We waren jullie nog het verhaal verschuldigd van onze doortocht bij een Berber-gezin.
Misschien moeten we wel eerst even het beeld schetsen dat we al hadden van de inwoners van de streken in Marokko die wij al doorkruist hadden. Kort samengevat zou ik durven zeggen: Niemand komt zomaar een praatje maken. Uiteindelijk willen ze allemaal wat van je en dat steekt al snel tegen. Het kan gaan over een sigaret die ze willen, of je moet gaan eten in het restaurant van de oom, of je moet fossielen van ze kopen of je moet ze zomaar iets geven omdat jij toerist bent en zij daar wonen
Nu kwamen we dus in een dorpje voorbij dat eigenlijk een klein beetje van de toeristische route afligt en wie er passeert zal er normaal gezien zeker niet stoppen want je hebt daar niets verloren. Wat wij daar wel verloren was de juiste weg. Terwijl we rechtsomkeer aan het maken waren kwam een vriendelijke man ons in goed Frans vragen wat we precies zochten. Hij legde prima uit waar we langs moesten, maar raadde ons af om verder te rijden vanwege de hevige regen. Hij vond het een beter idee om bij hem thuis thee te gaan drinken en dan later verder te rijden. Hij had wel een punt en wij waren blij met dit verzoek. We waren wel al eerder bij mensen op de thee uitgenodigd, maar daar kwam dus altijd een staartje aan
We vonden het echter wel fijn om nog eens een kijkje binnenin een huis te nemen en te zien hoe het alledaagse leven in zon dorp zich afspeelt. De eventuele kost van de thee of kleinigheid die we zouden moeten kopen namen we er dan wel graag bij.
Aangekomen bij hem thuis blijkt het allemaal heel goed mee te vallen. De man woont in het huis met zn 2 zussen, zijn moeder en zijn nichtje. Alleen de man praat Frans, maar de anderen vinden het leuk om ons wat Berbers te leren. Alles gaat er heel gemoedelijk aan toe, het 4-jarige nichtje wordt al snel de beste vriendin van Renée en het duurt niet lang vooraleer het voorstel komt om bij hen te blijven slapen. We zijn in de wolken met zoveel gastvrijheid en stellen prompt voor om zelf de boodschappen te betalen voor het avondeten. Ze vinden het een goed idee en ik trek met Ali naar de markt waar we voor 16 rundvlees halen voor in de couscous. 16 is voor de lokale normen een gigantisch bedrag en ik frons toch even de wenkbrauwen, vooral omdat het gesprek tussen de slager en Ali iets te lang duurde naar mijn zin. Maar ach, zelfs als ze nog 2 dagen biefstukken eten op onze kosten is het nog een fijn idee. Minder fijn zou het zijn als hij met de slager heeft afgesproken om veel te veel te vragen en dan later zijn geld op te halen, maar misschien is dat té ver gezochte speculatie. Anyway, Renée wordt helemaal klaargemaakt om te helpen met de couscous en ik word in de zetel volgepropt met dadels en thee terwijl ik naar het Franse voetbal mag kijken. De avond verloopt heel gezellig en we genieten met volle teugen, maar gaan toch op een redelijk uur op het matrasje liggen dat ze ons zo netjes aanbieden. Na een goed nachtrust krijgen we nog meer thee en brood met olijfolie en wil Ali ons héél graag de Ksah zien waar hij is opgegroeid. Wij willen eigenlijk vroeg vertrekken, maar laten ons toch overhalen om de woonwijk die volledig uit aarde is opgetrokken te doorkruisen met Ali als lokale gids. Het is een indrukwekkend labyrint dat je meteen terugbrengt naar tijden nog van voor Bokrijk. Al snel passeren we langs een kennis van Ali die toevallig typische Berber-sjaals verkoopt. Hij dringt aan dat we zon sjaal voor 15 zouden kopen en legt uit dat het een grote hulp zou zijn voor de lokale bevolking. We vinden de sjaals echter niet zo heel erg mooi en het werkt ons op de heupen dat het toch wéér zo moet lopen en we besluiten om het been stijf te houden en niet tegen onze zin ons geld uit te geven. Even verderop passeren we ook nog langs de lokale kunstenaar die schildert zoals mijn nichtjes uit de kleuterklas. Gelukkig is hij niet thuis, want anders was het daar zeker meer van hetzelfde. Anyway, we slagen erin om de sfeer gemoedelijk te houden en vooral uit sympathie voor de dames van het huis bieden we toch nog wat geld aan. We dachten zelf aan 50 dirham (5), wetende dat het pensioen van een militair met 40 jaar dienst amper 400 bedraagt. We hebben echter net geen kleingeld en geven dan maar 100 dirham. Ali aarzelt geen moment om het geld aan te nemen. Prima, maar dan vraagt hij meteen of ik misschien ook geen 10 heb. Als souvenir aan ons, maar zijn pa woont gewoon in Frankrijk, dus weet hij best hoe euros eruit zien
Het zijn mijn laatste euros, maar ik ben overtuigd dat hij liever euros heeft en wil ruilen voor de dirhams. Ik geef hem dus de 10, maar zie mijn 100 dirham nooit meer terug
De som die we daar uiteindelijk hebben achtergelaten is natuurlijk niet enorm, maar het gaat hem weer maar eens over de manier waarop. We hebben toch het gevoel dat we niet naar binnen zijn gevraagd door Ali omdat ze dat alleen maar gezellig of interessant vonden, maar vooral omdat er wel wat geld en kadootjes uit de lucht zouden vallen. Als dat inderdaad zo was, dan heeft Ali ook nog gelijk gekregen en werpt het toch een smet op een verder heel aangename ervaring.
Verder is het gebedel en gevraag naar kadoos dagelijkse kost, maar het moet ook gezegd dat we ondertussen ook al op zomaar-thee zijn ontvangen voor de gezelligheid en de babbel. Steeds meer wordt er ook naar ons gewuifd om gewoon goeiedag te zeggen en niet om iets van ons te vragen.
|