Redactie
Medjugorje België en Nederland
Chris De Bodt
(1958 - 2012)

medjugorjebn@gmail.com

Patty De Vos
Kasteelstraat 81
9180 Temse
België
patty.de.vos@hotmail.com

Dr. Guy Claes
Platanendreef 40
8790 Waregem
België
gclaes@scarlet.be

Henk
Twan Vereecken
Geertrui Schonken
Veerle De Caluwé
Anne Van Der Sloten
p. Alfons J. Smet
Broeder Joseph
Zoeken in blog

Medjugorje 2015 Medjugorje 2014 Medjugorje 2013 Medjugorje 2012 Medjugorje 2011 Medjugorje 2010

 

Voorlopig worden enkel de boodschappen gepubliceerd.
17-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17 juni 2011
17 juni 2011

1. Medjugorje: Zr. Emmanuel verwijst in haar maandelijke faxen opnieuw naar de geheimen

Gelukkige dertigste verjaardag, lieve Gospa!

Deze maand viert de Gospa haar "Paarlen jubileum": 24 juni 1981 - 24 juni 2011, 30 jaar met ons in Medjugorje! Laten we haar van harte vieren! Ze heeft ons 30 jaar dagelijkse verschijningen gegeven, 30 jaar buitengewone genaden, duizenden bekeringen, inwendige en lichamelijke genezingen, bevrijdingen, verzoeningen, roepingen, allerhande troost, herstel van families en parochies, verrijzenis van drugsverslaafde jongeren, onverhoopte zwangerschappen, enz ... De lijst is oneindig!

30 jaar ... zoals het verborgen leven van Jezus! Op een dag zullen we vernemen dat de dagelijkse verschijningen een einde genomen hebben! Niemand weet wanneer dit zal gebeuren, maar elke dag brengt ons dichter bij dit einde. Dat zet er ons toe aan ten volle te genieten van de genade, die ons vandaag aangeboden wordt en nog te kunnen zeggen: "Ze zal vanavond komen ! Ze zal de Hemel openen, ze zal zich tonen en zich laten horen op onze wereld ! Ze zal met ons bidden. Ik zal haar ontvangen in mijn hart!

De eerste 3 geheimen

Zoals Pater Petar laatst nog gezegd heeft aan de bedevaarders, gaan de 2 eerste geheimen over de mensen van de parochie en hun verantwoordelijkheid tegenover de verschijningen. [Dat weten we al sinds het begin]. Anderzijds heeft de H. Maagd in 1980 in verschillende boodschappen gezegd dat de Hemelse Vader aan het einde van de dagelijkse verschijningen een teken zal oprichten op de Podbrdo dat onverwoestbaar, blijvend en voor ieder zichtbaar zal zijn. Ze heeft dat teken aan enkele van de zes zieners laten zien en dat is hun derde geheim. Vicka en Jakov zeggen dat het zeer mooi is. Dat teken zal vooral voor de ongelovigen gegeven worden. Maar zelfs dan zegt de H. Maagd, zullen sommigen weigeren te geloven. Natuurlijk weet niemand wat dat teken zal zijn. Het zal komen op zijn tijd. Het loont de moeite niet om te trachten te weten wat het zal zijn. De H. maagd vraagt ons immers voor haar komst eerst en voor al te werken aan onze persoonlijke bekering. Dat is van kapitaal belang! Zeer zeker: het is nooit te laat om zich te bekeren! Maar vergeten we niet dat volgens de H. Paulus, "het loon van de zonde, de dood is." Het zou kunnen dat dit loon van dood dat aan de zonde te wijten is, reeds zeer zwaar is om dragen! Onze Moeder wil ons heel veel lijden besparen!

Lieve Gospa, U bemint ons zozeer! Help ons uw liefde te aanvaarden,
en u wederkerig onze liefde te schenken door uw boodschappen te beleven!

Met dank aan Dr. Guy Claes

2. Verklaring van Zr. Emmanuel komt overeen met onze uiteenzetting van de geheimen in "Op naar de geheimen deel 3"

Ontknoping: Polen, Polen en nogmaals Polen: 

...

Tot hier toe hebben we voornamelijk gesproken over het Joodse gedeelte, maar Jezus zou Jezus niet zijn als hij de grootste eer niet zou voorbehouden aan Zijn volgelingen, de katholieken. Was de eerste paus niet Jezus' belangrijkste apostel: de heilige apostel Petrus, de rots waarop Jezus Zijn Kerk zou bouwen?

Er is een belangrijk gegeven dat ons leidt naar een mogelijke periode rond dewelke de "waarschuwing" zal vallen en dat is de uitspraak van Maxima Gonzalez, Conchita Gonzalez' tante en meter. Zij zegt dat Conchita haar ooit heeft verteld dat de waarschuwing zal gebeuren na een bisschoppensynode.

In feite was dit een voorspelling, want ten tijde van Garabandal waren er nog geen bisschoppensynodes. Deze zijn het gevolg van Vaticaan II. De eerste bisschoppensynode was een gewone bisschoppensynode en vond plaats van 29 september tot 29 oktober 1967. Normaliter is deze profetie verbonden aan een gewone bisschoppensynode en deze vangen steeds aan einde september om te eindigen op de laatste zondag van oktober.

Met dit gegeven in het achterhoofd, volgen we opnieuw de raad van de profeten en van de Evangelisten en gaan we kijken of er eventueel een bijzonder hemels teken valt waar te nemen in november. Op de site van de Nasa zien we dat er op 13 november 2012 een totale zonsverduistering zal plaatsvinden. Hier valt ons meteen op dat 13 november 2012 dezelfde dag van de maand is als deze van de laatste verschijning in Garabandal, nl. 13 november 1965.

We gaan verder. Neem het als een soort oefening. De toekomst zal uitwijzen in hoeverre deze oefening ook juist zal zijn.

Het is eveneens geweten dat het Mirakel zal plaatsvinden binnen het jaar nà de waarschuwing, in de maanden maart, april of mei, telkens tussen de achtste en de zestiende [de achtste en de zestiende inbegrepen]. Het mirakel zal eveneens samenvallen met een groot en gelukkig feest binnen de Kerk dat zo zelden is dat het nog niet heeft plaatsgevonden tijdens het leven van Conchita Gonzalez. Bovendien zal het mirakel geschieden op een donderdagavond om 20.30 uur aan de pijnbomen in Garabandal en op de feestdag van een martelaar van de Eucharistie. Voor het jaar 2013 komen de volgende donderdagen in aanmerking:
  • Maart: 14 maart 2013
  • April: 11 april 2013
  • Mei: 9 en 16 mei 2013
Als we de heiligenkalender bekijken springt hier één datum direct uit het oog en dat is 11 april 2013. Dat is de feestdag van de Heilige Stanislaw van Krakau, bisschop en martelaar van de eucharistie, vermoord op 49-jarige leeftijd in het jaar 1079, terwijl hij de mis opdroeg in de Sint Michaëlskerk te Krakau. De koning bracht hem eigenhandig om het leven.

Welke groot en gelukkig feest zou er op deze dag kunnen vallen? Een hele grote hint is ons onlangs duidelijk gemaakt in verband hiermee. De tombe van paus Johannes Paulus II, die zalig verklaard wordt op het Feest van de Goddelijke Barmhartigheid, 1 mei 2011, zal van de crypte van het Vaticaan worden overgebracht naar de kapel van San Sebastian, naast het beeld van de Pièta in de Sint Pietersbasiliek. Garabandal heet voluit San Sebastian de Garabandal.

Elke goede katholiek weet nu dat deze gegevens voldoende zijn om, met voorbehoud, te kunnen weten wanneer de feiten zich zullen openbaren:
  • De "Grote Waarschuwing" zal plaatsvinden op 13 november 2012, de verjaardag van de laatste verschijning van Garabandal.
  • Het "Grote Mirakel" zal plaatsvinden op 11 april 2013, de datum van de heiligverklaring van Paus Johannes Paulus II [die ooit, net als Stanislaw van Krakau, verbonden was aan het bisdom Krakau]
Aan drie heiligen uit Polen verleent de Heer dus het voorrecht die dag: de Heilige Zuster Faustina Kowalska, de Heilige Paus Johannes Paulus II en tot slot de Heilige Stanislaw van Krakau.

1 mei 2011 - 11 april 2013

Wanneer de eerste twee geheimen van Medjugorje zullen vallen is ongekend, aangezien de zieners van Medjugorje zéér weinig informatie hebben gegeven over de mogelijke aanvang ervan. Er is echter iets wat tot nadenken stemt. Nu dit verslag onthult dat alles te maken heeft met Polen en de Goddelijke Barmhartigheid, is het vandaag geweten dat de zaligverklaring van Paus Johannes Paulus II op 1 mei 2011 valt [ook de aanvang van de Mariamaand], de dag waarop de kerk dit jaar het Feest van de Goddelijke Barmhartigheid viert. En alhoewel Mirjana onthult dat het eerste geheim niets goeds inhoudt, is er de heel opvallende tegenspraak van Jacov en Vicka die zeggen dat het eerste geheim "eveneens een mooie gebeurtenis" is. De zaligverklaring van Paus Johannes II op 1 mei zou kunnen wijzen op "een mooie gebeurtenis"  die kan samenvallen met "de opschudding en de val van een regio in de wereld" en "iets wat de macht van satan zal breken." Dit is echter geen zeker gegeven. De latere data van de "Grote Waarschuwing" of het eerste geheim van Garabandal, "El Aviso," en het grote mirakel hebben een grotere waarschijnlijkheid. Uiteindelijk zal de periode van de waarschuwingen eindigen op de dag van het "Grote Mirakel," 11 april 2013, eveneens de dag van de heiligverklaring van Paus Johannes Paulus II. Hoe langer de datum van het eerste geheim van Medjugorje dus op zich laat wachten, hoe korter de tijdspanne wordt van de waarschuwingen.

Enkele testen op het eventuele waarheidsgehalte:
  • De "Grote Waarschuwing vindt plaats op een dertiende, een datum die ons bekend is van Fatima, Garabandal en Akita, maar ook nog van vele andere verschijningen. Ook werd Paus Johannes Paulus II neergeschoten op een dertiende, waarna hij het jaar daarop, op 13 mei 1982, de kogel die hem had verwond, ging inzetten in de Kroon van Onze Lieve Vrouw te Fatima.
  • Paus Johannes Paulus’ tombe zal na zijn zaligverklaring worden overgebracht naar de kapel van San Sebastian in de Sint-Pietersbasiliek, gelegen naast het beeld van de Pièta. San Sebastian = San Sebastian de Garabandal, zoals het dorpje Garabandal voluit heet.
  • Een fiool met daarin met bloed van Johannes Paulus II, dat werd afgetapt net voor zijn dood, zal na zijn zaligverklaring worden gebracht naar de kerk van Lagiewniki dat deel zal uitmaken van het centrum ter zijner nagedachtenis. Lagiewniki ligt in het aartsbisdom Krakau. Johannes Paulus II was aartsbisschop van Krakau vanaf 13 januari 1964 en aldaar kardinaal van 26 juni 1967 tot aan zijn pausschap op 16 oktober 1978.
  • De profetieën van de heilige Malachias omschrijven Paus Johannes Paulus II als "De Labore Solis," of "van het werk van de zon": Paus Johannes Paulus II werd geboren tijdens een zonsverduistering, op de dag van zijn begrafenis was er een hybride zonsverduistering en zo zal er ook op de dag van de waarschuwing eveneens een zonsverduistering zijn [de drie zonsverduisteringen gaan hier in crescendo: van een onvolledige zonsverduistering tot een hybride zonsverduistering, tot een totale zonsverduistering].
  • We hebben op "Medjugorje België en Nederland" al veel aandacht besteed aan het getal 11. De datum 13/11/2012 = 1 + 3 + 1 + 1 + 2 + 0 + 1 + 2 = het getal 11.
  • Toen Maria de naam van de martelaar van de Eucharistie onthulde aan Conchita Gonzalez, heeft Conchita deze naam nogmaals moeten vragen aan Maria, omdat deze moeilijk te onthouden was voor haar: Stanislaw van Krakau is niet meteen een naam om gemakkelijk te onthouden voor een Spaans meisje.
  • Dat de Heer ongewone aandacht zou schenken aan Polen kan afgeleid worden uit de dagboeken van de Heilige Zr. Faustina Kowalska, eveneens een Poolse.
  • Men zou kunnen weerleggen dat er reeds een heiligverklaring is geschied tijdens het leven van Conchita Gonzalez en dat is ook zo. Päus Pius X is heilig verklaard in 1954. Conchita zei ooit: "het gaat om een soort dogma, een gebeurtenis die zelden is en die nog niet heeft plaatsgevonden tijdens mijn leven." Indien Conchita letterlijk zou zeggen dat het om een heiligverklaring zal gaan, dan zou men al te gemakkelijk de datum kunnen vooropstellen. Daarom ligt de sleutel tot de oplossing bij iets anders: men zal aan paus Johannes-Paulus II de titel "de Grote" verlenen, een soort "dogma," waarvan slechts twee pausen tot op heden de drager van zijn: Paus Gregorius I de Grote [540-604] en Paus Leo de Grote [400-461].
  • De veronderstelling dat het om een jonge martelaar van de Eucharistie zou gaan is een foute veronderstelling die gebaseerd is op een passage uit het boek "She went in haste to the mountains." Op een bepaald moment haalt Conchita, bij wijze van voorbeeld, het verhaal van een jongeman aan die neergeslagen wordt door zijn vrienden, omdat hij de communie wil brengen aan iemand en weigert zijn vrienden te volgen, maar er staat duidelijk bij dat voorbeeld vermeld dat deze niet dood gaat. Aldus kan het ook niet om de martelaar van de eucharistie gaan. Waarschijnlijk betreft het een gebeurtenis uit het leven van de martelaar die wordt bedoeld.
Toegegeven, er is nog een zwakke schakel: de Waarschuwing zal plaatsvinden op een gebeurtenis met de "letter A." Dit gegeven blijft een raadsel. Maar dit raadsel kan misschien in de toekomst worden opgelost door aan deze gebeurtenis een bepaalde benaming te geven die begint met de letter A, of gewoonweg door het woord "Aviso," wat de kinderen van Garabandal altijd gebruikten als ze het over de Grote Waarschuwing hadden.

Maar als "het grote mirakel" zal plaatsvinden in 2013, wordt eveneens een raadsel opgelost waar vele theologen zich bijna een eeuw de hersenen over gepijnigd hebben, namelijk de betekenis van de dertiende, of waarom Maria, in het bijzonder in eindtijdverschijningen, zo dikwijls verscheen op een dertiende van de maand. Om onze aandacht te vestigen op het jaar 2013.

En de geheimen van Medjugorje dan? Het is niet geweten of "Het Mirakel," of het "eeuwigdurende teken," zoals voorspeld te Garabandal en Medjugorje op dezelfde dag zullen vallen.

Wat de eerste twee geheimen van Medjugorje betreft, zijn deze naar alle waarschijnlijkheid niet verbonden aan de "Grote Waarschuwing." Reden hiervoor zijn:
  • De woorden van Vr. Pétar Ljubicic die uitdrukkelijk zegt dat de eerste twee geheimen uitsluitend verbonden zijn aan Medjugorje, dit terwijl de "Grote Waarschuwing" verbonden is aan Garabandal.
  • In zijn brief aan paus Johannes-Paulus II van 16 december 1983 rapporteerde Vader Tomislav Vlasic informatie die Mirjana aan hem gaf tijdens een gesprek op 5 november 1983: Vóór het 'zichtbare teken' wordt gegeven aan de mensheid [derde geheim], zullen er drie waarschuwingen worden gegeven aan de mensen, in de vorm van gebeurtenissen op aarde. Wat hierbij opvalt is dat het zichtbare teken wordt voorafgegaan door twee geheimen, maar drie waarschuwingen.
Om af te sluiten, wordt er andermaal de nadruk opgelegd dat het hier om voorspellingen gaat over wanneer de geheimen zich waarschijnlijk zullen manifesteren. Het oordeel over de geloofwaardigheid ervan blijft dus bij de lezer. Gods wegen zijn immers ondoorgrondelijk.

Opmerking: alhoewel de katholieke kerk de heilige Stanislaw van Krakau viert op 11 april, wordt hij in Krakau zelf gevierd op aan andere datum, nl. op 8 mei. Deze laatste datum valt echter op geen donderdag in 2013. Stanislaus is de patroonheilige van Polen, van het aartsbisdom Krakau, van de stad Kraków, van het bisdom Płock en van soldaten in de strijd en hij werd een symbool van het Poolse patriotisme en nationalisme.

Chris De Bodt
17 januari 2011

Medjugorje België en Nederland
www.bloggen.be/medjugorje

3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 35]

Joe’s verhaal

Onophoudelijk begenadigd

Nita en ik besloten om het aanbod van het bedrijf om naar Washington te verhuizen te aanvaarden. We verhuisden in april 1998. Ik denk dat dit een andere genade was, omdat ik ondertussen ook zovele christelijke opdrachten mocht op mij nemen: RCIA, IIPG Queen of Peace, enz ... en al deze opdrachten hielen mijn ogen gericht op de Heilige Geest, de Gospa en op Jezus. Mijn geloof begon zich te versterken en te groeien.

Ik heb nog geen bedevaart meegemaakt naar Medjugorje, maar hiermee kom ik meer en meer met mezelf in conflict. Zo planden mijn dochter en ik om een er bedevaart heen te maken in juni van het jaar 2000 en ik hoop dat de Gospa aan mijn dochter vrede en geluk verleent. Ook hoop ik dat zij mijn harde hart opentrekt en er een zacht hart van maakt. Ook zou ik graag een vluchtige blik krijgen van de Hemel en ook een beetje de vrede voelen van de Hemel, hier op aarde. Ook is het nu de juiste tijd om mij IIPG-familie van de Koningin van de Vrede te ontmoeten. Ik heb heel wat broeders en zusters die ik zou willen omhelzen en een knuffel geven en ik zou zo graag samen met hen de Heer prijzen. We gaan zo hard bidden dat we onze knieën horen kraken. Tot ginds,

Liefde, vrede en vreugde!

Joe

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 138]

Schrift 1

325. 1934. De dag van de Tenhemelopneming van Onze Lieve Vrouw nam ik niet deel aan de heilige Mis, de dokter [42] had het me verboden, maar ik bad vurig in mijn cel. Na korte tijd zag ik de Moeder Gods, in onuitsprekelijke schoonheid. Ze zei me: "Mijn dochter, ik verwacht van u gebeden, gebeden en nog eens gebeden voor de wereld en in het bijzonder voor uw Vaderland. Ontvang gedurende negen dagen de heilige Communie tot kwijtschelding en verenig u innig met het offer van de heilige Mis. Houd u gedurende deze negen dagen voor God als offerande, overal, altijd, op elke plaats en op elk ogenblik, dag en nacht. Bid in de geest bij elk ontwaken. In de geest kan je altijd in gebed blijven."

326. Eens zei Jezus mij: "Mijn blik op deze Beeltenis is dezelfde als Mijn blik op het kruis."

327. Eens vroeg mijn biechtvader [43] mij hoe het opschrift best kon aangebracht worden, want er was op het schilderij geen plaats genoeg. Ik heb geantwoord dat ik zou bidden en hem de volgende week antwoorden. Toen ik de biechtstoel verliet en voorbij het allerheiligste Sacrament ging, ontving ik de innerlijke kennis hoe het opschrift te plaatsen. Jezus herinnerde mij, aan wat Hij de eerste maal gezegd had, namelijk dat het opschrift Jezus, ik vertrouw op U goed zichtbaar moest zijn. Ik begreep dat Jezus de hele tekst wilde hebben, maar het niet zo uitdrukkelijk beveelt als voor het opschrift. "Ik geef aan de mensen een beker waarmee ze uit de bron van de Barmhartigheid genaden kunnen scheppen. Deze beker is de Beeltenis met het opschrift: Jezus, ik vertrouw op U."

328. O zuiverste Liefde, heers in heel Uw volheid in mijn hart en help mij zeer getrouw Uw heilige Wil te volbrengen.

[42] Mw. Dr. Helena Maciejewska [1888-1965], was arts van de zusters van het huis van Wilno.
[43] E.H. Sopocko.


Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 141]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 2

Zeg aan onze vrienden en aan de vreemdelingen die niet van ons bloed maar onze broeders in het geloof zijn, en die zorgeloos over de woeste zee van het menselijk bestaan glijden dat ons vroeger overspoelde zoals hen op hun beurt nu..., zeg hen op te houden en na te gaan of er een diepere pijn is die tegelijk afscheidt en vereenzaamt dan de onze... Ah! Broer, vader, echtgenoot, vriend, we smeken jullie vanuit die vlammenzee..., genade! Een druppel water, een gebed, een vasten, een aalmoes, een helpende hand en we zijn bevrijd... Broer, vriend, vader, echtgenoot, kijk hoe ons lijden gedeeltelijk jullie schuld is.

Ja, die ziel lijdt door onze schuld.

Deze moeder lijdt omdat ze te zwak optrad tegen haar zoon, omdat ze zijn gebreken niet genas en de afwijkingen uit zijn jeugd niet verbeterde. Deze echtgenote lijdt omdat ze uitsluitend een hart gaf aan haar man dat alleen aan God toekomt, omdat ze voor hem teveel blinde toegevingen overhad. Deze vriend lijdt omdat hij medeplichtig was aan de ontrouw van zijn vriend, dat hij het eens was en zijn twisten diende, dat hij deelnam aan zijn wanorde en zijn losbandigheid... en we zouden hen alleen de last van de gerechtigheid laten ondergaan! In ruil voor deze ongelukkige clementie die ze ons toonden zullen we niet toegeven hen van een dag offer of een eeuw foltering te ontlasten!

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

6. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 24]

De Engelbewaarder

Met betrekking tot de drie Wijzen, omschrijft dezelfde Evangelist wat er gebeurde: "Toen Jezus geboren was in Bethlehem in Judea, tijdens de regering van Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? [...] Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich. Hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden: "Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind en stuur mij een bericht zodra u het gevonden hebt [...]Nadat ze geluisterd hadden naar wat de koning hun opdroeg, gingen ze op weg [...] Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich neer om het eer te bewijzen [...] Nadat ze in een droom waren gewaarschuwd om niet naar Herodes terug te gaan, reisden ze via een andere route terug naar hun land [...] Daarop gaf hij de opdracht om in Bethlehem en de wijde omgeving alle jongetjes van twee jaar en jonger om te brengen." [Mat. 2: 1-16]

Verstandige en geleerde mensen zoals de drie Wijzen zouden zeker niet geneigd zijn om zo maar louter in dromen te geloven of toelaten zich door deze dromen te laten leiden als ware openbaringen en van bovennatuurlijke aard. Des te meer omdat dromen, vergeleken met openbaringen, een verschil van waarde hebben tussen dag en nacht. Waar dromen ons verwarren en met vage herinneringen, of wat er ook mee wordt bedoeld, achterlaten, blijven openbaringen onuitwisbaar in ons geheugen gegrift en zijn ze veel duidelijker dan zelfs ook maar een gewoon gesprek die we hebben met om het even welk persoon.

Een dergelijke zekerheid moet destijds ook gegrift geweest zijn in het geheugen van de drie Wijzen en van de Heilige Jozef. Anders zouden ze zoveel belang niet gehecht hebben aan een droom door Onze Lieve Vrouw te dwingen op te staan in het midden van de nacht om naar een vreemd land te vertrekken met een klein Kind in haar armen en zonder haar de tijd te gunnen om voorbereidselen te treffen of zich van enig transport te verzekeren.

Vertaling: Chris De Bodt

7. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [26/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Matthew Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.



8. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 54]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

De Grote Verschijning [29 augustus 1664]

"Dan gaat onze herderin het overdragen aan de Heer Jean Fraisse, pastoorprior van Saint-Etienne en die we enkele dagen voordien aangespoord hadden deze zaak niet te verwaarlozen, en te bidden opdat God zijn heilige wil zou bekend maken. Hij deed beroep op de godsvrucht en verering van zijn parochianen en stelde voor ’s anderendaags 29 augustus een in processie met de meisjes en met alle kinderen, mannen en vrouwen naar de inham te gaan waar onze herderin niet verzuimde, zoals haar werd gezegd, de heilige Maagd met de kleine Jezus te ontmoeten die Benoîte alleen zag. Bij aankomst zagen meerdere mensen in het stof de voetafdruk van een klein kind nabij de inham en die werd uitgewist door de talrijke aanwezigen en vooral door onbescheiden kinderen die naderbij kwamen..."

Ernstig gewaarschuwd door de Rechter wil de goede pastoor die zaak in het reine trekken en beslist een algemene processie voor heel de parochie in te richten. Wat een vertrouwen in de oprechtheid van de herderin! Ten slotte, het detail van een voetafdruk toont de verhitte verbeelding die de geesten ondergaan.

Hierbij een korte nota over de twee belangrijkste en verantwoordelijke personages van dit feit, namelijk de pastoor en de rechter.

Vertaling: Broeder Jozef

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 270]

Josephus Flavius

Nog voor ik kon zeggen wat ik mij had voorgenomen, hoorde ik hoe een van mijn bedienden mij riep om naar beneden te komen. Hij vond dat dit niet het juiste moment was om moeite te doen om mij van de goedwillendheid van de inwoners van Tiberias te verzekeren, maar dat ik moest zorgen voor mijn eigen veiligheid en proberen om aan mijn vijanden daar te ontkomen. Johannes had namelijk, toen hij gemerkt had dat ik, afgezien van een paar metgezellen, alleen was, uit de duizenden manschappen die hij tot zijn beschikking had, de meest betrouwbare gewapende manschappen uitgekozen. Hij zou een teken geven waarop zij op mij af moesten stormen en mij moesten doden. De mensen die op mij af werden gestuurd, zoals hen bevolen was, zouden hun plan ten uitvoer hebben gebracht, als ik niet van de verhoging, waarop ik stond, was afgesprongen. Met een van mijn lijfwachten, die Jacobus heette, werd ik door ene Herodes uit Tiberias door de menigte heen geleid en verder naar het meer begeleid, waar ik een bootje bemachtigde, aan boord ging en zo tegen de verwachting aan mijn vijanden ontkwam en Tarichea bereikte.

Zodra de inwoners van die stad hadden begrepen hoe verraderlijk het volk van Tiberias was, ontstaken ze in grote woede. Ze grepen naar hun wapens, en wilden dat ik hen zou aanvoeren als zij naar hen optrokken. Ze zeiden dat zij, wat hun leider was aangedaan, op hen wilden wreken. Zij verspreidden ook onder alle Galileeërs het verhaal over wat mij was aangedaan en probeerden hen met alle macht op te zetten tegen de inwoners van Tiberias. Zij verzochten hen zich in groten getale te verzamelen en naar hen toe te komen, zodat zij gezamenlijk, met hun aanvoerder, wat er besloten was ten uitvoer konden brengen. Overal vandaan kwamen de Galileeërs daarop met hun wapens in groten getale naar mij toe, en verzochten mij dringend om Tiberias aan te vallen, te veroveren en met de grond gelijk te maken. De inwoners moesten dan, samen met vrouwen en kinderen, in slavernij weggevoerd worden. Mijn vrienden, die uit Tiberias waren ontsnapt, deelden die mening en gaven mij hetzelfde advies. Ik was het echter niet met hen eens, omdat ik het vreselijk vond om een burgeroorlog te beginnen. Ik was van mening dat deze ruzie bij woorden moest blijven. Daarom vertelde ik hen dat het niet in hun eigen belang was wat zij van mij wilden, omdat de Romeinen alleen maar verwachtten dat wij elkaar door onze onderlinge twisten zelf te gronde zouden richten. Met deze woorden wist ik een einde te maken aan de woede van de Galileeërs.

Omdat hem gebleken was dat zijn verraad geen resultaat had gehad, vreesde Johannes voor zijn leven. Daarom verzamelde hij zijn gewapende manschappen en vertrok van Tiberias naar Gisala. Daar schreef hij mij een brief om zich te verontschuldigen voor wat er allemaal was aangericht. Hij deed alsof het zonder zijn instemming was gebeurd en verzocht mij geen verdenking tegen hem te koesteren, omdat dat zijn goede naam zou kunnen schaden. Hij voegde daar ook vervloekingen en verwensingen aan zijn eigen adres aan toe, omdat hij dacht ik daardoor geloof zou hechten aan de onderwerpen waarover hij mij had geschreven.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Het sacrament van de Eucharistie [deel 5]

Opdracht

Als wij de geconsacreerde hostie ontvangen, zegt diegene die ze uitreikt: "Lichaam van Christus."

Dit heeft twee betekenissen: je ontvangt het lichaam van Christus, maar het houdt ook een opdracht in: word het lichaam van Christus.

Aangezien dit Brood een kracht bezit, die machtiger is dan degenen die ervan eten, worden wij omgevormd in dit Brood, in Jezus.

Laat ons dan iedere keer als we te communie gaan van deze gedachte doordrongen zijn: Telkens ik het lichaam van Christus ontvang, word ik meer en meer lichaam van Christus... als ik dit toelaat en daaraan meewerk.

Anne Van Der Sloten

11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 96]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

Johannes’ doopplaats te Ennon Melchisedek

Bij een andere gelegenheid zei Emmerich over Melchisedek: Reeds vroeger heb ik dikwijls gezien, hoe hij lang vóór de tijden van Semiramis en Abraham, in het Beloofde Land, toen het nog woest en eenzaam lag, hier en daar verscheen, als ordende hij het land, als regelde hij iets, als bestemde en bereidde hij een plaats. Zo opende hij ook, meen ik, de hoofdbron van de Jordaan. Reeds vaak had ik zulk een gezicht: ik zag een man geheel alleen in een land en moest daarbij denken: "Wat wil die man hier zo vroeg? Want er is hier nog niemand!" Op deze wijze zag ik hem op een berg een bron boren. Het was een hoofdbron van de Jordaan. Hij gebruikte een lange, dunne boor, die als een straal in de berg drong. Zo zag ik hem op verscheidene plaatsen van de aarde weibronnen openen. In de oudste tijden vóór de zondvloed zag ik de stromen niet, zoals nu, te voorschijn springen en vloeien, maar ik zag een overvloed van water van een hooggebergte in het oosten neerstromen.

Ik heb Melchisedek altijd alleen gezien, behalve wanneer hij zich inliet met families en volksstammen om ze te verzoenen, te splitsen en te leiden naar een geschikt land of woongewest. Kortom, ik zag Melchisedek voorbereidingen treffen, grondslagen leggen, bouwen, de mensenfamilies verspreiden en gidsen.

Ik zag in Melchisedek een engel en een voorafbeelding van Jezus Christus als priester op aarde. In zover het priesterschap in God is, was hij als engel een priester van de eeuwige hiërarchie. Hij was over vele engelen aangesteld.

Ook Jacob had zich eertijds met zijn kudden vrij lang hier bij Ennon opgehouden. De put van de doopvijver bestond toen reeds en ik zag dat Jacob hem vernieuwde. De overblijfselen van Melchisedeks kasteel lagen nabij het water en de doopplaats. Ik zag dat in de eerste eeuwen van het christelijk Jeruzalem een kerk stond op de plaats waar Johannes gedoopt had. Ik zag ze nog bestaan toen Maria in Egypte voorbij deze plaats naar de woestijn trok. Salim was een mooie stad, maar werd in de oorlog [ik meen bij de tempelvernietiging voor Jezus] verwoest. Ook de laatste profeet heeft zich hier opgehouden.

12. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 101
: Crux de Cruce [Kruis van het Kruis]

Pius IX [1846-1878]

Echte naam: Giovanni Maria Mastai-Feretti [Sennigallia, 13 mei 1792 - Rome, 7 februari 1878]

In het revolutiejaar 1848 brak ook in Rome een opstand uit. Pius IX moest vluchten naar Gaeta in het Koninkrijk der Beide Siciliën, en in Rome werd in 1849 de Romeinse Republiek uitgeroepen onder leiding van Giuseppe Mazzini en Giuseppe Garibaldi. De Franse president Bonaparte [de latere keizer Napoleon III] besloot echter tot een militaire interventie ten gunste van de paus, waardoor deze in 1850 naar Rome kon terugkeren. Dankzij deze bescherming door de Franse troepen zou de Kerkelijke Staat nog twintig jaar blijven bestaan.

In 1854 kondigde Pius IX, met de bul "Ineffabilis Deus," het dogma af van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Hierin werd als leer van de Kerk vastgelegd dat Maria al vanaf het ogenblik dat zij verwekt werd niet met de erfzonde bevlekt geweest is. Voorafgaande aan deze bul had Pius in 1849, met de encycliek "Ubi Primum" de meningen van de bisschoppen van de Katholieke Kerk met betrekking tot dit leerstuk geïnventariseerd.

In de encycliek "Gravissimas" [1862] veroordeelde hij de rationalistische beweging die het bovennatuurlijke ontkende en aan mysteries en mirakelen weigerde te geloven.

In 1864 verscheen van zijn hand de bekende encycliek Quanta Cura. Hierin sprak hij een scherpe veroordeling uit over moderne opvattingen als vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid. De encycliek ging vergezeld van de Syllabus Errorum ["Lijst van Dwalingen"], waarin onder meer godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting, de gedachte van scheiding van kerk en staat, protestantisme, socialisme en liberalisme uitdrukkelijk als "dwalingen" werden betiteld.

Chris De Bodt

13. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

Profetie 7

Opnieuw zal dezelfde draak zijn handen uitstrekken en de meerderheid der reptielen en vogels verzamelen. Op eenzelfde wijze zal hij zich begeven over de oppervlakte der diepten, die als droge gronden zullen verworden. Maar hij zal deze dingen veinzen... De bliksems zullen zijn medewerkers zijn en zijn komst aankondigen en de demonen zullen zijn macht instellen en de prins der demonen zal tot zijn volgelingen behoren. Naar verafgelegen landen zal hij de leiders van zijn bende sturen die zijn waarden en genezingen zullen overbrengen.

Vertaling: Chris De Bodt


16-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16 juni 2011
16 juni 2011

1. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 34]

Joe’s verhaal

Onophoudelijk begenadigd

In 1985 kreeg mijn vrouw een hartaanval. Omwille van haar hart, asthma en allerlei andere kwalen ging de levenskwaliteit van LaNell erop achteruit. De laaste vier jaren van haar leven verliet ze amper nog het huis. Gezegend zij God, want LaNell had een uitstekende vriendschap met een aantal parochiepriesters en zo kreeg zij elke week bezoek van een van hen. Ik mocht het Heilig Sacrament naar huis brengen. Zijn hield ervan om de Heer te mogen ontvangen. Ze was meer in dan uit het hopsitaal in dit tijd en moest lange behandelingen ondergaan. In de operatiekamer kreeg ze tweemaal het bezoek van Onze Lieve Vrouw, om haar warmte, troost en vrede te brengen.

In 1997 kreeg ik de mogelijkheid om naar de staat Washington te verhuizen. We waren daar echt enorm opgewonden over. We waren al bezig met het voorbereiden van de verhuis toen NaNell eerst kleine problemen begon te krijgen met een keelontsteking die niet wou overgaan. Haar dokter wou haar een andere soort sonde steken om te zien wat er mis was. Ook besloten wij om dit voor de verhuis te laten doen, omdat ze vertrouwen had in haar dokter. Het kwam er op neer dat ze op vijf plaatsen een overbrugging moest krijgen. Ze overleefde het, maar haar toestand was danig verzwakt. Op 5 oktober 1997 bezweek LaNell tengevolge van een nierfalen. Ze kreeg de laatste sacramenten toegediend en verblijft nu bij de Vader.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

2. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 140]

Schrift 1

320. Jezus liet mij verstaan hoe aangenaam het eerherstel Hem is. Hij zei me: Het gebed van een nederige en beminnende ziel ontwapent de toorn van Mijn vader en maakt stortvloeden van Zijn zegen vrij. Na de aanbidding, halverwege mijn cel, omringde mij een groot aantal zwarte honden, ze sprongen en huilden en wilden mij verscheuren. Ik besefte dat het geen honden waren maar duivels. Een van hen sprak woedend: "Het is omdat gij ons vannacht zoveel zielen hebt ontnomen dat wij u in stukken gaan scheuren." Ik antwoordde: "als dat zo de wil is van God, de Allerbarmhartigste, verscheur mij dan in stukken, want ik heb het terecht verdiend omdat ik de ellendigste zondares ben en God altijd heilig is, rechtvaardig en oneindig beminnelijk". Op deze woorden antwoordden alle duivels samen: "Laten we vluchten want ze is niet alleen, de Almachtige is met haar." En ze verdwenen als stof, als straatlawaai en ik ging rustig tot aan mijn cel, een Te Deum voortzingend tot verering van de oneindige onpeilbare barmhartigheid van God.

321. Plots onwel worden, een doodslijden. Het was niet de dood, de overgang naar het echte leven, maar een vuurproef van dat lijden. De dood is vreselijk, hoewel ze ons in het eeuwig leven brengt. Plots voelde ik mij onwel bij gebrek aan adem, mijn gezicht verduisterde, ik voelde het afsterven van mijn ledematen, dit verstikken is schrikwekkend. Eén enkel moment van zo'n verstikking lijkt buitengewoon lang... Er komt daarbij ook nog een vreemde angst ondanks het vertrouwen. Ik verlangde de laatste sacramenten te ontvangen. Maar de heilige biecht veroorzaakte bij mij veel moeilijkheden, ondanks mijn verlangen te biechten. Men weet niet wat men zegt, men begint met één zaak en eindigt met een andere. O dat God er elke ziel voor behoede de biecht tot het laatste uur uit te stellen. Ik begreep de buitengewone macht die de priesterlijke woorden op de ziel van de zieke doen neerkomen. Toen ik aan mijn geestelijke begeleider vroeg of ik gereed was om vóór God te verschijnen en of ik gerust kon zijn, ontving ik dit antwoord: "Ja, ge kunt nu helemaal gerust zijn, niet alleen nu, maar na elke wekelijkse biecht". Groot is Gods genade die deze woorden van de priester vergezelt. De ziel voelt kracht en moed voor de strijd.

322. O mijn Congregatie, mijn moeder, hoe zoet is het in u te leven, maar zoeter nog er te sterven.

323. Na het ontvangen van de laatste sacramenten vond er een volledige verbetering plaats. Ik bleef een half uur alleen en toen kwam de aanval terug, maar reeds minder erg want de medische zorgen stoorden hem.

Ik verenigde mijn lijden met het Lijden van Jezus en ik offerde het voor mezelf en voor de bekering van de zielen die de goddelijke goedheid wantrouwen. Plots was mijn cel vol zwarte wezens, vol woede en haat tegen mij. Een van hen zei: "Wees vervloekt, gij en Degene die in u is, want gij kwelt ons zelfs in de hel." Ik zei: "En het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond" en op slag verdwenen deze wezens met veel lawaai.

324. De volgende dag voelde ik mij zeer zwak maar ik had geen enkel lijden meer. Na de heilige Communie zag ik Jezus zoals tijdens de aanbidding. De blik van de Heer doorboorde mijn ziel en niet een stofje ontsnapte aan zijn aandacht. En ik zei Hem: "Jezus, ik dacht dat Gij mij kwam halen", en Jezus antwoordde: "Mijn wil is nog niet volledig voltrokken in u, gij blijft nog op de aarde maar niet voor lang. Uw vertrouwen is Mij zeer welgevallig maar uw liefde moet nog vuriger zijn. De zuivere liefde geeft de ziel kracht in de doodstrijd zelf. Toen Ik stierf op het kruis dacht Ik niet aan Mijzelf maar aan de arme zondaars en Ik bad Mijn Vader voor hen. Ik wil dat uw laatste ogenblikken ook gelijken op de Mijne op het kruis. Er is maar één prijs waardoor men de zielen terugkoopt en dat is het lijden verenigd met Mijn lijden op het Kruis. De zuivere liefde begrijpt deze woorden maar de vleselijke liefde zal ze nooit begrijpen."

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

3. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 23]

De Engelbewaarder

En de Heilige Schrift vertelt ons dat wat er met Jacob gebeurde toen er gehoorzaamheid aan zijn ouders gewenst werd om zo te ontsnappen aan de te verwachten gewelddadige tegenzet van zijn broer Esau, toe hij naar Paddan-aram vertrok: "Op zijn tocht kwam hij bij een plaats waar hij bleef overnachten omdat de zon al was ondergegaan. Hij pakte een van de stenen die daar lagen, legde die onder zijn hoofd en ging op die plaats liggen slapen. Toen kreeg hij een droom. Hij zag een ladder die op de aarde stond en helemaal tot de hemel reikte, en daarlangs zag hij Gods engelen omhoog gaan en afdalen. Ook zag hij de Heer bij zich staan, die zei: "Ik ben de Heer, de God van je voorvader Abraham en de God van Isaak. Het land waarop je nu ligt te slapen zal ik aan jou en je nakomelingen geven. Je zult zo veel nakomelingen krijgen als er stof op de aarde is. Je gebied zal zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden. Alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jij en je nakomelingen." [Genesis 28: 11-14]

Ik heb eveneens diverse verklaarders van de Heilige Schrift horen zeggen dat God met zijn aartsvaders of ouderen sprak door middel van dromen, zoals Hij tot de profeten sprak door middel van visioenen. Het moet zo gegaan zijn, want indien dromen enkel dromen zouden zijn, zou er geen enkele reden zijn om er zoveel belang aan te hechten, noch zou er zijn verwezenlijkt wat er zich ten tijde van Jacob voltrok.

Hetzelfde vinden we terug in het leven van de Heilige Jozef en de drie Wijzen, zoals het Evangelie ons vertelt. Toen de Wijzen vertrokken, verscheen er, in een droom, een Engel van de Heer aan Jozef en zei de Engel: "Sta op, neem het Kind en Zijn moeder en vlucht naar Egypte en blijf tot wanneer ik het u zeg, want Herodes is op zoek naar het Kind om het te doden.." En hij stond op en nam het Kind en Zijn moeder en vertrok tijdens de nacht naar Egypte. [Mat. 2: 13-14]

Vertaling: Chris De Bodt

4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 140]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 2

Helaas is er geen enkele ongelukkige hier op aarde die geen toevlucht bezit. De ongelukkigsten hebben ten minste deze van hun tranen en wanneer alles tegelijk ontbreekt, Hemel en aarde, wanneer we onderhevig zijn aan onrecht, verdrukking, het machtsmisbruik ondergaan, rest er ons in eigen hart een toevlucht waar God ons steeds opwacht. Van elke pijn kunnen we een offer maken, van elke daad kunnen we een kroon weven en een schat opbouwen. Maar lijden en voordurend lijden en weten dat lijden niets opbrengt, vurige tranen wenen en weten dat daarmee niets bevloeid wordt, dat het lijden op het lijden zal volgen totdat de goddelijke gerechtigheid voldaan is, is een toestand die een bronzen schoot doet smelten. Ook een ongeluk dat slechts door bloedende tranen kan beweend worden, en waaraan niemand die in zijn ziel elk menselijk en troostend gevoel niet heeft verdrukt kan weerstaan.

Ah! Mochten die zielen een moment ontwaken van onder de dikke laag aarde die hen bedekt en vanuit hun sombere en ondoordringbare huizen en hun kreten en klachten aan onze oren en harten laten horen, hoe diep zouden hun verzuchtingen en hun naamloze angsten klinken die onze hulp inroepen! Ah! Zouden ze zeggen, ontfermt U over ons die onze vrienden waren. Breekt onze ijzeren banden, redt ons... redt ons: sta op doorloopt de huizen die we bewoonden, spreek des te luider als de stilte diep is op onze graven. Priester van Jezus Christus en minister van al ons ongeluk! Geef aan dat vergeetachtig kind de stem van zijn moeder te horen... Ik had hem opgevoed en leefde slechts voor hem, hij was het kind van mijn hart... Aan mijn sterfbed wou hij mijn dagen verlengen ten koste van de zijne. Vraag hem hoe de godsdienst zelf nu onmachtig is om me aan zijn nagedachtenis te herinneren. Priester van Jezus Christus! Roep nog luider... Vrees niet, bij het tonen van mijn afbeelding met vlammen omringd, schaamte en spijt in de ziel van die zorgeloze echtgenoot te leggen die zich troost over zijn leemte met grof genot. Vraag hem waar het verzekerde geloof blijft, en die tederheid in die trouw waarvan hij zo prachtig en levendig getuigde tot aan zijn dood... Vraag hem hoe ik nu mijn zorg en zijn steun moet afsmeken door zo'n betreurenswaardige kreten. Ah! Hij blijft onverstoorbaar en bewijst me wreed dat ik voorgoed dood ben in zijn hart.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

5. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [25/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.



6. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 53]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

De Grote Verschijning [29 augustus 1664]

Dit is het beslissende tijdperk waarop de Dame haar Naam wil bekend maken, de dorpelingen verrassen met een gezamenlijk akte van Geloof en de bevoorrechte plaats van haar nederige vertrouwelinge duidden.

Ze kiest vrijdag 29 augustus uit, datum waarop de Kerk toen met een rustdag Johannes de Doper als martelaar vierde, de boeteprediker die onthoofd werd omdat hij koning Herodes zijn wangedrag verweet.

Het volgende verhaal komt van rechter Grimaud, ooggetuige van de feiten en die ons naar de voorbereiding inleidt: "Daar de verschijning aan onze herderin doorging op de vooravond van de onthoofding van Sint Jan zei de heilige Maagd haar de meisjes uit Saint-Etienne te verwittigen om in processie naar het Ovendal te gaan, terwijl de litanie van de heilige Maagd wordt gezongen. Ze zou zelf in de processie voorgaan en alleen de eer hebben haar met haar Zoon bij de inham te zien. Wat onze herderin verplichtte, die haar al ongedwongen aansprak, te zeggen dat de meisjes haar misschien niet zouden geloven en ze vroeg het te schrijven. Maar ze weerlegde dat het niet nodig was want dat ze het zouden doen. En ze verdween..."

Zo geeft de Dame aan Benoîte een moeilijke opdracht maar verzekert haar het welslagen, door ze tegelijk aan te stellen als gids van de gelovigen. Zoals Bernadette in Lourdes acht Benoîte het nodig dat de Dame haar bevelen opschrijft, maar deze weigert deze aanvraag die weinig Geloof vertoont. Het verhaal gaat verder:

Vertaling: Broeder Jozef

7. Jezus' tijdgenoten [aflevering 269]

Josephus Flavius

Het merendeel van de Galileeërs was zo vriendelijk voor mij en zo trouw, dat, toen hun steden met geweld waren ingenomen en hun vrouwen en kinderen tot slavernij waren gebracht, zij niet zozeer jammerden over hun eigen ellende, maar eerder bezorgd waren over mijn veiligheid. Toen Johannes dat zag, werd hij jaloers. Hij schreef mij een brief waarin hij mij verzocht om naar Tiberias te mogen gaan, om daar, voor genezing van zijn ziekte, gebruik te maken van de warme baden. Omdat ik hem niet verdacht van enige kwade opzet, legde ik hem niets in de weg. Ik schreef een brief naar de mensen die ik het bestuur van Tiberias had toevertrouwd, met het verzoek om Johannes en zijn metgezellen onderdak te verschaffen en hem te voorzien van alles wat hij nodig zou hebben. Zelf verbleef ik op dat moment in Cana, een dorp in Galilea.

Nadat Johannes in Tiberias was aangekomen, probeerde hij echter de inwoners over te halen om hun trouw aan mij op te zeggen en zich bij hem aan te sluiten. Velen namen zijn uitnodiging met graagte aan, omdat zij altijd verzot waren op relletjes, van nature openstonden voor veranderingen en genoten van opstanden. Het waren echter vooral Justus en zijn vader Pistus, die zich daadwerkelijk van mij wilden afkeren en zich bij Johannes wilden aansluiten. Ik overrompelde hen echter en verijdelde hun opzet. Er was een boodschapper gearriveerd van Silas, die ik had aangesteld tot commandant van Tiberias, zoals ik al eerder heb verteld. Hij bracht mij op de hoogte van de plannen van de bewoners van Tiberias, en raadde mij aan om mij daar met spoed naartoe te begeven, omdat de stad in andere handen zou vallen, als ik zou talmen. Nadat ik die brief van Silas had gekregen, nam ik tweehonderd manschappen met mij mee en marcheerde de hele nacht door. Ik had al een boodschapper naar de inwoners van Tiberias gestuurd om hen te laten weten dat ik er aan kwam. Toen ik vroeg in de ochtend de stad naderde, kwam een grote menigte me tegemoet. Johannes was daarbij en begroette me in grote verwarring, alsof hij bang was dat ik hem ter verantwoording zou roepen voor wat ik dacht dat hij in zijn schild voerde. In grote haast spoedde hij zich dus naar zijn onderkomen. Nadat ik op het stadsplein was aangekomen stuurde ik eerst alle lijfwachten weg die ik bij mij had, behalve een tiental gewapende manschappen die hem vergezelden. Ik ging op een verhoging staan en probeerde de samengestroomde inwoners van Tiberias toe te spreken. Ik verzocht hen dringend geen haast te maken met hun rebellie, omdat een dergelijke ommezwaai in hun houding hen zwaar zou worden aangerekend, en dat zij dan door hun toekomstige bestuurders er meteen van verdacht zouden worden dat zij ook niet loyaal aan hen zouden zijn.

Vertaling: Broeder Joseph

8. Het sacrament van de Eucharistie [deel 4]

Uniek

Hebt u er al eens bij stilgestaan dat de katholieke godsdienst één van de weinige godsdiensten is waar Jezus als brood vereerd, aanbeden en gegeten wordt?

In sommige godsdiensten moeten de goden gunstig gestemd worden om één en ander te verkrijgen.

Hier geeft Jezus/God zichzelf als voedsel. Deze gedachte is voor ons gewoon, maar is dit zo gewoon?

Dit is uniek in de geschiedenis: God die mens wordt en die zich geeft als voedsel voor de mens.

Als wij samen komen om eucharistie te vieren, gaan wij als één familie aan tafel en nemen Jezus als voedsel tot ons.

Wij kunnen ons nu de vraag stellen: Waarom wil Hij als brood tot ons komen?

Het antwoord ligt volgens mij in het eerste boek Koningen waar de profeet Elia op de vlucht is voor het ongelovige volk en totaal uitgeput. Een engel staat hem bij: de engel biedt hem brood en water aan en zegt tot Elia: "Sta op en eet, anders gaat de reis uw krachten te boven." [1 Kon.19, 4-8]

Hebt u ook wel eens het gevoel dat de beproevingen van het leven uw krachten te boven gaan?

Jezus is voedsel willen worden voor ons opdat wij, door ons met Hem te voeden, sterk zouden staan in het leven, mensen zouden kunnen zijn of worden die anderen gelukkig maken [dwz heilig zouden kunnen worden].

Als je naar de gebeurtenissen in de wereld kijkt, zie je dat er zoveel miserie is die mensen elkaar aandoen: Oorlog, geweld, machtsmisbruik...

Maar ook in ons eigen leven zijn er de dingen die Paulus aanhaalt in zijn brief aan de Efesiërs [4,30]: Wrok [niet kunnen of willen vergeven of vergeving vragen ...], gramschap, toorn, geschreeuw en gevloek...

Jezus geeft zichzelf aan ons in de eucharistie opdat we in staat zouden zijn meer op Hem te lijken. Niet uit eigen kracht, maar door Hem.

Moeder Theresa, gekend door ons allen, ging iedere morgen naar de Mis. Ze zei dat ze anders onmogelijk de kracht en de liefde zou hebben om de dag door te komen en te doen wat ze deed: stervende mensen van straat oprapen en hen met liefde verzorgen.

Anne Van Der Sloten

9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 95]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

Johannes’ doopplaats te Ennon Melchisedek

Dit tentkasteel was een plaats waar vele vreemdelingen zich op hun doorreis ophielden, een soort van open, vrije en schone herberg bij het aangename water. Er liep toen, zoals nu nog, een grote verkeersweg voorbij. Het is mogelijk dat Melchisedek, die ik altijd aan verhuizende, zwervende, heen en weer trekkende stammen tot gids en raadsman heb zien dienen, dit kasteel gebruikt heeft om ze daar te herbergen of te onderrichten. Dit had toen reeds een betrekking op de doop.

Melchisedek had hier zijn hoofdverblijf, zijn basis, van waaruit hij naar zijn gebouwen te Jeruzalem en tot Abraham of waar ook elders ging. Hij verzamelde en verdeelde hier ook families en mensen, aan wie hij hier of daar hun plaats van nederzetting aanwees. Dit geschiedde nog voor de offerande van het brood en de wijn, die, naar ik vermoed, in een dal ten zuiden van Jeruzalem plaats had, namelijk in het koningsdal waar Salomon later zijn tuinen had, bij de samenloop van de Kedron- en de Geënnom-vallei. Melchisedek bouwde dit kasteel te Ennon, alvorens hij in Jeruzalem begon te bouwen.

Een visioen over de waterdoop en de bloeddoop op de Kalvarieberg ben ik vergeten. Melchisedek zag er uit als een jonge man van vijf en twintig jaren. Ik heb hem in de meest verschillende tijden, doch nooit ouder gezien. Zijn voorkomen geleek minder op dit van mensen dan het voorkomen van Jezus. [Volgens Emmerich was hij immers een engel]. Hij droeg nooit een hoofdbedekking. Zijn blonde haren waren achter de oren gestreken. Waar hij kwam, was hij als de meester van de plaats. Hij was dikwijls afwezig en dan scheen hij mij ergens elders dan op aarde te zijn, hetzij in het paradijs, hetzij in een ander gelukzalig verblijf. Dikwijls zag ik hem alleen op zijn weg en andere keren met mensen die beladen dieren leidden. Zijns gelijken, zoals bloedverwanten of priesters, heb ik nooit bij hem gezien. Waar hij werkte en bouwde, was het als legde hij daar de grondsteen van een toekomstige genade, als vestigde hij de aandacht op een plaats, als begon hij iets dat in de toekomst voltooid moest worden. Ik heb daar nooit dieper op ingegaan. Ik neem het zoals het komt.

10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 101: Crux de Cruce [Kruis van het Kruis]

Pius IX [1846-1878]

Echte naam: Giovanni Maria Mastai-Feretti [Sennigallia, 13 mei 1792 - Rome, 7 februari 1878]

Hij was paus van 21 juni 1846 tot aan zijn dood en is met bijna 32 jaar pausschap, op Petrus [35 jaar] na, het langst in functie geweest. In 1854 kondigde hij het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria af. Ook riep hij het Eerste Vaticaans Concilie [1870] bijeen, dat de onfeilbaarheid van de paus als dogma vastlegde.

Giovanni Maria Mastai-Feretti kwam uit het Italiaanse Senigallia. Hij groeide op in een adellijke familie in de omgeving van Volterra. Later ging hij in Rome filosofie studeren. Op 26-jarige leeftijd ontving hij zijn priesterwijding en ging hij werken als volksmissionaris. Hij werd door paus Pius VII benoemd tot pauselijk gezant in Chili. In 1827 werd hij benoemd tot aartsbisschop van Spoleto, en 6 jaar later, in 1833, werd hij aartsbisschop van Imola. In 1840 werd hij benoemd tot kardinaal.

Op 1 mei 1846 overleed paus Gregorius XVI, en kardinaal Mastai-Feretti werd op 21 juni van dat jaar in een conclaaf van één dag verkozen tot 255ste paus. Hij nam de naam Pius IX aan.

Met diverse landen sloot deze paus concordaten af: met Rusland [1847], Spanje [1851 en 1859], Oostenrijk [1855], Venezuela [1863], Ecuador en Haïti [1860], etc. In 1850 herstelde hij de bisschoppelijke hiërarchie in Engeland, en in 1853 volgde het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland door middel van de bul "Ex Qua Die." In totaal werden tijdens dit pontificaat 206 nieuwe bisdommen of vicariaten opgericht.

Chris De Bodt

11. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

Profetie 6

Hij zal zijn mirakelen verheerlijken en zijn voortekenen uitvoeren, de misleider. Hierbij zal hij allerminst in waarheid deze dingen volbrengen, op zulke wijze dat hij [de tiran] bergen zal verwijderen, maar dit alles valselijk en niet in waarheid, terwijl de meerderheid zal toekijken en vele landen en volkeren hem zullen bewonderen om zijn illusies.

Vertaling: Chris De Bodt


15-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15 juni 2011
15 juni 2011

1. Medjugorje: De IIPG
[International Internet Prayer Group] [Deel 33]

Joe’s verhaal

Onophoudelijk begenadigd

In 1977 werd ik voor de zoveelste maal overgeplaast, waarbij mijn vliegschema voor het grootste gedeelte wegviel. We kochten een huis en voelde mij aangetrokken om mee te werken in de plaatselijke parochie. Ik was niet erg op de hoogte van de veranderingen van Vaticaan II. Ik werd lid van de "Rite of Christian Initiation of Adults [RCIA]" door het sponsoren van de echtgenoot van een parochielid. Ik voelde nood aan het helpen van mensen in de Charmismatische bewegingen en de Ziekenhulp. In een goddelijke strijd of iets van die aard, nam ik een boek vast en mijn aandacht ging onmiddellijk naar de 15 gebeden van de Heilige Birgitta van Zweden. Mijn tante heette ook Bridget en zo besloot ik om dieper na te gaan waarvoor deze gebeden allemaal gingen. Ik bad deze gebeden elke dan en ontving elke dag de Heilige Communie en dit voor meer dan een jaar. Maria’s Boom des Levens was in mijn hart geplant.

In 1980 kreeg mijn dochter de diagnose van een geestelijke handicap en het was dit voorval dat mij de genade verleende om terug te keren tot de Kerk. Ik kon het alleen niet meer aan. Ik struikelde en viel de hele tijd door, maar Jezus bracht mij telkens opnieuw recht. Op een avond, toen de ik Droevige Mysteries aan het bidden was, was ik echt aan het mediteren over Jezus’ lijden. Ik vroeg Hem hoe groot het gewicht was van al onze zonden en, geloof me of niet: gedurende van 1/50 ste van een seconde, heb ik inderdaad dit gewicht mogen voelen. Ik voelde me krachteloos op mijn stoel, zonder dat ik nog één spier kon bewegen. Sindsdien wou ik steeds een beetje van Zijn gewicht dragen, maar ik denk dat ik enkel maar bijdroeg tot het gewicht.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

2. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 139]

Schrift 1

315. + Moeder Gods, Uw ziel was in een zee van bitterheid gestort, zie naar Uw kind en leer het lijden en in lijden lief te hebben. Sterk mijn ziel zodat de smart haar niet breekt. Moeder van genade, leer mij met God leven.

316. Eens is de Moeder Gods mij komen bezoeken, ze was bedroefd en met neergeslagen ogen. Zij liet mij verstaan dat ze me iets te zeggen had maar het leek me dat ze het niet wilde zeggen. Toen ik het begreep begon ik tot haar te bidden het mij te zeggen en naar mij te zien. Op een bepaald moment bekeek Maria me met een glimlach en zei: "Gij zult een bepaald lijden doormaken vanwege uw ziekte en de dokters, door die Beeltenis zal veel lijden over u komen, maar vrees niet." De volgende dag was ik ziek en leed ik veel zoals de Moeder Gods mij gezegd had, maar mijn ziel was bereid dat lijden te doorstaan. Het lijden is de trouwe gezel van mijn leven.

317. O, Mijn God, mijn enige hoop, ik heb al mijn vertrouwen op U gesteld en ik weet dat ik niet zal teleurgesteld worden.

318. Soms voel ik na de heilige Communie, op een bijzondere tastbare wijze, de aanwezigheid van God. Ik voel dat God in mijn hart is. En het feit dat ik Gods aanwezigheid in mijn hart voel, stoort mij niet in het volbrengen van mijn plichten. Zelfs in de belangrijkste zaken die mijn aandacht opeisen, verlies ik niet de aanwezigheid van God in mijn ziel, en ik blijf nauw met Hem verenigd. Met Hem ga ik naar mijn werk, met Hem ga ik naar de recreatie, met Hem lijd ik, met hem verheug ik mij, ik leef in Hem en Hij in mij. Ik ben nooit alleen want in alle momenten Hij is mijn gezel. Hij is bij mij aanwezig op elk ogenblik. Onze vereniging is inniger dan de eenheid van bloed en leven.

319. 9.8.1934. Nachtaanbidding van de donderdag [41]. Van elf uur tot middernacht hield ik mijn uur aanbidding. Ik heb deze aanbidding opgeofferd voor de verstokte zondaars en bijzonder voor hen die het vertrouwen in de goddelijke barmhartigheid verloren hebben. Ik overweeg hoeveel God geleden heeft en wat een onmetelijke liefde Hij ons betoond heeft, maar wij geloven niet dat God ons zo bemint. O, Jezus, wie zal het begrijpen? Wat een pijn voor onze Redder en hoe zal Hij ons overtuigen van zijn liefde als zelfs zijn dood ons niet kan overtuigen? Ik heb de hele hemel uitgenodigd met mij eerherstel te brengen aan de Heer voor de ondankbaarheid van bepaalde zielen.

[41] In de congregatie van de M.G.D.B. was het de gewoonte dat de gezonde zusters de donderdagavond van 21 tot 22 uur "Heilig Uur" deden tot eerherstel voor de zonden. De eerste vrijdag van de maand was er de ganse nacht aanbidding. Elk uur losten de zusters elkaar af.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

4. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 22]

De Engelbewaarder

Tot nog toe wenste ik niet om nog meer te vertellen over deze verschijningen dan ik hoefde te vertellen om op te vragen te kunnen antwoorden die mij werden gesteld. Vandaag doe ik dit echter, niet met de bedoeling om te bevestigen of het al dan niet de Engelbewaarder was, maar om u te vertellen van Engelbewaarders werkelijk bestaan, en dat ze door God zijn geschapen om Hem te dienen, te aanbidden, te loven en te prijzen. Het ik eveneens zeker dat God, in Zijn overvloedige goedheid en barmhartigheid aan ieder van ons een Engelbewaarder heeft toevertrouwd om ons te begeleiden, te helpen en om over ons te waken.

Ik vertel u dit zonder omwegen, niet alleen omdat het mij gegeven was om dit alles te kunnen waarnemen, want zonder dit gebeuren zouden mijn woorden weinig overtuigend klinken. Ik vertel u dat God ons in de sacrale bladzijden van het Oude en het Nieuwe Testament heeft willen inwijden. U bent vrij om al dan niet te geloven wat ik zeg, maar men kan de woorden van God, vervat in de Heilige Schrift niet ontkennen. Laat ons daarom sommige uittreksel van ervan dichterbij bekijken, waarin God aan ons de waarheid onthuld over de Engelbewaarders.

Toen Mozes de woestijn doortrok om het volk van God naar het Beloofde Land te leiden, zei de Heer tot Hem: "Ik stuur een engel voor jullie uit om je op je tocht te beschermen en je naar de plaats te brengen die ik voor jullie bestemd heb. Neem je voor hem in acht, gehoorzaam hem zonder tegenspreken, want hij handelt in mijn naam en zou jullie je opstandigheid niet vergeven." [Exodus 23: 20-21]

Vertaling: Chris De Bodt

3. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 139]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 2

Arme overledenen! Na weinig dagen in spijt en rouw doorgebracht, na enkele eerbetuigingen zoals het past, zullen jullie weer begraven worden in een wreder en kouder graf dan eerst, het is de harde, onmenselijke, vergetelheid, meedogenloze vergetelheid, een lijkwaad gelijk, het laatste kleed voor jullie verpulverde ledematen..., de vergetelheid die over jullie stille woningen zweeft en die niemand nog zal bezoeken, je vergeten naam die niemand meer zal uitspreken, je vergeten haard in de harten van vrienden en kinderen waar je nagedachtenis niet meer opkomt in een toespraak of een onderhoud. Ja! De diepe, complete, ongeneeslijke vergetelheid en dat ondanks het verscheurende afscheid dat plaatsvond, ondanks de onsterfelijke bezwering en het zo tedere verzet [E.P. Félix: Discours sur les morts].

Eens ontmoette Onze Heer Jezus Christus aan een bad een zeer ongelukkige man. Hij had een doodsbleek gezicht met doffe blik en stijve en verdroogde lede maten. Hij lag roerloos verlamd aan de rand van het Reinigingsbad waarlangs de menigte liep en blootgesteld aan het weer en de smaad van de lucht. Om hem te genezen was het overbodig handige artsen te raadplegen, valleien en bergen af te zoeken om medicamenten of zeldzame en onbekende planten te vinden. Het volstond hem een lichte duw te geven en hem in het bad neer te laten op het ogenblik dat de engel van de Heer erin neerdaalde om het water te roeren. En nochtans, in een zo bevolkte stad als de hoofdstad van Judea te midden van die toeloop pelgrims die uit alle windstreken kwamen voor de feesten, was er geen verwante of een vriend om hem die makkelijke dienst te bewijzen. Maar Jezus, bij het zien van die lamme, voelde medelijden in zijn goddelijk hart en zei hem ontroerd: Ongelukkige, wil je niet genezen? En de ongelukkige antwoordde: "Maar, heer, hoe kan ik? Ik heb niemand, niets eens een voorbijganger, om me in het bad te duwen wanneer de engel er neerdaalt om in het water te roeren, hominem non habeo ut, cum turbata fuerit aqua, mittat me in piscinam." [Jo 5,7] Moge deze ongelukkige lamme ons, onder prangende trekken, de zielen voorstellen waarvan ik de klachten beschrijf! Ze zitten aan de rand van het bloedbad dat de wereld heeft gered: Ze bezitten niet de macht om er de vruchten van te plukken of er zelf de versterkende druppels van te krijgen... En zie, al jaren smeken ze ons tevergeefs en gefolterd worden bij gebrek aan een helpende hand.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

4. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [24/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimgie periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 52]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

Twee bijzondere feiten

Louis Tanc had zijn pastorij opgezegd in december 1678 en stierf ter plaats kort daarna. Een religieuze geest zag een duidelijk oordeel van God in de beproeving van de schuldigen in deze beide feiten: Gaillard is blij het te kunnen onderstrepen en Benoîte voor te stellen als de tolk van de goddelijke barmhartigheid tegenover de berouwvolle zondaars.

Onze oude aartsdiaken haalt nog twee nieuwtjes aan waarbij de herderin nog meer naar voor komt.

"In de weide van een dorpsmeisje onlangs wees geworden dat Benoîte zegt zorg te dragen voor haarperen, ervan te eten en te beletten dat andere er nemen. Bij haar terugkeer ’s avonds vult ze een schort om uit te delen aan haar baas en de dorpelingen. De Maagd verschijnt haar, zegt dat zeer niet zoveel had moeten nemen, 5 of 6 was genoeg. Dit eenvoudig kind werpt ze alle in het dal: de Moeder Gods berispt haar, beveelt haar ze op te rapen en aan de voet van de boom te leggen; Wat ze deed zonder er één achter te houden." Dit plotse gebaar van Benoîte is geen ontgoocheling maar een simplistisch gehoorzamen: het zou op zijn plaats zijn onmiddellijk voor het volgende feit dat de vetes tussen naburige dorpen in het licht stelt.

De schapen van Benoîte bleven op de plek waar Benoîte de goede Moeder zag, maar haar geiten trekken opeen dag nar de bergtop waar een schuur stond van een inwoner uit Remollon. Zijn gezellen zeiden hem dat hij verplicht werd een kazuifel en een albe deed betalen om te aangebrachte schade in het bos van Saint-Etienne te vergoeden en (raadden hem aan) de geiten mee te nemen naar de schuur. Hij deed dat en om de inwoners een schadevergoeding op te leggen deed hij hen door zijn veld trekken. Dan doet hij ze de hele dag op het veld rondlopen en haalt ’s avonds al hun melk op.

Benoîte is bedroefd voor het verlies van haar geiten, vraagt ze terug aan de dief en die ze niet wil teruggeven vooraleer een schadevergoeding voor zijn veld te krijgen. Benoîte weerlegt dat ze schade hebben aangericht, dat de Dame haar alles over hun list verteld heeft en dat ze haar raadgevers had aangeduid. Daarom gaf hij ze terug. Ze brengt ze terug naar haar kudde, bedroefd dat ze zo vermagerd en uitgemelkt zijn. Maar wat haar verrast en ook verheugt is het feit dat ze bij het melken meer geven dan gewoonlijk, waarvoor ze God en zijn heilige Moeder bedankt."

Dit smaakvol verhaal schijnt toch wat verfraaid door onze verteller: het toont tenminste de gedurfde ijver van de herderin aan om de belangen van haar baas te verdedigen.

Vertaling: Broeder Jozef

10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 268]

Josephus Flavius

Nadat ik mijn medeafgezanten had laten gaan en had teruggestuurd naar Jeruzalem, wijdde ik me aan de bewapening en versterking van de steden. Ik liet de meest onverschrokken terroristen bij mij komen, maar merkte dat ik niet in staat was om hen te bewegen om hun wapens neer te leggen. Daarom haalde ik het volk over om hen geld te geven. Ik maakte hen duidelijk dat het beter voor hen was om vrijwillig een beetje te geven, dan dat ze moesten toezien hoe zij van hun bezittingen werden beroofd. Ik liet het tuig onder ede verklaren dat zij zich niet in het district zouden ophouden, tenzij hen gevraagd werd om te komen, of als hun soldij niet zou worden betaald. Daarna stuurde ik hen weg, en bedong dat zij geen gevecht met de Romeinen of met hun omringende buren zouden aangaan. Mijn belangrijkste zorg was immers om in Galilea de vrede te bewaren. Daarom nam ik mij voor om de belangrijkste Galileeërs, in totaal zeventig man, maar wel onder het mom van vriendschap, te gijzelen om hun loyaliteit te waarborgen. Tijdens mijn rondreis sloot ik vriendschap met hen, maakte hen tot mijn metgezellen en liet hen oordelen in rechtszaken. Ik sprak mijn vonnissen alleen maar uit als zij het daarmee eens waren, terwijl ik mijn best deed om aan de eisen van het recht te voldoen, en bij die beslissingen mijn handen niet vuil te maken aan enige omkoperij.

Ik was nu ongeveer dertig jaar oud, een leeftijd waarop het voor niemand gemakkelijk is om te ontsnappen aan de lasterpraatjes van jaloerse mensen, zelfs als hij zich onthoudt van het toegeven aan ongepaste verlangens, vooral als hij een hoge positie bekleedt. Ik had geen enkele vrouw benadeeld, en de geschenken die mij werden aangeboden had ik geweigerd, omdat ik daar geen behoefte aan had. Ik had ook niet de tienden, waar ik uit hoofde van mijn priesterschap recht op had, in ontvangst genomen van de mensen die mij die aanboden. Ik moet echter toegeven dat ik, nadat wij de Syriërs hadden overwonnen, deelde in de buit die werd behaald op de mensen, die in de omliggende steden woonden en dat ik dat naar mijn verwanten in Jeruzalem had gestuurd. Hoewel ik Sepphoris twee keer met geweld had ingenomen, Tiberias vier keer en Gadara een keer, en Johannes, die herhaaldelijk verraderlijke hinderlagen voor mij had gelegd, onderworpen en gevangen genomen had, had ik hem en die andere mensen niet gestraft, zoals zal blijken uit het vervolg van dit verslag. Ik denk dus dat God, [10] die altijd weet wanneer mensen doen wat ze behoren te doen, mij nog steeds uit handen van mijn vijanden heeft gehouden en mij ook later heeft beschermd, telkens als ik in groot gevaar verkeerde. Daar zal ik het later nog over hebben.

Vertaling: Broeder Joseph

7. Het sacrament van de Eucharistie [deel 3]

Dit vraagt enige overweging:

Brood des Levens

Brood! Loopt u soms ook het water in de mond bij het ruiken van versgebakken brood?

Vooral als je grote honger hebt kan een korst van het verse brood bijzonder goed smaken.

Nochtans heeft het gewone brood veel aan glans verloren. We zijn zo verwend met koffiekoeken en ander gebak dat er wel eens wordt neergekeken op een simpele boterham.

Tijdens de oorlog werd brood wel naar waarde geschat, er werden schatten voor neergeteld voor een brood zonder zaagsel. Mensen die de oorlog hebben meegemaakt weten het nog zeer goed, brood kunnen eten was een zegen en de dankbaarheid voor een snee brood was zeer groot.

Zijn wij nog dankbaar voor ons brood? [Dit kunnen we leren door te vasten op water en brood]

Jezus vergelijkt zich in het evangelie met brood, Hij zegt: Ik ben het Brood des levens. [Joh. 6, 41-51] [Door te vasten op water en brood bereiden we ons voor op de H. Communie]

Toen Hij deze uitspraak deed, had brood nog grote waarde. Brood was het eten van de arme mens. Brood was een kwestie van overleven of niet.

Jezus zegt ook vandaag tot ons: Ik ben het Brood des levens.

Welke betekenis heeft dit voor ons? Voor u persoonlijk?

Is het een simpele boterham die zonder beleg niet gelust wordt of is het brood dat zo kostbaar is, dat we er schatten voor zouden uitgeven om het te kunnen eten?

Als Jezus zegt: Ik ben het Brood des levens en daarna bij het Laatste Avondmaal de eucharistie heeft ingesteld, zich daar als brood voor ons gegeven heeft, dan meent Hij oprecht dat dit voor ons levensnoodzakelijk is.

Hij wil dus voor ons het levensnoodzakelijke zijn.

Anne Van Der Sloten

11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 94]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

Johannes’ doopplaats te Ennon Melchisedek

Het gewest Salem [Salim], waar hier gedoopt wordt, is hoogst aangenaam en waterrijk. Het dorp Salem ligt aan beide zijden van een bijrivier van de stroom, maar Ennon [met de doopplaats] ligt aan de overzijde van de Jordaan, meer noordelijker dan ;Salim en nader bij de Jordaan en is groter. Er weidt vee in de omstreken. Vele ezels grazen op de groenen weiden rondom de vele wateren. Het is hier bij Salim en Ennon een soort vrijgewest. Het geniet een aloud privilegie, krachtens hetwelk men hier niemand weg mag drijven.

Te Ennon had Johannes zijn hut op de oude grondmuren van een oud, groot gebouw. Het terrein was geheel verwilderd, overgroeid en met gras bedekt. Hier en daar was er een hut op gebouwd. Die grondmuren waren het fundament van een oud tentkasteel, dat Melchisedek hier gehad had. In verband met deze plaats heb ik allerlei taferelen uit een vroeger tijdperk gezien, waarvan ik mij alleen nog dit herinner dat Abraham hier een visioen had en twee stenen oprichtte, een om op te knielen en een ander om tot altaar te dienen. Ik kreeg ook zijn visioen te zien. Het was een stad van God, gelijk het hemelse Jeruzalem en er vloeiden stromen van water uit neder. Er werd hem ook bevolen te bidden voor de komst van die stad Gods.

Het water dat uit de stad neerstroomde, vloeide naar alle zijden. Abraham kreeg dit visioen een vijftal jaren eer Melchisedek hier zijn tentkasteel begon te bouwen. Ook heb ik Melchisedek een kasteel bij Salim zien bouwen.[Bedoeld is hetzelfde, juist genoemde kasteel]. Doch het was eerder een soort van tent met gaanderijen en trappen rondom in de trant van het kasteel van Mensor in Arabië. Slechts de grondslagen waren van steen gemaakt en zeer sterk. Ik meen nu, ten tijde van Johannes,de vier hoeken nog gezien te hebben waar de hoofdpalen in stonden. Dit duurzaam, stenen fundament bestond nu nog als een begroeide, boven de grond uitstekende schans en daarop had Johannes zijn kleine hut van biezen opgericht.

10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 100: De Balneis Etruriae [Van de badplaatsen van Etrurië]

Gregorius XVI [1831-1846]

Echte naam: Bartolommeo Alberto Cappellari [Belluno, 18 sepember 1765 - Rome, 1 juni 1846]

Door paus Leo XII werd hij in 1825 tot kardinaal benoemd, en vervolgens naar de Nederlanden gezonden om een concordaat aangaande de Katholieken van België en de Protestanden van Nederland te bewerkstelligen.

Op 2 februari 1831 kozen de kardinalen hem na zesenveertig dagen als de nieuwe paus, en hij nam de naam Gregorius XVI aan. Onder druk van Klemens von Metternich vaardigde hij in 1832 de encycliek "Mirari Vos" uit, die Félicité de Lamennais veroordeelde, want die pleitte voor een scheiding van kerk en staat, in de veronderstelling dat de katholieke waarheid de hele maatschappij zou overtuigen in een staat waar nochtans godsdienstvrijheid heerste. Toen Gregorius in 1846 stierf, liet hij grote schulden na aan de Katholieke Kerk: hij had opdracht gegeven tot de bouw van vele nieuwe kerken en andere bouwkundige projecten. Gregorius kwam met de ideeën die door zijn opvolger, paus Pius IX, werden uitgewerkt in "Quanta Cura" en de "Syllabus Errorum," waarin verschillende opvattingen over politiek en wetenschap, zoals het pantheïsme, het naturalisme, het nationalisme, het indifferentisme, het socialisme en het liberalisme werden veroordeeld.

Gregorius XVI begon zijn kloosterleven in de orde der Camaldulenzen, gesticht in de dertiende eeuw in een plaats in Etrurië, in het Latijns Balneum genoemd. Onder zijn persoonlijke leiding zijn tijdens de Etruskische opgravingen buitengewoon waardevolle ontdekkingen gedaan. Het museum dat deze schatten van oude Etruskische kunst bevat, werd naar hem "Gregoriaans Museum" genoemd. Het wapen van de paus vertoont aan de rechterkant het wapen van de Camuldenzen.

11. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

Profetie 5

En de schaamteloze zal zo de macht grijpen en zijn duivels naar alle hoeken van de wereld zenden om aan iedereen te verkondigen dat er een grote koning in glorie is verschenen. De volkeren zullen zich verzamelen en zullen komen om hun god te aanschouwen en de massa zal zich aan hem vastklampen en hun eigen God verloochenen. Zij zullen hun vrienden om de zoon des verderf te eren en de een na de andere zal vallen omdat zij zullen elkaar vernietigen met het zwaard.

Vertaling: Chris De Bodt


14-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14 juni 2011
14 juni 2011

1. Christchurch opnieuw getroffen met twee bevingen

In Nieuw-Zeeland is de stad Christchurch gisteren getroffen door twee aardbevingen. Dit keer had de beving een kracht van 6 op de schaal van Richter, zo meldt de Amerikaanse geologische dienst USGS.

Het epicentrum van de aardbeving lag op 14 kilometer van Christchurch, op een diepte van 9 kilometer. De stad werd iets daarvoor al getroffen door een eerste aardbeving met een kracht van 5,2, waarvan het epicentrum op 10 kilometer van Christchurch lag, op een diepte van 11 kilometer.



Volgens de internetsite van de krant New Zealand Herald vielen er bij de verschillende schokken diverse gewonden. Twee personen konden zichzelf bevrijden vanonder het puin van een ingestorte kerk in het centrum van de stad, en verschillende mensen moesten worden overgebracht naar het ziekenhuis. Volgens de New Zealand Herald zijn er momenteel geen meldingen over doden of zwaargewonden. Ook werd de luchthaven van Christchurch ontruimd.

Christchurch werd in februari getroffen door een aardbeving met een kracht van 6,3 op de schaal van Richter. Daarbij kwamen ongeveer 180 mensen om het leven. Enkele maanden daarvoor had een aardbeving van 7,1 ook al heel wat schade aangericht in de stad.

2. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 32]

Joe’s verhaal

Onophoudelijk begenadigd

In 1977 werd ik voor de zoveelste maal overgeplaatst, waarbij mijn vliegschema voor het grootste gedeelte wegviel. We kochten een huis en voelde mij aangetrokken om mee te werken in de plaatselijke parochie. Ik was niet erg op de hoogte van de veranderingen van Vaticaan II. Ik werd lid van de "Rite of Christian Initiation of Adults [RCIA]" door het sponsoren van de echtgenoot van een parochielid. Ik voelde nood aan het helpen van mensen in de Charmismatische bewegingen en de Ziekenhulp. In een goddelijke strijd of iets van die aard, nam ik een boek vast en mijn aandacht ging onmiddellijk naar de 15 gebeden van de Heilige Birgitta van Zweden. Mijn tante heette ook Bridget en zo besloot ik om dieper na te gaan waarvoor deze gebeden allemaal gingen. Ik bad deze gebeden elke dagn en ontving elke dag de Heilige Communie en dit voor meer dan een jaar. Maria’s Boom des Levens was in mijn hart geplant.

In 1980 kreeg mijn dochter de diagnose van een geestelijke handicap en het was dit voorval dat mij de genade verleende om terug te keren tot de Kerk. Ik kon het alleen niet meer aan. Ik struikelde en viel de hele tijd door, maar Jezus bracht mij telkens opnieuw recht. Op een avond, toen de ik Droevige Mysteries aan het bidden was, was ik echt aan het mediteren over Jezus’ lijden. Ik vroeg Hem hoe groot het gewicht was van al onze zonden en, geloof me of niet: gedurende van 1/50 ste van een seconde, heb ik inderdaad dit gewicht mogen voelen. Ik voelde me krachteloos op mijn stoel, zonder dat ik nog één spier kon bewegen. Sindsdien wou ik steeds een beetje van Zijn gewicht dragen, maar ik denk dat ik enkel maar bijdroeg tot het gewicht.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

3. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 138]

Schrift 1

312. + Eens toen ik buiten het klooster ging om te biechten, was mijn biechtvader [39] juist de heilige Mis aan het opdragen. Na een poos zag ik het Kindje Jezus op het altaar dat teder en vrolijk Zijn handjes uitstrekte naar hem.Weldra nam de priester het mooie Kindje, brak het en at het levend op. Ik voelde eerst een afkeer van deze priester omdat hij zo met Jezus gehandeld had, maar dadelijk werd ik verlicht en begreep ik dat deze priester zeer aangenaam was aan God.

313. + Toen ik eens bij de kunstenaar [40] was die de Beeltenis aan het schilderen was, zag ik dat het niet zo mooi was als Jezus werkelijk is. Dat bedroefde mij ten zeerste, maar ik heb mijn ontgoocheling diep in mijn hart verborgen. Bij het buitengaan, bleef moeder overste voor verscheidene zaken in de stad en kwam ik alleen thuis. Ik ben onmiddellijk naar de kapel gegaan en heb daar veel geweend. Ik heb aan Jezus gezegd: "Wie zal U zo mooi schilderen als Gij zijt?" Plots hoorde ik deze woorden: "Het is niet in de schoonheid van de kleuren noch in die van de penseeltrekjes dat de grootheid van de Beeltenis ligt, maar in Mijn genade."

314. + Toen ik op een middag in de tuin ging zei mijn Engelbewaarder mij: "Bid voor de stervenden." Ik ben onmiddellijk met de tuinmeisjes het rozenhoedje beginnen bidden voor de stervenden. Na het rozenhoedje hebben we verschillende gebeden voor de stervenden gebeden. Toen het gebed gedaan was, begonnen de meisjes vrolijk met elkaar te spreken. Ondanks het lawaai dat ze maakten, hoorde ik in mijn ziel deze woorden: "Bid voor mij." Omdat ik deze woorden niet goed kon verstaan, heb ik mij enkele passen van de meisjes verwijderd terwijl ik me afvroeg wie me wel om een gebed kwam vragen. Plots hoorde ik de woorden: "Ik ben zuster ..." Op dat moment was deze zuster in Warzawa en ik in Wilno. "Bid voor mij tot ik u zeg op te houden. Ik ben in doodstrijd". Onmiddellijk begon ik vurig en zonder ophouden tot het Hart van Jezus in doodstrijd te bidden, en bad zo van drie uur tot vijf uur. Om vijf uur hoorde ik het woord "Dank u". Ik begreep dat ze gestorven was. Toch heb ik de volgende dag in de heilige Mis vurig voor haar ziel gebeden. In de namiddag is een briefkaart aangekomen met de aankondiging dat zuster ... op dat uur gestorven was. Ik begreep dat het op het moment was waarop ze mij vroeg: "bid voor mij."

[39] Dat was in de Sint-Michielskerk waar E.H. Sopocko Rector was.
[40] Die kunstenaar was E. Kazimirowski die te Rossa in Wilno woonde.


Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

4. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 21]

De Engelbewaarder

De beschrijving van de twee families maken duidelijk dat het vurige Christenen waren. Nochtans waren ze verre van bekwaam om enig onderscheid van mystiek te maken uit de kinderen, noch enige verheven spiritualiteit zoals duidelijk blijkt uit de Fatima verschijningen.

Voortaan zal alles wat zou geschieden enkel en volledig van God komen.

Na op de eerste vraag te hebben geantwoord, zal ik nu pogen te antwoorden op de tweede vraag, welke mij trouwens het meest is gesteld geweest: "Vertel ons, Zuster, wat er precies gebeurde tijdens de eerste verschijning, tijdens dewelke weinig of niets werd gezegd?"

Het moet in 1914 of in 1915 geweest zijn, kort nadat ik de hoede kreeg over de kudde schapen van mijn ouders, omdat ik reeds het leven was begonnen van een nederige herderin, samen met de andere kinderen van uit de omgeving, toen we verrast werden door een Verschijning die ons voor een compleet raadsel plaatste. Op een dag bevonden we ons op de glooiingen van de heuvel, die gekend staat als de "Cabeco," toen we iets waarnamen als een witte wolk in de vorm van een menselijk wezen, dat uit de hemel neerdaalde en langzaam voor ons passeerde, boven de bomen, tot beneden de vallei aan onze voeten, alsof het om onze aandacht vroeg door er onze ogen op geconcentreerd te houden.

Sommigen onder de meisjes vertelden hun ouders wat ze hadden gezien, maar ik deed niets anders dan bevestigen wat de anderen hadden gezegd. Er zijn mij vele vragen gesteld over deze verschijning, die zich meerdere malen, op verschillende plaatsen herhaalde. Mijn antwoord vandaag is hetzelfde als dat van toen: ik wist niet wat het was, noch wat het betekende. Maar ik bleef achter met een innerlijke overtuiging die ik niet wens te verbergen en die me zei dat het mijn Engelbewaarder was. Misschien dat hij op deze wijze en zonder te spreken, wenste dat ik zijn aanwezigheid voelde om zo de zielen voor te bereiden voor de vervulling van Gods bedoelingen.

Vertaling: Chris De Bodt

5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 138]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 2

Waarschijnlijk is de gedachte dat hun nagedachtenis niet gedoofd is in staat om de last van die lijdende zielen te verzachten, alsook dat de vrienden die ze op aarde achterlieten bezig zijn ze te helpen en verlossen.

Helaas! Dit is een overbodige troost voor hun hart. In feite is het ons een gewoonte te getuigen van het spijt dat we aan hun nagedachtenis hechten.

Waarschijnlijk is de godsdienst verre van de tol voor het lijden te veroordelen. Die veroordeelt eerder de hardheid van degenen die de nagedachtenis maar respecteren eens hun ouders en vrienden verdwenen. De heiligen betreurden hun vrienden maar dachten vooral ze te helpen. Neen, de heilige Monica vroeg geen tranen aan Sint Augustinus wanneer ze hem aan het sterfbed zei: "Ik vraag je, mijn zoon, om me te gedenken telkens je het misoffer opdraagt." Het was niet met tranen dat Sint Ambrosius zijn grote hechtenis aan keizer Theodosius wilde betuigen toen hij zei: "Die prins had ik lief en daarvoor zal ik hem niet achterlaten tot ik hem in het verblijf dat zijn deugden verdienen heb binnengeleid. Volkeren, komt en strooit met mij over het lijk van die prins de wierook van jullie gebed, de overvloed van jullie liefde en het spijt van jullie boete."

Maar, wat zeg ik, tranen! Die tranen die beloofden altijd te vloeien houden al vlug op. Onze onstandvastige en eigenzinnige harten worden moe namen te roepen die niet antwoorden, trachten beelden op te roepen die voorgoed uit het oog verdwenen zijn. In de draaikolk van de wereld en de lichtzinnigheden keren we de rug toe naar een te strenge en te lastige nagedachtenis. Op de verstrooiing volgt de vergetelheid en het lijden der doden zijn de meest verwaarloosde pijnen.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

6. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [23/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


8. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 51]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

Twee bijzondere feiten

In augustus 1664 is Benoîte herderin bij het gezin Jullien en lopen er publiek geruchten vanwege twee feiten, waarvan het eerste plaatselijk veel ophef maakte en door alle kroniekschrijvers aangehaald, maar voor het tweede geeft enkel Grimaud het weer. "In die tijd," noteert Grimaud, "gebeurde er een wonder dat verdiende gekend te worden en voorviel begin augustus 1664. Een boer uit Saint-Etienne bouwde een plaasteroven nabij de inham waar de Maagd uit kwam en waar ze ook ging verdwijnen. Hij sloeg de bal mis door te beweren: ‘Ik ga de dame die Benoîte er ziet eens opwarmen!’ Hij verspilde 10 maal meer hout dan nodig zonder ooit zijn oven warm te krijgen... zodat hij zijn fout weldra inzag."

M. Grimaud geeft ons het einde van die mislukking: "Die oven bleef zo staan tot in 1670 en de grond was er duur. Het was winter en er werd weinig gewerkt. Daar de man zijn gezin niet kon voeden vroeg hij Benoîte of ze er kon bakken: ze zei hem gewoon: Ja! De plaaster bakte en hij kon zijn kinderen helpen."

Het tweede feit waar het spotten over de Maagd zwaar gestraft wordt gaat een eerder bekende priester aan, namelijk de pastoor van Valserres, Louis Tanc van wie de ziekte en dood in de Mémoires vermeld staan. Priester sinds 8 september 1652 werd hij meteen in deze pastorij benoemd en die hij vaak verliet om in Avignon zijn doctoraat theologie voor te bereiden en behaalde op 8 februari 1657. In die stad kon hij genieten van een benoeming in het onderwijs bij het overlijden van Pierre Bouvet, "want er was een ervaren theoloog nodig" en zo troostte hij zich door een werelds leven te leiden, wat in tekst van Gaillard te ontwaren is: "Enkele tijd later [na de geschiedenis van de bedorven plaaster] bracht een priester 3 meisjes naar die plek [het Ovendal]. Om te lachen en om zich aangenaam voor te doen stuurt hij zijn jachthonden het bos in: "Ga de Dame van Benoîte opeten" ...een goddeloosheid die hem duur te staan zal komen en waarvoor hij weldra gestraft zal worden. Hij wordt zwaar ziek, maakt pijnlijke ongevallen mee, zonder dat zijn reizen om artsen te vinden hem helpen. Steeds verzwakt door zijn ongemakken [Laus bestond al] en daar Benoîte hem steeds meer zag lijden raadt ze hem aan tot O. L. Vrouw van Laus te bidden. Hij gaat er heen, zegt zijn gebeden en geneest. Maar terug naar zijn eerste gebreken ondergaat hij dezelfde ongemakken en sterft na veel lijden. Het is een troost dat voor zijn dood God hem de tijd gaf om boete te doen: hij liet M. Peytieu, de priester van Laus en Benoîte ontbieden en die hem tot zijn dood bijstaan: hij krijgt alle Sacramenten en sterft heel christelijk in een diepe spijt over zijn zonden. Een mooi voorbeeld voor de vrijzinnigen en ongelovigen dat aantoont dat er met God en zijn heiligen niet wordt gespot. Als het toch gebeurt, moet men zich wenden tot God en zijn heilige Moeder, en versterving doen zoals deze goede priester.

Vertaling: Broeder Jozef

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 267]

Josephus Flavius

Toen ik hoorde hoe het gegaan was, werd ik vreselijk boos en vertrok naar Tiberias. Daar nam ik de zorg op me voor de koninklijke schatten en probeerde te redden wat er te redden viel, uit de handen van de plunderaars. Het ging om kandelaars van Corinthisch koper, koninklijke tafels en een grote hoeveelheid ongemunt zilver. Ik nam mij voor om alles wat ik in handen kon krijgen voor de koning te bewaren. Daarom liet ik tien van de belangrijkste raadsleden en Capellus, de zoon van Antyllus, bij mij komen en vertrouwde hen de spullen toe, met de opdracht dat ze die aan niemand anders dan aan mij mochten afgeven. Vandaar vertrok ik samen met mijn medeafgevaardigden naar Gisala, naar Johannes, om te weten te komen wat hij van plan was. Binnen de kortste keren begreep ik dat hij uit was op een revolutie en de macht wilde overnemen. Hij wilde dat ik hem de bevoegdheid gaf om het graan weg te halen, dat aan de keizer toebehoorde en opgeslagen lag in de dorpen in Opper-Galilea. Hij beweerde dat hij de opbrengst daarvan wilde besteden aan de bouw van muren rond zijn eigen stad.

Toen ik echter doorkreeg wat hij van plan was en wat hij eigenlijk wilde, zei ik hem dat ik hem daar geen toestemming voor gaf, omdat ik, nu ik door de bevolking van Jeruzalem belast was met de zorg voor het algemeen belang, en dat voor de Romeinen en voor mijzelf wilde bewaren. Toen het hem dus niet lukte om mij te overreden, wendde hij zich tot mijn metgezellen, die geen oog voor de toekomst hadden en maar al te graag smeergeld aannamen. Hij kocht hen met geld om, zodat zij de opdracht gaven dat alle graan dat in het district aanwezig was, aan hem overhandigd moest worden. Omdat ik in mijn eentje was en door twee man werd overstemd, hield ik mijn mond.

Toen haalde Johannes nog een van zijn schurkenstreken uit. Hij vertelde dat de joden die in Cesarea Philippi woonden en daar op last van de vertegenwoordiger van de koning waren ingesloten, hem hadden verzocht om hen voldoende olie te leveren, omdat zij niet meer over olie beschikten die zuiver genoeg was voor hun gebruik. Anders waren ze gedwongen om olie te gebruiken die de Grieken leverden en daarmee zouden ze hun eigen wetten overtreden. Johannes vertelde dat, niet uit religieuze overwegingen, maar uit een schandalig winstbejag. Hij wist namelijk dat in Cesarea twee sexten [1 sext is ± 0,5 liter] olie werden verkocht voor een drachme, maar in Gisala tachtig sexten voor vier drachmen. Hij gaf dus opdracht om alle aanwezige olie naar Cesarea te brengen, waarbij hij deed alsof hij daarvoor toestemming van mij had gekregen. Die had ik hem echter niet vrijwillig gegeven, maar uit angst voor de massa, die mij zou hebben gestenigd, als ik hem dat had verboden. Toen ik Johannes op die manier daar toestemming voor had gegeven, verdiende hij grof geld met die schurkenstreek.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Het sacrament van de Eucharistie [deel 2]

Wat Maria ons vraagt

Op 16 mei 1986 vraagt Moeder Maria ons: "Lieve kinderen! Ik roep jullie op tot een actievere deelname aan de H.Mis. Ik zou willen, dat jullie H. Mis een Godsbelevenis wordt. Ik zou voor alles de jeugd willen zeggen: Weest open tegenover de H. Geest, want God wil, in deze dagen, waarin satan zo sterk is, jullie naar Zich toe trekken. Bedankt dat jullie aan mijn oproep gehoor hebben gegeven!"

Laten we dit ongelooflijke sacrament waartoe Maria ons oproept eens van naderbij bekijken. Nu in de tijd waar vele kinderen hun Eerste communie gedaan hebben of misschien nog moeten doen, waar er ongelooflijk veel tijd en energie gestoken wordt in de uiterlijkheden bij het toedienen van dit sacrament, maar waar de werkelijke betekenis aan velen voorbij gaat.

Wie gelooft er nog in de werkelijke aanwezigheid van Jezus in dit Heilig Sacrament?

En toch is dit wat Jezus werkelijk wilde: op deze stoffelijke wijze onder ons aanwezig zijn.

Zoals "de ark van het verbond" een teken was van Gods aanwezigheid die meegedragen werd met de Israëlieten door de woestijn, zo wil Jezus onder de gedaante van Brood steeds bij ons zijn in het H. Sacrament des Altaars.

Waarom wilde Jezus onder deze gedaante onder ons aanwezig zijn?

Waarom vraagt Moeder Maria ons om zoveel mogelijk de eucharistie mee te maken en zegt ze ons dat dit de belangrijkste vorm van gebed is?

Waarom vraagt ze ons om te vasten op water en brood?

Anne Van Der Sloten

11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 93]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

Johannes’ doopplaats te Ennon Melchisedek

Johannes doopte op verscheidene plaatsen. Eerst te Ennon in de streek van Salim [of Salem]. Dan te On, tegenover Betabara op de westzijde van de Jordaan, niet ver van Jericho, waar hij over enige weken Jezus zal dopen. De derde doopplaats was aan de oostzijde van de Jordaan, een paar uren meer noordelijk dan de tweede. Ten laatste doopte hij wederom te Ennon, waar hij ook gevangen genomen werd.

Het water waar Johannes doopt, is als een arm van de Jordaan, die aan de oostzijde van de stroom een bocht maakt van wel een uur lang. Die arm is op enige plaatsen zo smal, dat men er kan overspringen, en op andere weer breder zijbed kan zich hier en daar veranderd hebben, want reeds toen zag ik op menige plaats geen water. Die bocht of arm van de Jordaan omvat kleine vijvers en bekkens die hun water uit die arm van de Jordaan ontvangen. Zulk een vijver, door een dijk van die arm gescheiden, is de doopplaats van Johannes te Ennon.

Er lagen buizen onder de dijk,waardoor men het water er in en uit kan laten. Johannes had die plaats daartoe alzo ingericht. Hij had bij de oever een inham [bucht] gemaakt en er liepen landtongen in. De dopeling stond tussen twee van die landtongen tot bij de gordel in het water en kon tegen een borstwering leunen. Deze liep voor de tongen [en verenigde zodoende hun punten]. Op één van de landtongen stond Johannes en schepte water met een schaal op het hoofd van de dopeling. Op de tegenover gelegen landtong stond een gedoopte,die de hand op de schouders van de dopeling legde. Aan de eerste dopeling had Johannes zelf de hand opgelegd. Het bovenlijf van de dopelingen was niet geheel ontbloot. Er werd hun een soort witte doek omgeslagen die slechts de schouders bloot liet. Er was daar ook een hut, waarin zij zich konden uit- en aankleedden. Ik heb hier geen vrouwen gedoopt zien worden. Onder zijn doopwerk heeft Johannes een wit, lang gewaad aan.

10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 100: De Balneis Etruriae [Van de badplaatsen van Etrurië]

Gregorius XVI [1831-1846]

Echte naam: Bartolommeo Alberto Cappellari [Belluno, 18 sepember 1765 - Rome, 1 juni 1846]

Gregorius XVI was paus van 1831 tot aan zijn dood in 1846, dus 15 jaar. Cappellari werd in Belluno geboren, en trad in 1783 als "Broeder Mauro" in bij de Orde der Camaldulenzers, een tak van de Benedictijnen, in Murano, nabij Venetië. Hij werd in 1787 tot priester gewijd.

Cappellari werd in Belluno geboren, en trad in 1783 "Broeder Mauro" in bij de de Orde der Camaldulenzers, een tak van de Benedictijnen, in Murano, nabij Venetië. Hij werd in 1787 priester gewijd. In 1799 publiceerde hij "II Trionfo della Santa Sede," waarin hij de Jansenisten veroordeelde. Cappellari werd in 1800 lid van de Academie van het Katholieke Geloof, waarvoor hij een aantal theologische en filosofische stukken schreef. Hij werd abt van de Romeinse abdij San Gregorio in Celio in 1805. Nadat paus Pius VII in 1809 uit Rome wegtrok per order van Napoleon, verhuisden Cappellari en enkele anderen van zijn orde naar Murano in Venetië, en in 1814 naar Padua. Toen Pius VII in datzelfde jaar in ere hersteld werd, werd Cappellari benoemd tot raadsman van de inquisitie, prefect van de Propaganda én controleur van de Bisschoppen.

Chris De Bodt

11. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

Profetie 4

In het verzoenen zal hij sluw zijn, zodat hij spoedig zal geliefd worden door alle volkeren. Hij zal noch geschenken aanvaarden, noch in toorn spreken. Hij zal niet nors zijn, maar zelfs opgewekt. En in dit volledig welgeplande schema zal hij de wereld verleiden voor zo lang hij zal regeren. En vele volkeren en landen zullen zijn grote waarden, eerlijke daden en macht aanschouwen en hem met grote vreugde kronen, waarbij ze tegen elkaar zullen zeggen: "nooit is er zo’n goede en rechtvaardige gekomen."

Vertaling: Chris De Bodt


13-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13 juni 2011
België zit vandaag, dag op dag, één jaar zonder regering: een absoluut wereldrecord

13 juni 2011

1. Meer buitengewone onthullingen over Pater Pio


Volgens het nieuwe boek, waarover we reeds eerder schreven: "Padre Pio Under Investigation: the Secret Vatican Files," werd aan de vermaarde priester in 1821 gevraagd om 6 verklaringen onder eed af te leggen. Men vroeg hem zelfs om dit knielend en met de hand op de Bijbel te doen. In deze merkwaardige getuigenissen, onthulde hij details over zijn stigmata, zowel als over het grootste mysterie waarmee hij in verband werd gebracht: de bilocatie.


Tijdens het onderzoek door Rome [bevolen omwille zijn steeds grotere bekendheid] vroeg de Bisschop-onderzoeker, Monseigneur Raffaelo Carlo Rossi, aan Pio om zijn wollen handschoenen te verwijderen, waarop Rossi de mystieke wonden onderzocht en gedetailleerd beschreef.

De "wonde" die hij vond op de palm van zijn rechterhand, had een diameter van zo’n vijf millimeter en was bedekt met kleine korstjes met bloedachtige substantie. Maar er was geen gat, ontdekte de Vaticaanse onderzoekers. Dit is nieuw: "het is duidelijk dat er geen beschadiging is van de huid, geen gat, nog zijwaarts, noch in het midden," schreef Mgr. Rossi. "Hieruit blijkt het mogelijk om op te maken dat het zichtbare bloed op de rechterhand dat stolt in de korsten, uit de huid zelf komt door afscheiding."

De heilige bevestigde dit en zei dat de pijn zo erg was dat zijn volledige hand aan deze pijn leed tijdens de stigmata en voornamelijk in het midden en ook wanneer hij zijn hand samenkneep. Aan de achterkant was er een gat van zo’n 3 millimeter, maar ook zonder beschadiging, noch verbonden met de palmwonde aan de voorzijde. De linkerhand zag er eigenlijk hetzelfde uit: de palmwonde was zo’n 4 millimeter, met ook een wonde aan de achterzijde.

Op de voeten van Pater Pio werd iets gezien dat leek op een roos van zo’n twee en een halve millimeter diagonaal aan de bovenkant, een "wonde" met wittere, brozere huid die op dat moment niet bloedde [maar wel bij gelegenheid]. Op de voetzool was de rooswonde de helft kleiner. Elders was er een "zijwonde" van eveneens zo’n twee en een halve millimeter aan de onderste rib en die soms, tijdens zijn slaap, bloedde tot bovenaan, waar het bloed een zakdoek doorweekte. Pater Pio vertelde aan Mgr. Rossi dat de "oorspronkelijke onzichtbare stigmata" begonnen rond 1911 toen de priester pijn voelde op de plaatsen waar de wonden later zichtbaar zouden worden. Het begon dat jaar met een rode vlek op 8 september, de dag waarop in de Kerk de verjaardag van de Heilige Moeder wordt gevierd. De zijwonde vormde zich beduidend later, op 5 augustus 1918. Dit is de dag van dewelke onze Heilige Moeder te Medjugorje heeft gezegd dat het haar werkelijke verjaardag is.


Ondertussen werd er eveneens onthuld dat, als Pater Pio Jezus, Maria en de heiligen zag, het een "intellectueel visioen" was [geen zichtbaar visioen met de ogen, ten minste tot aan het jaar 1921, het jaar van het onderzoek]. Verder informeerde Pio de onderzoeker dat deze plaatsvonden in "afzonderlijke perioden," bij gelegenheid, sinds zijn twintigste [hoewel hij zichtbare aanvallen heeft gezien van de duivel als tienjarig kind].

Wat de bilocatie betreft, een fenomeen waarbij de persoon wordt gezien op een andere plaats waar hij fysiek niet zou kunnen aanwezig zijn, en dat talloze keren werd vastgesteld door hen die om de tussenkomst van Pater Pio vroegen, getuigde de heilige dat hij daar niet zoveel over nadacht, hijzelf het niet kon onderzoeken, noch kon vaststellen of het zijn geest was die zich verplaatste naar andere plaatsen, of dat het een afbeelding was van de plaats of de persoon. Hij zei: "Ik weet niet of ik daar aanwezig was met mijn lichaam of niet." Hij werd op ver uit elkaar gelegen plaatsen, overal ter wereld gezien, en met enige regelmaat in de Verenigde Staten.

"Het gebeurde gewoonlijk," zei Pater Pio, "terwijl ik aan het bidden was en eerst ging mijn aandacht naar het gebed en vervolgens naar deze voorstelling en daarop was alles terug normaal zoals in het begin." Hij kon zich enkel twee aangelegenheden heel specifiek herinneren. "Ik denk dat er nog andere gevallen waren, maar dit zijn deze die ik mij nog steeds herinner," zei hij in 1921, op de leeftijd van 34 jaar.

Eenmaal bevond hij zich aan de zijde van het bed van een zieke vrouw in San Giovannni Rotondo, de andere maal was hij bij een kloosterling die hij berispte om zijn slechte gewoonten en er bij hem op aandrong om zich te bekeren.

Het was de eerste keer dat Pater Pio over de bilocaties sprak, en Hij was er volgens de onderzoeker, kenbaar in geïnteresseerd. "Ik denk niet dat ik er mijn geestelijke begeleider ooit heb over aangesproken, omdat ik er niet zoveel aan dacht," zei hij. "De mensen spraken mij erover, maar ik bleef discreet: ik heb het nooit ontkend, noch bevestigd."

Dit en andere krachtgevende details bevinden zich in dit nieuwe boek, waarvan de gegevens verzameld werd door Vr. Francesco Castelli en nooit eerder geziene interviews bevat.

De documenten kwamen ter beschikking na een edict door Paus Benedictus XVI in 2006 om de gegevens van het Heilige Officie ter beschikking te stellen voor iedereen tot 1939. Peter Pio was zelf verbaasd door alles wat met hem in verband werd gebracht. Op een gegeven ogenblik zei hij over zichzelf: "Ook voor mijzelf ben ik een raadsel!"

Vertaling: Chris De Bodt

2. Bloedrode maansverduisterting aanstaande woensdag

Woensdagavond 15 juni komt de volle maan op tijdens een maansverduistering. De maan beweegt dan precies door de schaduw van de aarde en neemt een rode kleur aan. De maansverduistering begint rond halfnegen, maar dan is het nog licht en is de maan nog niet op. Tegen halftien is de maan helemaal in de schaduw van de aarde getreden en is de verduistering totaal, maar dan staat de maan nog 4,5 graad onder de horizon. Terwijl de zon ondergaat, kruipt de maan echter langzaam van onderaf naar de horizon.


Pas om kwart voor tien verschijnt de maan aan de zuidoostelijke horizon. Omdat het nog niet donker is, kan het even duren voordat de donkerrode tot gelige bol goed te zien is. Naarmate het meer gaat schemeren, wordt de verduisterde maan beter zichtbaar. Omdat de maan zo laag staat, zal hij extra groot lijken. Na de opkomst van de maan duurt de totale verduistering nog ruim een uur. Om 23.03 uur zal aan de rechterbovenkant van de maan een helder randje verschijnen, feller dan de rest van de donkere maan. Het eerste stukje van de maan treedt dan uit de aardschaduw. Dit lichte stukje wordt langzaam groter en na een halfuur is meer dan de helft al uit de schaduw tevoorschijn gekomen. Om 0.02 uur is de maan weer helemaal verlicht.

De kleur van de totaal verduisterde maan kan sterk variëren. De ene eclips is donkerder dan de andere. Dit heeft te maken met de toestand van onze atmosfeer. Zijn er bijvoorbeeld veel vulkaanuitbarstingen geweest, dan zit er veel stof in de atmosfeer. Doordat de dampkring dan minder licht doorlaat, krijgt de maan een donkerrode tot bruine kleur. Is de atmosfeer helderder, dan neigt de kleur meer naar oranje of kopergeel. Omdat de maan tijdens deze verduistering vrij laag staat, zal de kleur meer naar rood neigen door de breking van het maanlicht door de atmosfeer.

De zonsverduistering die niemand zal zien

Net zoals juni begon met een gedeeltelijke zonsverduistering, is dit ook het geval voor juli. Op 1 juli zal deze voor het grootste gedeelte plaatsvinden boven de Zuidpool. Aangezien het daar nu winter is, blijft de zon onder de horizon en zal niemand ze kunnen waarnemen. Nog dit jaar is er op 25 november een gedeeltelijke zonsverduistering en op 10 december een totale maansverduistering

3. Beeldverslag van de Verschijning van Maria aan Mirjana van 2 juni 2011


Dit beeldmateriaal bevindt zich eveneens in het tekstvak van 2 juni 2011

Chris De Bodt

4. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 31]

Joe’s verhaal

Onophoudelijk begenadigd

Op latere leeftijd ging ik bij de Luchtmacht, ging er opnieuw uit, om er later terug bij te komen. Tijdens deze periode huwde ik ook LaNell, een lieve, jonge Texasmeid, die mij hart deed sneller slaan en mij deed springen in mijn schoenen. Zij was geen Katholiek, maar had wel de regels gevolgd van voor Vaticaan II. Zij werd samen met onze vijfjarige zoon, Steve, en onze kleinste meid Nita, gedoopt op 25 december 1963. Wat een vreugdevolle en roemrijke dag!

Na mijn Vietnamavontuur begon ik een andere weg op te gaan. Een hopeloze zaak. God pastte niet meer in ons beider programma. Ik was steeds aan het vliegen. LaNells tijd ging volledig naar de kinderen, hun ziekten en mijn afwezigheid. De Mis? Misschien elke zes weken of zo. Biecht? Wat was dat? Zonde? Ik had geen tijd om na te denken over wat goed of slecht was, we handelen naar de omstandigheden. De enige keer dat ik aan God dacht was, toen ik werd neergeschoten en een bijna-dood-ervaring meemaakte. Vreemd hoe ik het in die tijd toch klaarspeelde om nog te bidden.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

5. Grace [10/10]

°26 juli 2002 - †26 september 2002

Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

Het verdriet verwerken: steun van God

We hebben nergens spijt van. We herinneren ons ieder detail van haar lichaam, haar geur, haar uitzicht. Ik droeg rose kleren op de begrafenis, ik wou haar leven vieren. Op het kerkhof heeft mijn schoonbroer een gedicht voorgelezen en hebben we een twaalftal roze en witte ballonnen los gelaten.

Ik ga vaak naar haar grafje. Het is hard te weten dat zij fysiek niet meer bij me is... Ze zal daarentegen altijd in mijn hart zijn. Ik ben voor altijd veranderd.

Ik heb veel gesteund op mijn geloof in God tijdens de moeilijke momenten. Ik ben katholiek opgevoed en heb een vast geloof. Ik wist dat toen wij besloten hadden Grace bij ons te houden ondanks haar toestand dat God voor ons zou zorgen. Hij heeft voor alles gezorgd en beter dan ik gehoopt had. Hij was goed, barmhartig en heeft onze situatie beter geregeld dan we gepland hadden. Mijn geloof is dieper gegroeid dankzij Grace. Niets is toevallig gebeurd. Hij heeft de juiste mensen op onze weg gezet [inclusief de "Sisters of Life" en de "Morning Light Ministry"] en heeft voor iedere stap die we moesten zetten zorg gedragen. Hoe hard deze ervaring ook was, Hij was steeds onze rots en ik zal Hem steeds blijven vertrouwen. Onze ervaring met Grace was voor 90% prachtig en voor 10% het hardste wat we ooit beleefd hebben. Zonder geloof betwijfel ik of we dit alles hadden kunnen doen.

Grace heeft het beste naar boven gehaald in de mensen om haar heen. Ze was het meest afhankelijke wezentje ... ze heeft goedheid laten ontdekken in de mensen. Mijn man en ik blijven maar herhalen dat de mensen goed zijn. Grace bood de kans aan veel mensen, of we die al eerder kenden of niet, om onvoorwaardelijk te leren beminnen. De mensen leken nooit genoeg voor ons te kunnen doen, ze wilden altijd maar meer doen. Het ziekenhuis heeft zich in alle bochten geplooid om ons te helpen. Onze vrienden en onze familie blijven ons steunen en beminnen. Grace heeft vele, heel vele mensen geraakt tijdens haar korte leventje. Ze heeft gedurende die twee maanden meer gedaan dan andere mensen gedurende gans hun leven. Zij vertegenwoordigde de zuivere liefde en ze kreeg zuivere liefde. Hoe zeer ik haar ook mis, toch besef ik dat ze haar taak hier beneden afgewerkt heeft. Haar impact overstijgt ons. Ik dank God dat Hij ons via haar gezegend heeft. Zij was de moeite waard.

De dokters die met ons gewerkt hebben, hebben ons gezegd dat ze nooit meer op dezelfde manier naar een geval als het onze zullen kijken. Grace was een lerares en een pionierster. Zij heeft mijn man en mij dichter bij mekaar gebracht, heeft ons geloof versterkt en heeft me geholpen de mooie dingen van het leven te waarderen. Ze heeft me ook getoond dat de dood vredig kan zijn. Mijn twee andere dochtertjes weten dat nu ook. Grace was werkelijk verbazend en ongelooflijk.

Vertaling: Christine

6. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 20]

De drie herderskinderen en hun families

Ongetwijfeld is de menselijke wetenschap, met al de kennis die ze bevat, goed, vooral wanneer ze door wijze mensen gestuurd wordt, omdat de grootsheid van de kracht, de wijsheid en de goedheid der kennis ons een diepe menselijkheid bijbrengt, zodat we er ons van bewust worden dat zelfs, na zoveel moeite en studie, de meest geleerde mensen er steeds nog niet in zijn geslaagd om zelfs één van de ontelbare schoonheden te begrijpen die van de almachtige, scheppende handen van de Heer komen.

En zo moet elk huis de eerste school zijn van de kinderen, waar ze God leren kennen en dichter tot Hem komen door middel van de sacramenten en het gebed, waar ze leren om zichzelf voor te bereiden op hun Eerste Communie, niet alleen door de voorschriften van Gods Wetten te leren, maar eveneens door het levendig geloof, de sterke hoop en de vurige liefdadigheid bij hen in te prenten, die op jonge leeftijd, gegrift in hun zielen, in hen zal blijven vertoeven als een licht om hun stappen te leiden doorheen hun leven. Op deze wijze zullen de kinderen gelukkig zijn en zal het Brood der Engelen het voedsel zijn dat hen zal sterken: "Dit is het brood dat neerdaalde uit de Hemel [...] hij die ervan eet zal voor eeuwig leven." [Johannes 6: 58]

Wanneer u deze regels leest, lieve bedevaarders, zullen sommigen onder u zich afvragen wat dit allemaal van doen heeft met de Boodschap of met de stemming rond Fatima. Sta me toe u te zeggen dat dit er alles mee te maken heeft, daar de Boodschap in haar geheel een oproep is om Gods wet na te leven. Ik denk dat het dankzij dit feit is dat deze families de goddelijke wetten hebben onderhouden, en dit ondanks hun onvermijdelijke zwakheden van menselijke aard, die over hen die blik van de oneindige barmhartigheid van God bracht. Geloofd zij Onze Heer Jezus Christus! Ave Maria!

Vertaling: Chris De Bodt

7. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 137]

Schrift 1

309. God en de zielen. Akte van opoffering.

In aanwezigheid van de hemel en de aarde, in aanwezigheid van de engelenkoren, in aanwezigheid van de Allerheiligste Maagd Maria, in aanwezigheid van de hemelse machten, verklaar ik aan God, de Drieëenheid, dat ik mij vandaag in eenheid met Jezus Christus, Redder van de zielen, vrijwillig aanbied als offer voor de bekering van de zondaars en in het bijzonder voor de zielen die hun hoop op de goddelijke Barmhartigheid verloren hebben. Dit offer bestaat erin dat ik met volledige onderwerping aan de goddelijke Wil, het lijden, de angsten en verschrikkingen, waarvan de zondaars vervuld zijn, aanvaard en hen in ruil al de vertroostingen van mijn ziel geef die voortvloeien uit mijn innige omgang met God. In één woord, ik offer alles voor hen: de heilige Missen, de heilige Communies, de boete en verstervingen, de gebeden. Ik vrees geen slagen, slagen van de goddelijke gerechtigheid, want ik ben verenigd met Jezus. O mijn God, ik verlang op deze wijze eerherstel te brengen voor de zielen die niet in Uw goedheid geloven. Ik vertrouw, tegen alle hoop in, op de oceaan van Uw barmhartigheid. Mijn Heer en mijn God, mijn deel voor eeuwig, ik doe deze akte van opoffering en reken niet op mijn krachten maar op de macht die voortvloeit uit de verdiensten van Jezus Christus. Ik zal deze akte van opoffering elke dag herhalen door het volgende gebed te bidden dat Gij Zelf, Jezus, mij geleerd hebt: "O Bloed en Water, voor ons als een bron van Barmhartigheid ontsprongen aan het Hart van Jezus, ik vertrouw op U." [Zuster M. Faustyna van het Allerheiligste Sacrament. Witte Donderdag, tijdens de heilige Mis. 29.3.1934.]

310. "Ik geef U een klein aandeel in de verlossing van de mensheid. Gij zijt Mijn verkwikking in Mijn doodstrijd."

311. Toen ik van mijn biechtvader de toestemming kreeg deze akte van opoffering te doen, heb ik vlug begrepen dat ze aangenaam was aan God, want ik begon onmiddellijk de gevolgen ervan te ervaren. In één ogenblik werd mijn ziel een rots, droog, vol kwellingen en onrust. Allerhande godslasteringen en vervloekingen drongen mijn oren binnen. Wantrouwen en wanhoop namen hun intrek in mijn hart. Dat is de toestand van de armen die ik op mij nam. Aanvankelijk had ik schrik van de gruwelen, maar bij de eerste biecht werd ik gerustgesteld.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

8. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 137]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 2

O jij met je slappe leven, jij die om de wereld te behagen of je lichaam van een moment pijn te vrijwaren, bent niet bang om je met duizend zonden te bezoedelen! Zeg, heb je de mysteries van Gods rechtvaardigheid begrepen, heb je de lengte en de duur van de kwelling die je te wachten staan ingeschat: Indica mihi si habes intellentiam? [Job 38,1].

Primitieve Kerk! Schoot van het Christendom! Voorbeeld van alle tijden! Met evenveel heiligen als gelovigen! Jij die, door de Apostelen ingewijd, uit de eerste hand de orakels kreeg van het mensgeworden Woord! Welk verschrikkelijk idee had je niet over de zware straffen voor zonden? Je wreekte het vanaf dit leven met een wonderbare strengheid.

In de Kerk van de eerste tijde n was de kanonwet in alle strengheid toegepast. Er was geen uitstel noch toegeving. De boete en de helende werken werden opgelegd in de vereiste mate om volledig aan Gods rechtvaardigheid te voldoen. Deze boete bestond niet in het opzeggen van enkele korte gebeden, maar wel in lang vasten op water en brood het dagelijks bidden van psalmen, lange en lastige bedevaarten en een menigte goede werken. Een dief werd veroordeeld naargelang het belang van de buit tot twee à vijf jaar boete, een ketter tot zeven jaar, een zedeloze tot tien en meestal twaalf jaar vasten, tranen en openbaar buigen op de drempel van het heiligdom. Volgens die wrede berekening zou een heel leven met vasten als een kluizenaar, zelfs zo lang als dat van de patriarchen, amper volstaan om de gewoonte van dagelijks zondigen uit te boeten voor de hedendaagse mens? Wat zal de lengte en de wreedheid van het Vagevuur zwaar wegen voor de meeste zondaars!

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

9. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [22/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


10. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 49]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

Het onderzoek van rechter Grimaud

Onze man bezit niet het politie-instinct van een Jacomet die Bernadette op de rooster legde. De godsdienstige mentaliteit van toen aanvaardt gemakkelijk wonderbare feiten. In het voorwoord van zijn verhaal maakt Grimaud zelf gewag van feiten uit de streek, die de godsdienstige kroniek al veertig jaar teisteren: N-D de Grâces in Cotignac, beroemd sinds 1637 vanwege een verschijning aan broeder Fiacre, ook de godsvrucht tot Sint Jozef daar, N-D des Lumières tussen Apt en Cavaillon die sinds drie jaar veel besproken werd door de verkregen genezingen. Dus gaat deze brave christen resoluut ten aanval:

"Ik vroeg haar of ze zeker was haar te spreken [vragen stellen], en ze zei me: Neen. Wat me verplichtte, met een heilige ingeving [haar te zeggen] dat het waarschijnlijk de Heilige Maagd was die haar verscheen met de kleine Jezus, en dat het een bijzondere vreugde voor haar was, dat ze haar moest aanspreken, maar dat ze eerst moest te biechten gaan en communiceren en instaat van genade vertoeven: daarna kon ze ronduit en onbevreesd praten. Ik zei haar wat ze moest zeggen:

"Mijn goede Dame, ik en iedereen hier lijdt diep door niet te weten wie je bent!... Zou je niet de Moeder van onze goede God zijn? Wees zo goed het me te zeggen, en we zullen er een kapel optrekken om je te eren en dienen."

De onschuldige en delicate uitdrukking van het geloof van Grimaud dient onderstreept: hij wilde Benoîte niet beïnvloeden door haar meteen te verklaren dat het waarschijnlijk de Maagd was die haar verscheen. Deze onvoorzichtige haast kan verwonderen. Maar deze godsvruchtige durf zal ons nog beter de verrassende eenvoud van de herderin aantonen. Ze zal in het geheel niet trachten in de kijker te komen. Ze kan niets uitvinden en zal in de komende weken nooit beweren dat de Maagd haar verschijnt.

Inderdaad, Grimaud vervolgt: "Onze herderin deed al wat ik haar zei en sprak na enkele dagen de Dame aan: ze hield de korte toespraak die God me had ingegeven. Maar de Dame antwoordde dat het niet nodig was hier iets te bouwen [de plek was inderdaad vuil] dat ze er een andere gekozen had die veel aangenamer was, namelijk de plek Laus die ze aanwees om er geëerd en gediend te worden. In feite is die plek een charmante woestijn met lastige wegen."

Zo beantwoordt de Dame alleen de tweede vraag, zonder de gekozen plek te onthullen, en Benoîte is haar trouwe weergave. De Maagd zal haar naam maar openbaren op een door Haar gekozen datum, zoals ze twee eeuwen later in Lourdes zal doen.

Vertaling: Broeder Jozef

11. Jezus' tijdgenoten [aflevering 266]

Josephus Flavius

Meteen nadat ik in Galilea was aangekomen en, door alles wat mij over hen werd verteld, had begrepen hoe de stand van zaken was, schreef ik over hen een brief naar het Sanhedrin in Jeruzalem, met de vraag wat ik moest doen. Zij raadden mij aan om daar te blijven en dat ik, als mijn medegezanten daartoe bereid waren, samen met hen de verantwoordelijkheid voor Galilea op mij moest nemen. Mijn medegezanten, die grote rijkdom hadden vergaard uit de tienden, die hen als priesters toekwamen en die zij in ontvangst hadden genomen, besloten echter om naar hun eigen land terug te keren. Toch gaven ze gehoor aan mijn verzoek toen ik hen vroeg om zolang te blijven, totdat we orde op zaken hadden gesteld. Daarna vertrok ik samen met hen uit Sepphoris en kwam aan in een dorp dat Bethmaus heette, vlakbij Tiberias. Vandaar stuurde ik boodschappers naar de senaat van Tiberias met het verzoek aan de belangrijkste mannen van de stad om naar mij toe te komen. Nadat ze aangekomen waren [Justus zelf was ook bij hen] vertelde ik hen dat ik, samen met deze andere priesters, door de bevolking van Jeruzalem als afgezant naar hen toe was gestuurd, om hen ervan te overtuigen dat ze het paleis moesten slopen dat de viervorst Herodes daar had gebouwd, omdat dat afbeeldingen van levende wezens bevatte, terwijl onze wetten ons verbieden om dergelijke afbeeldingen te maken. Ik wilde dat zij toestemming gaven om daar meteen mee te beginnen. Capellus en de andere belangrijke burgers uit de stad wilden ons echter een hele tijd geen toestemming geven, maar werden door ons helemaal overtuigd en waren het uiteindelijk met ons eens. Jezus, de zoon van Sapphias, een van de mensen die ik al eerder heb genoemd als leider van een oproerige bende van zeelieden en armoedezaaiers, was ons echter voor. Met een aantal Galileeërs stak hij het hele paleis in brand. Zij dachten dat hen dat een grote som geld op zou leveren, omdat ze hadden gezien dat een aantal daken met goud was bedekt. Zonder dat wij daar toestemming voor hadden gegeven, roofden zij ook een groot gedeelte van het meubilair, want nadat wij met Capellus en de notabelen van de stad van gedachten hadden gewisseld, waren we over Bethmaus naar Opper-Galilea vertrokken. Jezus en zijn bende moordden alle Griekse inwoners van Tiberias uit en alle anderen die, voordat de oorlog begon, hun vijanden waren geweest.

Vertaling: Broeder Joseph

12. Het sacrament van de Eucharistie [deel 1]

Biecht en eucharistie

De biecht is het sacrament van de vergeving. God vergeeft de zonden van de mens die Hij geschapen heeft, zodra hij daar maar berouwvol om vraagt.

God geeft ons door Christus echter ook een bijzonder sacrament, waardoor Hij de zonden en de ziel van de wonden, die door de zonden zijn ontstaan, geneest, de eucharistie.

De eucharistie is een feestmaal. De eerste voorwaarde om eraan deel te nemen is de vergeving van de zonden door de kracht van de goddelijke Liefde die zich bijzonder in de biecht openbaart. [vgl.Mt 22, 1-14]

Maar het is niet voldoende vrij van zonden te zijn, de gelovige moet ook vast geloven dat Christus in de Eucharistie tegenwoordig is.

De H. Paulus veroordeelde twee eigenschappen van christenen die de eucharistie vieren:

Enerzijds gedragen zij zich tov anderen egoïstisch, anderzijds zijn zij zich helemaal niet bewust dat zich achter het eucharistisch Brood het LICHAAM VAN CHRISTUS verbergt. [1 Kor. 11,23]

Hierdoor is voor een leven in de zin van de Eucharistie de regelmatige biecht noodzakelijk.

[...]

Wie tot het geheim van de Eucharistie doordringt, diens ziel wordt steeds gevoeliger en kan steeds gemakkelijker onderscheiden wat goed en niet goed is. Deze mens zal het kwaad weerstaan, de eucharistische liefde wordt een vast bestanddeel van zijn leven en hij zal de belichaming worden van de levende Eucharistie.’

[Uit Eucharistie door Pater Slavko Barbaric]

Anne Van Der Sloten

13. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 92]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

De "profeet" Johannes begint zijn zending

Drie maanden vóór de doop trok Johannes tweemaal door het land [cfr Lk.3,3], om Diegene aan te kondigen die na Hem moest komen. Zijn tocht was gekenmerkt door buitengewone kracht, zijn gang door een onvermoeide stap, die snel was, zonder overhaastig te zijn. Hèt was geen zacht wandelen, gelijk [meestal] de gang van de Zaligmaker. Waar hij niets te doen had, zag ik hem ook wel lopen van veld tot veld. Hij gaat in de huizen, in de scholen en synagogen om te vermanen en te prediken. Hij verzamelt het volk ook op pleinen en straten rondom zich. Ik zag dat priesters en overheden hem hier en daar aanhielden, ter verantwoording riepen, doch verrast en vol verbazing hem weer op vrije voeten stelden.

Ik begreep dat de uitdrukking "de Heer de wegen bereiden" niet louter zinnebeeldig te verstaan is, want ik zag hem zijn zending met het bereiden van wegen beginnen en ik zag hem door alle wegen en plaatsen trekken waarlangs later ook Jezus met zijn leerlingen gekomen is. Hij ruimde hier en daar struiken en stenen uit de wegen en baande paden. Hij legde brugjes over beken, reinigde hun bedding, groef doopvijvers met hun waterbekken, maakte zitplaatsen, rustbanken en lommerhutjes. Ik heb hem plaatsen zien bereiden waar de Heer later gerust, gepredikt en geheeld heeft.

Door al deze werkzaamheden trok Johannes, de ernstige, eenvoudige en eenzame man in zijn ruwe kleding en ongewoon voorkomen de aandacht van de landmensen op zich en wekte de verwondering van de hutbewoners waar hij binnentrad om gereedschappen voor zijn werk te lenen en ook wel om de bewoners te verzoeken met hem mee te komen werken. Overal was hij aanstonds door nieuwsgierigen omringd. Hij vermaande hen vrijmoedig en ernstig tot boetvaardigheid, terwijl hij hun de nabijheid van de Messias die na hem kwam en wiens wegbereider hij zich noemde, aankondigde. Dikwijls zag ik hem in de richting wijzen van het gewest waar Jezus zich op dat ogenblik bevond. Ik zag Jezus nooit bij hem, hoewel zij vaak nauwelijks een uur gaans van elkander verwijderd waren. Eens zag ik hem ten hoogste een klein uur van Jezus en dan riep hij de mensen toe dat hijzelf het verwachte Heil, de Messias niet was, doch slechts een arme bereider van Zijn wegen, de voorloper van die Zaligmaker, die op dit ogenblik daar wandelde, en terzelfder tijd wees hij hun in die richting.

14. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 99: Vir Religiosus [Godsdienstig Man]

Pius VIII [1829-1830]

Echte naam: Francesco Saverio Castiglioni [Cingloni, Ancona, 20 november 1761 - Rome, 1 december 1830]

Pius VIII was paus van 31 maart 1829 tot aan zijn dood in 1830. Hij studeerde kerkelijk recht bij de Jezuïeten en werd na zijn priesterwijding secretaris van de Commissie voor de Beoordeling van de Synodebesluiten van Pistoja [1786]. Hij was aansluitend vicaris-generaal in meerdere bisdommen. Hij werd in 1800 bisschop van Montalto benoemd door Pius VII. Na zijn weigering om trouw te zweren aan Napoleon, die Italië bezet hield, werd hij in 1808 overgebracht naar Frankrijk. Na de Franse nederlaag werd hij in 1816 bisschop van Cesena en tevens kardinaal. De "Santa Maria in Transpontina" was zijn titelkerk. Later pontificeerde hij in het bisdom Frascati. Hij was een vriend van Pius VII en Consalvi. Na de dood van Paus Pius VII, in 1823, gold hij als de belangrijkste kandidaat, maar werd als gevolg van de conflictueuze verhoudingen tussen gematigden en conservatieven tijdens het conclaaf niet gekozen. Hij vervulde verschillende hoge ambten en werd na de dood van paus Leo XII tot paus gekozen. Tijdens zijn pontificaat vaardigde hij in 1829 een encycliek uit [Traditi humilitati nostrae] en in 1830 het korte schrijven "Litteris altero." In beide publicaties wordt een aantal moderne kwalen opgesomd, die bestreden dienen te worden: de moderne filosofie, het sofisme, bijbelgenootschappen en het katholieke leergezag alsook geheime organisaties zoals de Carbonari. Na de Julirevolutie in Frankrijk spoorde hij aan tot erkenning van Louis-Philippe.

Reeds tijdens het conclaaf van 1823 werd Castiglioni tot de kanshebbers gerekend. Kardinaal Wiseman verhaalt dat de keuze van deze paus en ook de naam die hij zou aannemen door Pius VII zelf waren voorspeld. Bij een bepaalde gelegenheid richtte de paus zich tot kardinaal Castiglioni en zei: "Uwe Heiligheid Pius VIII zal deze zaak wel regelen."

De verklaring van Malachias is eenvoudig: Pius betekent vroom. Zijn familie stond bekend om haar diepe geloof en het was niet de eerste paus die stamde uit deze familie.

Chris De Bodt

15. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

Profetie 3

In oprechte waarheid zal hij geboren worden uit een onteerde vrouw en zo zal hij, als een geslepen dief, allen misleiden. Eerst zal hij nederig en vriendelijk zijn en de woorden van de onrechtvaardigen haten. Hij zal alle afgoden omverwerpen en de vroomheid eren. Hij zal het opnemen voor de armen, uitmuntend zijn in eerlijkheid en om alles goed te ordenen. Hij zal allen genoegdoen.

Vertaling: Chris De Bodt

16. Duizendblad [Achillea millefoilium]

Duizendblad is uit ons leven niet meer weg te denken. Het is een helper bij alle mogelijke ziektes, maar in de eerste plaats is het een geneeskruid voor vrouwen. Of het nu om een jong meisje gaat met onregelmatige menstruatie of een vrouw in de overgangsleeftijd of die periode achter de rug heeft, het is voor elke vrouw van belang nog eens een kopje duizendbladthee te drinken. Duizendblad groeit in overvloed op weiden, smalle veldweggetjes en wegen. Het draagt witte of rozerode bloemen. In elk geval moet men de bloemen plukken bij sterke zonneschijn omdat dan de geneeskracht het grootst is.


Aan te wenden bij:
  • Bloeddrang naar het hoofd, gepaard met hevige pijnen
  • Duizeligheid, misselijkheid
  • Oogpijn met tranenvloed, stekende pijnen in het oog
  • Neusbloeden
  • Aanval van migraine
  • Beendermergziektes
  • Sterk bloedende aambeien [ook zalf]
  • Brandende en gespannen maag
  • Ontstoken lever, maag- en darmkanaal
  • Stoornissen in de bloedsomloop, kramp in de bloedvaten
  • Lastige jeuk aan de schede [zitbaden]
  • Ondersteunend bij griep, verkoudheid en koorts
  • Ondersteunend bij hooikoorts
  • Vrouwenziektes in het onderlichaam
  • Baarmoederverzakking
Hoe te gebruiken?
  • Als thee:

    1 overvolle theelepel kruid op 1/4 liter water, opgieten en kort laten trekken [overdekt]. 2 à 3 tassen per dag, enkel vlak voor het gebruik te maken.

  • Als zitbad bij krampen in het onderlichaam, bij menstruatiepijnen.

    100 g duizendblad [bloem, blad en stengel] een hele nacht in koud water zetten, de volgende dag aan de kook brengen en bij het badwater voegen [eerst zeven]

  • Als zalf:

    Bij aambeien. 90 g ongezouten boter of varkensvet goed heet laten worden, 15 g fijngesneden bloemen en 15 g frambozenblaadjes daarin doen en kort laten opkoken, omroeren en afzetten. De volgende dag alles even opwarmen, door een doekje persen en in schone glaasjes of potjes in de koelkast bewaren.
Waarschuwingen:
  • Best niet langer dan één maand na elkaar gebruiken.
  • Kan eventueel de stolbaarheid van het bloed doen toenemen
  • Kan de absorptie van calcium, magnesium, zink,... beïnvloeden, neem daarom voedingssupplementen of ijzerpreparaten niet tegelijk in met duizendblad.
  • Niet gebruiken bij allergie voor gewoon duizendblad, voorzichtigheid is geboden bij allergie op andere zoals arnica, goudsbloem of echte kamille
  • Kan bij uitwendig gebruik mogelijk een allergische huidreactie geven onder de vorm van jeuk of blaasjes, in dit geval stoppen met het gebruik.
  • Niet gebruiken tijdens de zwangerschap en borstvoeding
Anne Van Der Sloten


10-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 juni 2011
10 juni 2011

1. Medjugorje: De IIPG
[International Internet Prayer Group] [Deel 30]

Joe’s verhaal

Onophoudelijk begenadigd

Tijdens heel mijn leven ben ik onophoudelijk begenadigd geweest. Ik zou het ook niet kunnen toegeven, maar God de Vader, de Heilige Geest, Jezus, Mijn Heilige Moeder en/of Pepe, mijn engelbewaarder, waren steeds daar. Hoogstwaarschijnlijk waren ze het merendeel van de tijd, hysterisch aan het lachen, omwille van mijn ongelegen daden en reacties. Ik ben reeds Katholiek van in de wieg, grootgebracht in aan de andere kant, in Texas.

Ik leerde als misdienaar, reeds op mijn vijfde, de Priester dienen bij de Mis. Dit was nog de Latijnse Mis waarbij het Heilig Sacrament van de Epistelzijde van het altaar, naar de Evangeliezijde van het altaar werd gebracht. Het eerste jaar was elke Mis een spannend avontuur, omdat ik nog zo klein was. Ik hield van de Eerste Vrijdagen. Ik mocht van de school de Vader bijstaan bij het uitdelen van de Communie bij de bedlegerigen in de tehuizen. Op een dag rammelde Vr. Chris Polanki een volledig Mis af, samen met 6 commincanten, in 9 minuten, met alles erop en eraan. Of het erg spiritueel was, daar twijfel ik wel aan, maar voor ons duurde het alleszins langer om onszelf en het altaar te bekleden dan de tijd die nodig was om de Heilige Mis te op te dragen.

Mijn ouders hebben moeten vechten om mij en mijn twee oudere zussen de volledige katholieke schoolcyclus te doen volgen. Met mijn ervaringen in de, toen nog uitsluitend voor jongens middelbare school, kan ik vermoedelijk zo’n boek of twee schrijven. U zult uiteraard denken dat ik, met een dergelijke achtergrond, ongetwijfeld op het smalle en rechte pad bleef. Zo is diegene die mij leerde de Mis te dienen, nu de Bisschop van Austin, Texas. Neen, niet met zo mij, het leven werd voor mij voortdurend een uitdaging met een eeuwig verblijf in de biechtstoel.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

2. Grace [9/10]

°26 juli 2002 - †26 september 2002

Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.


Grace overlijdt

Gedurende de laatste week van haar leven kreeg Grace phébnobarbitalen. De crisissen werden langer en steeds frequenter. Met de medicijnen probeerden we haar te stabiliseren. Ze had ook mylanta nodig om de reflux te behandelen.

Twee dingen heb ik God gevraagd vooraleer Grace zou sterven. Ik heb gebeden dat ze vredig zou mogen gaan en dat mijn twee andere meisjes deze ogenblikken zouden mogen mee beleven. God heeft mijn gebed gehoord en meer dan verhoord... De week voor haar dood werden de crisissen frequenter en langer. Ze kreeg medicijnen om haar toestand te stabiliseren. Ik dacht dat het zou lukken.

We wenden aan grotere crisissen. Al wist ik verstandelijk best wel dat haar toestand fataal was, nooit liet ik de hoop varen, "ze was een mirakelkind." De nacht voor haar overlijden was ik de ganse nacht op met haar omdat ze constant ademhalingsstilstanden had. Ik was heel rustig, heb zelfs mijn man niet gewekt. Ik las in de bijbel en sliep met Grace op mijn borst. Ik las psalm 23 samen met haar. Ik voelde me in vrede. De volgende morgen kwam mijn man en we wisten dat het niet goed ging. Onze dochters hebben haar een knuffel gegeven om tot ziens te zeggen. Ik heb hen naar de bushalte gebracht. Toen ik terug kwam leek Paul erg ongerust. We gaven Grace een badje, ze had die altijd geapprecieerd. Ik heb haar aangekleed en ingesmeerd met een speciale lavendelcrême. Mijn ouders zijn gekomen en brachten de eucharistie mee en we hebben haar gezegend. Het was tien uur. Precies het ogenblik van haar twee maanden, en we hebben "gelukkige verjaardag" voor haar gezongen. Ik heb haar continu gedragen en ze moet heel zachtjes heen gegaan zijn korte tijd daarna. Ik merkte dat ze niet meer ademde, maar dacht dat haar hartje nog altijd klopte ... ze was nog altijd warm. Mijn papa dacht dat ze overleden was, maar ik geloofde hem niet. De verpleegster van het tehuis is gekomen en vroeg of ze Grace mocht beluisteren. En toen zei ze dat het haar speet. Ik kon het niet geloven... Ik was in de keuken en zei mijn man dat Grace heen gegaan was. We hebben haar samen gedragen en hebben samen geweend. Mijn zussen, mijn schoonzus en mijn schoonbroers kwamen langs. De ploeg van het tehuis kwam: het was allemaal heel flou voor mij. Paul is de meisjes gaan halen in school en we hebben samen de tijd met Grace kunnen doorbrengen. De meisjes hebben haar gedragen en haar nogmaals tot ziens gezegd. Het was niet angstaanjagend ... het was prachtig. We hebben haar in een doopkleed gekleed. En we hebben haar allemaal gedragen. Ik dacht dat ik nooit van haar zou kunnen scheiden. We hebben haar lang bij ons gehouden.

Uiteindelijk heb ik gezegd dat de begrafenisondernemer mocht gebeld worden. Hij stuurde één van zijn medewerkers naar ons [het leek wel of ik met Jezus zelf sprak]. Hij sprak de liefste woorden die me uiteindelijk toelieten haar los te laten. Ik heb Grace aan Paul gegeven en Paul gaf haar aan die man. Zo rustig als hij gekomen was is hij weer vertrokken. Paul, de meisjes en ik zijn in onze boomhut gegaan om alleen te zijn. Ik heb geweend en geweend.

Grace overleed op donderdag 26 september 2002. Op zaterdag 28 september werd ze begraven. Op mijn verjaardag. Gedurende de zwangerschap had ik veel over haar begrafenis nagedacht omdat we niet gedacht hadden veel tijd met haar te kunnen doorbrengen. We hadden teksten en muziek met de priester uitgekozen. We hadden twee grote posters gemaakt met allemaal foto’s van haar. Allemaal foto’s van mensen die Grace droegen. Op iedere foto glimlachen de mensen. De kerk was overvol. Ik denk niet dat ik ooit zal weten hoeveel mensen er in de kerk waren. Het belangrijkste wat de priester zei was een zin van mijn man: "wij hebben de makkelijke weg gekozen, wij hebben van Grace gehouden." De priester zei ook dat we gedurende 9 maanden geweten hadden dat deze dag zou aanbreken, maar dat we besloten hadden Grace lief te hebben, wat er ook zou gebeuren.

Vertaling: Christine

3. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 19]

De drie herderskinderen en hun families

En het boek Deuteronomium laat ons geen enkele twijfel achter: "Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad." [Deut. 6: 6-9] In deze woorden zullen de ouders en de kun kinderen hun eeuwig geluk vinden: "Hadden ze altijd maar zo’n verlangen om mij te vereren en mijn geboden na te leven: voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan." [Deut. 5: 29]

Deze woorden omschrijven nauwkeurig de opdracht die God heeft toevertrouwd aan de ouders in de opvoeding van hun kinderen. De ouders zijn de eerste opvoeders van de kinderen. Het is in hun vaders arm en hun moeders schoot, wanneer ze nog onschuldig zijn, dat de kleine kinderen de Heilige naam van God moeten leren uitspreken en hun zuivere handen in gebed naar de Hemel moeten richten, kinderlijk moeten leren lachen naar het beeld van hun Hemelse Vader en hun Hemelse Moeder.

Het zijn de ouders die hun kinderen moeten leiden op het rechtvaardige pad van Gods Wet en hen toevertrouwen, in overeenstemming met hun middelen en omstandigheden, aan bekwame leraars die hen niet wegleiden van het pad waarop ze geplaatst zijn. Wat is anders het voordeel van een grote kennis als ze hiermee hun onsterfelijke zielen verliezen? Door hun ziel te verliezen, verliezen ze alles, omdat ons leven hier op aarde in een flits voorbijgaat, terwijl de eeuwigheid onveranderlijk in ons verblijft?

Ongetwijfeld is de menselijke wetenschap, met al de kennis die ze bevat, goed, vooral wanneer ze door wijze mensen gestuurd wordt, om de grootsheid van de kracht, de wijsheid en de goedheid der kennis ons een diepe menselijkheid bijbrengt, zodat we er ons van bewust worden dat zelfs, na zoveel moeite en studie, de meest geleerde mensen er steeds nog niet in zijn geslaagd om zelfs één van de ontelbare schoonheden te begrijpen die van de almachtige, scheppende handen van de Heer komen.

Vertaling: Chris De Bodt

4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 136]

Schrift 1

306. Ik heb God gebeden mij de genade te verlenen dat mijn natuur bestand zou zijn en sterk genoeg tegen de invloeden die mij soms van de geest van de regel en kleine voorschriften willen verwijderen, het zijn immers kleine roofwormpjes die in ons het innerlijk leven willen vernietigen, en ze vernietigen het zeker als de ziel niet bewust is van deze lichte fouten en hen verwaarloost omdat het kleine dingen zijn. Ik zie dat in het religieuze leven niets klein is. Het heeft geen belang dat ik mij aan ongemakken en kwaadwillige toespelingen blootstel, als mijn geest maar in overeenstemming is met de geest van de regels, de geloften en de kloosterstatuten.

O mijn Jezus, heerlijkheid van mijn ziel, Gij kent mijn verlangens, ik zou mij voor de menselijke blikken willen verbergen opdat ik al levend zou zijn als leefde ik niet. Ik wil zuiver leven zoals een veldbloem, ik wil dat mijn liefde steeds naar U gekeerd is zoals een bloem die zich altijd naar de zon richt. Ik verlang dat de geur en de frisheid van de bloem van mijn hart U altijd uitsluitend toegewijd blijven. Ik wil onder Uw goddelijke blik leven, want Gij alleen zijt mij genoeg. Ik vrees niets wanneer ik met U ben, Jezus, want niets kan me schaden.

307. + 1934. Eens tijdens de Vasten zag ik boven de kapel en boven ons huis een grote klaarte en een grote duisternis. Ik zag de strijd tussen de twee machten...

308. 1934. Witte Donderdag. Jezus zegt mij: "Ik verlang dat ge een akte van opoffering doet van uzelf voor de zondaars en in het bijzonder voor de zielen die het vertrouwen in de goddelijke Barmhartigheid verloren hebben."

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 136]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 2

Maar wie zal ooit begrijpen hoe dit vuur indringt zonder de mens te raken zoals het aardse vuur, onrechtstreeks en doorheen zijn stoffelijk omhulsel, maar inwerkt op de innigste substantie, dit hevige en wonderbaar efficiënt vuur die de ziel in haar intiemste plooien treft en tot in de banden met de geest: Usque ad divisionem animae et sprirtus. [Heb 4,12] Dit vuur dat geen vlek nalaat, onsterfelijk vuur dat de kleinste zwakheden van het schepsel ontwaart, stilstaand vuur, zoals de profeet het noemt, dat drukt op de schuldige ziel, ze aantast en overvalt zonder enige rust, waarvan de wrangheid en de vurigheid geen verzachting of uitstel kennen en dat de kinderen van Levi beproeft als goud en zilver in de oven: Sedebit conflans et purgabit filios Levi et colabit eos quasi aurum et argentum. [Malach 3:3].

Hier op aarde is de pijn onregelmatig. De koorts is niet altijd even hoog. De slaap onderbreekt de klachten van de zieke. Hij kan zich draaien en keren op zijn lijdensbed en zich ontspannen in een gesprek met vrienden. Maar het vuur in het Vagevuur brandt zonder ophouden en zonder rust. Deze zielen voelen op elk moment al de druk en de hevigheid van een pijn die geen minuut, geen seconde ophoudt.

Iemand moest een zware operatie ondergaan en weigerde in slaap te worden gedaan. Ze leed zonder zuchten, de blik op de afbeelding van Jezus Christus. De ingreep duurde vijf minuten. Eens gedaan zei ze: "Het leek een eeuw te duren." Zoals bekend is dat een felle vreugde de wegvliegende uren doet vergeten kan begrepen worden dat een felle pijn van een minuut de indruk laat een eeuw te duren. Als dat zo is, als in het Vagevuur de minuten jaren duren en de jaren eeuwen, wat dan om in die sombere gevangenis jaren zo niet tot het einde der tijden te verblijven.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

6. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [21/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 48]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

Het onderzoek van rechter Grimaud

Zie hoe M. Peytieu de tussenkomst van François Grimaud voorstelt: "Tot einde juli kende de herderin de naam van de Dame niet en ze had gehoorzaamd zonder haar te vragen wie ze was, totdat een vroom iemand [de heer Grimaud, rechter van de streek] het nodig achtte als zijn taak om zich te vergewissen over de waarheid van deze verschijningen."

Hier begint het verhaal van Grimauds, officieel document: "Volgens het als rechter van de vallei van de Avançon gekregen advies, achtte ik me verplicht vanwege de plichten van mijn ambt en de glorie van God, trachten te weten wat er gaande was en apart met onze herderin te praten. Daarvoor trek ik naar de beruchte plek in Saint-Etienne begin augustus 1664. Daar ze afwezig was vanwege het schapen hoeden op de gewone plek laat ik haar roepen. Bij haar aankomst nam ik haar apart: ik vond ze heel redelijk, met een oprecht humeur en niet in staat om dingen uit te vinden. Ik ondervroeg haar in het bijzonder over al wat ik had gehoord. Ik beschreef zelf het kwaad dat ze zou verrichten door onbestaande dingen te vertellen. Na mijn verschillende berispingen over deze belangrijke dingen en, indien ze er niet toe verplicht werd door een ander, bevestigde ze al het voorgaande [de gehoorde feiten] met een ongeziene overtuiging en veel plezier. Ze getuigde ook [ik zag het op haar gezicht] dat ze een ongeëvenaarde vreugde en voldoening beleefde aan die verschijning, zonder erdoor verward te raken."

Grimaud was ingelicht over de visioenen, want hij had deelgenomen aan een onderzoek waarbij het meisje beticht werd van huichelarij. Bij Benoîte heeft hij te doen met een overtuigende, oprechte getuige die het zachte licht van haar visioenen uitstraalde. Hij aarzelt niet om zijn ondervraging door te zetten en te trachten de mysterieuze bezoekster te identificeren: het is hem een plicht waarin de eer van de godsdienst op het spel staat.

Vertaling: Broeder Jozef

8. Het sacrament van de Verzoening [deel 19]

Slotwoord van Anne Van Der Sloten

Wat Moeder Maria ons vraagt

Moeder Maria roept ons overal waar ze verschijnt op om veel te bidden, altijd te bidden. Het gebed moet ons leiden naar onze bekering en die van onze medemensen. Door het gebed kan zij ons helpen te werken aan deze bekering. We hebben het sacrament van de biecht op allerlei manieren onder de loep genomen. En bent u het niet met mij eens dat we daar een fantastische schat hebben gekregen?

In de boodschap van 25 mei 2011 krijgen we eens te meer een oproep van haar om te streven naar heiligheid.

"Lieve kinderen! Mijn gebed vandaag is voor u allen die naar de genade van de bekering zoeken. U klopt op de deur van Mijn Hart, maar zonder hoop en gebed, in zonde, en zonder het Sacrament van de Verzoening met God. Laat de zonde en beslis, kleine kinderen, voor heiligheid. Enkel op deze wijze kan Ik u helpen, uw gebeden aanhoren en tussenkomst zoeken voor de Almachtige. Dank om gehoor te hebben gegeven aan Mijn oproep!"

Dit is niet te hoog gegrepen zoals velen denken. Het is de roeping van ons allen. Door het werken aan onze heiligheid kan het aanschijn van de wereld vernieuwd worden, daar moeten we ons van bewust worden/zijn. Zoals door Maria God mens werd, zo kan dit door ons ook gebeuren als wij streven naar deze heiligheid [betekent "heel zijn" beeld van God zijn]

Maria reikt ons daarvoor de vijf stenen aan:
  • Maandelijkse biecht [om gevoeliger te zijn op punten waar het soms fout loopt en waar we kunnen/moeten aan werken en om ons te beschermen tegen aanvallen van de duivel]
  • Gebed [om sterkte en inzicht te krijgen in onze strijd naar heiligheid o.a.]
  • Eucharistie [om gevoed te worden met Zijn Lichaam en Zijn Woord en zo sterker te staan]
  • Lezen in de bijbel [om het Woord van God te kennen en toe te passen en zo in ons Mens te laten worden]
  • Vasten [om boete te doen, maar vooral om ons sterker te maken om echt "vrij" te zijn ten opzichte van de verleidingen van de wereld.
Deze vijf stenen hebben elkaar nodig om in stand te blijven, om ons gebouwtje van heiligheid stevigheid te geven. Het één kan niet zonder het ander.[zie ook de uitleg op dit blog bij "De vijf pijlers"]

In de boodschap van 25 maart 1987 zegt Maria ons duidelijk waar we aan moeten werken: "Lieve kinderen! Vandaag wil ik jullie bedanken voor jullie aanwezigheid op deze plaats, waar ik bijzondere genaden geef. Ik roep ieder van jullie op dat jullie van nu af het leven gaan leven, dat God van jullie wil en dat jullie goede daden zullen doen van liefde en barmhartigheid. Ik wil niet, lieve kinderen, dat jullie de boodschappen beleven en dat jullie de zonden, waar ik niet van hou, begaan. Daarom, lieve kinderen, wil ik dat ieder van jullie het nieuwe leven leeft, zonder alles te doden wat God in jullie heeft geschapen en wat Hij jullie geeft. Ik geef jullie mijn bijzondere zegen en blijf bij jullie op jullie weg der bekering. Bedankt dat jullie aan mijn oproep gehoor hebben gegeven."

Moeder Maria zegt ons ook duidelijk haar steun toe: "Ik geef jullie mijn bijzondere zegen en blijf bij jullie op jullie weg der bekering."

We moeten het niet alleen doen.

Pater Slavko legt ons in "Geef mij je gewonde hart" uit hoe we hier het beste kunnen gestalte aan geven: Dikwijls heeft mij de vraag gekweld: Wat is de grootste zonde?

Alle zonden en problemen worden veroorzaakt door het gebrek aan liefde. Als de liefde ontbreekt staan wij open voor al het kwaad. Alle oorlogen, alle conflicten in de gezinnen, alle ongerechtigheden, moorden, abortussen, zijn het gevolg van een gebrek aan liefde tegenover het leven en de Schepper van het leven. Dat betekent: Het gebrek aan liefde is de grootste zonde.

God heeft niet alleen in het menselijk hart de gave van de liefde als zaad neergelegd maar ook het diepe verlangen om bemind te worden en door anderen geaccepteerd te worden. Niemand is er onverschillig voor of hij bemind wordt of niet.

Bij het doopsel is ons het goddelijk zaad van de liefde, het geloof en de hoop gegeven. God heeft de bodem van het hart gereinigd, zodat dit zaad kan groeien en zich kan ontwikkelen. Bijgevolg kunnen wij alleen dan het evenbeeld van de Vader worden, als wij alles doen waardoor dit zaad zich in ons kan ontwikkelen. Doen wij dit echter niet, dan blijven de liefde, het geloof en de hoop onontwikkelde zaden.

Wordt het zaad van de liefde niet ontwikkeld, dan is dit de oorsprong van alle zonden, van alle noden en van alle psychische verwoestingen en verwondingen. Als men niet dagelijks moeite doet om de liefde te doen groeien, dan is de geestelijke dood reeds begonnen.

Voor de mens is het belangrijkste, dat hij vol enthousiasme het eigen groeien in de liefde bevordert. Dan zal hij alles doen om de gaven van de liefde voor zichzelf, voor God en de naasten, evenals voor alle schepselen tot volmaaktheid te laten rijpen. Dan zal hij proberen om zich met grote standvastigheid van alles te distantiëren wat hem hindert om te groeien in zijn liefde. Want zolang de eigen liefde afhankelijk is van de liefde van anderen is ze onrijp. Als wij slechts in die mate beminnen waarin wij bemind worden, dan is onze liefde van bepaalde voorwaarden afhankelijk. Dan onderscheidt zij zich niet van de liefde van de heidenen, die diegenen alleen beminnen waardoor zij worden bemind en aan diegenen iets uitlenen van wie zij iets terug verwachten.

Wie enthousiast is voor de liefde en zich ervoor inspant, zal in staat zijn tot de mooiste daden in de wereld en tot de enige ware en succesvolle strijd tegen de verwoesting en vernietiging, dus tegen de zonde. Dan kunnen wij ons voorstellen, dat alle oorlogen beëindigd, alle hongerigen verzadigd, alle zieken menswaardig opgenomen en genezen worden, dat alle uitgestotenen iemand vinden die hen opneemt, dat alle vervolgden in hun vrijheid geacht worden, dat alle treurenden blij en alle gewonden genezen worden.

Dat alles kan de liefde tot stand brengen. Als wij hier niet van overtuigd zijn en er niet eens van durven dromen, dan is dat weer een teken dat wij niet eens vermoeden wat de liefde kan volbrengen. Die liefde die in onze harten geplant is, zoals de heilige Paulus ons leert: "De liefde van God is uitgestort in onze harten!" [Rom 5: 5]. Als de liefde van God niet in onze harten is, zullen alle moeiten [zowel de uiterlijke als de innerlijke] de mens verstrikken. Daarom is ook de zonde het grootste gevaar. Want ongeacht welke zonde het ook is, zij verstikt altijd de liefde in het hart van de mens."

Dit is een mooie samenvatting is waar het allemaal om draait. Laat ons de beslissing nemen om er vandaag nog aan te beginnen mocht dit nog niet het geval zijn!

Anne Van Der Sloten

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 265]

Josephus Flavius

Dat was de situatie waarin Tiberias verkeerde. In Gisala stonden de zaken er echter als volgt voor: toen Johannes, de zoon van Levi, zag dat een aantal burgers heel opgetogen was over hun opstand tegen de Romeinen, deed hij zijn best om hen te kalmeren en smeekte hij hen om hen trouw te blijven. Hoewel hij zijn uiterste best deed, lukte het hem niet om zijn doel te bereiken. De mensen uit de omgeving van Gadara, Gabara en Sogana brachten samen met de bewoners van Tyrus een grote troepenmacht op de been, vielen Gisala aan, namen het met geweld in en staken het in brand. Vervolgens maakten ze de stad met de grond gelijk en keerden ze weer naar huis terug. Johannes was daar zo woedend over dat hij al zijn mannen bewapende en de eerdergenoemde mannen aanviel. Daarna herbouwde hij Gisala, beter dan het was en versterkte de stad met muren, als een zekerheid voor de toekomst.

Gamala echter volhardde in haar trouw aan de Romeinen om de volgende reden: Philippus, de zoon van Jacimus, die onder koning Agrippa hun commandant was geweest, had het er, tegen alle verwachtingen in, levend afgebracht toen het koninklijke paleis in Jeruzalem werd belegerd. Na zijn vlucht was hij in een andere gevaarlijke situatie terechtgekomen. Hij liep het gevaar dat hij door Menahem en zijn terroristen vermoord zou worden. Enkele Babyloniërs, die aan hem verwant waren en op dat moment in Jeruzalem verbleven, verhinderden de terroristen echter om hun plan ten uitvoer te brengen. Philippus bleef nog vier dagen in Gamala en op de vijfde dag vluchtte hij. Hij vermomde zich met een pruik, zodat hij niet herkend werd. Nadat hij in een van de dorpen, die onder zijn bewind vielen, was aangekomen, een dorp dat in de buurt van de burcht van Gamala lag, stuurde hij een bericht aan een aantal onderdanen, met de opdracht dat zij zich bij hem moesten vervoegen. Gelukkig voor hem verhinderde God zijn plan. Als dat niet was gebeurd was hij ongetwijfeld omgekomen. Hij kreeg namelijk meteen een koortsaanval en schreef toen een brief aan Agrippa en Berenice, die hij aan een van zijn vrijgemaakte slaven gaf om hem naar Varus te brengen, die op dat moment procurator over het koninkrijk was. De koning en zijn zuster hadden dat aan Varus toevertrouwd, omdat zij zelf naar Berytus waren vertrokken om Gessius te ontmoeten.

Toen Varus die brief van Philippus had ontvangen en had begrepen dat hij het er levend van af had gebracht, was hij zeer onaangenaam verrast, omdat hij dacht dat de koning en zijn zuster, nu Philippus was aangekomen, van zijn diensten geen gebruik meer zouden maken. Daarom beschuldigde hij de brenger van de brief ten overstaan van het volk ervan dat hij die had vervalst en dat hij gelogen had toen hij vertelde dat Philippus in Jeruzalem was en samen met de Joden tegen de Romeinen vocht. Hij liet hem ter dood brengen. Toen die vrijgelatene van Philippus niet terugkwam, vroeg hij zich af wat de reden van zijn oponthoud zou kunnen zijn en stuurde daarom een tweede boodschapper met een brief, met de opdracht om hem bij zijn terugkeer op de hoogte te stellen van wat er met de andere koerier, die hij eerder had gestuurd was gebeurd en waarom hij zolang op zich liet wachten. Varus beschuldigde deze boodschapper, na zijn aankomst, er ook van dat hij loog en liet hem eveneens afmaken.

Hij was verwaand geworden door de Syriërs die in Cesarea verbleven en koesterde grote verwachtingen. Die Syriërs hadden namelijk gezegd dat Agrippa door de Romeinen gedood zou worden als represaille voor de misdaden die de Joden had begaan, en dat hij dan, als afstammeling van hun koningen, zelf het bestuur zou overnemen. Iedereen beaamde Varus’ koninklijke afkomst om dat hij een afstammeling van Sohemus was, die viervorst was geweest in de streek rond Libanus. Dat was de reden dat hij zo verwaand was en de brieven voor zichzelf hield. Hij zag ook kans om ze de koning niet onder ogen te laten krijgen, door alle toegangen de laten bewaken, zodat niemand kon ontsnappen om de koning op de hoogte te brengen van wat er was gebeurd. Bovendien liet hij, om de Syriërs uit Cesarea een genoegen te doen, een groot aantal Joden ter dood brengen.

Hij was ook van plan om zich aan te sluiten bij Trachonieten in Batea, samen met hen de wapens op te nemen en een aanval te ondernemen op de Babylonische Joden [want daar gingen ze voor door] die zich in Ecbatana bevonden. Daarom liet hij de twaalf dapperste Joden uit Cesarea bij zich komen en beval hen naar Ecbatana te gaan en hun landgenoten die daar woonden het volgende te vertellen: "Varus heeft gehoord dat jullie van plan zijn om tegen de koning op te rukken, maar omdat hij dat verhaal niet gelooft, heeft hij ons gestuurd om jullie te overreden om de wapens neer te leggen. Als jullie daartoe bereid zijn zal dat voor hem een teken zijn dat hij er goed aan heeft gedaan om geen geloof te hechten aan de mensen die dat praatje over jullie hebben rondgestrooid." Hij droeg hen ook op om zeventig van hun belangrijkste mensen te sturen om zich te verdedigen tegen aanklacht die over hen was ingediend.

Nadat de twaalf boodschappers aangekomen waren bij hun landgenoten in Ecbatana, merkten ze dat die helemaal niet van plan waren om in opstand te komen. Zij haalden hen over om die zeventig mannen te sturen. Zonder enig vermoeden wat hen te wachten stond stuurden zij hen. In gezelschap van twaalf afgezanten daalden die zeventig mannen af naar Cesarea. Daar trok Varus hen tegemoet met de strijdkrachten van de koning en slachtte hen allemaal af, samen met de twaalf afgezanten, waarna hij een krijgstocht tegen de Joden van Ecbatana ondernam. Een van de zeventig was echter ontkomen en haastte zich om de Joden van hun komst te verwittigen. Zij namen hun wapens op en trokken zich met hun vrouwen en kinderen terug in de burcht van Gamala. Hun dorpen lieten zij achter, vol met allerlei goederen en tienduizenden stuks vee.

Toen Philippus dat had gehoord trok hij ook naar de burcht van Gamala. Bij zijn aankomst juichte de menigte hem toe en wilde dat hij het bevel weer op zich zou nemen en ten strijde zou trekken tegen Varus en de Syriërs uit Cesarea, omdat er bericht was gekomen dat zij de koning hadden vermoord. Philippus suste echter hun geestdrift en herinnerde hen aan de weldaden die de koning hen had verleend. Hij maakte hen duidelijk hoe machtig de Romeinen waren en dat het niet in hun voordeel zou zijn om oorlog tegen de Romeinen te voeren. Uiteindelijk kon hij hen daarvan overtuigen.

Toen de koning echter over de plannen van Varus hoorde, die de tienduizenden Joden uit Cesarea, samen met hun vrouwen en kinderen binnen een dag wilde omsingelen, riep hij Equiculus Modius bij zich, en stuurde hem als vervanger van Varus daarnaar toe. Dat heb ik elders al verteld. Philippus bleef echter de burcht van Gamala en het omringende land bezet houden, dat daardoor trouw bleef aan de Romeinen.

Vertaling: Broeder Joseph

10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 91]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

De "profeet" Johannes begint zijn zending

Nergens door weerhouden, ging Johannes recht naar de mensen toe en sprak hun slechts van één zaak: de boetvaardigheid en de nabijheid van de Heer! Waar hij kwam stonden allen verbaasd en werden ernstig. Zijn stem was scherp als een zwaard, luid en streng en niettemin liefelijk, aangenaam! Met alle soort van mensen ging hij om zoals met kinderen. Overal ging hij recht door. Niets kon hem van zijn doel af­leiden. Hij zag nergens naar om en had niets nodig.

Zo zag ik hem, terwijl hij door wouden en woestijnen liep, hier en daar groef, stenen voortwentelde, bomen wegruimde, rustplaatsen bereidde en de mensen, die hem met verbazing aanstaarden, tezamen riep, ja: uit hun hutten haalde, om hem bij zijn ar­beid te helpen. Ik zag hoe allen hem verstomd aanblikten en bewonderden, hoe hij zich nergens lang ophield en weldra op een andere plaats verscheen. Ik zag hem langs het Meer van Galilea gaan, rond Tarichea om en door het dal van de Jordaan zuidwaarts afzakken, daarna bij Salem afslaan, en opnieuw zuidwaarts, in de richting van Betel trekken, de woestijn [van Efron en Giba] doorkruisen en voorbij Jerusalem komen. In deze stad is hij van zijn leven niet geweest. Hij aanschouwde ze met droefheid en onder weegeklaag. Altijd doordrongen van zijn bestemming, bewust van zijn verantwoordelijkheid, ernstig, streng, eenvoudig en geestdriftig verkondigde hij slechts één zaak: boetvaardigheid! bereid u voor! De Verlossing is op handen, de Zaligmaker komt!

Daarna trok hij door het herdersdal [van Betlehem] naar zijn geboorteplaats. Zijn ouders waren dood, maar enige jongelingen, die van Zacharias' zijde aan hem verwant waren, werden zijn eerste leerlingen. Toen Johannes door Betsaïda, door Kafarnaüm en Nazareth kwam, zag de H. Maagd hem niet. Sedert Jozefs dood kwam zij weinig uit haar huis, doch mannen uit baar verwantschap hoorden zijn vermaningen en vergezelden hem ook wel een eindweg.

11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 98: Canis et Coluber [Hond en Slang]

Leo XII [1823-1829]

Echte naam: Annibale della Genga [Kasteel Lan Gena, Spoleto, 22 augustus 1760 - Rome, 10 februari 1829]

In het conclaaf van 1823, was hij de kandidaat van de "zelanti." Hij werd verkozen op 28 september.

Met Willem I sloot hij in 1827 een concordaat, dat slechts gedeeltelijk ten uitvoer werd gebracht.

Spoedig na zijn aanstelling tot Paus publiceerde hij Leo XII zijn encycliek "Quo Gravoria," waarin hij de vrijmetselarij en andere geheime genootschappen veroordeelt. Slang en hond kunnen voor geheime genootschappen symbool staan, maar Malachias profetie is weinig duidelijk.

Chris De Bodt

12. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

Profetie 2

Laat ons leren, mijn vrienden, in welke vorm de schaamteloze slang op aarde zal komen. Daar de Verlosser, in zijn wens om de hele mensheid te redden, geboren was uit een Maagd en in menselijke gedaante de vijand vernietigde met de heilige macht van zijn goddelijkheid, zal de vijand, die weet dat de Heer opnieuw in de glorie van Zijn goddelijkheid opnieuw zal uit de hemel neerdalen, hierover nadenken en de gehele mensheid verleiden alsof het zijn komst is.

Vertaling: Chris De Bodt


09-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 juni 2011
9 uni 2011

1. Medjugorje: De IIPG
[International Internet Prayer Group] [Deel 28]

Justo Antonio Lo Feudo

Nu begin ik te begrijpen waarom Vicka zegt dat iedereen in de Hemel er uitziet als een dertigjarige. Ik ken jullie ouderdom allemaal niet, maar voor mij zijn jullie allemaal jonge mensen. Het enige verschil, en maar goed ook, is het verschil in persoonlijkheid. Geloof me, ik hou van u allen. Ik herinner mij hog heel goed die vierde juli, toen ik na het lezen van Nedjo’s bekeringsverhaal, een andere boodschap kreeg, met als titel "heel slecht nieuws" en hoe ik begon te wenen, maar daarna ook de vrede voelde die ik ontving. We zijn waarachtig allen broers en zussen en achter deze internet groep zit een goddelijk ontwerp, onder de leiding van Onze Lieve Vrouw.

Het spijt me voor mijn lang verhaal, maar ik was u mijn bekering schuldig. Ik bedoel: het begin, want het verhaal blijft nog altijd doorgaan. Enkel nog een laatste vraag: bid alstublieft voor mijn voornemens om priester te worden. Op dit ogenblijk doe ik mijn studies als seminarist bij de Dominicanen en uiteraard ontving ik mijn roeping in Medjugorje. Bescherm de groep [door het vasten en het gebed].

Al mijn dankbaarheid gaat uit naar Ana en ieder van u voor wat u doet. God zegene u.

Justo Antonio Lo Feudo uit Argentinië

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

2. Grace [8/10]

°26 juli 2002 - †26 september 2002

Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

Naar huis

Na één maand zuigelingenafdeling hebben we Grace thuis gebracht. In het begin joeg het idee haar thuis te brengen me schrik aan. Ik drong aan dat ons al het nodige materiaal geleverd zou worden, toestellen die haar bewaakten, zuurstofflessen, enz om ons huis een beetje in een ziekenhuis te veranderen. We wensten een full time verpleegster. Ik was heel angstig. De eerste nacht hadden we een medische hulpverlener thuis. Maar al snel hebben we die wandelen gestuurd, want eigenlijk hadden we die niet nodig.

Paul en ik zagen snel in dat wij al wisten wat we moesten doen met Grace omdat we dat al allemaal kenden vanuit het ziekenhuis. We hadden haar daar ook al verzorgd, gevoed en bewaakt. De verpleegsters hadden ons alles geleerd. Het enige wat we moesten doen, was hetzelfde, maar nu thuis in onze living. De oxymeter voor de pols maakte ons gek met zijn geluiden gedurende gans de nacht. Dat heeft een viertal dagen geduurd, toen hebben we hem afgezet.

Het mooiste van thuis te zijn was dat we een echt gezin vormden. Ik was de mama van Grace thuis. Haar zusjes leerden haar kennen. Voor hen was het moeilijk in het ziekenhuis. Het leek allemaal zo erg op de situatie met een gewone pasgeborene thuis. De enige verschillen waren dat we haar met een sonde voedden en dat ze af en toe vergat te ademen.

We begonnen ons meer en meer op ons gemak te voelen. Ik waakte gedurende de nacht et we hadden samen zoveel rustige periodes. Ik sliep op de zetel met haar op mijn borstkas. We keken naar de maan en de sterren aan de hemel. Het was magisch...

Er kwam veel bezoek: iedereen wou "Amazing Grace" dragen. Naarmate de weken vorderden werden de crisissen en de apneus intenser. We wenden eraan. We hebben haar meegenomen naar oma, naar de supermarkt, naar het park en we maakten wandelingen in de wijk. We probeerden de tijd zo normaal mogelijk door te brengen. Maar ze werd zieker en zieker. Ze had wat gewicht bijgewonnen en was zo schattig. Ze genoot van het badje dat haar oma haar gaf. Ze was echt een zonnetje.

Een tehuis in de buurt bood veel steun. We kregen een verpleegster te onzer beschikking 24/24 en 7 dagen op 7. Ze kwam zo vaak ik het vroeg. Bovendien was er ook een religieuze te onzer beschikking, een diëtiste en een psycholoog. We beseften dat we het best goed deden. We wensten dat alles zo normaal mogelijk verliep [we hebben weinig speciale medische ondersteuning nodig gehad]: wij waren de verpleegkundigen. Eenmaal per week kwam er een vrijwilligster zodat ik wat tijd aan mijn twee andere meisjes kon besteden.

De weken werden maanden en we gingen dromen dat Grace misschien één van de tien procent baby’s zou zijn die overleven... Ik begon me te bevragen over chirurgische interventies en ik sprak met een mama van een trisomie 18 kindje dat inmiddels zes jaar was. Ik was klaar voor een lange tocht. Wat het ook zou kosten, ik zou het doen.

Grace was een kind dat slechts één ding vroeg: haar vast houden en haar beminnen. Zij was rustig en niets eisend. Een oh zo fragiel schepseltje. Ze had prachtige blauwe ogen en een heel zacht huidje. Als we Grace vast hielden hadden we de indruk een engeltje vast te hebben.

We hebben onze pediater één enkele maal bezocht en dat was goed gegaan. We hadden het over de crisissen: hij was heel voorzichtig.

Vertaling: Christine

3. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 18]

De drie herderskinderen en hun families

En het boek Deuteronomium laat ons geen enkele twijfel achter: "Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad." [Deut. 6: 6-9] In deze woorden zullen de ouders en de kun kinderen hun eeuwig geluk vinden: "Hadden ze altijd maar zo’n verlangen om mij te vereren en mijn geboden na te leven; voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan." [Deut. 5: 29]

Deze woorden omschrijven nauwkeurig de opdracht die God heeft toevertrouwd aan de ouders in de opvoeding van hun kinderen. De ouders zijn de eerste opvoeders van de kinderen. Het is in hun vaders arm en hun moeders schoot, wanneer ze nog onschuldig zijn, dat de kleine kinderen de Heilige naam van God moeten leren uitspreken en hun zuivere handen in gebed naar de Hemel moeten richten, kinderlijk moeten leren lachen naar het beeld van hun Hemelse Vader en hun Hemelse Moeder.

Het zijn de ouders die hun kinderen moeten leiden op het rechtvaardige pad van Gods Wet en hen toevertrouwen, in overeenstemming met hun middelen en omstandigheden, aan bekwame leraars die hen niet wegleiden van het pad waarop ze geplaatst zijn. Wat is anders het voordeel van een grote kennis als ze hiermee hun onsterfelijke zielen verliezen? Door hun ziel te verliezen, verliezen ze alles, omdat ons leven hier op aarde in een flits voorbijgaat, terwijl de eeuwigheid onveranderlijk in ons verblijft!

Ongetwijfeld is de menselijke wetenschap, met al de kennis die ze bevat, goed, vooral wanneer ze door wijze mensen gestuurd wordt, omdat de grootsheid van de kracht, de wijsheid en de goedheid der kennis ons een diepe menselijkheid bijbrengt, zodat we er ons van bewust worden dat zelfs, na zoveel moeite en studie, de meest geleerde mensen er steeds nog niet in zijn geslaagd om zelfs één van de ontelbare schoonheden te begrijpen die van de almachtige, scheppende handen van de Heer komen.

Vertaling: Chris De Bodt

4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 135]

Schrift 1

302. + O eeuwige Liefde, ik verlang dat alle zielen die Gij geschapen hebt U kennen. Ik zou graag priester worden en zonder ophouden over Uw barmhartigheid willen spreken tot de zondige zielen die in wanhoop ondergedompeld zijn. Ik wou graag missionaris zijn en het licht van het geloof brengen in de wilde landen om U aan de zielen te leren kennen, en voor hen geslachtofferd, als martelares sterven, zoals Gij voor mij en voor hen gestorven zijt. O Jezus, ik weet heel goed dat ik priester, missionaris, predikant kan zijn, dat ik de marteldood kan sterven door mij geheel te ontledigen en mezelf geheel te verloochenen uit liefde tot U, Jezus, en tot de onsterfelijke zielen.

303. Grote liefde kan kleine dingen omvormen tot grote en alleen de liefde geeft waarde geeft aan onze daden. Hoe zuiverder onze liefde wordt, hoe minder het vuur van het lijden in ons moet verteren zodat het lijden dan voor ons ophoudt lijden te zijn. Zo wordt het voor ons een zaligheid. Door Gods genade heb ik nu deze ingesteldheid van hart ontvangen zodat ik nooit zo gelukkig ben als wanneer ik lijd voor Jezus die ik met elke hartslag liefheb.

Toen ik op een zekere dag een groot lijden meemaakte, heb ik mijn werk in de steek gelaten om bij de Heer te gaan en Hem te bidden om mij Zijn kracht te schenken. Na een zeer kort gebed, ben ik vol vuur en vreugde terug naar mijn taak gegaan.

Toen zei één van de zusters mij: "Gij moet vandaag veel vertroostingen hebben, zuster, want gij zijt zo stralend; God zend u zeker geen enkel lijden, maar alleen maar vertroostingen". Ik antwoordde: "Gij vergist u erg, zuster, want het is juist wanneer ik veel lijd dat mijn vreugde het grootst is, wanneer ik minder lijd is mijn vreugde ook geringer." Toch liet die ziel mij verstaan dat ze mij daarin niet begreep. Ik heb geprobeerd het haar uit te leggen: dat wanneer wij veel lijden hebben, we een mooie gelegenheid om aan God te tonen dat wij Hem beminnen, wanneer wij weinig lijden hebben we maar weinig mogelijkheden om Hem onze liefde te betonen, en wanneer wij niet lijden, dan is onze liefde groot, noch zuiver. We kunnen door Gods genade bereiken dat voor ons het lijden in heerlijkheid verandert: in zuivere zielen kan de liefde dat bewerken."

304. + O mijn Jezus, mijn enige hoop, ik dank U voor dit boek dat Gij voor de ogen van mijn ziel geopend hebt. Dit boek is uw lijden dat Gij verduurd hebt uit liefde tot mij. In dat boek heb ik geleerd God en de zielen te beminnen. In dat boek zijn voor ons onuitputtelijke schatten besloten. O Jezus, hoe weinig zielen begrijpen U in Uw lijden uit Liefde. O hoe groot is het vuur van de zuiverste liefde dat in Uw heilig Hart brandt. Zalig de ziel die de liefde van het Hart van Jezus begrepen heeft.

305. Het is mijn grootste verlangen dat de zielen weten dat Gij hun eeuwig geluk zijt, dat ze in Uw goedheid geloven en Uw oneindige barmhartigheid verheerlijken.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 135]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 2

Hier rijst een vraagstuk met een lastige oplossing: kan een stoffelijk vuur een invloed uitoefenen op zielen, van hun lichamen gescheiden of op zuivere geesten? Dit is volgens ons een mysterie van Gods rechtvaardigheid, een geheim dat de menselijke rede nooit zal kunnen onthullen. Al wat de theologie ons over het Vagevuur leert is dat het stoffelijk vuur niet gelijkt op de menselijke ziel, er geen substantieel verband mee heeft zoals de geest met het lichaam hier op aarde. Wanneer heiligen en beroemde Dokters ons vertellen dat de verdoemden en de zielen van het Vagevuur gehuld zijn in een kleed van vuur is dit een metafoor om het ons te doen inzien. Wat ook vaststaat is dat dit vuur, zoals sommige Dokters beweren, zich niet zal beperken tot een soort gevangenis of omheining rond de zielen die het pijnigt en uitzuivert, het zal hen niet alleen doen lijden door de tegenwerking van hun wil en door de hindernissen geplaatst op de vrije bloei van hun krachtig verstand en gevoelige gaven.

De waarheid is dat het vuur van het Vagevuur, hoewel lichamelijk, de ziel levendig zal treffen als een middel van Gods gerechtigheid. Dit is de gedachte die Sint Augustinus uitdrukt: Cur enim non dicamus, quamvis miris, tamen veris modis, etiam spiritus incorporeos posse poena corporali ignis affligi. Het zal dus rechtstreeks op de ziel inwerken. Sint Gregorius beweert nog duidelijker dezelfde gedachte door te zeggen: ‘Het is een zichtbaar en lichamelijk vuur dat in de ziel een onzichtbare gloed en pijn zal teweegbrengen’.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

6. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [20/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 47]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

Eerste apostolische zending

Gaillard voegt er nog dit bij: "De goede Moeder zei ze maar driemaal op en ze kent al alles van buiten met vers en gebed, wat het beste geheugen op zo korte tijd niet zou klaarspelen. Ze leert haar nog het gebed tot het Heilig sacrament, als vergiffenis, want de brave meid kende alleen maar het Onze Vader, het Weesgegroet en het Credo."

In zijn verslag aan de aartsbisschop van Embrun noteert Peytieu in 1672: "De Litanie die ze perfect kent werd haar aangeleerd door degene die ze als haar meesteres beschouwt die haar onderwijst, als de directrice die haar leidt en als de Moeder die haar verbetert, daar waar ze aarzelt over wat een ander haar aanleert. Zij die haar kenden voor dit begin geven toe dat de genade dit verstand heeft ontwikkeld, wat nochtans maar relatief ontvankelijk was."

Dus zou de Dame de herderin de Litanie aangeleerd hebben die door Mgr. D’Hugues dertig jaar eerder ingevoerd werd, op 16 maart 1638 in het officieel gezang van de kathedraal van Embrun, daar paus Clemens VIII de uitsluitende cultus van de Litanie van Lorette op 6 september 1601 had voorgeschreven. De Dame vraagt een dagelijks opzeggen in het avondgebed, onder voorwaarde dat de pastoor akkoord gaat. Het vurige antwoord van de dorpsmeisjes is op te merken, alsook hun volharden door M. Gaillard aangehaald in zijn verhaal van 1710, waarin hij verklaart dat ze nagebootst worden door deze van Avançon en Valserres: het is waar dat Laus toen ten volle in opmars was.

Dit feit bevestigt ons het ontoereikende godsdienstig onderricht van Benoîte, haar vriendelijke invloed op haar gezellinnen en de openheid van geest die de Dame teweeg brengt. De gaven van de tiener, tot dan onbenut, ontplooien zich snel en vertonen onverwachte mogelijkheden van beoordeling en moreel inzicht die haar biechtvaders bewonderen: een vaak welslagen van een gezond godsdienstig onderricht bij eenvoudige zielen van goede wil. Deze eerste openbare zending van Benoîte gaat ook stof doen opwaaien in de opinie en een officieel onderzoek uitlokken.

Vertaling: Broeder Jozef

8. Het sacrament van de Verzoening [deel 18]

Uittreksel uit het boek van Pater Slavko Barbaric: "Geef me je gewonde hart?"

De maandelijkse biecht

Laten wij dan tot Hem bidden: Jezus, ik verlang naar Uw Licht in mijn familie, in iedere ontmoeting met mijn medemensen. Ik wens Uw Licht op school, bij de studie, bij het werk. Jezus, ik verlang naar het Licht en U biedt Uzelf aan als het Licht. Ik wil nu mijn hart voor U openen. Jezus, in Uw tegenwoordigheid vraag ik me nu oprecht af: Hoe ziet het er in mijn leven uit? Ik zou mijn levensweg in Uw licht willen zien. Geef dat ik mijn leven door U begrijp. In Uw Licht vraag ik mijzelf: Jezus, waar zijt Gij in mijn leven? Hoe groot is mijn liefde tegenover God de Vader? Uw wens is het dat ik Hem boven alles lief heb!...Hoe is het met mijn liefde tegenover de naaste? Hoe zeer acht ik de gaven die U mij hebt geschonken? Jezus, ik ondervraag mijzelf in Uw tegenwoordigheid. Help mij in Uw Licht het ware antwoord te vinden. Hoe ziet het er met mijn gebed uit?...U, Jezus, wilde dat de Eucharistische ontmoeting met U het voedsel van mijn ziel zou zijn. In de heilige eucharistie zijt Gij altijd tegenwoordig. Ik vraag me af hoe ik de H. Mis heb bijgewoond. Vaak heb ik niet met mijn hele hart meegedaan en was een ontmoeting met U niet mogelijk. Jezus, in Uw tegenwoordigheid vraag ik me af hoe ik met de gaven van het verstand omga? Heb ik U geloofd en geprezen, heb ik U verheerlijkt of gebruikte ik mijn verstand om Uw Naam te lasteren of mijn medemensen pijn te doen? In Uw tegenwoordigheid vraag ik me af wat sigaretten, alcohol, overmatig eten en misschien ook drugs voor mij betekenen. In Uw tegenwoordigheid vraag ik mij af wat voor mij de televisie en de kranten betekenen. Hoe breng ik mijn kostbare tijd door? Ik vraag mij af wat voor mij Uw oproep betekent mijn ziel en mijn lichaam, evenals de ziel en het lichaam van mijn medemens, te eerbiedigen. Ik vraag me af welke waarde het menselijk leven voor mij heeft en of ik het ongeboren leven bescherm. Jezus, laat mij in Uw Licht ervaren wat Uw opdracht voor mij betekent, alle mensen te beminnen. In Uw tegenwoordigheid vraag ik me af of ik Uw plan voor mijn leven verwezenlijk, of ik met de gaven die U mij hebt gegeven, U en mijn medemensen dien. Heer, laat mij, verlicht door Uw Geest, het juiste antwoord op deze vragen vinden...

Laten wij een ogenblik stil zijn, laten wij luisteren naar ons hart, laten wij oprecht zijn voor onszelf. Niemand ziet ons: alleen God. In Zijn Licht zullen we de waarheid zien...

Anne Van Der Sloten

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 264]

Josephus Flavius

Dus toen Gessius was verslagen, zoals wij al hebben vermeld, kregen de meest vooraanstaande mensen uit Jeruzalem in de gaten, dat de terroristen en revolutionairen over grote hoeveelheden wapens beschikten. Ze waren bang dat zij, omdat zij geen wapens hadden, aan hun vijanden zouden worden overgeleverd, wat later ook gebeurde. Nadat ze ervan op de hoogte waren gesteld dat niet heel Galilea al in opstand tegen de Romeinen was gekomen, maar dat een deel van het land nog rustig was, zonden ze mij en twee andere priesters, Joazar en Judas, die een uitstekende reputatie genoten, naar die kwaadwillige mannen toe. Wij moesten hen overhalen om hun wapens neer te leggen. Het was ook de bedoeling dat wij hen duidelijk maakten dat het beter was ze om die wapens, voor de dapperste mannen van het land, achter de hand te houden, en dat het verstandig was als hun beste mannen hun wapens steeds gereed zouden houden met het oog op wat er zou kunnen gebeuren, maar dat ze wel eerst moesten afwachten wat de Romeinen zouden doen.

Nadat ik orders had gekregen om naar Galilea te gaan, trof ik daar de inwoners van Sepphoris aan in grote angst over hun stad. De Galileeërs hadden besloten om die te plunderen, vanwege hun vriendschap met de Romeinen en omdat zij trouw hadden gezworen aan Cestius Gallius, de gouverneur van Syrië en een verbond met hem hadden gesloten. Ik lukte mij echter om de angst voor de Galileeërs bij hen allemaal weg te nemen en overreedde de inwoners om hen vriendelijk te behandelen. Verder stond ik hen toe om zovaak zij wilden hun mensen, die in de Phoenicische stad Dora door Gessius krijgsgevangen werden gehouden, berichten te sturen. Ik kreeg echter in de gaten dat de inwoners van Tiberias klaar stonden om hun wapens op te nemen. Dat kwam door het volgende:

In die stad waren drie partijen. De eerste bestond uit verdienstelijke en weldenkende mensen. Julius Capellus was hun leider. Hij en al zijn metgezellen, Herodes de zoon van Miarus, Herodus de zoon van Gamalus en Compsus, de zoon van Compsus [Crispus, de broer van Compsus, die onder de grote koning Agrippa gouverneur van de stad was geweest, bevond zich op zijn landgoed aan de overzijde van de Jordaan], gaven dus allemaal te kennen, dat de stad trouw moest blijven aan de Romeinen en de koning. Pistus echter, die onder invloed stond van zijn zoon Justus, nam geen genoegen met dat besluit. Hij was zelf overigens een goede en deugdzame man. De tweede partij was daarentegen samengesteld uit uiterst verachtelijke lieden, die hadden besloten om het gevecht aan te gaan. Justus, de zoon van Pistus, die leider van de derde partij was, deed echter alsof hij twijfels had of hij al dan niet ten strijde moest trekken, maar in werkelijkheid hunkerde hij naar een revolutie, omdat hij dacht dat hij de macht zou kunnen grijpen, als de toestand zou veranderen. Daarom mengde hij zich onder de menigte en probeerde hen ervan te overtuigen dat de stad Tiberius altijd bij Galilea had behoord en dat die in de periode van de tetrarch Herodes, die haar had gebouwd, de hoofdstad was geworden en dat hij had verordend dat de stad Sepphoris zich moest schikken naar Tiberias; dat die ondergeschiktheid zelfs onder Agrippa de Oudere in stand was gebleven, totdat Felix procurator van Judea was geworden. Maar, vertelde hij hen, nu waren ze helaas door Nero ten geschenke gegeven aan Agrippa de Jongere en omdat Sepphoris zich aan de Romeinen had overgegeven, was dat de hoofdstad van Galilea geworden en dat zij de koninklijke bibliotheek en de archieven dus waren kwijtgeraakt. Nadat hij dat allemaal en nog veel meer ten nadele van Agrippa had verteld, om het volk tot opstand aan te zetten, voegde hij daaraan toe, dat het nu tijd was om de wapens op te nemen. Ze zouden zich als bondgenoten bij Galileeërs aan moeten sluiten en een grote troepenmacht bijeen moeten roepen om hen te straffen. De Galileeërs zouden hen waarschijnlijk het bevel laten voeren en waren nu zonder twijfel bereid om hen te helpen, uit haat tegen de Sepphorieten, die trouw waren gebleven aan de Romeinen. Met die woorden riep hij de menigte op ten strijde. Hij was namelijk heel goed in het afsteken van tirades voor het volk en wat zijn toespraken betrof konden zijn tegenstanders niet tegen hem op, hoewel wat zij hen aanraadden meer in hun voordeel was. Dat deed hij uiterst geslepen en bedrieglijk. Hij was goed op de hoogte van de Griekse cultuur, en aan de hand van die kennis begon hij met het schrijven van een geschiedenis van deze gebeurtenissen, met de bedoeling om door diezelfde geslepenheid en leugenachtigheid de waarheid te verbloemen. In de loop van mijn verhaal zal ik de lezer verder verslag doen over deze man, hoe slecht zijn karakter en gedrag waren en hoe hij en zijn broer in belangrijke mate aan onze vernietiging hebben bijgedragen. Dus toen Justus de burgers van Tiberias had overtuigd en overgehaald had om de wapens op te nemen, zelfs een groot aantal tegen hun wil, trok hij de stad uit en stak de dorpen in het grensgebied van Tiberias en de streek van Scythopolis, die onder de invloedsfeer van Gadara en Hippos vielen, in brand.

Vertaling: Broeder Joseph

10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 90]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

De "profeet" Johannes begint zijn zending

Kort na de voltooiing van de doopvijver zag ik Johannes uit het noorden en uit de woestijn die bij de Jordaanbron is, zuidwaarts komen en tot de mensen terugke­ren. Hij maakte een wonderbare indruk. Hij is groot,door het vasten en de lichaams­versterving mager, maar toch sterk en vol spieren. Zijn voorkomen is ongemeen edel, rein, eenvoudig. Hij spreekt ronduit, gebiedend, zonder omwegen, op de man af. Zijn kleur is bruinachtig, zijn aangezicht mager en ingevallen, ernstig en streng. Zijn haar is roodachtig bruin en gekruld. Hij heeft een kleine baard. Om zijn middellijf is een doek gewonden die tot op de knieën neerhangt. Hij draagt een ruwe bruine mantel die uit drie stukken schijnt te bestaan. Van achteren is hij geheel [bedekt de gehele rug] en om het middellijf is hij met een riem samengebonden. Zijn armen en borst zijn vrij en onbedekt. Zijn borst is ruig en vol haar en heeft bijna de kleur van zijn mantel. Hij draagt een staf die als een herdersstaf gekromd is.

Toen hij zuidwaarts uit de woestijn zuidwaarts, zag ik hem eerst over een beek een kleine brug slaan, zonder de minste rekening te houden met een overgang op een ge­ringe afstand van daar, want altijd arbeidde hij recht voor zich uit, waar zijn weg naartoe liep. Er was daar een oude volkerenweg, een internationale verkeersweg.

Ik zag hoe hij bij Cydessa geweest is [3 uren ten Noorden van Nazaret] en voor de be­woners daar in de omstreken gepredikt heeft en dat dezen de eerste heidenen waren, die tot zijn doop gekomen zijn. Zij leefden hier gans verwaarloosd en in aarden hutten. Zij stamden af van allerlei volk dat bij de laatste verwoesting van de tem­pel voor Jezus zich hier had nedergezet. Ik heb gezien dat een der laatste profe­ten hun gezegd had dat zij hier moesten blijven wonen tot iemand zou komen gelijk Johannes. Deze zou hun dan zeggen wat zij doen moesten. Ik heb ook gezien dat zij daarna naar Nazareth getrokken zijn.

11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 98: Canis et Coluber [Hond en Slang]

Leo XII [1823-1829]

Echte naam: Annibale della Genga [Kasteel Lan Gena, Spoleto, 22 augustus 1760 - Rome, 10 februari 1829]

Della Genga kwam uit een adellijke familie uit Genga, een klein stadje in de provincie Ancona. De plaats waar hij geboren is is onzeker. De gebruikelijke mogelijkheden zijn Genga, Ancona en Spoleto. Hij ging naar school aan de "Accademia della Nobili Ecclesiastici" te Rome, waar hij tot priester werd gewijd in 1783. In 1792 benoemde Paus Pius VI hem tot zijn persoonlijk secretaris, in 1793 werd hij titulair aartsbisschop van Tyrus, en werd hij uitgezonden naar Luzern als nuntius. In 1793 werd hij overgeplaatst naar Keulen, maar door de oorlog moest hij residentie houden in Augsburg. Tijdens de meer dan twaalf jaar die hij heeft doorgebracht in Duitsland werden hem verschillende moeilijke en eerzame missies toevertrouwd, welke hem in contact brachten met de hoven van Dresden, Wenen, München en Württemberg, en zelfs met Napoleon.

Als nuntius in Parijs [1814 - 1816] werd hij door kardinaal-staatssecretaris Consalvi overvleugeld. Hij werd in 1816 kardinaal gecreëerd en kreeg de "Santa Maria in Trastevere" als titelkerk.

Chris De Bodt

12. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

Profetie 1

En het koninkrijk der Romeinen zal boven de volkeren worden verheven en haar dominantie vestigen op aarde en dit tot het einde en er zal niemand zijn die er zal aan weerstaan. Nadat het kwade zich vervolgens zal vermenigvuldigd hebben en alle schepselen onteerd zullen zijn, zal de goddelijke gerechtigheid verschijnen en het volk volledig vernietigen en voortkomend uit het verderf zal de man van de zonde worden onthuld op aarde, de verleider der mensen en de verstoorder van de hele wereld. Daarna zal de Heer vanuit de glorierijke hemel zijn vrede vestigen.

Vertaling: Chris De Bodt


08-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8 juni 2011
8 juni 2011

1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio
[7/7]

En zo onthult hij, die het middelpunt is van zo’n buitengewoon charisma, met een grote nederigheid de eenvoud van zijn spiritueel leven, dat bestaat uit beschouwing, officiële gebeden en de Rozenkrans, die telkens volledig wordt gebeden. Toen hem werd gevraagd of hij nog aan buitengewone, persoonlijke boete deed, zei hij openhartig: "Neen: ik draag deze die de Heer mij zendt." En, de waarheid dient gezegd, want we weten dat deze niet klein in aantal waren. Daarop spreekt hij over de lange uren die hij doorbracht in de biechtstoel, luisterend naar de zonden, de vermaningen, de verlichtingen en de vergeving.

Nadien toonde hij aan de onderzoeker, met dezelfde nederigheid en volgzaamheid, al zijn pijnlijke wonden, zodat hij ze voorzichtig kon onderzoeken en beschrijven, wat hij ook deed en zoals we nu kunnen lezen in een levendige, realistische beschrijving die alle details weergeeft. Pater Pio maakt ook duidelijk dat de wonde op zijn rechterschouder, waarover talrijke geruchten intussen waren ontstaan, niet bestond, tenminste in die tijd. Hij ging niets uit te weg, nooit, zelfs de moeilijkste vragen, zelfs niet de verdachtmakingen en twijfels over de middelen die hij, volgens sommige insinuaties, aanwendde om zijn wonden te behandelen.

Langs de andere kant boeien de overige broeders ons met interessante details over zijn daadwerkelijke leven en zijn nederige aard, terughoudend bij de meest delicate aangelegenheden en toch vrolijk en schertsend: "Tijdens een gesprek is Pater Pio heel aangenaam en vriendelijk, met zijn broeders is hij sereen, opgewekt, zelfs met de nodige humor." Waarachtig verassende bijzonderheden, als we denken aan de onophoudelijke lichamelijke pijnen en de psychologische druk waarmee hij voortdurend werd geconfronteerd. Ook vertelden de Broeders over het weinige dat hij at, zelfs toen al. Soms was een kopje chocolademelk of een glaasje bier alles wat hij als maaltijd nam. Dit is de schets van een leven, gekenmerkt door een krachtige stempel van God, en toch eenvoudig en doorschijnend, want de heilige man had niets te verbergen.

Aan het einde van zijn nauwkeurig en grondig onderzoek, kan de onderzoeker niets anders dan besluiten: "Pater Pio is een zuiver godsdienstig voorbeeld, die zijn waarden in overeenstemming brengt met zijn leven dat hij heeft geschonken aan vroomheid en aan een ander en hoger niveau van gebed dan van buiten uit leek: hij werd vooral bewonderd voor zijn oprechte nederigheid en zijn opmerkelijke eenvoud die nooit ontbraken, zelfs tijdens de moeilijkste momenten, wanneer hij wetenschappelijke testen moest ondergaan, die zwaar op hem wogen en zelfs gevaarlijk waren voor iemand met zijn wankele gezondheid." Een man die verstoken was van enige leugen en wiens getuigenis onder ede "mocht worden beschouwd als oprecht, daar bedrog en valse getuigenissen, in een hevig contrast zouden staan met zijn leven en waarden."

Zelfs de omgeving rond Pater Pio maakte een goede indruk op Mgr. Rossi, die besluit: "De religieuze gemeenschap waarin Pater Pio leeft, is een goede gemeenschap waarin men zijn vertrouwen kan stellen."

Vertaling: Chris De Bodt

2. Grace [7/10]

°26 juli 2002 - †26 september 2002

Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

Zuigelingenafdeling

Het personeel heeft ons dan een aparte kamer op de zuigelingenafdeling bezorgd, zodat we een voor ons gereserveerde plek hadden en iedere dag bij Grace konden zijn. Deze kamer werd "het bureau" omdat ik iedere dag om 9 uur aankwam en om 17 uur vertrok. In dit "bureau" leerden Paul en ik zelf voor Grace te zorgen. Het was een kleine ruimte maar honderden mensen zijn er gepasseerd om Grace te dragen en te liefkozen.

We leerden hoe we Grace konden voeden met de maagsonde en hoe we haar konden verzorgen. Het gebeurde soms dat ze stopte met ademen en dat ze kleine crisissen [aanvallen] doormaakte. We hebben nauw samengewerkt met een organisatie voor palliatieve zorgen om haar thuiskomst te regelen.

Grace had enkele typische trekjes van trisomie 18: de oortjes lager ingeplant dan gebruikelijk, de gebalde vuistjes, de voetjes wat speciaal en een wat gebogen voorhoofd. Maar als je gewoon naar haar keek leek ze gewoon een kleine baby: 2030 g, 47 cm. Ze was zoals mijn andere dochtertjes waren, alleen wat kleiner. Al die kleine details maakten haar uniek en speciaal voor mij. Ik zag de trisomie 18 niet, ik zag alleen mijn kostbaar klein meisje. En dat was wat de meeste mensen zich realiseerden toen ze eenmaal geboren was. Ze was helemaal niet het monster dat de artsen me vier maanden eerder beschreven hadden ... ze was een klein schatje. Alles wat ze nodig had was liefde. En die heeft ze gekregen!

Wij hebben enkel voor medische behandelingen gekozen die haar het leven comfortabeler maakten. We hebben haar via een maagsonde gevoed. Ze had regelmatig apneus [ademstilstanden]. Telkens kwam ze daar weer uit, zelfs nadat ze soms 15 of 20 minuten niet geademd had. Daarom noemden we haar "Amazing Grace" ... onze Grace was een ongelooflijke en verbazingwekkende meid! Ze werd verondersteld binnen de drie dagen na haar geboorte te overlijden omwille van de afwijking aan har hartje, maar ze bleef bij ons. Ze had meerdere periodes van apneus en crisissen, maar kwam telkens weer terug. De trisomie werkt op het brein en op heel wat automatische reflexen zoals zuigen en ademen. Voor de rest vonden we haar gewoon perfect.

We hebben niets willen ondernemen om haar leven te verlengen. We hebben haar zoveel als mogelijk haar comfort gegund. We droegen haar rond als ze apneus had en spraken haar zachtjes toe. "Kom terug,Grace," hebben we zo vaak gezegd. Zij luisterde dan meestal naar haar ouders. We konden niet herstellen wat niet goed ging. We konden haar alleen maar beminnen.

Het was een zegen voor ons dat Grace in dit ziekenhuis geboren werd. Ze was de enige baby op de intensieve zorgen van de zuigelingenafdeling gedurende haar verblijf daar. De verpleegsters waren geweldig. Nooit heb ik iets vergelijkbaars gezien. Grace was een beroemdheid geworden. Ik heb fantastische mensen ontmoet die ik nooit zal vergeten.

Even heb ik geaarzeld, ongeveer een tweetal weken vooraleer ze naar huis zou komen. Ze kreeg een zware crisis en men stond op het punt haar dood te verklaren. Ik dacht, "hemel, en als dat thuis in de living gebeurt met mijn kinderen, ben ik gek geworden?" Maar twee weken later was ik voor alles klaar. We hebben haar naar huis gebracht op de dag dat ze één maand werd. Het personeel van de zuigelingenafdeling was fantastisch. Ze lieten ons zelfs een klein ziekenhuisbedje mee naar huis nemen. Het was een geweldige dag!

Vertaling: Christine

3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 27]

Justo Antonio Lo Feudo

Daarop nam ik het besluit om bij de eerstvolgende Heilige Communie, mijn toewijding tot het Hart van beiden uit te drukken. En zo verliep alles in werkelijkheid. Ik ging nog datzelfde jaar naar Medjugorje terug, met Kerstmis. Zelfs de kleinste details van die Kerstdag blijven onvergetelijk voor mij. Ik zag vele dingen in Medjugorje, maar de dingen die mij het meeste en het diepste troffen, bleven me bij. Nu ben ik er reeds acht maal geweest en plan ik om in december terug te keren [dank voor uw gebeden!!]. Sinds mijn eerste bezoek was alles in mijn leven veranderd. Ik probeer te volgen wat Onze Moeder van ons vraagt, maar ik moet toegeven dat ik hier niet altijd in slaag.

Ook heb ik sindsdien genade op genade ontvangen. Onder vele andere dingen, wat ook betekent het ontmoeten van zieners en mensen die heel nauw betrokken bij Medjugorje, zoals Weyne Wayble, Zuster Emmanuel, Vr. Slavko, mijn vriend Vr. Gianni Sgreva [stichter van Oasis van Vrede] en anderen van Radio Mir en Mir-Shalom. Maar boven alles, de enorme genade om te mogen werken voor Hemelse Koninkrijk, onder de begeleiding en de bescherming van de Koningin van de Vrede.

Ook het mogen deel uitmaken van deze prachtige groep, waarin we niet alleen onze ervaringen delen, ideeën opbouwen en elkaar steunen door het gebed, maar ook het leven in dezelfde geest omdat we kinderen zijn van dezelfde Moeder, ongeacht waar we ons op deze planeet bevinden, is een enorme genade. Juist zoals Onze Moeder ieder van ons, één voor één, naar Medjugorje roept, ben ik ervan overtuigd dat Zij ons, via Nedjo, riep om lid te zijn van de groep. En weet u iets? Ik kan nauwelijks wachten tot het ogenblik dat ik ’s avonds mijn mailbox kan openen en al uw boodschappen lezen.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 134]

Schrift 1

299 + Het geheim van de ziel. Wilno, 1934.

Toen mijn biechtvader me eens beval aan de Heer Jezus te vragen wat de twee stralen betekenen die op de Beeltenis [38] staan, antwoordde ik het aan de Heer te zullen vragen. Tijdens het gebed hoorde ik innerlijk deze woorden: "Deze twee stralen verwijzen naar het Bloed en het Water; de witte straal betekent het Water dat de zielen rechtvaardigt, de rode het Bloed, dat het leven van de zielen is... Deze twee stralen ontsprongen uit het diepste van Mijn barmhartigheid, toen Mijn Hart, stervend op het kruis door de lans werd geopend. Deze stralen beschermen de zielen tegen de toorn van Mijn Vader. Gelukkig wie in hun schaduw leeft, want de gerechtige hand van God zal hem niet bereiken. Ik verlang dat de eerste zondag na Pasen het feest van de barmhartigheid wordt.

300. + Vraag aan Mijn trouwe dienaar dat hij op die dag tot de ganse wereld spreke over mijn grote barmhartigheid, dat allen die op die dag naderen tot de Bron van Leven, een volledige kwijtschelding van hun schuld en straffen zullen bekomen. De mensheid zal geen vrede kennen zolang ze zich niet met vertrouwen tot Mijn barmhartigheid wendt.

+ O, hoe verwondt Mij dat ongeloof van de ziel. Zo een ziel belijdt dat Ik Heilig en Rechtvaardig ben maar gelooft niet dat Ik de Barmhartigheid ben: ze wantrouwt Mijn goedheid. De duivels verheerlijken ook Mijn gerechtigheid, maar zij geloven niet in Mijn Goedheid. Mijn Hart verheugt zich in deze titel van 'Barmhartigheid'.

301. Verkondig dat de Barmhartigheid de grootste eigenschap is van God en dat al de werken van Mijn handen zijn."


[38] Hier wordt de door E. Kazimirowski geschilderde Beeltenis bedoeld.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 134]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 2

In de eerste zitting op het concilie van Firenze weigerden de Griekse Kerkvaders steeds en zeer formeel het bestaan van een stoffelijk vuur in het Vagevuur. Anderzijds beleden ze eensgezind dat het Vagevuur een donkere plek is waar de zielen, vrijgesteld van het vuur, zwaar te lijden hebben vanwege de duisternis en de angst van een vreselijke gevangenschap. De Latijnse Kerkvaders die eensgezind de tegengestelde opinie verkondigen, meenden nochtans niet dat op dat de punt de Griekse Kerk dwaalde. Om die reden werd in het eenheidsdecreet tussen beide Kerken geen gewag gemaakt van foltering door vuur. Gewoon werd er beweerd dat de zielen die niet genoeg aan Gods rechtvaardigheid voldaan hadden in dit leven, evenredig met het aantal en de ernst van hun zonden moesten lijden in het andere leven en dat hun lijden verzocht en ingekort wordt door de gebeden en goede werken van de levenden, vooral door het misoffer.

Als het concilie van Firenze bij het vastleggen van de straffen in het Vagevuur het niet nodig achtte om het bestaan van vuur te vermelden, ofwel uit respect voor de Griekse Kerkvaders, een lang betrachte eenmaking te vertragen, ofwel ook omdat hun vergissing geen verband had met de inhoud en de essentie van het dogma, moet nochtans het bestaan van een stoffelijk vuur in het Vagevuur bekeken worden als een bewezen waarheid die twijfel noch beperking duldt. Ten eerste, in datzelfde concilie van Firenze werd het stoffelijk bestaan van vuur in het Vagevuur ondersteund met eenparigheid van stemmen door alle Latijnse Kerkvaders. Deze opinie heeft dus de steun van de grootste strekking in de overlevering en het gevoel van bijna alle dokters. Sint Paulus schijnt het formeel te preken met deze woorden: Salvi erunt sic quasi per ignem, en hij gebruikt niet het woord quasi als een verkleinwoord, maar om beter de wijze van zuivering uit te leggen. Ten slotte stellen alle visioenen en openbaringen over het Vagevuur lijden en vuur gelijk met deze van de Hel, zonder enige beperking behalve dat het geen eeuwig maar een tijdelijk vuur is.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

6. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [19/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 46]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

Eerste apostolische zending

Er zijn al twee maanden voorbij: we schrijven juli 1664. Een begin van vorming van Benoîte tot haar latere taak krijgt vorm, de gesprekken met de Dame duren langer en worden gemoedelijker. M. Peytieu heeft drie feiten uit die tijd bewaard, ietwat aangevuld door Gaillard.

"Na 2 maanden stuurde de Dame haar tweemaal naar de kerk van Saint-Etienne om God te bidden, en droeg Ze zorg voor de kudde..." Gaillard schijnt aan te duiden dat dit vaker voorviel.

Op een dag dat de herderin de Mis bijgewoond had, wilde de Dame haar op de proef stellen door de kudde van het ene naar het andere dal te verplaatsen. Bij haar terugkeer vindt Benoîte haar schapen niet, begint te wenen en gaat terug naar huis. Als haar baas haar alleen tegenkomt denkt hij dat zijn kudde ontvoerd is en hij wordt kwaad. Ze gaat terug en vindt de kudde in de andere vallei. De mooie Dame zegt haar, nu ze haar bij de schapen terugziet: "Je deed me plezier door niet ongerust te worden. Een andere zou boos zijn geworden of gevloekt en het geduld verloren hebben, maar je weende alleen maar. Wat ik deed diende maar om je geduld te beproeven."

"Een andere keer toen ze haar moe zag," schrijft Peytieu, "zei de uitzonderlijke Dame dat ze moest rusten terwijl zij zou hoeden." Gaillard geeft mooie details over dit verhaal: "De Dame zei haar naderbij te komen, wat ze deed en insliep op haar mantel. Bij het ontwaken ziet ze geen Dame of kudde meer in het dal. Ze gaat op zoek en ziet de Dame die haar troost. De Maagd reikt haar de hand, maar Benoîte trekt de haar hand in: ‘Mooie Dame! Ik ben niet waardig de sporen van je voeten te kussen of aan te raken: zo vereert ze haar vorstelijke prinses."

Nu is de herderin geheel getemd, het hart verlegen vanwege de goedheid van deze Dame die haar aanspoort tot gebed en geduld. Het wordt tijd om haar een eerste taak te geven, goed beschreven door M. Peytieu: Daar de Moeder Gods aan de meisjes van Saint-Etienne een grote tederheid voor Benoîte schonk, zei de Dame haar op een dag: "Zeg de meisjes dat ze iedere avond de Litanie van de Maagd in de kerk zingen, met toelating van de heer prior, en je zult zien dat ze het doen’. Maar de meisjes kenden de Litanie niet. De Maagd leerde ze aan Benoîte en deze aan de meisjes. De zang werd met de grootste godsvrucht uitgevoerd."

Vertaling: Broeder Jozef

8. Het sacrament van de Verzoening [deel 17]

Uittreksel uit het boek van Pater Slavko Barbaric: "Geef me je gewonde hart?"

De maandelijkse biecht

De maandelijkse biecht kan ook als sacrament ter versterking tegen het kwade worden opgevat en niet alleen als reiniging van het kwaad, dat zich reeds in ons hart bevindt!

Als iemand in een fabriek werkt waar giftige stoffen worden verwerkt, of in ruimten die verontreinigd en schadelijk zijn voor het leven, dan is het heel normaal dat er bijzondere veiligheidsmaatregelen worden toegepast. Als dit niet gebeurt, handelt men onverantwoordelijk tegenover het leven.

Wij moeten de tegenwoordige wereld niet veroordelen zoals we een zieke ook niet moeten veroordelen. Integendeel, we moeten hem helpen, proberen te begrijpen en indien mogelijk te genezen. Wij moeten ons echter beschermen tegen de ziekte van de wereld, die door de zonde wordt veroorzaakt, zodat wij zelf gezond leven en anderen kunnen helpen, zodat zij tot een innerlijke evenwichtigheid komen!

Uit de ervaringen van de gebedsgroepen weten wij , dat de Moeder Gods soms ook tot de wekelijkse biecht heeft opgeroepen. Dat gebeurde meestal in de weken van voorbereiding op bijzondere feestdagen zoals Kerstmis, Pasen, Pinksteren enz.

Maria wenst als Moeder Haar kinderen niets anders toe dan de genezing en de gezondheid van de ziel, opdat zij in vrede kunnen leven.

Hier volgt een gebed van zijn hand dat kan gebruikt worden om inzicht te krijgen waar het soms fout loopt: "Jezus is met ons: Hij is gekomen en heeft ons het Licht gebracht." Hij zei van Zichzelf: "Ik ben het Licht van de wereld."

Anne Van Der Sloten

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 263]

Josephus Flavius

Ik werd toen bang dat ik mij, door deze dingen zovaak op hun hart te drukken, bij hen gehaat zou maken en de verdenking zou wekken, dat ik tot de partij van onze vijanden behoorde en dan het risico zou lopen dat ik door hen gegrepen en vermoord zou worden. Omdat zij zich al meester hadden gemaakt van het fort Antonia, trok ik mij dus terug op de binnenplaats van de tempel. Ik verliet de tempel, waar ik temidden van de hogepriesters en de leider van de Farizeeën verbleef, nadat Manahem en het hoofd van de terroristenbende ter dood waren gebracht. Toen wij vervolgens gewapende manschappen zagen werden wij door grote angst bevangen. We wisten niet wat wij moesten doen en waren niet in staat om de opstandelingen te kalmeren. Omdat wij echter in onmiddellijk gevaar verkeerden, deden wij alsof wij het met hen eens waren, en raadden wij hen alleen maar aan om zich voorlopig rustig te houden en de vijand te laten vertrekken. Wij bleven hopen dat het niet lang meer zou duren voordat Gessius [Florus] met een sterke krijgsmacht zou arriveren, en een eind zou maken aan deze beroeringen.

Maar toen hij eenmaal aangekomen was en het gevecht plaats vond, werd hij verslagen en een groot aantal van zijn metgezellen werden gedood. Die schande die Gessius [samen met Cestius] ten deel viel, werd rampzalig voor ons hele volk, want de mensen, die verzot op oorlog waren, raakten door dit succes zo opgewonden, dat ze dachten dat ze uiteindelijk de Romeinen dan ook wel zouden kunnen verslaan. Deze oorlog was namelijk ook de aanleiding tot een andere gebeurtenis: de bewoners van naburige steden van Syrië grepen de Joden die tussen hen in woonden, samen met hun vrouwen en kinderen en vermoorden hen, ondanks het feit dat zij geen enkele reden hadden om zich over hen te beklagen. Die mensen hadden geen enkele poging ondernomen tot een omwenteling of een opstand tegen de Romeinen. Evenmin hadden zij op enige manier laten blijken dat ze haatdragende of verraderlijke plannen tegen de Syriërs koesterden. Het meest misdadig van alles was echter wat door de inwoners van Scythopolis werd aangericht. Toen zij door Joden, vijanden van buiten de stad, werden aangevallen, dwongen ze hun eigen Joodse medeburgers, om de wapens op te nemen tegen hun eigen volksgenoten, wat voor ons tegen de wet indruist. Nadat zij mede door hun hulp slag geleverd hadden met hun aanvallers en hen hadden verslagen, vergaten ze na de overwinning de beloften die zij hun medeburgers en bondgenoten hadden gedaan en slachtten hen allemaal af. Dat waren er tienduizenden. De Joden die in Damascus woonden ondergingen hetzelfde lot. Ik heb daarover echter al nauwkeuriger verslag gedaan in mijn boeken over de Joodse oorlog. Ik vermeld ze nu alleen maar, omdat ik mijn lezers wil laten zien, dat de oorlog van de Joden tegen de Romeinen niet vrijwillig was, maar dat zij daar voornamelijk toe gedwongen werden.

Vertaling: Broeder Joseph

10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 88]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

Johannes graaft een vijver

Ten slotte zag ik dat Johannes tot aan de gordel in het water afdaalde, met zijn één hand het middelste boompje omvatte en met zijn staafje, waaraan hij een dwarsstaafje en een vaantje had vastgemaakt, zo in het water pletste, dat de waterstralen boven en op zijn hoofd tezamen spuiten. Ik zag op dit eigenste ogenblik een lichtwolk van Boven en een uitstorting als van de H. Geest op hem neerkomen en twee en­gelen aan de rand van de vijver verschijnen die iets tot hem zegden. Dit zag ik als zijn laatste handeling in de woestijn.

In juni 1820 laste zij het volgende tafereel in tussen andere episoden uit het leven van Johannes: "Ik zag hem bij een andere gelegenheid als een volwassen, sterke man bij een droge put in de woestijn. Hij scheen te bidden en er kwam een glans over hem gelijk een lichtwolk, en het scheen mij als kwam ze uit de hoogte van bij de wateren boven de profetenberg, en er stortte een lichtende, glanzende waterstroom op hem in de vijver neer en, naar deze uitstorting starend, zag ik hem niet meer aan de rand van het waterbekken, doch er in, en met het schitterende water overgoten en de vijver was nu met dit schitterende, lichtende water gevuld en nu zag ik hem weer aan de rand staan, zoals in het begin. Ik zag echter niet dat hij er in afdaalde of er uit opsteeg en ik geloof dat hem wellicht door dit visioen te verstaan werd gegeven dat hij moest beginnen dopen. Mogelijk ook was het een geestelijke doop die in het visioen over hem kwam.

Nog na Jezus' dood heb ik deze vijver in gebruik gezien [Het is dus wel een reële vijver]. Wanneer de Christenen vluchtten, werden daar reizigers en zieken gedoopt en ook placht men er te gaan bidden. In die tijd, in de preekjaren van Petrus was die vijver met een schutsmuur omgeven.

11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 97: Aquila Rapax [Roofzuchtige Adelaar]

Pius VII [1800-1823]

Echte naam: Luigi Barnaba Chiaramonti [Cesena, 14 augustus 1740 - Rome, 20 augustus 1823]

Samen met Consalvi begon de 74-jarige paus aan het restauratiewerk: op 7 augustus 1814 herstelde hij de orde der jezuïeten. Ook de Index en de Inquisitie werden hersteld, en de Joden moesten terug naar hun ghetto's. Een motu proprio van 1816 reorganiseerde de pauselijke staat. In 1817 werd de Propagande Fide [missie] verbeterd. In concordaten werden de nieuwe verhoudingen met Beieren, Sardinië en Frankrijk [in 1817], Napels en Rusland [in 1818] nader geregeld. Pius trad fel op tegen de vrijmetselarij en de carbonari, een beweging van pro-democratische revolutionairen.

Pius VII had veel belangstelling voor kunst en wetenschap. Het Museo Chiaramonti werd naar de adviezen van Antonio Canova ingericht en verrijkt met de epigrafische collectie in de Galleria Lapidaria.

Zijn pontificaat werd overschaduwd door Napoleon, die een adelaar als embleem had.

Chris De Bodt

12. Profetiën: Heilige Zenobius [337-407]

Dan zal de Zoon van God, Onze Heer Jezus Christus, in persoon komen. Hij zal verschijnen op de wolken des hemels omgeven door legioenen engelen en, stralend in glorie, zal hij de antichrist, het beest, de vijand, de verleider en al zijn volgelingen doden. Dit zal het einde der tijden zijn en het begin van het algemene oordeel.

Vertaling: Chris De Bodt


07-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7 juni 2011
7 juni 2011

1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio
[6/7]

De hoge koortstemperaturen


Bovenop de onthullingen en aanvullend bij de mystieke wonderen van de stigmata, de visioenen, de bilocaties en het lezen van zielen, genezingen, profetieën en zo verder, sprak Pio eveneens over een heel merkwaardig wonder waarin hij was betrokken: hyperthermie. Hierbij moest zijn lichaam zulke hoge temperaturen ervaren, dat ze de gewone thermometer moesten vervangen door een thermometer die gebruikt wordt bij paarden. Dit werd ontdekt tijdens een van de apostolische bezoeken van Rossi, die deze zaak benaderde met wetenschappelijke onverschilligheid, waarbij hij er aanvankelijk geen geloof aan hechtte, noch enige affiniteit voelde voor de monnik die hij moest onderzoeken.

Toen hij de overste van het klooster, Vr. Lorenzo van San Marco, verhoorde, kwam Bisschop Rossi te weten dat Vr. Lorenzo, persoonlijk getuige was van koortsen van Pater Pio van 43 graden Celcius, 45 graden celcius en uiteindelijk een niet te begrijpen en duizelingwekkende 48 graden Celcius: ver over de temperaturen die de dood tot gevolg zouden hebben.

Inderdaad, de normale lichaamstemperatuur schommelt van 36,7 tot 37,8 graden celcius. Een gedurende uren aanhoudende temperatuur van 41,7 graden celsius kan iedere gezonde tiener doden. Zelfs Vr. Lorenzo was aanvankelijk ook sceptisch over Pio’s mystieke tekenen, tot hij zelf de temperaturen van Vr. Pio begon op te meten.

Deze hyperthermie, noteert Vr. Castelli, werd omschreven als een andere van de vele feiten die, bij validatie ervan, uitermate verbazingwekkend zouden zijn, zelfs miraculeus, daar het algemeen geweten is dat het menselijke lichaam zelfs zulke hoge temperaturen niet kan bereiken. Maar in Pater Pio’s geval, gebeurde het meerdere malen en nu reeds gedurende verscheidene jaren en Vr. Lorenzo, die er eerst uiterst twijfelachtig tegenover stond, zoals ook voor zijn andere mystieke gaven, moest zichzelf van de werkelijkheid overtuigen toen het bewijs hiervan zich openbaarde voor zijn eigen ogen en in zijn eigen handen. Heilige Pio omschreef zelf deze ervaring als "een morele, eerder dan een lichamelijke ziekte," en zei dat het aanvoelde alsof "hij zich in een oven bevond, maar altijd bij volle bewustzijn," en in feite draagbaar om zijn normale taken uit te oefenen.

"In feite," zegt Castelli, "getuigde een broeder dat hij zelfs onder de belasting van deze koorts, nooit bedlegerig was, maar opstond, verder deed en alles kon doen."

Vertaling: Chris De Bodt

2. Grace [6/10]

°26 juli 2002 - †26 september 2002

Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

De geboorte

Op het ogenblik dat de gynaecoloog Grace uit mijn buik haalde, zei hij: "het is een meisje met een massa donker haar" en "ze lijkt zeer groot te zijn." Het beste nieuws was dat ze roos was en zelfstandig ademde. Ze had geen kunstmatige beademing nodig. Het was een vechtertje!

Men heeft haar bij mij gebracht en ik ben er verliefd op geworden. Ze was zo mooi… De priester is naar mijn familie gegaan om hen het goede nieuws mee te delen. Niemand had zich eraan verwacht dat ze zou leven. Wat waren we gelukkig: Grace leefde!

Het werd de allermooiste dag. Ik was zo gelukkig dat ze leefde. Ik dacht niet aan wat nog voor ons lag. Ik wist alleen dat ik mijn kleine kostbare meisje in de armen had en dat ze van mij was. Ik liet haar niet meer los.

Het ziekenhuis gaf een privé kamer voor mijn man, mijzelf en Grace. Onze familie mocht ons ieder uur van de dag bezoeken, het bezoekreglement gold niet voor ons. Het personeel kwam Grace regelmatig verzorgen. Ze kon niet zuigen en men heeft haar dan een maagsonde gezet. Ik heb Grace letterlijk gedurende drie dagen constant gedragen. Ik herinner me de ganse eerste nacht op gebleven te zijn met haar. Ieder detail wou ik in mij opnemen. Bij het opkomen van de zon dankte ik God voor de nieuwe dag met haar. Ik raad echt iedereen aan om uw baby op die manier dag en nacht bij u te houden. Het was zoals thuis. We noemde de kamer "ons appartement."

We organiseerden feestjes en aten ijs met onze gasten, het leek een grote ceremonie. Onze relatie met het personeel werd zeer vriendschappelijk en ze kwamen bij ons langs als ze even tijd hadden. Er groeide een veel diepere vriendschap tussen ons en het medisch team dan we ons ooit hadden kunnen inbeelden. De artsen en verpleegsters die met ons gewerkt hebben zijn contact blijven houden met ons en hebben ons verteld dat ze nooit meer dezelfde zouden zijn nadat ze Grace en onze familie onder hun hoede hadden gehad.

Na een week werd vastgesteld dat de hartafwijking van Grace lichtjes anders was dan oorspronkelijk gediagnosticeerd. In plaats van enkele uren zou ze enkele weken, misschien zelfs enkele maanden kunnen leven. Toen was het ogenblik dat ik het ziekenhuis moest verlaten en Grace nog op de zuigelingenafdeling moest blijven. Dat was heel moeilijk.

Vertaling: Christine

3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 26]

Justo Antonio Lo Feudo

Het was niet gemakkelijk. Ik streed voor zo’n twintigtal minuten die wel eeuwen leken. Uiteindelijk gaf "iemand" mij een nieuwe duw. Omwille van Medjugorje, omwille van onze Heilige Moeder, liet ik al mijn voorbije zonden achter, in overgave aan Gods "misericorde." Door Haar bekwam ik van Haar Zoon de vergiffenis en een enorme zware last viel van mijn schouders. Ik liet vijfendertig jaren achter als een nieuwgeborene en dit allemaal in die enkele minuten van de ganse eeuwigheid!

Op 5 augustus maakte ik mijn toewijding tot het Onebvlekte Hart, alhoewel ik toen nog niet echt wist wat dat betekende en welke gevolgen dit zou hebben. In werkelijkheid herinner ik mij niet dat iemand mij hier op deze toewijding gewezen heeft. Ik voelde alleen een soort innerlijke stem die zei: "U moet uzelf toewijden aan Maria’s Onbevlekte Hart." De volgende vraag die ik me stelde was: "Waar is Maria’s Hart?" Onmiddellijk kreeg ik innerlijk het antwoord: "In het Hart van Haar Zoon!" en daarop: "En het Hart van Haar Zoon?" "In de Eucharistie!"

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

4. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 17]

De drie herderskinderen en hun families

En het boek Deuteronomium laat ons geen enkele twijfel achter: "Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad." [Deut. 6: 6-9] In deze woorden zullen de ouders en de kun kinderen hun eeuwig geluk vinden: "Hadden ze altijd maar zo’n verlangen om mij te vereren en mijn geboden na te leven; voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan." [Deut. 5: 29]

Deze woorden omschrijven nauwkeurig de opdracht die God heeft toevertrouwd aan de ouders in de opvoeding van hun kinderen. De ouders zijn de eerste opvoeders van de kinderen. Het is in hun vaders arm en hun moeders schoot, wanneer ze nog onschuldig zijn, dat de kleine kinderen de Heilige naam van God moeten leren uitspreken en hun zuivere handen in gebed naar de Hemel moeten richten, kinderlijk moeten leren lachen naar het beeld van hun Hemelse Vader en hun Hemelse Moeder.

Het zijn de ouders die hun kinderen moeten leiden op het rechtvaardige pad van Gods Wet en hen toevertrouwen, in overeenstemming met hun middelen en omstandigheden, aan bekwame leraars die hen niet wegleiden van het pad waarop ze geplaatst zijn. Wat is anders het voordeel van een grote kennis als ze hiermee hun onsterfelijke zielen verliezen? Door hun ziel te verliezen, verliezen ze alles, omdat ons leven hier op aarde in een flits voorbijgaat, terwijl de eeuwigheid onveranderlijk in ons verblijft!

Ongetwijfeld is de menselijke wetenschap, met al de kennis die ze bevat, goed, vooral wanneer ze door wijze mensen gestuurd wordt, omdat de grootsheid van de kracht, de wijsheid en de goedheid der kennis ons een diepe menselijkheid bijbrengt, zodat we er ons van bewust worden dat zelfs, na zoveel moeite en studie, de meest geleerde mensen er steeds nog niet in zijn geslaagd om zelfs één van de ontelbare schoonheden te begrijpen die van de almachtige, scheppende handen van de Heer komen.

Vertaling: Chris De Bodt

6. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 133]

Schrift 1

294. Jezus zei me eens: "Handel als een bedelaar, die niet weigert een grote aalmoes aan te nemen, maar er des te meer voor dankt. Jij ook moet je niet terugtrekken wanneer Ik grotere genaden schenk en niet zeggen dat je het onwaardig bent. Ik weet dat, maar verheug je liever en neem zoveel schatten uit Mijn hart als je kunt dragen, want zo ben je Mij welgevallig. Ik voeg hier nog aan toe: neem deze genaden niet alleen voor u zelf, maar ook voor de anderen, Ik wil zeggen: moedig de zielen waarmede je in contact bent aan om vertrouwen te hebben in Mijn oneindige barmhartigheid. O hoe bemin ik de zielen die een volledig vertrouwen in Mij stellen, Ik zou alles voor hen doen."

295. Op dat moment vroeg Jezus mij: "Mijn kind, hoe gaat uw retraite?" Ik antwoordde: "Jezus, Gij weet het." "Ja, Ik weet het, maar Ik wil het horen uit uw mond, uit uw hart." "O mijn Meester, als Gij mij leidt, gaat alles gemakkelijk, ik smeek U, verlaat mij nooit". En Jezus: "Ja, Ik zal altijd dicht bij u zijn als ge een klein kindje blijft en niets vreest, zoals Ik hier uw begin was, zo zal Ik ook uw eind zijn. Vertrouw niet op de schepselen, zelfs niet voor de kleinste dingen, want dat bevalt mij niet. Ik wil alléén zijn in uw ziel. In uw ziel zal Ik u sterken en verlichten. Door de mond van degene die Mijn plaats inneemt, zult gij leren dat Ik in u ben, en uw ongerustheid zal als de mist door de stralen van de zon verdwijnen."

296. + Mijn opperste God, ik verlang U te beminnen zoals niemand U ooit heeft bemind op aarde. Ik wens U te loven op elk moment van mijn leven en mijn wil zeer nauw overeenstemmen met Uw heilige wil. Mijn leven is noch eentonig noch grijs maar zo afwisselend als een tuin met geurige bloemen, ik weet niet welke bloem eerst te plukken: de lelie van het lijden, de rozen van de naastenliefde of het viooltje van de nederigheid. Ik ga deze schatten die ik elke dag in overvloed heb niet opsommen. Het is zeer voornaam het huidig moment te kunnen benutten.

297. + Jezus, opperste Licht, maak dat ik mezelf leer kennen en doordring mijn duistere ziel met Uw licht, vervul de afgrond van mijn ziel met Uzelf, want alleen Gij Zelf...

298. O mijn Jezus, Leven, Weg en Waarheid, ik smeek U, houd mij dicht bij U, zoals een moeder haar kindje tegen haar boezem drukt, want ik ben niet alleen een hulpeloos kind maar een opeenhoping van ellende en niets.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

7. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 133]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 2

Stelt U voor hoe hard verscheurend het voor een moeder is om haar zoon ver weg te weten of hem vroegtijdig te zien overlijden en dus nooit meer zal terugzien. Sinds de ogen van die moeder het geliefde kind niet meer zien is een deel van haar leven weg... haar bestaan is vreugdeloos, geen genot meer dat de diepe onmetelijke afgrond kan vullen die het heengaan van haar zoon in haar hart veroorzaakte.

Hoe verscheurend en bitter zijn de kreten van die ongelukkige ziel! Hoor je haar roepen vanuit haar verlaten boeteplek: Waar is hij die ziel van mijn ziel is? Tevergeefs zoek ik hem op het vlammenbed waarop ik enkel duisternis en leemte omhels!... Oh! Geliefde van mijn hart, waarom die lange verwachting doen aanslepen? Vererg mijn kwelling, maak van minuten eeuwen marteling!... Ah! Door je weg te trekken uit mijn gretige ziel, die verlangt je te zien en met je te verbinden, straf me streng voor mijn lafheid en afkeer! Aan die verwijdering van God wordt het lijden door vuur toegevoegd.

Om geen betwistbare en tegensprekelijke opinie te uiten kunnen we nochtans beweren dat de Kerk niet bepaald heeft dat de zielen van het Vagevuur onderworpen zijn aan een stoffelijk vuur. Het is gewoon een geloofswaarheid die theologisch vaststaat.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

8. Docudrama
: Het Evangelie volgens Mattheus [18/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


9. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 45]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

Geruchten over de verschijningen

Het voorgaande verhaal maakt al gewag van geruchten die de ronde doen aangaande de visioenen van Benoîte, visioenen waarin Mevrouw Rolland niet geloofde maar er tegelijk door verward was. Benoîte had inderdaad geen enkel spreekverbod gekregen van de Dame, en ze had dus gewoonweg verteld wat haar overkwam. M. Grimaud zegt het ons zonder omwegen: "Zoals het met kinderen de gewoonte is dat niets kan verzwegen worden, misschien wel op bevel van de goddelijke Voorzienigheid, had onze herderin deze verschijning aan oneindig veel mensen verteld."

Het ging natuurlijk over de mensen uit het dorp en misschien enkele nieuwsgierigen, op die geruchten afgekomen. In de zomer zijn de mensen bezig met hun werk op het land en luisteren maar met een half oor naar de vreemde feiten: het zal maanden duren eer het ruchtbaar wordt, op een ritme dat de Voorzienigheid oplegt, zoals onze onderzoeksrechter insinueert.

M. Peytieu is hier de stem van de mensen uit de streek die verbaasd staan over de verandering die Benoîte ondergaat door die visioenen: "Iedereen," schrijft hij, "die Benoîte eerder kende zag wel dat er iets goddelijks in die verschijning voorkwam, zodra ze er over had gepraat, door de gevoelige verandering in haar woorden en op haar gezicht, in haar ogen die uitzonderlijk eenvoudig en ernstig overkwamen en in haar woorden die veel vriendelijker waren dan gewoonlijk."

Nu al verfijnt de herderin en ontplooit zich spiritueel: de diepe sereniteit van haar blik wordt een nieuwe trek van haar persoonlijkheid. Meer nog, merkt Gaillard op, "de vreugde van dit eenvoudig meisje is zo groot dat ieder er door verrast is: ze is altijd tevreden." Maar hij voegt er meteen aan toe: "De ene geloven wat ze vertelt, de andere niet: meestal aanzien ze haar als visionair." Deze opmerking betreft vooral een later tijdperk, dat van de gebeurtenissen in Laus. Maar nu al is er weerstand om zulke vreemde feiten te aanvaarden. De eenvoud van de Ziende, bekend als onbekwaam om iets uit te vinden zal, volgens Gaillard, veel bijdragen om de werkelijkheid van de verschijningen geloofwaardig te maken.

Vertaling: Broeder Jozef

10. Het sacrament van de Verzoening [deel 16]

Uittreksel uit het boek van Pater Slavko Barbaric: "Geef me je gewonde hart?"

De maandelijkse biecht

Het innerlijke van de mens, de menselijke ziel, is met een ruimte te vergelijken. Aan de afbeeldingen en voorwerpen, die zich in die ruimte bevinden, ziet men waar een bepaald mens van houdt, wat hij vereert, wat hij aanbidt. Zo is het ook in de ziel. Als men regelmatig met het Goddelijk licht het innerlijk binnentreedt [is ook wat Mgr. Léonard aanraadt], dan zal er orde zijn in de ziel en men zal gemakkelijk alle, ook de kleinste, gebreken ontdekken, men zal zich gemakkelijker van verkeerde gehechtheden losmaken, men zal zich gemakkelijker verzetten tegen de negatieve en gevaarlijke invloeden van de wereld waarin men leeft en werkt. Hoe moeilijker de situatie is waarin de mens zich bevindt, des te meer zal voor hem de innerlijke reiniging, genezing en bevrijding zijn.

Alles wat er in de wereld om ons heen gebeurt, drukt een stempel op onze ziel, beïnvloedt onze belevenissen en is de oorsprong van onze angsten en ons wantrouwen.

Men kan gemakkelijk wennen aan het kwade en aan negatieve dingen en zo de maat voor het goede, het schone en het edele verliezen, evenals het geloof in de liefde, de vrede, de eerlijkheid en de vriendschap. De maandelijkse biecht helpt ons al het kwade, dat in ons zou kunnen ontstaan,  op tijd uit te bannen.

Ieder mens straalt datgene uit wat hij in zijn hart draagt. Als hij het goede in zich draagt, dan straalt hij het goede uit. Als hij liefde in zijn hart heeft, straalt hij liefde uit, zoals hij ook haat uitstraalt, als er haat in zijn hart is. Daardoor wordt de verantwoordelijkheid van de mensen voor elkaar duidelijk.

Anne Van Der Sloten

11. Jezus' tijdgenoten [aflevering 262]

Josephus Flavius

Toen ik zesentwintig was, ondernam ik een reis naar Rome, vanwege redenen die ik nu zal beschrijven. In de periode dat Felix procurator van Judea was, waren er een aantal priesters uit mijn kennissenkring, zeer uitmuntende mensen, die hij om een onbeduidende en vage reden gevangen had laten nemen. Hij had hen naar Rome gestuurd om hun zaak zelf voor de keizer te bepleiten. Ik wilde heel graag hun vrijheid bewerkstelligen, vooral omdat mij verteld was dat zij zelfs onder hun beproevingen toch hun trouw aan God beleden, en zich in leven hielden met vijgen en noten. [4] En zo kwam ik in Rome aan, nadat ik op zee vele gevaren had doorstaan. Ons schip verging namelijk, met zeshonderd man aan boord, in de Adriatische zee. De hele nacht moesten wij voor ons leven zwemmen. Bij het aanbreken van de dag kregen wij door Gods voorzienigheid een schip uit Cyrene in zicht. Ik zwom daar met een aantal anderen, tachtig in getal, naartoe en wij werden aan boord van dat schip genomen. En nadat ik zo gered was, ging ik aan land in Dicearchia, dat de Italianen Puteoli noemen. Daar maakte ik kennis met Aliturius, een toneelspeler, die zeer geliefd was bij Nero, hoewel hij van geboorte een Jood was. Door zijn bemoeienis maakte ik kennis met Poppea, de vrouw van de keizer, en bij de eerste de beste gelegenheid smeekte ik haar om er bij hem voor te pleiten dat de priesters vrijgelaten zouden worden. Nadat ik, naast die gunst, ook vele geschenken van Poppea had gekregen, keerde ik weer naar huis terug.

Toen zag ik dat daar de oproeren al waren begonnen en dat er veel mensen waren, die daar zeer opgetogen over waren omdat ze hoopten op een opstand tegen de Romeinen. Ik probeerde deze opstandelingen een halt toe te roepen en spoorde hen aan om van gedachten te veranderen. Ik hield hen voor ogen tegen wie zij dan zouden moeten vechten en vertelde hen dat zij toch niet tegen de Romeinen opgewassen waren, niet alleen in krijgskunde, maar ook in voorspoed. Dat ze niet overhaast hun land, hun familie en zichzelf aan het gevaar moesten blootstellen om in de meest gruwelijke ellende verzeild te raken. Dat vertelde ik hen allemaal met grote nadruk, omdat ik voorzag dat de afloop van een dergelijke oorlog voor ons zeer rampzalig zou zijn. Maar ik kon hen niet overtuigen, want tegen waanzin van wanhopige mensen heb ik niets in te brengen.

Ik werd toen bang dat ik mij, door deze dingen zovaak op hun hart te drukken, bij hen gehaat zou maken en de verdenking zou wekken, dat ik tot de partij van onze vijanden behoorde en dan het risico zou lopen dat ik door hen gegrepen en vermoord zou worden. Omdat zij zich al meester hadden gemaakt van het fort Antonia, trok ik mij dus terug op de binnenplaats van de tempel. Ik verliet de tempel, waar ik temidden van de hogepriesters en de leider van de Farizeeën verbleef, nadat Manahem en het hoofd van de terroristenbende ter dood waren gebracht. Toen wij vervolgens gewapende manschappen zagen werden wij door grote angst bevangen. We wisten niet wat wij moesten doen en waren niet in staat om de opstandelingen te kalmeren. Omdat wij echter in onmiddellijk gevaar verkeerden, deden wij alsof wij het met hen eens waren, en raadden wij hen alleen maar aan om zich voorlopig rustig te houden en de vijand te laten vertrekken. Wij bleven hopen dat het niet lang meer zou duren voordat Gessius [Florus] met een sterke krijgsmacht zou arriveren, en een einde zou maken aan deze beroeringen.

[4] We moeten hier opmerken dat religieuze mensen bij de Joden, of in ieder geval de priesters, soms ook asceet waren, en net als Daniel en zijn vrienden in Babylon [Dan. 1:8- 16], geen vlees aten, maar alleen maar vijgen en noten, enz. Dat is net zoiets als het strenge dieet van de christelijke asceten in de passieweek. [Constit. V. 18]

Vertaling: Broeder Joseph

12. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 88]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

Johannes graaft een vijver

Hij had door het struikgewas tot aan de vijfde tegenover gelegen doorsnede van de vijverrand een pad gebaand. Dit pad liep rondom de vijver, tussen de vijverrand en de vier boompjes, welke hij tegenover vier van de vijf doorsneden van de rand had geplant. Tegenover de doorsnede die tot ingang diende, stond geen boom. Aan deze kant alleen was een toegang tot de vijver. Aan de andere zijden was hij slechts door het omlopende pad van de struiken en rotsen gescheiden. Hij plantte op de verhogingen rondom de voet van de vier boompjes een plant die mij niet onbe­kend is. Reeds als kind heb ik ze altijd zeer lief gehad,en wanneer ik ze ergens aan­trof, verplantte ik ze in de nabijheid van ons huis. Ze heeft een hoge, vette stengel, draagt bruinrode, lichtpurperen bloembollen en is zeer heilzaam tegen zweren en keelpijn, wat ik heden vernam. Hij zette er nog allerhande kleine boompjes, struiken en planten omheen.

Bij al die verrichtingen zag hij van tijd tot tijd de voor hem liggende boomschorsrol na en mat met een staf nauwkeurig alles uit, want het scheen mij dat alles, zelfs de bomen die hij plantte, daarop geschetst stonden. Ik herinner mij de figuur van de middelste boom daarop gezien te hebben. Ik wist ook wat alles beduidde, maar het is te veel om alles te kunnen onthouden.

Hij besteedde verscheidene weken aan dat werk en pas toen hij met alles klaar was, kwam op de grond van de vijver een klein watervlak te staan. De middelste boom, waarvan de bladeren reeds half verwelkt en bruin geworden waren, werd weer fris en groen. Johannes haalde water uit een andere bron in een vat dat vervaardigd was met grote stukken boomschors, die tot een waterzak samengevoegd en aan alle kanten ge­pekt waren en hij goot dit water in de nieuwe vijver. Dit water was uit een bron die op de plaats van een zijner vorige verblijven uit een rots ontsprong, toen hij met zijn kruisstaafje er op stootte. Ik ben voor 't ogenblik vergeten welke voorname gebeurtenis daar had plaats gehad.

Ik vernam ook dat hij op die vroegere verblijfplaats de vijver niet had kunnen maken, omdat de grond er uit louter rotssteen bestond en ook dit had zijn betekenis. Hij liet daarna zoveel water uit de beek in de vijver als nodig was. Kwam er te veel water in, dan vloeide het door een afleidingsopening op de omliggende ruimte,waar het de planten verkwikte.

13. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 97: Aquila Rapax [Roofzuchtige Adelaar]

Pius VII [1800-1823]

Echte naam: Luigi Barnaba Chiaramonti [Cesena, 14 augustus 1740 - Rome, 20 augustus 1823]

De eerste jaren van zijn pontificaat werden grotendeels beheerst door de Franse problematiek. Ofschoon hij het confisceren van kerkelijke goederen niet kon verhinderen, voorkwam hij wel dat de kerk in Italië werd opgeheven, zoals dat met de Fransen was gebeurd. Na zijn troonsbestijging sloot Pius VII met Napoleon Bonaparte, Eerste Consul van de Franse Republiek, op 15 juli 1801 een Concordaat. In 1804 ging Pius naar Parijs om er Napoleon op 2 december te zalven voor diens keizerskroning. De eigenlijke kroning deed Napoleon zelf. Na aanvallen op de Kerkelijke Staat werd keizer Napoleon echter in de kerkelijke ban gedaan. Daarop liet hij Pius VII arresteren door generaal Radet en in gevangenschap in Savona houden [1809].

De "Eeuwige Stad" werd bij decreet van Napoleon gereduceerd tot de prefectuur van het departement Tibre. Pius VII werd in 1812 naar Fontainebleau overgebracht en van zijn raadgevers geïsoleerd en door Napoleon persoonlijk onder zware druk gezet. Op 25 januari 1813 zwichtte Pius door allerlei kerkelijke concessies te doen in het zogenaamde "concordaat van Fontainebleau." Dit nieuwe concordaat was een slimme zet van Napoleon omdat hij de katholieken tegen zich in het harnas had gejaagd, zowel in Frankrijk als in de gebieden van zijn Duitse en Oostenrijkse bondgenoten. Maar na contact met Consalvi en Pacca herriep de paus dit concordaat twee maanden later. In mei 1814 kon hij in triomf terugkeren naar Rome nadat Napoleon in april naar het eiland Elba verbannen werd. Toch gaf de paus onderdak aan de familie van de verbannen keizer.

Chris De Bodt

14. Profetiën: Heilige Ambrosius [340-397]

De antichrist zal uit de Bijbel proberen aan te tonen dat hij de Christus is.

Vertaling: Chris De Bodt


06-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6 juni 2011
6 juni 2011

1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio
[5/7]

Ik vereniging u met Mijn lijden

Wat hier verhaald wordt is heel interessant. De onderzoeker probeert te herconstrueren wat relevant is bij Pater Pio, niet allen door de Kapucijn rechtstreeks te ondervragen en te onderzoeken, maar ook door de dichtst betrokken getuigen uit te horen: de priesters in San Giovanni Rotondo en de broeders van het klooster.

Dit maakt het voor de lezer mogelijk om onmiddellijk te lezen hoe Pater Pio vertelt wat er met hem gebeurde en hoe hij zijn geestesgesteldheid beschrijft tijdens de gebeurtenissen. Met nederige, maar betekenisvolle bondigheid, zegt hij hoe hij de zichtbare stigmata kreeg en dat hij reeds voor een lange tijd de onzichtbare stigmata bezat, op die twintigste september 1918 [dat is drie jaar eerder]. Het gebeurde op een ochtend, in het koor, terwijl hij zijn dankgebeden bad na de Heilige Mis. Plots werd hij overvallen door een krachtig beven, waarop kalmte volgende, en ik zag onze Heer afgebeeld aan het Kruis [maar het trof mij niet dat Hij zich aan het Kruis bevond] en treurde over de ondankbaarheid van de mensen, vooral van dezen die aan Hem waren toegewijd en van Hem de meeste gunsten verkregen. Dit onthulde zijn lijden en zijn verlangen om zielen te verenigen met Zijn lijden. Hij nodigde mij uit om te delen in zijn smarten en over hem te mediteren. Tezelfdertijd, smeekte Hij mij om te werken voor de redding van mijn broeders. Op dat ogenblik was ik vol van medelijden over de smarten van de Heer en vroeg ik Hem wat ik kon doen. Ik hoorde zijn stem: "Ik verenig u met Mijn lijden." Eenmaal het visioen verdween, kwam ik terug in de werkelijkheid en zag ik deze tekenen hier, waaruit bloed droop. Ik had niets dergelijks daarvoor.


De schrijver van het boek: Prof. Vr. Francesco Castelli

Nooit voorheen heeft de Kapucijn zo gedetailleerd gesproken over zo’n belangrijke gebeurtenis, vooral omdat hij deze zin "Ik verenig u met Mijn lijden," eerder nooit heeft onthuld. Nochtans is deze zin de sleutel om het mysterie van het leven van Pater Pio en essentieel om alles rond de stigmata te begrijpen en dit samen met de andere zin: "en tegelijkertijd smeekte Hij mij te werken voor de redding van mijn broeders." De uiterlijke tekenen van de Passie, zijn na een lange tijd van voorbereiding [waarbij zij verborgen waren] aan hem gegeven zodat zijn opdracht duidelijker zou zijn: in overeenstemming met Jezus met de merktekens van Zijn zelfde wonden. Diep verenigd met hem in vreugde en liefde, was hij een instrument, een kanaal waarlangs de redding overvloedig tot hen kan komen.

Een buitengewone en extatisch gegeven op dat moment: en toch aanvaardde de Kapucijn het en leefde ermee in vrede. Toch geeft Pater Pio toe dat hij veel lichamelijk heeft geleden: "Soms kon ik de pijn niet meer uitstaan," biecht hij op. Hij erkende ook dat hij soms bevreesd was door het misbaar dat dit alles had veroorzaakt en dit tegen zijn wil: de stormloop van de gelovigen naar het klooster die steeds maar toenam, de druk van de mensen die aan hem waren toegewijd: hun aantal werd ook alsmaar groter en dit vooral vanwege de vrouwen die zo toegewijd waren aan hem en hem later zoveel hinder zouden meebrengen, zijn steeds toenemende briefwisseling, dat hem zelfs moeite veroorzaakte om de kleine strengheid, die heerste binnen het klooster, te overwinnen. Toch overleefde hij alles op een rustige wijze, zichzelf steeds richtend tot het Kruis dat hem was gegund en vertrouwend op Gods hulp en eveneens op de hulp van zijn broeders en meerderen.

Vertaling: Chris De Bodt

2. Grace [5/10]

°26 juli 2002 - †26 september 2002

Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

Voorbereiding op de geboorte

Vóór de geboorte hebben we een onderhoud gehad met alle mensen die bij de bevalling betrokken zouden worden: de materniteit, de verloskamer, mijn gynaecoloog, psychologen, de vice president van de medische zaken en neonatologie. Er moesten enkele beslissingen genomen worden over de medische handelingen inzake het in leven houden van Grace.

Verschillende scenario’s werden bekeken : als ze roos was, als ze blauw was, als ze al dan niet zelfstandig zou ademen. We besloten haar enkel comfortbehandelingen te laten geven. Geen ademhalingstoestel of ventilator, enkel een kleine urgentiekit om haar indien nodig op gang te helpen komen. Er werd gediscussieerd over het ogenblik waarop we de opdracht "niet meer te reanimeren" zouden ondertekenen. Dat was erg moeilijk voor ons.

Hoe zo’n opdracht tekenen voor een baby die nog niet eens geboren is? De discussie ging ook over ons verlangen van geen buitengewone behandelingen te ondernemen om haar in leven te houden.

We vernamen dat Grace aan de linkerzijde van het hart hypoplasie had. Onze verwachting was daardoor van haar drie à vijf dagen levend bij ons te kunnen hebben. Het gaat hier om beslissingen die geen enkele ouder ooit zou moeten nemen. Ik herinner me dat ik tijdens mijn huilbuien in deze vergadering Grace extra hard voelde trappelen in mijn buik. Alsof ze me wou zeggen: ik ben er nog altijd, ga door met voor mij te vechten!

Het verloskundig team heeft ons volledig ondersteund. We hebben op voorhand ieder detail van mijn geboorteplan uitgepraat. Zij hebben hun standaardroutines aan de kant geschoven om aan ieder van onze wensen te kunnen voldoen. Ik ben blijvend onder de indruk geraakt van het professionalisme dat ze ons betoond hebben tijdens ons verblijf. Nooit eerder hadden ze een situatie als de onze of een baby als de onze moeten behandelen. Het was ons heel duidelijk dat het voor iedereen allemaal nieuw was.

De dag van de geplande keizersnede was de meest angstaanjagende dag van mijn leven. Ik wist dat op het ogenblik dat Grace mijn lichaam zou verlaten en het aftellen zou beginnen. De tijd was geteld. Ik was voorbereid op een heel kort leven met Grace. Ik heb zelfs gedacht dat de tijd dat ik haar droeg de enige tijd zou zijn die ik zou krijgen samen met haar. Iedere beweging van haar, ieder trappelen van haar heb ik dan ook gewaardeerd. Ik heb oprecht met de mogelijkheid rekening gehouden dat ik zelf zou sterven de dag van de bevalling, alleen maar omdat we met de ergste scenario’s hadden rekening gehouden. Niemand gaf ons veel hoop. En uiteindelijk is alles zoveel beter gelopen...

Het ziekenhuis had alles zo goed mogelijk voorbereid, het was ongelooflijk. Er waren ongeveer 25 naaste familieleden die angstig de geboorte van Grace afwachtten. Het ziekenhuis had hen een privé ruimte ter beschikking gesteld waar ze samen konden zijn. We hadden een priester beschikbaar voor het geval een nooddoop nodig zou zijn. Het ziekenhuis stelde zijn beste verpleegster te onzer beschikking. Zij hield mijn hand vast. Het volledige medische team was op de hoogte van onze situatie. In feite waren er een aantal mensen bij die zich vrijwillig ter beschikking hadden gesteld omdat ze zo geraakt waren door onze situatie. We hebben de allerbeste zorgen gekregen. Ik trilde omwille van de zenuwachtige gespannenheid die overal heerste. De verpleegster nam mijn hand stevig vast. Ik herinner me dat ik dacht dat ze een engel was. Ik kon niet stoppen met huilen. Mijn man is binnengekomen en we hebben samen geweend en geweend.

Vertaling: Christine

3. Medjugorje: verslag van de verschijningen aan Ivan's gebedsgroep van 27 mei en 3 juni 2011

27 mei 2011

Onze Lieve Vrouw verscheen aan Ivan aan het Blauwe Kruis om 22 uur. Reeds in de late namiddag trokken de bedevaarders op naar het Blauwe Kruis om er een rustige plaats te vinden om er te kunnen bidden en na te denken over de grote genade die ze deze avond zouden ontvangen, in aanwezigheid van de Koningin van de Vrede hier op aarde. Tegen de tijd dat Onze Lieve Vrouw verscheen, bevonden er zich duizenden bedevaarders aan en rond het Blauwe Kruis. De mooie zonsondergang van deze avond ging over in een heldere hemel van vele sterren. Na het zingen en het bidden van de twee mysteries van de Rozenkrans, de droeve en en de blijde mysteries, verscheen de Gospa aan Ivan om 22 uur. De verschijning duurde meerdere minuten. Wat volgt is Ivans beschrijving van de verschijning:

Ook deze avond was Onze Lieve Vrouw, zoals altijd, heel vreugdevol en blij bij het begin van Haar verschijning.. Zij groette ons allen met Haar Moederlijke begroeting: "Geloofd zij Jezus, Mijn kleine kinderen." Daarop strekte Zij haar handen uit over ieder van ons en bad ze voor een langere tijd voor ons. Zij bad in het bijzonder voor de aanwezige zieken en Zij zegende ieder van ons, alsmede de meegebrachte religieuze voorwerpen, met Haar Moederlijke zegen. Daarop zei Onze Lieve Vrouw: "Lieve kinderen, vandaag wens ik u op te roepen: leef naar Mijn boodschappen die Ik u geef, zodat ik u nieuwe boodschappen kan geven. Dank u, Lieve kinderen, om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven.


Hierop bad Zij een tijd in het bijzonder voor de bekering van de zondaars. Daarna beval ik op een bijzondere wijze ieder van u, uw intenties, u noden, uw families en vooral alle aanwezige zieken aan. Daarop ging Onze Lieve Vrouw door met het bidden over ieder van ons. In dat gebed verliet ze ons met het verlichte kruisteken en met de groet: "Ga in vrede, Mijn lieve kinderen."

Bij het vertalen van de boodschap naar het Engels, herhaalde Ivan, dat Onze Lieve Vrouw ons vraagt om naar de boodschap na te leven die Zij ons twee dagen geleden gaf, op 25 mei.

3 juni 2011

Het werd een mooie avond in Medjugorje en de bedevaarders begonnen zich te verzamelen tegen rond 18 uur op de top van de Verschijningsberg om er de verschijning aan Ivan en zijn gebedsgroep mee te maken? Vanaf 20 uur werd de toevloed van bedevaarders bestendig in hun zoeken naar een geschikte plaats om te kunnen neerzitten en hun harten tot rust te brengen voor "hun" ontmoeting met Onze Lieve Vrouw. Er waren meerdere groepen bedevaarders die onder elkaar rustig aan het bidden waren, maar ook individuele pelgrims bereidden zich voor in gebed voor de verschijning van deze avond. Na anderhalf uur zingenn begon Ivan met het bidden van de vijf droeve mysteries van de Rozenkrans. Toen het tijd werd voor de verschijning aan Ivan, werd alles heel rustig. Maria's verschijning begon om 22 uur en duurde meerdere minuten. wat volgt is Ivans beschrijving van de verschijning:

"Vandaag is het belangrijkste van onze ontmoeting dat Onze Lieve Vrouw, bij de aanvang ervan, heel vreugdevol en gelukkig was. Zij groette ons met Haar Moederlijke groet: "Geloofd zij Jezus, Mijn lieve kinderen."


Daarop bad ze voor een langere tijd met uitgestrekte armen over iedereen die aanwezig was. Deze avond bad Zij in het bijzonder voor de aanwezige zieken en ook zegende Zij op een bijzondere wijze elke aanwezige, en alle relgieuze artikelen die de ze hadden meegebracht, met Haar Moederlijke zegen. Daarop bad zij vooornamelijk en voor een langere tijd voor de vrede in de wereld en binnen de families. Ik heb u allen, uw intenties, uw families en vooral de zieken aanbevolen. Hierop vervolgde Onze Lieve Vrouw met haar gebeden voor iedere aanwezige. In dat gebed verliet ze ons met het verlichte kruisteken en met de groet: "Ga in vrede, Mijn lieve kinderen."

Vertaling: Chris De Bodt

4. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 26]

Justo Antonio Lo Feudo

Tijdens die dagen moet ik vanuit de stad waar ik werkte [Bergamo], een opdracht gaan uitvoeren in Turijn. Ik reeds zo’n 250 kilometer om te vernemen dat de oorspronkelijke zakenopracht was afgelast. In plaats daarvan ontmoette ik God. Echt waar! Ik wenste niet onmiddellijk terug te keren en besloot om Turijn te bezoeken. Het eerste wat bij mij opkwam was een bezoek aan "Il Duomo," of de Kathedraal waar de Heilige Lijkwade van Turijn zich bevindt.

Voor mij was het een soort beproeving, want ik was er een paar jaar eerder reeds geweest, maar dan als ongelovige. Niet alleen voelde ik deze keer diep in mijn hart, dat de reliek zonder enige twijfel de afdruk van het Heilige Lichaam van Onze Lieve Heer bevatte, maar [en hier komt het!] ik bevond mezelf voor een biechtstoel, waar een priester eenzaam een boek zat te lezen. Er bevond zich niemand anders in de Kerk.

Toen kwam plots, uit het niets, bij mij de idee op in mijn hart, een idee dat zich direct verplaatste naar mijn brein: "Als ik naar Medjugorje ga, moet ik rein zijn van binnen!" En recht voor mij bevond zich de mogelijkheid hiertoe om een goede biecht te maken, na zo vele jaren. Wat een genade!

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

5. Colton Burpo: Nog meer merkwaardig nieuws

Een aantal dagen geleden schreven we al het bijzondere verhaal neer van Colton Burpo, die op vierjarige leeftijd, na een gesprongen appendix, een bijna-dood-ervaring had. Van zijn boek: "Heaven is for real," zijn er intussen meer dan anderhalf miljoen exemplaren verkocht. Dit verhaal kwam er als reactie op Stephen Hawkings bewering dat God en het leven na de dood "sprookjes" zijn.

Na zijn genezing, begon Colon de namen te noemen van sommige merkwaardige hemelse figuren, die hij aldaar had had ontmoet tijdens deze ervaring. U moet weten dat het hier om een protestantse familie gaat en dat zijn vader een Baptische priester is.


Het boek "Heaven is for Real"

De kleine Colton zei: "Weet u nog toen we in de wagen zaten en spraken over mijn neerzitten op Jezus' schoot?" "Ja, gebeurde er misschien nog iets anders?" De kleine jongen vervolgde dat hij Jezus' neef, Johannes de Doper, daarop ontmoette en dat hij ook het veerkleuring lievelingsdier van Jezus, zijn paard, mocht aaien. Maar het belangrijkste van alles is, dat hij als protestants kind, "Maria zag knielen voor de troon van God en dat Zij, bij andere gelegenheden, naast Jezus stond."

Het ongelofelijke verhaal wordt door iedereen als waar ervaren, vooral omdat hij zijn "overleden zus" in de Hemel had ontmoet. Een aantal jaren voor zijn geboorte, had Coltons moeder een miskraam gehad. Dat kindje, of zijn zusje, bevond zich in de Hemel, maar had nog steeds geen naam. Colton kon niet weten dat hij nog een zus had, vermits zijn moeder hem over haar miskraam nooit iets had verteld.

Chris De Bodt

6. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 16]

De drie herderskinderen en hun families

En het boek Deuteronomium laat ons geen enkele twijfel achter: "Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad." [Deut. 6: 6-9] In deze woorden zullen de ouders en de kun kinderen hun eeuwig geluk vinden: "Hadden ze altijd maar zo’n verlangen om mij te vereren en mijn geboden na te leven: voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan." [Deut. 5: 29]

Deze woorden omschrijven nauwkeurig de opdracht die God heeft toevertrouwd aan de ouders in de opvoeding van hun kinderen. De ouders zijn de eerste opvoeders van de kinderen. Het is in hun vaders arm en hun moeders schoot, wanneer ze nog onschuldig zijn, dat de kleine kinderen de Heilige naam van God moeten leren uitspreken en hun zuivere handen in gebed naar de Hemel moeten richten, kinderlijk moeten leren lachen naar het beeld van hun Hemelse Vader en hun Hemelse Moeder.

Het zijn de ouders die hun kinderen moeten leiden op het rechtvaardige pad van Gods Wet en hen toevertrouwen, in overeenstemming met hun middelen en omstandigheden, aan bekwame leraars die hen niet wegleiden van het pad waarop ze geplaatst zijn. Wat is anders het voordeel van een grote kennis als ze hiermee hun onsterfelijke zielen verliezen? Door hun ziel te verliezen, verliezen ze alles, omdat ons leven hier op aarde in een flits voorbijgaat, terwijl de eeuwigheid onveranderlijk in ons verblijft!

Ongetwijfeld is de menselijke wetenschap, met al de kennis die ze bevat, goed, vooral wanneer ze door wijze mensen gestuurd wordt, om de grootsheid van de kracht, de wijsheid en de goedheid der kennis ons een diepe menselijkheid bijbrengt, zodat we er ons van bewust worden dat zelfs, na zoveel moeite en studie, de meest geleerde mensen er steeds nog niet in zijn geslaagd om zelfs één van de ontelbare schoonheden te begrijpen die van de almachtige, scheppende handen van de Heer komen.

Vertaling: Chris De Bodt

7. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 132]

Schrift 1

291. Ik ontmoette eens iemand die van plan was een doodzonde te bedrijven. Ik heb toen de Heer gebeden om mij de grootste kwellingen over te zenden zodat deze ziel gered werd. Plots voelde ik de wrede pijnen van de doornenkroon op mijn hoofd. Dit duurde redelijk lang, maar deze persoon bewaarde Gods genade. O mijn Jezus, hoe gemakkelijk is het zich te heiligen, er is alleen wat goede wil voor nodig. Wanneer Jezus dat minimum goede wil in de ziel ontdekt, geeft Hij zich haastig aan haar en niets kan Hem tegenhouden, fouten noch vallen, helemaal niets. Jezus is erop uit deze ziel te helpen en als die ziel aan de genade Gods getrouw is, kan ze op korte tijd komen tot de hoogste heiligheid die een schepsel hier beneden kan bereiken. God is zeer mild en weigert niemand Zijn genade: Hij geeft zelfs meer dan wij vragen. De trouw aan de ingeving van de heilige Geest, dat is de kortste weg.

292. + Wanneer de ziel God oprecht bemint, moet ze in haar geestelijk leven voor niets bang zijn. Dat ze zich late beïnvloeden door de genade en haar vereniging met God geen beperking oplegge.

293. + Toen Jezus mij met Zijn schoonheid verrukte en me naar Zich toetrok, zag ik wat Hem in mijn ziel mishaagt en besloot ik het tot alle prijs te verwijderen, en met Gods genade heb ik het onmiddellijk verwijderd. Deze grootmoedigheid beviel de Heer en sindsdien is Hij begonnen mij hogere genaden te verlenen. Ik redeneer niet in mijn innerlijk leven en ik ontleed niet langs welke wegen Gods Geest me leidt, het volstaat te weten dat ik bemind wordt en dat ik bemin. De zuivere liefde leert mij God kennen en veel mysteries te begrijpen. Mijn biechtvader is mijn maatstaf, zijn woord is heilig voor mij: ik zeg dat over mijn begeleider [37].

[37] Het betreft hier E.H. Sopocko.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

8. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 132]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 2

Zoals al gezegd, broeders, zijn deze in genade bevestigde zielen wonderbaar getroost door de zekerheid over hun heil. Maar anderzijds, verlost van het lichaam dat als een dik zeil het zicht en het begrip over bovennatuurlijke en onzichtbare zaken verduisterde, voelen ze bitter het uitstel van het goddelijk bezit aan.

Hier op aarde wordt door de meeste mensen Gods afwezigheid of verwijdering maar matig ingeschat! Verleid door de aardse bezittingen en opgeslorpt door tastbare dingen begrijpen we God op te zeer onvolmaakte wijze om zijn verlies goed op prijs te stellen. Maar bij de dood wordt de blinddoek der zinnen verscheurd, al onze menselijke banden worden vernietigd, de ijdele spoken die ons verleidden zijn voorgoed gevlucht. Er is geen vermaak, noch afleiding, noch gesprek meer. Onze neigingen, betrachtingen en strekkingen richten zich dan op de goddelijke Bruidegom, onze enige en onbegrijpelijke schat.

Ah! Die arme zielen, tuk op eeuwige omhelzingen, snellen naar God die hun doeleinde is, krachtiger dan het ijzer voor de magneet, onstuimiger dan de natuurlijke dingen naar hun centrum snellen.

Onder die grote vernieling van de dood, met de totale scheiding van al wat ons leven uitmaakte, rest er de ziel niets... helemaal niets, behalve dan die liefde die wegzinkt, en laat slechts het ondenkbare spijt achter dat, door haar schuld, de vervulde vereniging met een dag, een jaar, een eeuw werd uitgesteld en die voor haar het echte, het volmaakte, het enige en eeuwige geluk moet zijn.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

9. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [17/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


10. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 44]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

De echtgenote Rolland en Benoîte

Hier geeft M. Gaillard de boetes in detail: vlees derven, geen bouillon of wijn op de grote feestdagen [Pasen, Pinksteren, Kerstmis] om ze aan de armste van de parochie te geven en zelf maar water en brood gebruiken. Dan vervolgt hij zijn verhaal:

‘Deze vrouw begreep het, getroffen door een gevoelige pijn en een uiterst berouw God te hebben beledigd: ze weent, zucht en klaagt. Benoîte komt naderbij, hoort haar wenen en zegt tot haar: "Je hebt me bij de Dame doen liegen, want ik dacht je in bed..." "Ik heb alles gehoord wat de Dame je zei. Ik zal me verbeteren." Deze plotse verandering was voor een meisje een grote opluchting, ook door later vast te stellen dat ze niet meer vloekte, vastte en al wat ze kon afstaan aan de armen gaf. Verder leidde ze een zeer christelijk leven en naderde vaak de Sacramenten.

Deze oprechte bekering zal maar terloops door M. Peytieu aangehaald worden als openbaar bekend, wanneer hij twintig jaar later zijn Mémoires opstelt.

Het feit dat Mevrouw Rolland hoort wat de Dame zegt zonder haar te zien stelt de vraag over de objectieve werkelijkheid van de verschijning: deze woorden zijn inderdaad door twee getuigen, die elkaar niet kunnen beïnvloeden, gehoord en begrepen. Volstaat dit om de bewering van M. Gaillard hard te maken die meteen schrijft: "Dit voorbeeld alleen al, dat iedereen in de buurt gezien heeft, toont duidelijk aan dat de verschijningen aan Benoîte geen verzinsels zijn of het werk van de Duivel, maar de pure waarheid. Het wordt nog duidelijker, en om meer overtuigende redenen."

Hier gaat het M. Gaillard niet rechtstreeks over de zaak die ons bezig houdt, maar uitsluitend de waarheid van het getuigenis van Benoîte. We kunnen maar de krachtige tussenkomst bewonderen van de herderin om haar bazin te bekeren.

Vertaling: Broeder Jozef

11. Het sacrament van de Verzoening [deel 15]

Uittreksel uit het boek van Pater Slavko Barbaric: "Geef me je gewonde hart"

De maandelijkse biecht

Na deze rijke bezinning over de betekenis van de biecht is het misschien goed om even stil te staan bij de vraag: Waarom een maandelijkse biecht? Is het niet overdreven? Vroeger volstond dit één maal per jaar of bij bedreven doodzonde, waarom vraagt de Gospa ons om zo dikwijls te biechten? Pater Slavko Barbaric, een grote bezieler van Medjugorje, overleden in 2000 bij de laatste statie van de kruisweg op de Krizevac, schreef hierover het volgende in "Geef mij je gewonde hart:"

"Dus, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valt! Gij hebt geen bovenmenselijke bekoring te doorstaan gehad. God is getrouw; Hij zal niet toelaten, dat gij boven uw krachten bekoord wordt, maar met de bekoring zal Hij ook het middel geven, om ze te kunnen doorstaan." [1 Korintiërs 10,12-13]

"Om ons naar de vrede te leiden wenst de Moeder Gods, volgens de uitspraken van de zieners, de regelmatige maandelijkse biecht. In de parochie van Medjugorje zijn daarom elke eerste vrijdag, zaterdag en zondag in de maand dagen van verzoening. Vanzelfsprekend komt de vraag op: Waarom moeten wij zo vaak biechten?

In het licht van hetgeen wij over de regels van het geestelijk leven weten is de oproep tot de maandelijkse biecht gemakkelijk te begrijpen. Want de noodzakelijkheid van het sacrament van de verzoening is niet alleen verbonden met datgene wat wij aan negatieve dingen hebben gedaan, maar veeleer met het groeien in de liefde, de vrede, de barmhartigheid en het vergeven. Dus als we ook zeggen dat we niet hebben gezondigd, dan sluit dat nog niet de noodzakelijkheid van het sacrament van de verzoening uit. Dit sacrament is eigenlijk een feest van vreugde, van gemeenschap, van genezing en van het leven.

Wie met deze gezindheid maandelijks te biechten gaat, zal de wetten van de geestelijke groei beslist beter begrijpen en hij zal in de ontmoeting met de priester ook gemakkelijker zien wat hij moet doen. Hij zal een betere vooruitgang boeken in zijn persoonlijke groei, hij zal zijn zwakheden beter gaan zien en de wonden die hij door zijn zonden heeft gekregen, genezen vlugger.

Anne Van Der Sloten

12. Jezus' tijdgenoten [aflevering 261]

Jozef Kiabi, zoon van Simon Kantheras

Zie Ismaël, zoon van Kiabi

Josephus Flavius

Wat volgt is de eigen beschrijving van Josephus' "Uit mijn Leven."

Ik kom uit een eerbiedwaardig geslacht, dat in zijn geheel van priesters afstamt. Terwijl adeldom bij iedereen weer op iets anders is gebaseerd, is het bij ons dus de priesterlijke waardigheid, waaruit het aanzien van onze familie blijkt. Bovendien stam ik niet af van zomaar een priestergeslacht, maar van het belangrijkste van de vierentwintig [1] afdelingen. Omdat daarnaast bij ons een aanzienlijk verschil bestaat tussen families van de ene of andere afdeling, behoor ik ook nog tot de voornaamste familie van die eerste richting. Van mijn moeders kant ben ik van koninklijke bloede, want de nakomelingen van Asamoneus, waarvan die familie afstamt, bekleedden niet alleen heel lang het ambt van hogepriester, maar hadden tegelijkertijd een koninklijke waardigheid. Ik zal nu mijn voorvaderen in de juiste volgorde opnoemen. De vader van mijn grootvader heette Simon, bijgenaamd Psellus. Hij leefde in dezelfde tijd als Hyrcanus, de zoon van de hogepriester Simon, de eerste van alle hogepriesters. Deze Simon Psellus had negen zonen, waar Matthias, die Ephlias werd genoemd, er een van was. Hij huwde met de dochter van de hogepriester Jonathan, de oudste zoon van Asamoneus, die ook hogepriester was en broer van de hogepriester Simon. Deze Matthias kreeg in het eerste jaar van de regering van Hyrcanus een zoon die Matthias Curtus werd genoemd. De naam van zijn zoon, die werd geboren in het negende jaar van de regering van Alexandra, was Joseph. Ik ben de zoon van Matthias en ben geboren in het eerste jaar van de regering van Gaius Ceasar. Zelf heb ik drie zonen: Hyrcanus, de oudste, is geboren in het vierde jaar van de regering van Vespasianus, Justus in het zevende en Agrippa in het negende. Ik heb nu dus de stamboom van mijn familie opgeschreven, zoals ik die in de officiële documenten heb aangetroffen [2] en daarmee neem ik afstand van degenen die lasterlijk over mijn zogenaamde lage afkomst spreken.

Mijn vader Matthias stond dus niet alleen in aanzien vanwege zijn adellijke afkomst, maar oogstte nog meer eerbetoon op grond van zijn rechtvaardigheid. Hij genoot grote faam in Jeruzalem, de grootste stad die wij hebben. Zelf groeide ik samen op met mijn broer, die Matthias heette. Hij was mijn enige broer, van dezelfde vader en moeder. Ik maakte zeer grote vorderingen in mijn studie en bleek zowel een goed geheugen als verstand te hebben. Daarnaast werd ik toen ik nog jong was, toen ik ongeveer veertien was, door iedereen geprezen voor mij toewijding aan mijn studie. Daarom kwamen de hogepriesters en meest invloedrijke mannen van de stad vaak bij mij samen, om mijn mening te horen over de juiste uitleg van bepaalde wetsartikelen. En toen ik ongeveer zestien was, nam ik mij voor om een inventarisatie te maken van de verschillende sekten, die in ons land aanwezig waren. Dat zijn er drie. Zoals ik al vaker heb verteld was de eerste, die van de Farizeeën, de tweede waren de Sadduceeën en de derde de Essenen. Ik dacht dat ik de beste keuze zou kunnen maken, als ik maar voldoende van hen afwist. Ik beperkte me eerst tot sober voedsel, ondervond vele problemen, maar doorstond dat allemaal. Ik was echter niet tevreden over deze beproevingen. Dus toen ik hoorde, dat er iemand in de woestijn ene Bannus leefde, die zich uitsluitend kleedde met wat er aan bomen groeide, geen ander voedsel tot zich nam dan wat vanzelf groeide, en zich vaak, om zijn kuisheid te bewaren, overdag en ’s nachts in koud water baadde, werd ik zijn leerling. Ik bleef drie jaar bij hem. [3] Nadat ik dus had gedaan wat ik mij had voorgenomen, keerde ik terug naar de stad. Ik was toen negentien jaar en ging mijn leven inrichten volgens de regels van de sekte van de Farizeeën, die verwant is aan de sekte van de Stoïcijnen, zoals die bij de Grieken heten.

[1] Wij mogen daarom de vergissing rechtzetten in het Latijnse exemplaar van het tweede boek van Tegen Apion par. 8, [want het Griekse exemplaar is verloren gegaan]. Daar staat dat er maar vier priesterstammen of "afdelingen" bestonden, in plaats van vierentwintig. Deze vermelding mag niet over het hoofd worden gezien, want het lijkt alsof Josephus daar iets anders zegt dan wat hij hier beweert. Zelfs het aantal wat daar wordt genoemd, komt beter overeen met vierentwintig dan met vier afdelingen, omdat hij zegt dat elk van die groepen uit 5000 man bestaat, wat vermenigvuldigd met vier, niet meer dan 20.000 priesters oplevert. Het aantal van 120.000 man lijkt het meest waarschijnlijk, omdat dat ongeveer eentiende van de hele bevolking betekent, zelfs na de Babylonische ballingschap. Zie Ezra 2:36-39; Nehemia 7:39-42; 1 Ezra 5:24, 25, Ezra 2;64; Nehemia 7:66; en 1 Ezra 5:41. Dat men doorgaans leest of schrijft dat er maar vier priesterafdelingen hebben betaan, komt ook niet overeen met wat Josephus zelf elders zegt [Antiq. Boek VII. hfdst. 14. par. 7]. Daar vermeldt hij dat Davids onderverdeling van de priesters in vierentwintig afdelingen, tot op dat moment was gehandhaafd.
[2] Een uitstekend voorbeeld van de aandacht die de Joden aan hun stamboom besteden, vooral bij de priesters. Zie Tegen Apion, boek 1, par. 7.
[3] Als Josephus hier zegt dat hij van zijn zestiende tot zijn negentiende jaar, dat wil dus zeggen drie jaar, de drie Joodse sekten, Farizeeën, Sadduceeën en Essenen heeft uitgeprobeerd, en meteen daarna in al onze exemplaren zegt, dat hij bovendien die periode tot zijn negentiende bij een kluizenaar in het bijzonder, ene Bannus, heeft doorgebracht, laat hem dat weinig ruimte om die drie andere sekten uit te proberen. Ik denk dus dat de oude lezing bij hem, het mogelijk met hen eens is. Dat is maar een kleine correctie, die voor ons wel het probleem oplost. Toch is het vermoeden van Dr. Hudson, waar Hall op zinspeelt in zijn voorwoord bij de uitgave van Hudson van het werk van Josephus, helemaal niet onwaarschijnlijk, namelijk dat deze Bannus, zoals hij hem beschrijft, zeer wel mogelijke een volgeling van Johannes de Doper is geweest, en dat Josephus mogelijk van hem die inzichten heeft opgedaan, die er later voor hebben gezorgd dat hij zo’n gunstig beeld schetst van Jezus Christus, over wie Johannes de Doper heeft getuigd.

Vertaling: Broeder Joseph

13. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 87]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

Johannes graaft een vijver

Ik begreep de betekenis van iedere aardlaag die Johannes in het maken van de vijver doorgroef en van alle bijzondere werkzaamheden, tot de vijver voltooid was. Alles had betrekking op de hardheid en andere gebreken van de mensen, die hij moest verbeteren, opdat de genade van de Heer op hen zou kunnen inwerken. Ik werd hierbij onderricht dat zijn arbeid, zoals ook al zijn andere handelingen en zijn hele leven een zinnebeeld en voorafbeelding waren. Hierdoor werd hij niet alleen door de H. Geest onderricht nopens hetgeen hij te doen had, maar hij deed er door ook dat­gene, wat zijn verschillende verrichtingen beduidden, aangezien God de goede mening waarmede hij zijn werk bezielde, in aanmerking nam.

Tot dit alles werd hij, zoals weleer de profeten, door de H. Geest aangedreven. Hij schilde eerst de grasgrond in een ronde vorm weg en groef dan door de harde mergelgrond een rondvormige, grote vijver, zeer schoon en zorgvuldig, en bevloerde de bodem met verschillende stenen, uitgenomen in het midden op de diepste plaats, waar hij tot op een kleine waterbron gegraven had. Met de uitgegraven aarde legde hij hierna rondom de vijver een rand aan, die op 5 plaatsen doorsneden was. Tegenover vier van deze doorgangen plantte hij rondom de vijver, op gelijke afstanden,vier slanke stammetjes, die van boven schoon groen waren. Het waren vier boompjes van een verschillende soort. Ze hadden elk hun bijzondere betekenis. In het midden van de vijver plantte hij een speciale boom met smalle bladeren en piramide­vormige bloemtrossen, die met een stekelachtige knot of bolster omgeven waren. Deze boom had een tijdlang half verwelkt vóór zijn spelonk gelegen.

De vier boompjes rondom schenen mij eerder dunne heesters te zijn die bessen droegen [boompjes met in hun kruis rode beters]. Hij hoogde de aarde rondom hun voet op om ze vast te zetten. Nadat hij in het uitgraven van de vijver tot op de bron gekomen was, waar daarna de middelste boom geplant werd, maakte hij een gracht of kanaal om het water uit de beek bij zijn spelonk in de vijver te leiden en ik zag hem in de steppe of wildernis holle rietstengels verzamelen [die in Palestina echte holle stokken zijn en ik zag hem die als buizen op elkander steken tot een soort pijp of waterleiding. Hij bedekte deze met aarde. Het was zo geregeld dat hij ze kon sluiten.

14. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 97: Aquila Rapax [Roofzuchtige Adelaar]

Pius VII [1800-1823]

Echte naam: Luigi Barnaba Chiaramonti [Cesena, 14 augustus 1740 - Rome, 20 augustus 1823]

Luigi Barnaba Chiaramonti werd geboren uit een adellijke Italiaanse familie. Naar hijzelf vertelde, was zijn pausschap voorspeld door zijn moeder, die in 1763 toetrad tot de karmelietessen. Hij studeerde in Ravenna voordat hij toetrad tot de Benedictijnse orde in 1756 voor zijn vervolgstudie. Zijn kloosternaam als benedictijn was Gregorio. Binnen de orde werd hij docent in de theologie. Zijn carrière kwam in een stroomversnelling toen Giovanni Braschi, een vriend van de familie, gekroond werd tot paus Pius VI.

In 1785 werd hij bisschop van Imola, waar hij onder andere de Franse bezetting meemaakte. Zijn kersthomilie van 1797, die stelde dat Kerk en democratie geen tegengestelden zijn, maakte hem door heel Italië bekend.

Na de dood van paus Pius VI verbleef de meerderheid der kardinalen in Venetië en werd daar in het Benedictijnerklooster op het eiland San Giorgio Maggiore het conclaaf gehouden. Na drie en een halve maand werd kardinaal Chiaramonti als compromiskandidaat tot paus gekozen [14 maart 1800]. Hij nam uit eerbied voor zijn in ballingschap gestorven voorganger diens naam aan. Omdat de pauselijke tiara door de Fransen in beslag was genomen, werd een model van papier-maché gebruikt.

Chris De Bodt

15. Profetiën: Heilige Hieronymus [342-420]

Profetie 3

satan zal zijn invloed op alle machten van de antichrist uitoefenen, zowel lichamelijk als in zijn ziel, namelijk zijn wil, geheugen en kennis.

Vertaling: Chris De Bodt

16. Natuurtips die niets kosten: Kleefkruid [Galium aparine L.]

Wij schepselen zijn ver van de schepping en de krachten die er in schuilen afgedwaald. Ieder sprietje onkruid moet verdwijnen en we moeten een steriel grasveldje hebben. Daarom is het goed ons af en toe te buigen over de genezende en voedende gaven die bepaalde kruiden kunnen hebben. De taaiste ‘onkruiden’ blijken de geneeskrachtigste te zijn. We gaan ze te lijf met het grootste vergif en jammer genoeg vergiftigen we zo de natuur en doen onszelf tekort.


Kleefkruid [Galium aparine L.]

Kleefkruid is ook zo’n "vervelend" kruid. Het plakt aan onze kleren en huid als we passeren. Maar lees even verder, het kan ons nog van veel nut zijn in de komende tijden.
  • Tonicum voor het lymfatisch stelsel: gezwollen lymfeklieren om het even waar in het lichaam en in het bijzonder bij amandelontsteking en ontsteking van de neuspoliepen
  • Licht urineafdrijvend
  • Bevordert de leverwerking
  • Mild laxerend
  • Bloedzuiverend en ontstekingsremmend
  • Psoriasis en droog eczema
  • Allergische en infectueuze neusslijmvliesontsteking
  • Chronische sinusitis
  • Ter ondersteuning bij auto-immuunziekten en kankerdiëten
  • Oedemen,ter preventie van nier- en blaasstenen, niergruis, blaasontsteking, prikkelbare blaas, pijn bij het wateren, te weinig wateren, bedwateren
  • Stembandverlamming [gorgelen met aftreksel]
  • Kleefkruid kan ook gegeten worden als groente, net als de grote brandnetel en vogelmuur, waardoor het algemeen kan bijdragen tot de groei en herstel van weefsels
3 maal per dag 5 à 15 ml vers geperst sap of 3 maal per dag een thee van 2 à 3 theelepels gedroogd kruid [mag ook vers gebruikt worden, minder lang laten trekken] op een tas heet water; 10 à 15 minuten laten trekken. Bij zware ziekten 4 tassen per dag.

Waarschuwing: veilig

Anne Van Der Sloten

17. Pauselijk bezoek aan Kroatië: waarschuwing voor verlies van de "familiewaarden."

Paus Benedictus XVI waarschuwde zondag dat het traditionele gezin in Europa verbrokkelt door de druk van voortschrijdende ontkerkelijking. Hij bepleit wetten die echtparen helpt met de hoge kosten van de opvoeding en onderwijs van kinderen. De paus zei dat op de tweede dag van zijn bezoek aan Kroatië, een bastion van katholicisme op de Balkan. Hij sprak bij een openluchtdienst voor honderdduizenden mensen op een renbaan aan de rand van de hoofdstad Zagreb.


Honderduizenden woonden de Misviering bij

"Helaas moeten wij erkennen dat secularisatie zich verspreidt, wat leidt tot de uitsluiting van God uit het leven en de toenemende afbrokkeling van het begrip familie, vooral in Europa," zei de paus. Hij riep katholieke families in heel Europa op zich te verzetten tegen "die seculiere mentaliteit, die samenwonen als voorbereiding of zelfs als vervanging van het huwelijk goedkeurt." Hij hekelde ook abortus en kunstmatige geboortebeperking.

De dienst van de 84-jarige kerkvorst was de nieuwste aanval in een reeks tegen, wat de kerk ziet als, het groeiende anti-katholicisme en 'christenfobie' in Europa. Benedictus verzette zich eerder tegen een Britse wet die de kerk zou verplichten om ook homo's en transseksuelen aan te nemen. Ook maakte hij bezwaar tegen een vonnis dat kruisbeelden zou verbannen uit Italiaanse scholen.

Het bezoek van Benedictus moet een aanmoediging zijn voor de kerk in het land, dat 20 jaar geleden onafhankelijk. Voorheen maakte het deel uit van Joegoslavië.

Bij het begin van zijn reis door Kroatië kritiseerde Benedictus nog de Europese Unie. Hij zei dat de EU-bureaucratie te gecentraliseerd is en soms geen rekening houdt met historische verschillen en nationale culturen. Het Vaticaan steunt wel de Kroatische pogingen om lid te worden van de EU. Dat zou een sterk katholiek land in de groep EU-landen brengen.

De Duitse paus brengt later op zondag nog een bezoek aan het graf van kardinaal Alojzije Stepinac, die was beschuldigd van samenwerking met de nazi-bestuurders tijdens de Tweede Wereldoorlog. De communisten veroordeelden hem tot 16 jaar cel na de oorlog. Maar de vorige paus verklaarde Stepinac zalig in 1998.

18. Radioactiviteit stijgt in vernielde kerncentrale Fukushima

In de verwoeste Japanse kerncentrale Fukushima stijgt de radioactieve straling. Uitbater Tepco deelde zaterdag mee dat in het gebouw dat reactor 1 herbergt tot 4.000 millisievert straling per uur is gemeten. Dat is het hoogste tot nu toe gemeten niveau in de lucht. Een robot kwam tot dit resultaat in de zuidoostelijke hoek van het gebouw.




Uit een opening in de vloer voor een pijp doorheen het gebouw is oprijzende stoom gezien. Maar de pijp zelf is volgens Tepco onbeschadigd. De stoom lijkt uit een drukketel te komen waar zich hoog radioactief besmet koelwater zou hebben geaccumuleerd.

De metingen duiden erop dat arbeiders na vier minuten al blootgesteld zijn aan de hoogst toegelaten stralingsdosis [250 millisievert per jaar] na vier minuten. Er zijn evenwel geen plannen om mensen in dat deel van de kernfabriek te laten werken, wat niet belet dat Tepco de zaken nauwgezet wil blijven opvolgen.

19. Als afsluiter: velen onder u herinneren zich ongetwijfeld nog het volgende:


Pastoor Andy Penne herinnerde zich ons nog eens aan deze beelden op facebook. Uiteraard is dit voor onze lezers eveneens een prachtige herinnering. Ik was op die dag zelf te Brussel aanwezig en het enthousiasme was enorm. Eerst ging ik naar het jubelpark waar Paus Johannes Paulus II met de helikopter aankwam. Daarna heb ik de Paus de hele Wetstraat gevolgd tot bijna aan de Grote Markt te Brussel. Langs de Wetstraat alleen al stonden er vijf rijen toeschouwers en dit langs beide kanten. Het enthousiasme was enorm en was een beetje in contrast met zijn bezoek aan Nederland, net daarvoor, waar hij eerder "koel" ontvangen werd door het volk. Ik ben blij dat ik het mogen meemaken heb.
Pastoor Andy Penne is een stadsgenoot van mij en behoort tot de priesters die onlangs door aartsbisschop André Léonard vanuit Nederland naar België heeft teruggeroepen. Op dinsdagavond verzorgt hij voorlopig de Misviering in mijn buurgemeente Roosdaal, Pamel en vanaf september wordt hij officieel als pastoor aangesteld te Galmaarden.

Chris De Bodt

03-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 juni 2011
3 juni 2011

1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio
[4/7]

Een hemels aroma

Zijn stigmata

De documenten onthullen nieuwe details over de stigmata, die anders dan bij de Heilige Franciscus, bij Pater Pio geen uitgroeisels van vlees aan de andere zijde vertoonden. Pio’s handpalm leek eerder glad aan de oppervlakte en de stigmata aan zijn voeten namen soms af, waarbij er enkel "bleke knopjes" overbleven die dan later weer zouden "gedijen" met bloed. Er was geen schouderwonde [zoals sterke geruchten dikwijls laten vermoeden], maar er was een driehoekige wonde aan de zijde die de kleur had van "rode wijn."

Toen hij Vr. Pio dwong om zijn handen te ontbloten om de tekenen van zijn stigmata te tonen, nam de sceptische Rossi waar dat het bloed aan de handschoenen bleef hangen en dat het hierdoor uiterste pijnlijk was voor de monnik om er zich van te ontdoen. Maar Pio was zoals altijd gehoorzaam. De onderzoeker stak zijn eigen vinger in Pio’s open handwonden en noteerde later, met een zichtbare verbazing: "De stigmata zijn er. We staan voor een ware gebeurtenis en het is onmogelijk om dit verder te ontkennen." Castelli noteerde ook dat Pio’s stigmata anders leken dan deze van de Heilige Franciscus, wiens wonden uitpuilden of uitgroeiden naar de andere kant van zijn handpalm en waarbij wild vlees te voorschijn kwam. Dit was niet het geval bij Pio. De Bisschop-onderzoeker had geen andere keuze dan het besluit te maken dat volledig in het voordeel uitviel van hun authenticiteit, en aldus in feite van goddelijke oorsprong waren.

Hebben atheïsten ooit deze dingen uitgepluisd?

Indien ze dit zouden gedaan hebben, indien ze niet eenvoudig en overtuigend hadden geweigerd om zelf gebeurtenissen rond Pater Pio te onderzoeken, zouden er niet langer atheïsten bestaan.

Ze veroorzaakten een enorme pijn bij Pater Pio en de mysticus onthulde aan Bisschop Rossi dat de wonden begonnen met een visioen over Jezus, die aan Pio vertelde dat "deze zouden dienen om Pio met Zijn Passie te verenigen." Eerder was er enkel geweten dat een "raadselachtige figuur of engel" aan hem was verschenen tijdens zijn gebed in de koorkamer, bij de aanvang van de zichtbare stigmata. De wonden etterden nooit en gaven ook geen pus af en er was ook geen littekenvorming, alhoewel de handen korsten vertoonden.

En zo gaan de onthullingen door in dit boek dat minstens even boeiend is dan de talloze boeken die zijn geschreven over de Heilige. Het boek maakt een oud verhaal als nieuw, het is inspirerend en men kan het moeilijk opzij leggen. Het boek is geschreven door Vader Francisco Castelli, met een voorwoord van de beroemde Italiaanse schrijver Vittorio Messori.

Pater Pio, die in 2002 werd heilig verklaard, was zelf eerder verbaasd over alle commotie die er ontstond rond hem. Op een gegeven ogenblik merkte de monnik op: "Ook voor mijzelf ben ik een mysterie."

Vertaling: Chris De Bodt

2. Grace [4/10]

°26 juli 2002 - †26 september 2002

Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

Vechten

Vanaf dat ogenblik is mijn gynaecoloog voor mij beginnen vechten en alle beslissingen werden genomen met de bedoeling de kansen op een levende baby te maximaliseren. Hij heeft zich werkelijk ten volle daarvoor ingezet. Hij heeft me verteld dat hij nooit meer dezelfde zou zijn. Grace heeft een diepe indruk gemaakt op al de artsen die zich met ons bezig gehouden hebben.

Mijn gynaecoloog heeft mijn geboorteplan verdeeld aan gans het verloskundig team en aan de verpleging en heeft met hen vergaderd om alles voor te bereiden. Ik heb persoonlijk kennis gemaakt met de verantwoordelijken van de verlosafdeling, van de materniteit, van neonatologie en met de vice-precident van het ziekenhuis vooraleer Grace geboren werd. Haar komst was grondig voorbereid. De verpleegsters zeiden me: "Chris, er bestond hier geen geschreven protocol voor dit soort zaken vooraleer Grace geboren werd. Jij hebt het protocol geschreven en wij weten nu dat we dit aan kunnen..."

Om dat allemaal te kunnen had ik veel steun nodig. Vanwege het medisch korps, noch vanwege de kerk heb ik enige hulp gekregen. Wel daarentegen van een groep "Sisters of life" die ik kort na de diagnose gecontacteerd heb. Zij brachten mij in contact met een Canadese groep "Morning Light Ministry." Die gaven me veel praktische en geestelijke adviezen om deze zwangerschap tot op het einde te dragen. Die groepen heb ik echter zelf moeten zoeken. Ik zou het werkelijk heel erg geapprecieerd hebben al deze info gekregen te hebben van de genetische consulenten en van de priesters die ik in de eerste periode contacteerde.

Eenmaal ik die groepen ontdekt had, wist ik dat ik niet alleen was. Het is onaanvaardbaar dat men mij deze bronnen niet gewezen heeft op het ogenblik dat ik mijn "keuze" moest maken.

Het lijkt erop dat het medisch korps maar één kant van het probleem zag. Dat was niet correct. Ik werd met lege handen naar huis gestuurd waar het om mijn baby ging. De ziekenhuizen zouden hulp en steun moeten bieden aan vrouwen die ervoor kiezen hun zwangerschap door te zetten ondanks een negatieve diagnose. Ik denk dat Grace ons ziekenhuis op dat vlak wakker geschud heeft. Het medisch korps zou ook vrouwen als ik moeten steunen. Ook al zijn we weinig talrijk, we zijn er toch wel.

Vertaling: Christine

3. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 15]

De drie herderskinderen en hun families

En het boek Deuteronomium laat ons geen enkele twijfel achter: "Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad." [Deut. 6: 6-9] In deze woorden zullen de ouders en de kun kinderen hun eeuwig geluk vinden: "Hadden ze altijd maar zo’n verlangen om mij te vereren en mijn geboden na te leven. Voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan." [Deut. 5: 29]

Deze woorden omschrijven nauwkeurig de opdracht die God heeft toevertrouwd aan de ouders in de opvoeding van hun kinderen. De ouders zijn de eerste opvoeders van de kinderen. Het is in hun vaders arm en hun moeders schoot, wanneer ze nog onschuldig zijn, dat de kleine kinderen de Heilige naam van God moeten leren uitspreken en hun zuivere handen in gebed naar de Hemel moeten richten, kinderlijk moeten leren lachen naar het beeld van hun Hemelse Vader en hun Hemelse Moeder.

Het zijn de ouders die hun kinderen moeten leiden op het rechtvaardige pad van Gods Wet en hen toevertrouwen, in overeenstemming met hun middelen en omstandigheden, aan bekwame leraars die hen niet wegleiden van het pad waarop ze geplaatst zijn. Wat is anders het voordeel van een grote kennis als ze hiermee hun onsterfelijke zielen verliezen? Door hun ziel te verliezen, verliezen ze alles, omdat ons leven hier op aarde in een flits voorbijgaat, terwijl de eeuwigheid onveranderlijk in ons verblijft!

Ongetwijfeld is de menselijke wetenschap, met al de kennis die ze bevat, goed, vooral wanneer ze door wijze mensen gestuurd wordt, om de grootsheid van de kracht, de wijsheid en de goedheid der kennis ons een diepe menselijkheid bijbrengt, zodat we er ons van bewust worden dat zelfs, na zoveel moeite en studie, de meest geleerde mensen er steeds nog niet in zijn geslaagd om zelfs één van de ontelbare schoonheden te begrijpen die van de almachtige, scheppende handen van de Heer komen.

Vertaling: Chris De Bodt

4. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 25]

Justo Antonio Lo Feudow

Hallo aan iedereen uit de groep,

Mijn naam is Justo Antonio Lo Feudo en ik werd geboren in Buenos Aires, Argentinië. In leefde voor vele jaren in het buitenland, namelijk in de Verenigde Staten, Brazilië en Italië. In Italië luisterde ik voor de eerste keer naar de roep van Onze Gezegende Moeder. Die kwam van Medjugorje, een plaats waar ik nooit voordien van gehoord had en zelfs niet wist waar het oord zich bevond. Ik ben als katholiek geboren, maar verliet het geloof onmiddellijk na de communie en het vormsel de Kerk.

Op een gezegende dag gaf de man aan wie ik gebruikelijk de nieuwsbrief "Eco di Medjugorje" [met de boodschappen, commentaren en interessante artikels] vroeg, de duw die ik nodig had. "Waar wacht u nog verder op om naar Medjugorje te gaan?" Die eenvoudige vraag veranderde mijn hele leven. Ik herinner mij dat ik zei "Goed. Ik zou graag samen met u gaan." Deze man leidde ook bedevaarten naar Medjugorje. Dit gebeurde in juli 1989 en zijn volgende reis was gepland tegen begin augustus. Zijn antwoord was: "Het spijt me, maar er zijn geen plaatsen meer over. De bus zit overvol!" Wat ik destijds nog niet wist was dat de verjaardag van Onze Lieve Vrouw op 5 augustus viel. Een paar dagen later ontmoette ik de man opnieuw en toen vertelde hij mij dat er nog één plaats vrij was, omdat iemand anders op het allerlaatste ogenblik had afgezegd. Dit was dus mijn kans, maar er kwam nog een andere, zelfs grotere verrassing.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

5. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 131]

Schrift 1

285. 1934. Eens toen ik in mijn kamer kwam, was ik zo uitgeput dat ik eerst wat moest rusten voordat ik me kon uitkleden en, toen ik reeds uitgekleed was, kwam een van de zusters mij vragen haar heet water te brengen. Ondanks mijn vermoeidheid heb ik mij vlug aangekleed en haar het water gebracht dat ze verlangde, al was de afstand tussen de keuken en de cel zeer groot en met modder tot aan de enkels bedekt. Toen ik mijn cel binnentrad, zag ik een ciborie met het Allerheiligste Sacrament en ik hoorde deze stem: "Neem deze ciborie en breng ze naar het tabernakel." Eerst aarzelde ik, maar toen ik naderde en de ciborie aanraakte, hoorde ik de woorden: "Met die liefde waarmee ge Mij benadert, benader daarmee elke zuster, en al wat ge voor hen doet, doet ge voor Mij."

286. + Eens, na een aanbidding voor ons Vaderland, werd mijn ziel door smart bevangen en begon ik te bidden: "Zeer barmhartige Jezus, ik vraag U, op voorspraak van de heiligen en vooral van Uw beminnenswaardige Moeder, die U sinds Uw kindsheid gekoesterd heeft, smeek ik U mijn Vaderland te zegenen. Jezus let niet op onze zonden maar op de trouw van de kleine kinderen, op de honger en de koude die zij lijden. Jezus, omwille van deze onschuldige wezentjes, verleen mij de genade die ik voor mijn Vaderland vraag." Op dat moment zag ik Jezus, de ogen vol tranen, Hij zei me: "Zie, mijn dochter, hoe Ik medelijden heb met hen, weet dat zij het zijn die de wereld instandhouden."

287. + Mijn Jezus, wanneer ik het leven der zielen beschouw, zie ik er velen die U dienen met een zeker wantrouwen. En vooral op sommige momenten als ze de gelegenheid hebben hun liefde voor God te tonen, zie ik hoe ze het strijdperk ontvluchten. En op een bepaald moment zegt Jezus mij: "Wilt gij, Mijn kind, ook zo handelen?" Ik heb de Heer geantwoord: "O neen, mijn Jezus, ik zal het strijdperk niet verlaten zelfs wanneer het doodzweet mijn voorhoofd overstroomt, mijn hand zal het zwaard niet loslaten tot ik rust aan de voeten van de Heilige Drieëenheid." Wat ik ook doe, ik reken niet op mijn eigen krachten, maar op Gods genade. Met Gods genade kan de ziel de grootste moeilijkheden zegevierend doormaken.

288. + Eens, toen ik zeer lang met Jezus sprak over onze leerlingen en door Zijn goedheid aangemoedigd, vroeg of er onder onze leerlingen zielen waren die Zijn Hart verheugden, antwoordde de Heer: "Ja, maar hun liefde is zwak, daarom stel Ik hen onder uwe bijzondere bescherming, bid voor hen."

O grote God, ik bewonder Uw goedheid. Gij de Heer van de hemelse heerscharen, Gij verlaagt U tot het ellendigste schepsel. O hoe vurig verlang ik U met elke hartslag te beminnen. De uitgestrektheid van de aarde is me niet genoeg, de hemel is te klein, de ruimten zijn niets, Gij alleen volstaat mij, eeuwige God. Gij alleen kunt de diepte van mijn ziel vullen.

289. Mijn gelukkigste uren zijn deze waarin ik onder vier ogen alleen blijf met de Heer. Tijdens die uren ontdek ik de grootheid van God en mijn ellende. Eens zei Jezus me: "Wees niet verwonderd soms onverdiend verdacht te worden. Ik heb het eerst de kelk van onrechtvaardig lijden gedronken."

290. Eens toen ik door de eeuwigheid en haar mysteries gegrepen werd, begon mijn ziel zich te verontrusten; toen ik de overweging nog wat verlengde, begonnen allerlei onzekerheden mij te kwellen. Plots zei Jezus me: "Mijn kind, vrees niet voor het huis van uw Vader. Laat die ijdele bedenkingen over aan de wijzen van deze wereld, Ik wil u altijd als een klein kind zien. Vraag alles in eenvoud aan uw biechtvader, Ik zal u antwoorden door zijn mond."

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

6. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 131]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 1

Sint Bernardus, in het leven van Sint Malachias, vermeldt een andere trek. Deze heilige vertelt dat hij op een dag zijn onlangs overleden zus zag. Ze onderging haar Vagevuur op het kerkhof. Door haar ijdelheid, haar zorg voor haar en lichaam, werd ze veroordeeld om te wonen in haar eigen put waarin ze begraven werd en toe te kijken op haar eigen ontbinding. De heilige droeg voor haar dertig dagen de mis op. Daarna zag hij zijn zus weer. Nu was ze veroordeeld haar Vagevuur te vervullen aan de poort van de Kerk, waarschijnlijk vanwege haar oneerbiedigheid in die gewijde ruimte, misschien omdat ze de aandacht van de gelovigen van de heilige mysteries had afgeleid om zo de aandacht op haar te vestigen. Ze was diep bedroefd, in rouw en uiterst angstig. Opnieuw offerde de heilige dertig dagen lang voor haar en op het laatst verscheen ze hem in het heiligdom, rustig en stralend in een wit gewaad. Door dat teken zag de bisschop dat zijn zus bevrijd was.

Dit verhaal stelt de algemene gewoonte vast die in voege is sinds het begin van de Kerk: bidden voor de overledenen gedurende dertig dagen. Daarin volgde het christendom slechts de traditie van Mozes.

"Mijn kinderen," zei de patriarch Jacob op zijn sterfbed tot zijn zonen, "begraaf me in de grot van Mambré in het land van Canaan," en de kleinzonen van Isaac betreurden hun vader dertig dagen lang. Bij de dood van hogepriester Aaron en zijn broer Mozes hernieuwde het volk die rouw van dertig dagen. En de vrome gewoonte om voor de overledenen een maand lang te bidden werd een wet in het uitverkoren land. Sint Petrus, prins der Apostelen, volgens sint Clemens, deed graag bidden voor het verlichten der overledenen, en Sint Dionysius de Areopagiet beschrijft ons met wonderbare woorden hoe feestelijk de gelovigen een uitvaart vierden. Al in de eerste eeuwen steunde de Kerk, vanwege de dertig dagen rouw in de wet van Mozes, het dertig dagen bidden bij het overlijden van gelovigen.

Oh! Jullie die wezens missen die als afwezig aanzien worden, jullie die tranen storten omdat het geliefde gezicht niet meer voor ogen komt, weet goed dat de deuren van hun gevangenis wijd open staan voor jullie gebed en naastenliefde.

De Profeet troostte zich over zijn gestorven vrienden in Gods vrede door hen vaak te bezoeken. Met een weergaloos vertrouwen herhaalde hij deze woorden: ‘Penetrabo omnes inferiores portes ferroe, et inspiciam omnes dormientes, et illuminabo omnes sperantes in Domino’ [Eccl 24,45].

Ah! We vrezen bijna dat onze toespraak jullie vroomheid voor die zielen zou verminderen, dat over hun talrijke en stevige troosten te horen praten jullie gepast medelijden zou verminderen. Laten we niet vergeten dat hun geluk en troost doorkruist worden met lijden en kwelling.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

7. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [16/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimgie periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


8. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 43]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

De echtgenote Rolland en Benoîte

Een kleurrijke trek tijdens de eerste maand van de verschijningen wordt door Gaillard aangehaald, wanneer Benoîte nog verblind was door het schone kind dat de Dame droeg. ‘Een maand nadat mevrouw Rolland gebaard had en weer te been was neemt Benoîte het kind in haar schort mee naar de rots. Haar bazin vraagt waar ze met haar dochter naartoe gaat. "Ze verwisselen," zegt ze "met de mooie zuigeling van de Dame, want ze is te lelijk." En ze voegt eraan toe dat die zuigeling naar de kerk dragen iedereen zou verheugen omdat hij zo mooi is. Dat is haar eenvoud: ze zou het gedaan hebben zonder belet te worden!

Gaillard vervolgt: Daar haar bazin een leven leidde dat Benoîte niet aanstond, vraagt ze de Dame aan haar te verschijnen en haar hart veranderen. Haar bazin was verbaasd over al wat het meisje deed, over haar deugd en haar visioenen en over al wat verteld werd: ze geloofde het niet.

Ze zei haar kinderen: "Er is hier iets buitengewoon, goed of kwaad." Om het te weten staat ze op zodra Benoîte vertrokken is, volgt geheim de rivier en verstopt zich onder de rots.

De rechteroever van de rivier was gemakkelijk te volgen achter de hagen, zonder dat de herderin haar zag, want die was bezig haar kudde te leiden langs de weg boven de linkeroever. Zich verstoppen aan een kant van de verschijningen kon gemakkelijk.

Zodra Benoîte aankomt, ziet ze de Dame die zegt: "Uw bazin zit verscholen onder de rots." "Ze is er niet, Mevrouw, want ik verliet ze nog in bed. Mooie Dame, wie van ons beide kan dit het best weten!" "Ze is er, antwoordt de Maagd, je zult ze onder de rots vinden. Verwittig haar niet zoveel met de naam van Jezus te vloeken. Als ze zo doorgaat is er voor haar geen Paradijs, haar geweten is in slechte staat, ze moet boete doen."

Vertaling: Broeder Jozef

9. Het sacrament van de Verzoening [deel 13]

Artikel 4: Het sacrament van boete en verzoening in het kort

Op paasavond verscheen Jezus aan zijn apostelen en zei tot hen: "Ontvangt de heilige Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven." [Joh. 20: 22-23]

De vergeving van de zonden die na het doopsel bedreven werden, wordt verleend door een eigen sacrament, dat sacrament van de bekering, van de biecht, van de boete of van de verzoening wordt genoemd.

Wie zondigt, krenkt Gods eer en zijn liefde, zijn eigen waardigheid als mens, geroepen om kind van God te zijn, en het geestelijk welzijn van de kerk, waarvan elke christen een levende steen hoort te zijn.

Vanuit het geloof beschouwd, bestaat er geen groter kwaad dan de zonde en niets heeft ernstiger gevolgen voor de zondaars zelf, voor de kerk en voor de gehele wereld.

Terugkomen tot de gemeenschap met God nadat men haar door de zonde verloren had, is een beweging die haar oorsprong heeft in de genade van God, die vol barmhartigheid is en bezorgd om het heil van de mensen. Men moet deze kostbare gave voor zichzelf en voor de anderen vragen.

De beweging van terugkeer tot God [bekering en berouw genoemd] houdt een afkeer in ten aanzien van de bedreven zonden, en het vaste voornemen voortaan niet meer te zondigen. Bekering heeft dus zowel met het verleden als met de toekomst te maken. Ze wordt gevoed door de hoop op de goddelijke barmhartigheid.

Het boetesacrament bestaat uit een geheel van drie akten die de boeteling verricht, en de absolutie van de priester. De akten van de boeteling zijn: het berouw, de belijdenis of bekentenis ten overstaan van de priester en het voornemen het aangedane kwaad ook daadwerkelijk te herstellen.

Spijt of berouw moet ingegeven worden door motieven die uit het geloof voortkomen. Als het berouw voortvloeit uit liefde tot God, wordt het "volmaakt" genoemd. Als het gegrond is op andere motieven, noemt men het "onvolmaakt."

Hij die zich met God en de kerk wil verzoenen, moet ten overstaan van een priester alle zonden belijden die hij nog niet beleden heeft en waarvan hij zich na een zorgvuldig gewetensonderzoek bewust is. De belijdenis van dagelijkse zonden wordt door de kerk ten zeerste aanbevolen, al is die op zich niet noodzakelijk.

De biechtvader legt aan de boeteling op bepaalde daden van "voldoening" of "penitentie" te volbrengen, om de schade te herstellen die door de zonde aangericht, werd en om opnieuw bevestigd te worden in de levenshouding die eigen is aan een leerling van Christus.

Enkel priesters die van het kerkelijk gezag de bevoegdheid daartoe hebben gekregen, kunnen in naam van Christus zonden vergeven.

De geestelijke uitwerkingen van het boetesacrament zijn:
  • De verzoening met God waardoor de boeteling de genade terugkrijgt;
  • De verzoening met de kerk;
  • De kwijtschelding van de eeuwige straffen opgelopen door doodzonden;
  • De kwijtschelding, minstens gedeeltelijk, van de tijdelijke zondestraffen;
  • Vrede en rust van het geweten en geestelijke troost;
  • Groei van de geestelijke krachten voor de christelijke strijd.
De individuele en volledige biecht van de zware zonden, gevolgd door de absolutie, blijft het enige gewone middel om zich met God en de kerk te verzoenen. Door aflaten kunnen de gelovigen voor zichzelf en voor de zielen in het vagevuur vergeving van de tijdelijke zondestraffen verkrijgen.

Anne Van Der Sloten

10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 260]

Jezus, zoon van Ellem

Zie Matthias, Zoon van Theofilus I

Jozef, zoon van Kami

Keizer Claudius had het recht van toezicht op de Tempel van Jeruzalem afgestaan aan koning Herodes van Chalcis [44-48 na J.C.] en deze benoemde twee hogepriesters. Hij begon met Elioneus, zoon van Kantheras, af te zetten in 44 na J.C. en verving hem door Jozef, zoon van Kami of Kamydus [waarschijnlijk lid van dezelfde familie als Simon zoon van Kamithos die hogepriester was geweest in 17-18 na J.C.]. Hij vervulde het ambt drie jaar maar er is niets over zijn actie bekend. Ananias zoon van Nebedeus volgde hem op. Hij bleef uitzonderlijk lang aan gedurende twaalf jaar [47-59 na J.C.]. Hij was betrokken bij de twist tussen Joden en Samaritanen en was één van de Joodse leiders die door de gouverneur van Syrië Ummidius Quadratus werden aangehouden.

Hij werd naar Rome gestuurd en voor keizer Claudius gedaagd, samen met de procurator van Judea Cumanus die niet meer in de gunst lag. Dit gebeurde kort voor het paasfeest van 52 na J.C. De hogepriester Ananias en zijn collega’s werden vrijgelaten door toedoen van koning Agrippa II. Ze mochten naar Judea terugkeren waar Ananias zijn ambt nog zeven jaar behield. De Talmus verwijt hem zijn gulzigheid.

Toen de opstand van 66 na J.C. losbrak verschuilden Ananias, zijn broer Ezechias en andere leiders zich in Herodes paleis op de hoogten van Jeruzalem. Ze werden door de rebellen vermoord onder leiding van de zeloot Menahem, afstammeling van Judas de Galileër. Volgens de Handelingen der Apostelen [23: 2 en 24: 1] zat hogepriester Ananias het vooronderzoek voor over Paulus die op aanvraag van de Romeinse tribuun was aangehouden. De auteur van de Handelingen staat systematisch vijandig tegenover de Joodse overheid wanneer deze tegenover Paulus staat. Ananias wordt voorgesteld als degene die onwettig beval de beschuldigde te slaan.

Wanneer het tumult losbreekt in het gerechtshof omdat Paulus sympathisanten had gevonden bij de farizeeërs die lid waren van het gerecht en ze tegen de Sadduceeërs keerde, verwijderen de Romeinse soldaten hem en verplaatsen hem naar Caesarea waar de procurator van Judea Felix over zijn lot zal oordelen. Ananias trekt aan het hoofd van een delegatie naar Caesarea om Paulus te beschuldigen met behulp van advocaat Tertullus. Door in beroep te gaan om beoordeeld te worden door de keizer zelf loopt Paulus vooruit op de vraag van de Joodse overheid die wilden eisen dat het proces in hun rechtsgebied zou doorgaan.

Vertaling: Broeder Joseph

11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 86]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

Johannes graaft een vijver

Ik zag dat Johannes een openbaring had betreffende de doop en dat hij, ten gevolge daarvan, een doopvijver aanlegde. Dit geschiedde kort voor zijn terugkeer uit de woestijn, reeds nader bij het bewoonde land. Eer Johannes deze vijver begon te graven, zag ik hem vóór zijn spelonk aan de westzijde van een steile rotswand. Aan zijn linkerhand vloeide een beek, waarschijnlijk een van de bronnen die de Jordaan doen ontstaan [waarschijnlijk zelfs de beek en bron en spelonk van Banias of Cesarea-Filippi]. Zij ontspringt nabij de Libanon tussen twee bergen, in een spelonk. Mmen ziet het niet, tenzij men er dicht bij gekomen is.

Aan zijn rechterhand lag op een wildernisgrond een effen plaats waarop de vijver gegraven moest worden. Johannes zat op één knie. Op de andere, opgeheven knie had hij een lange rol van boombast liggen, waarop hij met een riet schreef. De zon scheen blakerend op hem. Hij was naar de Libanon gekeerd, die in het westen voor hem lag. Terwijl hij aldus aan het schrijven en tekenen was, werd hij opeens als roerloos en stijf. Ik zag hem geheel buiten zichzelf en als in geestverrukking. Er stond, naar ik zag, een man bij hem, die gedurende zijn verrukking zeer veel op de rol schreef en tekende. Tot zichzelf teruggekomen, las Johannes wat er op de rol stond, en begaf zich daarop met alle ijver en inspanning aan het werk. De boomschorsrol lag bij hem op de grond en twee er op gelegde stenen beletten haar samen te rollen. Herhaaldelijk sloeg hij er de ogen op, want het leek mij dat het plan van de te graven vijver daar nauwkeurig op getekend stond.

Met betrekking tot de ligging van de vijver zag ik uit het leven van Elias het volgende. De profeet zat droefgeestig over een begane fout in de woestijn en viel in slaap. Dan droomde hij dat een knaap hem met een stokje stiet en dat er naast hem een waterput lag, zodat hij vreesde er in te vallen, want van de stoot zag ik hem een eindje verder rollen. Hierop zag ik de engel hem wekken en te drinken geven. Dit geschiedde op dezelfde plaats waar Johannes nu zijn vijver groef.

10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 96: Peregrinus Apostolicus [Apostolische Zwerver]

Pius VI [1775-1799]

Echte naam: Giovanni Angelo Conte Braschi [Cesena, 27 december 1717 - Valence, 29 augustus 1799]

Toen op 15 februari 1798 de Romeinse republiek werd uitgeroepen, werd de paus werd afgezet. Op het verzoek van de doodzieke paus hem in Rome te laten sterven, antwoordde Duphot, de Franse generaal: "Sterven kunt u overal." Op vijfhonderd voertuigen liet Napoleon de kunstwerken uit Rome wegvoeren. De lange tragische lijdensweg van de paus eindigde in Valence.

Pius heeft veel voor de wetenschap gedaan. Hij breidde het oudheidkundig museum in het Vaticaan uit. Tijdens zijn pontificaat zijn er veel opgravingen en vondsten gedaan. Grote meesters als Canova en David kregen hun inspiratie in het museum van oudheden, dat Goethe eenvoudigweg 'het museum' noemde.

De spreuk duidt op de laatste twee jaren van zijn leven. Na een uitzonderlijk lang pontificaat werd de doodzieke paus in 1798 verbannen, als gevangene van de Franse Revolutie.

Chris De Bodt

11. Profetiën: Heilige Hieronymus [342-420]

Profetie 2

Hij doet mij niet denken aan de duivel of een demon zoals sommigen anderen denken, maar aan iemand uit de mensen zelf, waarin satan volledig zal verblijven ... want hij is de man van de zonde, de zoon van de verdoemenis die zichzelf op de troon in de tempel zal plaatsen alsof hij God is.

Vertaling: Chris De Bodt


02-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 juni 2011
2 juni 2011

Maandelijkse boodschap van Maria aan Mirjana Dragicevic voor hen die Gods liefde nog niet kennen:

"Lieve kinderen, terwijk ik u oproep tot gebed voor hen die Gods liefde niet kennen, en als u dan in uw harten zou kijken, zou u begrijpen dat ik spreek over velen onder u. Vraag uzelf oprecht af, met een open hart, of u de levende God wenst of u Hem wenst te bannen en te leven zoals u wilt. Kijk rondom u, Mijn kinderen en zie waar de wereld naartoe gaat, de wereld die denkt alles te doen, zonder de Vader, en die ronddwaalt in de duisternis van de verleiding. Ik bied u het licht van de Waarheid en de Heilige Geest aan. In overeenstemming met Gods plan ben Ik met u om u te helpen om Mijn Zoon, Zijn Kruis en Opstanding te laten overwinnen in uw harten. Als een moeder, verlang en bid ik voor uw eenheid met Mijn Zoon en Zijn werken. Ik ben met u. U beslist. Dank u."


Chris De Bodt
www.bloggen.be/medjugorje



01-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1 juni 2011
1 juni 2011

1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio
[3/7]

Een hemels aroma

In de eerste van de drie pauselijke onderzoeken van de grote mysticus en heilige, Pater Pio, uit Italië, waren de onderzoekers niet het meeste onder de indruk van de genezingen, de bilocatie en het kunnen "lezen van zielen," waarvoor de grote Kapucijnermonnik het meest bekend was. Dit is althans de grootste overtuiging van Bisschop Raffaello Carlo Rossi, die in 1921 werd gevraagd om de 34-jarige monnik te onderzoek naar aanleiding van beroering die er was ontstaan over de stigmata. Hij is ervan overtuigd dat het de "hemelse aroma" die Pater Pio omgaf, anders genoemd de "geur der heiligheid," dat de onderzoekers enorm verbaasde. Dit alles staat te lezen in het nieuw uitgegeven boek "Padre Pio under investigation: The secret Vatican files," geschreven door Francesco Castelli.

De reden waarom deze aanvankelijk sceptische onderzoeker dit zo indrukwekkend vond, volgens de documenten, was dat hij het zelf heeft ervaren en dit tot op zo’n hoge graad dat het fenomeen niet kon ingebeeld of "nagemaakt" zijn.

"Dit heel intense en aangename aroma, gelijkaardig aan de geur van het viooltje, zoals het welomschreven was door de Bisschop van Melfi, wordt officieel bevestigd door iedereen, waaronder zelfs de grootste eminenties binnen de Kerk," schrijft Bisschop Rossi. "Ik heb het geroken, net zoals ik de stigmata heb gezien en ik kan opnieuw de grootste eminenties binnen de kerk verzekeren dat ikzelf naar San Giovanni Rotondo ben gegaan met de vastberaden bedoeling om een absoluut objectief onderzoek te leiden, maar ook niet bevooroordeeld, over wat er gaande was met Pater Pio. Vandaag ben ik geen overgeschakelde aanbidder geworden van de Pater, in geen geval: ik heb een volledig onverschillig gevoel dat ik bij moet uitdrukken als een zekere lauwheid, zelfs in die mate dat ik een serene objectiviteit wil aanhouden bij het schrijven van mijn rapport. Maar, om in orde te zijn met mijn geweten, moet ik zeggen dat ik, door het zien van de feiten, mijn persoonlijke ongunstig vooroordeel niet kan aanhouden, zelfs al was het aan mijn uiterlijk niet te zien. En een van deze feiten is de zoete aromageur die, en ik herhaal, ikzelf heb geroken, zelfs gevoeld, net zoals ieder ander persoon. De enige die er zich niet bewust van was, was Pater Pio zelf."

"Indien hij werkelijk, om welke reden ook, een bepaald aroma zelf gebruikte, zou de geur niet de hele tijd constant zijn," schreef de onderzoeker. "Maar dat was niet het geval: soms werd het gevoeld, in golven, in zijn kamer en daarbuiten, als hij langs iemand voorbijging, op zijn plaats in het koor, zelfs van op afstand. Het kwam overeen met de geur van viooltjes."

Uiteraard onderzocht Bisschop Rossi, die de Heilige Pater Pio meerdere malen onder eed heeft ondervraagd, de cel van de monnik en kon hij niets vinden dat zo’n geur zou veroorzaken. Ik vond gewone alledaagse zeep en, zegt de onderzoeker erbij, de geur bleef zelfs hangen in zijn haar dat zelfs twee jaar eerder afgesneden was, net zoals het zich ook vasthechtte aan het bloed en de verbanden van de stigmata.

Het staat allemaal gedetailleerd beschreven in het boek, dat ondermeer nooit eerder vrijgegeven interviews bevat. De documenten werden beschikbaar naar aanleiding van een edict van Paus Benedictus om documenten vrij te geven tot 1939 van het Vaticaan. Deze beschrijven Pio als een zachte, nederige man met een fonkeling in zijn ogen en een doordringend gevoel voor humor, dus niet bepaalde de strenge, norse priester, zoals sommigen een verkeerd beeld van hem hebben.

Pater Pio moest een aantal onderzoeken doorlopen en in dit onderzoek werd elk detail van zijn wijze van leven, van de manier waarop hij de Mis opdroeg, bestudeerd, zelfs tot het aantal minuten die hij nam voor de consecratie, met kritiek op de aanzienlijke tijd dat hij de Kelk ophield en de notitie dat hij zijn hoofd niet leek te buigen op een kritiek ogenblik. Velen deden dit af als een soort "tentoonstelling van een te ijverige toewijding voor zijn werk," dat gedurende een lange tijd zijn mystieke toewijding tegenhield [Pater Pio was dikwijls dromerig en mijmerde tijdens de Mis, als hij de passie herleefde].

Dit onderzoek was een van de verscheidene onderzoeken, terwijl Pio tijdens zijn leven minstens drie maal maal werd geplaagd met ernstige vervolging: de eerste maal door nochtans uitmuntende Vr. Agostino Gemello, die beweerde Pater Pio te kennen [maar, zoals later geweten werd, Pater Pio slechts éénmaal heeft ontmoet en dan nog voor slechts enkele minuten], de tweede maal door aartsbisschop Paquale Gagliardi van Manfredonia [het bisdom waartoe San Giovanni behoorde] en waarbij aartsbisschop Gagliardi in essentie werd gedwongen om in 1929 af te treden na een aanhoudende haatcampagne om de monnik in diskrediet te brengen, maar die niettemin iedereen berispte die de bisschop bekritiseerde.

Vertaling: Chris De Bodt

2. Grace [3/10]

°26 juli 2002 - †26 september 2002

Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

Een priester en een gynaecoloog

Ze vroeg ons of we een priester wensten te zien. Dat leek me een goed idee te kunnen zijn. Ik zocht een geestelijke gids om ons aan te moedigen door te gaan. Ze stuurde ons naar een priester die behoorlijk ver van bij ons woonde. Ik had verwacht dat die ons zou zeggen dat we het juiste deden. Het hele medische korps reageerde alsof we niet goed wijs waren door onze baby te willen houden. Mijn man en ik gingen dus naar die priester. Helaas, draaide dit bezoek totaal anders uit dan we verwacht hadden! Hij liet ons zitten en begon uit te leggen hoe zwaar de zwangerschap zou zijn. "Weet je Chris, je gaat van dag tot dag toenemen in gewicht en het gaat zeer zwaar worden." Hij zei ons dat dergelijke baby’s heel ziek waren ... en dat er veel lijden zou zijn. Ik kon mijn oren niet geloven! Ik verwachtte dat deze priester ons zou aanmoedigen, ons zou steunen en ons hulpmiddelen zou aanwijzen om er ons door uit te slaan. In plaats daarvan zei hij ons te bidden om een miskraam te vragen en legde hij ons uit hoe we onze baby konden begraven. We hebben zijn bureau verlaten zonder enige hulp gekregen te hebben, alleen en met lege handen. Dit was werkelijk onze meest zwarte dag ooit.

Mijn gynaecoloog reageerde totaal anders. Enkele dagen na de echo konden we hem eindelijk spreken. Ik wou niet opnieuw onder druk gezet worden. Mijn gynaecoloog respecteerde mijn beslissing de zwangerschap door te zetten en zei dat hij ons wou steunen. Toch raadde hij de vruchtwaterpunctie aan om de geboorte te kunnen plannen. Dat leek een zinnig advies en het onderzoek werd gepland voor de vijfentwintigste week. De spanning was aldus wat weggeëbd. De enige doelstelling was de diagnose trisomie 18 bevestigd te zien.

Ook voor mijn gynaecoloog was de situatie nieuw. Hij had nog nooit een baby als de onze op de wereld gezet. Ik realiseerde me op dat ogenblik dat we pioniers zouden worden en dat wij het zouden zijn die aan de professionelen moesten gaan leren hoe ze met de situatie moesten om gaan. Mijn plaatselijk ziekenhuis had nog nooit een geval als het onze behandeld. De meeste speciale baby’s worden in een universitair ziekenhuis geboren. Ik wou dat Grace het levenslicht zou zien in ons klein ziekenhuis, kort bij huis, omdat men ons gezegd had dat ze maar slechts enkele dagen zou leven.

Mijn gynaecoloog zei me van een geboorteplan op papier te zetten. Na heel wat opzoekingswerk heb ik dat klaar gespeeld. "Morning Light Ministry" [Een Amerikaanse organisatie] heeft me enkele voorbeelden van zo’n geboorteplannen van andere ouders bezorgd. Enkele weken later kreeg mijn gynaecoloog de volledige uitslagen van de vruchtwaterpunctie die de trisomie 18 bevestigden. Hij zei me dat hij vanaf dat ogenblik wist dat hij maar één patiënt te behandelen had. Ik zou ook gewoon kunnen bevallen en niet via keizersnede zoals oorspronkelijk voorzien was. Aangezien mijn andere kinderen via een keizersnede ter wereld waren gekomen was de planning geweest om Grace ook op deze manier te laten geboren worden. Hij vertelde ons dat het niet nodig was van haar van zo dichtbij op te volgen. Ik voelde me werkelijk slecht op mijn gemak toen ik zijn bureau verliet. Hij had ons blijkbaar totaal niet begrepen. Ik heb een andere arts uit de streek geraadpleegd die bekend stond om zijn anti-abortus overtuiging. Ik heb hem uitgelegd dat het mij toescheen dat mijn gynaecoloog niet echt deskundig was voor onze problemen en dat ik me verder door hem wou laten begeleiden. Hij was bevriend met mijn gynaecoloog en zei me van even geduld te oefenen, dat hij zelf wel wou praten met de man om hem een nieuwe kans te geven.

Bij de volgende raadpleging was ik klaar om te vechten. Ik heb de arts bij de schouders genomen en hem gezegd: "Luister, wat u mij vorige week gezegd hebt klinkt mij niet goed. Als u ons, mijn baby en mij, niet als twee patiënten ziet, wil ik niet meer met u verder samenwerken!" "Ik weet het, ik weet het," antwoordde hij, "ik heb met Dr. S. gesproken en heeft mij gezegd dat je met hem hierover gepraat hebt. Ik begrijp dat ik de zaak volkomen fout heb ingeschat. Alles wat u wenst is uw baby vijf minuten in uw armen te houden. Zegt u mij wat u precies wenst en ik zal ervoor zorgen."

Vertaling: Christine

3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 24]

Ana Shawl

En zo zijn we nu verscheidene jaren later en is alles mooi. De opheffing van het vorige huwelijk kwam er zonder problemen door. De kinderen en ik verlieten Californië voor Steve. We huwden hier op 31 mei van het jaar 1996, maar gingen daarna naar Medjugorje om onze beloften te hiernieuwen waarop we een receptie hielden voor de hele familie. We werken samen aan de Medjugorje site en hadden tweemaal jaarlijks onze Medjugorje Web tour. We vormen nu samen een prachtige familie met Katie, Steve en onze kleine Tihana Maria. Nu nog help ik hem steeds met de lijsten en voel ik me steeds goed als ik nog meer kan doen voor Onze Lieve Vrouw.

Oef, het was een heel verhaal, maar nu weet u alles. Er zijn nog zo vele andere kleine dingen die gebeurden, waar mijn vriendin Linda van op de hoogte is, die alles heeft meegemaakt, maar in grote lijnen heb ik alles omschreven. Dank u omdat u ik mijn verhaal met u allen mocht delen.

God zegene u.

Ana

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

4. Christchurch: waarschuwing voor mogelijke nieuwe aardbevingen

Wetenschappers hebben verantwoordelijken van de Nieuw-Zeelandse stad Christchurch gewaarschuwd voor mogelijk een nieuwe zware aardbeving in de nabije toekomst. De stad raakte zwaar beschadigd door twee krachtige aardschokken sinds september. Seismologen van het staatsagentschap GNS Science ramen de kans op een aardbeving tot kracht 7 de komende twaalf maaanden op bijna één op vier.
 
De voorspelling werd vorige week woensdag op een bijeenkomst achter gesloten deuren overgemaakt aan bestuurders van de tweede stad van het land, bericht het dagblad The Press dinsdag.
 
Op 4 september werd Christchurch en omgeving getroffen door een aardbeving met een kracht van 7,1. Toen vielen geen doden. De beving van 22 februari, met een kracht van 6,3, eistte 181 mensenlevens. Die beving was minder diep en het epicentrum lag dichter bij de stad. De kansen op een beving met een kracht 5 tot 6 de komende 12 maanden worden door de seismologen op meer dan 90 procent becijferd. Na de aardbevingen zijn 900 gebouwen in de stad veroordeeld tot afbraak. Bij de Aardbevingscommissie, die schadevergoedingen toekent, zijn 344.000 claims ingediend.

Bij de laatste aardbevng zei de deken van de kathedraal van Christchurch: "Ik moest huilen toen ik het ongelooflijke nieuws vernam dat er niet één stoffelijk overschot was gevonden onder het puin. Aanvankelijk gingen de autoriteiten in Nieuw-Zeeland ervan uit dat 22 mensen onder het puin waren gebleven van de ingestorte toren van de de kathedraal. Op het moment van de aardbeving bevonden er zich zo'n 130 toeristen in en rond de kathedraal, het belangrijkste gebouw van Christchurch."

4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 130]

Schrift 1

280. Jezus beveelt mij op de eerste zondag na Pasen het feest van de goddelijke Barmhartigheid te vieren door innerlijke ingetogenheid en uitwendige versterving. Gedurende drie uur heb ik de boetegordel gedragen en zonder ophouden gebeden voor de zondaars en om barmhartigheid voor de gehele wereld. En Jezus zei mij: "Vandaag rust Mijn blik met voorliefde op dit huis."

281. Ik voel goed dat mijn zending met mijn dood niet zal eindigen, maar dat ze dan zal beginnen. O zielen die twijfelen, ik zal voor u de sluier van de hemel wegnemen om u te overtuigen van de Gods goedheid, opdat ge door uw wantrouwen, het allerzoetste Hart van Jezus niet meer zoudt verwonden. God is Liefde en Barmhartigheid.

282. Eens zei de Heer mij: "Mijn dierbaar kind, toen Ik u tot flarden verscheurd zag door het grote lijden dat ge doorstaan hebt met berouw over uw zonden, was Mijn hart door grote Barmhartigheid tot u ontroerd. Ik zie uw zo reine en oprechte liefde zodat Ik u voorrang geef onder de maagden, gij zijt de eer en de glorie van Mijn lijden. Ik zie elke vernedering van uw ziel en niets ontsnapt aan Mijn aandacht. Ik verhef de nederigen tot Mijn troon, want dat is Mijn wil."

283. Enige God in de Heilige Drievuldigheid, ik verlang U te beminnen zoals nog geen menselijke ziel U bemind heeft, en ondanks mijn ellende en kleinheid, werp ik het anker van mijn vertrouwen diep in de afgrond van Uw barmhartigheid, mijn God en mijn Schepper. Ondanks mijn grote ellende vrees ik niets, maar blijf ik hopen eeuwig Uw loflied te zingen. Geen enkele ziel mag twijfelen, zelfs de ellendigste niet, zolang ze in leven is, kan ze een grote heilige worden, want groot is de macht van Gods genade. Aan ons is het om aan de goddelijke werking geen weerstand te bieden.

284. O Jezus, kon ik een mist worden en de aarde ermee afdekken vóór U, zodat Uw heilige blik er de vreselijke misdaden niet van ziet. Jezus, wanneer ik de wereld en zijn onverschilligheid jegens U zie, komen mij telkens de tranen in de ogen, maar als ik de onverschilligheid zie van een kloosterziel, bloedt mijn hart.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

5. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 14]

De drie herderskinderen en hun families

Om nu van onderwerp te veranderen. Houdt u zich aan het derde gebed van de Wet van God, dat van ons vereist om Zon- en Feestdagen, als dagen van verbintenis te beschouwen? Doet u dit door u te onthouden van zwaar werk en door naar de Heilige Mis te gaan? Weet dat God in de Heilige Schrift zegt: "Zes dagen mag je werken, maar de zevende dag is het sabbat, een dag van volstrekte rust, die aan de Heer gewijd is (Ex. 31:15]." Let op de uitdrukking die God hier gebruikt: "een dag toegewijd aan de Heer," of "een dag die niet mag besteed worden aan nutteloze dingen of onwettig genot, in ontucht of enige andere zonde." Zon- en Feestdagen zijn er om ons dichter bij God te brengen door deel te nemen aan de Eucharistie en andere toewijdingen, door goede boeken te lezen die ons meer kennis bijbrengen van God en Zijn Wetten, zodat we ze beter kunnen volbrengen. Ons inlaten met heilzaam vermaak dat ons toelaat om ons lichamelijk en geestelijk te herladen. Enkel op deze wijze kunnen we een goed geweten hebben en zeker zijn van het vervullen van de Wet van God.

Draagt u er zorg voor dat uw kinderen met de kennis van God en Zijn wetten worden grootgebracht? Plaats goed in uw goedachten dat ook dit een heilige plicht is en deel uitmaakt van de opdracht die God heeft toevertrouwd aan de ouders, zoals ons is voorgeschreven door de Heilige Schrift: Wanneer uw kinderen u later vragen: "Wat betekenen al die bepalingen en wetten en regels die de Heer, onze God, u heeft voorgehouden," antwoordt dan "omdat het ons goed zou gaan en Hij ons leven sparen, zoals Hij tot nu toe heeft gedaan en als wij voor het oog van de Heer, onze God, deze geboden altijd naleven, zoals Hij ons heeft opgedragen, zal het ons ten goede worden aangerekend." [Deut. 6: 20, 24-25]

Jezus, de Goddelijke Meester ontweek geen antwoorden die Hem gesteld werden over Gods wetten, zelfs wanneer ze waren gesteld om Hem in de val de lokken, zoals "Meester, welk is het grootste van alle geboden?" Jezus antwoordde: "Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat."

Vertaling: Chris De Bodt

6. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 130]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 1

Om onze leer duidelijk te maken te midden van de openbaringen van Sint Gregorius de Grote in zijn samenspraak zullen we deze aanhalen die ontegensprekelijk waarachtig zijn.

Een pelgrim van het grondgebied Rodez op terugreis uit Jeruzalem, staat er in de annalen van Cîteaux, werd door het onweer verplicht halt te houden op een eiland in de buurt van Sicilië. Hij bezocht er een heilige eremijt die informeerde naar wat de godsdienst aanging in Frankrijk, en vroeg hem bovendien of hij de abdij van Cluny en zijn abt Odilon kende. De pelgrim antwoordde dat hij die kende en voegde er aan toe dat hij benieuwd was te weten welk belang hij erbij had hem om die vraag te stellen. De eremijt hernam: hier in de omtrek is er een krater waarvan we de top zien. Soms spuwt hij met geraas rook en vuur uit. Ik zag duivels zielen van zondaars wegdragen om ze een tijd te tergen. Maar, soms overkomt het me om de boze geesten met elkaar te horen praten en klagen ze dat sommige zielen hen ontsnappen, ze morren tegen de vrome personen doe door hun gebed en offer deze zielen vroegtijdig bevrijden. Odilon en zijn kloosterlingen zijn degenen die ze het meest vrezen. Daarom, eens terug in het land vraag ik je in Gods naam de monniken en de abt van Cluny aan te sporen om hun gebeden en aalmoezen te verdubbelen te bate van die arme zielen. Bij zijn terugkeer vervulde de pelgrim die boodschap. De heilige abt Odilon overwoog alles gewichtig, nam zijn toevlucht tot Gods licht en beval in alle kloosters van zijn orde dat jaarlijks op de tweede dag van november de overleden gelovigen zouden herdacht worden. Dit is de oorsprong van het feest der overledenen.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

7. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [15/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


8. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 41]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

De geit en de schapen.

Om Benoîte op de proef te stellen vraagt de Dame haar aan wie de kudde, die ze hoedde, toebehoorde. Ze zei dat hij geheel aan de baas toebehoorde. De goede Moeder zei dan: "Zou je een schaap en die geit geven?" "Mooie Dame! Het schaap, ja! Ik zal het van mijn zakgeld vergoeden. De geit, neen! Ik heb ze nodig, ze draagt me over de beek bij hoog water, je krijgt ze niet voor 30 kronen. De Dame zegt dat ze die niet zal geven en dat ze haar geit te graag zag, haar druiven en brood gaf en dat het beter aan de armen dan aan die geit besteed was. De mooie Dame bleef lange tijd bij haar. ’s Anderdaags vraagt de Dame weer de geit: ze weigert ze. De Dame zegt dat ze de geit niet meer zal vragen omdat haar dat kwaad maakt."

Op een dag dat Benoîte laat in het dal bleef gaf haar bazin [Mme Rolland] haar een klap: ze liep lachend weg. Haar bazin is zo kwaad dat ze Benoîte toeroept dat ze de kop van de duivel heeft, hetgeen het meisje zoveel verdriet aandoet dat ze weent. s’Anderdaags doet ze haar beklag bij de Dame die haar zegt vroeger weg te gaan om te vermijden dat haar bazin zich boos maakt.

Het past hier te weten, noteert Peytieu, dat de baas van onze herderin al ruzie met haar gemaakt opdat ze altijd op dezelfde plek in dit dal ging hoeden omdat ze graag naar de verschijning ging. Om hem te gehoorzamen wou ze naar een andere plek trekken waar veel gras stond maar ver vandaar! Maar ze kon de schapen er niet bijhouden, want die liepen terug naar het dal. Misschien had God de schapen een instinct gegeven dat hun begeleidster plezier deed. Daarna lieten haar bazen, die zagen dat de dieren gezond waren en overvloedig melk gaven, haar met rust.

Deze feiten, die wel een gouden legende lijken, geven ons het vriendschappelijk karakter van de eerste gesprekken met de Dame weer. Stap voor stap verfijnt ze de te ruwe reacties van haar latere bode. Toen was Benoîte uitsluitend in dienst bij het gezin Rolland, want de dochters Astier waren nu groot genoeg om zelf de kleine kudde van hun moeder te hoeden.

Vertaling: Broeder Jozef

9. Het sacrament van de Verzoening [deel 121]

11. De viering van het boetesacrament

Het boetesacrament is, zoals alle sacramenten, een liturgische handeling. Gewoonlijk bevat de viering de volgende elementen: de priester begroet en zegent de boeteling, hij leest het woord van God om het geweten te verlichten en het berouw op te wekken en spoort hem aan tot berouw; de boeteling erkent en belijdt zijn zonden ten overstaan van de priester; de priester legt de penitentie op die door de boeteling ook wordt aanvaard; de priester geeft de absolutie en tenslotte volgen de lofprijzing, dankzegging en de wegzending met de zegen van de priester.

De Byzantijnse liturgie kent verschillende absolutieformules in de vorm van een afsmeking, die het mysterie van de vergeving uitstekend verwoorden: "Moge God, die aan David, nadat deze zijn zonden had beleden, vergiffenis schonk door de profeet Natan, evenals aan Petrus, toen deze bitter geweend had, en aan de zondares, toen zij met haar tranen zijn voeten had nat gemaakt, en aan de farizeeër en aan de verloren zoon, moge deze God u door mij, zondaar, in dit leven en in het andere vergiffenis schenken; Hij moge u voor zijn geduchte rechterstoel laten verschijnen zonder u te veroordelen, Hij die gezegend is in de eeuwen der eeuwen. Amen."

Het boetesacrament kan ook plaatsvinden in het kader van een gemeenschappelijke viering, waarin men zich samen voorbereidt op de biecht en samen dank zegt voor de verkregen vergiffenis. In dit geval wordt de persoonlijke belijdenis en de individuele absolutie ingebed in een woorddienst, met lezingen en homilie, een gezamenlijk gewetensonderzoek, een gemeenschappelijke vraag om vergeving, het bidden van het Onze Vader en een gezamenlijke dankzegging. Deze viering in gemeenschap brengt het kerkelijk karakter van het boetesacrament duidelijker tot uitdrukking. Hoe men het boetesacrament echter ook viert, naar zijn eigen aard is het altijd een liturgische handeling, dus kerkelijk en openbaar.

In gevallen van ernstige noodzaak kan men zijn toevlucht nemen tot een gemeenschappelijke viering van de verzoening met algemene belijdenis en absolutie. Zo'n ernstige noodzaak kan zich voordoen in geval van stervensgevaar zonder dat er genoeg tijd beschikbaar is voor de priester[s] om van elke boeteling de biecht te horen. Ernstige noodzaak kan ook bestaan wanneer met het oog op het aantal boetelingen niet genoeg biechtvaders beschikbaar zijn om binnen redelijke tijd en op passende wijze ieders persoonlijke biecht te kunnen horen, zodat deze boetelingen buiten hun schuld lange tijd verstoken zouden blijven van de genade van dit sacrament of van de heilige communie. In dit geval is het voor de geldigheid van de absolutie nodig dat de gelovigen het voornemen maken op de gepaste tijd hun zonden individueel te belijden. Het komt aan de plaatselijke bisschop toe te oordelen of de vereiste voorwaarden voor de algemene absolutie bestaan. Van een dergelijke ernstige noodzaak is geen sprake bij een grote toeloop van gelovigen bij een groot feest of een bedevaart.

"De persoonlijke en volledige belijdenis en absolutie blijven de enige gewone manier waarop de gelovigen zich met God en de kerk verzoenen, tenzij deze vorm fysiek of moreel onmogelijk is." Voor deze regel bestaan grondige redenen. Christus is in elk sacrament handelend aanwezig. Hij richt zich persoonlijk tot elk van de zondaars: "Mijn zoon, uw zonden zijn u vergeven." [Mc. 2,5] Hij is de geneesheer die zich buigt over elke zieke die Hem nodig heeft2 om te genezen; Hij doet allen weer opstaan en neemt hen weer op in de broederlijke gemeenschap. De persoonlijke biecht is dunde meest betekenisvolle vorm van de verzoening met God en de kerk.

Anne Van Der Sloten

10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 259]

Jonathan, zoon van Annas

Na zijn afzetting behield Jonathan een diepe invloed. Hij was een van de woordvoerders van de Joodse delegatie die de Romeinse gouverneur in Syrië, Ummidius Quadratus, ontmoette om te klagen over de Samaritanen die de pelgrims uit Galilea lastig vielen. Hij sprak ook met de Romeinse procurator van Judea Cumanus omdat die niet wilde tussenkomen. Keizer Claudius veroordeelde de Samaritaanse leiders tot de doodstraf, verbande Cumanus en verving hem, op aanvraag van Jonathan, door Antonius Felix in 52 na J.C.

Spijtig genoeg bekritiseerde Jonathan zijn beleid omdat hij de nieuwe manier van besturen van de nieuwe procurator niet kon dulden. Om hem het zwijgen op te leggen deed Felix beroep op de Joodse opstandelingen [sicarii] die Jonathan vermoordden. Als pelgrims verkleed en met hun dolken in de plooien van hun kleren verstopt, drongen ze Jeruzalem binnen. De hogepriester Jonathan was hun eerste van vele slachtoffers. Jonathan, zoon van Annas, is zonder twijfel de ‘Johannes’ door Annas en Kajafas genoemd in het verhaal over de verschijning voor het Sanhedrin van de apostelen Petrus en Johannes.

Vertaling: Broeder Joseph

11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 85]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

Johannes heeft Jezus driemaal gezien

Vandaar dat hij er zelfs niet aan den­ken kon met Hem te willen omgaan. Johannes voelde, zoals dit met andere mensen het geval is, zichzelf niet als iemand die in de tijd en in de wereld leeft en er mede verbonden is. Reeds in de moederschoot werd hij door de Eeuwige gegrepen, aangedreven en door de H. Geest met zijn Verlosser in betrekking gebracht boven tijd en wereld uit. Reeds als kind werd hij aan de wereld ontrukt en in de met God vervulde na­tuur aan hoger invloeden ter opleiding toevertrouwd. Hij bleef, van niets dan van zijn Verlosser wetend, aan zijn tijd en medemensen ontrukt en in de eenzaamheid der woestijn gescheiden van de wereld, totdat hij, als een tweede maal geboren, er uit te voorschijn kwam. Dan begon hij zijn wonderbaar werk, ernstig, geweldig, geestdriftig, onvermoeid en nergens om bekommerd.

Nu is Judea voor hem de woestijn geworden en, zoals hij voorheen in de woestijn met bronnen, rotsen, bomen en alle dieren verkeerde, met hen leefde en sprak, zo spreekt en doet hij nu ook met de mensen en zondaren, zonder aan zichzelf te denken. Hij ziet en kent en verkondigt slechts Jezus. Zijn boodschap luidt: "Hij komt, bereid zijn wegen! Doet boetvaardigheid! Ontvangt de doop! Ziet het Lam van God dat de zonden van de wereld op Zich neemt!"

Rein en onschuldig als een kind in de moederschoot, is hij uit de woestijn getreden, rein en eenvoudig gelijk een kind aan de moederborst! "Hij is rein als een engel," hoorde ik de Heer tot de apostelen eens zeggen, "nooit is iets onreins in zijn mond gekomen, noch een zonde of onwaarheid uit zijn mond."

12. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 96: Peregrinus Apostolicus [Apostolische Zwerver]

Pius VI [1775-1799]

Echte naam: Giovanni Angelo Conte Braschi [Cesena, 27 december 1717 - Valence, 29 augustus 1799]

Pius VI was paus van 15 februari 1775 tot aan zijn dood. Gianangelo graaf Braschi studeerde rechten en werd op zesendertig-jarige leeftijd priester. Benedictus XIV had hem aan de Curie verbonden, Paus Clemens XIII benoemde hem tot schatbewaarder en Paus Clemens XIV verhief hem in 1755 tot kardinaal. Pius VI gedroeg zich als een renaissancepaus. Later trok hij zich terug in de abdij Subiaco, waar hij abt was, totdat hij in 1775 tot paus werd verkozen. Braschi liet ondanks de slechte financiële toestand in de Kerkelijke Staat het geweldige Palazzo Braschi op de Piazza Navona bouwen.

Het streven naar staatskerken en toenemende vijandigheid ten opzichte van de Kerk in het Koninkrijk der Beide Siciliën en in het Oostenrijk van Jozef II baarden de paus zorgen. De ontwikkeling van het jozefisme in Oostenrijk was de aanleiding van een reis naar Wenen in 1782, waar hij wel zeer plechtig ontvangen werd, maar geen overeenkomst op wezenlijke punten bereikte. De keizer bracht hem in december 1783 een tegenbezoek.

De paus stond machteloos tegenover de ideologie van de Franse revolutie. Cagliostro voorspelde de val van de paus en werd door de inquisitie ter dood veroordeeld, maar door de paus begenadigd met levenslange gevangenisstraf. Inmiddels had Napoleon Bonaparte het opperbevel over de troepen in Italië verkregen. Pius besloot te onderhandelen, wat op 23 juni 1796 tot de wapenstilstand van Bologna leidde. Toen de vijandelijkheden opnieuw begonnen, hoopte Pius tevergeefs op Oostenrijkse hulp, zodat hij tot de vrede van Tolentino gedwongen werd. Hij moest definitief afstand doen van Avignon en van de landstreek Venaissin en 46 miljoen scudi betalen.

Chris De Bodt

13. Profetiën: Heilige Hieronymus [342-420]

Profetie 1

De antichrist zal nabij Babylon worden geboren en de steun van velen winnen door vele giften en geld. Hij zal zichzelf aan de duivel verkopen en daarna geen engelbewaarder meer hebben, noch een geweten.

Vertaling: Chris De Bodt


31-05-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.31 mei 2011
31 mei 2011

1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio
[2/7]

Een nieuw boek

Nu, veertig jaar na de dood van de heilige, worden deze uitzonderlijke documenten in hun geheel gepubliceerd, dankzij het vakkundig onderzoek van Vr. Francesco Castello. De documenten in dit boek onthullen elk aspect van Pater Pio’s leven, van zijn bovennatuurlijke gaven tot zijn gezondheidtoestand. In zijn verklaringen geeft hij onder eed toe dat er gebeurtenissen zijn van bilocatie en andere bovennatuurlijke gaven, en voor de eerste keer geeft hij het gedetailleerde verhaal van zijn stigmatisering. Eveneens inbegrepen zijn de brieven van zijn spirituele vader en een chronologie van zijn leven. Dit allemaal geïllustreerd met zwart-wit foto’s.



"De toekomt zal onthullen wat vandaag niet gelezen kan worden in het leven van Pater Pio van Pietrelcina." Deze woorden werden in januari 1922 door Mgr. Raffaelo Carlo Rossi neergeschreven, toen Pater Pio 34 jaar was. Op deze manier wou Mgr. Bisschop Rossi zich meteen indekken om zich van de buitenwereld niet uitgesloten te voelen. Als we deze woorden nu lezen [met Pater Pio die in 2002 werd heilig verklaard, na veel misnoegen en onbestendigheden] doet het ons glimlachen. We weten heel goed wat de toekomst heeft gezegd over de broeder, die sinds zijn kinderjaren rijk aan bovennatuurlijke gaven was en bovendien het onderwerp was van een bijzondere aandacht vanwege de Kerk, tot een striktheid die dikwijls overdreven leek.

En we weten dit omdat, ondanks zijn nederigheid en zijn gereserveerdheid, de opdracht waartoe hij geroepen was, een enorme weerklank kende over alle grenzen heen en onder de miljoenen pelgrims die naar San Giovanni Rotondo trokken. Een gebeurtenis die, in welke mate het ook werd bekritiseerd, de aandacht trok van iedereen, gelovigen en ongelovigen, en aanzienlijk hielp om het geloof van velen te versterken.

Als u zou denken dat u praktisch alles al wist over Pater Pio, omdat er reeds zoveel boeken en verslagen over hem zijn verschenen, zowel op het niveau van geleerden als voor het gewone publiek, dan bent u verkeerd. Dit boek van de geschiedkundige Vr. Francesco Castelli toont het aan: het verzamelt en ontleed, zoals men dat in het jargon noemt, het "Votum" [dit is het eindverslag van het onderzoek van Mgr. Raffaelo Carlo Rossi, door hem geleid ten behoeve van de Heilige Officie], en andere kortere teksten zoals de "Kronieken van Pater Pio," geschreven door een van zijn spirituele begeleiders, Vr. Benedetto Nardella van San Marco in Lamis, een stad in de provincie Foggia, in het noorden van de Zuid-Italiaanse regio Apulië.

Dit zijn bijna allemaal eerder onuitgegeven teksten die van een buitengewone documentaire waarde zijn: daar ze destijds geheim verklaard zijn, zijn ze niet terug te vinden tussen de bronnen in de archieven van San Giovanni Rotondo. Om deze reden waren ze voor een lange tijd uit het oog verloren. Maar in 2006, zoals geweten is, verschafte Benedictus XVI de vrije toegang tot de archieven van de Heilige Officie tot het jaar 1939, waardoor het uiteindelijk mogelijk werd om te onderzoeken wat deze archieven tot dan verborgen hielden over de broeder uit Pietrelcina. Het gevolg van dit alles was een opleving van een blijkbaar onvermoeibaar onderzoek over deze heilige, die zo geliefd, maar tegelijkertijd, binnen bepaalde kringen, ook omstreden was en waarop neergekeken werd met een arrogante onverschilligheid.

Vertaling: Chris De Bodt

2. Grace [2/10]

°26 juli 2002 - †26 september 2002

Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

Een zwangerschapsonderbreking: nooit!

In één enkel ogenblik stortte onze wereld in. Onze baby was geen baby meer, maar "een foetus met een afwijking" in een medisch milieu. Vanaf dat ogenblik traden we de strijd binnen voor ons leven en voor het leven van onze baby. Vanaf de allereerste mededeling dat er een probleem was werden we onder druk gezet. Wij zeiden dat zwangerschapsafbreking voor ons geen optie was. Het medisch korps gaapte ons aan alsof we van een andere planeet kwamen. De vrouwelijke arts riep ons in haar bureau en legde uit dat trisomie 18 vermoed werd. Zij stelde voor om onmiddellijk een vruchtwaterpunctie te doen zodat we "onze beslissing konden nemen." Wij bleven herhalen dat zwangerschapsafbreking voor ons geen optie was. Wat onze baby ook had, we zouden haar aanvaarden zoals ze was en haar ondanks alles beminnen. Op het ogenblik dat we het nieuws vernamen zei mijn man me: "Chris, we gaan hier sowieso lijden, maar als wij de baby ondanks alles houden en de natuur zijn gang laten gaan, zullen we ons niet schuldig voelen. We zullen het allemaal te boven komen. Ik weet dat, als je de zwangerschap afbreekt, je geen enkele nacht meer zal slapen voor de rest van je leven." Ik keek naar de kalender en zag nog vier lange onzekere zwangerschapsmaanden voor me en begon te huilen. Hij zei me dat we dag per dag zouden nemen en dat we het samen zouden doen. Nooit heb ik zoveel van mijn man gehouden als toen hij me dit zei. Ik wist dat wat de artsen ook zeiden, we onze beslissing samen hadden genomen. Het medisch korps begreep ons niet. De verantwoordelijke arts stuurde ons naar de genetische raadgeefster die aan het ziekenhuis verbonden was.

De zaken gingen van kwaad naar erger. De raadgeefster legde ons uit hoe vreselijk en fataal de toestand van onze baby was. We herhaalden dat wij de zwangerschap niet zouden onderbreken. Als antwoord kregen we de vraag: "doet u dat om religieuze redenen?" Ze wisten geen raad met een koppel dat besloten had de zwangerschap door te zetten ondanks een dergelijke diagnose. Ik vroeg haar of ze ons geen enkele hulp kon bieden. Ze beloofde me me de naam te geven van iemand die een baby als de onze gekregen had. Ik wacht nog altijd...

Ze vertelde ons dat er veel steun was als we de zwangerschap zouden afbreken, maar geen als we besloten die door te zetten. Ik was geschokt. De medici en de assistenten van dit groot ziekenhuis begrepen ons totaal niet. Mijn baby en ikzelf stonden werkelijk onder druk. Hun doel was de zwangerschap te beëindigen vóór de vierentwintigste week. Niet de minste hoop op steun werd ons gegeven. De vruchtwaterpunctie werd voor de volgende dag ingepland, maar we hebben die afspraak afgezegd. Ik ben nooit meer naar dat ziekenhuis terug gegaan.

Vertaling: Christine

3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 23]

Ana Shawl

Enkele weken later kwam Steve naar Medjugorje, samen met zijn vader. Het zou zijn eerste keer worden dat hij naar ginds kwam en hij was enorm opgewonden. Omstandigheden lieten het niet toe om toen een gesprek met hem te hebben toen hij ginds was, maar hij ik had het gevoel dat hij steeds dicht bij mij was. Op een avond, tijdens het gebed, had ik een korte droom dat Steve en ik tesamen waren in Medjugorje met de kinderen en dat we ons voor Onze Lieve Moeder bevonden. We waren elkaar aan het omhelzen en plots kwam er een groot licht dat ons allen verenigde als een familie. Precies zoals ik het had gezien.

Zoveel van deze kleine bevestigingen overkwamen ons allen en ook de kinderen. Elke keer dat een van de kinderen een vraag stelde over hoe alles zou worden, praatte ik met Steve en hij had steeds het antwoord al klaar nog voor ik de kans had om hem de vraag te stellen. Ik had waarachtig het gevoel alsof God ons voor elkaar had gemaakt om een familie te zijn die naar de boodschappen zou leven die de Gezegende Moeder ons had gegeven. Uiteindelijk stelde Steve me voor om elkaar te ontmoeten op de top van de Krizevac, op de vijftiende verjaardag van de verschijningen. Het was geweldig. We zouden kunnen huwen met het kruis in de hand zoals dat de traditie is in Medjugorje en de omgeving.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 129]

Schrift 1

275. Jezus bemint de verborgen zielen. Een verborgen bloem bevat de sterkste geur. In het binnenste van de ziel een stille plaats voor het Hart van Jezus bereiden. Op lastige en pijnlijke momenten voor U, o mijn Jezus, een hymne van vertrouwen neuriën, want bodemloos is de afgrond van mijn vertrouwen op U, op Uw barmhartigheid.

276. Sinds ik het lijden ben gaan liefhebben, heeft het voor mij opgehouden lijden te zijn. Het lijden is het voortdurend voedsel van de ziel.

277. Ik ga niet met een bepaalde persoon spreken want ik weet dat dit Jezus mishaagt en men haalt er geen enkel voordeel uit.

278. Aan de voeten van de Heer. Verborgen Jezus, eeuwige Liefde, ons Leven, goddelijke Dwaas, U Zelf hebt Gij vergeten om alleen ons te zien. Alvorens de hemel en de aarde te scheppen, hieldt Gij ons reeds in Uw Hart. O Liefde, o diepte van Uw nederdaling, o Mysterie van geluk, waarom kennen U zo weinig zielen? Waarom vindt Gij geen wederliefde? O goddelijke Liefde, hoe meer ik U ken, hoe minder ik U begrijp, maar omdat ik U niet kan begrijpen, vat ik beter Uw grootheid. Ik benijd het vuur van de Serafijnen niet, want in mijn hart is een grotere gave gelegd. In verrukking bewonderen zij U, maar Uw Bloed verenigt zich met het mijne. Liefde, dat is de hemel die ons reeds hier op aarde gegeven wordt. O, waarom verbergt Gij U in het geloof. De liefde verscheurt de sluier. Voor de blik van mijn ziel is er geen sluier, want Gij Zelf hebt mij voor eeuwig aangetrokken naar de schoot van Uw mysterievolle Liefde. Eer en lof zij U, o ondeelbare Drieëenheid, enige God vóór alle eeuwen.

279. God liet mij verstaan waarin de ware liefde bestaat, en Hij heeft mij licht gegeven om te weten hoe ze Hem in praktijk te betuigen. De ware liefde van God bestaat erin de goddelijke Wil te volbrengen. Om de liefde van God in daden om te zetten, moet alles, zelfs het kleinste, voortvloeien uit onze liefde tot God. En de Heer zegt mij: "Mijn kind, gij zijt Mij het meest welgevallig door het lijden. Mijn dochter, zoek geen medelijden bij de schepselen in uw lichamelijk en moreel lijden. Ik wil dat de geur van uw lijden zuiver en onvermengd is. Ik eis dat gij u onthecht, niet allen aan de schepselen, maar ook aan uzelf. Mijn dochter, Ik wil mijn dorst lessen aan de liefde van uw hart, een zuivere, maagdelijke liefde, zonder enige schaduw. Hoe meer gij het lijden liefhebt, mijn dochter, hoe reiner uw liefde voor Mij zal zijn."

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

5. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 13]

De drie herderskinderen en hun families

Houdt u zich aan u huwelijksbeloften die u aan elkander hebt beloofd, voor God? Ook dit wordt van u vereist door de Wet van God, als deze zegt: "wees kuis." Dit komt zowel voor in het zesde en negende gebod dat Jezus als volgt uitlegt: "U zult geen overspel plegen [...] En ik zeg zelfs: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd [Mt. 5: 27-28] en ook God zegt: "Leg geen valse eed af, voor de Heer gedane geloften moeten worden ingelost." [Mt. 5:33]

Let u er voorzichtig op dat uw kinderen worden gedoopt om hen zo tot Christen te maken en uit hun zielen de smet van de erfzonde te verwijderen en hen zo erfgenamen van het Koninkrijk der Hemelen te maken? Ook dit is ons door God voorgeschreven: "Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend. Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld." [Marcus 16: 15-16]. Dit gebod legt waarachtig een grote verantwoordelijkheid op de schouders van de ouders. Zij die hen het doopsel ontzeggen stellen hun kinderen bloot aan het afsluiten van de weg naar het geluk, iets veel erger dan het verliezen van alle bezittingen ter wereld. Jawel, inderdaad, want niets kan worden vergeleken met het Opperste Goede van het Eeuwige Leven. En wie kan er verzekeren dat zijn kinderen dit zullen meemaken als u hen zo’n belangrijke gebeurtenis ontzegt?

Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered. Een pasgeboren kind kan geen daden van geloof uit zichzelf stellen, maar de waarde van de gave van het geloof wordt in de ziel geprent als een der vruchten van het Sacrament van het Doopsel, dat het kind zuivert en bevrijdt van smet van de erfzonde, en het waardig maakt voor het eeuwig geluk. Ik leg er de nadruk op om uzelf niet verantwoordelijk te maken door onbezorgdheid of door gebrek aan geloof en hen zo te weerhouden van het grootse geluk van de Hemel. De waarheid is dat, als u hen verliest [en ik hoop en smeek eerlijk tot God om zulke dingen niet toe te laten], dat dit een andere eeuwige bestraffing betekent voor u.

Vertaling: Chris De Bodt

6. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 129]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 1

Het getuigenis van Sint Augustinus versterkt die opinie: in zijn brief 49, ad Evod., verklaart hij dat Christus, door in de Hel af te dalen, niet alleen het voorgeborchte bezocht maar ook het Vagevuur waar hij enkele zielen bevrijdde volgens de bewering in de Handelingen der Apostelen: Solutis dolor ibus inferni.

De tweede stelling aangaande de plek van het Vagevuur is deze van Sint Viktor en van Sint Gregorius de Grote in samenspraak. Beide steunen dat het Vagevuur geen vaste plek heeft en dat talrijke overleden zielen hun aardse zonden op aarde uitboeten en meestal op de plek waar ze zondigden.

De gewijde theologie bindt deze verscheidene getuigenissen door eerst te stellen dat het Vagevuur een bepaald en begrensd verblijf is in het centrum van de aarde en waarin het merendeel der zielen neerdalen om de zonden die hen besmeuren uit te boeten.

Maar het Vagevuur is geen unieke plek. Ofwel vanwege gebrek aan ernst van hun zonden, ofwel door een buitengewone vrijgevigheid van de goddelijke wijsheid, is er een min of meer groot aantal zielen die niet in die gevangenis terecht komen en die hun lijden op aarde ondergaan op de plek waar ze zondigden. Deze interpretatie van beroemde theologen verklaart en bevestigt een menigte verschijningen en openbaringen aan heiligen, waarvan er meerdere geloofwaardig zijn en dus niet kunnen afgewezen worden.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

7. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [14/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


8. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 40]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

Gesprek met de Dame

De Documenten tonen niet duidelijk dat de Dame vlug een gesprek aanging met de herderin. Het schijnt dat er meerdere weken stilzwijgende bezoeken waren en Benoîte nooit een vraag stelde aan de Dame, maar waar deze soms iets vroeg of haar een verzoek deed. De vreugde van die mysterieuze aanwezigheid, trouw op de afspraak, volstaat voor de onschuldige herderin tijdens lange stille tussenpauzes terwijl ze haar paternoster bidt en haar schapen in het oog houdt. Soms is ze verstrooid want Grimaud vertelt ons dit incident: ‘Op een dag dat de schapen zich te ver verwijderden zei de Dame dat ze aan een kant moest jagen terwijl zichtbaar de Heilige Maagd ze aan de andere kant opjoeg en de kudde terug het dal inbracht’. Dit is een dienst die symbool staat voor hun latere samenwerking!

Weldra komt de Dame vaker tussen in dit te zwijgzaam colloquium om de ruwe boerin op te voeden. Het is Aubin, gevolgd door Gaillard, die ons deze herinneringen heeft bewaard die Benoîte hem toevertrouwde.

Vertaling: Broeder Jozef

9. Het sacrament van de Verzoening [deel 20]

10. De aflaten

Wat is een aflaat?

"De aflaat is de kwijtschelding ten overstaan van God van tijdelijke straffen voor zonden die, wat de schuld betreft, reeds vergeven werden; de goed ingestelde gelovige kan deze kwijtschelding onder bepaalde welomschreven voorwaarden verwerven door toedoen van de kerk die als beheerster van de verlossing met gezag de schat der voldoeningen van Christus en de heiligen uitdeelt en toepast.

"De aflaat is gedeeltelijk of vol, naargelang hij iemand geheel of gedeeltelijk verlost van de tijdelijke straffen die voor de zonde verschuldigd zijn." De aflaten kunnen op levenden of overledenen toegepast worden.

De zondestraffen

Om de leer over de aflaten en de praktijk ervan te begrijpen, moet men inzien dat de zonde een dubbel gevolg heeft. Enerzijds leidt de zware zonde tot verbreking van de gemeenschap met God. Daardoor maakt ze ons onbekwaam voor eeuwig leven. Het gemis van het eeuwig leven wordt "eeuwige zondestraf" genoemd. Anderzijds brengt elke zonde, ook een dagelijkse, een ongezonde gehechtheid aan de schepselen met zich mee. Deze gehechtheid heeft een loutering nodig, hetzij hier op aarde, hetzij na de dood in de toestand die vagevuur genoemd wordt. Deze loutering bevrijdt van wat men de "tijdelijke zondestraf" noemt. Deze beide straffen moeten niet beschouwd worden als een soort wraakneming die God van buitenaf oplegt, maar als iets wat uit de aard van de zonde zelf voortvloeit. Een bekering die voortkomt uit een vurige liefde kan een volkomen loutering van de zondaar bewerken, zodat er in feite geen enkele straf meer overblijft.

Met de vergeving van de zonden en het herstel van de gemeenschap met God is de kwijtschelding van de eeuwige zondestraffen verbonden. Er blijven echter nog tijdelijke zondestraffen over. De christen moet zich inspannen deze tijdelijke zondestraffen als een genade te aanvaarden door het lijden en allerlei beproevingen geduldig te verdragen en de dood sereen tegemoet te gaan, als de tijd daarvoor gekomen is; hij moet er zich op toeleggen de "oude mens" geheel af te leggen en zich te bekleden met de "nieuwe mens" door werken van barmhartigheid en liefde, maar ook door gebed en verschillende boetepraktijken.

In de gemeenschap van de heiligen

De christen die zich van zijn zonde wil zuiveren en zich met de hulp van Gods genade wil heiligen, staat niet alleen. "Het leven van elk van de kinderen Gods is in en door Christus op wondere wijze verbonden met het leven van alle andere christenbroeders in de bovennatuurlijke eenheid van het mystieke lichaam van Christus, als in één mystieke persoon."

In de gemeenschap van de heiligen "bestaat er tussen de gelovigen, die ofwel het hemels vaderhuis bereikt hebben, ofwel tot het vagevuur toegelaten werden om boete te doen, ofwel op aarde nog onderweg zijn, inderdaad een bestendige liefdesband en een overvloedige uitwisseling van allerlei goederen." In deze wonderlijke uitwisseling komt dus de heiligheid van de één ten goede aan de anderen, ver boven de schade die de zonde van de één heeft kunnen berokkenen aan anderen. Zo kan de rouwmoedige zondaar, door beroep te doen op de gemeenschap van de heiligen, eerder en doeltreffender van zondestraffen gezuiverd worden.

Deze geestelijke goederen van de gemeenschap van de heiligen worden ook de genadeschat van de kerk genoemd. "Dit is niet een geheel van goederen, die zich als materiële rijkdommen in de loop der eeuwen opgestapeld hebben. Ze bestaat veeleer in de oneindige en onuitputtelijke waarde die de uitboeting en de verdiensten van Christus onze Heer, opgedragen om heel de mensheid van de zonde te verlossen en haar te brengen tot gemeenschap met de Vader, voor God vertegenwoordigen. De schat van de kerk is Christus zelf, onze Verlosser, in wie de genoegdoening en de verdiensten van zijn verlossingswerk voortduren en waarde hebben."

"Bovendien behoort tot deze schat ook de werkelijk onmetelijke, onuitputtelijke en steeds nieuwe waarde die de gebeden en goede werken van de heilige Maagd Maria en van alle heiligen voor God vertegenwoordigen. Door de genade van de Heer zelf zijn zij zijn voetspoor gevolgd, hebben zij zich geheiligd en het werk volbracht dat door de Vader aanvaard werd. Door aan hun eigen heil te werken, hebben zij ook bijgedragen tot het heil van hun broeders in de eenheid van het mystieke lichaam."

Het verkrijgen van de aflaat door God en de Kerk

De aflaat wordt verkregen door toedoen van de kerk krachtens haar macht om te binden en te ontbinden, een macht die haar door Christus Jezus verleend werd. Zij spreekt voor een bepaalde christen ten beste en opent voor hem de schat van de verdiensten van Christus en van de heiligen om van de barmhartige Vader kwijtschelding van de tijdelijke zondestraffen te verkrijgen. Daarbij wil de kerk deze christen niet alleen te hulp komen, maar hem ook aansporen tot werken van godsvrucht, boete en liefde.

Aangezien ook de overleden gelovigen, die zich in de louteringstoestand bevinden, leden zijn van de ene gemeenschap der heiligen, kunnen wij ze, onder andere door voor hen aflaten te verkrijgen, helpen bij het uitboeten van de tijdelijke zondestraffen. [bijvoorbeeld door H. Missen op te dragen voor hen. Ook voor de levenden kunnen wij dit al doen.]

Anne Van Der Sloten

10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 258]

Jonathan, zoon van Annas

Jonathan was de tweede zoon van Annas, zoon van Seth, die hogepriester werd. De eerste was Eleazar [16-17 na J.C.] die door de Romeinse prefect Valerius Gratus werd benoemd. Jonathan was zijn benoeming verschuldigd aan Vitellius, legaat in Syrië. Hij behield zijn ambt van 36 tot 37 na J.C.

Jezus had politiek hetzelfde gedachtengoed als Jonathan. Beiden boden geen tegenstand aan Rome en evangeliseerden de heidenen, eerder dan de wapens op te nemen. Jezus had het echter niet voor het hooghartig en arrogant priesterschap en zijn aanmatiging van absolute authoriteit. Jonathan moet ongetwijfeld een grote rol gespeeld hebben rond het proces die de Joden maakten over Jezus rond Zijn kruisiging.

Toen echter, in oktober 37, het nieuws van Tiberius' dood en van Agrippa’s ambitie, Judea bereikte, zorgden interne spanningen ervoor dat Jonathan werd verwijderd door Vitellius, legaat in Syrië, en vervangen werd door zijn broer Theofilus Annas, een meer gerespecteerde Romeins gezinde Sadduceeër, waarover geen enkel getuigenis gekend is. Misschien heeft hij het ambt vervuld tot aan de benoeming van Simon Kantheras, zoon van Boethos, door koning Agrippa I in 41 na J.C.

Vertaling: Broeder Joseph

11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 84]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

Johannes heeft Jezus driemaal gezien

In zijn ganse leven heeft Johannes de Zaligmaker slechts driemaal van aangezicht gezien: de eerste maal in de woestijn, toen de Heilige Familie op haar vluchtreis naar Egypte in zijn nabijheid voorbijtrok. Ik zag nogmaals dit onbeschrijfelijk ontroerend tafereel: Johannes, door de Geest aangedreven, snelde toe om zijn Meester te groeten, die hij reeds in de moederschoot verwelkomend tegemoet was gesprongen.

Johannes droeg toen zijn vel dwars over de schouder en om het lijf gegord. Hij voelde dat zijn Zaligmaker nabij was en dorst leed. De kleine Johannes bad en stiet met zijn staafje in de aarde, waarop een overvloedige bron ontsprong. Johannes liep de ontstane beek vooruit en waar ze uitstortte, bleef hij staan om Jezus en Maria voorbij te zien reizen. Hij danste van vreugde en wenkte met zijn vaantje.

De tweede maal zag hij Jezus bij de doop en dus van zeer nabij. De derde maal, toen hij Hem aan de Jordaan zag voorbijgaan en getuigenis van Hem gaf. Ik hoorde de Zaligmaker eens tot zijn Apostelen van de grote zelfoverwinning van zijn voorloper spreken: zelfs bij Jezus' doop had Hij zich binnen de palen van een eerbiedige, noodzakelijke aanschouwing gehouden, en dit, hoewel zijn verlangen naar Jezus' komst en zijn liefde tot Hem zijn hart bijna had doen breken. Daarna was hij ootmoedig nog meer voor Hem geweken, dan hij vroeger, toegevend aan zijn liefde, naar zijn komst had verlangd.

Doch Johannes zag de Heer voortdurend in de geest, want hij verkeerde bestendig in een profetische toestand. Hij zag in Jezus de vervulling van zijn zending, de verwezenlijking van zijn profetenroeping. Jezus was voor hem niet een tijdgenoot, noch een medemens. Hij was voor hem de Verlosser van de wereld, de mens geworden Zoon van God, de Eeuwige die verschijnt in de tijd.

12. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 95: Ursus Velox [Vlugge Beer]

Clemens XIV [1769-1774]

Echte naam: Giovanni Vincenzo Antonio Ganganelli [Sant'Arcangelo di Romagna, 31 oktober 1705 - Rome, 22 september 1774]

Na de dood van zijn vader, de gemeentelijke arts van Sant'Arcangelo, trad hij in 1723 in bij de orde der Minderbroeders. In 1741 werd hij definitor generalis van die orde, en raakte bevriend met paus Benedictus XIV, die hem benoemde tot consultor der Inquisitie. Onder zijn bewind werden veel geschriften van de Franse Verlichting verboden. Clemens XIII schonk Ganganelli in 1759 de kardinaalshoed, op aanraden van Lorenzo Ricci, de laatste generaaloverste der Jezuïeten.

Na de dood van deze paus was het conclaaf drie maanden lang besluiteloos in de keuze van zijn opvolger, totdat die eindelijk, na verschillende machinaties van Europese regerende vorsten, op 19 mei 1769 op Ganganelli viel. Hij was de eerste niet-adellijke paus in lange tijd. Clemens' politiek was er van het begin af op gericht om de relaties tussen de Europese hoven te verbeteren. Ook deed hij wat er van hem verwacht werd: na lang aarzelen vaardigde hij in het belang van de vrede van de Kerk op 21 juli 1773 de breve Dominus ac Redemptor noster [Onze Heer en Heiland] uit, waarbij de orde der Jezuïeten werd opgeheven.

In 1771 begon hij met de bouw van het naar hem en zijn opvolger Pius VI genoemde Pio-Clementijnse Museum, een van de grootste verzamelingen van oudheden van het Vaticaan.

Clemens overleed na een lange ziekte op 22 september 1774, gehaat door de ultramontanen, maar betreurd door zijn onderdanen vanwege zijn geslaagde bestuur van de Kerkelijke Staat. Hij werd begraven in de Basilica dei XII Apostoli, wat als kardinaal zijn titelkerk was.

Niets wat geweten is uit de stamboom of het leven van Paus Clemens XIV verwijst naar "een vlugge beer" uit Malachias’ profetieën. Het blijft dus een raadsel.

Chris De Bodt

13. Profetiën: Sint Hilarius van Poitiers [315-368]

De antichrist zal onderrichten dat Christus een bedrieger en niet de ware Zoon van God was. Integendeel, hij zal onderrichten dat hij de meest goddeloze van alle misdadigers was.

Vertaling: Chris De Bodt


30-05-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.30 mei 2011
30 mei 2011

1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio
[1/7]

Inleiding

Op 14 juni 1921 klopt er een priester aan op de deur van het klooster van San Giovanni Rotondo. Het is een prille veertiger en hij draagt een eenvoudige soutane, maar hij is geen gewone priester. Het is bisschop Raffaelo Carlo Rossi, een toekomstige kardinaal en een apostolische bezoeker die door de Heilgie Officie [voormalige benaming voor de Congragatie voor Geloofsleer] naar Pater Pio werd gezonden om de geruchten die over hem lopen in het geheim te onderzoeken.

De bisschop-onderzoeker zal voor acht dagen bij de Kapucijner Broeders blijven om vragen te stellen en getuigenverklaringen te horen. Hij interviewt eveneens Pater Pio zelf en onderzoekt de raadselachtige wonden van Christus die hij draagt op zijn lichaam. Na alle bewijsmateriaal te hebben verzameld, maakt de onderzoeker een eigen evaluatie van Pater Pio, die de reden inhoudt om aan te nemen dat de stigmata een goddelijke oorsprong hebben. Hij zendt zijn dossier, inclusief de getuigenverklaringen op naar Rome, waar ze gedurende bijna een eeuw verdoken blijven liggen.


Bisschop Raffaelo Carlo Rossie

Vader Francesco Castello is de geschiedkundige voor de zaak van de Zaligverklaring van Paus Johannes Paulus II en professor in de moderne Kerkgeschiedenis aan het Romano Guardini Instituut van Religieuze Wetenschappen in Taranto, Italië. Hij heeft bijgedragen aan vele publicaties en heeft in het geheim Karol Wojtyla’s derde brief aan Pater Pio ontdekt en gepubliceerd. Hij hield rekening met de geest van die tijd voor zover als mogelijk en hechtte minder vertrouwen in de oordelen van heden dan in de blijvende tradities van die dagen. Indien ik misschien te veel geschiedenis naar voor breng en de lange weg van de rijke regio’s van het verleden ging afleggen, zorgde ik er steeds voor om een pad te onderzoeken dat ons terugbrengt naar die onverschrokken en vastberaden Jood die onveranderlijk blijft in een hevige verhevenheid.

"Na alle studies, debatten en interviews, dachten we dat we alles wisten over hem," schrijft Vr. Francesco Castelli in zijn verbazingwekkend nieuw boek over Pater Pio, maar in de archieven werd er een document ontdekt dat van uitzonderlijke waarde was, en dat nu vanuit het verleden tot ons komt: "de handelingen rond het eerste onderzoek over Pater Pio," gemaakt op bevel van de Heilige Officie. Het document gaat terug tot 1921 en bevat de geheime onthullingen van de Kapijcijn: zes uiterst waardevolle "verklaringen onder ede." Interviews dit Pater Pio, onder ede, heeft toegestaan voor de onderzoeker van de Heilgie Officie. Hierin maakt Pater Pio feiten bekend en fenomenen die nooit onthuld werden aan iemand, ook niet in de vele biografieën over de Heilige man, en overhandigde hij ze aan de Kerk en de geschiedenis."

Vertaling: Chris De Bodt

2. Grace [1/10]

°26 juli 2002 - †26 september 2002

Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

De diagnose

De diagnose kwam na ongeveer 19 weken zwangerschap. Het was mijn vijfde zwangerschap en in mijn planning de laatste om onze gezin compleet te maken. Twee zwangerschappen verliepen normaal. Mijn dochtertjes Annie [8 jaar] en Kathleen [5 jaar] zagen daarbij het leven. Net vóór Grace had ik twee miskramen.

En toen kwam Grace.

Ik was veertig toen ik zwanger werd van Grace. De AFP-test was niet goed. Mijn arts drong aan op een vruchtwaterpunctie, maar daar had ik niet veel zin in. Ik wou niet het risico op nog eens een miskraam verhogen. Daarom verwees ze ons naar een universitair ziekenhuis waar veel gedetailleerder echografieën konden gemaakt worden. En dat was het begin van onze nachtmerries.


Terwijl ik naast dat toestel neerlag [met mijn rozenkrans strak gespannen tussen mijn vingers] voelde ik dat er iets niet OK was. De vrouwelijke arts was heel stil geworden en ging overleggen met een andere verantwoordelijke arts. Ze zei me dat ze "iets" gevonden hadden. Mijn hart brak. Ik greep de hand van mijn man steviger vast en bad heel intens enkele Weesgegroetjes. De artsen bleven geconcentreerd kijken naar het handje van de foetus. Nu weet ik dat ze naar het "gebalde vuistje" zochten, een typisch herkenningsteken voor trisomie 18. Ook het hartje werd onderzocht. Ook daar klopte iets niet. Het enige wat ik mij herinner is de schok waar ik zo bruusk mee geconfronteerd werd. Er werd van alles gezegd, maar niets daarvan drong tot mij door. In zo’n situatie wil je dat alles verdwijnt. Het was allemaal zo irreëel. Hoe kon zoiets ons overkomen ? We hadden daarnet nog een perfecte baby en nu was die veranderd in "een foetus met een fatale afwijking" was. Wat voor de duivel betekende dat?

Vertaling: Christine

3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 22]

Ana Shawl

Nu was het aan mij om de kinderen van deze bijzondere aangelegenheid op de hoogte te brengen. Ik vroeg aan de Heilige Moeder om mij hierbij te helpen, zodat het niet al te vreemd zou overkomen bij hen en dat dit een nieuwe bevestiging zou zijn dat alles goed zou gaan. Ik legde hen uit over een man die ik had ontmoet en vertelde alles over hem. Mijn dochter antwoordde: "Mama, ik denk dat u met hem moet huwen," wat mij helemaal van mijn stuk bracht. Daarop vertelde Stephen mij dat hij het gevoel had dat hij een goede vader zou zijn. Ik vertelde de kinderen niets over de tekenen tot dusver. Ik was helemaal van de kaart. Ik was zo gelukkig. Ik wist het gewoon.

Daarna was het uiteraard aan mij om de waarheid te vertellen en te zeggen dat ik voor dezelfde intenties had gebeden. Ik zei dat ik om twee tekenen had gevraagd waarop ik nog wachtte. Later die avond begon ik te bidden en vroeg uit het diepste van mijn hart of Steve de man wou die ik verondersteld was te huwen en dat Zij mij dit zou laten weten. Daarop sprong ik in een flits uit het bed en herinnerde ik mij dat hij mij de dag ervoor een Rozenkrans had gezonden en niet alleen een voor mij maar eveneens een voor elk van de kinderen. De volgende dag praatte ik met hem en zei ik dat ik mijn eerste teken had ontvangen, maar dat er nog steeds één teken op zich liet wachten om volledige zekerheid te krijgen.

Later vertelde Steve mij dat hij naar de Mis ging en de Rozenkrans bad en vroeg om te weten wat mij tweede teken was. Hij schrijf mij later die dag terug om mij te zeggen dat hij, na zijn gebed, zonder twijfel wist wat mijn tweede teken was. Hij vertelde mij dat hij mij een kruisbeeld moest toezenden. Toen ik hem zei dat dit inderdaad mij tweede teken was, kwamen de tranen bij ons beiden in de ogen, omdat we nu zeker wisten dat God wou dat we samen verder zouden gaan en dat er ook iets bijzonders zou zijn tussen hem en de kinderen.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

4. Medjugorje: statistieken april 2011

Aantal Heilige Communies: 131.600
Aantal concelebrerende priesters: 2.539 [89/dag]

5. Ratko Mladić wordt maandag of dinsdag uitgeleverd aan Den Haag

De Serviche genocideverdachte Ratko Mladić zou maandag of dinsdag overgebracht kunnen worden naar Den Haag. Dat heeft rechter Mehmet Guney verklaard aan het Turkse agentschap Anatolie. Op 26 mei 2011 werd Mladić gearresteerd in Lazarevo,  in de gemeente Zrenjanin. Hij zou daar onder de naam "Milorad Komadic" hebben geleefd.


Ratko Mladić kreeg als bijnaam "de Servische Napoleon"

Mladic zou maandag of dinsdag kunnen arriveren. Het internationaal recht bepaalt dat hij dan onmiddellijk voor de rechter zal verschijnen", verklaarde Guney, plaatsvervangend rechter voor het Joegoslaviëtribunaal [ICTY] in Den Haag.

Het Joegoslaviëtribunaal duidde de 63-jarige Duitse rechter Christoph Flügge aan als voorzitter in het proces tegen de Mladic. Naast hem krijgt Flügge de Nederlander Alphons Orie en de Zuid-Afrikaan Bakone Justice Moloto.

"Het proces kan anderhalf tot twee jaar duren", verwacht de Turkse magistraat, afhankelijk van hoe vlot tekst- en ander bewijsmateriaal voorhanden zal zijn.

Ondertussen hebben zo'n duizend moslims in de Oost-Bosnische stad Visegrad de slachtoffers herdacht die in de lente van 1992 gedood werden door de troepen van genocideverdachte Ratko Mladic, die afgelopen donderdag werd opgepakt. Tussen april en juni 1992 zouden de Servische troepen in en rond Visegrad zo'n 1.500 burgers hebben vermoord, zegt het Bosnische instituut voor verdwenen personen. Volgens overlevenden werden in mei 1992 honderden burgers afgeslacht op de oude brug en gedumpt in de rivier Drina. In juni 1992 werden 65 vrouwen en kinderen levend verbrand in hun huizen in de straat Pionirska in Visegrad.

Nu Mladic, ook wel 'het monster van Visegrad' genoemd, is opgepakt, herdenken de nabestaanden van de slachtoffers de gruweldaden. Vandaag gooiden mensen rozen in de Drina. Tot op vandaag zijn nog altijd zo'n 700 slachtoffers van Visegrad als vermist opgegeven.

6. Paus Benedictus XVI bezoekt Kroatie op 4 en 5 juni 2011

Benedictus XVI zal een bezoek brengen aan Kroatië op 4 en 5 juni aanstaande. Als kardinaal is hij er reeds drie maal geweest, maar het is zijn eerste reis in zijn hoedanigheid van Paus. We kunnen dus gerust zeggen dat de Paus zich "thuisvoelt" in Kroatië. Het is een land met diepe Christelijke en Katholieke roots. Die trouwe band is steeds gebleven , ook in moeilijke tijden en vooral deze van de laatste eeuw. Deze trouw werd beloond door de nauwe verbondenheid en de solidariteit van de Heilige Stoel.

Vandaag staat ook Kroatië voor de uitdaging van verwereldlijking, voornamelijk bij de jeugd en bij de handhaving van de familiewaarden. Daarom zijn de voornaamste gebeurtenissen bij het bezoek van Paus zijn deelname aan een ontmoeting met de Kroatische Katholieke families en met de jongeren. "Samen in Christus," is de slagzin van het bezoek.

In een wereld waarin nieuwe vormen van communicatie zich blijven vermenigvuldigen en onze levens beïnvloeden, blijken echte ontmoetingen en deelnamen aan gesprekken steeds moeilijker te worden voor de mensen.

De Kerk verlaat zich op Christus om de eenheid en de opdracht van de familie te ondersteunen en de hoop voor de toekomst van de jonge mensen te voeden. Dit is hoe het mensheid in het algemeen en de gemeenschap van Kroatië die het uiteenvallen van het voormalige Joegoslavië goed heeft doorstaan, zich nu voorbereid om zich aan te sluiten bij de Europese Unie.


Heilige Ivan Mertz


Heilige Aloysius Stepinac

De Paus hoopt dat zulks kan geschieden met de bijdrage van de cultuur en de waarden die deel uitmaken van de grote traditie van Kroatië. Belangrijke mensen handelen verder als bronnen van inspiratie: mensen zoals de wetenschapper en Jezuiet Ruggero Boscovich, of de Heilige Ivan Merz en de grote priester en martelaar, de Heilige Kardinaal Aloysius Stepinac. Samen in Christus en met de Paus, kijkt Kroatië naar een toekomst van geloof en moed.

7. Heilige Franciscus Suarez: wat is de waarde van één fatsoenlijk gebeden Weesgegroet?


Franciscus Suarez

De Heilige en vrome theoloog Franciscus Suarez [1548-1617] was zich zo diep bewust van de waarde van het Weesgegroet, dat hij zei dat hij met genoegen al zijn kennis wou opgeven voor de prijs van één fatsoenlijk gebeden Weesgegroet. Dit is een heel troostgevende gedachte voor allen die niet over het grote intellect beschikken van Suarez. Bid daarom elke dag drie Weesgegroetjes 's morgens en 's avonds.

8. Fukushima: koelpompen vallen tijdenlijk uit. Vrees voor taifoen Songda

In reactor 5 van de fel geplaagde Japanse kerncentrale Fukushima zijn de koelpompen gisteren uitgevallen, meldt Tepco, de uitbater van de centrale. Een gespecialiseerde technische ploeg slaagde erin de pompen intussen weer aan de praat te krijgen. De reparatie duurde ruim vier uur. "Er was een probleem met een motor in de pomp. We hebben de defecte pomp vervangen door een nieuwe pomp", aldus Tepco.


Intussen wordt gevreesd voor de taifoen Songda, hoewel die in kracht afneemt. Songda wordt in Tokio verwacht maandag om 9.00 uur lokale tijd. Ingenieurs vrezen dat de centrale nog niet bestand is tegen de voorspelde hevige regenval en sterke windstoten.

9. EHEC bacerie: reeds meer dan 1.000 besmettingen in 9 landen

De lijst met landen waar de gevaarlijke bacterie enterohemorragische E.coli [EHEC] opduikt, wordt almaar langer. Ook in Frankrijk en Zwitserland worden mogelijke besmettingen gemeld. In Duitsland vielen al zeker tien doden door de bacterie. Er is ook sprake van meer dan duizend bevestigde en verdachte infecties.

In Frankrijk werden zaterdagavond drie verdachte gevallen gemeld van voedselvergiftiging, "gelinkt aan een epidemie in Duitsland". Frankrijk liet ook een lot komkommers uit de winkelrekken halen.

Als het in Frankrijk inderdaad om de EHEC-bacterie gaat, dan is die ondertussen in acht landen aangetroffen. In Zwitserland werd tijdens het weekend een tweede geval van EHEC-besmetting bevestigd. Voorts zijn er 25 besmettingen bevestigd in Zweden, 7 in Denemarken, 3 in Groot-Brittannië, 2 in Oostenrijk en 1 in Nederland. In Tsjechië is de bacterie voorlopig nog bij niemand vastgesteld, maar in winkels werden wel besmette komkommers aangetroffen. Het is niet duidelijk of de komkommers al verkocht werden aan consumenten. Het land stelde onmiddellijk een verkoopverbod in. Volgens de Duitse autoriteiten komen de komkommers aan de bron van de besmetting uit Spanje. In dat land werd nog geen EHEC-infectie vastgesteld.


Bacterie enterohemorragische E.coli

In België werden geen sporen aangetroffen van de gevaarlijke bacterie, zo deelde het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) zaterdag nog mee. "We blijven de situatie goed opvolgen en controles uitvoeren, maar op dit moment is er geen ongerustheid nodig. In België zijn er geen zieken vastgesteld", aldus een woordvoerder.

De EHEC-bacterie komt ongetwijfeld ter sprake tijdens de driedaagse informele ontmoeting van Europese ministers van Landbouw in Hongarije, die zondag van start gaat.

In de getroffen landen worden voorzorgsmaatregelen genomen. Zo riep het Oostenrijkse voedselveiligheidsagentschap (AGES) consumenten op om groenten afkomstig uit Spanje en verkocht door bepaalde winkels, te vernietigen. De verdachte komkommers, tomaten en aubergines waarvan sprake, zijn geteeld door de Spaanse producent Frunet en werden via Duitsland verscheept naar Oostenrijk.

10. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 128]

Schrift 1

272. Nochtans heeft deze pater mij eerst aan veel beproevingen onderworpen. Toen ik hem gezegd heb wat de Heer van mij vereiste [36], heeft hij mij uitgelachen en mij gezegd om 's avonds om acht uur te komen biechten. Toen ik om acht uur kwam, sloot een broeder reeds de kerk. Toen ik hem vroeg aan de pater te melden dat ik er was zoals hij mij opgedragen had, is de brave broeder hem gaan verwittigen. De pater liet mij antwoorden dat ze op dit uur geen biecht meer horen. Ik ben onverrichter zake naar huis teruggekeerd. Ik heb opgehouden bij hem te biechten, maar ik heb een uur aanbidding gedaan en bepaalde verstervingen om Gods licht voor hem te bekomen, opdat hij de zielen zou kennen. Toen eerw. heer Sopocko vertrok en hij hem verving, moest ik wel bij hem gaan biechten. Hoewel hij mij eerst niet had willen geloven, verplichtte hij mij nu tot grote trouw aan de innerlijke ingevingen. God staat dit soms toe, en Hij weze in alles geprezen. Maar men heeft grotere genade nodig om niet te wankelen.

273. Jaarlijkse retraite, 10.2.1934.

"Mijn Jezus, opnieuw nadert het moment waarop ik met U alleen blijf. Jezus, ik bid U met heel mijn hart, laat mij weten wat U in mij niet behaagt en leer me tegelijk wat ik moet doen om U aangenaam te zijn. Weiger mij deze genade niet en blijf met mij. Ik weet dat zonder U, Heer, mijn inspanningen tot niet veel leiden. O, hoe verheug ik mij in Uw grootheid, Heer, hoe meer ik U ken, hoe meer ik dorst naar U."

274. Jezus heeft mij de zelfkennis verleend. In dit goddelijk licht heb ik mijn hoofdfout gezien: het is de hoogmoed die de vorm heeft aangenomen van een terugplooien op mijzelf en een gebrek aan eenvoud jegens moeder overste.

Het tweede licht betreft het woord. Soms spreek ik te veel. Twee of drie woorden zouden volstaan om een zaak te regelen en ik steek er te veel tijd in. En Jezus zou willen dat ik die tijd doorbreng in gebed voor de lijdende zielen uit het vagevuur. En de Heer zegt mij dat op de dag van het oordeel elk woord zal gewogen worden.

Het derde licht betreft onze regel. Te zelden mijd ik de gelegenheden die tot het verbreken van de regel leiden, vooral wat de stilte betreft. Vanaf nu zal ik handelen alsof de regel alleen voor mij werd geschreven. Hoe de anderen handelen, gaat mij niet aan, als ik maar handel zoals God het verlangt.

Voornemen: Als het over uiterlijke zaken gaat, alles wat Jezus van mij eist, onmiddellijk aan de oversten gaan zeggen. In mijn omgang met de overste zal ik me inspannen direct en oprecht te zijn als een kind.

[36] Namelijk de Beeltenis van de Goddelijke Barmhartigheid te schilderen en een nieuwe congregatie te stichten.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

11. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 12]

De drie herderskinderen en hun families

Omgeven door de betovering van de natuur, leven hun onschuldige zielen met hun intuïtie naar het verlangen van het bovennatuurlijke, gedreven door de genade die nog rijker en bekoorlijker is. Dan, als de zon ondergaat achter de pijnbomen, brengen ze hun blatende kudde terug, waarna ze dicht in het zicht van hun ouders, die het nooit moe worden om hen te kussen om zo hun genegenheid en liefde te tonen, spelen en rennen. Op deze wijze schijnen hun zuivere zielen als het licht van de zon en hun lachende ogen zijn zo helder als het kristalwater van een bron. Enkel de Hemel houdt nog een grotere hoop in voor hen: het is het geluk die hen doet opwaarts kijken en hen een nog zuiverder glimlach geven, alsof ze op zoek zijn naar de meest kostbare schat. Hun zielen bidden en ‘s nachts rusten ze vredevol in de armen van hun ouders en slapen onverstoord zoals hen zonder zorgen.

Ik denk, lieve pelgrims, dat ik nu al uw vragen heb beantwoord over de familieachtergrond van de drie nederige herderskinderen die God uitkoos om Zijn Boodschap door hen aan jullie door te geven. Besluit echter helemaal niet dat, door wat ik jullie heb verteld, er geen tekortkomingen waren omwille van menselijke zwakheden.

Laat mij nu, in ruil voor mijn antwoorden op uw vragen, sommigen vragen aan u stellen. Als uw eigen huizen niet beter zijn, zijn ze dan minstens zo goed als de twee huizen die ik zojuist heb beschreven? Is uw huis gezegend met het Sacrament van het Huwelijk?

Hebt u aanvaard en bent u er nog steeds toe bereid om elk leven te aanvaarden dat God u toevertrouwd? Onthoud dat afstand doen van hen, tegen de wet van God is die ons in het vijfde gebod heeft verteld: "U zult niet doden en wie doodt zal onderworpen worden aan het oordeel." [Mt. 5:21]

Vertaling: Chris De Bodt

12. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 128]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 1

Een onmetelijk chaos is er niet tussen deze zielen en hun vrienden op aarde, en we kunnen hen naar keuze op elk moment die druppel water schenken die de boze rijke tevergeefs afsmeekte bij Lazarus.

Sint Jan had eens een prachtig visioen: hij zag een tempel, en in het heiligdom van de tempel een altaar waaronder een menigte lijdende zielen: vidi subtus altare animas interfectorum [Apoc 6,9]. Deze zielen staan niet voor het altaar zoals een commentator opmerkt want ze mogen daar niet meer staan. Het is slechts onrechtstreeks en via voorbede dat ze deel hebben in het eucharistisch offer. Ze staan onder het altaar en wachten zuchtend en gelaten het deel af dat we op hun lippen willen leggen.

De katholieke Kerk heeft niets bepaald over de plek van het Vagevuur. Diverse ideeën werden geuit op dat vlak door de Leraars en Kerkvaders en deze kunnen vrij aanvaard worden zonder te tornen aan de orthodoxie en het ware geloof.

Sint Thomas, Sint Bonaventure en Sint Augustinus leren dat het Vagevuur in het centrum van de aarde een tussenverblijf is van de Hel der verdoemden en het voorgeborchte waar, tot aan het oordeel, de ongedoopte kinderen verblijven.

Ze vermelden als getuigenis van hun overtuiging de woorden die de Kerk zingt: ‘Bevrijdt, Heer, de zielen van de overleden gelovigen van het helse lijden en het diepe meer’. En deze woorden van het boek Openbaring: ‘Niemand, noch in de hemel, noch op of onder de aarde werd bekwaam geacht het boek te openen en in te kijken’ [Apoc 5]. Volgens die uitspraak van Sint Jan is het zeker dat alleen rechtvaardigen uitgenodigd werden om het mysterieuze boek te openen. Maar, door degenen onder de aarde te vermelden, lijkt de Apostel ons niet te opperen dat er rechtvaardige tijdelijk gevangenen zijn in die sombere schoot. Elders in het boek Prediker wordt geschreven: ‘Ik zal de onderste delen der aarde binnendringen en bezoeken die er slapen en zal hen de hoop op heil voor ogen houden’. De vertalers stellen terecht dat in die passage de ingegeven auteur het voorgeborchte beduidde waar de Patriarchen en heiligen uit het Oude Testament rustten in de schoot van Abraham. Maar die uitleg bevestigt het gevoel van Sint Thomas en Sint Bonaventure in plaats van het tegen te spreken. Inderdaad, als de Patriarchen en de rechtvaardigen uit het Oude Testament, gezuiverd van al hun huidige zonden, in de onderste gedeelten der aarde verblijven tot op de dag van uitboeting op het kruis van de zonde die Adam aan ons ras overmaakte, schijnt het des te meer passend dat de zielen met huidige zonden die onvoldoende hersteld werden gestraft worden in de diepte der aarde: Inferiores partes terrae.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

13. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [13/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


14. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 39]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

De eerste verschijning

Peytieu verklaart dit zo: ‘Dit mooie onderwerp dat haar verraste geeft haar zoveel zachtheid en vreugde dat ze niets meer kon vergeten. Het nam zoveel van haar liefde in beslag dat de nacht een jaar duurde en de dag te kort was bij het zicht van die Dame’.

Onderstrepen we hier de twee uitdrukkingen: "een mooie jongedame" en "dit mooie onderwerp": de twee termen die Bernadette in Lourdes gebruikt om te beschrijven wat ze aanschouwt. Beide zullen ook de onzichtbare aantrekking hebben naar het visioen. Peytieu noteert inderdaad: "Ze kwam maar met haar kudde terug bij sterrenhemel en ze trok er terug heen in de morgen bij sterrenhemel ... tenzij haar baas het haar verbood. Die gunst duurde bijna 4 maanden zonder dat ze wist wie die mooie Dame was."

Gaillard voegt er een belangrijk element aan toe: "Ze is zo gecharmeerd door wat ze ziet dat ze meerdere maal midden in de nacht opstaat, er de kudde verzamelt en vertrekt in hemd en blootsvoets en recht naar de plek stapt waar ze de Dame ziet. Eens wakker en opmerkend dat ze in haar hemd staat keert ze verlegen terug met haar kudde die ze stalt en gaat dan slapen tot de zon opkomt. En dan vertrekt ze weer, ongeduldig om de Dame weer te zien. Ze doet niets liever dan in dit dal te vertoeven, zonder eten of drinken."

Bij deze herhaalde slaapwandelingen van Benoîte dient opgemerkt worden: ze beleefd zo intens haar herinneringen dat ze gedreven wordt door haar verlangen ondanks haar verdoofde geest.

Ze toont zich in staat half slapend de dieren van stal te halen, en gekende gebaren te coördineren, en het is maar de nachtelijke frisheid die haar doet ontwaken. Dit aspect van haar gevoelig temperament kan haar later nachtelijk gedrag beïnvloeden.

Vertaling: Broeder Jozef

15. Het sacrament van de Verzoening [deel 19]

9. De vruchten van het Sacrament


"De hele kracht van het boetesacrament bestaat daarin dat het ons opnieuw in de genade van God herstelt en ons met Hem in innigste vriendschap verbindt." Het doel erg de vrucht van dit sacrament bestaan dus in de verzoening met God. Zij die met een berouwvol hart en in een gelovige gezindheid het boetesacrament ontvangen, "verwerven gewoonlijk vrede en rust voor het geweten met intense geestelijke vertroosting." Het sacrament van de verzoening met God brengt een echte "geestelijke verrijzenis" met zich mee, een herstel van de waardigheid en van de goederen die behoren tot het leven van de kinderen Gods, waarvan het kostbaarste de vriendschap met God is [Lc. 15,32].

Dit sacrament verzoent ons met de kerk. De zonde beschadigt of verbreekt de broederlijke gemeenschap. Het boetesacrament herstelt of vernieuwt die. Dit betekent dat dit sacrament niet alleen de mens geneest die weer in de kerkelijke gemeenschap hersteld is, maar ook een stimulerende uitwerking heeft op het leven van de kerk die geleden heeft onder de zonde van één van haar leden. Doordat de zondaar weer hersteld of bevestigd is in de gemeenschap van de heiligen, wordt hij gesterkt door de uitwisseling van de geestelijke goederen tussen alle levende ledematen van het lichaam van Christus, hetzij ze nog op aarde pelgrimeren, hetzij ze al in het hemelse vaderland zijn:

Men moet hieraan toevoegen dat deze verzoening met God als het ware andere verzoeningen tot gevolg heeft, die weer andere breuken helen welke door de zonde waren veroorzaakt. De boeteling aan wie vergeving geschonken wordt, verzoent zich met zichzelf in het allerdiepste van zijn wezen waar hij zijn innerlijke waarheid terugwint. Hij wordt ook verzoend met zijn broeders en zusters, die op een of andere wijze door hem beledigd en gekwetst waren. Hij wordt verzoend met de kerk. Hij wordt verzoend met heel de schepping.

Door zich in dit sacrament toe te vertrouwen aan het barmhartig oordeel van God, loopt de zondaar in zekere zin vooruit op het oordeel waaraan hij op het einde van dit aardse leven onderworpen zal worden. Nu, in dit leven, wordt ons immers de keuze geboden tussen het leven en de dood, en slechts langs de weg van de bekering kunnen wij het Koninkrijk binnengaan, waar zware zonden ons van buitensluiten. Wanneer de zondaar zich door boete en geloof tot Christus bekeert, gaat hij over van de dood naar het leven "en is hij aan geen oordeel onderworpen" [Joh. 5,25].

Anne Van Der Sloten

16. Jezus' tijdgenoten [aflevering 257]

Joazar, zoon van Boethos

Joazar, zoon van Boethos was de laatste hogepriester [4 v. J.C.] die Herodes de Grote benoemde. Hij was de schoonbroer van de koning, broer van Mariamme II, en verving Matthias, zoon van Theofilus, die Herodes wegzond vanwege zijn deelname aan rellen veroorzaakt door het weghalen uit de Tempel van een gouden arend.

De loopbaan van Joazar was woelig. Na zijn beschuldiging om de opstand na Herodes dood te hebben gesteund werd hij afgezet in 4 v. J.C. door de etnarch Archelaüs, zoon van Herodes en die hem verving door zijn broer Eleazar, zoon van Boethos. Eleazar bleef maar kort want hij werd op zijn beurt vervangen door Jezus, zoon van Seus, waarover niets bekend is.

Ook om onbekende redenen riep Archelaüs Joazar terug en die maakte gebruik van zijn gezag als hogepriester om zijn landgenoten te overtuigen de volkstelling van Quirinus, gouverneur van Syrië, te aanvaarden na de afzetting van Archelaüs in 6 van ons tijdperk. Maar Joazar bleef niet lang in Quirinus gunst. Door het gepeupel beïnvloed nam hij een nationalistische houding aan.

In 6 na J.C. was Joazar niet meer nuttig en Quirinus benoemde in zijn plaats een nieuwe en machtige hogepriester, Annas zoon van Seth, hoofd van een andere belangrijke dynastie hogepriesters. Volgens het Evangelie van Johannes was het Annas die Jezus ondervroeg na zijn aanhouding en voor hij hem naar zijn schoonzoon Kajafas, hogepriester in functie, stuurde.

Vertaling: Broeder Joseph

17. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 83]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

Johannes’ verblijf in de woestijn

Ik zag de nog jeugdige Johannes tijdens zijn verblijf diep in de woestijn aller­hande boetebedingen verrichten: hij sliep op de harde rots onder de blote hemel, liep met geweld over ruwe stenen, door distels en doornen, geselde zich met doornen takken, arbeidde zich moe aan bomen en stenen en lag lang in gebed en beschouwing.

Dikwijls zag ik bij hem in de wildernis lichtende gestalten, en ik zag hem eens op de leeftijd van ongeveer 17 jaar heimelijk en ongemerkt het huis van zijn ouders bezoeken. Zacharias was al dood, maar Elisabeth leefde nog.

Na dit bezoek drong hij nog veel dieper de woestijn in dan hij tot nog toe ge­daan had. Hij trok in noordoostelijke richting en naderde het gewest waar ik in mijn visioenen de wonderbare profetenberg en de bovenaardse wateren zie. Hij kwam in het gewest, waar ik de H. Evangelist Johannes veel later eens onder hoge bomen zag liggen schrijven. Onder die hoge bomen stonden struiken met bessen, waar hij van at. Ik zag hem ook van een kruid eten: dit heeft ronde bladertjes gelijk de klaver, en een witte bloem. Bij ons thuis stonden dergelijke kruiden, doch kleiner. Ze groeiden onder de hagen. De bladertjes smaken zuurachtig en als kind at ik ze veel wanneer ik in de eenzaamheid het vee moest hoeden, daar ik al toen er ook Johannes van had zien eten.

Ik zag hem uit holten in bomen en uit het mos op de aarde bruine stukken halen en opeten. Het leek mij wilde honig te zijn die daar in overvloed voorhanden was [in Palestina en buurlanden zijn vele bijen, zowel wilde als tamme]. Ik zag hem ook als hij ouder geworden was. Hij had geen ander gewaad dan het vel dat hij van huis had medegebracht en dat nu om zijn lenden geslagen was. Later echter had hij zich zelf een bedekking gevlochten die bruin en harig was en van zijn schouderen afhing. Er liepen daar in de wildernis allerlei wollige dieren tam rondom hem, ook kamelen met lange haren aan de hals. Ze lieten er zich door Johannes zeer gedwee van beroven. Ik zag hem daarmee strengen draaien en een kleed vlechten, dat hij nog droeg toen hij weer onder de mensen verscheen en doopte. Ik zag hem in de woestijn zijn versterving en zelfkastijding steeds strenger voortzetten en zijn gebed langer en vuriger verrichten.

18. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 94: Rosa Umbriae [Roos uit Umbrië]

Clemens XIII [1758-1769]

Echte naam: Carlo della Torre Rezzonico [Venetië, 7 maart 1693 - Rome, 2 februari 1769]

Hij was afkomstig uit een sinds kort adellijke Venetiaanse familie. Hij genoot een Jezuïeten-opleiding in Bologna en werd in 1737 kardinaal. Daarvoor had hij al verscheidene belangrijke posities vervuld in de Curie. Hij was vanaf 1743 bisschop van Padua, waar hij een goed zielzorger bleek te zijn. In het conclaaf na de dood van Benedictus XIV werd hij op 6 juli 1758 tot paus gekozen nadat verschillende kandidaten door het vetorecht waren uitgesloten.

Hij bestreed de Verlichting in Frankrijk en het febronianisme in de Duitse landen door veroordelingen van de Encyclopédie [1759] en van Johann Nikolaus von Hontheim [1764]. In 1765 voerde hij het Hoogfeest van het Heilig Hart in.

Carlo's pausschap was berucht vanwege een buitensporig nepotisme.

Hij had veel te stellen met wereldlijke heersers in Frankrijk, Spanje, Portugal, het Hertogdom Parma en het Koninkrijk der Beide Siciliën, die in de Jezuïeten een bedreiging van hun eigen macht zagen. Het is meer dan eens voorgekomen dat alle Jezuïeten in een schip werden afgevoerd en aan wal gezet in de Italiaanse havenstad Civitavecchia, "als geschenk voor de paus."

Hij kwam laatstelijk in conflict hierover met de regering van Parma. Hij verklaarde zich bereid om een en ander te bespreken via een consistorie, maar stierf op de avond ervóór, hetgeen de geruchten aanwakkerde dat hij zou zijn vergiftigd. Dit is echter nooit bewezen.

Zijn grafmonument in de Sint-Pieter is van Antonio Canova.

Als kardinaal had hij als titelkerk de Santa Maria in Aracoeli, een kerk uit de zesde eeuw die 1250 door de Paus aan de Franciscanen werd overgedragen. De Orde der Franciscanen heten in de mystiek Rosa Umbriae, waarbij de roos eveneens verwijst naar Maria. Hun stichter Franciscus was afkomstig uit Assisi, dat in Umbrië is gelegen.

Chris De Bodt

19. Profetiën: Heilige Antonius van Egypte [Antonius-Abt] [251-356]

De mensen zullen zich overgeven aan de geest van de tijd. Ze zullen zeggen dat, indien ze in onze tijd hadden geleefd, het geloof eenvoudig en simpel was. Maar in hun dagen, zullen ze zeggen, zijn de dingen ingewikkelder: de kerk moet zich aanpassen aan hun tijd en betekenisvol zijn voor hun tijd. Als de kerk en de wereld aldus zullen één zijn, dan zijn die dagen nabij, omdat de goddelijke Meester een grens legt tussen de Hemelse en de wereldse dingen.

Vertaling
: Chris De Bodt

20. Natuurtips die niets kosten
: Matricaria recutita L. [echte kamille]


Matricaria recutita L. [echte kamille]

Nu reeds te vinden zijn de fantastische kamillebloemen met tal van toepassingen.

Aan te wenden bij: krampen en buikpijn [ook bij zuigelingen], pijn bij het doorkomen van de tanden, winden, diarree, uitslag, maagpijn, ontsteking maag- en darmslijmvlies, maagwandontsteking, zuurbranden, onregelmatig wegblijvende menstruatie, slapeloosheid, rusteloosheid, stress, prikkelbaarheid, irritatie en boosheid, spanningshoofdpijn, bijbalontsteking, wond- en kiespijn.

Uitwendig gebruik: Tandvleesontsteking, mondslijmvliesontsteking, aften, keelpijn, strottenhoofdontsteking, doorkomen van tanden [spoelen en gorgelen], anale ontstekingen, eczeem, luiereczeem, netelroos, jeuk, allergische uitslag, huidirritatie door stralingstherapie, slechthelende wonden, abcessen, insectenbeten, brandwonden, zonnebrand, doorligwonden, spataderzweer, droge, ruwe en schrale huid, kloven, tepelkloven.

De aangeraden dagelijkse dosis voor volwassenen bedraagt 2 à 8 g bloemhoofdjes, 3 maal per dag, voor kinderen 2 g 3 maal per dag.

Thee: [steeds te bereiden in afgedekte pot om etherische oliën te bewaren]
  • Bij braakneigingen: 1 koffielepel op een tas kokend water, 10 minuten overdekt laten trekken.
  • Bij inwendig gebruik en als lavement: 3g of een opgehoopte theelepel tot een kleine eetlepel gedroogde bloemen overgieten met 200 ml water, 10 minuten laten trekken, zeven, 3 à 4 koppen per dag tussen de maaltijden.
  • Als gorgel- en spoelmiddel, bij uitwendig gebruik dus, 30 tot 100g bloemen op 1L kokend water, 2 uur laten trekken, 2 à 3 maal daags spoelen of gorgelen.
  • Om te inhaleren bij keelontstekingachtige toestanden en bronchitis: 10g op 150 ml kokend water dampen inademen onder een doek.
Kruidenkussen [warm op pijnlijke lichaamsdelen leggen]: Een linnenzakje met kamillebloemen vullen en dichtnaaien, in een droge pan goed opwarmen en opleggen.

Kamilleolie [om bij vermoeidheid de ledematen mee in te wrijven]: Een flesje vullen met in volle zon geplukte kamillebloemen en met koudgeperste olijfolie volgieten tot boven de bloemen. De fles goed gesloten 14 dagen in de zon laten staan. Daarna in de koelkast bewaren.

Kamillezalf [bij uitslag, (tepel)kloven, wonden]: 250 g varkensvet smelten, twee handen vol kamillebloemen er bij doen: laten opbruisen, omroeren, afdekken en de hele nacht op een koele plaats laten staan. De volgende dag nog eens licht opwarmen, door een linnen doekje persen boven een trechter in een fles, in zuivere potjes gegoten en koel bewaard.

Voor oogpijn: kamille in melk laten koken en als warme omslag op de gesloten ogen leggen.

Waarschuwingen bij het gebruik van kamille:
  • Hoewel een heel interessant kruid voor kinderen, is het best echte kamille niet te langdurig te gebruiken. Langdurig dagelijks gebruik kan nl leiden tot het omgekeerde effect. Na drie of vier weken gebruik best een week onderbreken. [dit geldt voor iedereen]
  • De etherische olie niet aan zwangere vrouwen toedienen. Andere aanwendingen zijn in matige doses wel toegelaten [hoewel sommige bronnen echte kamille helemaal afraden bij zwangerschap]
  • Bij gebruik van orale contraceptiva: echte kamille alleen innemen op voorschrift van arts of therapeut daar het de werking daarvan kan afbreken.
Anne Van Der Sloten


27-05-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.27 mei 2011
27 mei 2011

1. Mirakels uit Medjugorje


2. Medjugorje: De IIPG
[International Internet Prayer Group] [Deel 21]

Ana Shawl

Ik wist gewoon dat er iets goeds zou komen uit dit alles, een "openbarstend geluk" [als dat het goede woord is]. Ik vloog de trappen af om Onze Lieve Moeder op mijn knieën te vragen of hij dè man was, want het gevoel was er gewoon bij mij. Een paar weken hierop werd mij een partnerschap aangeboden in een bedrijf dat juist aan het opstarten was. Ik diende wel te verhuizen en de kinderen moesten naar school in een ander gedeelte van de stad. Iedereen zou bij zo’n nieuws in de lucht springen van geluk, maar ik voelde mij ziek. Ik wist dat ik zowat "getrouwd" zou moeten zijn met het bedrijf en ik zou eveneens lange uren moeten nawerken. De kinderen zouden naar een dagopvangcentrum moeten en dat was iets dat ik absoluut niet wou. Het grootste gedeelte van mijn familie en vrienden oefende de nodige druk uit om deze plaats aan te nemen. Maar ik voelde dat er iets zo bijzonders aan hem was en als ik het partnerschap in het bedrijf zou aanvaarden, kon ik alle hoop dat het iets zou worden tussen ons wel vergeten.

Steve schreef mij terug en in zijn brief vertelde hij me dat hij het gevoel had dat er iets bijzonders was tussen ons. Hij wou mij niet afschrikken, maar hij dacht dat we misschien samen een toekomst zouden kunnen opbouwen. Toen vertelde hij me iets dat ik nooit zal vergeten. Hij vertelde mij dat hij novenen bad en de Rozenkrans van de Goddelijke Barmhartigheid om een vrouw te mogen vinden waarmee hij de rest van zijn leven zou kunnen delen. Hij vertelde me ook dat hij aan de Heilige Moeder twee tekens had gevraagd zodat hij wist dat hij dè vrouw had gevonden en dat hij zeker was dat deze verhouding van God zou komen. Hij vertelde mij dat ik zijn twee tekens had vervuld en dat hij nu wist dat ik diegene was met wie hij zou huwen!!! Steve vertelde me ook dat hij, elke keer wanneer hij voor iets bijzonders bad, steeds voelde dat er drie bijzondere mensen in zijn leven zouden komen.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

3. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 127]

Schrift 1

269. Eens toen ik een noveen tot de Heilige Geest gedaan had voor mijn biechtvader [32], antwoordde Jezus mij: "Ik heb hem u leren kennen voordat uw oversten u naar hier zonden; Ik zal met u handelen zoals gij met uw biechtvader handelt. Als ge hem iets verbergt, al is het de kleinste genade, zal Ik me ook voor u verbergen en zult ge alleen blijven." Ik schikte mij dus naar het verlangen van God en een diepe vrede heerste in mijn ziel. Ik begrijp nu hoe God de biechtvaders verdedigt en hoe Hij achter hen staat.

270. Raad van eerwaarde heer Sopocko.

"Zonder nederigheid kunnen we aan God niet welgevallig zijn. Oefen u in de derde graad van nederigheid [33], namelijk wanneer men ons iets verwijt, niet alleen niets uitleggen noch u verrechtvaardigen, maar u ook verheugen in die vernedering.

Indien de dingen waarover gij mij spreekt werkelijk van God komen, bereidt u dan voor op groot lijden. Ge zult afkeuring en vervolging ontmoeten. Ge zult voor een hysterische doorgaan, een excentrieke, maar God zal niet karig zijn met Zijn genaden. De ware werken van God stoten altijd op moeilijkheden en zijn getekend met het zegel van het lijden. Wanneer God iets tot een goed einde wil brengen, zal Hij er, vroeg of laat, in slagen ondanks moeilijkheden, en gij, ondertussen, bewapen u met een groot geduld."

271. Toen E.H. Sopocko naar het Heilig Land vertrok, hoorde Pater Dabrowski S.J. [34] de biecht in de Congregatie. Tijdens één van de biechten vroeg hij of ik mij bewust was van het verheven leven van mijn ziel, dat een zeer hoog niveau bereikt. Ik bevestigde dat ik er mij van bewust was en dat ik wist wat er in mijn binnenste omging. Waarop de Pater antwoordde: "Het is niet toegestaan, mijn zuster, dit in uw ziel te vernietigen noch er iets aan te veranderen. Het geluk van een hoog innerlijk leven is niet zichtbaar in elke ziel, bij u, mijn zuster, is het dat wel zo, omdat het zeer verheven is. Wees voorzichtig zo een grote genade niet te verspillen, een grote... [35]

[32] Zie Db 53 en 67.
[33] De meesters van het geestelijk leven delen de deugd van nederigheid in meerdere graden. De Congregatie van de M.G.D.B. volgde de spiritualiteit van de heilige Ignatius die in de nederigheid drie graden onderscheidt.
[34] P. Casimier Dabrowski S.J. (1890-1976), was predikant en biechtvader.
[35] Z.F. onderbreekt hier haar gedachten.


Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

4. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 11]

De drie herderskinderen en hun families

Laat ons nu terugkeren naar de familie, waar ik jullie over vertelde. Aanvankelijk groeien, in het leven van een herder, de kinderen op en ontwikkelen ze de zuivere lucht van de velden en ruiken de geuren op van de gewone bloemen op de velden, de heide, de rozemarijn en de doornstruik die groeien in het heester, de lavendel en de pijnbomen., de eycalyptussen, die de heuveltoppen kronen, de steeneiken, de eiken en de olijfbomen, die de hellingen oplopen en de enorme kastanjelaars en fruitbomen die in de velden en boomgaarden groeien.

In deze oase wordt de stilte enkel doorbroken door het vrolijke tsjilpen van de vogels, die rond de toppen van de bomen vliegen. Er is ook het zachte kirren van de tortelduif en het zingen van de hop die zijn nest bewaakt, het klokkend geluid van de patrijs tussen de rotsen midden de korenvelden, en het duiken van de zwaluwen, en de koekoek die overkomt tijdens de zomermaanden, om het gezwinde rennen van de vossen en de hazen niet te vergeten, als er iemand de ondergroei betreedt, en de dappere konijnen die zich verbergen tussen de hagen.

Met de vroege, frisse ochtendbries, leven de kinderen gelukkig tussen het gekraak van de zware karren die dienen om de oogst naar huis te brengen, de muziek van de veldwerkers met hun harmonica’s en gitaren, het zingen van de jonge mannen en vrouwen die in groep terugkeren na het verzamelen van olijven en druiven en het geluid van de kippen in de stallingen van de nabijgelegen dorpen en de kerkklokken die het Angelus spelen.

Vertaling: Chris De Bodt

5. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [12/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


6. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 38]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

De eerste verschijning

Had deze verschijning de duidelijkheid van degene Bernadette twee eeuwen later bij Massabielle zag?

Het schijnt van niet, want Peytieu schrijft in 1672: "Ze ziet ze steeds op dezelfde manier: uit haar gezicht en haar kleren straalt zoveel licht dat ze nooit haar trekken kon ontwaren."

Maar dat licht verblindt nooit in het Ovendal, want Benoîte kan alle verplaatsingen van de Dame zien.

En later zal Peytieu verduidelijken: ‘Ze kreeg dit bezoek, met of zonder veel volk, en geraakt in extase. Het gevolg van deze extase is dat ze niet meer weet wat ze deed op de plaats waar ze was, hoe laat het was, maar de extase duurde niet lang’. Hier alludeert onze kapelaan op de extases die hij zelf kon meemaken in Laus. Waarschijnlijk hadden de eerste visioenen van Benoîte niet dit extatisch effect, want haar vragen aan de Dame tonen dat ze ongedwongen is en verrukt naar de schoonheid van de verschijning kijkt. De lichtende straling zal maar onderstreept worden in onze documenten vanaf Pindrau, eens de identiteit van de Dame achterhaald.

Tot daar, het zij gedurende vier maanden, schijnt de manier van verschijnen een discrete voorbereiding van de herderin op de latere gebeurtenissen, een soort temmen van het onschuldige herderinnetje bij die betoverende aanwezigheid. Nooit zal Benoîte een beschrijving geven van de verschenen Dame, noch van haar kledij: ze drukt alleen maar uit wat ze ziet met een onschuldige eenvoud, zonder omwegen. Eens zal ze Peytieu zeggen:  "dat er wel een verschil was tussen een Engel of de Moeder Gods zien, en dat deze laatste veel meer troost voor de ziel betekende." Het is dus een spirituele en moeilijk door te geven ervaring die de herderin uit van bij het begin van de visioenen.

Vertaling: Broeder Jozef

7. Het sacrament van de Verzoening [deel 18]

8. De bedienaar van dit Sacrament


Aangezien Christus het dienstwerk van de verzoening aan zijn apostelen heeft toevertrouwd, zetten hun opvolgers, de bisschoppen en de presbyters als medewerkers van de bisschoppen, de uitoefening van dit dienstwerk voort. Het zijn in feite de bisschoppen en de presbyters die krachtens het wijdingssacrament de macht hebben alle zonden te vergeven "in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest."

De vergeving van de zonden bewerkt verzoening met God, maar ook met de kerk. De bisschop, zichtbaar hoofd van de particuliere kerk, wordt van oudsher dan ook terecht beschouwd als de persoon aan wie in eerste instantie de macht en het dienstwerk van de verzoening toekomen: hij regelt de bediening van het boetesacrament. De presbyters, zijn medewerkers, oefenen dit dienstwerk uit in de mate dat zij volgens het kerkelijk recht deze taak hetzij van hun bisschop [of religieus overste], hetzij van de paus ontvangen hebben.

Bepaalde bijzonder zware zonden gaan gepaard met excommunicatie, de strengste kerkelijke straf, die het ontvangen van de sacramenten en de uitoefening van bepaalde kerkelijke handelingen belet. Bijgevolg kunnen hiervan volgens het kerkelijk recht enkel de paus, de plaatselijke bisschop of door hen gevolmachtigde priesters ontslaan. In stervensgevaar kan iedere priester, zelfs al heeft hij geen bevoegdheid om biecht te horen, van elke zonde en excommunicatie ontslaan.

Priesters moeten de gelovigen ertoe aansporen tot het boetesacrament te naderen en moeten zich bereid tonen dit sacrament te vieren, telkens wanneer de christenen er redelijkerwijze om vragen.

Bij het vieren van het boetesacrament vervult de priester het dienstwerk van de goede herder die op zoek gaat naar het verloren schaap, ook dat van de barmhartige Samaritaan die de wonden verbindt, dat van de vader die uitkijkt naar de verloren zoon en hem bij zijn terugkeer ontvangt, het dienstwerk van de rechtvaardige rechter die zonder aanzien des persoons oordeelt en wiens oordeel tegelijk rechtvaardig en barmhartig is. Kortom, de priester is het teken en het instrument van Gods barmhartige liefde voor de zondaar.

De biechtvader is geen meester maar dienaar van Gods vergeving. De bedienaar van dit sacrament moet zich verenigen met de bedoeling en de liefde van Christus. Hij moet beschikken over een beproefde kennis van de christelijke levenswijze, over ervaring in menselijke aangelegenheden, over eerbied en fijngevoeligheid voor wie gevallen is; hij moet de waarheid liefhebben, trouw zijn aan het kerkelijk leergezag en de boeteling geduldig leiden naar genezing en volwassenheid. Hij moet voor hem bidden en boete doen, terwijl hij hem toevertrouwt aan de barmhartigheid van de Heer.

Gezien het delicate karakter en de verhevenheid van dit dienstwerk en de eerbied die men aan personen verschuldigd is, verklaart de kerk dat elke priester die biecht hoort, onder zeer strenge straffen verplicht is tot absolute geheimhouding van de zonden die zijn boetelingen hem beleden hebben. Hij mag ook geen gebruik maken van wat hij door de biecht over het leven van de boetelingen te weten is gekomen. Deze geheimhouding, die geen uitzonderingen duldt, wordt het 'biechtgeheim of sacramentele zegel' genoemd, want wat de boeteling aan de priester kenbaar heeft gemaakt, blijft door het sacrament 'verzegeld'.

Anne Van Der Sloten

8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 256]

Jezus, zoon van Phiabi

Het uitmunten van het Huis van Phiabi wordt aangetoond door het feit dat niet minder dan drie van haar leden het ambt van hogepriester hebben bekleed. De eerste, hier besproken, werd benoemd door Herodes de Grote. De tweede was Ismaël, de zoon van de eerdergenoemde, die zijn ambt uitoefende tijdens de dagen van de vroege Romeinse gouverneurs. De derde was de kleinzoon van deze laatste, ook Ismaël genaamd, die aangeduid werd door Agrippa II. Zoals reeds eerder vermeld moest Jezus ben Phiabi de plaats ruimen voor Simeon ben Boethos, Herodes' schoonvader.

Het huis van de Phiabi’s was de eerste van de oligarchische families van het hoge priesterschap en in dit opzicht de voorloper van de huizen Boethos en Hanan. Het is niet geweten waarom Herodes Jezus ben Phiabi zo hoog inschatte om hem te benoemen tot hogepriester. Zoals de naam Phiabi laat vermoeden, is het meer dan waarschijnlijk dat hij afkomstig was uit Egypte.

Over de twee andere hogepriesters uit de familie, die door Flavius Josephus worden aangehaald, is er weinig informatie bewaard gebleven. Van Ismaël ben Phiabi I is het geweten dat hij als hogepriester werd aangeduid door Valerius Gratus en dat hij na een korte periode werd vervangen door Eleazar ben Ananus. Over Ismaël ben Phiabi II is er meer gekend. Hij werd aangeduid door Agrippa II en leidde een delegatie Joden uit Jeruzalem toen bleek dat de koning de heiligheid van de tempel had geschonden. De delegatie bereikte haar doel, maar Nero verhinderde dat Ismaël II nog zou terugkeren naar Jeruzalem en dit om Agrippa’s waardigheid te bewaren. Het is meer dan waarschijnlijk dat Ismael ben Phiabi II de kleinzoon was van Ismaël ben Phiabi I. Dit past in de chronologie.

Vertaling: Broeder Joseph

9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 82]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Onderhoud van Jezus met de zwijgzame Maria

Ik zag nu in mijn visioen hoe Suzanna's moeder met Kleofas, een oudere broer van Jozef, kennis maakte op een dansfeest en hoe Suzanna de vrucht van hun ongelukkige vere­niging was. Jozefs broer was toen rijk en leidde een werelds, lichtzinnig leven. Ik meen dat hij reeds in het huwelijk getreden was, maar zulke dingen worden beter niet voortverteld. Zijn geval is tamelijk geheim gebleven.

Suzanna werd in de tempel opgevoed en daarna uitgehuwelijkt aan een man met name Mattias, een verwant van de apostel Mattias en een openbaar functionaris. Suzanna bezat een groot huis aan de Westkant van een berg, niet ver van het grote huis van Lazarus. In andere taferelen uit haar leven zag ik ook het feest dat de aanleiding is geweest tot de val van haar moeder.

Behalve de dans van Herodias was dit de eerste dans [die ik bij de Joden gezien heb], in zover ik het mij herinner. Het was op het naamfeest van een voornaam man. Ik zag een grote zaal en aan beide einden voorname lieden op verhogen zitten. In het mid­den van de zaal dansten ongeveer twintig vrouwen en evenveel mannen, die tegenover elkander stonden. De bodem waarop zij dansten, was hol en met tapijten belegd. Er dansten steeds twee mannen en twee vrouwen, elkander kruisend. Boven de dansers hingen aan het plafond zeer vele lampen en wel in dezelfde rangschikking als de richtingen welke de dansers volgden. De dansende vrouwen waren eerbaar gekleed en hadden lange slepen, maar de klederen waren toch zó dat men de lijn van het lichaam te zeer bemerkte. De dans was niet huppelend en snel. Ook raakten ze elkander niet aan. Het was een bevallig wandelen heen en weer en voorbij elkander en men maakte daarbij allerhande expressieve gebaren en bewegingen. Er was veel gelegenheid om elkander te bezien en slechte gedachten te krijgen.

De muzikanten stonden ter zijde van de dansers, eveneens op verhogen, aan iedere zijde drie mannen met tussen hen knapen met fluiten. Ik herinner mij twee instrumenten: een grote, driehoekige kas, op de zijden met snaren bespannen, en ook een wonderbaar blaasinstrument, bestaande uit een dikke holle buis waarin geblazen werd en waaraan meerdere hoornen van verschil­lende grootte aangezet waren. Deze kon men, volgens de omstandigheden, opsteken of af­doen. Ze stonden onder elkander en waren om de hoofdbuis gekromd. Het instrument werd bij het aanbrengen of wegdragen uit elkaar gelegd.

's Morgens keerden de vrienden uit Jeruzalem, ook Suzanna, Maria Markus en Veronika naar de stad terug. Maria en de gebleven heilige vrouwen arbeidden tezamen. Ma­ria was nog zeer bedroefd over de woorden van Jezus tot haar. Zij vertelde vele be­wijzen van de wonderbare wijsheid en deugd uit de kinder- en jeugdjaren van haar Zoon. Zij legden te Betanië ook ziekenbezoeken af en bezorgden aan de noodlijdenden allerlei troost en verkwikking. Zij zullen samen naar Jeruzalem gaan.

10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 93: Animal Rurale [Dier uit het Veld]

Benedictus XIV [1740-1758]

Echte naam: Prospero Lorenzo Lambertini [Bologna, 31 maart 1675 - Rome, 3 mei 1758]

De opkomst van een stedelijke bestuurselite die naast de oudere feodale adel bestond noopte de Paus tot het invoeren van regelgeving voor de Romeinse adel. De bul "Urbem Romanam" die op 12 januari 1746 werd afgekondigd gaf Rome voor het eerst een streng adelstatuut. De bul is nog steeds geldig.

Hij was de eerste paus die het huwelijk tussen protestanten en katholieken erkende: de bul "Benedictina [declaratio]" van 4 november 1741 verklaarde de gemengde huwelijken die in de Lage Landen zonder de tridentijnse vorm gesloten waren, geldig. Deze bul is tot 1907 de grondslag geweest van het kerkelijk huwelijksrecht in confessioneel gemengde streken. Bijna iedereen ervoer hem als sympathiek, waaronder ook niet-katholieken en aanhangers van de Verlichting [Voltaire droeg zijn toneelstuk Mohammed aan hem op]. Charles Montesquieu kreeg van hem dispensatie voor de vasten.

De heiligverklaringsprocessen geschieden nog steeds volgens de strenge regels die door hem zijn opgesteld. Hij hervormde ook de heiligenkalender en beperkte daarbij het aantal heiligenfeesten.

Benedictus XIV was gedurende zijn hele leven actief als geleerde en richtte verschillende academies en leerstoelen op. Hij liet Giuseppe Simone Assemani de eerste catalogus van de handschriften van de Vaticaanse Bibliotheek opstellen [1743 en 1757] en lag daarmee aan de basis van deze instelling. Zijn grafmonument in de Sint-Pieter is van Pietro Bracci [1758].

Malachias’ profetie duidt op het familiewapen van de Lambertini’s, waarop een leeuw staat afgebeeld.

Chris De Bodt

11. De Berkenboomprofetieën [deel 20]

Broeder Anthony van Aix-la-Chapelle

Dan werd er een nieuwe keizer van ongeveer veertig jaar verkozen en hij ontmoette de Paus.

Ondertussen brak er in de regio die verwoest was door de oorlog een epidemie uit. Vele mensen stierven. Na de oorlog in Westfalen keerden de Fransen terug naar hun eigen land en vanaf toen was er vrede tussen de Fransen en de Duitsers. Industrie en zaken kenden een opbloei en vele kloosters werden gesticht. Alle gevangenen keerden terug naar huis.

Toen ik God smeekte dit vreselijke visioen weg te nemen hoorde ik een stem zeggen: "Duitsland moet vernederd worden op zo’n manier dat het nooit meer schade kan toebrengen aan de Kerk."

In het volgend jaar zullen de Russen oorlog voeren met de Turken en het laatste uit Europa halen en Constantinopel een afstraffing geven.

De nieuwe Duitse keizer zal zich klaar maken voor een nieuwe oorlog, maar de Duitsers zullen niet voorbij hun grenzen komen.

Toen mij later Frankrijk en Duitsland getoond werd, huiverde ik door de ontvolking die plaats had gehad.

Kort na de Russisch-Turkse oorlog zal ook Engeland bezocht worden door de oorlog.

Vertaling: Anne Van Der Sloten


26-05-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.26 mei 2011
26 mei 2011

1. Medjugorje: De IIPG
[International Internet Prayer Group] [Deel 20]

Ana Shawl

Hoe dan ook had ik een van de katholieke mailing lijsten gevraagd of er iemand was die me kon vertellen of er een website bestond over Medjugorje. Een man uit Kroatië schreef mij en vertelde mij over een site. Ik dacht: "misschien heeft hij hier verstand van," en zo probeerde ik het op deze wijze. Ik kwam op de website terecht met de naam "Verschijningen van de Maagd Maria te Medjugorje." Ik was er zo van onder de indruk en deze persoon had daar allemaal zoveel informatie over, dat ik me eveneens afvroeg waar hij allemaal die informatie vandaan haalde, omdat ik in andere boeken veel dingen had gelezen over Medjugorje die onjuist waren, of gewoon boeken die elkaar tegenspraken, of gewoon verkeerde informatie en zo wou ik er zeker van zijn dat deze man zijn informatie uit de juiste bronnen haalde.

Ik zag onderaan de website zijn naam, Steve Shawl, staan. Mijn eerste gedachte ging nu uit om hem een brief te schrijven om hem te vragen waar hij al deze informatie vandaan haalt. Ik vertelde hem ook dat ik heel erg interessant vond en dat ik gelukkig was dat hij er zoveel werk aan besteedde. Hij schreef mij, denk ik, de volgende dag reeds een lange brief terug, waarin hij mij elke bron vertelde, waar hij zijn informatie vandaan haalde.

Ik legde hem uit dat ik zojuist Mirjana en haar echtgenoot, Marko, gaan ophalen was aan de luchthaven om hen naar hun Hotel te brengen waar ze tijdens het weekend zouden verblijven. Zij kwam spreken. Ik maakte er een klein artikel rond met wat alles wat ik ondertussen over hen had geleerd en vertelde aan Steve dat ik hem alles zou opzenden, zodat hij het kon doornemen. Hij wou weten of hij het op zijn website mocht zetten, waar ik uiteraard heel erg tevreden mee was. We begonnen elkaar meer en meer te mailen en ik dacht dat het bij de derde keer was, dat ik zo met hem praatte over het internet, dat ik wist dat ik te doen had met een heel bijzonder iemand. Met hem praten verliep volledig anders dan met eender wie op het internet, of zelfs in een persoonlijk gesprek.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

2. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 127]

Schrift 1

261. + Vandaag ben ik in Wilno. De kleine verspreide huisjes vormen samen het klooster. Dat lijkt vreemd vergeleken met de grote gebouwen van Jozefow. Er zijn maar achttien zusters. Het huis is klein, maar het gemeenschapsleven is bewonderenswaardig. Alle zusters ontvingen mij zeer hartelijk. Dit was voor mij een grote bemoediging om de moeilijkheden die me te wachten stonden te doorstaan. Zuster Justyna had zelfs voor mijn aankomst de vloer gekuist.

262. Toen ik naar de zegen ging, verlichtte Jezus mij hoe ik mij tegenover bepaalde personen moest gedragen. Ik heb mij met al mijn krachten tegen het allerzoetste Hart van Jezus aangedrukt, toen ik zag hoezeer ik hier uitwendig ging blootgesteld zijn aan verstrooiing wegens de taak die ik hier in de tuin ga hebben, die me zal verplichten contact te hebben met leken.

263. + De week van de biecht kwam en, tot mijn grote vreugde, zag ik de priester die ik al kende vóór ik naar Wilno kwam. Ik kende hem door hem in een visioen gezien te hebben. Ik hoorde toen in mijn ziel deze woorden: "Ziedaar mijn trouwe dienaar, hij zal u helpen Mijn wil op aarde te volbrengen." Maar ik gaf mij aan hem niet te kennen zoals de Heer het van mij verlangde. Gedurende enige tijd weerstond ik aan de genade. Bij elke biecht doordrong de goddelijke genade mij buitengewoon, nochtans ontvouwde ik mijn ziel niet aan deze priester en ik nam mij voor bij hem niet meer te biechten.

Van toen ik deze beslissing nam, was mijn ziel ten prooi aan vreselijke onrust. God berispte mij zeer krachtig. Toen ik heel mijn ziel aan deze priester ontvouwd had, stortte Jezus in mijn ziel een oceaan van genaden. Nu begrijp ik wat trouw is aan een bijzondere genade, ze trekt een hele reeks andere genaden aan.

264. + O mijn Jezus, houd mij dicht bij U, zie hoe ik, alleen, zwak ben; alleen kan ik geen stap vooruitzetten. Gij moet dus, Jezus, voortdurend bij mij zijn, zoals een moeder bij een zwak kind, en meer nog.

265. De dagen van werk, strijd en lijden zijn begonnen. Het kloosterleven gaat zijn gang. Men is altijd novice, men moet veel leren, want al is het dezelfde regel, elk huis heeft zijn eigen gewoonten, elke verandering is dus een klein noviciaat.

266. 5.8.1933. Feest van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid [30].

Vandaag heb ik, louter innerlijk, een grote en onvoorstelbare genade ontvangen, waarvoor ik God in dit leven en voor de eeuwigheid dankbaar ben.

267. Jezus zei me dat ik Hem het meest welgevallig ben als ik zijn smartelijk Lijden overweeg en dat deze overweging talrijke verlichtingen over mijn ziel zal doen neerdalen. Wie de ware nederigheid wil leren, overwege de Passie van Jezus. Als ik de Passie van Jezus overweeg, heb ik een klaar inzicht in veel zaken die ik tevoren niet kon begrijpen. Ik wil gelijken op U, Jezus, op U de gekruisigde, gemartelde, vernederde. Jezus, prent Uw nederigheid in mijn ziel en in mijn hart. Ik bemin u uitzinnig, Jezus, U, de vernietigde, die de Profeet [31] beschrijft, als kon hij in U Uw menselijke gestalte niet meer herkennen, zo groot waren Uw pijnen. Het is in die toestand dat ik U, Jezus, uitzinnig bemin. Eeuwige en oneindige God, wat heeft de liefde van U gemaakt...?

268. 11.10.1933. Donderdag. Ik trachtte het heilig uur te houden, maar ik begon met veel moeite. Een zeker heimwee begon mijn hart te verscheuren. Mijn geest versomberde zodanig dat ik de eenvoudige gebedsformules niet kon begrijpen. Zo verliep een uur van gebed, of eerder van strijd. Ik besloot een tweede uur te bidden, maar het innerlijke lijden vergrootte:  grote dorheid en ontmoediging. Ik besloot een derde uur te bidden. Tijdens dit uur dat ik zonder steunpunt op de knieën wou bidden, begon mijn lichaam wat rust op te eisen. Maar ik heb het niets toegegeven. Ik heb de armen uitgestrekt en, zonder een woord, volhardde ik door een wilsdaad. Na enige tijd nam ik de ring van mijn vinger en vroeg aan Jezus naar het teken van onze eeuwige vereniging te zien en ik offerde Hem al de gevoelens van de dag van mijn eeuwige geloften. Na een tijdje voelde ik dat een liefdegolf mijn hart begon in te palmen; de geest werd plots ingetogen, de zintuigen werden stil, de aanwezigheid van God doordrong mijn ziel. Ik weet niets dan dit: er is alleen Jezus en ik. Ik zie Hem zoals ik Hem onmiddellijk na mijn eeuwige geloften, tijdens het heilig uur, gezien heb. Jezus bevond zich plots vóór mij, van zijn klederen ontbloot, het lichaam geheel bedekt met wonden, de ogen verdronken in bloed en tranen, het aangezicht vervormd en met speeksel bevlekt. Toen zei de Heer mij: "De bruid moet gelijkvormig worden aan haar Bruidegom." Ik heb deze woorden grondig begrepen. Hier is geen schijn van twijfel. Mijn gelijkheid met Jezus passeert door lijden en moeilijkheden: "Zie, mijn dochter, wat de liefde voor de mensen van Mij gemaakt heeft. In uw hart vind Ik alles wat een groot aantal zielen Mij weigert. Uw hart is Mijn rust; dikwijls behoud Ik grote genaden tot het einde van het gebed."

[30] Het patroonfeest van de Congregatie van de M.G.D.B. wordt op 5 augustus gevierd.
[31] Jes. 53,2-9.


Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

3. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 10]

De drie herderskinderen en hun families

Het is een werkstraf. We zullen allen moeten werken, met het zweet op ons voorhoofd, om ons brood te kunnen eten. Het is een plicht waar niemand omheen kan, want de wet van het werk heeft betrekking op iedereen: de rijken en de armen, de wijzen en de gekken, de meerderen en de ondergeschikten.

Maar werken we eigenlijk wel met de geest van de boete? Of in andere woorden, tot herstel van onze zonden? In een geest van herstel en liefdadigheid voor onze naaste? Zo ja, dan verlenen we de volle kracht aan het eerste en het grootste gebod: "U zult de Heer, uw God liefhebben met geheel uw hart en met het geheel uw ziel, met geheel uw geest en uw zult uw naaste liefhebben zoals uzelf." [Mat. 22: 37-39]

De engel Raphaël zei tot Tobit: "Toen jij, Tobit, bad, en toen Sara bad, was ik het die jullie gebeden voor de troon van de Heer bracht. Toen je de doden begroef deed ik dat eveneens." [Tobit 12: 12] Zal ons werk dan bekleed zijn met liefdadigheid, en aldus waardig om aan de Heer op te offeren, zoals het gebed?

Beste pelgrims, als we door het werk dat we doen en door het leven dat we leiden, heilzame boete kunnen offeren aan God, en als we hierdoor de Hemel en de Redding kunnen winnen, waarom zouden we dan willen verloren gaan?

Vertaling: Chris De Bodt

4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 127]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 1

Een van hun grootste pijnen is te weten dat het doorstane lijden totaal onnuttig is. Voor hen is de nacht ingetreden die niet meer toelaat te werken of te verkrijgen: venit nox quando nemo potest operari [Jo 9,4].

De tijd dat de mens zelf voor zijn zonden kan boeten, verdienste opdoen en zijn hemelse kroon uitbreiden is met de dood voorbij. Op het moment van zijn intrede in het andere leven ondergaat elke mens de uitspraak van zijn eeuwig vonnis. Zijn lot is onherroepelijk vastgelegd en het is hem niet meer mogelijk goede of slechte daden te plegen waarvoor hij terecht zou staan bij God. Maar, indien de zielen in het Vagevuur niet heiliger kunnen worden en door hun onderwerping en hun geduld nieuwe verdienste opslaan, weten ze anderzijds dat ze niet meer verkeerd kunnen handelen en het is hun zachte vreugde te lijden aan een kosteloze en onbaatzuchtige liefde.

Waarschijnlijk is die toestand van bijzonder samengaan van geluk te midden van de vreselijkste kwelling iets dat onze grove geest niet kan vatten, maar ondervraag de martelaars: Teresia, Lucia en de hemelse verliefden zullen op het kruis zeggen dat het meestal in verdriet en lijden en de grootste verslagenheid van geest is dat degene die alleen in God wil leven een soort voorsmaak van het Paradijs ervaart en in zijn hart de zachtste en de meest bedwelmende vreugde beleeft.

De zielen in het Vagevuur beminnen God, en zijn ook geliefd door de hemelse en aardse Kerken die met hen voortdurende banden onderhouden en communiceren. De katholieke Kerk doet beroep op de naastenliefde van haar kinderen en door hun bemiddeling schenkt ze hen dag en nacht hun gebed en hun hulp. De liefde van de goede engelen delen hen op elk ogenblik de hemelse druppels die de goede Jezus uit zijn Hart laat vloeien. Ze beminnen en troosten elkaar in niet te verwoorden gesprekken.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

5. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [11/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


6. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 37]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

De eerste verschijning

Dit feit wordt in detail weergegeven door het toegevoegde verhaal van eremijt Aubin op een schrift van Peytieu. Dit is de tekst: "de dag daarna [van de klim naar Saint-Maurice], gaat Benoîte naar het dal waarin haar wens vervuld werd." Het is aan de voet van het bos van Saint-Etienne waar aan de linkerkant een kleine inham ligt, dat ze de rozenkrans bidt bij het hoeden. Opeens ziet ze een mooie Dame op de rots met een bijzonder mooi kindje aan de hand. "Mooie Dame! zegt ze haar, wat doe je daarboven? Kom je plaaster kopen?... [daarna?] Wil je het vieruurtje met me delen: ik heb wat lekker brood, we kunnen het in de fontein weken!" De Dame glimlacht om haar eenvoud en zegt niets. "Mooie Dame! Zou je ons dat kind geven, het zou ons zo verheugen." De Dame glimlachte weer en zweeg nogmaals.

Het verhaal van Grimaud vervolledigt: ‘Na een tijdje bij haar gebleven te zijn, nam de Heilige Maagd de kleine Jezus op haar schoot en verdween in de rotsinham waaruit de herderin ze meermaals zag komen en weer binnengaan."

Grimaud is meer bevestigend dan Aubin: hij schrijft "de Maagd" en "de kleine Jezus," daar waar Aubin zegt: "de Dame en een klein kind." Peytieu zal in 1672 schrijven: "Ze heeft haar gezien met een Engel aan haar zijde, vier maanden lang." De ware identiteit van het kind is dus nooit door Benoîte uitgeklaard maar het lijkt wel een zeer jong kind. De Dame stelt zich aan de herderin voor als een "jongedame," volgens Grimaud de eerste onderzoeker die eraan toevoegt: "die haar van tijd tot tijd benaderde en haar dan weer terugtrok, zonder ze bang te maken."

Vertaling: Broeder Jozef

7. Het sacrament van de Verzoening [deel 17]

De voldoening

Vele zonden berokkenen aan de naaste schade. Men moet al het mogelijke doen om deze schade te herstellen [bijvoorbeeld door gestolen goed terug te geven, de goede naam te herstellen van iemand die het slachtoffer is van laster, verwondingen goed te maken].

[Dit is iets wat heel dikwijls uit het oog verloren wordt en wat de vergeving van degene die kwaad werd gedaan sterk bemoeilijkt! Men denkt dat het kwaad is hersteld door te gaan biechten, dit is echter niet waar. Denk maar aan het onrecht dat je zelf ondervindt en waar nooit nog met een woord over gerept wordt. Dit zijn dingen die je niet zomaar kan vergeven. Als de persoon in kwestie om vergeving vraagt en het probeert goed te maken, is dit al heel anders.][toevoeging van de opsteller]

De rechtvaardigheid alleen al vereist dit. Maar de zonde kwetst en verzwakt bovendien de zondaar zelf, evenals zijn relatie tot God en de naaste. De absolutie neemt de zonde weg, maar maakt de wanorde die door de zonde veroorzaakt werd niet geheel ongedaan. Uit de zonde opgestaan moet de zondaar nog de volledige geestelijke gezondheid herwinnen. Hij moet dus nog iets meer doen om zijn zonden goed te maken: hij moet op geëigende wijze 'voldoening schenken' of zijn zonden 'uitboeten'. Deze voldoening wordt ook 'penitentie' genoemd.

De voldoening [penitentie] die de biechtvader oplegt, moet rekening houden met de persoonlijke situatie van de boeteling en gericht zijn op diens geestelijk welzijn. Zij moet zo goed mogelijk in verhouding staan tot de zwaarte en de aard van de bedreven zonden. Ze kan bestaan uit gebed, een gift, werken van barmhartigheid, diensten aan de naaste, vrijwillige verstervingen, offers en vooral uit het geduldig aanvaarden van het kruis dat ons te dragen wordt gegeven. Dergelijke boetedoeningen helpen ons gelijkvormig te worden aan Christus, die als enige eens voor altijd onze zonden heeft uitgeboet. Boetedoeningen staan ons toe mede-erfgenamen van de verrezen Christus te worden, "daar wij delen in zijn lijden." [Rom. 8,17]

Maar de voldoening die wij voor onze zonden brengen, wordt slechts door Christus Jezus bewerkt, want uit onszelf kunnen wij niets. Maar met de hulp "van Hem die ons kracht geeft, vermogen wij alles." [Fil. 4,13] De mens heeft dus niets om op te roemen, tenzij Christus [...], aan wie wij voldoening schenken door "vruchten voort te brengen die passen bij bekering," [Lc. 3: 8] vruchten die uit Hem hun kracht krijgen, door Hem aan de Vader opgedragen en dankzij Hem door de Vader aanvaard worden.

Anne Van Der Sloten

8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 255]

Jezus, zoon van Phiabi

Jezus, zoon van Phiabi, was hogepriester onder Herodes de Grote. Hij behoorde tot een belangrijke priesterfamilie die nog twee andere hogepriesters leverde: Ismaël zoon van Phiabi [15-16 na J.C.] en een gelijknamige [59-61 na J.C.]. Er is niets gekend over Jezus, zoon van Phiabi, behalve dat Flavius Josephus meldt dat hij vervangen werd door Simon zoon van Boethos en die zijn promotie te danken had aan de schoonheid van zijn dochter waarmee Herodes wilde trouwen. Behalve Simon zal de familie Boethos meerdere hogepriesters leveren.

Jezus ben Phiabi werd door Herodes de Grote aangewezen als opvolger van de hogepriester Ananel, maar het is niet bekend in welk jaar dit gebeurde. Aan Jezus' hogepriesterschap kwam een einde toen Herodes in het huwelijk trad met Mariamne II [niet te verwarren met Herodes eerdere Hasmoneese vrouw Mariamne]. Herodes verhoogde haar status [en daarmee de status van het huwelijk] door haar vader, Simeon ben Boethos, te benoemen als hogepriester in plaats van Jezus ben Phiabi.

Jezus ben Phiabi of Jezus ben Phabes [Hebreeuws: Jeshua/Jehoshua ben Phiabi] was hogepriester in de Joodse tempel in Jeruzalem tot 23 v.Chr. Hij is de eerste hogepriester uit de familie van Phiabi. Later zou uit deze familie ook Ismaël ben Phiabi het ambt van hogepriester bekleden.

Vertaling: Broeder Joseph

9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 81]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Onderhoud van Jezus met de zwijgzame Maria

Gisteren hadden Lazarus'vrienden: Nikodemus, Simeons zoon, Johannes Markus slechts weinig met Jezus gesproken, doch onder elkander waren zij in een voortdurende bewondering van zijn voorkomen, zijn wijsheid, goedheid, menselijke en zelfs lichamelijke hoedanigheden geweest en telkens als Hij afwezig was of zij achter Hem wandelden, hadden zij elkander hun indrukken medegedeeld: "Welk een mens. Nooit is er zulk een geweest of zal er ooit zulk een verschijnen. Hoe ernstig, hoe zachtmoedig, hoe wijs, hoe alles doordringend, hoe eenvoudig! Maar ik versta Hem niet volkomen en toch moet ik geloven wat Hij zegt! Men kan Hem niet in het aangezicht zien, want het is als leest Hij ieders gedachten! Welke gestalte! Welke majestueuze verschijning! Welke vlugge, flinke stap, die nochtans geen lopen is. Wie kan er gaan gelijk Hij! Wie zo vlug!? Onvermoeid komt Hij aan en vertrekt weer op zijn uur! Welk een man is Hij geworden!"

Ook diepten zij herinneringen op uit zijn kindsheid en spraken van zijn optreden en leren in de tempel. Ja, ter sprake kwamen de gevaren die Hij, naar zij vernomen hadden, op zijn eerste reis getrotseerd had te water [op de Dode Zee] om schippers te helpen. Maar niemand vermoedde dat zij bezig waren met van de Zoon van God te spreken. Voor hen was Hij ver boven alle mensen verheven. Zij waren voor Hem vol eerbied en ontzag, zonder dat nochtans de gedachte bij hen opkwam dat Hij meer dan een buitengewoon mens was.

Obed van Jerusalem was een bejaard man en een broerzoon van de man der oude profetes Hanna uit de tempel. Hij was een van de zogenaamde oudsten van de tempel, in het Sanhedrin. Hij was een diep godvruchtig man en een geheime leerling van Jezus. Ook heeft hij tot aan zijn dood de gemeente geholpen.

Over Suzanna heb ik veel gezien en veel daarvan onthouden. Juist voor Maria heeft zij haar opvoeding in de tempel ontvangen. Zij is rijk en naar het bloed aan de H. Familie verwant, want zij is een natuurlijke dochter van een oudere broer van Jozef, die haar bij haar moeder won. Ook haar moeder was een onwettig kind en de vrucht van een gelijk echtelijk vergrijp. Een Perzische vorst, wiens familie na de laatste verovering van Jeruzalem in deze stad gebleven was [dus een afstammeling van die familie], won haar moeder buitenechtelijk bij een Jodin en liet de moeder en het kind in Jeruzalem een groot vermogen na.

10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 93: Animal Rurale [Dier uit het Veld]

Benedictus XIV [1740-1758]

Echte naam: Prospero Lorenzo Lambertini [Bologna, 31 maart 1675 - Rome, 3 mei 1758]

In de Pauselijke Staten verminderde hij de belastingsdruk, moedigde de landbouw aan en ondersteunde hij de vrijhandel. Hij werd paus in een moeilijke tijd, waarin er veel conflicten waren tussen de Heilige Stoel en een groot aantal katholieke landen, met name over vraagstukken als wie er het recht had bisschoppen te benoemen. Hij stelde zich hierin verzoenend op en deed verregaaande concessies [concordaat met Napels [1741], Spanje [1753], Oostenrijk [1757]. Hij erkende ook Frederik II van Pruisen [1712-1786] als koning.

Aan diegenen die verantwoordelijk waren voor het opstellen van de index vroeg hij behoedzaam te werk te gaan [1758]. Benedictus XIV publiceerde verschillende werken over het kerkelijk recht en voerde hervormingen door in de liturgie, de biecht en het huwelijk.

Chris De Bodt

11. De Berkenboomprofetieën [deel 19]

Broeder Anthony van Aix-la-Chapelle

In 1871 beschreef de Franse broeder Anthony van de finale strijd nabij Keulen en de afloop na de oorlog:

Op een dag zal er een oorlog uitbreken in de Elzas. Ik zag de Fransen in de Elzas met Strasbourg in hun achterhoede en ik zag Italianen met hen vechten. Opeens arriveerden grote troepentransporten van de Franse kant. Een tweedaagse strijd eindigde met de ondergang van het Duitse leger.

De Fransen achtervolgden de Duitsers tot over de Rijn in vele richtingen. In een tweede gevecht nabij Frankfurt verloren de Duitsers nogmaals en trokken zich terug tot Siegburg, waar ze een Russisch leger vervoegden. De Russen maakten gemene zaak met de Duitsers. Het leek mij toe dat het was alsof de Oostenrijkers de Fransen hielpen. Het gevecht bij Siegburg was nog vreselijker dan tevoren en zal nooit meer voorkomen. Na enkele dagen trokken de Duitsers en de Russen zich terug en kruisten ze elkaar beneden Bonn, naar de linkeroever van de Rijn. Gestadig teruggeslagen door hun vijanden trokken ze zich terug tot Keulen. Keulen was zodanig gebombardeerd dat slechts één vierde van de stad intact gebleven was. Voortdurend zich terugtrekkend bewogen de overlevenden van het Duitse leger richting Westfalen, waar de laatste strijd tegen hen was. De mensen waren verheugd omdat ze eindelijk bevrijd waren van de Duitsers.

Vertaling: Anne Van Der Sloten


25-05-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.25 mei 2011
25 mei 2011

Maandelijkse boodschap van Onze Lieve Vrouw aan Marija Pavlovic voor de hele wereld:

"Lieve kinderen! Mijn gebed vandaag is voor u allen die naar de genade van de bekering zoeken. U klopt op de deur van Mijn Hart, maar zonder hoop en gebed, in zonde, en zonder het Sacrament van de Verzoening met God. Laat de zonde en beslis, kleine kinderen, voor heiligheid. Enkel op deze wijze kan Ik u helpen, uw gebeden aanhoren en tussenkomst zoeken voor de Almachtige. Dank om gehoor te hebben gegeven aan Mijn oproep!"

Chris De Bodt
www.bloggen.be/medjugorje


24-05-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24 mei 2011
24 mei 2011

1. Medjugorje: De IIPG
[International Internet Prayer Group] [Deel 19]

Ana Shawl

Hoe dan ook had ik aan iemand van de katholieke mailing lijsten gevraagd of er iemand was die me kon vertellen of er een website bestond over Medjugorje. Een man uit Kroatië schreef mij en vertelde mij over een site. Ik dacht: "misschien heeft hij hier verstand van en zo probeerde ik het op deze wijze. Ik kwam op de website terecht met de naam: Verschijningen van de Maagd Maria te Medjugorje. Ik was er zo van onder de indruk en deze persoon had daar allemaal zoveel informatie over, dat ik me eveneens afvroeg waar hij allemaal die informatie vandaan haalde, omdat ik in andere boeken veel dingen had gelezen over Medjugorje die onjuist waren, of gewoon boeken die elkaar tegenspraken, of gewoon verkeerde informatie en zo wou ik er zeker van zijn dat deze man zijn informatie uit de juiste bronnen haalde.

Ik zag onderaan de website zijn naam, Steve Shawl, staan. Mijn eerste gedachte ging nu uit om hem een brief te schrijven om hem te vragen waar hij al deze informatie vandaan haalt. Ik vertelde hem ook dat ik alles heel erg interessant vond en dat ik gelukkig was dat hij er zoveel werk aan besteedde. Hij schreef mij, denk ik, de volgende dag reeds een lange brief terug, waarin hij mij elke bron vertelde, waar hij zijn informatie vandaan haalde.

Ik legde hem uit dat ik zojuist Mirjana en haar echtgenoot, Marko, gaan ophalen was aan de luchthaven om hen naar hun Hotel te brengen waar ze tijdens het weekend zouden verblijven. Zij kwam spreken. Ik maakte er een klein artikel rond met wat alles wat ik ondertussen over hen had geleerd en vertelde aan Steve dat ik hem alles zou opzenden, zodat hij het kon doornemen. Hij wou weten of hij het op zijn website mocht zetten, waar ik uiteraard heel erg tevreden mee was. We begonnen elkaar meer en meer te mailen en ik dacht het bij de derde keer was, dat ik zo met hem praatte over het internet, dat ik wist dat ik te doen had met een heel bijzonder iemand. Met hem praten verliep volledig anders dan met eender wie op het internet, of zelfs in een persoonlijk gesprek.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

2. 89 doden bij tornado in Joplin, Missouri

In Joplin, een stad in de Amerikaanse staat Missouri, zijn zeker 89 mensen omgekomen bij een krachtige tornado. De schade in de stad is enorm. Dit meldt persbureau AP.




De tornado sloeg zondagmiddag, plaatselijke tijd, toe in de stad met 50.000 inwoners. De elektriciteit raakte volledig buiten werking en hele wijken zijn met de grond gelijk gemaakt. Van het ziekenhuis in Joplin werden honderden ruiten stukgeblazen. Ziekenhuispersoneel had nauwelijks tijd om patiënten naar de gangen te verplaatsen, weg van de ramen. Gewonden werden nadat de storm voorbij was getrokken opgevangen in een theater in het centrum. Medische dossiers, röntgenfoto’s, isolatiemateriaal en andere brokstukken werden tot honderd kilometer verderop teruggevonden.


Joplin tornado: schade, gezien vanuit de helicopter

Hulpdiensten hebben zwaar materieel naar Joplin gestuurd om te helpen puin te ruimen. Gouverneur van Missouri Jay Nixon heeft de noodtoestand afgekondigd en president Barack Obama heeft zijn medeleven betuigd. Door het uitvallen van de elektriciteit en de telefoon verloopt de communicatie moeizaam.


Enorme regenboog

Jeff Lehr, verslaggever van een lokale krant, bevond zich volgens persbureau AP op de eerste etage van zijn huis toen de tornado langsraasde: "Er klonk een luid, blazend geluid, de ruiten begonnen te knappen. Ik moest naar beneden, glas vloog in de rondte. Ik opende een kast en wrong mij er in. Toen hoorde je alles gaan. Het dak werd van mijn huis gerukt, net als bij alle andere huizen. Ik kwam buiten en er was niets meer over."

De storm die de tornado in Joplin veroorzaakte trok over een breed gedeelte van het midwesten van de VS, van Oklahoma tot Wisconsin. In Minneapolis werd ten minste een dode gemeld. Vorige maand kwamen door tornado’s in het midden van de VS al meer dan 350 mensen om het leven.

3. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 126]

Schrift 1

255. + Vóór de ogen van de mensen ga ik verbergen wat ik aan goeds zou kunnen doen, zodat God alleen mijn beloning is. Zoals het kleine viooltje, in het gras verborgen, de menselijke voet die het vertrapt en niet verwondt, maar zijn geur uitademt en zichzelf volledig vergeet, en toch probeert de persoon die het vertrapt plezier te doen. Dat is heel hard voor de natuur, maar de genade van God komt mij te hulp.

256. + Dank U Jezus voor de grote genade dat Gij mij toeliet de afgrond van mijn ellende te meten. Ik weet dat ik een afgrond van nietigheid ben, en indien Uw genade mijn niet zou ondersteunen, keerde ik ogenblikkelijk terug in het niets. Door elke hartslag dank ik u, mijn God, voor Uw grote barmhartigheid jegens mij.

257. Morgen moet ik naar Wilno vertrekken. Vandaag ben ik te biechten geweest bij pater Andrasz, een priester in wie Gods Geest woont. Hij heeft mijn vleugels losgemaakt om mij toe te laten naar de verhevenste hoogten te vliegen. Hij heeft mij in alles gerustgesteld en beveelt mij te geloven in de goddelijke Voorzienigheid: "Heb vertrouwen en vorder dapper."

Na deze biecht werd me een buitengewone genade geschonken. De pater drong aan op trouw aan de goddelijke genade en hij heeft mij gezegd: "Er zal u geen kwaad overkomen indien gij in de toekomst dezelfde eenvoud en dezelfde gehoorzaamheid van nu behoudt. Heb vertrouwen in God, gij zijt op het goede spoor en in goede handen, in de handen van God."

258. + 's Avonds ben ik wat langer in de kapel gebleven. Ik sprak met de Heer over een bepaalde ziel. Aangemoedigd door Zijn goedheid, heb ik gezegd: "Jezus, Gij hebt mij deze priester gegeven die mij heeft begrepen wat mijn ingevingen betreft, en nu ontneemt Gij hem mij opnieuw. Wat ga ik daar in Wilno doen? Ik ken er niemand, zelfs de taal [29] van de mensen daar ken ik niet. En de Heer zei mij: "Wees niet bevreesd, Ik zal u niet alleen laten." Mijn ziel stortte zich dan uit in een dankgebed voor al de genaden die God mij door bemiddeling van Pater Andrasz verleende.

Opeens herinnerde ik mij het visioen waarin ik een priester zag tussen het altaar en de biechtstoel, met de hoop eens met hem kennis te maken, de woorden die ik toen vernam, weerklonken levendig in mijn oren: "Hij zal u helpen Mijn wil op aarde te volbrengen."

259. Vandaag, 27 [mei 1933], vertrek ik naar Wilno. Toen ik het huis verliet, keek ik naar de tuin, het huis, en toen mijn blik stilstond op het noviciaat, kwamen mij plots de tranen in de ogen. Ik herinnerde mij al de weldaden en genaden die de Heer mij verleende. Plots, op het onverwachts, zag ik naast het bloemenbed de Heer die me zei: Ween niet, Ik ben altijd met U. De aanwezigheid van God die me omgaf, terwijl Jezus tot mij sprak, duurde de hele reis.

260. Ik kreeg toestemming om in Czestochowa binnen te gaan. Toen ik 's morgens om vijf uur naar het heiligdom ging, en men de afbeelding ontsluierde, zag ik voor het eerst de Moeder Gods. Ik bad zonder onderbreking tot elf uur en het leek mij dat ik pas binnenkwam. Moeder overste van daar zond iemand om mij te halen voor de maaltijd. Ik was ongerust dat ik mijn trein zou missen. De Moeder Gods zei me veel dingen. Ik heb mijn eeuwige geloften aan haar toevertrouwd. Ik voelde dat ik haar kind was en Zij mijn Moeder. Zij heeft mij niets geweigerd van wat ik haar vroeg.

[29] In Wilno wordt Lithauwens gesproken. De Polen die er verblijven gebruiken een eigen dialekt dat verschilt van het algemeen Pools.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

4. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 9]

De drie herderskinderen en hun families

Laat ons tenslotte nadenken over de uitdrukking die God gebruikt: "en al hun nakomelingen." Dit doet ons denken dat God niet alleen sprak over de redding van de Israëlieten. Wat Hij zei heeft betrekking op zowel ons, vandaag, als op hen die na ons zullen komen, in de betekenis en met de bijzondere bedoeling dat wij niet uit het oog zouden verliezen dat we de dingen moeten eerbiedigen zoals God ze heeft geschapen. Omdat de Wet door God tot ons komt en niet verandert. De wet is onveranderlijk zoals Hijzelf onveranderlijk is.

Het is de Heer zelf die ons dit vertelt in het Evangelie: "Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke titel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn." [Mat. 5: 17-18 ] Wie deze onderhoudt zal worden gered, wie dit niet doet zal worden veroordeeld.

Als we nu terugkeren naar het gedeelte uit het boek Genesis over de straffen voor de zonden van onze eerste ouders, laat ons dan niet verder gaan zonder even stil te zijn om na te denken over een andere straf die God oplegt als straf voor onze zonden: "Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug. En de Heer stuurde de mens weg uit de tuin van Eden om de aarde te gaan bewerken, waaruit hij was genomen." [Gen. 3: 19-23]

Vertaling: Chris De Bodt

5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 126]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 1

Zo ook met de zielen in het Vagevuur. Ze rillen van geluk bij het verdwijnen van hun vlekken en smetten dankzij het wonderbaar effect van die helende straf. Onder invloed van die zuiverende vlammen wordt hun steeds lelijker wezen weer mooi en vernieuwd. Dat vuur zelf luwt, zegt Sint Thomas, naarmate de onvolmaaktheden en de gebreken die het voedden vernield worden. Een bijna onzichtbare versperring scheidt die zielen van de beloning. Ah! Ze beleven een onbeschrijfelijke vreugde bij het zien van hun ontplooide vleugels die hen weldra toelaten naar het hemelse verblijf op te gaan... Nu al ontwaren ze de dageraad van hun verlossing. Ah! Ze zijn nog niet in het beloofde land, maar, zoals Mozes, beelden ze het zich al in. Ze voelen er het licht en de stralende oevers al van aan, bij voorbaat ademen ze er het parfum en de geurende adem van in. Iedere dag en elk moment ontwaren ze in een steeds dichter visioen de dageraad van hun verlossing, ze voelen het verblijf van de eeuwige rust reeds naderen: Requies de labore. Wat kan ik nog zeggen? Hun zielen bezitten nu de liefde die hun hart totaal heeft vervuld. Ze beminnen God met een zo krachtige liefde dat ze zouden teniet gaan voor zijn glorie.

"De mens verteerd door de vlam van Gods liefde," zegt Sint Jan Chrysostomus, "is zo onverschillig voor glorie en oneer alsof hij alleen hier op aarde was. Hij negeert alle bekoringen. Hij is niet meer bezorgd om tangen, roosters, pijnbanken dan wanneer de geleden pijn door een ander was ondergaan. Wat heerlijk is voor de wereld, heeft voor hem geen enkele aantrekking of smaak. Hij is niet meer in staat om gevat te worden door een misdadige gehechtheid dan het zevenmaal beproefd goud door roest wordt getaand. Dat zijn, ook hier op aarde, de gevolgen van de goddelijke liefde wanneer ze een ziel bezet."

Maar de goddelijke liefde beïnvloedt deze zielen des te meer dat, eens van het lichaam gescheiden en ontdaan van alle menselijke troost, ze verplicht zijn op God beroep te doen in hun martelingen en alleen bij Hem al wat ze missen te zoeken.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

6. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [10/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 36]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

Het dal van Fourachaux.

In het bergmassief dat het kleine dorp Saint-Etienne d’Avançon overheerst heeft een bergstroom diepe voren gegraven alvorens noordwaarts het dorp te omzeilen naar de vallei van de Avance. Op 500 meter boven het dorp loopt deze bergstroom langs een steil dal vol gips. De grond vertoont natuurlijke scheuren die gemakkelijk verbreed kunnen worden en waar talrijke kalkovens gegraven waren door de dorpelingen. De naam Fourachaux (= kalkoven) van die buurt werd bewaard in het Ovendal. Tussen de scheuren van de steile heuvel vertoonde er een het aspect van een grot met vanbinnen een nogal steile helling en waarvan de ingang ter hoogte van de toegangsweg lag. Op de plaats van de nu ingestorte grot werd een kapel gebouwd en enkele meters hogerop wijst een kleine bidplaats de juiste plaats aan waar de mysterieuze Dame voor het eerst verscheen aan de verrukte ogen van de herderin.

Ten tijde van Benoîte was de heuvel bijna geheel ontbost: schapen en geiten konden er het magere gras opeten van deze enge vallei die de bergstroom wat verfriste. Deze grond was eigendom van de heer Rolland: er was toegang vanuit het dorp via een oplopend pad dat boven de linkeroever van de bergstroom liep.

Vertaling: Broeder Jozef

8. Het sacrament van de Verzoening [deel 16]

Het Sacrament van Boete en de Verzoening

De belijdenis van de zonden

De belijdenis van de zonden [de bekentenis] heeft, zelfs louter menselijk gesproken, een bevrijdende uitwerking en vergemakkelijkt onze verzoening met de anderen. Door de belijdenis erkent de mens de zonden die hij bedreven heeft; hij aanvaardt de verantwoordelijkheid ervoor en stelt zich zodoende opnieuw open voor God en de gemeenschap met de kerk, waardoor een nieuwe toekomst mogelijk wordt.

De belijdenis ten overstaan van een priester is een wezenlijk onderdeel van het boetesacrament: De boetelingen moeten in de biecht alle doodzonden opsommen waarvan zij zich na een zorgvuldig gewetensonderzoek bewust zijn, zelfs wanneer deze zeer verborgen zijn en slechts ingaan tegen de laatste twee van de tien geboden, want soms brengen deze zonden de ziel een zwaardere wonde toe en zijn ze gevaarlijker dan zonden die openlijk bedreven werden.

Wanneer de gelovigen zich erop toeleggen alle zonden die zij zich herinneren te belijden, onderwerpen zij deze ongetwijfeld aan Gods vergevingsgezinde barmhartigheid. Zij echter die anders handelen en bewust enkele zonden verzwijgen, leggen aan Gods goedheid niets voor wat deze door tussenkomst van de priester zou kunnen vergeven. 'Als de zieke zich ervoor schaamt zijn wonde aan de dokter te laten zien, kan de geneeskunde niet verzorgen wat zij niet kent'.

Volgens het gebod van de kerk is 'iedere gelovige, wanneer hij tot de jaren van het verstand gekomen is, verplicht minstens eenmaal per jaar zijn zware zonden oprecht te belijden'. Hij die zich ervan bewust is een doodzonde bedreven te hebben, kan de heilige communie niet ontvangen zonder eerst de sacramentele absolutie verkregen te hebben, zelfs wanneer hij diep berouw heeft, tenzij hij een ernstige reden heeft om te communiceren en het hem niet mogelijk is zich tot een biechtvader te richten. Kinderen moeten tot het boetesacrament naderen, voordat zij de eerste heilige communie ontvangen.

Hoewel het niet strikt noodzakelijk is, beveelt de kerk het toch ten zeerste aan, ook de dagelijkse zonden te belijden. De regelmatige belijdenis van onze dagelijkse zonden helpt ons ook werkelijk ons geweten te vormen, te strijden tegen onze slechte neigingen, ons te laten helen door Christus en voortgang te boeken in het geestelijk leven. Door vaker in dit sacrament de barmhartigheid van de Vader te ervaren, worden wij ertoe aangezet zelf, zoals Hij, barmhartig te zijn:

Wie zijn zonden belijdt, werkt reeds met God samen. God klaagt uw zonden aan. Als ook gij die aanklaagt, sluit gij u bij God aan. De mens en de zondaar zijn als het ware twee dingen. Wat gij onder mens verstaat, heeft God gemaakt. De zondaar is door de mens zelf gemaakt. Vernietig wat gij hebt gemaakt, opdat God kan redden wat Hij gemaakt heeft [...]. Uw goede daden nemen een aanvang wanneer uw eigen maaksel u begint te mishagen, omdat gij dan uw slechte daden aanklaagt. Het begin van de goede daden is de belijdenis van de slechte daden. Dan doet gij de waarheid en komt gij tot het licht.

Anne Van Der Sloten

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 254]

Jezus, zoon van Gamaliël

Hij bekritiseerde ook de keuze door de Zeloten van de laatste hogepriester van Phannias, de zoon van Samuël, in 67 na J.C. Later trachtte Jezus, de zoon van Gamaliel, tevergeefs de vrede onder de Idumeërs, bondgenoten van de zeloten, te herstellen. Samen met Annas, zoon van Annas, werd hij tenslotte hun slachtoffer en werden ze, als verraders van hun land, ter dood gebracht.

In 64/65 na J.C. werd Matthias, zoon van Theophilus II, de laatste hogepriester door Agrippa II benoemd. Hij was de zoon van Theophilus II, de zoon van Annas en kleinzoon van Annas, zoon van Seth die door zijn vijf zonen werd voorafgegaan op de troon van het hogepriesterschap. Er is niets over hem gekend.

Flavius Josephus, die Jezus omschreef als een heel nauwe vriend, zegt dat hij een van de meest hevige tegenstanders was van de extremistische Zeloten ten tijde van de Romeinse oorlog. Hij citeert zijn de toespraak tot de Idumeërs, die door de Zeloten waren uitgenodigd om samen met hen te strijden tegen de vijand. Hij probeerde hen van deze gedachte af te brengen, tevergeefs, tot zijn eigen dood. Flavius Josephus schatte hem heel hoog in, door te zeggen dat "hij ver boven de anderen stond."

Vertaling: Broeder Joseph

10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 80]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Onderhoud van Jezus met de zwijgzame Maria

De H. Maagd was overmatig bedroefd en ernstig, maar ook sterk en gegrondvest in de overgave aan God, want in al zijn woorden was Jezus heilig en vol liefde.

Des avonds was er een groot gastmaal in het huis van Lazarus. De Farizeeër Simon en enige andere Farizeeërs waren er op uitgenodigd. De vrouwen aten in een aangrenzende plaats. Hoewel door een traliehek van de mannen gescheiden, konden zij de toespraak van Jezus horen. Hij handelde over het geloof, de hoop, de liefde en de gehoorzaamheid: die Hem wilden volgen, mochten niet meer omzien, maar moesten doen wat Hij voorhield en lijden wat hun overkwam. Hij zou hen niet verlaten. Hij sprak ook weer van de zware weg, die Hij nu begon en hoe ongenadig Hij vervolgd en mishandeld zou worden en hoe al zijn vrienden met Hem zouden lijden.

Allen aanhoorden Hem verbaasd en ontroerd. Wat Hij van zijn wreed lijden zegde, dit verstonden zij niet goed en namen het ook niet letterlijk op. Zij meenden dat dit een profetische manier van spreken was, niet woordelijk te verstaan. Ook was Jezus' woord hier voor de Farizeeërs niet aanstotelijk, hoewel zij meer achterdochtig en minder goed gesteld waren. Overigens leerde Jezus hier op een zeer gematigde wijze.

Na de maaltijd van gisterenavond nam Jezus enige rust en nog in de nacht begaf Hij zich met Lazarus op weg naar zijn doop.

11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 93: Animal Rurale [Dier uit het Veld]

Benedictus XIV [1740-1758]

Echte naam: Prospero Lorenzo Lambertini [Bologna, 31 maart 1675 - Rome, 3 mei 1758]

Na een moeizaam, politiek conclaaf dat zes maanden duurde, werd hij op 17 augustus 1740 tot paus gekozen. Zijn pontificaat werd gekenmerkt door grote hervormingsgezindheid. Hij hervormde de opleiding van priesters en hervormde een groot aantal pauselijke instellingen. In de zogenaamde ritenstrijd tussen de jezuïetenmissionarissen enerzijds en de dominicanen en franciscanen anderzijds, kregen de laatsten gedaan dat Benedictus de jezuïeten de toepassing van Chinese riten en gebruiken verbood met de bullen "Ex quo singulari" [11 juli 1742] en "Omnium sollicitudinum" [12 september 1744]. Dit was er mede de oorzaak van dat vele nieuwe bekeerlingen in China de Kerk verlieten. Het verbod zou later door Paus Pius XII in 1939 worden aangepast.

In zijn encycliek "Allatae sunt" [26 juli 1755] steunde hij de uniaten in hun wens om hun eigen Oosterse ritus te behouden.

In de hevige discussies rond het jansenisme, veroordeelde hij op 16 oktober 1756 het gebruik om de laatste sacramenten te weigeren aan Franse geestelijken die nog gekant waren tegen "Unigenitus," de bul uit 1713 die bepaalde aspecten van het jansenisme veroordeeld had.

Chris De Bodt

12. De Berkenboomprofetieën [deel 18]

Peter Schlinkert

Een andere vermelding van de ‘berkenboom’ verschijnt in een Duitse profetie van Peter Schlinkert [geboren in1730]. Gedurende de zevenjarige oorlog, had Schlinkert ook een visioen dat het leven van de hertog Clemens van Westfalen veilig stelde. Hij schreef dit in verband met ‘de berkenboom’:

Aan de berkenboom zullen de legers van het westen een vreselijk gevecht leveren tegen die van het oosten en na vele bloedige offers zullen ze zegevieren. De legers van het oosten zullen zich terugtrekken over de Haar en als de stedelingen Rune zullen zien in de Werler en Haar in brand zal staan moeten ze vlug vluchten naar het Armsberger woud. Een ander gevecht zal plaatsvinden nabij de Ruhrbrug nabij Obenheimer, maar daar zal alleen artillerie zijn. Een paar dagen later zal het laatste grote gevecht op Duitse bodem plaats hebben en dat nabij het dorp Schmerleck op de zogenaamde Lusebrink. De legers van het oosten zullen compleet verslagen worden en er zullen maar enkelen kunnen ontsnappen om thuis hun verlies te gaan melden. Er zal veel geweeklaag zijn.

Na deze dagen van ongeluk en miserie zal geluk en vrede weerkeren in Duitsland, hoewel de eerste jaren de vrouwen achter de ploeg zullen moeten lopen."

Vertaling: Anne Van Der Sloten


23-05-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.23 mei 2011
23 mei 2011

1. Twaalfjarige Colton Burpo versus Stephen Hawking

Bestaat de Hemel werkelijk?

Vorige week verkondigde topgeleerde Stephen Hawking, Groot-Brittannies meest eminente wetenschapper, in een interview met The Guardian dat de Hemel en het hiernamaals "een sprookje" is, dat uitgevonden is door mensen die bang zijn voor de dood. Hiermee gaat Hawking verder dan in zijn boek uit 2010, "The Grand Design." Daarin argumenteerde hij dat we het bestaan van het universum niet moeten toedichten aan een schepper.

In het interview verwerpt Hawking dat er leven na de dood zou zijn en benadrukt hij dat we onze mogelijkheden op aarde moeten invullen door goed te leven. Op de vraag van The Guardian hoe we dan precies moeten leven, antwoordt hij: "We moeten de hoogste waarde van onze daden zoeken."


Zijn vrienden Albert Einstein en Louis Pasteur moeten zich op die dag zowat hebben omgekeerd in hun graf. Als de mens "de hoogste waarden van zijn daden" moet zoeken, dan is hij daar zeker tot op heden niet in geslaagd en zal hij er op zichzelf nooit in slagen. De grootste uitvindingen zijn steeds aangewend om schade aan deze wereld toe te brengen.

En waarom zou een gelovige moeten bang zijn voor de dood? Onze lieve Vrouw van Medjugorje verkondigt al dertig jaar lang dat wie de rechte weg volgt, in het geheel niet bang moet zijn voor de dood.

Colton Burpo

Een gesprongen appendix kostte de vierjarige Colton Burpo in 2003 bijna het leven. Zijn ouders waren dankbaar dat hij het had overleefd en om hem levend en wel terug te hebben, maar toen hij enkele maanden later uitpakte met het verhaal van zijn strijd tegen de dood, kwamen er hevige emoties los, toen hij een heel levendige reis naar de hemel beschreef en sprak over dingen waarover de jongen absoluut geen weet kon hebben.

Toen Sonja Burpo hem tijdens een rit met de auto vroeg over zijn herinneringen in het hospitaal, antwoordde de kleine Colton: "Ja, mama, ik herinner me dat er engel was die voor mij zong." Een zalig antwoord, dat wel, maar daarop deed Colton zijn ouders bijna helemaal achterover vallen, toen hij hen vertelde dat hij op Jezus’ schoot had gezeten terwijl hij naar zijn ouders keek toen hij daar klaarblijkelijk bijna dood lag. Ook heeft hij ginds overgrootvader ginds ontmoet.

En alsof dat nog niet voldoende was beschreef Colton dat hij zijn zusje had ontmoet in de hemel, ook al kon hij niet weten dat zijn moeder twee jaar voor Colton was geboren een miskraam had gehad, want zijn ouders hadden er nooit met hem over gepraat.

Jezus en Johannes de Doper

Todd Burpo begon hierna over de door de hemel gezonden visioenen te vertellen vanaf de preekstoel van de "Crossroads Wesleyan Church" in Imperial, Neb., waar hij als dominee de Heer dient. Het verhaal verspreidde zich als een lopend vuurtje en al vlug kwam er een boek op de markt met de ervaringen van de kleine jongen. De titel werd "Heaven is real" en samen met Lynn Vincent schreef Todd Burpo het boek. Het werd een bestseller met meer dan anderhalf miljoen verkochte exemplaren, sedert de eerste uitgave in november.

Verleden jaar waren de ouders en Colton te gast in het live TV-programma "TODAY Monday." Todd vertelde aan Matt Lauer dat hij begrijpt dat de ongelovigen het verhaal een beetje te hemels vinden om waar te kunnen zijn. Aanvankelijk dachten Sonja en ik zulks ook. "In het begin waren we verrast, want voor ons was het nog te vroeg om tegen onze zoon te spreken over deze dingen," zei Matt Lauer.

"Aanvankelijk spraken we er niet over met anderen, en toen we er plots wel over begonnen te praten, waren de mensen verbaasd," voegde Sonja hieraan toe. "Zij werden aangemoedigd met het verhaal dat we met hen deelden."

Colton werd de eerste dagen alsmaar zieker en wij dachten eerst dat het om een soort buikgriep ging. Zijn oudere zus, Cassie, werd hier ook door getroffen.

De kleine Colton haalde het bijna niet. Hij verbleef 17 dagen in het hospitaal en toen hij uiteindelijk weer op krachten kwam, waren zijn ouders heel verheugd. Maanden later echter stonden ze als aan de grond genageld, toen de jongen begon te beschrijven wat hij allemaal had meegemaakt toen hij daar lag te strijden voor zijn leven: hij zag Jezus gekleed in een koninklijk paars gewaad, had Johannes De Doper ontmoet en zag engelen voor hem zingen om zijn bezorgdheid te doen afnemen.

Aanvankelijk geloofden ze dat Colton deze dingen had gehaald uit zijn eerste lessen over de Bijbel, maar hij vertelde eveneens aan zijn moeder dat hij haar zag praten in de telefoon in een andere kamer, terwijl hij zijn operatie onderging. Ook zag hij zijn vader bidden in een kleine kamer. Dit alles gebeurde toen de jongen op de schoot zat van Jezus.

"Dat ik aan het bidden was terwijl hij op de operatietafel lag, trok mijn aandacht," zei Todd Lauer. "De chirurg, noch de verpleegsters konden dit verhaal bevestigen. Ook mijn vrouw wist niet dat ik aan het bidden was, maar de kleine Colton wel."

Schokkende onthulling

Colton heet ook gezegd aan NBC News dat hij met een reeds lang overleden aanverwant van de familie heeft gesproken: "Ik was juist bij de Heilige Geest en toen kwam deze man op mij af om te vragen of ik de zoon van Todd was. Ik antwoordde van ja en hij zij me dan hij de grootvader van mijn vader was."

Colton zei ook dat alles in de hemel vleugels heeft. Hij omschreef zijn grootvader "Pops" als "heel groot, met grote vleugels, krullend haar, een grote glimlach en heel vriendelijk."




Maar de echte verbazing kwam er toen Colton aan zijn moeder het volgende vertelde: "Mama, ik heb twee zussen." Sonja vertelde haar zoon dat hij heel waarschijnlijk zijn oudere zus, Cassie en zijn nichtje Traci bedoelde, maar hij antwoordde: "Neen, ik heb twee zussen. U hebt een kindje gehad dat in uw buik is overleden, is het niet?"

Sonja zei tegen Lauer dat er in de familie nooit werd gesproken over haar miskraam tegen Colton, en wat meer is, ze kenden niet eens het geslacht van hun kindje. "Het was ons eigen verdriet, waarover we zelfs met onze vrienden nooit hebben gesproken." Sonja zei dat deze onthulling van Colton eerst hevige emoties bij haar losmaakte, maar dat het daarna een verademing was voor haar dat alles goed ging met het meisje, dat ze in de hemel was, en dat ze niet wisten dat het kindje een zij was.

Sonja omschreef Coltons ontmoeting met zijn kleine zus: "Hij vertelde ons hoe ze eruit zag en dat ze niet ophield met hem te knuffelen, maar ook dat ze geen naam had."

"Toen hij ons vertelde over zijn zusje in de hemel, waarover wij hem nooit iets hebben verteld, was dit een van deze verbazingwekkende momenten. Inderdaad, hij kan dit verhaal niet hebben uitgevonden," zei Todd tegen Lauer, "maar de vrede en de genezing die over ons kwam was als: Wow, ik heb een dochterje dat in de hemel wacht op mij, is met geen woorden te omschrijven. Ik denk dat vele mensen dat soort hoop en genezing nodig hebben. En ik denk dat vele mensen deze hoop en genezing voelen, als ze Coltons getuigenis horen: kennis hebben over waar ze naar uitgekeken hebben."

Toen Lauer aan Colton vroeg hoe de Hemel eruit zag, gaf de elfjarige knaap het volgende antwoord: "Wel, er zijn heel wat kleuren. Er zijn vele mensen en vele engelen en dieren en er zijn geen oude mensen in de hemel. Niemand draagt er een bril en men is er ongeveer tussen de 20 en 30 jaar oud.

Todd Burpo vertelde aan "The New York Times" dat de familie veel geld van de opbrengst van het boek weggeeft. Colton is het gelukkigst omdat hij de mensen kan helpen met zijn verhaal: "mensen worden erdoor gezegend en ze worden genezen van hun pijnen."

Bron: diversen

Vertaling: Chris De Bodt

2. Ijsland sluit luchtruim na uitbarsting Grimsvötn

Ruim een jaar na de vulkaanuitbarsting onder de Eyjafjallajökull die het vliegverkeer wereldwijd in een nooit geziene chaos stortte, heeft IJsland weer zijn luchtruim moeten sluiten. Er is een vliegverbod afgekondigd in een straal van 200 kilometer rond de vulkaan Grimsvötn, die gisteravond begon uit te barsten. Dat zegt de IJslandse Meteorologische Dienst. De uitbarsting zou geen impact hebben op de vluchten in de rest van Europa, en dat zou zeker zo blijven voor de komende 24 uur. Dat stelde Eurocontrol, de Europese organisatie die zich bezighoudt met de veiligheid in het luchtvaartverkeer.

De as van de uitbarsting van de IJslandse vulkaan Grimsvötn zou dinsdag het noorden van Schotland bereiken en mogelijk donderdag het westen van Frankrijk en Spanje. Dat meldt Eurocontrol, de Europese organisatie die zich bezighoudt met de veiligheid in het luchtvaartverkeer. De uitbarsting van de vulkaan Grimsvoetn zou volgens Eurocontrol geen impact hebben op de vluchten in de rest van Europa en dat zou zeker zo blijven voor de komende 24 uur.


De vulkaan Grimsvötn, die onder een gletsjer ligt in het zuidoosten van Ijsland, kwam gisteren tot uitbarsting. Het is de actiefste vulkaan van het land, met negen uitbarstingen tussen 1922 en 2004. De uitbarsting waarbij de lava in contact kwam met het ijs, veroorzaakte een enorme rookontwikkeling. Die zorgde ervoor dat vanmorgen het Ijslandse luchtruim gesloten werd. De intensiteit van de uitbarsting schijnt vanavond verminderd te zijn, zegt een woordvoerder van de IJslandse meteorologische dienst.

De wolk boven de vulkaan in het zuidoosten van het land is naar schatting 19 kilometer hoog en bestaat vooral uit witte rook, zegt geoloog Hjorleifur Sveinbjornsson. "De rook lijkt stoom van de smeltende gletsjer", zegt de geoloog. De wolk is te zien vanuit grote delen van het land.


De recentste uitbarsting van de vulkaan dateert van 2004, en duurde maar een paar dagen. In een omtrek van 100 kilometer rond de vulkaan leeft niemand. Toen de vulkaan uitbarstte in 1996 veroorzaakte ze overstromingen, en raakten wegen en een brug beschadigd, zegt Sveinbjornsson.

Een jaar geleden barstte een vulkaan uit onder de gletsjer Eyjafjallajökull. Het luchtverkeer in Europa raakte daardoor danig in de war: honderden vluchten moesten aan de grond blijven uit veiligheidsoverwegingen.

3. Medjugorje: Verschijning aan Ivan Dragicevic van 20 mei 2011

Deze avond verscheen Onze Lieve Vrouw aan Ivan op de top van de Verschijningsberg om 10 uur. Rond 19 uur reeds begonnen de bedevaarders de berg te beklimmen om er een rustige plaats te vinden en te bidden ter voorbereiding van het bezoek van onze Moeder. Het was een mooie avond, waarbij de vele pelgrims de schoonheid van Gods schepping beleefden met een mooie zonsondergang. De bedevaarders bleven komen om er te zitten of te knielen tot het moment van de verschijning. Na anderhalf uur zingen, begon Ivan de Rozenkrans te bidden. Aan het einde van het tweede tientje, groeide de stilte, terwijl Ivan knielde om zich voor te bereiden op de verschijning van Maria rond 10 uur. De verschijning duurde meerdere minuten. Ivan beschreef de verschijning als volgt:

Zoals altijd bij het begin van een verschijning zag Onze Lieve Vrouw er heel vreugdevol en gelukkig uit. Zij gaf ons Haar moederlijke groet: "Geloofd zij Jezus, Mijn kinderen." Daarop zei Maria: "Lieve kinderen, meer dan ooit verlang Ik u vandaag op te roepen tot gebed. Lieve kinderen, satan wenst vandaag de families te vernietigen, daarom verzoek Ik u tot een hernieuwing van het familiegebed. Bid, lieve kinderen, in uw families met uw kinderen. Laat niet toe dat satan kan binnendringen. Dank u, lieve kinderen, omdat u ook vandaag aan Mijn oproep gehoor hebt gegeven."

Hierop bad Onze Lieve Vrouw voor een tijd, met uitgestrekte armen, over ieder van ons hier aanwezig. Zij bad voor de aanwezige zieken en voor ons allen hier aanwezig. Zij zegende ook de religieuze voorwerpen die hiervoor werden meegebracht. Dan bad Onze Lieve Vrouw in het bijzonder een tijdlang voor vrede, voor vrede in de wereld. Ik beval ook ieder van u, uw noden, uw intenties, uw families en vooral de zieken aan. Daarop vervolgde Onze Lieve Vrouw haar gebed over ieder van ons, terwijl Zij ons in het verlichte Kruisteken verliet: "Ga in vrede, Mijn lieve kinderen."




Bron: Caritas of Birmingham

Vertaling: Chris De Bodt

4. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 18]

Ana Shawl

Mijn twee tekenen die ik vroeg waren een Rozenkrans, zodat ik zou weten dat, wie het ook was, hij van de Gezegende Moeder hield, en het tweede teken was een kruisbeeld, zodat ik zou weten dat hij van God hield en zo kwam ik een tweede maal te huwen en zei ik mijn geloften in de kerk van Medjugorje, met dat kruisbeeld in de hand. Ik dacht ook: welke man zou er ooit deze dingen schenken, want bij niemand die ik tot nog toe had ontmoet had ik deze dingen gezien en zo dacht ik dat het goed zou zijn om erom te vragen.

Mijn schitterende vrienden Linda, die ook op de lijst staat, bleef me maar vertellen om een computer te kopen zodat we met elkaar konden in contact blijven, want zij woonde nu in Costa Rica. Mijn broer schonk mij een computer en in het begin speelde ik enkel spelletjes of schreef ik brieven. Spoedig kwam er in de brievenbus een brief om mij aan te sluiten op het internet, emails te versturen naar vrienden en mij bij katholieke groepen aan te sluiten die praatten over de kerk. Ik had altijd al van Medjugorje gehouden en ik vroeg aan mijn vriendin Linda of er iets op het web te vinden was over Medjugorje. Ze zij me om zelf op zoek te gaan en zo dacht ik: "Wel, als er dan geen site te vinden is, dan zou ik er graag zelf eentje aanmaken." Ik had echter helemaal geen idee hoe dit moest gebeuren maar was er wel van overtuigd dat het nodig was om gedaan te worden.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

5. Roepingen


Nick Hannes

6. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 125]

Schrift 1

251. Na mijn eeuwige geloften bleef ik nog geheel de maand mei in Krakow, ik moest naar Rabka gaan of naar Wilno. De algemene overste vroeg me eens: "Wel, mijn zuster, waarom blijft ge zo stil en vertrekt ge nergens naartoe?" Ik antwoordde: "Ik verlang de zuivere wil van God te volbrengen, waar gij me beveelt te gaan, dierbare moeder, daar is voor mij [zo zal ik het weten] de zuivere wil van God, zonder toevoeging van mijzelf".

"Zeer goed," antwoordde zij. De volgende dag riep de algemene overste mij bij zich en zei: "Zuster, vermits gij, de zuivere wil van God wou hebben, zult ge vertrekken naar Wilno." Ik bedankte haar en wachtte op de dag van mijn vertrek. Vreugde vermengd met angst vervulde mijn ziel. Ik voelde dat God mij daar grote genaden maar ook groot lijden voorbereidde. Ik ben in Krakow gebleven tot 27 mei. Daar ik geen vaste taak had en enkel in de tuin ging helpen en alleen werkte, heb ik gedurende een hele maand de "Oefeningen" van Sint Ignatius kunnen doen. Al nam ik deel aan de gemeenschappelijke recreatie, toch deed ik de "Oefeningen". Gedurende deze tijd heb ik veel goddelijk licht ontvangen.

252. + Vier dagen na mijn eeuwige geloften. Ik trachtte het heilig uur te doen. Het was de eerste donderdag van de maand. Van bij het intreden in de kapel werd ik van de aanwezigheid van God doordrongen. Ik voelde duidelijk dat de Heer bij mij was. Na enige tijd zag ik de Heer geheel bedekt met wonden, en Hij zei me: "Zie met Wie je gehuwd bent." Ik heb de betekenis van die woorden begrepen en antwoordde de Heer: "Jezus, wanneer ik U zo verwond en vernietigd zie, bemin ik U nog meer dan wanneer ik U in Uw majesteit zou zien." Jezus vroeg me: "Waarom?" Ik antwoordde: "Een grote majesteit beangstigt mij, kleine niets dat ik ben, terwijl Uw wonden mij naar Uw hart trekken en mij spreken van Uw grote liefde voor mij". Na dit gesprek heerste er een stilte. Ik vestigde mijn ogen op Zijn wonden en ik voelde mij gelukkig samen met Hem te lijden. Zo lijdend, leed ik eigenlijk niet, want ik voelde mij gelukkig en erkentelijk voor de diepte van Zijn liefde, en dit uur verliep als een minuut.

253. + Nooit iemand oordelen, een milde blik hebben voor de anderen en een strenge voor mezelf. Alles aan God toevertrouwen en me aan mijn eigen ogen tonen zoals ik ben, namelijk de allergrootste ellende en het grootste niets. Het geduld en de gemoedsrust bewaren in het lijden, wel wetend dat alles met de tijd voorbijgaat.

254. + Over de ogenblikken die ik beleefde tijdens de geloften moet men niet spreken.

Ik ben in Hem, en Hij in mij. Op het moment dat de bisschop de ring aan mijn vinger stak, nam God heel mijn wezen in, en daar ik dat niet kan uitdrukken, zwijg ik over dit ogenblik. Sinds mijn eeuwige geloften is mijn omgang met God inniger dan ik het vroeger ooit gekend heb. Ik voel dat ik God bemin en dat Hij mij bemint. Mijn ziel, die God geproefd heeft, zou niet meer kunnen leven zonder Hem. Een uur doorgebracht in de grootste zieledorheid aan de voet van het altaar is mij aangenamer dan honderd jaar plezier in de wereld. Ik verkies in het klooster een onbeduidende assepoester te zijn, eerder dan een koningin in de wereld.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

7. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 7]

De drie herderskinderen en hun families

Merk echter op dat het niet enkel voor deze twee reden is [straf en boete voor onze zonden] dat God ons heeft gekleed, maar dat het eveneens tot andere doelen strekt. Naast een bescherming tegen de zonde, is de zedige kledij die we moeten dragen, een teken dat ons onderscheidt van het gangbare immorele gedrag en ons toelaat om voor de wereld ware getuigen te zijn van Christus.

Het kleden dient eveneens om ons te herinneren aan de wetten van God en aan onze ernstige verplichting om deze te gehoorzamen. In feite vroeg God aan de mensen om hun kledij te bedekken met duidelijke tekenen die hen doen herinneren aan Zijn Heilige Geboden. "Zeg tegen de Israëlieten dat zij en al hun nakomelingen aan de zoom van hun kleren kwastjes moeten bevestigen waarin een blauwpurperen draad verwerkt is. Bij het zien van die kwastjes zullen jullie herinnerd worden aan alle geboden van de Heer, zodat jullie die naleven en mij niet ontrouw worden door de begeerten van je hart en je ogen te volgen." [Numeri 15, 38-39]

Laat ons bekijken wat God hier bedoelt: "De kwastjes van uw kledij zullen dienen om u te herinneren aan de geboden van de Heer, om hen niet ontrouw te zijn naar uw eigen hart en ogen, waartoe u geneigd bent om deze te volgen, zodat wij onszelf niet toelaten om gevangen te worden door de verleidingen van het vlees, de duivel en de wereld. De kwastjes in de tekst hebben zonder enige twijfel betrekking op enige sort versiering, maar dan in overeenstemming met de eerbaarheid van de menselijke persoon, met welvoeglijkheid of kortom met zedelijkheid, dat ons alert maakt om de Gods geboden na te leven.

Vertaling: Chris De Bodt

8. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 125]

Vierde Lezing: Over het Vagevuur

Deel 1

Ah! Als ze konden, om het uur van hun verlossing te bevorderen, graag zouden ze de vlammen aanwakkeren, hun lijden opstapelen. In die zielen blijver er resten van zonden, een mengeling van ellende, vlekken, gebreken die hen verwijderen van de eenheid met de goddelijke materie. Hun onvolmaaktheden, de dagelijkse vlekken die hen besmetten verduisteren en verminken hun innerlijke blik. Indien het felle blinkende hemelslicht op hun zieke en verzwakte ogen viel voor hun totale zuivering zouden ze duizend maal meer de pijnlijke indruk ondergaan dan te midden van de duisternis van de afgrond. God zelf zou ze meteen willen veranderen tot de gelijkenis met zijn glorie door ze te verlichten met de zuivere stralen van zijn goddelijkheid. Deze te felle en te blinkende stralen zouden niet door hen heengaan, want ze zijn onderschept door de as en het afval van dit aardse stof en slijk dat hen besmet. Het is vereist dat, eens in de brandende smeltkroes, de roest van de menselijke onvolmaaktheid wordt afgelegd om, zoals vuile zwarte steenkool, eruit te komen als kostbaar en helder kristal. Hun wezen moet zich verfijnen en uitzuiveren van elke schaduw en duisternis om in staat te zijn de bestralingen en praal van de goddelijke glorie zonder hinderpaal te ontvangen en hen zo als een overvloedige en bodemloze stroom te vervullen.

Beeldt U een persoon in die door een afschuwelijke kwaal getroffen is die zijn weefsels aantast en omstanders verafschuwt... De arts die hem wil genezen gebruikt kordaat ijzer en vuur. Hij wroet met zijn vreselijk tuig tot op het bot. Hij gaat de wortel van de kwaal uit de geheime diepte ophalen. De stuiptrekkingen van de zieke zijn zo fel dat hij bijna de geest geeft, maar eens de ingreep achter de rug voelt hij zich herleven, de pijn is verdwenen en hij is weer mooi, jong en krachtig. Ah! Verre van te klagen of te verwijten kan hij niet genoeg de arts bedanken die hem, na veel pijn, het kostbaarste terug bezorgde: de gezondheid in het leven.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

9. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [9/26]

Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


10. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 35]

Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

Van mei tot augustus 1664, vier volle maanden lang, zal Benoîte bevoorrecht worden met veelvoudige verschijningen in het kader van het Ovendal. Dit tijdperk is gekenmerkt door de onwetendheid van de herderin aangaande de persoonlijkheid van de Dame die haar verschijnt en door het vertrouwelijk karakter van deze ontmoetingen. De naburige bevolking zal er maar langzaam door beroerd worden en een externe tussenkomst zal nodig zijn om de volksbelangstelling op gang te krijgen.

Het belangrijkste document voor die periode is de officiële Mémoire van de rechter uit de vallei, François Grimaud. Deze notaris uit Gap kwam begin augustus een onderzoek voeren over de feiten waarvan hij de geruchten te horen kreeg. De verhalen van de aartsdiaken Gaillard en kapelaan Peytieu maken deze Mémoire volledig door de vele details, verzameld tijdens de gesprekken met Benoîte.

Vertaling
: Broeder Jozef

11. Het sacrament van de Verzoening [deel 15]

7. De akten van de boeteling


Het boetesacrament verplicht de zondaar alles graag te aanvaarden: het berouw in zijn hart, de belijdenis in zijn mond, algehele nederigheid en een vruchtbare voldoening in zijn doen en laten.

Het berouw

Onder de akten van de boeteling komt het berouw op de eerste plaats. Dit is "de zielesmart vanwege de zonden die men bedreven heeft en de afschuw ervan, vergezeld van het voornemen voortaan niet meer te zondigen."

[De H. pastoor van Ars weigerde soms de absolutie en eiste dat ze zich eerst "in orde" zouden stellen door een diepe berouw en een definitieve breuk met het verleden, omdat hij of zij anders toch zou hervallen in de zonde. Ook Pater Pio stuurde de mensen terug als er geen oprecht berouw was][toevoeging opsteller]

Dit berouw wordt "volmaakt" genoemd, wanneer het voortkomt uit liefde tot God die bovenal bemind wordt ["contritie" ofwel "berouw uit liefde"]. Door zulk een berouw worden de dagelijkse zonden vergeven. Ook schenkt het vergiffenis van doodzonden als het vergezeld wordt van het vaste voornemen om zo spoedig mogelijk tot de sacramentele biecht te naderen.

Het berouw dat "onvolmaakt" genoemd wordt [ofwel "attritie"], is eveneens een gave van God, een impuls van de heilige Geest. Het komt voort uit het besef hoe afschuwwekkend de zonde is of uit angst voor de eeuwige verwerping en andere straffen waarmee de zondaar bedreigd wordt [berouw uit vrees]. Een dergelijke verontrusting van het geweten kan een innerlijke ontwikkeling op gang brengen die onder inwerking van de genade door de sacramentele absolutie vervolmaakt zal worden. Uit zichzelf bewerkt het onvolmaakte berouw echter niet de vergeving van zware zonden. Het bevordert de ontvankelijkheid voor deze vergeving die verkregen wordt in het boetesacrament.

Het is passend zich op het ontvangen van dit sacrament voor te bereiden door een gewetensonderzoek in het licht van het woord van God [en vooral door zich te laten bekijken door Jezus zoals Mgr. Léonard ons voorstelt].

De meest passende teksten hiervoor vindt men in de catechese over het zedelijk handelen dat in de evangelies en de brieven van de apostelen vervat ligt: de bergrede, de onderrichting van de apostelen.

Anne Van Der Sloten

12. Jezus' tijdgenoten [aflevering 253]

Jezus, zoon van Gamaliël

In 63 na J.C. werd Jezus, zoon van Gamaliel [of Joshua ben Gamla] hogepriester benoemd door koning Agrippa II ter vervanging van Jezus, zoon van Damneus. Volgens de Misjna was hij door zijn huwelijk verbonden met de priesterfamilie van Boethos: hij was getrouwd met Martha dochter van Boethos. Jezus, de zoon van Damneus had geweigerd vervangen te worden en de aanhangers van beide vijandige hogepriesters vochten in de straten van Jeruzalem.

Jezus ben Gamaliël werd tot hogepriester gekozen omwille van zijn rijkdom. Volgens de Talmoed voerde Jezus, de zoon van Gamaliel, het lager onderwijs voor jongens vanaf 6 of 7 jaar in. Hij ontwikkelde een systeem waarbij in elk district en elke stad, leraars werden aangeduid voor het onderwijs van de kinderen. Eerder waren dergelijke leraars enkel aan te treffen in Jeruzalem. Hierdoor werd hij door vele andere geprezen, want niemand voor hem was in een dergelijk opvoedingssysteem geslaagd. Ze zeiden van hem: "deze man is waarachtig gezegend. Zonder hem zou de Tora vergeten zijn in Israël." Ook verbeterde hij de de tempeluitrustingen.

In 64 na J.C. verving Agrippa II hem door Matthias, zoon van Theophilus II, maar hij speelde nog een vooraanstaande politieke rol na het begin van de vijandigheden. Omdat hij een goede vriend van Flavius Josephus was, werd hij ervan beschuldigd Josephus’ macht in Galilea te willen beperken met behulp van een andere hogepriester Annas, zoon van Annas.

Vertaling: Broeder Joseph

13. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 79]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Onderhoud van Jezus met de zwijgzame Maria

Hier had Lazarus Jezus gisteren ontvangen. Zij verwelkomden er de aanwezige vrouwen en wasten de voeten van de aangekomen heilige vrouwen. Ook wisselden deze van kleren, lieten hun voor de reis opgeschort kleed omlaag en namen ook andere sluiers aan. Bij allen waren de gewaden van witte, geelachtige of bruiner ongeverfde wol. Na een kleine verkwikking begaven zij zich naar Martha's woning.

Jezus en de mannen kwamen hen groeten en Jezus ging met de H. Maagd alleen en sprak met haar afzonderlijk. Hij zegde haar zeer liefdevol,maar zeer ernstig en dui­delijk dat zijn werk en loopbaan nu was begonnen en dat Hij nu naar de doop van Johannes ging. Van daar terugkerend zou Hij nog een korte tijd in de omstreken van Samaria met haar zijn ,maar dan zou Hij naar de woestijn gaan om er veertig dagen in gebed en vasten door te brengen.

Toen Maria van die woestijn hoorde,was zij zeer bedroefd en zij smeekte Hem met aandrang om toch in die verschrikkelijke plaats niet te gaan, waar Hij zo lang gebrek aan alles zou hebben en van honger en dorst bezwijken. Jezus antwoordde haar dat zij Hem voortaan uit menselijke bezorgdheid in zijn werk niet mocht ver­hinderen en dat Hij doen moest wat Hij deed. Dat Hij een grootse en zware onderneming begon en dat zij die met en voor Hem zijn, moeten lijden. Dat Hij nu de weg van zijn zending opging, dat zij nu van alle persoonlijke aanspraak op Hem moest afzien, maar dat Hij haar zou beminnen gelijk altijd, want dat Hij nu in de dienst van de gehele mensheid stond. Dat zij zou doen wat Hij zeggen zou en dat zijn hemelse Vader haar daar­voor zou belonen, nu toch begon de voorzegging in vervulling te gaan,die Simeon haar gedaan had in de tempel,te weten,dat een zwaard haar ziel zou doorboren, enz.

14. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 93: Animal Rurale [Dier uit het Veld]

Benedictus XIV [1740-1758]

Echte naam: Prospero Lorenzo Lambertini [Bologna, 31 maart 1675 - Rome, 3 mei 1758]

Benedictus XIV was paus van 17 augustus 1740 tot 3 mei 1758. Hij wordt gezien als de grootste paus uit de 18de eeuw. Hij maakte zich ook zeer verdienstelijk op het gebied van het canoniek recht en in de wetenschap.

Benedictus XIV behoorde tot een adellijke familie uit Bologna. Hij was de zoon van Marcello Lambertini en Lucrezia Bulgarini en werd jurist en theoloog. Hij begon zijn studies bij de Somaschi priesters in Bologna. Vanaf 1688 studeerde hij rhetorica, filosofie en theologie aan het "Collegium Clementinum" in Rome. Op 11 september 1694 behaalde hij zijn doctoraat aan de La Sapienza-universiteit te Rome.

Lambertini werd in 1727 aartsbisschop van Ancona, daarna kardinaal en in 1731 aartsbisschop van Bologna en was een van de belangrijkste adviseurs van zijn voorganger Clemens XII.

Chris De Bodt

15. De Berkenboomprofetieën [deel 17]

Antonius

Een Duitse immigrant Antonius genaamd, die geboren werd in 1820 in Keulen, profeteerde de derde wereldoorlog aldus:

"Ik zag een nieuwe oorlog in de Elzas. Plotseling van de Franse kant uit van Metz en Nancy, grote troepentranporten, waarna de oorlog begon. Deze duurde twee dagen en eindigde door de overwinning van de Pruisische [Duitse] aanvoerder. De Fransen volgden de Pruisen over de Rijn in vele richtingen. In een belangrijke slag nabij Frankfurt werden de Pruisen ernstig verslagen. Zij trokken zich terug tot Siegburg, waar ze op de Russen botsten. De Russen behandelden de Pruisen slecht. Het schijnt mij toe dat de Fransen de Pruisen hielpen. De strijd nabij Siegburg is nooit geëvenaard in verschrikking. Na verscheidene dagen bevrijden de Russen en de Pruisen zich en beginnen ze zich terug te trekken tot beneden Bonn op de westelijke oever van de Rijn. Er werd geschoten op Keulen: een kwart deel was niet geraakt. Kort daarna vertrokken ze en de mensen waren blij en klapten in de handen en hun gezichten glunderden."

Vertaling: Anne Van Der Sloten

16. Natuurtips die niets kosten: Heermoes [equisitum arvense L.]





Nog een "onkruid" dat niet graag gezien wordt in de tuin, maar dat sterke geneeskrachtige eigenschappen heeft, is heermoes, ook wel paardenstaart genoemd, het makkelijkst te gebruiken als thee, spoelmiddel of zitbad. Aan te wenden bij: osteoporose, broos beendergestel, herstel van breuken, peesontstekingen, gescheurde ligamenten en verzwikkingen, aandoeningen van tussenwervelschijven, moeilijk genezende wonden, afbrekende, splitsende haren en nagels, dun haar, haarverlies, zwak gebit, vroegtijdige veroudering, slappe huid, herstel, versterking longweefsel, mineraaltekorten, krampen, blaasspierzwakte, nierontsteking, blaasontsteking...
  • Afkooksel

    Inwendig gebruik bij gewrichtslast, pees-, bot- en ligamentenletsels, overvloedige menstruatie; uitwendig bij huidstrepen, slecht helende wonden: 2 à 3 g. per tas water, 5 minuten koken en 10 à 15 minuten laten trekken, zeven, 3 tassen per dag.

  • Thee

    2 theelepels of 2 à 4 g. gekneusd kruid per tas kokend water, 15 minuten laten trekken, zeven, 3 tassen per dag.

  • Zitbad en drinken van de thee

    100 g. laten trekken in koud water [maceraat], de volgende dag tot tegen het kookpunt brengen en bij het badwater voegen. Aan te wenden bij: blaas- of nierstenen [eerst urine ophouden en dan krachtig lozen om de stenen kwijt te geraken], zware nierstoringen, slechte doorbloeding van de nieren.

    Bij een zitbad moeten de nieren onder het wateroppervlak zijn. De duur van het zitbad: 20 minuten. Niet afdrogen, maar vochtig in een badjas ongeveer een uur in bed liggen, zweten en dan pas droog nachtgoed aantrekken. Het zitbad kan, indien weer verwarmd, nog tweemaal gebruikt worden.

  • Culinair gebruik

    Jonge scheuten kunnen als asperges klaargemaakt worden en met boter gegeten.

  • Combinaties met andere kruiden

    Met Urtica dioica [grote brandnetel] bij osteoporose, broze haren en nagels, voor een sneller herstel van botbreuken, voor de versterking van het kraakbeen, voor een sterker gebit.
Waarschuwingen
  • Heermoes kan de stolbaarheid van het bloed doen toenemen; hou rekening daarmee bij stoornissen in de bloedstolling.
  • Niet nemen bij oedemen door hart- of nierlijden tenzij in samenspraak met de dokter.
  • Bij ernstige kwalen steeds een dokter raadplegen.
  • Kruiden steeds plukken ver van vervuilde en/of besproeide plaatsen
Anne Van Der Sloten




Foto




Weetjes over Medjugorje

Geografie

Kroatië

Bosnië en Herzegovina

Godsdienst

Wetenschap

Portret van de zieners

Maria's uiterlijk

De 5 pijlers van het geloof

Vragen en antwoorden

Standpunt van het Vaticaan

Ratzinger bezocht ooit Medjugorje "incognito"

1e onderzoekscommissie

2e onderzoekscommissie

3e onderzoekscommissie

4e onderzoekscommissie

De kwestie Herzegovina 1

De kwestie Herzegovina 2

De kwestie Herzegovina 3

Profetieën nemen hun tijd

Mirjana meer en meer op de voorgrond

Bestemming van de ziel

De Podbrdo [Verschijningsberg]

De Krizevac [Kruisberg]

Het Votiefkruis

Parochiekerk Jacobus de Meerdere

Uitbreiding biechtgelegenheid

Kapel der Twee Harten

Oasi delle Pace

Verrezen Christus

Cumunità Cenacolo

Mother's Village

Vr. Slavko Barbaric

Vr. Jozo Zovko

Vr. Pétar Ljubicic

Ratko Perics toorn

Heeft Zanic Medjugorje verraden?

Vr. Amorthe betreurt apathie

Siroki Brijeg

Retraîtekasteel

Zr. Emmanuel Maillard

Ivans gebedsgroep

Nedjo Brecic

Christoph Schönborn

St. Stephansdom, Wenen 2012

Scalambra & Casale Monferetto

Madonna van Civitavecchia

Little Audrey Santo

Maria's verjaardag

Medjugorje en Moederdag

De IIPG [1]

De IIPG [2]

De IIPG [3]

De IIPG [4]

De IIPG [5]

De weide van Gumno

De priester die verdween

Nieuwe taksen op logies

Mirakel van de Maan

Documentaire 1983

BBC Documentaire 2010

Documentaire Mary TV

The Miracle of Medjugorje


Interviews Medjugorje

Mirjana Dragicevic [2008]

Mirjana Dragicevic [1998]

Mirjana Dragicevic [1983]

Mirjana Dragicevic [1989]

Mirjana Dragicevic [1]

Mirjana Dragicevic [2]

Mirjana Dragicevic [2009]

Vicka Ivankovic [2008]

Vicka Ivankovic [1983]

Vicka Ivankovic [2007]

Vicka Ivankovic [1988]

Vicka Ivankovic

Ivan Dragicevic [2003]

Ivan Dragicevic [2004]

Ivan Dragicevic

Ivanka Ivankovic [1983]

Ivanka Ivankovic [1989]

Ivanka Ivankovic

Pétar Ljubicic [2004]

Pétar Ljubicic [2006]

Pétar Ljubicic [2008]

Slavko Barbaric [1987]

Gabriele Amorth [2002]

Jakov Colo

Jakov Colo

Jakov Colo [2007]

Marija Pavlovic [2008]

Marija Pavlovic [1989]

Marinko en Dragico Ivankovic [1983]

Damir Coric [1983]

Marica Kvesic [1983]

John en Andja Setka [1983]

Jelena Vasilj [2002]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Zlatko Zudac [1999]

Bisschop Hnilica [2004]





Overige Weetjes

Bestemming van de Ziel

Theresia van Lisieux
over het Vagevuur

Maria Simma

De invloedrijkste vrouw

Engelen

Twaalf stappen voor een gelukkig heengaan

Twaalf fabels over het Katholieke geloof

Pater Pio en Karol Woijtyla

San Nicolàs de los Arroyos

La Madonna del Ghisallo

O.L.V. Van den Oudenberg

Fatima:
Reeds eeuwen Mirakels

Jacinto Marto uit Fatima
door Fr. Robert J. Fox

Profetieën nemen hun tijd

Jacinto Marto uit Fatima
door Zr. Lucia Dos Santos

Ingrid Betancourt

Dikwijls gewichtige feiten
nà verschijningen

satans opzet

De Graal van Valencia

Notre-Dâme du Laus

Kibeho, Rwanda

Esther en Mordechai

Monte Cassino

Gods adres

Jezus' geboortekerk [1]

Jezus' geboortekerk [2]

De Komeet Lulin

De Komeet Elenin

De Komeet Honda

Samuel Alexander Armas

De Geur van Regen

Jaar van de Priesters

Dr. Gloria Polo's terugkeer

Ian McCormack: Een blik
in de eeuwigheid

Middel tegen komende pandemie

Kim Phuc

Michael Anderson

Zeven kenmerken
van een goede vader

O.L.V. van Las Lajas

Vaders Liefdesbrief

O.L.V. van Ocatlàn

Elena Desserich

Rom Houben

Overlijden Mari-Loli Mazon

Advent

Gered door een engel?

Kerst in de loopgraven

Mgr. Peter Savelbergh

Ontdekking v/d sarcofaag v/d H. Philomena

De Heilige Mis

Petrus Lombardus

Oscar, de kat

Tieners, geef hen nooit op!

Ontdekking te Nazareth

Efeze: Maria's Huis

Wonderdadige Medaille

De rivier Kwai

De Exodus

Valentino Mora

Het vijfde Maria Dogma

Elizabeth Kindelmann

H. Louis de Montfort

H. Clelia Barbieri's
miraculeuze stem

Steven en Djaingo

Het wonder van San José

Aalst, België's 9/11

Het getal 11

Maria en het getal 101

Sterven op 33

Is dit St. Jozef's graf?

Het Kerstverhaal
en Koning Herodes

De Kardinale Climax

Winterzonnewende 2010

En de maan werd rood

Schoonheid van Wijwater

De dag die ontbrak

Het celibaat

De vierde ruiter van de Apocalyps

De maagdelijke geboorte

Jordanië claimt oudste christelijke vondst

Colton Burpo versus Stephen Hawking

H. Gelaat van Manoppello

Padre Pio: under investigation

Grace

Michael Browns retreat

7 niveau's van het liegen

De dood van Sint Jozef

De dood van Maria

Betekenis van Maria's naam

Het Aramees in opmars

De Bosnische pyramiden

Brugge, het Jeruzalem van het Noorden

Wonder te Skopje


Diverse Profetieën
Miscellanous Prophecies

Profetieën nemen hun tijd

Is dit de tijd waarover ze spraken?

Garabandal [1961-65]

Israël en Bijbelse Profetie

Pinksterprofetieën 1975

Quito [17de eeuw]

Kenmerken v/d antichrist

A.C. Emmerich [1]

A.C. Emmerich [2]

De Kremna Profetieën

Hildegard van Bingen

Belpasso [1986-88]

2 Noorse profetieën

La Salette [1846]

Anna Maria Taigi

Diversen

Heilige Mechtildis

Non van Tours

Heilige Nilus

Bernardine Von Busto

Non van Bellay

Kloosterling Hilarion

Don Giovanni Bosco

Elizabeth Canori Mora

Judah Ben Samuel

Jeanne Le Royer

Giacchino di Fiore

Bartholomeüs Holzhauser

Madeleine Porsat

De profeet Daniël

Kibeho, Rwanda

Ida Peerdeman

H. Ireneüs van Lyon

Methodius van Olympus

H. Hippolytus van Rome

Firmanus Lactantius

De Berkenboomprofetieën

Dr. Arnold Fruchtenbaum

H. Ephraïm de Syriër

H. Cesarius van Arles

Columba van Ierland

Elena Aiello

Beda, de eerbiedwaardige

Odilia van de Elzas

Johannes Damascenus

Adso, de Monnik

Anselmus van Canterbury

H. Vincent Ferrer

Joachim van Fiore

Johannes Friede

Thomas van Aquino

John of the Cleft Rock

Franciscus van Paola

H. Birgitta van Zweden

Robertus Ballarminus

Dionysus van Luxemburg




















Het Laatste Geheim

1. Een enorm mysterie

2. Sterk en zedig

3. Dagen van duisternis

4. Moeder van de Heer

5. Boven de zon

6. Gog en Magog?

7. Door de straten van de stad

8. Vanop de hoogste bergen

9. Kleine geheimen

10. Klokslag twaalf

11. Lichten, geluiden, graven

12. De klokken luiden

13. Donderslag in de verte

14. Geheime aanwezigheid

15. Vuurzuil

16. Geheimen van de Rozenkrans

17. Het voorteken

18. De zeven

19. Het voorgevoel

20. Signalen en vloeken

21. Afschuwelijke wonderen

22. De kastijding

23. Naschok

24. Waar duivels beefden

25. Geheime Martelaren

26. Geheim van de gehoorzaamheid

27. Geheim van het vertrouwen

28. Ik wacht op u

29. De geest van opstand

30. Genade en rechtvaardigheid

31. De Profetie

32. Voorbij de grenzen
van de kennis

33. Geheimen in
Amerika en Europa

34. Geboren in de hel

35. Cathérina's geheim

36. Geleende tijd

37. Ik zal uw Moeder zijn

38. Het grote Teken

39. Koningin van de Eeuwigheid











Thomas à Kempis
De navolging van Christus

Boek 1.1

Boek 1.2

Boek 2

Boek 3.1

Boek 3.2

Boek 3.3

Boek 4.1

Boek 4.2



Novenen

Maria Onbevlekte Ontvangenis

OLV van Lourdes

OLV Van Fatima

OLV Van Banneux

OLV van de Berg Carmel

OLV Hemelvaart

H. Maagd van de Wonderdadige Medaille

Maria Lichtmis

Don Bosco

Maria Boodschap

Sint Jozef

Heilige Familie

Goddelijke Barmhartigheid

Heilige Geest

Kindje Jezus

Engelbewaarder

Aartsengel Michaël

Aartsengel Gabriël

Franciscus van Assisi

Antonius van Padua

Pater Pio

Heilige Benedictus

Heilig Hart van Jezus

Heilige Rita

Sint Valentijn

OLV van Altijddurende Bijstand

Jean Marie Vianney

Theresia van Lisieux

Maria, die de knopen ontwart

OLV van de Bezoeking

Zielen in het Vagevuur

Kracht van het Kruis
tegen het kwade

H. Gelaat van Jezus

Hart van Jezus en Maria

Kindje Jezus van Praag

OLV van Genezing

Miraculeuze Maagd

Pater Damiaan

Heilige Anna

H. Maria Goretti

Heilige Peregrinus

Heilige Expeditus

Sint Joris

H. Margareta van Cordoba



Films

Padre Pio

The Miracle of Our Lady of Fatima

The 13th Day

Het Lied van Bernadette

One Night with the King

Faustina

Docu: Faustina Kowalska

Docu: Mariaverschijningen

Docu: OLV van Guadalupe

Vincentius a Paolo

Sint Paulus

Sint Petrus

Docu: Pater Damiaan

Passion de Jeanne d'Arc

Story of Father Damien

Docu: Garabandal

Exorcism of Emily Rose

The Nativity Story

Don Johannes Bosco

The Passion of The Christ

King David

Romero

Jean de Florette

Manon des Sources

Abraham

Mozes

Solomon

Jacob

Francesco

A man for all seasons

The Apocalypse

Docu: H. Maria Goretti

Docu: The birth of Israël

Docu: The six-day war

Docu: Ghosts of Rwanda

Becket

Gospel of Luke

Gospel of Matthew

Gospel of John

Acts

Unsolved mysteries

Joseph

Samson and Delilah

H. Rita van Cascia

Thérèse de Lisieux

Isaak, Jacob & Esau

Fray Martin de Porres

Lourdes [2000]

Clara & Francisco

Maria Goretti

Mother Theresa




Astronomische verschijnselen

28/11/2011



Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs

 

Real Time Web Analytics

Page Content

Page Content