1. Jordanië claimt mogelijk oudste christelijke vondst
Jordanië heeft de mogelijk oudste christelijke vondst geclaimd. De vondst bestaat uit zeventig boeken met Hebreeuwse tekens die ruim 2000 jaren in een Jordaanse grot hebben gelegen. Mogelijk wordt deze vondst nog belangrijker dan deze van de Dode Zeerollen in 1947 en kan voor gelovige geleerden en geschiedkundigen de waarde ervan niet worden geschat.
De boeken bestaan uit zo'n vijftien loden platen die door ringen worden bijeengehouden. Qua grootte zijn de platen ongeveer vergelijkbaar met een kredietkaart. De boeken werden tussen 2005 en 2007 door een Jordaanse Bedoeïen ontdekt in een verlaten vallei in Noord Jordanië. Het gaat om "extreem vroege overblijfselen van het vroege christendom." aldus de Jordaanse regering.
Deze oude verzameling van 70 uiterst kleine boeken kan heel wat onthullen over de vroege dagen van het Christendom.
Voor het moment zijn academici nog verdeeld over hun authenticiteit, maar iedereen is het erover eens: eens dit is opgeklaard, zullen ze van even groot of zelfs groter belang zijn als de ontdekking van de Dode Zeerollen in 1947.
Op bladzijden, die niet groter zijn dan een kredietkaart, bevinden zich afbeeldingen, symbolen en woorden die blijken te verwijzen naar de Messias en mogelijk zelfs de kruisiging en de verrijzenis.
Waarschijnlijk de oudste afbeelding van de Messias
Bovenop dit boeiend gegeven, zijn vele van de boeken nog verzegeld.
De boeken werden vijf jaar geleden ontdekt in een grot, in een weinig toegankelijk gebied te Jordanië, waarvan is geweten dat Christenen erheen zijn gevlucht na de val van Jeruzalem in 70 na Christus. Belangrijke documenten uit dezelfde periode zijn er reeds eerder gevonden. De boeken zijn gevonden nadat ze aan de oppervlakte kwamen, na een vloedgolf.
Grot waar de boeken werden gevonden
De eerste metaaltesten tonen aan dat de boeken kunnen dateren uit de eerste eeuw.
Deze schatting is gebaseerd op de soort corrosie waaronder ze onderhevig waren, waardoor deskundigen eveneens geloven dat het onmogelijk is dat de boeken vervalsingen zouden zijn.
Eenmaal de datum is bevestigd, behoren de boeken tot de vroegste christelijke documenten, eerder nog dan de schriften van Sint Paulus.
Het vooruitzicht dat ze verslagen bevatten uit de laatste jaren van het leven van Christus, doet geleerden dromen, alhoewel hun enthousiasme eerder al dikwijls is getemperd omdat ze door prachtige vervalsingen voor de gek werden gehouden.
David Elkington, een Brits geleerde in de oude godsdienstige geschiedenis en archeologie en een van de weinigen die de boeken reeds heeft mogen onderzoeken, zegt dat dit de "hoofdontdekking uit de Christelijke geschiedenis" kan worden.
"Het is een adembenemende gedachte we deze voorwerpen hebben mogen bekijken die de vroege heiligen van de Kerk in hun handen hebben gehad," zegt hij.
Maar de mysteries rond hun oudheid zijn niet de enige raadsels van de boeken. Vandaag is hun verblijf ook zoiets als een raadsel. Na hun ontdekking door een Jordaanse Bedoeïen, was de verzameling hierop gekocht door een Israëlische Bedoeïen, die zegt die hij ze illegaal heeft over de grens met Israël heeft gesmokkeld, waar ze nu verblijven.
Volgens Ziad al-Saad, de directeur van het Jordaanse departement van Oudheden, zijn de boeken waarschijnlijk gemaakt door volgelingen van Jezus, in de periode direct na zijn kruisiging. "De boeken zijn mogelijk nog belangrijker dan de Dode Zeerollen," aldus Ziad al-Saad.
De Jordaanse regering is nu dan ook aan het proberen om de verzameling terug te krijgen en te bewaren. Philip Davies, professor emeritus in het Bijbels onderzoek aan de Universiteit van Sheffield, zegt dat er een krachtig bewijs is dat de boeken een christelijke oorsprong hebben in platen gegoten in een kaart van de Heilige Stad Jeruzalem.
"Van zodra ik dit zag, was ik stomverbaasd," zegt hij. "Het greep mij allemaal zo aan omdat dit overduidelijk een christelijke afbeelding is. Er staat een kruis op de voorgrond, met daarachter wat verondersteld wordt de graftombe van Jezus Christus te zijn, een klein bouwwerk met een opening, en daarachter de muren van de stad. Er bevinden zich ook afbeeldingen van muren op andere bladzijden van deze boeken en deze verwijzen bijna met zekerheid naar Jeruzalem. Het is een kruisiging van een christen, die plaatsvindt achter de muren van de stad."
Het Britse team dat het onderzoek over de ontdekking leidt, vreest dan de huidige Israëlische eigenaar zal zoeken naar iemand die de boeken koopt op de zwarte markt, of nog erger, ze vernietigt, maar de eigenaar ontkent deze vrees.
Dr. Margaret Barker, de voormalige voorzitster van de "Society for Old Testament Study" zegt: "Het Boek der Openbaringen vertelt van een verzegeld boek dat enkel door de Messias werd geopend. Overige teksten uit deze periode maken melding van verzegelde boeken over wijsheid en van een geheime traditie die door Jezus is doorgegeven aan zijn voornaamste discipelen. Dat is de context van de ontdekking."
Loden bladzijden en metalen ringen
Professor Davies zegt: "De mogelijkheid van een Hebreeuws-Christen oorsprong wordt zeker verondersteld door de tekeningen en, indien zo, zullen deze boeken zeker en vast een dramatisch nieuw licht werpen in ons begrip over een zeer betekenisvolle, maar tot op heden zo weinig begrepen periode uit de geschiedenis."
David Elkington, die de Britse pogingen leidt om de boeken naar Jordanië terug te brengen, zegt: "Het is van vitaal belang dat de verzameling intact kan worden herwonnen en bewaard in de best mogelijke omstandigheden, en dit is zowel in het voordeel van de eigenaars en voor een groot aantal internationale nieuwsgierigen."
De fase waarin het onderzoek zich op dit moment bevindt is nog te pril om harde conclusies te kunnen trekken, maar dat het goed mogelijk is dat het om een bijzondere christelijke vondst gaat staat buiten kijf. Hopelijk kunnen de onderzoekers snel de precieze oorsprong van de boeken achterhalen.
Vertaling: Chris De Bodt
2. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 39]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
De eerste boodschappen van de Gezegende Moeder
Janice: Wat zijn de oorspronkelijke boodschappen van Onze Lieve Vrouw? Vicka: De eerste boodschappen van Onze Lieve Vrouw zijn gebed, bekering, vasten, boetedoening, en vrede. Ze zet ons aan om elke dag de vier mysteries van de Rozenkrans te bidden: de blijde, de droevige, de glorierijke mysteries en de mysteries van het Licht. Te vasten op water en brood elke vrijdag en, als het mogelijk is, op woensdag ook. De Gezegende Moeder wil dat we ons ontdoen van die dreiging waarvan we het meest houden. Ze zou persoonlijk zeer gelukkig zijn als ieder van ons zou stoppen met het begaan van zonden.
Janice: Ze zegt voortdurend deze dingen al gedurende 25 jaar, nietwaar? Vicka: Ja. De Gezegende Moeder beveelt aan dat de eucharistieviering de eerste plaats in ons leven inneemt. Dat is absoluut het heiligste moment.
Janice: Kunt u verklaren waarom, Vicka? Vicka: Op dat moment komt Jezus op een fysische manier tot ons. Hij is levend. Dit is waarom we ons moeten voorbereiden zodat we Jezus met liefde en op een eerbiedvolle manier kunnen ontvangen. Ook raadt de Gezegende Moeder aan iedereen aan om maandelijks een heilige biecht te doen. Wederom hangt dat van ons af. Ze zegt dat we niet moeten biechten om van onze zonden af te geraken en dan ons zondig leven verder zetten. We moeten onszelf veranderen. We zouden nieuwe mensen in Jezus moeten worden. De Gezegende Moeder beveelt tevens aan iedereen op aarde aan om met een speciale intensiteit te bidden voor de jeugd. Ze bevindt zich in een zeer ernstige en zeer moeilijke situatie. We kunnen onze jeugd slechts helpen met onze liefde en met gebeden die uit ons hart komen.
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
3. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 25]
Kefas, mijn Kefas...
Ik stond midden op het St. Pietersplein te Rome en zag overal in het rond visnetten hangen, die aan stokken hingen te drogen. Ze zaten vol gaten en scheuren. Hier en daar hing in zon gat nog een spartelende vis die trachtte eruit te komen.
Waar ik stond was een groot rotsblok en zware dikke wolken hingen erboven. Van daaruit hoorde ik de Stem op klagende toon roepen: "Kefas, mijn Kefas, zie toe wat geschiedt!" Toen moest ik naar de netten kijken en zag boven elk visnet een mijter zweven, de ene groter dan de andere. En ik voelde me als gevangen in al die netten. Weer klonk de Stem op klagende toon: "Kefas, mijn Kefas, kijk naar die gaten en scheuren. Daardoor is het gekomen dat veel vis verloren is gegaan..."
Dan kwam vanuit de wolken een draad naar beneden, het leek me een gouden draad. Intussen werd er voor dat rotsblok een geheel ander, groot visnet uitgespreid. Het was door die draad geheel hersteld, er waren geen gaten en scheuren meer in. Het kwam vol spartelende vissen en werd met die gouden draad stevig dichtgebonden.
Toen kwam er vanuit de wolken een staf naar beneden en deze sloeg tot driemaal toe tegen die rots. Het klonk als staal zo hard. Terwijl dit alles gebeurde zag ik die rots steeds groter en groter worden tot het één grote zuil was. Het net met de vissen hing er bovenin. Dit alles leek mij werkelijkheid toe. Het was drie uur in de nacht. [30 oktober 1976]
Met dank aan Pater Peter Klos
4. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 92]
148. + Een edele en fijngevoelige ziel, het kan zelfs de eenvoudigste zijn, maar met een fijne gevoeligheid, ziet God in alles, vindt Hem overal en kan God zelfs vinden in de meest verborgen dingen. Ze vindt alles belangrijk, ze waardeert alles en dankt God voor alles, ze haalt uit alles geestelijk voordeel en geeft alle eer aan God. Ze vertrouwt op Hem en is niet verstoord als de tijd van de beproeving aanbreekt. Zij weet dat God de beste Vader is en trekt zich weinig aan van wat de mensen denken. Ze volgt trouw de minste zucht van de Heilige Geest, ze verheugt zich over deze geestelijke Bezoeker en houdt zich dicht bij Hem als een kind bij haar moeder. Waar andere zielen stoppen en schrik hebben, daar gaat zij voort zonder vrees voor moeilijkheden.
149. Wanneer de Heer zelf dicht bij de ziel wil verwijlen en haar leiden, verwijdert Hij alles wat uiterlijk is. Toen ik ziek werd en men mij naar het ziekenkwartier bracht, had ik daardoor veel onaangenaamheden. We waren met twee zusters in de ziekenafdeling. De zusters kwamen zuster N. bezoeken, naar mij keek niemand om. Het is zo dat elk haar cel had in dezelfde ziekenkamer. De winteravonden waren lang. Zuster N. had licht en een radio ontvangen, maar ik kon wegens gebrek aan licht zelfs mijn meditatie niet voorbereiden.
Dat duurde bijna twee weken en toen beklaagde ik mij op een avond bij de Heer dat ik veel leed en wegens gebrek aan licht zelfs mijn meditatie niet kon voorbereiden, en de Heer zei me dat Hij elke avond zou komen om de punten voor de meditatie van de volgende dag aan te duiden. Deze punten betroffen altijd Zijn smartelijk lijden. Hij zei me: "Overweeg Mijn lijden vóór Pilatus." En zo tijdens de ganse week overwoog ik punt voor punt Zijn smartelijk lijden. Van dan af doordrong een grote vreugde mijn ziel en ik verlangde geen bezoek meer noch licht. Jezus was mij genoeg in alles. De zorg van de oversten voor de zieken was zeer groot, nochtans had de Heer er zo over beschikt dat ik me verlaten voelde. Om zelf te kunnen werken verwijderde deze onvergelijkbare Meester al het geschapene. Soms beleefde ik zoveel vervolgingen en pijnigingen van alle soort dat zelfs Moeder M. me zei: "Op uw weg, zuster schiet het lijden op uit de grond. Ik zie u, zuster, als een gekruisigde, nochtans heb ik gemerkt dat Jezus er voor iets tussen zit. Wees trouw aan de Heer".
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 92]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 2
Wat de manier van de tweede komst betreft, die zal gelijken op de eerste: Sic veniet quemadmodum vidistis eum euntem in caelis. Het zal dezelfde Christus en dezelfde mens zijn, met dezelfde trekken en gelijkenis van zijn sterfelijk leven. Voor degenen die met hem leefden en spraken is het voldoende hun blik op zijn persoon te richten om Hem te herkennen. Maar deze tweede openbaring zal niet meer gebeuren in gebrekkigheid en vernedering, maar met majesteit en glorie. Voorwaar, staat er in Mattheus ik zeg u dat u de Mensenzoon aan de rechterkant van Gods macht zult zien zitten en op wolken komen [Matth 26,64]. Met andere woorden, Jezus Christus zal verschijnen midden het apparaat en de luister van een goddelijke vorst. De verheerlijkte uitverkorenen en de ontelbare engelen zullen rond zijn troon een zo stralend hof vormen dat niemand zich dat kan inbeelden. Degenen die het duurzaamst gestreden zullen hebben, die Hem in de arena van zijn lijden van nabij zullen gevolgd hebben, zullen ook het dichtst bij zijn persoon staan: het boek Wijsheid zegt: Ze zullen verschijnen met rustig en opgeheven voorhoofd, vastberaden tegenover degenen die hen tijdens hun leven op tirannieke wijze verdrukt hebben.
De spijt en de wanhoop van de verdoemden, die de ingegeven auteur beschrijft, is gemakkelijk te begrijpen. Door spijt beroerd en met door angst gebroken hart zullen ze uitroepen: Dat waren dus degenen waarmee we spotten en die waardig achtten voor alle smaad, waarvan we zeiden dat ze leefden in gekheid en stierven in oneer. En zie, nu zijn ze verheven tot kinderen Gods en ze delen het leven van de heiligen. We hebben dus gedwaald op de weg van de waarheid. Het licht van de gerechtigheid heeft niet voor ons geschenen en de zon van het verstand is niet voor ons opgegaan.
De apostelen, de martelaren, de dokters, de duizenden rechtvaardigen die voor Gods eer en het belang van het geloof gestreden hebben zullen zich achter hun leider scharen om de waarheid van zijn vonnissen en de gerechtigheid van zijn oordelen te verkondigen.
Dat oordeel wordt terecht algemeen genoemd omdat het zich uitoefent over alle leden van de mensheid, omdat het alle misdaden en delicten behandelt en onherroepelijk en afdoend zal zijn.
Ten eerste zal het laatste oordeel zich over alle leden van de mensheid uitoefenen.
De mensen van alle naties, stammen en talen zullen ervoor verschijnen. Er zal geen verschil van rijkdom, afstamming of rang meer bestaan. De genaamde Alexander, Caesar of Diocletianus zullen dooreen verward worden met de herders die momenteel de schapen hoeden op onbekende en verlaten stranden waarop het as van deze meesters der aarde verspreid liggen. De mensen zullen dan met andere belangen bezig zijn dan deze van nieuwsgierigheid en loze bewonderring. Veel ernstigere taferelen zullen hun aandacht en hun blik aantrekken. Het gezicht van de wereld zal vervaagd zijn en de overwinningen van de grote kapiteins, de werken door de genie uitgedacht, de ondernemingen en grote ontdekkingen zullen maar geschat worden als nabootsing en kinderspel.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
6. Becket [14/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 1]
Toelichting
Sinds drie eeuwen zijn talrijke pelgrims naar Notre-Dame du Laus gekomen om de Heer te ontmoeten, geleid door Maria de bemiddelaarster van de zondaars.
Zoals Bernadette in Lourdes Gods instrument was om al die menigten in gang te zetten naar de bekering van het hart, was de nederige herderin Benoîte en is nog steeds een discrete maar efficiënte gids. Velen kennen al de geschiedenis van de bedevaart van Notre-Dame-du-Laus. Nochtans was het belangrijk, vanuit al het zorgvuldiger bestudeerd archief, om ons tijdgenoten te helpen ontdekken wat er gebeurd is in dit dal en zich nog afspeelt.
Kanunnik de Labriolle brengt ons nu dit werk na hardnekkig en onverpoosd doorzetten. Deze kwieke en levendige paginas zijn het eindresultaat en de samenvatting van een belangrijke voorbereiding. De vorsers zullen het basiswerk dat hier gebundeld werd kunnen raadplegen. Het zal hen de gebeurtenissen van dit tijdperk [1664-1718], de religieuze psychologie van de Eerbiedwaardige Benoîte en de mystieke verschijnselen van de 54 jaar dat de herderin in dienst van de bedevaart doorbracht openbaren. Ook zullen ze het licht dat het verhaal werpt op de religieuze geschiedenis van de Haute-Provence tijdens het tweede deel van de XVIIe en het begin van de XVIIe eeuw ontdekken. Ze zullen nieuwe verhalen opmerken, tot op heden nooit gepubliceerd.
Voor de pelgrims die hun geloof willen uitdiepen en levendiger leden van de Kerk wensen te worden, ze zullen door dit werk geholpen worden om de rol van Maria, Moeder van de Kerk, beter te begrijpen, alsook het belang van het nederig christelijk leven in dagelijkse trouw aan het Evangelie, door Maria beleefd en nog steeds door haar aan ons voorgesteld. Geduldige opvoedster van het geloof van Benoîte leert de Maagd ons steeds ons geloof te beleven vol vreugde te midden van de beproevingen en in de fijngevoeligheid van het geweten ten overstaan van het hedendaagse materialisme.
De geschiedenis van de bedevaart van Notre-Dame-du-Laus, waar heden Godzoekers heengaan die daarboven vrede en eenvoud vinden, is een teken dat God steeds onder ons aanwezig is en dat zijn Moeder altijd het arme en biddend hart bijstaat. Ze helpt hen Hem te ontmoeten opdat ze door hun leven en hun woord heel het Godsvolk zouden aantrekken om de Blijde Boodschap van het evangelie te verkondigen aan de hedendaagse mens.
Met dank aan Pater de Labriolle om ons beter Notre-Dame-du-Laus te doen beminnen, dit centrum waar je gekerstend bent om kerstenende te worden.
Nihil obstat 6 februari 1977 H. BON
Imprimatur +7 februari 1977 Mgr. Pierre Chague Bisschop van Gap
Vertaling: Broeder Jozef
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 222]
Johannes de apostel
Karakteristieke gebeurtenissen.
Luc.9:46: Ze begonnen onderling te redetwisten over wie van hen de belangrijkste was.
Dit is een heel opmerkelijk moment in het leven van Johannes, want Jezus had zojuist voor de derde keer Zijn lijden en sterven aangekondigd [Mt.17:22-23], maar de betekenis van Jezus woorden ontging Johannes volledig. Het drong niet tot Johannes door dat Jezus zojuist gezegd had dat Hij, de Zoon van God, Zijn leven zou afleggen in de dood. Jezus was zonder meer de belangrijkste van hen allemaal maar Hij nam de laagste positie in.
Johannes echter besefte totaal niet wat Jezus zei, en vlak daarna deed hij volop mee in de discussie over wie van de twaalf apostelen de belangrijkste was. Het was voor hem blijkbaar niet genoeg om één van de twaalf belangrijkste mensen van de wereld te zijn, want hij wilde ook nog eens de belangrijkste van deze top-twaalf zijn. Hoezo hoogmoedig? Let maar eens op de volgende gebeurtenis.
Luc.9:49: Daarop zei Johannes: Meester, we hebben iemand gezien die in Uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten, omdat hij U niet samen met ons volgt.
Jezus had net de vorige discussie afgesloten door duidelijk te maken dat Zijn leerlingen nederig moesten worden als een kind, omdat de kleinste onder hen in feite de grootste was. De betekenis van dit onderwijs ontging Johannes helemaal en hij demonstreerde vervolgens een geest van exclusiviteit. Hij wilde iemand van zijn zalving beroven, omdat deze persoon geen deel uitmaakte van hun groep. In zijn natuurlijke trots vond Johannes zichzelf enorm belangrijk omdat hij een volgeling van Jezus was; maar in die houding vond hij alle andere mensen die Jezus niet volgden onbelangrijk, en daarom wilde hij deze man van zijn zalving beroven. Was het uitdrijven van demonen dan niet belangrijk? Was het niet belangrijk om mensen te bevrijden van de boeien van de duisternis? Jezus had hen Zelf geleerd dat het uitdrijven van demonen een kenmerk was van het koninkrijk van God [Matt.12:28] en Hij had de twaalf apostelen erop uitgestuurd om demonen uit te drijven [Matt.10:1]. De volgende gebeurtenis was helemaal bizar.
Vertaling: Broeder Joseph
9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 49]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Twee dagen te Nazara en Endor
Eliud bracht het gesprek ook op Jezus' bloedverwant, Johannes de Doper, maar hij had hem nog niet gezien en was nog niet gedoopt. Beiden overnachtten in de herberg bij de synagoge.
14 september. Uit de herberg bij de synagoge wendde Jezus zich deze morgen met Eliud om het kleine Hermongebergte. Dit gebergte is niet de Hermon waar Joachim weilanden had. Zij gingen in de bijna verwoeste stad Endor. Reeds bij de wijk waar hun herberg stond, zag men nog stukken muren die de berghelling opliepen en die breed genoeg waren om met wagens bereden te kunnen worden. Endor lag verspreid, vol ruïnes, met daartussen bewerkte tuinen. Aan de ene zijde stonden prachtige gebouwen als paleizen. Op andere plaatsen lag de stad woest, door oorlog vernield. Het scheen mij dat hier een ras van mensen woonde, dat zich van de Joden afgezonderd hield.
Jezus ging in geen synagoge. Hier was er overigens geen. Hij betrad met Eliud een grote plaats waar een vijver was. Deze was aan drie zijden door vleugels of gebouwen met kamertjes omringd. Rond de vijver was een groene grond en op de vijver dobberden kleine badschuiten. Ook een pomp behoorde bij deze vijver. Het scheen hier een badplaats voor zieken, een soort gesticht te zijn voor zieken. Deze woonden in de kamertjes die de vijver omringden, die waarschijnlijk tegen een ringmuur aangebouwd waren: dus een inrichting gelijk de vijver Bethesda, te Jeruzalem.
10. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Wetenswaardigheden
Familie Pacelli
Een markante naam binnen het gevolg van Pius IX was die van Marcantonio Pacelli, de grootvader van de later tot paus Pius XII verkozen Eugenio Pacelli. Marcantonio was al onder paus Gregorius XVI verbonden als juridisch adviseur aan het Vaticaan. Door zijn trouw aan de paus en het verzet tegen de eenwording van Italië [onder wereldlijke macht] werd Marcantonios familie door Pius IX in 1853 in de adelstand verheven en werd Marcantonio zelf onderminister van binnenlandse zaken tot aan het definitieve einde van de Kerkelijke Staat in 1870. In 1861 gold hij ook als één van de initiatiefnemers tot de oprichting van "L'Osservatore Romano," de dagelijkse krant van het Vaticaan die een tegenwicht wilde bieden aan de in de ogen van het Vaticaan antiklerikale pers.
Volkslied
Ter ere van het 50-jarig priesterjubileum van paus Pius IX componeerde de Franse componist Charles Gounod de Pauselijke Mars, die voor het eerst op 11 april 1869 werd opgevoerd. Paus Pius XII besloot dat ter gelegenheid van het Heilig Jaar 1950 deze mars het nieuwe volkslied van de staat Vaticaanstad werd. Hierdoor werd het oude volkslied "Gran Marcia Trionfale," gecomponeerd door de Oostenrijker Vittorino Hallmayr in 1857, vervangen. Twee regels van de mars, die de titel "Inno e Marcia Pontificale" [Pauselijke mars en hymne] kreeg, worden gespeeld tijdens plechtige vieringen op het Sint-Pietersplein, samen met de eerste twee regels van het Italiaanse volkslied "Fratelli dItalia."
Tiaras als geschenk
Tijdens zijn bijna 32 jaar durende pontificaat ontving Pius IX ter gelegenheid van verschillende vieringen in totaal zeven tiaras. In 1854 ontving hij van koningin Isabella II van Spanje de driekroon die hij zou dragen tijdens de uitvaardiging van het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis. Twee andere tiaras werden geschonken door de Palatijnse Garde.
In 1871 schonken de dames van het Belgisch koninklijk huis Pius de Belgische Tiara ter gelegenheid van zijn 25-jarig pontificaat. Deze tiara, waarvan niet bekend is of zij ooit gedragen is, is opvallend doordat op elk van de kronen een tekst is aangebracht:
Bovenste kroon: Iesu Christi Vicario Infallibili [aan de onfeilbare vicaris van Jezus Christus]
Middelste kroon: Orbis Supremo in Terra Rectori [aan de opperste gouverneur van de wereld op aarde]
Onderste kroon: Regum Atque Populorum Patri [aan de Vader van de Landen en Koningen]
Vertaling: Mario Lossie
11. Diverse profetieën: Firmanius Lactantius, vroegchristelijke schrijver [260-325]
Profetie 6
Hij zal alles verontreinigen, plunderen, beroven en ter dood brengen. Nadat de naam zal gewijzigd zijn en de regering overgeplaatst, zal er verwarring en opschudding onder de mensen volgen. Dan zal er waarachtig een walgelijke en afschuwelijke tijd komen waarbij het leven voor niemand aangenaam zal zijn. Steden zullen volledig worden omvergeworpen en verdwijnen, niet enkel door het vuur, maar ook door het zwaard, maar eveneens door ononderbroken aardbevingen en watervloeden en door herhaaldelijke ziekten en hongersnood.
Vertaling: Chris De Bodt
12. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 76: Pia Civitas in Bello [De vrome stad in oorlog]
Innocentius IX [1591]
Echte naam: Giovanni Antonio Facchinetti [Bologna, 20 juli 1519 - Rome, 30 december 1591]
Innocentius pontificaat hoorde tot de kortste. Hij was paus van 29 oktober 1591 tot 30 december 1591. Giovanni werd aanvankelijk secretaris van een Romeinse kardinaal. In 1560 werd hij bisschop en in 1575 werd hij tot patriarch van Jeruzalem benoemd. In 1583 werd hij kardinaal met als titelkerk de Kerk van de Vier gekroonde Martelaren. Tijdens de regering van Gregroius XIV rustte er een groot gedeelte van de last van de pauselijke administratie op zijn schouders en na diens dood werd hij verkozen tot zijn opvolger.
De spreuk van Malachias slaat duidelijk op de stad Jeruzalem, waarvan hij de kardinaal patriarch was.
Chris De Bodt
13. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3456 van 21/3/2011
Lieve zonen en dochters, Ik kom uit de hemel om u te zeggen dat u geliefd bent, ieder van u, door de Vader, in de zoon, door de Heilige Geest. Ik ben uw Moeder en Ik kom uit de hemel om u te helpen. Heb moed, geloof en hoop. Niets is verloren. Wees instrumenten van liefde. Liefde, want de liefde is sterker dan de dood en krachtiger dan de zonde. Ik ken uw noden en Ik zal tot Mijn Jezus voor u spreken. Ga niet achteruit. De mensheid heeft zichzelf verdorven met de zonde en dient te worden geheeld. Keer tot Jezus terug. Uw redding is in Hem. Open uw harten en aanvaard de wil voor uw levens. Chendu [China] zal ogenblikken van smart en grote pijn voor Mijn arme kinderen beleven. Bid, bid, bid. Ik lijd om wat er over u komt. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
14. Valentina Papagna: vervolg van de boodschappen
5 augustus 2010
Deze morgen verscheen de Heer aan mij als een klein kind met een kleine lelie in Zijn Hand. Naast hem bevond zich een bruine standaard van zon anderhalve meter hoog, met een gouden kelk op de top.
Hij zei me: "Plaats uw vinger erin en zegen uzelf zoals u dit in de kerk doet." Ik gehoorzaamde en dacht dat het Heilig Water zou zijn, maar het bleek zalfolie te zijn.
Hierop zei de Heer tot mij: "Zegen nu uzelf op dezelfde wijze als u anderen zegent in Mijn Heilige Naam." Ik doe dat door met mijn duim een kruisteken te maken op het voorhoofd.
Onze Heer keek toe en glimlachte. De Heilige Maria stond achter onze Heer. Daarop plaatste Hij de lelie naast Haar en ging daarop in Haar armen liggen.
Ik begrijp niet waarom ik gezegend ben met de Heilig Oliesel. Misschien deed Hij dat omdat ik mij niet te goed voelde na dat lijden voor de Heilige Zielen.
Die dag in de Mis zei de Heer tot mij: "U bent Mijn uitverkorene, die Ik zalf. U behaagt mij zeer. U behoort Mij toe. Dank u en heb me lief. Wat u ook doet en weet, het komt van Mij."
Hij glimlachte en zei: "zie hoe vreugdevol u bent in Mijn Heilige Aanwezigheid. U zwemt als een vis rondom Mij, steeds in rondjes en wil Mij nooit verlaten. Ik wou dat al Mijn kinderen zo waren, maar in plaats hiervan komen ze enkel tot Mij voor een ogenblik, maar ze worden verstrooid door de aardse dingen en ze zitten vast in de modder dat hen dieper doet zakken. Hoe bedroefd is het om dit alles te zien."
Onze Heer Jezus wil dat we minder afhankelijk zijn van de wereldse dingen. Modder is de zonde die ons naar beneden haalt, omdat we slechts weinig biechten. Hij wil dat Zijn kinderen meer spiritueel verenigd zouden zijn met Hem en Hem zouden vertellen hoezeer ze elke dag van Hem houden en op Hem vertrouwen.
Heer, laat Uw prachtige Aanwezigheid steeds onder ons zijn.
Vertaling: Chris De Bodt
02-04-2011
2 april 2011
2 april 2011
Maandelijkse boodschap van Maria aan Mirjana Dragicevic voor hen die Gods liefde nog niet kennen:
"Lieve kinderen, met moederlijke liefde wens ik het hart van ieder van u te openen en u individuele eenheid met de Vader te onderrichten. Om dit te aanvaarden dient u te begrijpen dat u belangrijk bent voor God en dat Hij u persoonlijk roept. U moet begrijpen dat uw gebed een gesprek is van een kind met de Vader. Die liefde is de weg waarop u zich dient te begeven: liefde voor God en voor uw naaste. Dat is, Mijn kinderen, de liefde die geen grenzen heeft, dat is de liefde die straalt uit de waarheid en gaat tot het einde. Volg Mij, Mijn kinderen, zodat ook anderen, in het herkennen van de waarheid en de liefde in u, u zouden volgen. Dank u."
Andermaal vroeg Onze Lieve Vrouw om te bidden voor de herders, onze priesters: "Zij hebben een bijzondere plaats in Mijn hart. Zij vertegenwoordigen Mijn Zoon."
Chris De Bodt www.bloggen.be/medjugorje
01-04-2011
1 april 2011
1 april 2011
1. Medjugorje: statistieken februari
Aantal uitgedeelde communies: 26.900 Aantal concelebrerende priesters: 780 [27/dag]
1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 38]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
Vagevuur en hel
Janice: Hoe kunnen we terugkeren? Vicka: Zolang als we op aarde leven, kunnen we altijd terug keren naar God door het berouw over onze zonden.
Janice: Hoe geraken we tot het punt dat we berouw voelen over onze zonden? Vicka: Gods genade.
Janice: Hoe ervaren we Gods genade? Vicka: Door Zijn genade.
Janice: En hoe bekomen we Gods genade? Vicka: Door ze te vragen.
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
2. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 24]
Ik zal u de ogen ontsluiten...
Ik hoorde de Stem zeggen: "Zie toe en begrijp goed..." En ineens stond ik in een woestijn waar in het midden een groep mensen stond, die zwart geblinddoekt waren. Ik hoorde de Stem zeggen: "Volkeren ziet toe... Ik zal u de ogen ontsluiten..."
Plotseling vielen alle blinddoeken af. Dan zag ik midden in die woestijn een groot kruis staan en daarvoor een altaar, beiden van donkerbruin hout. De mensen schaarden zich daaromheen. Toen hoorde ik op klagende toon luid roepen: "Efraim, Efraim!" Dan kwamen het kruis en het altaar veel dichter naar mij toe. En weer klonk de Stem: "Volkeren, het zal weer het ófferaltaar moeten zijn..."
Naast dat altaar verhief zich toen een prachtige, crèmekleurige toren, geheel bewerkt. Het leek me ivoor. Heel hoog stak deze boven alles uit. Om de top van die toren heen kwamen schitterende sterren, als in een verticale cirkel. Ik telde er twaalf. Weer klonk de Stem "Volkeren, luistert! Naast het offeraltaar staat Zij, door de wil van de Vader..." [8 september 1976]
Met dank aan Pater Peter Klos
3. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 91]
146. Het gebed. Door het gebed wapent de ziel zich voor elke soort strijd. In welke staat ze ook is, ze moet bidden. Een zuivere en schone ziel moet bidden, anders verliest ze haar schoonheid. Een ziel die naar zuiverheid streeft, moet bidden, anders geraakt ze er niet. De pas bekeerde ziel moet bidden, anders valt ze opnieuw. Een zondige, in zonde verzonken ziel, moet bidden, anders kan ze niet opstaan. Zo is er geen ziel die niet verplicht is te bidden, want iedere genade daalt op haar neer door het gebed.
147. Ik herinner mij het meest licht ontvangen te hebben gedurende de aanbidding die ik tijdens de vasten dagelijks een half uur lang deed, op de grond met de armen in kruisvorm, voor het Allerheiligste Sacrament. Ik verdiepte dan de kennis van mijzelf en van God. Hoewel ik de toestemming van de oversten had, waren er veel moeilijkheden om zo te bidden. De ziel moet weten dat om zo te bidden en te volharden in het gebed, ze zich moet wapenen met geduld en dapper alle innerlijke en uiterlijke moeilijkheden te boven komen - innerlijke moeilijkheden: ontmoediging, dorheid, zwaarte, bekoringen; uiterlijke moeilijkheden: het menselijk opzicht, en het vrijmaken van de momenten bestemd voor het gebed. Ik heb het zelf ervaren dat, als ik mijn gebed niet op de vastgestelde tijd deed, ik het verwaarloosde omdat mijn verplichtingen het later niet toelieten, en zelfs wanneer ik het dan toch deed, was het met de grootste moeite, want mijn gedachten vluchtten steeds naar mijn plichten. Ik had ook een andere moeilijkheid: wanneer de ziel haar gebed goed verricht heeft, en het gebed verliep innerlijk diep ingetogen, dan verzetten andere mensen zich tegen haar ingetogenheid, dan moet ze geduld opbrengen om te volharden in het gebed. Het gebeurde vaak dat, wanneer mijn ziel heel diep in God verzonken was en meer vrucht uit het gebed haalde en Gods aanwezigheid mij gedurende de dag vergezelde en op het werk er ook meer ingetogenheid, nauwkeurigheid en meer inspanning was in de taken, dan juist overkwamen mij de meeste verwijten dat ik niet plichtsgetrouw was en onverschillig aan alles, want de minder ingetogen zielen willen dat de anderen gelijk hen blijven want ze zijn voor hen een voortdurende wroeging.
148. + Een edele en fijngevoelige ziel, het kan zelfs de eenvoudigste zijn, maar met een fijne gevoeligheid, ziet deze God in alles, vindt ze Hem overal en kan ze God zelfs vinden in de meest verborgen dingen. Ze vindt alles belangrijk, ze waardeert alles en dankt God voor alles, ze haalt uit alles geestelijk voordeel en geeft alle eer aan God. Ze vertrouwt op Hem en is niet verstoord als de tijd van de beproeving aanbreekt. Zij weet dat God de beste Vader is en trekt zich weinig aan van wat de mensen denken. Ze volgt trouw de minste zucht van de Heilige Geest, ze verheugt zich over deze geestelijke Bezoeker en houdt zich dicht bij Hem als een kind bij haar moeder. Waar andere zielen stoppen en schrik hebben, daar gaat zij voort zonder vrees voor moeilijkheden.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 91]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 2
Daarenboven, als we de zaken bekijken op onze manier van ze aan te voelen, moet de rechter dan niet gezien worden door alle mensen die aan de balie verschijnen? Maar, met zijn menselijke gedaante zal Jezus Christus tegelijk zichtbaar zijn voor goede en kwade mensen, en met zijn goddelijk wezen kan hij slechts door de uitverkorenen ontwaard worden. ... Tenslotte heeft God de Vader het oordeel aan Jezus Christus toevertrouwd in zijn mens-zijn en in een beweging van goedheid om de glans van zijn gevreesde openbaring te temperen en er de strengheid van te verzachten, want de Kerk zegt ons in haar liturgie:
Quantus tremor est futurus Quando judex est venturus Cuncta stricte discussurus.
Als Jezus Christus zou verschijnen onder een hogere en hemelse gedaante, welk menselijk wezen zou aan de zwaarte van zijne majesteit en het vuur van zijn blik weerstaan? Maar Hij zal zich tonen met het gelaat en de trekken van zijn sterfelijk leven, hij zal voorafgegaan worden door zijn kruis en de andere tekenen van zijn vernedering, Hij zal de littekens van zijn kwetsuren op handen en voeten laten zien: Videbunt in quem transfixerunt. Dan zullen de verdoemden zijn gerechtigheid niet meer in twijfel durven trekken en ook de rechtvaardigen zullen zich op hun beurt door hem met groter vertrouwen aangetrokken voelen. Sint Paulus hart liep over van vreugde en hoop: aangezien Christus zijn rechter moest zijn voelde hij al zijn angsten en wantrouwen wegkwijnen: "Wie zal deze uitverkorenen beschuldigen, zei hij? God die ze rechtvaardigt. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus hijzelf die niet alleen gestorven is maar ook verrezen, en aan de rechterhand van de Vader zit en die voor ons ten beste spreekt" [Rom 8,33-34].
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
5. Becket [13/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
6. Jezus' tijdgenoten [aflevering 222]
Johannes de apostel
Zijn natuurlijke karakter
Johannes kreeg de bijnaam zoon van de donder niet zomaar. Het was een opmerkelijk terechte omschrijving van zijn natuurlijke identiteit. Maar Jezus zou Jezus niet zijn als Hij deze natuurlijke identiteit van Johannes niet zou ombuigen tot een geestelijke identiteit waarin hij een hemelse zoon van de donder zou worden. Johannes ontving in een serie visioenen de inhoud van het boek Openbaring en dat schreef hij op. Dit boek heeft het geestelijke karakter van een donderslag bij heldere hemel wanneer de oordelen van God in de eindtijd volledig in vervulling zullen gaan. Zo schreef Johannes ook zijn drie brieven met woorden die in hun effect niet onderdoen voor de kracht van donderslagen. En aan het eind van zijn leven schreef hij het Johannes-evangelie.
Het is zeer opvallend dat in het Nieuwe Testament het begrip donderslag alleen voorkomt bij Johannes, namelijk in de betekenis van zijn naam [Marc.3:17], in zijn evangelie [Joh.12:29] en verder negen keer in het boek Openbaring. Hij is blijkbaar de enige in het Nieuwe Testament die affiniteit heeft met het begrip donderslag.
Vertaling: Broeder Joseph
7. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 48]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Wandelingen en gesprekken met Eliud
Over deze familie zei Jezus tot Eliud dat Martha goed en godvruchtig was en Hem met haar broer zou volgen. Over de vermeende krankzinnige zei Hij: "Zij heeft een grote geest, een scherp verstand, maar tot haar zaligheid is zij [voor het dagelijks gebruik] er van beroofd. Zij leeft steeds in beschouwing en is niet bestemd voor de wereld. Haar roeping is de beschouwing. Zij kent geen zonde. Indien Ik haar over de meest verborgen geheimen wilde spreken, zou zij het verstaan. Zij zal niet lang meer leven. Zij zal sterven wanneer Lazarus en zijn zusters zich definitief bij Mij aansluiten en al hun bezittingen voor de Gemeente ten beste zullen geven. De jongste zuster Maria is verdwaald, maar zij zal terugkeren en zich hoger verheffen dan Martha.
Reeds heeft de zienster, wanneer zij Jezus vroeger eens in de nabijheid van Magdalum zag, een visioen over Magdalena gehad en dit toen beschreven als volgt:
Kijk eens! Daar zie ik Magdalena op haar kasteel staan. Achter haar verschijnt een licht als een maan, doch voor haar is het als een zwarte berg die is het welke zij onder de voet moet krijgen. Dan is zij gered! Zij is onvruchtbaar want anders had het donkere in haar een groter uitbreiding gekregen. Het zou haar vastgehouden hebben aan de wereld. Doordat zij Jezus erkent en boete gedaan heeft, heeft zij vele kinderen gebaard naar de geest.
Zie daar ook de Moeder van God. Deze trapt de zwarte berg neer die vóór Magdalena oprijst. Daar staat Magdalena nu geheel in het licht van de maan. Zij is helder geworden en op de maan staat de Moeder van God. De maan betekent zeer veel! Zij hangt met veel kwaad in ons tezamen, maar dit is zo ingewikkeld, dat ik het nu niet kan uiteendoen. Toen de Moeder Gods kwam, trad zij het donkere kwaad onder de voeten en is er meester over geworden. Ik kan het nu niet grondig verklaren en daarom wordt zij ook afgebeeld, staande op de maan met de slang onder haar voeten. Dit is een waarheid die in dat beeld gestalte krijgt.
8. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Wetenswaardigheden
Speculaties rond zijn persoonlijk leven
Verschillende biografieën over paus Pius IX willen duidelijk maken dat Giovanni zich al in een vroeg stadium aangetrokken voelde tot een kerkelijke carrière. De in 1861 uitgebrachte publicatie "Paus Pius IX: Een naar het leven geschetste biografie," onthulde echter dat Giovanni vanaf zijn 17e jaar omgang had met diverse vrouwen, die met naam en toenaam werden genoemd. Onder hen Lena Mastai en prinses Helena Albani. Uit brieven van de In diezelfde periode zou Giovanni ook in het geheim toegetreden zijn tot de vrijmetselarij, maar na zijn aantreden als paus zou hij uit de loge gezet zijn, omdat hij zich meerdere malen schuldig zou hebben gemaakt aan het niet nakomen van zijn verplichtingen ten opzichte van de loge. Tijdens zijn latere pausschap zouden de vrijmetselaars en andere "sektarische genootschappen" door Giovanni ervan beschuldigd worden aanstichters te zijn van de grote politieke en sociale onrust binnen de Italiaanse gebieden.
Epilepsie
Pius IX leed aan een vorm van epilepsie die zijn oorsprong zou hebben gehad in een aangeboren beschadiging van het centraal zenuwstelsel en een ongeluk tijdens zijn jeugd, toen hij bijna verdronken was. Onderzoekers van de Mayo Clinic te Phoenix, Arizona, [Verenigde Staten], in samenwerking met die van de "Library of Congress" en de Bibliotheek van het Vaticaan, hebben onderzocht in welke mate epilepsie een rol heeft gespeeld bij de besluitvorming en het optreden van paus Pius IX. Zij baseerden zich daarbij op overgeleverde verhalen en onderzoek van fotomateriaal, daar het ontbreekt aan medische dossiers. Sommige conclusies daarbij zijn opmerkelijk: Epilepsie zou Pius naar het pausschap hebben geleid en zou tevens van invloed zijn geweest op de totstandkoming van het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria: uit dankbaarheid voor haar hulp bij zijn "genezing" van epilepsie.
Dat Pius IX medicijnen gebruikt zou hebben tegen epilepsie werd door de onderzoekers niet bevestigd. Zij wezen er wel op dat het in die tijd populaire anti-epileptische middel kaliumbromide eventueel een bijdrage geleverd zou kunnen hebben bij de conservering van het lichaam van Pius IX, dat bij zijn opgraving nagenoeg intact was.
In het Epilepsie Museum in Kork [Kehl, Duitsland] is Pius IX opgenomen in de lijst van beroemde personen die leden aan epileptische aanvallen.
Verschijningen
Verschillende door de Rooms-katholieke Kerk erkende verschijningen van de Maagd Maria droegen bij aan Pius mening dat hij een goddelijke taak vervulde ter bescherming van het geloof en het kerkelijk instituut.
Naar verluidt zou op 8 december 1634 aan Mariana de Jesus Torres, een uit Spanje afkomstige non, werkzaam in de Ecuadoriaanse hoofdstad Quito, Maria vergezeld van drie aartsengelen verschenen zijn. Zij zou de volgende boodschap verkondigd hebben: "Dit symboliseert het meest plechtige sacrament van de Eucharistie, die wordt uitgereikt door mijn katholieke priesters aan hun gelovige christen behorend tot de heilige Rooms-katholieke en apostolische Kerk, waarvan de paus aan het hoofd staat, de koning van het Christendom. Zijn pauselijke onfeilbaarheid zal worden afgekondigd als een dogma van het geloof door dezelfde paus die gekozen werd om het dogma van het mysterie van mijn Onbevlekte Ontvangenis te verkondigen. Hij zal worden vervolgd en gevangengenomen in het Vaticaan door de onrechtmatige inname van de Kerkelijke Staat door de zonde, afgunst en hebzucht van een wereldlijke vorst."
Een andere voorspelling dateerde uit 1846: Mélanie Calvat, één van de twee herderskinderen uit het Franse La Salette, beweerde dat aan haar werd geopenbaard dat "Rome haar geloof zou verliezen en de zetel van de antichrist zou worden." Ook zou Maria in een van haar andere uitspraken het begrip "onfeilbaar" hebben gebruikt in relatie tot de paus.
Deze openbaringen, alsook een visioen van de Maagd Maria dat Pius IX zelf zou hebben gehad en het visioen van Giovanni Bosco op 5 januari 1870 bevestigden Pius in zijn voornemen het dogma van de pauselijke onfeilbaarheid goed te laten keuren, terwijl hij ook zijn eerder afgekondigde dogma over de Onbevlekte Ontvangenis onderschreven zag.
Vertaling: Mario Lossie
9. Diverse profetieën: Firmanius Lactantius, vroegchristelijke schrijver [260-325]
Profetie 5
Dan zal er plotseling een zeer krachtige vijand opstaan tegen hem, vanuit de uiterste grenslijnen van de noordelijke streek, die, na drie van dat aantal te hebben vernietigd, zal beschikken over Azië en zal toegelaten worden om verbonden met anderen te sluiten en hij zal worden aangesteld als de prins van allen. Hij zal de wereld kwellen met een onverdraaglijke wreedheid. Hij zal de menselijke en goddelijke dingen vermengen en er respectloze en walgelijke dingen aan verbinden. Hij zal nieuwe ontwerpen in zijn borst bedenken zodat hij de regering voor zichzelf kan oprichten, de wetten kan veranderen en zijn eigen wetten kan vastleggen.
Vertaling: Chris De Bodt
10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 75: Ex Antiquitate Urbis [Uit de oude Stad]
Gregorius XIV [1590-1591]
Echte naam: Niccolò Sfondrati [Varese, 11 februari 1535 - Rome, 16 oktober 1591]
Niccolò werd in 1533 geboren te Varese, nabij Milaan. Zijn vader heette Franciscus en was een Milanese senator die kort na de dood van zijn vrouw door Paus Paulus III, in 1544, tot kardinaal werd benoemd.
Zelf studeerde hij in Perugia en in Padua, waarna hij in 1560 tot priester werd gewijd. In het zelfde jaar volgde zijn wijding tot bisschop van Cremona. Dat gaf hem de gelegenheid om tussen 1561 en 1563 deel te nemen aan het Concilie van Trente.
In 1583 werd hij door Paus Gregorius XIII bevorderd tot kardinaal. Bij het Conclaaf van 1590 speelde Philips II een belangrijke rol. Hij liet een lijst opstellen van 7 kardinalen die wat hem betreft papabile waren. Sfondrati was een van hen. Na twee maanden conclaaf werd hij uiteindelijk gekozen. Meteen na zijn verkiezing vaardigde hij een bul uit waarin hij excommunicatie stelde op weddenschappen die werden afgesloten op de uitkomst van een conclaaf. Tijdens zijn korte pontificaat nam hij het op voor de katholieken die in Frankrijk verwikkeld waren in een strijd met de hugenoten. In dat kader excommuniceerde hij de Franse koning Hendrik IV, die zich opwierp als leider van de hugenoten.
Hij benoemde vijf kardinalen, waaronder een neef, die dienst deed als zijn staatssecretaris.
Hij overleed aan een galsteen die, volgens de overlevering, zeventig gram woog.
De profetie van Malachias kan zowel uitgelegd worden door zijn afkomst uit het Hertogdom Milaan, een oude stad, die gesticht is in het jaar 400 voor Christus, als op zijn vader, die senator was. Het woord senator is afgeleid van het Latijnse woord "senex" en betekent "oude man."
Chris De Bodt
11. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3455 van 20/3/2011
Lieve zonen en dochters, Moed. Mijn Jezus is met u. Uw leven hier is in waarheid een voortdurende opvolging van ontmoetingen met Jezus. U ontmoet Jezus in de sacramenten die de kanalen zijn van Zijn genadevolle en reddende daden: in zijn opvolgers en al hen die we dag na dag ontmoeten. Laat de gelegenheden niet voorbijgaan die de Heer u verleent. De dag zal komen wanneer velen berouw zullen hebben over een voorbije leven zonder God, maar voor velen zal het te laat zijn. Blijf niet stilstaan. Laat niet wat u morgen hebt te doen. God is gehaast. Wees bekeerd en neem uw taak als ware christenen aan. Ik ben uw moeder en ik weet wat er op u afkomt. Kniel vóór het Kruis neer in gebed en smeek de genade van Mijn Jezus af voor uw levens. Nu is het de tijd van onheil voor de hele mensheid. U zult opnieuw gruwelen zien op aarde. Kerman zal schreeuwen om hulp en Mijn arme kinderen zullen een zwaar kruis dragen. Wees volgzaam en nederig van hart en doe uw best in de opdracht die de Heer u heeft toevertrouwd. Voorwaarts. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
12. Valentina Papagna: vervolg van de boodschappen
3 augustus 2010
Na heel wat pijn en lijden voor de Heilige zielen, verscheen mij de volgende dag een engel met een boek in zijn hand. Op de kaft van het boek was er een kruis gegraveerd.
Hij overhandigde het aan mij en zei: "Dit is van de Heer Jezus. Hij zendt het naar u. Ik zeg u dat er amper een aantal zijn die dit geschenk ontvangen. Waardeer het en wees dankbaar omdat u hierdoor vele genaden en aflaten verdient."
Ik zei: "Ik heb gehoord over genaden en aflaten en ik heb erover geschreven, maar ik nam het niet ernstig omdat ik geloof dat ik deze niet verdien."
De engel glimlachte en zei: "De Heer weet alles, ook de genaden die u krijgt, maar niet ernstig neemt. Ze komen u echter nog steeds toe. Dank de Almachtige God voor alles wat Hij u schenkt en bemin hem."
Vertaling: Chris De Bodt
31-03-2011
31 maart 2011
31 maart 2011
1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 37]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
Vagevuur en hel
Janice: Bedoelt u dat we ofwel Gods kinderen zijn ofwel satans leenmannen? Vicka: Inderdaad. We zijn ofwel voor God, met God en in God ofwel slachtoffers van satan. We kiezen om één van hen te zijn.
Janice: Is er geen middenweg? Vicka: Neen.
Janice: En wat met de mensen die zondigen? Vicka: Wij zondigen allen. Daarom roept de Gezegende Moeder ons nu op om ons te verzoenen met God en onze broeders en zusters. Hoe meer we rebelleren tegen Gods wil, hoe verder we ons van Gods koninkrijk verwijderen.
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
2. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 22]
Een nieuw tijdperk gaat aanbreken...
Ik kreeg een hemelse aanschouwing en de Stem sprak tot mij: "Juicht volkeren en weest dankbaar. Een nieuw tijdperk gaat aanbreken. Maar ziet wat geschiedt. Ze hebben zich een valse geest gekozen. Ziet en begrijpt..."
Nu zag ik allemaal stenen beelden op voetstukken voor mijn ogen voorbij trekken. Het eerste was een wolf, dan een kalf, een havik, een gier, een krokodil, een schorpioen, een hyena, adders en slangen kronkelend door elkaar. En tenslotte een oneindige massa grafstenen. Dit alles waren beelden van steen. Dan klonk een roep vanuit het luchtruim over dit alles: "En het Leven hebben zij willen doden. Ik ben het Leven en wil u dagelijks daarvan laten smaken. Komt volkeren, dan alleen zult gij weer rust en vrede ontvangen en de ware Geest zal u begeleiden..."
Terwijl dit alles gezegd werd zag ik boven het altaar een prachtige stralende heilige Hostie staan. Dan zag ik het Vaticaan. De muren waren afgebrokkeld en beschadigd. Ik hoorde: "Past op volkeren..." En ik zag een rode vloedgolf over de wereld gaan. Dan zag ik de Vrouwe, geheel verheerlijkt, en ik hoorde: "Zij zal overwinnen indien gij doet wat de wil is van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Roept Haar uit tot de Vrouwe van alle Volkeren. En dan..."
Nu zag ik weer het Vaticaan. De muren werden bepleisterd en er kwamen nieuwe grote blokken steen tegenaan. En ik hoorde: "Dit is het nieuwe tijdperk dat komen gaat..." [15 augustus 1976]
Met dank aan Pater Peter Klos
3. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 90]
144. Later gaf Jezus mij een andere priester [7] voor wie Hij mij beval mijn ziel te ontvouwen. Hoewel ik het aanvankelijk met wat aarzeling deed, bracht de strenge vermaning van Jezus in mijn ziel een diepe nederigheid teweeg. Onder zijn begeleiding maakt mijn ziel snel vorderingen in liefde tot God, en werden de talrijke verlangens van de Heer uiterlijk vervuld [8]. Dikwijls heb ik over zijn moed en zijn diepe deemoed nagedacht.
145. O, hoe ellendig is mijn ziel die zoveel genaden verspil heeft. Ik liep weg van God en Hij achtervolgde mij met zijn genaden. Meestal ontving ik de genaden van God wanneer ik mij er het minst aan verwachtte. Sinds de Heer mij een geestelijke begeleider heeft gegeven, ben ik getrouwer aan de genade. Het is dank zij deze begeleider, dank zij zijn waakzaamheid over mijn ziel, dat ik ervaren heb wat geestelijke leiding is en hoe Jezus dat opvat. Jezus waarschuwde mij voor de kleinste fout en toonde mij dat Hij het was die besliste in elke zaak die ik aan mijn begeleider voorlegde, en dat: alle overtredingen tegen hem, Mijzelf treffen. Toen onder deze begeleiding mijn ziel een diepe ingetogenheid en vrede begon te smaken, hoorde ik dikwijls deze woorden: Sterk u voor de strijd, dikwijls meermaals herhaald.
+ Jezus laat mij vaak weten wat Hem in mijn ziel mishaagt en soms heeft Hij mij vermaand voor schijnbaar kleinigheden, maar die echt een grote betekenis hebben. Hij waarschuwde mij en tuchtigde mij als een Meester. Gedurende vele jaren is het Hij zelf die mij heeft opgevoed tot het moment dat Hij mij een geestelijke begeleider gaf. Vroeger legde Hij zelf uit wat ik niet begreep en nu beveelt Hij mij om mijn biechtvader over alles te ondervragen en zegt Hij mij dikwijls: "Ik antwoord u door zijn mond, wees gerust." Het is mij nooit overkomen dat ik voor wat ik aan de begeleider voorlegde, een antwoord ontving dat tegengesteld was aan wat de Heer van mij vereiste. Soms gebeurt het, maar dikwijls niet, dat Jezus mij bepaalde dingen aanbeveelt en niemand er iets van weet en dat wanneer ik de biechtstoel nader, mijn biechtvader mij hetzelfde aanbeveelt.
+ Wanneer de ziel langere tijd verlichtingen en vele ingevingen gekregen heeft en haar biechtvaders de oorsprong van haar ingevingen en ook de vrede van de ziel bevestigd hebben, wanneer haar liefde groot is, geeft Jezus haar te kennen, dat het tijd is, de ontvangen gaven in daden om te zetten. De ziel geeft er zich rekenschap van dat de Heer op haar rekent en dit bewustzijn vermeerdert haar krachten; ze weet dat, om trouw te blijven, ze menige moeilijkheid op zich zal moeten nemen, maar zij heeft vertrouwen in God en dank zij dit vertrouwen komt ze daar waar God haar roept. De moeilijkheden schrikken haar niet af, ze zijn als het ware haar dagelijks brood. Zij verschrikken haar niet, noch ontmoedigen ze haar, zoals het lawaai van kanonnen de ridder die voortdurend in de strijd is niet verschrikt. Ver van verschrikt te zijn, hoort ze toch, uit welke richting de vijand aanvalt, om zo de overwinning te behalen. Ze doet niets blindweg, maar ze onderzoekt, denkt diep na en rekent niet op zichzelf, maar bidt vurig en vraagt raad aan andere ervaren en wijze ridders. Als de ziel op deze wijze handelt, overwint ze bijna altijd.
Er zijn aanvallen die de ziel geen tijd laten om na te denken, raad in te winnen of iets anders te doen; dan moet ze strijden op leven en dood. Het is menigmaal goed, zonder een woord gezegd te hebben, te schuilen in de wonde van het Heilig Hart van Jezus: daardoor alleen al is de vijand verslagen.
In vredestijd doet de ziel ook inspanningen zoals op het ogenblik van de strijd. Ze moet zich oefenen en goed oefenen anders heeft ze geen kans om te overwinnen. Ik beschouw de vredestijd als de tijd van voorbereiding op de overwinning. De ziel moet altijd waakzaam zijn; waakzaamheid en nog eens waakzaamheid. Een ziel die nadenkt, ontvangt veel licht. De verstrooide ziel stelt zichzelf bloot aan de val, en moet niet verbaast zijn als ze valt. O Geest van God, Bestuurder van de ziel, wijs is die Gij hebt getraind. Maar de voorwaarde voor de werking van Gods Geest, is stilte en ingetogenheid.
[7] Z.F. spreekt hier over E.H. Sopocko. [8] Z.F. bedoeld hier het schilderen van de Beeltenis met de witte en rode stralen, en het onderschrift "Jezus ik vertrouw op U". Ook de openbare verering, het verspreiden van de Rozenkrans van de Goddelijke Barmhartigheid en de Noveen tot de Goddelijke Barmhartigheid. Dit alles dank zij de tussenkomst van E.H. Sopocko.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 90]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 2
Door wie zal het oordeel geveld worden? Door Christus Jezus, niet bepaald door Jezus Christus, in zoverre hij God is, dat Hij dezelfde substantie en hetzelfde leven met zijn Vader deelt, maar door Christus Jezus in zoverre dat hij vlees geworden is in de tijd en de Mensenzoon genoemd wordt. Er staat in Sint Jan hoofdstuk 5: "De Vader oordeelt niemand, maar heeft alle oordeel aan zijn Zoon overgemaakt opdat iedereen de Zoon zou eren zoals de Vader. En Hij heeft Hem de macht gegeven te oordelen omdat hij de Mensenzoon is."
Als God is Jezus Christus inderdaad de gelijke van zijn Vader, de uitdrukking en de beeltenis van zijn opperste macht en bezit hij, als gelijke natuur met de twee andere goddelijke personen, het recht van oordelen dat deze bezitten. Vanuit dat standpunt hoeft Jezus Christus geen tweede bevestiging te krijgen en het is slechts door Hem als mens te beschouwen dat Sint Jan kon zeggen dat Hij door iedereen geëerd zou worden vanwege de oordelende kracht die zijn Vader Hem schonk.
In het volgende vers leert Sint Jan ons dat Jezus Christus de macht heeft gekregen om de doden te doen herleven. "Het uur komt waar allen die begraven liggen de stem van Gods zoon zullen horen" [Joh 5,25].
Uit die passage kan afgeleid worden dat de macht aan de Mensenzoon gegeven om te verrijzen een gevolg is van zijn functie als rechter: het is inderdaad onontbeerlijk voor het uitoefenen van het rechterschap dat, degene die ermee gelast is, ook in staat is schuldigen voor het gerecht te dagen. Het oordeel, merkt Sint Thomas op, betreft mensen en moet zich schikken naar hun mogelijkheden en aangepassen op de eisen en de neigingen van hun natuur. Maar de mens bestaat uit ziel en lichaam, hij voelt de spirituele en onzichtbare dingen maar door middel van voelbare dingen: dus, is het niet noodzakelijk dat een mens door een mens beoordeeld wordt, door een lichamelijk zichtbaar wezen waarvan het gezicht te zien is en de stem te horen? En Sint Jan zegt ons met reden: Omne judicium dedit filio, qua filius hominis est.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
5. Becket [12/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
6. Jezus' tijdgenoten [aflevering 221]
Johannes de apostel
Zijn relatie met Jezus in een vroeg stadium
Johannes behoorde temidden van een grote menigte volgelingen tot de kleinere kring van de twaalf apostelen van Jezus, maar binnen deze kring behoorde hij ook nog eens tot de groep van drie meest intieme vrienden van Jezus, die door Hem op speciale momenten werden meegenomen. Jezus nam Petrus, Johannes en Jacobus mee toen Hij de dochter van Jaïrus uit de dood opgewekte en weer tot leven bracht [Mc. 5:37]. Ook nam Jezus deze drie mannen mee naar een berg waar door een hemelse openbaring de echte identiteit van Jezus als Zoon van God onthuld werd [Mt.17:1]. En de derde keer dat Jezus deze drie mannen apart van de rest van de groep leerlingen meenam was in de tuin van Gethsemane, waar Jezus later in de die nacht gearresteerd zou worden [Mt.26:37].
Vertaling: Broeder Joseph
7. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 47]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Wandelingen en gesprekken met Eliud
Jezus vertelde hem ook enige bijzonderheden die hij niet wist en Hij knoopte aan zijn verhalen allerlei diepzinnige beschouwingen en verklaringen vast. Het was een omgang, zo ongedwongen en eenvoudig als het gesprek van een minzame grijsaard met een teergeliefde jongeling. Naar gelang Eliud de feiten verhaalde, zag ik al die taferelen in bijvisioenen en ik was zeer gelukkig te kunnen vaststellen dat alles overeenstemde met hetgeen ik vroeger reeds gezien had, maar weer vergeten was. Ik heb zeer veel gezien en gehoord naar aanleiding van hun gesprek, maar helaas ... door storingen ben ik het meeste weer vergeten.
Jezus sprak ook met Eliud van zijn reis naar de doop. Hij had vele mensen bijeen doen komen en naar de woestijn bij Qfra gezonden. "Wat Mij betreft," zei Jezus, "Ik wil er alleen naartoe reizen. Ik zal de weg over Betanië nemen, omdat ik Lazarus daar moet spreken." Hij noemde hem bij een andere, een algemene naam, die ik vergeten ben. Hij sprak over Lazarus' vader, die iets geweest was in de oorlog. Hij zegde dat Lazarus en zijn zusters rijk waren, maar hun ganse bezit ten offer zouden brengen ten dienste van het heilswerk.
Lazarus had drie zusters: de oudste was Martha en de jongste Maria Magdalena en de middelste in leeftijd heette eveneens Maria, maar deze leefde in volkomen afzondering, was stil en schijnbaar krankzinnig en werd daarom de stille of zwijgzame Maria genoemd.
8. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Zaligverklaring en visies op zijn pontificaat
Het onderzoek voor het proces tot zaligverklaring van Pius IX werd door paus Pius X op 11 februari 1907 gestart. Hoewel het Vaticaan het proces op korte termijn wilde afronden, stuitte het voornemen op veel weerstand. In 1962 werd, tegen de zin van paus Johannes XXIII in, opnieuw besloten de zaligverklaring uit te stellen omdat verder historisch onderzoek naar Pius leven en optreden noodzakelijk zou zijn. Johannes was van mening dat Pius IX een 'bewonderenswaardige herder' was geweest, wiens zaligverklaring een symbool zou zijn voor de doelstellingen van het Tweede Vaticaanse Concilie.
Ook Paulus VI was duidelijk over de voorgenomen zaligverklaring. In een toespraak ter gelegenheid van de honderdste sterfdag van Pius IX prees hij zijn voorganger en beschreef hij de nieuwe dogmas die voortgekomen waren uit het Eerste Vaticaanse Concilie als "vuurbakens in de duizendjarige ontwikkeling van de theologie." Dat er omtrent de persoon Pius IX nog steeds sprake was van verschil in mening kwam in de ogen van Paulus VI voort uit de nog korte tijd die verstreken was tussen het einde van het Concilie en de nieuwe tijd.
Uiteindelijk werd het proces in 1986 afgerond, waarbij ook het onderzoek naar een aan Pius IX toegeschreven wonder was voltooid: een non, Marie-Thérèse de St-Paul, zou op voorspraak van Pius zijn genezen van artrose in haar knie, wat op medische grond niet verklaard kon worden. Doordat paus Johannes Paulus II niet gerust was op de reactie, met name uit Italië, die zou volgen op de afkondiging, vroeg hij de bisschoppen, historici en politici om advies: zij gaven aan dat het gevreesde verzet niet bestond.
Toen bekend werd gemaakt dat de zaligverklaring toch voltrokken zou worden, barstte de kritiek van verschillende kanten los. Kerkhistorici, bijeengekomen in Innsbruck, verweten het Vaticaan dat bij het onderzoek van Pius IX belangrijke bevindingen genegeerd waren, waarin de "menselijke en geestelijke defecten" van Pius IX naar voren kwamen. Bij de analyse van de gebeurtenissen in zijn tijd had Pius slechts het werk van God of dat van de duivel gezien waardoor hem een "gebrek aan intelligentie" werd verweten, waardoor van een zaligverklaring geen sprake kon zijn.
Anderen wezen erop dat door het besluit het Vaticaan zich opportunistisch opstelde: hadden de pausen Johannes Paulus II en Johannes XXIII geleefd in de tijd van Pius IX, dan waren zij zeker om hun ideeën en woorden veroordeeld geweest. Pius zou door zijn halsstarrige optreden tegen democratische hervormingen, de rooms-katholieke aanhang vervreemd hebben van moderne, maatschappelijke ontwikkelingen, waardoor indirect de basis voor het fascistische [absolute] regime gelegd zou zijn.
De meeste kritiek was echter afkomstig vanuit Joodse hoek. Pius IX wordt door vele Joodse organisaties gezien als de vertegenwoordiger van het kerkelijk anti-judaïsme, waarbij gewezen werd op zijn optreden in de Edgardo Mortara-zaak, maar ook hoe hij de Joden veroordeelde tot het leven in gettos en hoe hij de joden van Rome omschreef als "jankende honden," waarvan hij hoopte dat ze zich ooit zouden bekeren.
Opmerkelijk daarbij is dat de zaak-Edgardo Mortara bij het onderzoek geen rol van betekenis speelde, omdat het volgens een woordvoerder van het Vaticaan destijds de gewoonte was Joden te dopen en katholiek op te voeden. Edgardo Mortaras getuigenverklaring werd daarentegen wel meegenomen tijdens het onderzoeksproces. Mortara gaf daarin aan dat hij vurig hoopte op de zaligverklaring en heiligverklaring van Pius IX en onderstreepte dat Pius veel voor de Joodse gemeenschap had betekend.
Het moment van zaligverklaring, 3 september 2000, was in de ogen van Joodse organisaties ook ongelukkig gekozen, omdat de plechtigheid samenviel met de viering van de Europese, Joodse cultuurdag.
Vanuit diverse Joodse organisaties werd de vrees geuit dat de ondernomen toenaderingspoging van het Vaticaan ten aanzien van de Joden opnieuw onder druk zou komen te staan. Sympathisanten van Pius IX omschreven hem als een vriendelijk en charmant man, wiens optreden tegen nieuwe ideeën gerechtvaardigd werd doordat Pius zich verzette tegen een antiklerikale en antireligieuze stemming.
Op 3 september 2000 werd Pius IX tegelijk met Johannes XXIII en drie andere kandidaten zalig verklaard. In zijn homilie tijdens de plechtigheid omschreef Johannes Paulus het pontificaat van Pius IX als een moeilijke periode, waarin "hij veel te lijden had om zijn missie in dienst van het Evangelie te vervullen. Het was echter precies tijdens deze conflicten dat het licht van zijn deugden het helderst scheen."
Op 4 september 2000 verdedigde de paus het besluit om Pius IX zalig te verklaren. Hij benadrukte dat de wereld Pius niet begrepen zou hebben: de hosannas aan het begin van zijn ambtsperiode waren al snel veranderd in beschuldigingen, aanvallen en lasterpraat. Ondanks dat zou Pius IX zich echter altijd lankmoedig hebben opgesteld, zelfs ten aanzien van zijn vijanden. Op 5 september 2000 voegde paus Johannes Paulus II daaraan toe dat bij een onderzoek "niet zozeer gekeken wordt naar de historische keuzes die een kandidaat-zalige heeft gemaakt, maar veeleer naar bepaalde eigenschappen die voor de gelovigen als voorbeeld en verering dienen."
Vertaling: Mario Lossie
9. Diverse profetieën: Firmanius Lactantius, vroegchristelijke schrijver [260-325]
Profetie 4
Maar, omdat niet één persoon zou denken dat dit onmogelijk is, zal ik aantonen hoe het zal verlopen. Eerst zal het koninkrijk worden uitgebreid en zal de opperste macht, verspreid en verdeeld onder velen, afnemen. Dan zal er bestendige burgeronrust worden gezaaid en zal er ook geen gebrek zijn aan dodelijke oorlogen, tot er tegelijkertijd tien koningen zullen opstaan die de wereld zullen verdelen, niet om er over te regeren, maar om deze te verteren. Dan, bij de toename van hun macht tot een enorme omvang en na al het bewerken van de velden te hebben verlaten, wat de aanvang zal zijn van de omverwerping en de vernietiging, zal alles verwoest, gebroken en opgebruikt zijn.
Vertaling: Chris De Bodt
10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 74: De Rore Coeli [Van de hemelse dauw]
Urbanus VII [1590]
Echte naam: Giambattista Catagna [Rome, 4 augustus 1521 - Rome, 27 september 1590]
Urbanus VII was paus van 15 september 1590 tot 27 september 1590. Zijn pontificaat duurde slechts twaalf dagen en is het kortste pontificaat uit de geschiedenis. Binnen twee weken na zijn verkiezing stierf hij aan malaria.
Giambattista werd te Rome in 1521 geboren en was een neef van kardinaal Jacovazzi. Hij studeerde burgerlijk en kerkelijk recht en doctoreerde in beide. In 1553 werd hij aangesteld tot aartsbisschop van Rossano en in 1555 stuurde Julius III hem als gouverneur naar Fana. In 1573 deed hij afstand van zijn zetel, waarna Gregorius hem als nuntius naar Venetië zond. In 1583 werd hij tot kardinaal benoemd. Drie jaar later werd hij Inquisiteur-generaal van het Heilig Officiie. Hij was op 15 september 1990 tot paus gekozen.
Hij gaat voornamelijk de geschiedenis omdat hij 's werelds eerste bekende rookverbod in publieke ruimten [op zijn naam heeft staan. Hij dreigde iedereen te excommuniceren die hetzij in de zuilengalerij, hetzij in de kerk, tabak consumeerde.Dat gold voor zowel pijptabak, pruimtabak als voor snuiftabak.
Urbanus VII was bisschop van Rossano in Calabrië geweest, waar manna wordt verzameld, dat "hemelsdauw" heet. Manna is een zoete afscheiding van vele bomen.
Chris De Bodt
11. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3454 van 19/3/2011
Lieve zonen en dochters, laat de dingen van deze wereld u niet wegleiden van God. U behoort tot de Heer en Hij alleen is uw ware geluk. U bent in deze wereld, maar u behoort niet tot de wereld. Liefde is de waarheid. Wees eerlijk in uw daden. Misleid niemand. God kent uw harten en zal ieder van u begenadigen naar zijn of haar werken. Wees eerlijk. Ik ben uw bedroefde Moeder en Ik lijd om wat er over u gaat komen. Azerbedjan en Yantaii: de dood zal komen en Mijn arme kinderen zullen wenen en jammeren. Kniel neer in gebed. De mens is geestelijk zwak geworden omdat de mensen Zijn Schepper in de steek gelaten heeft. Keer terug. Mijn Heer wacht op u met vreugde. Voorwaarts. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
12. Valentina Papagna: vervolg van de boodschappen
30 juli 2010
Tijdens het bidden kwam de Heer Jezus tot mij.
Hij zei: "Valentina, Mijn kind, wat u ook schrijft en wat u ook weet, hebt u niet geleerd van de wereld, maar van Mij die u onderricht. Waardeer wat Ik voor u doe en zeg: Mijn Heer en mijn God, mijn leraar, mijn leven en mijn alles. Ik ben niets zonder u. U bent alles voor mij. Ik hou van U en ik prijs U tot Uw glorie."
Nadat onze Heer was verdwenen was ik zo verbaasd over wat Hij me had verteld dat ik niet kon vragen om een meer volmaakte en allermooiste leraar, dan onze Heer Jezus.
Op een dag in juli, kwam onze Heer tot mij en vroeg mij om Zijn Dierbaar Bloed te eren.
Hij zei: "Het zou mij behagen als Mijn Bisschoppen en Priesters aan de gelovigen in de kerken zouden mededelen dat de maand Juli is toegewijd aan Mijn Dierbaar Bloed. U hebt geen idee van de kracht hiervan. Een druppel van Mijn Dierbaar Bloed kan de wereld redden."
Vertaling: Chris De Bodt
30-03-2011
30 maart 2011
30 maart 2011
1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 36]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
Vagevuur en hel
Janice: Zij branden hun eigen persoonlijk beeld en gelijkenis met God weg door hun keuze? Vicka: Inderdaad. Zij kiezen ervoor om hun eigen schoonheid en goedheid te vernietigen. Zij kiezen ervoor om lelijk en vreselijk te zijn. Mensen doen dit constant. Elke keuze tegen God, Gods geboden, Gods wil, verschroeit Gods beeld in ons.
Janice: Is het daarom dat Mirjana zei dat veel mensen hier op aarde kiezen voor de hel? Vicka: Ja. Zij worden één met de hel zelfs terwijl ze nog hun lichaam hebben. Bij de dood doen zij voort zoals ze bezig waren toen ze nog een lichaam hadden.
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
2. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 21]
Het zal verwateren...
Ik zag een enorm groot licht waaruit een grote, geestelijke Duif te voorschijn kwam. Ik hoorde: "Volg Mij..." De witte duif vloog voor mij uit totdat we op een vlakte kwamen. Toen vloog de duif omhoog en bleef ze in de lucht zweven. Midden in die vlakte stond een kerk met een spitse toren. Vanuit de hemel hoorde ik de Stem roepen: "Zie toe, mijn getrouwen, wat geschiedt!"
Dan zag ik de hemel opengaan en er kwam en groot zwaard naar beneden. Dat zwaard kapte die kerk verticaal precies in twee helften. En ik zag die twee helften uit elkaar gaan. Het waren twee open gedeelten, zodat ik erin kon kijken. In het rechtergedeelte zag ik mensen en ook in het linkergedeelte. Dan ineens kwamen er boven het linkergedeelte van die kerk letters te staan in een eigenaardige vorm. En het vormde een woord, "Efraim." Dat moest ik hardop zeggen. Boven het rechtergedeelte kwam een borstbeeld van een paus met de twee vingers opgestoken en op de achtergrond zag ik de St. Pieter. Dan sprak de Stem weer: "Ziet toe..."
Nu was het alsof ik door een glas keek naar het linkergedeelte van die kerk. Over dat glasraam kwam allemaal water, alsof het helemaal water werd. De Stem sprak: "Kijkt toe, het zal verwateren..." Dan zag ik golven aan komen spoelen en de linkerhelft van die kerk werd daarmee weggespoeld. De rechterhelft van die kerk stond nog in die vlakte en werd voor mijn ogen één gehele kerk.
Dan kwam vanuit de hemel de afbeelding van de Vrouwe met Kruis en aardbol. Geen schapen zag ik. Deze afbeelding zweefde rondom die ene kerk heen. Dan ineens bleef de afbeelding naast die kerk staan. Dan zag ik de hele kudde aan komen hollen en ik kreeg in mij: "ze waren verdwaald en verstrooid." [8 december 1975]
Met dank aan Pater Peter Klos
3. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 89]
141. + Maar mijn pijnigingen gaan al ten einde. De Heer geeft mij de beloofde hulp, ik zie haar in de persoon van twee priesters: Pater Andrasz en prof. Sopocko. Tijdens de retraite vóór de eeuwige geloften [4] werd ik voor de eerste maal volledig gerustgesteld [5]. Later werd ik door professor Sopocko in dezelfde richting geleid. Zo voltrok zich de belofte van de Heer.
142. Toen ik gerustgesteld was en onderricht hoe ik Gods wegen zou bewandelen, verheugde mijn geest zich in de Heer en ik had de indruk niet te stappen maar te lopen. Mijn vleugels werden opengespreid voor de vlucht en ik begon te zweven in volle zon en ik kwam niet naar beneden tot ik rustte in Wie mijn ziel zich voor eeuwig verliest. Ik gaf me volkomen aan de invloed van de genade over. Diep zijn Gods nederdalingen tot mijn ziel. Ik wijk niet, noch weersta ik, maar verlies mij in Hem als in mijn enige schat. Ik ben één met de Heer, de afgrond die ons scheidt, Schepper en Zijn schepsel, schijnt verdwenen. Gedurende enkele dagen leefde mijn ziel als in een voortdurende extase. De aanwezigheid van God verliet mij niet één moment. En mijn ziel verbleef in een voortdurende liefdesvereniging met de Heer. Ondertussen verhinderde dit mij niet mijn plichten te volbrengen. Ik voelde dat ik in liefde omgevormd werd, ik was geheel in brand zonder schade. Ik was voortdurend in God verloren, God trok mij naar Zich toe met zulk een liefde en zo'n macht dat ik sommige momenten niet besefte dat ik op aarde was. Zo lang had ik de goddelijke genade tegengehouden en gevreesd, nu verwijderde God zelf, door Pater Andrasz, alle moeilijkheden. Mijn geest werd naar de zon gekeerd en bloeide in haar stralen alléén voor Hem open, Ik versta niet... [6]
143. + Ik heb veel Goddelijke genades verspild want ik vreesde altijd door een illusie misleid te worden. God trok mij tot Zich met zo'n kracht dat het dikwijls niet in mijn vermogen lag zijn genade te weerstaan; wanneer ik plots in Hem gestort werd en Jezus me op deze momenten met zo'n vrede vervulde, kon ik me naderhand, zelfs indien ik het wilde, niet meer verontrusten. Dan hoorde ik in mijn ziel de woorden: Opdat Gij verzekerd zoudt zijn dat Ik de Bewerker ben van al deze opdrachten, zal Ik u zo'n diepe vrede geven dat zelfs wanneer ge u ongerust of angstig wou maken, het vandaag niet in uw macht zal zijn; maar de liefde gaat uw ziel overstromen tot zelfvergetelheid toe.
[4] Het is gebruikelijk in de congregatie dat, zoals in de Constituies bepaald is, de generale overste met haar raad, na vijf jaar tijdelijke geloften, de kandidaten tot de eeuwige geloften toelaat of wegstuurt. [5] Z.F. werd gedurende de retraite, van 20 tot 30 april 1933, volledig gerustgesteld door pater Andrasz. [6] De zin werd hier afgebroken.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 89]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 2
Daarom roept de profeet Joel in hoofdstuk 3 uit: "De Heer zal brullen vanuit Sion en zijn stem zal vanuit Jeruzalem weerklinken." En in hetzelfde hoofdstuk zegt hij nog: "Ik zal alle naties verzamelen, Ik zal naar de vallei van Josaphat leiden waar ik met hen het groot gesprek zal voeren" [Joel 3]. Het is dus een onbetwistbare waarheid dat het oordeel zal doorgaan in de vallei van Josaphat.
Tevergeefs zal opgeworpen worden dat ons bewering geen steek houdt en het voldoende is deze ene overweging te uiten dat de vallei van Josaphat een engere en smallere ruimte biedt dan de meeste valleien uit de Alpen en dat ze onmogelijk miljarden en miljarden menselijke wezens kan bevatten die de aarde hebben gevuld en nog zullen bezetten.
Sint Paulus in zijn brief aan de Thessalonicenzen lost deze moeilijkheid op en verlicht ze: hij herinnert ons dat, op de dag van het oordeel, de verrezen uitverkorenen niet op aarde zullen samenkomen "maar dat ze zullen opstijgen in de lucht Jezus Christus tegemoet." Onze Heer Jezus Christus zal in de lucht neerdalen in de streek boven de vallei van Josaphat en daar, door zijn engelen omringd, op de troon van zijn Majesteit plaatsnemen. Inderdaad, past het niet dat de rechter vanwege zijn waardigheid, boven allen verheven wordt op een hoge plek vanwaar hij door iedereen gezien en gehoord kan worden? Is het niet billijk dat, gezien hun verdienste en volmaaktheid, een eervolle en naaste plek bij de Opperste Rechter wordt voorbehouden aan de uitverkorenen die de zwaartekracht ontgroeid zijn en met hun verheerlijkte en fijn lichaam niet meer op de aarde moeten steunen? Alleen de verdoemden zullen op aarde weerhouden worden, maar, zoals Suarez opmerkt, zou het fout zijn ze te aanzien als omgrensd en opgesloten in de enge afmetingen van de vallei van Josaphat. Hun menigte zal zich verspreiden, in de mate van het nodige, in de omgeving op de Olijfberg, op de berg Sion, op de plek waar Jeruzalem gevestigd was en misschien nog veel verder weg. En als gezegd wordt dat het oordeel in de vallei van Josaphat zal doorgaan, dan is dat omdat Jezus Christus zijn troon boven haar zal vestigen en dat die vallei de plek zal zijn waar de mensen zich zullen beginnen te verzamelen.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
5. Becket [11/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
6. Jezus' tijdgenoten [aflevering 220]
Johannes de apostel
Een van hen, de leerling van wie Jezus veel hield, lag naast Hem aan tafel aan [Joh. 13,23]
Zijn achtergrond en zijn roeping
Johannes was een van de twaalf leerlingen van Jezus. Hij was een jongere broer van Jacobus de Meerdere die ook een volgeling van Jezus was. Zij waren twee zonen van hun vader Zebedeüs, die het zich kon permitteren om dagloners in dienst te nemen [Mc.1:20]. Hun moeder was Salomé [Mt.27:56, Mc.15:40], die later ook bij de kruisiging aanwezig was en daar de zuster van Maria, de moeder van Jezus, genoemd wordt [Joh.19:25], waaruit zou kunnen blijken dat Johannes en Jacobus neven van Jezus waren.
Johannes was waarschijnlijk een leerling van Johannes de doper [Joh.1:35-37] en het was Johannes de doper die hem op Jezus wees als het Lam van God. Daarna ging hij voor het eerst samen met Andreas, de broer van Petrus, achter Jezus aan. Na de wonderbaarlijke visvangst in Lucas 5:1-11, werd Johannes definitief geroepen om Jezus te volgen. Hij kreeg samen met zijn broer Jacobus de naam Boanerges wat een samenstelling is van twee Aramese woorden ben en regaz, dat is zonen van de donder [Mc.3:17]. Het woord donder [regaz] heeft de betekenis van woedende toorn [Dan.3:13, Ezra 5:12]. Ook uit het levensverhaal van Johannes kunnen we bijzondere lessen leren over het ware karakter van onze identiteit in Christus.
Vertaling: Broeder Joseph
7. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 46]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Wandelingen en gesprekken met Eliud
In de morgen van dertien september zag ik Jezus met Eliud uit Nazareth gaan. Zij gingen naar het zuiden op de Jeruzalemse weg. Men noemt de streek het dal Esdrelon. Na een weg van ongeveer twee uren gingen zij over de Kisonrivier en bereikten een dorp dat uit een synagoge, een herberg en slechts enige huizen bestond. Het is, meen ik, een voordorp of -wijk van het naburige Endor. Niet ver van hier is er een beroemde bron.
Jezus nam zijn intrek in de herberg. De inwoners waren hier koel gezind, zonder Jezus bepaald vijandig te zijn. Eliud genoot bij hen geen bijzondere achting, want zij hielden het meer met de Farizeeërs. Jezus zegde tot de Overste van de plaats dat Hij hier in de synagoge onderricht wilde geven. Zij antwoordden dat vreemden dit hier nooit kwamen doen, maar Hij verklaarde dat Hij opdracht daartoe had. Hierop trad Hij de school [synagoge of bijgebouw er van] binnen en sprak over de Messias, wiens Rijk niet van deze wereld is. De Messias zelf overigens zou nederig zijn en wars van wereldse pracht. Hij sprak van de doop van Johannes en wekte hen er toe op. De priesters van de synagoge waren Hem niet genegen. Hij liet zich hier schriftrollen geven. Hij sloeg ze open en las er allerhande profetieën uit voor, die Hij ook verklaarde.
Nogmaals ontroerde mij diep het vertrouwelijk gesprek van Jezus met de bejaarde Eliud, die zijn zending, zijn bovennatuurlijke oorsprong kende en geloofde en toch er geen vermoeden van scheen te hebben, dat Hij God zelf was. De man vertelde Jezus op een heel natuurlijke wijze, terwijl zij zijde aan zijde wandelden, tal van bijzonderheden uit Jezus' jeugd, die de profetes Hanna hem medegedeeld had en die zijzelf, na de terugkeer van de Heilige Familie uit Egypte, van Maria vernomen had, wanneer deze haar enige malen een bezoek te Jeruzalem bracht.
8. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Overlijden
In 1877 werd het 50-jarig bisschopsjubileum van Pius IX gevierd. Kort na de viering besloot Pius, op verzoek van de Concilievaders, de heilige "Franciscus van Sales" uit te roepen tot kerkleraar, wat bevestigd werd in de apostolische brief "Dives in misericordia Deus" van 16 november 1877. Tevens werd van Sales uitgeroepen tot beschermheilige van de katholieke pers.
Tijdens één van zijn laatste publieke audiënties voor een groep pelgrims gaf Pius IX opnieuw zijn visie duidelijk weer over het verlies van de Kerkelijke Staat: "U bent hier gekomen om de graftombe van de heilige Petrus te bezoeken en de gevangenis van zijn opvolger die in de stad Rome woont, de hoofdstad en het centrum van het katholicisme, maar nu omgevormd tot de hoofdstad van de chaos."
Hoewel Pius zelf kampte met zijn gezondheid, probeerde hij toch begin januari 1878 een verzoeningspoging te ondernemen met koning Victor Emanuel II van Italië die stervende was. Pius toenadering via monseigneur Francesco Marinelli werd echter door het hof geweigerd en op 9 januari overleed de koning.
Op 5 februari 1878 kreeg Pius een bronchitisaanval, gevolgd door zware koorts. Op 6 februari werd duidelijk dat de ziekte voor de 85-jarige paus onomkeerbaar was, en in de vroege ochtend van 7 februari werden hem de laatste sacramenten toegediend. Hij overleed diezelfde dag nog na een pontificaat van 31 jaar en 236 dagen. Met zijn dood kwam een einde aan het langste pontificaat in de geschiedenis.
Op 13 februari 1878 vond in de Sint-Pietersbasiliek zijn begrafenis plaats, waarbij Pius lichaam tijdelijk werd bijgezet in een sarcofaag binnen de basiliek. In zijn testament uit maart 1875, gepubliceerd in de "Populo Romano" op 26 mei 1878, had Pius echter aangegeven dat hij begraven wilde worden in de basiliek "Sint-Laurens buiten de Muren." Op 13 juli 1881 werd tegen de nacht het lichaam overgebracht naar de laatste rustplaats. De keuze voor het late uur kwam voort uit de vrees voor eventuele rellen. Toch kon niet voorkomen worden dat de begrafenisstoet door een bende antikatholieke Nationalisten met modder werd bestookt en er werd zelfs geprobeerd om het lichaam van de overleden paus in de Tiber te gooien.
Tijdens het conclaaf volgend op de dood van Pius IX werd na drie stemrondes gekozen voor kardinaal Gioacchino Pecci, die de naam Leo XIII aannam. Pecci was ruim dertig jaar aartsbisschop van Perugia geweest, tot hij in 1877 tot camerlengo [kamerheer] van de paus werd benoemd.
Op initiatief van onder meer graaf Giovanni Acquaderni [één van de oprichters van de Katholieke Actie] en conform het testament van Pius IX, werd een grafmonument geplaatst. Het opschrift verwijst naar zijn pontificaat van 31 jaar, 7 maanden en 22 dagen.
Bij Pius zaligverklaring in 2000 werd het lichaam, dat nog goed intact was, in een reliekschrijn in de kerk geplaatst.
Vertaling: Mario Lossie
9. Diverse profetieën: Firmanius Lactantius, vroegchristelijke schrijver [260-325]
Profetie 3
Alle rechtvaardigheid en ook de wetten zullen worden vernietigd. Niemand zal dan iets bezitten, behalve wat verworven en verdedigd wordt door de hand: de schaamteloosheid en gewelddadigheid zal over alle dingen heersen. Er zal geen geloof meer zijn onder de mensen, noch vrede, noch vriendelijkheid, noch schaamte, noch waarheid en aldus zal er ook geen veiligheid meer zijn, geen regering, noch enige rust van het het kwade. Want de hele wereld zal in tumult zijn er overal zullen er oorlogen heersen. Alle naties zal bewapend zijn en elkaar tegenwerken. Buurlanden zullen met elkaar in strijd leven.
Vertaling: Chris De Bodt
10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 73: Axis in Medietate Signi [Balk in het midden van het Wapen]
Sixtus V [1585-1590]
Echte naam: Felice Peretti di Montalto [Grottomare, Montalto, Ancona, 13 december januari 1521 - Rome, 27 augustus 1590]
Op 15 november 1566 wordt hij benoemd als bisschop van het bisdom Sant'Agata dei Goti bij Benevento in Italië. Op 17 mei 1570 maakt paus Pius V hem tot kardinaal. Hij is daarna in Italië bekend als "Cardinale di Montalto." In 1571 wordt hij bisschop van het Aartsbisdom Fermo.
Het conclaaf kiest Felice Peretti op 24 april 1585, na vier dagen, als nieuwe paus. Een van zijn eerste ambtshandelingen als nieuwe paus was de benoeming van zijn achterneef Alessandro Damasceni tot kardinaal. Als paus bestrijdt Sixtus V de bandieten in zijn kerkstaat met ijzeren hand. Zo laat hij meteen op de dag van zijn kroning, ter gelegenheid van de heuglijke dag, opgepakte bandieten terechtstellen en stelt hij hun lijken aan de brug voor de Engelenburcht ten toon. Verder vergeldt hij verschillende vergrijpen met draconische straffen, zo stelt hij bijvoorbeeld op echtscheiding, homoseksualiteit, incest, etc. de doodstraf in.
De financiële situatie van de kerkstaat saneert Sixtus V door bezuinigingsmaatregelen en het verhogen van veel belastingen. Sixtus V verzamelde in zijn relatieve korte pontificaat een enorm vermogen in de Engelenburcht. Tegen het einde van zijn pontificaat was Sixtus V een van de rijkste Europese vorsten.
Met zijn pauselijke bul "Postquam verus" van 3 september 1586 bracht hij het aantal leden van het college van kardinalen op maximaal 70. Pas in 1958 verhoogt paus Johannes XXIII het aantal kardinalen tot boven de 70.
"Axis in Medietate Signi" verwijst naar de balk die het wapen van de paus doorkruist.
Chris De Bodt
11. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3453 van 15/3/2011
Lieve zonen en dochters, Ik ben uw Moeder en Ik kom uit de hemel om u te zeggen dat het nu de tijd van Genade is. Laat de armen niet hangen. Leef dicht bij Mijn Zoon Jeuzs. U gaat een toekomst vol beproevingen tegemoet. God is aan uw zijde en Ik vraag u om trouw te zijn aan de Heer. Ik kom niet uit de Hemel om u te verplichten, maar wat ik zeg dient ernstig te worden genomen. De mensheid heeft zichzelf besmet met de zonde en Mijn arme kinderen wandelen op het pad van de zelfvernietiging dat ze met hun eigen handen hebben voorbereid. Wees bekeerd. Vlucht de zonde. Vul uzelf met de liefde van Heer, want de liefde is sterker dan de dood en krachtiger dan de zonde. Laat het gebed niet. Enkel door het gebed kunt u de vrede bekomen. Aanvaard het Evangelie van Mijn Zoon Jezus. Laat de woorden van Mijn zoon u hervormen. Uw volledig geluk ligt bij Jezus. Niet achterwaarts. Het hart van het Noorden zal schudden. Wees aandachtig. Bid. Ik lijd om wat over u gaat komen. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
12. Valentina Papagna: vervolg van de boodschappen
25 juli 2010
De Eeuwige Vader verscheen aan Mij en zei me: "Mijn dochter, vandaag kom Ik om u te onthullen dat er vele rampen over u zullen komen, Mijn kinderen, over vele verschillende delen van de wereld. Deze rampen nemen toe en u zult zich afvragen: waarom gebeuren deze."
"Reeds voor vele jaren probeer Ik Mijn kinderen te waarschuwen dat deze rampen over hen zullen komen, maar Ik werd weggehoond en opzij geschoven. Hoe groot is Mijn wens dat Mijn kinderen naar hun Vader en Schepper zouden luisteren, die zoveel van hen houdt. Mijn dochter, Ik moet u iets vertellen en tonen wat wordt verondersteld nu te gebeuren."
Hij strekte Zijn hand uit en toonden mij een zeelandschap. Ik zag een enorme brug over het water gespannen [Ik voelde tijdens het visioen dat dit in het D.S.A. was].
De Eeuwige Vader zei daarop: "Zie, als ik toelaat dat deze ramp zou geschieden, zal deze brug in kleine stukken uiteenspatten, tot niets."
Toen glimlachte Hij en zei: "Ik heb deze gruwelijke ramp, die op het punt stond plaats te vinden, afgewonden omdat Mijn toegewijde kinderen tot Mij baden en ik medelijden voelde om hen niet te straffen. Zeg tegen Mijn kinderen dat dit echter een tijdelijke afwending is. Ik kan het te allen tijde opnieuw oproepen als de mensheid niet verandert."
Hij kwam nader tot mij en zei: "Mijn kind, er zijn vele valse profeten in deze wereld. Zij voorspellen valse boodschappen die niet van Mij komen. Ik spreek nooit tot hen. Wees dus voorzichtig. Vertrouw niet op iedereen, Mijn kind."
Terwijl Hij mij die mededeelde, zei Hij: "Mijn kind, wees niet bevreesd. We zijn steeds bij u om u te beschermen."
Op dat ogenblik verscheen de Heilige Moeder, vergezeld van een Engel. Zij was heel vreugdevol. Zij omhelsde mij en zei: "Ik hoor dat velen u veroordelen, maar ik kan deze onrechtvaardigheid niet aanhoren. Als het moet zal Ik tot hen zelf verschijnen om hen te zeggen dat zij naar u moeten luisteren. Zij kunnen u beschuldigen omdat u maar een kleine misdienaar bent rond de tafel van Mijn Zoon in de Hemel." [Terwijl Onze Lieve Vrouw mij vasthield, dacht ik: "Welke misdienaar? Ik ben geen misdienaar!"]
Zij wist wat ik dacht en zei: "Mijn dochter, wat u niet met uw ogen kunt zien is dat wat Mijn Zoon u schenkt. Hier zien we dit geestelijk en op een dag zal het u onthuld worden en zult u Mij meer en meer waarderen."
Toen verliet de Heilige Maria mij.
Ik bedankte hen voor alle genaden die ik heb ontvangen van onze Heer, onze Schepper en van onze Mooie, meest Heilgie Moeder Maria.
Vertaling: Chris De Bodt
29-03-2011
29 maart 2011
29 maart 2011
1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 35]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
Vagevuur en hel
Janice: U zag de hel, nietwaar? Vicka: Ja. Het is een uitgestrekte vuurzee in de hel. Ik zag mensen vervuld van haat die het vuur binnenkwamen. Als ze uit het vuur kwamen, was het alsof ze nooit een menselijk wezen waren geweest.
Janice: U beschreef een mooie jonge vrouw die vol van haat was en die het vuur binnentrad. U zei dat wanneer ze terug te voorschijn kwam, ze geleek op een onmenselijk type, dat ze zo lelijk was dat u haar nauwelijks kon aankijken. Betekent dat dat mensen hun voorstelling en gelijkenis van God, waarmee ze geboren worden, verliezen als ze het vuur binnenkomen? Vicka: Misschien.
Janice: Wat is daar de oorzaak van? Vicka: Mensen keren zich weg van God door de keuzes die ze maken. Op die manier kiezen zij om het vuur van de hel binnen te gaan waar alle bindingen met God worden weggebrand. Daarom is het dat zij nooit meer terug kunnen keren naar God. Het vereist Gods genade om naar God te gaan. In de hel hebben zij niet langer toegang tot Gods genade.
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
2. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 20]
Juicht volkeren der aarde...
Ik kwam in een oneindig grote, kale vlakte, onafzienbaar. En ik hoorde de Stem vanuit de zware donkere wolken boven die vlakte roepen: "Ziet volkeren, naar uw akkers en velden. Ze zijn dood en verdorven!"
Dan wachtte de Stem even en vervolgde: "Het zaad is gestorven in de aarde. De volkeren klagen ach en wee. Luistert!" En ik hoorde een vreselijk klagen, terwijl ik niets dan één grote kale verdorde vlakte voor mij zag. Ineens kwam er een diepe stilte overheen. Ik voelde die stilte. Dan sprak de Stem weer: "Begrijpt goed, daarom heb Ik Haar, de Vrouwe van alle Volkeren, uw Moeder, gezonden. Ziet toe..."
Er kwamen nu over die verdorde vlakte vanuit de lucht prachtige hemelse stralen. En vanuit die kale grond zag ik nu de prachtigste bloemen en groen omhoog komen. Middenin kwam een twijg omhoogschieten. Terwijl ik ernaar keek werd het een prachtige grote boom. Het was één hemelse tuin geworden. Ik hoorde de Stem zeggen: "Juicht volkeren der aarde, het uur heeft geslagen!" En ik hoorde een geweldig gejuich opstijgen over die vlakte. [15 augustus 1975]
Met dank aan Pater Peter Klos
3. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 88]
138. Na de aanbidding kwam ik buiten en bekeek vredig alles in de ogen waar ik vroeger zo'n vrees voor had.
In de gang kreeg ik door een bepaalde persoon onmiddellijk een groot lijden en vernedering te verduren. Ik aanvaardde het in onderwerping aan een hogere wil en ik heb mij nauw tegen het Heilig Hart van de Heer Jezus gedrukt, en toonde zo dat ik bereid was tot alles waarvoor ik mij geofferd had. Het lijden leek onder mijn voeten op te rijzen, zelfs Moeder Margareta was er verbaasd over. Bij anderen gaat veel onopgemerkt voorbij, want het is inderdaad niet de moeite er aandacht aan te besteden, maar bij mij wordt niets onopgemerkt gelaten, elk woord wordt ontleed, elke pas nagegaan.
Een zuster zei mij: "Bereid u voor, mijn zuster, om een kruisje te ontvangen dat moeder overste u bereidt, ik heb zo'n medelijden met u, mijn zuster". En ik, ik verheugde me in mijn ziel en ik ben er al lang klaar voor. Toen ze mijn moed zag, was ze verwonderd. Ik zie nu dat de ziel niet veel vermag uit zichzelf, maar met God kan ze alles. Zie-daar wat de genade van God tot stand brengt. Weinig zielen blijven altijd aandachtig voor de ingevingen van God, en nog minder volgen trouw deze ingevingen.
139. Nochtans kan de ziel die trouw is aan God deze ingevingen niet alléén onderscheiden, ze moet ze aan het oordeel van een zeer onderlegd en wijs priester onderwerpen, en zolang ze geen zekerheid heeft verworven, moet ze ongelovig blijven. Dat ze zich niet op haar eentje toevertrouwt aan deze ingevingen en aan al deze hogere genaden, want ze kan zich blootstellen aan groot verval.
Ook al onderscheidt de ziel onmiddellijk de valse ingevingen van die van God, toch weze ze voorzichtig, want er zijn veel onzekere zaken. God houdt er van en verheugt er Zich over dat de ziel, alleen om Zijnentwille, zelfs Hem niet vertrouwt; omdat ze Hem bemint is ze voorzichtig en vraagt ze hulp en zoekt voor zichzelf uit te maken of het werkelijk God is die in haar werkt. En als een verlicht priester het haar bevestigt, dat ze dan gerust weze en zich toevertrouwe aan God volgens Zijn aanwijzingen, dat wil zeggen, volgens de aanwijzingen van de biechtvader.
140. Zuivere liefde is in staat tot grote daden, en geen moeilijkheden noch tegenkantingen kunnen haar breken. Zoals de liefde sterk is midden grote moeilijkheden zo is zij ook standvastig in het grijze, vervelende en alledaagse leven. Ik weet dat er om God te behagen maar één ding nodig is, de kleinste dingen doen met een grote liefde, liefde en altijd liefde.
Zuivere liefde dwaalt niet af. Zij heeft wonderlijk veel licht en doet niets dat God zou kunnen mishagen. Ze is vindingrijk in het doen van wat God het allermeest bevalt, en niemand kan haar evenaren. Ze is gelukkig als ze zich kan ontledigen en als een zuiver offer kan branden. Hoe meer ze zichzelf geeft, hoe gelukkiger ze is. Maar niemand kan als zij, van ver de gevaren aanvoelen: ze weet hoe ze te ontmaskeren en met wie ze te maken heeft.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 88]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 2
Tenslotte is een derde reden door Sint Thomas aangehaald dat God de mensen bestuurt met middelen aangepast aan zijn natuur, en dat Hij ze zal beoordelen volgens de gedane beloften en de hoop die Hij in hen heeft opgewekt door te belonen of te straffen. Hij is het zijn wijsheid verplicht de wetten en verhoudingen van de verdelende rechtvaardigheid die Hij hier bepaalde te handhaven. Maar Sint Paulus noemt zelf het huidige leven een stadion, een wedstrijd, een arena [I Cor 9,26 en Tim 2], hij stelt ons de mens voor als reiziger op aarde, als soldaat of atleet die afrent op zijn kroon, hij stelt ons het eeuwig Leven voor door ze palm, trofee, rechtvaardige kroon, kroon van leven en glorie te noemen. Opdat de beloning werkelijk evenredig zou zijn met de belofte is het nodig dat ze openbaar wordt toegekend, plechtig en met luister die past bij degene die ze uitreikt en in het bijzijn van allen die aan de strijd deelnamen, van alle vijanden die de heiligen overwonnen zoals het antieke Rome en Griekenland gewoon waren te handelen tegenover hun winnende krijgers en helden.
Op welke plek zal het laatste oordeel doorgaan? Niemand weet het met zekerheid, maar algemeen denken de Kerkvaders en Sint Thomas dat het in de vallei van Josaphat zal gebeuren.
De heilige Schrift noemen zo de streek waar de rivier Cedron loopt die in haar kronkels de stad Jeruzalem, de Calvarieberg en tot aan de Olijfberg omhelst. Past het inderdaad niet dat Jezus Christus zich in zijn glorie openbaart op de plek waar hij zijn doodstrijd onderging, waar hij verscheen in zijn lijden en vernedering? Dat is waar de engelen op zinspeelden bij de leerlingen toen ze zeiden: Hic Jesus qui assumptus est a Vobis sic veniet. Past het ook niet dat het deel van de aarde waarop de eerste mens werd geschapen, waarop Gods Zoon de Verlossing en het heil van de mensen heeft volbracht ook deze is waarop de heiligen de voltallige vruchten van zijn Lijden en zijn Dood zullen ontvangen, waar ze zullen deelnemen aan zijn glorierijke Tenhemelopneming en waarop Jezus Christus een rechtvaardige wraak zal vinden op zijn vervolgers en op al degenen die geweigerd zullen hebben hun ziel te wassen in de onmetelijke deugd van Zijn bloed?
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
5. Becket [10/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
6. Jezus' tijdgenoten [aflevering 219]
Johannes de Presbyter [Oudste]
Identificering
De kerkelijk traditie schrijft rechtlijnig alle Johannesboeken van het Nieuwe Testament toe aan één enkele schrijver, de apostel Johannes. De mening die uiteengezet is door Eusebius , is niet onbetwist gebleven. De "catholic encyclopedia" stelt dat het onderscheid "geen historische grondslag" heeft. Om dit te ondersteunen worden vier argumenten aangehaald:
De getuigenis van Eusebius wordt betwist door zijn verklaring dat Papias zelf nooit de heilige apostelen heeft gehoord, noch gezien en wordt tegengesproken door een uittreksel uit Eusebius Kroniek, waar uitdrukkelijk in vermeld staat dat de apostel Johannes de leraar was van Papias.
De interpretatie van Eusebius kan verklaard worden, daar hij een tegenstander was van het "Chiliasme" en het "Boek der Openbaringen." Om het onderscheid te maken tussen de twee Johannes, kan Eusebius het boek in rang verlangd hebben door het toe te schrijven aan Johannes de Presbyter in plaats van de apostel Johannes om aldus Papias goede naam te ondermijnen als een leerling van de apostel.
In het gedeelte gebruikt Papias dezelfde woorden [presbyter of de oudste en de leerlingen van de Heer], beiden verwijzend naar de apostelen en de tweede Johannes. Het dubbel voorkomen van de naam Johannes wordt door Papias uitgelegd door zijn "bijzondere verhouding" met Johannes, van wie hij bepaalde dingen rechtstreeks en onrechtstreeks heeft geleerd.
Vóór Eusebius bestond er geen verwijzing naar een zekere tweede Johannes in Azië. In verband hiermee is in het bijzonder Ireneus van Lyon, als leerling van Polycarpus van Smyrna, opmerkenswaardig. In zijn werk "Adversus Haereses" [Tegen de Ketters], dat nog bestaat in de Latijnse versie, vermeldt Ireneüs: "Papias, de toehoorder van Johannes en gezel van Polycarpus" [Boek V, hoofdstuk XXXIII], zonder te zeggen dat dit een andere Johannes was dat "Johannes, de discipel van de Heer, die eveneens op zijn borst leunde en een Evangelie schreef tijdens de weerstand te Efeze in Azië." [Boek III, hoofdstuk I] In zijn brief aan Florinus, dat in fragmenten bewaard bleef, spreekt Ireneüs over "Polycarpus die informatie heeft ontvangen van de ooggetuigen van het Woord des Levens" en van Johannes als "de gezegende en apostolische presbyter."
Vertaling: Broeder Joseph
7. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 45]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
In Jozefs timmerwinkel
Tegen de avond zag ik Jezus met Kliud, uit diens woning naar Nazareth gaan. Nog vóór de muren van de stad, waar Jozef zijn timmerwinkel had, woonden verscheidene goede, arme lieden die bekenden van Jozef waren. Meerdere van hun zonen waren jeugdmakkers van Jezus geweest. Eliud bracht Jezus bij die mensen en men bood de vereerde gasten een stuk droog brood en een teug fris water aan. Te Nazareth was het water bijzonder goed. Ik zag Jezus te midden van deze mensen op de grond neerzitten en hen aansporen tot de doop van Johannes. Zij waren verlegen in Jezus' tegenwoordigheid. Vroeger hadden zij Hem wel als huns gelijke gekend, maar nu werd Hij door Eliud, die hun raadsman en vertrooster en daarom hoogst eerbiedwaardig in hun ogen was, op zulk een plechtige wijze bij hen ingeleid. Ja, hij maande hen ook aan tot de doop [als had Hij gezag]. Zij hadden wel van een Messias gehoord, maar konden zich niet indenken dat Hij dit kon zijn.
8. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Technische vernieuwing en restauratie van beschadigde kerken
Pius IX toonde een grote belangstelling voor de vernieuwingen op het gebied van de technologie. Zo gaf hij in 1856 opdracht tot verdere uitbreiding van het spoorwegnet binnen de Kerkelijke Staat. Op de plaats van het huidige Romeinse treinstation "Roma Termini," werd het eerste station binnen Rome gebouwd. In 1859 werd de eerste treinverbinding gerealiseerd tussen Rome en Civitavecchia officieel geopend door Pius IX zelf.
Door de verschillende revoluties en belegeringen van de stad Rome waren vele [kerkelijke] gebouwen en verkeersverbindingen zwaar beschadigd. Pius IX gaf daarom de opdracht deze vernielingen te herstellen, hoewel het de Kerkelijke Staat ontbrak aan het benodigde geld. Door dit geldgebrek werd bij de restauratie van kerken gezocht naar alternatieven, wat resulteerde in het met marmermotieven beschilderen van kerkinterieurs waarmee de toepassing van echt marmer werd gesuggereerd.
Voor het Sint-Pietersplein gaf Pius IX in 1847 de opdracht de daar aanwezige standbeelden van de apostelen Petrus en Paulus te vervangen door nieuwe. Deze nieuwe beelden waren in opdracht van paus Gregorius XVI gemaakt en oorspronkelijk bedoeld voor de basiliek "Sint-Paulus buiten de Muren.é De beelden [beide meer dan 10 meter hoog] waren door hun grootte volgens Pius meer in lijn met de grootte van de tempel van Petrus [=Sint-Pietersbasiliek], prins der apostelen", zoals aangegeven in een inscriptie op het voetstuk van de beelden.
Andere monumenten opgericht in opdracht van Pius IX zijn:
Een standbeeld ter ere van de martelaar Laurentius van Rome en geplaatst op een zuil voor de basiliek "Sint-Laurens buiten de Muren."
Een standbeeld van Petrus, die een zwaard overhandigt aan een middeleeuws ridder. Met dit beeld werd de overwinning van de [Franse] pauselijke troepen op de soldaten van Garibaldi in de "Slag bij Mentana" in 1867 herdacht. Het beeld bevindt zich momenteel op de begraafplaats "Campo Verano" te Rome.
Een standbeeld van Petrus, een kolossaal beeld ter herdenking van het Vaticaans Concilie. Het beeld zou oorspronkelijk geplaatst worden vóór de Romeinse kerk "San Pietro" in Montorio, maar door de annexatie van de stad Rome in 1870 werd het uiteindelijk in de Vaticaanse tuinen geplaatst.
Ter ere van Pius IX zelf werden tijdens en na zijn leven diverse monumenten opgericht. In 1871 werd ter viering van zijn 25-jarig pontificaat binnen de Sint-Pietersbasiliek een baldakijn [=troonhemel] geplaatst over het genadebeeld van Petrus waarboven een afbeelding van Pius IX werd aangebracht. Hiermee werd symbolisch aangegeven dat Pius IX de ambtstermijn van de eerste paus, Petrus, overschreden had.
In opdracht van Pius opvolger, Leo XIII, werd binnen de Bethlehemcrypte van de basiliek "Santa Maria Maggiore" [Maria de Meerdere] een standbeeld van Pius geplaatst dat de paus toont in aanbidding voor het in de crypte aanwezige relikwie. Het zou hierbij gaan om stukken hout van de kribbe van Jezus.
Andere standbeelden ter ere van Pius bevinden zich onder andere in de SantAmbrogiokerk te Milaan, in de Portugese plaats Penha en in het Nederlandse Oudenbosch.
Vertaling: Mario Lossie
9. Diverse profetieën: Firmanius Lactantius, vroegchristelijke schrijver [260-325]
Profetie 2
Als het einde van de wereld nabij komt, zal de toestand van het menselijke handelen een grote verandering ondergaan en door de invloed van de verdorvenheid verslechteren, zodat onze tijden nu, waarin onrechtvaardigheid goddeloosheid zelfs tot de hoogste graad zijn toegenomen, gelukkig mogen worden geoordeeld en bijna als een gouden tijd in vergelijking met dat ongeneesbare kwaad. Want de oprechtheid zal zo verminderen, en goddeloosheid, gierigheid, verlangen en lust zullen in dergelijke mate vergroten dat, als er al een goede mens zou zijn dan, hij ten prooi zou vallen van de goddelozen en door hen van alle kanten zal worden gepest door de onrechtvaardigen, terwijl de goddelozen overvloed zullen kennen, maar de goeden zullen gekweld worden door alle laster en door armoede.
Vertaling: Chris De Bodt
10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 73: Axis in Medietate Signi [Balk in het midden van het Wapen]
Sixtus V [1585-1590]
Echte naam: Felice Peretti di Montalto [Grottomare, Montalto, Ancona, 13 december januari 1521 - Rome, 27 augustus 1590]
Sixtus V was paus van 24 april 1985 tot aan zijn dood. Felice Peretti was de zoon van een arme boer. Hij groeit onder eenvoudige omstandigheden op. Hij schreef zelf over zijn jeugd dat hij de varkens moest hoeden.
In 1534 trad hij als novice in in het bij Montalto gelegen Franciscaner klooster. Zijn oom van moederskant Salvatore, was monnik in hetzelfde klooster. In 1540 begon Felice Peretti een studie filosofie in Ferrara, en kort daarop in 1543 een studie theologie in Bologna. In 1544 verwisselde hij Bologna voor Rimini en in 1546 verhuist hij naar Siena. Op 26 juli 1548 voltooit hij zijn studie bij de Magister der Theologie in Fermo.
In 1551 wordt Felice Peretti regent van het seminarium in Siena, nadat hij sinds 1548 aan het Franciscaner seminarium in Macerata lesgegeven heeft. Omdat hij een uitstekend prediker was, werd hij op voorspraak van kardinaal Carpi, de protector van de Franciscaner orde, in 1552 als vastenprediker naar Rome geroepen.
Hij nam in 1553 in Genua deel aan het generaal-kapittel van zijn orde en wordt nog in hetzelfde jaar regent van het seminarium in Napels. Begin 1560 wordt hij als inquisiteur naar Venetië gezonden. Op 16 juli 1560 wordt hij benoemd als consultant van de Roomse inquisitie. Hij nam als lid van zijn kloosterorde deel aan het Concilie van Trente.
Chris De Bodt
11. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3452 van 14/3/2011
Lieve zonen en dochters, Christus is uw hoop. Vertrouw op Hem die ziet wat verborgen is en u kent bij naam. Laat u niet ontmoedigen. Kniel neer in gebed en getuig overal dat u enkel tot de Heer behoort. Ik vraag u om moedig mij oproepen te beleven, want Ik wens u te leiden naar Hem die uw enige en ware Redder is. Doe uw best in de opdracht die Ik u hebt toevertrouwd. Weet dat de Heer u edelmoedig zal belonen voor alles wat u doet ten gunste van Mijn plannen. Ik lijd omwille van wat op u afkomt. Schrikwekkende dingen zullen gebeuren en de geleerden zullen verward zijn. Ik ben uw Moeder en Ik kom uit de hemel om u op te roepen tot bekering. Keer terug. Stel niet uit tot morgen wat u hebt te doen. U leeft in een tijd van grote geestelijke verwarringen. Wanneer een man zich zal voorstellen met drie namen, zal er grote verwarring heersen in het huis van God. Bid, bid, bid. Moed. Ik zal tot Mijn Jezus spreken voor u. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
12. Valentina Papagna: vervolg van de boodschappen
25 juli 2010
De Eeuwige Vader verscheen aan Mij en zei me: "Mijn dochter, vandaag kom Ik om u te onthullen dat er vele rampen over u zullen komen, Mijn kinderen, over vele verschillende delen van de wereld. Deze rampen nemen toe en u zult zich afvragen: waarom gebeuren deze."
"Reeds voor vele jaren probeer Ik Mijn kinderen te waarschuwen dat deze rampen over hen zullen komen, maar Ik werd weggehoond en opzij geschoven. Hoe groot is Mijn wens dat Mijn kinderen naar hun Vader en Schepper zouden luisteren, die zoveel van hen houdt.
Mijn dochter, Ik moet u iets vertellen en tonen wat wordt verondersteld nu te gebeuren."
Hij strekte Zijn hand uit en toonden mij een zeelandschap. Ik zag een enorme brug over het water gespannen [Ik voelde tijdens het visioen dat dit in het D.S.A. was]
De Eeuwige Vader zei daarop: "Zie, als ik toelaat dat deze ramp zou geschieden, zal deze brug in kleine stukken uiteenspatten, tot niets."
Toen glimlachte Hij en zei: "Ik heb deze gruwelijke ramp, die op het punt stond plaats te vinden, afgewonden omdat Mijn toegewijde kinderen tot Mij baden en ik medelijden voelde om hen niet te straffen. Zeg tegen Mijn kinderen dat dit echter een tijdelijke afwending is. Ik kan het te allen tijde opnieuw oproepen als de mensheid niet verandert."
Hij kwam nader tot mij en zei: "Mijn kind, er zijn vele valse profeten in deze wereld. Zij voorspellen valse boodschappen die niet van Mij komen. Ik spreek nooit tot hen. Wees dus voorzichtig. Vertrouw niet op iedereen, Mijn kind."
Terwijl Hij mij die mededeelde, zei Hij: "Mijn kind, wees niet bevreesd. We zijn steeds bij u om u te beschermen."
Op dat ogenblik verscheen de Heilige Moeder, vergezeld van een Engel. Zij was heel vreugdevol. Zij omhelsde mij en zei: "Ik hoor dat velen u veroordelen, maar ik kan deze onrechtvaardigheid niet aanhoren. Als het moet zal Ik tot hen zelf verschijnen om hen te zeggen dat zij naar u moeten luisteren. Zij kunnen u beschuldigen omdat u maar een kleine misdienaar bent rond de tafel van Mijn Zoon in de Hemel." [Terwijl Onze Lieve Vrouw mij vasthield, dacht ik: "Welke misdienaar? Ik ben geen misdienaar!"]
Zij wist wat ik dacht en zei: "Mijn dochter, wat u niet met uw ogen kunt zien is dat wat Mijn Zoon u schenkt. Hier zien we dit geestelijk en op een dag zal het u onthuld worden en zult u Mij meer en meer waarderen."
Toen verliet de Heilige Maria mij.
Ik bedankte hen voor alle genaden die ik heb ontvangen van onze Heer, onze Schepper en van onze Mooie, meest Heilgie Moeder Maria.
Vertaling: Chris De Bodt
28-03-2011
28 maart 2011
28 maart 2011
1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 34]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
Vagevuur en hel
Janice: Wat was uw ervaring met het vagevuur? Vicka: De mensen zijn daar hulpeloos. Zij lijden écht. Wij kunnen een beetje, zoals Jezus zegt, op vrijwillige basis boete doen voor de zielen in het vagevuur, speciaal voor hen die verlaten zijn door hun families op aarde.
Janice: Vicka, u zei dat u de aanwezigheid van de zielen in het vagevuur kunt "voelen," maar dat u ze niet zag. Wat betekent dat? Vicka: Dat betekent dat ik hun aanwezigheid ervaar. Ik ben bewust van hun lijden. Ik ken iets van hun kwelling. Ik weet hoe wanhopig zij onze gebeden nodig hebben. Zij zijn zo eenzaam dat het voor mij bijna walgelijk was om mij de momenten te herinneren dat ik daar was. Het is echt een ware vreugde om voor de arme zielen boete te doen omdat ik nu besef hoeveel dat hen helpt.
Janice: Weet u zeker of onze geliefden die gestorven zijn onze gebeden horen? Vicka: Natuurlijk. En verschillende van onze familieleden hebben onze gebeden broodnodig. De Gezegende Moeder zegt dat we dapper moeten bidden zodat ze naar de hemel zouden mogen gaan. Ze zijn machteloos om zichzelf te helpen.
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
2. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 19]
Breng Mijn kudde weer tot de sacramenten...
Bij de consecratie, tijdens de opheffing, kreeg ik een hemelse aanschouwing van de Heer in al zijn pracht en heerlijkheid. Het was in één woord majestueus! Het is niet te omschrijven. Intussen hoorde ik: "Zo kom Ik telkens weer bij dit Offer als de verheerlijkte Heer. Draag dit uit, zodat ze tot inkeer komen..."
Ik kwam in een heel grote vallei. Middenin stond een grote grauwe rots. Ineens kwam vanuit de lucht een regen van vuile donkere stof, die alles verduisterde zodat ik niets meer zag dan stof. Toen zag ik dat die rots één grote stofberg geworden was. Rondom die stofberg lag het vol met lijken van mensen in zwarte kleding. Daaromheen weer in het rond lagen lijken van mensen met gekleurde kleding. Aan de voeten van die rots zag ik de wereldbol in stukken gebroken, met daaromheen ruines van kerken en torens. Over dit geheel brak een vreselijk onweer los met donder en bliksem. Vanuit de hemel klonk als een roep de Stem: "Ziet toe, wat hebben ze met mijn kudde gedaan? Dood en verderf. Dit is mijn laatste waarschuwing. Keert terug tot de ware liturgie. Brengt mijn kudde weer tot de sacramenten!"
Boven dit alles zag ik de koepel van de St. Pieter.
Ineens kwam een geweldige storm opzetten, die alle stof van de berg wegwaaide. Alles verdween met die storm, alleen de rots bleef. Ik voelde die storm over mij heengaan.
De vallei werd nu prachtig mooi. Een grote blinkende rots stond nu in het midden, alsof hij van kristal was, zo zuiver en schitterend. Vanuit het midden van die rots vloeide water, prachtig, kristalhelder. Plotseling kwam vanuit de hemel een regen van vuur. De vuurdruppels drongen rondom die rots diep in de aarde. Daarboven was het een en al Licht.
Ineens kwam vanuit de verte een geweldig grote kudde schapen aan met lammeren, zwarte en witte, die veranderden in mensen van allerlei soort. En ik hoorde hemelse muziek, het was een en al jubel. Ik zag nu de wereldbol weer in zijn geheel. Vanuit de hemel klonk nu luid als een roep over die vallei: "Ziet toe, de heilige Geest, de Geest van Waarheid en Leven, en Zij die Ik gezonden heb, de Vrouwe, uw Moeder, is daar!" En ik kreeg een diepe ontroering over mij. [25 maart en 31 mei 1975]
Met dank aan Pater Peter Klos
3. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 87]
Schrift 1
135. Tijdens de derde proeftijd liet de Heer mij verstaan dat ik mij aan Hem moest opofferen, zodat Hij met mij kon doen wat Hem beviel. Ik moest vóór Hem blijven staan als een slachtoffer. Eerst schrok ik, want ik voelde mij een eindeloze ellende en mijzelf kennende, heb ik nog eens aan de Heer geantwoord: "Ik ben de ellende zelf, hoe kan ik een gijzelaarster zijn?" "Gij verstaat dit niet vandaag. Morgen zal Ik het u, tijdens de aanbidding, te kennen geven." Mijn hart sidderde en ook mijn ziel, zo diep zonken deze woorden in mijn ziel. Het Woord van God is levend. Toen ik in de aanbidding kwam, voelde ik in mijn ziel dat ik was binnengetreden in de tempel van de levende God, wiens majesteit groot en onvatbaar is. God gaf mij te kennen wat zelfs de zuiverste geesten zijn in vergelijking met Hem. Hoewel ik uiterlijk niets zag, doordrong de goddelijke aanwezigheid mij tot in het diepst van mijn wezen. Op dat moment werd mijn verstand op een bijzondere wijze verlicht. Voor de ogen van mijn ziel speelde zich een visioen af, als voor Jezus in de hof van Olijven. Eerst het lichamelijk lijden en de omstandigheden die het vermeerderden. Het geestelijk lijden in heel zijn uitgestrektheid en ook dit lijden waar nooit iemand van zal weten. Alles kwam in dit visioen: onrechtvaardige vermoedens, verlies van goede naam. Ik heb het samengevat opgeschreven, maar deze kennis was zo duidelijk dat, wat ik later meemaakte, in niets verschilde van het ogenblik waarop ik het zag. Mijn naam moest zijn: "offer". Toen dit visioen voorbij was, liep het koud zweet van mijn voorhoofd.
136. Jezus gaf mij te kennen, dat ook als ik niet zou toestemmen in dat alles, ik toch nog zou kunnen gered worden, en Hij mij niet minder zou begenadigen en met mij dezelfde diepe omgang zou behouden, zodat, zelfs als ik met dit offer niet instemde, Hij zijn mildheid niet zou verminderen.
Ook gaf de Heer mij te kennen dat gans het mysterie van mij afhangt, van mijn vrijwillige toestemming tot het offer in volle kennis van mijn geest. In deze vrijwillige en bewuste daad bevindt zich in de ogen van Zijne Majesteit alle macht en waarde. Zelfs als geen van die dingen, waarvoor ik mij geofferd heb, zou plaats grijpen, dan geldt toch alles voor de Heer als was het reeds voltrokken.
Op dat moment erkende ik dat ik een band aanging met de onvatbare Majesteit. Ik voelde dat God wacht op mijn woord, mijn toestemming. Toen stortte mijn geest zich in de Heer en ik zei: "Doe met mij zoals het U belieft, ik geef mij over aan Uw Wil. Uw heilige Wil is vanaf nu mijn voedsel. Ik zal trouw zijn aan Uw eisen met de hulp van Uw genade. Doe met mij wat U belieft. Ik smeek U, Heer, wees mij elk ogenblik van mijn leven nabij".
137. Dan, toen ik met heel mijn wil en gans mijn hart ingestemd had tot het offer, doordrong mij de aanwezigheid van God. Mijn ziel verzonk in God, overstroomd met zo'n geluk dat ik het niet kan beschrijven, zelfs niet gedeeltelijk. Ik voelde dat Zijn Majesteit mij omgaf. Ik was op bijzondere wijze met Hem verenigd. Ik zag Gods grote welwillendheid in mij en wederkerig sluimerde mijn geest in Hem. Bewust van deze vereniging met God, voelde ik dat ik bijzonder bemind werd en op mijn beurt beminde ik Hem met heel de kracht van mijn ziel. Tijdens deze aanbidding voltrok zich een groot mysterie, een mysterie tussen mij en de Heer. Het leek mij dat ik onder Zijn blik ging sterven van liefde. Ik sprak veel met de Heer, zonder één woord. En de Heer zei tot mij: "Gij zijt de zaligheid van Mijn Hart; van vandaag af zal elk van uw daden, zelfs de kleinste, welbehagen vinden in Mijn ogen, wat ge ook doet." Op dat ogenblik voelde ik mij omgevormd. Het lichamelijk omhulsel blijft hetzelfde, maar de ziel is anders, God woont erin met al Zijn welbehagen. Geen gevoel maar een bewuste werkelijkheid, die door niets kan verduisterd worden, is dat.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 87]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 2
Aan die teksten uit de Schrift kan het getuigenis worden toegevoegd van Sint Thomas die ons drie theologische redenen geeft over de geschiktheid en de gepastheid van een algemeen oordeel.
De eerste van deze redenen bestaat in het feit dat de goede of slechte daden van de mens niet altijd afzonderlijke en voorbijgaande daden zijn. Meestal, als het de leiders der naties of degenen die een openbaar gezag uitoefenen betreft blijven ze bestaan eens volbracht, hetzij in het geheugen van de andere mensen, hetzij in de openbare faam, vanwege de weerklank die ze bezaten of door het berokkend schandaal. Zo schijnt deze, op het eerste zicht geheime misdaad een persoonlijke private daad te zijn, maar wordt het maatschappelijk vanwege het effect. Het is misschien geloofwaardig dat er een bijzonder oordeel bestaat en dat elke mens, bij zijn laatste zucht, voor Gods gerecht verschijnt om er zijn eeuwig vonnis te aanhoren. Maar dat oordeel kan niet volstaan, het moet noodzakelijk door een ander openbaar oordeel gevolgd worden waardoor God de daden niet afzonderlijk beschouwt, maar volgens hun effect tegenover de andere mensen, volgens de goede en kwade dingen die er uit voortvloeiden voor de families en de volkeren, kortom in de gevolgen die ze opbrachten en die de dader moest voorzien.
De tweede reden van dit openbaar betoog van de Engelachtige Dokter is dat van de valse oordelen en verkeerde inschattingen van de menselijke opinie. De meeste mensen, zelfs de meest verlichte en wijze, laten zich gemakkelijk bedriegen en misleiden. Ze onderscheiden het intiemste van de zielen niet en kunnen er het geheime en innerlijke niet in lezen: daardoor wordt hun oordeel meestal op schijn gebaseerd, op het zichtbare en het externe. Daaruit vloeit ook voort dat de mensen die goed doet dikwijls met onrechtvaardige strengheid behandeld, miskend en benadeeld worden in hun faam. Anderzijds blijft de boosheid van een groot aantal mensen genegeerd, ze genieten de waardering en het openbaar vertrouwen en de wereld kent hen aanzien en lof toe die slechts aan de rechtvaardigen toekomt. Er is dus nood aan een oordeel dat elke vermomming blootlegt, dat het masker van elke huichelarij aflegt en de verborgen listen en valse deugden meldt. Dit oordeel, zegt Sint Jan, zal niet plaatsvinden volgens het vlees of volgens wat de ogen zien en oren ontwaren, maar onder het stralende licht van God, met het doorzicht van alle bedoelingen en verwachtingen, met het volle voorgevoel voor het meest geheime en mysterieuze van de harten: corda omnium intuendo [Joh 8 ; Is 2 ; Kon 16].
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: Broeder Joseph
5. Becket [9/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
6. Jezus' tijdgenoten [aflevering 218]
Johannes de Presbyter [Oudste]
De toeschrijving van Hiëronymus van de tweede en de derde brief van Johannes aan "de Oudste," vindt zijn oorsprong in de tekst van deze boeken, waarin de schrijver verwijst naar zichzelf als "ho presbyteros," wat kan vertaald worden als "de presbyter," of de "oudste," hetzelfde woord dat door Papias wordt gebruikt.
Alhoewel het dateert uit een latere tijd, volgt het "Decretum Gelasianum," verbonden aan Paus Gelasius I, de mening van Hiëronymus door te aanvaarden dat de ene brief van de hand is van de apostel Johannes, en de twee overige brieven van de "andere Johannes, de oudste."
Tegenwoordig herleeft dit onderscheid regelmatig, hoofdzakelijk, en duidelijk in tegenstelling tot Eusebius mening, "om de ontkenning te ondersteunen van de apostolische oorsprong van het vierde evangelie," wiens "schoonheid en rijkdom" zo prachtig is, dat sommige geleerden het moeilijk hebben om dit Evangelie toe te wijzen aan een "eenvoudige visser uit Galilea."
Vertaling: Broeder Joseph
7. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 45]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
In Jozefs timmerwinkel
Tegen de avond zag ik Jezus met Kliud, uit diens woning naar Nazareth gaan. Nog vóór de muren van de stad, waar Jozef zijn timmerwinkel had, woonden verscheidene goede, arme lieden die bekenden van Jozef waren. Meerdere van hun zonen waren jeugdmakkers van Jezus geweest. Eliud bracht Jezus bij die mensen en men bood de vereerde gasten een stuk droog brood en een teug fris water aan. Te Nazareth was het water bijzonder goed. Ik zag Jezus te midden van deze mensen op de grond neerzitten en hen aansporen tot de doop van Johannes. Zij waren verlegen in Jezus' tegenwoordigheid. Vroeger hadden zij Hem wel als huns gelijke gekend, maar nu werd Hij door Eliud, die hun raadsman en vertrooster en daarom hoogst eerbiedwaardig in hun ogen was, op zulk een plechtige wijze bij hen ingeleid. Ja, hij maande hen ook aan tot de doop [als had Hij gezag]. Zij hadden wel van een Messias gehoord, maar konden zich niet indenken dat Hij dit kon zijn.
8. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Zalig- en Heiligverklaringen
Gedurende zijn pontificaat verklaarde Pius IX in totaal 329 personen zalig, onder wie de Nederlandse Jezuïet Petrus Canisius, de Vlaamse Jezuïet Jan Berchmans en twee van Pius voorgangers: de pausen Urbanus V en Eugenius III.
In totaal werden 63 personen heilig verklaard, bijna evenveel als tijdens de 17e en 18e eeuw samen. Onder hen de uit Spanje afkomstige inquisiteur Pedro de Arbués, de Pool Josafat Kuncewycz, de eerste door de Katholieke Kerk erkende heilige van de oosterse ritus, en de 19 Martelaren van Gorcum. Deze, in 1572 door de Watergeuzen vermoorde groep Franciscanen, werd op voorspraak van hun orde en op initiatief van Pius IX zelf verheven tot het altaar. De Nederlandse bisschoppen zelf zouden niet zo happig geweest zijn op deze heiligverklaring, omdat zij vreesden de protestanten voor het hoofd te stoten.
Vertaling: Mario Lossie
9. Diverse profetieën: Firmanius Lactantius, vroegchristelijke schrijver [260-325]
Profetie 1
God schiep de wereld en de voortreffelijke eigenschappen ervan in een tijdspanne van zes dagen, zoals vervat in de geheimen van de Heilige Schrift. Hij zegende de zevende dag, waarop Hij rust nam. Dit is de sabbatdag die, in de taal van de Hebreeën, zijn naam kreeg door het getal zeven, het legitieme en volledige nummer. Want er zijn zeven dagen waarop de cycli der jaren zijn gebaseerd en er zijn zeven sterren die niet ondergaan en zeven lichten die planeten worden genoemd, waarvan wordt aangenomen dat hun verschillende en ongelijke bewegingen de verscheidenheid van omstandigheden en tijden veroorzaken. Daar alle werken van God zijn volbracht in zeven dagen, moet de wereld in haar huidige staat, verder gaan door zes jaren, dat is, zesduizend jaren. Want de grote dag van God wordt begrensd door een cyclus van duizend jaren, zoals de profeet aantoont die zegt: "In Uw zicht, O Heer, zijn duizend jaren als een dag." En terwijl God in deze zes dagen van schepping zon grote werken verrichtte, zo moeten Zijn godsdienst en waarheid werken tijdens deze zesduizend jaren, terwijl verdorvenheid de overhand krijgt en de regel wordt. En opnieuw: daar God Zijn werken had volbracht, rustte Hij op de zevende dag, die Hij zegende. Op het einde van deze zesduizend jaren moet alle kwaad van de aarde worden vernietigd en zal de rechtschapenheid voor duizend jaar regeren en zal er kalmte en rust zijn voor de werken die de wereld zolang heeft moeten ondergaan.
Vertaling: Chris De Bodt
11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 72: Medium Corpus Pilarum [Half lichaam der schijven]
Gregorius XIII [1572-1585]
Echte naam: Ugo Buoncompagni [Bologna, 7 januari 1502 - Vaticaanstad, 10 april 1585]
Na zijn terugkeer in Rome werd hij in 1564 benoemd tot kardinaal van San Sisto. In hetzelfde jaar werd hij als legaat naar Spanje gestuurd om onderzoek te doen naar de aartsbisschop van Toledo. Deze was door de Inquisitie gevangengenomen op beschuldiging van ketterij. Tijdens het onderzoek, dat twee jaar duurde, volgde een nieuwe benoeming: die van secretaris van de apostolische brieven. Na de dood van paus Pius V werd Ugo, vooral dankzij de invloed van kardinaal Granvelle, gekozen tot paus en nam hij de naam Gregorius XIII aan.
Op 5 oktober 1582 liet hij met de bul "Inter gravissimas" de Gregoriaanse kalender invoeren, de kalender die wij vandaag de dag nog hanteren. Door een fout in de Juliaanse kalender liep deze inmiddels tien dagen achter. Om dit te compenseren sloeg men na 4 oktober tien dagen over, waardoor het na 4 oktober 1582, 15 oktober 1582 werd.
De schijven in het motto refereren naar Paus Pius IV, die Gregorius tot kardinaal had benoemd, en die zes schijven in zijn wapen had. Paus Gregorius had een draak in zijn wapen, met een half lichaam.
Chris De Bodt
12. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3451 van 13/3/2011
Lieve zonen en dochters, Ik kom uit de hemel om u allen te zegenen en u te zeggen dat het nu de gepaste moment is voor uw bekering. Laat de armen niet hangen. Laat de duisternis van de zonde u niet wegleiden van het pad dat u zal leiden tot Mijn Zoon Jezus. U leeft in een tijd die erger is dan ten tijde van de zondvloed. Kniel neer in gebed, want dit is de enige wijze waarop u kunt bijdragen tot de uiteindelijke overwinning van Mijn Onbevlekt Hart. Ik lijd om wat er op u afkomt. De mensen verwijderen zich van God en aan de schepping wordt meer waarde gehecht dan aan de Schepper. Mijn arme kinderen zijn zo blind dat ze de blinden volgen. Bekeer u en keer terug tot Jezus. Hij is uw alles en u bent zonder Hem tot niets in staat. Mijn arme kinderen moeten de liefde van God aanvaarden, want dit is de enige wijze waarop u vrede zult kennen. U bent belangrijk voor de verwezenlijking van Mijn plannen. Verschrikkingen zullen in Noord-Korea geschieden en Mijn arme kinderen zullen een groot kruis te dragen hebben. Moeilijke dagen zullen aanbreken voor India en Pakistan. Bid. Enkel door het gebed zult u de sterkte vinden om het gewicht van het kruis te dragen. Moed. Zet geen stap terug. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Valentina Papagna: vervolg van de boodschappen
24 mei 2010: Feest van Onze Lieve Vrouw, hulp der Christenen
Onze Heilige Moeder sprak: "Mijn lieve kinderen, de meesten onder u vieren Mijn feest vandaag, Onze Lieve Vrouw, hulp der Christenen. Deze titel werd Mij toevertrouwd door Mijn Zoon om Mijn christen kinderen te helpen. Ik ben heel gelukkig dat Ik Mijn kinderen kan leiden en hen helpen, vooral zij die Mijn feest vieren in dit land [Australië]."
Zij keek mij glimlachend aan en zei daarop: "Weet u dat dit land ooit heel christelijk was, maar sedertdien hebben vele landen, met een verschillende achtergrond, heel wat atheïsme met hen meegebracht en is Australië een atheïstisch land geworden voor minstens twee derden van de bevolking. U ziet de kaarsen in de kerk. Wanneer u een kaars aansteekt, dan vertegenwoordigt dit uw geloof dat levend is. Als de kaars op is, dooft de vlam en wordt alles donker en tenzij men de kaars steeds opnieuw door het geloof aansteekt, zal de vlam geen licht meer geven.
Het spijt mij, mijn kinderen, dat u tussen al deze ongelovigen moet leven. De regering probeert de maatschappij te begrenzen, zonder God hierbij te willen kennen. Als het niet aan God lag, zou er niet eens iets bestaan. Mijn kinderen, God houdt zoveel van u maar het bedroeft Zijn Hart als hij de mensen aanschouwt die vluchten van het ware geloof. Troost Hem met gebed en moedig de mensen aan om tot God terug te komen.
Ik zegen u allen op deze heel bijzondere dag."
Onze Lieve Vrouw vertrok in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
25-03-2011
25 maart 2011
25 maart 2011
Maandelijkse boodschap van Onze Lieve Vrouw aan Maria Pavlovic voor de hele wereld:
"Lieve kinderen! Vandaag wens Ik u op een bijzondere wijze op te roepen tot bekering. Dat, vanaf vandaag, een nieuw leven mag beginnen in uw hart. Kinderen, Ik wens uw "ja" te zien en dat uw leven een vreugdevol beleven van Gods wil mag zijn op elk ogenblik van uw leven. Vandaag zegen ik u op een bijzondere wijze met Mijn moederlijke zegen van vrede, liefde en eenheid in Mijn hart en in het hart van Jezus. Dank om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven."
Chris De Bodt www.bloggen.be/medjugorje
24-03-2011
24 maart 2011
24 maart 2011
1. Benjamin Netanyahu: "Israël zal agressief reageren"
Israël zal "agressief en verantwoordelijk" reageren om de rust en veiligheid in het land te bewaren. Dat zei premier Benjamin Netanyahu in een reactie op het oplaaiende geweld in de Palestijnse Gazastrook en op een bomaanslag eerder op de dag in Jeruzalem.
"Israël zal agressief, verantwoordelijk en wijs optreden om de rust en veiligheid te bewaren die hier al twee jaar heerst", aldus de premier. De afgelopen dagen is het geweld in de Gazastrook toegenomen. Militante Palestijnen schoten raketten richting Israël.
De aanvallen werden beantwoord met bombardementen en beschietingen, waarbij acht Palestijnen om het leven kwamen. Woensdag ontplofte een bom in Jeruzalem. Een persoon stierf. Ongeveer dertig mensen raakten gewond.
2. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 33]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
Vicka's ervaringen van de verschijningen
Janice: Sprak Hij met u? Vicka: Neen, Hij keek mij enkel aan met die gekwetste ogen zo vol van liefde. De Gezegende Moeder zei: "Ik ben hier met Jezus om u te tonen hoeveel Jezus heeft geleden voor ieder van u."
Janice: Wat dacht u toen u dat hoorde? Vicka: Ik dacht aan de hemel, hoe wondermooi het daar is en ik was verdrietig dat het zoveel voor Jezus heeft gekost opdat we de kans zouden krijgen om daar naartoe te gaan. Dan dacht ik aan het vagevuur.
Janice: Op welke manier? Vicka: Ik herinnerde me dat het vagevuur een eindeloze askleurige ruimte was. Het was volledig donker. Ik kon voelen dat de mensen daar leden. De Gezegende Moeder vertelde me dat we zouden moeten bidden voor de zielen die in het vagevuur gestrand zijn. Ze zei dat alleen gebeden en offers hen van die plaats kunnen bevrijden. Ik keek naar Jezus, geslagen en gekneusd, en ik ervaarde echt hoeveel Hij uit liefde voor ons heeft gedaan.
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
3. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 19]
Wees getroost, volkeren, de Heer is met u...
Ik zag weer die schitterende gestalte, terwijl ik hoorde zeggen: "Ziet wat is geschied...!"
Nu kreeg ik een vreselijk beeld voor mijn ogen. Aan de voeten van die hemelse gestalte zag ik een grote draak liggen. Dan zag ik dat de ogen ervan uitgerukt werden. Daarna werden de nagels uitgetrokken. En tot slot ging de bek open en zag ik dat zijn grote tanden uit de bek vielen. Dat alles lag voor mij op de grond. De draak zag ik ineenkrimpen. Slap en uitgeput viel hij ineen en lag neergeworpen. En de Stem zei: "Uw macht is gebroken en uw kracht is afgenomen. Uw trots en uw hoogmoed worden vertrapt. En gij, machtigen der aarde, ziet hierin uw voorbeeld..."
Dan wachtte de Stem even en zei vervolgens: "Wees getroost volkeren, de Heer is met u. Bid het gebed en zij zal en mag uw voorspreekster zijn. Wees getrouw!"
Het geheel was voor mij zeer indrukwekkend: dat grote, majestueuze en machtige van de Heer en daartegenover dat nietige, monsterlijke beeld van de draak. [11 februari 1975]
Met dank aan Pater Peter Klos
4. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 86]
132. Ik moet nog vermelden dat sommige biechtvaders de ziel helpen en naar het schijnt, geestelijke vaders zijn, maar alleen zolang alles goed gaat, maar als de ziel zich in een grotere nood bevindt, zijn ze uit hun lood geslagen en kunnen of willen de ziel niet begrijpen. Ze proberen zich er zo snel mogelijk van af te maken, maar als de ziel nederig is, kan zij er toch minstens iets aan hebben. God zelf zal soms een lichtbundeltje op de bodem van die zielen werpen om haar nederigheid en haar geloof. Soms zegt de biechtvader dingen die hij helemaal niet van plan is te zeggen, zonder zich daar zelf bewust van te zijn. O, dat de ziel gelove dat het de woorden van Jezus Zelf zijn, ook al moeten wij geloven dat elk woord in de biechtstoel gezegd van God is, toch komen die woorden waar ik juist van sprak rechtstreeks van God. En de ziel voelt dat de priester niet uit zichzelf spreekt, hij zegt dingen die hij niet van plan was te zeggen. Ziedaar hoe God het geloof beloont. Ik heb dit meermaals meegemaakt. Een zeer geleerde en geëerde priester, [het gebeurde soms dat ik bij hem ging biechten] was altijd zeer streng en sprak mij in deze dingen tegen, maar één keer antwoordde hij mij: "Weet, zuster, als God wil dat Gij dit volbrengt, dan mag men zich daar niet tegen verzetten. God wil soms juist zo geprezen worden. Wees gerust, wat God begonnen is, zal God tot een goed einde brengen, maar ik zeg u dit: belangrijk is trouw aan God en nederigheid, nogmaals nederigheid. Herinner u goed wat ik vandaag heb gezegd." Ik heb mij verheugd en ik dacht dat die priester mij misschien toch had begrepen. Maar door omstandigheden gebeurde het zo dat ik nooit meer bij hem heb gebiecht.
133. + Eens riep één van de oudere zusters mij en het was alsof er vurige bliksems uit een klare hemel mij op het hoofd vielen, zo erg dat ik niet wist waarover het ging. Ik begreep al vrij snel dat het ging over zaken die niet van mij afhingen. Ze zei mij: "Zet het uit uw hoofd, zuster, dat Jezus zulk een vertrouwde omgang heeft met u, zo'n ellende en onvolmaaktheid. Jezus is maar nauw verbonden met heilige zielen, onthoud het". Ik erkende dat ze volledig gelijk had, want ik ben ellendig, maar niettemin vol vertrouwen op de Goddelijke Barmhartigheid. Toen ik de Heer ontmoette, heb ik me vernederd en gezegd: "Jezus, Gij hebt naar het schijnt geen omgang met ellendigen als ik?" "Wees gerust, Mijn dochter, het is juist door zo'n ellende dat Ik de macht van Mijn Barmhartigheid wil tonen." Ik begreep dat de moeder mij alleen heeft willen vernederen.
134. O mijn Jezus, Gij hebt mij veel beproefd in dit korte leven, ik heb vele dingen begrepen, zodanig dat het mij nu zelfs verwondert. O, wat is het goed om zich gans aan God te geven en Hem toe te laten volledig in de ziel te handelen.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 86]
Derde Lezing: Over de verrijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 2
In de heilige Schrift, telkens er sprake is van het oordeel zonder andere aanduiding en deze dag met deze woorden beschreven wordt: Dies Domini, dies irae, of in gelijkaardige termen, dienen deze uitdrukkingen begrepen als het algemene oordeel dat op het einde der tijden zal plaatsvinden. Zo staat er geschreven: Voorwaar, ik zeg U, er zal voor Tyr en Sidon op de dag van het oordeel minder streng dan voor U opgetreden worden [Mt 11]. "Op de dag van het oordeel zal de streek van Sodoma meer vergevingsgezind behandeld worden" [Mt 11]. "De dag van het oordeel zal komen als een dief in de nacht" [I Th 5]. "Laat u niet beïnvloeden," zegt Sint Paulus, "alsof de dag van de Heer nabij was" [II Thess 2]. De profeten hebben tal van dergelijke uitspraken: "De dag van de Heer is nabij, dag van bitterheid en woede, van tegenspoed en angst, van ramp en armoede, van verduistering en duisternis, dag waarop kreten zullen weerklinken en trompetten schalmen."
Jezus Christus spreekt duidelijker in Mattheus hoofdstuk 13: "De Heer wordt er gezegd, zal zich tonen als een huisvader die zijn gebied komt reinigen. Hij zal de wan ter hand nemen, het graan zal op zolder geborgen worden en het onkruid verbrand worden."
Verder in hetzelfde Evangelie hoofdstuk 13,47: "Het Rijk Gods is gelijk aan een visnet in zee geworpen en dat allerlei vissen vangt. Wanneer het vol is trekken de vissers het op en, op het strand gezeten, sorteren ze de goede om in potten bewaard te worden en werpen de slechte weg. Zo zal het verlopen bij het einde der tijden. De engelen zullen opdagen en de slechten van de rechtvaardigen scheiden. Ze zullen ze in de vlammen van de oven werpen. Daar heerst geween en tandengeknars." Naar zijn leerlingen kijkend zegt hij hen: "Hebben jullie dit alles begrepen?" De leerlingen antwoorden: "we hebben het begrepen."
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
6. Becket [8/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
7. Jezus' tijdgenoten [aflevering 216]
Johannes de Presbyter [Oudste]
Dit standpunt werd overgenomen door Hiëronymus van Stridon, één van de vier grote kerkvaders van het Westen, in zijn boek De viris illustribus [Over bekende mensen]. In Hoofdstuk 9, over de apostel Johannes en zijn geschriften, wijst hij zowel het Evangelie als de eerste brief aan hem toe en vervolgt met de woorden: "Van de overige twee [brieven], waarvan de ene van de oudste, aan de uitverkoren vrouw en haar kinderen [de tweede brief van Johannes] is, en de andere, van de oudste, aan mijn geliefde broeder Gaijus, die ik werkelijk liefheb [de derde brief van Johannes] heet, wordt gezegd dat ze het werk zijn van Johannes de Presbyter, aan wiens herinnering tot op heden een andere reliek wordt getoond te Efeze, maar anderen zeggen dat ze twee gedenktekens zijn van dezelfde Johannes, de evangelist."
In hoofdtuk XVIII over Papias, herhaalt Hiëronymus het hierbovenvermelde fragment en gaat hij verder: "Het blijkt door deze lijst van namen dat de Johannes die wordt geplaatst onder de apostelen, niet dezelfde is als de Oudste Johannes die hij na Aristion plaatst in zijn opsomming. Dit zeggen we te meer omdat de mening, hierboven vermeld, door velen wordt gedeeld dat de laatste twee brieven niet het werk zijn van de apostel, maar van de presbyter."
Vertaling: Broeder Joseph
8. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 44]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Maria keert naar Kafarnaüm terug
Maria en de vrouwen kwamen hedenavond in het gezelschap van Kolaja, de zoon van Lea, bij hun huis naast het dal van Kafarnaüm, de vlakte van Gennezareth, aan. De vriendinnen uit het gewest kwamen hun tegemoet. Het woonhuis van Maria bij Kafarnaüm behoorde toe aan een man uit Kafarnaüm, die niet zeer ver van daar in een groot huis woonde. Die man heette Levi. De familie van Petrus had het van hem gepacht en aan de Heilige Familie in gebruik gegeven, want Petrus en Andreas kenden de Heilige Familie in het algemeen en door Johannes de Doper, van wie zij leerlingen waren.
Het huis had verscheidene bijgebouwen [zijvleugels met kamers rechts en links van het voorhof], waarin de leerlingen en bloedverwanten konden verblijven. Wegens de geschiktheid ervan scheen men het daarvoor gekozen te hebben.
Maria van Kleofas had haar jongetje Simeon, uit haar derde huwelijk, bij zich. Het was reeds een paar jaren oud. Ik meen dat ook zijn vader Jonas reeds overleden was. Nochtans ben ik daar nu niet zodanig zeker van, want ik zie een te grote menigte mensen door elkaar. Het is ondoenlijk om ze allemaal in het geheugen te houden.
9. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Verenigde Staten van Amerika
Spraakmakend werd de positie die Pius IX innam tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Hierover werd geschreven in het boek "Fifty Years in the Church of Rome" van de Canadese ex-priester Charles Chiniquy. Pius IX zou namens de Kerkelijke Staat als enig land ter wereld de claim van Jefferson Davis op het presidentschap van de Geconfedereerde Staten van Amerika [de zuidelijke staten] erkend hebben, zoals opgetekend in een brief aan Davis op 3 december 1863. Tijdens de gevangenschap van Davis in Fort Monroe stuurde Pius IX hem twee opmerkelijke geschenken: een foto van zichzelf en een doornenkroon, die volgens de overlevering door Pius zelf in elkaar gevlochten was. Beide giften bevinden zich momenteel in de "Confederate Memorial Hall" in de Amerikaanse stad New Orleans.
Pius actie zou zijn voortgekomen uit het verlangen om het Amerikaanse vrijheidsideaal te beteugelen. Deze houding van de paus zou er toe geleid hebben dat vele katholieken in dienst van de legers van de noordelijke staten deserteerden. Chiniquy ging zelfs zover dat hij het Vaticaan ervan beschuldigde de moord op president Abraham Lincoln beraamd te hebben door de tussenkomst van Jezuïeten.
Vertaling: Mario Lossie
10. Diverse profetieën: Heilige Methodius van Olympus [overleden ca. 311]
Profetie 11
In die dagen zal de antichrist veel rampspoed brengen, maar God zal niet toelaten dat zij, die verlost zijn door het goddelijke Bloed, zullen worden misleid. Om deze reden zal Hij Zijn twee dienaars, Enoch en Elias zenden, die de wonderen van de antichrist onecht zullen verklaren, en hem zullen beschuldigen van opdringerigheid. Na de dood en de ondergang van velen, zal hij de Tempel in verwarring verlaten en velen van zijn volgelingen zullen hem afvallen en toetreden tot het gezelschap van de rechtvaardigen. De verleider zal, na het zien van deze schande en verachting, in woede ontsteken en deze heiligen van God ter dood brengen. Het is dan dat het teken van de Zoon der Mensen zal verschijnen en Hij zal op een wolk uit de Hemel nederdalen.
Vertaling: Chris De Bodt
11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 72: Medium Corpus Pilarum [Half lichaam der schijven]
Gregorius XIII [1572-1585]
Echte naam: Ugo Buoncompagni [Bologna, 7 januari 1502 - Vaticaanstad, 10 april 1585]
Gregorius XIII was 13 mei 1575 tot aan zijn dood. Hij studeerde canoniek en civiel recht aan de universiteit van Bologna en werd daar vervolgens docent. Tot zijn leerlingen behoorden onder andere Alessandro Farnese en Reginald Pole.
In 1539 vertrok hij naar Rome en werd door paus Paulus III benoemd tot rechter van het Kapitool en kreeg daarnaast enkele andere functies. Zes jaar later werd hij als jurist afgevaardigd naar het Concilie van Trente [1545-1563].
Na zijn terugkeer vervulde hij diverse posten in de curia onder paus Julius III [1550-1555], die hem in 1555 benoemde tot prolegaat voor de Campagna.
In 1558 werd hij door Paulus IV benoemd tot bisschop van Viesti en werd hij tot priester gewijd. Een jaar later stuurde Pius IV hem als zijn afgevaardigde naar het Concilie van Trente. Daar bleef hij tot de afronding van het concilie in 1563.
Chris De Bodt
12. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3450 van 12/3/2011
Lieve zonen en dochters, Ik ben uw bedroefde Moeder. Ik lijd om het lijden van Mijn arme kinderen en Ik vraag u om vastberaden te blijven in het gebed. U zult nu gruwelen zien op aarde. Kniel neer in gebed. God is gehaast en nu is het de tijd voor uw terugkeer. Laat de armen niet hangen. De dood zal door verschillende landen van Europa gaan en er zal grote vernietiging zijn. Nu is het de tijd van de grote rampspoed voor de mensheid. Zoek sterkte in Jezus. China zal uit de bittere beker van het lijden drinken. Grote vernietiging zal worden gezien in Napoli. Napels zal schreeuwen om hulp. Bid, bid, bid. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Valentina Papagna: vervolg van de boodschappen
5 februari 2010
Deze ochtend, tijdens mijn gebeden, verscheen de Heilige Moeder aan mij. Ze keek heel gelukkig. Ze zei: "Mijn kind, de gebedsgroep die u bijwoont is Mij en Mijn Zoon heel dierbaar. U maakt deel uit van de wereldgebeden."
In een visioen toonde Zij mij de aardbol. Met Haar armen hoog omhoog tekende Zij een lijn op de aardbol en zei: "Dit is uw afdeling." [er zijn lijnen over de hele wereld die elkaar verbinden in het gebed van Haar Mariale beweging, dit als uitleg.]
De Heilige Moeder Maria zei: "Mijn kind, vergeet niet dat Ik het ben die u leid. Ik ben de leidster van alle gebedsgroepen. Ik breng u bij elkaar en ben onder u."
Ze zei: "Als u het altaar inricht, zou het Mij welgevallen om een klein boeket van roze rozen naast Mijn beeld te zetten. Het is Mijn voorkeurskleur. Vandaag, Mijn kinderen, terwijl u dit gebed reeds voor vele jaren bijwoont, zult u een bijzondere zegen ontvangen van Mijn Zoon omdat Hij zoveel van jullie houdt." Ik zei: "O, Heilige Moeder, wat een genade!" Van onze zijde danken wij U, Heer Jezus en de Heilige Moeder.
De Heilige Maria vervolgde: "Tracht andere mensen aan te moedigen om u te vervoegen. Mijn kinderen, tracht meer de biecht bij te wonen. Eenmaal u biecht, vergeeft Mijn Zoon al uw zonden. Hij veegt zij van u af zodat Hij ze zich niet meer herinnert. Nu moet ik terug naar de Hemel gaan."
We omhelsden elkaar zoals een moeder en een dochter doen. Ik zei: "Gezegende Moeder, wil u de Kleine Jezus en de Sint Jozef mijn groeten overbrengen."
Hierop ging Maria heel gelukkig heen met de woorden: "Zij houden zo heel veel van u."
Dank u, Heilige Moeder, om ons aan te moedigen in het gebed.
Vertaling: Chris De Bodt
23-03-2011
23 maart 2011
23 maart 2011
1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 32]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
Vicka's ervaringen van de verschijningen
Janice: Vicka, u kent de Gezegende Moeder op een persoonlijke manier die de meeste mensen op aarde nooit ervaren. Kunt u haar voor ons beschrijven zodat we een beetje mogen meedelen van uw ervaring? Vicka: Ze komt vergezeld van een immens, bijna verblindend licht. Ze draagt gewoonlijk een lang grijs kleed, een witte sluier, een mooie kroon met twaalf sterren. Ze heeft blauwe ogen, zwart haar, en roze wangen. Ze zweeft op een wolk, die nooit de grond raakt. Op Haar feestdagen, verjaardagen,... komt ze volledig gekleed in goud. Elk jaar brengt ze met Kerstmis de baby Jezus mee in haar armen. Op sommige Goede Vrijdagen kwam de Gezegende Moeder met Jezus. Hij was volledig bedekt met wonden. Al Zijn kleren waren gescheurd. Hij droeg een doornenkroon.
Janice: Vicka, wat een schokkend gezicht. Vicka: Het deed mij veel pijn om Hem zo te zien.
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
2. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 18]
Het is nu nog tijd om terug te keren...
Ik zag nu twee wegen voor mij. De ene weg ging linksaf met aan het einde een diepe zwarte kloof of hol. De weg was vol mensen van allerlei soort en het was alsof de weg zwart was en boven de weg hingen er zwarte wolken. De Stem riep met krachtig geluid: "Gij gaat de verkeerde weg op. Het is nu nog tijd om terug te keren!"
De mensen draaiden hun hoofden om, alsof ze luisterden vanwaar die Stem kwam. Velen liepen halsstarrig met het hoofd opgeheven door. Maar velen zag ik ook omdraaien en terugkomen.
Dan zag ik voor mij een zwarte poort en moest daar binnengaan. Toen ik binnenkwam was er duisternis. Ik meende mensen te zien. Maar toen ik goed keek waren het allemaal gevouwen handen die ik zag. Ontelbaar velen. Ook ik stond daar ineens met gevouwen handen. Dat moest ik doen. Terwijl ik naar al die gevouwen handen keek, kreeg ik in mij: gebónden handen, en ik voelde dat ik mijn handen moeilijk los kon krijgen. Dan sprak de Stem weer: "Kom, volg Mij." Ik ging de duisternis uit en zag een hemelse gouden poort, terwijl de Stem zei: "Mijn Rijk is uw Rijk..."
Ik kwam nu op een vlakte en zag die gebonden handen die ik reeds eerder gezien had. Maar nu waren het mensen die met gebonden handen zaten. De Stem klonk weer alsof het over heel de wereld werd geroepen: "Ja waarlijk, dit is een gezegende dag!"
En ik zag de mensen juichend op hun knieën vallen en de gebonden handen gingen los. Ze hieven de handen en armen omhoog en er was een onbeschrijflijke vreugde te voelen en te zien op hun gezichten. Ze keken allemaal omhoog. Voor mijn ogen ging de hemel open. Daar was een en al Licht en een Troon zo schitterend als ik nooit tevoren heb gezien. Er kwam een grote blijdschap over mij. [8 september, 24 november 1974 en 2 februari 1975]
Met dank aan Pater Peter Klos
3. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 85]
129. satan profiteert altijd van zulke momenten, zijn ontmoedigende gedachten begonnen mijn geest binnen te dringen: Ziedaar de beloning van uw trouw en oprechtheid. Hoe kan men oprecht zijn als men zo onbegrepen wordt. Jezus, Jezus, ik kan niet meer. En ik viel opnieuw op de grond onder het gewicht van deze last, ik was bedekt met zweet en ik was van angst bevangen. Ik had niemand op wie ik innerlijk kon steunen. Opeens hoorde ik een stem in mijn ziel: Vrees niet, Ik ben met U en een vreemd licht verhelderde mijn geest en ik begreep dat ik mij niet mocht laten gaan in een dergelijke droefheid. Een zekere kracht vervulde mij en ik kwam uit de cel met nieuwe moed om te lijden.
130. Toch begon ik me wat te laten gaan. Ik schonk geen aandacht meer aan die innerlijke inspraken en spande mij in om verstrooid te zijn. Maar ondanks het lawaai en de verstrooiing, zag ik wat er gebeurde in mijn ziel. Het woord van God is welsprekend en niemand kan het in de doofpot stoppen. Ik ben begonnen de ontmoetingen met de Heer in mijn ziel te mijden, want ik wou geen slachtoffer zijn van illusies. Maar de Heer achtervolgde mij op een bepaalde wijze met zijn gaven en werkelijk ik ervaarde afwisselend kwelling en vreugde. Ik vermeld hier niet de diverse visioenen en genaden die de Heer me toen gaf, want die heb ik elders beschreven [3], maar ik vermeld hier enkel dat die verscheidene kwellingen hun toppunt al hadden bereikt en ik nam het besluit met die twijfels vóór de eeuwige geloften af te rekenen.
Tijdens heel de proeftijd bad ik om licht voor de priester waaraan ik mij moest toevertrouwen en dit met mijn hele ziel tot in de diepte. Ik vroeg aan God Zelf om mij te helpen en mij de genade te verlenen de meest verborgen zaken die zich afspeelden tussen de Heer en mij, te kunnen uitdrukken, en de gezindheid om alle beslissingen van de priester te aanvaarden als kwamen ze van Jezus. Welk oordeel ook over mij ging vallen, was van weinig belang. Ik verlang alleen de waarheid en een beslissend antwoord op bepaalde vragen. Ik vertrouwde mij geheel aan God toe en mijn ziel verlangde de waarheid. Ik kan niet langer in twijfel leven, terwijl ik in mijn ziel een grote zekerheid had dat die dingen van God komen, zodat ik daarvoor mijn leven zou geven, heb ik toch de raad van de biechtvader boven alles gezet en ik besloot te handelen zoals hij zal beslissen en volgens zijn aanwijzingen. Ik bezag dat moment als beslissend voor de vooruitgang van gans mijn leven. Ik weet dat daar alles zal van afhangen. Het heeft geen belang of wat hij zegt overeenkomt met mijn ingevingen of helemaal tegengesteld is, dat interesseert mij niet. Ik wil de waarheid kennen en haar volgen.
131. Jezus, Gij kunt mij helpen. En sinds dat ogenblik ben ik opnieuw begonnen. Ik hield alle ontvangen genaden verborgen in mijn ziel en ik wachtte af wie de Heer mij zenden zou. Aan niets twijfelend in mijn hart, bad ik de Heer dat Hijzelf mij in deze momenten zou helpen en een zekere moed kwam in mijn ziel.
[3] P. Sopocko schrijft: "Toen ik enige weken in het heilig land verbleef, verbrandde zij haar dagboek op aansporing van een "vermeende" engel. Als boete liet ik haar de vernietigde inhoud nogmaals neerschrijven. Terwijl ze dit deed, kwamen er nieuwe belevenissen. Die noteerde ze eveneens, maar vermengde ze met herinneringen uit de verbrande schriften. Daardoor heeft haar dagboek geen chronologische volgorde".
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 85]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 2
Eens de Verrijzenis volbracht is het oordeel er het onmiddellijke gevolg van en zal dit zonder uitstel gebeuren. Het is inderdaad niet denkbaar dat de ontelbare menselijke familie, bestaande uit de lange keten generaties en samengepakt op een enge oppervlakte van deze aarde, zou zoeken naar de sporen van de vroeger bewoonde plekken en opnieuw gedoemd zou worden om ze met hun zweet te begieten en voor flarden ervan te vechten.
Het is duidelijk dat de verrezen mensheid in andere bestaansorde zal treden en dat de goddelijke Goedheid verplicht is voor haar nieuwe woningen en verblijfplaatsen te openen. Deze woningen zullen verschillend zijn naargelang de verdiensten of de gebreken van ieder. De rechtvaardigen zullen het paradijs binnengaan, de verdoemden zullen de duistere afgronden van de haat en de vervloeking vullen.
Het is overbodig deze goddelozen te weerleggen die deze opperste openbaring van rechtvaardigheid en plechtige ontknoping van het menselijk lot tegenspreken. De algemene rechtvaardigheid is een zeker feit door alle Profeten voorspeld, het is een waarheid waarop Jezus Christus steeds de nadruk legt, een waarheid door de rede bevestigd, in overeenstemming met de wet van het geweten en elk begrip van billijkheid.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
5. Becket [7/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
6. Jezus' tijdgenoten [aflevering 215]
Johannes de Presbyter [Oudste]
Nadat hij Papias heeft vernoemd, gaat Eusebius verder: "Het is hier nuttig om waar te nemen dat de naam Johannes tweemaal door hem wordt vernoemd. De eerste keer in verband met Petrus, Jacobus en Mattheus en de rest van de apostelen, waarbij hij duidelijk de evangelist bedoelt, terwijl hij de andere Johannes slechts na Aristion vermeld en hem onder de anderen rangschikt, buiten de apostelen, en hem een presbyter noemt.
Dit toont aan dat de bewering van hen die zeggen dat er twee personen in Azië met dezelfde naam waren, juist is en dat er twee graven zijn in Efeze. Beide graven dragen tot vandaag de naam Johannes. Het is belangrijk om dit te noteren omdat het waarschijnlijk de tweede is, als niemand kan zeggen dat het de eerste was die de Openbaringen zag, waaraan deze mogen worden toegeschreven. En Papias, over wie we nu spreken, zegt dat hij de woorden van de apostelen ontving van hun volgelingen en Aristion hoorde en de presbyter, Johannes. Hij noemt hen dikwijls bij naam en geeft hun overlevering in zijn schriften weer. We hopen dat deze dingen niet onnodig aangehaald zijn door ons."
Vertaling: Broeder Joseph
7. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 44]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Gesprek met de Esseen Eliud
Hij vertelde ook dat Maria bij haar nicht een bron gevonden had, wat mij ook in een bijkomend visioen getoond werd. Ik zag namelijk hoe de Heilige Maagd met Elisabeth, Zacharias en Jozef uit het huis van Zacharias, naar diens klein buitengoed gegaan waren, waar het water onbrak. Ik zag de Heilige Maagd alleen voor de tuin gaan met een stokje. Zij bad en zodra zij haar stok in de grond bewoog, borrelde er een watertje omhoog dat rond een kleine aardhoogte vloeide. Zacharias en Jozef kwamen zien en staken de hoogte met een schop weg. De aarde werd door een opborrelende waterkolk beroerd en er kwam een allerschoonste bron te voorschijn. Zacharias woonde een uur of vijf ten zuiden van Jerusalem, een weinig westelijker.
In zulk een vertrouwelijk gesprek, door gebeden afgewisseld, beschouwde ik Eliud en Jezus. Eliud vereerde Jezus. Hij bejegende Hem heel kinderlijk en vreugdig, zonder evenwel reeds te weten dat Jezus méér was dan een begenadigd, uitverkoren mens.
Eliuds dochter woonde niet in hetzelfde huis bij haar vader, doch in een eigen, afzonderlijk rotsgewelf. Afgezonderd van de mannen, woonden hier vijf of zes vrouwen samen. De Essenen, die de berg hier bewoonden, waren met zowat twintig in getal. Die mensen vereerden Eliud als hun opperhoofd en kwamen dagelijks voor het gebed bij hem samen. Jezus at met Eliud alleen. Zij gebruikten brood, vruchten, honing en vissen, doch zeer matig. De Essenen leefden hoofdzakelijk van de weefnijverheid en de tuinbouw.
De berg, aan de zuidoostelijke voet, waar de Essenen woonden, was de hoogste top van het gebergte [488 m], waarop Nazareth in de hoogte gebouwd was, doch van het dorp gescheiden door een dal, een kleine ravijn. Hij had aan de andere kant een steile helling of vertikale wand en was daar met groen en wijnstammen bewassen. Beneden aan de voet van die steile wand of val, waar de Farizeeën Jezus later wilden neerwerpen, lag allerlei narigheid: afval, puin, vuiligheid tot zelfs doodsknoken.
Maria's huis lag vooraan in de stad tegen een heuvel, zodanig dat delen van het huis, zoals de achterzijde, als gewelven in de schoot van de heuvel leidden, namelijk in een grot. Nochtans stak het platdak van het huis boven de heuvel uit en tegen deze heuvel lagen aan de overzijde nog andere woningen.
9. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Verenigde Staten van Amerika
De toename van het aantal katholieken in Amerika, die vooral het gevolg was van de immigratie uit Ierland en Italië, deed Pius IX besluiten het aantal bisdommen binnen het land uit te breiden. Verschillende bestaande bisdommen werden tevens verheven tot aartsbisdom, waaronder die van Boston, San Francisco en New York. In 1875 werd de aartsbisschop van New York, John McCloskey, de eerste kardinaal uit de Verenigde Staten.
Om de verspreiding van het katholieke geloof in de Verenigde Staten te bevorderen riep Pius IX de bisschoppen op bisschoppenconferenties bijeen en liet hij in Rome het Pauselijk Noord-Amerikaans College oprichten, een opleidingsinstituut voor toekomstige Amerikaanse priesters.
Op 7 april 1848 was de Amerikaanse regering diplomatieke betrekkingen aangegaan met het Vaticaan. Tot een uitwisseling van ambassadeur/nuntius kwam het echter niet, omdat een katholiek priester als nuntius niet werd geaccepteerd. Onder binnenlandse druk, die voortkwam uit de sympathieën voor de eenwording van Italië en afschaffing van de pauselijke, wereldlijke macht, kwam in 1867 een einde aan deze betrekkingen. Het zou tot 1939 duren vooraleer er weer sprake was van diplomatieke betrekkingen, zij het op persoonlijke titel van de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt, voortkomend uit het bezoek dat Eugenio Pacelli, de latere paus Pius XII, bracht aan de Verenigde Staten.
Vertaling: Mario Lossie
10. Diverse profetieën: Heilige Methodius van Olympus [overleden ca. 311]
Profetie 10
De antichrist zal zelf Jeruzalem binnengaan, waar hij zichzelf zal tronen in de tempel, als een god, ook al is hij een gewoon iemand die afstamt van Dan, de stam waartoe ook Judas Iskariot behoorde.
Vertaling: Chris De Bodt
11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 71: Angelus Nemorosus [De engel van Bos(co)]
Pius V [1566-1575]
Echte naam: Michele Ghislieri [Bosco, Alessandra, 17 januari 1504 - Rome, 1 mei 1572]
In 1569 benoemde Pius V een commissie ter herziening van de tekst van de Vulgata, de officiële Latijnse Bijbelvertaling.
Pius V sprak in 1570 de excommunicatie uit over koningin Elizabeth I van Engeland. Zijn politiek tegen de oprukkende Turken, die het Italiaanse schiereiland bedreigden, vond haar bekroning in de Zeeslag bij Lepanto van 1571. In 1567 verhief hij de heilige Thomas van Aquino tot kerkleraar. Pius V voerde de gewoonte in dat pausen een wit gewaad droegen, oorspronkelijk het witte dominicaanse habijt, echter zonder de bijbehorende zwarte mantel.
Pius V overleed op 1 mei 1572. In 1672 werd hij zaligverklaard door Clemens X en in 1712 volgde zijn heiligverklaring door Clemens XI. Zijn feestdag is 30 april.
Malachias verklaring slaat op zijn voornaam, Michaël, genoemd naar de Aartsengel en op zijn geboorteplaats Bosco in Lombardije.
Chris De Bodt
12. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3449 van 08/3/2011
Lieve zonen en dochters, wees berouwvol, berouwvol, berouwvol. Mijn Heer wacht op u met open armen. Ik vraag u om verzoend te zijn met de Heer door het sacrament van de biecht. Leef niet in de duisternis van de zonde. U behoort tot de Heer en zou enkel Hem moet dienen. Ik ben uw bedroefde Moeder en Ik weet wat er over u zal komen. Wees bekeerd, want dit is de enige wijze waarop de mensen de vrede zullen ontmoeten. Kniel neer in gebed voor de Kerk van Mijn Jezus. Moeilijke dagen komen er aan voor de Kerk. Grotere smart heeft nooit bestaan. Ik heb u nodig. Laat de duivel u niet misleiden met twijfels en onzekerheden. Ik ben in uw midden en Ik heb uw "ja" nodig voor de verwezenlijking van Mijn plannen. Met uw oprechte en moedige "ja" kan ik Mijn arme, afstandige kinderen helpen. Een vernietigende kracht zal verrijzen in de streek van Rügge [Noord-Duitsland] en het lijden zal groot zijn voor Mijn arme kinderen. Luister naar Mij. Ik heb u nodig. Voorwaarts. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Valentina Papagna: vervolg van de boodschappen
1 februari 2010
Jezus sprak deze morgen en zijn gelaatsuitdrukking was erg bedroefd: "Vrede zij met u, Mijn kind, laat ons verenigd zijn zodat u mij een grote troost kunt geven. Kijk naar Mijn Heilig Hart, gebroken. Ik vertel u dat ik niet zo gelukkig ben en keer op keer wordt uitgescholden en opnieuw verwond. Mijn Heilig Kruis is hen over de hele wereld tot last. Zij blijven het weghalen uit alle plaatsen, zelfs in sommige Katholieke Kerken. Zij zijn bevreesd dat mijn Kruis de mensen van andere overtuigingen zou verontwaardigen. Schaamteloos verraden ze Mij zoals Judas, steeds opnieuw, in plaatsen zoals Italië, dat ooit het meest Katholieke land was. Priesters en bisschoppen blijven stil en zijn bevreesd dat ze door de maatschappij zouden bedreigd en gescandaliseerd worden.
Vertel het hen, Mijn kind, wees oprecht, wees niet bevreesd en spreek over mij en verdedig mij. Weet u, Mijn Heilig Kruis is de redding van de mensen. Zonder Mijn Heilig Kruis, is er helemaal geen redding.
Ga door met Mijn Heilig Kruis te verwijderen, u schijnheiligen. Hoe meer u Goed ontkent, hoe meer onrusten er over u en uw landen zullen komen. U ervaart reeds rampen over de hele wereld. Ze zullen uw lot blijven en u op uw knieën brengen, want uw tijd van berouw is nu. Uw levens worden harder en harder en u zult uw broeders zien sterven van honger en dorst. Rampen, ziekten, vervolgingen en oorlogen zullen over de mensheid komen. De mensheid zal uiteenvallen door deze rampen en dit geweld. U, mannen van macht en trots, zie hoe ver u zult komen zonder Mijn genade!
Ik vertel u dat ik niet langer zal zwijgen. Ik zal spreken door Mijn profeten en zij zullen u vertellen dat Mijn Heilis Kruis nooit zal worden verwijderd. Ik zal Mijn Heilig Kruis in de lucht laten verschijnen zodat alle mensen het kunnen aanschouwen en weten dat Ik besta. Ik wens dat al mij gelovige kinderen voor deze intentie zouden bidden en mij openbaar zouden verdedigen tegenover deze boosaardige vijand."
God, wees genadig voor ons, dat u ons zou mogen verlossen met uw Heilig Kruis. Laat ons verenigd onze troost aanbieden aan God.
Vertaling: Chris De Bodt
22-03-2011
22 maart 2011
22 maart 2011
1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 31]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
Liefde met een zuiver hart
Janice: Zegt de Gezegende Moeder nog iets anders? Vicka: Ja. Ze blijft benadrukken hoe sterk satan is en hoe graag hij ons in alles stoort. Daarom is het dat zij ons vraagt om meer te bidden. Ze heeft onze gebeden nodig. Ze vraagt ons te bidden voor het succes van Gods plan, dat zich hier momenteel in Medjugorje voordoet.
Janice: Ze wil dat we bidden. Is er nog iets anders? Vicka: Ja. Ze vraagt ons altijd om iets waardevols op te geven om op die manier onze liefde voor haar te tonen. Ze blijft zeggen dat wanneer je iets opgeeft uit liefde voor God, dat je je liefde voor God toont en dat die belangrijker is dan wat je opgaf.
Janice: Beveelt ze nog iets anders aan? Vicka: Inderdaad. De Gezegende Moeder wil dat we elke dag de Bijbel nemen en vescheidene regels lezen. En gedurende die dag moeten we trachten naar die citaten te leven.
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
2. De maagd Maria bezoeken in Efese
Toen ik een twintigtal jaren geleden episcopaals werd, was één van mijn vreugdes kunnen uitkomen voor mijn liefde voor de Maagd Maria. In een andere gezindte opgegroeid, werd mij geleerd dat Maria mocht uit de kast komen met Kerstmis. De rest van het jaar was het afgodendienst. Desondanks werd ik toch door haar aangetrokken. Heimelijk wenste ik een beeld van haar in mijn tuin. Ik leerde mezelf het Weesgegroet. Ik voelde mij aangetrokken tot Maria heiligdommen op mijn reizen. Toen ik dan episcopaalse werd, verheugde het mij in de anglicaanse media te vernemen dat het fijn is om het hele jaar door bij Maria te kunnen zijn.
Van alle plaatsen in de wereld waar ik zo gelukkig ben geweest haar te ontmoeten, is er geen enkele plaats geweest die zo mijn hart heeft geraakt dan de afgelegen plaats nabij Efese in Turkije.
Bovenaan een kronkelige bergweg boven de Grieks-Romeinse ruïnes staat een eenvoudig stenen gebouw bekend als het huis van de Maagd Maria. Volgens de overlevering zou Maria hier haar laatste jaren doorgebracht hebben nadat ze hier gebracht werd door de apostel Johannes.
Is het verhaal waar? Het beste antwoord dat ik kan geven is dat van de schrijfster Phyllis Tickle over de benadering door een jonge man nadat ze een opmerking maakte over het dogma over de maagdelijke geboorte in een toespraak: "Natuurlijk geloof ik in de maagdelijke geboorte," zei hij, "Waarom zou het niet waar zijn? Het is allemaal zo mooi dat het wel moet waar zijn, of het nu zo is of niet."
De diepere waarheid van het huis van de Maagd Maria in Efese is de vrede die het uitstraalt. Het kleine huis is omringd met geurige pijnbomen en zingende vogels. Het zorgt ervoor dat je rustig en stil wordt, wat voor mij een bevestiging is dat ik mij op heilige grond bevind. In tegenstelling tot de typische Maria heiligdommen zoals in Lourdes in Frankrijk is er hier niet veel. Binnen in het huis staat er een beeld van Maria op een altaar met twee flikkerende kaarsen aan iedere kant. Voor het altaar zijn er twee plaatsen om te knielen. Dat is alles.
Omdat het winter was toen ik het bezocht en er weinig toeristen waren, had ik alle tijd die ik wenste in het huis. Toen ik knielde, kon ik mij voorstellen hoe Maria hier leefde. Na alles wat zij geleden had in haar leven, wou ik geloven dat zij haar laatste aardse dagen in dit vredevolle heiligdom had mogen doorbrengen, zelfs al zou het niet de precieze plaats geweest zijn. Ik hoopte dat de vogels haar toegezongen hadden terwijl zij de dingen, waar zij getuige van geweest was, in haar hart overpeinsde.
Maar het wonderlijkste vond ik was dit: toen ik het huis buitenkwam zag ik een klein moslimheiligdom voor Maria. Ik herinnerde mij dat mijn gids in Istanboel me verteld had dat Maria meer in de Koran vermeld wordt dan in het Nieuwe Testament. "We vereren haar als Maryam, de moeder van de profeet Jezus," verklaarde hij.
Toen ik bleef kijken zag ik een groep vrouwen met hoofddoek dit heiligdom naderen. Ik vroeg mij af welke gebeden zij zeiden toen ze daar zo met gesloten ogen stonden. Ik dacht dat het wel gelijkaardige gebeden waren zoals de onze en dat Maria geen onderscheid maakte tussen de gebeden van een christen of die van een moslim.
Ik wil hier de theologische verschillen tussen christenen en moslims niet minimaliseren of het ingewikkelde politieke web dat onze twee religies scheidt. Maar op dat lieflijke, serene plaatsje leek dit van geen enkel belang.
Als moeder weet ik hoe families veel te dikwijls gebroken en van elkaar vervreemd zijn. En ik geloof dat deze breuken die Ene die ons allen geschapen heeft diep kwetst, of het nu gaat over individuele families of over een grotere menselijke familie. Denk aan de genezing die kan gebeuren als we allen terugkeren naar het huis van onze moeder.
Alles wordt vergeven, zegt ze. Er is plaats voor iedereen, zelfs als het erop lijkt dat het huis te klein is. Wees rustig en in vrede en luister maar naar de vogels die zo mooi zingen.
Bron: Lori Erickson, 28 februari 2011
Vertaling: Anne Van Der Sloten
3. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 17]
Eerst als dit alles is geschied...!
Ik zag een lichtende gestalte voor mij uit gaan. Ik moest deze volgen en kwam in een dal...
Vanuit vier hoeken zag ik ruiters te paard komen. Deze renden het dal in. Ze hadden zwepen in de handen en knalden zo hard daarmee in de lucht dat het me pijn deed aan de oren. Ik moest weer tellen en het waren er zeven. Dan vulde het dal zich met mensen. Ze kwamen vanuit de vier hoeken van het dal. De ruiters sloegen met hun zwepen op de ruggen van die mensen, die ineenkrompen van de pijn.
Ineens veranderden die mensen in slangen en adders. Nu sloegen die ruiters die slangen en adders in grote korven naar binnen, die zich vanzelf sloten. Dan kwamen vanuit de vier hoeken van het dal aasgieren aangevlogen. Ook zij zochten op de grond in het dal. Maar ze werden door die ruiters weggejaagd met de zwepen en vlogen weg.
Dan verdween dit beeld en het was stil om mij heen. Ik hoorde nu weer de Stem vanuit de wolken roepen: "Eerst als dit alles is geschied...!" En dan sloeg er een klok met zware slagen. En ik telde tot twaalf.
Dan sprak de Stem weer: "Kijk goed en begrijp..." Midden in het dal zag ik nu ineens een water. Een prachtig statig hert kwam aangelopen en begon van dat water te drinken, terwijl vanuit de hemel over dat hert een prachtige straal Licht verscheen. Ook dat beeld verdween en de Stem klonk luid over het dal: "Ziet volkeren, wat is geschied. Gij hebt de Vrouwe, uw Moeder, in uw midden gehad. Zij zal niet wederkomen, zodat gij Haar niet meer zult zien. Maar Ik zend u de levendmakende, de Sterke, de heilige Geest, die uw Vrouwe, uw Moeder, heeft mogen aankondigen. Blijf haar gebed bidden voor haar beeltenis en Ik zal wonderen verrichten..." [31 mei 1974]
Met dank aan Pater Peter Klos
4. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 84]
Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel
128. Zo werd ik dus van alle kanten beoordeeld, en is er niets meer in mij dat aan het oordeel van mijn zusters ontgaan is, maar ergens werd dit allemaal afgezaagd en men begon mij met rust te laten. Mijn uitgeputte ziel rustte een beetje, doch ik erkende dat de Heer mij nabij was tijdens deze vervolgingen. Dat duurde echter zeer kort. Een geweldige storm barstte opnieuw los. De vroegere vermoedens waren als zekerheden geworden en ik moest opnieuw dezelfde liedjes aanhoren. Zo heeft het God behaagd. Maar toch, vreemd genoeg begon ik ook uitwendige mislukkingen mee te maken.
Dat bracht alle soorten lijden mee, door God alleen gekend. Ik deed mijn uiterste best alles met een zo zuiver mogelijke intentie te volbrengen. Ik zie nu dat ik overal als een dief in het oog gehouden werd: in de kapel, tijdens de taken, in de cel [2]. Nu weet ik dat naast de aanwezigheid van God er altijd menselijke aanwezigheid dicht bij me is. Die menselijke aanwezigheid was soms zeer zwaar voor mij. Er waren momenten dat ik mij afvroeg of ik me zou uitkleden om mij te wassen of niet. Werkelijk, mijn arm bed werd dikwijls gecontroleerd. Ik moest lachen toen ik zag dat men zelfs mijn bed niet met rust liet. Een zuster zei me zelfs dat ze elke avond naar mijn cel kwam om te zien hoe ik mij gedroeg.
Maar oversten blijven oversten. En hoewel ze mij persoonlijk vernederden en soms met alle soorten twijfels vervulden, toch hebben ze mij altijd toegestaan wat de Heer mij opdroeg, niet zoals ik het vroeg, maar op een andere manier voldeden ze aan de vereisten van de Heer en gaven mij de instemming voor boete en verstervingen.
Zekere dag maakt een moeder zich zo kwaad op mij en vernederde mij dermate dat ik dacht het niet te kunnen verdragen. Ze zei me: "Dwaas, hysterische droomster, maakt dat ge wegkomt uit deze kamer en ik wil u nooit meer zien." Men wierp mij alles wat maar mogelijk was naar het hoofd. In mijn cel gekomen, ben ik met het gezicht op de grond vóór het kruisbeeld neergevallen en ik keek op naar Jezus, ik kon geen woord meer uitbrengen. Nochtans hield ik dit geheim voor de andere zusters en deed ik alsof er tussen ons niets gebeurd was.
[2] In de Congregatie van de M.G.D.B. hebben de zusters geen afzondelijke kamer. Ze betrekken een gemeenschappelijke zaal door blijvende wanden in kleine cellen verdeeld.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 84]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 1
"Op een dag," zegt hij, "kwam Gods hand over mij, ik was geestelijk verrukt en verplaatst op een vlakte met bergen menselijke beenderen die er als akelige piramiden lagen. Deze bergen waren ontelbaar, vaal, uitgedroogd en klaar om in stof te vergaan: Siccaque vehementer." "Mensenzoon, denk je dat die beenderen kunnen herleven?" Ik antwoordde: "Heer God, jij weet het. Profetiseer over deze dorre beenderen en zeg hen: Dorre beenderen, aanhoort de stem van de Heer: Ossa arida, audite verbum Domini. Ik zal jullie zenuwen opleggen, vlees op jullie doen groeien, jullie de ziel zenden en jullie zullen leven." En zie, ik profetiseerde volgens het gebod dat ik gekregen had.
Meteen ontstaat een grote verwarring en hemel en aarde worden met geraas dooreen geschud: Factus est autem sonitus et ecce commotio. Deze sinds eeuwen roerloze beenderen zoeken, benaderen en verenigen zich met mekaar. Het vlees, als bij wonder ontstaan, legt zich op de geraamten en bekleedt deze met de frisheid van het leven: Extensa est in eis cultis desuper. Maar ze waren niet bezield, Et spiritum non habebant. "Mensenzoon, profitiseer de geest terug te keren: Vaticinare ad spiritum. Zeg hem: Zie wat de Heer zegt: Kom, o geest, uit de vier windstreken, snel toe en wek met je adem deze vroegere leefgezellen: Insuffla super interfectos istos et reviviscant."
Meteen bezet de gewillige geest zijn vroegere woonsten, de kille lijken doen levenswarmte op. Zoals de golven van de oceaan of op de korenoogst door de stormwind gestreeld, is er een ontelbaar leger van mensenwezens te zien die op de stille vlakte onrustig zijn: Steteruntque super pedes suos, exercitus grandis nimis valde.
Mensenzoon, deze dorre beenderen stellen dit ontelbaar huis van Israël voor. Omdat mijn beloften niet meteen in vervulling gaan verliest deze weerspannige generatie haar vertrouwen en zegt: Onze beenderen zijn voorgoed verdord, onze hoop is stuk, de troost van ons geloof is leugenachtig en er rest ons nog enkel van het leven te genieten en ons verdriet in slaap te wiegen, want we zijn, voorgoed uit de levenden geschrapt. Daarom beveel ik je hen te zeggen: "Kinderen van Israël, hoofd omhoog, het uur van de verlossing nadert, ik zal jullie graf openen en de hinderpaal van het graf verbrijzelen die jullie eeuwig leek, en ik zal jullie binnen leiden in het zalig land dat jullie met zoveel offers en zoveel inspanningen hebt nagestreefd: Et inducam vos in terram Israël."
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
6. Becket [7/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
7. Jezus' tijdgenoten [aflevering 214]
Johannes de Presbyter [Oudste]
Een van deze fragmenten, die door Eusebius wordt aangehaald in de "Kerkelijke geschiedenis [Boek III, hoofdstuk 39]," vermeld: "Maar ik zal niet ongewillig, samen met mijn verklaringen, ook welke voorschriften neerleggen die ik ooit met zorg heb ontvangen van de ouderen en die ik zorgvuldig heb bewaard in mijn geheugen om u ten gepaste tijde van hun waarheid te verzekeren. Omdat ik niet, zoals de meerderheid, een behagen heb in deze die veel spraken, maar in deze die de waarheid verkondigden, noch in deze die vreemde geboden verhaalden, maar in hen die de geboden onderhielden, die door de Heer van het Geloof zijn gegeven en die voortkomen uit de Waarheid zelf. Als er dan iemand kwam die aanwezig was onder de ouderen, vroeg ik minuut om minuut naar hun uitspraken: wat Andreas en Petrus hadden gezegd, of wat Filippus had gezegd, of wat door Mattheus of Jacobus, of Johannes of Thomas of enige andere van Jezus leerlingen was gezegd, omdat ik me voorhield dat wat van een levende en duurzame stem kwam, veel betrouwbaarder was dat wat uit de boeken kwam."
Met deze tekst werd door Eusebius van Caesarea een onderscheid gemaakt tussen de twee Johannessen, namelijk, Johannes de Apostel en Johannes de Presbyter. Als bevestiging hiervan schreef hij: "Daarenboven zegt Papias duidelijk in het voorschrift van zijn boeken dat hijzelf geen ooggetuige was van de Heilige apostelen, noch enige getuigenis ontving van hen, maar hij zegt ons dat hij de waarheden van onze godsdienst ontving van dezen die met hen [de apostelen] omgingen."
Vertaling: Broeder Joseph
8. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 44]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Gesprek met de Esseen Eliud
De ouderling keuvelde zo maar onbevangen en eenvoudig door. Hij vertelde Jezus veel over zijn moeder, alsof de Heer het niet wist en Jezus luisterde met alle liefde en belangstelling. Eliud vertelde over Joachim en Anna en over Anna's leven en dood. Hierbij kreeg ik in een nevenvisioen Anna's overlijden te aanschouwen. Jezus verklaarde dat geen vrouw kuiser was geweest dan Anna en dat zij na Joachims dood nog twee huwelijken had aangegaan, maar dat dit op Gods bevel was geschied, omdat het bepaalde getal vruchten uit deze stam vol gemaakt moest worden.
Eliud vertelde ook veel over de deugden van Maria in de tempel. Dit alles zag ik ook in bijvisioenen. Ik zag dat haar meesteres Noëmi aan Lazarus verwant was en dat deze vrouw van zowat vijftig jaar en alle andere vrouwen die in de tempel dienden, tot het genootschap der Essenen behoorden. Ik zag dat Maria bij haar leerde breien en dat zij haar reeds als kind vergezelde en ter zijde stond, wanneer zij vaten en gereedschappen van het offerbloed reinigde of ook wanneer zij zekere gedeelten van het offervlees ontving, in delen sneed en toebereidde tot spijzen voor de tempeldienaressen en priesters, want deze werden gedeeltelijk daarmede onderhouden.
Later zag ik de Heilige Maagd dit alles zelf verrichten. Wanneer Zacharias voor zijn dienstwerk naar de tempel kwam, bezocht hij, naar ik zag, telkens Maria en ik zag dat ook Simeon haar kende. Alzo werd mij geheel Maria's vrome levenswandel en nederig dienstwerk in de tempel getoond, naargelang Eliud daarvan aan de Heer vertelde.
Het gesprek liep ook over de Ontvangenis van Christus en Eliud vertelde over het bezoek van Maria aan Elisabeth. Toen vernam ik opnieuw dat de Zaligmaker twee maanden na onze kerstfeestdatum ontvangen is, zoals ik het altijd gezien heb, en ik vernam ook iets over de verschuiving of latere viering van ons kerstfeest, maar dit ben ik vergeten.
9. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Nederland [1853]
Onder zijn opvolger, Willem II der Nederlanden, werden de maatregelen die tegen de katholieken waren gericht versoepeld. Onder meer door zijn vriendschap met Joannes Zwijsen, die in 1853 benoemd zou worden tot aartsbisschop van Utrecht, stond de koning een snelle ratificatie van het concordaat met Rome voor, wat echter binnen Nederland leidde tot sterk antipapisme. De invoering van de nieuwe grondwet in 1848 maakte echter de weg vrij voor een hernieuwing van de katholieke hiërarchie binnen Nederland, doordat in die grondwet was vastgelegd dat de staat zich zou onthouden van elke bemoeienis met de inrichting van kerkgenootschappen.
Op 9 december 1851 werd door de pauselijke internuntius, Carlo Belgrado, aan de regering in Nederland meegedeeld dat paus Pius IX het plan had opgevat om de bisschoppelijke hiërarchie opnieuw in te voeren. Op 4 maart 1853 volgde de bul "Ex Qua Die," waarmee Pius IX officieel de Nederlandse kerkprovincie oprichtte. Hoofdzetel werd Utrecht, onder leiding van een aartsbisschop, waaraan de suffragane bisdommen van Haarlem, Breda, Roermond en 's-Hertogenbosch verbonden werden.
In Nederland was het verzet tegen de oprichting van de bisdommen groot, onder andere omdat Pius IX zich in zijn bul zeer negatief uitliet over het calvinisme, dat "groot nadeel en vele verliezen ... aan die zo bloeiende Kerken heeft toegebracht." De uitspraak van de paus dat hij hoopte dat de katholieke godsdienst weer in kracht en omvang zou toenemen, leidde tot dramatische aantijgingen van protestanten, die vreesden voor de herinvoering van de inquisitie en meenden dat "de Tachtigjarige Oorlog om niets was gestreden." Zij verenigden zich in de Aprilbeweging en organiseerden een petitie, die zij aanboden aan koning Willem III. Hierin riepen zij de vorst op om op te treden tegen de nieuwe situatie. Willem III, die sympathiseerde met de Aprilbeweging, negeerde het verzoek van zijn regering onder leiding van Johan Rudolff Thorbecke, om openlijk afstand te nemen van het protest, wat uiteindelijk leidde tot de val van de regering. Ondanks het verzet zou de invoering van de hiërarchie binnen Nederland gewoon uitgevoerd worden.
Vertaling: Mario Lossie
10. Diverse profetieën: Heilige Methodius van Olympus [overleden ca. 311]
Profetie 9
Als de zoon der verdoemenis zal verschijnen, zal hij van de stam komen die Dan heet, volgens de profetie van Jacob. De vijand van de godsdienst zal een duivelse kunst aanwenden om valse mirakelen te verrichten, dingen die blinden zullen doen zien en verlamden zullen doen gaan en doven doen horen. Zij die door de duivel bezeten zijn, zullen worden bezweerd. Hij zal velen misleiden en, als hij het kon, zoals de Heer heeft gezegd, zelfs de gelovige uitverkorenen.
Vertaling: Chris De Bodt
11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 71: Angelus Nemorosus [De engel van Bos(co)]
Pius V [1566-1575]
Echte naam: Michele Ghislieri [Bosco, Alessandra, 17 januari 1504 - Rome, 1 mei 1572]
Pius V werd in 1504 uit een arme familie geboren en werd door de Dominicanen opgevoed. Al op 14-jarige leeftijd trad hij in bij de Dominicanen. Hij werd in 1528 tot priester gewijd. In 1556 benoemde Paulus IV hem tot bisschop van de Italiaanse diocesen Nepi en Sutri, nadat hij Ghislieri in 1551 had benoemd tot inquisiteur-generaal voor het hele christendom. Dezelfde paus verhief hem in 1557 tot kardinaal. Toen Pius IV een jongen van dertien in het Heilig College wilde opnemen, verzette kardinaal Gislieri zich hiertegen en verijdelde hij zijn plannen.
Na zijn verkiezing tot paus heeft Pius V zich volledig ingezet voor de realisering van de bepalingen van het Concilie van Trente [1545 - 1563]. Hij verpersoonlijkt de katholieke contrareformatie. Meteen in 1566 liet hij de "Catechismus Romanus" verschijnen. In 1568 verscheen het herziene Romeins brevier en in 1570 een herzien missaal, dat vanaf 1570 tot 1969, het jaar van de invoering van een Nieuwe Liturgie [Novus Ordo Missae] door Paus Paulus VI [1963-1978], de enige orde was die wereldwijd door katholieke priesters op alle continenten gebruikt werd. Het gebruik van deze Liturgie van Pius V, de zogenaamde "Tridentijnse H. Mis," werd echter nooit afgeschaft en dit wordt door het motu proprio dat op 14 september 2007 van kracht werd bevestigd.
Chris De Bodt
12. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3448 van 6/3/2011
Lieve zonen en dochters, Ik bevind mij steeds in uw midden, zelfs al ziet u Mij niet. Heb vertrouwen, geloof en hoop. Mijn Zoon Jezus houdt van u en wacht op u met open armen. Nu is het de tijd van beproevingen, maar u kunt een grote overwinning ervaren door in de Genade van Mijn Zoon Jezus te leven. Verlies uw hart niet. Ik moedig u aan om mannen en vrouwen van gebed te zijn. Ik ben gehaast en kan niet blijven stil staan. Draag zorg voor uw geestelijk leven. Geef uw "ja" aan de oproep van de Heer, die ziet wat verborgen is en u kent bij naam. De mensheid is op het spoor van de vernietiging die de mensen met hun eigen handen hebben voorbereid. Heb berouw, want berouw is de eerste stap naar de heiligheid. Verlies de hoop niet. Ik zal tot Mijn Jezus spreken voor u. Moed. U zult nog gruwelen zien op aarde. Teheran en Istanboel zullen een zwaar kruis te dragen hebben. De dood zal komen en Mijn arme kinderen zullen wenen en jammeren. Keer vlug terug. Als u het gewicht van de moeilijkheden voelt, aanroep dan Jezus. Uw volle vreugde is in Hem en zonder Hem bent u niets en kunt u niets. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Valentina Papagna: vervolg van de boodschappen
Januari 2010, na Kerstmis
In een visioen kwam er een Heilige Ziel tot me en zei: "Valentina, Ik ben gekomen om u te vertellen over de geheimen die onze Heer ons beetje bij beetje heeft onthuld. Aanvankelijk, toen we stierven, waren we verward en ongelukkig. We leerden dat we moesten gezuiverd worden en dat we voor boete moesten doen voor wat ons werd verteld. Soms was het heel hard en pijnlijk, maar de hulp van de gebeden en de offergaven van Missen brachten ons een grote verzachting. Beetje bij stegen kwamen wij in een hoger niveau. Ons enig verlangen was om, zo vlug als mogelijk, bij God te zijn. Valentina, dank voor uw hulp en uw gebeden. Zij hielpen mij om te komen waar ik nu ben. Ik kan de vreugde niet beschrijven die ik nu ervaar. Onze Heer toonde mij waarom we ziek werden en vroegtijdig stierven. Het is allemaal voor een goede reden. Geleidelijk legt Hij de dingen uit aan ons, tot we de volmaaktheid bereiken. We zijn nu met God. We missen onze families niet meer. Dat gemis ervaren we nu niet langer. We denken aan hen, maar verlangen niet naar hen."
De ziel was zo gelukkig en vreugdevol toen ze uitleg gaf over hoe iemand vooruitgang maakt in het Heilige Vagevuur tot eenmaal de uiteindelijke dag komt van de verlossing, de Hemel, onze Thuis.
Vertaling: Chris De Bodt
21-03-2011
21 maart 2001: Lente
21 maart 2011: Lente
1. Twee merkwaardige foto's
Het uur van Jezus' dood. Het uur van barmhartigheid. Een foto genomen na de tsunami in Japan
De eerste foto is genomen nadat de verwoestende tsunami een Japans dorp had overspoeld. Het uur op de klok hoeft geen verdere uitleg. De tweede foto is een close-up van wat Google Maps toont bij werken naast de M6, ten oosten van Preston, Engeland. Volgens de Daily Mail dateert dit zicht van de "Moeder Maria met het Kindje Jezus" al van enkele jaren geleden en bedekken bomen nu het gebied, dat werd aangelegd als natuurreservaat. Toch wel heel merkwaardig en nog steeds te aanschouwen op Google maps.
2. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 30]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
Liefde met een zuiver hart
Janice: Helpt de biecht u om beter te doen? Vicka: De Gezegende Moeder zegt van wel. Ze zegt me om raad te vragen aan mijn biechtvader zodat ik verdere stappen kan afleggen op het pad van de heiligheid.
Janice: Vicka, u zei dat heiligheid simpelweg trouw zijn aan God is in goede en slechte tijden. Is het gemakkelijker voor u om Gods wil te onderscheiden in alle dingen? Vicka: Ik weet het niet [bedroefd lachje]. Ik kan nooit genoeg doen.
Janice: Zegt de Gezegende Moeder iets daarover? Vicka: Ze moedigt mij altijd aan. Zij waardeert altijd om het even welk kleine zaak ik voor haar doe. Ik zou graag zoveel meer willen doen!
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
3. Waar ging de maagd Maria naartoe na de kruisiging?
De maagd Maria verliet Jeruzalem na de kruisiging. De Kerk vernam de plaats van Maria s laatste onderkomen door een visioen van Zuster A.C. Emmerich. Op de top van de "Bulbuldagi" of "berg Nachtegaal" en negen kilometer van de ruïnes te Efese, staat er een klein stenen huisje, heilig voor zowel christenen als moslims. Men gelooft dat dit huisje de laatste thuis was van de Maagd Maria en nu is het een erkend en eindelijk aanvaard heiligdom. Het heiligdom trekt zowel christenen als moslims aan. Christenen bezoeken het huis omdat het gaat om een figuur die hoog wordt vereerd in het christendom, de Maagd Maria, de moeder van Jezus de Messias. Moslims dragen de Maagd Maria hoog in het vaandel als de moeder van Jezus ... een profeet van de islam.
Het huis van de Maagd Maria
Het kleine, sobere huisje speelde naar men gelooft, een zeer belangrijke rol in het leven van de Maagd Maria. Het heiligdom werd bezocht door drie pausen en werd officieel erkend als bedevaartplaats.
Het huis was lang onbekend voor het officiële christendom tot in 1811 een Duitse zuster, A.C. Emmerich, het zag in een visioen. Ze herinnerde de Bijbelse aanhalingen over het feit dat Maria Jeruzalem verliet, na de verrijzenis van Jezus, samen met de apostel Johannes. In haar visioen zag A.C. Emmerich het huisje en beschreef tot in detail de kenmerken. Het visioen en het huis werden beschreven in een publicatie maar het huis kreeg geen officiële erkenning als heiligdom. De ontdekking van het huis en het verhaal hoe het de status van heiligdom verwierf is de moeite om te lezen.
Deze details werden bijna honderd jaar later gevonden door een Franse onderzoeker die zocht naar het gebouw in de heuvels rond Efese. Het huis was toen al bekend als het huis van de Maagd Maria bij de mensen die in de omgeving woonden. Zij hadden het altijd bekeken als een heilige plaats. Zij wisten dat de Maagd Maria daar onderdak had gevonden en dat ze daar geleefd had tot aan haar dood op de leeftijd van 64 jaar. Plaatselijk was het erkend als heiligdom waar ieder jaar op 15 augustus, het feest van de hemelvaart van Maria, een bedevaart plaatsvond.
Uiteindelijk bezocht Johannes Paulus II het huis in 1980 en verklaarde het oord tot een bedevaartplaats. Het eenvoudige huis was helemaal van steen gemaakt. De bepaling van de leeftijd door de koolstofmethode toont aan dat dit werd gebouwd of herbouwd omstreeks de zesde of zevende eeuw. De oorspronkelijke structuur begon aangetast te zijn en restauraties werden uitgevoerd teneinde het gebouw te bewaren. De restauratie gebeurde rond 1950. Interessant, de lijn van waar het gerestaureerd is, is duidelijk te zien.
Een natuurlijke stroom van gebed om voorspraak
Een belangrijk kenmerk van de plaats is dat er een natuurlijke stroom onder het huis vloeit. Het water werd door Maria gebruikt. Men gelooft dat het water miraculeuze krachten heeft. Bezoekers van het heiligdom staan erop om van het water te drinken. Het water wordt afgeleid naar drie drinkfonteinen in een prieel buiten het heiligdom. Bezoekers kunnen een kaars aansteken en bidden om goddelijke hulp. Men gelooft dat Maria gebeden en vragen beantwoordt en op de grens van het heiligdom is er een muur waar men allerlei smeekbeden op vasthecht om Marias voorspraak en hulp te vragen bij allerlei levensproblemen.
Het heiligdom ademt rust en vrede uit. Tussen de pijnbomen en olijfbomen kijkt het huis uit op Efese, de antieke Griekse en Romeinse stad die eens één van de meest ontwikkelde steden was van de Oude Wereld. Heden ten dage zijn de ruïnes van Efese één van de meest bezochte tussen de historische plaatsen in Turkije en een aantrekkelijke haven voor cruiseschepen. Een bezoek aan het heiligdom wordt dikwijls aangeboden bij het bezoek aan Efese.
Het huis van de Maagd Maria heeft zowel een toeristische als godsdienstige betekenis, als heiligdom voor christenen en moslims, en ook de toeristen staan verbaasd van het mooie berglandschap waar het zich bevindt.
Vertaling: Anne Van Der Sloten
4. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 16]
Zijt gij ontmoedigd en verslagen?
Dan kreeg ik een hemelse aanschouwing. Ik zag voor mij een draak met koppen en ik telde er zeven, elk met een eigen karakter. Ze vormden samen één grote muil, die zich opeens opende en iets uitbraakte. Ik zag dat het allemaal adders waren die ze uitspuwden. Er lagen overal eieren tussen die ze zelf opvraten. Het was een vreselijk akelig gezicht en ik kreeg iets afschuwwekkends over me. Ik hoorde: "Gij addergebroedsel, wee u !" De wereld was zwart en ik kreeg in mij: "de wereld gaat op velerlei gebied kapot en moét gered worden." Daarna spoelde dit hele beeld voor mijn ogen weg als een moddermassa. Dan viel er regen en ik zag dat het een regen van manna was. Het viel op de grond en werd haastig opgeraapt.
Daarna kwam er een vlakte voor mij en middenin stond een soort toren. Het was alsof iemand een lasso, maar ik kreeg in me: een singel, om die toren heen slingerde en deze omtrok. Ze viel totaal in puin. Terwijl ik ernaar keek was het alsof de jaren verstreken en toen zag ik weer een vlakte, waarop nu een nieuwe toren werd gebouwd. Toen deze klaar was, was ze veel mooier en hoger en straalde dit alles in de zon...
Ineens kwam er een rots voor mij en naast die rots, in de grond een staf met een slang. Er omheen water en vuur. Ik hoorde een klok slaan, hele zware slagen, en ik telde er twaalf. Dan zag ik een andere rots, veel hoger en grootser, voor mij. Vanuit de hemel kwam een staf met een koperen slang. Deze viel precies naast de rots. Er werden vier boeken voor gelegd. Ik hoorde: "Gij zijt mijn rots. Zoals het zaad in de grond tot bloei komt, zo zult gij de Kerkgemeenschap, weer tot bloei brengen. En gij mijn herders en apostelen, zijt gij ontmoedigd en verslagen? Bewaart uw geloof in Mij? Blijf standvastig en laat u niet misleiden. Ik heb u het beeld van de adders laten zien. Denkt daaraan. Rome waak, uw vijand loert..."
En voor de troon zag ik weer die vier boeken liggen, die nu werden opgenomen en rondgedragen. Dan sprak de Stem weer: "Gaat voort met de oecumene, maar [hier wachtte de Stem even] in de goede Geest, in de goede zin!" Dit laatste werd met klem gezegd: "Brengt de volkeren naar Haar, die Ik gezonden heb door de heilige Geest..." [31 mei en 15 augustus 1973]
Met dank aan Pater Peter Klos
5. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 83]
Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel
125. + Alles was nog te verdragen. Maar toen de Heer mij vroeg die Beeltenis te schilderen, begon men over mij te spreken en mij echt als een hysterische en inbeeldster te beschouwen en men begon openlijk over mij te spreken. Eén van de zusters kwam mij in vertrouwen nemen. En ze begon mij te beklagen. Ze zei me: "Ik hoor zeggen van U, zuster, dat gij aan inbeeldingen lijdt en een soort van visioenen hebt. Mijn arme zuster, verdedigt u zich in deze zaak".
Ze was oprecht en berichtte mij eerlijk over wat ze gehoord had. Maar het was elke dag dat ik gelijksoortige dingen moest aanhoren. God alleen weet hoezeer mij dat vermoeide.
126. Ik besloot desondanks alles in stilte te dragen en geen antwoord te geven als men mij vragen stelde. De enen ergerden zich over mijn stilte, vooral de nieuwsgierigen. Anderen die dieper nadachten, zeiden: "Zuster Faustina moet toch heel dicht bij God zijn, vermits zij de kracht heeft om zoveel lijden te verdragen." En ik zag ze vóór mij als twee groepen rechters. Ik legde mij toe op innerlijke en uiterlijke stilte. Ik zei niets over mijn persoon ondanks de directe vragen van sommige zusters. Mijn mond werd stom. Ik leed als een duif zonder te klagen. Maar sommige zusters schenen er plezier te vinden om mij op de een of andere wijze pijn te doen. Mijn geduld ergerde hen, maar God gaf mij zoveel innerlijke kracht dat ik dat rustig verdroeg.
127. + Ik heb begrepen dat op zulke momenten mij niemand kon helpen en ik ben beginnen bidden en de Heer te vragen om mij een biechtvader te geven. Ik verlangde dat een priester mij één enkel woord sprak: wees gerust, ge zijt op de goede weg; ofwel: verwerp dat alles, want het komt niet van God. Maar ik vond geen enkele priester zo beslist dat hij zo duidelijk in naam van de Heer zou gesproken hebben. En dus duurde de onzekerheid voort. O Jezus, als het Uw Wil is, dat ik dan in onzekerheid leef, Uw Naam weze gezegend. Ik bid U, Heer, bestuur Gij mijn ziel en wees mij nabij, want uit mijzelf ben ik niets.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
6. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 83]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 1
Sinds lange tijd heeft de wetenschap de onsamenhangendheid en de ijdelheid van dergelijke theorie rechtgezet. Vandaag heeft een beroemde uitgever en vooraanstaande theoloog, begaafd in de kennis van de natuurwetenschappen en ingewijd in alle schatten van de gewijde wetenschappen, met een onweerlegbaar betoog, deze even gewaagde en onzinnige als verwerpelijke leer ontmaskerd.
In het menselijk lichaam," zegt hij, "is er iets essentieels en iets bijkomstig. Het essentiële is dat hij niets gemeen heeft met niemand, het is wat hij alleen bezit en voor altijd zal bezitten, het is wat van hem bestond op het ogenblik van zijn bezieling en opwekking. Deze elementen zal hij altijd bewaren en zullen hem steeds toebehoren. Het overige dat de voeding, de spijsvertering en de verwerking aanbrengen is niet van hem. Hij kan het verliezen en verliest het zonder op te houden zichzelf te zijn. Het is met die fundamentele en persoonlijke elementen dat God de spirituele en verheerlijkte lichamen zal verrijzen, alsook het onsterfelijke verderf van de verworpenen. Daar de ziel dezelfde blijft, het eigen zaad of het basiselement hetzelfde blijft heeft de rest weinig belang en zal de identiteit eeuwig overleven.
Het is daarbij strikt bewezen:
dat in een groot geheel zoals de aarde er genoeg leemtes en poriën zijn om het denkbaar te maken dat het tot het volume van een zandkorrel wordt herleid.
Wederkerig, dat er in een zandkorrel er genoeg deeltjes en atomen zijn, of afscheidbare moleculen om er een bol zo groot als de aarde van te maken. In aanwezigheid van beide verpletterende natuurmysteries, zouden we de mogelijkheid of de onmogelijkheid van het herstel van het menselijk lichaam met zijn essentiële basiselementen durven betwisten?"
Tot besluit van deze lezing over het dogma van de Verrijzenis kunnen we er de pracht en de verhevenheid ervan beschrijven. De Verrijzenis zal een indrukwekkend en groots tafereel zijn dat alle op aarde gekende taferelen zal overstijgen en die zelfs de praal van de eerste schepping zal overtreffen. De mooiste afbeelding die we ervan bezitten is deze van de profeet Ezechiël in hoofdstuk 37, 1-13.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
7. Becket [6/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 213]
Johannes de Presbyter [Oudste]
Johannes de Presbyter, of Johannes de Oudste is een duistere figuur uit de vroege Kerk die nogal eens verward wordt met de apostel Johannes. Hij komt voor in fragmenten uit geschriften van Papias, bisschop van Hiërapolis in Phrygië [Klein-Azië] als bron van sommige werken. Diverse malen wordt hij aangehaald als "de andere schrijver van de boeken van Johannes uit het Nieuwe Testament," maar hij werd voor het eerst ondubbelzinning onderscheiden van de apostel Johannes door Eusebius van Caesarea.
Bisschop Papias heeft een boek geschreven in vijf delen met als titel "Uitleg van de Logica van de Heer" of "Verklaring van de woorden des Heren," waarvan slechts fragmenten bekend zijn. Korte gedeelten zijn onder andere bewaard gebleven in het werk "Tegen de ketters" van Ireneüs van Lyon en de "Kerkelijke geschiedenis" van Eusebius.
Vertaling: Broeder Joseph
9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 43]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Gesprek met de Esseen Eliud
Jezus sprak ook veel met Eliud over Joachims en Annas heiligheid. Ook van de bovennatuurlijke Ontvangenis van Maria onder de Gulden Poort, wat ik niet meer weet. Hij zei hem ook dat Hij niet uit Jozef ontvangen was, doch volgens het vlees uit Maria. Deze echter uit die reine zegen, die uit Adam genomen was voor zijn val in de zonde en die door Abraham, Isaac en Jacob op Jozef in Egypte en van Jozef in de Verbondsark en uit deze tot Joachim en Anna gekomen was.
Hij zei dat Hij, om de mensen te verlossen, in de ganse zwakheid van het menselijk bestaan gezonden was. Dat Hij alles voelde en ondervond zoals een louter mens en dat Hij op de Calvarieberg, waar de eerste mens begraven ligt, verheven zou worden, zoals de slang van Mozes in de woestijn [Num. 21:8]. Hij zei hoe wreed en smartelijk het Hem zou vergaan, hoe ondankbaar de mensen zouden zijn.
Eliud ondervroeg Hem zeer eenvoudig en openhartig en hij verstond alles beter dan de apostelen in het begin: hij verstond alles meer naar de geest. Toch kon hij zich nog niet realiseren wat er uit dit alles zou worden, noch wat er op het punt stond te gebeuren. Hij vroeg Jezus daarom waar zijn Rijk dan zou zijn: in Jeruzalem, in Jericho of Engedi?
Jezus antwoordde dat zijn Rijk was waar Hij was en dat Hij geen uiterlijk [werelds] Rijk zou hebben. Ik hoorde heden en ook de volgende dag menige aanhaling uit de Heilige Schrift, waarvan de woorden de inwendige of geestelijke zin niet weergeven. Ook vele profetieën, waarvan de woorden en beelden te letterlijk en te materieel verstaan werden.
10. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Nederland [1853]
Sinds de Tachtigjarige Oorlog [1568-1648] was de uitoefening van de katholieke godsdienst danig beperkt. Hoewel in de Unie van Utrecht, een overeenkomst gesloten in 1579, bepaald was dat er sprake zou zijn van vrijheid van religie, werd dit in de praktijk ingeperkt tot gewetensvrijheid en was het katholieken verboden in het openbaar uiting te geven aan hun geloof. Een totaalverbod op processies en de inname van kerkgebouwen leidden ertoe dat de katholieke gemeenschap aangewezen werd op samenkomsten in zogenaamde schuilkerken. Deze laatste werden door de overheid gedoogd op voorwaarde dat zij daarvoor zogenaamde recognitiegelden betaalden. Deze omwenteling ten aanzien van het katholicisme bracht de Heilige Stoel ertoe de Noordelijke Nederlanden uit te roepen tot missiegebied, de "Missio Hollandica" [Hollandse Zending], aangestuurd door een apostolisch vicaris, die rechtstreeks verantwoording aflegde aan de "Congregatie ter Voortplanting van het Geloof" te Rome. Vanaf 1727 waren de Nederlanden verdeeld in zeven aartspriesterschappen, bestuurd door pauselijke gezanten die in Brussel zetelden.
Dankzij de oprichting van de Bataafse Republiek [1795-1805] verbeterde de positie van de katholieke kerk echter. Door de afkondiging van de scheiding van kerk en staat in 1796 verloor de protestantse kerk haar bevoorrechte positie, wat de weg vrijmaakte voor de katholieken om hun eigen geloofsuitoefening opnieuw op te pakken.
Toch bleef de positie van de kerk wankel, mede door de wijze waarop koning Willem I zich tegen het katholicisme keerde. Hoewel de koning in 1827 een concordaat met de paus afsloot, waarin onder meer de oprichting van de bisdommen Amsterdam en s-Hertogenbosch bepaald werd, zou deze overeenkomst nooit bekrachtigd worden.
Vertaling: Mario Lossie
11. Diverse profetieën: Heilige Methodius van Olympus [overleden ca. 311]
Profetie 8
Hij zal geboren worden in Korazim, worden grootgebracht in Betsaïda en heersen in Kafarnaüm. Korazim zal zich verheugen omdat hij daar werd geboren, en ook Kafarnaüm omdat hij van daaruit zal regeren. Om deze reden geeft de Heer het volgende in het derde evangelie laten plaatsen: "Wee Chorazin, wee Betsaïda [...] En jij, Kafarnaüm, je denkt toch niet dat je tot in de hemel zult worden verheven? In het diepste van het dodenrijk zul je afdalen!" [Luc 10: 13 en 15]. Wanneer de zoon der verdoemenis zal komen, zal de koning der Romeinen naar Golgotha gaan, waar het hout van het Houten Kruis staat, waar Hij Zijn dood voor ons onderging. De koning zal de kroon van zijn hoofd nemen en het op het Kruis plaatsen en zijn handen uitstrekken naar de Hemel en het Koninkrijk der Christenen overdragen aan God, de Vader. Het Kruis en de koning zullen samen worden opgenomen in de Hemel. Dit is waarom het Kruis waar onze Heer Jezus Christus aan hing voor de gemeenschappelijke redding van allen, zal beginnen verschijnen voor zijn komst om de ongelovigen voor hun gebrek aan geloof te veroordelen. Dan zal de profetie van David: "In de laatste dagen zal Ethiopië haar handen uitstrekken naar God," worden vervuld. Deze laatste mensen die hun handen uitstrekken naar God zijn van het zaad van Chuseth, de dochter van Phol, koning van Ethiopië. Wanneer het Kruis opgestegen is naar de Hemel, zal de koning der Romeinen onmiddellijk de geest geven. Dan zal elk vorstendom en macht worden vernietigd die de Zoon der Verdoemenis zal laten blijken.
Vertaling: Chris De Bodt
12. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 70: Aescupalpii Pharmacum [Het geneesmiddel van Aesculapius]
Pius IV [1559-1565]
Echte naam: Giovanni Angelo Medici [Milaan, 31 maart 1499 - Rome, 9 december 1565]
Pius IV was Paus van 1559 tot aan zijn dood. De Medici van Milaan leefden in zeer armoedige omstandigheden en het trotse huis van Florence, dat ook zo heette, noemde zich geen familie van hen, voordat kardinaal Medici op de pauselijke troon kwam. Na zijn studies ging Giovanni op 27-jarige leeftijd naar Rome, waar enige Pausen zijn talenten waardeerden. In het laatste jaar van de regering van Paulus III werd hij kardinaal en Julius III stelde hem aan tot commandant van de pauselijke troepen. Zijn vijandschap tegenover Paulus IV speelde uiteindelijk in zijn voordeel, want het conclaaf dat bijeengekomen was om een opvolger te kiezen, wenste te stemmen voor een man die in ieder opzicht zijn tegendeel was. Bij unanimiteit werd hij in 1559 tot Paus uitgeroepen.
Malachias' verklaring wijst naar zijn familienaam. De jonge Medici had medicijnen gestudeerd en was een gediplomeerd arts.
Chris De Bodt
13. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3447 van 2/3/2011
Lieve zonen en dochters, heb berouw en keer terug tot Mijn Zoon Jezus. Zet geen stap terug. God houdt van u met de immense liefde van de Vader. Ik vraag u om met iedereen in vrede te zijn en te zoeken om getuigenis te geven dat u enkel tot de Heer behoort. De mensheid is ziek en dient te worden genezen. Kniel neer in gebed. Enkel door het gebed zal de mensheid de weg van de vrede kunnen vinden. Mijn zoon Jezus is uw Weg, Waarheid en Leven. Zoek sterkte in Hem voor uw opdracht en u zult overwinnen. Ik ben uw bedroefde Moeder en Ik lijd om wat er op u afkomt. Katmandu zal uit de bittere beker van het lijden drinken. Een gelijkaardige gebeurtenis zal gebeuren in Ceara. U gaat een toekomst van smartvolle beproevingen tegemoet. Luister naar mij. Ik kom niet uit voor de grap uit de Hemel. Laat niet wat u morgen hebt te doen. Voorwaarts zonder vrees. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
14. Valentina Papagna: vervolg van de boodschappen
Januari 2010
Ik bezocht het vagevuur met de Heilige Engel. Een aantal zielen uit een groep mannen kwamen nader tot mij. Ze vroegen: "Valentina, waarom heeft God de mensen van vlees gemaakt. We wensten dat we anders waren gemaakt zodat we geen verlangens konden hebben."
Een man benaderde mij en zei: "De meeste zonden die we begaan vinden hun oorzaak in de schaamteloze wijze waarop sommige vrouwen zich kleden. Zij vernietigen de wereld omdat ze zichzelf tentoonstellen.
Wat de mens echter ook verkeerd doet, het is te wijten aan het eigen geweten.
Onze Heer zelf heeft mij verteld, dat voor alle schaamteloze dingen die mensen doen, hier op aarde, ze ooit op een dag vol schaamte zullen geplaatst worden voor al mijn Heilige Engelen en Heiligen. Ik zal hen niet bekleden met mooie gewaden, tenzij ze berouw hebben."
Vertaling: Chris De Bodt
18-03-2011
18 maart 2011
18 maart 2011
Mirjana Dragicevic had dagelijkse verschijningen van 24 juni 1981 tot 25 december 1982. Tijdens haar laatste dagelijkse verschijning gaf Onze Lieve Vrouw haar het tiende geheim en vertelde haar dat ze verder nog één keer per jaar aan haar zou verschijnen, op 18 maart. Dit was ook dit jaar het geval.
"Lieve kinderen, Ik ben met u in naam van de grootste Liefde, in naam van de lieve Heer, die dicht bij u is gekomen door Mijn Zoon en u de ware liefde heeft getoond. Ik wens u te leiden op de weg van God. Ik wens u de ware liefde te onderrichten, zodat anderen dit in u kunnen zien, zodat u dit kunt zien in de anderen, zodat u een broer voor hen kunt zijn en dat anderen in u een genadevolle broer kunnen zien. Mijn kinderen, wees niet bevreesd om uw harten voor Mij te openen. Met Moederlijke liefde zal Ik u tonen wat Ik van ieder van u verwacht, wat Ik verwacht van Mijn apostelen. Begeef u op de weg met Mij. Dank u!"
Mirjana zei dat Onze Lieve Vrouw elkeen en al hun religieuze voorwerpen de zegen gaf. Onze Lieve Vrouw vroeg ons eveneens om te bidden voor de priesters en zei: "Opnieuw leg Ik er de nadruk op dat Ik samen met hen zal overwinnen."
Chris De Bodt www.bloggen.be/medjugorje
17-03-2011
17 maart 2011
17 maart 2011
1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 29]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
Liefde met een zuiver hart
Janice:Vertelde de Gezegende Moeder u meer over de biecht? Vicka: Ja. Ze zegt dat de biecht niet alleen maar betekent om naar een priester te gaan en dan de zonden op te noemen om tenslotte terug te keren naar het vroegere leven dat we leidden. We moeten veranderen en een nieuwe persoon worden na elke biecht.
Janice: Hoe doen we dat? Vicka: De Gezegende Moeder zegt dat de genade van het sacrament zo sterk dat is het ons de kracht geeft om opnieuw te beginnen, om het pad van de zonde te verlaten.
Janice: Hoe vaak gaat u te biechten? Vicka: Elke keer wanneer ik voel dat ik God niet gehoorzaamd hebt.
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
2. Met de fiets naar Medjugorje [Vosselaar-Medjugorje: 1.294,96 kilometer]
Voor Staf Druyts die, samen met Pol en Pastoor Frans, reeds drie jaar geleden met de fiets naar Medjugorje hadden gereden, bleek de heimwee zo groot dat de tocht drie jaar later nogmaals werd overgedaan. Vanaf vandaag kunt u het verslag lezen van hun ervaringen tussen donderdag 16 september 2010 en maandag 4 oktober. Staf, u weet onze lezers te verwennen. We zullen allen met veel interesse uw ervaringen volgen. Er werd in totaal een gemiddelde snelheid van 22,10 km/uur gereden. De maximum snelheid bedroeg 74,30 km/uur.
Dag 17 zaterdag 2 oktober
Die dag stond de Krizevac of grote berg gepland. Vroeger heette hij Sipovac en vandaag word hij ook wel eens kruisberg genoemd, dit omwille van het grote kruis dat bovenop de berg staat. Een kruis van wel 12 meter hoog en opgericht als teken van eenheid onder de Joegoslaven.
We dachten dat er niet veel volk zou zijn op de berg maar dit moeten er vele gedacht hebben aangezien het er behoorlijk druk was. Op de plaats waar pater Slavko gestorven is tijdens het afdalen van de berg staat nu een beeltenis. Na de middag ben ik op mijn eentje alle heilige plaatsen gaan bezoeken; de verrezen Christus een bezoekje gebracht, het graf van pater Slavko bezocht, de mysteries van het licht gebeden en tot slot afscheid genomen van O.L. Vrouw in de kerk en op het plein. Als laatste heb ik nog wat kaarsjes aangestoken om de twee dagen durende terugreis goed te laten verlopen.
's Avonds hebben we nog een mis bijgewoond. Na de mis snel een hapje gaan eten om dan terug te gaan en een uur lang het allerheiligste te mogen aanschouwen. Als slot nog in stilte een gebedje voor een goede terugreis.
Dag 18 en 19: zondag 3 oktober en maandag 4 oktober: terugreis
Dit jaar geen sneeuwstorm in Oostenrijk maar wel een zware storm moeten doorkruisen. Rond 20 uur kwamen we in Vosselaar aan waar we onze familie konden begroeten.
De naklanken van Medjugorje
Het was een bedevaart om nooit te vergeten. Je kijkt er weken, nee zelfs maanden naar uit. Drie weken lang onderweg met drie personen, alle drie met het zelfde gedacht. En eigenlijk waren we met vier, bijgestaan door O.L. Vrouw geeft je kracht en moed. Zij beschermt je, als je ziet over welke wegen we allemaal gereden zijn en slechts eenmaal lek gereden. Met de foto van O.L. Vrouw altijd voor ons, op onze fiets geplakt, konden we net als in 2007 op haar steun rekenen.
Vanaf de eerste dag, na het kruisje van priester Frans, zeiden wij tegen mekaar; "het is net al drie jaar geleden, net of een lichtgewicht vrouwtje op onze fiets zit." Maar daar hadden wij niets op tegen.
Wat betekent "Medjugorje" nu voor ons? Medjugorje heeft iets speciaal, iets wat moeilijk te omschrijven is. Je wordt er steeds naartoe getrokken, bijna iets magisch, iets wat iedereen voelt eenmaal hij of zij er geweest is. Ook René, die er voor de eerste maal was heeft ook al meermaals gezegd dat hij zeker terug komt wanneer hij met zijn meisje in de buurt is.
Zelf ben ik er dit jaar twee maal geweest. De eerste maal met een groep, de tweede maal met zn drieën. Maar telkens zijn de dagen veel te kort.
Ook onze tocht per fiets naar daar was in het teken van O.L. Vrouw. Elke avond na de afwas deden we een rozenhoedje, als we in stilte aan het fietsen waren werd er in stilte gebeden. Passeerde we een kapelletje staken we onze hand op en zeiden "alles voor Jezus door Maria."
Als er dan weer eens iets onverwachts voorkwam was er steeds weer die onzichtbare helpende hand die ervoor zorgde dat alles in orde kwam. Men rijdt niet voor niets naar het dorp waar de hemel de aarde raakt. Medjugorje wordt ook wel eens de biechtstoel van de wereld genoemd, als men ziet dat elke priester voor de mis uren de biecht afneemt in de biechtstoel maar ook gewoon op een bank of stoel rond de kerk.
De meeste mensen verlangen vurig om terug te keren eenmaal ze terug thuis zijn. Zo ook wij, daarom hebben wij ons reeds ingeschreven met onze vrouwtjes om in 2011 terug te keren met de bus. Wij zeggen nooit vaarwel maar steeds tot ziens.
Verslag: Staf Druyts
3. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 15]
Visoenen over de Kerk en de wereld
Door de Moeder komt het leven...
Ik zag een kronkelpad en daarop kropen beesten. Ik meende dat het kreeften waren, maar toen kreeg ik in mij: schorpioenen. Het leek een slangenpad waarop ze voort kropen en kronkelden. Plotseling zag ik die schorpioenen veranderen in mensen. Ik meende dat het vele mannen waren. Ik zag ze slechts op de rug. Er brak een vreselijk onweer over hen los en ik hoorde donderslagen. Weer hoorde ik de Stem zeggen: "Volg Mij en onderga hetgeen zij verspelen zullen, indien zij niet terugkeren van dat pad..."
En het was alsof ik opgenomen werd en ik voelde me in een heel diepe hemelse toestand gebracht. Het was alsof ik temidden van anderen was, die allen naar dit Koninkrijk waren gekomen... Nu hoorde ik de Stem zeggen: "Ik ben bij u. Kijk goed en luister. En gíj, begrijpt dit alles goed...!"
Het was alsof dit laatste tot anderen gezegd werd. Ik zag het Vaticaan en hoorde: "Het proces tussen de Geest en het verderf is in volle gang..." Dan zag ik een driehoek met een oog erin en hoorde: "En gij, Mijn herders, waar zijt Gij? Wilt ook gij Mij verguizen? Denk aan uw ware taak en roeping. Breng Mijn kudde, zij die overgebleven zijn, weer bijeen. Breng Mijn lammeren in veilige hoede en voer ze terug naar het dagelijks Wonder. Breng Mij weer door de straten en over de pleinen. Blijft getrouw en de Geest zal u helpen. Hij zal u voeden en laten drinken van het hemelse Manna en het Water van de Bron..."
Een grote blijdschap kwam over mij en het was of alles straalde van Licht. Ik zag dat op een groot korenveld de schoven gebonden stonden terwijl het regende, en daaroverheen kwam een regenboog. Terwijl ik ernaar keek werden de gebundelde korenschoven door mannen weggebracht. Er liepen ook kleine groepjes schapen en lammeren met hun herder. Dat alles werd naar een grote kerk gebracht. Plotseling werden het mensen van allerlei rassen. Dan zag ik in een flits een kapel en een kerk die ik reeds vroeger gezien had en ik hoorde: "De Bruid des Heren is niet voor niets naar de aarde gezonden. Brengt Haar onder de volkeren. Begrijpt dit goed: Ook de Heer had Zijn Moeder nodig om tot leven te komen. Door de Moeder komt het leven. Daarom moet Zij weer teruggebracht worden in uw kerken en onder de volkeren, en gij zult de opbloei aanschouwen..." [25 maart 1973]
Met dank aan Pater Peter Klos
4. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 82]
Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel
122. Toen ik mijn ziel ontvouwde aan mijn oversten, was er één van hen die mijn ziel kende en de weg waarlangs God mij wou leiden. Door haar aanwijzingen in praktijk te brengen, begon ik veel te vorderingen te maken op de weg der volmaaktheid. Maar dat heeft niet lang geduurd. Toen ik haar mijn ziel dieper ontvouwde, ontving ik niet wat ik verlangde en deze genaden leken aan de overste onwaarschijnlijk. Ik kon dus geen hulp meer vinden bij haar. Ze zei me dat het onmogelijk was dat God dergelijk omgang had met een schepsel: "Ik vrees voor u, zuster, is het geen illusie? Vraag een priester om raad."
Maar de biechtvader heeft mij ook niet begrepen, hij zei me: "Het is beter, zuster, deze dingen met uw overste te bespreken". En zo ging ik van de oversten naar de biechtvader en van de biechtvader naar de oversten zonder vrede te vinden. De goddelijke genaden werden voor mij een groot lijden. Soms zei ik vierkant tot de Heer: "Jezus, ik ben bang voor U, zijt Gij niet één of ander spook?" Jezus stelde mij altijd gerust, maar ik bleef ongelovig. Vreemd toch dat, hoe ongeloviger ik werd, des te meer Jezus me bewijzen gaf dat Hij de bewerker was van dat alles.
123. Toen ik me er rekenschap van gaf dat ik niet de minste rust verkreeg van de oversten, nam ik het besluit hen niet meer te spreken over louter innerlijke zaken. Uiterlijk trachtte ik, zoals een goede kloosterzuster moet doen, alles aan mijn oversten te zeggen, maar over wat mijn ziel nodig had, sprak ik alleen in de biechtstoel. Om vele redenen zag ik in dat een vrouw niet geroepen is om dergelijke mysteries te kunnen onderkennen. Ik had mij aan veel nutteloos lijden blootgesteld. Lang werd ik aanzien als een bezetene door de slechte geest, en men bekeek mij met medelijden en de overste nam tegenover mij sommige voorzorgen. Het kwam mij ter ore dat ook enkele zusters mij zo beschouwden. En de horizon versomberde rondom mij. Ik begon de goddelijke genaden te mijden, maar dat was niet in mijn macht. Plots greep mij, ondanks mijn wil, zo'n ingetogenheid aan dat ik mij in God stortte en de Heer mij bij Zich hield.
124. In het begin is mijn ziel altijd een beetje bang, maar dan vervult een eigenaardige vrede en kracht mijn ziel.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 82]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 1
Maar er is een grof en waanzinnig bezwaar dat dient vermeld, dat van de hedendaagse materialisten.
Het menselijk lichaam, zeggen ze, is gevormd en hervormd zich zonder ophouden door leeftijd, ziekte, aantasting van de elementen, vooral voeding. Het ondergaat constant en permanent verlies en vernieuwing. De ledematen verminderen en verdikken, de haren vallen uit en groeien weer. Er wordt vastgesteld dat de bejaarde in zijn vlees geen enkel deeltje, geen atoom bloed en vocht meer bezit die deel uitmaakten van zijn lichamelijke structuur als kind.
Al dat stof, al die verscheidene en ontelbare overblijfsels, die als elementen van het organieke leven hebben gediend, zullen die hem worden weergegeven bij zijn opstaan uit de as? Als hij ervan beroofd blijft, hoe beweren dat hij met zijn eigen lichaam waarmee hij verbonden was in dit leven weer zal verrijzen? Integendeel, als hij verrijst met alle elementen die zijn samenstelling vormden zal het lichaam van de uitverkorenen, dat vol harmonie en volmaaktheid zou zijn, in werkelijkheid slechts een bijeenrapen van vormloze en gebrekkige onderdelen zijn.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
6. Becket [5/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
7. Jezus' tijdgenoten [aflevering 211]
Johannes van Gishala
Volgens Josephus gedroeg hij zich wreed en droeg hij een zware verantwoordelijkheid in de onderlinge twisten onder de verschillende Joodse facties. Hij had het bevel over een leger van twintig officieren en zesduizend manschappen. Op een ogenblik nam Eleazar, zoon van Simon, onafhanelijk van Johannes, het bevel over een derde groep. Maar op Pasen 70 na J.C. veroverden Johannes aanhangers de sector van Eleazar.
De verdediging van de hoofdstad viel eens te meer in handen van het duo Johannes van Gishala en Simon, zoon van Giora, de eerste bij het fort Antonia en de andere in de bovenstad. Deze bloedige en absurde weerstand duurde tot in augustus '70. Tenslotte zocht Johannes van Gishala, door de Romeinen aangevallen, beschutting in de ondergrondse gangen van de stad. Door de honger moest hij zich overgeven. In gezelschap van Simon, zoon van Giora moest hij optrekken voor Titus wagen tijdens zijn triomftocht door Rome in 71 na J.C.
Simon werd terechtgesteld na de parade, daar waar Johannes meer geluk had en tot levenslange gevangenschap werd veroordeeld voor zijn opstand tegen de almacht van het Keizerrijk.
Vertaling: Broeder Joseph
8. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 42]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Gesprek met de Esseen Eliud
Hij zette hem dit alles uiteen en toonde hem aan welke beletselen de zaligheid weerhouden en vertraagd hadden. Ik vernam uit die gesprekken veel van de geschiedenis van de Verbondsark. Wanneer ze in de handen van de vijanden viel, was die geheimenis of zegen er door priesters uit genomen, zoals bij elk gevaar. En toch bleef de Ark zo heilig dat de vijanden voor haar schending en ontheiliging gestraft werden en gedwongen waren die terug te geven [Sam. 4:5-6]. Ik zag ook dat een geslacht dat Mozes aangesteld had om ze te bewaren, tot in Herodes' tijd heeft bestaan. Nadat Jeremias de Verbondsark met andere heilige voorwerpen, vóór de babylonische gevangenschap, op de berg Sinaï in de schoot der aarde had doen verbergen [ll Makk. 2:4-8],werd ze niet meer teruggevonden, maar het heilig geheim was er niet in. Later werd een nabootsing vervaardigd, doch hierin was niet meer alles aanwezig, zoals vroeger: de staf van Aaron, ook een deel van de heilige geheimenis waren bij de Essenen op de berg Horeb. Het sacrament van de zegen was er [gedeeltelijk] in teruggebracht, doch ik weet niet meer door welke priester. In de latere vijver Bethesda was het heilig vuur bewaard geworden.
Zeer veel van wat Jezus aan Eliud verklaarde, werd mij in bijvisioenen getoond. Gedeeltelijk hoorde ik de woorden, maar ik kan me niet alles meer herinneren noch behoorlijk weergeven.
Hij zegde dat Hij uit de zegekiem, die God uit Adam vóór diens val wegnam, het vlees had aangenomen en dat die zegekiem vele geslachten had moeten doorlopen, opdat gans Israël zich door die zegen [dank zij medewerking] verdienstelijk zou kunnen maken: dat die zegen dikwijls weerhouden was geweest doordat de vaten die hem bewaren en doorgeven moesten, verduisterd of bezoedeld geworden waren.
Ik zag dit alles werkelijk: ik zag alle voorouders van Jezus en hoe de aartsvaders bij hun dood in een soort sacramentshandeling die zegen werkelijk aan de eerstgeborene overreikten, en hoe het stuk brood en de drank uit de beker die Abraham van de Engel ontvangen had, toen Hij hem Isaac beloofde, een voorafbeelding was van het Heilig Sacrament van het Nieuw Verbond en tevens een kracht [om mee te werken, bij te dragen] tot [het vormen en voortbrengen van] het toekomstige vlees en bloed van de Messias. Zo was die zegen de kiem, de toebereiding, de aanloop tot Jezus' heilige mensheid]. Ik zag hoe de geslachtslijn van Jezus dit sacrament of geheim ontving, om tot de menswording van God bij te dragen,en hoe Jezus dit van zijn voorouders ontvangen vlees en bloed weer tot een hoger sacrament instelde, om de vereniging van de mensen met God te bewerken.
9. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Engeland en Wales [1850]
De herinvoering van de katholieke hiërarchie leidde tot woede onder Engelse radicalen, die hiertoe aangespoord waren door premier Lord John Russell en The Times. Verzoeken werden ingediend bij het parlement, maar ook bij koningin Victoria, om te voorkomen dat nieuwe bisschoppen hun bisdom konden innemen. De premier, Lord John Russell, gaf aan dit protest gehoor door in een felle brief aan de bisschop van Durham zijn ongenoegen te uiten over de nieuwe situatie. In zijn schrijven omschreef hij de hiërarchie als een inbreuk op de suprematie van de Engelse vorstin, die immers gold als hoofd van de [Anglicaanse] Kerk, en voorzag hij een inbreuk op de spirituele vrijheid van de natie. Met een in 1851 opgestelde wet, de "Ecclesiastical Titles Bill," wilde Russell bewerkstelligen dat de nieuw opgerichte bisdommen als illegaal werden beschouwd en het derhalve voor aangestelde katholieke bisschoppen niet toegestaan was hun titel te gebruiken, op straffe van boetes.
Hoewel de wet, die aansloot bij de gevoelens die leefden onder de Engelsen, werd aangenomen door het parlement, werd de uitvoering ervan nooit gerealiseerd. Met name door een oproep van kardinaal Wiseman, waarbij hij zijn landgenoten wees op "hun gezond verstand en eerlijk hart, die kenmerkend waren voor de aard van een Engelsman" werden de gemoederen bedaard en kon de opbouw van de Katholieke Kerk in Engeland en Wales gewoon doorgang vinden.
Vertaling: Mario Lossie
10. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3446 van 1/3/2011
Lieve zonen en dochters, voorwaarts zonder vrees. U bent niet alleen. Ik ben aan uw zijde met Mijn Zoon Jezus. Verheug u, want u wordt geliefd, ieder van u, door de Vader, in de Zoon, door middel van de Heilige Geest. Verlaat het pas niet dat ik u gedurende al die jaren heb aangeduid. Ik heb uw oprechte en moedige "ja" nodig. Heb moed, geloof en hoop. Laat uzelf geen slaaf worden van de duivel. Zoek sterkte in de Heer. Aanroep hem, die uw hoop is, in uw zwakheid. Hij is absolute Goedheid en kent u bij naam. Wees gesterkt in de liefde van de Heer. Laat de dingen van de wereld u niet wegleiden van de Waarheid. De mensheid is ziek en dient te worden genezen. Kniel neer in gebed. Tijiana [Mexico, aan de grens met de VS] zal om hulp reopen en Mijn arme kinderen zullen wenen en jammeren. Toco zal een zwaar kruis te dragen hebben, maar zal een grote overwinning ervaren. Ga niet achteruit. Nu is het een tijd van Genade voor u allen. Ib ben blij om hier te zijn en Ik zal tot Mijn Zoon Jezus spreken voor u. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
11. Diverse profetieën: Heilige Methodius van Olympus [overleden ca. 311]
Profetie 7
Na een week van jaren, als ze reeds de stad Jappa hebben veroverd [oude naam voor Jaffa, bij Tel Aviv], zal de Heer een van de prinsen van Zijn menigte zenden en hen in één moment verpulveren. Hierna zal de koning der Romeinen naar Jeruzalem verder gaan en er gedurende zeven en een half jaar leven. Als de tien en een half jaar voorbij zijn, zal de Zoon der Verdoemenis verschijnen.
Vertaling: Chris De Bodt
12. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 69: Di Fide Petri [Uit het geloof van Petrus]
Paulus IV [1555-1559]
Echte naam: Giovanni Pietro Carafa [Capriglio, 28 juni 1476 - Rome, 18 augustus 1559]
Paulus IV regeerde vanaf 23 mei 1555 tot zijn dood. De familie waaruit Giovanni werd geboren, was een van de aanzienlijkste in Napels. In 1494 werd hij aan het pauselijk hof voorgesteld door zijn bekende oom, kardinaal Oliviero Caraffa. Leo X stelde hem aan als gezant in Engeland en als nuntius in Spanje. Paus Paulus III verhief hem tot kardinaal in 1536 en schakelde hem in bij de inquisitie. Hij stelde in die hoedanigheid de Index van verboden boeken in. Van 1549 tot 1555 was hij aartsbisschop van Napels. In 1555 werd hij tot Paus verkozen.
Met de heilige Gaetano van Thiene richtte hij in 1524 de orde der Theatijnen op. Deze orde dankt haar naam aan de Latijnse benaming voor Chieti, Theatine.
Het nepotisme regeerde weer oppermachtig. Tijdens zijn ongelukkige regering kwam de definitieve breuk tussen de kerk van Rome en Engeland tot stand. Hij weigerde het Concilie van Trente te heropenen. In 1559 kondigde hij een nieuwe indeling van de bisdommen af voor de Habsburgse Nederlanden.
Zijn pontificaat was een grote teleurstelling. In het begin werd hij geëerd met een standbeeld, maar later werd dit door de vijandige bevolking van Rome neergehaald en vernield. Op 18 augustus 1559 stierf hij en werd hij in Sint Pieter begraven. Later werd zijn lichaam overgebracht naar een andere kerk.
Malchias verwijst naar zijn doopnaam Pietro [Petrus] en zijn familienaam Caraffa, wat is afgeleid van het Latijn cara fides en "dierbaar geloof" betekent.
Chris De Bodt
16-03-2011
16 maart 2011
16 maart 2011
1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 28]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
Liefde met een zuiver hart
Janice: Hoe dikwijls? Vicka: Zoveel als nodig. De levenskeuze die sommigen maken, stelt hen meer bloot aan zonde dan anderen. Voor zulke mensen is de weg harder. Ze moeten vaker te biechten gaan.
Janice: Is hun verleiding sterker? Vicka: Ja. Dikwijls door hun eigen keuze.
Janice: Zouden mensen hun job moeten opgeven als ze een bron van verleiding vormen? Vicka: Ons geloof leert ons dat het onze plicht is om de verleiding te vermijden.
Janice: Waarom weten de mensen dat niet? Vicka: Het touwgetrek van de wereld is heel sterk. satan is zeer sterk momenteel. Het is daarom dat de Gezegende Moeder ons waarschuwt en ons roept naar het pad van haar Zoon Jezus. Ze wil dat al de kinderen van God naar de hemel gaan.
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
2. Met de fiets naar Medjugorje [Vosselaar-Medjugorje: 1.294,96 kilometer]
Voor Staf Druyts die, samen met Pol en Pastoor Frans, reeds drie jaar geleden met de fiets naar Medjugorje hadden gereden, bleek de heimwee zo groot dat de tocht drie jaar later nogmaals werd overgedaan. Vanaf vandaag kunt u het verslag lezen van hun ervaringen tussen donderdag 16 september 2010 en maandag 4 oktober. Staf, u weet onze lezers te verwennen. We zullen allen met veel interesse uw ervaringen volgen. Er werd in totaal een gemiddelde snelheid van 22,10 km/uur gereden. De maximum snelheid bedroeg 74,30 km/uur.
Dag 16: vrijdag 1 oktober
Om 7 uur was ik al naar de mis gegaan. Omdat ik wist dat twee zusters en een broeder, die ik wou groeten, daar aanwezig zouden zijn. Ze herkenden me onmiddellijk. Het was dan ook nog niet zolang geleden dat ik daar was geweest. Na de mis spraken we af wanneer we langs konden komen. Nadat we in de kamers gordijntjes hebben gehangen en buiten de kruisweg hebben geplaatst zijn we graag geziene gasten in "Oasis van Vrede."
Om 10 uur was er weer een Nederlandstalige mis. Er waren daar nog bedevaarders van hier. Het was een groep die er per vliegtuig naartoe waren gereisd. De Pol herkende de reisleidster direct van toen hij ook per vliegtuig naar daar was geweest. Naar eigen zeggen ging dat iets sneller dan met de fiets.
Na het middagmaal zijn we op onze fiets gesprongen om, op zon zeventien km buiten Medjugorje, de watervallen van Kravice te gaan bewonderen. En ze waren prachtig om te zien. Het was ook hier dat de jonge Daniël meer dan zeven minuten onder water heeft gelegen.
Terwijl hij in allerijl naar het ziekenhuis in Mostar werd gevoerd, vroeg een priester aan alle jongeren om samen te bidden. In het ziekenhuis konden de dokters niet veel meer doen en verklaarden hem dan ook zo goed als dood. De dag erna ontwaakte hij op miraculeuze wijze toch uit zijn coma. Dit nadat de dokters alle hoop hadden opgegeven maar niet de priester en de jongeren. Volgens laatste berichten zou het heel goed gaan met hem.
Na een kleine stop aan de mobilhome reden we verder naar het klooster "Oasis van Vrede" om de kruisweg, die we daar hebben geplaatst, te bidden.
Er wachtte daar een grote verrassing. Toen ik een foto liet zien aan broeder Petrus van zuster Maria-Renata met Jos, Paula, Julienne en mezelf op kwam zuster Maria-Renata daar net aan. Zij was ook verrast om ons daar te zien. Na een dikke knuffel vertelden ze dat ze daar was met heel veel Italianen, drie volle boten en nog enkele autobussen. Zij waren allen daar om het feest van de Heilige Michael te vieren.
Na de kruisweg gebeden te hebben namen we afscheid van broeder Petrus en zijn zusters. Die avond was het wijding van de H. voorwerpen, ook de onze, daarna mochten we een uur lang het kruis aanbidden. Wat een massa volk was er op de been om dat mee te kunnen maken.
Verslag: Staf Druyts
3. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 14]
Visoenen over de Kerk en de wereld
Verzamelt de brokken en brengt Mijn kudde bijeen...
Ik zag een grote lege aardse vlakte voor mij. Ineens zag ik dat die vlakte gevuld was met bomen met daaraan bladeren, alsof het zomer was. Dan zag ik plotseling die bladeren er allemaal afvallen en waren alle bomen kaal, alsof het winter was.
Dan zag en hoorde ik dat stuk voor stuk de takken eraf gebroken werden door een onzichtbare hand. En ik hoorde het geluid daarvan. Het geluid was zo doordringend en akelig ... bij elke tak die er afgebroken werd ging een vreselijke droefheid en pijn door mij heen...
En ik hoorde alsof het door de lucht schalde: "Wee u die dit heeft aangericht!"
Toen zag ik weer een vlakte voor mij, maar er was een verschil. Ik ervoer het alsof ik nu over een hemelse vlakte keek. Er kwam een stralenbundel vanuit de hoogte daarop neervallen. Het was alsof de hemel openging en ik hoorde: "En gij, mijn apostelen, die het altaar nog bedient, laat u niet ontmoedigen. Vreest niets. Blijf trouw de weg bewandelen, waarop gij zijt gegaan. Gelooft in Mij en aan de transsubstantiatie. De Heer is met u. Verzamelt de brokken en brengt Mijn kudde bijeen... Ik ben met u..."
En ik schouwde weer naar die hemelse vlakte. Vanuit de grond schoot ineens, als een pijl van vuur, een heel dun twijgje omhoog. Terwijl ik ernaar keek zag ik dat twijgje steeds dikker en groter worden. En het werd een dikke stevige stam. Dan zag ik aan die stam telkens langzaam van rechts en links een tak komen. Dat ging zo door totdat ik een prachtige gouden boom voor me zag staan. Dan kwam aan elke top van de takken een knop. Eerst nog dicht. Ineens zag ik ze openspringen. Nu was het een en al, een puur gouden boom. Ik kan niet vertellen wat een pracht die boom was. En ik hoorde weer de Stem vanuit de hemel komen: "Vreest niets... De Heer is mét u. Maar... éérst zal de storm komen. [8 december 1972]
Met dank aan Pater Peter Klos
4. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 81]
Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel
119. O Jezus, barmhartigheid, ik beef bij de gedachte rekenschap te moeten afleggen voor mijn tong. In haar bevindt zich het leven maar ook de dood, en soms doden wij met onze tong, wij begaan echte moorden, en dat zouden wij moeten beschouwen als iets onbelangrijks? Echt waar, ik begrijp dergelijke gewetens niet. Ik heb een persoon gekend die, na van een ander vernomen te hebben dat er dit en dat van haar werd gezegd, zwaar ziek is geworden, veel bloed verloor en veel tranen vergoot. Dat waren er de droevige gevolgen van, het is niet het zwaard maar de tong die dat veroorzaakte. O mijn zwijgende Jezus, wees ons barmhartig.
120. Ik betrap me over het zwijgen te spreken. Het is niet daarover dat ik wou spreken, maar over het leven van de ziel met God en hoe zij aan de genade beantwoordt. Als de ziel gezuiverd is en God een vertrouwelijke omgang met haar heeft opgebouwd, begint ze naar Hem te streven met geheel haar kracht. Maar ze kan dat niet door zichzelf. God alleen doet alles, de ziel weet het en is er zich van bewust. Ze leeft als in ballingschap en ze weet dat er nog grijze regenachtige dagen kunnen komen, maar ze bekijkt het op een andere manier dan vroeger. Ver van in te slapen in een schijnvrede, maakt ze zich klaar voor de strijd. Ze weet dat ze tot een ridderlijk geslacht behoort. Nu is ze zich van alles veel meer bewust. Ze weet dat ze van een koninklijk ras is en dat alles wat haar aanbelangt groot en heilig is.
121. + Na die vuurproef giet God talrijke genaden in deze ziel. Ze verheugt zich in een innige vereniging met God. Ze heeft een groot aantal visioenen, zintuiglijke en geestelijke, ze hoort een groot aantal bovennatuurlijke woorden en soms duidelijke bevelen, maar ondanks deze genaden heeft ze aan zichzelf niet genoeg. Des te meer omdat, nu God haar bezoekt met Zijn genaden, ze blootstaat aan alle soorten gevaren en gemakkelijk in dwaling kan vervallen. Ze zou tot God moeten bidden om een geestelijke begeleider, maar niet alleen bidden om een geestelijke begeleider, maar ook om moeite doen en een gids zoeken die deze zaken kent, zoals een aanvoerder die de wegen kennen moet waarlangs hij de troepen naar de strijd wil leiden. Een ziel die verenigd is met God moet voorbereid worden op grote en verwoede gevechten.
+ Na deze zuiveringen en beproevingen, verblijft God op een bijzondere wijze in de ziel, maar de ziel werkt niet altijd mee met deze genaden. Niet dat ze uit zichzelf dat niet zou willen, maar ze komt zoveel uit- en inwendige moeilijkheden tegen dat er echt een mirakel nodig is om zich op haar hoogte te kunnen handhaven. Hier heeft zij absoluut een begeleider nodig. Dikwijls overlaadde men mijn ziel met twijfels, en ik was soms zelf al ongerust door te zeggen dat ik tenslotte maar een onwetende was, die zo weinig wist, vooral in deze geestelijke zaken. Wanneer mijn twijfels erger werden, ging ik licht zoeken bij mijn biechtvader of de oversten. Maar ik bekwam niet wat ik verlangde.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 81]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 1
Wel moeten we vaststellen dat het ministerie van de engelen zich zal herleiden tot het verzamelen op de gewenste plek van de brokstukken en onderdelen van onze lichamen, en dat de organisatie van die diverse elementen en de levensgeest die teruggeschonken wordt aan onze heropgebouwde lichamen een scheppend werk is, volgens Sint Thomas, dat de macht van de engelennatuur zelf overschrijdt en die zal in werking treden door rechtstreekse tussenkomst van God.
Daarom zal de verrijzenis ogenblikkelijk gebeuren: ze zal in een oogwenk volbracht zijn, zegt Sint Paulus, als in een bliksem. De overledenen die al eeuwen inslapen, zullen de stem van de Schepper horen en even snel gehoorzamen als de elementen hem zullen gehoorzamen ten tijde van de zes dagen: Dixit et facta sunt.
Ze zullen de windels van hun eeuwige nacht afschudden en zich losmaken uit de greep van de dood met meer lenigheid dan een man uit zijn slaap opschrikt. Zoals Jezus Christus zich vroeger heeft opgeheven uit het graf met de snelheid van de bliksem, in een oogwenk zijn lijkwaad aflegde en door een engel de steen van zijn graf afwentelde en de angstvolle wachters op de grond wierp, zo, zegt Isaias, zal de dood op dezelfde korte tijd instorten: Praecipitabit mortem in septiternum [Is 25,8]. Oceaan en aarde zullen hun schoot diep openen om hun slachtoffers te verwerpen zoals de walvis die Jonas had ingeslikt hem weer op de kust van Tharsis wierp. Dan zullen de mensen, zoals Lazarus bevrijd van hun doodsbanden, verheerlijkt opstaan voor het nieuwe leven en de wrede vijand beschimpen die ze geketend hield in een oneindige ballingschap. Ze zullen haar zeggen: "Dood, waar is je prikkel? Dood, waar is je overwinning? Dood, je hebt de weerwraak ondergaan en jezelf begraven in een kortstondige overwinning: Absorpta es, mors, in victoria tua."
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
6. Becket [4/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 209]
Johannes van Gishala
Afkomstig uit de stad Gush Halab [vandaar de Griekse benaming Gishala] in hoog Galilea was Johannes van Gishala een van de vooraanstaande leiders van de eerste Joodse opstand tegen Rome, eerst in Galilea en dan, vanaf 67 na J.C. in Jeruzalem. We kregen zijn portret via Flavius Josephus waarmee hij niet over de baan kon. Het is dan ook niet te verwonderen dat de historicus hem als een onsympathiek personage beschrijft, zonder scrupules, listig, boos, een leugenaar en een deugniet.
Natuurlijk moet Josephus getuigenis voorzichtig worden bekeken. Met een bende van vierhonderd rovers legde de berooide Johannes, bezield door een aanvallende vurigheid uit Galilea, zich toe op het plunderen van het noordelijk district van de provincie waarvan Josephus de bevelhebber was bij het begin van de opstand. Nadat hij zijn geboortestad Gishala had versterkt, verrijkte hij zich door een monopolie uit te oefenen op de uitvoer van olijfolie in de streek. Josephus vertelt één van zijn afpersingen: hij kocht vier kruiken olie voor vier oude drachmen en verkocht er één van voor diezelfde prijs!
Johannes zette een oproer in tegen Josephus in de stad Tarichea [Magdala] op de oever van het meer van Galilea en slaagde er bijna in er van af te geraken. In Galilea duurde de weerstand niet lang. Titus werd door zijn vader Vespasianus gelast de provincie te heroveren en had geen enkele moeite om Gishala te bezetten en Johannes en zijn zeloten te dwingen naar Jeruzalem te vluchten begin november 67 na J.C. In de hoofdstad werd Johannes tot in de lente van 69 na J.C. één van de twee belangrijkste opstandleiders.
Vertaling: Broeder Joseph
10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 41]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Gesprek met de Esseen Eliud
De gehele dag zag ik Jezus in een zeer vertrouwelijk gesprek met Eliud. Veel daarvan heb ik gehoord, wat ik helaas niet meer zal kunnen weergeven.
Eliud ondervroeg Hem over zijn zending en Jezus legde de grijsaard alles uit. Hij verklaarde Hem ondubbelzinnig dat Hij de Messias was en Hij weidde uit over de gehele linie van zijn menselijke afstamming en over het geheim van de Ark des Verbonds. Uit zijn woorden vernam ik dat deze geheimenis reeds vóór de zondvloed in de Ark van Noach gekomen was en hoe ze van geslacht tot geslacht werd doorgegeven, en van tijd tot tijd ontnomen en dan weer teruggeschonken werd. Vooral liet Hij uitkomen dat Maria in haar geboorte de Verbondsark van die geheimenis of zegen geworden was.
Daar tussenin legde Eliud Hem dikwijls allerlei schriftrollen voor en wees daarin op passages van profeten en dan verklaarde Jezus hem die. Toen nu Eliud eens vroeg waarom Hij dan niet vroeger gekomen was, antwoordde Jezus hem dat Hij slechts uit een vrouw geboren kon worden welke op die wijze ontvangen was, zoals de mensen zonder de zondeval zouden ontvangen geworden zijn en dat geen huwelijkspaar sedert onze eerste ouders beiderzijds zo rein daartoe geweest was als Anna en Joachim.
11. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Herstel en herziening Kerkelijke hiërarchie
Pius IX sloot met verscheidene landen concordaten of overeenkomsten af. Zo bijvoorbeeld met Rusland [1847], Spanje [1851], Oostenrijk [1855], Portugal [1857] en diverse Zuid-Amerikaanse staten: Costa Rica, Guatemala [1852], Haïti [1860], Nicaragua [1861], El Salvador [1862], Honduras [1862], Venezuela [1862] en Ecuador [1862].
Engeland en Wales [1850]
Met de dood van de laatste katholieke bisschop uit het tijdperk van koningin Maria I van Engeland [1553-1558] was er een einde gekomen aan een katholieke hiërarchische structuur binnen Engeland en Wales. De daarop volgende eeuwen gold een verbod op het belijden van het katholieke geloof. Hiermee waren Engeland en Wales in de ogen van de Kerk tot een missiegebied geworden.
Tijdens de jaren 30 van de negentiende eeuw groeide de roep onder katholieken om weer verbonden te worden met de Moederkerk in Rome, wat voornamelijk voortkwam vanuit de bevolking van Ierland, het land dat sinds 1801 officieel opgenomen was binnen het koninkrijk Groot-Brittannië. Door de verkiezing van de Ierse, katholieke vertegenwoordiger Daniel OConnell als lid van het Britse parlement werd de Britse regering gedwongen de wetgeving aan te passen, daar de toen geldende wet deelname van katholieken aan het parlement verbood. Hieruit kwam de "Catholic Relief Act" [1829] voort.
De opheffing van beperkingen ten aanzien van de katholieken bracht paus Gregorius XVI ertoe om voor het nieuwe Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland meer apostolische vicarissen aan te stellen, waarmee een aanzet tot hernieuwing van de katholieke hiërarchie werd gerealiseerd.
Met de bul "Universalis Ecclesiae" van 29 september 1850 werd door Pius IX de katholieke hiërarchie binnen Engeland en Wales hersteld. De beide landen werden ingericht als één kerkprovincie, waarbij het heropgerichte Londense aartsbisdom Westminster werd aangewezen als metropolitaans aartsbisdom, waaraan twaalf suffragane bisdommen verbonden werden. Als eerste metropoliet werd Nicholas Wiseman benoemd die op 30 september 1850 tevens tot kardinaal werd aangesteld.
Vertaling: Mario Lossie
12. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3445 van 27/2/2011
Lieve zonen en dochters, Ik ben uw bedroefde Moeder en ik lijd om wat er u gaat overkomen. Blijf met Jezus. Uw ware redding ligt bij Hem. Verlaat het pad niet dat Ik u heb aangeduid. Nu is het de tijd voor uw ware terugkeer tot God en van redding en vrede. Zeg geen stap terug. Doe uw best in de opdracht die de Heer u heeft toevertrouwd. De mensheid is geestelijk zwak geworden en de mensen zijn weggedwaald van God. Keer terug. U zult gruwelen zien op aarde. De Jura [gebergte tussen Frankrijk en Zwitserland] zal naar beneden vallen en vele streken in de wereld zullen een zwaar kruis te dragen hebben. Nu is het de tijd van smarten voor Mijn arme kinderen. Bid, bid, bid. Ik zal steeds aan uw zijde staan. Moed. Ik zal tot Mijn Jezus spreken voor u. Voorwaarts. Uw overwinning is in de Heer. Verlies uw hart niet. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Diverse profetieën: Heilige Methodius van Olympus [overleden ca. 311]
Profetie 6
Dan zullen de "Poorten van het Noorden" worden geopend en de kracht van die landen die Alexander het zwijgen oplegde, zal vandaar uitgaan. De hele aarde zal aan het schrikken gebracht worden bij het zien van hen. De mensen zullen angst hebben en de terreur ontvluchten door zich te verbergen in bergen, grotten en graven. Zij zullen sterven van schrik en velen zullen wegkwijnen uit angst. Er zal niemand zijn om de lichamen te begraven. De stammen die voort zullen gaan vanuit het noorden, zullen het vlees van de mensen en het bloed van de beesten drinken zoals water. Zij zullen smerige slangen, schorpioenen en alle soorten vuiligheid en de meest afschuwelijke beesten en reptielen, die over de aarde kruipen, opeten. Ze zullen de doden lichamen van de lastdieren eten en zelfs de ongeboren kinderen van de vrouwen. Zij zullen de kinderen van hun moeders ontnemen en verslinden. Ze zullen de aarde verworden en verontreinigen. Niemand zal het tegen hen kunnen opnemen.
Echte naam: Marcello Cervini [Montepulciano, Ancona, 6 mei 1501 - Rome, 1 mei 1555]
Marcellus II werd op 9 april 1555 gekozen tot paus tijdens een vier dagen durend conclaaf. Hij stierf al na een pontificaat van 22 dagen, waarschijnlijk als gevolg van een nierkwaal. In de top tien van de kortste conclaven, staat hij op de zesde plaats. Hij was tot nu toe de laatste paus die zijn doopnaam aanhield als pausnaam.
Marcellus studeerde aan de universiteit van Siena architectuur, astronomie en wiskunde. Hij werd op 19 december 1539 door paus Paulus III tot kardinaal gecreëerd. Hij was daarvoor reeds bisschop van Nicastro. Vanwege zijn opleiding werd Marcello Corvini bibliothecaris van de Vaticaanse Bibliotheek. Vanaf 1545 nam hij deel aan het Concilie van Trente, waar hij fungeerde als een van de drie voorzitters. In 1548 werd hij bibliothecaris van het Vaticaan.
Zijn naam is onlosmakelijk verbonden aan de Missa Papae Marcelli, die Giovanni Pierluigi da Palestrina te zijner ere gecomponeerd zou hebben.
Het wapen van de paus toont twee tarwe-aren, de weinig konden opleveren vanwege die korte duur van zijn pontificaat.
Chris De Bodt
15. Documentaire: 10 Things you didn't know about tsunami's
15-03-2011
15 maart 2011
15 maart 2011
1. Japan: kranten spreken elkaar tegen over de ernst van de feiten. Regering poogt de feiten te minimaliseren.
Zullen de problemen met de kernreactoren escaleren en ons leiden naar het eerste geheim? Aan u om te oordelen.
Mirjana, wat betreft het eerste geheim hebben sommige mensen gezegd dat u zei dat een volledig deel van de planeet zou verlaten/doods zijn ... zou volledig verwoest zijn. Geen enkel leven zou nog groeien op die plaats. Is dat waar? "Ik kan me niet herinneren dat ik daarover met iemand sprak. Vraag de mensen alstublieft om niet over de geheimen te spreken. Vraag aub aan hen die op de hoogte zijn van de verschijning van de Gezegende Moeder om zich te focussen op Gods wil. Onze Gezegende Moeder zegt dat we meer zouden moeten bidden en God als onze Vader moeten liefhebben. We zouden de boodschappen, die God aan de wereld zendt door de Gezegende Moeder van Jezus, i.v.m. het gebed, het vasten, de bekering en de verzoening moeten aanvaarden. Als we dat doen, zullen we nergens schrik van moeten hebben wat ook de toekomst moge inhouden."
Onze Lieve Vrouw toonde Mirjana het eerste geheim in een visioen, een streek lag er verlaten bij: "het is een opschudding van een regio in de wereld. In de wereld zijn er zoveel zonden. Wat kan Ik doen, als je Mij niet helpt? Denk eraan dat Ik van u hou. God heeft geen Hart van steen. Kijk gewoon rondom u en zie wat de mensen doen, dan zul je niet langer zeggen dat God een Hart van steen heeft. Hoeveel mensen gaan er met respect, eerbied en sterk geloof naar de kerk, het Huis van God, en hebben Hem lief? Heel weinig! Hier beleef je nu een tijd van barmhartigheid en bekering en het is nodig deze tijd goed te gebruiken. Bid veel voor Vader Petar, aan wie Ik Mijn speciale zegen heb gegeven. Ik ben een Moeder en daarom ben ik gekomen. Vrees niet, want Ik ben hier."
Zij zegt dat de profetieën, zoals de Heilige Maagd het omschrijft, "vele gruwels" inhouden en dat vooral de verdere geheimen akelig zijn [Mirjana legt hier de nadruk op]. Ze zegt dat de verschijningen een voorbereiding zijn. "Precies zoals een moeder zorgt draagt voor haar kinderen," zei Mirjana van de Gezegende Maagd, "wil Zij dat wij God de Vader degelijk voorbereid ontmoeten. Zij wil niet dat we wenen en jammeren wanneer het te laat is. God zegt dat Hij ten allen tijde vergeeft, onder de voorwaarde dat de ziel oprecht berouw heeft. Het enige wat Zij vraagt, het enige waar Zij op wacht is dat we berouw zouden hebben, opdat ons zou vergeven worden. Wat zal volgen zijn de geheimen die echt gruwelijk zijn. Ik zou gelukkig zijn als iedereen uiteindelijk zou begrijpen dat Ik hen niet veel meer kan vertellen, maar ze moeten goed beseffen dat eens de geheimen zullen beginnen, het te laat zal zijn."
"De enige zekerheid is dat de wereld zich naar het kwade heeft gekeerd en dat het eerste geheim nodig is om te worden wakker geschud. Het zal de wereld doen stilstaan en de mensen doen nadenken," zei Mirjana. "Nooit heeft er een tijd bestaan zoals deze, nooit werd God minder geëerd en geëerbiedigd dan nu, nooit hiervoor hebben er zo weinig mensen gebeden tot Hem. Alles lijkt belangrijker te zijn dan God en dat is de reden waarom Hij zoveel weent. Bovendien wordt het aantal ongelovigen steeds groter en groter. Terwijl zij streven naar een beter leven, is God voor de mensen overbodig en niet noodzakelijk meer geworden. Daarom ben ik heel bedroefd voor hen en voor de wereld. Zij beseffen niet wat hen te wachten staat. Als ze ook maar een kleine, vluchtige blik zouden mogen werpen op de geheimen, als ze het konden zien, zouden ze zich wel op tijd bekeren."
In een interview, afgenomen een dag na het visioen, waarin haar het eerste geheim werd getoond, zei Mirjana, die de eerste was van de zes kinderen die alle tien de geheimen ontving, dat het eerste voorval "iets zal zijn waar de mensen tot heel ver zullen over horen" en voegde er ook meteen aan toe "dat de mensen niet zouden staan te trappelen om de plaats waar het eerste geheim zich zal afspelen te gaan bezoeken, omdat niemand wenst rampen, ellende en tegenspoed te zien." Er zal dus geen soort ramptoerisme zijn, zoals we dat dikwijls zien bij rampen. "Ik denk helemaal niet dat dit soort dingen de mensen zal aantrekken. Waarom zou iemand iets van die aard willen zien? Er bestaat er verschil tussen het gaan waarnemen van een teken van een hele andere aard dan het gaan bezichtigen van lijden of een catastrofe."
Tijdens een visoen, daterend van 25 oktober 1985, zei Mirjana [wiens dagelijkse verschijningen sedert geruime tijd zijn gestopt en sedert 1987 op maandelijke basis een verschijning krijgt] dat haar het eerste geheim is getoond in een reeks beelden, zoals men dia's projecteert op een scherm en dat het haar "heel erg heeft aangegrepen." Dat was uiteraard, omwille van het zien van het eerste geheim. "Als de mensen het geheim zouden zien, zoals het mij gisteren is voorgesteld, zou ieder van hen zeker genoeg door elkaar geschud zijn om een volledig nieuwe en andere kijk te krijgen op zichzelf en alles rondom zich. Ik weet nu dat deze dingen in het geheel niet prettig zijn. Ik geloof dat, indien iedereen zou weten wat ik weet, elkeen van deze mensen tot helemaal van binnen door elkaar zouden worden geschud en de wereld met een volledig nieuw licht zouden bekijken."
"Zullen de gevolgen blijvend en duurzaam zijn of zullen de gevolgen slechts tijdelijk en van voorbijgaande aard zijn?" "Hoe kan ik dit uitleggen zonder inbreuk te doen op het eerste geheim?" zei Mirjana, "laat het ons houden bij iets dat absoluut niet goed is en zeker niet prettig zal zijn."
Ook opvallend is de volgende zin uit de boodschap 3440 van 15/2/2011 van Onze Lieve Vrouw van Anguera aan Pédro Regis: "Akita [Japan] zal uit de bittere kelk van het lijden drinken."
Akita ligt zo'n 150 kilometer ten noordwesten van het rampgebied. In een door Rome goedgekeurde Mariaverschijning aan Zuster Agnes Sasagawa, gaf Onze Lieve Vrouw, op 13 oktober 1973 haar de volgende boodschap mee: "Mijn geliefde dochter, luister goed naar wat Ik je wil vertellen. Informeer je meerdere. Als de mensen geen berouw tonen en zich beteren, zal God de Vader hen verschrikkelijk treffen. Het zal een straf zijn groter dan de zondvloed, iets dat nooit eerder is gebeurd. Vuur zal uit de hemel komen en het grootste gedeelte van de mensheid vernietigen, zowel de goeden als de slechten waarbij priesters, noch gelovigen zullen worden gespaard. De overlevenden zullen volledig aan zichzelf zijn overgelaten en de doden benijden. Het enige wapen dat hen zal resten is de Rozenkrans en het Teken dat Mijn Zoon zal achterlaten. Het werk van de duivel zal doordringen tot in de Kerk op een wijze dat kardinalen tegen kardinalen en bisschoppen tegen bisschoppen zullen tekeer gaan. De priesters die Mij vereren zullen gehoond en bespot worden door hun broeders. De Kerk zal vol zijn van hen die compromissen willen sluiten. De duivel zal vele priesters en gelovigen aanzetten om de Heer in de steek te laten. Hij zal zich vooral tegen de zielen keren die zich aan God hebben gegeven. De gedachte aan het verliezen van zoveel zielen is de oorzaak van Mijn lijden. Als de zonden toenoemen, zal er geen genade zijn. Spreek met moed tot je meerdere. Bid vaak de rozenkrans. Alleen Ik ben in staat om de mensheid te behoeden voor de rampen die zullen komen. Zij die hun vertrouwen stellen in Mij zullen worden gered."
Intussen is het uitkijken naar de boodschappen van 18 maart en 2 april aan Mirjana Dragicevic. Het eerste geheim is geen kwestie meer van maanden, maar van weken.
Vergeet uw dagelijks geestelijk voedsel hieronder niet te lezen, want daarmee sterkt ge uw vertrouwen in Jezus. Hier ligt uw redding.
Chris De Bodt
2. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 27]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
Liefde met een zuiver hart
Janice: Wat is een rein hart, Vicka? Vicka: Een hart dat niet gehecht is aan dingen of mensen of plaatsen maar dat van God houdt voor Hemzelf en van alle dingen houdt voor Hemzelf.
Janice: U spreekt alsof de Gezegende Moeder wil dat we ons onthechten en afstand houden van de geschapen dingen. Vicka: Inderdaad. Als dat gebeurt zijn onze harten in staat om een grotere liefde te hebben.
Janice: Waarom? Vicka: Omdat het dan moeilijk zou worden lief te hebben met Gods liefde, die oneindig is, i.p.v. met onze liefde die klein en op zichzelf gekeerd is.
Janice: Hoe komen we tot dergelijke liefde? Vicka: De Gezegende Moeder beveelt een sacramentele biecht aan om onszelf op Jezus voor te bereiden.
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
3. Met de fiets naar Medjugorje [Vosselaar-Medjugorje: 1.294,96 kilometer]
Voor Staf Druyts die, samen met Pol en Pastoor Frans, reeds drie jaar geleden met de fiets naar Medjugorje hadden gereden, bleek de heimwee zo groot dat de tocht drie jaar later nogmaals werd overgedaan. Vanaf vandaag kunt u het verslag lezen van hun ervaringen tussen donderdag 16 september 2010 en maandag 4 oktober. Staf, u weet onze lezers te verwennen. We zullen allen met veel interesse uw ervaringen volgen. Er werd in totaal een gemiddelde snelheid van 22,10 km/uur gereden. De maximum snelheid bedroeg 74,30 km/uur.
Dag 15: donderdag 30 september
We besloten om in de voormiddag de kleine berg al biddend te doen. De Podbro of de kleine berg wordt ook de Verschijningsberg genoemd omdat het op deze berg was dat op 24 juni 1981 O.L. Vrouw voor de eerste maal aan de zes jongeren verscheen.
Om 12 uur was er in de aanbiddingkapel een Nederlandstalige mis die we natuurlijk niet mochten missen. Na het middagmaal zijn we met zn drieën naar Mostar gefietst. De wereldberoemde brug in Mostar was nu volledig hersteld en geen van ons drieën had ze zo al gezien. Na een ijsje zijn we er ook nog iets gaan drinken op het goede verloop van de reis. Want zeg nu eerlijk: op gans onze reis geen noemenswaardige stukken en maar één lekke band en dit gezien de staat van sommige wegen waar we over moesten.
De 2.000 Weesgegroetjes waar priester Frans om had gevraagd in de kerk, nog voor we vertrokken waren, zullen ook wel geholpen hebben. Al zullen het er maar 1.999 geweest zijn, vandaar die ene lekke band.
Verslag: Staf Druyts
4. De maagdelijke geboorte: Is het essentieel voor het christelijk geloof? [7/7]
De noodzakelijkheid van de maagdelijke geboorte
Laat ons ons een keer focussen op de noodzakelijkheid van de maagdelijke geboorte. Waarom is dat nu zo belangrijk voor het christelijke geloof? Ik wil daar drie redenen voor aangeven.
Eerst en vooral staat dit in relatie met de betrouwbaarheid van de Bijbel als Gods Woord. De Bijbel zegt ons frank en vrij dat Jezus geboren werd uit een maagd. Als dat niet waar is, wat kunnen we dan van de Bijbel nog geloven? Als wat er gezegd wordt over de geboorte van Jezus fictie is, wat kunnen we dan geloven over Zijn dood en verrijzenis?
Ten tweede staat het in relatie met de geloofwaardigheid van Jezus als Messias. Als Jezus onze verlosser is moeten er drie voorwaarden vervuld zijn:
Hij moest mens zijn, geen engel kon sterven voor onze zonden
Hij moest goddelijk zijn. Een gewone sterveling zou de oneindige prijs niet kunnen betalen die nodig was om onze zonden te delgen.
Hij moest zonder zonde zijn. Een zondaar kon niet sterven voor de zonden van anderen.
En zo garandeerde de maagdelijke geboorte de vervulling van deze drie voorwaarden: Omdat Hij geboren was uit Maria, was Hij mens, omdat Hij verwekt was door de Heilige Geest was Hij goddelijk, Omdat Hij heilig was, zonder zondige natuur, was Hij waardig om onze Redder te zijn.
Dit laatste punt is uiterst belangrijk. Ondanks het feit dat Adam en Eva beiden zondigden, rekende God Adam de verantwoordelijkheid aan. [zie Gen. 3,17-19] . Romeinen 5,12-21 bevestigt dit. Er staat geschreven dat door de zonde van één mens, Adam, de dood in de wereld is gekomen en zo de veroordeling van allen, maar ook dat één goede daad leidde tot vrijspraak en leven voor allen, nl. door het offer van de ene mens, Jezus Christus.
Jezus moest zonder zondige natuur geboren zijn, daarom kon hij niet verwekt zijn door een aardse vader.
Dit brengt ons bij een ander belangrijk punt. Het is niet de geboorte van Jezus die wonderlijk was, maar het verwekken van Hem. Door een groot scheppingswonder is Hij in de schoot van Maria geplaatst door de Heilige Geest.
Dr. Henry Morris, stichter van het instituut voor scheppingsonderzoek, beschrijft het proces met deze woorden: "Het lichaam dat in Marias schoot groeide moet speciaal geschapen zijn in volledige perfectie en door de Heilige Geest geplaatst zijn omdat het volledig vrij moest zijn van zonde. Christus zou nog steeds geboren zijn ... naar het vlees uit het geslacht van David ... [Rom. 1,3], omdat zijn lichaam gevoed werd door Maria en Hij uit haar geboren werd, zij die ook een afstammeling van David was. Hij zou nog altijd de Mensenzoon zijn omdat Hij alles wat een mens doormaakt, van ontstaan tot de dood, meemaakte, behalve de zonde. Hij is werkelijk 'de kroost' van de vrouw [Gen. 3,15]. Zijn lichaam werd gevormd noch door het zaad van de man, noch de eicel van een vrouw, maar gegroeid door een uniek zaadje geplant in het lichaam van de vrouw door God zelf. Dat wil zeggen dat God daadwerkelijk een lichaam vormde voor de tweede Adam, juist zoals Hij dat van de eerste Adam heeft gevormd.[Gen.2: 7] Dit was niets minder dan een scheppingswonder, alleen mogelijk door de Schepper zelf."
Vertaling: Anne Van Der Sloten
5. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 14]
Visoenen over de Kerk en de wereld
De schapen zullen van de bokken gescheiden worden...
Daarna opende zich de hemel weer opnieuw en zag ik twee partijen van geesten tegenover elkaar. Een van die geesten had een soort zwaard in de hand. En ik schouwde naar die twee partijen: ineens werd de tegenovergestelde partij weggemaaid. Opeens zag ik nu op aarde hetzelfde gebeuren. Maar nu waren het twee groepen mensen die tegenover elkaar stonden."
Dan schouwde ik naar een hele mooie, lichtende weg voor mij, met aan de kant een soort afhelling, gelijkend op gras. Aan het einde van de weg was een poort met een grote deur, goudkleurig. Er kwam een hele kudde aan, van links en van rechts. En ik hoorde de Stem zeggen vanuit dat Licht: "Ik ben de Geest van Waarheid en Wijsheid. Ik ben het Water dat Leven geeft. Ik ben het Licht dat u allen wil overstralen en bevruchten tot de ware leer en het ware geloof. De schapen zullen van de bokken gescheiden worden..."
Dan zag ik de schapen achter elkaar als in een rij op die mooie weg lopen en naar de poort gaan. Telkens ging de deur van die poort open en ging er een kleine groep schapen naar binnen. Dit ging zo door tot alle schapen binnen waren. Naast die weg zag ik nu dat de bokken van die helling afgleden, maar ik zag niet waar ze belandden."
Toen kreeg ik een heel andere schouwing. Ik zag een groot, kaal, leeg veld of akker. Langzaam rezen vanuit de grond korenhalmen omhoog. Het werd één groot korenveld en het Licht scheen eroverheen. Al die korenhalmen bogen zich diep voor dat Licht.
Dan zag ik voor mij een grote ring die gebroken was in twee helften. Het was of de ring aan twee kanten werd vastgehouden en dan de beide helften naar elkaar toegebracht werden. Maar boven in de ring bleef een stuk open, dus nog niet gesloten. Dan zag ik een onzichtbare hand die de ring sloot. Nu was het een prachtige gouden, ronde ring.
Dan kreeg ik weer een ander visioen. Er werd een offeraltaar voor mij geplaatst. Het was geen gewoon altaar, maar een van ruwe stenen opgebouwd. En ik telde twaalf stenen. In het midden was een opening waaruit rook kwam en omhoog ging. Dan veranderde dit in een ons bekend altaar, zoals dat nu gebruikt wordt. Een Stem die ik al meer gehoord heb, zei: "Uw leer is goed. Waarrom verguist gij die? Keert terug, gij priesters, tot uw ware leer.
Ik, de Geest der Waarheid en Wijsheid, zal u daarbij helpen. En gij [het was alsof dit tegen anderen gezegd werd] blijft trouw ... Priesters en leken, strijdt verder voor Haar, door wie Ik werd. De tijd is nú..."
[31 mei en 8 september 1972]
Met dank aan Pater Peter Klos
6. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 80]
Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel
116. Mijn Jezus, Gij weet wat mijn ziel ondervindt bij de herinnering aan het lijden. Dikwijls verwondert het mij, dat de engelen en heiligen stil blijven tijdens zo'n zielelijden. Maar ze beminnen ons bijzonder in deze momenten. Herhaaldelijk heeft mijn ziel op God geroepen als een klein kind dat uit alle kracht roept wanneer de moeder het gezicht bedekt en het haar niet meer kan herkennen. O mijn Jezus, eer en glorie aan U voor deze beproevingen van de liefde. Uw Barmhartigheid is groot en ondoorgrondelijk. Alles wat Gij U ten opzichte van mijn ziel voorgenomen hebt is doordrongen van Uw Barmhartigheid.
117. Ik moet hierbij vermelden dat de omgeving hier geen uitwendig lijden mag aan toevoegen, want, inderdaad, als de beker van de ziel tot de rand vol is, zou de druppel die wij erbij doen, de ene druppel te veel kunnen zijn zodat de beker der bitterheid overloopt. En wie zal verantwoording afleggen voor zulk een ziel? Letten we er op dat we niets toevoegen aan het lijden van de anderen, want dat mishaagt God. Indien de zusters of de oversten wisten of nog maar vermoedden dat een ziel onderworpen is aan dergelijke beproevingen en ondanks dat haar bijkomend lijden zouden aandoen, dan begaan ze een doodzonde en God Zelf zou hen voor deze ziel ter verantwoording roepen. Ik spreek niet over wat al door zijn aard zelf zonde is maar over wat anders geen zonde is. Behoeden wij ons ervoor zulke zielen op het geweten te hebben. Het is een grote en veelvoorkomende fout in het religieuze leven, dat, als men een lijdende ziel ziet, men aan haar lijden altijd nog wil toevoegen. Ik spreek niet over iedereen, maar over sommige personen. Wij matigen ons aan alle mogelijke soorten oordelen te vellen en wij verkondigen ze soms daar waar wij ze minst mochten herhalen.
118. De tong is een klein lidmaat, maar ze doet grote dingen. Een kloosterlinge die niet zwijgzaam is, zal nooit de heiligheid bereiken, dat wil zeggen, zij zal niet heilig worden. Dat ze zich niets inbeeldt, tenzij het de Goddelijke Geest is die in haar spreekt, dan heeft ze het recht niet te zwijgen. Maar om de Goddelijke Geest te horen, moet men de zielestilte bewaren en zwijgzaam zijn, niet een sombere stilte, maar een zielestilte die ingetogenheid is in God. Men kan veel spreken zonder de stilte te verbreken, en tegengesteld weinig spreken en telkens de stilte verbreken.
O welke onherstelbare schade veroorzaakt het gebrek aan stilte. Men doet veel kwaad aan de naaste, maar vooral aan zijn eigen ziel.
Volgens mij en mijn ervaring zou de regel van het zwijgen op de eerste plaats moeten staan. God geeft zich niet aan de babbelende ziel die veel zoemt als een hommel in een bijenkorf, maar geen honing maakt. Een babbelende ziel is vanbinnen leeg. Er is in haar geen fundamentele deugd noch vertrouwdheid met God. Er is geen sprake van een dieper leven, van een zoete vrede, noch van de stilte waarin God verblijft. De ziel die de zoetheid van de innerlijk stilte niet geproefd heeft, is een onrustige geest en verstoort de stilte van de anderen. Ik heb veel zielen gezien die in de diepte van de hel waren omdat ze de stilte niet konden bewaren. Ze hebben het mij zelf gezegd, toen ik hen vroeg naar de oorzaak van hun teloorgang. Het waren zielen van kloosterlingen. Mijn God, wat een smart is het te bedenken dat ze niet alleen in de hemel maar zelfs heiligen hadden kunnen zijn.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
7. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 80]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 1
Hoe zullen de engelen, zeggen ze, of andere hogere wezens met een hoge graad van helderziendheid, erin slagen de brokstukken en onderdelen van het menselijk lichaam te verzamelen en ontwarren wanneer die over alle werelddelen en onder alle hemelen verspreid liggen, verzonken in de zeeën, de enen opgelost, de anderen in damp omgezet of in plantensap en waarvan er meerderen om beurt dienden om een menigte levende en geplande wezens te vormen! Daar dezelfde stukjes materie in diverse tijdperken toebehoord hebben aan een oneindige diversiteit van lichamen, zal de engel bij machte zijn om ze toe te kennen aan een bepaald wezen?
Het antwoord is niet moeilijk: wanneer de engelen het bevel zullen krijgen om de as van de doden te verzamelen, hetzij met behulp van hun natuurlijke wetenschap, hetzij met behulp van een hogere openbaring, zullen ze meteen de elementen en stoffelijke onderdelen die elk menselijk lichaam samenstellen kennen. Ze zullen weten op welke plek op aarde of in zee deze stoffelijke onderdelen liggen en onder welke vorm ze voortbestaan. Het is een vrome overtuiging dat elke engel zich bijzonder zal bezighouden met de mens die God hem vroeger toevertrouwd had. Kan verondersteld worden dat deze goede engelen de overblijfselen achterlaten van deze wezens waarover ze met aandacht en tedere zorg hebben gewaakt, dat ze hen niet opvolgen in hun veranderingen en op het gepaste moment niet in staat zijn hun as terug te vinden? ... Daarboven, zijn de engelen niet Gods afgevaardigden? En hoe begrijpen dat God die alles ziet en in een atoom of in een grashalm, in elke zandkorrel aan de zeeoever aanwezig is, hen niet de verschillende onderdelen van onze lichamen, die hij onder zijn blik bewaart en waarin hij werkelijk woont in zijn onmetelijkheid, doet onderscheiden.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
8. Becket [3/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode, Nicolas de Camargue, arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 208]
Johannes de Doper
De laatste profeet
Johannes de Doper wordt beschouwd als de laatste oudtestamentische profeet die net als Jesaja en Jeremia de komst van de Messias aankondigde. Hij deed sterk denken aan Elia, de profeet met het haren kleed, die het volk opriep zich te bekeren tot God. In het boek Maleachi staat een profetie waarin Jahweh zegt dat Hij voorafgaande aan de Dag van het Oordeel de profeet Elia zal sturen [Mal. 4:5]. In de jonge kerk geloofde men dat die profetie met de prediking van Johannes vervuld werd. Men bedoelde echter niet dat Johannes een reïncarnatie van Elia was, maar dat hij 'in de geest en de kracht van Elia' voor de Messias was uitgegaan. In dit verband zegt Jezus in het Matteüs-evangelie: "Hij is het over wie geschreven staat: Zie, Ik zend mijn bode voor u uit, om voor u de weg te banen. Ik verzeker u, onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is er niemand opgestaan die groter is dan Johannes de Doper. Maar de kleinste in het koninkrijk der hemelen is groter dan hij. Vanaf de dagen van Johannes de Doper tot nu toe lijdt het koninkrijk der hemelen geweld en geweldenaars lopen het onder de voet. Want tot aan Johannes hebben alle profeten en de Wet het voorzegd, en als u het wilt aanvaarden: hij is Elia die komen zou. [Mt 11: 10-15]
Johannes de Doper wordt op twee dagen herdacht: zijn geboorte op 24 juni en zijn onthoofding op 29 augustus.
Vertaling: Broeder Joseph
10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 41]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Jezus bij de Essenen
Maria van Kleofas, een mooie, imponerende vrouw, sprak 's morgens met Jezus over haar vijf zonen. Zij bad Hem ootmoedig om hen in zijn dienst te nemen. Een was een schrijver, een soort scheidsman en heette Simon. Twee waren vissers: Jacobus de Mindere en Judas Taddeüs. Alle drie waren zij zonen van haar eerste man Alfeüs, die reeds getrouwd was geweest en haar uit zijn eerste huwelijk de stiefzoon Matteüs, de evangelist, had toegebracht [Mc. 2:14]. Om deze weende zij hevig omdat hij een tollenaar was. Dan had zij van haar tweede man Sabas nog een zoon, die Joses-Barsabas heette en ook het vissersbedrijf uitoefende. Ten slotte had zij nog een zoontje, Simeon, uit haar derde huwelijk met de visser Jonas.
Jezus gaf haar het troostbare vooruitzicht dat zij tot Hem zouden komen, ook omtrent Matteüs, met wie Jezus al op zijn tweede reis naar Sidon in aanraking gekomen was, gaf Jezus haar hoop door haar te zeggen dat hij nog wel een uitblinker onder de besten zou worden.
In de namiddag zag ik nu de Heilige Maagd met enige verwante vriendinnen van Nazareth naar haar woning te Kafarnaüm terugreizen. Er waren knechten met ezels van daar gekomen om haar af te halen. Zij namen nog menige huisraad mede die de laatste keer nog te Nazareth achtergebleven was: allerlei deksels, pakken en ook vaatwerk. Dit alles, ingepakt in kisten van brede bastrepen en in gevlochten korven van boomschors, werd aan de flanken der ezels gehangen.
Het huis van Maria te Nazareth had in haar afwezigheid tot nog toe er zo sierlijk uitgezien als een kapel. De haard geleek treffend op een altaar. Er was een kast boven geplaatst en hierop stond een pot met levend groen. In 't vervolg zal haar huis door Essenen worden bewoond.
11. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Jodendom
Na de inname van het grootste gedeelte van de Kerkelijke Staat verhardde Pius zijn standpunt jegens de Joden. Samen met de geheimzinnige sekten waren zij degenen die "troepen verzamelden tegen de Kerk van Christus". Om het in zijn ogen verderfelijke karakter van de Joodse godsdienst te onderstrepen, erkende Pius IX in 1867 per decreet de officiële status van de verering van Lorenzino van Marostica, een vijfjarige martelaar uit de vijftiende eeuw die door toedoen van Joden aan een boom zou zijn genageld, waarna ze hem zijn bloed hadden afgetapt. Het boek "De jood: judaïsme en de judaïsering van christenvolken" van de Franse schrijver Henri Gougenot des Mousseaux werd door Pius IX geprezen. In het boek werd de beschuldiging van rituele moorden door Joden opnieuw bevestigd. Uit handen van de paus ontving de schrijver voor zijn boek het kruis van commandeur in de Pauselijke Orde.
Tijdens de laatste jaren van zijn leven overheerste bij Pius IX meer en meer de gedachte dat de Joden aangezet hadden tot de revolutie binnen Italië met als enig doel de omverwerping van de Katholieke Kerk. Bij een audiëntie in augustus 1871 zei hij: "De Joden waren eens kinderen in het Huis van God geweest, maar dankzij hun hardnekkigheid en weigering om te geloven waren het honden geworden. Vandaag de dag hebben we in Rome jammer genoeg teveel van deze honden, en we horen ze in alle straten blaffen, terwijl ze overal om zich heen mensen molesteren."
Vertaling: Mario Lossie
12. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3444 van 26/2/2011
Lieve zonen en dochters, zoek sterkte in de Heer en laat de dingen van de wereld u niet wegleiden van de genade van Mijn Jezus. U bent belangrijk bij de verwezenlijking van Mijn plannen. Open uw harten en volg me op de goede weg van de heiligheid. De mensheid is onderweg naar een vernieting die door de mensen zelf is voorbereid met hun eigen handen. Wees vlug berouwvol. Leef met moed naar Mijn oproepen en u zult groot zijn in het geloof. Zeg neen aan de gemakkelijke verleidingen van de wereld en keer terug tot Hem, die uw enige Weg, Waarheid en Leven is. Ik ben uw Moeder en leidt om wat er u gaat overkomen. De dood zal langs Tarma en Passos gaan. Zij die in Parijs verblijven zullen een gelijkaardig lijden ondervinden. Kniel neer in gebed. Nu is het de tijd voor uw terugkeer. Laat de armen niet hangen. Voorwaarts zonder vrees. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Diverse profetieën: Heilige Methodius van Olympus [overleden ca. 311]
Profetie 5
De koning der Romeinen zal zijn heerschappij zeven maal over hen brengen, evenveel als hun juk op de aarde woog. Grote verwarring zal hen aangrijpen en de rampspoed zal hen honger en dorst brengen. Zij, hun vrouwen en kinderen, zullen slaven zijn en hen dienen die hen eigenlijk hadden moeten dienen en hun slavernij zal honderd maal harder en bitterder zijn. De aarde die zij berooid hebben zal dan in vrede zijn. Elkeen zal naar zijn thuisland terugkeren en naar de erfenis van hun vaders. Elkeen die gevangen werd achtergelaten zal terugkeren naar wat van hen en hun vaders was en de mensen zullen zich vermenigvuldigen als sprinkhanen op het ooit verlaten land. Egypte zal verlaten zijn en Arabië zal in vuur staan, het land van Ausania zal afgebrand zijn en de zeeprovincies tot vrede gebracht. De volledige verontwaardiging en de woede van de koning van de Romeinen zal over hen gaan die de Heer Jezus Christus afzweren. Dan zal er rust over de aarde komen en zal er een grote vrede en rust over de aarde heersen zoals er nooit voorheen geweest is en ook nooit meer zal komen, daar het de uiteindelijke vrede is van het Einde der Tijden...
Vertaling: Chris De Bodt
14. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 67: De Corona Montana [Van de bergkroon]
Julius III [1550-1555]
Echte naam: Giovanni Maria del Monte [Monte San Savino, 10 september 1847 - Rome, 23 maart 1555]
Het is wel verbazend dat zon paus de werkzaamheden van het concilie, vanaf 1 mei 1551, een nieuwe start gaf. Wat minder verbaast is dat deze tweede zitting slechts een kort jaar duurde en dat Julius III geen enkele ijver aan de dag legde om een derde zitting bijeen te roepen.
Nog een andere tekortkoming: na zijn aanstelling volgde hij, van op het balkon van Sint-Pieter, dikwijls de stierengevechten die voor de basiliek georganiseerd werden of vermaakte zich op de binnenplaatsen van zijn paleis met ondeugende blijspelen. Hij gokte om grote bedragen, organiseerde carnavalstoeten, bracht dagen door met jagen en bood rijkelijke feestmalen aan.
Toch gaf hij de Sociëteit van Jezus de toestemming om twee bekende instituten op te richten, nl. het Romeins en het Germaans college. Onder zijn pontificaat werd ook in Engeland voorlopig het katholicisme in ere hersteld. Tegelijk dreigde Frankrijk ermee een nationaal concilie bijeen te roepen. Op die manier had gemakkelijk een schisma kunnen ontstaan.
Julius III stierf op 23 maart 1555. Hij liet een duidelijk spoor achter: een prachtige woning, die hij liet bouwen aan de Porta del Popolo. Malachias doelt op de familienaam van de Julius III en op zijn wapen, waarop lauwerkransen en bergen voorkomen.
Chris De Bodt
14-03-2011
14 maart 2011
14 maart 2011
1. Nieuws uit Japan
6 augustus 1945
11 maart 2011
Dreigende kernramp: alles op een rijtje
Japan krijgt de toestand in zijn door de aardbeving getroffen kerncentrales voorlopig nog niet onder controle. Hoe gevaarlijk is dat? En wat is er echt aan de hand?
In de kerncentrale van Tokai is het koelsysteem deels uitgevallen, waardoor ook daar veiligheidsproblemen ontstaan. Ook in de kerncentrales van Fukushima en Onagawa zijn er nog altijd problemen. Ondertussen dreigt in Japan een elektriciteitstekort. Er is voldoende radioactiviteit vrijgekomen om net buiten de centrale het toegestane maximum te overschrijden. Maar zolang er niet méér radioactiviteit vrijkomt, is er nog geen groot gezondheidsrisico. Na de ontploffing in het gebouw rond reactor nr. 1 in Fukushima, wordt nu vooral gevreesd voor de toestand van reactor nr. 3. Die is geladen met een gevaarlijker nucleaire brandstof, die behalve uranium ook plutonium bevat.
Wat is er precies gebeurd in de reactoren nr. 1 en 3 in Fukushima?
Nadat als gevolg van de aardbeving het koelsysteem was uitgevallen en ook de dieselgeneratoren van de noodkoeling het snel lieten afweten, is de temperatuur in de reactoren te hoog opgelopen en zijn beide reactorkernen waarschijnlijk gedeeltelijk gesmolten. Om de druk onder controle te houden, heeft men stoom laten ontsnappen. Daarbij is radioactiviteit vrijgekomen. In een poging de hitte onder controle te krijgen, is er zeewater in de reactoren gepompt. Dat is een laatste reddingsmiddel omdat het zeewater de reactoren waarschijnlijk onherstelbaar beschadigt, maar de reactoren waren toch al vrij oud. Zaterdag is er een explosie van waterstofgas geweest nabij reactor 1. Die vond plaats in de fabriekshal omheen de reactor en het gebouw is er zwaar door beschadigd, maar het was geen explosie van de reactor zelf. Het brandbare waterstofgas kan zijn ontstaan doordat de straling waterdamp (H2O) deed uiteenvallen in waterstof en zuurstof, of door een chemische reactie van boorzuur met de reactorwand.
Kan de reactie niet worden stilgelegd met de regelstaven?
De regelstaven (die de kernreacties afremmen) zijn in beide reactoren volledig naar binnen geschoven, dat wil zeggen in de veilige positie. Die ingreep legt de kernsplijtingen snel stil, maar dat betekent niet dat alles meteen veilig is. De resterende hitte, vooral afkomstig van het radioactief verval van diverse radioactieve materialen in de kern, kan nog volstaan om de reactorkern gedeeltelijk te smelten.
Wat is een meltdown en hoe gevaarlijk is dat?
Een meltdown of kernsmelting betekent dat het inwendige van de reactor door het falen van het koelsysteem zo heet wordt dat het smelt, geheel of gedeeltelijk. Als de gloeiend hete gesmolten massa naar buiten zou ontsnappen (wat in Fukushima niet gebeurd is) kan mogelijk veel radioactief materiaal vrijkomen. Het nachtmerriescenario zou zijn dat de gesmolten massa ontsnapt uit het reactorvat (dat in Fukushima voor zover bekend nog intact is) en zich daarna een weg smelt doorheen de vloer, die er normaal op berekend moet zijn om voldoende weerstand te bieden. Als er veel radioactief materiaal zou vrijkomen, kan het door de wind worden verspreid. Tokio ligt zon tweehonderd kilometer ten zuiden van Fukushima. Dat is tot nu toe nog nooit gebeurd. De vloer is er normaal op voorzien om voldoende weerstand te bieden. In de jaren tachtig deed door de film The China Syndrome de misvatting ingang vinden dat zon gesmolten reactorkern zich een weg doorheen de aarde zou kunnen banen en er aan de andere kant weer uitkomen (in het geval van de Japanse reactor zou dat in de zuidelijke Atlantische Oceaan zijn). Dat is volslagen onmogelijk. Het échte gevaar is dat er lokaal, nabij de reactor zelf, veel radioactief materiaal zou kunnen vrijkomen, bijvoorbeeld door ontsnappende gassen, of door radioactief stof dat door explosies of brand wordt opgeworpen en met de wind wegwaait, of door vervuiling van het grondwater.shima.
Welk gevaar lopen de omwonenden?
De Japanse overheid heeft de evacuatie bevolen van iedereen die binnen een straal van twintig kilometer rond de centrale van Fukushima woont. Die perimeter is voldoende groot om te verhinderen dat mensen stralingsschade oplopen. Om te voorkomen dat mensen besmet raken met radioactiviteit [dat wil zeggen dat ze radioactieve deeltjes inslikken of inademen], wordt met geigermullertellers gecontroleerd of ze met radioactieve fall out zijn besmeurd. Bij het aflaten van de overdruk uit de reactoren zou immers radioactief cesium en jood zijn vrijgekomen. In geval van besmetting moeten mensen hun schoenen en kledij inleveren, en onder de douche gaan. De Japanse overheid beschikt ook over joodpillen die kunnen voorkomen dat radioactief jood zich vastzet in de schildklier. Als de pillen tijdig woren geslikt, verzadigen ze de schildklier zodat radioactief jood er niet meer bijkan. Vermoedelijk zijn in Japan ook radioactieve edelgassen vrijgekomen, maar die leveren weinig problemen op omdat ze kortlevend zijn [ze vervallen binnen uren tot dagen] en omdat ze zich na inademing of consumptie niet in lichaamsweefsels vastzetten.
Wanneer wordt het echt gevaarlijk?
Het wordt gevaarlijk als de situatie in de reactoren niet gestabiliseerd geraakt en er, bijvoorbeeld door nieuwe explosies, veel meer radioactief materiaal zou ontsnappen. Dan hangt het af van de windrichting waar de gevaarlijke wolk naartoe gaat. Tokyo ligt zon tweehonderd kilometer ten zuiden van Fukushima.
Kan hetzelfde rampscenario zich ook bij ons voordoen?
Belgische kerncentrales gebruiken drukwaterreactoren. Zij beschikken over een extra veiligheidscircuit, waardoor de reactor in een noodsituatie minder gauw radioactieve stoom moet aflaten dan een kokendwaterreactor zoals die van Fukushima. Voor een kernsmelting zijn drukwaterreactoren niet immuun: de kernreactor van Three Mile Island in de VS, die in 1979 door een gedeeltelijke meltdown werd getroffen, was van het drukwatertype. Sindsdien zijn aan het ontwerp van de drukwaterreactor meerdere verbeteringen aangebracht die de kans op een meltdown reduceren, volgens Frank Hardeman van het Studiecentrum voor Kernenergie Mol. De kans dat een aardbeving Belgische centrales beschadigt, is klein. Bij hun ontwerp is rekening gehouden met het [geringe] aardbevingsrisico in ons land [de zwaarste aardschok ooit, die van Zulzeke in 1938, had een sterkte van 5,6 op de magnitudeschaal]. Daarbij komt een kleine honderdduizend keer minder energie vrij dan bij de 8,9 in Japan. Voor terroristische dreiging daarentegen zijn de Belgische centrales niet ongevoelig. Bij hun bouw in de jaren zeventig was van groeperingen als Al-Qaeda nog geen sprake, op terreuraanslagen zoals die van 11 september is hun ontwerp dan ook niet berekend.
Bron: Het Nieuwblad
2. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 26]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
De gezegende Moeder en Haar geheimen
Janice: Hoe ervaart u dat? Vicka: Ik geloof dat Jezus levend is. De Gezegende Moeder vraagt ons om ons op dat heilig moment voor te bereiden zodat we Jezus op gepaste wijze kunnen verwelkomen als Hij naar ons komt in de Heilige Mis.
Janice: Hoe bereiden we ons voor, Vicka? Vicka: De Gezegende Moeder vraagt aan ons dat we een zuiver en rein hart hebben om haar Zoon Jezus te ontvangen.
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
3. Medjugorje: beeldverslagen van de verschijningen van Maria aan Mirjana
Beeldverslag van 2 maart aan het Blauwe Kruis
Beeldverslag van 2 februari in Sacro Monte di Orta San Giulio
Beide beeldsverslagen zijn ook terug te vinden in het tekstvak van 2 februari en 2 maart 2011
4. De maagdelijke geboorte: Is het essentieel voor het christelijk geloof? [6/7]
Tweedracht in Jezus tijd
Het interessante is dat de tweespalt rond de oorsprong van Jezus niets nieuws is, zelfs in de tijd van Jezus. Zijn oorsprong was een zaak van tweedracht en constante speculatie. In het Johannesevangelie, hoofdstuk 6, wordt ons verteld dat de joodse leiders met Zijn uitspraak, dat Hij uit de hemel was neergedaald, spotten. Ze zeiden: "Hoe kun je beweren: Ik ben uit de hemel neergedaald, terwijl we je vader en moeder kennen?"
In hoofdstuk 7 staat er dat sommige inwoners van Jeruzalem Zijn aanspraak dat Hij de Messias was in twijfel trokken omdat ze zeiden: "Wij weten waar gij vandaan komt, maar wanneer de Messias komt, weet geen mens waar Hij vandaan komt."
In hoofdstuk 8 staat er dan dat sommige mensen Hem ervan beschuldigden uit ontucht geboren te zijn terwijl anderen beweerden dat Hij een halfbloed Samaritaan was.
Nog iets interessants is dat Jezus zelf de reden onthulde voor al die commotie rond zijn afkomst. Dit is wat Hij daarover zei in Matteüs 16:13-17:
13: Toen Jezus in de streek van Caesarea van Filippus gekomen was,stelde Hij zijn leerlingen deze vraag: "Wie is, volgens de opvatting van de mensen, de Mensenzoon?"
14: Zij antwoordden: "Sommigen zeggen Johannes de Doper; anderen Elijah; weer anderen, Jeremiah of een van de profeten."
15: "Maar gij," sprak Hij tot hen, "wie zegt gij dat Ik ben?"
16: Simon Petrus antwoordde: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God."
17: Jezus hernam: "Zalig zijt gij Simon, Barjona [zoon van Jona], want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard, maar mijn Vader die in de hemel is."
Kijk goed naar dat laatste vers. Jezus zei dat Zijn goddelijkheid geopenbaard werd aan Petrus door God de Vader. Het is duidelijk dat de enige manier om van de godheid van Jezus op de hoogte te zijn, door een openbaring van God is. De mens zal nooit overtuigd geraken door filosofie, theologie of wetenschap. Het moet geopenbaard worden.
Door het eigen inzicht kan de mens altijd tot de conclusie komen dat Jezus een groot geleerde was, een geïnspireerd leraar, een profeet, morele leider of wat dan ook. Maar de mens, op zichzelf aangewezen , zal altijd het centrale feit missen dat Jezus de Zoon van de levende God is. En daarom zal de mens als zijnde mens, altijd de maagdelijke geboorte ontkennen want de maagdelijke geboorte en de goddelijkheid van Jezus zijn onscheidbaar.
Als Jezus God is, dan moet Hij uit God geboren zijn. Hij kan niet uit menselijke ouders geboren zijn. Daarom is mijn uitgangspunt: de maagdelijke geboorte ontkennen is de goddelijkheid van Jezus ontkennen. Want, zie je, zonder de maagdelijke geboorte is Jezus, met de woorden van de Broadwaymusical, "juist maar een man," geboren met een zondige natuur door de zonde van Adam overgeërfd. En als Jezus juist maar een man is, dan is er voor u en mij geen hoop. Dat is waarom de maagdelijke geboorte geen aantekening in de kantlijn is. Het is de kern van ons geloof.
Bron: David R. Reagan
Vertaling: Anne Van Der Sloten
5. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 13]
Visoenen over de Kerk en de wereld
De heilige Geest zal heersen...
Ik kreeg het visioen van een hemelse tuin met een fontein, midden op een grote vlakte. Onder de hemelse tuin zag ik een grote leegte en daaronder weer de wereldbol. Ik zag dus drie taferelen onder elkaar. De wereldbol was geheel in het duister gehuld."
Ik zag de wereldbol voor mij draaien. Opeens brak hij open in twee delen. Ik kreeg een zware druk over mij, zo erg dat ik er een paar maal heel diep van moest zuchten. Toen hoorde ik: "Het wordt een strijd op leven en dood, maar de Geest zal uiteindelijk overwinnen..."
Toen kwam vanuit de hoogte een geweldig Licht over deze opengebroken wereld. De fontein spoot haar kristallen stralen hoog op en daarna zag ik ze met geweldige kracht naar beneden vallen over die opengebroken wereld, die ze helemaal opzoog. Het was een en al schittering op die aarde en ik zag de kristallen diep de aarde ingaan.
Toen kwam vanuit die opengebroken wereld een prachtige zilveren hemelse Roos in knop, heel groot. Deze knop kwam heel langzaam omhoog en bleef in de open leegte staan tussen de hemelse tuin en de aarde in. Die rozenknop ging blad voor blad open en toen prijkte de hemelse Roos in al haar heerlijkheid. Het is in menselijke woorden niet uit te leggen hoe hemels en mooi dit visioen was."
Toen zag ik de hemel openbreken en hoorde ik de schoonste, hemelse muziek. Een en al schittering toonde zich nu voor mijn ogen, in een oneindige hemelse diepte. Ik zag de opengebloeide, prachtige Roos, waaruit heel langzaam de verheerlijkte Vrouwe omhoog kwam. Ze droeg een onbeschrijfelijke, schitterende kroon op het hoofd, maar deze keer was ze zonder Kruis, wereldbol en schapen. Ook was ze voor mij een nog meer vergeestelijkte figuur. En ik hoorde: "Nu ziet ge haar niet zoals zij altijd verschenen is, maar zoals zij is in het Koninkrijk. Haar zending hier op aarde is nu ten einde. De heilige Geest zal heersen. De Heer laat u dit beeld zien, opdat gij dit zult verkondigen aan alle mensen..."
[11 februari en 25 maart 1972]
Met dank aan Pater Peter Klos
6. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 79]
Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel
113. En opnieuw zou ik er drie woorden willen aan toevoegen voor zielen die vastbesloten willen streven naar de heiligheid en vrucht dragen, namelijk om voordeel te halen uit de biecht.
Ten eerste: onvoorwaardelijke oprechtheid en openhartigheid. Als de ziel niet eerlijk noch open is, kan de heiligste en wijste biechtvader geen geweld plegen op de ziel om er met kracht in te gieten wat hij voor haar wenst. De ziel die niet eerlijk is en veinst, stelt zichzelf bloot aan grote gevaren in het innerlijk leven en Jezus zelf deelt zich niet op een diepe wijze aan zo'n ziel mee, want Hij weet dat ze uit bijzondere genaden geen nut haalt.
Ten tweede: nederigheid. Als ze niet nederig is benut de ziel het sacrament van de biecht niet zoals het hoort. Hoogmoed houdt de ziel in de duisternis. Ze weet niets en wil zich niet grondig in de afgrond van haar ellende verdiepen, zij maskert zich en mijdt alles wat haar zou kunnen genezen.
Ten derde: gehoorzaamheid. Een ongehoorzame ziel behaalt geen enkele overwinning, zelfs als Jezus Zelf haar biecht zou horen. De meest ervaren biechtvader helpt deze ziel in niets. De ongehoorzame ziel stelt zich bloot aan grote gevaren en zal geen vooruitgang maken in de volmaaktheid en niet slagen in het geestelijk leven. God overstroomt de ziel allerrijkelijkst met genaden, maar alleen de gehoorzame ziel.
114. + O, hoe lieflijk zijn de hymnen die een lijdende ziel zingt. De hele hemel is verrukt om zo'n ziel, vooral wanneer ze door God beproefd wordt. Voor Hem zingt ze haar treurende heimweezangen. Haar schoonheid is groot, want ze komt van God. Gewond door de goddelijke Liefde, gaat deze ziel door de woestijn van het leven. Ze raakt de aarde maar met één enkele voet.
115. Als de ziel deze kwellingen doorstaan heeft, is ze diep nederig. Haar zuiverheid is groot. Zonder nadenken weet ze beter wat ze op een bepaald moment moet doen en waaraan ze moet verzaken. Ze voelt de lichtste aanraking van de genade en ze is zeer trouw aan God. Ze herkent God van ver en verheugt zich onophoudelijk in Hem. Ze ontdekt zeer snel God in de zielen van anderen en in het algemeen in haar omgeving. Ze is gezuiverd door God alleen. God, die alleen Geest is, leidt de ziel een leven binnen dat zuiver geestelijk is. God alleen heeft haar eerst voorbereid en gereinigd, dus in staat gebracht tot innige omgang met Hem. Op een geheel geestelijke wijze verblijft ze in de Heer en rust ze in de liefde. Ze spreekt met God zonder zich zintuiglijk uit te drukken. God vervult de ziel met zijn licht. Haar verlicht verstand ziet duidelijk en herkent de graden van het geestelijk leven. Zij ziet de ogenblikken waarop zij op onvolmaakte wijze met God verenigd was, waar haar zintuigen deelnamen aan die vereniging en het geestelijke zich vermengd bevond met het gevoelsleven, weliswaar al op een hogere en bijzondere wijze, maar toch onvolmaakt. Er bestaat een hogere en volmaaktere vereniging met God, de geestelijke vereniging. Hier is de ziel veiliger voor illusies, haar geestelijkheid is dieper en zuiverder. In het leven, waar de zintuigen een rol spelen, is men meer blootgesteld aan illusies. De voorzichtigheid van de ziel zelf en van de biechtvader moet des te groter zijn. Er zijn momenten waarop God de ziel in een louter geestelijke toestand binnenleidt. De zintuigen doven uit en zijn als dood. De ziel is op de innigste wijze met God verenigd, ze is in de Godheid gestort, haar kennis is volledig en volmaakt, niet meer gedeeltelijk zoals vroeger, maar geheel en algemeen. Zij is er verheugd om, maar ik wil toch nog spreken van momenten van beproeving. Het is nodig dat de biechtvader dan geduld heeft met de ziel. Maar het allergrootste geduld moet de ziel met zichzelf hebben.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
7. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 79]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 1
Ten slotte, zullen de mensen verrijzen met dezelfde leeftijd dan die van het uur van overlijden?
De meest waarschijnlijke en overeenstemmende met de Schrift is dat ze zullen verrijzen in staat van volmaakt mens, met de leeftijd van de volheid van Jezus Christus, in virum perfectum, in mensuram aetatis plenitudinis Christi (Ef 5,13). Met andere woorden, alle herstelde mensen volgens beeld en gelijkenis van Jezus Christus zullen, tenminste in de mate van hun verdiensten, herleven als rijpe mens, voluit ontwikkeld in hun zijn en hun fysische gesteldheid, zoals Christus op de dag van zijn Verrijzenis en Tenhemelopneming wanneer hij, door in zijn zaligheid te treden, bezit nam van zijn eeuwige heerschappij.
Zal de verrijzenis uiteindelijk Jezus Christus alleen als auteur hebben of zal ze gebeuren door de engelen? We beweren dat ze zich rechtstreeks zal volbrengen door Jezus Christus maar dat de engelen, als ministers, zullen geroepen worden om eraan deel te nemen en ertoe bij te dragen .. Want in Sint Jan wordt gezegd in hoofdstuk 5: Het uur is gekomen waarop al degenen die in de monumenten verblijven de stem van Gods zoon zullen horen en in Sint Mattheus wordt gezegd [hoofdstuk 24]: En hij zal zijn engelen zenden met de trompet en luide stem en ze zullen zijn uitverkorenen uit alle windstreken verzamelen.
Zo zal Jezus Christus als koning en leider het signaal geven, zijn bevel laten horen en aan zijn engelen overlaten om de verspreide elementen van onze lichamen en die ze zullen herstellen op te vangen.
Tegenover deze waarheden gebaseerd op de Schrift staat de twijfelende en honende wetenschap met haar bezwaren uit de wetten die de huidige orde onderwerpen en die ze als afdoend en onweerlegbaar beschouwt.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
8. Becket [2/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 207]
Johannes de Doper
Gevangenneming en dood
De historiciteit en de belangrijkheid van Johannes, alsook de omstandigheden van zijn dood zijn uitvoerig bevestigd door Josephus die hij de Doper noemt, zoals hij Jezus met de bijnaam Christus vernoemd. In de Joodse Oudheden is Johannes bekend als een goed man die zijn landgenoten aanspoorde om zich te laten dopen, rechtvaardigheid te doen heersen rondom hen en zich vroom te gedragen tegenover God. Het is zijn welslagen bij het volk dat de oorzaak van zijn val werd in de opstandige tijd waarin hij leefde.
Ook toen Jezus zelf zijn boodschap verkondigde, bleef Johannes de mensen dopen en had hij zijn eigen volgelingen. Deze volgelingen traden slechts geleidelijk toe tot de christelijke beweging, die was ontstaan na de wederopstanding van Jezus. In de Handelingen staat geschreven hoe een man genaamd Apollos in Efeze, een stad in het huidige Turkije, de boodschap van Johannes verkondigde. Twee christenen, Aquila en zijn vrouw Priscilla, onderrichtten Apollos in de leer van Jezus. Paulus trof later in Efeze meer volgelingen aan van Johannes. Hij vertelde over Jezus en doopte hen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Vertaling: Broeder Joseph
10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 40]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Jezus bij de Essenen
's Morgens begaven Jezus' vijf leerlingen zich naar Nazareth om hun verwanten en bekenden en de school te bezoeken, maar Jezus bleef bij Eliud. Hij bad met hem en onderhield zich zeer vertrouwelijk met hem. Deze eenvoudige, deugdzame man was in vele geheimen ingewijd. In het huis van Maria waren, benevens zijzelf en vier vrouwen: haar nichtje Maria van Kleofas, Johanna Chusa, de nicht van de tempelprofetes Hanna, een verwante van Simeon, Maria, de moeder van Johannes Marcus en de weduwe Lea. Veronica was er niet meer, net zoals de vrouw van Petrus, die ik onlangs in de tollenaarsplaats had gezien.
s Morgens zag ik de Heilige Maagd en Maria van Kleofas tot bij Jezus komen. Hij bood zijn Moeder de hand. Zijn handelwijze jegens haar was vol liefde, maar tegelijk zeer ernstig en kalm. Maria was vol bezorgdheid en smeekte Hem om toch niet naar Nazareth te gaan, omdat men daar zo kwaad op Hem was. De Farizeeërs uit Nazareth, die in de synagoge te Kimki getuige van zijn leerrede geweest waren, hadden onlangs de verbittering hier weer doen oplaaien. Jezus zei haar dat Hij de schare, die met Hem naar de doop van Johannes wilde gaan, hier zou opwachten en dat Hij dan door Nazareth zou gaan. Hij sprak nog veel met haar op deze dag en ook is zij heden nog twee of drie keren tot Hem teruggekeerd. Ook zei Hij haar dat Hij driemaal voor het paasfeest naar Jeruzalem zou gaan en dat zij de laatste maal daar erg bedroefd zou zijn. Hij maakte haar nog meer geheimen bekend, maar deze ben in nu vergeten.
11. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Jodendom
Met de "Edgardo Mortara-zaak" werd in 1858 een dieptepunt in de relatie tussen de Katholieke Kerk en het jodendom bereikt: Edgardo zou als zuigeling door een katholieke dienstbode in het geheim zijn gedoopt, omdat zij vreesde voor het leven van de jongen. Zes jaar later [in 1858] biechtte zij dit voorval op en via een vertegenwoordiger van de inquisitie werd het Vaticaan op de hoogte gebracht. Op bevel van Pius werd besloten om de jongen aan de ouderlijke macht te onttrekken, omdat het volgens het canoniek recht niet toegestaan was een katholiek te laten opvoeden door ongelovigen. De jongen werd overgebracht naar Rome en ondergebracht in het Huis van de Catechumenen. Later zou Edgardo tot priester gewijd worden.
De Mortarazaak trok veel aandacht binnen de Italiaanse gebieden, maar ook daarbuiten. Voor de Italiaanse revolutionairen was dit voorval het zoveelste bewijs dat het bestuur van de Kerkelijke Staat niet meer van deze tijd was. Met name uit Franse kringen bereikten vele protesten het pauselijke hof, maar die werden afgedaan als niet relevant, daar de paus in overeenstemming met het religieus gedachtegoed gehandeld zou hebben. Tevens trachtte het Vaticaan de kwestie in een internationaal, katholiek persoffensief goed te praten door erop te wijzen dat het de wens van de zesjarige Edgardo zelf was geweest om binnen de katholieke gemeenschap te blijven.
Ook Pius zelf liet zich verscheidene malen uit over de Mortarazaak. Zo zou hij zijn Franse nuntius, de latere kardinaal Carlo Sacconi, verweten hebben het standpunt van het Vaticaan niet goed verwoord te hebben bij de Franse regering, bruuskeerde hij de ouders van Edgardo door ze ervan te beschuldigen de hele affaire te hebben opgeblazen en adviseerde hij hen zelfs om zich ook te bekeren tot het katholieke geloof om zo weer hun zoon in het gezin te kunnen opnemen.
Vertaling: Mario Lossie
12. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3443 van 22/2/2011
Lieve zonen en dichters, Ik ben uw Moeder en ik kom uit de Hemel om u tot Mijn Zoon Jezus te leiden. Wees volgzaam en zoek om Mijn Zoon Jezus in alles na te volgen. Wees vol van moed, want dit is de enige wijze waarop u kunt bijdragen tot de bekering van de mensheid. Ik ken ieder van u bij naam en Ik ken u noden. Vrees niet. U bent niet alleen. Wat er ook mag gebeuren, ga niet achteruit. Uw overwinning is in de handen van de Heer. Open uw harten voor Hem die ziet wat verborgen is en die u wenst te redden. Toon aan de wereld, door uw woorden en voorbeelden dat u in in vertrouwen leeft met de Heer. Luister naar Jezus en u zult naar de heiligheid geleid worden. Ontvlucht de zonde, heb berouw en verheug u in de Genade van de Heer. Ik ben uw Moeder. God heeft Mij gezonden om u te zeggen en u de weg aan te duiden. Ontvang het evangelie van Mijn Zoon met vreugde. Ik wens u niet te dwingen, maar luister volgzaam naar Mijn woorden. Vertrouw volledig op de Heer. Niets is verloren. Gelukkige dagen komen voor het uitverkoren volk van God. God zal aan de mensen die van Hem zijn weggestreefd een groot teken sturen. Dit zal een kans zijn voor al diegenen die voor God kiezen. De triomf van de Heer zal geschieden en zijn die uitverkoren zijn zullen aanschouwen wat mensenogen nooit aanschouwd hebben. Het zal de tijd zijn van de blijvende overwinning van Mijn Onbevlekt Hart. Voorwaarts zonder vrees. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Diverse profetieën: Heilige Methodius van Olympus [overleden ca. 311]
Profetie 4
Dan zal er plotseling rampspoed en verwarring komen tegen hen [de Moslims]. De koning van de Romeinen zal in woede uitbarsten tegen hen, ontwaakt als uit een dronken verdoving. Hij zal voorwaarts gaan tegen hen vanaf de Ethiopische Zee en het zwaard van de verwoesting brengen tot in Ethribus, hun thuisland en zal de vrouwen en kinderen van gevangennemen die wonen in het Land van Belofte [Israël]. De zonen van de koning zullen met het zwaard volgen en hen op aarde uitroeien. Vrees en huivering zal over hen, hun vrouwen en kinderen gaan, van alle kanten. Ze zullen over hun kinderen rouwen en wenen en met hen alle dorpen in de landen van hun vaders. Door het zwaard zullen ze worden overgeleverd aan de koning der Romeinen, in gevangenschap, dood en vertering.
Vertaling: Chris De Bodt
14. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 67: De Corona Montana [Van de bergkroon]
Julius III [1550-1555]
Echte naam: Giovanni Maria del Monte [Monte San Savino, 10 september 1847 - Rome, 23 maart 1555]
Julius III was paus van 7 februari 1550 tot aan zijn dood. Giovanni studeerde bij de Dominicanen. In 1512 volgde hij zijn oom Antonio de Monte op als aartsbisschop van Siponto. Onder Clemens VII werd hij tweemaal aangesteld tot prefect van Rome en na de pludering van de stad [Sacco di Rome] in 1527 werd hij met andere gijzelaars door Clemens VII aan de keizerlijke troepen uitgeleverd. In 1536 benoemde Paulus III hem tot kardinaal en in 1550 werd hij, na een conclaaf van tien weken, opvolger van de Paus. Zijn gebrek aan activiteit in de laatste drie jaren van zijn regering werd veroorzaakt door veel, zeer zware jichtaanvallen.
Zijn grote fout was nepotisme. Kort na zijn troonsbestijging was hij zelfs zo tactloos om een totaal geperverteerde jongen van 15 jaar, die hij in de straten van Parma had gevonden, tot kardinaal te benoemen en hem officieel door zijn broer te laten adopteren.
Het ging om de apenbewaker van Zijne Heiligheid. Spijtig genoeg had hij zoveel trekken met Julius III gemeen, dat men in de voorrechten die hem werden verleend alleen maar een bevestiging wou zien dat hij een zoon was van de Heilige Vader. Pius IV zou met dit kereltje minder geduld hebben en hem, wegens een dubbele moord, laten opsluiten in de Engelenburcht. Hij nam hem ook zijn kardinaalstitel af. De ex-'favoriet' van Julius III stierf op zijn 46ste een gewelddadige dood.
Chris De Bodt
11-03-2011
11 maart 2011
11 maart 2011
1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 25]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
De gezegende Moeder en Haar geheimen
Janice: Vicka, u zegt dat de echte gebedswapens in de strijd tegen satan en zijn krachten de Heilige Mis en de rozenkrans zijn. Veel mensen op aarde hebben geen toegang tot de Heilige Mis en de rozenkrans. Wat gebeurt er met deze mensen? Vicka: We kunnen hen helpen door onze eigen gebeden en offers. Zij zijn onze broeders en zusters. Ze hebben de Heilige Mis en de rozenkrans even goed nodig als wij, dus offeren we onze Heilige Mis voor hen. Wij bidden de rozenkrans voor hen. Op deze manier worden ook zij geholpen.
Janice: Zijn andere gebeden ook doeltreffend? Vicka: Elk gebed is doeltreffend. Het gebed is de sleutel tot het hart van God.
Janice: Weet u waarom de Heilige Mis zo belangrijk is dat de Gezegende Moeder wil dat we elke dag daaraan deelnemen? Vicka: De Gezegende Moeder zegt dat gedurende de Heilige Mis Jezus in persoon, in een tastbare vorm naar ons toe komt. We kunnen Jezus, in fysische vorm in ons lichaam opnemen. Op deze manier kunnen we begrijpen wat het betekent om Jezus in ons hart te hebben. Dit is onze manier om Jezus te aanvaarden in ons hart. Jezus komt in levende lijve naar ons in de Eucharistie. Dan is het aan ons. Aanvaarden we Hem of verwerpen we Hem?
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
2. De maagdelijke geboorte: Is het essentieel voor het christelijk geloof? [5/7]
De satanische aanval
Zoals u kunt zien verklaart de Bijbel ons duidelijk dat Jezus ging geboren worden uit een maagd. En denk niet dat het overdreven zou zijn te zeggen dat satan het feit van de maagdelijke geboorte haat. Hij haat het omdat het de goddelijkheid van Jezus bewijst en satan is vastberaden om al het mogelijke te doen om de wereld te laten geloven dat Jezus maar een mens was.
Laten we als voorbeeld een keer kijken naar de liederen in de populaire Broadway musical: "Jesus Christ, Superstar." In één van de sleutelscènes van de productie zingt Maria Magdalena een lied terwijl Jezus slaapt. Het gaat zo:
Ik weet niet hoe ik hem moet beminnen, Wat te doen, hoe hem te bewegen. Ik ben veranderd, ja werkelijk veranderd, In deze voorbije dagen, als ik naar mezelf kijk, Lijk ik iemand anders.
Ik weet niet hoe ik ermee moet omgaan, Ik weet niet waarom hij mij ontroert, Hij is een man, juist maar een man, En ik heb er voor hem al zoveel gehad. In veel opzichten is hij er juist eentje meer.
Merk deze woorden op: "Hij is een man, hij is maar een man." satan organiseert aanvallen zoals deze op het feit van de maagdelijke geboorte vanaf het ogenblik dat deze werd verkondigd aan de herders van Bethlehem.
Filosofen en wetenschappers doen dit af als een "kinderachtig sprookje." Joodse leiders, van in de vroegste tijden hebben dit afgedaan als "een wrede hoax." Spijtig genoeg beweren vele moderne theologen dat dit "een niet noodzakelijke legende" is. satans aanvallen zijn succesvol geweest.
Vandaag de dag wordt de maagdelijke geboorte ontkend door vele professoren aan christelijke seminaries. In feite zou ik willen wedden dat het de meest belachelijk gemaakte leer is van het christelijke geloof. Het wordt meestal afgedaan als een "broodje aap" verzonnen door een bende onwetende herders uit de eerste eeuw. Deze vaststelling wordt gestaafd door polls. In 1998 deed de Harris groep een poll bij meer dan 7000 bedienaars in de VS en ze ontdekten de volgende percentages van bedienaars die de maagdelijke geboorte ontkennen:
19% Amerikaans Lutherse geestelijkheid
34% Amerikaans Baptisten pastors
44% episcopaalse priesters
49% presbiteriaanse bedienaars
60% methodisten geestelijkheid
79% congregationalisten herders
Dit ongeloof onder de geestelijken eist zijn tol bij het Amerikaanse publiek. In 1998, het jaar dat de poll gedaan werd, geloofden 83% van de Amerikanen in de maagdelijke geboorte. Tien jaar later was dit percentage gedaald tot 61% of 22 procent minder. Nochtans bewijzen dit soort polls dat er meer geloof is in Gods Woord bij de gewone mensen, dan bij de geestelijken.
Bron: David R. Reagan
Vertaling: Anne Van Der Sloten
3. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 12]
Medeverlosseres, Middelares en Voorspreekster
Visoenen over de Kerk en de wereld
Het uur is nabij... Het was of de hemel openscheurde. Op datzelfde moment hoorde ik de stem van de Vrouwe: "Ik had een ernstige en blijde boodschap willen brengen. Ze hebben echter niet geluisterd..."
Dan zag ik golven stromen over de grond. Het leek wel een woeste zee. Ik hoorde: "De deiningen van verwording, rampen en oorlog dringen steeds meer en meer op over de wereld. Laat u niet door de vloedgolven van geestesverwarring meesleuren. Apostelen van de Heer, blijft bij uw goddelijke roeping! Dan wachtte de Vrouwe weer even en zei toen heel droevig: "En gij, arme verdwaalden, keert terug..."
Het was even stil. Toen zag ik het Licht nog prachtiger, grootser en geweldiger worden. Ik hoorde de Vrouwe zeggen: "Het uur is nabij..." [25 maart 1970]
Met dank aan Pater Peter Klos
4. Met de fiets naar Medjugorje [Vosselaar-Medjugorje: 1.294,96 kilometer]
Staf Druyts samen met Pol en Pastoor Frans reeds drie jaar geleden met de fiets naar Medjugorje hadden gereden, bleek de heimwee zo groot dat de tocht drie jaar later nogmaals werd overgedaan. Vanaf vandaag kunt u het verslag lezen van hun ervaringen tussen donderdag 16 september 2010 en maandag 4 oktober. Staf, u weet onze lezers te verwennen. We zullen allen met veel interesse uw ervaringen volgen. Er werd in totaal een gemiddelde snelheid van 22,10 km/uur gereden. De maximum snelheid bedroeg 74,30 km/uur.
Dag 14: woensdag 29 september Trilj - Medjugorje
Om 8 uur was er al een mis gevolgd door een processie om 9.30 uur. Als bedevaarders hebben wij dan ook een viering laten opdragen voor een behouden terugreis, maar ook nog voor dat kleine stukje heenreis natuurlijk.
Toen we ons klaarmaakte om te vertrekken was ook de processie zich aan het klaarzetten voor hun start. Om te voorkomen dat we niet konden vertrekken omwille dat de processie alles zou blokkeren, vertrokken we een kwartiertje voor hen. We hadden speciaal onze truitjes aangedaan zodat iedereen onze bestemming kon zien. We vertrokken langs de processie, die bijna was opgesteld, en over de jaarmarkt naar de eerste klim net buiten het dorpje. Een klein klimmetje die de Pol niet rap zal vergeten. Op de kilometers vals plat die volgde was er genoeg tijd om te recupereren. Aan de lidl, net voor de grens, stond René ons op te wachten met het middagmaal. We hadden de wind vlak van voren maar waren al blij dat het niet regende. Een geluk dat René niet had, aangezien hij die dag wel een fikse bui op zijn dak gekregen heeft.
Na het eten reden we verder over het natte wegdek richting grens waar we zonder problemen voorbij geraakte. Onze truitjes zullen daar ook wel voor iets tussen hebben gezeten.
In begin september had ik samen met Rudy Verhoeven [de Rudy van de bussen] de camping reeds gaan verkennen. Het was daarom eenvoudig om uit te leggen waar de camping lag zodoende wij als fietsers en René als chauffeur geen problemen ondervonden met het vinden van de camping.
Eenmaal aangekomen gingen we met zn allen te voet, twee met de fiets in de hand en de derde met de sleutels van de mobilhome, naar het beeld van O.L. Vrouw om er bloemen neer te leggen om zo onze dank te betuigen voor de goede reis die we hebben gehad. Na een gebedje gedaan te hebben en het nodige beeldmateriaal geschoten te hebben gingen we terug naar de camping. We namen een binnenweg maar gezien het daar ook geregend had was dit niet één van de beste ideeën ooit.
Om 18 uur zijn we naar de openluchtmis geweest waar het tegen het einde behoorlijk fris werd. Na de viering zijn we rustig iets gaan eten in een zaak die gelegen is in een gangetje dat naar de kerk leid. Tijdens het eten konden we rustig bijpraten over de gebeurtenissen die dag.
Omdat het ook de tijd van de druivenpluk was zag je aan alle kruispunten mensen met oude tractoren en wagens hun overtollig brandhout, dat van de wijngaarden kwam, te verkopen.
Verslag: Staf Druyts
5. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 77]
Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel
110. O Goddelijke Meester, het is slechts Uw werk in mijn ziel. O Heer, Gij aarzelt niet de ziel aan de rand van een vreselijke afgrond te plaatsen waar zij angst en schrik voelt en opnieuw roept Gij haar bij U. Ziedaar Uw ondoorgrondelijke mysteries.
111. Toen ik tijdens de zielenkwelling mij in de biecht van de geringste kleinigheden probeerde te beschuldigen, verwonderde de priester zich dat ik geen grotere fouten deed, en hij zei mij de woorden: "Als ge zo trouw aan God zijt tijdens deze kwellingen, is dat alleen al een bewijs dat God u ondersteunt, mijn zuster, met een bijzondere genade, en het is misschien ook goed dat gij het niet begrijpt". Maar het is vreemd dat in deze zaak de biechtvaders mij niet konden begrijpen noch geruststellenen, tot ik P. Andrasz ontmoette en later prof. Sopocko.
112. + Enkele woorden over de biecht en de biechtvaders. Enkel de herinnering van wat ik doorstaan en beleefd heb in mijn ziel. Er zijn drie dingen die verhinderen dat de biecht, in deze buitengewone omstandigheden, ten goede komt aan de ziel.
Ten eerste, als de biechtvader van deze buitengewone wegen een geringe kennis heeft en verbazing toont wanneer de ziel hem, de grote mysteries die God in haar bewerkt, onthult. Deze verbazing beangstigt een gevoelige ziel en ze geeft zich er rekenschap van dat de biechtvader aarzelt om raad te geven, en als ze dat merkt, wordt ze niet rustiger maar ondervindt nog meer twijfels na de biecht dan ervoor, want ze voelt dat de biechtvader probeert haar tot rust te brengen maar zelf niet zeker is. Of, wat mij overkwam, dat de biechtvader, als hij enkele geheimen niet kan doorgronden, weigert nog verder de biecht te horen, en een zekere angst vertoont wanneer deze ziel de biechtstoel nadert. Hoe kan een ziel in dit geval vrede putten uit de biecht, ze is immers gevoelig voor elk woord van de priester. Naar mijn mening, wanneer God zo'n speciale beproevingen over een ziel zendt, zou een biechtvader, als hij haar niet begrijpt, haar moeten verwijzen naar een ervaren en verlichte biechtvader of anders zelf licht zoeken, zodat hij deze ziel kan geven wat ze nodig heeft, maar haar niet vlak af de biecht weigeren, want zo stelt hij de ziel aan een groot ge-vaar bloot en meer dan één ziel kan zo afdwalen van de weg die God haar wou zien gaan. Het is een zeer belangrijk iets want ik heb het zelf ondervonden, ik begon al te wankelen ondanks de bijzondere genaden van God en ook al stelde God mij gerust, ik heb altijd verlangd het zegel van de Kerk te hebben.
Ten tweede, indien de biechtvader niet toelaat zich openhartig uit te spreken en zijn ongeduld toont, dan zwijgt de ziel en zegt niet alles en door dat feit zelf trekt ze er geen voordeel uit. Ze bekomt nog minder goeds als de biechtvader haar op de proef begint te stellen, zonder haar te kennen, want dan schaadt hij haar in plaats van haar te helpen. Want ze weet dat de biechtvader haar niet kent, vermits hij haar niet toestaat zich volledig open te leggen zowel wat de genaden betreft als haar ellenden. Dat op de proef stellen is dus niet gepast. Ik heb enkele proeven ondergaan die mij deden lachen. Ik druk dit beter uit door deze woorden: de biechtvader is de dokter, maar hoe kan de dokter het geneesmiddel geven als hij de ziekte niet kent? Helemaal niet. Want ofwel zal de remedie niet het gewenste resultaat hebben of ze is te sterk en verergert nog de ziekte, of soms zelfs, moge God het verhinderen, zal hij de dood uitlokken. Ik zeg dit uit ervaring, in bepaalde gevallen heeft alleen God mij recht gehouden.
Ten derde, het gebeurt ook dat de biechtvader geen aandacht heeft voor kleine dingen, maar er is niets klein in het geestelijk leven. Soms kan iets, dat als klein en onbeduidend voorkomt, grote en belangrijke dingen blootleggen en voor de biechtvader een lichtpunt zijn om de ziel te leren kennen. Onooglijke dingen geven veel geestelijke schakeringen prijs.
Een prachtig gebouw zal nooit oprijzen als we de onbeduidende bakstenen verwerpen. God verlangt van bepaalde zielen een grote zuiverheid. Hij geeft haar dus een diepere kennis van haar ellende. Door een licht van hierboven, herkent ze beter wat God bevalt en wat Hem mishaagt. De zonde hangt af van de kennis en het licht van de ziel. Hetzelfde geldt voor de onvolmaaktheden, ook al weet ze dat strikt genomen alleen de zonde tot het sacrament behoort. Maar die kleine dingen zijn belangrijk wanneer men naar de heiligheid streeft, en de biechtvader mag ze niet geringschatten. Het geduld en de zachtheid van de biechtvader openen de weg naar de diepste geheimen van de ziel. Zonder dat ze het weet, ontvouwt de ziel hem haar afgrondelijke diepte en voelt zich sterker en heeft meer weerstand. Ze strijdt moediger en spant zich meer in, want ze weet dat ze rekenschap moet afleggen.
Ik vermeld nog een ding in verband met de biechtvader: hij moet de ziel op de proef stellen, haar peilen, haar oefenen, om te zien of hij te doen heeft met stro, met ijzer of met puur goud. Deze drie soorten zielen hebben verschillende oefeningen nodig. De biechtvader moet, en dit is echt noodzakelijk, zich een duidelijk oordeel vormen over de ziel om te weten wat ze kan verdragen, op welk moment, in welke omstandigheden, in welke gevallen. Wat mij betreft, heb ik na veel ervaringen, toen ik merkte dat ik niet begrepen werd, mijn ziel niet meer onthuld en mijn rust niet meer gestoord. Dat gebeurde echter eerst vanaf het moment dat al mijn genaden onderworpen werden aan het oordeel van een wijze, onderlegde en ervaren biechtvader. Nu weet ik hoe men zich moet gedragen in bepaalde gevallen.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
6. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 77]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 1
In het hoofdstuk over de angst van het oordeel waarin sint Hieronymus sint Paulus citeert: Onder trompetgeschal, want de trompet zal schallen, zal heel de aarde door afschuw bevangen worden. En verder: Moest je lezen, moest je slapen, moest je schrijven, moest je waken, dat deze trompet steeds in je oren klinkt.
Zal die trompet, waarvan het schallen de duistere grotten van de afgrond zal binnendringen en de vaderen van het mensdom wekken uit hun langdurige slaap, een werkelijk geluid voortbrengen?... Het is aanvaardbaar. De engelen die op die dag gevederde lichamen zullen vertonen om voor alle mensen zichtbaar te zijn, kunnen ook met de elementen en de diverse stoffen van de lucht lichamelijke instrumenten vormen die in staat zijn echte geluiden voort te brengen. Maar, als die uitleg mishaagt, volstaat de interpretatie van sint Thomas: hij zegt ons dat sint Paulus het woord trompet maar hanteert als een allegorie, een afbeelding... Zoals bij de Joden de tromp)et diende om het volk voor grote plechtigheden te verzamelen, de soldaten aan te wakkeren voor de strijd, het signaal te geven om het kamp op te breken, zo wordt de stem van de engel bij vergelijking trompet genoemd vanwege haar kracht, haar schallen en haar doeltreffendheid om alle mensen op staande voet op eenzelfde plek te verzamelen.
Ten tweede wordt er gezegd dat alle mensen zullen verrijzen maar niet allen veranderd. Het staat vast dat de verdoemde zullen verrijzen met al hun fysische en intellectuele mogelijkheden, hun ongerepte ledematen en een gezond lichaam. Maar, eens ontdaan van hun bruiloftskleed van naastenliefde zullen ze niet bekleed zijn met de eigenschappen van de verheerlijkte lichamen. Ze zullen niet herleven als verheerlijkte, verlichte of verfijnde mens, maar zoals ze op aarde waren: lijdbaar, ondoordringbaar, geketend aan het materiële en de zwaartekracht. Ze zullen niet minder en de heftigheid en het geweld van het vuur ondervinden. En dat vuur zal hen des te meer doen lijden dat ze, in vol bezit van hun fysisch en intellectueel vermogen, des te gevoeliger aan de kracht en de energie van het vuur zullen zijn. Het vuur van de verdoemde is een vuur aangestoken door de rechtvaardige adem van God slechts geschapen om te straffen. Vandaar dat zijn hevigheid nooit evenredig zal zijn met de zachtheid of de verscheidene omstandigheden van de karakters. Maar ze worden afgemeten volgens aantal en grootte van de te straffen misdaden volgens het gezegde: ignis eorum non extinguetur. Dat vuur zal verbranden zonder vernietigen. Het kleeft aan de slachtoffers als aan een prooi zonder dat hun ledematen getroffen worden, zonder dat hun lichaam er ooit maar een scheurwond of letsel van voelt.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
7. Becket [1/15]
De heilige Thomas Becket [Londen, 21 december 1118 - Canterbury, 29 december 1170], aartsbisschop van Canterbury, was een Engelse katholieke geestelijke van Normandische afkomst.
Hij was de zoon van een te Londen gevestigde Normandische koopman. Hij studeerde theologie in Parijs en werd in 1154 aartsdiaken en in 1155 kanselier van koning Hendrik II van Engeland. Gedurende deze periode ontwikkelde er zich een vriendschap tussen Becket en de koning en mede daardoor werd hij in 1162 aartsbisschop van Canterbury. Toen de koning in 1164 te Clarendon Palace de Kerk aan zijn macht onderwierp met de Constituties van Clarendon, verklaarde Becket zich na enige aarzeling akkoord. Kort hierna kwam hij hier op terug. De koning ergerde zich hieraan. Hij zon op een manier om Becket als publiek figuur weg te krijgen en beschuldigde hem van financiële malversaties tijdens zijn kanselierschap. In 1164 werd hij gedagvaard, maar hij beriep zich op de paus: enkel de paus kon rechtspreken over een kardinaal. Becket vluchtte naar het vasteland, waar hij verbleef in de abdij van Pontigny, en kreeg inderdaad de steun van Paus Alexander III. Deze kon echter geen werkelijke steun verlenen, aangezien hij zelf in een moeilijke positie verkeerde wegens onmin met de Duitse keizer Frederik Barbarossa en de tegenpaus Paschalis III.
In 1170 nam paus Alexander wel stappen, toen de koning zijn zoon liet kronen door de aartsbisschop van York, en niet door Thomas, de aartsbisschop van Canterbury. De paus dwong Hendrik tot een compromis met Becket, die daarop kon terugkeren naar Engeland. In datzelfde jaar vatten vier Normandische ridders een verzuchting van de koning over Becket letterlijk op, reisden af en vermoordden Becket in de kathedraal van Canterbury. Een door Hendrik gestuurde ijlbode Nicolas de Camargue arriveerde te laat om het drama te voorkomen.
Becket viel onmiddellijk algemene verering ten deel als martelaar voor de vrijheden van de Kerk. Op Aswoensdag 21 februari 1173 werd hij door de paus heilig verklaard. Hendrik II liet zich als boetedoening in 1174 in de crypte van de kathedraal door vier monniken geselen. Beckets graf bleef een van de drukst bezochte bedevaartsoorden, tot Hendrik VIII het schrijn in 1538 liet vernietigen. De kerkelijke feestdag van Thomas Becket is 29 december.
Deze film dateert uit 1964 en duurt 148 minuten. Regisseur is Peter Glenville. Acteurs zijn Richard Burton [Thomas Becket], Peter O'Toole [Koning Hendrik II], John Gielgund [Koning Lodewijk van Frankrijk], Paolo Stoppa [Paus Alexander III], Gino Servi [kardinaal Theobald] en Donald Wolfitt [Bisschop Folliot].
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 207]
Johannes de Doper
Gevangenneming en dood
Deze antwoordde: Het hoofd van Johannes de Doper. Zij haastte zich naar binnen, naar de koning en zei hem haar verlangen: "Ik wil dat u mij op staande voet op een schotel het hoofd van Johannes de Doper geeft." Dit deed de koning leed, maar om zijn eed gestand te doen en ook wegens zijn tafelgenoten wilde hij haar niet afwijzen. Terstond stuurde de koning dus een lijfwacht en gelastte hem het hoofd van Johannes te brengen. De man ging en onthoofde hem in de gevangenis. Hij bracht het hoofd op een schotel en gaf het aan het meisje. Het meisje gaf het weer aan haar moeder. Toen zijn leerlingen er van gehoord hadden, kwamen ze zijn lijk halen en legden het in een graf. [Mc. 6, 14-29]
Volgens Flavius Josefus, de bekende joodse geschiedschrijver, is het lichaam van de heilige naar Sabaste in Samaria gebracht. Daar had Herodes geen gezag. De grafkelder werd een kapel en kende grote verering. Zij werd bezocht door de H. Paulus en de H. Hieronymus.
Tweemaal doet Josephus opmerken dat het Joodse volk, door dit onrecht geschokt, Antipas' nederlaag tegen de Nabateeërs enkele jaren later beschouwde als een goddelijke straf voor zijn wrede behandeling van Johannes de Doper.
Vertaling: Broeder Joseph
9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 39]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Jezus bij de Essenen
11 september. Zoals ik reeds zei, zag ik Jezus tegen de avond van de tiende voor Nazareth aankomen. Het dal, waarlangs Hij in de nacht vanaf Kislot-Tabor gekomen was, heette Aedron en het herdersveld met de synagoge aan een berghoogte, waar de Farizeeën uit Nazareth Hem zo versmaad hadden, heette Kimki [Een naam, Aedhra-Aedhron, vindt men hedendaags nog, hoewel elders,op de kaart, namelijk de wadi Aedhra, zestien kilometer ten noordoosten van Sikeai].
De mensen [twintig in aantal] bij wie Jezus en de vijf leerlingen hun intrek, voor hun tocht naar Nazareth genomen hadden, waren Essenen en vrienden van de Heilige Familie. Zij woonden hier in gewelven van oud, verbrokkeld muurwerk. Het waren mannen en vijf of zes vrouwen, die hier ongehuwd en gescheiden van elkander leefden. Zij hadden kleine tuinen, droegen lange witte klederen en de vrouwen droegen mantels.
Zij hadden eertijds in het dal Zabulon gewoond, bij het kasteel van Herodes, maar zij waren uit vriendschap met de Heilige Familie naar hier komen wonen. Die, waarbij Jezus een onderkomen zocht, heette Eliud. Het was een eerbiedwaardige grijsaard met een zeer lange baard. Hij was een weduwnaar en werd in zijn oude dag door zijn dochter verzorgd. Hij was een zoon van een broeder van Zacharias [van Hebron]. Deze kluizenaars leefden hier rustig, bezochten de synagoge te Nazareth en waren de Heilige Familie zeer genegen. Ook had men hen, bij Maria's verhuizing naar Kafarnaüm, de bewaking van het huis toevertrouwd.
10. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Jodendom
Met de verkiezing van Pius IX leefde bij de Joden in Rome de hoop dat de nieuwe paus in de voetsporen zou treden van zijn naamgenoot paus Pius VII [1800-1823], en een einde zou maken aan de beperkende en vaak vernederende omstandigheden waaronder de Joden in het getto van Rome moesten leven. Niet alleen was er sprake van overbevolking binnen het getto, maar ook ontbrak het de inwoners aan gedegen opleidingen, medische zorg en bewegingsvrijheid buiten de muren van het getto.
Tijdens hun eerste ontmoeting met de paus op 13 september 1846 vroegen de Joodse leiders aandacht voor de wantoestanden en riepen zij Pius op om gebruiken als het verplicht bijwonen van preken door Joden af te schaffen. Pius bleek al snel bereid bepaalde toegevingen te doen, mede onder druk van de Joodse bankiersfamilie Rothschild, die aan het Vaticaan de benodigde leningen verschafte waarmee het investeringen en buitenlandse bescherming kon betalen. Zo werd besloten dat het voor sommige Joodse families toegestaan was om buiten het getto te gaan wonen, wat overigens ook noodzakelijk was geworden door de overstromingen van de Tiber waardoor een deel van het getto onbewoonbaar werd. Een verdere emancipatie van het Joodse volk was echter voor Pius IX op religieuze gronden ondenkbaar, hoewel zij zelf overtuigd waren dat deze zienswijze op korte termijn zou veranderen.
Hadden de Joden in de periode van verbanning in Gaeta van Pius IX hun volledige vrijheid gekregen, bij zijn terugkeer in 1850 werd dit compleet teruggedraaid en werden de Joden opnieuw veroordeeld om in het getto te leven. Pius pogingen om de Joden weer op "hun plaats" te wijzen, beperkten zich niet tot het gebied van de Kerkelijke Staat. Hij slaagde er zelfs in om binnen het groothertogdom Toscane en het hertogdom Modena alle beperkingen weer van kracht te laten worden.
Vertaling: Mario Lossie
11. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3442 van 20/2/2011
Lieve zonen en dochters, er bestaat geen overwinning zonder het Kruis. Zoek sterkte in Jezus. Uw ware bevrijding en redding is bij Hem. Open uw harten voor Zijn oproepen en laat de vlam van het geloof niet uitdoven in u. Ik vraag u om te leven naar het Evangelie van Mijn Jezus en zoek overal om te getuigen dat u tot de Heer behoort. Moed. Ik zal tot Mijn Jezus spreken voor u. De mensheid is weggestreefd van God en Mijn arme kinderen zijn als de blinden die de blinden leiden. Uttar Pradesh zal momenten beleven van grote rampspoed en Mijn arme kinderen zullen een zwaar Kruis moeten dragen. De dood zal langs Flores gaan en er grote vernietiging veroorzaken. Bid. Ik lijd om wat er op u afkomt. Heb berouw en keer terug. God houdt van u en wacht op u. Voorwaarts zonder vrees. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
12. Diverse profetieën: Heilige Methodius van Olympus [overleden ca. 311]
Profetie 3
In de laatste dagen van de wereld zullen de Christenen ondankbaar worden voor de grote gunsten die ze zullen bekomen door de komst van de Grote Monarch, door een lange periode van vrede en voorspoed op aarde waarvan zij enkel zullen kunnen genieten onder zijn heerschappij. Velen zullen dan beginnen twijfelen of het Christelijke geloof het enige reddende geloof is en zullen denken dat de Joden het misschien bij het rechte eind hebben, omdat zij de Messias nog verwachten.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 66: Hyancinthus Medicorum [Hyacinth van de geneesheren]
Paulus III [1534-1549]
Echte naam: Alessandro Farnese [Casino, 29 februari 1468 - Rome, 10 november 1549]
Pier Luigi Farnese, de zoon van de paus, was hertog van Parma en Piacenza. Diens zoon [en dus kleinzoon van Paulus III], Ottavio Farnese had zijn heerschap over Camerino neergelegd toen zijn vader hertog van Parma werd in 1545. Pier Luigi werd vermoord in 1547, waarna Karel V de stad innam. De paus probeerde de stad echter voor zichzelf te verkrijgen en passeerde zijn kleinzoon door een legaat aan te stellen. Ottavio pikte dat niet en belegerde Parma, terwijl Karel V tegelijkertijd duidelijk maakte Piacenza niet op te willen geven. Er wordt aangenomen dat deze politieke spanningen de dood van de paus hebben bespoedigd. Op 10 november 1549 stierf hij op 81-jarige leeftijd.
Paulus III gaf in 1536 opdracht aan Michelangelo op de wand achter het altaar in de Sixtijnse kapel een fresco te maken over het laatste oordeel. In 1537 veroordeelde Paulus III het zonder onderscheid tot slaaf maken van Indianen in Zuid-Amerika. In 1548 bevestigde hij wel het recht van priesters en leken om slaven te houden. Een kleinzoon van Paulus III, Ottavio Farnese trad als graaf van Parma in het huwelijk met Margaretha van Oostenrijk, die onder de naam Margaretha van Parma bekend is als landvoogdes der Nederlanden. De zoon van Ottavio Farnese en Margaretha en dus de achterkleinzoon van Paulus III, Alexander Farnese, hertog van Parma en Piacenza, zou later nog furore maken tijdens de Tachtigjarige Oorlog in de Nederlanden.
Malachias verklaring: Het pauselijk wapen van Paulus III bevat 6 hyancinthen. Bovendien had Alexander als kardinaal de titelkerk van Sint Cosmas en Damianus, twee geneesheren.
Chris De Bodt
10-03-2011
10 maart 2011
10 maart 2011
1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 24]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
De gezegende Moeder en Haar geheimen
Janice: Vicka, op verzoek van de Gezegende Moeder werden de laatste jaren gewijd aan het gebed voor de jeugd en de families. Spreekt zij u daar nog over? Vicka: Ja. De Gezegende Moeder vraagt om ons gebed voor de jeugd en de families te versterken. Het is enkel door het gebed en het vasten dat de families de aanvallen van satan in deze dagen kunnen weerstaan. Ze zegt dat het sterkste wapen tegen satan de rozenkrans in onze handen en in onze harten is.
Janice: Bestaat er een specifieke manier waarop de Gezegende Moeder ons vraagt om te bidden? Vicka: Inderdaad. Ze beveelt aan dat de Heilige Mis het centrum van ons leven wordt.
Janice: Wat met de niet-Katholieken? Vicka: Zij ook zijn welkom. Ze wil dat de Heilige Mis een bijzonder deel uitmaakt van ons dagelijks leven. Ze zegt dat we er geen idee van hebben van de kracht van de Heilige Mis om menselijke problemen op te lossen.
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
2. De maagdelijke geboorte: Is het essentieel voor het christelijk geloof? [4/7]
De maagdelijke geboorte van Jezus
Laat ons om te beginnen de passage uit het Matteüsevangelie bekijken [1: 18-23]:
18: De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest.
19: Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in het geheim te verstoten.
20: Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer. De engel zei: "Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest.
21: Ze zal een zoon baren. Geef hem de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden."
22: Dit alles is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd:
23: De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel heten, wat in onze taal betekent "God met ons."
Laten we nu deze verzen vergelijken met een versie van de Bijbel waar je waarschijnlijk niet mee vertrouwd bent. Het komt uit het Joodse Nieuw Testament. Het is een vertaling van David Stern, een Messiaanse jood die in Jeruzalem leeft. Het doel van deze vertaling is aan te tonen dat het NT een boek is dat geschreven is door joden en ook verankerd is in de joodse cultuur. Hij doet dit door de oorspronkelijke joodse namen van personen en plaatsen te gebruiken. Beschouw zeer nauwkeurig deze gekende passage:
18: Zo is het hoe de geboorte van Yeshua de Messias plaats vond. Toen Zijn moeder Miryam verloofd was met Yosef, voor zij getrouwd waren, bleek zij zwanger van de Ruah HaKodesh [de Heilige Geest].
19: Haar toekomstige echtgenoot, Yosef, was een man die rechtvaardig was; dus maakte hij plannen om de verloving in stilte te breken om haar niet in opspraak te brengen voor iedereen.
20: Maar toen hij dit in overweging nam verscheen hem een engel van Adonaï in een droom en deze zei: "Yosef, zoon van David, wees niet bang om Miryam tot je vrouw te nemen; want wat in haar verwekt is, is van de Ruah HaKodesh.
21: Zij zal een zoon ter wereld brengen en je moet Hem de naamYeshua [wat betekent Adonaï redt] geven omdat Hij de mensen van hun zonden zal bevrijden."
22: Dit alles gebeurde opdat vervuld zou worden wat Adonaï door de profeet voorzegd had:
23: Zie de maagd zal zwanger worden en een zoon ter wereld brengen en zij zullen hem de naam Immanuel geven [dit betekent "God is met ons"].
Bron: David R. Reagan
Vertaling: Anne Van Der Sloten
3. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 12]
Visioenen over de Kerk en de wereld
De reeks visioenen begint met enkele bijzondere gewaarwordingen. De zieneres ondergaat hoe haar ogen a.h.w. ineens "openspringen" en zij de heilige Hostie ziet als een "licht van wit vuur," waarin zij de goddelijke Tegenwoordigheid gewaar wordt. Ook lijkt de heilige Hostie in haar mond te veranderen.
Ineens begint de heilige Hostie in mijn mond steeds groter en dikker te worden: "Het was of deze opzwol in mijn mond en begon te leven ... Er kwam een toestand over me die ik nooit gekend heb. Dan hoorde ik zeggen: Ik ben de Heer ... uw Schepper, de Heer Jezus Christus, de Levendmakende. Vrees niet! Door de wil van de Vader en de kracht van de Levendmakende zal en wil Ik leven onder alle Volkeren, zoals Ik nu leef in u. Begrijp toch goed het dagelijks Wonder. Doe wat Zij, de door Mij gezondene, de Vrouwe van alle Volkeren, u gezegd heeft. Geef dit door."
"Toen was het alsof er stromen water in mijn mond kwamen. Ik hoorde: "Ik ben het Levend Water ... Waarschuw mijn apostelen, opdat dwalingen worden voorkomen."
Het lijkt alsof de heilige Hostie in kleine kruimeltjes uiteenvalt op mijn tong. Ik hoor: "Ik ben het zaad dat in haar schoot is gestort. Ik ben het levend Manna...
Dan begint de heilige Hostie ineens te branden in mijn mond. Ik schrok en hoorde: Vrees niet. Ik ben het vuur dat in de schoot van de Vrouwe is ontstoken. Gij priesters, laat het vuur niet verzengen, maar draagt het uit door uw hart, handen en mond, opdat het branden blijft en leeft onder alle Volkeren. Zij immers moeten állen komen tot het eeuwig leven." [11 oktober 1959, 25 maart en 31 mei 1960]
Met dank aan Pater Peter Klos
4. Met de fiets naar Medjugorje [Vosselaar-Medjugorje: 1.294,96 kilometer]
Staf Druyts samen met Pol en Pastoor Frans reeds drie jaar geleden met de fiets naar Medjugorje hadden gereden, bleek de heimwee zo groot dat de tocht drie jaar later nogmaals werd overgedaan. Vanaf vandaag kunt u het verslag lezen van hun ervaringen tussen donderdag 16 september 2010 en maandag 4 oktober. Staf, u weet onze lezers te verwennen. We zullen allen met veel interesse uw ervaringen volgen. Er werd in totaal een gemiddelde snelheid van 22,10 km/uur gereden. De maximum snelheid bedroeg 74,30 km/uur.
Dag 13: dinsdag 28 september Knin - Trilj [80,81 km]
Onze bedevaart was al goed opgeschoten. We moesten nog een 200-tal kilometer rijden om onze bestemming te bereiken. Omdat we toch tijd genoeg hadden werd besloten om dit over twee dagen te spreiden. Om deze reden vertrokken we pas om 10.30 uur. We begonnen met een klimmetje van zon twee kilometer lang om de volgende vijftien kilometer over vals plat te rijden.
Tegen de middag had René de mobilhome geparkeerd aan een lang smal meer om zo met zn drieën samen te kunnen eten en genieten van het uitzicht. Aan het monument te Hivace lagen veel bloemen. Het was dan nog niet zolang geleden dat de dag van de jaarlijkse herdenking, van deze trieste gebeurtenis ,was geweest. Dit monument werd opgericht ter nagedachtenis van de negen politie agenten die hier tijdens de burgeroorlog de keel werd overgesneden. We hielden dan ook even halt om voor hen en hun familie te bidden.
Drie uur zevenentwintig minuten en vijfendertig seconden na ons vertrek in Knin bereikte we onze eindbestemming al. Vlakbij de kerk in Trilj zouden we overnachten. We werden meteen hartelijk verwelkomd door een zuster die ooit nog in Mons had gediend. Inderdaad, Mons in België. Maar vooral herkende ze ons nog direct van de bedevaart in 2007 toen we hier ook gepasseerd zijn.
Ze vertelde ons dat er, ter gelegenheid van de patroonheilige van het dorp, die avond een mis was met daarna een kaarsjesprocessie. Maar dit jaar was het dubbel feest zelfs want het dorp vierde ook zijn 800 jarig bestaan. Toen we om 18.30 uur aan de kerk toekwamen was deze al goed gevuld. Zo goed zelfs dat we samen met vele anderen de mis buiten de kerk moesten mee volgen. Ook hier viel het weer op dat de jeugd goed was vertegenwoordigd.
Toen de zon begon onder te gaan begonnen de vleermuizen wakker te worden. Vleermuizen zien vliegen terwijl je de mis volgt is iets wat je niet alle dagen meemaakt. Aanvankelijk dacht de Pol dat het vampieren waren. Maar de beestjes hadden meer schrik van ons dan wij van hen zouden doden. Later die avond hebben wij ons best gedaan aan het avondmaal om daarna te genieten van een goede nachtrust.
Verslag: Staf Druyts
5. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 76]
Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel
107. O mijn God, ik erkende dat ik niet van deze aarde ben, de Heer heeft er mijn ziel sterk van doordrongen. Ik bevind mij veel meer in contact met de hemel dan met de aarde, maar ik verwaarloosde in niets mijn plichten.
108. Op dat moment had ik geen geestelijk begeleider en ik ontving geen enkele leiding. Ik vroeg het aan de Heer en Hij gaf mij geen begeleider. Het is Jezus Zelf die vanaf mijn kindsheid tot nu mijn Meester is. Hij heeft mij door alle woestijnen en alle gevaren geleid en ik zie duidelijk dat alleen God mij door dergelijke gevaren kon leiden zonder dat er enige schade bleef noch enige aantasting van mijn ziel, die ongedeerd bleef en steeds de overwinning behaalde op alle onvatbare moeilijkheden. Ze kwam erdoor... [1] Maar de Heer gaf mij later een begeleider.
109. Na dit lijden kent de ziel een grote geestelijke zuiverheid en bevindt ze zich zeer dicht bij God, zelfs al moet ik opmerken dat binnen deze kwellingen ze dicht bij God is, maar ze is blind. De blik van de ziel is in duisternis gestort en God is de ziel die lijdt zeer nabij, alleen heel het geheim is dat zij er zich niet bewust van is. Ze denkt niet alleen dat God haar verlaten heeft, maar dat zij het voorwerp is van Zijn toorn. Welke zware oogziekte van de ziel: geslagen door het goddelijk licht, meent ze dat dit licht niet bestaat, terwijl het zo sterk is dat het haar verblindt.
Later erkende ik nochtans dat God op deze momenten nabijer is dan anders, want ze zou deze beproevingen niet kunnen doorstaan met alleen de hulp van een gewone genade. De almacht van God handelt hier, alsook een buitengewone genade, want anders zou de ziel bezwijken bij de eerste schok.
[1] De zin breekt hier af. De volgende zin geeft een andere gedachte. Z.F. moest in het geheim schrijven, misschien kwam iemand binnen en heeft ze de eerste gedachte niet meer hernomen.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
6. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 76]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 1
De wet van de wereld, zegt Tertullianus, dat alles vernieuwt en niets vergaat. Zo volgen de seizoenen mekaar op, geven de bomen hun vruchten in de herfst af, vergelen en verdrogen hun bladeren als een verdorde tooi. Maar de lente volgt de herfst op, de bomen worden weer groen hun scheuten botten weer en hun bladeren tooien zich weer met bloesems en vruchten. Zo verkwijnen graan en zaad in de grond en schijnen ze op te lossen in de vochtigheid en de actie van de lucht, maar naar de oogst toe doorboren ze de grondoppervlakte en herleven met meer glans als jonge en vernieuwde aar. Zo gaat de zon bij valavond in de schaduw van de duisternis onder en schijnt ze te verdrinken in het diepste van de Oceaan, maar s morgens verschijnt ze weer op het bepaalde uur om de aarde te verlichten en de lucht met vuur en licht te ontsteken.
De dood is slechts een slaap en een latente status. Ze is een rust en een stilte waarin de schijnbaar onbeweeglijke en begraven wezens zich opnieuw hervormen en nieuwe vitaliteit en energie vinden: in het graf waar ze slapen maken ze een broedtijd en een omsmelting door waarna ze vrijer en meer veranderd zich zullen verheffen zoals de gedoofde fakkel die door de menselijke adem weer met kracht opleeft, of zoals dat insect dat over de grond kruipt en dat, na in zijn graf opgesloten te zijn, er weer uitkomt met een nieuwe kracht, zijn blinkende vleugels weer uitslaat en nog maar enkel op bloemen rust.
Hier stellen zich vragen die verduidelijking vergen. Er wordt gezegd dat de doden onder trompetgeschal zullen verrijzen. Er wordt gezegd dat de mensen zullen verrijzen maar niet allen veranderd. Tenslotte wordt er gevraagd of de mensen zullen verrijzen onder dezelfde gedaante en leeftijd van hun afsterven.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
7. Film: Saint Thomas More [A Man For All Seasons] [12/12]
De Heilige Thomas More werd geboren op 7 februari 1478 in een Londens burgergezin. Zijn vader was rechter, zijn moeder stierf waarschijnlijk toen More jong was. Als tiener wordt hij page van John Morton, de lord chancellor en aartsbisschop van Canterbury. More genoot daar een goede opvoeding en kwam in contact met een bredere cultuur. Na zijn verblijf bij John Morton ging More naar Oxford, waar hij van 1492 tot 1494 artes [schone letteren] studeerde. Na twee jaar wordt hij door zijn vader teruggeroepen naar Londen om er advocaat te worden.
Tussen 1494 en 1501 zal More dan ook rechten gaan studeren. Hij ontwikkelt zich tot een veelzijdig humanist en zal de bijbel in zijn oorspronkelijke taal gaan bestuderen. Daarvoor onderzoekt hij werken van de kerkvaders Hiëronymus en Augustinus. Daarnaast werd More ook onderwezen over de brieven van Paulus en studeerde hij Grieks bij William Grocyn. In 1499 ontmoette hij dan Erasmus, volgens More was dat een scharnierpunt in zijn leven.
In 1504 werd More lid van het Engelse Lagerhuis. Erasmus verbleef vaak bij More thuis en schreef daar in 1509 het aan More opgedragen Lof der zotheid. Ook voerden More en Erasmus onderling een uitgebreide correspondentie. In 1510 werd More rechter en kort daarna undersheriff van Londen. In 1511 hertrouwde hij met Alice Middleton.
Als gezant van de Engelse koning Hendrik VIII verbleef hij in 1515 te Brugge en bezocht ook Brussel, Mechelen en Antwerpen. In 1518 werd hij lid van de Privy Council en secretaris van de koning. In 1521 werd hij in de adelstand verheven [Sir Thomas More] en benoemd tot onderschatbewaarder. Hij leidde verschillende diplomatieke missies. In 1529 volgde hij Thomas Wolsey op als Lord Chancellor en bekleedde deze post tot 1532. More werd zo een vooraanstaand politicus, niet alleen in Engeland, maar ook in de rest van Europa. Daarnaast was hij een beroemd humanist en geleerde, en stond hij bekend als een wijs en fijnzinnig mens.
Hij huwde met Jane Colt. In 1505 werd hun eerste dochter, Margaret geboren. In 1506 volgde Elizabeth, in 1507 Cicely en waarschijnlijk in 1509 John. In 1511 kwam Jane echter te overlijden, waarschijnlijk in een bevalling. Een maand later trouwde More met zijn tweede vrouw, Alice. Zij namen twee adoptiekinderen aan. Later kwamen alle kinderen met hun gezin bij hem wonen. Bij hem thuis werd het zo uiteraard te druk om zich degelijk te kunnen bezinnen. Daarom liet hij, niet zo ver van zijn huis, een groter landgoed bouwen, met daarin een kapel, een bibliotheek en een lange galerij. Dit nieuwe landgoed gebruikte hij uitsluitend voor zichzelf om te kunnen bidden en om zich terug te trekken van andere mensen en de drukte van de wereld om hem heen. Om zeven uur kwam hij uit zijn eigen gebouw naar het huis, om daar samen met zijn kinderen de zeven psalmen, een litanie en gebeden op te zeggen. s Avonds ging de hele familie naar de kapel om psalmen te zingen. Verder ging hij, elke ochtend, voordat hij aan het werk ging, naar de mis. Verder stond hij erop dat er elke avond met etenstijd uit de Bijbel werd voorgelezen. Zijn dochters lazen om beurten voor. Hieruit blijkt wel dat More een zeer gelovig man was.
More steunde Hendrik VIII bij de uitvoering van zijn politiek. Hij protesteerde echter tegen het feit dat Hendrik zich in 1528 wilde laten scheiden van Catharina van Aragon. Toen Hendrik zich distantieerde van de kerk van Rome, nam More in 1532 ontslag. In 1534 eiste Hendrik dat alleen troonopvolging door de kinderen van Anna Boleyn als wettig zou worden erkend. More wilde hier niet aan meewerken vanwege de clausule dat men de ongeldigheid van Hendriks huwelijk met Catharina van Aragon moest erkennen en het gezag van Rome over de Engelse kerk afwees. Deze principiële opstelling beëindigde zijn politieke carrière en More werd op 17 april 1534 in de Tower opgesloten. Toen hij weigerde de "Act of Supremacy" [1534] te erkennen, werd dit uitgelegd als hoogverraad. Hij werd door een Koninklijke Commissie onder druk gezet, maar hij hield voet bij stuk. Daarop werd hij ter dood veroordeeld en onthoofd op Tower Hill op 6 juli 1535.
In 1886 werd More zalig verklaard door paus Leo XIII. Zijn heiligverklaring vond plaats op 19 mei 1935, 400 jaar na zijn executie. In 1980 werd in de Anglicaanse kerk zijn kerkelijke feestdag vastgesteld op 22 juni. Deze dag is eveneens de feestdag van Sint John Fisher, de enige bisschop die tijdens de Engelse reformatie loyaal aan de paus bleef. Sint Thomas More is de beschermheilige van advocaten en staatslieden.
"A Man For All Seasons" van de regisseur Fred Zinneman dateert uit 1966. De film word zes oscars en zeven Academy Awards en duurt 120 minuten. Met Paul Scofield [sir Thomas More], Robert Shaw [Hendrik VIII], Orson Welles [Wolsey], Vanessa Redgrave [Anna Boleyn], Wendy Hiller [Alice, zijn tweede echtgenote], Orson Welles [kardinaal Woolsey], John Hurt [Richard Rich], Susanna York [More's dochter Margaret] En Leo McKern [Thomas Cromwell].
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 206]
Johannes de Doper
Gevangenneming en dood
Een fragment: Toen koning Herodes nu over Hem [Jezus] hoorde, want Zijn naam was bekend geworden, zei hij: "Johannes de doper is verrezen uit de doden en daarom werken de wonderkrachten in hem." Maar anderen zeiden: "het is Elia," en weer anderen: "Hij is een profeet." Maar toen Herodes dit alles hoorde, zei hij: "Neen, het is Johannes, die ik onthoofd heb, die verrezen is."
Herodes had namelijk zelf Johannes laten grijpen en in de gevangenis in boeien geslagen omwille van Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, want hij had haar tot vrouw genomen. Johannes had immers tot Herodes gezegd: "Het is u niet geoorloofd de vrouw van uw broer te hebben." Herodias was daarop op hem gebeten en wilde hem doden, maar zij kreeg geen kans, want Herodes had ontzag voor Johannes. Hij wist dat hij een rechtschapen en heilig man was, en nam hem in bescherming. Telkens wanneer hij hem gehoord had, verkeerde hij in tweestrijd, maar toch luisterde hij graag naar hem.
Er kwam echter een gunstige dag, toen Herodes bij zijn verjaardag een maaltijd aanrichtte voor zijn hoogwaardigheidsbekleders, zijn hoofdofficieren en de vooraanstaanden van Galilea. De dochter van Herodias trad op met een dans en zij beviel aan Herodes en zijn tafelgenoten. De koning zei tot het meisje: "Vraag me wat je wilt en ik zal het je geven." En hij bevestigde haar met een eed: "Wat je me ook vraagt, ik zal het je geven, al is het de helft van mijn koninkrijk.z" Zij ging naar buiten en vroeg aan haar moeder: "Wat zou ik vragen?"
Vertaling: Broeder Joseph
9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 39]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Jezus in het herdersdorp Kimki
Jezus verbood allen zeer streng aan iemand iets van hun genezing te zeggen en dit tot Hij van de doop teruggekeerd zou zijn. Hij hield nog een leerrede over Johannes en de doop en de nabijheid van de Messias. Toen vroegen zij naïef wie zij dan volgen moesten: Hem, Jezus, of Johannes, wie dan de grootste was? Hij zette het hun uiteen en zei: "De grootste is die dienend zich het diepste verootmoedigt, die zich in liefde onder allen stelt: hij is de grootste. Hij wekte hen ook op om nu naar de doop van Johannes te gaan.
Ook legde Jezus er nog de nadruk op welk een moeilijke onderneming het was Hem te volgen. Nu zond Hij allen uit zijn gevolg naar elders, behalve de vijf leerlingen. De overigen moesten naar een stad in de woestijn, niet ver van Jericho gaan, ik meen in het gewest Ofra. In dit gewest had Joachim weiden gehad.
Een deel van die gezellen verliet Hem geheel, een ander deel ging recht naar Johannes en een derde deel begaf zich eerst naar huis om zich klaar te maken voor de doop. Jezus van zijn kant ging met de vijf leerlingen laat naar Nazareth, dat ten hoogste een uurtje van hier verwijderd was. Zij traden niet in de stad,doch benaderden haar van de kant van de poort, waardoor de weg oostwaarts naar het Meer van Galilea loopt.
Nazareth had vijf poorten. Een klein kwartier van de stad zelf was hier de berg, de "nebi Sa'in," met aan de overzijde de steile rand waarvan destijds mensen werden neergestort en waarvan men later ook Jezus eens wilde neerstorten. Aan de voet van die berg lagen enige hutten van Essenen. Jezus beval de vijf leerlingen, ieder voor zich, in die hutten om nachtverblijf te gaan vragen. Hijzelf ging ook in één daarvan om te slapen. Zij kregen er water om hun voeten te wassen, een stuk brood en een slaapvertrekje. Hier verliet ik hen, de tiende s avonds.
Een buitengoed van Anna lag aan de oostkant van Nazareth [12 km ten oosten van Nazareth en 4 ten noorden van Endor en Kimki]. De herders hadden ook brood onder de asse gebakken. Zij hadden een niet ommuurde waterput gegraven.
10. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Onfeilbaarheid
Over de vraag waarom Pius IX de pauselijke onfeilbaarheid wilde laten vastleggen bestaan verschillende theorieën. Dat dit zou zijn voortgekomen uit een poging om de verloren gegane wereldlijke macht [het verlies van de Kerkelijke Staat] te compenseren door een uitbreiding van zijn geestelijke autoriteit. Dit wordt onwaarschijnlijk geacht, omdat met name Pius er van uitging dat zijn machtspositie zou worden hersteld. Met het bijeenroepen van het concilie en het afkondigen van de onfeilbaarheid wilde Pius juist aantonen hoe belangrijk de wereldlijke macht was voor de paus in de uitvoering van zijn roeping. Ook door zijn optreden en de wijze waarop de uiteindelijke goedkeuring van het dogma tot stand kwam [de goedkeuring ging uit van het meerderheidsprincipe in plaats van unanimiteit of algehele toestemming] zou Pius IX een sterk persoonlijke stempel gedrukt hebben op de totstandkoming.
Op 1 september 1870 werd door Pius IX het concilie verdaagd naar 11 november 1870. Omdat op 20 september de stad Rome door het koninkrijk Italië werd ingenomen en uitgeroepen tot hoofdstad, besloot Pius op 20 oktober 1870 het concilie voor onbekende tijd te verdagen. Daarmee ging hij voorbij aan de toezegging van de Italiaanse regering dat voortzetting van het concilie gewoon door kon gaan. Ook op een voorstel van de Engelse aartsbisschop Spalding om het concilie naar Mechelen te verplaatsen, kon men gezien de omstandigheden niet ingaan.
Met het decreet "Quemadmodum Deus" van 8 december 1870 willigde Pius IX één van de aanbevelingen in van de deelnemers aan het concilie: het uitroepen van Jozef van Nazareth, de voedstervader van Jezus, als patroon van de Kerk. Verschillende andere onderwerpen zouden door latere pausen alsnog besproken worden waaronder:
Optreden tegen sektarische genootschappen [paus Leo XIII in 1884]
De herziening van het kerkelijk wetboek [paus Pius X in 1917]
Het dogma van Maria-Tenhemelopneming [paus Pius XII in 1950]
Vertaling: Mario Lossie
11. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3441 van 19/2/2011
Lieve zonen en dochers, heb moed, geloof en hoop. Geloof stevig in de macht van God en morgen zult u beter zijn. Kniel neer in gebed. Zij die trouw zullen blijven tot het einde zullen geen nederlaag kennen. In ben uw meest smartvolle Moeder en Ik lijd om wat er over u gaat komen. Wees aandachtig. Laat de armen niet zakken. Uw tijd is kort en het ogenblik van uw bekering is gekomen. De dood zal door Punta Cana gaan en er een groot spoor van vernieling achterlaten. Luzon zal in vertwijfeling leven over een veroordeelde. Bid, bid, bid. Ik wens u niet te verplichten, maar wat Ik u zeg dient ernstig te worden genomen. Voorwaarts op het pad dat ik u heb getoond. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
12. Diverse profetieën: Heilige Methodius van Olympus [overleden ca. 311]
Profetie 2
In deze laatste periode zullen de Christenen de grote genade God die voorzag in de monarch, niet waarderen, een lange tijd van vrede, een prachtige vruchtbaarheid van de aarde. Zij zullen zeer ondankbaar zijn, een zondevol leven lijden, in trots, ijdelheid, onkuisheid, haat, hebzucht, vraatzucht en vele andere ondeugden, zodat de zonden van de mensen meer zullen stinken vóór God dan de pest. Velen zullen twijfelen of de Katholieke godsdienst de ware en enige reddende is. Zij zullen denken dat de Joden, die de Messias nog steeds verwachten, het bij het rechte eind hebben. Er zullen vele valse leren worden onderricht die de mensen in de war zullen brengen. De rechtvaardige God zal bijgevolg aan lucifer en al zijn duivels de macht geven om naar de aarde te komen om deze goddeloze schepselen te tarten.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 66: Hyancinthus Medicorum [Hyacinth van de geneesheren]
Paulus III [1534-1549]
Echte naam: Alessandro Farnese [Casino, 29 februari 1468 - Rome, 10 november 1549]
In 1542 richtte Paulus III de centrale Romeinse inquisitie op, de "Congregatio Romanae et Universalis Inquisitionis," bestaande uit 6 kardinalen. Hierdoor werd de inquisitie van de gehele wereld gecentraliseerd. In 1908 werd de naam door Pius X veranderd in "Congregatie van het Heilig Officie" en sinds 1965 heet zij de "Congregatie voor de Geloofsleer."
De mislukking van de besprekingen verhardde de relaties. In 1544 had de keizer de vrede van Crespy getekend met Frans I en ook de oorlog met de Turken was geëindigd. In deze relatieve politieke stilte sloot hij een verdrag met de paus om orde op zaken te stellen in Duitsland. Het Schmalkaldisch Verbond, door een aantal protestantse vorsten in 1530 gesticht, werd op 24 april 1547 verslagen in de slag bij Mühlberg. Dit was, hoewel zeker niet het einde voor het Duits protestantisme, toch een behoorlijke tegenslag voor de protestanten.
Niet lang hiervoor, in 1539, had de ascetische Spaanse priester Ignatius van Loyola een bezoek aan Rome gebracht waar hij grote indruk maakte met zijn geloofsijver. In 1534 had hij samen met een aantal andere studenten in Parijs de "Sociëteit van Jezus" opgericht, beter bekend onder de naam Jezuïeten. In 1540 keurde paus Paulus III deze sociëteit goed, door middel van de bul 'Regimini militantis ecclesiae' [Voor het bestuur van een strijdbare kerk]. De Jezuïeten zouden later te boek staan als de felste tegenstanders van de reformatie.
De wens om een concilie bijeen te roepen om de scheuring in de kerk te lijmen was al lang aanwezig. In 1545 zou het uiteindelijk zover komen, maar zonder afgevaardigden van protestantse zijde. De declaratie "Laetare Hierusalem" [Verheug u, Jerusalem], uitgevaardigd in 1544, zorgde voor een redelijke opkomst. Dit Concilie van Trente zou vele zaken bespreken met betrekking tot de gang van zaken binnen de katholieke kerk, zoals het verbieden van de boeken van Erasmus, een verbod op polyfonie in de kerkelijke muziek en nieuwe voorwaarden voor de geldigheid van het huwelijk. De fundamentele problemen werden echter niet opgelost. De katholieke kerk bleef van mening dat de reden van de protestantse kritiek hoogstens het gedrag van katholieken zelf kon zijn, maar dat de andere interpretaties van de Heilige Schrift door de Lutheranen, anabaptisten en calvinisten] je reinste ketterijen waren. Het concilie zou uiteindelijk tot 1563 duren. Paus Paulus III zou alleen de eerste sessie meemaken; die van 1545 tot 1549.
Chris De Bodt
09-03-2011
9 maart 2011
9 maart 2011
1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic [deel 23]
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien
De gezegende Moeder en Haar geheimen
Janice: Waarom? Vicka: Het gebed is de weg naar God. Alleen met God kan een mens de andere persoon echt liefhebben omdat God liefde is. Zonder God houden we slechts van onszelf. Als we alleen van onszelf houden, doen we wat we denken dat we willen, en denken we wat we willen doen, en erg snel holt de hele wereld mekaar achterna en trapt iedereen op elkaar. Niemand is gelukkig. Niemand heeft genoeg.
Janice: Wat zegt de Gezegende Moeder specifiek aan de jeugd m.b.t. de geheimen die u kent? Vicka: Ze zegt: "Beste jeugd, al wat de wereld u momenteel aanbiedt, is vergankelijk. Door de dingen die de wereld u aanbiedt, moet u zich realiseren dat satan deze opportuniteiten gebruikt om u te winnen voor hem. satan wil in het bijzonder de families en het familiaal leven vernietigen. Hij wenst vrede en de liefde in de families te vernietigen en hij werkt via u, liefste jeugd, door u te verleiden door de wereldse bekoringen. Liefste kinderen, dit is een tijd van grote genaden. Ik wil dat u met een schone lei begint met mijn boodschappen. Beleef alstublieft mijn boodschappen met jullie harten. Wees dragers van mijn vrede en liefde. Bid voor de vrede in de wereld. Vooreerst, lieve kinderen, bid voor de vrede in jullie harten, dan voor de vrede in jullie families. satan wil de huwelijken vernietigen. Kinderen, bid voor de veiligheid van het huwelijk van jullie ouders. Ouders, bid met mekaar voor de veiligheid van jullie huwelijk. Bid vervolgens met andere kinderen voor de vrede in de wereld."
Bron: Janice T. Connell
Vertaling: Henk
2. De maagdelijke geboorte: Is het essentieel voor het christelijk geloof? [3/7]
Verbazengwekkende geboortes
Wat is het nu eigenlijk? Is de maagdelijke geboorte nu een sprookje? Maakt het werkelijk wat uit voor het christelijke geloof?
De bijbel vertelt ons vele opzienbarende geboortes. Bijvoorbeeld is daar de geboorte van Isaak bij ouders die bijna 100 jaar zijn. En dan zijn er ook de geboortes van Samson, Samuel en Johannes de Doper, allemaal geboren uit onvruchtbare vrouwen.
Op een gelijkaardige manier zijn er ook bijzondere geboortes sinds de bijbelse tijden, zoals de Dionne vijfling in Canada in 1934, de eerste vijfling die hun kindertijd overleefden. In 1974 werd er in Zuid-Afrika een zesling geboren in de familie Rosenkowitz die ook overleefden.
En dan de McCaughey zevenling geboren in Iowa in 1997, overstegen door de Suleman achtling geboren in California in 2009.
Maar geen enkele van deze geboortes is zo spectaculair, hoe wonderlijk ook, als dat van Louise Brown in Lancashire, Engeland op 25 juli 1978. Zij was de eerste proefbuisbaby, verwekt buiten de moederschoot.
Geschiedenis bewijst dat onvruchtbaren vruchtbaar werden. Geschiedenis getuigt van verbazende geboortes van meerlingen. Geschiedenis getuigt van buitenbaarmoederlijke bevruchtingen.
Maar geen enkele geboorte is zo verwonderlijk, zo wonderbaarlijk, zo verbluffend als de geboorte van Jezus van Nazareth, de geboorte verkondigd aan de herders van Bethlehem door de engelen van God. De geboorte van Jezus is de meest unieke gebeurtenis in de geschreven geschiedenis, omdat de Bijbel ons vertelt dat Hij geboren werd uit een maagd.
En dat is waar ik nu naartoe wil, naar de Bijbel. Laat ons onze studie beginnen door de Schriften te onderzoeken.
Bron: David R. Reagan
Vertaling: Anne Van Der Sloten
3. Bijzondere reeks: De Vrouwe van Alle Volkeren [aflevering 11]
Visioenen over de Kerk en de wereld
Inleiding
Na afloop van de verschijningenreeks in 1959 krijgt de zieneres nog vele jaren bijzondere ervaringen tijdens het ontvangen van de heilige Communie, de zgn. Eucharistische Belevenissen. Het gaat hier om innerlijke woorden en beelden met een grote symboliek en zeggingskracht. Meestal betreffen ze de Kerk: het verval, de strijd, maar ook de aangekondigde opbloei. Centraal staat ook hier, in prachtige visioenen, een nieuwe, onverwachte komst van de heilige Geest, die na veel strijd en verwarring een nieuw begin zal maken met kerk en wereld.
Met grote nadruk en krachtige beelden wordt steeds weer verwezen naar de H. Eucharistie, "het dagelijks Wonder ... het dagelijks Offer," dat weer het hart van het kerkelijk leven moet worden en zo de weg zal banen naar de nieuwe tijd.
Niet toevallig zijn deze ervaringen gegeven in Amsterdam, de stad van het Eucharistisch Mirakel, dat precies 600 jaar eerder, in 1345, hier heeft plaatsgevonden en jaarlijks nog steeds groots wordt herdacht. Zo had Maria het ook zelf verklaard: "In Amsterdam, de Mirakelstad, daar zal ook de Vrouwe van alle Volkeren komen."
Hierna wordt een uitgebreide samenvatting gegeven van de Eucharistische belevenissen die in 1958 zijn begonnen en voortduurden tot in de jaren tachtig. De volledige tekst van de Eucharistische belevenissen en de Boodschappen vindt u in aparte publicaties.
Met dank aan Pater Peter Klos
4. Met de fiets naar Medjugorje [Vosselaar-Medjugorje: 1.294,96 kilometer]
Staf Druyts samen met Pol en Pastoor Frans reeds drie jaar geleden met de fiets naar Medjugorje hadden gereden, bleek de heimwee zo groot dat de tocht drie jaar later nogmaals werd overgedaan. Vanaf vandaag kunt u het verslag lezen van hun ervaringen tussen donderdag 16 september 2010 en maandag 4 oktober. Staf, u weet onze lezers te verwennen. We zullen allen met veel interesse uw ervaringen volgen. Er werd in totaal een gemiddelde snelheid van 22,10 km/uur gereden. De maximum snelheid bedroeg 74,30 km/uur.
Dag 12: maandag 27 september Korana -Knin [144,34 km]
Eindelijk terug op de fiets. Als opwarmer kregen we een klimmetje van ongeveer 10 km met op de steilste stukken een stijging van maximum 6% en een regenworm zoals wij er nog nooit eentje gezien hadden. Zeker 40 cm lang en volgens sommigen ook van voor den oorlog. Maar net zoals bij de regenwormen van bij ons kon je moeilijk de voorkant met de achterkant onderscheiden. We gingen ervan uit dat hij vooruit kroop en dat aan die kant dan ook de voorkant zat. Omdat het beestje ook graag leeft hebben we maar besloten om hem daar te laten liggen en iets anders te zoeken om tussen onze boterham te leggen die middag.
Om 11.30 uur zijn we een halfuurtje in een bushokje gaan zitten. Niet omdat we moe waren maar omdat het terug begon te regenen. René had de bui ook al zien hangen en was reeds terug gedraaid. Na regen kwam deze keer niet meer regen maar wel zonneschijn. De wegen begonnen al snel op te drogen en 56 km. verder stond het eten al klaar. De mobilhome stond geparkeerd op een parking naast de weg, dus parkeerden wij onze fietsen daar ook. Ik had mijn fiets geparkeerd tegen zon grote afval container en al een geluk dat René de mannen van de vuilkar nog op tijd kon tegen houden of mijn fietsbedevaart had er eentje te voet geworden.
Na het eten brachten onze stalen rossen ons tot Knin. Toen we aan kilometer 135 van die dag kwamen passeerden we een zwarte hond. In tegenstelling met de regenworm eerder die dag konden we nu wel direct zien wat voor- en achterkant was. Waarschijnlijk was het al lang geleden dat hij nog zon been als dat van de Pol op zijn menu heeft gehad en zette daarom direct de aanval in, waarbij hij nog bijna onder een wagen liep ook nog.
Tijdens de laatste 70 km van die dag werd het landschap vaak ontsiert door de kapotte huizen. Aan het voetbalveld in Knin was een parking waar wij de nacht konden doorbrengen. In de schaduw van een groot kasteel of burcht, dat bovenop een rots staat, was er veel jeugd aan het trainen. Die moeten zich ook wel hebben afgevraagd wat dat daar allemaal op die parking was. Ene met een mobilhome en twee mannen met de fiets. Misschien hebben ze wel gedacht dat we ruzie hadden en we niet meer mee mochten rijden.
Verslag: Staf Druyts
5. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 75]
Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel
104. Ik wil nog vertellen dat, ook al was mijn ziel al onder de stralen van Zijn liefde, de sporen van mijn geleden kwelling nog twee dagen op mijn lichaam bleven. Het aangezicht dodelijk bleek, met bloed doorlopen ogen. Alleen Jezus weet hoeveel ik geleden heb. Wat ik geschreven heb is bijna niets vergeleken met de werkelijkheid. Ik weet niet hoe het uit te drukken maar het leek mij dat ik terugkwam uit een andere wereld. Ik heb een afkeer van het geschapene. Ik neig naar het Hart van God zoals een zuigeling naar moeders borst. Ik bezie alles met andere ogen. Ik ben mij bewust van wat God met één woord in mijn ziel bewerkt heeft. Ik leef daarvan. Bij de herinnering aan de geleden foltering grijpt een rilling mij aan. Ik zou niet geloven dat men zo kan lijden, had ik het zelf niet meegemaakt. Het is een volledig geestelijk lijden.
105. Ondertussen, midden al dit lijden en strijden, heb ik nooit de heilige Communie nagelaten. Als het mij leek dat ik niet mocht communiceren, ging ik vóór de heilige Communie naar de meesteres om haar te zeggen dat ik niet kon te Communie gaan, dat ik de indruk had dat niet te mogen. Maar ze liet niet toe dat ik wegbleef en ik erken dat de gehoorzaamheid mij gered heeft.
De meesteres zelf heeft me later toevertrouwd dat deze beproevingen bij mij vlug voorbij waren, alleen "omdat gij gehoorzaam waart, mijn zuster. Het is door de kracht van de gehoorzaamheid dat ge dit met zoveel moed doorgekomen zijt". Eigenlijk is het waar dat alleen de Heer mij uit die folteringen gehaald heeft, maar de trouw aan de gehoorzaamheid beviel Hem. Hoewel dit beangstigende dingen zijn, moet de ziel niet vrezen, want God beproeft niet boven wat we kunnen verdragen.
106. Anderzijds kan het dat Hij dergelijke leiden nooit over ons laat komen. Ik schrijf dat omdat, als het de Heer belieft van een ziel door zulk lijden te doen gaan, ze dan niet bang weze, maar voor zover het van haar afhangt, trouw blijve aan God. God zal haar geen kwaad doen, want Hij is heel en al liefde en in deze onbegrijpelijke liefde heeft Hij haar in het bestaan geroepen. Nochtans, toen ik zo leed, begreep ik dat niet.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
6. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 75]
Derde Lezing: Over de verrzijzenis van het vlees en het universeel oordeel
Deel 1
Maar, op de vraag waarom het de Schepper behaagde om twee zo uiteenlopende en tegengestelde beginselen aangaande hun natuur en eigenschappen die ziel en lichaam zijn wilde samenvoegen in een wezen, waarom hij niet heeft gewild dat de mens, zoals de engel, een zuivere geest zou zijn, zal ik antwoorden dat God zo handelde opdat de mens waarlijk de koning en de samenvatting van al Zijn werken zou zijn. Opdat hij in navolging van Christus in zijn personaliteit de totaliteit van de elementen en de geschapen wezens zou bundelen. Opdat hij het centrum van alles zou zijn, dat hij geest en lichaam, het zichtbare en het onzichtbare samenvattend, hij beide zou vertalen en tegelijk offeren aan de Allerhoogste in zijn eerbetuiging en aanbidding.
Vandaar, als de mens voorgoed van zijn lichaam moest ontdaan worden, zou de stoffelijke en zichtbare schepping geen bemiddelaar, geen hogepriester meer hebben, geen stem om tot God zijn danklied en liefdezang te richten, en de band die de levenloze wezens met God verbindt zou voorgoed verbroken zijn.
Dus, als God niet besloten heeft zijn Schepping voorgoed in het niets te storten, als deze aarde gewijd door Christus stappen bestemd is om eeuwig stralend en vernieuwd te overleven, dan moet de mens herleven in een later leven om er de scepter en de heerschappij te heroveren. Vandaar ook dat de dood geen vernieling is, maar een herstellen. Als God besloten heeft dat ons aards bestaan eens zal verkwijnen, dan is dat niet om het ons te ontnemen, maar om het subtiel, onsterfelijk, ongevoelig te maken, zegt Sint Jan Chrysostomus, het te doen lijken op een architect die eerst de inwoner uit zijn huis haalt om hem daarna weer binnen te laten in huis dat mooier en stralender herbouwd is.
Het fatsoen en de noodzaak van de verrijzenis hebben betrekking op de natuur van de mens en ten slotte ook op de wetten en de natuur van de wereld.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
7. Film: Saint Thomas More [A Man For All Seasons] [11/12]
De Heilige Thomas More werd geboren op 7 februari 1478 in een Londens burgergezin. Zijn vader was rechter, zijn moeder stierf waarschijnlijk toen More jong was. Als tiener wordt hij page van John Morton, de lord chancellor en aartsbisschop van Canterbury. More genoot daar een goede opvoeding en kwam in contact met een bredere cultuur. Na zijn verblijf bij John Morton ging More naar Oxford, waar hij van 1492 tot 1494 artes [schone letteren] studeerde. Na twee jaar wordt hij door zijn vader teruggeroepen naar Londen om er advocaat te worden.
Tussen 1494 en 1501 zal More dan ook rechten gaan studeren. Hij ontwikkelt zich tot een veelzijdig humanist en zal de bijbel in zijn oorspronkelijke taal gaan bestuderen. Daarvoor onderzoekt hij werken van de kerkvaders Hiëronymus en Augustinus. Daarnaast werd More ook onderwezen over de brieven van Paulus en studeerde hij Grieks bij William Grocyn. In 1499 ontmoette hij dan Erasmus, volgens More was dat een scharnierpunt in zijn leven.
In 1504 werd More lid van het Engelse Lagerhuis. Erasmus verbleef vaak bij More thuis en schreef daar in 1509 het aan More opgedragen Lof der zotheid. Ook voerden More en Erasmus onderling een uitgebreide correspondentie. In 1510 werd More rechter en kort daarna undersheriff van Londen. In 1511 hertrouwde hij met Alice Middleton.
Als gezant van de Engelse koning Hendrik VIII verbleef hij in 1515 te Brugge en bezocht ook Brussel, Mechelen en Antwerpen. In 1518 werd hij lid van de Privy Council en secretaris van de koning. In 1521 werd hij in de adelstand verheven [Sir Thomas More] en benoemd tot onderschatbewaarder. Hij leidde verschillende diplomatieke missies. In 1529 volgde hij Thomas Wolsey op als Lord Chancellor en bekleedde deze post tot 1532. More werd zo een vooraanstaand politicus, niet alleen in Engeland, maar ook in de rest van Europa. Daarnaast was hij een beroemd humanist en geleerde, en stond hij bekend als een wijs en fijnzinnig mens.
Hij huwde met Jane Colt. In 1505 werd hun eerste dochter, Margaret geboren. In 1506 volgde Elizabeth, in 1507 Cicely en waarschijnlijk in 1509 John. In 1511 kwam Jane echter te overlijden, waarschijnlijk in een bevalling. Een maand later trouwde More met zijn tweede vrouw, Alice. Zij namen twee adoptiekinderen aan. Later kwamen alle kinderen met hun gezin bij hem wonen. Bij hem thuis werd het zo uiteraard te druk om zich degelijk te kunnen bezinnen. Daarom liet hij, niet zo ver van zijn huis, een groter landgoed bouwen, met daarin een kapel, een bibliotheek en een lange galerij. Dit nieuwe landgoed gebruikte hij uitsluitend voor zichzelf om te kunnen bidden en om zich terug te trekken van andere mensen en de drukte van de wereld om hem heen. Om zeven uur kwam hij uit zijn eigen gebouw naar het huis, om daar samen met zijn kinderen de zeven psalmen, een litanie en gebeden op te zeggen. s Avonds ging de hele familie naar de kapel om psalmen te zingen. Verder ging hij, elke ochtend, voordat hij aan het werk ging, naar de mis. Verder stond hij erop dat er elke avond met etenstijd uit de Bijbel werd voorgelezen. Zijn dochters lazen om beurten voor. Hieruit blijkt wel dat More een zeer gelovig man was.
More steunde Hendrik VIII bij de uitvoering van zijn politiek. Hij protesteerde echter tegen het feit dat Hendrik zich in 1528 wilde laten scheiden van Catharina van Aragon. Toen Hendrik zich distantieerde van de kerk van Rome, nam More in 1532 ontslag. In 1534 eiste Hendrik dat alleen troonopvolging door de kinderen van Anna Boleyn als wettig zou worden erkend. More wilde hier niet aan meewerken vanwege de clausule dat men de ongeldigheid van Hendriks huwelijk met Catharina van Aragon moest erkennen en het gezag van Rome over de Engelse kerk afwees. Deze principiële opstelling beëindigde zijn politieke carrière en More werd op 17 april 1534 in de Tower opgesloten. Toen hij weigerde de "Act of Supremacy" [1534] te erkennen, werd dit uitgelegd als hoogverraad. Hij werd door een Koninklijke Commissie onder druk gezet, maar hij hield voet bij stuk. Daarop werd hij ter dood veroordeeld en onthoofd op Tower Hill op 6 juli 1535.
In 1886 werd More zalig verklaard door paus Leo XIII. Zijn heiligverklaring vond plaats op 19 mei 1935, 400 jaar na zijn executie. In 1980 werd in de Anglicaanse kerk zijn kerkelijke feestdag vastgesteld op 22 juni. Deze dag is eveneens de feestdag van Sint John Fisher, de enige bisschop die tijdens de Engelse reformatie loyaal aan de paus bleef. Sint Thomas More is de beschermheilige van advocaten en staatslieden.
"A Man For All Seasons" van de regisseur Fred Zinneman dateert uit 1966. De film word zes oscars en zeven Academy Awards en duurt 120 minuten. Met Paul Scofield [sir Thomas More], Robert Shaw [Hendrik VIII], Orson Welles [Wolsey], Vanessa Redgrave [Anna Boleyn], Wendy Hiller [Alice, zijn tweede echtgenote], Orson Welles [kardinaal Woolsey], John Hurt [Richard Rich], Susanna York [More's dochter Margaret] En Leo McKern [Thomas Cromwell].
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 205]
Johannes de Doper
Gevangenneming en dood
De geschiedenis van de dood van Johannes de Doper behoort wel tot de meest dramatische tonelen van de Christelijke bijbel.
Herodes Antipas nam aanstoot aan de veroordeling door Johannes van zijn tweede huwelijk. Toen Johannes predikte tegen de door de Romeinen aangestelde koning Herodes Antipas, liet deze hem opsluiten in Macheronte in Transjordanië, omdat hij een opstand vreesde. Hij werd hiertoe enigszins gedwongen door zijn echtgenote Herodiade. Herodes zette Johannes gevangen maar zonder hem durven terecht te stellen vanwege zijn populariteit. In de gevangenis hoorde Johannes spreken over de stijgende bekendheid van Jezus.
Vertaling: Broeder Joseph
9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 38]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Jezus in het herdersdorp Kimki
Er waren wel een twintigtal mensen en er konden eindelijk niet minder herders zijn, nadat zij allen waren samengekomen. Zij wasten hun allen de voeten, doch die van Jezus in een afzonderlijk bekken. Hij had om wat meer water gevraagd en na het gebruik verbood Hij hun om het uit te gieten.
Terwijl men zich voor het eetmaal gereedmaakte, vroeg Jezus de herders, die een zekere onrust verrieden, wat hen beangstigde en of niet enkelen van hen hier ontbraken? Dan bekenden die herders Hem dat zij niet volkomen gerust waren omdat zij twee mannen onder zich verborgen hielden die te bed lagen met de melaatsheid. Zij hadden gevreesd dat het de onreine melaatsheid mocht zijn, die Jezus wellicht verhinderd zou hebben om tot hen te komen: om deze reden was het dat zij hen verborgen hadden.
Jezus echter beval hen die mannen tot zich te brengen en Hij zond zijn leerlingen om hen te halen. Die melaatsen kwamen aangestrompeld, van het hoofd tot de voeten in doeken gewikkeld, zodat zij nauwelijks konden gaan en ieder van hen door twee anderen geleid moest worden.
Jezus richtte een vermaning tot hen, waarin Hij ondermeer zei dat hun melaatsheid niet uit hun binnenste voortgekomen, maar door uitwendige oorzaken of door besmetting ontstaan was. Ik begreep dat Jezus beeldtaal gebruikte en wilde zeggen dat zij niet uit boosheid, maar uit zwakheid en door bekoring in zonde gevallen waren. Hij beval dat men hen in het water zou wassen waarin men zijn voeten had gewassen. Terwijl dit geschiedde, zag ik dat de korsten van hun lichaam afvielen en dat er alleen wondvlekken overbleven. Het water werd daarna in een groef uitgegoten en met aarde bedekt. De ene was uit het gewest van Samaria, de andere van ...
10. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]
Onfeilbaarheid
De patriarch van de Grieks-melkitisch-katholieke Kerk, Gregorius II Youssef-Sayour [1823-1897] verliet het concilie vroegtijdig om niet hoeven te stemmen over het dogma. Hij vreesde dat het dogma de oosters-orthodoxe patriarchen zou ergeren en elke kans op een mogelijke hereniging met de Oosters-orthodoxe Kerk zou hypothekeren. Toen Gregorius bij een later bezoek aan Pius tijdens een privéaudiëntie als eerbetoon aan de paus diens voet kuste, zou deze volgens Maximos IV [1878-1967] zijn voet geplaatst hebben op het hoofd van de patriarch met de woorden: "Gregorius, je hebt een harde kop."
Nadat Pius IX op 6 maart 1870 toestemming had gegeven om de voorgenomen constitutie "Pastor Aeternus" uit te breiden met het hoofdstuk "Romanum Pontificem in rebus fidei et morum definiendis errare non posse" [De paus van Rome kan niet dwalen wanneer hij zaken aangaande het geloof en de moraal definieert] vond op 18 juli de definitieve stemming plaats: 433 aanwezigen stemden voor, 2 tegen. Hierbij moet opgemerkt worden dat een groot aantal bisschoppen het concilie reeds had verlaten, enerzijds door het uitbreken van de oorlog tussen Frankrijk en Duitsland, anderzijds omdat een aantal onder hen de timing voor het uitspreken van het dogma niet gepast vond. Ondanks de kritiek waren de uitspraken van het concilie voor slechts weinig katholieken aanleiding om met de Kerk te breken. In Frankrijk was er Hyacinthe Loyson en in Duitsland de historicus Ignaz von Döllinger, die aan de basis stonden van de eind negentiende eeuw opgerichte Oudkatholieke Kerk in de Duitstalige landen. De afkondiging van het dogma had wel grote invloed op de protestantse beeldvorming inzake de Katholieke Kerk. In 1871 zou onder meer het onfeilbaarheidprincipe door rijkskanselier Otto von Bismarck aangegrepen worden om de strijd tegen de Katholieke Kerk aan te gaan: von Bismarck vreesde voor een groeiende macht van de katholieken, gesteund door Frankrijk en Oostenrijk, waardoor de dominante positie van het protestantse Pruisen onder druk zou komen te staan. Deze strijd zou in de geschiedenis bekend worden onder de term "Kulturkampf" [1871-1878]. Ook in Zwitserland splitsten katholieken zich af en de Oostenrijkse regering zegde het in 1855 afgesloten concordaat met het Vaticaan op wegens "veranderde omstandigheden."
Vertaling: Mario Lossie
11. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen
Boodschap 3440 van 15/2/2011
Lieve zonen en dochters, als u het gewicht van het Kruis voelt, verlies dan niet het hart, want enkel langs het Kruis zult u tot de overwinning komen. Zoekt sterkte in de Eucharistie, want het is de enige weg waardoor u het gewicht van de beproevingen die zullen komen, kunt dragen. Wees moedig: Mijn Zoon Jezus staat aan uw zijde, ook al ziet u Hem niet. Ik vraag u om in de Genade van God te leven. Laat de zonde u niet wegleiden van de weg naar de heiligheid. Open uw harten en aanvaard Mijn oproepen. Nu is het de tijd van de Genade voor u allen. Ik ben uw Moeder en ik ben onvermoeibaar. Ik kom uit de Hemel omdat Ik van u hou en u reeds wil gelukkig zien hier op aarde en later met Mij in de Hemel. Verlies de moed en het hart niet. Ik zal steeds dicht bij u zijn. Voorwaarts op de weg die Ik u getoond heb. De mensen zijn geestelijk zwak geworden, omdat ze zich verwijderd hebben van hun Schepper. De dood zal door Assis gaan en Mijn arme kinderen zullen wenen en jammeren. Akita [Japan] zal uit de bittere kelk van het lijden drinken. Kniel neer in gebed. Uw overwinning is in de Heer. Zoek Hem, want Hij wacht op u met open armen. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
12. Diverse profetieën: Heilige Methodius van Olympus [overleden ca. 311]
Profetie 1
Een tijd zal komen dat de vijanden van Christus zich zullen verheugen: Wij hebben de aarde en al haar inwoners onderworpen en de Christenen kunnen niet ontsnappen uit onze handen. Dan zal er tegen hen een Roomse Keizer opstaan in een grote razernij. Door het zwaard zal hij de tegenstanders van het Christendom verpletteren. Dan zal er vrede heersen op aarde en de priesters zullen worden bevrijd van al hun angsten.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 66: Hyancinthus Medicorum [Hyacinth van de geneesheren]
Paulus III [1534-1549]
Echte naam: Alessandro Farnese [Casino, 29 februari 1468 - Rome, 10 november 1549]
Ondertussen stond het politieke landschap van Europa ook niet stil. Sinds 1494 woedden de Italiaanse oorlogen, waarin in 1527 Rome geplunderd werd [Sacco di Roma] door de troepen van keizer Karel V. In 1529 ondertekenden de betrokken partijen de Damesvrede van Kamerijk. Frans I van Frankrijk liet daarmee zijn claim op Italië vallen [eerder had Karel V Frans I in 1525 beslissend verslagen bij de slag bij Pavia]. In de nasleep van deze tumultueuze tijden, waarin de pausen zelf ook menigmaal hun politieke koers bijstelden en van alliantie veranderden, was Karel V als machtigste vorst van het Europese vasteland tevoorschijn gekomen.
De grootste bedreiging voor de stabiliteit van Karels rijk waren de godsdienstoorlogen. De macht van de katholieke kerk leek tanende. Engeland was onder Hendrik VIII in 1534 Anglicaans geworden nadat de paus hem in de ban had gedaan vanwege Hendriks scheiding van Catharina van Aragón. De protestantse kerk won onder leiding van Luther en Calvijn aan invloed. Dit alles werkte de contrareformatie in de hand, die onder Paulus III pas echt op gang kwam. Karel V stuurde echter aan op een beheerst proces waarin de protestanten zouden terugkeren naar de moederkerk. In het kader hiervan zond de paus de nuntius Giovanni Morone in 1540 naar Hagenau en Worms, maar de compromisvoorstellen die daar werden ingediend waren voor zowel de katholieken als de protestanten niet aanvaardbaar. Later, in 1541, zou er nog een poging worden ondernomen bij de conferentie van Regensburg maar wederom liep dat op niets uit.