Neem ook een kijkje op Rubenmaakteenreisje om meer te lezen over de fietsreis van LA tot Rio de Janeiro
25-01-2011
k*thotel
Nog dezelfde dag als het bezoek aan Ganvié worstelen we onze weg doorheen de files van Cotonou, de grootste stad van Benin en rijden we tot tegen de grens met Nigeria. Omdat we toch op een redelijk grote weg rijden en omdat we geen onnodige risicos willen nemen met de ontelbare waarschuwingen over Nigeria in het achterhoofd, besluiten we om hier maar niet te gaan wild kamperen ook als is dat wat we meestal doen als het er gewoon om gaat om te slapen tussen twee ritten door. We betalen een redelijke prijs voor een schunnig hotel waar de muziek véél te hard staat, maar wat verder op het eerste zicht redelijk OK lijkt. De brave jongen die ons de kamer laat zien vestigt ook onze aandacht op hoe schoon het hier wel is. Renée en ik fronsen even de wenkbrauwen, maar op zich is hij nu nog redelijk geloofwaardig. Als hij echter bij hoog en bij laag beweert dat er geen spoor van muggen zal te bekennen zijn terwijl we er zo in een oogopslag al twee kunnen zien zijn we toch een beetje achterdochtig. We hebben al lang besloten gewoon in de kamer de nacht door te brengen, al was het maar voor de veiligheid. Al snel krijgen we in de smiezen dat deze kamers vaak per uur verhuurd worden en als ik even de matras van mousse optil springen de opengemaakte condoomverpakkingen al snel in het oog. Goed dat ze het veilig doen, denk ik dan, maar naast ons muskietennet halen we toch ook onze eigen lakenset uit. Het voordeel van deze kamer is dan wel dat je een eigen douche hebt, dus daar willen we zeker van profiteren. Het water stinkt echter als de pest, dus liggen we al sneller dan verwacht onder ons muskietennet. In mijn slaap word ik gewaar dat ik af en toe de reflex heb om op mijn eigen gezicht te kloppen. Dat is een reflex die ik gelukkig niet al te vaak heb, dus moest er wel iets aan de hand zijn. Tegen mijn zin doe ik het licht aan en nog meer tegen mijn zin stel ik vast dat we een dikke kakkerlak bij ons in het muskietennet hebben opgesloten en dat het die rotzak was die mij in mijn eigen gezicht deed slaan. Als het beestje eenmaal door het toilet gespoeld is gaat het vervolg van de nacht een stuk vlotter, maar als we te kiezen hebben zetten toch liever gewoon ons tentje op hoor
Samen met Anne en Aidan gaan we ook een kijkje nemen in Ganvié. Om de prijs te drukken delen we een bootje met een gezapig Frans koppel en we dobberen gezellig doorheen het steltendorp dat toch zon slordige 30000 inwoners telt. In tegenstelling tot wat ik had gevreesd is dit niet iets wat in stand gehouden wordt voor de toeristen, maar het is een verrassend authentiek en heel origineel stadje dat zich echt helemaal in het reuzegrote meer uitstrekt en waar àlles dus met roeibootjes moet gebeuren. Met veel plezier laten we ons rondvaren en we krijgen ook de obligate uitleg van een gids. Hoewel ons aan het tafeltje waar we toegangsgeld betaalden verzekerd werd dat het loon van de roeier en de gids inbegrepen was in de prijs, vinden we het met zn allen vanzelfsprekend om nog een klein extraatje bij te doen. De gids laat echter duidelijk blijken dat hij ons extraatje maar mager vindt en Anne voelt zich verplicht om er nog wat bij te gooien. Verontwaardigd komt de roeier echter nog naar ons toe gelopen en met zn tweeën eisen ze meer fooi. Ze zijn duidelijk getraind in de discussie die daarop volgt en ook al weten we heel goed dat hun fooi al méér bedraagt dan het gemiddelde loon voor een hele dag werk proberen ze toch op ons geweten in te spelen. Jammer dat een mooi bezoek zo moet eindigen, want los daarvan is Ganvié echt wel een aanrader!
De kustweg tussen Ouidah en Cotonou is één van die absolute pareltjes waar je aan het dagelijkse leven van de vissersdorpjes in West-Afrika passeert. Het inhalen van de visnetten is een schouwspel op zich en als er dan eentje is die denkt dat hij misschien ergens een lekkere kokosnoot heeft gezien, dan gaat hij natuurlijk snel even een kijkje nemen
Le Jardin Brésilien de la Diaspora is misschien een nogal lange naam voor een hotel/camping, maar het is wel een bijzonder aangename plek. Het is één van die plekken waar iets in de lucht hangt waardoor je voelt dat je er een leuke tijd zult hebben. Naast het gezelschap van Anne en Aidan waarvan we wisten dat ze op komst waren, ontmoetten we al tijdens onze eerste avond daar twee bijzonder gemoedelijke Zwitsers.Pascal en Jean zijn twee neven die wel vaker op en neer vliegen naar Afrika en die absoluut de goede ingesteldheid hebben. Pascal slooft zich uit om zo goed en zo kwaad als het gaat lokale weeshuizen te ondersteunen en Jean stort zich vol overgave in zijn passie voor fotografie en is in Ouidah met de missie zijn reportage over voodoo extra kleur te geven. Met het bonte allegaartje tijdens het festival was hij dus heel erg in zijn nopjes, maar beide heren verloren zelden hun goeie humeur. Langs deze weg willen we dus ook Pascal en Jean bedanken. Bedankt voor het repareren van ons fototoestel en vooral bedankt voor de leuke tijd samen.
Aidan heeft waarschijnlijk onze vorige berichtjes waarin we oproepen tot wat geduld niet goed gelezen of de vertaling door google s*cks Maar op Awalé Plage ontmoetten we dus de bijzonder gevatte Ier Aidan die samen met zijn hippe tante Anne een heel mooi stuk West-Afrika aan het verkennen was. Terwijl de eerste contacten in Grand Popo soms vaag bleven, bleek dat we het met zn allen goed met elkaar konden vinden en we zouden zowel in Ouidah als in Ganvié nog veel lol hebben en sporadisch zelfs eens een goed gesprek kunnen voeren Samen met Anne en Aidan lieten we ons ook de gruwelijke geschiedenis van de slavenhandel tot en met de heel recente geschiedenis uitleggen. Een geschiedenis waarvan in Ouidah nog heel wat sporen te zien zijn. Alvast bedankt aan Aidan voor de link naar Father Ted, but keep on looking for the truth about the amazon boobs dude! Dont let me down (and tell you aunt to check her e-mail since we dont have yours).
Misschien was het wel een vraag voor een nieuwe poll geweest. Als alle ambassadeurs, ministers, voodoo-koning en gevolg, de president en voormalig president samenkomen op een strand voor hét feest van het jaar, wie haal je dan voor de camera in de hoop dat die iets zinnigs te zeggen heeft?
In Benin is zon 30 % van de bevolking moslim, 20 % noemt zich christen, maar diep geworteld in de hele maatschappij en het dagelijkse leven zit de voodoo. Sinds het heuglijke jaar 1992 is voodoo ook officieel herkend als nationale godsdienst. Om dat te vieren vindt sinds die tijd elk jaar op 10 januari een groot voodoo-festival plaats in Ouidah. Het toeval wil dat Ruben&Renée net op 10 januari in Ouidah verblijven (of misschien hebben we het toeval een handje geholpen). Dankzij Hollywood associëren we voodoo allemaal alleen maar met de donkere kant van het fenomeen. Laat ons eerlijk zijn:hoeveel van ons wisten dat voodoo ook echt als godsdienst kon erkend worden? Naast de poppetjes waarmee je anderen heel veel pijn kunt doen is het een geloof dat diep geworteld zit in de maatschappij en waarop de bevolking zich beroept om een goede oogst af te dwingen, om een goede zwangerschap te hebben, om te genezen, Het feit dat een heleboel geesten gunstig moeten gezind worden uit zich in offers langs alle kanten. Verdere visuele sporen kunnen fetisjen boven de deur zijn of een witte vlag boven je hut. Het geloof zit diep genoeg geworteld om hongerigen ervan te weerhouden om eten van beschermde akkers te stelen uit vrees voor de bescherming die dankzij de voodoo op de akker rust. Een beschermde akker herken je dan door een valse ui op een stok (eigenlijk een paddenstoel) die ergens in een hoek staat nadat een voodoopriester zijn ritueel heeft uitgevoerd. Het festival in Ouidah is dé feestdag van het jaar en het hele gebeuren speelt zich af op amper 100 meter van onze tent. We lopen dan ook graag af en aan om de hele état-major van het land te zien toestrompelen met hun uitgebreide gevolg in hun kielzog. Naast ambassadeurs aller landen en heel wat ministers wordt ook de president van Benin plechtig ontvangen, maar de meeste aandacht gaat toch uit naar de voodoo-koning zelve. Het officiële gedeelte van de ceremonie maken de Afrikanen graag theatraal met de officiële intrede van iedereen die zich belangrijk voelt, maar ook met traditionele dans en spektakelstukken. Voor ons is het de uitgelezen kans om iedereen in zijn mooiste kleertjes te zien opdraven en te genieten van het spektakel dat zich vooral aan de rand onder de toeschouwers afspeelt. Zodra het officiële gedeelte afgelopen is, stromen hele horten mensen naar het strand om hun voodoo-rituelen uit te voeren. Eerst denk ik dat het een gelegaliseerde zuippartij voor losgelaten huisvrouwen betreft, maar met open mond en steeds stijgende verbazing sla ik de taferelen gade. Zelfs als we erin slagen om de fotos op het net te krijgen is het voor jullie thuis moeilijk voor te stellen hoe de dames zich op mengsels van gin, kruiden en heel wat rituelen gooien om de voodoo aan iemand te geven. Het hele ritueel onder begeleiding van een imposante voodoo-priester is zo beklijvend dat je makkelijk kunt begrijpen hoe iemand die hier veel geloof aan hecht zo makkelijk in de diepe trance komt die wij hebben mogen aanschouwen. Onbeschrijflijk, dus ik ga er ook niet te veel woorden aan vuil maken.
Zodra de internetverbinding het toelaat plaatsen we alle fotos van het vissen (en alle andere) en als het helemaal te gek wordt met de verbinding krijgen jullie zelfs de filmpjes te zien zodat je de liederen die ze zichzelf ter ondersteuning toezingen erbij hebt. Allemaal gratis! Ook moet ik jullie nog vertellen over het Vodoo-festival in Ouidah, het gezelschap dat we daar hadden, onze doortocht door Nigeria en de eerste avonturen in Kameroen. Maar zoals jullie de afgelopen weken bewezen hebben, zijn jullie heel geduldig. Hieronder heb je alvast zo'n slordige 3 pagina's tekst, goed voor 1733 woorden. Hopelijk genoeg leesplezier voor een paar dagen, want nu ga ik slapen en als we morgen wakker worden, maken we ons op voor een paar dagen in de bergen, dus zonder de Wondere Wereld van het Web.
Alleen maar luieren raak ik snel beu, dus besloot ik om mezelf maar een beetje nuttig te maken en in één moeite ook wat nieuwe vriendjes te maken. Vissen is bijzonder arbeidsintensief werk. Van s morgens vroeg tot s avonds laat zijn de mannen in de weer met het zware werk om de netten uit te gaan zetten met hun roeibootjes, die netten dan weer in te trekken met de hand van op het strand en de boten dan weer naar boven te sleuren omdat ze niet zouden meegenomen worden met de sterke branding. Geen wonder dat ze stuk voor stuk van die goddelijke lichamen hebben waar menig Europaan urenlang voor in de fitnesszaal zou moeten gaan zitten.
In Grand Popo zagen we voor het eerst sinds we in Nouakchot (Mauritanië) van de kust wegreden, opnieuw de zee. Ik ben een dikke fan van de zee, zeker als ze zon fantastische golven met zich meebrengt als aan de kust van Benin, maar hier werden we toch voor een moeilijke keuze gesteld. Voor een prikje konden we onze tent opslaan op het strand van een leuk resort met een heerlijk zwembad, dus elke keer opnieuw was het de verscheurende keuze: zee of zwembad? Zwembad of zee? We zijn dan maar een paar dagen gebleven zodat we uitgebreid van beiden konden genieten
Na een paar dagen van flinke wandelingen en watervalbezoeken in de Togolese heuvels waren de meeste douanebeambten al weer genoeg bij krachten om de overgang van Togo naar Benin vlot te laten verlopen. Eéntje was misschien toch nog wat onder de invloed, want hij zag in mijn aanwezigheid geen graten om Renée rustig ten huwelijk te vragen. We hadden opnieuw niet voor de meest courante grensovergang gekozen, maar namen de kortste weg naar Abomey. Abomey moest één van de culturele hoogtepunten van deze reis of toch zeker van deze regio worden. Maar zoals dat gaat als de verwachtingen te hoog gespannen zijn, werd het een flinke tegenvaller. Het museum is zeker een aanrader, maar het stadsbezoek met de paleizen viel ons dik tegen. Misschien zijn we gewoon op de verkeerde gids gevallen, ook al betaalden we redelijk flink door aan de officiële toeristische dienst
Ook termietenheuvels hebben we al in alle maten en formaties gezien, maar voor deze wou ik toch even mijn principes aan de kant zetten en gaan poseren. Als ik me niet vergis was het namelijk de zeer wijze heer Eyskens die zei: Principes zijn als scheten. Je moet er zo lang mogelijk aan vasthouden, maar als het écht niet meer lukt moet je ze heel zachtjes laten gaan. Daarentegen was het volgens mij de ook niet zo achterlijke heer Vandenberghe die zijn leerlingen de volgende wijsheid bijbracht: Beter een scheet voor iedereen, dan buikpijn voor mij alleen. De link met principes moet bij deze niet perse doorgetrokken worden en wie nog op zoek gaat naar het verband met de termietenheuvel wens ik veel succes.
We zijn nu toch al eventjes door Afrika aan het crossen, maar we blijven ervan versteld staan wat die vrouwtjes hier allemaal op hun hoofd kunnen laten balanceren. Voor heel wat leuke plaatjes daarvan zullen jullie nog even moeten wachten tot we de hand kunnen leggen op een internetverbinding die het uploaden van fotos toelaat.
Omdat het binnenland van Benin niet zoveel te bieden heeft, rijden we het stuk naar de kust dus in Togo. Dit stuk heeft nog heel wat onaangetast Afrika te bieden aan de bezoeker. Infrastructuur is 0. Een vrachtwagen met bakstenen laten komen is onbetaalbaar en zelfs als je het wel zou kunnen betalen, dan moet je nog maar eens met een vrachtwagen tot in deze streken zien te komen Plan B? Stenen zelf bakken, laten drogen in de zon en de kinderen voor vrachtwagen laten spelen
In onze toch naar Kaapstad volgen we niet steeds de meest logische route en ook nu weer was dat niet anders. Als we van Benin oversteken naar Togo, rijden we eigenlijk alleen maar verder van het einddoel weg, maar dit is op dit moment geen enkel probleem. Het wordt wel een probleem als je dan ook nog eens weinig gebruikte grensposten in je route opneemt en daar bovendien kort na de feestelijkheden voor het nieuwe jaar wil passeren. Om Benin uit te raken is het even zoeken naar de gendarmerie en de douanepost. Een jonge scout biedt voor 15 zijn diensten aan om te helpen. Als we zijn aanbod weglachen zakt de prijs gevoelig naar 1,5 maar we blijven van mening dat het leuker is om zelf op zoek te gaan ipv jonge boefjes te betalen Van de douanepost sturen ze ons terug van waar we komen om naar de gendarmerie te gaan. Als we die eenmaal gevonden hebben, gaat het daar behoorlijk vlot en kunnen we terug naar de douane. Bij het douanekantoor is geen personeel, maar een paar hangjongeren verzekeren ons dat we gewoon mogen doorrijden. Prima natuurlijk, ware het niet dat we de last van het summum der reizigersbureaucratie meezeulen en dus onze carnet de passage moeten laten afstempelen om bij terugkeer in België onze 5000 waarborg terug te krijgen We proberen het probleem uit te leggen, maar de hangjongeren verwijzen ons door naar de douanepost van Togo zon 4km verderop. Omdat daar (verrassing!!) ook niemand is, rijden we nog een 3-tal maal heen en terug. Steeds weer is iedereen supervriendelijk en manen ze ons aan om gewoon Togo binnen te rijden. Gelukkig wint de aanhouder en bij de 4de poging krijgen we een douanebeambte te pakken. Het heerschap rijdt rond in short en voetbalshirt en is duidelijk in feeststemming, maar heeft gelukkig zijn stempel op zak en dus kunnen we eindelijk verder. Ook in Togo moeten we dagenlang moeite doen om douanepersoneel te vinden dat niet ergens ligt te bekomen van het feestgedruis, maar uiteindelijk zijn we steeds met àlle papieren helemaal in orde!
Wie in Torhout wel eens bij mijn ouders over de vloer komt zal vast al opgemerkt hebben dat daar af en toe een pompoen aan de voordeur ligt, soms zelfs 2 of 3. Dat kunnen kleine pompoenen zijn, maar ook redelijk grote. Om één of andere reden wordt zon pompoen soms vergezeld door een courgette, een aubergine of een ander stuk groente naargelang beschikbaarheid. Behalve het feit dat het wel een beetje kleur geeft, heb ik daar verder nooit echt veel betekenis achter gezocht. Als dat toch het geval zou zijn, zal mijn lieve moedertje dat hier wel snel genoeg laten weten. Toen ik te zien kreeg wat voor toeren die Somba uithalen om aan het einde van de dag in genoeg eten voor de hele familie te voorzien, heb ik maar niet verteld wat er bij ons thuis aan de voordeur ligt te wachten tot het zacht genoeg is om weg te gooien Wel heb ik voorzichtig eens gepeild naar de decoratie van hùn voordeuren, want zoals je op de foto kunt zien is die toch op zn zachtst gezegd merkwaardig. De mannelijke Somba brengen hun ochtend en vooravond door met jagen en de mooiste trofeeën krijgen een plekje aan de voordeur omdat ze geluk zouden brengen voor de volgende jacht. Je ziet hier niet alleen apenkopjes, maar ook krokodillenschubben, een rattenstaart, De ingang van de tata is trouwens steeds naar het westen gedraaid, dit keer niet omwille van het geloof, maar gewoon omdat de wind bijna steeds van uit het oosten komt. Voor de deuropening staat ook bijna altijd een offerblok want hoewel ze zelf amper genoeg te eten hebben, moet er natuurlijk af en toe al eens een geit of een schaap geofferd worden om de geesten en de goden goed gezind te houden
Wie er nog in slaagt om de chronologische lijn in de berichtgeving een beetje te volgen weet dat de laatste échte update nog dateert van vorig jaar. We waren dan nog in het noorden van Benin in het goede gezelschap van een Vlaams gezin dat al sinds jaar en dag in Wallonië vertoefd. Sire, er zijn nog Belgen! Vanuit Natitingou namen we een fantastisch mooie weg naar Boukombé. Mooie weg heeft voor ons trouwens een héél andere invulling dan voor de meeste Afrikanen die ons pad kruisen. Steeds als we aan iemand raad vragen probeert deze hemel en aarde te bewegen om ons toch maar op een stuk asfalt te kunnen laten rijden, want dat is voor hen natuurlijk de mooie weg waar blanken op willen rijden. Wij vinden het echter een stuk leuker om over wegen als deze tussen Natitingou en Boukombé te cruisen. Een goede brede strook gestampte aarde golft doorheen een ongerept landschap en op de meest onvoorspelbare momenten duikt een mini-nederzettingetje op. De bewoners van deze schilderachtige streek worden Somba genoemd. De Somba houden heel erg vast aan hun rituelen en hechten veel belang aan de familie. Om zich te beschermen tegen vijandige volkeren en slavenhandelaars op doortocht bouwden ze voor elke familie een tata. Een tata is een burchtje dat er van buitenaf uit ziet als een verzameling hutjes, maar in feite is het woongedeelte verscholen bovenop en is de enige toegang via een ruimte onderin. Deze ruimte onderin deed dan in 1 moeite dienst als stal voor de dieren en val voor eventuele snoodaards die zouden willen indringen. Nogal moeilijk om je voor te stellen waarschijnlijk als je het zo leest. Daarom gingen wij van dichtbij een kijkje nemen en lieten we ons van alles uitleggen door een behoorlijk bekwame gids. Om de sfeer helemaal op te snuiven brachten we ook de nacht door in zon tata. We begonnen op het terras, maar midden in de nacht besloten we om toch binnen in 1 van de minuscule hutjes te gaan liggen om te schuilen voor de kou. Ondanks de ontzettend hete dagen kan het daar in het noorden s nachts behoorlijk fris worden, maar die kleine ruimtes van dikke aarden muren en strooien daken zijn dan lekker warm! Omdat het tijdens onze doortocht net 1 januari was, moest er natuurlijk ook nog feest gevierd worden in het dorp. Alle aanwezigen betalen 15 eurocent voor de diesel in de elektrogene groep en daarna gaat jong en oud echt hélemààl los
Het is toch al
weer een hele tijd geleden sinds jullie hier nog een update van ons te zien
kregen, maar laat dat geen reden zijn tot paniek. De alleraandachtigsten onder
jullie hadden misschien bemerkt dat de locatie van ons weerbericht gewijzigd
was en pa bracht natuurlijk redding met zijn interventie op het gastenboek.
Ondertussen zijn weal veilig en wel in
Calabar in het oosten van Nigeria aangekomen. Dit niet helemaal langs de kust, maar we bleven toch op de hoogdwegen in het zuiden van het land. Na 2 lange dagen in het immens
hectische verkeer van Nigeria doorgebracht te hebben werd deze zondag een
verplichte rustdag. Morgen kunnen we bij het consulaat van Kameroen een visum
aan gaan vragen en we hopen een beetje dat die klus in 1 dag geklaard kan
worden zodat we dinsdagochtend koers kunnen zetten naar Kameroen toch 1 van
de bestemmingen die vooraf met stip genoteerd stond in het lijstje met landen
waar we veel leuks van verwachtten.
Het plan is trouwens om morgen tijdens het wachten op het visum ook te
schrijven over onze belevenissen in Togo en Benin. Check dus morgenavond nog
eens om meer te lezen over interessante culturele uitjes, beklijvende
voodoo-taferelen, boeiende ontmoetingen en om onze perceptie te kennen over de
Nigeriaanse politie die toch als 1 van de meest corrupte korpsen ter wereld te
boek staat.
Om oud en nieuw in stijl te vieren hebben we onze intrek genomen in het sjiekste hotel van de stad. De centen die we van mijn oudjes voor de verjaardagen hadden gekregen hadden we voor zoiets aan de kant gezet. Tata Somba is een hotel in de vorm van de typische hutjes die de regio sieren, maar is wel voorzien van een tennisterrein, een zwembad en kamers met airco en Canal+.Het gezelschap van de vrienden waar we al een paar jaren na elkaar Nieuwjaar mee vieren, kunnen we vanavond enkel even via de wondere wereld van het web ervaren, maar daarna gooien we ons hier op het speciaal uit de grond gestampte sylvestermenu We wensen iedereen alvast een heel gezellige overgang en vooral een heel fijn 2011!
Omdat we met de hele remhistorie de hele ochtendsessie van onze safari hadden mislopen hadden we alle hoop voor deze eerste safaridag al opgegeven. In het heetst van de dag zouden de dieren toch rusten in de schaduw en kan je alle hoop op succes wel vergeten. Gewoon om tegen de avond op een kampplaats te geraken rijden we ook op het heetst van de dag toch verder. Aangenaam verrast houden we halt elke keer we wilden herten (of soortgenoten, ik ken al die merken niet zo goed) zien. Nog blijer zijn we als we ook wilde everzwijnen te zien krijgen en we vergapen ons met veel plezier aan een grote kudde buffels en de vele kleurrijke vogels die het gevarieerde landschap sieren. Nadat we ook nog eens (de ogen en oortjes van) nijlpaarden hadden gezien waren we voldaan en gingen we op zoek naar het enige hotel van het park. Op onze weg reden we daarvoor achter een jeep met chauffeur en gids die een vriendelijk Vlaams gezinnetje door het park aan het loodsen zijn. Onverhoopt houden zij nog halt bij een familie olifanten die vlak naast de piste staan. Ik zet de motor uit en ga op de rolbar van de jeep zitten om rustig toe te kijken, maar moeder olifant laat duidelijk blijken dat ze dit geen goed idee vindt. Ze is duidelijk aan het schermen voor de kleintjes en gaat al snel met de oren flapperen. Wetende dat ze dit doet om indruk te maken zak ik toch maar weer in mijn autostoel en zet ik de motor weer aan voor het geval dat. Ik heb hier blijkbaar goed aan gedaan, want moeder olifant wil ons duidelijk weg en probeert haar standpunt kracht bij te zetten door een tak van een boom af te trekken, luid te gaan trompetteren en met de kop te schudden. Ik maan Renée aan om fotos te maken van dit spektakel dat zich op minder dan 10 meter van ons afspeelt. Zij maant mij op haar beurt aan om weg te rijden, maar eerst wil ik fotos Als moeder olifant echter een laatste keer met de voorpoten stampt en dan met de indrukwekkende slagtanden in de aanslag naar ons toe rent vind ik de fotos toch plots van ondergeschikt belang en trap ik de Korando hard op zijn staart. Terwijl even verderop nog aan het bekomen zijn van de adrenalinestoot zitten de Vlamingen voor ons druk en opgewonden te gesticuleren. We rijden even verder en Renée roept opgewonden: Leeuwen!. Zijzelf krijgt ze nog goed te zien, maar vooraleer ik kom aangereden en mezelf uit de stoel kanhijsen, zie ik alleen nog de zijkant en achterkant van 1 vrouwtje. Heel tevreden over onze eerste safaridag gaan we even bij het hotel kijken, maar bij het zien van teveel toeristen en te hoge prijzen vluchten we de rimboe in. Ik kan alleen maar zeggen dat ik Renée nog een stuk stoerder vind nadat ze gewoon in haar tentje gaan liggen is enkele uren nadat we ons vergaapt hebben aan nijlpaarden, bavianen, everzwijnen, olifanten en leeuwen Hoewel we op dag 2 van onze safari al weer voor dag en dauw op pad zijn en dit keer niet met autopech af te rekenen krijgen, zien we toch een pak minder wild. We stellen ons toch tevreden met een reuzengrote leguaan, enkele goed zichtbare nijlpaarden, een heleboel herten en ook krokodillen. Aan het eind van de dag brengen mooie watervallen verfrissing en kunnen we ons eindelijk ontdoen van de dikke laag stof waar we onder zitten.