Kleurrijke noedels
Voor 4 personen
225 g grote zoetwatergarnalen
1 eetlepel Shaoxing rijstwijn of droge sherry
2,5 eetlepel fijngehakte gemberwortel
1 theelepel sesamolie
300 g rijstnoedels
2 stengels prei, alleen het wit
4 eetlepels arachide- of sojaolie
1,5 eetlepel (Chinees) kerriepoeder
200 g taugÈ (sojascheuten)
60 ml kippenbouillon of water
2 eetlepels lichte sojasaus
1 theelepel zout
1/2 theelepel suiker
1/2 theelepel versgemalen zwarte peper
Laat de garnalen uit de diepvries ontdooien, indien je die gebruikt. Pel de garnalen en laat het staartje zitten. Leg de garnalen in een kom en roer de rijstwijn of sherry, 2 theelepels van de gemberwortel en de sesamolie erdoor.
Laat de noedels 10 minuten in heet water weken en vervolgens uitlekken of volg de gebruiksaanwijzingen op het pakje. Snijd de prei in stukken van 5 cm en vervolgens in de lengte in reepjes. Spoel de reepjes goed schoon en dep ze droog.
Verhit een wok op hoog vuur en laat daarin 1 eetlepel arachide- of sojaolie goed heet worden. Roerbak de garnalen in porties in 1 minuut en30 seconden ondoorschijnend. Schep ze uit de wok en laat uitlekken. Giet de olie uit de wok en veeg hem schoon.
Zet de wok weer op het vuur, laat hem weer goed heet worden en schenk de rest van de olie erin. Strooi het kerriepoeder en roerbak het enkele seconden tot het geurt. Doe de prei en de overige gemberwortel in de pan en roerbak 1 minuut en 30 seconden. Voeg de sojascheuten toe en roerbak alles nog eens 20 seconden. Roer de garnalen, bouillon of water, sojasaus, zout, suiker en peper door het gerecht. Voeg de noedel toe en schep alles om tot de noedels warm zijn en de saus hebben opgenomen. Doe de noedels over op een warme schaal en serveer meteen.
Geen fabels van China naar Italie.
Nu we het toch over een Chinees gerecht hebben, kan meteen het fabeltje, dat Marco Polo in 1292 de spaghetti uit China naar ItaliÎ bracht, de wereld uitgeholpen worden. Uit reliÎfs op Etruskische graven uit de vierde eeuw voor Christus kan men opmaken, aan de hand van in steen gegraveerd keukengerei, dat er toen reeds pasta bekend was. Horatius (65-8) en Cicero (106-43) schrijven in lovende bewoordingen over lagani, dunne deegplakken gemaakt van water en bloem, de voorloper van de huidige lasagne. (Horatius was verlekkerd op pasta met prei en kikkererwten. Nog steeds wordt in ItaliÎ een gelijkaardig gerecht 'lasagne e cecci' bereid.) In een van de eerste kookboeken, De Re Coquina, 'over kookzaken', uit het jaar 25 voor onze tijdrekening, toegeschreven aan de gourmand Apicius, staat een recept voor 'lasagne' in een bouillon. Ook de antieke Grieken kenden pasta en lang voordat Marco Polo het levenslicht zag rolden de Arabieren deeg om dunne stokken, dat ze in de zon lieten drogen. Het ziet er naar uit dat pasta op verschillende plaatsen uitgevonden werd, net zoals mensen overal waar graan geteeld wordt, brood en knoedels maken.
|