Foto
Foto
Zoeken in blog

ABVV-BTB Caterpillar Limburg
Syndicale informatie
12-04-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Magik?
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Magik? ... speciaal & gratis voor jongeren! 

 

Magik? maakt jongeren wegwijs op de arbeidsmarkt. Als Magik?-lid heb je recht op alle informatie én hulp als jobstudent, stagiair, wanneer je de school verlaat, wanneer je een studiebeurs wil aanvragen of wanneer je deeltijds gaat werken en leren.

 

Zolang je scholier, student of jongere in je wachttijd bent, kan je je gratis aansluiten bij ABVV-jongeren als Magik?-lid. Alle scholieren en studenten vanaf 15 jaar zijn welkom! 
 
à De beste informatie over jobstudenten, schoolverlaters, stages, studiebeurzen, deeltijds leren en werken. Als lid krijg je niet alleen alle informatie over je rechten en plichten, maar desnoods helpen we je je rechten af te dwingen (o.a. ook met rechtsbijstand).  

à Je ontvangt dan ook ons driemaandelijks ledenblad Magik? waarin we je op de hoogte houden van alle wijzigingen in wetgeving en regelgeving en onze activiteiten.

* "Magik?-lid worden van ABVV-jongeren is gratis maar je zal van ons ook na één jaar geen vraag krijgen om te betalen. Je bent dus gratis "lid voor het (goede) leven". Van zodra je na je studies een job vindt of een uitkering ontvangt, krijg je van ons volledig vrijblijvend alle informatie over lid worden of blijven van onze vakbond."

 

Meer informatie vind je op www.magik.be.

 

12-04-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jeugdvakantie.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Als werknemer heb je recht op een aantal vakantiedagen en op vakantiegeld. Normaal worden die berekend op basis van het jaar voordien. Werk je in 2008 gans het jaar, dan zal je in 2009 het totale aantal vakantiedagen en het volledige vakantiegeld krijgen. Volgens dit systeem zouden schoolverlaters voor het volgende jaar maar recht hebben op een beperkt aantal vakantiedagen en op minimaal vakantiegeld. Je studeert immers tot eind juni en kan in het beste geval pas in juli aan de slag… Als schoolverlater kan je echter recht hebben op ‘Jeugdvakantie’. Indien je aan de voorwaarden voldoet, dan kan je aanspraak maken op bijkomende jeugdvakantiedagen en op een jeugdvakantie-uitkering.

 

Wie kan aanspraak maken op jeugdvakantie?

·        Je bent nog geen 25 jaar op 31/12/2008;

·        Je hebt je studies beëindigd of stopgezet;

·        Je hebt minstens 1 maand (min. 70 arbeidsuren of gelijkgestelde uren) gewerkt in de privé-sector (niet als jobstudent met solidariteitsbijdrage of als contractueel werknemer in de openbare sector).

 

Wat is jeugdvakantie?

Naast het gewone vakantiegeld en de gewone vakantiedagen op basis van het aantal gewerkte dagen in het vorige jaar, heb je recht op een aantal bijkomende jeugdvakantiedagen en op een jeugdvakantie-uitkering, betaald door de RVA. Je hebt recht op maximum 4 weken (24 dagen in een zesdagenweek en 20 dagen in een vijfdagenweek). De uitkering bedraagt 65% van het gemiddelde dagloon dat je verdient tijdens je eerste opgenomen jeugdvakantiedag. Dit bedrag krijg je dan ook voor alle andere jeugdvakantiedagen die je nog opneemt. Maar let op, er bestaat ook een loonsgrens ! Er wordt geen rekening gehouden met het loon dat je verdient boven de vastgelegde loonsgrens van 1.832,49 € (bruto) per maand sinds 01/10/2008 (*). Van deze vergoeding gaat een fiscale voorheffing af van 10,1% Het aantal jeugdvakantiedagen waarop je maximaal aanspraak kan maken, wordt verminderd met het aantal gewonen, door de werkgever of vakantiekas betaalde vakantiedagen waarop je recht hebt.

 

(*)In sommige sectoren bestaat er een extra financiële tussenkomst door het fonds van bestaanszekerheid, overeengekomen in de Collectieve Arbeidsovereenkomst. Informeer je bij je ABVV-delegee of bij je beroepscentrale.

 

Wanneer kan je jeugdvakantie nemen?

Je kan je jeugdvakantiedagen opnemen het jaar nadat je bent afgestudeerd, maar enkel als je al je gewone vakantiedagen hebt opgenomen. Daarnaast moet je tewerkgesteld zijn in de privé-sector, en mag je geen andere inkomsten hebben tijdens je jeugdvakantie.

 

Hoe kan je jeugdvakantie aanvragen?

·        Je vraagt bij de werkloosheidsdienst van het ABVV het formulier C103-jeugdvakantie (voor Werknemer en Werkgever) aan;

·        Je laat dit gedeeltelijk invullen door je werkgever;

·        Zelf moet je ook een aantal zaken in vullen en je kan hiervoor indien nodig beroep doen op de werkloosheidsdiensten van het ABVV;

·        Na je vakantie bezorg je het formulier zo vlug mogelijk aan het ABVV dat voor de uitbetaling zorgt;

·        Nadat de jeugdvakantiedagen werden opgenomen, ontvang je dan de jeugdvakantie-uitkering waarop je recht hebt, ten vroegste vanaf de maand mei:

 

Telkens je jeugdvakantiedagen opneemt (*), moet je een nieuw formulier aanvragen en invullen.

 

(*) De jeugdvakantie is een recht, je bent dus niet verplicht om ze (allemaal) op te nemen. Maar de werkgever moet ze wel toestaan. Het ABVV helpt je om dit recht te laten gelden.

12-04-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
07-04-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nederlands op de Werkvloer? Samen kan het !
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Nederlands op de Werkvloer? Samen kan het !

 

Soms is een half woord niet genoeg.

Beeld je een werkplaats in waar de communicatie gebrekkig loopt. Kan dat? Natuurlijk begrijpen sommigen elkaar met een half woord. Toch kent iedereen ook voorbeelden van moeilijke communicatie. Mogelijk werken de omstandigheden tegen, maar misschien ligt het aan een beperkte kennis van het Nederlands? Voor bepaalde werknemers is dat een dagelijkse realiteit.

 

De zwakke schakel.

Het is een feit dat minder taalvaardige werknemers het zeer moeilijk hebben. Ze krijgen zelden de kans om opleiding te volgen en voor promotie komen ze nog minder in aanmerking.

Ze zijn de zwakke schakel in het proces en zijn daarom de eerste en gemakkelijkste slachtoffers bij reorganisatie en herstructurering.

 

Het taalbad versterkt.

Nederlands op de Werkvloer is een goed middel om die zwakke schakel te versterken. Het is een opleiding die plaatsvindt in het bedrijf tijdens de werkuren of met een compensatieregeling (verlof, premie) indien ze buiten de werkuren valt.

In de opleiding leren de deelnemers de Nederlandse taal zoals ze dagelijks op de werkplaats wordt gesproken.

Daarom wordt deze opleiding, in samenspraak met de delegee(s), op maat van het bedrijf ontwikkeld.

 

Waarom zou je eraan beginnen?

o       Een groep anderstalige werknemers in een bedrijf valt op. Ze praten wel, maar vooral onder elkaar e in hun moedertaal. Het gevoel heerst dat men niet in elkaar geïnteresseerd is. Over de minste kleinigheid is er telkens weer achterdocht en wrevel.

o       Je merkt dat een collega de veiligheidsvoorschriften maar half toepast. Je legt uit hoe hij veiliger kan werken maar jullie struikelen over moeilijke woorden.

o       Na een arbeidsongeval blijkt dat de persoon die de machine bediende, de instructies niet begreep.

Herkenbaar?

 

Syndicaal gesproken.

Dagelijks behelpen werknemers zich met een tussentaal, met gevarentaal en vooral met de goede wil van alle betrokkenen. Dat is mooi, maar syndicaal gesproken onvoldoende.

Het verband tussen veilig werken en een goede taalbeheersing ligt voor de hand. Beter Nederlands smeert de communicatie.

Een werknemer die het goed kan zeggen is zelfstandiger en zelfzekerder en daardoor sterker. Bovendien is een mondige, goed ingelichte en goed opgeleide collega een potentiële versterking van de syndicale werking.

Voor de anderstalige collega zijn er ook blijvende voordelen. Een vlotter taalgebruik opent de deur naar een algemene kennisverbreding, geeft meer kans op opleiding en promotie en biedt uitzicht op een betere arbeidsmarktpositie. En omdat werk en inkomen de sleutel zijn tot maatschappelijke integratie, is het een win-win situatie.

 

Wist je dit?

~        Veel sectoren geven financiële ondersteuning voor opleidingen Nederlands op de Werkvloer. De Vlaamse overheid subsidieert bijna 100 sectorconsulenten in 25 sectoren. Het is onder meer hun taak om de werkgever in te lichten over financieringsmogelijkheden voor opleidingen.

~        Met de subsidie van een diversiteitsplan kan een bedrijf opleidingen financieren. In organisaties met meer dan 50 werknemers wordt dat plan begeleid door een interne werkgroep met minstens één vertegenwoordiger van de werknemers.

~        Voor Nederlands op de Werkvloer is Betaald Educatief Verlof mogelijk.

~        De opleiding Nederlands op de Werkvloer wordt na afloop anoniem geëvalueerd. Het is nooit de bedoeling dat persoonlijke en individuele inlichtingen doorsijpelen naar de directie.

~        Als delegee kan je een belangrijke rol spelen als het over opleidingen in het bedrijf gaat. Door syndicaal overleg – vooral via de Ondernemingsraad – kan je bekomen dat de opleiding binnen de werktijden gebeurt of dat er compensatie voorzien is. Je kan ook aandringen op een aangepaste arbeidsorganisatie.

 

Nederlands op de werkvloer is ook een syndicale opdracht.

Tony, delegee in een middelgroot recyclagebedrijf, noemt arbeid in inkomen de sleutel tot integratie. Zijn uitgangspunt is de solidariteit tussen alle werknemers.

“Als je voor diversiteit bent, ben je ook voor Nederlands op de werkvloer. Als syndicaal afgevaardigde waak ik vooral over de randvoorwaarden. Volgens mij zijn die even belangrijk als de lessen zelf.

o       De syndicale delegatie informeren

o       Een goed voorstel formuleren

o       Draagvlak creëren op de werkvloer

o       De omkadering verzorgen

o       Contact houden met cursisten – vooral als die het niet meer zien zitten

o       De opvolging verzorgen

Een steeds weerkerend probleem is de combinatie van werken in ploegsysteem en vaste lestijden. Een lesgever kan zich daar niet mee bemoeien, maar een delegee wel.

 

Over dit alles lees je meer in de ABVV-brochure ‘Nederlands op de werkvloer? Samen kan het!’

Een brochure voor iedereen die te maken heeft met werknemers die het Nederlands onvoldoende beheersen. Een handleiding voor wie Nederlands op de Werkvloer op de syndicale agenda wil zetten.

 

Je partner is diversiteit in evenredige arbeidsdeelname, ook voor opleidingen.

Het ABVV vraagt een opleidingsbeleid dat alle werknemers ten goede komt. Delegees die in hun onderneming of organisatie aan opleiding willen werken, kunnen rekenen op ons. In de eerste plaats op de beroepscentrales en verder op de ondersteuning van een ABVV diversiteitsconsulent.

 

Heb je vragen of ideeën? Contacteer de diversiteitsconsulent van jouw gewest. Die zal je graag ondersteunen als je van ‘diversiteit’ syndicaal werk wil maken.

Je kan ook terecht op www.welkom.be

 

07-04-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
06-04-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Start- en stagebonus
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Start- en stagebonus.

Een start- en stagebonus? Waarom? Omdat opleiding belangrijk is. Omdat jongeren moeten gestimuleerd worden om opleiding te volgen. Omdat werkgevers gemotiveerd moeten worden om jongeren een opleidingskans bij heb te geven. Daarom vanaf 1 september 2006 de start- en stagebonus.

 

Startbonus voor jongeren in een alternerende opleiding.

De startbonus is een premie voor leerplichtige jongeren tot 18 jaar die in het kader van een alternerende opleiding (deeltijds werken, deeltijds onderwijs) in een bedrijf de praktijk leren of werkervaring opdoen. De jongere sluit hiervoor een opleidings- of een arbeidsovereenkomst af met de werkgever. Deze overeenkomst moet minstens over een periode van 4 maanden lopen. Als we het hebben over een “opleidingsovereenkomst” dan kan dit gaan over alle soorten leerovereenkomsten, ook over de inschakelings- en de beroepslinlevingsovereenkomsten. De jongere kan de startbonis voor een periode van maximum drie opleidingsjaren ontvangen. Er hangt echter een voorwaarde aan vast. Deze drie opleidingsjaren moeten deel uitmaken van één en dezelfde opleidingscyclus. De jongere kan en mag in de loop van één opldingscyclus meerdere opleidings- of arbeidsovereenkomsten afsluiten bij één of bij verschillende werkgevers. De opleidingsovereenkomsten hoeven elkaar niet zonder onderbreking op te volgen. Het 2de en 3de opleidingsjaar mogen na het einde van de leerplicht vallen. Zij geven blijvend recht op de startbonus. De opleidings- of  arbeidsovereenkomst moet wel afgesloten zijn voor het einde van de leerplicht. Bijvoorbeeld: een jongere van 17 jaar kan o nog een opleidings- en of arbeidsovereenkomst afsluiten voor een cyclus van 3 jaar met recht op de startbonus voor de volledige cyclus. De startbonus verwerft de jongere definitief telkens hij/zij slaagt in een opleidingsjaar. Het 1ste en het 2de jaar bedraagt deze bonus 500 €, en 3de jaar gaat het over 750 €.

Stagebonus.

Ook de werkgevers worden extra gemotiveerd om jonge mensen een opleidings- en/of werkervaringkans te geven. De stagebonus is een premie voor elke werkgever die een leerplichtige jongere in het kader van een alternerende opleiding de praktijk aanleert of werkervaring laat opdoen. Net zoals de startbonus wordt de stagebonus toegekend voor maximum drie opleidingsjaren. Deze opleidingsjaren moeten deel uitmaken van één en dezelfde opleidingscyclus. Telkens de jongere een opleidingsjaar beëindigd heeft ontvangt de werkgever een stagebonus. De jongere hoeft dus niet te slagen. Als de overeenkomst te vroeg beëindigd wordt, krijgt de werkgever de stagebonus enkel en alleen als de werkelijke looptijd van de overeenkomst minstens drie maanden bedroeg.de bedragen van de stagebonus zijn gelijk aan die van de startbonus.

Procedure.

Aanvragen van start- en stagebonussen moeten in gediend worden bij het werkloosheids-bureau van de RVA (Rijksdienst Voor Arbeidsvoorziening) dat bevoegd is voor de woonplaats van de jongere. Zie www.rva.be voor de adressen van deze bureaus. Ga naar de onthaalpagina en klik onder ‘de RVA’ op ‘Werkloosheidsbureaus’. De RVA staat in voor alle betalingen. Nadat de werkgever en de jongere de opleidings- of arbeidsovereenkomst hebben afgesloten, moet een globaal dossier worden opgemaakt dat de aanvrager voor beide bonussen bundelt. De RVA zal u met plezier inlichten over de inhoud van het dossier, de betalingsmodaliteiten en de fiscale voordelen.

06-04-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bescherming tegen gewels, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Bescherming werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk anders geregeld.


De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft op 30 november 2006 een aantal wijzigingen aan de “antipestwet” goedgekeurd. In de nieuwe ontwerpwet ligt de nadruk veel meer op preventie, en minder op het afhandelen van de klachten. De rol van de vertrouwenspersoon wordt versterkt.

 

Meer nadruk op preventie.

Het ontwerp gaan ervan uit dat geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag onderdeel zijn van de psychosociale belasting veroorzaakt door het werk. Bij verplicht risicoanalyse die de werkgever moet maken, zullen daarom de risico’s voor geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag in aanmerking genomen worden. Om pestgedrag te voorkomen moet de werkgever, op basis van de risicoanalyse, in de eerste plaats materiële en organisatorische maatregelen  nemen.

 

Vertrouwenspersoon.

Het blijft, net zoals vroeger, verplicht op een beroep te doen op een gespecialiseerde preventieadviseur. Deze preventieadviseur met meewerken aan de risicoanalyse en de bepaling van de collectieve preventiemaatregelen.

Daarnaast hebben bedrijven de mogelijkheid om een vertrouwenspersoon aan te duiden. Deze kan preventief optreden en ingrijpen nog voor de situatie uit de hand loopt. Het aanstellen van een vertrouwenspersoon is nog steeds niet verplicht. Maar zijn positie wordt in de nieuwe wet wel versterkt: hij moet autonoom kunnen handelen, beschikken over de nodige tijd en middelen en een passend lokaal, en steeds een beroep kunnen doen op de preventieadviseur.

Een beschermd statuut van de vertrouwenspersoon, waar het ABVV om vroeg, is niet voorzien. We hopen dat dit zo snel mogelijk gebeurt via een Koninklijk Besluit.

 

06-04-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jongeren uit het deeltijds onderwijs hebben recht op studiefinanciering.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Jongeren uit het deeltijds onderwijs hebben eindelijk ook recht op studiefinanciering !!!


De Vlaamse Regering werkt nieuwe regels uit voor het verkrijgen van een studietoelage voor het secundair onderijs. ABVV-jongeren kon via overleg met het kabinet van Vlaams minister van Ondersijs, Werk en Vorming, Frank Vandenbroucke, reeds bekomen dat ook jongeren uit het deeltijds onderwijs recht zullen hebben op een studietoelage voor het secundair onderwijs.

Het systeem van studietoelagen voor het secundair onderwijs is sinds de jaren ’70 nauwelijks aangepast. Bedoeling is om de regels voor het secundair en het hoger onderwijs zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen.

Vandaag kunnen jongeren uit het deeltijds onderwijs geen studietoelage aanvragen. Het volgen van voltijds ondersijs wordt immers als voorwaarde gesteld om in aanmerking te komen voor een studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap. Nochtans hebben deze jongeren uit het deeltijds onderwijs ook schoolkosten voor inschrijving, vervoer, cursussen,… en vaak nog extra bijkomende kosten voor materiaal en kledij voor de praktijkvakken.

ABVV-jongeren wou deze discriminatie absoluut weggewerkt zien, door het recht op studiefinanciering open te trekken naar het deeltijds en beroepssecundair onderwijs. Alle vormen van deeltijds (alternerend) leren en werken moeten recht geven op studiefinanciering. We verkregen alvast de belofte van de minister dat hij deze jongeren uit het deeltijds onderwijs niet langer in de kou zou laten staan. We dringen er ook op aan dat de bedragen van de studietoelagen voldoende hoog zijn om de reële studiekosten te dekken en dat meer jongeren in aanmerking komen door de maximuminkomensgrenzen op te trekken.

ABVV-jongeren is alvast verheugd met de belofte van de minister en zal nauwgezet opvolgen dat deze belofte ook effectief wordt waar gemaakt. Vanaf wanneer deze studietoelagen zullen toegekend worden (september 2007 of 2008) is nog niet gekend.

06-04-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.45-plussers. Maak gebruik van je recht op outplacement.
Klik op de afbeelding om de link te volgen

45-plussers. Maak gebruik van je recht op outplacement.


De wet die elke werkgever die een 45-plusser ontslaat, verplicht het initiatief te nemen tot outplacement verscheen onlangs in het Belgisch Staatsblad. Deze nieuwe informatieplicht is van toepassing vanaf 4 augustus 2006. vanaf dan moet elke ontslagen werknemer geïnformeerd worden over het recht op de outplacementbegeleiding.

 

Vooraf.

In het generatiepact besliste men al om de bestaande verplichting tot outplacement bij het ontslag van werknemers van 45 jaar of ouder te verstrengen. Er worden 3 verschillende mogelijkheden voorzien:

Ø      De werknemer die er recht op heeft, moet verplicht het outplacement bij zijn werkgever aanvragen. Indien hij dit niet doet, loopt hij het risico om zijn recht op werkloosheidsuitkeringen kwijt te raken. Deze verplichting was reeds van kracht sinds maart 2006.

Ø      De werkgever die een 45-plusser ontslaat, moet spontaan het initiatief tot outplacement nemen. Deze verplichting is van kracht sinds 4 augustus 2006.

Ø      De sanctie voor de werkgever die geen geldig outplacement aanbod doet wordt verhoogd. Dit koninklijk besluit moet nog verschijnen.

 

Voorwaarden.

Ø      45 jaar of ouder zijn op het moment van het ontslag.

Ø      Minstens één jaar ononderbroken anciënniteit in de onderneming.

Ø      Niet ontslagen zijn om dringende reden of in het kader van brugpensioen.

 

Wat is outplacement?

Dit is een pakket aan begeleidingsmaatregelen dat je wordt aangeboden door een ‘derde’ organisatie. In dit pakket kan bijvoorbeeld zitten:

Ø      Psychologische begeleiding;

Ø      Opmaken van een persoonlijke balans (wat kan ik, wat wil ik, wat heb ik nodig) en/of hulp bij het uitwerken van een zoekcampagne naar jobs;

Ø      Begeleiding tijdens de integratie in het nieuwe werkmilieu;

Ø      Logistieke en administratieve steun.

 

Aanvraagprocedure en termijnen.

Outplacement is een recht, maar toch moet je het zelf aanvragen bij je werkgever. Het is een recht dat je niet automatisch wordt toegekend.

  1. Van zodra je ontslag je wordt betekend, kan je dus bij je werkgever je aanvraag indienen. Je moet dus absoluut niet wachten tot het einde van je opzegperiode. De uiterste termijn waarop je je aanvraag kan doen, is vastgesteld op 2 maanden na de beëindiging van je arbeidscontract. Je moet altijd een getuigschrift van je inschrijving als werkzoekende (VDAB, FOREM, BGDA) bij de aanvraag voegen. Ook tijdens je opzegperiode kan je je al inschrijven als werkzoekende bij deze instanties.
  2. Binnen de twee maanden na je aanvraag tot outplacement moet je baas jou een schriftelijk outplacementaanbod overhandigen.
  3. Doet je baas dit niet binnen de vermelde termijn van twee maanden, dan ben je verplicht om hem per aangetekend schrijven én binnen de maand in gebreke stellen.
  4. Nu is de werkgever opnieuw verplicht om binnen de maand, volgend op de ingebrekestelling, te reageren en je een schriftelijk outplacementaanbod voor te leggen.
  5. Nu heb jij opnieuw een maand de tijd om al dan niet schriftelijk akkoord te gaan met de aangeboden begeleiding.

OPGEPAST!!! Indien je niet akkoord gaat met een geldig outplacementaanbod dan verlies je elk recht op outplacementbegeleiding, en breng je je werkloosheidsuitkeringen in gevaar. Bij twijfel, raadpleeg onmiddellijk je beroepssecretaris in de gewestelijke BTB-afdeling.

 

Je C4 – werkloosheidsbewijs.

In de praktijk betekent dit dat het document C4-werkloosheidsbewijs dat je werkgever je moet overhandigen bij de beëindiging van je arbeidsovereenkomst enigszins verandert. Rubriek 1 blijft in te vullen door de werkgever, en bevat de gegevens zoals vroeger. Rubriek 2 is belangrijk voor jou als werknemer. Dit bevat jouw aanvraag tot werkloosheidsuitkeringen, maar eveneens jouw bevestiging dat je een aanvraag hebt ingediend om outplacementbegeleiding (Deel A) te krijgen. Bovendien moet je als je slachtoffer bent van ontslag bij herstructurering van je bedrijf ook deel B invullen. Het deel C gaat over de gegevens bij een eventuele aanvullende vergoeding bij de werkloosheidsuitkeringen. Lees dit aandachtig en vul dit gedeelte van het formulier nauwkeurig in. Met je formulier C4 ga je vervolgens naar het ABVV om je werkloosheidsdossier in orde te brengen. Bij twijfel, niet aarzelen, neem contact op met je beroepssecretaris in de gewestelijke BTB-afdeling. Die helpt je zeker verder.

 

Wie zal dat betalen?

Eenvoudig antwoord: je baas !

 

 

 

06-04-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
30-03-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn Contract in een notendop
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Mijn Contract in een notendop.

 

Je hebt je sollicitatiegesprek goed doorstaan en je kan aan een nieuwe job beginnen. Gefeliciteerd! En bij een nieuwe baan, daar hoort een contact bij. Nog even je handtekening zetten en dan kan je aan de slag. Maar voordat je die handtekening zet, kan het geen kwaad om even nauwkeurig naar de arbeidsovereenkomst te kijken.

 

We gaan wat dieper in op je contract: welke arbeidsovereenkomsten bestaan er, wat moet er in mijn overeenkomst staat, moet deze schriftelijk worden opgesteld, hoe beëindig ik mijn contract, …

 

Voor meer informatie kan je natuurlijk altijd terecht bij de ABVV-afgevaardigden op je bedrijf, of bij je centrale.

 

 

Heb ik een arbeidsovereenkomst (AO)?

Als je een AO hebt, dan weet je ook zeker dat je een aantal rechten hebt. Daarom is het goed om te weten of je een AO hebt en aan welke voorwaarden die dan precies voldoet.

Volgens de wet heb je een AO als:

~        Er een gezagsverhouding is tussen jou en je werkgever

~        Je in ruil voor het uitgevoerde werk wordt betaald

~        Je arbeid presteert.

Anders gezegd, een AO is een overeenkomst tussen een werknemer en een werkgever, waarbij de werknemer in dienst is van de werkgever, de werknemer verplicht is om arbeid te verrichten en de werkgever verplicht is om loon te betalen aan de werknemer.

 

Welke soorten arbeidsovereenkomsten bestaan er?

Er bestaan verschillende soorten AO’s, naargelang van:

·        De aard van het werk dat je doet (een AO en een bediendecontract)

·        De duur (bv. een contract van onbepaalde duur, bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk)

·        De omvang van de prestaties (een voltijds of deeltijdse arbeidsovereeknomst)

 

Hieronder zetten we ze even op een rijtje.

 

Overeenkomsten naargelang van de ‘aard van de arbeid’.

Onze wetgeving maakt nog steeds een onderscheid tussen arbeiders en bedienden:

~        De arbeiders is iemand die hoofdzakelijk met de handen werkt en ontvangt een arbeidsersovereenkomst

~        De bediende verricht hoofdzakelijk hoofdarbeid en krijgt een bediendecontract.

 

Overeenkomsten naargelang de ‘duur’.

Een onderscheid kan ook gemaakt worden naargelang de duur van de overeenkomst.

Je kan een arbeidsovereenkomst sluiten voor:

~        Onbepaalde duur

~        Een duidelijk omschreven werk of

~        Een bepaalde tijd.

 

Volledigheidshalve moeten we ook nog de vervangingsovereenkomst, de overeenkomst voor het uitvoeren van tijdelijk werk vermelden (uitzendarbeid, terbeschikkingstelling, …) en de arbeidsovereenkomst voor studenten (ga voor meer informatie even naar onze brochures kijken op www.abvvjongeren.be).

 

Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.

Als niet met je wordt afgesproken hoelang de arbeidsovereenkomst zal duren, dan heb je een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd. De overeenkomst loopt door tot één van de partijen (jij of de werkgever) deze opzegt.

Een geschrift is niet vereist, maar is uiteraard aan te raden om later problemen te vermijden (bewijs). De regel is dat je meestal tewerkgesteld bent met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk schriftelijk is vastgelegd.

 

Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur

Bij deze overeenkomst wordt een tijdsduur vastgesteld, een begin- en een einddatum dus. Je overeenkomst zal automatisch gedaan zijn op de dag die daartoe werd vastgelegd.

 

Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd moet schriftelijk worden afgesloten. Dit is zo ten laatste op het tijdstip waarop je in dienst treedt.

 

            Let op!

Indien je na het verstrijken van de datum of bij het einde van het werk toch verder mag werken, ontstaat er een overeenkomst van onbepaalde duur. Op deze regel zijn er echter wel twee belangrijke afwijkingen mogelijk.

 

Je kan met je werkgever overeenkomen maximaal 4 opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur te sluiten. De duur van elke overeenkomst afzonderlijk mag echter niet minder dan 3 maanden zijn en de totale duur van de opeenvolgende overeenkomsten mag niet lager zijn dan 2 jaar.

 

Daarenboven kunnen, na toestemming van de inspectie, ook opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur gesloten worden waarvan de duur telkens minimum 6 maanden dient te bedragen. Voorwaarde is wel dat de totale duur van deze opeenvolgende contracten de drie jaar niet overschrijdt.

 

Arbeidsovereenkomst voor een duidelijk omschreven werk

In dit geval krijg je een overeenkomst om een nauwkeurig omschreven werk uit te voeren. Nadien zal de overeenkomst automatisch aflopen.

 

            Let op !

De omschrijving van de taak moet voldoende precies zijn. Vanaf de ondertekening van de overeenkomst moet je als werknemer duidelijk kunnen inschatten hoe lang de arbeidsovereenkomst zal duren en wat de omvang is van het overeengekomen werk.

 

Bijvoorbeeld: een werknemer moet een stock opmaken, een bijzonder computerprogramma maken, de ruwbouw van een huis afwerken, …

 

Wanneer de omschrijving niet voldoende precies is, verglijdt de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en zal bij de beëindiging toch een verbrekingsvergoeding moeten worden betaald.

 

Vervangingsovereenkomst

Met een vervangingsovereenkomst is het mogelijk een werknemer die tijdelijk afwezig is te vervangen (opgelet: een vervangingsovereenkomst is niet mogelijk als de afwezigheid wordt veroorzaakt door gebrek aan werk wegens economische redenen, weersomstandigheden, staking of burn-out).

 

Een dergelijke vervangingsovereenkomst moet steeds schriftelijk opgemaakt worden en dit ten laatste op het moment dat je begint te werken. Bovendien moet de reden van de vervanging, de naam van de te vervangen werknemer en de voorwaarden voor indienstneming in de overeenkomst komen.

 

De vervangingsovereenkomst mag voor bepaalde of onbepaalde duur worden gesloten. Ze mag echter nooit langer dan 2 jaar duren, behalve indien ze werd gesloten ter vervanging van een werknemer die tijdskrediet opneemt.

 

Tijdelijke arbeid en uitzendarbeid

Een arbeidsovereenkomst voor tijdelijke arbeid of voor uitzendarbeid kan worden gesloten in drie gevallen:

~        De vervanging van een vaste werknemer (bijvoorbeeld: je vervangt een zieke collega tot deze terugkomt)

~        Een tijdelijke vermeerdering van werk (bijvoorbeeld: seizoensgebonden activiteiten die als dusdanig tijdelijk zijn)

~        De uitvoering van een uitzonderlijk werk (bijvoorbeeld: organiseren van jaarbeurzen, uitvoering van gespecialiseerde opdrachten, inventaris- en balanswerk, …)

 

De arbeidsovereenkomst voor tijdelijk arbeid sluit je met een ‘klassieke’ werkgever, terwijl je als uitzendkracht in dienst bent van een uitzendbureau via een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid. De onderneming waar je wort tewerkgesteld, is de ‘gebruiker’ en geeft jou instructies, leiding en toezicht met betrekking tot het overeengekomen werk en veiligheidsmaatregelen.

 

Voor elke opdracht moet er een schriftelijk contract zijn waarin de reden waarom ze wordt afgesloten wordt vermeld (gaat het om een vervanging, een tijdelijke vermeerdering van werk of om uitzonderlijke arbeid).

 

Als uitzendkracht (werknemer) moet je hetzelfde loon ontvangen als de vaste werknemers. Je hebt ook recht op de andere loonvoordelen (maaltijdcheques onder dezelfde voorwaarden, vervoerskosten, ploegenpremies, …) die van toepassing zijn bij de ‘gebruiker’.

 

De wetgeving voorziet de tussenkomst van de vakbonden in het kader van interimwerk. Het kan dus zijn dat je in dat geval door hen wordt gecontacteerd. Mocht je vragen of problemen hebben, aarzel dan iet om zelf contact op te nemen.

 

Overeenkomsten naargelang van de ‘omvang van de prestaties’

Je kan tewerkgesteld worden met een voltijdse of een deeltijdse arbeidsovereenkomst.

 

Je werkt met een overeenkomst van deeltijdse arbeid wanneer je minder lang werkt dan iemand met een voltijds contract. Bijvoorbeeld iemand die 20 uur werkt in een onderneming waar je normaal 38 uren in de week werkt.

 

Je arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid moet steeds schriftelijk worden opgemaakt uiterlijk op het tijdstip waarop je in dienst treedt. Deze overeenkomst moet de arbeidsregeling (de duur en werkdagen) en het uurrooster (werkperiodes per dag) vermelden of ten minste voor dit punt verwijzen naar het arbeidsreglement of een collectieve arbeids-overeenkomst.

 

Is er geen schriftelijke overeenkomst of bevat je schriftelijke overeenkomst niet de voorgeschreven vermeldingen, dan kan je als werknemer het meest voordelige uurrooster kiezen tussen degenen die zijn opgenomen in het arbeidsreglement.

 

Volledigheidshalve vermelden we nog even dat de overheid ook enkele speciale contracten ingevoerd heeft om de tewerkstelling van specifieke groepen te bevorderen en jongeren de kans te geven professionele ervaring te laten opdoen, zoals de startbaanovereenkomsten, opleidingsovereen-komsten en leerovereenkomsten.

 

Moet mijn arbeidsovereenkomst schriftelijk worden opgesteld?

De meeste werknemers hebben een schriftelijke arbeidsovereenkomst.

 

Wanneer je een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur hebt, is dit echter niet verplicht. We raden je uiteraard wel aan een geschreven arbeidsovereenkomst te vragen. Hierdoor vermijd je discussies achteraf.

 

Een schriftelijke overeenkomst zal dan weer wel verplicht zijn voor contracten van bepaald duur, voor vervangingsovereenkomsten, voor een bepaald werk, voor deeltijds werk, een stagecontract en voor thuiswerk.

 

            Let op!

Zorg ervoor dat je zoveel mogelijk afspraken op papier zet. Je hebt dan altijd een bewijsmiddel in handen. Het contract moet ondertekend worden door jezelf e je werkgever. Eén exemplaar is voor jou. Voor je een arbeidsovereenkomst tekent, contacteer je best nog even je vakbond. Zij kunnen je meer informatie geven over de loon- en arbeidsvoorwaarden die in de sector en in de onderneming van toepassing zijn.

 

Wanneer moet ik mijn arbeidsovereenkomst tekenen?

De schriftelijke arbeidsovereenkomst moet ten laatste de 1ste dag van de tewerkstelling worden afgesloten. Indien dit niet gebeurd is, gelden alle voorwaarden van een contract van onbepaalde duur. Er is dan ook geen proefperiode.

 

Wat staat er in mijn arbeidsovereenkomst?

Of ze nu schriftelijk of mondeling wordt vastgelegd, je arbeidsovereenkomst omvat steeds een aantal basiselementen: de plaats van tewerkstelling (standsplaats), de datum van indiensttreding, soort arbeidsovereenkomsten, het loon, de bijkomende voordelen, de arbeidsduur, het uurrooster, de functie, …

 

Al deze elementen samen vormen de basis van de arbeidsvoorwaarden.

 

Uiteraard kunnen deze elementen wel variëren door collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s), het arbeidsreglement (dat overhandigd moet worden) en eventueel ook door de gewoontes binnen de onderneming. Contacteer ons indien je twijfelt.

 

Proeftijd.

Vaak wordt bij je aanwerving in de arbeidsovereenkomst een zogenaamd proefperiode ingelast. Een proeftijd is bedoeld om werkgever en werknemer met elkaar kennis te laten maken. De werkgever kan zien of de werknemer wel echt zo goed is als hoe hij/zij in het sollicitatiegesprek overkwam. De werknemer kan zien of het bedrijf of de baan wel aan de verwachtingen voldoet.

 

Zo’n proefbeding moet schriftelijk vermeld worden in het arbeidscontract. Het kan alleen worden overeengekomen ten laatste op de 1ste dag waarop je begint te werken.

 

Tijdens een proefperiode is de opzegtermijn erg kort: zeven kalenderdagen. De opzegtermijn gaat ook onmiddellijk in.

~        Bij arbeiders bedraagt de proefperiode ten minsten zeven en ten hoogste veertien dagen.

~        Bij bedienden is een proeftijd minstens één maand lang. Al naargelang hoeveel je verdient, kan de proefperiode ten hoogste zes maanden ofwel maximum 12 maanden duren.

~        Wordt er in het proefbeding geen bepaalde periode afgesproken, dan duurt je proeftijd 7 dagen als arbeider en 1 maand als bediende.

 

En er is ook nog het arbeidsreglement.

Naast je arbeidsovereenkomst moet je ook een arbeidsreglement ontvangen.

 

Het arbeidsreglement is een soort huishoudelijk reglement van het bedrijf waar je gaat werken. Neem dit reglement door vooraleer je het contract ondertekent.

 

Het arbeidsreglement geldt voor alle werknemers binnen het bedrijf, terwijl een arbeidsovereenkomst of contract slechts van toepassing is op de partijen, werkgever en werknemer, die het contract afsluiten.

 

In je arbeidsreglement vind je bijvoorbeeld terug: arbeidsuren, rustpauzes, vrije dagen, wijze en tijdstip van betaling van je loon, zwaarwichtige redenen om iemand te ontslaan, verzorging en voorkoming van ongevallen, preventieve en sanctionerende maatregelen inzake ongewenst seksueel gedrag, identificatie van de werknemersvertegenwoordiging (onder-nemingsraad, Comité Preventie en Bescherming op het Werk, vakbonds-afvaardiging, …),  het adres van de bevoegde inspectie, de gegevens van de arbeidsongevallenverzekeraard, de organisatie van uitgangscontrole, …

 

Je moet over al deze zaken meer info ontvangen tijdens je onthaal op de eerste werkdag. Wil je meer weten , lees dan eens de brochure van de FOD werkgelegenheid over het arbeidsreglement (www.werk.belgie.be). Voor meer info over je 1ste werkdag kan je surfen naar www.abvvjongeren.be.

 

Einde van de arbeidsovereenkomst.

Bij de beëindiging van de AO moeten zowel werkgever als werknemer een opzegperiode respecteren. Dat hoeft niet bij ontslag om dringende reden, wanneer er dus een zware fout is gemaakt.

 

Hoe moet de opzeg gebeuren?

Er zijn drie manieren waarop de opzeg kan gebeuren:

·        Met een aangetekende brief

·        Bij deurwaardersexploot

·        Door afgifte van een brief aan je werkgever

 

Opzeg door de werkgever.

Je werkgever beschikt over 2 manieren om de AO op te zeggen:

·        Per aangetekende brief

·        Bij deurwaardersexploot

De aangetekende brief heeft uitwerking de derde werkdag na datum van verzending. Een werkdag is elke dag behalve een zon- of feestdag. In de praktijk betekent dit dat een aangetekende brief ten laatste woensdag moet gepost zijn o de opzegtermijn op maandag te laten aanvatten.

 

Let op !

De weigering of de niet-afhaling van de aangetekende brief zullen geen invloed hebben op de inwerkintreding van de opzeg. Indien de aangetekende brief naar een foutief (oud) adres werd gezonden, moet er opnieuw een brief worden verstuurd, tenzij je werkgever kan aantonen dat hij niet verwittigd werd van de verandering van woonplaats, en dit ondanks de verplichting in het AR om een eventuele adreswijziging mee te delen. In dit geval is de opzeg op het oude adres geldig.

 

De opzeg kan ook betekend worden door een gerechtsdeurwaarder. In dit geval wordt de opzeg geacht ontvangen te zijn de dag zelf en kan ze dus de volgende dag aanvangen. De eventuele weigering van de werknemer heeft geen enkele invloed op de geldigheid van de betekening. In de praktijk gebeurt het zelden dat de werkgever een deurwaarder inschakelt.

 

Zelf opzeg geven

Als werknemer kan je eveneens je opzeg geven per aangetekende brief of per deurwaardersexploot, maar je kan ook je opzegbrief gewoon afgeven aan je werkgever. Je overhandigt je werkgever een brief met vermelding van het begin en de duur van de opzegtermijn. Je werkgever tekent dan (meestal) voor ontvangst. Een opzeg door afgifte van een brief en die door je werkgever wordt aanvaard, begint de dag erop. Indien de werkgever weigert je opzegbrief te tekenen, dan heeft de kennisgeving niet plaatsgevonden. Je moet dan teruggrijpen naar een aangetekende brief of het deurwaardersexploot.

 

Wanneer gaat de opzegging in?

De aanvangsdatum moet in de opzegbrief worden vermeld. Voor arbeiders begint de opzeggingstermijn (in principe) te lopen de eerste maandag volgend op de week wanneer de opzeggingstermijn betekend werd. Voor bedienden begint de opzeggingstermijn betekend werd. Voor bedienden begint de opzeggingstermijn de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de opzegging gegeven werd.

 

Hoe lang duurt de opzeggingstermijn?

De duur van de opzeggingstermijn wordt vastgesteld door de wet en door andere rechtsbronnen: KB’s, CAO’s of individuele overeenkomsten. De opzeggingstermijn is versschillend al naargelang je arbeider of bediende bent.

 

De opzeggingstermijn bij arbeiders worden vaak geregeld in CAO’s op sectoraal en op bedrijfsvlak. Regelingen kunnen erg van sector tot sector verschillen. We raden je dan ook aan de eigen sectorale regelingen op te vragen. Je kan daarvoor terecht bij je beroepssecretaris of je beroepscentrale.

 

Wel legt de wet een algemene regel vast. De opzeggingstermijn voor arbeiders wordt berekend op basis van anciënniteit van de arbeider. Wanneer je zelf je ontslag geeft, gelde ander opzeggingstermijnen dan wanneer de werkgever het ontslag gteeft.

 

Ben je arbeider en zit je nog in je proefperiode, dan zijn specifieke regelingen van toepassing. De opzeggingstermijn voor bedienden hangt dan weer samen met de anciënniteit en de hoogte van het bruto jaarloon. Voor meer details raadpleeg de ABVV-website www.mijnloon.be.

 

Mag ik afwezig zijn tijdens de opzeggingstermijn om een nieuwe baan te zoeken?

Het antwoord is ja. Je hebt het recht om maximum 2 halve dagen per week of 1 hele arbeidsdag afwezig te zijn om een nieuwe baan te zoeken. Dit is zowel in het geval van ontslag door de werkgever als door de werknemer. Voor deze dagen behoud je gewoon je loon.

 

Afgifte van sociale documenten

Bij het einde van de arbeidsovereenkomst is de werkgever verplicht je een aantal sociale documenten te overhandigen. Een overzicht:

~        Een getuigschrift van tewerkstelling (op verzoek van de werknemer) waarop enkel de begin- en de einddatum van de overeenkomst en de aard van de verrichte arbeid worden vermeld.

~        De afrekeningen van de laatste betalingen

~        De individuele rekening van het lopende jaar

~        Het werkloosheidsattest C4

~        De belastingsfiche 281.10

 

Een aantal tips op een rijtje.

e    Laat je afspraken op papier zetten: je vermijdt hiermee bewijsproblemen achteraf.

e    Hoeveel je gaat verdienen hoort in het contract te staan. Je hebt recht op het loon dat hoort bij de functie. De werkgever mag je niet in een lagere groep indelen om dat je bijvoorbeeld vrouw of van buitenlandse origine bent.kijk ook altijd na of in de arbeidsovereenkomst staat hoe en waar het salaris wordt uitbetaald. Contacteer hierover even de vakbond voor je ondertekent. Zij kunnen je meer zicht geven op je loon en je arbeidsvoorwaarden die voor de sector of de onderneming gelden. Je kan ook eens surfen naar de ABVV-website ‘www.mijnloon.be’ waarop je ook heel wat informatie terugvindt.

e    Kijk vooraleer je ondertekent ook even het arbeidsreglement van de onderneming na. Dit reglement bevat heel wat regels bijvoorbeeld over het verlof, de arbeidstijden, ziekteverzuim, kinderopvang, opleiding enz. die op jou van toepassing zullen worden eenmaal je bent aangeworven. Als er in de arbeidsovereenkomst naar een dergelijke arbeidsreglement wordt verwezen, is het aan te raden die op te vragen voor je tekent. Want door je handtekening te zetten onder de arbeidsovereenkomst ben je ook gebonden aan de inhoud van het arbeidsreglement.

e    Als je een tijdelijke aanstelling krijgt (een contract  van bepaalde duur) moet er in de arbeidsovereenkomst staan wanneer het contract afloopt. Bv. door een einddatum te noemen. Het kan ook zijn dat je voor de duur van een bepaald project of de vervanging van een zieke werknemer wordt aangenomen. Dan moet dat blijken uit de tekst in het contract. Bv. doordat er staat ‘aangenomen voor de duur van project X’ of ‘aangenomen voor de duur van de ziekte van Y’.

e    In de arbeidsovereenkomst moet staan voor hoeveel uur (in voltijds of deeltijds) je komt werken: de arbeidsduur. Als je deeltijds gaat werken, moeten de dagen en/of uren waarop je gaat werken worden vastgelegd in de arbeidsovereenkomst. Dan kan de werkgever ze later niet zomaar zonder jou toestemming wijzigen.

 

30-03-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
26-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is een opleiding voor heftruck/reachtruck verplicht?
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Is er een opleiding vereist wanneer men met een heftruck rijdt?


Moet een werknemer die een heftruck of een transpallet bedient vooraf een opleiding gehad hebben?

Wie met een intern transportmiddel werkt moet een opleiding hebben gekregen, dit is een wettelijke verplichting.

In de Codex, Titel VI, Hoofdstuk II, Afdeling II, artikel 4 staat namelijk “mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving mogen alleen worden bestuurd door werknemers die een adequate opleiding voor het veilig besturen van deze arbeidsmiddelen hebben gekregen”.

Opgelet: De bestuurder van een heftruck moet niet alleen opgeleid zijn, hij/zij moet tevens beschikken over een geldig formulier voor gezondheidsbeoordeling. Het gaat niet namelijk om een ‘veiligheidsfunctie’.

 

Hoe zit het dan met interim-arbeiders?

Een uitzendbureau kan een uitzendkracht (minimum 18 jaar) tewerkstellen bij een bedrijf als heftruckchauffeur indien de interim-arbeider in kwestie een opleiding heeft genoten. De inhoud en de duur van de opleiding is niet wettelijk vastgelegd. Het is dus de werkgever (indien hij zelf de opleiding organiseert) of het opleidingsinstituut die inhoud en duurtijd bepaalt. Er bestaat dus gen ‘wettelijk erkend’ getuigschrift. Het bedrijf kan aan het uitzendbureau vragen of de interimarbeider een bepaald bekwaamheidsattest kan voorleggen. Een bekwaamheidsattest dat werk afgeleverd door een opleidingscentrum.

Indien de onderneming VCA gecertificeerd is, moet de uitzendkracht een opleiding volgen in een erkend opleidingscentrum. De VDAB Competentiecentra, naast andere, zijn hiervoor erkend.

 

 

 

26-02-2008 om 20:50 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (10 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wanneer moet je werkkledij dragen?
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Wanneer moet je veiligheidskledij dragen?

 

De basisregel: elke werkgever is verplicht om de geschikte werkkledij voor zijn werknemers te voorzien en te onderhouden. Daarnaast bestaan er nog de persoonlijke beschermingsmiddelen (afgekort PBM). Een PBM is bedoeld om door de individuele werknemer gedragen of vastgehouden te worden om zichzelf te beschermen tegen de verschillende risico’s die zijn veiligheid gezondheid op het werk kunnen bedreigen. Concreter nog gaat dit over hoofd-, gelaat-, oog-, gehoor-, hand-, voet-, been-, ademhaling-, lichaamsbescherming en bescherming tegen het vallen.

 

Het gebruik van PBS is de laatste stap in de keten van het preventiebeheer. Men controleert in de onderneming eerst of het risico niet kan uitgesloten worden. Een tweede stap bestaat uit het zoveel mogelijk verkleinen van het risico. Een volgende stap is het nemen van organisatorische maatregelen of het gebruiken van collectieve beschermingsmaatregelen. Als het bij het toepassen van al deze maatregelen toch nog een restrisico vastgesteld wordt dan wordt een risicoanalyse uitgevoerd.

 

Concreet betekent dit:

Analyse en evaluatie van de restrisico’s waarvoor PBM’s nodig zijn, bepalen van de omstandigheden waaronder een PBM gebruikt moet worden, omschrijving van de kenmerken die een PBM moet bezitten. Heel veel klanten van transporteurs verwachten dat de chauffeurs aangepaste PBM’s dragen. Dit kan een helm zijn op een bouwwerf of veiligheidsschoenen bij het betreden van de laadkade.

De werkgever is verplicht om zijn werknemers te informeren over het juiste gebruik van de PBM. De werknemer heeft de plicht om de PBM te gebruiken. Zij mogen enkel op het werk gebruikt worden, en mogen niet mee naar huis worden genomen. Enkel de mobiele werknemer kan hierop een uitzondering vormen indien er niet teruggekeerd wordt naar de onderneming na het beëindigen van de dagtaak.

 

Voorbeelden van de meest voorkomende persoonlijke beschermingsmiddelen:

 

Hoofdbescherming:

- Vervoer, op het hoofd of op de schouders, van vleeskwartieren, van afval of andere voor rotting vatbare producten voortkomend van het slachten van dieren, van balen niet ontsmette lompen of van dierlijke stoffen, zelfs droge, die besmettende kiemen kunnen inhouden (zakken met beenderen, horens, manen, ruwe wol, huiden, enz);

- Vervoer, op het hoofd of op de schouders, van zakken of pakken met andere om het even welke producten of stoffen;

- Tewerkstelling buiten en aan regen of uitzonderlijke temperaturen blootgesteld;

- Tewerkstelling in koelkamers;

- Blootstelling aan vallende stenen, materiaal, brokstukken of allerlei vallende voorwerpen, zoals in steengroeven, de bouw-, montage- of slopingswerken, scheepswerven, ijzergieterijen, staalfabrieken;

- Tewerkstelling waarbij het haar kan worden gegrepen door in beweging zijnde machineonderdelen of mechanische toestellen;

- Bij het risico zich te stoten tegen obstakels.

 

Handbescherming:

- Als handen in contact kunnen komen met giftige, bijtende of prikkelende stoffen;

- Als handen in contact kunnen komen met besmette dieren of krengen, afval van dieren of voor het gebruik ongeschikte dierlijke stoffen, zoals in de vilbeluiken en de biologische laboratoria;

- De behandeling of het schiften van vuil linnen of vuile kledingstukken, van lompen en van oude niet ontsmette klederen, het gebruik van ongeschikte beenderen of van vuilnis;

- Tewerkstelling in doelkamers;

- Behandeling van scherpe, snijdende, stekende, brandende of bijzondere ruwe voorwerpen of kwetsende projecties of projecties van gloeiende stoffen.

 

Voetbescherming:

- Bij het manipuleren, behandelen of gebruiken van water, oplossingen, baden, deeg, oliën, vetten of andere vloeibare, vochtige olieachtige of vettige stoffen waardoor de voeten kunnen nat worden of doorweken;

- Bij mogelijke bevuiling van de voeten door voor verrotting vatbare of besmette stoffen of door vuilnis, zoals in vilbeluiken, diensten voor lijkschouwing, biologische laboratoria, diensten voor reiniging der wegen, huisvuilophaaldiensten, diensten voor het ruimen van beer- of gierputten en andere bedrijven of werken die soortgelijke risico’s voor bevuiling bieden;

- Tewerkstelling in koelkamers;

- Behandeling van zware stukken waarvan de val van aard is de voeten te kwetsen, dragen schoenen met toppen versterkt door middel van stalen vormen die voldoende weerstand bieden of dragen doeltreffende voetbeschermers;

- Blootstelling aan het risico voor uitglijden.

 

Bescherming van het lichaam:

- Tewerkstelling buiten en aan regen of uitzonderlijke koude blootgesteld;

- Tewerkstelling in koelkamers.

 

Kleding met signaalfunctie:

- Werkzaamheden op en langs de openbare weg waarbij het verkeer tijdens de duur van de werkzaamheden niet worden verboden;

- Het ophalen van vuilnis langs de openbare weg;

- Depannagediensten en dit zo de omstandigheden en/of het tijdstip van de dag zorgen voor een onvoldoende zichtbaarheid van deze werknemers.

 

Besluit???

Om uit te kunnen maken voor welke werkzaamheden je verplicht persoonlijke bescher-mingsmiddelen moet gebruiken kan je in eerste plaats terugvallen op je gezonde verstand. Het lijkt logisch dat het hanteren van scherpe voorwerpen een soort handschoen noodzakelijk maken. Voor concrete maatregelen kan je het best terecht bij je werknemersver-tegenwoordiger in het Comité voor Preventie en Bescherming of bij de interne of externe Diens voor Preventie en Bescherming op het werk.

26-02-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat moet ik doen als ik ziek wordt?
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Arbeidsongeschiktheid: Een medisch attest.

 

 

“Hé baas, ‘k voel me ziek…”, “Hé baas, ik heb wat voor!”.  Het overkomt je ook wel eens; je kunt niet naar het werk omdat je ziek bent of omdat je een privé auto-ongeval had. Hierna vind je een aantal verplichtingen, maar ook jou rechten.

 

Gewaarborgd loon.

Wanneer je arbeidsongeschikt bent ten gevolge van ziekte of een privé ongeval, is je werkgever verplicht om je nog enige tijd gewoon door te betalen. Men spreekt dan van het gewaarborgd loon. Dit verschilt naargelang je statuut als werknemer (arbeider of bediende), eventueel je anciënniteit en het feit of je al dan niet nog in proefperiode bent.

Voor het arbeidersstatuut tellen de volgende regels:

*    De éérste 7 kalenderdagen geven recht op 100% normaal loon (normale inhoudingen van RSZ en bedrijfsvoorheffing).

*    De tweede periode van 7 kalenderdagen geven recht op 85,88% van het normale loon (geen inhoudingen meer van RSZ, wel bedrijfsvoorheffing).

*    De volgende 16 kalenderdagen geven recht op 25,88% van het normale loon (geen inhoudingen meer van RSZ, wel bedrijfsvoorheffing) en 60% van het begrensde loon via de mutualiteit.

*    Na deze periode schakel je over op een uitkering via de mutualiteit, d.w.z. 60% van het begrensde loon.

De vergoedingen voor de éérste 30 kalenderdagen hebben tot doel je een netto inkomen te bezorgen dat gelijk is aan het netto bedrag van een gewone werkperiode. Indien jouw arbeidsongeschiktheid korter is dan 14 kalenderdagen, is de eerste werkdag een carenzdag. Bij deeltijdse arbeid is de carenzdag de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid waarop je normaal zou hebben gewerkt.

Om aanspraak te kunnen maken op het gewaarborgd loon moet je je wel aan een aantal regels houden! De wet verplicht je je werkgever onmiddellijk te verwittigen van jouw arbeidsongeschiktheid. Indien nodig moet je een doktersbriefje voorleggen.

Onmiddellijk betekent de dag waarop je de ongeschiktheid begint, en voldoende vroeg zodat je baas het werk nog kan regelen of zodat hij een controlearts kan sturen. Wij dringen erop aan dat je verwittigd op het uur dat je anders op het werk aankomt of zelfs vroeger. De uitzonderingen niet te na gesproken. Bv.: je woont alleen en je beschikt niet over een telefoon of gsm, je kunt ook geen e-mail sturen of je wordt opgenomen in een ziekenhuis zonder dat jouw familie op de hoogte is. In deze gevallen is het normaal dat deze verplichting soepeler wordt geïnterpreteerd. Maar… hang nu niet ‘de slimmen’ uit: als je zelf tot bij jouw behandelende (huis)arts je werkgever verwittigen of gebruik een openbare telefooncel. De wet schrijft inderdaad niet voor hoe een werkgever moet worden gewaarschuwd. Om zeker te zijn is het zelfs beter om te zorgen voor een geschreven bewijs, vb. door het sturen van een fax of een e-mail.

 

Doktersbriefje voorleggen.

De wet verplicht je niet om jouw arbeidsongeschiktheid met een doktersbriefje (geneeskundig getuigschrift) te bewijzen. De werkgever mag wel altijd beslissen om een doktersbriefje te vragen. Het kan je ook worden opgelegd via een sector-C.A.O. of via het arbeidsreglement van jouw bedrijf. (Meestal is dit wel het geval!)

Wanneer een doktersbriefje wordt geëist, moet je het naar jouw werkgever opsturen (liefst aangetekend) of het aan hem bezorgen binnen de twee werkdagen. Dit is vanaf de eerste dag arbeidsongeschiktheid of vanaf de dag waarop je het verzoek om het attest te bezorgen ontving. Er kunnen ander termijnen worden vastgelegd in een sector-C.A.O. of in het arbeidsreglement van jouw bedrijf. Ook in dit geval moet de regel bij overmacht soepel worden toegepast.

 

Als een doktersbriefje wordt vereist, dan zegt de wet wat daarop moer vermeld staan:

*    De vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid, dus de begin- en einddatum.

*    Of de werknemer zich mag verplaatsen, met het oog op een eventuele controle. Zo kan de controlearts beslissen om bij je thuis langs te gaan of om je in zijn praktijk te ontbieden.

 

De volgende vermeldingen zijn niet verplicht, maar soms is het toch beter om ze te vermelden:

*    De reden voor de afwezigheid (ziekte of ongeval, van privé-aard of beroepshalve, opname). Het medisch beroepsgeheim moet bewaard blijven; vb. niet vermelden griep e.a.

*    Of het om een eerste attest gaat of om een verlenging.

*    Als het om een verlenging gaat, of de arbeidsongeschiktheid al dan niet aan iets anders te wijten is dan de eerste keer.

Het arbeidsreglement in jouw bedrijf kan mogelijks bepalen dat een doktersbriefje niet nodig is wanneer je slechts één dag niet kan gaan werken om een medische redenen maar toch geen arts nodig hebt, vb. omdat je migraine hebt, en je beschikt over de nodige medicatie. Dat belt echter niet dat jouw werkgever een controlearts kan sturen als hij van oordeel is dat je dat argument wat te gemakkelijk gebruikt.

Wanneer je wel een doktersbriefje moet voorleggen, maar dat niet doet of dat pas na de voorgeschreven termijn doet, mag jouw werkgever weigeren om het gewaarborgd loon uit te betalen voor de dagen voor het attest werd overhandigd of opgestuurd.

Jouw werkgever mag dit zeker niet als een zware fout beschouwen waarvoor hij je op staande voet kan ontslaan. Er kan pas sprake zijn van een zware fout als je dat bewuste doktersbriefje bv. Ondanks het aandringen van jouw werkgever toch niet voorlegt of als je al herhaaldelijk naliet om een doktersbriefje voor te leggen.

Indien je bij het verstrijken van wat de laatste dag van jouw arbeidsongeschiktheid had moeten zijn nog altijd ziek bent, moet je jouw werkgever opnieuw zo snel mogelijk verwittigen. Voor het doktersbriefje gelden dan dezelfde regels als bij het begin van de arbeidsongeschiktheid.

 

Controle door controlearts.

Je werkgever kan jouw arbeidsongeschiktheid laten controleren door een controlearts. Dit gebeurt volledig op kosten van jouw werkgever, en zonder dat hij die beslissing moet motiveren. Je mag en kan niet weigeren om de controlearts te ontvangen of om je door hem te laten onderzoeken. Je mag evenmin weigeren om naar de praktijk van de controlearts te gaan als die je ontbied, tenzij de behandelende (huis)arts verklaarde dat jouw toestand het niet toelaat om je te verplaatsen. Jouw werkgever is verplicht om de eventuele vervoerskosten voor zijn rekening te nemen. De wetgeving is heel duidelijk dat, als je de controle van de controlearts weigert of onmogelijk maakt, de werkgever mag weigeren om je het gewaarborgd loon uit te betalen. Je werkgever kan dat zelfs als een zware fout beschouwen, goed voor een ontslag om dringende reden, dus een ontslag op staande voet zonder vergoeding.

De controlearts gaat na of de arbeidsongeschiktheid onterecht is, volledig terecht, of terecht maar voor een kortere periode dan wat het doktersbriefje bepaalt. Alle andere vaststellingen vallen onder het medische beroepsgeheim. Een controle waarbij het beroepsgeheim wordt geschonden, heeft geen enkele waarde. De controlearts mag nooit medicatie toedienen of voorschrijven. De controlearts moet zijn verslag zowel aan je werkgever bezorgen als aan jou. Indien je niet akkoord gaat met de beslissing, moet je dat door de controlearts laten noteren. Laat hem eventueel ter plaatse contact opnemen met je huisarts.

Je werkgever mag weigeren om het gewaarborgd loon uit te keren vanaf de datum van de eerste controle of de datum tegen wanneer de werknemer zich bij de arts moest aanmelden, wanneer de controlearts de ongeschiktheid betwist. Indien je nog niet door jouw behandelende (huis)arts bent onderzocht, wanneer je het negatieve verslag van de controlearts krijgt, bv. Omdat het slechts een afwezigheid van één dag betreft, neem je beter snel contact op met jouw huisarts. Als jouw behandelende (huis)arts van oordeel is dat er wel sprake is van arbeidsongeschiktheid, m.a.w. als de beide artsen het onderling oneens zijn, heffen de twee medische vaststellingen elkaar op. In dat geval ligt de arbeidsongeschiktheid niet vast. Daardoor heb je geen recht op het gewaarborgd loon, maar wordt de arbeidsongeschiktheid evenmin weerlegd, en is er dus ook geen zware fout. Om uit die impasse te geraken beschikt men over twee mogelijkheden: een arbitrage vragen door een arts-scheidsrechter aan te duiden of het geschil aan de arbeidsrechtbank voorleggen. In de meeste gevallen zal er gekozen worden voor een arts-scheidsrechter.

 

Arbitrageprocedure.

Als er gekozen word voor een arts-scheidsrechter, dient men binnen de 2 werkdagen na de afgifte van het verslag van de controlearts, er een aan te stellen. Dit kan zowel op jouw vraag als op vraag van jouw werkgever gebeuren. Beide partijen moeten het eens zijn over de keuze van deze arts-scheidsrechter. Als jij of jouw werkgever dat wenst mag de keuze worden overgelaten aan de controlearts en de behandelende (huis)arts. De arts-scheidsrechter onderzoekt je en spreekt zich binnen de 3 werkdagen na zijn aanstelling uit over het medische geschil. Hij brengt de controlearts, jou behandelende (huis)arts, jouw werkgever en jezelf op de hoogte van zijn beslissing, die definitief en bindend is voor alle partijen.

De procedurekosten (75 € ereloon en 38 € administratieve kosten) zijn voor rekening van de verliezende partij.

Indien de beslissing van de arts-scheidsrechter in jouw voordeel is, dan heb recht op het gewaarborgd loon voor de periode dat je door de arts-scheidsrechter arbeidsongeschikt bent verklaard.

 

Tips voor werknemers:

*    Waarschuw bij ziekte of ongeval onmiddellijk je werkgever.

*    Zorg dat je thuis altijd beschikt over de gegevens van de te contacteren persoon in jouw bedrijf, en indien ja alleen woont, geef ze ook aan jouw naaste familie die jouw werkgever eventueel in jouw plaats zal moeten waarschuwen.

*    Lees er steeds het arbeidsreglement op  na om te weten hoe je dat precies aan boord moet leggen.

*    Roep steeds je (huis)arts erbij, bezorg zijn attest dan zo snel mogelijk aan je baas, liefst met een aangetekend schrijven.

*    Wanneer je in de loop van de dag het huis verlaat of wanneer je als een blok hebt geslapen, vergeet dan niet o achteraf in de brievenbus te kijken: misschien is de controlearts bij je langs geweest maar stond hij voor een gesloten deur, dan laat hij immers een briefje achter om je te vragen bij hem langs te gaan (doorgaans nog dezelfde dag).

*    Ook als je niet thuis bent maar op een ander adres verblijft, vb. bij je ouders, laat je dat beter weten aan je werkgever (ook al is dat niet bij wet verplicht), zodat hij de controlearts naar dat adres kan sturen. Anders zou je baas er kunnen vanuit gaan dat je de controle hebt belet, waardoor hij je het gewaarborgd loon kan ontzeggen, en je zelfs een zware fout ten laste kan leggen met ontslag om dringende reden tot gevolg.

 
Opeenvolgende arbeidsongeschiktheden van verschillende aard zonder werkhervatting.
Moet je dan als werkgever telkens gewaarborgd loon betalen?

 

Wanneer twee arbeidsongeschiktheden van een verschillende aard elkaar opvolgen zonder dat de werknemer het werk heeft hervat, moet de werkgever niet opnieuw gewaarborgd loon betalen voor de tweede arbeidsongeschiktheid. Zelfs niet indien de geneesheer van de werknemer bevestigt dat het hier om een arbeidsongeschiktheid van een andere aard gaat (bv. Ziekte na arbeidsongeval). Volgens het Hof van Cassatie heeft de werknemer immers geen recht op een nieuw gewaarborgd loon voor de tweede arbeidsongeschiktheid indien er slechts één enkele periode van schorsing van de overeenkomst is, zonder werkhervatting. Let wel, indien het gewaarborgd loon krachtens de eerste arbeidsongeschiktheid nog niet volledig uitgeput was, zal de werkgever wel nog het resterend gedeelte van het gewaarborgd loon verder moeten betalen.

 

Voorbeeld.

Een arbeider is tewerkgesteld in een 5-dagenweek met normale arbeidsprestaties van maandag tot en met vrijdag. Hij is afwezig wegens een arbeidsongeval van 6 december tot en met 8 december. Op 9 december zou hij het werk moeten hervatten, maar hij meldt zich ’s ochtends ziek en bezorgt een medisch attest voor een periode vanaf 9 december tot en met 15 december. Voor de dagen van 6 december tot en met 8 december is de werkgever het gewaarborgd loon aan 100% verschuldigd. Vermits de periode van loonwaarborg nog niet is uitgeput, zal de werkgever voor de dagen van 9 en 10 december nog gewaarborgd weekloon aan 100% betalen. Voor de ziektedagen die vallen tussen 13 december tot en met 15 december krijgt de arbeider zijn loon aan 85,88%.


 Ontslag tijdens ziekte.

Hoewel de ziekte op zich meestal geen reden tot onstlag is, is een zieke werknemer toch niet beschermd tegen ontslag. Tijdens een ziekteperiode kan een werknemer dus ontslagen worden. Het ontlsag kan onmiddellijk ingaan indien de werkgever een verbrekingsvergoeding betaald. Als een termijn met gepresteerd worden, dan kan de opzeggingstermijn evenwel pas ingaan nadat de werknemer terug is uit ziekte.
Ook de werknemer zelf kan tijdens zijn ziekteperiode zijn ontslag indienen. In dit geval kan de termijn beginnen lopen en verstrijken tijdens de ziekteperiode. de werknemer kan er uiteraard ook voor opteren om onmiddellijk uit dienst te gaan en zijn werkgever een verberekingsvergoeding betalen.

Wanneer de ziekte langer dan 6 maand ononderbroken heeft geduurd, kan voorziet de wet zelf in de uitdrukkelijke mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, uiteraard mits betaling van een verbrekingsvergoeding, of mits het presteren van een termijn (hoewel dit in de praktijk zelden zal voorkomen).

26-02-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (9 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn recht op vakantie in een notendop.
Klik op de afbeelding om de link te volgen


 

Mijn recht op vakantie in een notendop.

 

We kijken er allemaal elk jaar naar uit. Onze jaarlijkse vakantie. Een periode waarin we genieten van een welverdiende rust. Om nog zorgelozer van dit moment te kunnen genieten, vertellen we je in dit dossier op hoeveel vakantiedagen je recht hebt,wanneer je die vakantiedagen moet opnemen, hoeveel vakantiegeld je krijgt en wie je dat uitbetaalt.

Wanneer je vragen hebt, kan je steeds je beroepscentrale of je ABVV-afgevaardigde contacteren die je verder kunnen helpen. Vraag hen ook of er een eventueel gunstiger regeling in jouw sector bestaat, dat zou wel eens het geval kunnen zijn!

Het ABVV wenst jullie alvast een prettige vakantie onder de tropische zon, in de bergen of lekker thuis.

 

Op hoeveel vakantiedagen heb ik recht?

Het aantal dagen dat je vorig jaar werkte (het vakantiedienstjaar), bepaalt op hoeveel betaalde vakantiedagen je dit jaar recht hebt (het vakantiejaar). In 2007 heb je dus vakantie omdat je in 2006 gewerkt hebt.

 

Gelijkgestelde dagen.

Voor de berekening van je vakantieduur komen niet alleen de dagen dat je werkelijk gewerkt hebt in aanmerking. Een reeks andere dagen geven eveneens recht op vakantie.

De belangrijkste dagen zijn:

~        Arbeidsongeval en beroepsziekte die aanleiding geven tot schadeloosstelling

~        De dagen waarop je niet werkt omdat je een ongeval (geen arbeidsongeval) had of omdat je ziek was (geen beroepsziekte)

~        De dagen dat je in zwangerschapsverlof bent of vaderschapsverlof nam.

~        De dagen van staking.

~        Dagen van klein verlet en verlof om dwingende reden

 

Let op!

Periodes van loopbaanonderbreking (tijdskrediet) worden niet gelijkgesteld.

 

Hoe lang  duurt mijn vakantie?

De manier waarop het aantal vakantiedagen wordt berekend, verschilt al naargelang je arbeider of bediende bent. De prestaties van de arbeider worden berekend in arbeidsdagen, deze van bedienden in maanden.

 

Voor arbeiders wordt gewerkt met een vakantiedagentabel. Zo zal een arbeider die gedurende het hele jaar tewerkgesteld geweest is in een vijfdagenweek in het daaropvolgende jaar recht hebben op 20 dagen vakantie of vier weken. Werk je als arbeider in een zesdagenstelsel dan moet er een omrekening gebeuren.

 

Aantal gewerkte en                                         Aantal vakantiedagen

gelijkgestelde dagen

      0 – 9............................................................................................ 0

    10 – 19 .......................................................................................... 1

    20 – 38........................................................................................... 2

    39 – 47........................................................................................... 3

    48 – 66........................................................................................... 4

    67 – 76........................................................................................... 5

    77 – 86........................................................................................... 6

    87 – 96........................................................................................... 7

   97 – 105 ......................................................................................... 8

  106 – 124......................................................................................... 9

  125 – 134........................................................................................ 10

  135 – 143........................................................................................ 11

  044 – 153........................................................................................ 12

  154 – 162........................................................................................ 13

  163 – 181........................................................................................ 14

  182 – 191........................................................................................ 15

  192 – 201........................................................................................ 16

  202 – 211........................................................................................ 17

  212 – 220........................................................................................ 18

  221 – 230........................................................................................ 19

     + 230............................................................................................ 20

 

Als bediende heb je recht op twee volle vakantiedagen voor een volledige maand tewerkstelling. Dit komt neer op 24 dagen voor een volledig jaar. Dit is wel enkel wanneer je in een 6-dagenstelsel werkt. Vele bedienden werken echter in een 5-dagenstelsel. Het aantal vakantiedagen in een 6-dagenregeling (24) wordt dan vermenigvuldigd met 5/6. dat komt dus neer op 20 dagen per jaar.

 

Wat als ik deeltijds werk?

Wie deeltijdse arbeid verricht heeft recht op jaarlijks verlof in evenredigheid tot de gepresteerde arbeid en het uurrooster. Die regel wordt toegepast voor de berekening van de vakantieduur én voor de berekening van het vakantiegeld.

 

Let op!

Sommige sectoren of ondernemingen kennen meer vakantiedagen toe, vaak volgens de anciënniteit van de werknemer. Deze extra dagen worden geregeld per sector of per bedrijf.

 

Bij twijfel of voor meer concrete informatie over het berekenen van het aantal vakantiedagen waarop jij recht hebt, kan je steeds terecht bij je beroepscentrale of bij je ABVV-afgevaardigde.

 

Kan ik vrij mijn vakantie opnemen?

Wenneer de vakantie opgenomen wordt, hangt onder meer af van de collectieve arbeidsovereenkomst in de sector of onderneming. Iedereen kent wel het ‘bouwverlof’ in de bouwsector; daar is sprake van een collectieve vakantie. Tijdens een periode van drie weken wordt dan niet gewerkt.

 

In bedrijven met een ondernemingsraad wordt de vakantieregeling door dit orgaan uitgewerkt. De regels die daar vastgelegd worden zijn bepalend voor iedereen in het bedrijf.

 

Soms kan je echter zelf kiezen wanneer ja vakantie neemt. Het nemen van vrije dagen gebeurt dan in onderling overleg tussen de werkgever en de werknemer. Je moet dus steeds de toestemming krijgen van je werkgever. De volgende regels zijn daarbij een leidraad.

~        Je moet steeds de kans krijgen om minstens 2 weken ononderbroken vakantie te nemen in de periode van 1 mei tot 31 oktober. Die periode bedraagt drie weken voor jongeren jonger dan achttien jaar.

~        De splitsing van de vakantie is mogelijk maar je werkgever moet in ieder geval een ononderbroken vakantie van één week garanderen.

~        Gezinshoofden krijgen hun vakantie bij voorkeur toegekend tijdens de schoolvakanties. Buiten de hoofdvakantie wordt de vakantie zoveel mogelijk opgenomen door rekening te houden met de productie en de drukte in het bedrijf of naar aanleiding van gewestelijke, plaatselijke of andere feestdagen.

~        In principe moet vakantie in volledige dagen opgenomen worden. In de praktijk wordt hiervan echter veel afgeweken. Soms laat het arbeidsreglement toe om halve dagen te nemen, soms wordt de vakantie berekend en genomen in uren. Dit is vooral zo bij deeltijdse werknemers.

~        Een aantal dagen kunnen niet samenvallen met vakantiedagen. Dit is het geval voor betaalde feestdagen (bijvoorbeeld 21 juli die in je vakantie valt is een feestdag en komt dus niet in mindering op je saldo aan vakantiedagen), dagen van zwangerschapsverlof en bevallingsrust, dagen waarop je educatief verlof neemt, zondagen en compensatiedagen of ‘recup’-dagen voor overuren.

 

Belangrijk is dat de vakantiedagen genomen worden tussen 1 januari en 31 december. Zo niet, gaan ze verloren. Maar doe ook hier navraag, want in je sector of bedrijf kan dat misschien ook anders geregeld zijn (vb. recht om die niet opgenomen dagen nog op te nemen tot eind april van het daaropvolgend jaar).

 

Hoeveel vakantiegeld krijg ik?

De berekening van het vakantiegeld is verschillend al naargelang je arbeider of bediende bent.

 

Als arbeider krijg je een bepaald percentage (15,38%) van het verdiende brutoloon van het jaar vooraf. Hierin zit zowel het loon voor de vakantiedagen als het zogenaamde dubbel vakantiegeld. Vanaf april van dit jaar zal je als arbeider je eigen gegevens kunnen opvragen via het portaal van de sociale zekerheid (surf naar www.onva-rjv.fgov.be). Je vindt er informatie over de vakantieduur, de datum waarop voorzien is dat je wordt betaald en het bedrag van het vakantiegeld waarop je recht hebt.

Als bediende word je loon gewoon doorbetaald. Daarnaast krijg je er nog vakantiegeld bovenop (= dubbel vakantiegeld). Dit extra bedrag is bedoeld om de bijkomende vakantie-uitgaven te dekken. Een bediende die het vorige jaar een heel jaar werkt, ontvangt 92% van zijn loon (in bruto), van de maand waarin hij zijn hoofdvakantie neemt.

 

Wie betaalt dit vakantiegeld?

De werkgever betaalt het vakantiegeld voor de bedienden. Zij krijgen dit geld op het ogenblik dat ze hun hoofdvakantie nemen.

Een vakantiekas, gespijsd met RSZ-inkomens, betaalt dat van de arbeiders. Dit gebeurt meestal in de loop van de maand mei.

 

Speciale regeling: jeugdvakantie.

Verlaat je pas de schoolbanken, dan mag je het onvolledig aantal betaalde vakantiedagen aanvullen met jeugdvakantie. In totaal kan je dan vier weken betaalde vakantie nemen.

 

Wil je je jeugdvakantie nemen, dan moet je aan een aantal voorwaarden voldoen:

~        Je mag niet ouder zijn dan 25 jaar

~        Je studies, leertijd of opleiding moeten beëindigd zijn in het jaar dat vooraf gaat aan het jaar dat je vakantie wil nemen

~        Je moet het jaar vooraf gedurende minstens 1 maand met een arbeidsovereenkomst gewerkt hebben

 

Je kan de extra vakantiedagen alleen maar opnemen als de gewone, betaalde vakantie is uitgeput. Wanneer je ze precies opneemt, moet je overleggen met je werkgever. Je bent niet verplicht om je dagen op te nemen en je hoeft ze ook niet in één keer op te gebruiken.

 

Formulier C103.

Tijdens de periode dat je in jeugdvakantie bent krijg je een uitkering die een bepaald percentage bedraagt van je brutoloon. De uitkering vraag je aan met het zogenoemde formulier c103.

In dit formulier vermeld je de per maand genomen jeugdvakantiedagen. Je dient het in na verloop van elke vakantieperiode bij de ABVV-werklozendienst. Vanaf de maand april kan een dergelijk formulier bij de ABVV-werklozendienst in je gewest worden afgehaald.

Voor informatie over de jeugdvakantie kan je steeds terecht bij de dienstverlening van de ABVV-jongeren. Zij verspreiden regelmatig informatiefolders en kunnen je ook helpen als je vragen of problemen hebt.

 

Enkele veel gestelde vragen…

e    Ik word ziek tijdens mijn vakantie. Wat doe ik?

Word je ziek voor je vakantie begint, dan mag je je vakantie later nemen. Dit is ook zo wenneer er in je onderneming een collectieve sluiting is voorzien. Word je ziek tijdens je vakantie, dan zal je vakantie gewoon verder lopen. Deze dagen van ziekte zal je dan niet kunnen recupereren als vakantiedagen. Let op! Bij ziekte, ook tijdens de vakantie, moet je altijd je werkgever verwittigen. Dit kan van belang zijn wanneer je na de vakantie nog verder ziek zou blijven.

 

e    Ik kan mijn vakantiedagen écht niet opnemen. Ben ik ze dan ook kwijt?

Er bestaan uiteraard grondige redenen waardoor je de vakantiedagen onmogelijk kan opnemen voor 31 december, bijvoorbeeld door ziekte. Die dagen zullen dan door het ziekenfonds in mindering gebracht worden. Als je bediende bent zal de werkgever het overblijvende vakantiegeld waarop je recht hebt uitbetalen. Als arbeider heb je dit al gekregen van de Rijkskas voor jaarlijkse vakantie.

 

e    Ik word ontslagen en heb nog vakantiedagen openstaan? Wat gebeurd er

dan?

Voor een arbeider wordt dit opnieuw geregeld door de vakantiekas. Je krijgt het vakantiegeld en het dubbel vakantiegeld gestort in de maand meid door deze kas.

 

e    Wat wanneer mijn werkgever weigert om vakantie toe te staan?

Probeer hierover altijd zo goed mogelijk te onderhandelen. Het is meestal een kwestie van geven en nemen. Wanneer je een probleem hebt, aarzel dan niet om contact op de nemen met je delegé.

 

Geheugensteuntje: je rechten nog eens op een rijtje.

Hieronder zetten we je rechten inzake jaarlijkse vakantie nog eens allemaal op een rij:

 

~        Vakantie is een recht; je werkgever kan je niet vragen er afstand van te doen (noch mondeling, noch schriftelijk)

~        Je werkgever zal steeds zijn toestemming moeten geven om je vakantie in de loop van het jaar op te nemen

~        Niet opgenomen vakantiedagen kunnen niet worden doorgeschoven naar het volgend jaar

~        Je hebt recht op een ononderbroken vakantie van minimum een week

~        Je hoofdvakantie moet toegekend worden tussen 1 mei en 31 oktober (je kan hiervan afwijken in overleg met je werkgever)

~        Je hebt recht op enkel en dubbel vakantiegeld

~        Werk je deeltijds, kan worden je vakantiedagen proportioneel toegekend

~        Ben je schoolverlater, dan heb je speciale rechten.

 

Wat kan ik zelf doen in mijn onderneming?

~        Probeer voorstellen te doen voor een rechtvaardige beurtwisseling en spreekt op voorhand af tussen collega’s; de werkgever zal het moeilijker hebben als hij ziet dat het personeel onderling al een bepaalde regeling afsprak.

~        Wacht niet te lang om voorstellen aan je werkgever voor te leggen; elke werknemer kan dan tijdig zijn vakantie organiseren.

~        Vraag aan je werkgever dat hij een overzicht geeft van wie in welke periode vakantie neemt. Dit gebeurt best op een zichtbare plaats die toegankelijk is voor iedereen (bijvoorbeeld via aanplakking op een bord).

~        Zorg ervoor dat er in je onderneming duidelijke afspraken zijn

o       Over de termijnen waarbinnen de vakantievraag moet worden in gediend en aan wie ze moet worden gericht

o       Over het principe dat eenmaal de vakantie werd toegekend ze niet meer kan ingetrokken worden door de werkgever

~        Probeer ook duidelijkheid te scheppen over de diensten die moeten verzekerd blijven. Dan kan je werkgever dat achteraf niet zomaar veranderen.

~        Neem contact op met je ABVV-beroepscentrale om te informeren of er specifieke regelingen zijn in de sector waar je werkt.

 

 

26-02-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
20-01-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tijdskrediet, het nieuwe stelsel.
Klik op de afbeelding om de link te volgen







ABVV realiseert nieuwe mogelijkheden voor combinatie arbeid en gezin.

 







Elke werknemer uit de uit de privé-sector heeft recht op tijdskrediet. Dit wil zeggen dat je de mogelijkheid hebt om op een bepaald moment in je leven een periode minder te werken. Dit kan op basis van de volgende stelsels:

m     Tijdskrediet voor elke werknemer (één jaar halftijds of voltijds tijdskrediet, verlengbaar bij CAO tot 5 jaar.

m     De vierdagenweek.

m     Voor 50-plussers met 20 jaar loopbaan: het recht om tot hun (brug)pensioen te genieten:

·        Van het recht op de vierdagenweek voor elke werknemer.

·        En/of van het recht op halftijdse loopbaanonderbreking.

 

Hoe ga je tewerk?

Je dient een schriftelijke aanvraag in, waarvan je een kopie laat aftekenen voor ontvangst door de werkgever of zijn personeelsdienst (datum van ontvangst en handtekening, of die je aangetekend opstuurt.

 

Werk je in een bedrijf met meer dan 10 werknemers dan vraag je dit schriftelijk aan 3 maanden voor de datum waarop je wenst dat je tijdskrediet start. De opname van dit recht kan alleen uitgesteld worden mits bepaalde voorwaarden.

Werken er minder dan 10 mensen in je bedrijf, dan is het akkoord van je werkgever vereist.

 

Je hebt dus het wettelijk recht om in de loop van je carrière én het half of voltijds tijdskrediet op te nemen (op eender welke leeftijd), én 5 jaar in de vierdagenweek te werken, én vanaf je 50ste tot je pensioen ofwel in de vierdagenweek ofwel halftijds te werken ofwel je tijdskrediet op te nemen (als je dit nog niet deed).

 

Wat moet de schriftelijke aanvraag bevatten?

-         Het systeem dat je wenst aan te vragen (tijdskrediet, vierdagenweek of een mogelijkheid voor 50-plussers.

-         De gewenste begindatum, alsook de duurtijd.

-         De manier waarop je wil werken (welke dag je wil thuisblijven).

-         De feiten op basis waarvan kan blijken dat je voorrang geniet om eerst in aanmerking te komen volgens de criteria opgesteld in je sector of bedrijf, of – indien daar niets afgesproken is – volgens de criteria die federaal vastgesteld werden.

-         Indien je jonger bent dan 50, moet je een attest van de RVA bijvoegen waarin vermeld wordt hoeveel loopbaanonderbreking of tijdskrediet je in het verleden al genoot. Dit attest vraag je op voorhand aan bij de plaatselijke RVA. Hou er rekening mee dat het een maand kan duren voor de RVA het gevraagde attest doorstuurt!

-         Uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op je aanvraag moet je werkgever met jou overeenstemming vinden over je nieuwe uurrooster en moet hij je schriftelijk antwoorden. Het zal erop aan komen een concrete oplossing te zoeken die rekening houdt met jouw individueel verzuchtingen én de noden van het bedrijf. Bij individuele problemen contacteer je je delegee.

 

Daar bovenop blijven het ouderschapsverlof, de onderbrekingen voor palliatieve zorg en zorg voor zwaar zieke familieleen bestaan. Deze kan u altijd best eerst gebruiken. De uitkeringen hiervoor zijn meestal hoger.

 

 

De volledige nieuwe brochure i.v.m. tijdskrediet, vierdagenweek en extra mogelijkheden vanaf 50 jaar kan je bekomen bij de vakbondsafgevaardigden op je bedrijf. Zij zullen je de nodige informatie verschaffen en proberen te antwoorden op je vragen.

 

20-01-2008 om 22:26 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wanneer kan ik 'Familiaal Verlof' nemen?
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Wat is familiaal verlof?

Familiaal verlof (ook sociaal verlof of verlof dwingende reden genoemd) is onbetaald en mag door de werkgever niet geweigerd worden.

Indien het mogelijk is moet je de werkgever vooraf verwittigen. Doe het anders zo vlug mogelijk.

De werkgever kan een attest vragen dat vermeldt dat je aanwezigheid werkelijk vereist is.

 

Wanneer kan ik familiaal verlof nemen?

·        Bij ziekte, ongeval of hospitalisatie overkomen aan:

o       Een met de werknemer onder hetzelfde dak wonende persoon.

o       Een aan- of bloedverwant in de eerste graad die niet met de werknemer onder hetzelfde dak woont, zoals een ouder, schoonouder, een kind, schoonkind van de werknemer.

·        Bij ernstige materiële beschadiging van de bezittingen van de werknemer, zoals schade aan de woning door een brand of een natuurramp.

·        Indien je opgeroepen bent tot persoonlijke verschijning voor de rechtbank.

 

Hoe lang kan ik familiaal verlof nemen?

Je kan max. 10 dagen familiaal verlof opnemen per jaar.

Voor deeltijdsen wordt het aantal dagen geprorateerd.

 

20-01-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (22 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wanneer heb ik recht op 'Klein Verlet'?
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Voor Paritair Comité 140.09 – Logistiek:

e    Huwelijk van de arbeider

·        3 dagen tijdens de week van de gebeurtenis of tijdens de daaropvolgende week

e    Huwelijk van een kind (wettig, gewettigd, aangenomen of natuurlijk erkend kind), kleinkind, broer, zuster, schoonbroer of –zuster, moeder, vader, schoonmoeder of

-vader, stiefmoeder of –vader

·        De dag van de plechtigheid

e    Intrede in het klooster of priesterwijding van een kind (wettig, gewettigd, aangenomen of natuurlijk erkend kind), broer, zuster, schoonbroer of –zuster

·        De dag van de plechtigheid

e    Bevalling van de echtgenote (geldt ook voor samenwonenden als de afstamming van het kind langs vaderszijde vaststaat)

·        3 dagen tijdens de 12 dagen te rekenen vanaf de dag van de bevalling

e    Overlijden van echtgeno(o)t(e), kind (wettig, gewettigd, aangenomen of natuurlijk erkend kind), vader, moeder, schoonvader of –moeder, stiefvader of –moeder

·        3 dagen tijdens de periode tussen de dag van het overlijden en de dag van de begrafenis

e    Overlijden van broer, zuster, schoonbroer of –zuster, grootvader of –moeder, kleinkind, schoonzoon of –dochter die inwoont

·        2 dage tijdens de periode tussen de dag van het overlijden en de dag van de begrafenis

e    Overlijden van broer, zuster, schoonbroer of –zuster, grootvader of –moeder, kleinkind, schoonzoon of –dochter die niet inwoont

·        De dag van de begrafenis

e    Plechtige communie of feest van de vrijzinnige jeugd van een kind (wettig, gewettigd, aangenomen of natuurlijk erkend kind)

·        De dag van het feest of de plechtigheid of de dag voorafgaande of de eerstvolgende dag waarop in de onderneming wordt gewerkt

e    Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad bijeengeroepen door de vrederechter

·        De nodige tijd met een maximum van 1 dag

e    Deelname aan een jury of oproeping als getuige voor de rechtbank

·        De nodige tijd met een maximum van 5 dagen

e    Uitoefening van een ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de Parlements- Provincieraads- en Gemeenteraadsverkiezingen

·        De nodige tijd met een maximum van 5 dagen

e    Adoptie van een kind

·        De nodige tijd om de formaliteiten te vervullen

 

20-01-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (11 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat te doen bij een arbeidsongeval?
Klik op de afbeelding om de link te volgen

De gevolgen van een arbeidsongeval zijn vaak niet onmiddellijk te overzien. Neem daarom je voorzorgen. Volg steeds deze regels op:

 

m     Laat je onderneming iedere verwonding noteren in het register voor eerste hulp. Van zijn kant moet jouw werkgever ieder ongeval aangeven aan zijn verzekering; en dit binnen de reglementaire termijnen.

m      Vraag een afschrift van de aangifte, zeker als het ongeval leidt tot arbeids-ongeschiktheid.

m      In de aangifte moet staan:

o       Waar, wanneer, hoe … het ongeval gebeurde;

o       Naam en adres van de getuigen.

m     Bezorg binnen de 48 uren een medisch attest aan je werkgever en binnen de 10 dagen aan de verzekering. Voor een eventuele tussenkomst van het ziekenfonds moet je hetzelfde doen als wanneer je ziek bent. Laat het geneeskundige getuigschrift voor arbeidsongeschiktheid door de dokter invullen en bezorg dit ook aan je ziekenfonds. Indien de verzekering dan problemen zou maken, ben je in ieder geval gedekt door de ziekteverzekering.

m     Vraag jouw delegee naar de plaats van het ongeval te komen kijken. Misschien kan hij de maatregelen verbeteren om in de onderneming ongevallen te voorkomen.

m     Als je moeilijkheden ondervindt, neem dan contact op met de BTB. Wij zullen je met raad en daad bijstaan en, indien nodig, je belangen voor de rechtbank verdedigen.

 

Belangrijk:

m     Elk ongeval – hoe onbeduidend ook – dat aanleiding kan geven tot toepassing va de wet moet worden aangegeven (een vermelding alleen in het verpleegboek volstaat niet).

m     Twijfel omtrent of betwistbaarheid van het ongeval ontslaat de werkgever niet van zijn verplichting. Omgekeerd houdt de aangifte door de werkgever geen erkenning in van het feit dat het ongeval een arbeidsongeval zou zijn.

m     Wanneer de werkgever zou weigeren om aangifte te doen, heeft de getroffene of zijn rechthebbende de mogelijkheid om dit zelf te doen, zonder dat hem enige termijn wordt opgelegd (behalve de 3-jarige verjaringstermijn).

m     Het is niet nodig dat het ongeval een arbeidsongeschiktheid tot gevolg heeft, een letsel volstaat.

 

Gewaarborgd loon:

Bij de berekening van het gewaarborgd loon dient rekening te worden gehouden met het loon van de betaalde feestdag.

m     De eerste 30 kalenderdagen heb je recht op een gewaarborgd maandloon:

o       De eerste 7 kalenderdagen 100%;

o       Vanaf de 8ste tot en met de 30ste kalenderdag 85,88%, maar zonder RSZ-afhoudingen;

o       Vanaf de 31ste dag 90% van je basisloon, dat berekend wordt op het loon dat je verdiende tijdens het jaar dat het ongeval voorafgaat.

 

Dodelijk arbeidsongeval:

m     Begrafeniskosten: 30x (basisloon: 365)

m     Kosten voor overbrenging van de overledene

m     Renten voor bepaalde rechthebbende

m     Echtgeno(o)t(e): 30% van het basisloon.

 

Blijvende arbeidsongeschiktheid.

Voortaan stelt de blijvende arbeidsongeschiktheid niet langer meer zelf een einde aan de Arbeidsovereenkomst wegens overmacht. De werkgever moet de werknemer heropnemen, hetzij door de arbeidspost aan te passen, hetzij door hem een ander werk aan te bieden. Kan dit niet gebeuren volgens de in de wet bepaalde criteria, dan kan het einde van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht pas vastgesteld worden na bevestiging van de blijvende arbeidsongeschiktheid door de geneesheer-sociaal inspecteur van de FOD Werk.

De datum van inwerkingtreding moet nog bij KB bepaald worden.

 

20-01-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe wordt mijn ziektecijfer berekend?
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Bradford Factor

Zoals je weet, wordt er bij je evaluatie rekening gehouden met je absenteïsme. Vanaf 2007 zal er een andere methode gehandhaafd worden om de ziektedagen te berekenen. Deze methode heet de bradford-factor en wordt als volgt berekend:

 

Aantal dagen x frequentie²

Enkele voorbeelden

- Je bent in januari 3 dagen ziek en in september nog eens 4 dagen:

            7 dagen x 2 periodes² = 28 dagen

- Je bent over het hele jaar 4 maal 1 dag ziek:

            4 dagen x 4 periodes² = 64 dagen

 

Wanneer je uitkomst boven de 36 ligt krijgt je op je jaarevaluatie PL+1

Wanneer je uitkomst boven de 52 ligt krijg je op je jaarevaluatie PL + 2

 

20-01-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (10 Stemmen)
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Te laat op het werk...
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Te laat op het werk en toch recht op volledig loon.

Een groot gedeelte van de autosnelwegen en secundaire wegen in België is één grote bouwwerf... en dat zullen de bedrijven geweten hebben. Een groot aantal werknemers verschijnt af en toe met vertraging op het werk, of staan soms gedurende een tijd voor een gesloten deur omdat hun werkgever nog niet is gearriveerd. Het is dus helemaal niet verwonderlijk dat de discussies over het 'recht op gewaarborgd dagloon" weer in alle hevigheid gaan oplaaien.
Daarom vinden wij
het opportuun om deze materie nog even te belichten.

Wat zegt de wetgeving hierover?

De Wet betreffende de Arbeidsovereenkomsten formuleert het in een vrij archaïsch Nederlands als volgt: "Recht op het loon dat hem zou zijn toegekomen indien hij zijn dagtaak normaal had kunnen volbrengen, heeft de wn die (op het ogenblik dat hij zich naar zijn werk begeeft), geschikt is om te werken en 1) die, zich normaal naar zijn werk begevend, met vertraging of (helemaal) niet op de plaats  van het werk aankomt, op voorwaarde dat die vertraging of die afwezigheid te wijten is aan een oorzaak die overkomen is op de weg naar het werk en die onafhankelijk is van zijn wil; 2) die, buiten het geval van staking, wegens een oorzaak onafhankelijk van zijn wil, hetzij de arbeid niet kan beginnen wanneer hij zich normaal op de plaats van het werk had begeven, hetzij de arbeid waaraan hij bezig was, niet kan voort zetten..."


Geschikt om te werken

De werknemer moet geschikt zijn om te werken, wat betekent dat hij zich in zodanige toestand moet bevinden dat hij op 'een normale wijze aan het werk kan (de werknemer die na een verlengd weekend dronken op zijn werk laveert, voldoet dus helemaal niet aan deze voorwaarden.

Controle hierop is niet altijd even simpel.

Er kan sprake zijn van misbruik wanneer bijvoorbeeld 3 werknemers die afkomstig zijn uit dezelfde regio op verschillende tijdstippen (de 1ste komt 5 minuten te laat, de 2de komt 10 minuten te laat en de 3de komt 3 uur te laat) op het werk aankomen. Aan de 3de werknemer kan een rechtvaardiging worden gevraagd. Wanneer diens uitleg niet steekhoudend is, zal het loon ingehouden worden voor de uren van laattijdigheid die overdreven lijken. Het recht op loon, voor een buiten zijn wil te laat of niet begonnen arbeidsdag, moet worden onderzocht voor elke dag afzonderlijk, waarvoor de werknemer zich op dit recht beroept. Hij moet zich normaal naar zijn werk begeven, dit in de normale omstandigheden van plaats, tijd en wijze. De oorzaak die hem verhindert de dagtaak te volbrengen, moet voor hem pas beslissende en als zodanig kenbare gevolgen hebben op de weg naar het werk en niet reeds voor zijn vertrek.

20-01-2008 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
27-09-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stage-forum

Stageforum.be:

Jongeren de kans bieden te leren werken.

 

Nieuwe website brengt jongeren en bedrijven in contact met elkaar.

 

Nieuwe werkkrachten aanwerven is niet altijd gemakkelijk. Gebrek aan ervaring, te weinig voeling met de realiteit op de werkvloer, het zijn maar enkele pijnpunten waar werkgevers mee geconfronteerd worden. Daarom zijn stages en leerwerkervaringen zo belangrijk. De jongeren leren een vak én maken kennis met het dagelijkse leven in een echte werkomgeving. Een goede stage mondt dan ook steeds vaker uit in een aanwerving.

 

Wie (lang) zoekt die vindt?

Maar hoe vind je goede stagiairs en hoe vinden jongeren het geschikte bedrijf voor een stage? Een gesprek met twee ervaringsdeskundigen.

François De Landsheer is verantwoordelijk voor de Corporate Human Resources bij kunststofprofielenfabriekant Deceuninck in Hooglede-Gits en komt elk jaar opnieuw in contact met (kandidaat-) stagiairs en scholen die hun jongeren willen laten kennismaken met de bedrijfswereld.

Robin Bekaert is pas afgestudeerd als bachelor productieleiding in de grafische en digitale media en liep tijdens zijn laatste schooljaar zes weken stage in een reclamebureau.

“Wij krijgen gemiddeld een 20-tal stageaanvragen per jaar”, verteld François De Landsheer. “Die aanvragen zijn heel gevarieerd en komen van studenten informatica, ingenieurs, vertalers, ontwerpers,… Gemiddeld kunnen er per schooljaar vijf van die mensen stage bij ons lopen en we proberen hen zo veel mogelijk op een concreet project in te zetten. Per schooljaar bieden wij, in samenwerking met VTI Roeselare, ook een leerovereenkomst aan maximaal driejongeren aan.” Een mooie balans, waar Robin, zeker in het begin van zijn zoektocht, alleen maar van kon dromen: “We kregen de opdracht drie stageplaatsen te vinden. Ik had er maar twee gevonden. Via de site van Febelgra heb ik zo veel mogelijk e-mailadressen opgezocht van alle grafische bedrijven in de streek. Maar al snel kreeg ik hopen e-mails terug met een negatieve mededeling, slechts één mail was positief. Toen ik mijn probleem voorlegde aan een kennis, kon die persoon me helpen. Via hem heb ik dan mijn laatste stageplaats gevonden.”

Goede contacten.

Goed nieuws voor Robin dus, maar zijn zoektocht was op zijn minst omslachtig en demotiverend. Bij Deceuninck  kennen ze het probleem van kandidaat-stagiairs ook en moeten ze meer kandidaten ontgoochelen dan hen lief is. Hun stagiairs rekruteren ze voornamelijk via de goede contacten met de scholen in de buurt. De Landsheer: “We proberen goede contacten te onderhouden met de scholen, we nemen deel aan studenteninfodagen, we staan open voor bedrijfsbezoeken en stagiairs… Zo kennen de scholen ons en kennen wij de scholen. Ze weten dat stagiairs bij ons welkom zijn. Bepaalde van onze afdelingsverantwoordelijken hebben rechtstreeks contact met scholen of leraars en informeren hen over mogelijke stageprojecten.”

 

Tijdwinst.

Geen vuiltje aan de lucht dus: als studenten maar lang genoeg zoeken of de juiste mensen kennen, vinden ze wel een stageplaats. En bedrijven die de moeite doen om tijd te investeren in een goede relatie met scholen, kunnen rekenen op een constante stroom aan stagiairs. Die wederzijds zoektocht kan toch efficiënter. Daarom lanceert de Vlaamse overheid de nieuwe website www.stageforum.be. Op die website vinden bedrijven leerlingen en studenten die op zoek zijn naar een stageplaats of leerwerkplaats. Werkgevers of bemiddelaars kunnen vrij zoeken in de databank en kunnen ook zelf stage- of leerwerkplaatsen aanbieden. Zo kunnen leerlingen en studenten die op zoek zijn naar een stageplaats of leerwerkplaats ook grasduinen in de site. Onze beide gesprekspartners zijn enthousiast. Robin: “Over deze website heb ik niets dan lof! Dit forum zal sowieso de kloof tussen de werkgever en de stagiair verkleinen en misschien wel dichten. Het is niet enkel positief voor de studenten, maar zeker ook voor werkgevers die op zoek zijn naar bekwame stagiairs voor bepaalde functies binnen hun bedrijf.” François De Landsheer bevestigt: “Het idee is zeker interessant. De site is gebruiksvriendelijk (type stagiair en postcode intikken) en brengt de stagiair en de stageaanbieder rechtstreeks met elkaar in contact. Dat kan beide partijen veel tijd besparen.” Misschien vind Deceuninck volgend schooljaar zijn eerste stagiair via het stageforum. Voor Robin kon zijn stage alvast niet meer stuk: tijdens de zomer nodigde het reclamebureau hem opnieuw uit voor een vakantiejob. Meer informatie over der verschillende gebruiksmogelijkheden en opties van de stagedatabank vindt u op www.stageforum.be. U kunt ook de informatiefolder aanvragen via de Vlaamse Infolijn op het nummer 0800 3 02 01.

 

27-09-2006 om 00:00 geschreven door ABVV Peggy  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (6 Stemmen)


Inhoud blog
  • Betaald Educatief Verlof (BEV)
  • Aanvullende vakantie (of Europese vakantie)
  • Sociaal Fonds voor Transport en Logistiek
  • Toepassingen voor Electronische identiteitskaartlezer
  • Che Guevara
  • Psychosociale belasting door het werk
  • Magik?
  • Arbeiders/bedienden: Wegwerken van discriminatie
  • Syndicale bijstand !
  • Reddie Teddy
  • Eco Driving.
  • Carpoolen !
  • Opleidingcheques
  • Bijblijfconsulent
  • Rechtvaardige belastingen
  • Diversiteit
  • Voorwoord
  • Loongelijkheid voor Mannen en Vrouwen (Equal Pay Day)
  • Hospitalisatieverzekering pc 140.04 - 140.09
  • Wegwijzer Deeltijdwerk
  • Krijg jij soms vacatures die niet bij je passen?
  • Jou rechten, ons werk
  • Is een medisch, attest bij ziekte, verplicht?
  • Opeenvolgende arbeidsongeschiktheden
  • Zwangerschapsverlof
  • Adoptieverlof
  • Vaderschapsverlof
  • Aanvullende uitkering bij ziekte
  • Ervaringsattest
  • School- en studietoelaten 2008 - 2009
  • Evaluatie bij Caterpillar.
  • Vervoerskosten 2008
  • Mijn loon in een notendop
  • Magik?
  • Jeugdvakantie.
  • Nederlands op de Werkvloer? Samen kan het !
  • Start- en stagebonus
  • Bescherming tegen gewels, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag.
  • Jongeren uit het deeltijds onderwijs hebben recht op studiefinanciering.
  • 45-plussers. Maak gebruik van je recht op outplacement.
  • Mijn Contract in een notendop
  • Is een opleiding voor heftruck/reachtruck verplicht?
  • Wanneer moet je werkkledij dragen?
  • Wat moet ik doen als ik ziek wordt?
  • Mijn recht op vakantie in een notendop.
  • Tijdskrediet, het nieuwe stelsel.
  • Wanneer kan ik 'Familiaal Verlof' nemen?
  • Wanneer heb ik recht op 'Klein Verlet'?
  • Wat te doen bij een arbeidsongeval?
  • Hoe wordt mijn ziektecijfer berekend?




    Blog als favoriet !

    Vergeet zeker niet een kijke te nemen op
  • Caterpillar Pictures
  • ABVV Caterpillar Lummen en Houthalen
  • Cat Sociale Verkiezingen 2008
  • Cat Sociale Verkiezingen 2012


  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs