijpen op het kader van mijn bike, zodat ik al snel extra gewicht diende mee te zeulen.
    Het beloofde een flink atletisch tochtje te zullen worden.

    Reeds na 13 kilometer wachtte een eerste bevoorrading op de carpoolparking aan de E314, waar met sportdrank, sinaasjes, bananen en wafels voldoende voorradig was om mij een snelle hap te bezorgen.
    Ik liet mijn spieren niet afkoelen, zodat ik enkele minuutjes later reeds op pad trok naar het meer heuvelende deel van de tocht.

    De afdaling tussen het wijnkasteel van Haksberg en de E314 lag er extra glad en tricky bij, maar waar deze tijdens “droge” toertochten garant staat voor valpartijen, zorgde de omzichtigheid op het spekgladde wegdek net voor dat extraatje aan concentratie waardoor ik vlotjes en probleemloos de afdaling kon nemen.

    Met de Tienbunder te Rillaar diende zich nu het stevigere werk aan.
    3 Stevige klauterpartijen op een kapotgereden slijtlaag vergden de nodige stuurvaardigheid en krachtpatserij.
    De laatste klim was er teveel aan, zodat ik hier jammer genoeg de wandeleigenschappen van mijn beslagen schoenen kon testen.
    De supersteile afdaling van meer dan 25% naar de IJsbeek was spectaculair, maar sinds ik kan vertrouwen op mijn “Avid juicy seven” schijfremmen, kan ik ook dergelijke hindernissen zonder vrees nemen.

    Achter het Tienbundershof door reden we naar de Schaapkensberg, waar in tegenstelling tot vorig jaar geen keuze werd gelaten tussen een moeilijke of gemakkelijke klim.
    De organisatoren begrepen blijkbaar dat het zowieso wel moeilijk genoeg was en boden ons de asfaltklim aan.

    Langs de technische singletrackafdaling van de Kaaskorf naar de Neringesteenweg, werden we opnieuw de Kaaskorf opgestuurd via een eindeloze vettige holleweg, waar ik mijn stinkende best deed om toch al rijdend de top te bereiken.
    Het slaagcijfer gaf me een enorme voldoening, maar tevens het brandende gevoel in de spieren dat meldde dat deze oefening niet teveel moest uitgevoerd worden.

    In tegenstroom met de Solveldroute bereikten we Houwaartberg, waar langsheen de Wijngaard naar de top moest geklommen worden.
    Het laatste steile stukje was er weer teveel aan en kon ik niet meer al rijdend volbrengen. Niet door technische moeilijkheden, maar gewoon omdat ik aan mijn fysiek platform zat, met een hartslag die tegen mijn HFmax aanleunde.
    Tijdens de korte wandeling aanschouwde ik watertandend de blauwrijpe druiventrossen, maar als wijnliefhebber kon ik het niet over mijn hart krijgen enkele centiliters van dit Hagelandergoud te verspillen.
    Een flinke slok van de camelback moest volstaan en bracht me via de lange uitloper van Houwaartberg aan de voet van Nieuwrode bij het kruisen van de N223.

    Het vlakke intermezzo richting Horst en de Lozenhoek, deed me deugd zodat ik met vernieuwde moed nieuwe heuvels in Sint-Joris-Winge kon bestormen.
    Het Troostenbergbos lag er maar troosteloos en eenzaam bij, maar het gevoel alleen tussen deze majestueuze eiken en beuken te rijden, gaf me een heerlijk gevoel.
    De gevaarlijke afdaling naar de Gempemolen kwam ik probleemloos door, zodat ik toch 2 zwarte punten, waar ik de voorgaande jaren op mijn bek gegaan was, achter mij kon laten.
    De Bensberg werd Solveldroutegewijs in 2 schuifjes genomen, via het asfalt en vervolgens nog eens via het holle ruiterspad, waar weer een slijklaagje voor energievretend “stoempen” zorgde.

    Het kruisen van de N223 aan de Roesselberg kon alleen maar gepaard gaan met de obligate klim langsheen de trappen naar de Roesselkapel.
    Ik heb me de voorbije maanden deze technische klim voldoende eigen gemaakt, zodat ik hem fier al rijdend kon nemen. Boven stonden de Red Bull girls die ik vriendelijk bedankte voor een drankje dat me niet ligt, waarna verrassend genoeg enkele meters verder de tweede bevoorrading wachtte aan de kapel.

    Met intussen 38 loodzware kilometers achter de rug deed ik me tegoed aan het restant van bananen en ice-tea dat nog te verkrijgen was.
    Het was intussen al laat geworden, zodat men hier stilaan aan opkramen dacht.

    Na opnieuw een ultrakorte pauze trok ik verder om achter het golfterrein de laatste zware klim van de dag te vinden. De holleweg lag er weer in al zijn natte pracht en praal bij en bracht me naar het hoogste punt van deze tocht.
    Over de heuvelkam van het Kiekenbosveld kreeg ik onder een intussen staalblauwe hemel een prachtig zicht over onder andere Meensel-Kiezegem en kon ik zelfs de basiliek van Scherpenheuvel onderscheiden aan de andere einder.

    Het zware gedeelte van de tocht was nu voorgoed voorbij, zodat de cooling-down kon ingezet worden op de dolomietpaadjes tussen de twee dorpskernen van Tielt-Winge.
    Het bordje “nog 1 kilometer” was er verrassend vlug, zodat ik uiteindelijk slechts met 45 kilometer op de teller, maar wel 570 hoogtemeters de parkeerweide bereikte.

    Thuisgekomen en onmiddellijk aan het reinigen van de bike begonnen, kwam Bikester Inspé met verwonderde blik mijn arbeid aanschouwen.
    Haar bike die daags voordien, na de zandtocht in Hechtel, geen water gezien had stond nog steeds blinkend in de garage, daar waar mijn vehikel nu nog moeilijk te onderscheiden viel van een tractor.
    Maar toen ik mijn mond opentrok voor een gevat antwoord…..dacht ik aan al die bikersvrouwen die vandaag een ontbijt op bed gekregen hadden.
    Ik keek mijn vrouwtje aan en zei : “Ik heb het zelf gezocht zeker ?”
    Haar kamerbrede grijnslach sprak boekdelen…..

    27-08-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    26-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hechtel-Eksel, 26 augustus 2006

    Al herhaalde malen had een vrouwelijke bikester in spe me gevraagd wat me zo boeit in dat mountainbiken en na lang aandringen liet ik me overhalen haar eens mee te nemen naar een toertocht.
    Een zaterdagse toertocht in het Limburgse Hechtel, ingericht door wielertoeristenclub “de doorzetters” leek me wel ideaal voor een vrouwelijke debutant.

    Hechtel ligt midden in de Kempense zandgronden verscholen op een boogscheut van Leopoldsburg, waar ik nog 10 maanden van mijn jeugdige jaren weggegooid heb tijdens mijn legerdienst.

    Ze diende zich stipt op tijd aan in haar Smulhoektenue en terwijl ik onze zwarte Cannondale en Specialized mountainbikes in de camionette laadde, mijmerde ik naar lang vervlogen tijden toen ik met mijn toenmalige bikegenoten alle verplaatsingen naar de TT’s nog met dit vehikel maakte.
    Op weg naar Limburg grapten we over de nickname die ze eigenlijk wel moest aannemen, naar analogie met Biker Zjé.
    Het evolueerde van Bikester in spe over She-bikester tot Bikester Ché. Dit laatste maakte onze connectie nog inniger, maar de verwijzing naar het gelijknamige weekblad vond ze toch te ver gaan, zodat even later Bikester Inspé boven de doopvont werd gehouden.

    Trots over mijn vrouwelijke verovering bereikten we het Duinenstadion in Hechtel, bekend van zijn “Nacht van de Atletiek”.
    Na het neertellen van onze 3 euro’s inschrijvingsgeld vertrokken we voor de kortste afstand van 20 km. De kidstocht van 10 km was wat weinig, de overige afstanden zouden Inspéétje misschien wel wat te zwaar gaan vallen voor een eerste keer.

    Een leuke start over de Hechtelse heide stond ook borg voor enkele duinen waar mijn bikegenote zich flink uit de slag trok op haar bike zonder klikpedalen.
    Het was heerlijk biken over afwisselend brede bospaden, enkele singletracks en uiteindelijk een uitbreidend veldwegenlandschap. Verwonderlijk genoeg waren de paden door de stortregens van de voorbije week niet omgetoverd in modderbaden zodat Inspéétje met haar Racing Ralph’s zowaar een betere bandenkeuze had gemaakt dan ik met mijn Noby Nic’s.
    Na het kruisen van de N175 naar Houthalen, betraden we het grondgebied van Wijgmaal, waar maïsvelden en weiden het landschap bepalen en enkele hobbelwegen onze fully’s aan een eerste test onderworpen.

    Om haar niet teveel te willen imponeren, liet ik Bikester Inspé het tempo bepalen en zette ik me vakkundig in het wiel om haar derrière af te schermen van al te kijklustige ogen.
    Ons tempo was, toegegeven, niet van een hoog niveau maar als we regelmatig sportief plaats maakten voor snellere bikers kon er meestal wel een bedankje af, terwijl ook op de singletracks door diezelfde bikers rustig gewacht werd tot er plaats was om ons in snelheid te nemen.

    De kilometers vervlogen gestaag en met het betreden van deelgemeente Eksel veranderde tevens het landschap terug in de naaldbossen waar deze gouw zo rijk aan is.

    Inspéétje had haar tocht goed ingedeeld, maar mijn advies dat na ca 10 kilometer een bevoorrading op ons wachtte, leek meer en meer in holle woorden uit te draaien.
    We naderden stilaan reeds de 20 kilometergrens en alhoewel we steeds de 20km-aanduidingen hadden gevolgd, doemde nu pas de bevoorrading op aan het sportcomplex te Eksel. Had ik me dan toch teveel op die derrière gefixeerd in plaats van de bordjes te volgen ?

    Nu ja, een bevoorrading met Actus sportdrank, sinaasappels en overheerlijke watermeloen bood meer dan compensatie voor haar stilaan leeglopende beentjes.
    Haar doffe blik verborgen achter de zonnebril, vroeg ik me af of ik de “blijde” boodschap durfde brengen dat deze tocht wel iets langer zou uitlopen.

    Inspéétje toonde zich van haar beste kant en mijn aanmoedigingen om nog eventjes door te bijten joegen ons vooruit langsheen het domeinbos Den Brand en de militaire oefenvelden om ten zuiden van de N73 even later opnieuw een groot gemeentelijk bosgebied en de Hechtelse heide te bereiken.

    Een bordje met “nog 5 km” verraadde dat onze tocht de 30 km zou benaderen en het leukste moest nog komen.
    Via heerlijke singletracks in het heide- en duinengebied lagen nog enkele leuke technische en steile stukjes te wachten, maar tot mijn grote verbazing slaagde mijn vrouwelijke collega er in enkele al rijdend te bedwingen.
    Op een moment liet men de keuze een track te volgen voor ervaren bikers waar ik haar aanspoorde de minder technische kant te volgen. Ik moest toch een beetje imponeren door mijn stuurmanskunsten boven die van haar te verheffen, niet ?
    Op die manier zag ze mijn geklungel niet als ik tot tweemaal toe van de bike moest om mijn slijklap (waar was die in godsnaam voor nodig ?) terug te monteren.
    Ik trof Inspéétje even verder in paniek langs de kant aan, wachtende op haar herder in de waan dat ze terug op het parcours van de 40 km zat.
    Ik kon haar echter geruststellen met de boodschap dat er een bordje hing dat je op het parcours van de “4” km (niet de 40 !) zat en dat dit bestemd was voor een wandeltocht die ‘s anderdaags zou plaatsvinden.
    Mijn kamerbrede grijns overhaalde haar tot de bekentenis dat “het vat” volledig af was, maar mijn bewondering voor deze eersteling kon ik toch ook niet onder stoelen of banken steken.
    Met 30, hoofdzakelijk off-road kilometers bracht zij het er meer dan mooi van af en ik durfde amper de vergelijking maken met mijn eerste mountainbikeritje dat een veel korter leven beschoren was.

    Alzo reden Zjé en Inspé terug naar hun Zuiderkempen in de wetenschap dat een nieuwe verslaafde geboren was. Naast haar persoonlijke overwinning, want lijdend aan een reumatische spierziekte, was er nog de hunker naar “meer, meer, nog meer”…..een gevoel dat ik na al die jaren mountainbiken maar al te goed ken……

    26-08-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    12-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vorst-Laakdal, 12 augustus 2006

    Iedereen kent wel de mop over de fanfaremuzikant, die bij het einde van een muziekstuk bemerkt dat hij een verkeerd stuk zat te spelen.
    Wel, dat leek ditmaal ook het geval met Sabine, onze weersvoorspelster nr1. Blijkbaar had zij de avond voordien ook de verkeerde weerkaart geraadpleegd om vervolgens met veel bombarie een archislechte dag te voorspellen.
    Een actieve regenzone zou ons de ganse dag plagen en met zeer veel neerslag gepaard gaan.
    Verwonderlijk genoeg was iets voor de middag nog steeds geen druppel gevallen in onze Zuiderkempen zodat ik uiteindelijk met Dany toch maar afsprak de toertocht van Vorst te gaan biken.

    Vorst is een semilandelijke gemeente in de Kempen, die samen met Veerle en Eindhout de fusiegemeente Laakdal vormt. De E313 en het industriegebied in Eindhout contrasteren fel met de landbouwbedrijven en woonwijken die het gebied doorspekken.

    Dany was mijn gids op weg naar Vorst, want ik vind persoonlijk in deze fusiegemeente moeilijk mijn draai, lees de weg…
    Uiteraard maakten we per bike de verplaatsing en hierdoor stootten we bij toeval aan de Marly-Nete-brug in Westerlo op de rode “Heylen”-pijltjes die deze tocht van de TTbikers uittekenden.
    De keuze was snel gemaakt om het parcours te volgen en zodoende onze voorziene afstand toch een beetje in te korten.

    Met een uitzonderlijk mooi uitzicht op het Merodekasteel op de andere oever van de Nete was meteen de toon gezet voor best wel een leuke tocht.
    Via het Riet en de Kaaibeekhoeve reden we via veldwegen door Varendonk richting Zammel waar we na het kruisen van de N127, Geel-Diest opnieuw de Netedijk opzochten.
    Opvallend was hoe smal de Nete hier nog is in tegenstelling tot enkele kilometers verder stroomafwaarts in Westerlo.
    Langsheen het Zammelsbroek was het leuk toeven op de oever, waarna we even later van kant wisselden via een smal fietserbruggetje. Het voorgeschotelde traject was nu van een ander kaliber, want meer van het principe : “Is er geen weg ? We maken een weg !”
    Het gedokker op het al dan niet bestaande pad ging gelukkig snel over bij het bereiken van Eindhout.

    Deze tocht leverde ons verrassend genoeg enkele hoogtemeters op met het bereiken van de Eindhoutse berg. Nu ja, berg is een groot woord voor een door de geologische geschiedenis bijeengewaaide zandduin met amper 15 m hoogteverschil.
    In de naaldbossen was echter een mooi XC-parcours uitgetekend waarbij we toch regelmatig even naar het middenblad moesten en bovendien op de bochtige singletracks regelmatig uit het zadel moesten om terug snelheid te halen.

    We doken uit de bossen op vlakbij autostradeafrit Geel-Oost, waarna we de E313 nog een tijdje parallel volgden over een opgespoten zandtraject.
    Het zonnetje was intussen, tegen de afspraken met Sabine in, flink haar best aan het doen.
    Ik had me tegen de voorspelde neerslag en kille temperaturen gewapend door middel van een kniebroek en trui met lange mouwen, maar dit brak me nu wel zuur op.
    Ik prees me dan ook gelukkig dat we intussen de kleine broer van Vorst, Klein-Vorst bereikten alwaar in een feesttent de mountainbikebende ontvangen werd.

    Plichtsgetrouw ruilden we 2.5 euro in voor een inschrijvingsbonnetje, waarna wij voor het 2de deel van onze tocht vertrokken.
    In onze haast zagen we blijkbaar een inschrijvingsbus voor de bonnetjes over het hoofd, waardoor we enkele kilometers verder beseften dat er geen controle op inschrijving meer zou staan. Nu ja, dan gaven we ons briefje straks aan de bevoorrading maar af.

    Doorheen een groot broekgebied was het intussen een atletisch stukje mountainbike geworden. Op de vettige paadjes doorheen rietvelden en het overstromingsgebied van de Laak was het een balans zoeken tussen recht blijven en toch een redelijke snelheid aanhouden.
    Met wisselend succes namen Dany en ikzelf om beurten het kopwerk voor onze rekening, maar onze oude-mannetjes-ruggen waren toch blij als we bij paardenmelkerij Trichelhof na ca 15 km reeds een bevoorrading vonden.

    Bij het nuttigen van een wafel, banaan, sinaasappel of Actus-sportdrank konden we bewonderend genieten van de paarden die net uitgelaten werden. Het ontlokte ons de opmerking dat hier toch voor een enorm kapitaal aan viervoeters in de weide stond, de ene nog mooier dan de andere.

    Onmiddellijk na onze herstart konden we de splitsingen van 20-40-60 km kiezen, waarbij we uiteraard voor de langste afstand kozen, omdat we ook terug aan “ons” vertrekpunt in Westerlo wilden geraken.
    Via de kleine, grote en rode Laak bereikten we Veerle, waar we in bewondering voor het kokette domein van de Maekelhoeve zowaar het juiste parcours verlieten. Gelukkig boden de enkele honderden meters wegvergissing ons nog eens een ander perspectief op de zonevreemde horecazaak met zijn feestzalen.
    Langs de oever van de grote Laak naderden we de visvijvers van Veerle Roost, waar weer enkele vettige singletracks lagen te wachten. Alles bleef echter steeds zeer goed berijdbaar zodat de overlast uitsluitend voor onze mountainbike-onwaardige ruggen bestemd was.
    Bij het opnieuw kruisen van de N127, stond een laatste splitsing 40-60 km waarbij we uiteraard aan onze stand verplicht waren voor de 60 te gaan. Verwonderlijk genoeg kozen enkele supersnelle bikers, die ons net voordien machteloos achterlieten, hier voor de 40 km….strange !!!

    Over hoofdzakelijk kurkdroge veldwegen naderden we Westerlo, waar we in de buurt van de Kaaibeekhoeve het parcours van de 24 u van Westerlo opdraaiden. Het singletrackparcours in Bergom achter de grot kon hier uiteraard niet bij ontbreken. Voor Dany was dit zijn eersteling zodat ik dankbaar gebruik maakte van mijn parcourskennis om ook eens enkele lengtes voorsprong te nemen.
    Mooie liedjes duren echter niet lang, want na het verlaten van de kleinste deelgemeente van Herselt doken we de groene vaste blosoroute van deze commune in.
    Een door mezelf al vaak verguisde blosoroute omwille van de obligate slijkstroken die het provinciaal domein Hertberg nu eenmaal telt.
    Ik kreeg hier trouwens mijn eerste mountainbikeinstructies van oer-bikecollega Gert, waarbij ik een mislukt technisch hoogstandje over een omgevallen boom, bekocht met 5 weken inactiviteit wegens gekneusde ribben. Kortom, ik ben niet voor die groene blosoroute !
    Ik besloot me maar niet al te flauw op te stellen en moest trouwens vaststellen dat het al bij al nog wel meeviel. De kurkdroge julimaand had blijkbaar voor voldoende zuigkracht in de bodem gezorgd, zodat de regen van de voorbije weken alleen maar voor vermijdbare plassen had gezorgd. Het betere baggerwerk, zoals dit in de wintermaanden achter “Mie Maan” kan gedemonstreerd worden, bleef nu achterwege.
    Voor 99% off-road werkten wij op deze manier ons laatste traject af via Mie Maan, de Drie Eiken, Kipdorp en de Hertberg om vervolgens na bijna 65 km op het afgepijlde deel een tweede bevoorrading te vinden.

    Alhoewel wij ons intussen aan het eind van onze rit bevonden, lieten we het toch smaken en vulden onze leeggemaakte energietankjes terug aan.
    De jongens aan de bevoorrading bevestigden ook ons vermoeden dat er wel erg weinig mensen op de 60 km zaten, want er bleken op dit late uur amper 110 bikers gepasseerd op een totaal van 438 geregistreerde deelnemers.
    Onze tocht zat er alleszins op en mocht best leuk en verrassend genoemd worden.

    Leuk en verrassend was het trouwens ook voor onze eega’s en kindjes die na onze zaterdagrit op een zondagse verwendag zonder mountainbikegeweld vergast werden.
    Dit is een kwestie van geven en nemen, net zoals het weer niet altijd schitterend is of de fanfare niet steeds datzelfde leuke deuntje speelt…..

    12-08-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    06-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bekkevoort, 6 augustus 2006.

    Een sombere zondagochtend, posttraumatische verwerking van het positieve B-staal van “Floydje de bedrieger”, verwerking van een slechte nachtrust, de koffiezet die overloopt….ik had al betere zondagochtenden meegemaakt.
    De zin om terug tegen het warme lichaam van moeder de vrouw te kruipen was groot, maar de wetenschap dat bikemaat Dany mij seffens stond op te wachten op ons date-plekje in Ramsel deed me toch naarstig verder doen.

    We zouden vandaag namelijk naar Bekkevoort fietsen om aldaar “de parel van ’t Hageland” te gaan biken, een inrichting van de Megabikers.
    Bekkevoort is een landelijke gemeente in het Hageland die door de E314 en de Staatsbaan gevierendeeld wordt. Landbouw en verkeer leven dus noodgedwongen in symbiose en doorheen dit kluwen zouden wij vandaag onze weg moeten vinden.

    Bij een relatief hoge luchtvochtigheid brak het zweet me op de heenweg reeds uit zodat de 25 kilometers opwarming mij al het uitzicht van een zwetend rund gaven.
    Bij de inschrijving liepen we bikers Charly en Geert tegen het lijf, maar door mijn onbehaaglijke gevoel durfde ik zelfs niet vragen om even te wachten op ons. Dany had al toegezegd om het kalmpjes aan te doen, zodat ik me al wentelde in zelfmedelijden.
    Na het neertellen van onze 3 euro togen we dus rustig op weg voor een tocht die ons normaliter wel moet liggen. Deze kant van het Hageland staat namelijk bekend om zijn brede glooiende veldwegen, zonder al te technische passages, zodat wij al sportend ook onze kennis van de fauna en flora kunnen bijspijkeren.

    De aanloop van de tocht was vrij gemoedelijk over relatief vlakke wegen richting Webbekom.
    Nooit werden de watertoren en GSM-mast, die in Bekkevoort hoog boven de kim torenen, uit het oog verloren, zodat het wel leek alsof we een plaatselijk naTourcriterium reden.
    Ons tempo was niet echt indrukwekkend en we waren overtuigd dat we aan zowat de traagste snelheid van heel het deelnemersveld rondreden. Dany kreeg zelfs de slappe lach als we, met alle respect voor deze man, voorbijgereden werden door een zestiger met hoog opgetrokken kousen en een bike uit den Aldi.
    De naam Bekkevoort zinspeelde in mijn hoofd : Doe een "bekke voort…”. Mijn hartslagmeter wist me echter te vertellen dat ik het “piano, piano”-principe moest blijven huldigen, wou ik deze middag nog uit één stuk thuis geraken.

    In deelgemeente Assent werden zowat alle paden platgereden en met de E314 als leidraad schoven we stilaan op naar Halen waar we een eerste bevoorrading troffen onder de brug van de autostrade.
    Wie we ook terug tegen het lijf liepen waren onze broeders Charly en Geert, waarbij Charly klaagde over maagpijn die een stel avondlijke Duvels veroorzaakten. Hij promoveerde zichzelf als door de Duvel bezeten en bezwoer ons stil te zijn, want in zijn buikje rijpte de Duvel…
    Zijn geweeklaag maakte wel indruk op mij, maar tevens begon ik me af te vragen waarom wij hen dan niet ingehaald hadden, als hij zich inderdaad zo slecht voelde.
    Als we even later dan samen onze tocht wilden verder zetten, bleek hij ook nog een gebroken spaak te hebben die zijn achterwiel volledig deed blokkeren tegen de V-brakes.
    Dit begon al meer op uitlachen te lijken…mijn moraal die al niet te hoog stond, viel nu helemaal terug op het laagste pitje.
    Tot overmaat van ramp zette onze Duvelbroeder onmiddellijk een stevig tempo in op weg naar Loksbergen. Hij wou duidelijk een "Landisraid" opzetten, maar er zijn grenzen aan het belachelijk maken van uw bikegenoten.
    Eerst zijn cadans gaan breken door te vragen of hij kwaad was op ons, was al goed voor de slappe lach en even later eens flink doortrekken op de Kluisberg volstond om hem de scherpste kantjes te ontnemen.

    Zo konden we dus terug als kwartet de zelfbenoemde “meest landelijke gemeente van het Hageland” opzoeken. Het gevarieerde landschap evolueerde over gemaaide graanvelden naar maisplekken en ontelbare boomgaarden, waar de sterk buigende takken een goed appel- en perenseizoen voorspellen.

    We naderden Waanrode waar ik op bekend terrein kwam van de plaatselijke toertocht in juni.
    Potenbreker “Tumulus” lag hier weer in zijn twee schuifjes te wachten. (Een “tumulus” is volgens Wikipedia een grafheuvel waar de Romeinen hun belangrijke doden eerlang begroeven).
    We maakten gebruik van dit ingetogen herdenkingsmonument om halt te houden op de bult en te genieten van het prachtuitzicht dat we over Waanrode en verre omgeving kregen aangeboden.
    Dat het zonnetje intussen af en toe doorbrak tilde ons humeur naar nog hogere sferen en deed slechte benen en wispelturige maaginhoud naar het achterplan verdwijnen.

    Na het kruisen van de N29, de langste rechte baan van België, betraden we het rijk van Wersbeek.
    Charly begon intussen aan het uitzweten van zijn 7de Duvel, maar de hiermee gepaard gaande afvalstoffen stapelden zich intussen ook op tussen zijn spiervezels.
    Hoog tijd dus voor een tweede bevoorrading die we op de gecombineerde 25/68 km lus vonden tussen de boomgaarden.
    Een overvloed aan suikerwafels, bananen en sportdrank bevestigden al het goede dat we bij de eerste rustpauze reeds hadden aanschouwd. Opvallend was echter het ondertal aan bikers dat nu met ons nog aanschoof aan het buffet. Blijkbaar hadden velen van de 1400 deelnemers toch voor de kortere 48 km afslag gekozen.

    Mekaar nog even moed ingepompt voor het laatste stukje van 15 km, wist ik uit ervaring dat er nog enkele kuitenbijters lagen te wachten.
    De Muggenberg, een met “blauwe maandag kassei” bezaaide heuvel liet ons de tanden nog eens op elkaar persen en bracht een pijnlijke herinnering naar boven, daar ik in mijn jeugdjaren op deze bult van Molenbeek-Werbeek nog belachelijk gemaakt werd door ene Erik VanderAerden. Waar is de tijd…
    Kort nadien werden we nog eens vergast op de steile kasseiklim aan de St. Laurentiuskerk in Molenbeek. Nu was het pompen of verzuipen, nog even doorzettend op de klimmende off-roadpaden die ons naar het hoogste punt boven zeespiegelniveau van deze tocht tilden.
    Charly zag nu alle kleuren van de regenboog, maar als goede bikegenoten vergaven we hem zijn overmoed van enkele uren terug en namen we met de Heideberg, gegroepeerd de laatste steile hindernis van de dag.
    Na het kruisen van de N2-Staatsbaan, werd met een klein ommetje via Tielt-Winge gedurende een ogenblik de Solveldroute gevolgd, waarna even later terug het voetbalveldje van VC Bekkevoort in zicht kwam.

    Geert en Charly waren met de wagen gekomen, zodat ik met Dany een tweemanswaaier moest vormen naar onze Zuiderkempen.
    De intussen strak aangespannen Noordoostenwind maakte de terugtocht niet echt tot een makkie, maar onze ervaren body’s hadden nog wel een energietankje op slot gehouden voor deze terugtocht.

    Uiteindelijk hadden we met 115 km en 550 Hagelandse hoogtemeters onze doelen toch bereikt.
    Laat de supercompensatie nu maar volgen, want met 220 wegkilometers per mountainbike naar Middelkerke voor de boeg, kan ik nog wel wat extra’s gebruiken.
    En aangezien ik een fervente anti-dopingaanhanger ben, zal het met training, bokes met choco en een goede nachtrust moeten gebeuren.
    Of zou ik toch de Duvel bezit laten nemen over mijn lichaam …????

    06-08-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    29-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Scherpenheuvel-Kessel, 29 juli 2006

    Conditie moet je onderhouden…een waarheid als een koe en een sportwetenschap die buiten kijf staat. Maar 4 sportarme weken, doorweven met slechts 2 toertochten, hadden mijn conditioneel peil toch op een historisch dieptepunt gebracht.
    Hoogdringend tijd om hier iets aan te doen en hoe kon ik dit beter dan door kilometers te malen in een mountainbikemarathon.

    Er lag dan ook een mooie uitdaging te wachten in Scherpenheuvel waar de jongens van MTB Rudy een startplaats vonden voor hun 85 kilometers lange marathon met aankomst in Kessel bij Lier.
    Een rit dus met startplaats in het Hageland en aankomst in het Neteland.
    De witte van Zichem en Pallieter verenigd als het ware. Deze fata-morgana kreeg nog meer kleur door het neerstrijken van het gelijknamige TV één-programma in de Hagelandse basiliekstad.

    Ik was rustig naar de startplaats gefietst waar ik mijn kompanen van team2megasaeco terugvond. Fons, Patje, Natascha, Guy, Jos, Tim en Jurgen waren al op post als ik voor 10 euro mijn startnummer op de bike mocht binden.
    Na de zegening van een honderdtal bikers, waarbij de dienstdoende pastoor de eerste rijen van een flink stortbad voorzag, mochten we op pad. Nog even rondgekeken of Zjéna Lisa geen handtekening wou van biker Zjé, maar zij zat waarschijnlijk met haar Kid Coco nog een tas koffie te slurpen.

    Alhoewel ik vrij achteraan in het pak startte, was het toch nog een zenuwachtige bedoening bij het bestormen van de velden achter de basiliek, richting Vinkenberg. Een enorme stofwolk verraadde tot waar de kop van het peloton zich bevond. Het Hageland was daags voordien gespaard gebleven van de flinke onweders die ons Vlaanderenlandje geteisterd hadden, zodat mijn semislicks de ideale ondergrond vonden voor een dagje biken.

    Fons amuseerde zich te pletter door bewegende beeldjes te nemen van de bende, terwijl ik al vlug mijn teamgenoten uit het oog verloor. Nu ja, ik kon maar best mijn eigen tempo rijden en als ik even later een plaspauze nam, zat ik alleen op het parcours en kon rustig onder de ontluikende zon mijn weg vervolgen.

    Langsheen de Maagdentoren, een middeleeuwse grenstoren in Zichem, bereikten we de Demeroever die nu een tijdje onze gezel zou zijn.
    Zo bereikten we Testelt, waar we angstvallig de Voortberg omzeilden om doorheen het Vierkensbroek naar Averbode te varen.
    Tijd voor het serieuzere werk, want de steilste beklimming van de Weefberg werd ons voor de voeten gelegd. Deze steile klim die voorlopig mijn zwarte beest blijft, want nog nooit al rijdend beklommen, was ook deze keer “a bridge to far”.
    Ondanks de uitnodigende tracks in deze uitloper van de Merodebossen, trokken we verder om terug op grondgebied Testelt de Rode berg te vinden.
    Opnieuw een “no nonsense” doortocht, want Kessel lag nog een eind verderop.
    Via Elsleuken en de Molenheide, met zijn 17de eeuwse Heimolen, bereikten we het dak van deze tocht met de Bosberg in Langdorp.
    Vlak voor het betreden van “skogberg” stond er een laag afgebroken aluminium paaltje midden in een singletrack. Gevloek bij ettelijke bikers, want een vijftal lekke banden op minder dan 100 m gaven gestalte aan het onheil dat dit stuk metaal veroorzaakt had.
    Ook Wiekerbiker Jefke stond aan de herstelling, en na een vlugge “Ca va Jef ? Joew, stoem pooltje !”, bestormde ik de bult van Langdorp.
    Ditmaal geen korte passage, maar een drietal fikse beklimmingen die mijn kilometertekort tot in de diepste spiervezel deden voelen. De bestorming werd een beklimming, werd bovenhijsen, werd net geen calvarietocht…

    De bevoorrading die ons aan het voetbalveld van een liefhebbersploeg in de Gijmel wachtte, kon niet beter geplaatst zijn.
    Ik kon nu ook even tijd maken om mijn kopserie die losgekomen was, met de Mac Gyver toolset wat meer stevigheid te geven.
    Intussen waren we met Fons, Jos, Natascha, Guy en Jurgen zowaar terug als 2MS-treintje verenigd, maar ik liet mijn teamgenoten na de bevoorrading rijden om “Landisgewijs” als een “floydje van een cent” mijn eindstreep te halen.
    Ik kwam namelijk intussen halfweg mijn beoogde 125km onder een steeds warmer wordend zwerk bij een erg hoge luchtvochtigheid. Ik had me ooit al behaaglijker gevoeld…
    Rustig cruisen was dus de boodschap doorheen het intussen vlakke landschap, waar ik mijn tienerjaren doorbracht.

    De Ramselse Langdonken zijn het overgangsgebied tussen de arme zandgronden van de Kempen en het “rijke” Hageland.
    We zochten de vaste blosoroute van Herselt op om over de droge tracks via Molenberg en Kapittelberg, het domein van de Drie Eyken te bereiken. Bergen kan je deze molshopen nauwelijks noemen…maar de naald- en loofbossen bezorgden ons wel deugddoende schaduw.
    Langs de Snepkens bogen we af naar het Westmeerbeekse Goor, een beschermd moerasgebied waar de weekendhuisjes nochtans welig tieren.
    Rivier nummer 2 werd nu bereikt met de Nete en deze waterloop zou de rest van de rit dikwijls onze gezel blijven.
    Bij het kruisen van het houten bruggetje aan het fietspad Aarschot-Herentals, passeerden we op exact een kilometer van mijn huisstee, zodat de nodige karaktersterkte moest aangewend om mijn weg te vervolgen naar de Hulshoutse Herenbossen.
    Via Hulshoutcity werd een weg gezocht en gevonden naar het Hulshoutse goor, zodat even later de Bruggeneindse Kaastrooimolen werd bereikt.
    Een prachtig kader om een tweede bevoorrading neer te poten.

    Ik trof opnieuw Fons, Jos, Guy en Natascha terwijl Jurgen een dipje doormaakte en even later binnenliep.
    In de wetenschap dat de laatste 25 km tot Kessel werden aangeboord, gooide ik mijn Italiaanse “piano ! piano !”-principes overboord en besloot de 2MS’s te vergezellen voor de rest van de rit.

    Doorheen het Wiekevorstse landbouwgebied kregen we een afwisseling van asfaltbaantjes, harde karrensporen en kasseibaantjes voorgeschoteld. Een boer die het vruchtensap van zijn koeienstallen wijd verspreidde over zijn veld, zorgde voor de nodige hilariteit en een korte tussenspurt om aan de welriekende geuren te ontsnappen. In al mijn ijver had ik blijkbaar ook wat teveel krachten op mijn materiaal gezet, want intussen sprong zowaar reeds een tweede spaak in het achterwiel. Het gaf mijn vehikel al meer het uitzicht van een funny-bike te Blankenberge.
    We bereikten Itegem waar we aan de oude brouwerij resoluut voor een vervolg over de Netedijk, weer die (!), kozen.
    Kilooooometerslang over hobbelig platgereden gras, waar de rug in al zijn facetten werd getest. Jos ontbond hier ook zijn duivels zodat ik, meer dan me lief was, het puntje van mijn zadel moest opzoeken. Pas aan het Schipke in Herenthout konden we die vermaledijde rivieroever verlaten om het mooie domein van Kruiskensberg in te duiken.
    Nog eens echt biken in de kronkelende singletracks, zadelde me op met aanzettende krampen en bladeren in verschillende lichaamsdelen als ik, door vermoeidheid, mijn bochten wat te weids nam.
    We staken door naar de Herenthoutse Merodebossen (wat heeft die prins ooit toch veel eigendom gehad !?), waar we zowaar op een natte ondergrond stootten.
    Enkele grote plassen en slijkwadden verraadden dat een plaatselijk onweer hier daags voordien lelijk huis had gehouden.
    In Gestel stootten we terug op……de Nete om onze tocht naar het land van Pallieter via de kortste (water)weg te vinden.
    Zo werd uiteindelijk Kessel bereikt, waar een bordje “afstappen” ons een ongecontroleerde duik van de Nete-oever over een smalle plank bespaarde.

    Als apotheose van de tocht werden we het parcours van de zondagse XC-wedstrijden aan het Kesselse fort opgejaagd.
    Met intussen een century in de benen was dit persoonlijk niet echt meer genieten, maar het enthousiasme van Jos werkte toch aanstekelijk genoeg om deze unieke ervaring niet te laten voorbijgaan, zodat we met vallen en opstaan ook dit tot een goed einde brachten.

    Ik nam afscheid van Jos en zijn supporter nr1, Maria zodat ik, gelukkig windaf, mijn terugtocht naar Hulshout kon inzetten.
    Met leeggelopen benen, lederen tong en pijnlijke rug was de zin groot om bij het eerste het beste terras een stoeltje op te zoeken, maar toen ik in Herenthout een 70 jarige buurman tegenkwam (met een gewone fiets notabene !), vond ik hierin toch voldoende inspiratie om zo snel mogelijk mijn gezinnetje te vervoegen.
    Mijn weekend was alleszins sportief ingezet en deze zaterdagse marathon bood uiteindelijk ook de kans om op zondag eens niet aan mountainbiken te denken.
    Op algemene vraag van mijn vrouw en zoontje gingen wij daags nadien dus naar de XC-mountainbikewedstrijden op het Kesselse fort.
    Een prachtervaring waarbij het verschil in snelheid van uitvoering schrijnend was en onze zegevierende kampioen Benny Heylen een eigen dimensie gaf aan de wieleruitdrukking “zwemmen”…. Wie erbij was weet waar ik het over heb….

    29-07-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    23-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wijgmaal, 23 juli 2006

    Na een broeierige en slaaparme nacht had ik uiteindelijk toch voldoende moed bijeengeraapt om mijn zondagvoormiddag al bikend door te brengen.
    Het feit dat ik beloofd had mijn bikemaat Dany op te pikken om 7 uur speelde uiteraard ook een bepalende rol.
    Dit alles maar om te schetsen dat ik me niet echt tiptop voelde na enkele (te) korte nachtrusten en met de TT van Mol van 2 dagen eerder nog in de benen.
    Als dan nog bleek dat het onweer van de voorbije nacht vrij grote plassen had achtergelaten, kreeg ik nog meer muizenissen over de semislicks die nog op mijn velgen lagen te blinken.
    Dany had verstandig genoeg zijn Nobby Nic’s gestoken, maar ik troostte me met de gedachte dat mijn rolweerstand op de weg naar Wijgmaal dan toch een stuk lager zou liggen.

    Wijgmaal was inderdaad ons doel. Deze Vlaams-Brabantse deelgemeente van Leuven is gelegen aan de Dijle en de vaart Leuven-Mechelen. Zijn beroemde Remy-toren is stille getuige van vergane industriële glorie, maar intussen heeft deze oude stijfselfabriek een nieuwe bestemming gekregen waar moderne ondernemingen hun onderdak vinden.

    Omstreeks 8 uur kwamen wij reeds de parking van Olympia Wijgmaal opgereden, waar we in de plaatselijke kantine resoluut voor de langste afstand van 70 km kozen.
    De organiserende wielerclub “De Biekes” uit Wakkerzeel had namelijk het plan opgevat een marathon te creëren onder de naam “Rondom Leuven”.
    We spraken af er een rustige tocht van maken om onze lamentabele conditie terug van een gezonde basis te voorzien.

    Een snelle “Hoe is’t ? Goe !” gewisseld met Peter van 2MS en 3 euro armer togen we op pad.
    Het rustige opwarmertje langsheen de Dijle was zoals steeds voorbode van een explosie aan hoogtemeters.
    Aan het Holsbeekplein klommen we namelijk door de prachtige stijgende holleweg naar de hoogte van de Kesselse berg die ons direct de eerste 50 hoogtemeters op het telraampje aanbracht. Tijd om te recupereren was er niet want doorheen het Bovenveld, een groot verkaveld bos met ontelbare onverharde wegen, werd een vervolg gebreid aan het pittige begin van deze tocht.
    De binnenplateau werd al druk gebezigd, vooral als even later de gevreesde “Zoenk”, oftewel de Lemingsberg een voor velen te hoog gegrepen uitdaging bood.
    In het (verre) zog van ex-kampioen Björn Brems kon ik toch al rijdend mijn voldoening halen, zodat alle kopzorgen van deze morgen reeds ver achter mij lagen.

    We betraden de residentiële wijken en bossen van Hoog Linden die een parcours aanboden waarbij je jezelf warempel in de Ardennen zou denken. Single-tracks, bospaadjes, holle wegen en niet te vergeten…hoogtemeters die gulzig verorberd werden.
    Veel te snel bereikten we dan ook het voetbalveld van VK Linden waar we de eerste bevoorrading vonden. De 15 kilometers die we net achter de rug hadden konden Dany en ikzelf toch omschrijven als het mooiste dat we dit jaar in Vlaanderen reeds gereden hadden.

    Het rijkelijke buffet dat voorlag deed ons nog meer verzoenen met deze tocht die eens te meer het cliché ontkrachtte dat een TT, georganiseerd door een wielertoeristenclub meestal niet veel voorstelt. Dit zou een toporganisatie worden, zoveel was nu al duidelijk.

    We togen nu via Kessel-lo naar de hoogten van de Bovenlo waar we nog beloond werden met een kamerbreed panorama over de stad Leuven die onder de blakende zon aan onze voeten lag.
    Een tricky afdaling met veel steenpuin was echter voorbode van het onheil dat ons te wachten stond.
    Bij het kruisen van de Tiensesteenweg-N3 in Korbeek-lo moest Dany namelijk stoppen omwille van een wrijvend geluid aan zijn V-brakes. Voor hij goed en wel besefte wat er aan de hand was, kwam zijn binnenband als een duivenei naar buiten gepuild, gevolgd door een luide knal die zijn blitse Nobby Nic van een lange scheur voorzag.

    Lap ! Mooie liedjes duren niet lang….toch 1 cliché dat vandaag onderhouden werd.
    Omdat de scheur in de buitenband zich situeerde ter hoogte van de velgrand, was herstellen quasi uit den boze (zelfs voor de Mac Gyver in ons) zodat ik dan maar op zoek toog naar een fietsenwinkel in de buurt.
    Murphy besliste echter dat de enige winkel in de buurt met jaarlijks verlof was, zodat ik onverichterzake bij mijn maatje met lege handen terugkwam.
    Gelukkig had Dany toch nog de alertheid gehad het noodnummer van de organisatie mee te pikken aan de inschrijving, zodat hij deze mensen kon bellen om hem te komen oppikken. Hun positieve antwoord bevestigde nogmaals dat we met een echte toporganisatie te maken hadden.

    Ik twijfelde nu wel om de resterende 50 km (+25 km huiswaarts) nog alleen af te werken, maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij (wat was dat toch met die clichés vandaag ?)
    Tom “Primus” en zijn maat Bram passeerden net en waren mijn reddende engeltjes om mijn tocht in gezelschap verder af te werken.
    Ik liet mijn maat Dany dus als een straatmadelief achter aan de N3 en trok met mijn nieuwe bikematen verder op pad.

    Het landschap kreeg nu een volledige facelift, waarbij de uitgestrekte velden een nieuwe achtergrond van de tocht vormden. De hoge toren van het Sint-Camillusinstituut in Bierbeek dook voor ons op en door hoofdzakelijk brede veldwegen in het glooiende landschap werd afgebogen richting Meerdaalbos.
    We betraden “het woud” niet, maar reden langs de buitenkant over goed berijdbare en brede veldwegen langsheen Chateau Valduc met zijn gerestaureerde hoeve naar het Franstalige gebied van Brabant.
    Het strakke tempo dat mijn maten oplegden, lag toch wel enkele km/u hoger dan voordien zodat ik ook mijn hartslag stilaan het omslagpunt zag overstijgen.
    Op die manier werden mijn reddende engeltjes ook stilaan mijn kwelduiveltjes, wantde gebrekkige conditie die ik tot op heden goed had weten te verbergen, kwam nu wel in al zijn naaktheid naar boven.
    Na het overschrijden van de Naamsesteenweg in Hamme-Mille was het dan ook zo ver en werd ik er op de eerste serieuze helling simpelweg afgepoeft.
    Tom en Bram wachtten me keurig op, maar ik maande hen aan zeker niet meer te wachten de volgende keer, aangezien ik toch over mijn toeren aan het gaan was.

    We namen een heerlijk taalbad in de Waals-Brabantse gemeenten Hamme-Mille, Nethen en Pecrot waar “de tijd bleef stille staan” en de rust uit elk huis, elke straat, elke holleweg uitstraalde.
    Biker Zjé bleef nog wat harmonica spelen met zijn bikematen, maar met het naderen van Sint-Joris-Weert moest ik er toch definitief af.
    Ik spaarde me ook bewust in de gedachte dat de aartsmoeilijke beklimming van “de Kluis” er zou aankomen, maar gelukkig voor mijn vermoeide lijf liet men deze rechts liggen.
    De technische holle weg die ons naar de hoogte van de Steenberg tilde mocht er anders ook wel zijn.
    We dreven nu langsheen “recreatiepark De Zoete Waters” naar Heverleebos, waar we in tegenstroom met de vaste blosoroute van Heverlee de tweede bevoorrading bereikten aan het voetbalveld van OHL, de fusieploeg van Oud-Heverlee en Stade Leuven.

    Tom en Bram waren reeds aan hun tweede drankje toe en na het ontvangen van een smsje dat Dany goed en wel op weg was naar huis, spoedde ik me om toch met mijn nieuwe fietsgenoten de tocht te volbrengen.
    We betraden via Korbeek-Dijle de onlangs gemaaide graan- en koolzaadvelden. Waar we eerder op het jaar met de toertocht van Winksele nog konden genieten van de gele bloemenpracht, bood het landschap nu een eerder troosteloze blik.
    De vliegtuigradar van Bertem troonde hoog boven de kim en via uitsluitend brede veldwegen en kasseibaantjes zakten we af naar het Eikenbos en Bertembos.

    Het tempo in ons groepje was nu wat gemilderd en we reden in wisselende posities, genietend van de vergezichten door het open hinterland van Leuven.
    Tom wierp zich op als de conditioneel beste biker, maar hij buitte zijn voordeel niet uit en wachtte ons regelmatig eventjes op.

    Nog meer gekend terrein dook op bij het naderen van Winksele, waarna met de Roesselberg een laatste steile hindernis werd genomen.
    Langs Herent werd via minder spectaculaire en vooral asfaltwegen terug naar onze startplaats aan Dijle en vaart gereden, maar al het lekkers dat we reeds achter de rug hadden maakte dit meer dan goed.
    Met 70 km en 750 hoogtemeters was dit meer dan een conditietraining geweest.

    Aan de kantine van Olympia zaten al enkele van mijn teamgenoten op het zonnige terras, want men had bij Team2megasaeco de afspraak gemaakt van deze dag een “Meet the team day” te maken. Na een leuke babbel informeerde ik of Patje en Jovano niet voor brommer wilden spelen naar het verre Hulshout, maar zij bedankten vriendelijk.
    Mijn kwelduivel nr 1 onder de persoon van Primus Tom bood me echter de oplossing en stelde voor mij tot in zijn woonplaats Baal te stayeren.

    En zo gebeurde het dat hij mij, zoals Merckx eerder op de week met Landis voordeed, tot aan de voet van Balenberg afzette, weliswaar aan een tempo dat ik als “kopman” zelf nooit had kunnen ontwikkelen.
    Dankbaar om zijn gulheid nam ik afscheid en haspelde de resterende kilometers naar “mijn Zuiderkempen” met verzuurde benen op het gemakje af.

    Het lesje in nederigheid dat ik gekregen had (ik ging Tom een maand geleden in de Hagelandse nog vlotjes vooraf), bewees nogmaals dat met training zoniet alles, dan toch veel te verwezenlijken valt.
    En daar heb je helemaal geen verboden substanties voor nodig…..spelen op weduwschap met uw wachtende vrouwtje en zoontje thuis, doet al wonderen.

    23-07-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    21-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mol, 21 juli 2006

    Hittegolf nr 2 van dit jaar nodigde niet echt uit tot zware inspanningen, maar 3 fietsarme weken waarin ik amper 100 km op de teller gekregen had, verplichtten me moreel toch tot enige vorm van inspanning.
    Onze koning had op zijn feestdag nog gepleit voor meer verdraagzaamheid, maar of ik nu ook verdraagzamer moest zijn voor mijn eigen lichaam, liet ik voorlopig in het midden.
    Vroeg opstaan en tijdig vertrekken was alleszins de boodschap die ik hieruit begrepen had, zodat ik om 7u huisje weltevree verliet om een streep te trekken richting Kempen.

    Mijn doelwit lag in Mol, gelegen in een driehoek van kanalen, met zijn kerncentrale en ontelbare deelgemeenten met oa welluidende namen als Achterbos, Millegem en Ginderbroek.
    Via Westerlo, Geel, Laakdal en Meerhout stond een slordige 30 km verder biker Charly me aan sporthal Den Uyt reeds op te wachten. Ik spoedde me dan ook om voor 3 euro een inschrijvingsbonnetje te kopen, een snelle blik op de stafkaart te gooien om vervolgens mijn werk- en bikecollega te vervoegen.

    Het was ontzettend druk aan de startplaats en de eerste kilometers zou het filerijden worden vooraleer de eerste off-road paden bereikt werden.
    Na het kruisen van de Molse Zuiderring trokken we in de richting van Geel-Bel om in een bos- en heidegebied singletrackland te betreden.
    In de schaduwrijke dennenbossen was het keren en draaien, met verraderlijke zandbochten en doorheen een enorme stofwolk die door de voorrijdende bikers was opgeworpen. Al snel was ons bezwete en plakkerige lichaam bedekt onder een laag van kempenzand die een onverwoestbare strijdersblik bood.

    Aan de eerste splitsing van afstanden lieten we verstandig de lange afstanden van 50/60 km voor wat ze waren. Ik zou sowieso mijn kilometrage van de laatste weken in één klap verdubbelen zodat enige reserve inbouwen toch wel aangewezen was.
    Met de 40 km-afstand zouden onze oude lichamen voldoende sportactiviteit in de knoken hebben.
    Uiteindelijk benaderen onze samengevoegde leeftijden toch stilaan de magische grens van een eeuweling, zodat enig respect voor die grijze haren wel op zijn plaats is.

    De rit ging verder door de eerder aangehaalde tracks en stilaan raakte ik alle gevoel van oriëntatie kwijt. Als we achter de magazijnen van Odrada in Balen opdoken, beseften we pas dat we al een tijdje oostwaarts hadden gereden.
    Vrij verrassend stuitten we even later op het verbindingskanaal Dessel-Kwaadmechelen, waar we in de buurt van Rosselaar reeds de bevoorrading vonden na amper 15 km.
    Dit leek ons toch wel vroeg maar de rust die hier heerste deed bij onze bestofte breinen nog steeds geen lichtje branden.
    Waarschijnlijk kwam dit door het uitgebreide buffet dat aangeboden werd, want met mueslirepen, sinaasjes, bananen, suikerwafels, koekjes en sportdrank had niemand reden tot klagen.

    Op naar de volgende 35 km pikten we na de kanaaldijk terug het vertrouwde recept van singletracks, dennenbossen, heide en zandwadden op.
    We bereikten Sluis om hier verrassend genoeg een bordje met “nog 10 km” op onze weg te treffen.
    Hola Pola !!! De gabbers hun eurocentje viel nu wel… Wij hadden voor het buffet blijkbaar een wegvergissing gemaakt die ons een stukje verder op de omloop had afgezet.
    Nu ja, bij gebrek aan terreinkennis konden we dit toch niet meer rechtzetten zodat we rustig verder cruisden, intussen bedenkend en begrijpend waar al die bikers van de beginkilometers naartoe waren.

    Passerend in de buurt van het Zilvermeer en via Donk en Achterbos bereikten wij op die manier terug het centrum van Mol na een onuitgegeven toertocht van 30 km.
    Wij waren door een handigheidje van middenin het peloton naar de spits van de wedstrijd gereden. Was dit misschien de truuk die Floyd Landis gisteren uit de mouw schudde op de dag dat er toch wel wielergeschiedenis werd geschreven in Frankrijks mooiste !?

    Niemand zal het met zekerheid kunnen zeggen, maar Charly en Zjé mijmerden niet te lang want er lag best nog een lastige terugweg te wachten door de intussen aangetrokken westenwind.
    Ik besloot mijn collega nog te vergezellen richting zijn thuishaven Grobbendonk, zodat we via het Kempisch kanaal naar de stad van Keizer Rik 2 reden, waar onze wegen splitsten.

    Zo bereikte ik uiteindelijk met 90 km in de achterzak terug mijn huisstee.
    Het zwarte masker deed mijn huisgenoten met leedvermaak naar papa kijken, die zijn opkomende krampen verdoezelde onder het met volle borst zingen van ons nationale deuntje : tararararararararararaaaaaaaaaaaaaaaararara……

    21-07-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    24-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oud-Turnhout, 24 juni 2006

    Door omstandigheden kon ik op zondag de knappe toertocht van de Begijnendijkse Extremebikers doorheen het Hageland niet gaan rijden, zodat ik mijn bikeplannen naar zaterdag had verlegd.
    Een blik op de kalender leerde me dat er geen toertochten georganiseerd werden, alhoewel….mijn blik viel eensklaps op de naam Oosthoven.
    In deze deelgemeente van Oud-Turnhout werd de “In ’t Ven Classic” verreden, een bike-event waar ook een mountainbiketocht werd aan gekoppeld.
    Ik weet uit ervaring dat zulke evenementen meestal niet garant staan voor een hoogstaande mountainbiketocht, maar wou het toch een kans geven.
    Zo gezegd, zo gedaan en na een veel te korte (Heiste braderij)nacht kroop ik met kleine oogjes achter een grote zonnebril mijn bike op.

    Het doorkruisen van onze provincie van Zuiderkempen naar Noorderkempen zou toch zo’n 40km in beslag nemen, zodat ik rustig pedalerend mijn oude knoken op temperatuur liet komen.
    Via Herentals, Kasterlee en Turnhout bereikte ik uiteindelijk de startplaats in Oosthoven, waar het een drukte van jewelste was op de plaats van inschrijving.
    Vele wielertoeristen waren al toe aan donker gerstenat tot beloning van hun afgelegde tocht, maar daar kon ik me uiteraard niet toe laten verleiden.

    Ik vertrok, na het neertellen van 3euro, voor zowat de eenzaamste toertocht die ik ooit gereden heb.

    Een korte aanloop over verharde wegen bracht ons bij natuurreservaat Liereman, een liefst 300 ha groot heide- en broekgebied.
    Een aaneenschakeling van brede, onverharde bospaden lag me voor de wielen en ik genoot intens van de natuurpracht die ik hier met niemand moest delen.

    Na een tiental kilometers doken we op uit het grote reservaat,waarna ook het landschap een grondige facelift onderging.
    Landbouwgebied met vooral immens grote maïsvelden wisselde af met heidegebied en bood de verre uitzichten waar onze Noorderkempen zo voor gekend zijn.
    De paden doorheen dit gebied waren quasi allemaal onverhard. Technische moeilijkheden waren zeldzaam, maar aangezien ik me niet teveel op mijn stuurmanskunsten moest concentreren, kon ik des te meer genieten van de fauna en flora.
    Ettelijke fazanten en konijnen kruisten mijn pad, terwijl slechts 1 biker mij intussen voorbijstak en al snel nog slechts een stofwolkje aan de horizon was.

    Dit was weeral genieten geblazen.

    Er trad toch nog een stoorzender op onder de vorm van een door weervrouw Sabine, vakkundig verzwegen regenbui. Verdorie….mijn regenjasje had ik bij de tropische voorspellingen uiteraard thuisgelaten, maar een kwartiertje gedruppel later maakte de zon reeds terug zijn opwachting. Het euvel was sneller vergeten dan de regen geduurd had…

    De paden waren zoals eerder reeds aangehaald perfect berijdbaar, maar intussen doken er her en der toch enkele zandbanken op die alle snelheid uit mijn voortgaande beweging haalden.
    Gelukkig waren er geen getuigen van mijn geklungel als ik nog maar eens, als een tegen het glasraam gefladderde vogel, het evenwicht trachtte te bewaren.

    De diversiteit aan landschapspracht werd nog opgedreven toen we het kanaal Dessel-Schoten bereikten. Het verstilde water bracht me nog eens in contact met medemensen die een visje aan de haak probeerden te slaan. Dra verlieten we echter terug het jaagpad om weer de open natuur in te duiken met een concentratie aan zandpaden die stilaan opliep.
    Via nog een krekengebied doorheen een bos doken we na 20 km eensklaps op in een havengebied te Ravels.
    Het was als bruusk ontwaken uit een mooie droom, maar het doel van deze schok werd snel duidelijk. We veranderen hier brugsgewijs van oeverkant om ten noorden onze tocht verder te zetten, niet na eerst een bevoorrading terug te vinden onder de brug van de N12.

    Met suikerwafels, sinaasjes en bananen was er voldoende hartigs om mij te versterken, maar de aangeboden Red Bull sloeg ik vriendelijk af. Dit is niet mijn drankje, maar de vriendelijke man van de organisatie diepte toch nog een blik gekoelde limonade op uit zijn voorraadvat.
    Dit moest, tezamen met de inhoud van mijn camelback wel volstaan voor de rest van de rit.

    Kort na de hervatting werden we opnieuw verrast aangezien er in een dennenbos een zeer technisch parcours was uitgetekend. Korte bochten, afgewisseld met steile zandduinen boden een uitdaging voor de stuurmanskunstenaars.
    Het kortere draaiwerk lag mijn lange lijf niet echt, maar aangezien ik ongehinderd mijn weg kon zoeken, bracht ik het er toch redelijk van af.

    De open ruimte werd weer opgezocht, waar grote heidegebieden deels verdreven waren door landbouwgronden.
    Namen als “zwarte heide”, “hoge heide”, “Baalse heide” en Dombergheide klinken misschien erg saai, maar als je uit mijn jachtige Zuiderkempen afkomstig bent, bieden deze wel ettelijke kwaliteitsmomenten.

    Een ellenlange zandweg waar nergens enige houvast, lees grip, kon gevonden worden werd ons voor de neus gegooid. Het deed me ook voelen dat ik intussen toch reeds een 70tal km achter de kiezen had.
    De zandbak deed met een brandende zon op mijn kruin, de hartslagmeter diep in het rood gaan. De zin om voet aan grond te zetten was groot, maar ik besefte ook dat ik dan het hele eind zou moeten wandelen, want hier opnieuw aanzetten was niet te doen. Ik beet dus door en bereikte ca een kilometer verder, trots maar een energietankje armer terug het vasteland.

    De vaart werd opnieuw gekruist en op de verhoogde kanaaldijk lag nog een technisch BMX-parcours te wachten. Jeugdige BMX-ers stonden grijnslachend te kijken naar mijn houterige kunstjes, maar fier omdat ik toch geen valpartij veroorzaakte, kreeg ik een slaagcijfer toegemompeld en kon ik verder.
    Langsheen domeinbos “de doolhof” bereikten we stilaan terug Turnhout.
    De eerste tekenen van beschaving doken op en ik stopte even bij de Turnhoutse Blekerij.
    Dit beschermd gebouw, inclusief een slotgrachtje grepen in op mijn netvlies zodat ik even rustig de tijd nam om de toeristische info te lezen en dit mooie gebouw te bewonderen.

    De steeds dichter wordende bebouwing was ook een teken dat de eindplaats binnen bereik was en met 45 km op de teller bereikte ik terug de trappistdrinkende wielertoeristen.
    Mijn camelback bevatte nog voldoende vocht, zodat ik snel zuidwaarts trok naar vrouw en kind.
    Ik prees me gelukkig niet toegegeven te hebben aan het schuimende gerstenat, want de aangetrokken zuidwestenwind maakte mijn terugtocht niet echt tot een lachertje.

    Een tijdritje van 40 km later reed ik met een door het stof en vermoeidheid getekend gezicht mijn erf op.
    Vrouwlief dacht even dat het de zwarte van Brakel was die haar een bezoekje bracht, maar toen ik “Van Petegem”-gewijs murmelde dat het door de warmte en wind toch 125 lastige kms geweest waren, besefte ze dat haar ventje alweer het amusement gevonden had waar hij voor gekozen had.

    En nog was deze lange dag niet ten einde, want éénmaal het stof weggespoeld en de haren rechtgezet, konden we samen naar de Heistse braderij waar het Saeco- vocht van onze teamstand een voorbode was van nog een lange avond………

    24-06-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    18-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waanrode, 18 juni 2006

    In een postolympisch jaar durven atleten zich nogal eens bezondigen aan een overgangsjaar, maar de postHagelandse chronoweek is voor mij net het sein om eindelijk eens echt te genieten van het marathonseizoen.
    Daartoe had ik mijn pijlen gericht op de toertocht in Waanrode, bloemendorp in de provincie Vlaams-Brabant.
    Jammer genoeg kreeg ik geen enkele bikemaat opgewarmd om samen voor dag en dauw met de bike de verplaatsing naar de laatste uitlopers van het Hageland te maken.

    Zo vertrok ik dus uiteindelijk in mijn eentje kort na zessen om te ervaren dat de voorspelde 30°C nog niet voor deze morgen waren. Ik werd begeleid door mierentieten op benen en armen en moest wachten tot ik in de buurt van Rillaar was, vooraleer de thermostaat op condensvorming stond. De eerste zweetdruppeltjes die van mijn voorhoofd parelden, deden me deugd….het zou een prachtige dag worden.

    Omstreeks half acht maakte ik mijn opwachting aan het voetbalveld van SK Waanrode om even later, 3 euro armer, mijn weg te kiezen naar 60 km tracks doorheen Hageland en Limburgse Kempen.

    Deze streek die in mijn jeugdjaren steevast tot mijn trainingsparcours behoorde, staat voor de in onze stressmaatschappij zo goed gekende term : onthaasten.
    De welig tierende off-road paden zijn mij minder bekend, maar daarom niet minder bemind.
    Dit zou een parcours worden op maat van biker Zjé. Over brede stofferige veldwegen, niet te technisch en vooral mogelijkheid biedend om te genieten van prachtige vergezichten.

    Op weg naar Kortenaken werden vlotjes paden aangedaan doorheen de boomgaarden. Waar een tijdje geleden, tijdens de TT van Glabbeek, de bloesems nog in hun kelk zaten, was nu alles jammer genoeg al uitgebloemd en waren de miniperen en appeltjes reeds te bewonderen aan hun laagstammen.
    We doken één van de weinige bossen uit deze streek in, om doorheen mulle bosgrond zowaar enkele leuke singletracks terug te vinden. Volgens goed ingelichte bronnen hoort dit bos toe aan het kasteel van de Wouters d’Oplinter.
    Feit was dat door de combinatie van het dichte bladerdek en mijn zonnebril, de zichtbaarheid niet te groot was. Ik maakte zodoende met enkele stuurfouten en wegvergissingen enkele singletracks bij. Marlèneke zal het graag horen….

    We bogen noordwaarts doorheen opnieuw brede veldwegen en boomgaarden in een lichtglooiend landschap om over de provinciegrens het Limburgse Loksbergen te bereiken. We passeerden op enkele honderden meters van het oorlogsmuseum waar de herdenking aan de “slag der zilveren helmen” in “den grooten oorlog” kan bezichtigd worden.
    Het liep nu niet zo’n vaart, want “cruisen” was waar ik voor gekomen was. Ik liet me wel even verleiden om in het spoor van enkele jeugdige bikers het tempo hoog te houden, maar het chronoduiveltje dat blijkbaar nog steeds ergens in mij rondwaart, kon ik terug verdrijven om aan een rustiger tempo mijn rit verder te zetten.

    De hellingen werden met het naderen van Halen wel een beetje langer en steviger. Het lichtglooiende landschap maakte nu meer plaats voor holle wegen, die rondom de Keiplasberg en Mertenberg enkele stevige kuitenbijters opleverden.
    Tienbunder, Kluisberg en Molenberg doen meestal andere belletjes rinkelen, maar in Loksbergen, waar we intussen opnieuw beland waren, kennen ze deze kuitenbijtertjes ook.

    Langsheen Rijnrodeberg in Assent doken we terug Vlaams-brabant in om hier een eerste rijkelijke bevoorrading na ca 30 km te vinden.
    Deze was achter een hoekje opgesteld op het erf van een grote fruitplantage, zodat snelheidsduivels goed uit hun doppen moesten kijken om deze niet te missen. Achteraf bleek mijn vrees ook gegrond uit de commentaren op een mountainbikeforum.
    Een koekje, drankje en praatje met 2MS teamgenoot Wim Feyaerts later, maakte ik me op voor het vervolg van de rit.

    Opnieuw gingen we flirten met de provinciegrens om langsheen de E314 ook een prachtig uitzicht te krijgen over Diest en omgeving. In de buurt van Zelk en Webbekom kregen we met de Bokkenberg een prachtige helling voorgeschoteld waar ik in een praktisch dichtgegroeide holleweg een jaap van een doornstruik over mijn blote armen kreeg.
    De bloedstriemen leverden me misschien wel een heldhaftig voorkomen, maar het zilte zweet dat prikte in de wondjes voelde niet echt prettig aan. Nu ja, dit is natuur en deze “tinteltracks” van netels en doornstruiken horen nu eenmaal bij mountainbiken.
    We dreven eventjes ten noorden van de E314 om met de Blakenberg in Assent toch nog een leuke stevige klim te vinden.

    Na 45 km vonden we reeds een 2de bevoorrading op onze weg, die vrij basic was. Er arriveerden hier verschillende bikers die blijkbaar op de tussenafstanden een splitsing gemist hadden. Een beetje verwarring bij iedereen, mede omdat er vermeld stond dat er nog slechts 10 km te biken viel. Dat zou mijn totale afstand ook slechts op 55km brengen, maar naar ik vernam waren in laatste instantie, op bevel van gemeentelijke overheden, de omlopen deze week nog aangepast.
    Ik liet het niet aan mijn hart komen en trok met enkele sinaasschijfjes en een sportdrankje verder op weg naar mijn vertrek- en aankomstplaats.

    Het landschap naar Waanrode was terug het lichtglooiende cruiselandschap, maar het venijn zat hem toch nog in de staart.
    Een “tumulus” is een grafheuvel waar de Romeinen hun belangrijke doden eerlang begroeven, maar dat ze het indertijd zo hoog gingen zoeken is onbegrijpelijk.
    Feit is dat deze scherpe tumulusheuvel in twee trapjes me zowaar nog verplichtte het 22-tandige binnenblad vuil te maken.
    Mijn brandende spieren en uitgeholde longen werden beloond met een prachtuitzicht over Waanrode en omgeving, zodat ik even later reeds terug aan het voetbalveldje stond.

    Met 55 km en een slordige 500 hoogtemeters was dit best een sportief tochtje geweest.
    Tijd om terug huiswaarts te fietsen.
    Gedreven door mijn HC-conditie en de bijwijlen forse rugwind kwam ik op een ontiegelijk vroeg uur terug aan mijn stulpje in de Zuiderkempen met bijna 120 km op de teller.

    Mijn zoontje hield kraaiend van de pret met zijn nichtjes een watergevecht aan het plonsbad, terwijl mama van op het terras tevreden slurpend van een tas koffie, zag dat het goed was.
    Haar mannen hadden zich weeral goed geamuseerd….
    Geluk kan hem soms echt in kleine dingen zitten……

    18-06-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    11-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hagelandse chronorit dd 11 juni 2006

    Hagelandse chronorit anno 2006…. Voor het vierde jaar in successie waren wij op post en net als de voorgaande jaren waren de pittige mails, smsjes en boodschappen op enkele forums ons weer om de oren gevlogen.Want als er één constante is in ons bondgenootschap, dan is het wel de rivaliteit die welgeteld 80 Hagelandse kilometers per jaar de kop opsteekt.
    Geen tijd voor vriendschap, materiële assistentie of zelfs maar wachten op elkaar…neen…gewoon keihard over stofrijke veldwegen en singletracks tekeer gaan om zeer diep in het echte klassement onze eigen “hall of fame” op te bouwen. Want laat 1 ding wel duidelijk zijn…wij blijven recreatieve bikers “pur sang”. Dat pakken ze ons niet af.

    Dit jaar hadden we afgesproken om een mini groepsstart te nemen zodat ik om 8u30 tesamen met Marc, Luc, Ivo, Peter, Geert, Gunter, Tom en Charel over het startplatform denderde zodat Pieter Vuylsteke onze startnummertjes in zijn PC kon intikken. Ik had startnummertje “2” dat ik reeds weken voor de officiële inschrijvingen had afgekocht van Pieter zodat ik mijn bikematen in de psychologische oorlogsvoering een eerste keer kon treffen.
    De start mocht er anders wel zijn, want door het pittige tempo dat al onmiddellijk door Peter en Ivo werd opgelegd, zou onze bende niet meer gegroepeerd raken. Ik bengelde er wat tussen, niet goed wetende wat te doen, want de vorige jaren had ik in een koppelrit met Dany steeds voor een erg rustige start gekozen.
    De aanloop naar Rillaar was trouwens ook gewijzigd tov vroegere edities.
    Men koos een traject dat iets milder richting de Rommelaar liep, maar het tracé dat vervolgens over de Konijnenberg leidde, was niet van de poes. Enkele technische afdalingen en klimmetjes zorgden er voor dat ons groepje uit elkaar spatte, dat Geert rustig in de mulle bosgrond ging liggen en dat Peter als een konijn…het hazenpad koos.

    Ik besloot de jongeren maar te laten spelen en gaf mijn oude knoken de kans rustig op te warmen. Onder de steil rijzende zon leek dit kinderspel, maar toch…wie mij kent weet dat de Zjé het eerste bike-uur zelden zijn diesel aan de praat krijgt.

    Via de Huiskens verder richting Rillaar gereden, werden we opnieuw op een gewijzigd parcours getrakteerd. Via de Driebunder trokken we richting het kasteel van Haksberg, het bekende wijnkasteel, waarna langsheen de E314 de snelle, maar gevaarlijk technische afdaling richting Tienbunder werd genomen. Gevaarlijk en technisch bleek deze afdaling nog maar eens, want in de keiharde diepe sporen, afgewisseld met los mul zand, kwamen enkele bikers voor ons nogal onzacht met onze aardbol in aanraking.
    Ik was er intussen in geslaagd Ivo en Geert terug bij te benen zodat wij als trio, een stuk achter Peter, een eerste bevoorrading bereikten na 20 km, aan de voet van de Tienbunder. Geert reikte naar een drinkbus, maar mijn met 2.5 l sportdrank gevulde camelback deed me besluiten de achtervolging op Peter niet te onderbreken.
    Op die manier sloeg ik een mini-kloofje dat achteraf de goede demarrage zou blijken. Ik had intussen namelijk mijn eerste uur rijtijd bereikt en de benen kregen eindelijk het betere gevoel dat je bij een 44jarige biker nog kan verwachten.
    De klimmetjes van mijn zwarte beest, de Tienbunder verliepen wonderwel goed en enkele kilometers verder haalde ik warempel Peter terug in. Dat dit net op de plaats was waar ik vorig jaar kettingbreuk leed, kon niet symbolischer. Peter was hier net even te voet gesteld en dit gaf mij de kans het commando over te nemen.

    Via de steile afdaling naar de Ijsbeek, reden we langsheen het Tienbundershof naar de Neringe om alzo westwaarts Houwaertberg te trekken. Peter nestelde zich in mijn wiel en als duo trokken we “het dak” van de Hagelandse chronorit tegemoet.
    Het gevolgde traject was weer in grote lijnen hetzelfde, maar toch net dat beetje anders.
    Schaapkensberg en Kaaskorf waren oude bekenden, alhoewel…een aftandse motorfiets die eenzaam tot aan de nokken in de bosgrond stak, deed me toch een glimlach rond de lippen toveren.
    Aan de achterkant van de Kaaskorf hadden onze vrienden van MTB Langdorp nog een erg steile klim gevonden, waar ik door gebrek aan parcourskennis ook verrast werd. Even van de fiets om handmatig op mijn kleinste versnelling te zetten, leverde mij een klim “al rijdend” op en zorgde er ook voor dat Peter mijn spoor bijster raakte en moest afhaken.

    Jongens, waar was ik nu aan begonnen ? Amper 30 km ver en ik zat alleen. Dat scenario had ik eigenlijk niet voor ogen gehad. Nu ja, ik was er aan begonnen en moest nu maar verder. Wachten zou te gek zijn…

    In tegenstroom met de Solveldroute werd Houwaertberg nog een laatste keer van zijn steilste kant beklommen, waarbij we op de prachtige singletrack tussen de wijngaard de kop bovenstaken.
    Eenmaal op het asfalt keek ik nog even opzij en zag zowaar mijn zwager Geert op korte afstand reeds in aantocht tussen de druivelaars. Hola Paula…dat kon ik niet laten gebeuren en op de dalende wegen richting Kriesberg stak ik een tandje bij om zodoende mijn 82 kg lichaamsgewicht te doen renderen in een steeds versnellende beweging.
    De Kriesberg werd weerom langs zijn bekende kant genomen en de afdaling doorheen het met bosgrond bezaaide ruiterspad, zadelde mij op met een takje in het achterwiel. Alsof de duivel mij op de hielen zat (het was nochtans mijn zwager maar), herstelde ik supersnel om mijn weg al even snel te kunnen hervatten.

    Tijd voor een iets milder intermezzo, alhoewel…op de lange assestraat richting Houwaert leidde een controleur ons een singletrack in die er wel mocht wezen.
    Pieter en de zijnen hadden hier het principe…”is er geen weg, we maken een weg”… gehuldigd en de kronkelende op en neer gaande paadjes vergden hier alles van mens en materiaal.

    Uiteindelijk toch Houwaertdorp bereikt, was het nu tijd om richting Roesselberg in Sint-Joris-Winge te trekken.
    Het wortelpad in tegenstroom met de Solveldroute viel ons nu ten deel.
    Ik zag duidelijke tekenen van vermoeidheid bij bikers in mijn buurt en vond het met halfweg in zicht, stilaan tijd om mijn tempo nog wat op te trekken.
    Maar o jeetje…bij de beklimming van de trappen aan de Roesselkapel, die ik absoluut al rijdend wou nemen, werd ik even gehinderd door een wandelende biker, waardoor ik een onvoorzien manoeuvre moest maken. Een kramp van mijn tenen tot in mijn nek maakte mij attent dat dit oude mannetje toch ook al heel wat energie verbruikt had.
    Uit angst voor een volledige blokkage liet ik bevoorrading 2 dan ook maar voor wat ze was en probeerde ik al fietsend de samengebalde spieren te ontspannen en te stretchen.

    Het zou nog 20 km duren vooraleer biker Zjé opnieuw bij de levenden zou komen.
    Elke helling leverde me spierkrampen op en de inhoud van mijn camelback verdween intussen gulzig tussen de lippen en zocht zijn weg naar maag, bloedbanen en spiervezels.
    Het bracht allemaal weinig zoden aan de dijk.
    Het enig mooie Troostenbergbos nam ik zoals wegwielrenner Juan Miguel Mercado. Scheef op de fiets en de benen regelmatig stretchend.
    Na een technische afdaling met een modderig spoor rechts achter de bocht, zorgde een stuurfout gedurende enkele seconden zelfs voor een standbeeldsgewijze stretchoefening.
    Toch verbeet ik de pijn, mede omdat ik wist dat er nu een iets minder heuvelend intermezzo aankwam.

    Op weg naar Horst en Sint-Pieters-Rode werden stofferige veldwegen opgezocht, waar ik de iets grotere versnelling draaiende kon houden en vooral het tempo terug in mijn chronorit bracht.
    De wind trad nu wel op als spelbreker en vooral de verbindingsweg tussen Sint-Pieters-Rode en Nieuwrode, die ik alleen moest afleggen, was door de bijwijlen hevige zijwind een stevige potenbreker.
    We bereikten bevoorrading 3 en gretig nam ik een drinkbus met aqua aan, want de inhoud van mijn camelback was intussen voor de volle 2.5 liter in mijn lichaam verdwenen.
    De klim van de Sint Jobsweg was zoals elk jaar een wandeling in ganzenpas met tientallen andere bikers, maar waar dit anders voor ergernis zou zorgen, was het ditmaal een opluchting en kans tot definitieve verdringing van mijn krampgevoel.
    Want inderdaad…op weg naar het Rot kreeg ik terug het betere gevoel in de dijen en kuiten, zodat ik stilaan terug in mijn (voor een recreatieve biker) betere tempo kon komen.

    De Zandweg en Kraaikant werden beklommen en een lus naar de laatste grote hindernis van de dag, de Wijngaardberg, werd gelegd.
    Onder de brug van de autostrade door de steile talud op en vervolgens na de holle weg naar de beboste zijde van de Wijngaardberg. Het leverde me mits veel parcourskennis geen problemen op, zodat ik zalig, verlost van alle kommer en kwel terug in mijn ritme de chronorit kon vervolledigen.
    Een nieuwe singletrack in volle afdaling van de Hondsheuvel bracht ons sinds lange tijd nog eens een ontmoeting met een controleur op, waarna hoofdzakelijk gelijklopend met de vaste blosoroute van Aarschot het Kloesebos werd bereikt.
    De klim langs de trappen van de Schaapsvijver lijkt week na week minder steil en als we na de technische, met ijzerzandsteen bezaaide afdaling, direct de lange asfaltklim van ’s Hertogenheide werden opgestuurd, besefte ik dat er stilaan een einde aan ons avontuur kwam.
    Ik vatte blijkbaar mijn beklimming iets te rustig op, want 50 meter voor mijn neus sprongen de verkeerslichten van de Aarschotse ring op het enerverende “rood”.
    Wachten op groen, al duurt het maar een minuut, lijkt dan wel 10 minuten te duren, maar de bestorming van de talud naar de Aurelianstoren kon ik toch in de kop van het aangezwollen peloton aanvatten.
    Nu was het op mijn trainingsparcours alleen nog in vrije val langsheen de Leiberg naar de Demervalei spurten om op de asseweg langsheen de Demer de laatste ATP-moleculen te verbranden.
    Dra was het houten bruggetje al in zicht waar ik na 3u50 werd afgeklokt.
    Een matige tijd voor een chronorijder, een tijd waar ik als bijna 44jarige recreatieve biker best genoegen kon mee nemen.
    Een mens moet namelijk zijn beperkingen kennen….

    Belangrijkste conclusie is dat als het stof,na deze alweer geslaagde editie van de Hagelandse chronorit, is opgetrokken, wij weeral voor een jaartje terug normaal kunnen doen.
    In dit opzicht was de uitspraak van Ivo veelbetekenend…..”Ik ben blij dat het seizoen gedaan is….”

    Allez Ivo !? Het moet allemaal nog beginnen…………..

    11-06-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    28-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LCMT, 25 mei tem 28 mei 2006

    Lumbago, spit, stoornis in het sacro-iliacaal-gewricht……allemaal synoniemen voor “het verschot” dat ik daags voor de LCMT-start opliep in eigen tuin.
    Als je uw meest geliefden, vrouw en zoontje, voor enkele dagen op het thuisfront verlaat, wil je het tuintje in een zo zindelijk mogelijke staat achterlaten.
    Het liep zoals eerder gezegd dus niet goed af, maar de voorafbetaling van het LCMT-inschrijvingsgeld, de gezonde groepsgeest van ons hoopje ongeregeld van 6 en vooral de maandenlange voorbereiding op een 4daagse cruisetocht doorheen onze prachtige Ardennen, dreven mij tegen beter weten in op Hemelvaartsdag naar Luik.
    Een slechte generale repetitie staat meestal garant voor een puike voorstelling, alhoewel het ditmaal “Kate Ryan”-gewijs op een fiasco zou gaan uitdraaien…

    De sfeer zat er onder de druilerige regen nog steeds goed in als Gunter en ikzelf onze bikematen, bikes en valiezen in de sporthal te Angleur achterlieten om onze camionetten een provincie verder in Stavelot aan de prachtige abdij te gaan parkeren.
    De terugreis per bus leek echter een labyrinttocht, want de chauffeuse bleek niet gespeend van terreinkennis en reed met haar bus op de flanken van de Stockeu in een wirwar van smalle baantjes en haarspeldbochten hopeloos verloren. Het leek wel dat zij het eens off-road wou gaan proberen. Het was zelfs zo erg dat enkele bikers haar moesten gidsen om terug de Luikse hoofdstad te doen bereiken.
    Intussen was het beoogde startuur reeds lang verstreken, stonden bijna alle bikers aan de start en wurmden wij nog snel een sandwich in onze overstresste lichamen om met klamme handjes achteraan het wachtende peloton aan te sluiten.

    Na het weerklinken van het startschot zette de karavaan zich in gang…
    Doorheen de straten van Angleur en Tilff werden we, begeleid door gemotoriseerde politie, naar de voet van de cote de Hony geleid, waar het echte off-road werk kon beginnen.
    Spoedig werden we met de neus op de feiten gedrukt….dit zou een alles van mens en materiaal vergende tocht worden. De neerslag van de afgelopen dagen, uren en heden had het parcours omgetoverd in één grote modder- en plassenpoel, waar voor elke meter moest gestreden worden.
    In de weinig vlakke momenten moest stevig getrapt worden doorheen de chocomousse om een beetje tempo aan te houden, bergop moesten meer dan ons lief was te voet de hoogtemeters genomen worden en bergaf was het in opperste concentratie knijpen in het stuur om de juiste sporen te houden en niet in het decor te belanden. Bovendien was elke wegversmalling of technische moeilijkheid goed voor lange wachttijden aan de staart van dit 400koppige peloton, vooraleer opnieuw Houffalize-waarts kon gereden worden.
    Mijn lage rugpijnen kon ik voorlopig onder controle houden mits stevige pijnstillers en de rustmomenten die de haperingen “opbrachten”.

    Met het rekken van de groep en het verstrijken van de kilometers raakten we stilaan toch geïsoleerd. We vertoefden nu steeds in wisselende posities met dezelfde bikers en bikesters, zodat de posities voor de rest van de rit zowat vastlagen.
    Hoogtemeters werden met gulzige teugen binnengelepeld, moddertoestanden nog meer en waar wij gekomen waren om eindeloos te genieten van prachtige vergezichten en natuurtaferelen, was de fun nu ver te zoeken.
    Intussen was het gestopt met stilletjes regenen en kwam de regen nu met bakken naar beneden.

    Enkele momenten zijn me nog toch nog bijgebleven van deze apocalyptische tocht :

    Zo waren er op een hoogteplateau de hoogspanningskabels waar we in een reusachtige wolk de knetterende magnetische velden als het ware konden voelen. Het was enkel angstwekkend omhoog kijken en hopen dat er geen ontlading naar onze tweewielers zou plaatsvinden.
    Elders kregen we een ellenlange, maar prachtige beklimming voor de wielen naast een klaterend bergbeekje, dat zich nu door hemelsvocht gezwollen, een weg naar beneden stortte.
    We ontdekten een weg in aanleg, waar de klevende modder een centimeters dikke coating rond de wielen aanbracht, die de bike ettelijke kilogrammen aanbracht. Een ritje doorheen het parallelle gras dat 3 kontjes hoog was bracht ons hier soelaas.
    Een laatste print op mijn netvlies betreft de door mezelf dikwijls bereden vaste route nr 4 van Vielsalm, waar een plas van hier tot in Zuienkerke een collega biker verleidde om tot kniehoogte dwars doorheen deze minivijver te waden.

    De grens tussen realiteit en fictie leek echt wel flinterdun geworden…..

    Uiteindelijk viel ook ons groepje “bikevrienden” uiteen in enkele waaiers, zodat in verspreide slagorde pas in de vooravond het hotel Ol Fosse d’Outh te Houffalize bereikt werd.
    Bikewash, inchecken en bikerswash namen heel wat tijd in beslag, zodat tot overmaat van ramp ook het warme buffet gesloten bleek als wij onze inwendige mens wilden versterken. Gelukkig konden de LCMTorganisatoren de keukenverantwoordelijken toch overtuigen nog wat pasta te voorzien voor de minderheid aan “echte recreanten” die het hotel bevolkten.
    Gevolg van deze laattijdige aankomst was wel dat er nog weinig tijd restte om na te praten of te genieten van een glaasje in de bar. Iedereen zocht tijdig zijn bedstee op, want morgen stond er alweer een nieuwe uitdaging te wachten. Mijn getormenteerde rug zou na deze gedenkwaardige dag, tevens een goede nachtrust kunnen gebruiken.

    Dag 2 startte waar hij de vorige avond geëindigd was.
    Vlammende lage rugpijnen deden me besluiten vandaag niet deel te nemen aan het modderbad, maar één ontbijt en groepssessie later trok ik toch naar mijn kamer om de 2mega-saeco kleren om het lijf te trekken en even later de reeds sterk gedevalueerde startgroep te vervolledigen.
    Een lange asfaltklim, gevolgd door een kilometerslange, moddervettige singletrack deed ons groepje van in het begin uit elkaar spatten.
    Ik vond na het optrekken van de kruitdampen, mijn gabber Dany terug die alras voor zichzelf het besluit genomen had om na de eerste bevoorrading terug naar het hotel te rijden. Ik wou nog even aanzien of de ingenomen pijnstillers de ischiaspijnen konden verdoezelen, maar een lange met spoorwegkeien bezaaide weg deed mijn meest optimistische gedachten naar de prullenmand verdwijnen.
    Ik moest nu om de 5 kilometer stoppen om de rug te strekken, te wachten tot de pijn wegebde om vervolgens de weg met mondjesmaat verder te zetten. Dit was niet gezond meer. Het doel van “mijn” LCMT, cruisen doorheen de Ardennen, was eindeloos ver weg en omdat ik mezelf niet ten koste van eender wat diende te bewijzen, was het zelfs een opluchting na de 1ste bevoorradingspost terug te keren. De drempel was wel erg laag geworden….
    Ivo, Peter en Geert zouden erg moedig hun tocht verder zetten.
    Gunter verkoos samen met ons via Bastenaken de aftocht te blazen. Een voorbeeld dat door menig biker werd gevolgd en voorafgegaan, zo bleek achteraf….

    Het vervolg van deze LCMT was voor onze groep het verhaal van 6 kleine negertjes (what’s in a name !)….

    Ondergetekende wou op dag 3 met Dany en Gunter een tochtje op de weg gaan maken, maar toen ik ’s morgens mijn broek niet meer aankreeg, noch mijn veters gebonden besloot ik mijn lieftallige echtgenote en zoontje te laten overkomen om ’s avonds de aftocht naar onze Zuiderkempen te blazen.
    Peter zou na dag 2 uitgeput afzeggen en op dag 3 het hotel zelfs niet verlaten.
    Geert haalde op dag 3 nog de eerste bevoorrading maar moest nadien, total loss en volledig choco gereden met hevige kniepijnen de strijd staken. Zelfs op dag 4 kon hij door de ontstoken knieën niet meer fietsen en liet hij zich door de fietsmecanicien van Mobibike met zijn mobibikemobiel naar Stavelot voeren.

    De “Oscar van onze LCMT” kwam verdiend en geheel terecht toe aan Ivo die er uiteindelijk in slaagde als enige van ons zestal de volledige afstand al bikend te overbruggen.
    Hij kreeg hiervoor op de slotdag weliswaar de welkome steun en gangmakerij van de andere overgebleven discipelen Dany, Gunter en Peter.
    Onze huisfotograaf en cameraman Fons Moors wist dit zelfs ter hoogte van één der spectaculairste stukken op band vast te leggen : www.fonsmtb.be/bartdoorwater.wmv

    Slotconclusie : deze editie was apocalyptisch en voor mij en enkele anderen....nooit meer. Maar zoals dat dikwijls gaat is dit misschien een reactie van het eerste moment.
    Hier was in elk geval, tengevolge van de slechte weersomstandigheden, alle fun ver te zoeken en dat was voor ons, recreatieve bikers pur sang, net waar wij voor gingen.....

    Meewarig schuddende hoofden van vrouwen, kinderen en collega’s vielen ons achteraf ook nog ten deel en dit spitsroede lopen was een waardig lesje in nederigheid dat we misschien wel verdienden.
    Het leven van een recreatieve biker loopt niet steeds over rozen….

    28-05-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    07-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Winksele, 7 mei 2006

    Ze bestaan nog…bikers die zodanig leven voor hun hobby dat ze er zelfs hun slaap voor laten.
    Met het oog op de nakende LCMT wilden Dany en ondergetekende hun getormenteerde oude lichamen gewend maken aan een fietstocht van meer dan 6 uren.
    Zoals dat goede huisvaders past, mocht dit niet ten koste van mama en de kindjes gaan die op zondagnamiddag ook een compagnon nodig hebben om een terrasje te doen.
    Dus vonden wij mekaar waanzinnig genoeg om ter zesder ure onze voorwielen richting Winksele te keren, waar vandaag de toertocht van de Slike bikers kon betwist worden.
    De Bjèizelconnection zou pas op een later uur samenkomen aan de Warot sporthal, maar toen zij de geruchten van onze escapade opvingen, waren zij bereid ook een extra inspanning te doen en hun warme donsjes vroeger te verlaten.
    Zo kwamen Geert, Ivo en Peter dus mede de inschrijvingsdebatten openen in een voorlopig nog quasi verlaten sporthal.
    Bij een tiental kwikstreepjes op de thermometerkolom was het niet echt warm, maar mijn blote armen en benen zouden straks wel snel opwarmen onder de steil rijzende zon, hoopte ik.

    Met een goede bandenkeuze, de semislicks lagen te blinken op de velgen, en een flinke dosis goed humeur trokken we het hinterland tussen Leuven en Tervuren in.
    Een eerste streepje werd getrokken richting Bertem en alras ondervonden we wat vandaag op het menu zou staan. Kurkdroge tracks, doorheen de velden, waarbij we stofwolken achterlieten als waren we een kudde gnoes in de Afrikaanse steppe…
    In Bertembos vonden we een eerste steile singletrack die het bloed toch al flink door de aders pompte, maar de perfecte berijdbaarheid van de wegeltjes speelde stevig in het voordeel.
    Toen we overspoeld werden door een sneltrein met team2mega-saeco genoot Crazy De Vries, lieten we ons niet verleiden tot het optrekken van het tempo. Er lagen ons waarschijnlijk nog lange loodzware kilometers te wachten zodat het motto simpel doseren, doseren, doseren…was.
    Het leek wel dat op het grondgebied van Bertem elke veldweg binnenstebuiten gekeerd werd, want even zoveel keren leek het dat we dezelfde heuvelkam terug overstegen.

    Een eerste herkenningspunt kwam met het bereiken van de velden achter Gasthuisberg aan de E314, maar de beschaving werd al even snel terug verlaten om de heuvelende akkers te doorkruisen.
    Het was echt “cruisen” want de koolzaadvelden zorgden voor een nooit geziene gele bloemenpracht, die een prachtig lappendeken vormden met de pas bewerkte en ingezaaide velden.
    Een volgend herkenningspunt werd bereikt met de vliegtuigradar die als een schaakstuk in het lappendeken de streek overheerste.
    Kilometers werden verzwolgen als zoete appeltjes en veel te snel bereikten we na 24 km een eerste bevoorrading, gelokaliseerd aan de E40 en nog steeds op grondgebied Bertem.

    Cake, banaan en Gatorade zorgden voor de nodige koolhydraten en hydratatie, maar een blik naar het overlopende zwerk bezorgde ons toch wel zorgelijke gezichten.
    Ik maakt nog een korte babbel met Rocco uit Wiekevorst, een kortelings aanstaande papa die toch nog het risico nam op een toertocht ver van huis, maar de eerste vallende druppels noopten ons toch snel tot de aftocht.

    Eindelijk werd Bertem verlaten en trokken we zuidwaarts naar Leefdaal.
    Jammer genoeg waren ook de wolken hier net dat ietsje donkerder en wat niet kon uitblijven, gebeurde dan ook….het begon warempel te miezeren.
    Ivo sprak nog de profetische woorden : “dit gaat niet doorregenen”, maar of ik echt veel aandacht aan zijn voorspellingscapaciteiten mocht besteden, zou later moeten blijken.
    Over een kilometerslange dolomieten singletrack naast het beekje “De Voer”, vonden we toch voldoende bescherming tegen de regendruppeltjes onder het dichte bladerdek van de bomen.
    Echter…bij het bereiken van Vossem en zonder natuurlijke bescherming boven ons hoofd, gingen de hemelsluizen volledig open. Gedurende een kwartier werden we getrakteerd op een hevige plensbui die niet zo koud was , doch het laatste vezeltje textiel kleddernat maakte.

    Mijn perfecte bandenkeuze viel nu letterlijk in het water en de semislicks schoven van her naar der op de spekgladde modderfilm die op de keiharde ondergrond gevormd was.
    En ik had nog zo naar ons aller geliefde weersvoorspellers geluisterd... “Zondag is er kans op buien in het zuidwesten van het land aan de Franse grens”…….Ik wist verdorie niet dat Vossem aan de Franse grens lag ???
    Nu ja, we konden het grappige van de situatie wel inzien, vooral toen bleek dat de zeven slijkspatten die Peter in het begin van de tocht gemaakt had bij het ongelukkig doorploegen van een plas, nu niet meer te zien waren. Er was een mooie leemcoating overheen gegoten…..

    Van het verste punt van de tocht noordoostwaarts terug kerend, kwam er ook opnieuw licht doorheen de wolken.
    Via Vrebos trokken we richting Everberg en het vaste stramien van heuvelende, stofferige veldwegen werd terug opgepikt.
    Ter afwisseling werden we getrakteerd op een enig mooi bosje met een kortkerende en heuvelende singletrack, waar beroep moest gedaan op alle technische vaardigheden die we in huis hadden. Naar ik me meende te herinneren van de stafkaart noemde dit het toverbos…en getoverd werd er, want iedereen van ons groepje ongeregeld leidde zijn bike zonder aarzeling aan een vrij grote snelheid doorheen dit crossparcours.
    Net als Geert het tempo meende nog meer te moeten optrekken werden we gered….niet door de bel, maar door een lekke band van Ivo.

    Als we een tweetal kilometers verder aan kilometerpaal 45 reeds de tweede bevoorradingspost bereikten, kregen onze bloedpompen voldoende tijd om opnieuw tot rust te komen.
    Via Meerbeek en Bertem werd nu stilaan het dorpje aan de voet van de Sigarenberg bereikt, waar ons vertrek- en aankomstpunt lag te wachten.
    Bij een kort afscheid kozen we nog snel onze “man van de match”.
    Peter was hier unaniem de uitverkorene, aangezien hij nog tot 2 uur op een feestje gezeten had (dat zal wel niet met limonade geweest zijn), maar vandaag toch doodleuk en probleemloos de tocht volmaakt had.

    Na het overschrijden van de TGV-lijn maakte onze tandem zich los om met de wind pal op de neuzen naar onze geliefde Zuiderkempen te biken.
    Biker Dany liet aan biker Zjé voelen dat hij de laatste weken toch meer op zijn zadel gezeten had dan in de zetel, zodat ik met “125 kilometer zware benen” thuis opgelucht in de zetel kon ploffen.

    Spijts opkomende krampen kon ik ’s namiddags toch mijn familieplichten vervullen en met mijn vrouw en zoontje het beloofde terrasje gaan bezetten.
    Wat een mens al niet moet doen om een trappist te verdienen….

    07-05-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    30-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Langdorp, 30 april 2006

    De laatste aprilgrillen hadden ons vergast op een winterse 4°C en wolkenzwangere lucht om de toertocht van de Langdorpse Goorbikers te gaan biken.

    Met enkele persoonlijke doelen (LCMT, Hagelandse chronorit…) die met rasse schreden dichterbij komen, konden wij ons echter geen extra rustdag meer veroorloven, zodat Dany, Geert en ondergetekende omstreeks 8u de vernieuwde startplaats bij VC Langdorp bereikten.
    Mark, Jos en Chimaera waren ook al ter plaatse, maar aangezien wij de enigen waren die voor de 60 km kozen, waren hier geen bikepartners te vinden.
    3 Euro armer, maar een groen controlebandje rijker, richtten onze neuzen zich al snel naar bos en hei.
    We ontmoetten nog mijn werkcollega’s Charel en Geert, die ik aanmaande zich te spoeden zodat ze ons even later zouden kunnen inhalen. Dit was echter buiten mijn zwagertje gerekend…
    Geert legde onmiddellijk een strak tempo op alsof mijn schoonzus de patatjes reeds op het vuur had gezet. Ik informeerde stilletjes bij Dany of de Snoer kwaad was op ons, maar aangezien deze ook van niets wist besloten we alles maar onder de noemer “grote forme” te plaatsen.

    De aanloop was gelijklopend aan vorige edities, maar toch dat tikje anders. We betraden enkele leuke, ongekende singletracks om vervolgens via Gijmelberg, Ourodenberg te bereiken.
    We namen de splitsing van de 60 km, maar verrassend genoeg werden we ditmaal niet naar singletrackland “Meetshoven” geleid. Naar ik achteraf vernam aan de bevoorrading zou er geen toelating gegeven zijn voor deze tocht. Het verbaasde me ook niet echt, want bij de vorige oktoberse editie betraden wij Meetshoven driemaal successief bij de TT’s van Tremelo, Betekom en Langdorp. “Teveel is trop” en “trop is teveel” zei ooit een bekend Brussels politicus met pijp.

    Via de off-road Demerdijk trokken we nu richting Gelrode, waarbij de Snoer intussen nog steeds niet gekalmeerd was en ons de kans op een rustige conversatie ontnam. Mijn jaarlijkse allergie voor berkenpollen zadelde me bovendien nog op met piepende longen zodat het lichamelijke ongemak echt wel hoogtij vierde.
    En wat bij iemand die niet goed rijdt dan ook dikwijls gebeurt, viel mij nu ook ten dele….een lekke band.
    De Hagelandse chronorit nadert, mijn semislicks moeten het vuile werk doen en biker Zjé stond weeral aan de kant. Zou ik mijn forummaat Bengo toch moeten geloven dat die semi’s mij ongeluk brengen ???

    Bij de herstelling waren Charel en Geert intussen ook bijgekomen, zodat we met een kwintet onze tocht konden hervatten.
    Dra doemde reeds de Eikelberg op die we via de Extremebar mochten beklimmen. Hier was het de beurt aan de andere Geert om al zijn duivels te ontbinden. Met een souplesse die “the boss” kon doen verbleken bestormde hij deze technische bult van ijzerzandsteen.
    Wij konden alleen maar bewonderend toekijken. Met weemoed dacht ik terug aan mijn gouden jaren, toen de dieren nog konden praten, de vogels nog liepen…en biker Zjé nog wat jus in zijn beenspieren had…

    De hoogtemeters volgden elkaar nu snel op met een dubbele beklimming van de Hondsheuvel en kort nadien in het Kloesebos de klim langs de (intussen afgevlakte) trappen van de Schaapsvijver. Natuurlijk werd de Eikelberg/Liederberg nog eens langs zijn zuiderhelling beklommen om vervolgens de lange asfaltklim naar de Aarschotse ringweg te nemen.
    Meetshovenbos was dit jaar jammer genoeg niet meer van de partij, maar het vervangende traject mocht er, ondanks mijn lamentabele conditie, best zijn qua schoonheid en hoogtemeters.

    Na het obligate klimmetje van “de talud” stonden we even later reeds op het hoogste punt van Aarschot en zijn Aureliaanstoren. Een schilderachtig plekje met een mooi uitzicht over de streek waar de organisatie naar goede gewoonte een eerste bevoorrading had neergepoot.
    Tijd dus om mijn bikegenoten even te monsteren, maar de eerder frisse blikken waren niet van die aard om mij gerust te stellen voor het verdere vervolg van de rit. Ik vond er dan ook niet beter op dan mijn pas herstelde band nog vlug van wat extra bar’s te voorzien, zodat de rolweerstand alvast niet in mijn nadeel zou pleiten.

    Deel 2 van de tocht bracht ons het bekende Goorbikerstraject met de afdaling en dito beklimming van de Leiberg. De longen en spieren stonden hierbij onmiddellijk terug op temperatuur en ik zorgde ervoor dat ik in koppositie de singletracks kon nemen om op die manier “Erwin Vervecken”-gewijs mijn (tragere) tempo te kunnen opleggen. Een oude leeuw verliest wel zijn tanden, maar niet zijn streken…dat hebben mijn maten nu ook kunnen ervaren.
    Voor een stuk gelijklopend met de vaste blauwe blosoroute reden we via Haterbeek en langsheen de Biezehuiskes om zo Rillaar city te bereiken.

    Een lang asfaltintermezzo bracht ons het nodige hartritmeherstel om de volgende heuvelkam te bereiken.
    Rommelaar en Konijnenberg werden van hun mooiste zijden beklommen, waarna het crossparcours voor een mooie afsluiter zorgde.
    De hartslag joeg nu omhoog, niet omwille van het tempo, dan wel van het uitzicht op de houten brug over de Demer. Hier staat het op 11 juni te gebeuren in de Hagelandse chronorit en het feit dat de organiserende club net op dit moment “en groupe” over ons heen walste deed er zeker geen goed aan...

    Onze “Dany Bosberg” zijn hartje sloeg ook over bij het aanschouwen van “zijn” Montanha del floresta.
    Naar aloude Goorbikerstraditie lagen hier een zevental beklimmingen te wachten, de ene al wat technischer dan de andere…
    Mijn diesel was intussen eindelijk warm gelopen en zorgde deels door ervaring, deels door de nodige portie geluk dat ik alle klimmetjes al rijdend kon nemen. Een persoonlijke prestatie welke ondanks de aanwezigheid van Dany die me als een schaduw volgde, me toch een heerlijk gevoel gaf.

    Tijd om de tweede bevoorrading aan de spoorweg te bereiken, waar een chocoladewafel en een sportdrank uit blik me de nodige energie gaven om het laatste deel aan te vatten.
    Geert kreeg intussen wel te kampen met een weerbarstige cranck die steeds loskwam van zijn trapas. Gelukkig had biker “Mac Gyver” Zjé de juiste tool bij zich om tussentijds dit verrekte ding op zijn plaats te draaien.

    We vatten deel 3 dus nog steeds compleet aan en gelukkig waren de scherpste kantjes er bij mijn bikematen intussen wat af. Het tempo was nu terug toeristenwaardig en eindelijk kon ik mijn ogen nog eens de kost geven richting natuur en vrouwelijk schoon…
    Bovendien restte me zelfs de tijd een grapje uit te halen met Charel. Door een harde klap met wijs- en middelvinger op zijn zadel te geven kon ik hem doen geloven dat er een spaak stuk was in zijn achterwiel. Je moral zou van minder in de schoenen zinken…

    Via het Testeltse broek “de Zavelbeemden” bereikten we de Zavel om in dit groot aaneengesloten bos- en duingebied het grotendeels vlakke slottraject van de tocht te vinden.
    Elsleuken en de Molenheide werden betreden. Prachtige bossen met leuke singletracks, enkele zandduinen en de prachtige Heimolen die majestueus over de streek heenkijkt…
    Er werd nog een ommetje gemaakt via de Langdonken en in de Gijmel kregen we nog eens de trappistenberg voorgeschoteld. Een soort van “monteé impossible die de overwinnaars een trappist bezorgt.
    Een verdienstelijke poging strandde iets over halfweg echter in het mulle zand, zodat er uiteindelijk toch eens moest gewandeld worden vandaag.

    Achter gasthof Ter Venne door bereikten we uiteindelijk terug ons start- en eindpunt met 60 km en een slordige 600 hoogtemeters die de volgende dagen voor de nodige supercompensatie moeten zorgen en de conditie op een iets hoger peil zullen tillen.
    Dat op de terugweg mijn zwager opnieuw een (te) hoog tempo ging rijden, bracht me niet echt meer in de problemen. Een telefoontje van mijn vrouw en een plaspauze verhinderden dat hij in de familie straffe verhalen kon gaan rondstrooien.

    Ja ja, een oude leeuw verliest wel zijn tanden, maar…………….

    30-04-2006 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    13-11-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aarschot, 13 november 2005

    Aarschot, Hageland power toertocht…een naam als een klok en ingericht door de Knoetbikers.
    Dat deze jongens een degelijke toertocht kunnen op poten zetten bewezen ze eens te meer.
    De luid aangekondigde Monteé Impossible, een steile technische helling waar 3 trappisten als beloning waren uitgeschreven voor de bovenrijders, had nog wat extra reclame gemaakt voor deze tocht.

    Omdat ik om 12u in Zemst op een etentje verwacht werd, kon ik mijn vaste bikematen niet vervoegen die een later uur vertrokken. Ik was dan ook al bij het eerste krieken van de dag met de bike naar Aarschot getrokken, liet hem in het bewaakte park achter om vervolgens in de kantine van het zwembad mijn 2,5 euro neer te tellen tot steun van de triatlonclub.
    Een blik op het grondplan van de tocht bracht me niet echt veel bij, want i.p.v. van een stafkaart hing hier een soort van groenezoneplan tegen de deur dat me enkel de grondbeginselen van heide, bos, veld en weide bijbracht. Nu ja, 50 km was aangekondigd en als ik er eens flink de pees zou opleggen kon ik dit nog wel klaren binnen de mij beschikbare tijdspanne.

    De start was allesverschroeiend en bracht ons over de verharde onmiddellijk een 40tal hoogtemeters dichter bij de wolken en de Aurelianstoren. Deze aanzet was bepalend voor de rest van de tocht, waarbij de bikers erg weinig recuperatiestroken zouden gegund worden.
    Een volgende hindernis volgde met de Liederberg, waarna de Extremeputten uitnodigend lagen te wachten. Mijn tijdsgebrek en angst voor een mistasten op de glibberige helling noopten mij de alternatieve route te nemen, zodat ik boven bleef en langsheen de Eikelberg terug de afdaling naar Gelrode inzette.
    De beklimming van de Schaapsvijver was de volgende hindernis en ik was verwonderd hoeveel bikers hier al te voet gesteld werden. Dat beloofde als deze zich binnen 30 km zouden aanbieden aan de”monteé”.

    Aan de voet van het Rot kondigde zich de eerste splitsing aan, we beklommen de Hondsheuvel over het asfalt, doken off-road terug richting Wezemaal en namen vervolgens de steile off-road beklimming van de Wijngaardberg.
    Ik hield intussen, strak tegen mijn gewoonte in, steeds de klok en gemiddelde snelheid in het oog wat er tevens voor zorgde dat ik teveel in het rood ging, zo vroeg op de tocht.
    Mijn spieren slaagden er niet in de korte opeenvolging van hellingen te verteren en een zware midweekrit, gekoppeld aan een 65 km marathon in Ottenburg (vrijdag) begonnen hun tol te eisen. Ik maakte mezelf wijs dat mijn oude diesel zich straks nog wel op gang zou trekken, maar het zou praat voor de vaak blijven.
    Toen ik aan de voet van de Helleweg in Nieuwrode belande, wou ik zowaar de klim over het asfalt nemen, ware er geen biker achter mij die me attent maakte dat de Beningsberg off-road zou genomen worden.
    Eventjes terugkeren dus, het vettige rondje rondom deze heuvel gemaakt met als slot de slecht bollende klim naar de Sint Jobsweg.
    Aan de Kraaikant namen we nog eens de klim van de Kratenberg, maakten een ommetje om vervolgens de klim langs de achterkant nog eens dunnetjes over te doen.

    De bevoorrading dook op na een slordige 25 km in het centrum van Nieuwrode. Ik wou hier absoluut een minibreak van maken, ledigde een bekertje met een bruin drankje van onbekende oorsprong en stak vlug een suikerwafel op zak voor het geval dat mannetje met zijn hamer zou langskomen.

    Snel de start genomen voor het tweede deel van rit dus. Nu ja, wat heet snel ? Als ik de start nam, werd ik bijna omvergeblazen door Jefke van de Wiekers uit Wiekevorst die blijkbaar als kopman doorheen de tocht en voorbij de break stormde. Ik riep nog op de Jef, maar hij keek niet op of om en stoomde door als was hij bezeten van een chronoduivel. Het leerde me dat mijn conditie dus echt wel in een dipje zit en verklaarde ook waarom deze gediplomeerde afpijler van de Wiekers soms wel eens een pijltje durft laten hangen. Hij ziet ze door zijn snelheid gewoon niet meer hangen (inside joke !).

    We kruisten de N223 en mijn parcourskennis verraadde dat het echte werk nu kon beginnen. Langsheen de Kriesberg werd de steven gewend naar Houwaartberg, die een eerste maal in twee trapjes beklommen werd. Solveldroutegewijs doken we naast de wijngaard naar beneden om vervolgens via de met steenpuin bezaaide holle weg een tweede off-road klim voor onze rekening te nemen.
    Ik snotterde, hijgde en zweette uit al mijn poriën door de brandende spieren in dijen en kuiten.
    Het hield echter niet op en de off-road klim langsheen het caravanwrak, gevolgd door een laatste klim over het asfalt brachten het aantal bestijgingen van dit dak van de toertocht op vier.
    Op Houwaertberg was ik nog getuige van een discussie tussen 2 bikers en een “natuurbeschermer” met het geweer over de schouder. Ik had geen zin in oeverloos geëmmer over betreden van een jacht, maakte me maar snel uit de voeten en zwoer voortaan de wildsuggesties op een spijskaart maar te ontwijken.

    Na het asfaltklimmetje richting Biezenhuiskes vonden we aan de E314 een tweede, opnieuw rijk gestoffeerde bevoorrading terug. Ik beperkte me ditmaal tot het snel wegmoffelen van een verse wafel achter de tanden en besteeg een minuutje later mijn stuk ijzer richting Tienbunderbos.
    Hier lag de monteé impossible te wachten, maar met het klokje in het achterhoofd liet ik hem rechts liggen. Ik schatte mezelf trouwens toch te plat in om deze klim al rijdend te nemen. Op woensdag had ik al eens, weliswaar op semislicks, enkele vruchteloze pogingen ondernomen en de opgedane zelfkennis bespaarde me een aan zekerheid grenzende wandeling.
    Als ik achteraf vernam dat tientallen bikers de klim al rijdend genomen hadden, had ik toch een wrang gevoel de poging noodgedwongen te laten vallen hebben. Dit wordt nog een midweekse opdracht zonder pottenkijkers….

    Na het onderkruisen van de E314 werden nog wat hoogtemeters uitgelepeld via het Heiken naar de Biezenhuiskes. We kregen boven Schoonhoven nog enkele prachtige singletracks die binnenkort ook verschijnen in de vaste blosoroute van Aarschot en daalden uiteindelijk via de Leiberg terug af naar de Demervallei.
    Ondanks het missen van de Extreme en Monteé, verzamelde ik toch 600 hoogtemeters in mijn geliefde Hageland, met dank aan de Knoetbikers.

    Epiloog : De blauwe Chimay die ik klaarstaan had voor mijn bikematen indien zij de Monteé beklommen, heb ik eveneens noodgedwongen zelf moeten uitdrinken…..buuurps !!!

    13-11-2005 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    11-11-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ottenburg, 11 november 2005

    Vrijdag, 11 november… Op deze herdenkingsdag van “den grooten oorlog” hadden mijn vaste bikegenoten Geert en Dany de strijdbijl reeds op voorhand begraven. Om uiteenlopende redenen zagen zij vandaag een toertocht niet zitten.
    De jongens van de Beerzelse connectie vertrokken dan weer een beetje te laat naar mijn zin zodat ik op mijn eentje bikeplannen smeedde.
    Ik had best wel zin in een marathon en pluisde uit naar welke TT ik met de fiets de verplaatsing kon maken. Ik raakte er echter niet uit, want Pulderbos (te vlak) en Ottenburg (te ver) waren de enige alternatieven.
    Uiteindelijk besloot ik dan maar naar Ottenburg te karren en ter plaatse de kleine en grote toer te combineren. Tijdig vertrekken was dan wel de boodschap zodat ik mijn wekker op vroeg ochtendhumeur gezet had. Een lekke band op mijn klaarstaande bike en een wegomlegging in Huldenberg, gooiden mijn planning een beetje naar achter, zodat ik later dan het voorziene 8 uur aan de kantine van het moderne voetbalcomplex aankwam.

    Uiteindelijk kon ik omstreeks 8u15 mijn voor 2.5 euro gekochte inschrijvingsbriefje toch aan de controleman afgeven en onder een wolkenzwangere lucht bij een zachte 11°C mijn tochtjes aanvatten.
    De toertochten op de scheidingsgrens tussen Waals en Vlaams-brabant hebben ons tot op heden zelden ontgoocheld qua parcours en het zou ditmaal niet anders zijn.

    Het begin van de tocht was best wel pittig te noemen, met enkele steile asfalt- en kasseihellingen die de spieren flink aan het werk zetten.
    Het bleek dat een zware midweekrit toch niet in mijn kouwe kleren gekropen was en ik vroeg mezelf af of het wel verstandig was voor die combinatie der afstanden te gaan.
    Het was wel heerlijk biken in de holle wegen, afgewisseld met hier een daar een oude kerkweg en een technische klim via glibberige trapjes.
    Mijn hartslag was intussen reeds op volle toerental gekomen en tot mijn verwondering daagde reeds na 10 km een bevoorrading op in de buurt van Huldenberg.
    Geïnformeerd of dit de enige was, kreeg ik een positief antwoord zodat ik me gelukkig prees zelf voldoende spijs en drank op zak te hebben.

    Niet te lang getreuzeld, want een knappe beklimming door een holle weg lag hier weeral uitnodigend te wachten.
    Bovengekomen nam ik volgens de met mezelf gemaakte afspraak de splitsing van de 25 km.
    Als we even later in Terlanen de wegwerkzaamheden indoken die mij voordien een wegomlegging kostte, kwam ik zowaar de Beerzelse vrienden tegen die met hun wagens doorheen de zompige wegbedding hun weg naar Ottenburg zochten. Sommige jongens gaan toch echt wel ver om in dit verslag vermeld te worden.

    Het uitzicht van het parcours veranderde nu wel drastisch, want we kwamen op een hoogteplateau waar de wind vrij spel had en waar de bieten- en maïsboeren hun speeltuin hebben. Er werd geflirt met de vaste blosoroute van Overijse en met de taalgrens.
    We bogen namelijk af richting Waver, passeerden aan een majestueuze herenboerderij en kregen vervolgens een kilometerslang rechttoe asfaltbaantje voorgeschoteld. De wind stond hier pal op de neus en de zendmasten van de nationale TV-zenders leken maar niet te willen naderen.

    Ik was sinds de splitsing ook gans alleen op het parcours en immens genieten was nu wel overgegaan in vruchteloos een goed ritme zoeken.
    Uiteindelijk bereikte ik toch het nagelnieuwe industriepark in Waver, waarna ik gedreven door de wind doorheen de velden een tweede splitsing bereikte, waarna ik vrij snel terug in Ottenburg stond.

    Deel 2 van mijn missie diende zich nu aan :

    Kort na de start zag ik het bekende symbool van ons dorpscafé “Central” op de ruggen van 3 pechvogels. Even geïnformeerd of de jongens verder konden, bleek één van hen na een val zijn zadelijzer losgekomen. Daar kon ik met mijn materiaalbak ook geen hulp bieden, maar de bijstand van een buurtbewoner en diens bankvijs bleken toch voor gegarandeerde hulp te zullen gaan zorgen.
    De steile hellingen waar ik een dik uur geleden toch wel serieuze inspanningen moest leveren, kon ik ditmaal een stuk beter verteren. Mijn oude diesel leek eindelijk warmgelopen en tot mijn verbazing werd ik amper nog voorbijgereden door snellere bikers.
    Ik trachtte een goed compromis te vinden tussen snelheid en verbruik van energie en dit beviel me wel.
    De bevoorrading reed ik ditmaal voorbij. Deels uit eerlijke schaamte omdat ik uiteindelijk mijn part toch al had gehad, deels om mijn tempo niet meer te breken.
    Bovenaan de holle weg koos ik ditmaal rechtsweg voor de 40 km-ronde.

    We bleven de hoogtemeters flink binnenlepelen in de richting van Sint-Agatha Rode en Loonbeek. Soms door karsporen op de rand van een bos, dan weer langs speciaal aangelegde fietspaden doorheen de holle wegen en velden.
    Het was dan wel een verademing als we in Loonbeek een vlak intermezzo vonden langs de Yse, een riviertje dat de grote vijvers in Overijse voedt.
    Het stukje verademing werd uiteindelijk wel kilometers kronkelen langs dit kleine watertje over dolomietpaden die er perfect bijlagen. Even via een gladde houten brug het riviertje kruisen en dan opnieuw steeds westelijker richting Overijse.
    Eindelijk lag hier terug het betere klimwerk te wachten met misschien wel de mooiste holle weg die we vandaag beklommen. Alhoewel gemotoriseerd verkeer hier amper doorkan, stond er toch een plaatsnaambord “Overijse” mooi te wezen, waarna we bovengekomen ook de korte afstandsgenoten terug vervoegden.
    Op het winderige hoogteplateau zocht ik ditmaal handig wat beschutting achter brede ruggen en op het ellenlange asfaltbaantje richting het industriepark sloot ik een pakt met een gelijkwaardige biker zodat we het kopwerk mooi verdeelden en er goed het tempo inhielden.

    Ik had er niet echt op gehoopt, maar bij het buitenrijden van het industriepark te Waver leek ik aan de einder warempel Ivo met zijn rode jekker en camelback op te merken. Dit was, de rol van een rode lap op een stier indachtig, het sein om nog een tandje bij te steken. En ja hoor, na nog enkele oponthouden kon ik toch “the Bjeizelconnection” overspoelen met een “uit de weg loempe !!!”
    Ivo, Gunter, Werner en Steven hadden iets voordien Wim en Christophe via de weg zien binnenrijden en wilden zeker het nog wachtende lekkers niet missen.
    We waren intussen op de laatste extra lus van de 40 km terecht gekomen en vonden hier op en rond de rode blosoroute in Ottenburg ook het betere, lees extra zware werk terug.
    Een zompige weide, gevolgd door een vettige, vrij technische klim zorgde voor veel wandelwerk en zelfs Ivo vond onvoldoende grip zodat hij moeder aarde eens van dichtbij kon bewonderen.
    We waren intussen wel erg dicht genaderd bij ons startplekje en nadat Werner ons nog deed genieten van een technisch meesterstukje, kwamen we doorheen een mooi bos terug aan onze vertrekplaats.

    Met 65 km en bijna 800 hoogtemeters was de voldoening meer dan groot.
    Dat de aangedroogde plakkerige klei zich na de middag wel erg moeizaam liet verwijderen, kon mijn pret niet meer drukken, zeker niet als ik vanuit mijn luie zetel Sven Nys 's namiddags nog de nodige aanwijzingen gaf om de jaarmarktcross in Niel naar zijn hand te zetten…

    Succes heeft vele trainers…..

    11-11-2005 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    06-11-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Langdorp, 6 november 2005

    Trop is teveel en teveel is....trop !!!


    Na een weekje luilekkeren in een subtropisch zwemparadijs had ik mezelf op zaterdag reeds verplicht de toertocht van de Goorbikers “voor” te rijden.

    Dit ritje had me geleerd dat deze oude krijger zich eigenlijk geen rust kan veroorloven, getuige de verstijfde spieren en Chimay-kater die mijn niet al te jonge lichaam teisterden.

    De droge toestanden op het parcours hadden me wel in allerijl mijn semislicks laten monteren, zodat ik toch met een beetje extra rijcomfort de confrontatie met mijn bikemakkers kon tegemoet zien.

     

    Ik had me op weg naar de Winterstraat al flink in het zweet gereden als ik iets na achten samen met Jefke van de Wiekers al keuvelend stond te wachten op onze respectievelijke bikematen. Geert zou samen met Theo vanuit Beerzel komen fietsen, terwijl de rest van die bende later aan de start zou komen omwille van een uitgelopen feestje.

    Groot was mijn verbazing als bleek dat Geert er alleen door kwam. Theo had zijn wekhaan door de vogelgriepperikelen opgehokt, zodat hij zich bij deze ook verslapen had….

    Onze 2Mega kameraden Patje en Stefan stelden nog voor om samen de rit te rijden, maar ondanks de belofte dat zij aan een rustig tempo wilden rijden, bedankten we toch liever. Een rustig tempo bij deze beide racekonijnen betekent voor ons nog altijd een hartslagmeter in het rood.

    Aangezien Geert door ziekte van mijn petekindje bovendien enkele slapeloze nachten achter de rug had, kwamen we al snel tot een compromis om elkaar vandaag te sparen en aan een echt toeristentempo te genieten van bos en veld.

     

    Het vaste stramien van de Goorbikers-tocht werd opnieuw gevolgd. Een vlakke aanloop met een gebald middenstuk, waarna opnieuw relatief vlak uitgelopen werd.

    Via Gijmelberg bike’ten we naar Ourodenberg, waar de restanten van een heksentocht een desolaat en vervuilde aanblik van het bos toonden.

    Een asfalt verbindingsstuk bracht ons aan de poort van Meetshoven waar een record aan singletracks werden opgezocht.

    Wat de wandelaars en joggers van deze derde toertocht op korte tijd (na Tremelo en Betekom) op hun opnieuw verstoorde zondagsrust moesten denken, weet ik niet. Feit is dat “trop teveel” en “teveel trop” is…. Maar….het was voor de bikers wel genieten op de droge singletracks.

    Het geritsel van klievende wielen door de massaal gevallen bladeren was samen met de hijgende longen het enige geluid dat te horen viel in het bos.

     

    Na een tiental kilometers keren en draaien doken we op aan het Duracellrondpunt, waarna we via de Demerdijk en een asfaltverbindingsstuk naar de voet van de Extreme-beklimming togen.

    Eén technische klim via de ijzerzandstenen wand volstond om de spieren te laten voelen hoe het stond. Ik voelde me best wel OK, maar als Geert me even later op de lange asfaltbeklimming richting Aarschot afblufte door op de “gruute ploate” zijn schoonbroerke in het wiel te dwingen, wist ik wel hoe laat het was.

    Tegen dit ventje is voorlopig geen kruid gewassen, tenzij……..je door een handigheidje als eerste de talud richting Aurelianstoren kan opdraaien.

    Ik deed dit dan ook vakkundig, waardoor Geert in een kluwen van bikers terecht kwam en ik even later aan de eerste bevoorrading, geveinsd fris en monter hem stond op te wachten.

     

    Op dit hoogste punt van Aarschot was het genieten van een rijkelijk buffet en van het uitzicht op de skyline van Heist op den Berg.

    Het gebalde middenstuk van de tocht was nu wel aangevat met even later de Leiberg en via de Haterbeek rakelings langs de Biezehuiskes naar Rillaar.

    Daar waar ik dacht het Hageland als mijn broekzak te kennen, verrasten de parcoursbouwers me toch nog met een nieuwe, met steenslag gevulde holle weg, die tijdens de Presleytocht halfweg verlaten, doch nu ten einde werd gereden tot op een kam met weeral prachtige vergezichten.

     

    Over het asfalt denderden we Rillaar binnen om even later de Rommelaar te beklimmen, een steile helling die voor een off-road overgang van Rillaar naar Langdorp zorgt. De afdaling via het bmx-parcours en een technische steile strook zorgden voor nog meer pret.

     

    Op naar Langdorp waar na een korte strook Demerdijk “bunch mountain” lag te wachten.

    Bosberg was ditmaal synoniem voor een karrenvracht hoogtemeters op zeer korte tijd, een vijftal beklimmingen, massale singletracks waar een kat haar jongen in kwijt speelde en vooral……overbevolking.

    Door de samensmelting met de kortere afstanden kon je nu aan den lijve ondervinden hoe de bestuurder van een riksja zich in het drukbevolkte New Delhi moet voelen als hij tijdens het spitsuur zijn meester naar het werk moet brengen.

    Zoals eerder al aangehaald: “trop is teveel” en “teveel is trop”…..

    Het was geduldig in de pas blijven en rustig wachten als aan een obstakeltje iedereen weeral te voet gesteld werd.

    Een geduld dat door bepaalde racekonijnen toch niet kon opgebracht worden, tot grote ergernis van de meeste bikers. Dit uitvloeisel van onze maatschappij blijkt het autoverkeer intussen ontgroeid en overspoeld blijkbaar ook de toertochtwereld…..een jammere vaststelling toch wel…

     

    Niet getreurd echter…aan de spoorweg stootten we op de tweede bevoorrading waar we onze inwendige mens opnieuw met éénzelfde hoeveelheid aan spijzen en drank konden versterken.

     

    Het derde deel van de tocht was vervolgens een relatief vlak uitlopen waar we op de Zavel en Elsleukenhoek, naast enkele mooie singletracks toch ook nog korte krachtige hellingen terugvonden die het laatste beetje jus uit de benen persten.

    Op de Molenheide kregen we een mooi zicht op de windmolen die in al zijn pracht met volle zeilen het graan voor de Langdorpse broden aan het malen was.

     

    Alhoewel we intussen dicht bij het startpunt genaderd waren, verplichtten de aangekondigde 60km ons nog tot een extra lusje richting de Langdonken, dat ons op minder bekende, doch daarom niet minder gesmaakte paden leidde.

    Was het ons stevige tempo of gewoon snot in de ogen…….onopgemerkt overspoelden wij Gunter en Christophe die na hun nachtelijke escapades bijna rechtstreeks naar Langdorp waren gekomen om hier de 40km te biken.

    Als zij ons ook nog meldden dat Ivo, Theo en “la Breesch” aan de 60km bezig waren, staken de schoonbroerkes toch maar eens een tandje bij om vooral niet ingehaald te worden door deze krachtpatsers van de Bjeizel connection.

     

    Met 60km en 350hoogtemeters op het conto draaiden we de neuzen huiswaarts.

    Huiswaarts dat voor Geert een eindje verder en meer windopwaarts lag dan voor mij.

    Als we na de middag samen met de familie en bij een heerlijk blauwe Chimay onze verhalen terug opdiepten, leken die respectievelijk afgelegde 87 en 100km al niet meer zo zwaar te wegen.

    We konden het niet laten Gunter nog een sms te sturen met de melding dat we nog wat extra kilometers wilden biken…. Een kort krachtdadig antwoord….”strevers !”….bevestigde ons vermoeden dat we iemand uit zijn namiddagdutje gehaald hadden.

    Het leven kan toch mooi zijn……

     

     

    06-11-2005 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    25-09-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wiekevorst, 25 september 2005

    Omdat enkele vrienden en kennissen in de organiserende Wiekersclub zitten, lieten we de heuvelachtige TT van Kessel-Lo voor wat het was en namen we vandaag een vlak intermezzo met de TT van Wiekevorst.
    Na een flinke bui overnacht, was het zonnetje ‘s morgens toch van de partij, zodat we allen met de bike naar de sporthal De Wimpel gekomen waren. We waren met zijn vijven, maar onze A-ploeg, bestaande uit Geert en Charel verkozen iets vlugger het hazenpad te kiezen om te vermijden dat wij ze voor de wielen zouden rijden. Gevolg was dat ik alleen nog met Geert en Dany aan onze tocht van 50 km kon beginnen.

    Mijn kompanen hadden reeds lange tijd geen TT’s meer gereden en ikzelf was nog steeds in volle aanpassingsperiode van mijn nieuwe bike. Redenen te over dus om het niet te snel aan te vatten en nog eens aan toeristentempo te genieten van wat onze Zuiderkempen te bieden hebben.
    We kregen het klassieke begin voorgeschoteld dat ons doorheen de Wiekevorstse velden en kasseiwegeltjes richting het Hulshoutse Goor bracht. De plensbui van de voorbije nacht had wel voor enkele plasjes gezorgd, maar de modderellende bleef in dit laaggelegen overstromingsgebied toch uit.
    Doorheen Hulshout centrum namen we nu de vlucht naar onze Herenbossen, die zonder al teveel poespas gekruist werden richting het Eindeken om vervolgens via de Netedijk, Westmeerbeek te bereiken.
    We cruisden doorheen het Westmeerbeekse Goor richting de Snepkens om vervolgens door te steken naar Herselt.
    In de buurt van de “Drie Eiken” doken we het vaste blosoparcours van Herselt op, maar de parcoursbouwers behoedden zich om dit klakkeloos te volgen. De mooiste, droge en goed berijdbare stukjes waren ingelast, tesamen met enkele eigenzinnige kronkeltjes op het grote domein van de Hertberg, een stuk van de uitgestrekte Merodebossen.
    Het fungehalte lag vrij hoog, de snelheid intussen ook, zodat het opletten was op de kronkelende singletracks met hun gladde wortels om niet tegen een boom aan te parkeren.
    In de buurt van Bergom doken we na een 30tal km op uit de bossen om daar een goed gestoffeerde bevoorrading te vinden. Fruit, koeken en sportdrank waren ons deel en leverden ons de broodnodige energie om onze tocht te kunnen verderzetten.

    Geert en Charel van onze A-ploeg die met angstogen onze frisheid monsterden,waren weeral als eerste terug verdwenen in het bos, maar we maakten ons sterk dat we ze ditmaal wel op de nek zouden vallen.
    We verlieten Bergom via het omgekeerde bmx-parcours van de 24 uren van Westerlo om via het Riet, achter het adembenemend mooie kasteel van de Merode de Netedijk te nemen.

    Waar in het verleden nu de Kwarekken en Beeltjes met zijn atletische Asberg volgden, mochten we deze nog steeds niet georganiseerd berijden. Waar de verkoop van de Merodebossen ons eerder op het jaar opgelucht deed ademhalen omwille van gevrijwaard bosgoed, moeten we tot op heden met lede ogen aanzien dat de provinciale en/of Vlaamse gewestraden maar niet tot een beslissing kunnen komen betreffende de bestemming van deze bossen. Hopelijk zal hun besluiteloosheid niet leiden tot het trekken van een grote prikkeldraad rond dit natuurgebied, zodat we er voortaan mogen van genieten op natuurprentjes in een plakboek.
    Gevolg was dat we ditmaal over de Netedijk stroomafwaarts naar Zoerle-Parwijs afzakten om vervolgens over de Stippelberg en het Locht naar Heultje te biken. We kregen hier nog een klein, maar prachtig met kronkelende singletracks doorweven bosje voorgeschoteld, waarna het uit was met de pret.
    Jammer genoeg heeft onze streek op de terugweg naar Wiekevorst niet veel meer te bieden aan kerk- en veldwegen, zodat we hoofdzakelijk over asfalt en beton, weliswaar na een ommetje via Morkhoven terug naar Wiekevorst bolden.
    Ondanks ons vrij strakke tempo slaagden we er niet meer in om onze A-ploeg te vervoegen. We haalden ons hart nog eens op doorheen het kleine crossparcours aan de Wimpel, op gevaar van een nat pak in de vijver en gingen vervolgens op zoek naar onze snellere voorgangers…
    Groot was onze verbazing als zij ruim een kwartier later pas kwamen opdagen. Bleek dat ze in hun haast een pijl gemist hadden, over de spoorweg bijna tot in Noorderwijk waren gereden en zodoende een eigen toertochtversie van 55 km op de kaart gezet hadden. Het was duidelijk dat wij ze zodanig onder druk gezet hadden, dat ze tot deze fout waren overgegaan.
    Hilarische toestanden en gelach op de Wimpelse weide.

    Ons infantiele gedrag verstomde echter zodra onze vrouwtjes en kinderen ten tonele verschenen.
    Terug overschakelen naar serieuze papa’s die niet over biken en vrouwen, maar over het weer en de laatste actuele toestand van de olieprijzen praten….het is niet gemakkelijk.
    Gelukkig konden we ons in de namiddag, languit in de zetel met biertje binnen handbereik, terug overgeven aan tactische raadgevingen waardoor Tom Boonen zich tot wereldkampioen kon kronen…………..succes kent vele trainers !!!

    25-09-2005 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    04-09-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marathon Diest, 4 september 2005

    Marathon van Diest, dat betekent elk jaar vaste afspraak met de zonnige weergoden. Zo herinner ik me nog levendig de 1ste editie van 2002, waar er door alle weersvoorspellers, regen met bakken werd voorspeld, tot 20 l/m², maar waar wij tot onze vreugde onder een stralende hemel konden biken en onze spaghetti verorberen.
    Deze 4de editie kon dus weeral buigen op een fantastische nazomerdag die het mountainbiken toch een meerwaarde geeft.
    Geert met een jarige dochter en Dany die voor zijn atletenzoon tijdig moest thuis zijn en bijgevolg voor de 65 km koos, gaven mij het vooruitzicht dat ik het grootste deel van mijn 111 km alleen zou moeten biken.
    Dat wij reeds na 3 km zouden gescheiden worden, was dus een kleine tegenvaller, want nog 108 km te gaan….. Bovendien kregen we direct de aartssteile beklimming van het Grasbos voor de wielen geworpen zodat de overgebleven zandkorrels in mijn ogen door overvloedige zweetdruppels werden weggespoeld, de longen flink opengetrokke en mijn spieren protesteerden bij zoveel ochtendlijk geweld.
    Omdat ik na de verlofperiode toch een beetje twijfels had over mijn conditie, wou ik absoluut niet te voortvarend te werk gaan en besloot te kiezen voor een rustig aëroob tempo en korte tussenstops bij de bevoorradingen.

    We dreven door mooie bossen en singletracks via Molenstede, Engsbergen en Okselaar naar de Averboodse bossen, waar we de beklimming van de kapel aan de Luikse dreef namen.
    Het beloofde een no-nonsense toer te worden, want het bleef bij 1 beklimming van de kapel, waarna onmiddellijk de steven richting Testelt werd gewend. Geen oeverloos ronddraaien op een vierkante meter, maar wel rechttoe, rechtaan verder, zodat we voor de grootste ronde een enorm groot gebied zouden bestrijken.

    In Testelt kregen we de Rode berg voor de neus en weer verder reden we naar de Siberg (Voortberg) in Testelt.
    We klommen via de kapel, waar ik, spijts ontelbare pogingen, nog nooit naar boven kunnen rijden heb, maar men bleek hier een nieuwe wegbedekking gelegd, zodat ik ditmaal over deze autostrade vlotjes naar de mast kon klimmen.
    Na de technische afdaling volgde reeds een eerste bevoorrading die aankondigde dat we reeds 1/5 achter de rug hadden.

    Dit liep wel erg vlotjes….. Via Zichem naderden we Scherpenheuvel, waar we achter de basiliek de voor mij zalige “lussen” betraden. 4 Parallelle paden die telkens dezelfde heuvelkam op en af gaan.
    In de geest van deze rit werd er slechts 1 pad genomen om de heuvelkam te overstijgen, waarna we over de N10 een totaal ander landschap betraden.
    Het landschap van het Hageland, waar doorheen de eeuwen enkel de hagen en holle wegen voor beschutting tegen regen en wind zorgden. Deze beschutting was ditmaal niet nodig. Het was gewoon genieten van de prachtige vergezichten die we gratis aangeboden kregen.
    Ik genoot in zoverre dat ik op een gegeven moment domweg enkele bikers volgde die een boomgaard tot boven reden, om aan de E314 te bemerken dat hier geen pijltjes meer hingen.

    Via de Luienberg in Assent en de Galgeberg en Kloosterberg dichter tegen Diest werd over brede grintpaden, veld- en holle wegen het gemiddelde fiks opgedreven.

    De bevoorrading in Assent viel na een 45tal km en nog steeds was er dat goede gevoel in benen en lichaam. Ik wou mijn oude diesel absoluut niet laten afkoelen en een paar minuutjes volstonden om een wafel te verorberen en mijn weg snel verder te zetten.

    De venijnigste bultjes van het Hageland werden nu aangedaan. Blakenberg, Rijnrodeberg en vooral de Kluisberg in Loksbergen hesen ons zowaar 80 meter boven zeespiegelniveau.
    Met de Bokkenberg als afsluiter, namen we afscheid van het Hageland en wendden we onze steven naar fietswalhalla Limburg.
    We betraden deze poort via Halen, waar we de hel achter de Toyota-magazijnen indoken.
    De hel was ditmaal een vagevuur, want in een kurkdroog decor was het gewoon stof slikken ipv recht blijven op slijkerige singletracks.

    Na de 3de “soep” in Zelem reden we langsheen de E314 oostwaarts richting Lummen, weliswaar over lange asfalt verbindingsstukken. Het doel was duidelijk. Hier lag nog de Willekensberg te wachten.
    Deze bult wierp nog nare herinnering bij me op nadat wij hier op 2de kerstdag 2004 doorheen een slijkpap de holle wegen doorploeterden. Ditmaal werd hier uiteraard een totaal ander decor voorgeschoteld. Waar ik in 2004 doorheen de slijkpap toch mijn weg tot boven had weten te vinden, maakte ik ditmaal in het losse zand een stuurfoutje, zodat ik de eerste klim beloond werd met een wandeling tot boven. Shame on me !

    Langs de andere zijde van de E314 werd de terugtocht naar Diest aangevat. Een decor van bossen, singletracks en soms wel erg lange asfaltstukken, die mijn geteisterde rug gaven waar hij om schreeuwde.
    De laatste bevoorrading in de buurt van Schaffen gaf aan dat er een te vlug einde aan deze mooie dag scheen te komen, maar een blik op mijn hoogtemetertje leerde me toch dat er nog wat lekkers bleek te wachten.
    We doken in Schaffen Vleugt het Stenen kot in, enkele oude turfputten, waar de steile klimmetjes en dito afdalingen elkaar opvolgden.
    Mijn spieren waren niet onverdeeld gelukkig met mijn inspanningen, want hier was het gedaan met doseren. Alles uit het lichaam persen om boven te raken was de boodschap.

    Doorheen de boomgaarden van het prachtige Schaffenveld was het nog eens alles geven, teveel bleek voor mijn ketting, want deze kon de ontwikkelde krachten niet langer meer aan, zodat ik na exact 100 km nog aan een herstelling kon beginnen.
    Hierna was het binnenrijden via Engsbergen, het mooie natuurgebied van Asdonk, de bossen van Dassenaerde en achter het vliegveld als afsluiter de Lazarijberg.

    Het voetbalveld was intussen reeds voor een groot deel verlaten, maar de après-bike was des te meer voorzien van bijtankende bikers.
    Het was echter niet aan mij besteed, want ik werd door mijn vrouw en zoontje verwacht op het verjaardagsfeestje van ons petekindje.
    Dat ik op de trampoline mijn kunstjes niet durfde te wagen, werd toegeschreven aan oververmoeidheid, maar wie deze tocht vandaag gereden heeft, weet wel beter…….

    04-09-2005 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    28-08-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tielt-Winge, 28 augustus 2005

    Wat bezielt de inbreker die op dezelfde plaats terug inbreekt ? Wat bezielt de pyromaan die tussen de toeschouwers de zelf gestichte brand staat te bewonderen ? Wat bezielt de mountainbiker die een jaar na een erg zware val, absoluut terug dezelfde toertocht wil gaan biken ?
    Een mengeling tussen een beetje gestoord, iets meer gedrevenheid en vooral veel liefde voor de bike dreven mij dus terug naar de 13de Hagelandse heuveltocht van de organiserende Tieltse wielervrienden. Een steengoede organisatie, om het in hoteltermen uit te drukken….zijn vier sterren meer dan waard !

    Ik was dan ook met Dany voor dag en dauw vertrokken, voor ons is dat om 6u45, om per bike de verplaatsing naar de 20 km verder gelegen Solveldsporthal te maken. Bij een erg kille 10 graden was het mierentieten tellen op de blote armen en benen, maar het vooruitzicht op een aangename 25 graden tegen de middag, maakte de last iets minder zwaar om dragen.

    Bij de inschrijving aangekomen, was het op dit vroege uur nog erg rustig, vulden wij in ruil voor 2.5 euro ons inschrijvingsbonnetje in en vertrokken in hazenpas voor de langste afstand van 55 km.
    We kenden de copieuze maaltijd nog van vorig jaar en trokken als opwarming een lus ten zuiden van de N2 doorheen Bekkevoort en Molenbeek-Werbeek. Een opeenvolging van veld- en hollewegen doorheen de maïsplekken en fruitboomgaarden, afgewisseld met enkele niet te steile hellingen, vormden een ideale opwarming voor het serieuzere werk dat ons straks nog te wachten stond.
    Nadat we de N2 terug gekruist hadden, vervolgden we richting de E314 waar we aan de oprit Tielt-Winge een eerste bevoorrading kregen voorgeschoteld.
    Herinneringen vulden mijn geest en we maakten grapjes dat ik hier exact 1 jaar geleden de laatste maal met een ongehavende mond en toebehoren een hapje kunnen eten had. Later zou ik in een afdaling van de Tienbunder letterlijk op mijn gezicht gaan, wat voor een maandenlange revalidatie en blijvend ongemak zou zorgen.
    Na de technische afdaling naast het kasteel van Haksberg, doemde eindelijk mijn zwarte beest op……Den Tienbunder !
    De eerste steile klim van de dag zorgde al onmiddellijk voor een even steile klim van de hartslag, waarna we ons de afdaling instortten naar de autostrade. De afslag die ik vorig jaar mistte en waardoor ik over het achterwiel van een medebiker vloog, was ditmaal gesloten en we werden veilig tot aan de E314 geleid om zo onze weg naar boven te vervolgen.
    Een zucht van opluchting omdat ik het ditmaal had overleefd gaf ons moral en zo konden Dany en ik onze rit verderzetten daar waar hij vorig jaar abrupt gestopt was.
    Nog 2 steile klimmetjes op de Tienbunder, gevolgd door de steile afdaling naar de Ijsbeek was het betere klimwerk begonnen.
    Terug omhoog langs de Schaapkensberg en Kaaskorf, kregen we zelfs de keuze uit een gemakkelijke asfalt- of moeilijke off-road-beklimming. Die uitdaging konden we uiteraard niet laten liggen, maar onze semislicks gunden ons het plezier niet om de vettige helling al rijdend boven te raken.
    Ondertussen naderden we die andere plaaggeest van de streek, Houwaertberg, waar de volrijpe wijngaarden en prachtige vergezichten op ons lagen te wachten. Enkele nijdige hellende passages eisten alles van biker en materiaal, waarbij huisfotograaf Johan op de juiste locatie voor een actiefoto kon zorgen.
    Via de laatste uitlopers van Houwaertberg bereikten we Nieuwrode om vervolgens de steven naar Horst te wenden.
    Doorheen de veldwegen bereikten we de atletische Uilenberg, waar Dany zowaar slagzij maakte in een maïsveld. Ik vermoed dat het tempo dat ik oplegde te laag lag, waardoor zijn beperkte surplacekwaliteiten voor de slag in het zwerk zorgden.
    We doken het fabelachtige Troostenbergbos in om de hoogtemetertjes aan elkaar te rijgen als waren het bokes met choco. In de afdaling naar de Gempemolen toe, nam ik voorzichtig afstand van een voorliggende biker omdat ik wist dat beneden nog een verraderlijke duik moest genomen worden. Wat ik vreesde gebeurde, de voorliggende biker (zonder helm !!! Tssss, tsss…) kwam ten val. Ik kon gelukkig tijdig stoppen, maar de steile put en een blokkerend voetplaatje, maakten dat ik onder het oog van de huisfotograaf (weer hij !), vanuit stilstand toch nog een kopduikeling kon maken. In het keurturnen was dit toch wel een 9.5 waard.
    Zoals een ongeluk nooit alleen komt, kreeg ik even verder een lekke band zodat ik tegen de haag van de Gempemolen mijn herstelkwaliteiten kon aanspreken. Dany regelde intussen het verkeer door alle bikers die verkeerdelijk rechtdoor de parking opreden, en dat waren er nogal wat, de juiste weg te wijzen. Tja, je kent de Solveldroute of je kent hem niet hé !
    Boven op de Bensberg wachtte ons een tweede bevoorrading die al even rijkelijk voorzien was van alle voedingswaren en vrouwelijk schoon, maar dit geheel ter zijde !
    Via een laatste beklimming van het Troostenbergbos bereikten we de Roeselberg, waar we via de trappen van het kappelletje naar boven moesten, de duik naar Sint-Joris-Winge namen en vervolgens door de zwaar bollende holle weg naast het golfterrein terug de uitlopers van de Roesselberg beklommen.
    Einde van het lastige gedeelte van deze toertocht. Wat volgde was de prachtige betonweg over de kam van het Kiekenbosveld, een tweede lekke band en de afdaling naar Tielt-Winge toe. Uitbollen en nagenieten van een prachtige tocht.
    Met meer dan 800 hoogtemeters op 57 km overtrof dit zelfs de lastigheidsgraad van de Hagelandse chronorit en dat kan toch wel tellen in deze streek.

    We besloten onze sportieve voormiddag met een duotijdritje op weg naar onze Zuiderkempen, zodat we met 95 km op het tellertje een perfecte voorbereiding op de Diestse marathon van volgend weekend hadden genoten, alhoewel de Hagelandse heuveltocht er als doel op zich ook best mag zijn.

    Lastigste deel van de rit was uiteindelijk zoonlief overtuigen dat mijn besmeurde rug het gevolg was van een technisch hoogstandje in het Troostembergbos. Benieuwd of hij donderdag op de eerste schooldag nog het hoge woord zal voeren….

    28-08-2005 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    12-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Langdorp, Hagelandse chronorit . 12 juni 2005

    12 juni 2005….Het stond in dik, rood en onderstreept in verschillende agenda’s geboekt. We hadden een kliekje van een achttal bikers die mekaar de laatste dagen, weken en maanden opgezweept hadden naar dit evenement en alhoewel we allen maar recreatieve bikers zijn, zou er toch een koers in de koers plaatsvinden in het Hageland. Via sms, email en enkele mtb-forums hadden we mekaar al bestookt, maar vandaag zou de dag des oordeels plaatsvinden. Het chronolitusvirus had sommigen zelfs zo aangetast dat er niet samen, maar in de grootste geheimhouding en apart vertrokken werd voor 75 km bikeplezier door het Hageland.
    Dany en ikzelf hadden gekozen om toch samen te rijden, kwestie van gezelschap te hebben en mekaar misschien naar een iets betere tijd te drijven.
    Zo gebeurde het dat wij bij het verlaten van het inschrijvingslokaal mijn schoonbroerke Geert stilletjes naar de start zagen schuiven om 8u stipt……En Geert ? Past het T-shirt ? Maar Geert zijn blik was gefocust op dat startplatform en moest niets van flauwe grapjes weten. Zijn doel was duidelijk : in de frisse ochtendlucht zoveel mogelijk zuurstof verzamelen en zo hard mogelijk wegknallen om terug dat eindplatform te halen.
    Als wij een tiental minuutjes later ons nummer door Pieter Vuylsteke lieten afroepen, ging het er iets bedaarder aan toe. We namen de eerste kilometers zelfs nog de tijd om een praatje te slaan en onze spieren rustig te laten opwarmen op weg naar de eerste hindernis van de dag…de konijnenberg te Rillaar. Een eerste graadmeter die ons leerde dat we beide met goede benen begenadigd waren en dat is toch steeds leuk om vaststellen.
    Na het kruisen van de grote baan Aarschot-Rillaar trokken we PresleyTT-gewijs door het patattenveld van boer Harmse zodat ook onze veringen, ruggengraat en drinkbussen de testbank opgingen. De langdurig droge periode die we achter de rug hadden zorgde ervoor dat het parcours er perfect berijdbaar bijlag en dat er geen nodeloze krachten dienden verspeeld. Via de Huiskens dieper het Hageland ingedoken,naderden we mijn zwarte beest : den Tienbunder. We passeerden zonder averij de plaats waar ik in augustus ll een doodsmak maakte, deze keer weliswaar bergop, en enkele nijdige Tienbunderflanken zorgden bij verschillende bikers toch al voor verzuring en piepende longen.
    En zoals steeds zit het venijn in de staart…..op het laatste hellinkje van de Rillaarse bult sloeg voor het derde jaar in successie het noodlot toe.
    Na twee lekke banden de voorgaande jaren, kreeg ik nu af te rekenen met een kettingbreuk. Na 15 km werd onze tandem dus al verbroken en kon ik aan het werk met herstellen. Al bij al viel het wel mee en kon ik na een 5tal minuten reeds terug vertrekken, toen bleek dat ik mijn ketting naast de geleider van de tandwielen had gemonteerd.
    Verdorie !!!! De domste aller bikers kon terug zijn materiaal uitpakken, ketting losponsen, deze keer goed leiden, vastponsen en na een oponthoud van pakweg 10 minuten de resterende 60 km aanvatten.
    Dany was intussen zelfs geen stip aan de horizon meer, dan wel een ongrijpbare fata morgana geworden. Ik verhinderde mezelf de fout van vorig jaar te maken en verloren tijd te willen goedmaken, zodat ik het realistische tempo van voorheen terug probeerde te vinden, ditmaal jammer genoeg met een moral onder nul.
    Houwaertberg was ons volgende target en de beklimmingen van de Kaaskorf en de asfaltklim werden nu gecontroleerd genomen.
    Bij de eerste vliegende bevoorrading wou ik toch de tijd nemen om een bekertje sportdrank te nuttigen, maar ik verdronk bijna toen het debiet van het binnenvloeiende vocht niet door mijn slokdarm kon verwerkt worden.
    We bereikten nu stilaan St-Joris Winge, waar we tegen de Solveldroute in, de Roeselberg beklommen, achter het golfterrein via de natte holleweg afdaalden en na het kruisen van de grote baan Aarschot-Tienen het Troostenbergbos opklommen. Je moest hier op de brede lanen toch het midden trachten te zoeken tussen een chrono rijden en genieten van de pracht van dit bos.
    Op naar Horst waar doorheen de zandwegels een weg naar het centrum van St-Pieters-Rode gezocht en gevonden werd, waarna we via het vlakke fietspad terug naar Nieuwrode afzakten. De obligate bewandeling van de Kraaikant viel ons nu ten deel en hier voelde ik voor het eerst mijn kuiten branden. Rondom de Wijngaerdberg in Wezemaal vonden we een 2de bevoorrading, waar ik mijn 2 lege busjes Extran inwisselde voor een gevulde bus Born sportdrank.
    Het werd nu stilaan tijd om het gashendeltje eens flink open te trekken zodat ik het laatste gedeelte van deze etappe mijn gemiddelde nog wat kon opvijzelen.
    We zakten (nu ja…zakken…what’s in a name) terug af naar Nieuwrode om op en rond het Rot nog enkele flinke kuitenbijters te vinden.
    Nadat ik bijna de ganse dag voorbijgereden werd door snelheidskonijnen van diverse pluimage, was het nu mijn beurt om her en der de lijken op te rapen. Het was duidelijk dat ik mijn rit vrij goed ingedeeld had en zag jongens terug die ik een uur voordien machteloos had zien wegrijden.
    Via het Kloesebos beklommen we nog de Schaapsvijver, maakten in tegenstelling tot vorig jaar nog een extra lus langs de extreme putten om uiteindelijk langs de lange asfaltklim terug de verkeerslichten aan de Aarschotse ring te bereiken. Via de talud opgeklommen naar de Aurelianstoren resteerde er ditmaal geen tijd om te genieten van het mooie vergezicht en liet ik me als een steen via de Leiberg naar de Demer vallen. Ik liet me het gangmakerswerk van enkele snelheidsduivels op de Demerdijk nog welgevallen en bereikte uiteindelijk na 3u27 het houten bruggetje en dito platform.
    Mijn snelheid had zelfs Pieter nog verrast toen hij me nog moest achternalopen om mijn startnummer op te vragen.

    En wie won de koers ? Ken Van den Bulcke reed oerendhard doorheen het Hageland. Maar ere wie ere toekomt….Dany laveerde van ons groepje ongeregeld zijn bike het handigst en vooral….het snelst doorheen de Hagelandse heuvels en zette een tijd van 3u22 neer. Maar deze harde feiten werden later op de dag op de helling gezet tijdens een gezellig samenzijn met de ganse bende, inclusief vrouwen en kinderen.
    Heroïsche verhalen over lekke banden, haperende versnellingsapparaten, kettingbreuken en krampen werden overgoten met liters trappistenvocht, waarna we als ware Highlanders al snode plannen smeedden voor een evenement dat nog 52 weken verder ligt…..want laat dat duidelijk zijn……we zullen volgend jaar terug present zijn !
    Moeders….hou uw dochters binnen want…..WE KOMEN ERAAN !!!!!

    12-06-2005 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    05-06-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Testelt, 5 juni 2005

    Passie voor de mountainbikesport….het bestaat dus echt !

    Omdat Dany om praktische redenen op een vroeg uur thuis moest zijn, hadden wij reeds voor dag en dauw een afspraak gemaakt om samen met de bike naar Testelt te bollen. Geert zette het verstoppertje spelen voor de Hagelandse cronorit verder en verkoos een later startuur, samen met zijn werkcollega Wim.

    Slechts 2 Smulhoekbikers kwamen dus in Testelt reeds om 7u15 aan het voetbalveld, waar we het dienstdoende meisje van de inschrijving haar auto nog hielpen parkeren, ons inschrijvingsbriefje in handen van een toevallig aanwezige inrichter duwden, een verdwaalde fazant verjoegen en onze bikes de eerste, nog maagdelijke singletracks instuurden.

    We werden via voor ons onbekende wegen richting de Testeltse Voortberg gestuwd. Deze tocht zou duidelijk een aanrader voor de recreatieve biker worden, want zowel op de Voortberg als op latere hellingen zouden de steilste stukken gemeden worden. Gevolg was dat we de na de steile afdaling langsheen de wijngaard reeds aan de spoorwegovergang stonden en even later de eerste splitsing bereikten. Met het oog op de Hagelandse cronorit kozen we uiteraard resoluut voor de 60 km.

    Als we op weg naar Langdorp het pad van een haas kruisten die vanzelfsprekend….het hazenpad koos, leek er bij Dany een déclick te komen. Ondanks het feit dat hij, naar eigen zeggen, de ganse week niet op zijn fiets gezeten had, dreef hij het tempo danig op richting Bosberg, zodat ik al met wijdopen mond aan de voet van deze Langdorpse helling aankwam. Het beterde er niet op als hij al zijn duivels ontbond op de prachtige hellende paden. We noemen onzen Dany niet voor niks…Dany Bosberg.

    We dreven nu richting nog meer bekend terrein van de TT van Wolfsdonk, als we even later terug de singletracks achter Hof Ter Venne en de Molenheide voor de wielen kregen. In de zandstrook waar Geert vorige week nog stijlrijk…..in het zand beet, werd nu op onnavolgbare wijze door het strandvulsel gereden.

    De trappistenberg was nog maar eens geen spek voor onze bek en we werden hier warempel ingehaald door de eerste biker die wij vandaag op de omloop zagen.

    We kwamen even later vlak voor de samenvoeging met de kortere afstanden aan de eerste bevoorrading, waar de tent ook nog op zijn afwerking wachtte. Een korte babbel en knabbel later verwelkomden we de bikers van de andere afstanden aan de voet van de Rode berg.

    Doorheen de gekende singletracks en hellende paadjes verlieten we deze langs de kant van de Zil, maar in plaats van direct de Weefberg te bestormen, maakten we nog een lange afbuiging richting Blauberg en zijn vaste Blosotoer van Herselt. Blijkbaar zijn de Merodebossen intussen opengesteld voor het bredere mountainbikepubliek, want de organisatoren verrasten ons aangenaam met nieuwe, nog nooit door ons bereden paden. We vonden het oorspronkelijk nog jammer dat de wijngaard van de Kapittelberg dit jaar niet aangedaan werd, maar de alternatieve paden werden door ons meer dan geapprecieerd.

    Via de Ploeg werd er richting Averbode gereden, waar een tweede bevoorrading onze inwendige mens voor het laatste stukje kon versterken.

    We werden weer door een nieuw opengesteld stuk Merodebossen geleid, waar we wel geluk hadden na de langdurige droogte toen we doorheen een ven geleid werden.

    Via de Luyksedreef, vervolgens achter de vijvers van Averbode door, bereikten we de grote zandvlakte om vervolgens de obligate kroningskapel te beklimmen. In de afdaling van deze technische zanderige bult, hadden we een minder prettige ontmoeting met een biker die het nodig achtte een papa met zijn zoontje de huid vol te schelden omdat ze per toeval zijn pad kruisten. Dat deze mensen zelfs nog voorrang hadden (ze kwamen van rechts) bewijst nogmaals dat respect voor de natuur en de medemens dringend moet bijgebracht worden aan sommige medebikers.

    De aanwezigheid van de abdij verzachtte duidelijk niet de zeden, maar we reden onbegrijpend toch maar verder. Het was een laatste maal diep ademhalen voor de bestorming van de Weefberg, maar zoals reeds eerder aangehaald, was deze tocht voor de recreatieve biker, werden de steilste stukken gemeden en stonden we onverwacht reeds terug aan de aankomst.

    We zagen nog ettelijke bikers vertrekken voor hun tocht en vonden zelf nog rustig de tijd voor een drankje op het terras, gecombineerd met een gratis pannenkoek. Voor moeder de vrouw werd ook nog een Nostik cadeautje meegegeven zodat we blijgezind onze terugtocht konden inzetten.

    En nog had Dany een verrassing in petto……tegen een stevige Zuidwester in legde hij een tempo van 30 a 32 km/h op dat ik alleen maar in zijn wiel aankon. De rode letters op zwarte achtergrond op zijn rug…..2fast4you brandden op mijn netvlies en zouden me nog een slapeloze nacht bezorgen.

    Was de Hagelandse cronorit toch al maar achter de rug………………..

    05-06-2005 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    01-05-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Winksele, 1 mei 2005

    1 Mei, dag van de arbeid die ik samen met Geert nog eens ten berde wou brengen.

    Dany kon door het communiefeest van zijn zoontje niet mee, alhoewel geruchten de ronde deden dat hij om 6 uur reeds op de baan zat om zijn noodzakelijke kilometers te volbrengen.

    Het was om 7 uur bij het verlaten van mijn woonst in de Zuiderkempen nog frisjes bij 14 graden, vooral omdat ik me al voorbereid had op de voorspelde 30 graden en mezelf in zomertenue had gezet. Geert stond me iets voor achten op te wachten aan de oude melkerij van Rotselaar en samen togen we onder de inmiddels fel rijzende zon naar Winksele, een dorpje gelegen tussen Leuven en Brussel.

    Aan de Warotsporthal arriveerden we met reeds 30 km op het tellerke. Met een 60km als mogelijkheid konden we dus aan een dagtotaal van 120 km komen en dat klonk ons wel als muziek in de oren, met het oog op de doelen die we ons dit jaar nog gesteld hebben.

    Op het grondplan zagen we dat er tal van splitsingen waren, zodat we uiteindelijk een tocht naar eigen goeddunken konden samenstellen. Ons gebrek aan streekkennis verhinderde echter dat we herkenningspunten hadden, zodat we uiteindelijk, na het neertellen van onze 2.5 euro, maar vertrokken met een oud cliché : “We zullen wel zien !”

    Daar het vrijdag wel een flinke geut geregend had, maar sindsdien meer dan 24 uren droog was, hadden we beide voor onze semi-slicks als wielbekleding gekozen. Dit viel ons echter al direct zwaar tegen, want op weg naar Leuven en de heuvel van Gasthuisberg, werden we getrakteerd op prachtige heuvelende single-tracks, die door de vrijdagse regen echter omgetoverd waren in spekgladde baantjes waar we op al onze stuurmanskunst moesten beroep doen om niet in het decor te belanden.

    Waar we de holle wegen of bossen verlieten en terug in open vlakte kwamen, kregen we goed berijdbare, over het algemeen kurkdroge veldpaden voor de neus.

    Een tocht met twee gezichten dus….en dit zou de teneur van de resterende rit worden.

    Als bovendien bleek dat we vandaag een karrenvracht aan hoogtemeters zouden verzamelen, stelden de schoonbroerkes hun ambitie op een 60 km-tocht al snel bij zodat het eerst 50, later nog 43 km zou worden. Dit doet echter niets af van de voortreffelijke tocht die ons voorgeschoteld werd, want de prachtige bossen, holle wegen, afgewisseld met veldwegen waar de panorama’s werkelijk wondermooi waren deden ons hart niet alleen van de geleverde inspanningen sneller slaan.

    Er was, vooral in het begin van de tocht, geen meter vlakke ondergrond te bespeuren op weg naar Bertem. Niet echt steile hellingen, doch de lengte ervan en de bijwijlen gladde ondergrond maakten er toch geen makkies van.

    Enkele herkenningspunten zoals de E40 en de zendmast van Bertem doken soms voor ons op, maar voor de rest was het gewoon genieten, hard trappen en vooral goed sturen op onze schaatsslicks.

    In dit traject tussen E40 en N2 was werkelijk de ganse streek benut. Als we na pakweg 27 km de bevoorrading bereikten was er al meer dan één energietankje overboord gegaan, waarbij Geert de opmerking maakte dat hij zich vandaag niet te best voelde. Maar met bijna 400 hoogtemeters op minder dan 30 km, was dit ook niet te verwonderen.

    De karige bevoorrading met water, snickers en bananen was een klein minpuntje, vooral omdat we wel een versterkertje konden gebruiken, maar niet getreurd. Er lag ons nog een lange weg te wachten, dus maakten we ons maar snel uit te voeten om verder te genieten van de streek.

    Ons aan de 43 km bordjes houdend, maakten we onze lus via Everberg en Meerbeek vol richting startpunt in Winksele.

    Dat de frisheid intussen ook bij mij weg was werd bewezen toen Geert aan een druk punt vroeg wat hier te doen was. Ik zag achter de draad een rood plein, dus voor mij was hier een tennistornooi aan de gang…..tot bleek dat we naast de gesloten jeugdinstelling van Everberg reden. En als we even later in een Meerbeeks bos, in the middle of nowhere, een wandelend echtpaar tegenkwamen dat bij mij in de buurt in Hulshout woont, was het echt ff in de wang knijpen of ik niet droomde. Ik weet het nu nog altijd niet zeker….

    Wat wel zeker was, is dat we na een mooie tocht met 600 hm, de terugtocht met een stevige rugwind konden inzetten. Mijn schoonbroerke…..die met zijn slechte dag…..legde een tempo op dat zelden onder de 35 km/h zakte en ik bengelde er aan, blij dat we in Wijgmaal voor de opgehaalde brug van de Leuvense vaart stonden.

    Via Haacht en Keerbergen terug onze Antwerpse provincie ingedoken kwamen we in Beerzel met reeds meer dan 100 km achter de kiezen. Snel afscheid genomen van Geert, kon ik het niet laten toch Beerzelberg nog off-road te nemen, kwestie van toch enkele extra hoogtemeters tov mijn zwager te hebben. En met de 110 km bij thuiskomst had ik toch een prettig gevoel, spijts de brandende benen van vermoeidheid.

    En wat gebeurde er met Dany ???? …….Die mocht het in de namiddag op de communiefeest allemaal met lede ogen aanhoren, hoe de verhalen van de 2 cavaleristen met het leegmaken der glazen, alsmaar sterker werden………….

    Zijn wraak zal zoet zijn, vrezen we……..

    01-05-2005 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    17-04-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deurne-Diest, 17 april 2005

    Op een mistige, kille zondagochtend in april voltrok zich voor ons het verhaal van de tien kleine negers.
    We zouden met vijf moedigen de trip naar Deurne per bike doen en ginds nog 2 vrienden oppikken om zo met een mooi pelotonnetje de plaatselijk TT af te werken. Theo en Ivo belden echter af omwille de voorspelde (doch achterblijvende) regen, Dany zou in Deurne afhaken omdat hij omwille van familiale verplichtingen tijdig thuis moest zijn terwijl Geert en Charel, die met ons om half negen ter plaatse afgesproken hadden, op dat moment nog ergens een sightseeing van de Diestse ring afhaspelden.
    Bleven dus alleen die 2 schoonbroerkes over om samen op pad te gaan voor een matig heuvelende tocht, waarbij de heuveltjes fraai aangegeven zouden worden met plaats- en gegevensbordjes.

    Door ons late vertrekuur was het erg druk aan feestzaal SOK, maar éénmaal op pad viel de drukte best wel mee.
    We nestelden ons aan de staart van een groepje dat dapper snelheden boven de 30 km/h liet aantekenen en snelden zo met een rotvaart naar de eerste serieuze hindernis van de dag…de Schellekensberg. Zoals het dan dikwijls gebeurt, troepten hier de snelle en minder snelle bikers samen tot een lint, dat bovenrijden op de korte maar steile hindernissen tot een kunst maakte. Uitdagingen zijn er echter om aan te gaan en ik trok me samen met Geert vrij goed uit de slag.

    Na dit opwarmertje vervolgden we naar het Stenen kot, een oude ijzerzandsteenwinning waar een mooie omloop was uitgetekend. Weerom hetzelfde scenario met drukke beklimmingen, waar je al slalommend en met wisselend succes trachtte boven te rijden.

    Ondanks de snertzaterdag met lange regenperiodes had ik toch voor mijn Panaracer semislicks gekozen. Voor een keertje had ik de juiste bandenkeuze want de paden in en rond Diest hadden het hemelsvocht na een droge nacht quasi volledig verwerkt.
    Het maakte dat het heerlijk biken was door de met mistslierten bedekte velden en bossen.

    Langsheen het Schaffenveld bereikten we nu stilaan de stadswallen van Diest, die er droog en goed berijdbaar bijlagen. We hebben het ooit anders geweten...
    Ondertussen wees onze kilometriek reeds 24 km aan en bereikten we de bevoorrading.

    Zoals we dat van het “Bike Fun” team gewend zijn, was dit weeral een wandelend buffet. Met wafels, chocolade wafels, rozijnencake, sientjes en een aangelengd sportdrankje was de verleiding om blijven te staan bij velen groot. Getuige de enorme “bunch” die zich hier vertrappelde.
    De aanblik van de Lazarijberg die hier voor ons lag te blinken dreef ons echter terug de bike op om de omgeving van het militaire vliegveld te verkennen.
    Even terug afdalend naar de ring om dan aan het fort Leopold terug bovenwaarts te rijden, deed mij in mijn klimdrang zelfs een wegvergissing begaan. Gelukkig waren er attentere bikers die mij achterna riepen of wij waren nu nog tussen de parachutisten en zweefvliegers op zoek naar het juiste pad.
    We daalden af naar spoorweg en Demer en kregen de prachtige asfaltklim van het Grasbos. Met als afsluiter de Langeberg kruisten we nu terug de baan Diest-Geel om over minder glooiende wegen terug richting Deurne af te zakken. We passeerden weliswaar nog langs de Rode berg, maar aangezien we deze blijkbaar niet mochten beklimmen, kregen we slechts een flauw niveauverschil op de zijflanken te verwerken, althans…dat gevoel hadden wij toch. Of waren we echt zo goed bezig ?

    Als een bordje aanduidde dat er nog slechts 5 km voor de boeg lagen, waren we reeds doordrongen van de gedachte dat we vandaag bedeeld waren met fantastische benen….dat we als het ware zonder ketting reden…. De ontnuchtering kwam snel…..
    We werden onder de voet gelopen door bikekenissen Patrick en Stefan. Als Patrick dan meldde dat hij ziek was en Stefan zei dat hij zijn benen nog wat ging losrijden…ondertussen ons eraf rijdend….werd het erg stil bij de schoonbroerkes.
    Geert haalde wel zijn trukendoos nog eens boven als hij iets verder op een singletrack, waar een jongedame het tempo stevig drukte….tegen het achterwiel van Stefan opreed. Maar of dit echt nog indruk gemaakt heeft, zullen we wel nooit weten.

    Feit is dat we na een heerlijke, feilloos georganiseerde toertocht vruchteloos op zoek gingen naar een derny die ons naar het 25 km verder windop gelegen Hulshout wou loodsen. We kregen van Geert VDV alleen een flyer van de TT van Hulshout in de handen geduwd en besloten, na een korte opfrisbeurt, dan maar een tweemanswaaiertje te vormen richting Zuiderkempen.
    Via de kortere verbindingen die ik met mijn analoge GPS (een landkaart dus !) wist te vinden, namen we naar goede traditie de klim naar de kapel in de lekdreef van Averbode nog voor onze rekening en zalig vermoeid bereikten we ons mooie stekje aan de Nete.

    En of Di Luca of Boogerd die Amstel Gold Race zou winnen kon ons niet zoveel schelen…..wij hadden ons toch gedurende 40 km Filip Meirhaeghe en Roel Paulissen gevoeld………

    17-04-2005 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    29-01-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zutendaal, 29 januari 2005

    Geen twee zonder drie….dit betekende voor ons de derde toertocht op rij dat we onder een stralende hemel onze stuurmanskunsten op de bike mochten vertonen.
    Deze keer trokken we op zaterdagnamiddag naar Midden-Limburg, meer bepaald naar Zutendaal, deelgemeente van Genk. Dany kon om technische redenen niet van de partij zijn, zodat ik met Geert alleen naar ginds tufte.
    Zoals reeds gezegd konden we onder een stralend zonnetje ons materiaal uitpakken terwijl het kwik rond de 3-4 graden Celsius vertoefde bij quasi windstilte. In het mooie sportcomplex telden we onze 3 euro inschrijvingsgeld neer, ondertussen de hoogtelijnen op de uitgestalde stafkaart bewonderend. Met niveauverschillen van pakweg 25 m en namen als Liederberg en Duivelskuil konden we ons al verlekkeren op een pittig tochtje dat voor de rest pakweg op grondgebied Zutendaal zou blijven, wat vooral wil zeggen….op de Limburgse heide, want de naam heide kon je ook overal op die kaart terugvinden.

    Het leek niet echt druk toen we onze bike off-road de eerste bossen en singletracks instuurden en mijn 8 jaar jonger schoonbroerke zijn spieren waren blijkbaar het snelst opgewarmd. Het tempo dat hij me direct oplegde greep me naar de keel, zodat ik na enkele kilometers schor ging vragen of hij soms boos op me was…nee hoor….het was gewoon zijn manier om warm te krijgen…nu ja, dat lukte wel want de eerste zweetdruppels parelden al van mijn neus, zodat ik maar zweeg en wijselijk terug in het wiel kroop.
    De vorst van de voorbije dagen had keurig zijn werk gedaan, zodat, in tegenstelling tot bij ons in de Zuiderkempen, we over een hoofdzakelijk harde ondergrond konden fietsen, soms onderbroken voor een zanderig stuk waar het behendig het juiste spoor kiezen was.
    In de onmetelijke dennenbossen kreeg de zon zelden de kans het wegdek te ontdooien, en was er toch eens een plas, dan was er meestal een droog spoor achter de bomen getrokken.
    De heuveltjes die we te verwerken krijgen waren niet echt lang, maar het stijgingspercentage was bijwijlen toch hoog genoeg zodat ook de versnellingen hun werk moesten doen. Het was heerlijk biken op de Limburgse heide zodat al snel het liedje “fietsen op de heide” door mijn hoofd spookte.
    We kregen enkele korte verbindingsstukjes over het asfalt voorgeschoteld, waar bij elke oversteek van een drukke weg, zowaar het verkeer door seingevers werd stilgelegd. Wat een luxe mochten we hier ervaren en overmoedig trokken we het gashendeltje steeds meer open, ondertussen biker na biker inhalend.
    Het maakte dat we aan een voor ons doen, waanzinnig gemiddelde van 22 km/h de bevoorrading haalden. Tijd dus om de inwendige mens te versterken aan een fritkot dat voor de gelegenheid was omgebouwd tot bevoorradingsgebouw. Ruime keuze uit koele sportdrank, warme oplosthee, sinaasjes en suikerwafels konden volstaan om ons "fertig" te maken voor het tweede gedeelte.
    Nog snel mijn obligate plas gaan maken, ondertussen er voor zorgend dat Geert zijn bike geblokkeerd stond, zodat hij er niet zonder mij kon vanonder muizen.

    Ik meende mij te herinneren van vorig jaar dat het tweede deel van de tocht asfaltrijker en drassiger was, maar de omloop was blijkbaar hertekend, zodat we nu in de bossen bleven over hoofdzakelijk brede zandpaden die een hoge basissnelheid toelieten, soms onderbroken voor een technische singletrack of een steile helling vlak na een scherpe bocht, waar men hier wel een patent leek op te hebben.
    Het maakte onze tocht alleen maar leuker en de pret kon niet bedorven worden toen Geert op 5 km van het einde zijn versnellingskabel overtrok. Technische kranen als wij zijn  maakten we dat hij met een vaste, doch haalbare versnelling de tocht kon vervolmaken, zodat we veel te vlug naar onze zin na 40 km en bijna 200 hoogtemeters terug aan de camionette stonden.

    De terugweg zou achteraf nog onze grootste hindernis worden want ik stuurde de camionette warempel Diepenbeek in, ipv naar de naburige E314. Had dat schoonbroerke mij dan toch te diep laten gaan……………?

    29-01-2005 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    09-01-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tervuren, 9 januari 2005

    Alle nieuwjaarswensen zijn uitgewisseld. Kalkoen, fondue's en gourmets zijn verteerd. Het was tijd om de ontluikende zwembandjes te lijf te gaan in Tervuren bij de 11de Zoniënwoud-classic...onze koninginneklassieker.
    Klassieker, niet zozeer omwille van het hoge technische gehalte, maar wel omwille van de prachtomgeving die het Zoniënwoud ons jaarlijks bied.

    Want de Zoniënwoud-classic
    …….....dat is een toertocht door een onmetelijk woud met reusachtige beuken
    ……….dat is een wirwar van dolomietpaden, waar je zonder bewegwijzering hopeloos verloren rijdt
    ……….dat is fietsen in de mooiste dreef van België, de Kapucijnendreef
    ……….dat is door de Welriekendedreef fietsen aan een tempo hoger dan dat van de auto’s op een werkdag
    ……….dat is een zwaar onderschatte omloop met meer dan 300 hoogtemeters
    ……….dat is genieten van zuurstofrijke boslucht en speuren naar verloren gelopen hertekalfjes
    ……….dat is een toertocht beëindigen zonder dat de bike moet gereinigd worden
    .............dat is onthaasten in de kern van het meest gehaaste land van Europa………..

    Omdat er meer en meer geruchten gaan dat in het Zoniënwoud, onder druk van het Waalse gewest in de toekomst geen TT’s meer zouden mogen plaatsvinden, wilden wij deze afspraak zeker niet missen.
    Met Dany en Geert in het camionnetje naar de rand van Brussel getuft, waren we reeds om 8u ter plaatse.
    Bij een onwinterse temperatuur van 8°C legden we snel onze 2,5 euro neer in ruil voor een inschrijvingsbonnetje en gingen we in het halfduister van start.
    Nog geen km ver zorgde dit halfduister er voor dat we de pijltjes reeds uit het oog verloren waren zodat de aanloop naar het Tervuurse arboretum al met de nodige omwegen genomen werd. Eenmaal terug de correcte wegen gevonden, draaiden we snel het woud in en konden we onze bike en de goedberijdbare paden aan een serieuze test onderwerpen.
    Op cruisecontrole langsheen Tervuren, Jesus-Eik, Oudergem, Watermaal-Bosvoorde, Sint-Genesius Rode en Groenendaal reden we in ganzenpas en aan een gezapig tempo onder de steeds helderder wordende hemel. Toen ook het zonnetje zijn best begon te doen, kon ons humeur helemaal niet meer stuk.
    Zelfs toen ik ten prooi viel aan een lekke band, bleef de glimlach bewaard en genoten we tijdens het herstellen van de rust en kalmte die deze groene long van Brussel uitademt.
    Kleine minpuntjes waren de bevoorrading die vrij basic was en de kilometrage die een stuk onder de vooropgestelde afstand bleef, want reeds na 38 km ipv de voorziene 43 stonden we terug aan sporthal Diependal, vol energie en adrenaline in de aders die ons nog een spetterende finale moest bezorgen.

    Om 10u15 waren we reeds gewassen en gestreken, tijd om nog een grapje uit te halen met de Bjeizel connection, die enkele meters verder geparkeerd stonden.
    Snel een briefje onder de ruitenwisser dat wij aan een gemiddelde snelheid van 27km/h rondgevlogen waren en dat we geen tijd meer hadden om op hen te wachten. Kwestie van de moral van die jongens een beetje te ondermijnen, want het is een beetje zoals met Sven Nys dezer dagen…aan de start komen is voor hem voldoende om de rest voor de 2de plaats te laten rijden……………………………
    s’Namiddags zou Nys zijn tegenstanders op meer dan een minuut rijden………..we staan er goed op………

    09-01-2005 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    05-12-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vossem, 5 december 2004.

    Omdat Dany zijn zoon de veldloopwereld weeral aan’t veroveren was, waren Geert en ik genoopt met mekaar op te trekken voor deze tocht in Vossem.
    We waren er niet echt rouwig om, want nu konden we nog eens rustig genieten van een tocht.
    Waren we eerst nog zinnens de verplaatsing per bike mee te pikken, bleken de weergoden ons niet echt goed gezind, zodat we uiteindelijk toch maar met de camionette door de ochtendmist tuften.

    In het halfschemer aan het voetbalveld van de greunsjotters ingeschreven, lieten we onze spieren niet afkoelen en vertrokken snel voor de langste tocht van 40 km. Geert is gedurende de laatste maanden een 10tal procenten lichaamsgewicht kwijtgespeeld, maar dit maakt ook dat zijn basissnelheid met zo’n 10tal procenten is toegenomen….en ondergetekende heeft het geweten.
    We maakten om te beginnen een grote lus richting Leefdaal en Duisburg waar Geert er een serieuze lap op gaf. Op de lastige op en af wegen, door steile technische holle wegen, door kille mistige bietvelden, over glibberige paadjes nam hij resoluut de kop en regelmatig moest ik een 10tal meters prijsgeven die ik met alle moeite van de wereld telkens terug moest overbruggen.
    Verdorie….da schoonbroerke wou me der toch nie afrijden zeker ???
    Ik wachtte het antwoord niet af en haalde mijn trukendoos boven. In de buurt van Duisburg brak mijn schoenplaatje af, mijn voet schoot als een raket naar voor, tussen de spaken van mijn voorwiel en ik liet me als een profvoetballer met een kreet vallen….kermend van de pijn aan mijn snel zwellende knie.
    Geert kwam bezorgd kijken naar zijn zwager, terwijl ik de harde uithing en traag terug op mijn bike kroop. Het ware een wijze optie geweest van terug naar de start te rijden, maar ik wou de afvalstoffen in mijn geteisterde knie niet de kans geven zich vast te zetten op pezen en bot. Dus drong ik er op aan toch maar, op het gemakske deze keer, de tocht te vervolmaken.

    We namen vanaf Duisburg de richting van het Zoniënwoud en op de modderige parallelweg van de Kapucienendreef gaf ook de shifter van mijn voorversnelling de pijp aan Maarten.
    Rustig verderrijden zat er dus ook niet meer in, want dit technische euvel maakte dat ik alle heuveltjes nu op de gruute ploate moest nemen, op gevaar van die middenplateau niet meer vanaf te raken.

    Gelukkig was dit tweede deel van de tocht niet zo technisch meer en bleven we op de vlot bollende dolomiet-, asfalt- en kasseiwegen van dit wondermooie bos.
    In de buurt van Groenendaal namen we in tegengestelde richting de Nero-route wat soms wel gevaarlijke standjes opleverde met tegenliggers, maar gelukkig lieten we de modderige, technische singletracks van deze vaste bloso-route, links liggen.

    Een bevoorrading volgde pas na 34 km, maar omdat we na het slijkerige begin, toch nog 20 km vlot kunnen bollen hadden, was het niet echt snakken naar de soep.
    We pikten na de soep aan bij een groepje bikers die er flink de pees oplegden en tegen snelheden van >35 km/h holden we richting Tervuren, waar we in het prachtige park nog enkele mooie, wel hoofdzakelijk asfaltwegen meepakten.

    Veel te snel natuurlijk kwam nu de kerktoren van Vossem reeds in zicht en moesten we onze rit beëindigen vooraleer hij nog wel goed begonnen leek.
    Geert vroeg of ik nog zin had in het lusje van de 20 km, maar ik foeterde iets van “pijn aan mijn knie” en “k’moet op tijd thuis zijn voor Sinterklaas”, zodat we toch maar de afslag naar de camionette namen.

    Op een ontiegelijk vroeg uur wendden we de steven naar de Zuiderkempen, niet zonder eventjes te stoppen bij een plaatselijke handelaar en een mooie kerstboom voor onze gezinnetjes mee te nemen, zodat dit jaar bij de families Aerts en Van Bael, kerstmis onder een Vossemse kerstboom zal gevierd worden…..

    05-12-2004 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  


    29-08-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tielt-Winge, 29 augustus 2004
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    6 uur….de wekker gaat af…mijn vrouwtje draait zich kreunend op haar andere zij….ik stap voorzichtig uit bed….sluip naar binnen en start mijn wekelijkse ritueel…ontbijten met de 52ste herhaling van het laatavondnieuws….
    6u30….ff buiten gaan voelen…het is nogal fris aan de pin…zal toch maar mijn trui met lange mouwen dragen en daar een windjekje zonder mouwen over….de lucht is hemelsblauw….het belooft een prachtige dag te worden….nog snel een briefje voor Christel achterlaten dat ik om 12u30 ten laatste zal thuiszijn…
    6u50…ik kruip op mijn mtb die ik gisteravond al keurig aan de achterdeur gezet had…de oude spoorweg op richting Aarschot…..
    7u10….Ramsel…Dany en Staf staan me al op te wachten….hey jongens!!! Zijn we der voor??? Nou en of!!!……
    7u50…wat zijn we vlug aan de Solveldsporthal in Tielt…de forme zal goed zijn…dit belooft…volgende week marathon van Diest…we kijken er allen naar uit….
    8u00…hop, en weg zijn wijvoor de 55 km!…zalige bosgefabriceerde ochtendlucht dringt door tot in de puntjes van onze longen…de zuurstof doet onze benen soepel draaien…de eerste klim naar de houten uitkijktoren nemen we in een rotvaart…
    8u15…we nemen een grote bocht richting Bekkevoort en Molenbeek Wersbeek….doorheen verlaten velden…weinig bikers te zien….geen probleem…we genieten….prachtige vergezichten in Wersbeek….
    8u45….terug richting Tielt-Winge na de 1ste lus….Oei! Pech onderweg! …Dany voelt zijn bandje leeglopen….ff schuilen voor de frisse wind achter een maisveld….een kanjer van een braamdoorn met mijn tanden verwijderd uit de buitenband….bandje pompen en weer op pad…..hey? Hier rijden een stuk meer bikers!?….we zijn terug bij de toer van de 40 km beland…..ginds bij de autostrade is de 1ste bevoorrading…..
    9u15….tomatensoep met ballekens, sportdrank, bananen, koekjes, wafeltjes….wie durft er te zeggen dat je van sporten afvalt?…
    9u30…oververzadigd terug op pad…terug beter bekend terein hier….afdaling vanaf het wijnkasteel langsheen de E314…opgepast jongens! Gevaarlijke afdaling! ….Staf gaat heel vlot voor in de strijd….tot plots….een hapering in een uitgespoelde singletrack….De Staf gaat over kop…ziet er niet goed uit…hij blijft ff versuft liggen….Gaat het Staf?…..jaja, gaat wel, alleen mijn heup en knie doen wel pijn….als ge wilt gaan we van het parcours af hé jongen!….neenee, het gaat best….dan rij ik de komende hellingen maar wat trager op…
    9u40….voet van Tienbunderberg….Dany komt naast me rijden…gaat het met de Staf?….jaja, zegt hij…hij gaat de hellingen maar wat trager oprijden….daar 20 m voor ons rijd hij weg van ons, hahaha!….
    9u41….steilste stuk van Tienbunder….mijn longen zuigen zich vol met zuurstof….mijn spieren pompen zich vol met bloed….
    9u42….boven op Tienbunder….ben tot op 10 m van de Staf genaderd…..afdaling naar de autostrade toe….eerst steil bergaf….dan nog 200 m vals plat bergaf….2 parallelle paadjes liggen uitnodigend voor ons…Staf rechts voor mij….ik passeer hem op het linkse paadje….heerlijk freestylen!….wind suist langs me heen….nog 150 m voor de autostrade….nog 1 biker voor mij…ik ga hem ook links passeren….

    HEY!!!!! PAS OP!!!!!!
    …..de biker draait, de pijltjes volgend, plots links het bos in……ik stuur nog naar het rechtse paadje maar ga vol op het achterwiel van die jongen….KNOTS!!!……een duikvlucht door het zwerk….als een grote vogel zo sierlijk….maar de landing niet op de pootjes….wel vol op mijn gezicht…......

    9u43….bloedstromen vullen mijn mond….mijn gelaat brand kapot van de pijn…mijn handen…mijn nek…ik leef nog….
    Dany en Staf vragen angstig of het gaat….ik denk dat mijn kaaksbeen gebroken is….kan iemand de organisatie voor een ambulance bellen aub?….praten gaat me steeds moeilijker af…Patrick Van Heugten, medesmulhoeker stopt bij ons…iedereen is enorm in de weer…maar voor mij hoeft het ff niet meer….
    Ik denk aan Christel die thuis nietsvermoedend op me wacht…..
    Ik denk aan Jens die deze namiddag een stratenloop wil gaan doen….beloofd hé papa?….ja jongen…ik beloof het…we gaan er naartoe....zei ik op zaterdagavond….het zal tot maandagavond duren voor hij mij, ondanks het afraden van mama zal terugzien…

    Ondertussen zal men in Gasthuisberg de handen vol hebben met het oplappen van die mountainbiker….onderlip gescheurd en over de kin gegaan….bovenlip gescheurd tot aan de neus….ferme kap op mijn neus…tong overlangs gescheurd en dwars nog enkele tramsporen gelegd….ettelijke snijwonden in het gelaat….kin gebarsten…bovenste snijtanden losgekomen…pijnlijke nek-wiphlash…pijnlijke schouders…hersenschudding….
    Een opkuisbeurt van 6 uren onder narcose maken mij terug maatschappijvaardig….alleen….Jens herkende 24 uren later zijn papa niet meer….en dat doet meer pijn dan den Tienbunder achterste voren oprijden….
    Maar zoals dat steeds gaat met sportmensen….het herstel zal vlug volgen….en dan vliegen wij terug de bossen door alsof er niets gebeurd is……………………

    Met dank aan: Dany, Staf, Patrick en Marc voor de rechtstreekse hulp. De organisatie van de Hagelandse heuveltocht voor het snelle optreden en de logistieke steun. Christel, Wendy en Geert voor de eerste steun in het UZ. De chirurgen van het UZ die echt wel wonderen kunnen doen……..en mijn zoontje voor het geduld….die vanonder het korstige bloed en zalfmasker, zijn papa terug zien verschijnen heeft……

    29-08-2004 om 00:00 geschreven door Biker Zjé  




    Over mijzelf
    Ik ben Roger Van Bael, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Biker Zjé.
    Ik ben een man en woon in Hulshout (België) en mijn beroep is Productieplanner.
    Ik ben geboren op 21/12/1962 en ben nu dus 61 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: zorgen voor mijn zoontje, vrouwtje en bike...in die volgorde.

    Blog als favoriet !


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs