Sinds 1 januari 2009 kan iedere arbeider uit de transportsector (paritair comité 140.04 en 140.09) gebruik maken van de hospitalisatieverzekering die sectoraal werd afgesloten. (CAO van 27 oktober 2008).
Op maandag 6 april 2008 kregen we, op de studiedag van BTB (die doorging in de Euroscoop te Genk), meer informatie over deze hospitalisatieverzekering.
De heer Ronald Van De Velde (Fortis-Verzekeringskantoor Dessel) en de heer Steven Aussems (Fortis) gaven ons, aan de hand van een Power-Point-Presentatie, een duidelijke uiteenzetting over deze verzekering, die tot op heden al zon 55.000 aangeslotenen telt.
Instapvoorwaarden.
ØGeen wachttijd
ØGeen instaponderzoeken
Ø1 voorwaarde: Minimum 6 ononderbroken opeenvolgende maanden werkzaam zijn in de transportsector.
De verzekering voldoet aan 3 basiswaarborgen in België:
De waarborg hospitalisatie:
Ingeval van een medisch noodzakelijke opname in het ziekenhuis worden volgende kosten onbeperkt terugbetaald:
~Verblijf (wanneer men vrijwillig voor een 1-persoonskamer kiest, is er een franchise 175 per verzekerde per jaar).
~Medische erelonen
~Onderzoeken
~Behandelingen
~Geneesmiddelen
~Prothesen en orthopedische apparaten (voor zover het ziekenfonds tussenkomt)
~Medisch materiaal
~One-day clinic
~Mortuariumkosten (mits ze op het ziekenhuisfactuur staan)
~Psychische/psychiatrische aandoeningen max. 2 jaar (in totaal)
~Verblijf donor bij transplantatie
~Palliatieve zorgen in het ziekenhuis
~Onbeperkte terugbetaling kosten voor dringend en medische noodzakelijk vervoer
De waarborg pre- en post:
In de periode van 2 maanden voor de opname tot 6 maanden na de opname worden volgende kosten onbeperkt terugbetaald (indien ze rechtstreeks verband houden met de oorzaak van de opname):
~Ambulante medische zorgen
~Prothese en orthopedische toestellen (voor zover het ziekenfonds tussenkomt)
~Geneesmiddelen
De waarborg zware ziekten:
In de lijst van zware ziekten werd opgenomen:
~Aids
~Amyotrofe laterale sclerose
~Brucellose
~Cerebrospinale meningitis
~Cholera
~Diabetes
~Difterie
~Encefalitis
~Kanker
~Leukemie
~Malaria
~Miltvuur
~Mucoviscidose
~Multiple sclerose
~Nierdialyse
~Pokken
~Poliomyelitis
~Progressieve spierdystrofie
~Tetanus
~Tuberculose
~Tyfus en paratyfus
~Virale hepatitis
~Vlektyfus
~Ziekte van Alzheimer
~Ziekte van Creutzfeldt-Jakob
~Ziekte van Crohn
~Ziekte van Hodgkin
~Ziekte van Parkinson,
~Ziekte van Pompe
Hospitalisatie is niet noodzakelijk nodig om terugbetaling te genieten van volgende terugbetalingen:
~Ambulante medische zorgen
~Prothese en orthopedische toestellen (voor zover het ziekenfonds tussenkomt)
~Geneesmiddelen
~Huur van medisch materiaal
Welke kosten worden uitgesloten?
Esthetische zorgen
Kuurbehandelingen
Bijstand, oppas en onderhoud van de verzekerde
Check-up en preventieve opsporingsonderzoeken
Buitenland.
De waarborg ziekenhuisopname is uitgebreid tot het buitenland. Aangeslotenen met domicilie in België hebben recht op tussenkomst indien volgende voorwaarden vervuld zijn:
De opname moet dringend en onvoorzienbaar zijn of de mutualiteit moet voorafgaandelijk akkoord gegeven hebben.
Er moet een wettelijke tussenkomst zijn.
De aangeslotene mag tijdens de 12 maanden voorafgaand aan het schadeval niet in het buitenland verbleven hebben gedurende meer dan 3 maanden voor niet-professionele doeleinden.
Aangeslotenen die hun domicilie in het buitenland hebben, worden bij een ziekenhuisopname terugbetaald ten belope van max. 3 keer de wettelijke tussenkomst indien aan de bovenstaande voorwaarde wordt voldaan.
Indien de aangeslotene NIET voldoet aan de gestelde voorwaarde m.b.t. ziekenhuisopnamen in het Buitenland:
De terugbetaling wordt beperkt tot 75 vermenigvuldigd met het aantal dagen
De kosten voor Pré en Post worden voor 50% terugbetaald
De kosten i.v.m. zware ziekten worden niet vergoed
Welke kosten zijn gedekt in het buitenland?
~Medische bijstand
~Ter plaatse zenden van een arts
~Repatriëring of vervoer bij ziekte of ongeval
~Opzoekings- en reddingskosten ten belope van 5000 per aangeslotene per jaar
~Tot stand brengen van de communicatie tussen de artsen in het buitenland en in België
~Geneesmiddelen
Wat te doen bij een schadegeval?
Klassieke regeling:
Wanneer u werd opgenomen in het hospitaal dient u de volgende documenten aan de Fortis-verzekering te bezorgen:
ØDe schademelding :
Dit document bevat vooral persoonlijke gegevens. Vul deze zo correct en volledig mogelijk in. Dit zal de afhandeling van het schadedossier gevoelig versnellen. Contractnummer = M500
Op dit document kan u de kosten overzichtelijk groeperen
ØHet bewijs van tewerkstelling:
Dit laat toe dat de verzekering kan nakijken of u aan de voorwaarden voldoet om terugbetaling te genieten. Dit document kan u vragen aan uw werkgever.
Van zodra alle facturen en debetnotas betreffende honoraria in uw bezit zijn, stuurt u het volledige dossier (met de 3 gevraagde documenten) onder gesloten omslag naar:
Fortis Insurance Belgium
Departement Health Care
Afdeling Schade Ondernemingen
Kruidtuinlaan 20
1000 Brussel
Hoe wordt de terugbetaling berekend?
De gemaakte kosten worden verminderd met:
~Wettelijke tussenkomst (ziekenfonds)
~Andere reeds ontvangen tussenkomsten
~Vrijstelling 175 voor kosten van een privé-kamer
De overgebleven som zal binnen de 15 werkdagen op je bankrekening overgeschreven worden.
Regeling via derde-betaler:
Vanaf 2010 zullen alle aangeslotenen een Medi-Assistance kaart opgestuurd krijgen. De verzekerde kan dan telefonisch, of online contact opnemen met het Service Center. Deze zal dan op zijn beurt contact opnemen met het ziekenhuis, en de nodige betalingen rechtstreeks uitvoeren.
Op de achterkant van deze Medi-Assistance kaart zal je ook de nodige informatie vinden m.b.t. ziekenhuisopname in het buitenland.
Deeltijdwerk is een grote onbekende. Dat blijkt uit de opiniepeiling Belgen en werk, die in februari 2009 in opdracht van ABVV en zij-kant werd uitgevoerd door Dedicated Research.
Hoewel deeltijdwerk nog altijd in populariteit toeneemt, blijkt dat maar liefst 89% van de ondervraagden niet op de hoogte is van de rechten van deeltijds werkenden. Niet minder dan 94% van de ondervraagden zegt ook niet op de hoogte te zijn van de gevolgen van deeltijdwerk op langere termijn. Er heerst duidelijk een groot gebrek aan informatie over deeltijdwerk. Nochtans zijn de gevolgen ervan niet te onderschatten.
Uit tal van studies blijkt dat parttimewerk één van de oorzaken is van de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen. Ook al zijn mannen de afgelopen jaren meer deeltijds gaan werken, deeltijdarbeid is en blijft in de eerste plaats een vrouwelijke aangelegenheid: 82% van de deeltijdse werknemers zijn immers vrouwen.
Deeltijdwerk wordt door de overheid vaak voorgesteld als een vrije keuze en dé oplossing om werk en privé-leven beter met elkaar t verzoenen. De realiteit is echter anders.
Deeltijdse werknemers kiezen zelden overtuigd voor deeltijdwerk. In de peiling van het ABVV en zij-kant antwoordt de helft van de ondervraagden dat deeltijdarbeid geen keuze is maar ondergaan wordt. In bepaalde sectoren is parttimewerk zeker voor bepaalde functies meer regel dan uitzondering geworden. Bovendien duwt het gebrek aan flexibele en betaalbare kinderopvang en aan opvangvoorzieningen voor zorgbehoevenden veel werknemers, in de eerste plaats vrouwen, naar deeltijdse jobs.
ABVV en zij-kant ijveren voor meer aandacht en respect voor de rechten van deeltijdse werknemers. We willen werknemers, zowel vrouwen als mannen, beter informeren over deeltijdwerk en over de gevolgen ervan tijdens en na hun loopbaan, en waar mogelijk ook hun rechten verbeteren.
We gaan bovendien nog een stap verder. Om ervoor te zorgen dat iedereen, zowel mannen als vrouwen, werk en privé beter kunnen combineren, zullen we blijven pleiten voor een algemene werktijdverkorting.
In deze wegwijzer vind je een aantal sleutels die je een beter inzicht verschaffen in deeltijdwerk, in de voor- maar ook en vooral in de nadelen ervan.
De ABVV afvaardiging in je bedrijf of de dichtstbijzijnde ABVV afdeling kan je ook met raad en daad bijstaan. Aarzel niet om contact met hen op te nemen.
1.Gelijkheid vrouw/man nog lang geen werkelijkheid.
De loonkloof kan dan wel verklaarbaar zijn, goed te praten is ze alleszins niet. Ook de verklarende factoren kunnen immers het resultaat zijn van discriminaties of geslachtsgebonden verwachtingspatronen en vooroordelen.
Er wordt vaak gedacht da gelijkheid tussen vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt vandaag een realiteit is.
Statistieken bewijzen nochtans het tegendeel. In België, maar ook in de rest van Europa, bestaan er nog altijd verschillen tussen vrouwen en mannen. Vrouwen hebben niet dezelfde positie als mannen op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Dit uit zich onder andere in de loonongelijkheid.
In België vertegenwoordigen mannen 56,88% van de werknemers op de arbeidsmarkt. Hun deel van de totale loonmassa (alle lonen samen genomen) bedraagt echter 63,84%. Vrouwen vertegenwoordigen 43,12% van de actieve bevolking maar maken slechts aanspraak op 36,16% van de totale loonmassa.
Loonongelijkheid op de arbeidsmarkt is wel degelijk een feit, zoals ABVV en zij-kant al sedert de eerste Equal Pay Day in 2005 hebben aangekaart. In 2005 bedroeg het gemiddelde brutoloon bij vrouwen 2.049 euro per maand, tegenover 2.720 euro bij mannen, een verschil van 25% (*). In 2006 bedroeg het gemiddelde brutoloon bij vrouwen 2.106 euro tegenover 2.756 euro bij mannen, een verschil van 24%. Een milde verbetering dus, maar de evolutie verloopt veel te bescheiden.
Vrouwelijke sectoren, sectoren met veel deeltijdwerk.
De loonkloof of loonongelijkheid tussen vrouwen en mannen wordt verklaard door een reeks factoren.
De sector waar vrouwen en mannen tewerkgesteld zijn en het beroep dat ze uitoefenen beïnvloedt de loonverschillen: overwegend vrouwelijke sectoren of beroepen betalen meestal lagere lonen.
Daarnaast zijn loonschalen in bedrijven vaak gebaseerd op verouderde functieclassificaties die de vrouwelijke functies onderwaarderen.
Daarnaast zijn loonschalen in bedrijven vaak gebaseerd op verouderde functieclassificaties die de vrouwelijke functies onderwaarderen.
Andere factoren zijn:
De toegang tot beroepsvorming: mannen krijgen meer en langere beroepsopleidingen;
De extralegale voordelen: mannen krijgen niet alleen meer extralegale voordelen dan vrouwen, ze krijgen ook vaker een bedrijfswagen, een gsm, een laptop, ;
Het glazen plafond waarop vrouwen botsen als ze willen doorgroeien naar verantwoordelijke of leidinggevende functies.
Deeltijdwerk verklaart ook voor een deel de loonkloof. Ongeveer 8,5% van de loonkloof kan verklaard worden door deeltijdwerk.
Een deel van de loonkloof (5 à 7%) blijft onverklaard. Dit heeft ongetwijfeld te maken met discriminaties of geslachtsgebonden vooroordelen die vrouwen parten spelen bij aanwerving of doorstroming in bedrijven.
2.Deeltijdwerk, maar tegen welke prijs?
Deeltijdwerk is nog steeds overwegend een vrouwenzaak. 82% van de deeltijdse banen wordt door vrouwen uitgeoefend. Vaak hebben zij daar niet echt voor gekozen. Deeltijdwerk is dan ook een verzwarende factor bij de berekening van de loonkloof.
Op de arbeidsmarkt maakt deeltijdwerk 23,7% van de totale tewerkstelling uit. Bij vrouwen bedraagt de deeltijdse tewerkstelling 42,6% tegenover slechts 7,8% bij mannen.
Hoewel hoofdzakelijk vrouwen parttime werken, zien we dat vandaag ook meer en meer mannen deeltijds gaan werken. Tussen 1995 en 2007 nam deeltijdwerk bij mannen toe met 60% (van 3,1% naar 7,8%), bij vrouwen slechts met 22% (van 33,4 naar 42,6%).
Er zijn verschillende vormen van deeltijdwerk: er is het vrijwillig deeltijds werken (gebaseerd op een deeltijdse arbeidsovereenkomst), maar daarnaast zijn er ook de zogenaamde thematische verloven (voor ouderschap, palliatieve zorg en ziektezorg), het tijdskrediet en tenslotte de loopbaanonderbreking (in de openbare diensten).
3.Deeltijdwerk: niet echt een vrije keuze!
Vrouwen gaan vaak deeltijds werken omwille van het gebrek aan collectieve kinderopvang en het gebrek aan opvangvoorzieningen voor zorgbehoevende personen.
Er wordt vaak vanuit gegaan dat deeltijdwerk een vrije, individuele keuze van de werknemer is. Werkgevers hebben trouwens de neiging om deeltijdwerk voor te stellen als een win-winsituatie.
Statistieken tonen echter aan dat slechts 11,2% van de deeltijds werkende vrouwen en 9,6% van de deeltijds werkende mannen kiezen voor een deeltijdse baan omdat ze niet voltijds willen werken. Deeltijdse arbeid als een vrije keuze dient dus sterk genuanceerd te worden.
Een buitenkans voor de werkgever?
Werkgevers schakelen steeds meer deeltijdwerk in. Er zijn sectoren vaak overwegend vrouwelijke sectoren die het werk bijna uitsluitend via deeltijdarbeid organiseren: de distributie, de schoonmaak, diensten aan personen, dienstencheques,
Daarnaast zijn er ook sectoren en bedrijven die via hun personeelsbeleid deeltijds werk stimuleren,hoofdzakelijk voor uitvoerende functies en dus vooral voor vrouwen. Door de crisis is dit fenomeen nog toegenomen. Sommige werkgevers zien hierin (in afwachting dat de crisis overgaat) een interessant financieel alternatief voor het ontslag van werknemers.
In sommige sectoren wordt deeltijdwerk ook aangewend als antwoord op de zwaarte van het werk en de vermoeiende werkomstandigheden. Een voorbeeld hiervan is de gezondheids- en zorgsector.
Vrouwen en mannen: niet dezelfde redenen.
Vrouwen en mannen gaan ook niet om dezelfde redenen deeltijds werken.
ØBij vrouwen is de belangrijkste reden om deeltijds te gaan werken de zorg voor en de opvoeding van de kinderen (28,4%)
Familiale of persoonlijke redenen en het feit geen voltijds werk te vinden worden aangehaald door respectievelijk 25,6 en 18% van de vrouwen.
ØBij de mannen verklaart 25,5% deeltijds te werken omdat ze geen voltijdse baan vinden. 22,8% haalt persoonlijke of familiale redenen aan. Minder dan 4% van de mannen zegt deeltijds te werken om voor de kinderen te zorgen.
ØBovendien zijn er veel meer mannen dan vrouwen die deeltijds werken om een opleiding te volgen (6,9% mannen tegenover 1,3% vrouwen), omdat ze nog een andere deeltijdse baan hebben (7,2% mannen tegenover 1,7% vrouwen), of omdat ze vervroegd uittreden (3,4% mannen tegenover 0,9% vrouwen).
Mannen die deeltijds werken presteren meer uren dan vrouwen. Terwijl amper 18% van alle deeltijdse werknemers mannen zijn, nemen zij wel 28% van alle deeltijds gewerkte uren voor hun rekening.
Ook de overheersende geslachtsgebonden en stereotype vooroordelen en verwachtingen in onze samenleving beïnvloeden het deeltijdwerk: vrouwen kiezen voor deeltijdwerk om familiale redenen, mannen om meer individuele, persoonlijke redenen.
Als een man zijn carrière onderbreekt om eerder vrouwelijke redenen, zoals de opvoeding van de kinderen, betaald hij hiervoor de volle rekening. Studies tonen namelijk aan dat als hij later het werk hervat, zijn loon log trager evolueert dan dat van een vrouw die haar loopbaan om dezelfde reden onderbroken heeft.
4. Wist je ?
!Dat de wet deeltijdse werknemers tegen discriminaties beschermt? Ze mogen niet minder gunstig behandeld worden dan voltijds werknemers in eenzelfde situatie. Jammier genoeg is de werkelijkheid soms anders (zie Gevolgen van deeltijdwerk).
!Dat de arbeidsovereenkomst of het arbeidscontract voor deeltijdwerk schriftelijk opgesteld moet worden? Het moet zowel het deeltijdse werkregime (het aantal uren) als de overeengekomen uurregeling (het uurrooster) bevatten. Is er geen schriftelijk arbeidscontract, dan wordt de overeenkomst als een voltijdse overeenkomst beschouwd.
!Dat elke prestatie van een deeltijds werknemer minstens 3 opeenvolgende werkuren moet bevatten? Bovendien mag de wekelijkse arbeidsduur in principe niet korter zijn dan één derde van de wekelijkse arbeidsduur van een voltijds werknemer van dezelfde categorie. Als de overeengekomen arbeidsduur gedurende een trimester met gemiddeld één uur per week overschreden wordt, dan kan de deeltijdse werknemer vragen dat zijn overeenkomst aangepast wordt. (Let wel, uitzonderingen zijn mogelijk. Gelieve hieromtrent informatie in te winnen bij de plaatselijke ABVV afdeling)
!Dat als de deeltijdse werknemer dit vraagt, hij/zij voorrang moet krijgen als er een voltijdse baan vrijkomt, op voorwaarde uiteraard dat zij/hij de vereiste kwalificaties bezit en de nieuwe uurregeling aanvaardt. De werkgever moet haar/hem bovendien op de hoogte brengen van alle vacante plaatsen die aan de kwalificaties beantwoorden.
Opgepast met aanhangsels of bijvoegsels bij de arbeidsovereenkomst.
Het betreft hier een steeds meer gangbare werkgeverspraktijk om deeltijdse werknemers een bijvoegsel (aanhangsel) bij de arbeidsovereenkomst te laten tekenen. In dit bijvoegsel staat dat je gedurende een welbepaalde periode meer uren zal werken. Na afloop van die periode stelt de werkgever voor dit aanhangsel éénmaal, tweemaal, driemaal, soms voor maanden en zelfs jaren, te verlengen. Wat je aantal werkuren betreft hang je dus aan een draadje. Waarom laten sommige werkgevers dergelijke bijvoegsels tekenen? Heel eenvoudig: ze willen over de mogelijkheid beschikken om gemakkelijk je aantal werkuren te kunnen verminderen, zonder dat ze darvoor je instemming nodig hebben. Het volstaat immers gewoon te wachten tot het bijvoegsel bij de overeenkomst verstrijkt. Op die manier hopen ze eveneens te ontsnappen aan je recht om de overeenkomst te laten aanpassen als je regelmatig bijkomende uren werkt, of aan het betalen van overuren. Dergelijke praktijken zijn onwettig.
5. Gevolgen van deeltijdwerk.
Voor het loon
Deeltijds werken betekent automatisch minder verdienen. Maar dit deeltijds loon gaat ook gepaard met een vermindering van de sociale zekerheidsrechten (in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, pensioen) en met moeilijkheden om een loopbaan uit te bouwen. Wie deeltijds werkt grijpt ook naast een aantal extralegale voordelen en is bovendien financieel minder zelfstandig.
De vacature-matching van de VDAB dient om je te helpen, niet om het je moeilijker te maken. Wie zich als werkzoekende inshrijft bij de VDAB, komt in een doolhof van rechten en plichten terecht. Het ABVV heeft echter een team van specialisten die je met raad en daad kunnen helpen: de bijblijfconsulenten.
Uit ervaring wten we dat de dossiermanager soms uit het oog wordt verloren. Dit is een instrument dat de VDAB gebruikt om geschikte vacatures te vinden. De dossiermanager bevat tal van belangrijke gegevens van de werkzoekende. Je surft naar www.vdab.be en je klikt op Mijn VDAB. Met je rijksregisternummer en je paswoord (dit bekom je op de gratis infolijn 0800/30.700) kan je dit dossier steeds inkijken en aanpassen via het internet. Je kan het ook inkijken in de werkwinkel. In het onderdeel RVA verzonden acties kan je steeds opvolgen welke acties de VDAB je heeft aangeboden (vacatures, opleiding, trajectbegeleiding, ) hoe je er volgens hen op gereageerd hebt en hoe ze dit alles doorgeven aan de RVA.
Het uitgebreid dossier bevat je profiel. Je kan het vergelijken met je CV, waar je opleiding, werkervaring en voorkeuren naar jobs toe genoteerd staan. Dit uitgebreid dossier gebruikt de computer van de VDAB om wekelijks de nieuwe vacatures aan te toetsen. Zodra er een overeenkomst is tussen jouw profiel en wat men in de vacature vraagt, wordt deze vacature je automatisch opgestuurd. Indien je profiel onvolledig of foutief is ingevuld, kan de computer van de VDAB dit uiteraard niet weten. Als je bijvoorbeeld geen beperking van de regios hebt ingegeven, zou de versteld staan van hoe ver je een vacature krijgt aangeboden! De medewerkers van de VDAB vullen je dossiermanager zo goed mogelijk ik. Het beste is echter om dit volledig profiel zelf goed na te kijken en aan te passen waar nodig. Dan ben je zeker dat de vacatures die je langs deze weg krijgt, ook echt een hulpmiddel voor je vormen.
Nog vragen? Maak vrijblijvend een afspraak met je bijblijfconsulent. We bekijken samen al je opties in een vertrouwelijk gesprek.
De bijblijfconsulente voor Limburg is Peggy Billen, Tel 011/22.97.77 (peggy.billen@abvv.be)
Bijna de helft van de werknemers krijgt geen vorming of opleiding in het bedrijf.
Het Vlaams ABVV eist dat alle werknemers opleiding kunnen volgen om zo sterker te staan in hun job én op de ruimere arbeidsmarkt. Opleidingscheques en betaald educatief verlof moeten daarom worden uitgebreid.
Wil jij ook dat de Vlaamse regering hier werk van maakt? Surf dan naar www.vlaamsabvv.be en verstuur de digitale kaart naar je collegas, vrienden, familie, buren,
Meer kinderopvang !!!
Vlaanderen telt nog steeds te weinig kinderopvangplaatsen. De lange wachtlijsten, vooral in de steden, bewijzen dat.
Het Vlaams ABVV eist dat kinderopvang een basisrecht wordt van elk kind. Toegankelijk en betaalbaar voor iedereen. Want een goede kinderopvang is noodzakelijk om arbeid en gezin te kunnen combineren.
Wil jij ook dat de Vlaamse regering hier werk van maakt? Surf dan naar www.vlaamsabvv.be en verstuur de digitale kaart naar je collegas, vrienden, familie, buren,
Waardig werk voor iedereen !!!
Vlaanderen telt bijna 200.000 werkzoekenden en er komen er nog alle dagen bij. Kansen om nieuwe jobs te creëren zijn er wel degelijk. 800.000 woningen zijn slecht geïsoleerd. 75.000 Vlamingen wachten op een sociale woning.
Het Vlaams ABVV eist dat de overheid via grootscheepse sociale investeringen helft onze woningen energiezuinig te maken en 150.000 huurwoningen bijbouwt. Dat kan duizenden nieuwe jobs opleveren.
Wil jij ook dat de Vlaamse regering hier werk van maakt? Surf dan naar www.vlaamsabvv.be en verstuur de digitale kaart naar je collegas, vrienden, familie, buren,
Lagere energiefactuur !!!
Steeds meer Vlamingen kunnen hun energierekeningen niet betalen. De prijzen stijgen sterker dan in onze buurlanden.
Het Vlaams ABVV eist dat niemand nog kan worden afgesloten van elektriciteit, aardgas of water. De prijzen moeten socialer worden. Iedereen moet gratis recht hebben op een leefbaar basispakket.
Wil jij ook dat de Vlaamse regering hier werk van maakt? Surf dan naar www.vlaamsabvv.be en verstuur de digitale kaart naar je collegas, vrienden, familie, buren,
Er zijn nog al wat discussies en misvattingen over het al dan niet verplicht zijn om een medisch attest af te leveren bij arbeidsongeschiktheid. Met deze tekst willen wij klaarheid brengen in dit dossier. Welke zijn de eerste stappen die u als werknemer dient te ondernemen bij uw arbeidsongeschiktheid.
Eerst en vooral is er de Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. In Art.31§2 van deze wet staat: De werknemer is verplicht zijn werkgever onmiddellijk op de hoogte te brengen van zijn arbeidsongeschiktheid.
Onder arbeidsongeschiktheid wordt verstaan de onmogelijkheid voor de werknemer om zijn werk te verrichten als gevolg van ziekte of ongeval. Deze regeling is van toepassing op alle werknemers die verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst. De aard van de arbeidsovereenkomst heeft geen enkel belang, het kan dus een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur zijn, een overeenkomst van bepaald duur, een deeltijdse overeenkomst, enz.
U moet in alle gevallen de werkgever verwittigen, zelfs indien de verplichting om te verwittigen niet werd opgenomen in de arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement. Zelfs bij verlenging van de arbeidsongeschiktheid moet u de werkgever opnieuw verwittigen. De verwittiging moet onmiddellijk gebeuren en met onmiddellijk bedoelt men zodra u het kan. Indien men tijdens de dag van de arbeidsongeschiktheid de werkgever verwittigt, zou er normaal gesproken geen probleem mogen zijn. Indien er toch een betwisting ontstaat, zal de rechter van de Arbeidsrechtbank beslissen of er van onmiddellijke verwittiging sprake is.
De wijze van verwittiging staat niet vermeld in de wet. De verwittiging kan op allerlei manieren gebeuren: telefonisch, per fax, per telegram, per brief, per e-mail, door derden enz. In het arbeidsreglement of de arbeidsovereenkomst kan eventueel de wijze van verwittigen worden opgenomen. De verwittiging kan ook gebeuren door een doktersattest.
Er zijn geen financiële sancties voorzien als u niet verwittigt, tenzij er in het arbeidsreglement een boete voorzien is. De werkgeverkan wel weigeren om gewaarborgd loon voor de arbeidsongeschiktheid te betalen voor de periode van arbeidsongeschiktheid die aan de verwittiging voorafgaat.
Het meest gebruikelijke bewijs van de arbeidsongeschiktheid is het medisch attest. U bent verplicht een medisch attest af te leveren indien een collectieve arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement dit voorschrijft. Indien dit niet het geval is, moet de werkgever een medisch attest vragen aan u. wordt het attest voorgeschreven in een CAO of het arbeidsreglement dan moet het medisch attest afgeleverd of opgestuurd worden binnen de termijn bepaald in de overeenkomstof het arbeidsreglement. Indien er in beide overeenkomsten geen termijn werd bepaald, moet het attest afgeleverd of verzonden worden binnen de twee werkdagen vanaf de dag van de arbeidsongeschiktheid. Is het indienen van een medisch attest niet voorzien in een CAO of in een arbeidsreglement, met de werkgever het aan u vragen en u bent verplicht het bewijs af te geven of op te sturen binnen de 48 uur, te rekenen vanaf de dag van ontvangst van het verzoek van de werkgever.
De volgende vermeldingen zijn onontbeerlijk in een medisch attest:
vNaam, voornaam en adres van de dokter;
vDe reden waarom er niet kan gewerkt worden;
vDe vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid;
vBetreft het een eerste arbeidsongeschiktheid of een verlenging;
vMag de werknemer zich buitenshuis begeven;
vBetreft de tweede arbeidsongeschiktheid dezelfde of een andere ziekte.
U moet het bewijs leveren dat u het medisch attest hebt verstuurd of afgegeven op een bepaalde dag. Het attest kan per brief verstuurd worden of afgegeven aan de werkgever (eventueel door familielid of collega-werknemer) mits een bewijs van ontvangst. Het meest voor de hand liggend bewijs is een aangetekend schrijven, doch u kunt als werknemer het bewijs leveren met alle rechtsmiddelen. Dezelfde regels zijn van toepassing bij verlenging van de arbeidsongeschiktheid.
Bij het laattijdig of het niet afleveren van een medisch attest zijn er verschillende sancties mogelijk, gaande van verlies van gewaarborgd loon, sancties die werken opgenomen in het arbeidsreglement, ontslag om dringende reden (maar de werkgever kan nooit met zekerheid stellen of zijn beslissing om tot onmiddellijk ontslag wegens dringende reden over te gaan door de rechtbank wordt aanvaard) en de mogelijkheid om aan te nemen dat u zelf uw arbeidsovereenkomst heeft beëindigd.
Dus:
·Steeds uw werkgever verwittigen!
·Steeds uw medisch attest aangetekend opsturen of laten ondertekenen voor ontvangst!
·Steeds uw plaatselijk BTB secretariaat verwittigen bij betwisting!
Opeenvolgende arbeidsongeschiktheden van verschillende aard zonder werkhervatting.
Moet je dan als werkgever telkens gewaarborgd loon betalen?
Wanneer twee arbeidsongeschiktheden van een verschillende aard elkaar opvolgen zonder dat de werknemer het werk heeft hervat, moet de werkgever niet opnieuw gewaarborgd loon betalen voor de tweede arbeidsongeschiktheid. Zelfs niet indien de geneesheer van de werknemer bevestigt dat het hier om een arbeidsongeschiktheid van een andere aard gaat (bv. Ziekte na arbeidsongeval). Volgens het Hof van Cassatie heeft de werknemer immers geen recht op een nieuw gewaarborgd loon voor de tweede arbeidsongeschiktheid indien er slechts één enkele periode van schorsing van de overeenkomst is, zonder werkhervatting. Let wel, indien het gewaarborgd loon krachtens de eerste arbeidsongeschiktheid nog niet volledig uitgeput was, zal de werkgever wel nog het resterend gedeelte van het gewaarborgd loon verder moeten betalen.
Voorbeeld.
Een arbeider is tewerkgesteld in een 5-dagenweek met normale arbeidsprestaties van maandag tot en met vrijdag. Hij is afwezig wegens een arbeidsongeval van 6 december tot en met 8 december. Op 9 december zou hij het werk moeten hervatten, maar hij meldt zich s ochtends ziek en bezorgt een medisch attest voor een periode vanaf 9 december tot en met 15 december. Voor de dagen van 6 december tot en met 8 december is de werkgever het gewaarborgd loon aan 100% verschuldigd. Vermits de periode van loonwaarborg nog niet is uitgeput, zal de werkgever voor de dagen van 9 en 10 december nog gewaarborgd weekloon aan 100% betalen. Voor de ziektedagen die vallen tussen 13 december tot en met 15 december krijgt de arbeider zijn loon aan 85,88%.
Geval van verlenging van de postnatale rust bij hospitalisatie van de pasgeborene
Bij hospitalisatie van de pasgeborene na de 7 eerste dagen te rekenen vanaf de geboorte heeft de werkneemster de mogelijheid om haar postnatale rust te verlengen met een duur die gelijk is iaan de eriode waarin het kind gehospitaliseerd is gebleven na de 7 eerste dagen, met een maximum van 24 weken.
Het moederschapsverlof kan omgezet worden in vaderschapsverlof bij hospitalisatie of overlijden van de moeder.
De werknemer die een kind adopteert, heeft het recht op een adoptieverlof van maximum:
o6 weken indien het kind minder dan 3 jaar is bij het begin van het verlof
o4 weken voor een kind van 3 jaar tot 8 jaar
overdubbeling van de maximumduur als het over een kind met een handicap gaat.
Het adoptieverlof moet ten laatste opgenomen worden binnen de 2 maanden volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister.
Vergoeding?
De eerste 3 dagen van het adoptieverlof behoudt de werknemer zijn volledig brutoloon. De daaropvolgende dagen worden vergoed door het ziekenfonds aan 82% van het begrensde brutoloon.
Elke man die vader wordt heeft recht op 10 arbeidsdagen kort verzuim voor de geboorte van een kind, waarvan de verwantschap langs vaderszijde vaststaat.
Welke vergoeding krijg ik hiervoor?
Voor de eerste 3 dagen heeft de vader recht op zijn normaal loon betaald door de werkgever. Voor de volgende 7 dagen geniet de vader een uitkering van het ziekenfonds, 82% van het begrensde brutoloon.
Arbeiders van een onderneming voor goederenvervoer over de weg en/of goederenbehandeling voor rekening van derden, hebben bij langdurige ziekte of ongeval recht op een bijkomende uitkering (uitgezonderd beroepsziekten en arbeidsongevallen).
Wie heeft recht op deze uitkering?
Om recht te hebben op deze uitkering moet de arbeider:
§Erkend worden als gerechtigde op de uitkering van de primaire ziekte- en invaliditeitsverzekering.
§Op het ogenblik van de arbeidsongeschiktheid minstens één jaar ononderbroken in dienst zijn van één of meerdere ondernemingen die behoort/behoren tot de RSZ-categorie 083.
Hoeveel bedraagt de uitkering?
Het forfaitair bedrag van de toelage wordt in 4 verschillende schijven toegekend:
§Na 60 kalenderdagen ziekte: 42,14
§Na 120 kalenderdagen ziekte: 57,02
§Na 180 kalenderdagen ziekte: 71,89
§Na 240 kalenderdagen ziekte: 86,76
Maximum 257,81
Een ziekte kan, hoelang ze ook duurt, slechts aanleiding geven tot de toekenning van één enkele reeks toelagen. Als de arbeider hervalt binnen de eerste 14 kalenderdagen die volgen op het einde van de vorige periode van arbeidsongeschiktheid, wordt de nieuwe periode van arbeidsongeschiktheid beschouwd als een integraal deel van de vorige.
Betalings- en terugbetalingswijze.
§Betaling:
Indien een arbeider voldoet aan de toekenningsvoorwaarden, betaalt de werkgever hem deze aanvullende uitkering. Je moet deze uitkering aanvragen bij je werkgever.