1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio [7/7]
En zo onthult hij, die het middelpunt is van zon buitengewoon charisma, met een grote nederigheid de eenvoud van zijn spiritueel leven, dat bestaat uit beschouwing, officiële gebeden en de Rozenkrans, die telkens volledig wordt gebeden. Toen hem werd gevraagd of hij nog aan buitengewone, persoonlijke boete deed, zei hij openhartig: "Neen: ik draag deze die de Heer mij zendt." En, de waarheid dient gezegd, want we weten dat deze niet klein in aantal waren. Daarop spreekt hij over de lange uren die hij doorbracht in de biechtstoel, luisterend naar de zonden, de vermaningen, de verlichtingen en de vergeving.
Nadien toonde hij aan de onderzoeker, met dezelfde nederigheid en volgzaamheid, al zijn pijnlijke wonden, zodat hij ze voorzichtig kon onderzoeken en beschrijven, wat hij ook deed en zoals we nu kunnen lezen in een levendige, realistische beschrijving die alle details weergeeft. Pater Pio maakt ook duidelijk dat de wonde op zijn rechterschouder, waarover talrijke geruchten intussen waren ontstaan, niet bestond, tenminste in die tijd. Hij ging niets uit te weg, nooit, zelfs de moeilijkste vragen, zelfs niet de verdachtmakingen en twijfels over de middelen die hij, volgens sommige insinuaties, aanwendde om zijn wonden te behandelen.
Langs de andere kant boeien de overige broeders ons met interessante details over zijn daadwerkelijke leven en zijn nederige aard, terughoudend bij de meest delicate aangelegenheden en toch vrolijk en schertsend: "Tijdens een gesprek is Pater Pio heel aangenaam en vriendelijk, met zijn broeders is hij sereen, opgewekt, zelfs met de nodige humor." Waarachtig verassende bijzonderheden, als we denken aan de onophoudelijke lichamelijke pijnen en de psychologische druk waarmee hij voortdurend werd geconfronteerd. Ook vertelden de Broeders over het weinige dat hij at, zelfs toen al. Soms was een kopje chocolademelk of een glaasje bier alles wat hij als maaltijd nam. Dit is de schets van een leven, gekenmerkt door een krachtige stempel van God, en toch eenvoudig en doorschijnend, want de heilige man had niets te verbergen.
Aan het einde van zijn nauwkeurig en grondig onderzoek, kan de onderzoeker niets anders dan besluiten: "Pater Pio is een zuiver godsdienstig voorbeeld, die zijn waarden in overeenstemming brengt met zijn leven dat hij heeft geschonken aan vroomheid en aan een ander en hoger niveau van gebed dan van buiten uit leek: hij werd vooral bewonderd voor zijn oprechte nederigheid en zijn opmerkelijke eenvoud die nooit ontbraken, zelfs tijdens de moeilijkste momenten, wanneer hij wetenschappelijke testen moest ondergaan, die zwaar op hem wogen en zelfs gevaarlijk waren voor iemand met zijn wankele gezondheid." Een man die verstoken was van enige leugen en wiens getuigenis onder ede "mocht worden beschouwd als oprecht, daar bedrog en valse getuigenissen, in een hevig contrast zouden staan met zijn leven en waarden."
Zelfs de omgeving rond Pater Pio maakte een goede indruk op Mgr. Rossi, die besluit: "De religieuze gemeenschap waarin Pater Pio leeft, is een goede gemeenschap waarin men zijn vertrouwen kan stellen."
Vertaling: Chris De Bodt
2. Grace [7/10]
°26 juli 2002 - 26 september 2002
Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.
Zuigelingenafdeling
Het personeel heeft ons dan een aparte kamer op de zuigelingenafdeling bezorgd, zodat we een voor ons gereserveerde plek hadden en iedere dag bij Grace konden zijn. Deze kamer werd "het bureau" omdat ik iedere dag om 9 uur aankwam en om 17 uur vertrok. In dit "bureau" leerden Paul en ik zelf voor Grace te zorgen. Het was een kleine ruimte maar honderden mensen zijn er gepasseerd om Grace te dragen en te liefkozen.
We leerden hoe we Grace konden voeden met de maagsonde en hoe we haar konden verzorgen. Het gebeurde soms dat ze stopte met ademen en dat ze kleine crisissen [aanvallen] doormaakte. We hebben nauw samengewerkt met een organisatie voor palliatieve zorgen om haar thuiskomst te regelen.
Grace had enkele typische trekjes van trisomie 18: de oortjes lager ingeplant dan gebruikelijk, de gebalde vuistjes, de voetjes wat speciaal en een wat gebogen voorhoofd. Maar als je gewoon naar haar keek leek ze gewoon een kleine baby: 2030 g, 47 cm. Ze was zoals mijn andere dochtertjes waren, alleen wat kleiner. Al die kleine details maakten haar uniek en speciaal voor mij. Ik zag de trisomie 18 niet, ik zag alleen mijn kostbaar klein meisje. En dat was wat de meeste mensen zich realiseerden toen ze eenmaal geboren was. Ze was helemaal niet het monster dat de artsen me vier maanden eerder beschreven hadden ... ze was een klein schatje. Alles wat ze nodig had was liefde. En die heeft ze gekregen!
Wij hebben enkel voor medische behandelingen gekozen die haar het leven comfortabeler maakten. We hebben haar via een maagsonde gevoed. Ze had regelmatig apneus [ademstilstanden]. Telkens kwam ze daar weer uit, zelfs nadat ze soms 15 of 20 minuten niet geademd had. Daarom noemden we haar "Amazing Grace" ... onze Grace was een ongelooflijke en verbazingwekkende meid! Ze werd verondersteld binnen de drie dagen na haar geboorte te overlijden omwille van de afwijking aan har hartje, maar ze bleef bij ons. Ze had meerdere periodes van apneus en crisissen, maar kwam telkens weer terug. De trisomie werkt op het brein en op heel wat automatische reflexen zoals zuigen en ademen. Voor de rest vonden we haar gewoon perfect.
We hebben niets willen ondernemen om haar leven te verlengen. We hebben haar zoveel als mogelijk haar comfort gegund. We droegen haar rond als ze apneus had en spraken haar zachtjes toe. "Kom terug,Grace," hebben we zo vaak gezegd. Zij luisterde dan meestal naar haar ouders. We konden niet herstellen wat niet goed ging. We konden haar alleen maar beminnen.
Het was een zegen voor ons dat Grace in dit ziekenhuis geboren werd. Ze was de enige baby op de intensieve zorgen van de zuigelingenafdeling gedurende haar verblijf daar. De verpleegsters waren geweldig. Nooit heb ik iets vergelijkbaars gezien. Grace was een beroemdheid geworden. Ik heb fantastische mensen ontmoet die ik nooit zal vergeten.
Even heb ik geaarzeld, ongeveer een tweetal weken vooraleer ze naar huis zou komen. Ze kreeg een zware crisis en men stond op het punt haar dood te verklaren. Ik dacht, "hemel, en als dat thuis in de living gebeurt met mijn kinderen, ben ik gek geworden?" Maar twee weken later was ik voor alles klaar. We hebben haar naar huis gebracht op de dag dat ze één maand werd. Het personeel van de zuigelingenafdeling was fantastisch. Ze lieten ons zelfs een klein ziekenhuisbedje mee naar huis nemen. Het was een geweldige dag!
Vertaling: Christine
3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 27]
Justo Antonio Lo Feudo
Daarop nam ik het besluit om bij de eerstvolgende Heilige Communie, mijn toewijding tot het Hart van beiden uit te drukken. En zo verliep alles in werkelijkheid. Ik ging nog datzelfde jaar naar Medjugorje terug, met Kerstmis. Zelfs de kleinste details van die Kerstdag blijven onvergetelijk voor mij. Ik zag vele dingen in Medjugorje, maar de dingen die mij het meeste en het diepste troffen, bleven me bij. Nu ben ik er reeds acht maal geweest en plan ik om in december terug te keren [dank voor uw gebeden!!]. Sinds mijn eerste bezoek was alles in mijn leven veranderd. Ik probeer te volgen wat Onze Moeder van ons vraagt, maar ik moet toegeven dat ik hier niet altijd in slaag.
Ook heb ik sindsdien genade op genade ontvangen. Onder vele andere dingen, wat ook betekent het ontmoeten van zieners en mensen die heel nauw betrokken bij Medjugorje, zoals Weyne Wayble, Zuster Emmanuel, Vr. Slavko, mijn vriend Vr. Gianni Sgreva [stichter van Oasis van Vrede] en anderen van Radio Mir en Mir-Shalom. Maar boven alles, de enorme genade om te mogen werken voor Hemelse Koninkrijk, onder de begeleiding en de bescherming van de Koningin van de Vrede.
Ook het mogen deel uitmaken van deze prachtige groep, waarin we niet alleen onze ervaringen delen, ideeën opbouwen en elkaar steunen door het gebed, maar ook het leven in dezelfde geest omdat we kinderen zijn van dezelfde Moeder, ongeacht waar we ons op deze planeet bevinden, is een enorme genade. Juist zoals Onze Moeder ieder van ons, één voor één, naar Medjugorje roept, ben ik ervan overtuigd dat Zij ons, via Nedjo, riep om lid te zijn van de groep. En weet u iets? Ik kan nauwelijks wachten tot het ogenblik dat ik s avonds mijn mailbox kan openen en al uw boodschappen lezen.
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 134]
Schrift 1
299 + Het geheim van de ziel. Wilno, 1934.
Toen mijn biechtvader me eens beval aan de Heer Jezus te vragen wat de twee stralen betekenen die op de Beeltenis [38] staan, antwoordde ik het aan de Heer te zullen vragen. Tijdens het gebed hoorde ik innerlijk deze woorden: "Deze twee stralen verwijzen naar het Bloed en het Water; de witte straal betekent het Water dat de zielen rechtvaardigt, de rode het Bloed, dat het leven van de zielen is... Deze twee stralen ontsprongen uit het diepste van Mijn barmhartigheid, toen Mijn Hart, stervend op het kruis door de lans werd geopend. Deze stralen beschermen de zielen tegen de toorn van Mijn Vader. Gelukkig wie in hun schaduw leeft, want de gerechtige hand van God zal hem niet bereiken. Ik verlang dat de eerste zondag na Pasen het feest van de barmhartigheid wordt.
300. + Vraag aan Mijn trouwe dienaar dat hij op die dag tot de ganse wereld spreke over mijn grote barmhartigheid, dat allen die op die dag naderen tot de Bron van Leven, een volledige kwijtschelding van hun schuld en straffen zullen bekomen. De mensheid zal geen vrede kennen zolang ze zich niet met vertrouwen tot Mijn barmhartigheid wendt.
+ O, hoe verwondt Mij dat ongeloof van de ziel. Zo een ziel belijdt dat Ik Heilig en Rechtvaardig ben maar gelooft niet dat Ik de Barmhartigheid ben: ze wantrouwt Mijn goedheid. De duivels verheerlijken ook Mijn gerechtigheid, maar zij geloven niet in Mijn Goedheid. Mijn Hart verheugt zich in deze titel van 'Barmhartigheid'.
301. Verkondig dat de Barmhartigheid de grootste eigenschap is van God en dat al de werken van Mijn handen zijn."
[38] Hier wordt de door E. Kazimirowski geschilderde Beeltenis bedoeld.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 134]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 2
In de eerste zitting op het concilie van Firenze weigerden de Griekse Kerkvaders steeds en zeer formeel het bestaan van een stoffelijk vuur in het Vagevuur. Anderzijds beleden ze eensgezind dat het Vagevuur een donkere plek is waar de zielen, vrijgesteld van het vuur, zwaar te lijden hebben vanwege de duisternis en de angst van een vreselijke gevangenschap. De Latijnse Kerkvaders die eensgezind de tegengestelde opinie verkondigen, meenden nochtans niet dat op dat de punt de Griekse Kerk dwaalde. Om die reden werd in het eenheidsdecreet tussen beide Kerken geen gewag gemaakt van foltering door vuur. Gewoon werd er beweerd dat de zielen die niet genoeg aan Gods rechtvaardigheid voldaan hadden in dit leven, evenredig met het aantal en de ernst van hun zonden moesten lijden in het andere leven en dat hun lijden verzocht en ingekort wordt door de gebeden en goede werken van de levenden, vooral door het misoffer.
Als het concilie van Firenze bij het vastleggen van de straffen in het Vagevuur het niet nodig achtte om het bestaan van vuur te vermelden, ofwel uit respect voor de Griekse Kerkvaders, een lang betrachte eenmaking te vertragen, ofwel ook omdat hun vergissing geen verband had met de inhoud en de essentie van het dogma, moet nochtans het bestaan van een stoffelijk vuur in het Vagevuur bekeken worden als een bewezen waarheid die twijfel noch beperking duldt. Ten eerste, in datzelfde concilie van Firenze werd het stoffelijk bestaan van vuur in het Vagevuur ondersteund met eenparigheid van stemmen door alle Latijnse Kerkvaders. Deze opinie heeft dus de steun van de grootste strekking in de overlevering en het gevoel van bijna alle dokters. Sint Paulus schijnt het formeel te preken met deze woorden: Salvi erunt sic quasi per ignem, en hij gebruikt niet het woord quasi als een verkleinwoord, maar om beter de wijze van zuivering uit te leggen. Ten slotte stellen alle visioenen en openbaringen over het Vagevuur lijden en vuur gelijk met deze van de Hel, zonder enige beperking behalve dat het geen eeuwig maar een tijdelijk vuur is.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
6. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [19/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 46]
Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal
Eerste apostolische zending
Er zijn al twee maanden voorbij: we schrijven juli 1664. Een begin van vorming van Benoîte tot haar latere taak krijgt vorm, de gesprekken met de Dame duren langer en worden gemoedelijker. M. Peytieu heeft drie feiten uit die tijd bewaard, ietwat aangevuld door Gaillard.
"Na 2 maanden stuurde de Dame haar tweemaal naar de kerk van Saint-Etienne om God te bidden, en droeg Ze zorg voor de kudde..." Gaillard schijnt aan te duiden dat dit vaker voorviel.
Op een dag dat de herderin de Mis bijgewoond had, wilde de Dame haar op de proef stellen door de kudde van het ene naar het andere dal te verplaatsen. Bij haar terugkeer vindt Benoîte haar schapen niet, begint te wenen en gaat terug naar huis. Als haar baas haar alleen tegenkomt denkt hij dat zijn kudde ontvoerd is en hij wordt kwaad. Ze gaat terug en vindt de kudde in de andere vallei. De mooie Dame zegt haar, nu ze haar bij de schapen terugziet: "Je deed me plezier door niet ongerust te worden. Een andere zou boos zijn geworden of gevloekt en het geduld verloren hebben, maar je weende alleen maar. Wat ik deed diende maar om je geduld te beproeven."
"Een andere keer toen ze haar moe zag," schrijft Peytieu, "zei de uitzonderlijke Dame dat ze moest rusten terwijl zij zou hoeden." Gaillard geeft mooie details over dit verhaal: "De Dame zei haar naderbij te komen, wat ze deed en insliep op haar mantel. Bij het ontwaken ziet ze geen Dame of kudde meer in het dal. Ze gaat op zoek en ziet de Dame die haar troost. De Maagd reikt haar de hand, maar Benoîte trekt de haar hand in: Mooie Dame! Ik ben niet waardig de sporen van je voeten te kussen of aan te raken: zo vereert ze haar vorstelijke prinses."
Nu is de herderin geheel getemd, het hart verlegen vanwege de goedheid van deze Dame die haar aanspoort tot gebed en geduld. Het wordt tijd om haar een eerste taak te geven, goed beschreven door M. Peytieu: Daar de Moeder Gods aan de meisjes van Saint-Etienne een grote tederheid voor Benoîte schonk, zei de Dame haar op een dag: "Zeg de meisjes dat ze iedere avond de Litanie van de Maagd in de kerk zingen, met toelating van de heer prior, en je zult zien dat ze het doen. Maar de meisjes kenden de Litanie niet. De Maagd leerde ze aan Benoîte en deze aan de meisjes. De zang werd met de grootste godsvrucht uitgevoerd."
Vertaling: Broeder Jozef
8. Het sacrament van de Verzoening [deel 17]
Uittreksel uit het boek van Pater Slavko Barbaric: "Geef me je gewonde hart?"
De maandelijkse biecht
De maandelijkse biecht kan ook als sacrament ter versterking tegen het kwade worden opgevat en niet alleen als reiniging van het kwaad, dat zich reeds in ons hart bevindt!
Als iemand in een fabriek werkt waar giftige stoffen worden verwerkt, of in ruimten die verontreinigd en schadelijk zijn voor het leven, dan is het heel normaal dat er bijzondere veiligheidsmaatregelen worden toegepast. Als dit niet gebeurt, handelt men onverantwoordelijk tegenover het leven.
Wij moeten de tegenwoordige wereld niet veroordelen zoals we een zieke ook niet moeten veroordelen. Integendeel, we moeten hem helpen, proberen te begrijpen en indien mogelijk te genezen. Wij moeten ons echter beschermen tegen de ziekte van de wereld, die door de zonde wordt veroorzaakt, zodat wij zelf gezond leven en anderen kunnen helpen, zodat zij tot een innerlijke evenwichtigheid komen!
Uit de ervaringen van de gebedsgroepen weten wij , dat de Moeder Gods soms ook tot de wekelijkse biecht heeft opgeroepen. Dat gebeurde meestal in de weken van voorbereiding op bijzondere feestdagen zoals Kerstmis, Pasen, Pinksteren enz.
Maria wenst als Moeder Haar kinderen niets anders toe dan de genezing en de gezondheid van de ziel, opdat zij in vrede kunnen leven.
Hier volgt een gebed van zijn hand dat kan gebruikt worden om inzicht te krijgen waar het soms fout loopt: "Jezus is met ons: Hij is gekomen en heeft ons het Licht gebracht." Hij zei van Zichzelf: "Ik ben het Licht van de wereld."
Anne Van Der Sloten
9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 263]
Josephus Flavius
Ik werd toen bang dat ik mij, door deze dingen zovaak op hun hart te drukken, bij hen gehaat zou maken en de verdenking zou wekken, dat ik tot de partij van onze vijanden behoorde en dan het risico zou lopen dat ik door hen gegrepen en vermoord zou worden. Omdat zij zich al meester hadden gemaakt van het fort Antonia, trok ik mij dus terug op de binnenplaats van de tempel. Ik verliet de tempel, waar ik temidden van de hogepriesters en de leider van de Farizeeën verbleef, nadat Manahem en het hoofd van de terroristenbende ter dood waren gebracht. Toen wij vervolgens gewapende manschappen zagen werden wij door grote angst bevangen. We wisten niet wat wij moesten doen en waren niet in staat om de opstandelingen te kalmeren. Omdat wij echter in onmiddellijk gevaar verkeerden, deden wij alsof wij het met hen eens waren, en raadden wij hen alleen maar aan om zich voorlopig rustig te houden en de vijand te laten vertrekken. Wij bleven hopen dat het niet lang meer zou duren voordat Gessius [Florus] met een sterke krijgsmacht zou arriveren, en een eind zou maken aan deze beroeringen.
Maar toen hij eenmaal aangekomen was en het gevecht plaats vond, werd hij verslagen en een groot aantal van zijn metgezellen werden gedood. Die schande die Gessius [samen met Cestius] ten deel viel, werd rampzalig voor ons hele volk, want de mensen, die verzot op oorlog waren, raakten door dit succes zo opgewonden, dat ze dachten dat ze uiteindelijk de Romeinen dan ook wel zouden kunnen verslaan. Deze oorlog was namelijk ook de aanleiding tot een andere gebeurtenis: de bewoners van naburige steden van Syrië grepen de Joden die tussen hen in woonden, samen met hun vrouwen en kinderen en vermoorden hen, ondanks het feit dat zij geen enkele reden hadden om zich over hen te beklagen. Die mensen hadden geen enkele poging ondernomen tot een omwenteling of een opstand tegen de Romeinen. Evenmin hadden zij op enige manier laten blijken dat ze haatdragende of verraderlijke plannen tegen de Syriërs koesterden. Het meest misdadig van alles was echter wat door de inwoners van Scythopolis werd aangericht. Toen zij door Joden, vijanden van buiten de stad, werden aangevallen, dwongen ze hun eigen Joodse medeburgers, om de wapens op te nemen tegen hun eigen volksgenoten, wat voor ons tegen de wet indruist. Nadat zij mede door hun hulp slag geleverd hadden met hun aanvallers en hen hadden verslagen, vergaten ze na de overwinning de beloften die zij hun medeburgers en bondgenoten hadden gedaan en slachtten hen allemaal af. Dat waren er tienduizenden. De Joden die in Damascus woonden ondergingen hetzelfde lot. Ik heb daarover echter al nauwkeuriger verslag gedaan in mijn boeken over de Joodse oorlog. Ik vermeld ze nu alleen maar, omdat ik mijn lezers wil laten zien, dat de oorlog van de Joden tegen de Romeinen niet vrijwillig was, maar dat zij daar voornamelijk toe gedwongen werden.
Vertaling: Broeder Joseph
10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 88]
Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus
Johannes graaft een vijver
Ten slotte zag ik dat Johannes tot aan de gordel in het water afdaalde, met zijn één hand het middelste boompje omvatte en met zijn staafje, waaraan hij een dwarsstaafje en een vaantje had vastgemaakt, zo in het water pletste, dat de waterstralen boven en op zijn hoofd tezamen spuiten. Ik zag op dit eigenste ogenblik een lichtwolk van Boven en een uitstorting als van de H. Geest op hem neerkomen en twee engelen aan de rand van de vijver verschijnen die iets tot hem zegden. Dit zag ik als zijn laatste handeling in de woestijn.
In juni 1820 laste zij het volgende tafereel in tussen andere episoden uit het leven van Johannes: "Ik zag hem bij een andere gelegenheid als een volwassen, sterke man bij een droge put in de woestijn. Hij scheen te bidden en er kwam een glans over hem gelijk een lichtwolk, en het scheen mij als kwam ze uit de hoogte van bij de wateren boven de profetenberg, en er stortte een lichtende, glanzende waterstroom op hem in de vijver neer en, naar deze uitstorting starend, zag ik hem niet meer aan de rand van het waterbekken, doch er in, en met het schitterende water overgoten en de vijver was nu met dit schitterende, lichtende water gevuld en nu zag ik hem weer aan de rand staan, zoals in het begin. Ik zag echter niet dat hij er in afdaalde of er uit opsteeg en ik geloof dat hem wellicht door dit visioen te verstaan werd gegeven dat hij moest beginnen dopen. Mogelijk ook was het een geestelijke doop die in het visioen over hem kwam.
Nog na Jezus' dood heb ik deze vijver in gebruik gezien [Het is dus wel een reële vijver]. Wanneer de Christenen vluchtten, werden daar reizigers en zieken gedoopt en ook placht men er te gaan bidden. In die tijd, in de preekjaren van Petrus was die vijver met een schutsmuur omgeven.
11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 97: Aquila Rapax [Roofzuchtige Adelaar]
Pius VII [1800-1823]
Echte naam: Luigi Barnaba Chiaramonti [Cesena, 14 augustus 1740 - Rome, 20 augustus 1823]
Samen met Consalvi begon de 74-jarige paus aan het restauratiewerk: op 7 augustus 1814 herstelde hij de orde der jezuïeten. Ook de Index en de Inquisitie werden hersteld, en de Joden moesten terug naar hun ghetto's. Een motu proprio van 1816 reorganiseerde de pauselijke staat. In 1817 werd de Propagande Fide [missie] verbeterd. In concordaten werden de nieuwe verhoudingen met Beieren, Sardinië en Frankrijk [in 1817], Napels en Rusland [in 1818] nader geregeld. Pius trad fel op tegen de vrijmetselarij en de carbonari, een beweging van pro-democratische revolutionairen.
Pius VII had veel belangstelling voor kunst en wetenschap. Het Museo Chiaramonti werd naar de adviezen van Antonio Canova ingericht en verrijkt met de epigrafische collectie in de Galleria Lapidaria.
Zijn pontificaat werd overschaduwd door Napoleon, die een adelaar als embleem had.
Chris De Bodt
12. Profetiën: Heilige Zenobius [337-407]
Dan zal de Zoon van God, Onze Heer Jezus Christus, in persoon komen. Hij zal verschijnen op de wolken des hemels omgeven door legioenen engelen en, stralend in glorie, zal hij de antichrist, het beest, de vijand, de verleider en al zijn volgelingen doden. Dit zal het einde der tijden zijn en het begin van het algemene oordeel.
Vertaling: Chris De Bodt
07-06-2011
7 juni 2011
7 juni 2011
1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio [6/7] De hoge koortstemperaturen
Bovenop de onthullingen en aanvullend bij de mystieke wonderen van de stigmata, de visioenen, de bilocaties en het lezen van zielen, genezingen, profetieën en zo verder, sprak Pio eveneens over een heel merkwaardig wonder waarin hij was betrokken: hyperthermie. Hierbij moest zijn lichaam zulke hoge temperaturen ervaren, dat ze de gewone thermometer moesten vervangen door een thermometer die gebruikt wordt bij paarden. Dit werd ontdekt tijdens een van de apostolische bezoeken van Rossi, die deze zaak benaderde met wetenschappelijke onverschilligheid, waarbij hij er aanvankelijk geen geloof aan hechtte, noch enige affiniteit voelde voor de monnik die hij moest onderzoeken.
Toen hij de overste van het klooster, Vr. Lorenzo van San Marco, verhoorde, kwam Bisschop Rossi te weten dat Vr. Lorenzo, persoonlijk getuige was van koortsen van Pater Pio van 43 graden Celcius, 45 graden celcius en uiteindelijk een niet te begrijpen en duizelingwekkende 48 graden Celcius: ver over de temperaturen die de dood tot gevolg zouden hebben.
Inderdaad, de normale lichaamstemperatuur schommelt van 36,7 tot 37,8 graden celcius. Een gedurende uren aanhoudende temperatuur van 41,7 graden celsius kan iedere gezonde tiener doden. Zelfs Vr. Lorenzo was aanvankelijk ook sceptisch over Pios mystieke tekenen, tot hij zelf de temperaturen van Vr. Pio begon op te meten.
Deze hyperthermie, noteert Vr. Castelli, werd omschreven als een andere van de vele feiten die, bij validatie ervan, uitermate verbazingwekkend zouden zijn, zelfs miraculeus, daar het algemeen geweten is dat het menselijke lichaam zelfs zulke hoge temperaturen niet kan bereiken. Maar in Pater Pios geval, gebeurde het meerdere malen en nu reeds gedurende verscheidene jaren en Vr. Lorenzo, die er eerst uiterst twijfelachtig tegenover stond, zoals ook voor zijn andere mystieke gaven, moest zichzelf van de werkelijkheid overtuigen toen het bewijs hiervan zich openbaarde voor zijn eigen ogen en in zijn eigen handen. Heilige Pio omschreef zelf deze ervaring als "een morele, eerder dan een lichamelijke ziekte," en zei dat het aanvoelde alsof "hij zich in een oven bevond, maar altijd bij volle bewustzijn," en in feite draagbaar om zijn normale taken uit te oefenen.
"In feite," zegt Castelli, "getuigde een broeder dat hij zelfs onder de belasting van deze koorts, nooit bedlegerig was, maar opstond, verder deed en alles kon doen."
Vertaling: Chris De Bodt
2. Grace [6/10]
°26 juli 2002 - 26 september 2002
Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.
De geboorte
Op het ogenblik dat de gynaecoloog Grace uit mijn buik haalde, zei hij: "het is een meisje met een massa donker haar" en "ze lijkt zeer groot te zijn." Het beste nieuws was dat ze roos was en zelfstandig ademde. Ze had geen kunstmatige beademing nodig. Het was een vechtertje!
Men heeft haar bij mij gebracht en ik ben er verliefd op geworden. Ze was zo mooi De priester is naar mijn familie gegaan om hen het goede nieuws mee te delen. Niemand had zich eraan verwacht dat ze zou leven. Wat waren we gelukkig: Grace leefde!
Het werd de allermooiste dag. Ik was zo gelukkig dat ze leefde. Ik dacht niet aan wat nog voor ons lag. Ik wist alleen dat ik mijn kleine kostbare meisje in de armen had en dat ze van mij was. Ik liet haar niet meer los.
Het ziekenhuis gaf een privé kamer voor mijn man, mijzelf en Grace. Onze familie mocht ons ieder uur van de dag bezoeken, het bezoekreglement gold niet voor ons. Het personeel kwam Grace regelmatig verzorgen. Ze kon niet zuigen en men heeft haar dan een maagsonde gezet. Ik heb Grace letterlijk gedurende drie dagen constant gedragen. Ik herinner me de ganse eerste nacht op gebleven te zijn met haar. Ieder detail wou ik in mij opnemen. Bij het opkomen van de zon dankte ik God voor de nieuwe dag met haar. Ik raad echt iedereen aan om uw baby op die manier dag en nacht bij u te houden. Het was zoals thuis. We noemde de kamer "ons appartement."
We organiseerden feestjes en aten ijs met onze gasten, het leek een grote ceremonie. Onze relatie met het personeel werd zeer vriendschappelijk en ze kwamen bij ons langs als ze even tijd hadden. Er groeide een veel diepere vriendschap tussen ons en het medisch team dan we ons ooit hadden kunnen inbeelden. De artsen en verpleegsters die met ons gewerkt hebben zijn contact blijven houden met ons en hebben ons verteld dat ze nooit meer dezelfde zouden zijn nadat ze Grace en onze familie onder hun hoede hadden gehad.
Na een week werd vastgesteld dat de hartafwijking van Grace lichtjes anders was dan oorspronkelijk gediagnosticeerd. In plaats van enkele uren zou ze enkele weken, misschien zelfs enkele maanden kunnen leven. Toen was het ogenblik dat ik het ziekenhuis moest verlaten en Grace nog op de zuigelingenafdeling moest blijven. Dat was heel moeilijk.
Vertaling: Christine
3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 26]
Justo Antonio Lo Feudo
Het was niet gemakkelijk. Ik streed voor zon twintigtal minuten die wel eeuwen leken. Uiteindelijk gaf "iemand" mij een nieuwe duw. Omwille van Medjugorje, omwille van onze Heilige Moeder, liet ik al mijn voorbije zonden achter, in overgave aan Gods "misericorde." Door Haar bekwam ik van Haar Zoon de vergiffenis en een enorme zware last viel van mijn schouders. Ik liet vijfendertig jaren achter als een nieuwgeborene en dit allemaal in die enkele minuten van de ganse eeuwigheid!
Op 5 augustus maakte ik mijn toewijding tot het Onebvlekte Hart, alhoewel ik toen nog niet echt wist wat dat betekende en welke gevolgen dit zou hebben. In werkelijkheid herinner ik mij niet dat iemand mij hier op deze toewijding gewezen heeft. Ik voelde alleen een soort innerlijke stem die zei: "U moet uzelf toewijden aan Marias Onbevlekte Hart." De volgende vraag die ik me stelde was: "Waar is Marias Hart?" Onmiddellijk kreeg ik innerlijk het antwoord: "In het Hart van Haar Zoon!" en daarop: "En het Hart van Haar Zoon?" "In de Eucharistie!"
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
4. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 17]
De drie herderskinderen en hun families
En het boek Deuteronomium laat ons geen enkele twijfel achter: "Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad." [Deut. 6: 6-9] In deze woorden zullen de ouders en de kun kinderen hun eeuwig geluk vinden: "Hadden ze altijd maar zon verlangen om mij te vereren en mijn geboden na te leven; voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan." [Deut. 5: 29]
Deze woorden omschrijven nauwkeurig de opdracht die God heeft toevertrouwd aan de ouders in de opvoeding van hun kinderen. De ouders zijn de eerste opvoeders van de kinderen. Het is in hun vaders arm en hun moeders schoot, wanneer ze nog onschuldig zijn, dat de kleine kinderen de Heilige naam van God moeten leren uitspreken en hun zuivere handen in gebed naar de Hemel moeten richten, kinderlijk moeten leren lachen naar het beeld van hun Hemelse Vader en hun Hemelse Moeder.
Het zijn de ouders die hun kinderen moeten leiden op het rechtvaardige pad van Gods Wet en hen toevertrouwen, in overeenstemming met hun middelen en omstandigheden, aan bekwame leraars die hen niet wegleiden van het pad waarop ze geplaatst zijn. Wat is anders het voordeel van een grote kennis als ze hiermee hun onsterfelijke zielen verliezen? Door hun ziel te verliezen, verliezen ze alles, omdat ons leven hier op aarde in een flits voorbijgaat, terwijl de eeuwigheid onveranderlijk in ons verblijft!
Ongetwijfeld is de menselijke wetenschap, met al de kennis die ze bevat, goed, vooral wanneer ze door wijze mensen gestuurd wordt, omdat de grootsheid van de kracht, de wijsheid en de goedheid der kennis ons een diepe menselijkheid bijbrengt, zodat we er ons van bewust worden dat zelfs, na zoveel moeite en studie, de meest geleerde mensen er steeds nog niet in zijn geslaagd om zelfs één van de ontelbare schoonheden te begrijpen die van de almachtige, scheppende handen van de Heer komen.
Vertaling: Chris De Bodt
6. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 133]
Schrift 1
294. Jezus zei me eens: "Handel als een bedelaar, die niet weigert een grote aalmoes aan te nemen, maar er des te meer voor dankt. Jij ook moet je niet terugtrekken wanneer Ik grotere genaden schenk en niet zeggen dat je het onwaardig bent. Ik weet dat, maar verheug je liever en neem zoveel schatten uit Mijn hart als je kunt dragen, want zo ben je Mij welgevallig. Ik voeg hier nog aan toe: neem deze genaden niet alleen voor u zelf, maar ook voor de anderen, Ik wil zeggen: moedig de zielen waarmede je in contact bent aan om vertrouwen te hebben in Mijn oneindige barmhartigheid. O hoe bemin ik de zielen die een volledig vertrouwen in Mij stellen, Ik zou alles voor hen doen."
295. Op dat moment vroeg Jezus mij: "Mijn kind, hoe gaat uw retraite?" Ik antwoordde: "Jezus, Gij weet het." "Ja, Ik weet het, maar Ik wil het horen uit uw mond, uit uw hart." "O mijn Meester, als Gij mij leidt, gaat alles gemakkelijk, ik smeek U, verlaat mij nooit". En Jezus: "Ja, Ik zal altijd dicht bij u zijn als ge een klein kindje blijft en niets vreest, zoals Ik hier uw begin was, zo zal Ik ook uw eind zijn. Vertrouw niet op de schepselen, zelfs niet voor de kleinste dingen, want dat bevalt mij niet. Ik wil alléén zijn in uw ziel. In uw ziel zal Ik u sterken en verlichten. Door de mond van degene die Mijn plaats inneemt, zult gij leren dat Ik in u ben, en uw ongerustheid zal als de mist door de stralen van de zon verdwijnen."
296. + Mijn opperste God, ik verlang U te beminnen zoals niemand U ooit heeft bemind op aarde. Ik wens U te loven op elk moment van mijn leven en mijn wil zeer nauw overeenstemmen met Uw heilige wil. Mijn leven is noch eentonig noch grijs maar zo afwisselend als een tuin met geurige bloemen, ik weet niet welke bloem eerst te plukken: de lelie van het lijden, de rozen van de naastenliefde of het viooltje van de nederigheid. Ik ga deze schatten die ik elke dag in overvloed heb niet opsommen. Het is zeer voornaam het huidig moment te kunnen benutten.
297. + Jezus, opperste Licht, maak dat ik mezelf leer kennen en doordring mijn duistere ziel met Uw licht, vervul de afgrond van mijn ziel met Uzelf, want alleen Gij Zelf...
298. O mijn Jezus, Leven, Weg en Waarheid, ik smeek U, houd mij dicht bij U, zoals een moeder haar kindje tegen haar boezem drukt, want ik ben niet alleen een hulpeloos kind maar een opeenhoping van ellende en niets.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
7. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 133]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 2
Stelt U voor hoe hard verscheurend het voor een moeder is om haar zoon ver weg te weten of hem vroegtijdig te zien overlijden en dus nooit meer zal terugzien. Sinds de ogen van die moeder het geliefde kind niet meer zien is een deel van haar leven weg... haar bestaan is vreugdeloos, geen genot meer dat de diepe onmetelijke afgrond kan vullen die het heengaan van haar zoon in haar hart veroorzaakte.
Hoe verscheurend en bitter zijn de kreten van die ongelukkige ziel! Hoor je haar roepen vanuit haar verlaten boeteplek: Waar is hij die ziel van mijn ziel is? Tevergeefs zoek ik hem op het vlammenbed waarop ik enkel duisternis en leemte omhels!... Oh! Geliefde van mijn hart, waarom die lange verwachting doen aanslepen? Vererg mijn kwelling, maak van minuten eeuwen marteling!... Ah! Door je weg te trekken uit mijn gretige ziel, die verlangt je te zien en met je te verbinden, straf me streng voor mijn lafheid en afkeer! Aan die verwijdering van God wordt het lijden door vuur toegevoegd.
Om geen betwistbare en tegensprekelijke opinie te uiten kunnen we nochtans beweren dat de Kerk niet bepaald heeft dat de zielen van het Vagevuur onderworpen zijn aan een stoffelijk vuur. Het is gewoon een geloofswaarheid die theologisch vaststaat.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph] 8. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [18/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
9. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 45]
Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal
Geruchten over de verschijningen
Het voorgaande verhaal maakt al gewag van geruchten die de ronde doen aangaande de visioenen van Benoîte, visioenen waarin Mevrouw Rolland niet geloofde maar er tegelijk door verward was. Benoîte had inderdaad geen enkel spreekverbod gekregen van de Dame, en ze had dus gewoonweg verteld wat haar overkwam. M. Grimaud zegt het ons zonder omwegen: "Zoals het met kinderen de gewoonte is dat niets kan verzwegen worden, misschien wel op bevel van de goddelijke Voorzienigheid, had onze herderin deze verschijning aan oneindig veel mensen verteld."
Het ging natuurlijk over de mensen uit het dorp en misschien enkele nieuwsgierigen, op die geruchten afgekomen. In de zomer zijn de mensen bezig met hun werk op het land en luisteren maar met een half oor naar de vreemde feiten: het zal maanden duren eer het ruchtbaar wordt, op een ritme dat de Voorzienigheid oplegt, zoals onze onderzoeksrechter insinueert.
M. Peytieu is hier de stem van de mensen uit de streek die verbaasd staan over de verandering die Benoîte ondergaat door die visioenen: "Iedereen," schrijft hij, "die Benoîte eerder kende zag wel dat er iets goddelijks in die verschijning voorkwam, zodra ze er over had gepraat, door de gevoelige verandering in haar woorden en op haar gezicht, in haar ogen die uitzonderlijk eenvoudig en ernstig overkwamen en in haar woorden die veel vriendelijker waren dan gewoonlijk."
Nu al verfijnt de herderin en ontplooit zich spiritueel: de diepe sereniteit van haar blik wordt een nieuwe trek van haar persoonlijkheid. Meer nog, merkt Gaillard op, "de vreugde van dit eenvoudig meisje is zo groot dat ieder er door verrast is: ze is altijd tevreden." Maar hij voegt er meteen aan toe: "De ene geloven wat ze vertelt, de andere niet: meestal aanzien ze haar als visionair." Deze opmerking betreft vooral een later tijdperk, dat van de gebeurtenissen in Laus. Maar nu al is er weerstand om zulke vreemde feiten te aanvaarden. De eenvoud van de Ziende, bekend als onbekwaam om iets uit te vinden zal, volgens Gaillard, veel bijdragen om de werkelijkheid van de verschijningen geloofwaardig te maken.
Vertaling: Broeder Jozef
10. Het sacrament van de Verzoening [deel 16]
Uittreksel uit het boek van Pater Slavko Barbaric: "Geef me je gewonde hart?"
De maandelijkse biecht
Het innerlijke van de mens, de menselijke ziel, is met een ruimte te vergelijken. Aan de afbeeldingen en voorwerpen, die zich in die ruimte bevinden, ziet men waar een bepaald mens van houdt, wat hij vereert, wat hij aanbidt. Zo is het ook in de ziel. Als men regelmatig met het Goddelijk licht het innerlijk binnentreedt [is ook wat Mgr. Léonard aanraadt], dan zal er orde zijn in de ziel en men zal gemakkelijk alle, ook de kleinste, gebreken ontdekken, men zal zich gemakkelijker van verkeerde gehechtheden losmaken, men zal zich gemakkelijker verzetten tegen de negatieve en gevaarlijke invloeden van de wereld waarin men leeft en werkt. Hoe moeilijker de situatie is waarin de mens zich bevindt, des te meer zal voor hem de innerlijke reiniging, genezing en bevrijding zijn.
Alles wat er in de wereld om ons heen gebeurt, drukt een stempel op onze ziel, beïnvloedt onze belevenissen en is de oorsprong van onze angsten en ons wantrouwen.
Men kan gemakkelijk wennen aan het kwade en aan negatieve dingen en zo de maat voor het goede, het schone en het edele verliezen, evenals het geloof in de liefde, de vrede, de eerlijkheid en de vriendschap. De maandelijkse biecht helpt ons al het kwade, dat in ons zou kunnen ontstaan, op tijd uit te bannen.
Ieder mens straalt datgene uit wat hij in zijn hart draagt. Als hij het goede in zich draagt, dan straalt hij het goede uit. Als hij liefde in zijn hart heeft, straalt hij liefde uit, zoals hij ook haat uitstraalt, als er haat in zijn hart is. Daardoor wordt de verantwoordelijkheid van de mensen voor elkaar duidelijk.
Anne Van Der Sloten
11. Jezus' tijdgenoten [aflevering 262]
Josephus Flavius
Toen ik zesentwintig was, ondernam ik een reis naar Rome, vanwege redenen die ik nu zal beschrijven. In de periode dat Felix procurator van Judea was, waren er een aantal priesters uit mijn kennissenkring, zeer uitmuntende mensen, die hij om een onbeduidende en vage reden gevangen had laten nemen. Hij had hen naar Rome gestuurd om hun zaak zelf voor de keizer te bepleiten. Ik wilde heel graag hun vrijheid bewerkstelligen, vooral omdat mij verteld was dat zij zelfs onder hun beproevingen toch hun trouw aan God beleden, en zich in leven hielden met vijgen en noten. [4] En zo kwam ik in Rome aan, nadat ik op zee vele gevaren had doorstaan. Ons schip verging namelijk, met zeshonderd man aan boord, in de Adriatische zee. De hele nacht moesten wij voor ons leven zwemmen. Bij het aanbreken van de dag kregen wij door Gods voorzienigheid een schip uit Cyrene in zicht. Ik zwom daar met een aantal anderen, tachtig in getal, naartoe en wij werden aan boord van dat schip genomen. En nadat ik zo gered was, ging ik aan land in Dicearchia, dat de Italianen Puteoli noemen. Daar maakte ik kennis met Aliturius, een toneelspeler, die zeer geliefd was bij Nero, hoewel hij van geboorte een Jood was. Door zijn bemoeienis maakte ik kennis met Poppea, de vrouw van de keizer, en bij de eerste de beste gelegenheid smeekte ik haar om er bij hem voor te pleiten dat de priesters vrijgelaten zouden worden. Nadat ik, naast die gunst, ook vele geschenken van Poppea had gekregen, keerde ik weer naar huis terug.
Toen zag ik dat daar de oproeren al waren begonnen en dat er veel mensen waren, die daar zeer opgetogen over waren omdat ze hoopten op een opstand tegen de Romeinen. Ik probeerde deze opstandelingen een halt toe te roepen en spoorde hen aan om van gedachten te veranderen. Ik hield hen voor ogen tegen wie zij dan zouden moeten vechten en vertelde hen dat zij toch niet tegen de Romeinen opgewassen waren, niet alleen in krijgskunde, maar ook in voorspoed. Dat ze niet overhaast hun land, hun familie en zichzelf aan het gevaar moesten blootstellen om in de meest gruwelijke ellende verzeild te raken. Dat vertelde ik hen allemaal met grote nadruk, omdat ik voorzag dat de afloop van een dergelijke oorlog voor ons zeer rampzalig zou zijn. Maar ik kon hen niet overtuigen, want tegen waanzin van wanhopige mensen heb ik niets in te brengen.
Ik werd toen bang dat ik mij, door deze dingen zovaak op hun hart te drukken, bij hen gehaat zou maken en de verdenking zou wekken, dat ik tot de partij van onze vijanden behoorde en dan het risico zou lopen dat ik door hen gegrepen en vermoord zou worden. Omdat zij zich al meester hadden gemaakt van het fort Antonia, trok ik mij dus terug op de binnenplaats van de tempel. Ik verliet de tempel, waar ik temidden van de hogepriesters en de leider van de Farizeeën verbleef, nadat Manahem en het hoofd van de terroristenbende ter dood waren gebracht. Toen wij vervolgens gewapende manschappen zagen werden wij door grote angst bevangen. We wisten niet wat wij moesten doen en waren niet in staat om de opstandelingen te kalmeren. Omdat wij echter in onmiddellijk gevaar verkeerden, deden wij alsof wij het met hen eens waren, en raadden wij hen alleen maar aan om zich voorlopig rustig te houden en de vijand te laten vertrekken. Wij bleven hopen dat het niet lang meer zou duren voordat Gessius [Florus] met een sterke krijgsmacht zou arriveren, en een einde zou maken aan deze beroeringen.
[4] We moeten hier opmerken dat religieuze mensen bij de Joden, of in ieder geval de priesters, soms ook asceet waren, en net als Daniel en zijn vrienden in Babylon [Dan. 1:8- 16], geen vlees aten, maar alleen maar vijgen en noten, enz. Dat is net zoiets als het strenge dieet van de christelijke asceten in de passieweek. [Constit. V. 18]
Vertaling: Broeder Joseph
12. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 88]
Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus
Johannes graaft een vijver
Hij had door het struikgewas tot aan de vijfde tegenover gelegen doorsnede van de vijverrand een pad gebaand. Dit pad liep rondom de vijver, tussen de vijverrand en de vier boompjes, welke hij tegenover vier van de vijf doorsneden van de rand had geplant. Tegenover de doorsnede die tot ingang diende, stond geen boom. Aan deze kant alleen was een toegang tot de vijver. Aan de andere zijden was hij slechts door het omlopende pad van de struiken en rotsen gescheiden. Hij plantte op de verhogingen rondom de voet van de vier boompjes een plant die mij niet onbekend is. Reeds als kind heb ik ze altijd zeer lief gehad,en wanneer ik ze ergens aantrof, verplantte ik ze in de nabijheid van ons huis. Ze heeft een hoge, vette stengel, draagt bruinrode, lichtpurperen bloembollen en is zeer heilzaam tegen zweren en keelpijn, wat ik heden vernam. Hij zette er nog allerhande kleine boompjes, struiken en planten omheen.
Bij al die verrichtingen zag hij van tijd tot tijd de voor hem liggende boomschorsrol na en mat met een staf nauwkeurig alles uit, want het scheen mij dat alles, zelfs de bomen die hij plantte, daarop geschetst stonden. Ik herinner mij de figuur van de middelste boom daarop gezien te hebben. Ik wist ook wat alles beduidde, maar het is te veel om alles te kunnen onthouden.
Hij besteedde verscheidene weken aan dat werk en pas toen hij met alles klaar was, kwam op de grond van de vijver een klein watervlak te staan. De middelste boom, waarvan de bladeren reeds half verwelkt en bruin geworden waren, werd weer fris en groen. Johannes haalde water uit een andere bron in een vat dat vervaardigd was met grote stukken boomschors, die tot een waterzak samengevoegd en aan alle kanten gepekt waren en hij goot dit water in de nieuwe vijver. Dit water was uit een bron die op de plaats van een zijner vorige verblijven uit een rots ontsprong, toen hij met zijn kruisstaafje er op stootte. Ik ben voor 't ogenblik vergeten welke voorname gebeurtenis daar had plaats gehad.
Ik vernam ook dat hij op die vroegere verblijfplaats de vijver niet had kunnen maken, omdat de grond er uit louter rotssteen bestond en ook dit had zijn betekenis. Hij liet daarna zoveel water uit de beek in de vijver als nodig was. Kwam er te veel water in, dan vloeide het door een afleidingsopening op de omliggende ruimte,waar het de planten verkwikte.
13. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 97: Aquila Rapax [Roofzuchtige Adelaar]
Pius VII [1800-1823]
Echte naam: Luigi Barnaba Chiaramonti [Cesena, 14 augustus 1740 - Rome, 20 augustus 1823]
De eerste jaren van zijn pontificaat werden grotendeels beheerst door de Franse problematiek. Ofschoon hij het confisceren van kerkelijke goederen niet kon verhinderen, voorkwam hij wel dat de kerk in Italië werd opgeheven, zoals dat met de Fransen was gebeurd. Na zijn troonsbestijging sloot Pius VII met Napoleon Bonaparte, Eerste Consul van de Franse Republiek, op 15 juli 1801 een Concordaat. In 1804 ging Pius naar Parijs om er Napoleon op 2 december te zalven voor diens keizerskroning. De eigenlijke kroning deed Napoleon zelf. Na aanvallen op de Kerkelijke Staat werd keizer Napoleon echter in de kerkelijke ban gedaan. Daarop liet hij Pius VII arresteren door generaal Radet en in gevangenschap in Savona houden [1809].
De "Eeuwige Stad" werd bij decreet van Napoleon gereduceerd tot de prefectuur van het departement Tibre. Pius VII werd in 1812 naar Fontainebleau overgebracht en van zijn raadgevers geïsoleerd en door Napoleon persoonlijk onder zware druk gezet. Op 25 januari 1813 zwichtte Pius door allerlei kerkelijke concessies te doen in het zogenaamde "concordaat van Fontainebleau." Dit nieuwe concordaat was een slimme zet van Napoleon omdat hij de katholieken tegen zich in het harnas had gejaagd, zowel in Frankrijk als in de gebieden van zijn Duitse en Oostenrijkse bondgenoten. Maar na contact met Consalvi en Pacca herriep de paus dit concordaat twee maanden later. In mei 1814 kon hij in triomf terugkeren naar Rome nadat Napoleon in april naar het eiland Elba verbannen werd. Toch gaf de paus onderdak aan de familie van de verbannen keizer.
Chris De Bodt
14. Profetiën: Heilige Ambrosius [340-397]
De antichrist zal uit de Bijbel proberen aan te tonen dat hij de Christus is.
Vertaling: Chris De Bodt
06-06-2011
6 juni 2011
6 juni 2011
1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio [5/7]
Ik vereniging u met Mijn lijden
Wat hier verhaald wordt is heel interessant. De onderzoeker probeert te herconstrueren wat relevant is bij Pater Pio, niet allen door de Kapucijn rechtstreeks te ondervragen en te onderzoeken, maar ook door de dichtst betrokken getuigen uit te horen: de priesters in San Giovanni Rotondo en de broeders van het klooster.
Dit maakt het voor de lezer mogelijk om onmiddellijk te lezen hoe Pater Pio vertelt wat er met hem gebeurde en hoe hij zijn geestesgesteldheid beschrijft tijdens de gebeurtenissen. Met nederige, maar betekenisvolle bondigheid, zegt hij hoe hij de zichtbare stigmata kreeg en dat hij reeds voor een lange tijd de onzichtbare stigmata bezat, op die twintigste september 1918 [dat is drie jaar eerder]. Het gebeurde op een ochtend, in het koor, terwijl hij zijn dankgebeden bad na de Heilige Mis. Plots werd hij overvallen door een krachtig beven, waarop kalmte volgende, en ik zag onze Heer afgebeeld aan het Kruis [maar het trof mij niet dat Hij zich aan het Kruis bevond] en treurde over de ondankbaarheid van de mensen, vooral van dezen die aan Hem waren toegewijd en van Hem de meeste gunsten verkregen. Dit onthulde zijn lijden en zijn verlangen om zielen te verenigen met Zijn lijden. Hij nodigde mij uit om te delen in zijn smarten en over hem te mediteren. Tezelfdertijd, smeekte Hij mij om te werken voor de redding van mijn broeders. Op dat ogenblik was ik vol van medelijden over de smarten van de Heer en vroeg ik Hem wat ik kon doen. Ik hoorde zijn stem: "Ik verenig u met Mijn lijden." Eenmaal het visioen verdween, kwam ik terug in de werkelijkheid en zag ik deze tekenen hier, waaruit bloed droop. Ik had niets dergelijks daarvoor.
De schrijver van het boek: Prof. Vr. Francesco Castelli
Nooit voorheen heeft de Kapucijn zo gedetailleerd gesproken over zon belangrijke gebeurtenis, vooral omdat hij deze zin "Ik verenig u met Mijn lijden," eerder nooit heeft onthuld. Nochtans is deze zin de sleutel om het mysterie van het leven van Pater Pio en essentieel om alles rond de stigmata te begrijpen en dit samen met de andere zin: "en tegelijkertijd smeekte Hij mij te werken voor de redding van mijn broeders." De uiterlijke tekenen van de Passie, zijn na een lange tijd van voorbereiding [waarbij zij verborgen waren] aan hem gegeven zodat zijn opdracht duidelijker zou zijn: in overeenstemming met Jezus met de merktekens van Zijn zelfde wonden. Diep verenigd met hem in vreugde en liefde, was hij een instrument, een kanaal waarlangs de redding overvloedig tot hen kan komen.
Een buitengewone en extatisch gegeven op dat moment: en toch aanvaardde de Kapucijn het en leefde ermee in vrede. Toch geeft Pater Pio toe dat hij veel lichamelijk heeft geleden: "Soms kon ik de pijn niet meer uitstaan," biecht hij op. Hij erkende ook dat hij soms bevreesd was door het misbaar dat dit alles had veroorzaakt en dit tegen zijn wil: de stormloop van de gelovigen naar het klooster die steeds maar toenam, de druk van de mensen die aan hem waren toegewijd: hun aantal werd ook alsmaar groter en dit vooral vanwege de vrouwen die zo toegewijd waren aan hem en hem later zoveel hinder zouden meebrengen, zijn steeds toenemende briefwisseling, dat hem zelfs moeite veroorzaakte om de kleine strengheid, die heerste binnen het klooster, te overwinnen. Toch overleefde hij alles op een rustige wijze, zichzelf steeds richtend tot het Kruis dat hem was gegund en vertrouwend op Gods hulp en eveneens op de hulp van zijn broeders en meerderen.
Vertaling: Chris De Bodt
2. Grace [5/10]
°26 juli 2002 - 26 september 2002
Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.
Voorbereiding op de geboorte
Vóór de geboorte hebben we een onderhoud gehad met alle mensen die bij de bevalling betrokken zouden worden: de materniteit, de verloskamer, mijn gynaecoloog, psychologen, de vice president van de medische zaken en neonatologie. Er moesten enkele beslissingen genomen worden over de medische handelingen inzake het in leven houden van Grace.
Verschillende scenarios werden bekeken : als ze roos was, als ze blauw was, als ze al dan niet zelfstandig zou ademen. We besloten haar enkel comfortbehandelingen te laten geven. Geen ademhalingstoestel of ventilator, enkel een kleine urgentiekit om haar indien nodig op gang te helpen komen. Er werd gediscussieerd over het ogenblik waarop we de opdracht "niet meer te reanimeren" zouden ondertekenen. Dat was erg moeilijk voor ons.
Hoe zon opdracht tekenen voor een baby die nog niet eens geboren is? De discussie ging ook over ons verlangen van geen buitengewone behandelingen te ondernemen om haar in leven te houden.
We vernamen dat Grace aan de linkerzijde van het hart hypoplasie had. Onze verwachting was daardoor van haar drie à vijf dagen levend bij ons te kunnen hebben. Het gaat hier om beslissingen die geen enkele ouder ooit zou moeten nemen. Ik herinner me dat ik tijdens mijn huilbuien in deze vergadering Grace extra hard voelde trappelen in mijn buik. Alsof ze me wou zeggen: ik ben er nog altijd, ga door met voor mij te vechten!
Het verloskundig team heeft ons volledig ondersteund. We hebben op voorhand ieder detail van mijn geboorteplan uitgepraat. Zij hebben hun standaardroutines aan de kant geschoven om aan ieder van onze wensen te kunnen voldoen. Ik ben blijvend onder de indruk geraakt van het professionalisme dat ze ons betoond hebben tijdens ons verblijf. Nooit eerder hadden ze een situatie als de onze of een baby als de onze moeten behandelen. Het was ons heel duidelijk dat het voor iedereen allemaal nieuw was.
De dag van de geplande keizersnede was de meest angstaanjagende dag van mijn leven. Ik wist dat op het ogenblik dat Grace mijn lichaam zou verlaten en het aftellen zou beginnen. De tijd was geteld. Ik was voorbereid op een heel kort leven met Grace. Ik heb zelfs gedacht dat de tijd dat ik haar droeg de enige tijd zou zijn die ik zou krijgen samen met haar. Iedere beweging van haar, ieder trappelen van haar heb ik dan ook gewaardeerd. Ik heb oprecht met de mogelijkheid rekening gehouden dat ik zelf zou sterven de dag van de bevalling, alleen maar omdat we met de ergste scenarios hadden rekening gehouden. Niemand gaf ons veel hoop. En uiteindelijk is alles zoveel beter gelopen...
Het ziekenhuis had alles zo goed mogelijk voorbereid, het was ongelooflijk. Er waren ongeveer 25 naaste familieleden die angstig de geboorte van Grace afwachtten. Het ziekenhuis had hen een privé ruimte ter beschikking gesteld waar ze samen konden zijn. We hadden een priester beschikbaar voor het geval een nooddoop nodig zou zijn. Het ziekenhuis stelde zijn beste verpleegster te onzer beschikking. Zij hield mijn hand vast. Het volledige medische team was op de hoogte van onze situatie. In feite waren er een aantal mensen bij die zich vrijwillig ter beschikking hadden gesteld omdat ze zo geraakt waren door onze situatie. We hebben de allerbeste zorgen gekregen. Ik trilde omwille van de zenuwachtige gespannenheid die overal heerste. De verpleegster nam mijn hand stevig vast. Ik herinner me dat ik dacht dat ze een engel was. Ik kon niet stoppen met huilen. Mijn man is binnengekomen en we hebben samen geweend en geweend.
Vertaling: Christine
3. Medjugorje: verslag van de verschijningen aan Ivan's gebedsgroep van 27 mei en 3 juni 2011
27 mei 2011
Onze Lieve Vrouw verscheen aan Ivan aan het Blauwe Kruis om 22 uur. Reeds in de late namiddag trokken de bedevaarders op naar het Blauwe Kruis om er een rustige plaats te vinden om er te kunnen bidden en na te denken over de grote genade die ze deze avond zouden ontvangen, in aanwezigheid van de Koningin van de Vrede hier op aarde. Tegen de tijd dat Onze Lieve Vrouw verscheen, bevonden er zich duizenden bedevaarders aan en rond het Blauwe Kruis. De mooie zonsondergang van deze avond ging over in een heldere hemel van vele sterren. Na het zingen en het bidden van de twee mysteries van de Rozenkrans, de droeve en en de blijde mysteries, verscheen de Gospa aan Ivan om 22 uur. De verschijning duurde meerdere minuten. Wat volgt is Ivans beschrijving van de verschijning:
Ook deze avond was Onze Lieve Vrouw, zoals altijd, heel vreugdevol en blij bij het begin van Haar verschijning.. Zij groette ons allen met Haar Moederlijke begroeting: "Geloofd zij Jezus, Mijn kleine kinderen." Daarop strekte Zij haar handen uit over ieder van ons en bad ze voor een langere tijd voor ons. Zij bad in het bijzonder voor de aanwezige zieken en Zij zegende ieder van ons, alsmede de meegebrachte religieuze voorwerpen, met Haar Moederlijke zegen. Daarop zei Onze Lieve Vrouw: "Lieve kinderen, vandaag wens ik u op te roepen: leef naar Mijn boodschappen die Ik u geef, zodat ik u nieuwe boodschappen kan geven. Dank u, Lieve kinderen, om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven.
Hierop bad Zij een tijd in het bijzonder voor de bekering van de zondaars. Daarna beval ik op een bijzondere wijze ieder van u, uw intenties, u noden, uw families en vooral alle aanwezige zieken aan. Daarop ging Onze Lieve Vrouw door met het bidden over ieder van ons. In dat gebed verliet ze ons met het verlichte kruisteken en met de groet: "Ga in vrede, Mijn lieve kinderen."
Bij het vertalen van de boodschap naar het Engels, herhaalde Ivan, dat Onze Lieve Vrouw ons vraagt om naar de boodschap na te leven die Zij ons twee dagen geleden gaf, op 25 mei.
3 juni 2011
Het werd een mooie avond in Medjugorje en de bedevaarders begonnen zich te verzamelen tegen rond 18 uur op de top van de Verschijningsberg om er de verschijning aan Ivan en zijn gebedsgroep mee te maken? Vanaf 20 uur werd de toevloed van bedevaarders bestendig in hun zoeken naar een geschikte plaats om te kunnen neerzitten en hun harten tot rust te brengen voor "hun" ontmoeting met Onze Lieve Vrouw. Er waren meerdere groepen bedevaarders die onder elkaar rustig aan het bidden waren, maar ook individuele pelgrims bereidden zich voor in gebed voor de verschijning van deze avond. Na anderhalf uur zingenn begon Ivan met het bidden van de vijf droeve mysteries van de Rozenkrans. Toen het tijd werd voor de verschijning aan Ivan, werd alles heel rustig. Maria's verschijning begon om 22 uur en duurde meerdere minuten. wat volgt is Ivans beschrijving van de verschijning:
"Vandaag is het belangrijkste van onze ontmoeting dat Onze Lieve Vrouw, bij de aanvang ervan, heel vreugdevol en gelukkig was. Zij groette ons met Haar Moederlijke groet: "Geloofd zij Jezus, Mijn lieve kinderen."
Daarop bad ze voor een langere tijd met uitgestrekte armen over iedereen die aanwezig was. Deze avond bad Zij in het bijzonder voor de aanwezige zieken en ook zegende Zij op een bijzondere wijze elke aanwezige, en alle relgieuze artikelen die de ze hadden meegebracht, met Haar Moederlijke zegen. Daarop bad zij vooornamelijk en voor een langere tijd voor de vrede in de wereld en binnen de families. Ik heb u allen, uw intenties, uw families en vooral de zieken aanbevolen. Hierop vervolgde Onze Lieve Vrouw met haar gebeden voor iedere aanwezige. In dat gebed verliet ze ons met het verlichte kruisteken en met de groet: "Ga in vrede, Mijn lieve kinderen."
Vertaling: Chris De Bodt
4. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 26]
Justo Antonio Lo Feudo
Tijdens die dagen moet ik vanuit de stad waar ik werkte [Bergamo], een opdracht gaan uitvoeren in Turijn. Ik reeds zon 250 kilometer om te vernemen dat de oorspronkelijke zakenopracht was afgelast. In plaats daarvan ontmoette ik God. Echt waar! Ik wenste niet onmiddellijk terug te keren en besloot om Turijn te bezoeken. Het eerste wat bij mij opkwam was een bezoek aan "Il Duomo," of de Kathedraal waar de Heilige Lijkwade van Turijn zich bevindt.
Voor mij was het een soort beproeving, want ik was er een paar jaar eerder reeds geweest, maar dan als ongelovige. Niet alleen voelde ik deze keer diep in mijn hart, dat de reliek zonder enige twijfel de afdruk van het Heilige Lichaam van Onze Lieve Heer bevatte, maar [en hier komt het!] ik bevond mezelf voor een biechtstoel, waar een priester eenzaam een boek zat te lezen. Er bevond zich niemand anders in de Kerk.
Toen kwam plots, uit het niets, bij mij de idee op in mijn hart, een idee dat zich direct verplaatste naar mijn brein: "Als ik naar Medjugorje ga, moet ik rein zijn van binnen!" En recht voor mij bevond zich de mogelijkheid hiertoe om een goede biecht te maken, na zo vele jaren. Wat een genade!
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
5. Colton Burpo: Nog meer merkwaardig nieuws
Een aantal dagen geleden schreven we al het bijzondere verhaal neer van Colton Burpo, die op vierjarige leeftijd, na een gesprongen appendix, een bijna-dood-ervaring had. Van zijn boek: "Heaven is for real," zijn er intussen meer dan anderhalf miljoen exemplaren verkocht. Dit verhaal kwam er als reactie op Stephen Hawkings bewering dat God en het leven na de dood "sprookjes" zijn.
Na zijn genezing, begon Colon de namen te noemen van sommige merkwaardige hemelse figuren, die hij aldaar had had ontmoet tijdens deze ervaring. U moet weten dat het hier om een protestantse familie gaat en dat zijn vader een Baptische priester is.
Het boek "Heaven is for Real"
De kleine Colton zei: "Weet u nog toen we in de wagen zaten en spraken over mijn neerzitten op Jezus' schoot?" "Ja, gebeurde er misschien nog iets anders?" De kleine jongen vervolgde dat hij Jezus' neef, Johannes de Doper, daarop ontmoette en dat hij ook het veerkleuring lievelingsdier van Jezus, zijn paard, mocht aaien. Maar het belangrijkste van alles is, dat hij als protestants kind, "Maria zag knielen voor de troon van God en dat Zij, bij andere gelegenheden, naast Jezus stond."
Het ongelofelijke verhaal wordt door iedereen als waar ervaren, vooral omdat hij zijn "overleden zus" in de Hemel had ontmoet. Een aantal jaren voor zijn geboorte, had Coltons moeder een miskraam gehad. Dat kindje, of zijn zusje, bevond zich in de Hemel, maar had nog steeds geen naam. Colton kon niet weten dat hij nog een zus had, vermits zijn moeder hem over haar miskraam nooit iets had verteld.
Chris De Bodt
6. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 16]
De drie herderskinderen en hun families
En het boek Deuteronomium laat ons geen enkele twijfel achter: "Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad." [Deut. 6: 6-9] In deze woorden zullen de ouders en de kun kinderen hun eeuwig geluk vinden: "Hadden ze altijd maar zon verlangen om mij te vereren en mijn geboden na te leven: voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan." [Deut. 5: 29]
Deze woorden omschrijven nauwkeurig de opdracht die God heeft toevertrouwd aan de ouders in de opvoeding van hun kinderen. De ouders zijn de eerste opvoeders van de kinderen. Het is in hun vaders arm en hun moeders schoot, wanneer ze nog onschuldig zijn, dat de kleine kinderen de Heilige naam van God moeten leren uitspreken en hun zuivere handen in gebed naar de Hemel moeten richten, kinderlijk moeten leren lachen naar het beeld van hun Hemelse Vader en hun Hemelse Moeder.
Het zijn de ouders die hun kinderen moeten leiden op het rechtvaardige pad van Gods Wet en hen toevertrouwen, in overeenstemming met hun middelen en omstandigheden, aan bekwame leraars die hen niet wegleiden van het pad waarop ze geplaatst zijn. Wat is anders het voordeel van een grote kennis als ze hiermee hun onsterfelijke zielen verliezen? Door hun ziel te verliezen, verliezen ze alles, omdat ons leven hier op aarde in een flits voorbijgaat, terwijl de eeuwigheid onveranderlijk in ons verblijft!
Ongetwijfeld is de menselijke wetenschap, met al de kennis die ze bevat, goed, vooral wanneer ze door wijze mensen gestuurd wordt, om de grootsheid van de kracht, de wijsheid en de goedheid der kennis ons een diepe menselijkheid bijbrengt, zodat we er ons van bewust worden dat zelfs, na zoveel moeite en studie, de meest geleerde mensen er steeds nog niet in zijn geslaagd om zelfs één van de ontelbare schoonheden te begrijpen die van de almachtige, scheppende handen van de Heer komen.
Vertaling: Chris De Bodt
7. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 132]
Schrift 1
291. Ik ontmoette eens iemand die van plan was een doodzonde te bedrijven. Ik heb toen de Heer gebeden om mij de grootste kwellingen over te zenden zodat deze ziel gered werd. Plots voelde ik de wrede pijnen van de doornenkroon op mijn hoofd. Dit duurde redelijk lang, maar deze persoon bewaarde Gods genade. O mijn Jezus, hoe gemakkelijk is het zich te heiligen, er is alleen wat goede wil voor nodig. Wanneer Jezus dat minimum goede wil in de ziel ontdekt, geeft Hij zich haastig aan haar en niets kan Hem tegenhouden, fouten noch vallen, helemaal niets. Jezus is erop uit deze ziel te helpen en als die ziel aan de genade Gods getrouw is, kan ze op korte tijd komen tot de hoogste heiligheid die een schepsel hier beneden kan bereiken. God is zeer mild en weigert niemand Zijn genade: Hij geeft zelfs meer dan wij vragen. De trouw aan de ingeving van de heilige Geest, dat is de kortste weg.
292. + Wanneer de ziel God oprecht bemint, moet ze in haar geestelijk leven voor niets bang zijn. Dat ze zich late beïnvloeden door de genade en haar vereniging met God geen beperking oplegge.
293. + Toen Jezus mij met Zijn schoonheid verrukte en me naar Zich toetrok, zag ik wat Hem in mijn ziel mishaagt en besloot ik het tot alle prijs te verwijderen, en met Gods genade heb ik het onmiddellijk verwijderd. Deze grootmoedigheid beviel de Heer en sindsdien is Hij begonnen mij hogere genaden te verlenen. Ik redeneer niet in mijn innerlijk leven en ik ontleed niet langs welke wegen Gods Geest me leidt, het volstaat te weten dat ik bemind wordt en dat ik bemin. De zuivere liefde leert mij God kennen en veel mysteries te begrijpen. Mijn biechtvader is mijn maatstaf, zijn woord is heilig voor mij: ik zeg dat over mijn begeleider [37].
[37] Het betreft hier E.H. Sopocko.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
8. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 132]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 2
Zoals al gezegd, broeders, zijn deze in genade bevestigde zielen wonderbaar getroost door de zekerheid over hun heil. Maar anderzijds, verlost van het lichaam dat als een dik zeil het zicht en het begrip over bovennatuurlijke en onzichtbare zaken verduisterde, voelen ze bitter het uitstel van het goddelijk bezit aan.
Hier op aarde wordt door de meeste mensen Gods afwezigheid of verwijdering maar matig ingeschat! Verleid door de aardse bezittingen en opgeslorpt door tastbare dingen begrijpen we God op te zeer onvolmaakte wijze om zijn verlies goed op prijs te stellen. Maar bij de dood wordt de blinddoek der zinnen verscheurd, al onze menselijke banden worden vernietigd, de ijdele spoken die ons verleidden zijn voorgoed gevlucht. Er is geen vermaak, noch afleiding, noch gesprek meer. Onze neigingen, betrachtingen en strekkingen richten zich dan op de goddelijke Bruidegom, onze enige en onbegrijpelijke schat.
Ah! Die arme zielen, tuk op eeuwige omhelzingen, snellen naar God die hun doeleinde is, krachtiger dan het ijzer voor de magneet, onstuimiger dan de natuurlijke dingen naar hun centrum snellen.
Onder die grote vernieling van de dood, met de totale scheiding van al wat ons leven uitmaakte, rest er de ziel niets... helemaal niets, behalve dan die liefde die wegzinkt, en laat slechts het ondenkbare spijt achter dat, door haar schuld, de vervulde vereniging met een dag, een jaar, een eeuw werd uitgesteld en die voor haar het echte, het volmaakte, het enige en eeuwige geluk moet zijn.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
9. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [17/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
10. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 44]
Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal
De echtgenote Rolland en Benoîte
Hier geeft M. Gaillard de boetes in detail: vlees derven, geen bouillon of wijn op de grote feestdagen [Pasen, Pinksteren, Kerstmis] om ze aan de armste van de parochie te geven en zelf maar water en brood gebruiken. Dan vervolgt hij zijn verhaal:
Deze vrouw begreep het, getroffen door een gevoelige pijn en een uiterst berouw God te hebben beledigd: ze weent, zucht en klaagt. Benoîte komt naderbij, hoort haar wenen en zegt tot haar: "Je hebt me bij de Dame doen liegen, want ik dacht je in bed..." "Ik heb alles gehoord wat de Dame je zei. Ik zal me verbeteren." Deze plotse verandering was voor een meisje een grote opluchting, ook door later vast te stellen dat ze niet meer vloekte, vastte en al wat ze kon afstaan aan de armen gaf. Verder leidde ze een zeer christelijk leven en naderde vaak de Sacramenten.
Deze oprechte bekering zal maar terloops door M. Peytieu aangehaald worden als openbaar bekend, wanneer hij twintig jaar later zijn Mémoires opstelt.
Het feit dat Mevrouw Rolland hoort wat de Dame zegt zonder haar te zien stelt de vraag over de objectieve werkelijkheid van de verschijning: deze woorden zijn inderdaad door twee getuigen, die elkaar niet kunnen beïnvloeden, gehoord en begrepen. Volstaat dit om de bewering van M. Gaillard hard te maken die meteen schrijft: "Dit voorbeeld alleen al, dat iedereen in de buurt gezien heeft, toont duidelijk aan dat de verschijningen aan Benoîte geen verzinsels zijn of het werk van de Duivel, maar de pure waarheid. Het wordt nog duidelijker, en om meer overtuigende redenen."
Hier gaat het M. Gaillard niet rechtstreeks over de zaak die ons bezig houdt, maar uitsluitend de waarheid van het getuigenis van Benoîte. We kunnen maar de krachtige tussenkomst bewonderen van de herderin om haar bazin te bekeren.
Vertaling: Broeder Jozef
11. Het sacrament van de Verzoening [deel 15]
Uittreksel uit het boek van Pater Slavko Barbaric: "Geef me je gewonde hart"
De maandelijkse biecht
Na deze rijke bezinning over de betekenis van de biecht is het misschien goed om even stil te staan bij de vraag: Waarom een maandelijkse biecht? Is het niet overdreven? Vroeger volstond dit één maal per jaar of bij bedreven doodzonde, waarom vraagt de Gospa ons om zo dikwijls te biechten? Pater Slavko Barbaric, een grote bezieler van Medjugorje, overleden in 2000 bij de laatste statie van de kruisweg op de Krizevac, schreef hierover het volgende in "Geef mij je gewonde hart:"
"Dus, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valt! Gij hebt geen bovenmenselijke bekoring te doorstaan gehad. God is getrouw; Hij zal niet toelaten, dat gij boven uw krachten bekoord wordt, maar met de bekoring zal Hij ook het middel geven, om ze te kunnen doorstaan." [1 Korintiërs 10,12-13]
"Om ons naar de vrede te leiden wenst de Moeder Gods, volgens de uitspraken van de zieners, de regelmatige maandelijkse biecht. In de parochie van Medjugorje zijn daarom elke eerste vrijdag, zaterdag en zondag in de maand dagen van verzoening. Vanzelfsprekend komt de vraag op: Waarom moeten wij zo vaak biechten?
In het licht van hetgeen wij over de regels van het geestelijk leven weten is de oproep tot de maandelijkse biecht gemakkelijk te begrijpen. Want de noodzakelijkheid van het sacrament van de verzoening is niet alleen verbonden met datgene wat wij aan negatieve dingen hebben gedaan, maar veeleer met het groeien in de liefde, de vrede, de barmhartigheid en het vergeven. Dus als we ook zeggen dat we niet hebben gezondigd, dan sluit dat nog niet de noodzakelijkheid van het sacrament van de verzoening uit. Dit sacrament is eigenlijk een feest van vreugde, van gemeenschap, van genezing en van het leven.
Wie met deze gezindheid maandelijks te biechten gaat, zal de wetten van de geestelijke groei beslist beter begrijpen en hij zal in de ontmoeting met de priester ook gemakkelijker zien wat hij moet doen. Hij zal een betere vooruitgang boeken in zijn persoonlijke groei, hij zal zijn zwakheden beter gaan zien en de wonden die hij door zijn zonden heeft gekregen, genezen vlugger.
Anne Van Der Sloten
12. Jezus' tijdgenoten [aflevering 261]
Jozef Kiabi, zoon van Simon Kantheras
Zie Ismaël, zoon van Kiabi
Josephus Flavius
Wat volgt is de eigen beschrijving van Josephus' "Uit mijn Leven."
Ik kom uit een eerbiedwaardig geslacht, dat in zijn geheel van priesters afstamt. Terwijl adeldom bij iedereen weer op iets anders is gebaseerd, is het bij ons dus de priesterlijke waardigheid, waaruit het aanzien van onze familie blijkt. Bovendien stam ik niet af van zomaar een priestergeslacht, maar van het belangrijkste van de vierentwintig [1] afdelingen. Omdat daarnaast bij ons een aanzienlijk verschil bestaat tussen families van de ene of andere afdeling, behoor ik ook nog tot de voornaamste familie van die eerste richting. Van mijn moeders kant ben ik van koninklijke bloede, want de nakomelingen van Asamoneus, waarvan die familie afstamt, bekleedden niet alleen heel lang het ambt van hogepriester, maar hadden tegelijkertijd een koninklijke waardigheid. Ik zal nu mijn voorvaderen in de juiste volgorde opnoemen. De vader van mijn grootvader heette Simon, bijgenaamd Psellus. Hij leefde in dezelfde tijd als Hyrcanus, de zoon van de hogepriester Simon, de eerste van alle hogepriesters. Deze Simon Psellus had negen zonen, waar Matthias, die Ephlias werd genoemd, er een van was. Hij huwde met de dochter van de hogepriester Jonathan, de oudste zoon van Asamoneus, die ook hogepriester was en broer van de hogepriester Simon. Deze Matthias kreeg in het eerste jaar van de regering van Hyrcanus een zoon die Matthias Curtus werd genoemd. De naam van zijn zoon, die werd geboren in het negende jaar van de regering van Alexandra, was Joseph. Ik ben de zoon van Matthias en ben geboren in het eerste jaar van de regering van Gaius Ceasar. Zelf heb ik drie zonen: Hyrcanus, de oudste, is geboren in het vierde jaar van de regering van Vespasianus, Justus in het zevende en Agrippa in het negende. Ik heb nu dus de stamboom van mijn familie opgeschreven, zoals ik die in de officiële documenten heb aangetroffen [2] en daarmee neem ik afstand van degenen die lasterlijk over mijn zogenaamde lage afkomst spreken.
Mijn vader Matthias stond dus niet alleen in aanzien vanwege zijn adellijke afkomst, maar oogstte nog meer eerbetoon op grond van zijn rechtvaardigheid. Hij genoot grote faam in Jeruzalem, de grootste stad die wij hebben. Zelf groeide ik samen op met mijn broer, die Matthias heette. Hij was mijn enige broer, van dezelfde vader en moeder. Ik maakte zeer grote vorderingen in mijn studie en bleek zowel een goed geheugen als verstand te hebben. Daarnaast werd ik toen ik nog jong was, toen ik ongeveer veertien was, door iedereen geprezen voor mij toewijding aan mijn studie. Daarom kwamen de hogepriesters en meest invloedrijke mannen van de stad vaak bij mij samen, om mijn mening te horen over de juiste uitleg van bepaalde wetsartikelen. En toen ik ongeveer zestien was, nam ik mij voor om een inventarisatie te maken van de verschillende sekten, die in ons land aanwezig waren. Dat zijn er drie. Zoals ik al vaker heb verteld was de eerste, die van de Farizeeën, de tweede waren de Sadduceeën en de derde de Essenen. Ik dacht dat ik de beste keuze zou kunnen maken, als ik maar voldoende van hen afwist. Ik beperkte me eerst tot sober voedsel, ondervond vele problemen, maar doorstond dat allemaal. Ik was echter niet tevreden over deze beproevingen. Dus toen ik hoorde, dat er iemand in de woestijn ene Bannus leefde, die zich uitsluitend kleedde met wat er aan bomen groeide, geen ander voedsel tot zich nam dan wat vanzelf groeide, en zich vaak, om zijn kuisheid te bewaren, overdag en s nachts in koud water baadde, werd ik zijn leerling. Ik bleef drie jaar bij hem. [3] Nadat ik dus had gedaan wat ik mij had voorgenomen, keerde ik terug naar de stad. Ik was toen negentien jaar en ging mijn leven inrichten volgens de regels van de sekte van de Farizeeën, die verwant is aan de sekte van de Stoïcijnen, zoals die bij de Grieken heten.
[1] Wij mogen daarom de vergissing rechtzetten in het Latijnse exemplaar van het tweede boek van Tegen Apion par. 8, [want het Griekse exemplaar is verloren gegaan]. Daar staat dat er maar vier priesterstammen of "afdelingen" bestonden, in plaats van vierentwintig. Deze vermelding mag niet over het hoofd worden gezien, want het lijkt alsof Josephus daar iets anders zegt dan wat hij hier beweert. Zelfs het aantal wat daar wordt genoemd, komt beter overeen met vierentwintig dan met vier afdelingen, omdat hij zegt dat elk van die groepen uit 5000 man bestaat, wat vermenigvuldigd met vier, niet meer dan 20.000 priesters oplevert. Het aantal van 120.000 man lijkt het meest waarschijnlijk, omdat dat ongeveer eentiende van de hele bevolking betekent, zelfs na de Babylonische ballingschap. Zie Ezra 2:36-39; Nehemia 7:39-42; 1 Ezra 5:24, 25, Ezra 2;64; Nehemia 7:66; en 1 Ezra 5:41. Dat men doorgaans leest of schrijft dat er maar vier priesterafdelingen hebben betaan, komt ook niet overeen met wat Josephus zelf elders zegt [Antiq. Boek VII. hfdst. 14. par. 7]. Daar vermeldt hij dat Davids onderverdeling van de priesters in vierentwintig afdelingen, tot op dat moment was gehandhaafd. [2] Een uitstekend voorbeeld van de aandacht die de Joden aan hun stamboom besteden, vooral bij de priesters. Zie Tegen Apion, boek 1, par. 7. [3] Als Josephus hier zegt dat hij van zijn zestiende tot zijn negentiende jaar, dat wil dus zeggen drie jaar, de drie Joodse sekten, Farizeeën, Sadduceeën en Essenen heeft uitgeprobeerd, en meteen daarna in al onze exemplaren zegt, dat hij bovendien die periode tot zijn negentiende bij een kluizenaar in het bijzonder, ene Bannus, heeft doorgebracht, laat hem dat weinig ruimte om die drie andere sekten uit te proberen. Ik denk dus dat de oude lezing bij hem, het mogelijk met hen eens is. Dat is maar een kleine correctie, die voor ons wel het probleem oplost. Toch is het vermoeden van Dr. Hudson, waar Hall op zinspeelt in zijn voorwoord bij de uitgave van Hudson van het werk van Josephus, helemaal niet onwaarschijnlijk, namelijk dat deze Bannus, zoals hij hem beschrijft, zeer wel mogelijke een volgeling van Johannes de Doper is geweest, en dat Josephus mogelijk van hem die inzichten heeft opgedaan, die er later voor hebben gezorgd dat hij zon gunstig beeld schetst van Jezus Christus, over wie Johannes de Doper heeft getuigd.
Vertaling: Broeder Joseph
13. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 87]
Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus
Johannes graaft een vijver
Ik begreep de betekenis van iedere aardlaag die Johannes in het maken van de vijver doorgroef en van alle bijzondere werkzaamheden, tot de vijver voltooid was. Alles had betrekking op de hardheid en andere gebreken van de mensen, die hij moest verbeteren, opdat de genade van de Heer op hen zou kunnen inwerken. Ik werd hierbij onderricht dat zijn arbeid, zoals ook al zijn andere handelingen en zijn hele leven een zinnebeeld en voorafbeelding waren. Hierdoor werd hij niet alleen door de H. Geest onderricht nopens hetgeen hij te doen had, maar hij deed er door ook datgene, wat zijn verschillende verrichtingen beduidden, aangezien God de goede mening waarmede hij zijn werk bezielde, in aanmerking nam.
Tot dit alles werd hij, zoals weleer de profeten, door de H. Geest aangedreven. Hij schilde eerst de grasgrond in een ronde vorm weg en groef dan door de harde mergelgrond een rondvormige, grote vijver, zeer schoon en zorgvuldig, en bevloerde de bodem met verschillende stenen, uitgenomen in het midden op de diepste plaats, waar hij tot op een kleine waterbron gegraven had. Met de uitgegraven aarde legde hij hierna rondom de vijver een rand aan, die op 5 plaatsen doorsneden was. Tegenover vier van deze doorgangen plantte hij rondom de vijver, op gelijke afstanden,vier slanke stammetjes, die van boven schoon groen waren. Het waren vier boompjes van een verschillende soort. Ze hadden elk hun bijzondere betekenis. In het midden van de vijver plantte hij een speciale boom met smalle bladeren en piramidevormige bloemtrossen, die met een stekelachtige knot of bolster omgeven waren. Deze boom had een tijdlang half verwelkt vóór zijn spelonk gelegen.
De vier boompjes rondom schenen mij eerder dunne heesters te zijn die bessen droegen [boompjes met in hun kruis rode beters]. Hij hoogde de aarde rondom hun voet op om ze vast te zetten. Nadat hij in het uitgraven van de vijver tot op de bron gekomen was, waar daarna de middelste boom geplant werd, maakte hij een gracht of kanaal om het water uit de beek bij zijn spelonk in de vijver te leiden en ik zag hem in de steppe of wildernis holle rietstengels verzamelen [die in Palestina echte holle stokken zijn en ik zag hem die als buizen op elkander steken tot een soort pijp of waterleiding. Hij bedekte deze met aarde. Het was zo geregeld dat hij ze kon sluiten.
14. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 97: Aquila Rapax [Roofzuchtige Adelaar]
Pius VII [1800-1823]
Echte naam: Luigi Barnaba Chiaramonti [Cesena, 14 augustus 1740 - Rome, 20 augustus 1823]
Luigi Barnaba Chiaramonti werd geboren uit een adellijke Italiaanse familie. Naar hijzelf vertelde, was zijn pausschap voorspeld door zijn moeder, die in 1763 toetrad tot de karmelietessen. Hij studeerde in Ravenna voordat hij toetrad tot de Benedictijnse orde in 1756 voor zijn vervolgstudie. Zijn kloosternaam als benedictijn was Gregorio. Binnen de orde werd hij docent in de theologie. Zijn carrière kwam in een stroomversnelling toen Giovanni Braschi, een vriend van de familie, gekroond werd tot paus Pius VI.
In 1785 werd hij bisschop van Imola, waar hij onder andere de Franse bezetting meemaakte. Zijn kersthomilie van 1797, die stelde dat Kerk en democratie geen tegengestelden zijn, maakte hem door heel Italië bekend.
Na de dood van paus Pius VI verbleef de meerderheid der kardinalen in Venetië en werd daar in het Benedictijnerklooster op het eiland San Giorgio Maggiore het conclaaf gehouden. Na drie en een halve maand werd kardinaal Chiaramonti als compromiskandidaat tot paus gekozen [14 maart 1800]. Hij nam uit eerbied voor zijn in ballingschap gestorven voorganger diens naam aan. Omdat de pauselijke tiara door de Fransen in beslag was genomen, werd een model van papier-maché gebruikt.
Chris De Bodt
15. Profetiën: Heilige Hieronymus [342-420]
Profetie 3
satan zal zijn invloed op alle machten van de antichrist uitoefenen, zowel lichamelijk als in zijn ziel, namelijk zijn wil, geheugen en kennis.
Vertaling: Chris De Bodt
16. Natuurtips die niets kosten: Kleefkruid [Galium aparine L.]
Wij schepselen zijn ver van de schepping en de krachten die er in schuilen afgedwaald. Ieder sprietje onkruid moet verdwijnen en we moeten een steriel grasveldje hebben. Daarom is het goed ons af en toe te buigen over de genezende en voedende gaven die bepaalde kruiden kunnen hebben. De taaiste onkruiden blijken de geneeskrachtigste te zijn. We gaan ze te lijf met het grootste vergif en jammer genoeg vergiftigen we zo de natuur en doen onszelf tekort.
Kleefkruid [Galium aparine L.]
Kleefkruid is ook zon "vervelend" kruid. Het plakt aan onze kleren en huid als we passeren. Maar lees even verder, het kan ons nog van veel nut zijn in de komende tijden.
Tonicum voor het lymfatisch stelsel: gezwollen lymfeklieren om het even waar in het lichaam en in het bijzonder bij amandelontsteking en ontsteking van de neuspoliepen
Licht urineafdrijvend
Bevordert de leverwerking
Mild laxerend
Bloedzuiverend en ontstekingsremmend
Psoriasis en droog eczema
Allergische en infectueuze neusslijmvliesontsteking
Chronische sinusitis
Ter ondersteuning bij auto-immuunziekten en kankerdiëten
Oedemen,ter preventie van nier- en blaasstenen, niergruis, blaasontsteking, prikkelbare blaas, pijn bij het wateren, te weinig wateren, bedwateren
Stembandverlamming [gorgelen met aftreksel]
Kleefkruid kan ook gegeten worden als groente, net als de grote brandnetel en vogelmuur, waardoor het algemeen kan bijdragen tot de groei en herstel van weefsels
3 maal per dag 5 à 15 ml vers geperst sap of 3 maal per dag een thee van 2 à 3 theelepels gedroogd kruid [mag ook vers gebruikt worden, minder lang laten trekken] op een tas heet water; 10 à 15 minuten laten trekken. Bij zware ziekten 4 tassen per dag.
Waarschuwing: veilig
Anne Van Der Sloten
17. Pauselijk bezoek aan Kroatië: waarschuwing voor verlies van de "familiewaarden."
Paus Benedictus XVI waarschuwde zondag dat het traditionele gezin in Europa verbrokkelt door de druk van voortschrijdende ontkerkelijking. Hij bepleit wetten die echtparen helpt met de hoge kosten van de opvoeding en onderwijs van kinderen. De paus zei dat op de tweede dag van zijn bezoek aan Kroatië, een bastion van katholicisme op de Balkan. Hij sprak bij een openluchtdienst voor honderdduizenden mensen op een renbaan aan de rand van de hoofdstad Zagreb.
Honderduizenden woonden de Misviering bij
"Helaas moeten wij erkennen dat secularisatie zich verspreidt, wat leidt tot de uitsluiting van God uit het leven en de toenemende afbrokkeling van het begrip familie, vooral in Europa," zei de paus. Hij riep katholieke families in heel Europa op zich te verzetten tegen "die seculiere mentaliteit, die samenwonen als voorbereiding of zelfs als vervanging van het huwelijk goedkeurt." Hij hekelde ook abortus en kunstmatige geboortebeperking.
De dienst van de 84-jarige kerkvorst was de nieuwste aanval in een reeks tegen, wat de kerk ziet als, het groeiende anti-katholicisme en 'christenfobie' in Europa. Benedictus verzette zich eerder tegen een Britse wet die de kerk zou verplichten om ook homo's en transseksuelen aan te nemen. Ook maakte hij bezwaar tegen een vonnis dat kruisbeelden zou verbannen uit Italiaanse scholen.
Het bezoek van Benedictus moet een aanmoediging zijn voor de kerk in het land, dat 20 jaar geleden onafhankelijk. Voorheen maakte het deel uit van Joegoslavië.
Bij het begin van zijn reis door Kroatië kritiseerde Benedictus nog de Europese Unie. Hij zei dat de EU-bureaucratie te gecentraliseerd is en soms geen rekening houdt met historische verschillen en nationale culturen. Het Vaticaan steunt wel de Kroatische pogingen om lid te worden van de EU. Dat zou een sterk katholiek land in de groep EU-landen brengen.
De Duitse paus brengt later op zondag nog een bezoek aan het graf van kardinaal Alojzije Stepinac, die was beschuldigd van samenwerking met de nazi-bestuurders tijdens de Tweede Wereldoorlog. De communisten veroordeelden hem tot 16 jaar cel na de oorlog. Maar de vorige paus verklaarde Stepinac zalig in 1998.
18. Radioactiviteit stijgt in vernielde kerncentrale Fukushima
In de verwoeste Japanse kerncentrale Fukushima stijgt de radioactieve straling. Uitbater Tepco deelde zaterdag mee dat in het gebouw dat reactor 1 herbergt tot 4.000 millisievert straling per uur is gemeten. Dat is het hoogste tot nu toe gemeten niveau in de lucht. Een robot kwam tot dit resultaat in de zuidoostelijke hoek van het gebouw.
Uit een opening in de vloer voor een pijp doorheen het gebouw is oprijzende stoom gezien. Maar de pijp zelf is volgens Tepco onbeschadigd. De stoom lijkt uit een drukketel te komen waar zich hoog radioactief besmet koelwater zou hebben geaccumuleerd.
De metingen duiden erop dat arbeiders na vier minuten al blootgesteld zijn aan de hoogst toegelaten stralingsdosis [250 millisievert per jaar] na vier minuten. Er zijn evenwel geen plannen om mensen in dat deel van de kernfabriek te laten werken, wat niet belet dat Tepco de zaken nauwgezet wil blijven opvolgen.
19. Als afsluiter: velen onder u herinneren zich ongetwijfeld nog het volgende:
Pastoor Andy Penne herinnerde zich ons nog eens aan deze beelden op facebook. Uiteraard is dit voor onze lezers eveneens een prachtige herinnering. Ik was op die dag zelf te Brussel aanwezig en het enthousiasme was enorm. Eerst ging ik naar het jubelpark waar Paus Johannes Paulus II met de helikopter aankwam. Daarna heb ik de Paus de hele Wetstraat gevolgd tot bijna aan de Grote Markt te Brussel. Langs de Wetstraat alleen al stonden er vijf rijen toeschouwers en dit langs beide kanten. Het enthousiasme was enorm en was een beetje in contrast met zijn bezoek aan Nederland, net daarvoor, waar hij eerder "koel" ontvangen werd door het volk. Ik ben blij dat ik het mogen meemaken heb. Pastoor Andy Penne is een stadsgenoot van mij en behoort tot de priesters die onlangs door aartsbisschop André Léonard vanuit Nederland naar België heeft teruggeroepen. Op dinsdagavond verzorgt hij voorlopig de Misviering in mijn buurgemeente Roosdaal, Pamel en vanaf september wordt hij officieel als pastoor aangesteld te Galmaarden.
Chris De Bodt
03-06-2011
3 juni 2011
3 juni 2011
1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio [4/7]
Een hemels aroma
Zijn stigmata
De documenten onthullen nieuwe details over de stigmata, die anders dan bij de Heilige Franciscus, bij Pater Pio geen uitgroeisels van vlees aan de andere zijde vertoonden. Pios handpalm leek eerder glad aan de oppervlakte en de stigmata aan zijn voeten namen soms af, waarbij er enkel "bleke knopjes" overbleven die dan later weer zouden "gedijen" met bloed. Er was geen schouderwonde [zoals sterke geruchten dikwijls laten vermoeden], maar er was een driehoekige wonde aan de zijde die de kleur had van "rode wijn."
Toen hij Vr. Pio dwong om zijn handen te ontbloten om de tekenen van zijn stigmata te tonen, nam de sceptische Rossi waar dat het bloed aan de handschoenen bleef hangen en dat het hierdoor uiterste pijnlijk was voor de monnik om er zich van te ontdoen. Maar Pio was zoals altijd gehoorzaam. De onderzoeker stak zijn eigen vinger in Pios open handwonden en noteerde later, met een zichtbare verbazing: "De stigmata zijn er. We staan voor een ware gebeurtenis en het is onmogelijk om dit verder te ontkennen." Castelli noteerde ook dat Pios stigmata anders leken dan deze van de Heilige Franciscus, wiens wonden uitpuilden of uitgroeiden naar de andere kant van zijn handpalm en waarbij wild vlees te voorschijn kwam. Dit was niet het geval bij Pio. De Bisschop-onderzoeker had geen andere keuze dan het besluit te maken dat volledig in het voordeel uitviel van hun authenticiteit, en aldus in feite van goddelijke oorsprong waren.
Hebben atheïsten ooit deze dingen uitgepluisd?
Indien ze dit zouden gedaan hebben, indien ze niet eenvoudig en overtuigend hadden geweigerd om zelf gebeurtenissen rond Pater Pio te onderzoeken, zouden er niet langer atheïsten bestaan.
Ze veroorzaakten een enorme pijn bij Pater Pio en de mysticus onthulde aan Bisschop Rossi dat de wonden begonnen met een visioen over Jezus, die aan Pio vertelde dat "deze zouden dienen om Pio met Zijn Passie te verenigen." Eerder was er enkel geweten dat een "raadselachtige figuur of engel" aan hem was verschenen tijdens zijn gebed in de koorkamer, bij de aanvang van de zichtbare stigmata. De wonden etterden nooit en gaven ook geen pus af en er was ook geen littekenvorming, alhoewel de handen korsten vertoonden.
En zo gaan de onthullingen door in dit boek dat minstens even boeiend is dan de talloze boeken die zijn geschreven over de Heilige. Het boek maakt een oud verhaal als nieuw, het is inspirerend en men kan het moeilijk opzij leggen. Het boek is geschreven door Vader Francisco Castelli, met een voorwoord van de beroemde Italiaanse schrijver Vittorio Messori.
Pater Pio, die in 2002 werd heilig verklaard, was zelf eerder verbaasd over alle commotie die er ontstond rond hem. Op een gegeven ogenblik merkte de monnik op: "Ook voor mijzelf ben ik een mysterie."
Vertaling: Chris De Bodt
2. Grace [4/10]
°26 juli 2002 - 26 september 2002
Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.
Vechten
Vanaf dat ogenblik is mijn gynaecoloog voor mij beginnen vechten en alle beslissingen werden genomen met de bedoeling de kansen op een levende baby te maximaliseren. Hij heeft zich werkelijk ten volle daarvoor ingezet. Hij heeft me verteld dat hij nooit meer dezelfde zou zijn. Grace heeft een diepe indruk gemaakt op al de artsen die zich met ons bezig gehouden hebben.
Mijn gynaecoloog heeft mijn geboorteplan verdeeld aan gans het verloskundig team en aan de verpleging en heeft met hen vergaderd om alles voor te bereiden. Ik heb persoonlijk kennis gemaakt met de verantwoordelijken van de verlosafdeling, van de materniteit, van neonatologie en met de vice-precident van het ziekenhuis vooraleer Grace geboren werd. Haar komst was grondig voorbereid. De verpleegsters zeiden me: "Chris, er bestond hier geen geschreven protocol voor dit soort zaken vooraleer Grace geboren werd. Jij hebt het protocol geschreven en wij weten nu dat we dit aan kunnen..."
Om dat allemaal te kunnen had ik veel steun nodig. Vanwege het medisch korps, noch vanwege de kerk heb ik enige hulp gekregen. Wel daarentegen van een groep "Sisters of life" die ik kort na de diagnose gecontacteerd heb. Zij brachten mij in contact met een Canadese groep "Morning Light Ministry." Die gaven me veel praktische en geestelijke adviezen om deze zwangerschap tot op het einde te dragen. Die groepen heb ik echter zelf moeten zoeken. Ik zou het werkelijk heel erg geapprecieerd hebben al deze info gekregen te hebben van de genetische consulenten en van de priesters die ik in de eerste periode contacteerde.
Eenmaal ik die groepen ontdekt had, wist ik dat ik niet alleen was. Het is onaanvaardbaar dat men mij deze bronnen niet gewezen heeft op het ogenblik dat ik mijn "keuze" moest maken.
Het lijkt erop dat het medisch korps maar één kant van het probleem zag. Dat was niet correct. Ik werd met lege handen naar huis gestuurd waar het om mijn baby ging. De ziekenhuizen zouden hulp en steun moeten bieden aan vrouwen die ervoor kiezen hun zwangerschap door te zetten ondanks een negatieve diagnose. Ik denk dat Grace ons ziekenhuis op dat vlak wakker geschud heeft. Het medisch korps zou ook vrouwen als ik moeten steunen. Ook al zijn we weinig talrijk, we zijn er toch wel.
Vertaling: Christine
3. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 15]
De drie herderskinderen en hun families
En het boek Deuteronomium laat ons geen enkele twijfel achter: "Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad." [Deut. 6: 6-9] In deze woorden zullen de ouders en de kun kinderen hun eeuwig geluk vinden: "Hadden ze altijd maar zon verlangen om mij te vereren en mijn geboden na te leven. Voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan." [Deut. 5: 29]
Deze woorden omschrijven nauwkeurig de opdracht die God heeft toevertrouwd aan de ouders in de opvoeding van hun kinderen. De ouders zijn de eerste opvoeders van de kinderen. Het is in hun vaders arm en hun moeders schoot, wanneer ze nog onschuldig zijn, dat de kleine kinderen de Heilige naam van God moeten leren uitspreken en hun zuivere handen in gebed naar de Hemel moeten richten, kinderlijk moeten leren lachen naar het beeld van hun Hemelse Vader en hun Hemelse Moeder.
Het zijn de ouders die hun kinderen moeten leiden op het rechtvaardige pad van Gods Wet en hen toevertrouwen, in overeenstemming met hun middelen en omstandigheden, aan bekwame leraars die hen niet wegleiden van het pad waarop ze geplaatst zijn. Wat is anders het voordeel van een grote kennis als ze hiermee hun onsterfelijke zielen verliezen? Door hun ziel te verliezen, verliezen ze alles, omdat ons leven hier op aarde in een flits voorbijgaat, terwijl de eeuwigheid onveranderlijk in ons verblijft!
Ongetwijfeld is de menselijke wetenschap, met al de kennis die ze bevat, goed, vooral wanneer ze door wijze mensen gestuurd wordt, om de grootsheid van de kracht, de wijsheid en de goedheid der kennis ons een diepe menselijkheid bijbrengt, zodat we er ons van bewust worden dat zelfs, na zoveel moeite en studie, de meest geleerde mensen er steeds nog niet in zijn geslaagd om zelfs één van de ontelbare schoonheden te begrijpen die van de almachtige, scheppende handen van de Heer komen.
Vertaling: Chris De Bodt
4. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 25]
Justo Antonio Lo Feudow
Hallo aan iedereen uit de groep,
Mijn naam is Justo Antonio Lo Feudo en ik werd geboren in Buenos Aires, Argentinië. In leefde voor vele jaren in het buitenland, namelijk in de Verenigde Staten, Brazilië en Italië. In Italië luisterde ik voor de eerste keer naar de roep van Onze Gezegende Moeder. Die kwam van Medjugorje, een plaats waar ik nooit voordien van gehoord had en zelfs niet wist waar het oord zich bevond. Ik ben als katholiek geboren, maar verliet het geloof onmiddellijk na de communie en het vormsel de Kerk.
Op een gezegende dag gaf de man aan wie ik gebruikelijk de nieuwsbrief "Eco di Medjugorje" [met de boodschappen, commentaren en interessante artikels] vroeg, de duw die ik nodig had. "Waar wacht u nog verder op om naar Medjugorje te gaan?" Die eenvoudige vraag veranderde mijn hele leven. Ik herinner mij dat ik zei "Goed. Ik zou graag samen met u gaan." Deze man leidde ook bedevaarten naar Medjugorje. Dit gebeurde in juli 1989 en zijn volgende reis was gepland tegen begin augustus. Zijn antwoord was: "Het spijt me, maar er zijn geen plaatsen meer over. De bus zit overvol!" Wat ik destijds nog niet wist was dat de verjaardag van Onze Lieve Vrouw op 5 augustus viel. Een paar dagen later ontmoette ik de man opnieuw en toen vertelde hij mij dat er nog één plaats vrij was, omdat iemand anders op het allerlaatste ogenblik had afgezegd. Dit was dus mijn kans, maar er kwam nog een andere, zelfs grotere verrassing.
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
5. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 131]
Schrift 1
285. 1934. Eens toen ik in mijn kamer kwam, was ik zo uitgeput dat ik eerst wat moest rusten voordat ik me kon uitkleden en, toen ik reeds uitgekleed was, kwam een van de zusters mij vragen haar heet water te brengen. Ondanks mijn vermoeidheid heb ik mij vlug aangekleed en haar het water gebracht dat ze verlangde, al was de afstand tussen de keuken en de cel zeer groot en met modder tot aan de enkels bedekt. Toen ik mijn cel binnentrad, zag ik een ciborie met het Allerheiligste Sacrament en ik hoorde deze stem: "Neem deze ciborie en breng ze naar het tabernakel." Eerst aarzelde ik, maar toen ik naderde en de ciborie aanraakte, hoorde ik de woorden: "Met die liefde waarmee ge Mij benadert, benader daarmee elke zuster, en al wat ge voor hen doet, doet ge voor Mij."
286. + Eens, na een aanbidding voor ons Vaderland, werd mijn ziel door smart bevangen en begon ik te bidden: "Zeer barmhartige Jezus, ik vraag U, op voorspraak van de heiligen en vooral van Uw beminnenswaardige Moeder, die U sinds Uw kindsheid gekoesterd heeft, smeek ik U mijn Vaderland te zegenen. Jezus let niet op onze zonden maar op de trouw van de kleine kinderen, op de honger en de koude die zij lijden. Jezus, omwille van deze onschuldige wezentjes, verleen mij de genade die ik voor mijn Vaderland vraag." Op dat moment zag ik Jezus, de ogen vol tranen, Hij zei me: "Zie, mijn dochter, hoe Ik medelijden heb met hen, weet dat zij het zijn die de wereld instandhouden."
287. + Mijn Jezus, wanneer ik het leven der zielen beschouw, zie ik er velen die U dienen met een zeker wantrouwen. En vooral op sommige momenten als ze de gelegenheid hebben hun liefde voor God te tonen, zie ik hoe ze het strijdperk ontvluchten. En op een bepaald moment zegt Jezus mij: "Wilt gij, Mijn kind, ook zo handelen?" Ik heb de Heer geantwoord: "O neen, mijn Jezus, ik zal het strijdperk niet verlaten zelfs wanneer het doodzweet mijn voorhoofd overstroomt, mijn hand zal het zwaard niet loslaten tot ik rust aan de voeten van de Heilige Drieëenheid." Wat ik ook doe, ik reken niet op mijn eigen krachten, maar op Gods genade. Met Gods genade kan de ziel de grootste moeilijkheden zegevierend doormaken.
288. + Eens, toen ik zeer lang met Jezus sprak over onze leerlingen en door Zijn goedheid aangemoedigd, vroeg of er onder onze leerlingen zielen waren die Zijn Hart verheugden, antwoordde de Heer: "Ja, maar hun liefde is zwak, daarom stel Ik hen onder uwe bijzondere bescherming, bid voor hen."
O grote God, ik bewonder Uw goedheid. Gij de Heer van de hemelse heerscharen, Gij verlaagt U tot het ellendigste schepsel. O hoe vurig verlang ik U met elke hartslag te beminnen. De uitgestrektheid van de aarde is me niet genoeg, de hemel is te klein, de ruimten zijn niets, Gij alleen volstaat mij, eeuwige God. Gij alleen kunt de diepte van mijn ziel vullen.
289. Mijn gelukkigste uren zijn deze waarin ik onder vier ogen alleen blijf met de Heer. Tijdens die uren ontdek ik de grootheid van God en mijn ellende. Eens zei Jezus me: "Wees niet verwonderd soms onverdiend verdacht te worden. Ik heb het eerst de kelk van onrechtvaardig lijden gedronken."
290. Eens toen ik door de eeuwigheid en haar mysteries gegrepen werd, begon mijn ziel zich te verontrusten; toen ik de overweging nog wat verlengde, begonnen allerlei onzekerheden mij te kwellen. Plots zei Jezus me: "Mijn kind, vrees niet voor het huis van uw Vader. Laat die ijdele bedenkingen over aan de wijzen van deze wereld, Ik wil u altijd als een klein kind zien. Vraag alles in eenvoud aan uw biechtvader, Ik zal u antwoorden door zijn mond."
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
6. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 131]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 1
Sint Bernardus, in het leven van Sint Malachias, vermeldt een andere trek. Deze heilige vertelt dat hij op een dag zijn onlangs overleden zus zag. Ze onderging haar Vagevuur op het kerkhof. Door haar ijdelheid, haar zorg voor haar en lichaam, werd ze veroordeeld om te wonen in haar eigen put waarin ze begraven werd en toe te kijken op haar eigen ontbinding. De heilige droeg voor haar dertig dagen de mis op. Daarna zag hij zijn zus weer. Nu was ze veroordeeld haar Vagevuur te vervullen aan de poort van de Kerk, waarschijnlijk vanwege haar oneerbiedigheid in die gewijde ruimte, misschien omdat ze de aandacht van de gelovigen van de heilige mysteries had afgeleid om zo de aandacht op haar te vestigen. Ze was diep bedroefd, in rouw en uiterst angstig. Opnieuw offerde de heilige dertig dagen lang voor haar en op het laatst verscheen ze hem in het heiligdom, rustig en stralend in een wit gewaad. Door dat teken zag de bisschop dat zijn zus bevrijd was.
Dit verhaal stelt de algemene gewoonte vast die in voege is sinds het begin van de Kerk: bidden voor de overledenen gedurende dertig dagen. Daarin volgde het christendom slechts de traditie van Mozes.
"Mijn kinderen," zei de patriarch Jacob op zijn sterfbed tot zijn zonen, "begraaf me in de grot van Mambré in het land van Canaan," en de kleinzonen van Isaac betreurden hun vader dertig dagen lang. Bij de dood van hogepriester Aaron en zijn broer Mozes hernieuwde het volk die rouw van dertig dagen. En de vrome gewoonte om voor de overledenen een maand lang te bidden werd een wet in het uitverkoren land. Sint Petrus, prins der Apostelen, volgens sint Clemens, deed graag bidden voor het verlichten der overledenen, en Sint Dionysius de Areopagiet beschrijft ons met wonderbare woorden hoe feestelijk de gelovigen een uitvaart vierden. Al in de eerste eeuwen steunde de Kerk, vanwege de dertig dagen rouw in de wet van Mozes, het dertig dagen bidden bij het overlijden van gelovigen.
Oh! Jullie die wezens missen die als afwezig aanzien worden, jullie die tranen storten omdat het geliefde gezicht niet meer voor ogen komt, weet goed dat de deuren van hun gevangenis wijd open staan voor jullie gebed en naastenliefde.
De Profeet troostte zich over zijn gestorven vrienden in Gods vrede door hen vaak te bezoeken. Met een weergaloos vertrouwen herhaalde hij deze woorden: Penetrabo omnes inferiores portes ferroe, et inspiciam omnes dormientes, et illuminabo omnes sperantes in Domino [Eccl 24,45].
Ah! We vrezen bijna dat onze toespraak jullie vroomheid voor die zielen zou verminderen, dat over hun talrijke en stevige troosten te horen praten jullie gepast medelijden zou verminderen. Laten we niet vergeten dat hun geluk en troost doorkruist worden met lijden en kwelling.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
7. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [16/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimgie periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
8. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 43]
Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal
De echtgenote Rolland en Benoîte
Een kleurrijke trek tijdens de eerste maand van de verschijningen wordt door Gaillard aangehaald, wanneer Benoîte nog verblind was door het schone kind dat de Dame droeg. Een maand nadat mevrouw Rolland gebaard had en weer te been was neemt Benoîte het kind in haar schort mee naar de rots. Haar bazin vraagt waar ze met haar dochter naartoe gaat. "Ze verwisselen," zegt ze "met de mooie zuigeling van de Dame, want ze is te lelijk." En ze voegt eraan toe dat die zuigeling naar de kerk dragen iedereen zou verheugen omdat hij zo mooi is. Dat is haar eenvoud: ze zou het gedaan hebben zonder belet te worden!
Gaillard vervolgt: Daar haar bazin een leven leidde dat Benoîte niet aanstond, vraagt ze de Dame aan haar te verschijnen en haar hart veranderen. Haar bazin was verbaasd over al wat het meisje deed, over haar deugd en haar visioenen en over al wat verteld werd: ze geloofde het niet.
Ze zei haar kinderen: "Er is hier iets buitengewoon, goed of kwaad." Om het te weten staat ze op zodra Benoîte vertrokken is, volgt geheim de rivier en verstopt zich onder de rots.
De rechteroever van de rivier was gemakkelijk te volgen achter de hagen, zonder dat de herderin haar zag, want die was bezig haar kudde te leiden langs de weg boven de linkeroever. Zich verstoppen aan een kant van de verschijningen kon gemakkelijk.
Zodra Benoîte aankomt, ziet ze de Dame die zegt: "Uw bazin zit verscholen onder de rots." "Ze is er niet, Mevrouw, want ik verliet ze nog in bed. Mooie Dame, wie van ons beide kan dit het best weten!" "Ze is er, antwoordt de Maagd, je zult ze onder de rots vinden. Verwittig haar niet zoveel met de naam van Jezus te vloeken. Als ze zo doorgaat is er voor haar geen Paradijs, haar geweten is in slechte staat, ze moet boete doen."
Vertaling: Broeder Jozef
9. Het sacrament van de Verzoening [deel 13]
Artikel 4: Het sacrament van boete en verzoening in het kort
Op paasavond verscheen Jezus aan zijn apostelen en zei tot hen: "Ontvangt de heilige Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven." [Joh. 20: 22-23]
De vergeving van de zonden die na het doopsel bedreven werden, wordt verleend door een eigen sacrament, dat sacrament van de bekering, van de biecht, van de boete of van de verzoening wordt genoemd.
Wie zondigt, krenkt Gods eer en zijn liefde, zijn eigen waardigheid als mens, geroepen om kind van God te zijn, en het geestelijk welzijn van de kerk, waarvan elke christen een levende steen hoort te zijn.
Vanuit het geloof beschouwd, bestaat er geen groter kwaad dan de zonde en niets heeft ernstiger gevolgen voor de zondaars zelf, voor de kerk en voor de gehele wereld.
Terugkomen tot de gemeenschap met God nadat men haar door de zonde verloren had, is een beweging die haar oorsprong heeft in de genade van God, die vol barmhartigheid is en bezorgd om het heil van de mensen. Men moet deze kostbare gave voor zichzelf en voor de anderen vragen.
De beweging van terugkeer tot God [bekering en berouw genoemd] houdt een afkeer in ten aanzien van de bedreven zonden, en het vaste voornemen voortaan niet meer te zondigen. Bekering heeft dus zowel met het verleden als met de toekomst te maken. Ze wordt gevoed door de hoop op de goddelijke barmhartigheid.
Het boetesacrament bestaat uit een geheel van drie akten die de boeteling verricht, en de absolutie van de priester. De akten van de boeteling zijn: het berouw, de belijdenis of bekentenis ten overstaan van de priester en het voornemen het aangedane kwaad ook daadwerkelijk te herstellen.
Spijt of berouw moet ingegeven worden door motieven die uit het geloof voortkomen. Als het berouw voortvloeit uit liefde tot God, wordt het "volmaakt" genoemd. Als het gegrond is op andere motieven, noemt men het "onvolmaakt."
Hij die zich met God en de kerk wil verzoenen, moet ten overstaan van een priester alle zonden belijden die hij nog niet beleden heeft en waarvan hij zich na een zorgvuldig gewetensonderzoek bewust is. De belijdenis van dagelijkse zonden wordt door de kerk ten zeerste aanbevolen, al is die op zich niet noodzakelijk.
De biechtvader legt aan de boeteling op bepaalde daden van "voldoening" of "penitentie" te volbrengen, om de schade te herstellen die door de zonde aangericht, werd en om opnieuw bevestigd te worden in de levenshouding die eigen is aan een leerling van Christus.
Enkel priesters die van het kerkelijk gezag de bevoegdheid daartoe hebben gekregen, kunnen in naam van Christus zonden vergeven.
De geestelijke uitwerkingen van het boetesacrament zijn:
De verzoening met God waardoor de boeteling de genade terugkrijgt;
De verzoening met de kerk;
De kwijtschelding van de eeuwige straffen opgelopen door doodzonden;
De kwijtschelding, minstens gedeeltelijk, van de tijdelijke zondestraffen;
Vrede en rust van het geweten en geestelijke troost;
Groei van de geestelijke krachten voor de christelijke strijd.
De individuele en volledige biecht van de zware zonden, gevolgd door de absolutie, blijft het enige gewone middel om zich met God en de kerk te verzoenen. Door aflaten kunnen de gelovigen voor zichzelf en voor de zielen in het vagevuur vergeving van de tijdelijke zondestraffen verkrijgen.
Anne Van Der Sloten
10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 260]
Jezus, zoon van Ellem
Zie Matthias, Zoon van Theofilus I
Jozef, zoon van Kami
Keizer Claudius had het recht van toezicht op de Tempel van Jeruzalem afgestaan aan koning Herodes van Chalcis [44-48 na J.C.] en deze benoemde twee hogepriesters. Hij begon met Elioneus, zoon van Kantheras, af te zetten in 44 na J.C. en verving hem door Jozef, zoon van Kami of Kamydus [waarschijnlijk lid van dezelfde familie als Simon zoon van Kamithos die hogepriester was geweest in 17-18 na J.C.]. Hij vervulde het ambt drie jaar maar er is niets over zijn actie bekend. Ananias zoon van Nebedeus volgde hem op. Hij bleef uitzonderlijk lang aan gedurende twaalf jaar [47-59 na J.C.]. Hij was betrokken bij de twist tussen Joden en Samaritanen en was één van de Joodse leiders die door de gouverneur van Syrië Ummidius Quadratus werden aangehouden.
Hij werd naar Rome gestuurd en voor keizer Claudius gedaagd, samen met de procurator van Judea Cumanus die niet meer in de gunst lag. Dit gebeurde kort voor het paasfeest van 52 na J.C. De hogepriester Ananias en zijn collegas werden vrijgelaten door toedoen van koning Agrippa II. Ze mochten naar Judea terugkeren waar Ananias zijn ambt nog zeven jaar behield. De Talmus verwijt hem zijn gulzigheid.
Toen de opstand van 66 na J.C. losbrak verschuilden Ananias, zijn broer Ezechias en andere leiders zich in Herodes paleis op de hoogten van Jeruzalem. Ze werden door de rebellen vermoord onder leiding van de zeloot Menahem, afstammeling van Judas de Galileër. Volgens de Handelingen der Apostelen [23: 2 en 24: 1] zat hogepriester Ananias het vooronderzoek voor over Paulus die op aanvraag van de Romeinse tribuun was aangehouden. De auteur van de Handelingen staat systematisch vijandig tegenover de Joodse overheid wanneer deze tegenover Paulus staat. Ananias wordt voorgesteld als degene die onwettig beval de beschuldigde te slaan.
Wanneer het tumult losbreekt in het gerechtshof omdat Paulus sympathisanten had gevonden bij de farizeeërs die lid waren van het gerecht en ze tegen de Sadduceeërs keerde, verwijderen de Romeinse soldaten hem en verplaatsen hem naar Caesarea waar de procurator van Judea Felix over zijn lot zal oordelen. Ananias trekt aan het hoofd van een delegatie naar Caesarea om Paulus te beschuldigen met behulp van advocaat Tertullus. Door in beroep te gaan om beoordeeld te worden door de keizer zelf loopt Paulus vooruit op de vraag van de Joodse overheid die wilden eisen dat het proces in hun rechtsgebied zou doorgaan.
Vertaling: Broeder Joseph
11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 86]
Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus
Johannes graaft een vijver
Ik zag dat Johannes een openbaring had betreffende de doop en dat hij, ten gevolge daarvan, een doopvijver aanlegde. Dit geschiedde kort voor zijn terugkeer uit de woestijn, reeds nader bij het bewoonde land. Eer Johannes deze vijver begon te graven, zag ik hem vóór zijn spelonk aan de westzijde van een steile rotswand. Aan zijn linkerhand vloeide een beek, waarschijnlijk een van de bronnen die de Jordaan doen ontstaan [waarschijnlijk zelfs de beek en bron en spelonk van Banias of Cesarea-Filippi]. Zij ontspringt nabij de Libanon tussen twee bergen, in een spelonk. Mmen ziet het niet, tenzij men er dicht bij gekomen is.
Aan zijn rechterhand lag op een wildernisgrond een effen plaats waarop de vijver gegraven moest worden. Johannes zat op één knie. Op de andere, opgeheven knie had hij een lange rol van boombast liggen, waarop hij met een riet schreef. De zon scheen blakerend op hem. Hij was naar de Libanon gekeerd, die in het westen voor hem lag. Terwijl hij aldus aan het schrijven en tekenen was, werd hij opeens als roerloos en stijf. Ik zag hem geheel buiten zichzelf en als in geestverrukking. Er stond, naar ik zag, een man bij hem, die gedurende zijn verrukking zeer veel op de rol schreef en tekende. Tot zichzelf teruggekomen, las Johannes wat er op de rol stond, en begaf zich daarop met alle ijver en inspanning aan het werk. De boomschorsrol lag bij hem op de grond en twee er op gelegde stenen beletten haar samen te rollen. Herhaaldelijk sloeg hij er de ogen op, want het leek mij dat het plan van de te graven vijver daar nauwkeurig op getekend stond.
Met betrekking tot de ligging van de vijver zag ik uit het leven van Elias het volgende. De profeet zat droefgeestig over een begane fout in de woestijn en viel in slaap. Dan droomde hij dat een knaap hem met een stokje stiet en dat er naast hem een waterput lag, zodat hij vreesde er in te vallen, want van de stoot zag ik hem een eindje verder rollen. Hierop zag ik de engel hem wekken en te drinken geven. Dit geschiedde op dezelfde plaats waar Johannes nu zijn vijver groef.
Echte naam: Giovanni Angelo Conte Braschi [Cesena, 27 december 1717 - Valence, 29 augustus 1799]
Toen op 15 februari 1798 de Romeinse republiek werd uitgeroepen, werd de paus werd afgezet. Op het verzoek van de doodzieke paus hem in Rome te laten sterven, antwoordde Duphot, de Franse generaal: "Sterven kunt u overal." Op vijfhonderd voertuigen liet Napoleon de kunstwerken uit Rome wegvoeren. De lange tragische lijdensweg van de paus eindigde in Valence.
Pius heeft veel voor de wetenschap gedaan. Hij breidde het oudheidkundig museum in het Vaticaan uit. Tijdens zijn pontificaat zijn er veel opgravingen en vondsten gedaan. Grote meesters als Canova en David kregen hun inspiratie in het museum van oudheden, dat Goethe eenvoudigweg 'het museum' noemde.
De spreuk duidt op de laatste twee jaren van zijn leven. Na een uitzonderlijk lang pontificaat werd de doodzieke paus in 1798 verbannen, als gevangene van de Franse Revolutie.
Chris De Bodt
11. Profetiën: Heilige Hieronymus [342-420]
Profetie 2
Hij doet mij niet denken aan de duivel of een demon zoals sommigen anderen denken, maar aan iemand uit de mensen zelf, waarin satan volledig zal verblijven ... want hij is de man van de zonde, de zoon van de verdoemenis die zichzelf op de troon in de tempel zal plaatsen alsof hij God is.
Vertaling: Chris De Bodt
02-06-2011
2 juni 2011
2 juni 2011
Maandelijkse boodschap van Maria aan Mirjana Dragicevic voor hen die Gods liefde nog niet kennen:
"Lieve kinderen, terwijk ik u oproep tot gebed voor hen die Gods liefde niet kennen, en als u dan in uw harten zou kijken, zou u begrijpen dat ik spreek over velen onder u. Vraag uzelf oprecht af, met een open hart, of u de levende God wenst of u Hem wenst te bannen en te leven zoals u wilt. Kijk rondom u, Mijn kinderen en zie waar de wereld naartoe gaat, de wereld die denkt alles te doen, zonder de Vader, en die ronddwaalt in de duisternis van de verleiding. Ik bied u het licht van de Waarheid en de Heilige Geest aan. In overeenstemming met Gods plan ben Ik met u om u te helpen om Mijn Zoon, Zijn Kruis en Opstanding te laten overwinnen in uw harten. Als een moeder, verlang en bid ik voor uw eenheid met Mijn Zoon en Zijn werken. Ik ben met u. U beslist. Dank u."
Chris De Bodt www.bloggen.be/medjugorje
01-06-2011
1 juni 2011
1 juni 2011
1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio [3/7]
Een hemels aroma
In de eerste van de drie pauselijke onderzoeken van de grote mysticus en heilige, Pater Pio, uit Italië, waren de onderzoekers niet het meeste onder de indruk van de genezingen, de bilocatie en het kunnen "lezen van zielen," waarvoor de grote Kapucijnermonnik het meest bekend was. Dit is althans de grootste overtuiging van Bisschop Raffaello Carlo Rossi, die in 1921 werd gevraagd om de 34-jarige monnik te onderzoek naar aanleiding van beroering die er was ontstaan over de stigmata. Hij is ervan overtuigd dat het de "hemelse aroma" die Pater Pio omgaf, anders genoemd de "geur der heiligheid," dat de onderzoekers enorm verbaasde. Dit alles staat te lezen in het nieuw uitgegeven boek "Padre Pio under investigation: The secret Vatican files," geschreven door Francesco Castelli.
De reden waarom deze aanvankelijk sceptische onderzoeker dit zo indrukwekkend vond, volgens de documenten, was dat hij het zelf heeft ervaren en dit tot op zon hoge graad dat het fenomeen niet kon ingebeeld of "nagemaakt" zijn.
"Dit heel intense en aangename aroma, gelijkaardig aan de geur van het viooltje, zoals het welomschreven was door de Bisschop van Melfi, wordt officieel bevestigd door iedereen, waaronder zelfs de grootste eminenties binnen de Kerk," schrijft Bisschop Rossi. "Ik heb het geroken, net zoals ik de stigmata heb gezien en ik kan opnieuw de grootste eminenties binnen de kerk verzekeren dat ikzelf naar San Giovanni Rotondo ben gegaan met de vastberaden bedoeling om een absoluut objectief onderzoek te leiden, maar ook niet bevooroordeeld, over wat er gaande was met Pater Pio. Vandaag ben ik geen overgeschakelde aanbidder geworden van de Pater, in geen geval: ik heb een volledig onverschillig gevoel dat ik bij moet uitdrukken als een zekere lauwheid, zelfs in die mate dat ik een serene objectiviteit wil aanhouden bij het schrijven van mijn rapport. Maar, om in orde te zijn met mijn geweten, moet ik zeggen dat ik, door het zien van de feiten, mijn persoonlijke ongunstig vooroordeel niet kan aanhouden, zelfs al was het aan mijn uiterlijk niet te zien. En een van deze feiten is de zoete aromageur die, en ik herhaal, ikzelf heb geroken, zelfs gevoeld, net zoals ieder ander persoon. De enige die er zich niet bewust van was, was Pater Pio zelf."
"Indien hij werkelijk, om welke reden ook, een bepaald aroma zelf gebruikte, zou de geur niet de hele tijd constant zijn," schreef de onderzoeker. "Maar dat was niet het geval: soms werd het gevoeld, in golven, in zijn kamer en daarbuiten, als hij langs iemand voorbijging, op zijn plaats in het koor, zelfs van op afstand. Het kwam overeen met de geur van viooltjes."
Uiteraard onderzocht Bisschop Rossi, die de Heilige Pater Pio meerdere malen onder eed heeft ondervraagd, de cel van de monnik en kon hij niets vinden dat zon geur zou veroorzaken. Ik vond gewone alledaagse zeep en, zegt de onderzoeker erbij, de geur bleef zelfs hangen in zijn haar dat zelfs twee jaar eerder afgesneden was, net zoals het zich ook vasthechtte aan het bloed en de verbanden van de stigmata.
Het staat allemaal gedetailleerd beschreven in het boek, dat ondermeer nooit eerder vrijgegeven interviews bevat. De documenten werden beschikbaar naar aanleiding van een edict van Paus Benedictus om documenten vrij te geven tot 1939 van het Vaticaan. Deze beschrijven Pio als een zachte, nederige man met een fonkeling in zijn ogen en een doordringend gevoel voor humor, dus niet bepaalde de strenge, norse priester, zoals sommigen een verkeerd beeld van hem hebben.
Pater Pio moest een aantal onderzoeken doorlopen en in dit onderzoek werd elk detail van zijn wijze van leven, van de manier waarop hij de Mis opdroeg, bestudeerd, zelfs tot het aantal minuten die hij nam voor de consecratie, met kritiek op de aanzienlijke tijd dat hij de Kelk ophield en de notitie dat hij zijn hoofd niet leek te buigen op een kritiek ogenblik. Velen deden dit af als een soort "tentoonstelling van een te ijverige toewijding voor zijn werk," dat gedurende een lange tijd zijn mystieke toewijding tegenhield [Pater Pio was dikwijls dromerig en mijmerde tijdens de Mis, als hij de passie herleefde].
Dit onderzoek was een van de verscheidene onderzoeken, terwijl Pio tijdens zijn leven minstens drie maal maal werd geplaagd met ernstige vervolging: de eerste maal door nochtans uitmuntende Vr. Agostino Gemello, die beweerde Pater Pio te kennen [maar, zoals later geweten werd, Pater Pio slechts éénmaal heeft ontmoet en dan nog voor slechts enkele minuten], de tweede maal door aartsbisschop Paquale Gagliardi van Manfredonia [het bisdom waartoe San Giovanni behoorde] en waarbij aartsbisschop Gagliardi in essentie werd gedwongen om in 1929 af te treden na een aanhoudende haatcampagne om de monnik in diskrediet te brengen, maar die niettemin iedereen berispte die de bisschop bekritiseerde.
Vertaling: Chris De Bodt
2. Grace [3/10]
°26 juli 2002 - 26 september 2002
Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.
Een priester en een gynaecoloog
Ze vroeg ons of we een priester wensten te zien. Dat leek me een goed idee te kunnen zijn. Ik zocht een geestelijke gids om ons aan te moedigen door te gaan. Ze stuurde ons naar een priester die behoorlijk ver van bij ons woonde. Ik had verwacht dat die ons zou zeggen dat we het juiste deden. Het hele medische korps reageerde alsof we niet goed wijs waren door onze baby te willen houden. Mijn man en ik gingen dus naar die priester. Helaas, draaide dit bezoek totaal anders uit dan we verwacht hadden! Hij liet ons zitten en begon uit te leggen hoe zwaar de zwangerschap zou zijn. "Weet je Chris, je gaat van dag tot dag toenemen in gewicht en het gaat zeer zwaar worden." Hij zei ons dat dergelijke babys heel ziek waren ... en dat er veel lijden zou zijn. Ik kon mijn oren niet geloven! Ik verwachtte dat deze priester ons zou aanmoedigen, ons zou steunen en ons hulpmiddelen zou aanwijzen om er ons door uit te slaan. In plaats daarvan zei hij ons te bidden om een miskraam te vragen en legde hij ons uit hoe we onze baby konden begraven. We hebben zijn bureau verlaten zonder enige hulp gekregen te hebben, alleen en met lege handen. Dit was werkelijk onze meest zwarte dag ooit.
Mijn gynaecoloog reageerde totaal anders. Enkele dagen na de echo konden we hem eindelijk spreken. Ik wou niet opnieuw onder druk gezet worden. Mijn gynaecoloog respecteerde mijn beslissing de zwangerschap door te zetten en zei dat hij ons wou steunen. Toch raadde hij de vruchtwaterpunctie aan om de geboorte te kunnen plannen. Dat leek een zinnig advies en het onderzoek werd gepland voor de vijfentwintigste week. De spanning was aldus wat weggeëbd. De enige doelstelling was de diagnose trisomie 18 bevestigd te zien.
Ook voor mijn gynaecoloog was de situatie nieuw. Hij had nog nooit een baby als de onze op de wereld gezet. Ik realiseerde me op dat ogenblik dat we pioniers zouden worden en dat wij het zouden zijn die aan de professionelen moesten gaan leren hoe ze met de situatie moesten om gaan. Mijn plaatselijk ziekenhuis had nog nooit een geval als het onze behandeld. De meeste speciale babys worden in een universitair ziekenhuis geboren. Ik wou dat Grace het levenslicht zou zien in ons klein ziekenhuis, kort bij huis, omdat men ons gezegd had dat ze maar slechts enkele dagen zou leven.
Mijn gynaecoloog zei me van een geboorteplan op papier te zetten. Na heel wat opzoekingswerk heb ik dat klaar gespeeld. "Morning Light Ministry" [Een Amerikaanse organisatie] heeft me enkele voorbeelden van zon geboorteplannen van andere ouders bezorgd. Enkele weken later kreeg mijn gynaecoloog de volledige uitslagen van de vruchtwaterpunctie die de trisomie 18 bevestigden. Hij zei me dat hij vanaf dat ogenblik wist dat hij maar één patiënt te behandelen had. Ik zou ook gewoon kunnen bevallen en niet via keizersnede zoals oorspronkelijk voorzien was. Aangezien mijn andere kinderen via een keizersnede ter wereld waren gekomen was de planning geweest om Grace ook op deze manier te laten geboren worden. Hij vertelde ons dat het niet nodig was van haar van zo dichtbij op te volgen. Ik voelde me werkelijk slecht op mijn gemak toen ik zijn bureau verliet. Hij had ons blijkbaar totaal niet begrepen. Ik heb een andere arts uit de streek geraadpleegd die bekend stond om zijn anti-abortus overtuiging. Ik heb hem uitgelegd dat het mij toescheen dat mijn gynaecoloog niet echt deskundig was voor onze problemen en dat ik me verder door hem wou laten begeleiden. Hij was bevriend met mijn gynaecoloog en zei me van even geduld te oefenen, dat hij zelf wel wou praten met de man om hem een nieuwe kans te geven.
Bij de volgende raadpleging was ik klaar om te vechten. Ik heb de arts bij de schouders genomen en hem gezegd: "Luister, wat u mij vorige week gezegd hebt klinkt mij niet goed. Als u ons, mijn baby en mij, niet als twee patiënten ziet, wil ik niet meer met u verder samenwerken!" "Ik weet het, ik weet het," antwoordde hij, "ik heb met Dr. S. gesproken en heeft mij gezegd dat je met hem hierover gepraat hebt. Ik begrijp dat ik de zaak volkomen fout heb ingeschat. Alles wat u wenst is uw baby vijf minuten in uw armen te houden. Zegt u mij wat u precies wenst en ik zal ervoor zorgen."
Vertaling: Christine
3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 24]
Ana Shawl
En zo zijn we nu verscheidene jaren later en is alles mooi. De opheffing van het vorige huwelijk kwam er zonder problemen door. De kinderen en ik verlieten Californië voor Steve. We huwden hier op 31 mei van het jaar 1996, maar gingen daarna naar Medjugorje om onze beloften te hiernieuwen waarop we een receptie hielden voor de hele familie. We werken samen aan de Medjugorje site en hadden tweemaal jaarlijks onze Medjugorje Web tour. We vormen nu samen een prachtige familie met Katie, Steve en onze kleine Tihana Maria. Nu nog help ik hem steeds met de lijsten en voel ik me steeds goed als ik nog meer kan doen voor Onze Lieve Vrouw.
Oef, het was een heel verhaal, maar nu weet u alles. Er zijn nog zo vele andere kleine dingen die gebeurden, waar mijn vriendin Linda van op de hoogte is, die alles heeft meegemaakt, maar in grote lijnen heb ik alles omschreven. Dank u omdat u ik mijn verhaal met u allen mocht delen.
God zegene u.
Ana
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
4. Christchurch: waarschuwing voor mogelijke nieuwe aardbevingen
Wetenschappers hebben verantwoordelijken van de Nieuw-Zeelandse stad Christchurch gewaarschuwd voor mogelijk een nieuwe zware aardbeving in de nabije toekomst. De stad raakte zwaar beschadigd door twee krachtige aardschokken sinds september. Seismologen van het staatsagentschap GNS Science ramen de kans op een aardbeving tot kracht 7 de komende twaalf maaanden op bijna één op vier.
De voorspelling werd vorige week woensdag op een bijeenkomst achter gesloten deuren overgemaakt aan bestuurders van de tweede stad van het land, bericht het dagblad The Press dinsdag.
Op 4 september werd Christchurch en omgeving getroffen door een aardbeving met een kracht van 7,1. Toen vielen geen doden. De beving van 22 februari, met een kracht van 6,3, eistte 181 mensenlevens. Die beving was minder diep en het epicentrum lag dichter bij de stad. De kansen op een beving met een kracht 5 tot 6 de komende 12 maanden worden door de seismologen op meer dan 90 procent becijferd. Na de aardbevingen zijn 900 gebouwen in de stad veroordeeld tot afbraak. Bij de Aardbevingscommissie, die schadevergoedingen toekent, zijn 344.000 claims ingediend.
Bij de laatste aardbevng zei de deken van de kathedraal van Christchurch: "Ik moest huilen toen ik het ongelooflijke nieuws vernam dat er niet één stoffelijk overschot was gevonden onder het puin. Aanvankelijk gingen de autoriteiten in Nieuw-Zeeland ervan uit dat 22 mensen onder het puin waren gebleven van de ingestorte toren van de de kathedraal. Op het moment van de aardbeving bevonden er zich zo'n 130 toeristen in en rond de kathedraal, het belangrijkste gebouw van Christchurch."
4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 130]
Schrift 1
280. Jezus beveelt mij op de eerste zondag na Pasen het feest van de goddelijke Barmhartigheid te vieren door innerlijke ingetogenheid en uitwendige versterving. Gedurende drie uur heb ik de boetegordel gedragen en zonder ophouden gebeden voor de zondaars en om barmhartigheid voor de gehele wereld. En Jezus zei mij: "Vandaag rust Mijn blik met voorliefde op dit huis."
281. Ik voel goed dat mijn zending met mijn dood niet zal eindigen, maar dat ze dan zal beginnen. O zielen die twijfelen, ik zal voor u de sluier van de hemel wegnemen om u te overtuigen van de Gods goedheid, opdat ge door uw wantrouwen, het allerzoetste Hart van Jezus niet meer zoudt verwonden. God is Liefde en Barmhartigheid.
282. Eens zei de Heer mij: "Mijn dierbaar kind, toen Ik u tot flarden verscheurd zag door het grote lijden dat ge doorstaan hebt met berouw over uw zonden, was Mijn hart door grote Barmhartigheid tot u ontroerd. Ik zie uw zo reine en oprechte liefde zodat Ik u voorrang geef onder de maagden, gij zijt de eer en de glorie van Mijn lijden. Ik zie elke vernedering van uw ziel en niets ontsnapt aan Mijn aandacht. Ik verhef de nederigen tot Mijn troon, want dat is Mijn wil."
283. Enige God in de Heilige Drievuldigheid, ik verlang U te beminnen zoals nog geen menselijke ziel U bemind heeft, en ondanks mijn ellende en kleinheid, werp ik het anker van mijn vertrouwen diep in de afgrond van Uw barmhartigheid, mijn God en mijn Schepper. Ondanks mijn grote ellende vrees ik niets, maar blijf ik hopen eeuwig Uw loflied te zingen. Geen enkele ziel mag twijfelen, zelfs de ellendigste niet, zolang ze in leven is, kan ze een grote heilige worden, want groot is de macht van Gods genade. Aan ons is het om aan de goddelijke werking geen weerstand te bieden.
284. O Jezus, kon ik een mist worden en de aarde ermee afdekken vóór U, zodat Uw heilige blik er de vreselijke misdaden niet van ziet. Jezus, wanneer ik de wereld en zijn onverschilligheid jegens U zie, komen mij telkens de tranen in de ogen, maar als ik de onverschilligheid zie van een kloosterziel, bloedt mijn hart.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
5. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 14]
De drie herderskinderen en hun families
Om nu van onderwerp te veranderen. Houdt u zich aan het derde gebed van de Wet van God, dat van ons vereist om Zon- en Feestdagen, als dagen van verbintenis te beschouwen? Doet u dit door u te onthouden van zwaar werk en door naar de Heilige Mis te gaan? Weet dat God in de Heilige Schrift zegt: "Zes dagen mag je werken, maar de zevende dag is het sabbat, een dag van volstrekte rust, die aan de Heer gewijd is (Ex. 31:15]." Let op de uitdrukking die God hier gebruikt: "een dag toegewijd aan de Heer," of "een dag die niet mag besteed worden aan nutteloze dingen of onwettig genot, in ontucht of enige andere zonde." Zon- en Feestdagen zijn er om ons dichter bij God te brengen door deel te nemen aan de Eucharistie en andere toewijdingen, door goede boeken te lezen die ons meer kennis bijbrengen van God en Zijn Wetten, zodat we ze beter kunnen volbrengen. Ons inlaten met heilzaam vermaak dat ons toelaat om ons lichamelijk en geestelijk te herladen. Enkel op deze wijze kunnen we een goed geweten hebben en zeker zijn van het vervullen van de Wet van God.
Draagt u er zorg voor dat uw kinderen met de kennis van God en Zijn wetten worden grootgebracht? Plaats goed in uw goedachten dat ook dit een heilige plicht is en deel uitmaakt van de opdracht die God heeft toevertrouwd aan de ouders, zoals ons is voorgeschreven door de Heilige Schrift: Wanneer uw kinderen u later vragen: "Wat betekenen al die bepalingen en wetten en regels die de Heer, onze God, u heeft voorgehouden," antwoordt dan "omdat het ons goed zou gaan en Hij ons leven sparen, zoals Hij tot nu toe heeft gedaan en als wij voor het oog van de Heer, onze God, deze geboden altijd naleven, zoals Hij ons heeft opgedragen, zal het ons ten goede worden aangerekend." [Deut. 6: 20, 24-25]
Jezus, de Goddelijke Meester ontweek geen antwoorden die Hem gesteld werden over Gods wetten, zelfs wanneer ze waren gesteld om Hem in de val de lokken, zoals "Meester, welk is het grootste van alle geboden?" Jezus antwoordde: "Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat."
Vertaling: Chris De Bodt
6. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 130]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 1
Om onze leer duidelijk te maken te midden van de openbaringen van Sint Gregorius de Grote in zijn samenspraak zullen we deze aanhalen die ontegensprekelijk waarachtig zijn.
Een pelgrim van het grondgebied Rodez op terugreis uit Jeruzalem, staat er in de annalen van Cîteaux, werd door het onweer verplicht halt te houden op een eiland in de buurt van Sicilië. Hij bezocht er een heilige eremijt die informeerde naar wat de godsdienst aanging in Frankrijk, en vroeg hem bovendien of hij de abdij van Cluny en zijn abt Odilon kende. De pelgrim antwoordde dat hij die kende en voegde er aan toe dat hij benieuwd was te weten welk belang hij erbij had hem om die vraag te stellen. De eremijt hernam: hier in de omtrek is er een krater waarvan we de top zien. Soms spuwt hij met geraas rook en vuur uit. Ik zag duivels zielen van zondaars wegdragen om ze een tijd te tergen. Maar, soms overkomt het me om de boze geesten met elkaar te horen praten en klagen ze dat sommige zielen hen ontsnappen, ze morren tegen de vrome personen doe door hun gebed en offer deze zielen vroegtijdig bevrijden. Odilon en zijn kloosterlingen zijn degenen die ze het meest vrezen. Daarom, eens terug in het land vraag ik je in Gods naam de monniken en de abt van Cluny aan te sporen om hun gebeden en aalmoezen te verdubbelen te bate van die arme zielen. Bij zijn terugkeer vervulde de pelgrim die boodschap. De heilige abt Odilon overwoog alles gewichtig, nam zijn toevlucht tot Gods licht en beval in alle kloosters van zijn orde dat jaarlijks op de tweede dag van november de overleden gelovigen zouden herdacht worden. Dit is de oorsprong van het feest der overledenen.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
7. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [15/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
8. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 41]
Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal
De geit en de schapen.
Om Benoîte op de proef te stellen vraagt de Dame haar aan wie de kudde, die ze hoedde, toebehoorde. Ze zei dat hij geheel aan de baas toebehoorde. De goede Moeder zei dan: "Zou je een schaap en die geit geven?" "Mooie Dame! Het schaap, ja! Ik zal het van mijn zakgeld vergoeden. De geit, neen! Ik heb ze nodig, ze draagt me over de beek bij hoog water, je krijgt ze niet voor 30 kronen. De Dame zegt dat ze die niet zal geven en dat ze haar geit te graag zag, haar druiven en brood gaf en dat het beter aan de armen dan aan die geit besteed was. De mooie Dame bleef lange tijd bij haar. s Anderdaags vraagt de Dame weer de geit: ze weigert ze. De Dame zegt dat ze de geit niet meer zal vragen omdat haar dat kwaad maakt."
Op een dag dat Benoîte laat in het dal bleef gaf haar bazin [Mme Rolland] haar een klap: ze liep lachend weg. Haar bazin is zo kwaad dat ze Benoîte toeroept dat ze de kop van de duivel heeft, hetgeen het meisje zoveel verdriet aandoet dat ze weent. sAnderdaags doet ze haar beklag bij de Dame die haar zegt vroeger weg te gaan om te vermijden dat haar bazin zich boos maakt.
Het past hier te weten, noteert Peytieu, dat de baas van onze herderin al ruzie met haar gemaakt opdat ze altijd op dezelfde plek in dit dal ging hoeden omdat ze graag naar de verschijning ging. Om hem te gehoorzamen wou ze naar een andere plek trekken waar veel gras stond maar ver vandaar! Maar ze kon de schapen er niet bijhouden, want die liepen terug naar het dal. Misschien had God de schapen een instinct gegeven dat hun begeleidster plezier deed. Daarna lieten haar bazen, die zagen dat de dieren gezond waren en overvloedig melk gaven, haar met rust.
Deze feiten, die wel een gouden legende lijken, geven ons het vriendschappelijk karakter van de eerste gesprekken met de Dame weer. Stap voor stap verfijnt ze de te ruwe reacties van haar latere bode. Toen was Benoîte uitsluitend in dienst bij het gezin Rolland, want de dochters Astier waren nu groot genoeg om zelf de kleine kudde van hun moeder te hoeden.
Vertaling: Broeder Jozef
9. Het sacrament van de Verzoening [deel 121]
11. De viering van het boetesacrament
Het boetesacrament is, zoals alle sacramenten, een liturgische handeling. Gewoonlijk bevat de viering de volgende elementen: de priester begroet en zegent de boeteling, hij leest het woord van God om het geweten te verlichten en het berouw op te wekken en spoort hem aan tot berouw; de boeteling erkent en belijdt zijn zonden ten overstaan van de priester; de priester legt de penitentie op die door de boeteling ook wordt aanvaard; de priester geeft de absolutie en tenslotte volgen de lofprijzing, dankzegging en de wegzending met de zegen van de priester.
De Byzantijnse liturgie kent verschillende absolutieformules in de vorm van een afsmeking, die het mysterie van de vergeving uitstekend verwoorden: "Moge God, die aan David, nadat deze zijn zonden had beleden, vergiffenis schonk door de profeet Natan, evenals aan Petrus, toen deze bitter geweend had, en aan de zondares, toen zij met haar tranen zijn voeten had nat gemaakt, en aan de farizeeër en aan de verloren zoon, moge deze God u door mij, zondaar, in dit leven en in het andere vergiffenis schenken; Hij moge u voor zijn geduchte rechterstoel laten verschijnen zonder u te veroordelen, Hij die gezegend is in de eeuwen der eeuwen. Amen."
Het boetesacrament kan ook plaatsvinden in het kader van een gemeenschappelijke viering, waarin men zich samen voorbereidt op de biecht en samen dank zegt voor de verkregen vergiffenis. In dit geval wordt de persoonlijke belijdenis en de individuele absolutie ingebed in een woorddienst, met lezingen en homilie, een gezamenlijk gewetensonderzoek, een gemeenschappelijke vraag om vergeving, het bidden van het Onze Vader en een gezamenlijke dankzegging. Deze viering in gemeenschap brengt het kerkelijk karakter van het boetesacrament duidelijker tot uitdrukking. Hoe men het boetesacrament echter ook viert, naar zijn eigen aard is het altijd een liturgische handeling, dus kerkelijk en openbaar.
In gevallen van ernstige noodzaak kan men zijn toevlucht nemen tot een gemeenschappelijke viering van de verzoening met algemene belijdenis en absolutie. Zo'n ernstige noodzaak kan zich voordoen in geval van stervensgevaar zonder dat er genoeg tijd beschikbaar is voor de priester[s] om van elke boeteling de biecht te horen. Ernstige noodzaak kan ook bestaan wanneer met het oog op het aantal boetelingen niet genoeg biechtvaders beschikbaar zijn om binnen redelijke tijd en op passende wijze ieders persoonlijke biecht te kunnen horen, zodat deze boetelingen buiten hun schuld lange tijd verstoken zouden blijven van de genade van dit sacrament of van de heilige communie. In dit geval is het voor de geldigheid van de absolutie nodig dat de gelovigen het voornemen maken op de gepaste tijd hun zonden individueel te belijden. Het komt aan de plaatselijke bisschop toe te oordelen of de vereiste voorwaarden voor de algemene absolutie bestaan. Van een dergelijke ernstige noodzaak is geen sprake bij een grote toeloop van gelovigen bij een groot feest of een bedevaart.
"De persoonlijke en volledige belijdenis en absolutie blijven de enige gewone manier waarop de gelovigen zich met God en de kerk verzoenen, tenzij deze vorm fysiek of moreel onmogelijk is." Voor deze regel bestaan grondige redenen. Christus is in elk sacrament handelend aanwezig. Hij richt zich persoonlijk tot elk van de zondaars: "Mijn zoon, uw zonden zijn u vergeven." [Mc. 2,5] Hij is de geneesheer die zich buigt over elke zieke die Hem nodig heeft2 om te genezen; Hij doet allen weer opstaan en neemt hen weer op in de broederlijke gemeenschap. De persoonlijke biecht is dunde meest betekenisvolle vorm van de verzoening met God en de kerk.
Anne Van Der Sloten
10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 259]
Jonathan, zoon van Annas
Na zijn afzetting behield Jonathan een diepe invloed. Hij was een van de woordvoerders van de Joodse delegatie die de Romeinse gouverneur in Syrië, Ummidius Quadratus, ontmoette om te klagen over de Samaritanen die de pelgrims uit Galilea lastig vielen. Hij sprak ook met de Romeinse procurator van Judea Cumanus omdat die niet wilde tussenkomen. Keizer Claudius veroordeelde de Samaritaanse leiders tot de doodstraf, verbande Cumanus en verving hem, op aanvraag van Jonathan, door Antonius Felix in 52 na J.C.
Spijtig genoeg bekritiseerde Jonathan zijn beleid omdat hij de nieuwe manier van besturen van de nieuwe procurator niet kon dulden. Om hem het zwijgen op te leggen deed Felix beroep op de Joodse opstandelingen [sicarii] die Jonathan vermoordden. Als pelgrims verkleed en met hun dolken in de plooien van hun kleren verstopt, drongen ze Jeruzalem binnen. De hogepriester Jonathan was hun eerste van vele slachtoffers. Jonathan, zoon van Annas, is zonder twijfel de Johannes door Annas en Kajafas genoemd in het verhaal over de verschijning voor het Sanhedrin van de apostelen Petrus en Johannes.
Vertaling: Broeder Joseph
11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 85]
Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus
Johannes heeft Jezus driemaal gezien
Vandaar dat hij er zelfs niet aan denken kon met Hem te willen omgaan. Johannes voelde, zoals dit met andere mensen het geval is, zichzelf niet als iemand die in de tijd en in de wereld leeft en er mede verbonden is. Reeds in de moederschoot werd hij door de Eeuwige gegrepen, aangedreven en door de H. Geest met zijn Verlosser in betrekking gebracht boven tijd en wereld uit. Reeds als kind werd hij aan de wereld ontrukt en in de met God vervulde natuur aan hoger invloeden ter opleiding toevertrouwd. Hij bleef, van niets dan van zijn Verlosser wetend, aan zijn tijd en medemensen ontrukt en in de eenzaamheid der woestijn gescheiden van de wereld, totdat hij, als een tweede maal geboren, er uit te voorschijn kwam. Dan begon hij zijn wonderbaar werk, ernstig, geweldig, geestdriftig, onvermoeid en nergens om bekommerd.
Nu is Judea voor hem de woestijn geworden en, zoals hij voorheen in de woestijn met bronnen, rotsen, bomen en alle dieren verkeerde, met hen leefde en sprak, zo spreekt en doet hij nu ook met de mensen en zondaren, zonder aan zichzelf te denken. Hij ziet en kent en verkondigt slechts Jezus. Zijn boodschap luidt: "Hij komt, bereid zijn wegen! Doet boetvaardigheid! Ontvangt de doop! Ziet het Lam van God dat de zonden van de wereld op Zich neemt!"
Rein en onschuldig als een kind in de moederschoot, is hij uit de woestijn getreden, rein en eenvoudig gelijk een kind aan de moederborst! "Hij is rein als een engel," hoorde ik de Heer tot de apostelen eens zeggen, "nooit is iets onreins in zijn mond gekomen, noch een zonde of onwaarheid uit zijn mond."
Echte naam: Giovanni Angelo Conte Braschi [Cesena, 27 december 1717 - Valence, 29 augustus 1799]
Pius VI was paus van 15 februari 1775 tot aan zijn dood. Gianangelo graaf Braschi studeerde rechten en werd op zesendertig-jarige leeftijd priester. Benedictus XIV had hem aan de Curie verbonden, Paus Clemens XIII benoemde hem tot schatbewaarder en Paus Clemens XIV verhief hem in 1755 tot kardinaal. Pius VI gedroeg zich als een renaissancepaus. Later trok hij zich terug in de abdij Subiaco, waar hij abt was, totdat hij in 1775 tot paus werd verkozen. Braschi liet ondanks de slechte financiële toestand in de Kerkelijke Staat het geweldige Palazzo Braschi op de Piazza Navona bouwen.
Het streven naar staatskerken en toenemende vijandigheid ten opzichte van de Kerk in het Koninkrijk der Beide Siciliën en in het Oostenrijk van Jozef II baarden de paus zorgen. De ontwikkeling van het jozefisme in Oostenrijk was de aanleiding van een reis naar Wenen in 1782, waar hij wel zeer plechtig ontvangen werd, maar geen overeenkomst op wezenlijke punten bereikte. De keizer bracht hem in december 1783 een tegenbezoek.
De paus stond machteloos tegenover de ideologie van de Franse revolutie. Cagliostro voorspelde de val van de paus en werd door de inquisitie ter dood veroordeeld, maar door de paus begenadigd met levenslange gevangenisstraf. Inmiddels had Napoleon Bonaparte het opperbevel over de troepen in Italië verkregen. Pius besloot te onderhandelen, wat op 23 juni 1796 tot de wapenstilstand van Bologna leidde. Toen de vijandelijkheden opnieuw begonnen, hoopte Pius tevergeefs op Oostenrijkse hulp, zodat hij tot de vrede van Tolentino gedwongen werd. Hij moest definitief afstand doen van Avignon en van de landstreek Venaissin en 46 miljoen scudi betalen.
Chris De Bodt
13. Profetiën: Heilige Hieronymus [342-420]
Profetie 1
De antichrist zal nabij Babylon worden geboren en de steun van velen winnen door vele giften en geld. Hij zal zichzelf aan de duivel verkopen en daarna geen engelbewaarder meer hebben, noch een geweten.
Vertaling: Chris De Bodt
31-05-2011
31 mei 2011
31 mei 2011
1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio [2/7]
Een nieuw boek
Nu, veertig jaar na de dood van de heilige, worden deze uitzonderlijke documenten in hun geheel gepubliceerd, dankzij het vakkundig onderzoek van Vr. Francesco Castello. De documenten in dit boek onthullen elk aspect van Pater Pios leven, van zijn bovennatuurlijke gaven tot zijn gezondheidtoestand. In zijn verklaringen geeft hij onder eed toe dat er gebeurtenissen zijn van bilocatie en andere bovennatuurlijke gaven, en voor de eerste keer geeft hij het gedetailleerde verhaal van zijn stigmatisering. Eveneens inbegrepen zijn de brieven van zijn spirituele vader en een chronologie van zijn leven. Dit allemaal geïllustreerd met zwart-wit fotos.
"De toekomt zal onthullen wat vandaag niet gelezen kan worden in het leven van Pater Pio van Pietrelcina." Deze woorden werden in januari 1922 door Mgr. Raffaelo Carlo Rossi neergeschreven, toen Pater Pio 34 jaar was. Op deze manier wou Mgr. Bisschop Rossi zich meteen indekken om zich van de buitenwereld niet uitgesloten te voelen. Als we deze woorden nu lezen [met Pater Pio die in 2002 werd heilig verklaard, na veel misnoegen en onbestendigheden] doet het ons glimlachen. We weten heel goed wat de toekomst heeft gezegd over de broeder, die sinds zijn kinderjaren rijk aan bovennatuurlijke gaven was en bovendien het onderwerp was van een bijzondere aandacht vanwege de Kerk, tot een striktheid die dikwijls overdreven leek.
En we weten dit omdat, ondanks zijn nederigheid en zijn gereserveerdheid, de opdracht waartoe hij geroepen was, een enorme weerklank kende over alle grenzen heen en onder de miljoenen pelgrims die naar San Giovanni Rotondo trokken. Een gebeurtenis die, in welke mate het ook werd bekritiseerd, de aandacht trok van iedereen, gelovigen en ongelovigen, en aanzienlijk hielp om het geloof van velen te versterken.
Als u zou denken dat u praktisch alles al wist over Pater Pio, omdat er reeds zoveel boeken en verslagen over hem zijn verschenen, zowel op het niveau van geleerden als voor het gewone publiek, dan bent u verkeerd. Dit boek van de geschiedkundige Vr. Francesco Castelli toont het aan: het verzamelt en ontleed, zoals men dat in het jargon noemt, het "Votum" [dit is het eindverslag van het onderzoek van Mgr. Raffaelo Carlo Rossi, door hem geleid ten behoeve van de Heilige Officie], en andere kortere teksten zoals de "Kronieken van Pater Pio," geschreven door een van zijn spirituele begeleiders, Vr. Benedetto Nardella van San Marco in Lamis, een stad in de provincie Foggia, in het noorden van de Zuid-Italiaanse regio Apulië.
Dit zijn bijna allemaal eerder onuitgegeven teksten die van een buitengewone documentaire waarde zijn: daar ze destijds geheim verklaard zijn, zijn ze niet terug te vinden tussen de bronnen in de archieven van San Giovanni Rotondo. Om deze reden waren ze voor een lange tijd uit het oog verloren. Maar in 2006, zoals geweten is, verschafte Benedictus XVI de vrije toegang tot de archieven van de Heilige Officie tot het jaar 1939, waardoor het uiteindelijk mogelijk werd om te onderzoeken wat deze archieven tot dan verborgen hielden over de broeder uit Pietrelcina. Het gevolg van dit alles was een opleving van een blijkbaar onvermoeibaar onderzoek over deze heilige, die zo geliefd, maar tegelijkertijd, binnen bepaalde kringen, ook omstreden was en waarop neergekeken werd met een arrogante onverschilligheid.
Vertaling: Chris De Bodt
2. Grace [2/10]
°26 juli 2002 - 26 september 2002
Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.
Een zwangerschapsonderbreking: nooit!
In één enkel ogenblik stortte onze wereld in. Onze baby was geen baby meer, maar "een foetus met een afwijking" in een medisch milieu. Vanaf dat ogenblik traden we de strijd binnen voor ons leven en voor het leven van onze baby. Vanaf de allereerste mededeling dat er een probleem was werden we onder druk gezet. Wij zeiden dat zwangerschapsafbreking voor ons geen optie was. Het medisch korps gaapte ons aan alsof we van een andere planeet kwamen. De vrouwelijke arts riep ons in haar bureau en legde uit dat trisomie 18 vermoed werd. Zij stelde voor om onmiddellijk een vruchtwaterpunctie te doen zodat we "onze beslissing konden nemen." Wij bleven herhalen dat zwangerschapsafbreking voor ons geen optie was. Wat onze baby ook had, we zouden haar aanvaarden zoals ze was en haar ondanks alles beminnen. Op het ogenblik dat we het nieuws vernamen zei mijn man me: "Chris, we gaan hier sowieso lijden, maar als wij de baby ondanks alles houden en de natuur zijn gang laten gaan, zullen we ons niet schuldig voelen. We zullen het allemaal te boven komen. Ik weet dat, als je de zwangerschap afbreekt, je geen enkele nacht meer zal slapen voor de rest van je leven." Ik keek naar de kalender en zag nog vier lange onzekere zwangerschapsmaanden voor me en begon te huilen. Hij zei me dat we dag per dag zouden nemen en dat we het samen zouden doen. Nooit heb ik zoveel van mijn man gehouden als toen hij me dit zei. Ik wist dat wat de artsen ook zeiden, we onze beslissing samen hadden genomen. Het medisch korps begreep ons niet. De verantwoordelijke arts stuurde ons naar de genetische raadgeefster die aan het ziekenhuis verbonden was.
De zaken gingen van kwaad naar erger. De raadgeefster legde ons uit hoe vreselijk en fataal de toestand van onze baby was. We herhaalden dat wij de zwangerschap niet zouden onderbreken. Als antwoord kregen we de vraag: "doet u dat om religieuze redenen?" Ze wisten geen raad met een koppel dat besloten had de zwangerschap door te zetten ondanks een dergelijke diagnose. Ik vroeg haar of ze ons geen enkele hulp kon bieden. Ze beloofde me me de naam te geven van iemand die een baby als de onze gekregen had. Ik wacht nog altijd...
Ze vertelde ons dat er veel steun was als we de zwangerschap zouden afbreken, maar geen als we besloten die door te zetten. Ik was geschokt. De medici en de assistenten van dit groot ziekenhuis begrepen ons totaal niet. Mijn baby en ikzelf stonden werkelijk onder druk. Hun doel was de zwangerschap te beëindigen vóór de vierentwintigste week. Niet de minste hoop op steun werd ons gegeven. De vruchtwaterpunctie werd voor de volgende dag ingepland, maar we hebben die afspraak afgezegd. Ik ben nooit meer naar dat ziekenhuis terug gegaan.
Vertaling: Christine
3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 23]
Ana Shawl
Enkele weken later kwam Steve naar Medjugorje, samen met zijn vader. Het zou zijn eerste keer worden dat hij naar ginds kwam en hij was enorm opgewonden. Omstandigheden lieten het niet toe om toen een gesprek met hem te hebben toen hij ginds was, maar hij ik had het gevoel dat hij steeds dicht bij mij was. Op een avond, tijdens het gebed, had ik een korte droom dat Steve en ik tesamen waren in Medjugorje met de kinderen en dat we ons voor Onze Lieve Moeder bevonden. We waren elkaar aan het omhelzen en plots kwam er een groot licht dat ons allen verenigde als een familie. Precies zoals ik het had gezien.
Zoveel van deze kleine bevestigingen overkwamen ons allen en ook de kinderen. Elke keer dat een van de kinderen een vraag stelde over hoe alles zou worden, praatte ik met Steve en hij had steeds het antwoord al klaar nog voor ik de kans had om hem de vraag te stellen. Ik had waarachtig het gevoel alsof God ons voor elkaar had gemaakt om een familie te zijn die naar de boodschappen zou leven die de Gezegende Moeder ons had gegeven. Uiteindelijk stelde Steve me voor om elkaar te ontmoeten op de top van de Krizevac, op de vijftiende verjaardag van de verschijningen. Het was geweldig. We zouden kunnen huwen met het kruis in de hand zoals dat de traditie is in Medjugorje en de omgeving.
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 129]
Schrift 1
275. Jezus bemint de verborgen zielen. Een verborgen bloem bevat de sterkste geur. In het binnenste van de ziel een stille plaats voor het Hart van Jezus bereiden. Op lastige en pijnlijke momenten voor U, o mijn Jezus, een hymne van vertrouwen neuriën, want bodemloos is de afgrond van mijn vertrouwen op U, op Uw barmhartigheid.
276. Sinds ik het lijden ben gaan liefhebben, heeft het voor mij opgehouden lijden te zijn. Het lijden is het voortdurend voedsel van de ziel.
277. Ik ga niet met een bepaalde persoon spreken want ik weet dat dit Jezus mishaagt en men haalt er geen enkel voordeel uit.
278. Aan de voeten van de Heer. Verborgen Jezus, eeuwige Liefde, ons Leven, goddelijke Dwaas, U Zelf hebt Gij vergeten om alleen ons te zien. Alvorens de hemel en de aarde te scheppen, hieldt Gij ons reeds in Uw Hart. O Liefde, o diepte van Uw nederdaling, o Mysterie van geluk, waarom kennen U zo weinig zielen? Waarom vindt Gij geen wederliefde? O goddelijke Liefde, hoe meer ik U ken, hoe minder ik U begrijp, maar omdat ik U niet kan begrijpen, vat ik beter Uw grootheid. Ik benijd het vuur van de Serafijnen niet, want in mijn hart is een grotere gave gelegd. In verrukking bewonderen zij U, maar Uw Bloed verenigt zich met het mijne. Liefde, dat is de hemel die ons reeds hier op aarde gegeven wordt. O, waarom verbergt Gij U in het geloof. De liefde verscheurt de sluier. Voor de blik van mijn ziel is er geen sluier, want Gij Zelf hebt mij voor eeuwig aangetrokken naar de schoot van Uw mysterievolle Liefde. Eer en lof zij U, o ondeelbare Drieëenheid, enige God vóór alle eeuwen.
279. God liet mij verstaan waarin de ware liefde bestaat, en Hij heeft mij licht gegeven om te weten hoe ze Hem in praktijk te betuigen. De ware liefde van God bestaat erin de goddelijke Wil te volbrengen. Om de liefde van God in daden om te zetten, moet alles, zelfs het kleinste, voortvloeien uit onze liefde tot God. En de Heer zegt mij: "Mijn kind, gij zijt Mij het meest welgevallig door het lijden. Mijn dochter, zoek geen medelijden bij de schepselen in uw lichamelijk en moreel lijden. Ik wil dat de geur van uw lijden zuiver en onvermengd is. Ik eis dat gij u onthecht, niet allen aan de schepselen, maar ook aan uzelf. Mijn dochter, Ik wil mijn dorst lessen aan de liefde van uw hart, een zuivere, maagdelijke liefde, zonder enige schaduw. Hoe meer gij het lijden liefhebt, mijn dochter, hoe reiner uw liefde voor Mij zal zijn."
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
5. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 13]
De drie herderskinderen en hun families
Houdt u zich aan u huwelijksbeloften die u aan elkander hebt beloofd, voor God? Ook dit wordt van u vereist door de Wet van God, als deze zegt: "wees kuis." Dit komt zowel voor in het zesde en negende gebod dat Jezus als volgt uitlegt: "U zult geen overspel plegen [...] En ik zeg zelfs: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd [Mt. 5: 27-28] en ook God zegt: "Leg geen valse eed af, voor de Heer gedane geloften moeten worden ingelost." [Mt. 5:33]
Let u er voorzichtig op dat uw kinderen worden gedoopt om hen zo tot Christen te maken en uit hun zielen de smet van de erfzonde te verwijderen en hen zo erfgenamen van het Koninkrijk der Hemelen te maken? Ook dit is ons door God voorgeschreven: "Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend. Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld." [Marcus 16: 15-16]. Dit gebod legt waarachtig een grote verantwoordelijkheid op de schouders van de ouders. Zij die hen het doopsel ontzeggen stellen hun kinderen bloot aan het afsluiten van de weg naar het geluk, iets veel erger dan het verliezen van alle bezittingen ter wereld. Jawel, inderdaad, want niets kan worden vergeleken met het Opperste Goede van het Eeuwige Leven. En wie kan er verzekeren dat zijn kinderen dit zullen meemaken als u hen zon belangrijke gebeurtenis ontzegt?
Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered. Een pasgeboren kind kan geen daden van geloof uit zichzelf stellen, maar de waarde van de gave van het geloof wordt in de ziel geprent als een der vruchten van het Sacrament van het Doopsel, dat het kind zuivert en bevrijdt van smet van de erfzonde, en het waardig maakt voor het eeuwig geluk. Ik leg er de nadruk op om uzelf niet verantwoordelijk te maken door onbezorgdheid of door gebrek aan geloof en hen zo te weerhouden van het grootse geluk van de Hemel. De waarheid is dat, als u hen verliest [en ik hoop en smeek eerlijk tot God om zulke dingen niet toe te laten], dat dit een andere eeuwige bestraffing betekent voor u.
Vertaling: Chris De Bodt
6. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 129]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 1
Het getuigenis van Sint Augustinus versterkt die opinie: in zijn brief 49, ad Evod., verklaart hij dat Christus, door in de Hel af te dalen, niet alleen het voorgeborchte bezocht maar ook het Vagevuur waar hij enkele zielen bevrijdde volgens de bewering in de Handelingen der Apostelen: Solutis dolor ibus inferni.
De tweede stelling aangaande de plek van het Vagevuur is deze van Sint Viktor en van Sint Gregorius de Grote in samenspraak. Beide steunen dat het Vagevuur geen vaste plek heeft en dat talrijke overleden zielen hun aardse zonden op aarde uitboeten en meestal op de plek waar ze zondigden.
De gewijde theologie bindt deze verscheidene getuigenissen door eerst te stellen dat het Vagevuur een bepaald en begrensd verblijf is in het centrum van de aarde en waarin het merendeel der zielen neerdalen om de zonden die hen besmeuren uit te boeten.
Maar het Vagevuur is geen unieke plek. Ofwel vanwege gebrek aan ernst van hun zonden, ofwel door een buitengewone vrijgevigheid van de goddelijke wijsheid, is er een min of meer groot aantal zielen die niet in die gevangenis terecht komen en die hun lijden op aarde ondergaan op de plek waar ze zondigden. Deze interpretatie van beroemde theologen verklaart en bevestigt een menigte verschijningen en openbaringen aan heiligen, waarvan er meerdere geloofwaardig zijn en dus niet kunnen afgewezen worden.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
7. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [14/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
8. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 40]
Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal
Gesprek met de Dame
De Documenten tonen niet duidelijk dat de Dame vlug een gesprek aanging met de herderin. Het schijnt dat er meerdere weken stilzwijgende bezoeken waren en Benoîte nooit een vraag stelde aan de Dame, maar waar deze soms iets vroeg of haar een verzoek deed. De vreugde van die mysterieuze aanwezigheid, trouw op de afspraak, volstaat voor de onschuldige herderin tijdens lange stille tussenpauzes terwijl ze haar paternoster bidt en haar schapen in het oog houdt. Soms is ze verstrooid want Grimaud vertelt ons dit incident: Op een dag dat de schapen zich te ver verwijderden zei de Dame dat ze aan een kant moest jagen terwijl zichtbaar de Heilige Maagd ze aan de andere kant opjoeg en de kudde terug het dal inbracht. Dit is een dienst die symbool staat voor hun latere samenwerking!
Weldra komt de Dame vaker tussen in dit te zwijgzaam colloquium om de ruwe boerin op te voeden. Het is Aubin, gevolgd door Gaillard, die ons deze herinneringen heeft bewaard die Benoîte hem toevertrouwde.
Vertaling: Broeder Jozef
9. Het sacrament van de Verzoening [deel 20] 10. De aflaten
Wat is een aflaat?
"De aflaat is de kwijtschelding ten overstaan van God van tijdelijke straffen voor zonden die, wat de schuld betreft, reeds vergeven werden; de goed ingestelde gelovige kan deze kwijtschelding onder bepaalde welomschreven voorwaarden verwerven door toedoen van de kerk die als beheerster van de verlossing met gezag de schat der voldoeningen van Christus en de heiligen uitdeelt en toepast.
"De aflaat is gedeeltelijk of vol, naargelang hij iemand geheel of gedeeltelijk verlost van de tijdelijke straffen die voor de zonde verschuldigd zijn." De aflaten kunnen op levenden of overledenen toegepast worden.
De zondestraffen
Om de leer over de aflaten en de praktijk ervan te begrijpen, moet men inzien dat de zonde een dubbel gevolg heeft. Enerzijds leidt de zware zonde tot verbreking van de gemeenschap met God. Daardoor maakt ze ons onbekwaam voor eeuwig leven. Het gemis van het eeuwig leven wordt "eeuwige zondestraf" genoemd. Anderzijds brengt elke zonde, ook een dagelijkse, een ongezonde gehechtheid aan de schepselen met zich mee. Deze gehechtheid heeft een loutering nodig, hetzij hier op aarde, hetzij na de dood in de toestand die vagevuur genoemd wordt. Deze loutering bevrijdt van wat men de "tijdelijke zondestraf" noemt. Deze beide straffen moeten niet beschouwd worden als een soort wraakneming die God van buitenaf oplegt, maar als iets wat uit de aard van de zonde zelf voortvloeit. Een bekering die voortkomt uit een vurige liefde kan een volkomen loutering van de zondaar bewerken, zodat er in feite geen enkele straf meer overblijft.
Met de vergeving van de zonden en het herstel van de gemeenschap met God is de kwijtschelding van de eeuwige zondestraffen verbonden. Er blijven echter nog tijdelijke zondestraffen over. De christen moet zich inspannen deze tijdelijke zondestraffen als een genade te aanvaarden door het lijden en allerlei beproevingen geduldig te verdragen en de dood sereen tegemoet te gaan, als de tijd daarvoor gekomen is; hij moet er zich op toeleggen de "oude mens" geheel af te leggen en zich te bekleden met de "nieuwe mens" door werken van barmhartigheid en liefde, maar ook door gebed en verschillende boetepraktijken.
In de gemeenschap van de heiligen
De christen die zich van zijn zonde wil zuiveren en zich met de hulp van Gods genade wil heiligen, staat niet alleen. "Het leven van elk van de kinderen Gods is in en door Christus op wondere wijze verbonden met het leven van alle andere christenbroeders in de bovennatuurlijke eenheid van het mystieke lichaam van Christus, als in één mystieke persoon."
In de gemeenschap van de heiligen "bestaat er tussen de gelovigen, die ofwel het hemels vaderhuis bereikt hebben, ofwel tot het vagevuur toegelaten werden om boete te doen, ofwel op aarde nog onderweg zijn, inderdaad een bestendige liefdesband en een overvloedige uitwisseling van allerlei goederen." In deze wonderlijke uitwisseling komt dus de heiligheid van de één ten goede aan de anderen, ver boven de schade die de zonde van de één heeft kunnen berokkenen aan anderen. Zo kan de rouwmoedige zondaar, door beroep te doen op de gemeenschap van de heiligen, eerder en doeltreffender van zondestraffen gezuiverd worden.
Deze geestelijke goederen van de gemeenschap van de heiligen worden ook de genadeschat van de kerk genoemd. "Dit is niet een geheel van goederen, die zich als materiële rijkdommen in de loop der eeuwen opgestapeld hebben. Ze bestaat veeleer in de oneindige en onuitputtelijke waarde die de uitboeting en de verdiensten van Christus onze Heer, opgedragen om heel de mensheid van de zonde te verlossen en haar te brengen tot gemeenschap met de Vader, voor God vertegenwoordigen. De schat van de kerk is Christus zelf, onze Verlosser, in wie de genoegdoening en de verdiensten van zijn verlossingswerk voortduren en waarde hebben."
"Bovendien behoort tot deze schat ook de werkelijk onmetelijke, onuitputtelijke en steeds nieuwe waarde die de gebeden en goede werken van de heilige Maagd Maria en van alle heiligen voor God vertegenwoordigen. Door de genade van de Heer zelf zijn zij zijn voetspoor gevolgd, hebben zij zich geheiligd en het werk volbracht dat door de Vader aanvaard werd. Door aan hun eigen heil te werken, hebben zij ook bijgedragen tot het heil van hun broeders in de eenheid van het mystieke lichaam."
Het verkrijgen van de aflaat door God en de Kerk
De aflaat wordt verkregen door toedoen van de kerk krachtens haar macht om te binden en te ontbinden, een macht die haar door Christus Jezus verleend werd. Zij spreekt voor een bepaalde christen ten beste en opent voor hem de schat van de verdiensten van Christus en van de heiligen om van de barmhartige Vader kwijtschelding van de tijdelijke zondestraffen te verkrijgen. Daarbij wil de kerk deze christen niet alleen te hulp komen, maar hem ook aansporen tot werken van godsvrucht, boete en liefde.
Aangezien ook de overleden gelovigen, die zich in de louteringstoestand bevinden, leden zijn van de ene gemeenschap der heiligen, kunnen wij ze, onder andere door voor hen aflaten te verkrijgen, helpen bij het uitboeten van de tijdelijke zondestraffen. [bijvoorbeeld door H. Missen op te dragen voor hen. Ook voor de levenden kunnen wij dit al doen.]
Anne Van Der Sloten
10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 258]
Jonathan, zoon van Annas
Jonathan was de tweede zoon van Annas, zoon van Seth, die hogepriester werd. De eerste was Eleazar [16-17 na J.C.] die door de Romeinse prefect Valerius Gratus werd benoemd. Jonathan was zijn benoeming verschuldigd aan Vitellius, legaat in Syrië. Hij behield zijn ambt van 36 tot 37 na J.C.
Jezus had politiek hetzelfde gedachtengoed als Jonathan. Beiden boden geen tegenstand aan Rome en evangeliseerden de heidenen, eerder dan de wapens op te nemen. Jezus had het echter niet voor het hooghartig en arrogant priesterschap en zijn aanmatiging van absolute authoriteit. Jonathan moet ongetwijfeld een grote rol gespeeld hebben rond het proces die de Joden maakten over Jezus rond Zijn kruisiging.
Toen echter, in oktober 37, het nieuws van Tiberius' dood en van Agrippas ambitie, Judea bereikte, zorgden interne spanningen ervoor dat Jonathan werd verwijderd door Vitellius, legaat in Syrië, en vervangen werd door zijn broer Theofilus Annas, een meer gerespecteerde Romeins gezinde Sadduceeër, waarover geen enkel getuigenis gekend is. Misschien heeft hij het ambt vervuld tot aan de benoeming van Simon Kantheras, zoon van Boethos, door koning Agrippa I in 41 na J.C.
Vertaling: Broeder Joseph
11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 84]
Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus
Johannes heeft Jezus driemaal gezien
In zijn ganse leven heeft Johannes de Zaligmaker slechts driemaal van aangezicht gezien: de eerste maal in de woestijn, toen de Heilige Familie op haar vluchtreis naar Egypte in zijn nabijheid voorbijtrok. Ik zag nogmaals dit onbeschrijfelijk ontroerend tafereel: Johannes, door de Geest aangedreven, snelde toe om zijn Meester te groeten, die hij reeds in de moederschoot verwelkomend tegemoet was gesprongen.
Johannes droeg toen zijn vel dwars over de schouder en om het lijf gegord. Hij voelde dat zijn Zaligmaker nabij was en dorst leed. De kleine Johannes bad en stiet met zijn staafje in de aarde, waarop een overvloedige bron ontsprong. Johannes liep de ontstane beek vooruit en waar ze uitstortte, bleef hij staan om Jezus en Maria voorbij te zien reizen. Hij danste van vreugde en wenkte met zijn vaantje.
De tweede maal zag hij Jezus bij de doop en dus van zeer nabij. De derde maal, toen hij Hem aan de Jordaan zag voorbijgaan en getuigenis van Hem gaf. Ik hoorde de Zaligmaker eens tot zijn Apostelen van de grote zelfoverwinning van zijn voorloper spreken: zelfs bij Jezus' doop had Hij zich binnen de palen van een eerbiedige, noodzakelijke aanschouwing gehouden, en dit, hoewel zijn verlangen naar Jezus' komst en zijn liefde tot Hem zijn hart bijna had doen breken. Daarna was hij ootmoedig nog meer voor Hem geweken, dan hij vroeger, toegevend aan zijn liefde, naar zijn komst had verlangd.
Doch Johannes zag de Heer voortdurend in de geest, want hij verkeerde bestendig in een profetische toestand. Hij zag in Jezus de vervulling van zijn zending, de verwezenlijking van zijn profetenroeping. Jezus was voor hem niet een tijdgenoot, noch een medemens. Hij was voor hem de Verlosser van de wereld, de mens geworden Zoon van God, de Eeuwige die verschijnt in de tijd.
12. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 95: Ursus Velox [Vlugge Beer]
Clemens XIV [1769-1774]
Echte naam: Giovanni Vincenzo Antonio Ganganelli [Sant'Arcangelo di Romagna, 31 oktober 1705 - Rome, 22 september 1774]
Na de dood van zijn vader, de gemeentelijke arts van Sant'Arcangelo, trad hij in 1723 in bij de orde der Minderbroeders. In 1741 werd hij definitor generalis van die orde, en raakte bevriend met paus Benedictus XIV, die hem benoemde tot consultor der Inquisitie. Onder zijn bewind werden veel geschriften van de Franse Verlichting verboden. Clemens XIII schonk Ganganelli in 1759 de kardinaalshoed, op aanraden van Lorenzo Ricci, de laatste generaaloverste der Jezuïeten.
Na de dood van deze paus was het conclaaf drie maanden lang besluiteloos in de keuze van zijn opvolger, totdat die eindelijk, na verschillende machinaties van Europese regerende vorsten, op 19 mei 1769 op Ganganelli viel. Hij was de eerste niet-adellijke paus in lange tijd. Clemens' politiek was er van het begin af op gericht om de relaties tussen de Europese hoven te verbeteren. Ook deed hij wat er van hem verwacht werd: na lang aarzelen vaardigde hij in het belang van de vrede van de Kerk op 21 juli 1773 de breve Dominus ac Redemptor noster [Onze Heer en Heiland] uit, waarbij de orde der Jezuïeten werd opgeheven.
In 1771 begon hij met de bouw van het naar hem en zijn opvolger Pius VI genoemde Pio-Clementijnse Museum, een van de grootste verzamelingen van oudheden van het Vaticaan.
Clemens overleed na een lange ziekte op 22 september 1774, gehaat door de ultramontanen, maar betreurd door zijn onderdanen vanwege zijn geslaagde bestuur van de Kerkelijke Staat. Hij werd begraven in de Basilica dei XII Apostoli, wat als kardinaal zijn titelkerk was.
Niets wat geweten is uit de stamboom of het leven van Paus Clemens XIV verwijst naar "een vlugge beer" uit Malachias profetieën. Het blijft dus een raadsel.
Chris De Bodt
13. Profetiën: Sint Hilarius van Poitiers [315-368]
De antichrist zal onderrichten dat Christus een bedrieger en niet de ware Zoon van God was. Integendeel, hij zal onderrichten dat hij de meest goddeloze van alle misdadigers was.
Vertaling: Chris De Bodt
30-05-2011
30 mei 2011
30 mei 2011
1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio [1/7]
Inleiding
Op 14 juni 1921 klopt er een priester aan op de deur van het klooster van San Giovanni Rotondo. Het is een prille veertiger en hij draagt een eenvoudige soutane, maar hij is geen gewone priester. Het is bisschop Raffaelo Carlo Rossi, een toekomstige kardinaal en een apostolische bezoeker die door de Heilgie Officie [voormalige benaming voor de Congragatie voor Geloofsleer] naar Pater Pio werd gezonden om de geruchten die over hem lopen in het geheim te onderzoeken.
De bisschop-onderzoeker zal voor acht dagen bij de Kapucijner Broeders blijven om vragen te stellen en getuigenverklaringen te horen. Hij interviewt eveneens Pater Pio zelf en onderzoekt de raadselachtige wonden van Christus die hij draagt op zijn lichaam. Na alle bewijsmateriaal te hebben verzameld, maakt de onderzoeker een eigen evaluatie van Pater Pio, die de reden inhoudt om aan te nemen dat de stigmata een goddelijke oorsprong hebben. Hij zendt zijn dossier, inclusief de getuigenverklaringen op naar Rome, waar ze gedurende bijna een eeuw verdoken blijven liggen.
Bisschop Raffaelo Carlo Rossie
Vader Francesco Castello is de geschiedkundige voor de zaak van de Zaligverklaring van Paus Johannes Paulus II en professor in de moderne Kerkgeschiedenis aan het Romano Guardini Instituut van Religieuze Wetenschappen in Taranto, Italië. Hij heeft bijgedragen aan vele publicaties en heeft in het geheim Karol Wojtylas derde brief aan Pater Pio ontdekt en gepubliceerd. Hij hield rekening met de geest van die tijd voor zover als mogelijk en hechtte minder vertrouwen in de oordelen van heden dan in de blijvende tradities van die dagen. Indien ik misschien te veel geschiedenis naar voor breng en de lange weg van de rijke regios van het verleden ging afleggen, zorgde ik er steeds voor om een pad te onderzoeken dat ons terugbrengt naar die onverschrokken en vastberaden Jood die onveranderlijk blijft in een hevige verhevenheid.
"Na alle studies, debatten en interviews, dachten we dat we alles wisten over hem," schrijft Vr. Francesco Castelli in zijn verbazingwekkend nieuw boek over Pater Pio, maar in de archieven werd er een document ontdekt dat van uitzonderlijke waarde was, en dat nu vanuit het verleden tot ons komt: "de handelingen rond het eerste onderzoek over Pater Pio," gemaakt op bevel van de Heilige Officie. Het document gaat terug tot 1921 en bevat de geheime onthullingen van de Kapijcijn: zes uiterst waardevolle "verklaringen onder ede." Interviews dit Pater Pio, onder ede, heeft toegestaan voor de onderzoeker van de Heilgie Officie. Hierin maakt Pater Pio feiten bekend en fenomenen die nooit onthuld werden aan iemand, ook niet in de vele biografieën over de Heilige man, en overhandigde hij ze aan de Kerk en de geschiedenis."
Vertaling: Chris De Bodt
2. Grace [1/10]
°26 juli 2002 - 26 september 2002
Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.
De diagnose
De diagnose kwam na ongeveer 19 weken zwangerschap. Het was mijn vijfde zwangerschap en in mijn planning de laatste om onze gezin compleet te maken. Twee zwangerschappen verliepen normaal. Mijn dochtertjes Annie [8 jaar] en Kathleen [5 jaar] zagen daarbij het leven. Net vóór Grace had ik twee miskramen.
En toen kwam Grace.
Ik was veertig toen ik zwanger werd van Grace. De AFP-test was niet goed. Mijn arts drong aan op een vruchtwaterpunctie, maar daar had ik niet veel zin in. Ik wou niet het risico op nog eens een miskraam verhogen. Daarom verwees ze ons naar een universitair ziekenhuis waar veel gedetailleerder echografieën konden gemaakt worden. En dat was het begin van onze nachtmerries.
Terwijl ik naast dat toestel neerlag [met mijn rozenkrans strak gespannen tussen mijn vingers] voelde ik dat er iets niet OK was. De vrouwelijke arts was heel stil geworden en ging overleggen met een andere verantwoordelijke arts. Ze zei me dat ze "iets" gevonden hadden. Mijn hart brak. Ik greep de hand van mijn man steviger vast en bad heel intens enkele Weesgegroetjes. De artsen bleven geconcentreerd kijken naar het handje van de foetus. Nu weet ik dat ze naar het "gebalde vuistje" zochten, een typisch herkenningsteken voor trisomie 18. Ook het hartje werd onderzocht. Ook daar klopte iets niet. Het enige wat ik mij herinner is de schok waar ik zo bruusk mee geconfronteerd werd. Er werd van alles gezegd, maar niets daarvan drong tot mij door. In zon situatie wil je dat alles verdwijnt. Het was allemaal zo irreëel. Hoe kon zoiets ons overkomen ? We hadden daarnet nog een perfecte baby en nu was die veranderd in "een foetus met een fatale afwijking" was. Wat voor de duivel betekende dat?
Vertaling: Christine
3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 22]
Ana Shawl
Nu was het aan mij om de kinderen van deze bijzondere aangelegenheid op de hoogte te brengen. Ik vroeg aan de Heilige Moeder om mij hierbij te helpen, zodat het niet al te vreemd zou overkomen bij hen en dat dit een nieuwe bevestiging zou zijn dat alles goed zou gaan. Ik legde hen uit over een man die ik had ontmoet en vertelde alles over hem. Mijn dochter antwoordde: "Mama, ik denk dat u met hem moet huwen," wat mij helemaal van mijn stuk bracht. Daarop vertelde Stephen mij dat hij het gevoel had dat hij een goede vader zou zijn. Ik vertelde de kinderen niets over de tekenen tot dusver. Ik was helemaal van de kaart. Ik was zo gelukkig. Ik wist het gewoon.
Daarna was het uiteraard aan mij om de waarheid te vertellen en te zeggen dat ik voor dezelfde intenties had gebeden. Ik zei dat ik om twee tekenen had gevraagd waarop ik nog wachtte. Later die avond begon ik te bidden en vroeg uit het diepste van mijn hart of Steve de man wou die ik verondersteld was te huwen en dat Zij mij dit zou laten weten. Daarop sprong ik in een flits uit het bed en herinnerde ik mij dat hij mij de dag ervoor een Rozenkrans had gezonden en niet alleen een voor mij maar eveneens een voor elk van de kinderen. De volgende dag praatte ik met hem en zei ik dat ik mijn eerste teken had ontvangen, maar dat er nog steeds één teken op zich liet wachten om volledige zekerheid te krijgen.
Later vertelde Steve mij dat hij naar de Mis ging en de Rozenkrans bad en vroeg om te weten wat mij tweede teken was. Hij schrijf mij later die dag terug om mij te zeggen dat hij, na zijn gebed, zonder twijfel wist wat mijn tweede teken was. Hij vertelde mij dat hij mij een kruisbeeld moest toezenden. Toen ik hem zei dat dit inderdaad mij tweede teken was, kwamen de tranen bij ons beiden in de ogen, omdat we nu zeker wisten dat God wou dat we samen verder zouden gaan en dat er ook iets bijzonders zou zijn tussen hem en de kinderen.
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
4. Medjugorje: statistieken april 2011
Aantal Heilige Communies: 131.600 Aantal concelebrerende priesters: 2.539 [89/dag]
5. Ratko Mladić wordt maandag of dinsdag uitgeleverd aan Den Haag
De Serviche genocideverdachte Ratko Mladić zou maandag of dinsdag overgebracht kunnen worden naar Den Haag. Dat heeft rechter Mehmet Guney verklaard aan het Turkse agentschap Anatolie. Op 26 mei 2011 werd Mladić gearresteerd in Lazarevo, in de gemeente Zrenjanin. Hij zou daar onder de naam "Milorad Komadic" hebben geleefd.
Ratko Mladić kreeg als bijnaam "de Servische Napoleon"
Mladic zou maandag of dinsdag kunnen arriveren. Het internationaal recht bepaalt dat hij dan onmiddellijk voor de rechter zal verschijnen", verklaarde Guney, plaatsvervangend rechter voor het Joegoslaviëtribunaal [ICTY] in Den Haag.
Het Joegoslaviëtribunaal duidde de 63-jarige Duitse rechter Christoph Flügge aan als voorzitter in het proces tegen de Mladic. Naast hem krijgt Flügge de Nederlander Alphons Orie en de Zuid-Afrikaan Bakone Justice Moloto.
"Het proces kan anderhalf tot twee jaar duren", verwacht de Turkse magistraat, afhankelijk van hoe vlot tekst- en ander bewijsmateriaal voorhanden zal zijn.
Ondertussen hebben zo'n duizend moslims in de Oost-Bosnische stad Visegrad de slachtoffers herdacht die in de lente van 1992 gedood werden door de troepen van genocideverdachte Ratko Mladic, die afgelopen donderdag werd opgepakt. Tussen april en juni 1992 zouden de Servische troepen in en rond Visegrad zo'n 1.500 burgers hebben vermoord, zegt het Bosnische instituut voor verdwenen personen. Volgens overlevenden werden in mei 1992 honderden burgers afgeslacht op de oude brug en gedumpt in de rivier Drina. In juni 1992 werden 65 vrouwen en kinderen levend verbrand in hun huizen in de straat Pionirska in Visegrad.
Nu Mladic, ook wel 'het monster van Visegrad' genoemd, is opgepakt, herdenken de nabestaanden van de slachtoffers de gruweldaden. Vandaag gooiden mensen rozen in de Drina. Tot op vandaag zijn nog altijd zo'n 700 slachtoffers van Visegrad als vermist opgegeven.
6. Paus Benedictus XVI bezoekt Kroatie op 4 en 5 juni 2011
Benedictus XVI zal een bezoek brengen aan Kroatië op 4 en 5 juni aanstaande. Als kardinaal is hij er reeds drie maal geweest, maar het is zijn eerste reis in zijn hoedanigheid van Paus. We kunnen dus gerust zeggen dat de Paus zich "thuisvoelt" in Kroatië. Het is een land met diepe Christelijke en Katholieke roots. Die trouwe band is steeds gebleven , ook in moeilijke tijden en vooral deze van de laatste eeuw. Deze trouw werd beloond door de nauwe verbondenheid en de solidariteit van de Heilige Stoel.
Vandaag staat ook Kroatië voor de uitdaging van verwereldlijking, voornamelijk bij de jeugd en bij de handhaving van de familiewaarden. Daarom zijn de voornaamste gebeurtenissen bij het bezoek van Paus zijn deelname aan een ontmoeting met de Kroatische Katholieke families en met de jongeren. "Samen in Christus," is de slagzin van het bezoek.
In een wereld waarin nieuwe vormen van communicatie zich blijven vermenigvuldigen en onze levens beïnvloeden, blijken echte ontmoetingen en deelnamen aan gesprekken steeds moeilijker te worden voor de mensen.
De Kerk verlaat zich op Christus om de eenheid en de opdracht van de familie te ondersteunen en de hoop voor de toekomst van de jonge mensen te voeden. Dit is hoe het mensheid in het algemeen en de gemeenschap van Kroatië die het uiteenvallen van het voormalige Joegoslavië goed heeft doorstaan, zich nu voorbereid om zich aan te sluiten bij de Europese Unie.
Heilige Ivan Mertz
Heilige Aloysius Stepinac
De Paus hoopt dat zulks kan geschieden met de bijdrage van de cultuur en de waarden die deel uitmaken van de grote traditie van Kroatië. Belangrijke mensen handelen verder als bronnen van inspiratie: mensen zoals de wetenschapper en Jezuiet Ruggero Boscovich, of de Heilige Ivan Merz en de grote priester en martelaar, de Heilige Kardinaal Aloysius Stepinac. Samen in Christus en met de Paus, kijkt Kroatië naar een toekomst van geloof en moed.
7. Heilige Franciscus Suarez: wat is de waarde van één fatsoenlijk gebeden Weesgegroet?
Franciscus Suarez
De Heilige en vrome theoloog Franciscus Suarez [1548-1617] was zich zo diep bewust van de waarde van het Weesgegroet, dat hij zei dat hij met genoegen al zijn kennis wou opgeven voor de prijs van één fatsoenlijk gebeden Weesgegroet. Dit is een heel troostgevende gedachte voor allen die niet over het grote intellect beschikken van Suarez. Bid daarom elke dag drie Weesgegroetjes 's morgens en 's avonds.
8. Fukushima: koelpompen vallen tijdenlijk uit. Vrees voor taifoen Songda
In reactor 5 van de fel geplaagde Japanse kerncentrale Fukushima zijn de koelpompen gisteren uitgevallen, meldt Tepco, de uitbater van de centrale. Een gespecialiseerde technische ploeg slaagde erin de pompen intussen weer aan de praat te krijgen. De reparatie duurde ruim vier uur. "Er was een probleem met een motor in de pomp. We hebben de defecte pomp vervangen door een nieuwe pomp", aldus Tepco.
Intussen wordt gevreesd voor de taifoen Songda, hoewel die in kracht afneemt. Songda wordt in Tokio verwacht maandag om 9.00 uur lokale tijd. Ingenieurs vrezen dat de centrale nog niet bestand is tegen de voorspelde hevige regenval en sterke windstoten.
9. EHEC bacerie: reeds meer dan 1.000 besmettingen in 9 landen
De lijst met landen waar de gevaarlijke bacterie enterohemorragische E.coli [EHEC] opduikt, wordt almaar langer. Ook in Frankrijk en Zwitserland worden mogelijke besmettingen gemeld. In Duitsland vielen al zeker tien doden door de bacterie. Er is ook sprake van meer dan duizend bevestigde en verdachte infecties.
In Frankrijk werden zaterdagavond drie verdachte gevallen gemeld van voedselvergiftiging, "gelinkt aan een epidemie in Duitsland". Frankrijk liet ook een lot komkommers uit de winkelrekken halen.
Als het in Frankrijk inderdaad om de EHEC-bacterie gaat, dan is die ondertussen in acht landen aangetroffen. In Zwitserland werd tijdens het weekend een tweede geval van EHEC-besmetting bevestigd. Voorts zijn er 25 besmettingen bevestigd in Zweden, 7 in Denemarken, 3 in Groot-Brittannië, 2 in Oostenrijk en 1 in Nederland. In Tsjechië is de bacterie voorlopig nog bij niemand vastgesteld, maar in winkels werden wel besmette komkommers aangetroffen. Het is niet duidelijk of de komkommers al verkocht werden aan consumenten. Het land stelde onmiddellijk een verkoopverbod in. Volgens de Duitse autoriteiten komen de komkommers aan de bron van de besmetting uit Spanje. In dat land werd nog geen EHEC-infectie vastgesteld.
Bacterie enterohemorragische E.coli
In België werden geen sporen aangetroffen van de gevaarlijke bacterie, zo deelde het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) zaterdag nog mee. "We blijven de situatie goed opvolgen en controles uitvoeren, maar op dit moment is er geen ongerustheid nodig. In België zijn er geen zieken vastgesteld", aldus een woordvoerder.
De EHEC-bacterie komt ongetwijfeld ter sprake tijdens de driedaagse informele ontmoeting van Europese ministers van Landbouw in Hongarije, die zondag van start gaat.
In de getroffen landen worden voorzorgsmaatregelen genomen. Zo riep het Oostenrijkse voedselveiligheidsagentschap (AGES) consumenten op om groenten afkomstig uit Spanje en verkocht door bepaalde winkels, te vernietigen. De verdachte komkommers, tomaten en aubergines waarvan sprake, zijn geteeld door de Spaanse producent Frunet en werden via Duitsland verscheept naar Oostenrijk.
10. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 128]
Schrift 1
272. Nochtans heeft deze pater mij eerst aan veel beproevingen onderworpen. Toen ik hem gezegd heb wat de Heer van mij vereiste [36], heeft hij mij uitgelachen en mij gezegd om 's avonds om acht uur te komen biechten. Toen ik om acht uur kwam, sloot een broeder reeds de kerk. Toen ik hem vroeg aan de pater te melden dat ik er was zoals hij mij opgedragen had, is de brave broeder hem gaan verwittigen. De pater liet mij antwoorden dat ze op dit uur geen biecht meer horen. Ik ben onverrichter zake naar huis teruggekeerd. Ik heb opgehouden bij hem te biechten, maar ik heb een uur aanbidding gedaan en bepaalde verstervingen om Gods licht voor hem te bekomen, opdat hij de zielen zou kennen. Toen eerw. heer Sopocko vertrok en hij hem verving, moest ik wel bij hem gaan biechten. Hoewel hij mij eerst niet had willen geloven, verplichtte hij mij nu tot grote trouw aan de innerlijke ingevingen. God staat dit soms toe, en Hij weze in alles geprezen. Maar men heeft grotere genade nodig om niet te wankelen.
273. Jaarlijkse retraite, 10.2.1934.
"Mijn Jezus, opnieuw nadert het moment waarop ik met U alleen blijf. Jezus, ik bid U met heel mijn hart, laat mij weten wat U in mij niet behaagt en leer me tegelijk wat ik moet doen om U aangenaam te zijn. Weiger mij deze genade niet en blijf met mij. Ik weet dat zonder U, Heer, mijn inspanningen tot niet veel leiden. O, hoe verheug ik mij in Uw grootheid, Heer, hoe meer ik U ken, hoe meer ik dorst naar U."
274. Jezus heeft mij de zelfkennis verleend. In dit goddelijk licht heb ik mijn hoofdfout gezien: het is de hoogmoed die de vorm heeft aangenomen van een terugplooien op mijzelf en een gebrek aan eenvoud jegens moeder overste.
Het tweede licht betreft het woord. Soms spreek ik te veel. Twee of drie woorden zouden volstaan om een zaak te regelen en ik steek er te veel tijd in. En Jezus zou willen dat ik die tijd doorbreng in gebed voor de lijdende zielen uit het vagevuur. En de Heer zegt mij dat op de dag van het oordeel elk woord zal gewogen worden.
Het derde licht betreft onze regel. Te zelden mijd ik de gelegenheden die tot het verbreken van de regel leiden, vooral wat de stilte betreft. Vanaf nu zal ik handelen alsof de regel alleen voor mij werd geschreven. Hoe de anderen handelen, gaat mij niet aan, als ik maar handel zoals God het verlangt.
Voornemen: Als het over uiterlijke zaken gaat, alles wat Jezus van mij eist, onmiddellijk aan de oversten gaan zeggen. In mijn omgang met de overste zal ik me inspannen direct en oprecht te zijn als een kind.
[36] Namelijk de Beeltenis van de Goddelijke Barmhartigheid te schilderen en een nieuwe congregatie te stichten.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
11. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 12]
De drie herderskinderen en hun families
Omgeven door de betovering van de natuur, leven hun onschuldige zielen met hun intuïtie naar het verlangen van het bovennatuurlijke, gedreven door de genade die nog rijker en bekoorlijker is. Dan, als de zon ondergaat achter de pijnbomen, brengen ze hun blatende kudde terug, waarna ze dicht in het zicht van hun ouders, die het nooit moe worden om hen te kussen om zo hun genegenheid en liefde te tonen, spelen en rennen. Op deze wijze schijnen hun zuivere zielen als het licht van de zon en hun lachende ogen zijn zo helder als het kristalwater van een bron. Enkel de Hemel houdt nog een grotere hoop in voor hen: het is het geluk die hen doet opwaarts kijken en hen een nog zuiverder glimlach geven, alsof ze op zoek zijn naar de meest kostbare schat. Hun zielen bidden en s nachts rusten ze vredevol in de armen van hun ouders en slapen onverstoord zoals hen zonder zorgen.
Ik denk, lieve pelgrims, dat ik nu al uw vragen heb beantwoord over de familieachtergrond van de drie nederige herderskinderen die God uitkoos om Zijn Boodschap door hen aan jullie door te geven. Besluit echter helemaal niet dat, door wat ik jullie heb verteld, er geen tekortkomingen waren omwille van menselijke zwakheden.
Laat mij nu, in ruil voor mijn antwoorden op uw vragen, sommigen vragen aan u stellen. Als uw eigen huizen niet beter zijn, zijn ze dan minstens zo goed als de twee huizen die ik zojuist heb beschreven? Is uw huis gezegend met het Sacrament van het Huwelijk?
Hebt u aanvaard en bent u er nog steeds toe bereid om elk leven te aanvaarden dat God u toevertrouwd? Onthoud dat afstand doen van hen, tegen de wet van God is die ons in het vijfde gebod heeft verteld: "U zult niet doden en wie doodt zal onderworpen worden aan het oordeel." [Mt. 5:21]
Vertaling: Chris De Bodt
12. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 128]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 1
Een onmetelijk chaos is er niet tussen deze zielen en hun vrienden op aarde, en we kunnen hen naar keuze op elk moment die druppel water schenken die de boze rijke tevergeefs afsmeekte bij Lazarus.
Sint Jan had eens een prachtig visioen: hij zag een tempel, en in het heiligdom van de tempel een altaar waaronder een menigte lijdende zielen: vidi subtus altare animas interfectorum [Apoc 6,9]. Deze zielen staan niet voor het altaar zoals een commentator opmerkt want ze mogen daar niet meer staan. Het is slechts onrechtstreeks en via voorbede dat ze deel hebben in het eucharistisch offer. Ze staan onder het altaar en wachten zuchtend en gelaten het deel af dat we op hun lippen willen leggen.
De katholieke Kerk heeft niets bepaald over de plek van het Vagevuur. Diverse ideeën werden geuit op dat vlak door de Leraars en Kerkvaders en deze kunnen vrij aanvaard worden zonder te tornen aan de orthodoxie en het ware geloof.
Sint Thomas, Sint Bonaventure en Sint Augustinus leren dat het Vagevuur in het centrum van de aarde een tussenverblijf is van de Hel der verdoemden en het voorgeborchte waar, tot aan het oordeel, de ongedoopte kinderen verblijven.
Ze vermelden als getuigenis van hun overtuiging de woorden die de Kerk zingt: Bevrijdt, Heer, de zielen van de overleden gelovigen van het helse lijden en het diepe meer. En deze woorden van het boek Openbaring: Niemand, noch in de hemel, noch op of onder de aarde werd bekwaam geacht het boek te openen en in te kijken [Apoc 5]. Volgens die uitspraak van Sint Jan is het zeker dat alleen rechtvaardigen uitgenodigd werden om het mysterieuze boek te openen. Maar, door degenen onder de aarde te vermelden, lijkt de Apostel ons niet te opperen dat er rechtvaardige tijdelijk gevangenen zijn in die sombere schoot. Elders in het boek Prediker wordt geschreven: Ik zal de onderste delen der aarde binnendringen en bezoeken die er slapen en zal hen de hoop op heil voor ogen houden. De vertalers stellen terecht dat in die passage de ingegeven auteur het voorgeborchte beduidde waar de Patriarchen en heiligen uit het Oude Testament rustten in de schoot van Abraham. Maar die uitleg bevestigt het gevoel van Sint Thomas en Sint Bonaventure in plaats van het tegen te spreken. Inderdaad, als de Patriarchen en de rechtvaardigen uit het Oude Testament, gezuiverd van al hun huidige zonden, in de onderste gedeelten der aarde verblijven tot op de dag van uitboeting op het kruis van de zonde die Adam aan ons ras overmaakte, schijnt het des te meer passend dat de zielen met huidige zonden die onvoldoende hersteld werden gestraft worden in de diepte der aarde: Inferiores partes terrae.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
13. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [13/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
14. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 39]
Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal
De eerste verschijning
Peytieu verklaart dit zo: Dit mooie onderwerp dat haar verraste geeft haar zoveel zachtheid en vreugde dat ze niets meer kon vergeten. Het nam zoveel van haar liefde in beslag dat de nacht een jaar duurde en de dag te kort was bij het zicht van die Dame.
Onderstrepen we hier de twee uitdrukkingen: "een mooie jongedame" en "dit mooie onderwerp": de twee termen die Bernadette in Lourdes gebruikt om te beschrijven wat ze aanschouwt. Beide zullen ook de onzichtbare aantrekking hebben naar het visioen. Peytieu noteert inderdaad: "Ze kwam maar met haar kudde terug bij sterrenhemel en ze trok er terug heen in de morgen bij sterrenhemel ... tenzij haar baas het haar verbood. Die gunst duurde bijna 4 maanden zonder dat ze wist wie die mooie Dame was."
Gaillard voegt er een belangrijk element aan toe: "Ze is zo gecharmeerd door wat ze ziet dat ze meerdere maal midden in de nacht opstaat, er de kudde verzamelt en vertrekt in hemd en blootsvoets en recht naar de plek stapt waar ze de Dame ziet. Eens wakker en opmerkend dat ze in haar hemd staat keert ze verlegen terug met haar kudde die ze stalt en gaat dan slapen tot de zon opkomt. En dan vertrekt ze weer, ongeduldig om de Dame weer te zien. Ze doet niets liever dan in dit dal te vertoeven, zonder eten of drinken."
Bij deze herhaalde slaapwandelingen van Benoîte dient opgemerkt worden: ze beleefd zo intens haar herinneringen dat ze gedreven wordt door haar verlangen ondanks haar verdoofde geest.
Ze toont zich in staat half slapend de dieren van stal te halen, en gekende gebaren te coördineren, en het is maar de nachtelijke frisheid die haar doet ontwaken. Dit aspect van haar gevoelig temperament kan haar later nachtelijk gedrag beïnvloeden.
Vertaling: Broeder Jozef
15. Het sacrament van de Verzoening [deel 19] 9. De vruchten van het Sacrament
"De hele kracht van het boetesacrament bestaat daarin dat het ons opnieuw in de genade van God herstelt en ons met Hem in innigste vriendschap verbindt." Het doel erg de vrucht van dit sacrament bestaan dus in de verzoening met God. Zij die met een berouwvol hart en in een gelovige gezindheid het boetesacrament ontvangen, "verwerven gewoonlijk vrede en rust voor het geweten met intense geestelijke vertroosting." Het sacrament van de verzoening met God brengt een echte "geestelijke verrijzenis" met zich mee, een herstel van de waardigheid en van de goederen die behoren tot het leven van de kinderen Gods, waarvan het kostbaarste de vriendschap met God is [Lc. 15,32].
Dit sacrament verzoent ons met de kerk. De zonde beschadigt of verbreekt de broederlijke gemeenschap. Het boetesacrament herstelt of vernieuwt die. Dit betekent dat dit sacrament niet alleen de mens geneest die weer in de kerkelijke gemeenschap hersteld is, maar ook een stimulerende uitwerking heeft op het leven van de kerk die geleden heeft onder de zonde van één van haar leden. Doordat de zondaar weer hersteld of bevestigd is in de gemeenschap van de heiligen, wordt hij gesterkt door de uitwisseling van de geestelijke goederen tussen alle levende ledematen van het lichaam van Christus, hetzij ze nog op aarde pelgrimeren, hetzij ze al in het hemelse vaderland zijn:
Men moet hieraan toevoegen dat deze verzoening met God als het ware andere verzoeningen tot gevolg heeft, die weer andere breuken helen welke door de zonde waren veroorzaakt. De boeteling aan wie vergeving geschonken wordt, verzoent zich met zichzelf in het allerdiepste van zijn wezen waar hij zijn innerlijke waarheid terugwint. Hij wordt ook verzoend met zijn broeders en zusters, die op een of andere wijze door hem beledigd en gekwetst waren. Hij wordt verzoend met de kerk. Hij wordt verzoend met heel de schepping.
Door zich in dit sacrament toe te vertrouwen aan het barmhartig oordeel van God, loopt de zondaar in zekere zin vooruit op het oordeel waaraan hij op het einde van dit aardse leven onderworpen zal worden. Nu, in dit leven, wordt ons immers de keuze geboden tussen het leven en de dood, en slechts langs de weg van de bekering kunnen wij het Koninkrijk binnengaan, waar zware zonden ons van buitensluiten. Wanneer de zondaar zich door boete en geloof tot Christus bekeert, gaat hij over van de dood naar het leven "en is hij aan geen oordeel onderworpen" [Joh. 5,25].
Anne Van Der Sloten
16. Jezus' tijdgenoten [aflevering 257]
Joazar, zoon van Boethos
Joazar, zoon van Boethos was de laatste hogepriester [4 v. J.C.] die Herodes de Grote benoemde. Hij was de schoonbroer van de koning, broer van Mariamme II, en verving Matthias, zoon van Theofilus, die Herodes wegzond vanwege zijn deelname aan rellen veroorzaakt door het weghalen uit de Tempel van een gouden arend.
De loopbaan van Joazar was woelig. Na zijn beschuldiging om de opstand na Herodes dood te hebben gesteund werd hij afgezet in 4 v. J.C. door de etnarch Archelaüs, zoon van Herodes en die hem verving door zijn broer Eleazar, zoon van Boethos. Eleazar bleef maar kort want hij werd op zijn beurt vervangen door Jezus, zoon van Seus, waarover niets bekend is.
Ook om onbekende redenen riep Archelaüs Joazar terug en die maakte gebruik van zijn gezag als hogepriester om zijn landgenoten te overtuigen de volkstelling van Quirinus, gouverneur van Syrië, te aanvaarden na de afzetting van Archelaüs in 6 van ons tijdperk. Maar Joazar bleef niet lang in Quirinus gunst. Door het gepeupel beïnvloed nam hij een nationalistische houding aan.
In 6 na J.C. was Joazar niet meer nuttig en Quirinus benoemde in zijn plaats een nieuwe en machtige hogepriester, Annas zoon van Seth, hoofd van een andere belangrijke dynastie hogepriesters. Volgens het Evangelie van Johannes was het Annas die Jezus ondervroeg na zijn aanhouding en voor hij hem naar zijn schoonzoon Kajafas, hogepriester in functie, stuurde.
Vertaling: Broeder Joseph
17. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 83]
Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus
Johannes verblijf in de woestijn
Ik zag de nog jeugdige Johannes tijdens zijn verblijf diep in de woestijn allerhande boetebedingen verrichten: hij sliep op de harde rots onder de blote hemel, liep met geweld over ruwe stenen, door distels en doornen, geselde zich met doornen takken, arbeidde zich moe aan bomen en stenen en lag lang in gebed en beschouwing.
Dikwijls zag ik bij hem in de wildernis lichtende gestalten, en ik zag hem eens op de leeftijd van ongeveer 17 jaar heimelijk en ongemerkt het huis van zijn ouders bezoeken. Zacharias was al dood, maar Elisabeth leefde nog.
Na dit bezoek drong hij nog veel dieper de woestijn in dan hij tot nog toe gedaan had. Hij trok in noordoostelijke richting en naderde het gewest waar ik in mijn visioenen de wonderbare profetenberg en de bovenaardse wateren zie. Hij kwam in het gewest, waar ik de H. Evangelist Johannes veel later eens onder hoge bomen zag liggen schrijven. Onder die hoge bomen stonden struiken met bessen, waar hij van at. Ik zag hem ook van een kruid eten: dit heeft ronde bladertjes gelijk de klaver, en een witte bloem. Bij ons thuis stonden dergelijke kruiden, doch kleiner. Ze groeiden onder de hagen. De bladertjes smaken zuurachtig en als kind at ik ze veel wanneer ik in de eenzaamheid het vee moest hoeden, daar ik al toen er ook Johannes van had zien eten.
Ik zag hem uit holten in bomen en uit het mos op de aarde bruine stukken halen en opeten. Het leek mij wilde honig te zijn die daar in overvloed voorhanden was [in Palestina en buurlanden zijn vele bijen, zowel wilde als tamme]. Ik zag hem ook als hij ouder geworden was. Hij had geen ander gewaad dan het vel dat hij van huis had medegebracht en dat nu om zijn lenden geslagen was. Later echter had hij zich zelf een bedekking gevlochten die bruin en harig was en van zijn schouderen afhing. Er liepen daar in de wildernis allerlei wollige dieren tam rondom hem, ook kamelen met lange haren aan de hals. Ze lieten er zich door Johannes zeer gedwee van beroven. Ik zag hem daarmee strengen draaien en een kleed vlechten, dat hij nog droeg toen hij weer onder de mensen verscheen en doopte. Ik zag hem in de woestijn zijn versterving en zelfkastijding steeds strenger voortzetten en zijn gebed langer en vuriger verrichten.
18. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 94: Rosa Umbriae [Roos uit Umbrië]
Clemens XIII [1758-1769]
Echte naam: Carlo della Torre Rezzonico [Venetië, 7 maart 1693 - Rome, 2 februari 1769]
Hij was afkomstig uit een sinds kort adellijke Venetiaanse familie. Hij genoot een Jezuïeten-opleiding in Bologna en werd in 1737 kardinaal. Daarvoor had hij al verscheidene belangrijke posities vervuld in de Curie. Hij was vanaf 1743 bisschop van Padua, waar hij een goed zielzorger bleek te zijn. In het conclaaf na de dood van Benedictus XIV werd hij op 6 juli 1758 tot paus gekozen nadat verschillende kandidaten door het vetorecht waren uitgesloten.
Hij bestreed de Verlichting in Frankrijk en het febronianisme in de Duitse landen door veroordelingen van de Encyclopédie [1759] en van Johann Nikolaus von Hontheim [1764]. In 1765 voerde hij het Hoogfeest van het Heilig Hart in.
Carlo's pausschap was berucht vanwege een buitensporig nepotisme.
Hij had veel te stellen met wereldlijke heersers in Frankrijk, Spanje, Portugal, het Hertogdom Parma en het Koninkrijk der Beide Siciliën, die in de Jezuïeten een bedreiging van hun eigen macht zagen. Het is meer dan eens voorgekomen dat alle Jezuïeten in een schip werden afgevoerd en aan wal gezet in de Italiaanse havenstad Civitavecchia, "als geschenk voor de paus."
Hij kwam laatstelijk in conflict hierover met de regering van Parma. Hij verklaarde zich bereid om een en ander te bespreken via een consistorie, maar stierf op de avond ervóór, hetgeen de geruchten aanwakkerde dat hij zou zijn vergiftigd. Dit is echter nooit bewezen.
Zijn grafmonument in de Sint-Pieter is van Antonio Canova.
Als kardinaal had hij als titelkerk de Santa Maria in Aracoeli, een kerk uit de zesde eeuw die 1250 door de Paus aan de Franciscanen werd overgedragen. De Orde der Franciscanen heten in de mystiek Rosa Umbriae, waarbij de roos eveneens verwijst naar Maria. Hun stichter Franciscus was afkomstig uit Assisi, dat in Umbrië is gelegen.
Chris De Bodt
19. Profetiën: Heilige Antonius van Egypte [Antonius-Abt] [251-356]
De mensen zullen zich overgeven aan de geest van de tijd. Ze zullen zeggen dat, indien ze in onze tijd hadden geleefd, het geloof eenvoudig en simpel was. Maar in hun dagen, zullen ze zeggen, zijn de dingen ingewikkelder: de kerk moet zich aanpassen aan hun tijd en betekenisvol zijn voor hun tijd. Als de kerk en de wereld aldus zullen één zijn, dan zijn die dagen nabij, omdat de goddelijke Meester een grens legt tussen de Hemelse en de wereldse dingen. Vertaling: Chris De Bodt 20. Natuurtips die niets kosten: Matricaria recutita L. [echte kamille]
Matricaria recutita L. [echte kamille]
Nu reeds te vinden zijn de fantastische kamillebloemen met tal van toepassingen.
Aan te wenden bij: krampen en buikpijn [ook bij zuigelingen], pijn bij het doorkomen van de tanden, winden, diarree, uitslag, maagpijn, ontsteking maag- en darmslijmvlies, maagwandontsteking, zuurbranden, onregelmatig wegblijvende menstruatie, slapeloosheid, rusteloosheid, stress, prikkelbaarheid, irritatie en boosheid, spanningshoofdpijn, bijbalontsteking, wond- en kiespijn.
Uitwendig gebruik: Tandvleesontsteking, mondslijmvliesontsteking, aften, keelpijn, strottenhoofdontsteking, doorkomen van tanden [spoelen en gorgelen], anale ontstekingen, eczeem, luiereczeem, netelroos, jeuk, allergische uitslag, huidirritatie door stralingstherapie, slechthelende wonden, abcessen, insectenbeten, brandwonden, zonnebrand, doorligwonden, spataderzweer, droge, ruwe en schrale huid, kloven, tepelkloven.
De aangeraden dagelijkse dosis voor volwassenen bedraagt 2 à 8 g bloemhoofdjes, 3 maal per dag, voor kinderen 2 g 3 maal per dag.
Thee: [steeds te bereiden in afgedekte pot om etherische oliën te bewaren]
Bij braakneigingen: 1 koffielepel op een tas kokend water, 10 minuten overdekt laten trekken.
Bij inwendig gebruik en als lavement: 3g of een opgehoopte theelepel tot een kleine eetlepel gedroogde bloemen overgieten met 200 ml water, 10 minuten laten trekken, zeven, 3 à 4 koppen per dag tussen de maaltijden.
Als gorgel- en spoelmiddel, bij uitwendig gebruik dus, 30 tot 100g bloemen op 1L kokend water, 2 uur laten trekken, 2 à 3 maal daags spoelen of gorgelen.
Om te inhaleren bij keelontstekingachtige toestanden en bronchitis: 10g op 150 ml kokend water dampen inademen onder een doek.
Kruidenkussen [warm op pijnlijke lichaamsdelen leggen]: Een linnenzakje met kamillebloemen vullen en dichtnaaien, in een droge pan goed opwarmen en opleggen.
Kamilleolie [om bij vermoeidheid de ledematen mee in te wrijven]: Een flesje vullen met in volle zon geplukte kamillebloemen en met koudgeperste olijfolie volgieten tot boven de bloemen. De fles goed gesloten 14 dagen in de zon laten staan. Daarna in de koelkast bewaren.
Kamillezalf [bij uitslag, (tepel)kloven, wonden]: 250 g varkensvet smelten, twee handen vol kamillebloemen er bij doen: laten opbruisen, omroeren, afdekken en de hele nacht op een koele plaats laten staan. De volgende dag nog eens licht opwarmen, door een linnen doekje persen boven een trechter in een fles, in zuivere potjes gegoten en koel bewaard.
Voor oogpijn: kamille in melk laten koken en als warme omslag op de gesloten ogen leggen.
Waarschuwingen bij het gebruik van kamille:
Hoewel een heel interessant kruid voor kinderen, is het best echte kamille niet te langdurig te gebruiken. Langdurig dagelijks gebruik kan nl leiden tot het omgekeerde effect. Na drie of vier weken gebruik best een week onderbreken. [dit geldt voor iedereen]
De etherische olie niet aan zwangere vrouwen toedienen. Andere aanwendingen zijn in matige doses wel toegelaten [hoewel sommige bronnen echte kamille helemaal afraden bij zwangerschap]
Bij gebruik van orale contraceptiva: echte kamille alleen innemen op voorschrift van arts of therapeut daar het de werking daarvan kan afbreken.
Anne Van Der Sloten
27-05-2011
27 mei 2011
27 mei 2011
1. Mirakels uit Medjugorje
2. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 21]
Ana Shawl
Ik wist gewoon dat er iets goeds zou komen uit dit alles, een "openbarstend geluk" [als dat het goede woord is]. Ik vloog de trappen af om Onze Lieve Moeder op mijn knieën te vragen of hij dè man was, want het gevoel was er gewoon bij mij. Een paar weken hierop werd mij een partnerschap aangeboden in een bedrijf dat juist aan het opstarten was. Ik diende wel te verhuizen en de kinderen moesten naar school in een ander gedeelte van de stad. Iedereen zou bij zon nieuws in de lucht springen van geluk, maar ik voelde mij ziek. Ik wist dat ik zowat "getrouwd" zou moeten zijn met het bedrijf en ik zou eveneens lange uren moeten nawerken. De kinderen zouden naar een dagopvangcentrum moeten en dat was iets dat ik absoluut niet wou. Het grootste gedeelte van mijn familie en vrienden oefende de nodige druk uit om deze plaats aan te nemen. Maar ik voelde dat er iets zo bijzonders aan hem was en als ik het partnerschap in het bedrijf zou aanvaarden, kon ik alle hoop dat het iets zou worden tussen ons wel vergeten.
Steve schreef mij terug en in zijn brief vertelde hij me dat hij het gevoel had dat er iets bijzonders was tussen ons. Hij wou mij niet afschrikken, maar hij dacht dat we misschien samen een toekomst zouden kunnen opbouwen. Toen vertelde hij me iets dat ik nooit zal vergeten. Hij vertelde mij dat hij novenen bad en de Rozenkrans van de Goddelijke Barmhartigheid om een vrouw te mogen vinden waarmee hij de rest van zijn leven zou kunnen delen. Hij vertelde me ook dat hij aan de Heilige Moeder twee tekens had gevraagd zodat hij wist dat hij dè vrouw had gevonden en dat hij zeker was dat deze verhouding van God zou komen. Hij vertelde mij dat ik zijn twee tekens had vervuld en dat hij nu wist dat ik diegene was met wie hij zou huwen!!! Steve vertelde me ook dat hij, elke keer wanneer hij voor iets bijzonders bad, steeds voelde dat er drie bijzondere mensen in zijn leven zouden komen.
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
3. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 127]
Schrift 1
269. Eens toen ik een noveen tot de Heilige Geest gedaan had voor mijn biechtvader [32], antwoordde Jezus mij: "Ik heb hem u leren kennen voordat uw oversten u naar hier zonden; Ik zal met u handelen zoals gij met uw biechtvader handelt. Als ge hem iets verbergt, al is het de kleinste genade, zal Ik me ook voor u verbergen en zult ge alleen blijven." Ik schikte mij dus naar het verlangen van God en een diepe vrede heerste in mijn ziel. Ik begrijp nu hoe God de biechtvaders verdedigt en hoe Hij achter hen staat.
270. Raad van eerwaarde heer Sopocko.
"Zonder nederigheid kunnen we aan God niet welgevallig zijn. Oefen u in de derde graad van nederigheid [33], namelijk wanneer men ons iets verwijt, niet alleen niets uitleggen noch u verrechtvaardigen, maar u ook verheugen in die vernedering.
Indien de dingen waarover gij mij spreekt werkelijk van God komen, bereidt u dan voor op groot lijden. Ge zult afkeuring en vervolging ontmoeten. Ge zult voor een hysterische doorgaan, een excentrieke, maar God zal niet karig zijn met Zijn genaden. De ware werken van God stoten altijd op moeilijkheden en zijn getekend met het zegel van het lijden. Wanneer God iets tot een goed einde wil brengen, zal Hij er, vroeg of laat, in slagen ondanks moeilijkheden, en gij, ondertussen, bewapen u met een groot geduld."
271. Toen E.H. Sopocko naar het Heilig Land vertrok, hoorde Pater Dabrowski S.J. [34] de biecht in de Congregatie. Tijdens één van de biechten vroeg hij of ik mij bewust was van het verheven leven van mijn ziel, dat een zeer hoog niveau bereikt. Ik bevestigde dat ik er mij van bewust was en dat ik wist wat er in mijn binnenste omging. Waarop de Pater antwoordde: "Het is niet toegestaan, mijn zuster, dit in uw ziel te vernietigen noch er iets aan te veranderen. Het geluk van een hoog innerlijk leven is niet zichtbaar in elke ziel, bij u, mijn zuster, is het dat wel zo, omdat het zeer verheven is. Wees voorzichtig zo een grote genade niet te verspillen, een grote... [35]
[32] Zie Db 53 en 67. [33] De meesters van het geestelijk leven delen de deugd van nederigheid in meerdere graden. De Congregatie van de M.G.D.B. volgde de spiritualiteit van de heilige Ignatius die in de nederigheid drie graden onderscheidt. [34] P. Casimier Dabrowski S.J. (1890-1976), was predikant en biechtvader. [35] Z.F. onderbreekt hier haar gedachten.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
4. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 11]
De drie herderskinderen en hun families
Laat ons nu terugkeren naar de familie, waar ik jullie over vertelde. Aanvankelijk groeien, in het leven van een herder, de kinderen op en ontwikkelen ze de zuivere lucht van de velden en ruiken de geuren op van de gewone bloemen op de velden, de heide, de rozemarijn en de doornstruik die groeien in het heester, de lavendel en de pijnbomen., de eycalyptussen, die de heuveltoppen kronen, de steeneiken, de eiken en de olijfbomen, die de hellingen oplopen en de enorme kastanjelaars en fruitbomen die in de velden en boomgaarden groeien.
In deze oase wordt de stilte enkel doorbroken door het vrolijke tsjilpen van de vogels, die rond de toppen van de bomen vliegen. Er is ook het zachte kirren van de tortelduif en het zingen van de hop die zijn nest bewaakt, het klokkend geluid van de patrijs tussen de rotsen midden de korenvelden, en het duiken van de zwaluwen, en de koekoek die overkomt tijdens de zomermaanden, om het gezwinde rennen van de vossen en de hazen niet te vergeten, als er iemand de ondergroei betreedt, en de dappere konijnen die zich verbergen tussen de hagen.
Met de vroege, frisse ochtendbries, leven de kinderen gelukkig tussen het gekraak van de zware karren die dienen om de oogst naar huis te brengen, de muziek van de veldwerkers met hun harmonicas en gitaren, het zingen van de jonge mannen en vrouwen die in groep terugkeren na het verzamelen van olijven en druiven en het geluid van de kippen in de stallingen van de nabijgelegen dorpen en de kerkklokken die het Angelus spelen.
Vertaling: Chris De Bodt
5. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [12/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
6. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 38]
Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal
De eerste verschijning
Had deze verschijning de duidelijkheid van degene Bernadette twee eeuwen later bij Massabielle zag?
Het schijnt van niet, want Peytieu schrijft in 1672: "Ze ziet ze steeds op dezelfde manier: uit haar gezicht en haar kleren straalt zoveel licht dat ze nooit haar trekken kon ontwaren."
Maar dat licht verblindt nooit in het Ovendal, want Benoîte kan alle verplaatsingen van de Dame zien.
En later zal Peytieu verduidelijken: Ze kreeg dit bezoek, met of zonder veel volk, en geraakt in extase. Het gevolg van deze extase is dat ze niet meer weet wat ze deed op de plaats waar ze was, hoe laat het was, maar de extase duurde niet lang. Hier alludeert onze kapelaan op de extases die hij zelf kon meemaken in Laus. Waarschijnlijk hadden de eerste visioenen van Benoîte niet dit extatisch effect, want haar vragen aan de Dame tonen dat ze ongedwongen is en verrukt naar de schoonheid van de verschijning kijkt. De lichtende straling zal maar onderstreept worden in onze documenten vanaf Pindrau, eens de identiteit van de Dame achterhaald.
Tot daar, het zij gedurende vier maanden, schijnt de manier van verschijnen een discrete voorbereiding van de herderin op de latere gebeurtenissen, een soort temmen van het onschuldige herderinnetje bij die betoverende aanwezigheid. Nooit zal Benoîte een beschrijving geven van de verschenen Dame, noch van haar kledij: ze drukt alleen maar uit wat ze ziet met een onschuldige eenvoud, zonder omwegen. Eens zal ze Peytieu zeggen: "dat er wel een verschil was tussen een Engel of de Moeder Gods zien, en dat deze laatste veel meer troost voor de ziel betekende." Het is dus een spirituele en moeilijk door te geven ervaring die de herderin uit van bij het begin van de visioenen.
Vertaling: Broeder Jozef
7. Het sacrament van de Verzoening [deel 18] 8. De bedienaar van dit Sacrament
Aangezien Christus het dienstwerk van de verzoening aan zijn apostelen heeft toevertrouwd, zetten hun opvolgers, de bisschoppen en de presbyters als medewerkers van de bisschoppen, de uitoefening van dit dienstwerk voort. Het zijn in feite de bisschoppen en de presbyters die krachtens het wijdingssacrament de macht hebben alle zonden te vergeven "in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest."
De vergeving van de zonden bewerkt verzoening met God, maar ook met de kerk. De bisschop, zichtbaar hoofd van de particuliere kerk, wordt van oudsher dan ook terecht beschouwd als de persoon aan wie in eerste instantie de macht en het dienstwerk van de verzoening toekomen: hij regelt de bediening van het boetesacrament. De presbyters, zijn medewerkers, oefenen dit dienstwerk uit in de mate dat zij volgens het kerkelijk recht deze taak hetzij van hun bisschop [of religieus overste], hetzij van de paus ontvangen hebben.
Bepaalde bijzonder zware zonden gaan gepaard met excommunicatie, de strengste kerkelijke straf, die het ontvangen van de sacramenten en de uitoefening van bepaalde kerkelijke handelingen belet. Bijgevolg kunnen hiervan volgens het kerkelijk recht enkel de paus, de plaatselijke bisschop of door hen gevolmachtigde priesters ontslaan. In stervensgevaar kan iedere priester, zelfs al heeft hij geen bevoegdheid om biecht te horen, van elke zonde en excommunicatie ontslaan.
Priesters moeten de gelovigen ertoe aansporen tot het boetesacrament te naderen en moeten zich bereid tonen dit sacrament te vieren, telkens wanneer de christenen er redelijkerwijze om vragen.
Bij het vieren van het boetesacrament vervult de priester het dienstwerk van de goede herder die op zoek gaat naar het verloren schaap, ook dat van de barmhartige Samaritaan die de wonden verbindt, dat van de vader die uitkijkt naar de verloren zoon en hem bij zijn terugkeer ontvangt, het dienstwerk van de rechtvaardige rechter die zonder aanzien des persoons oordeelt en wiens oordeel tegelijk rechtvaardig en barmhartig is. Kortom, de priester is het teken en het instrument van Gods barmhartige liefde voor de zondaar.
De biechtvader is geen meester maar dienaar van Gods vergeving. De bedienaar van dit sacrament moet zich verenigen met de bedoeling en de liefde van Christus. Hij moet beschikken over een beproefde kennis van de christelijke levenswijze, over ervaring in menselijke aangelegenheden, over eerbied en fijngevoeligheid voor wie gevallen is; hij moet de waarheid liefhebben, trouw zijn aan het kerkelijk leergezag en de boeteling geduldig leiden naar genezing en volwassenheid. Hij moet voor hem bidden en boete doen, terwijl hij hem toevertrouwt aan de barmhartigheid van de Heer.
Gezien het delicate karakter en de verhevenheid van dit dienstwerk en de eerbied die men aan personen verschuldigd is, verklaart de kerk dat elke priester die biecht hoort, onder zeer strenge straffen verplicht is tot absolute geheimhouding van de zonden die zijn boetelingen hem beleden hebben. Hij mag ook geen gebruik maken van wat hij door de biecht over het leven van de boetelingen te weten is gekomen. Deze geheimhouding, die geen uitzonderingen duldt, wordt het 'biechtgeheim of sacramentele zegel' genoemd, want wat de boeteling aan de priester kenbaar heeft gemaakt, blijft door het sacrament 'verzegeld'.
Anne Van Der Sloten
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 256]
Jezus, zoon van Phiabi
Het uitmunten van het Huis van Phiabi wordt aangetoond door het feit dat niet minder dan drie van haar leden het ambt van hogepriester hebben bekleed. De eerste, hier besproken, werd benoemd door Herodes de Grote. De tweede was Ismaël, de zoon van de eerdergenoemde, die zijn ambt uitoefende tijdens de dagen van de vroege Romeinse gouverneurs. De derde was de kleinzoon van deze laatste, ook Ismaël genaamd, die aangeduid werd door Agrippa II. Zoals reeds eerder vermeld moest Jezus ben Phiabi de plaats ruimen voor Simeon ben Boethos, Herodes' schoonvader.
Het huis van de Phiabis was de eerste van de oligarchische families van het hoge priesterschap en in dit opzicht de voorloper van de huizen Boethos en Hanan. Het is niet geweten waarom Herodes Jezus ben Phiabi zo hoog inschatte om hem te benoemen tot hogepriester. Zoals de naam Phiabi laat vermoeden, is het meer dan waarschijnlijk dat hij afkomstig was uit Egypte.
Over de twee andere hogepriesters uit de familie, die door Flavius Josephus worden aangehaald, is er weinig informatie bewaard gebleven. Van Ismaël ben Phiabi I is het geweten dat hij als hogepriester werd aangeduid door Valerius Gratus en dat hij na een korte periode werd vervangen door Eleazar ben Ananus. Over Ismaël ben Phiabi II is er meer gekend. Hij werd aangeduid door Agrippa II en leidde een delegatie Joden uit Jeruzalem toen bleek dat de koning de heiligheid van de tempel had geschonden. De delegatie bereikte haar doel, maar Nero verhinderde dat Ismaël II nog zou terugkeren naar Jeruzalem en dit om Agrippas waardigheid te bewaren. Het is meer dan waarschijnlijk dat Ismael ben Phiabi II de kleinzoon was van Ismaël ben Phiabi I. Dit past in de chronologie.
Vertaling: Broeder Joseph
9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 82]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Onderhoud van Jezus met de zwijgzame Maria
Ik zag nu in mijn visioen hoe Suzanna's moeder met Kleofas, een oudere broer van Jozef, kennis maakte op een dansfeest en hoe Suzanna de vrucht van hun ongelukkige vereniging was. Jozefs broer was toen rijk en leidde een werelds, lichtzinnig leven. Ik meen dat hij reeds in het huwelijk getreden was, maar zulke dingen worden beter niet voortverteld. Zijn geval is tamelijk geheim gebleven.
Suzanna werd in de tempel opgevoed en daarna uitgehuwelijkt aan een man met name Mattias, een verwant van de apostel Mattias en een openbaar functionaris. Suzanna bezat een groot huis aan de Westkant van een berg, niet ver van het grote huis van Lazarus. In andere taferelen uit haar leven zag ik ook het feest dat de aanleiding is geweest tot de val van haar moeder.
Behalve de dans van Herodias was dit de eerste dans [die ik bij de Joden gezien heb], in zover ik het mij herinner. Het was op het naamfeest van een voornaam man. Ik zag een grote zaal en aan beide einden voorname lieden op verhogen zitten. In het midden van de zaal dansten ongeveer twintig vrouwen en evenveel mannen, die tegenover elkander stonden. De bodem waarop zij dansten, was hol en met tapijten belegd. Er dansten steeds twee mannen en twee vrouwen, elkander kruisend. Boven de dansers hingen aan het plafond zeer vele lampen en wel in dezelfde rangschikking als de richtingen welke de dansers volgden. De dansende vrouwen waren eerbaar gekleed en hadden lange slepen, maar de klederen waren toch zó dat men de lijn van het lichaam te zeer bemerkte. De dans was niet huppelend en snel. Ook raakten ze elkander niet aan. Het was een bevallig wandelen heen en weer en voorbij elkander en men maakte daarbij allerhande expressieve gebaren en bewegingen. Er was veel gelegenheid om elkander te bezien en slechte gedachten te krijgen.
De muzikanten stonden ter zijde van de dansers, eveneens op verhogen, aan iedere zijde drie mannen met tussen hen knapen met fluiten. Ik herinner mij twee instrumenten: een grote, driehoekige kas, op de zijden met snaren bespannen, en ook een wonderbaar blaasinstrument, bestaande uit een dikke holle buis waarin geblazen werd en waaraan meerdere hoornen van verschillende grootte aangezet waren. Deze kon men, volgens de omstandigheden, opsteken of afdoen. Ze stonden onder elkander en waren om de hoofdbuis gekromd. Het instrument werd bij het aanbrengen of wegdragen uit elkaar gelegd.
's Morgens keerden de vrienden uit Jeruzalem, ook Suzanna, Maria Markus en Veronika naar de stad terug. Maria en de gebleven heilige vrouwen arbeidden tezamen. Maria was nog zeer bedroefd over de woorden van Jezus tot haar. Zij vertelde vele bewijzen van de wonderbare wijsheid en deugd uit de kinder- en jeugdjaren van haar Zoon. Zij legden te Betanië ook ziekenbezoeken af en bezorgden aan de noodlijdenden allerlei troost en verkwikking. Zij zullen samen naar Jeruzalem gaan.
10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 93: Animal Rurale [Dier uit het Veld]
Benedictus XIV [1740-1758]
Echte naam: Prospero Lorenzo Lambertini [Bologna, 31 maart 1675 - Rome, 3 mei 1758]
De opkomst van een stedelijke bestuurselite die naast de oudere feodale adel bestond noopte de Paus tot het invoeren van regelgeving voor de Romeinse adel. De bul "Urbem Romanam" die op 12 januari 1746 werd afgekondigd gaf Rome voor het eerst een streng adelstatuut. De bul is nog steeds geldig.
Hij was de eerste paus die het huwelijk tussen protestanten en katholieken erkende: de bul "Benedictina [declaratio]" van 4 november 1741 verklaarde de gemengde huwelijken die in de Lage Landen zonder de tridentijnse vorm gesloten waren, geldig. Deze bul is tot 1907 de grondslag geweest van het kerkelijk huwelijksrecht in confessioneel gemengde streken. Bijna iedereen ervoer hem als sympathiek, waaronder ook niet-katholieken en aanhangers van de Verlichting [Voltaire droeg zijn toneelstuk Mohammed aan hem op]. Charles Montesquieu kreeg van hem dispensatie voor de vasten.
De heiligverklaringsprocessen geschieden nog steeds volgens de strenge regels die door hem zijn opgesteld. Hij hervormde ook de heiligenkalender en beperkte daarbij het aantal heiligenfeesten.
Benedictus XIV was gedurende zijn hele leven actief als geleerde en richtte verschillende academies en leerstoelen op. Hij liet Giuseppe Simone Assemani de eerste catalogus van de handschriften van de Vaticaanse Bibliotheek opstellen [1743 en 1757] en lag daarmee aan de basis van deze instelling. Zijn grafmonument in de Sint-Pieter is van Pietro Bracci [1758].
Malachias profetie duidt op het familiewapen van de Lambertinis, waarop een leeuw staat afgebeeld.
Chris De Bodt
11. De Berkenboomprofetieën [deel 20]
Broeder Anthony van Aix-la-Chapelle
Dan werd er een nieuwe keizer van ongeveer veertig jaar verkozen en hij ontmoette de Paus.
Ondertussen brak er in de regio die verwoest was door de oorlog een epidemie uit. Vele mensen stierven. Na de oorlog in Westfalen keerden de Fransen terug naar hun eigen land en vanaf toen was er vrede tussen de Fransen en de Duitsers. Industrie en zaken kenden een opbloei en vele kloosters werden gesticht. Alle gevangenen keerden terug naar huis.
Toen ik God smeekte dit vreselijke visioen weg te nemen hoorde ik een stem zeggen: "Duitsland moet vernederd worden op zon manier dat het nooit meer schade kan toebrengen aan de Kerk."
In het volgend jaar zullen de Russen oorlog voeren met de Turken en het laatste uit Europa halen en Constantinopel een afstraffing geven.
De nieuwe Duitse keizer zal zich klaar maken voor een nieuwe oorlog, maar de Duitsers zullen niet voorbij hun grenzen komen.
Toen mij later Frankrijk en Duitsland getoond werd, huiverde ik door de ontvolking die plaats had gehad.
Kort na de Russisch-Turkse oorlog zal ook Engeland bezocht worden door de oorlog.
Vertaling: Anne Van Der Sloten
26-05-2011
26 mei 2011
26 mei 2011
1. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 20]
Ana Shawl
Hoe dan ook had ik een van de katholieke mailing lijsten gevraagd of er iemand was die me kon vertellen of er een website bestond over Medjugorje. Een man uit Kroatië schreef mij en vertelde mij over een site. Ik dacht: "misschien heeft hij hier verstand van," en zo probeerde ik het op deze wijze. Ik kwam op de website terecht met de naam "Verschijningen van de Maagd Maria te Medjugorje." Ik was er zo van onder de indruk en deze persoon had daar allemaal zoveel informatie over, dat ik me eveneens afvroeg waar hij allemaal die informatie vandaan haalde, omdat ik in andere boeken veel dingen had gelezen over Medjugorje die onjuist waren, of gewoon boeken die elkaar tegenspraken, of gewoon verkeerde informatie en zo wou ik er zeker van zijn dat deze man zijn informatie uit de juiste bronnen haalde.
Ik zag onderaan de website zijn naam, Steve Shawl, staan. Mijn eerste gedachte ging nu uit om hem een brief te schrijven om hem te vragen waar hij al deze informatie vandaan haalt. Ik vertelde hem ook dat ik heel erg interessant vond en dat ik gelukkig was dat hij er zoveel werk aan besteedde. Hij schreef mij, denk ik, de volgende dag reeds een lange brief terug, waarin hij mij elke bron vertelde, waar hij zijn informatie vandaan haalde.
Ik legde hem uit dat ik zojuist Mirjana en haar echtgenoot, Marko, gaan ophalen was aan de luchthaven om hen naar hun Hotel te brengen waar ze tijdens het weekend zouden verblijven. Zij kwam spreken. Ik maakte er een klein artikel rond met wat alles wat ik ondertussen over hen had geleerd en vertelde aan Steve dat ik hem alles zou opzenden, zodat hij het kon doornemen. Hij wou weten of hij het op zijn website mocht zetten, waar ik uiteraard heel erg tevreden mee was. We begonnen elkaar meer en meer te mailen en ik dacht dat het bij de derde keer was, dat ik zo met hem praatte over het internet, dat ik wist dat ik te doen had met een heel bijzonder iemand. Met hem praten verliep volledig anders dan met eender wie op het internet, of zelfs in een persoonlijk gesprek.
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
2. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 127]
Schrift 1
261. + Vandaag ben ik in Wilno. De kleine verspreide huisjes vormen samen het klooster. Dat lijkt vreemd vergeleken met de grote gebouwen van Jozefow. Er zijn maar achttien zusters. Het huis is klein, maar het gemeenschapsleven is bewonderenswaardig. Alle zusters ontvingen mij zeer hartelijk. Dit was voor mij een grote bemoediging om de moeilijkheden die me te wachten stonden te doorstaan. Zuster Justyna had zelfs voor mijn aankomst de vloer gekuist.
262. Toen ik naar de zegen ging, verlichtte Jezus mij hoe ik mij tegenover bepaalde personen moest gedragen. Ik heb mij met al mijn krachten tegen het allerzoetste Hart van Jezus aangedrukt, toen ik zag hoezeer ik hier uitwendig ging blootgesteld zijn aan verstrooiing wegens de taak die ik hier in de tuin ga hebben, die me zal verplichten contact te hebben met leken.
263. + De week van de biecht kwam en, tot mijn grote vreugde, zag ik de priester die ik al kende vóór ik naar Wilno kwam. Ik kende hem door hem in een visioen gezien te hebben. Ik hoorde toen in mijn ziel deze woorden: "Ziedaar mijn trouwe dienaar, hij zal u helpen Mijn wil op aarde te volbrengen." Maar ik gaf mij aan hem niet te kennen zoals de Heer het van mij verlangde. Gedurende enige tijd weerstond ik aan de genade. Bij elke biecht doordrong de goddelijke genade mij buitengewoon, nochtans ontvouwde ik mijn ziel niet aan deze priester en ik nam mij voor bij hem niet meer te biechten.
Van toen ik deze beslissing nam, was mijn ziel ten prooi aan vreselijke onrust. God berispte mij zeer krachtig. Toen ik heel mijn ziel aan deze priester ontvouwd had, stortte Jezus in mijn ziel een oceaan van genaden. Nu begrijp ik wat trouw is aan een bijzondere genade, ze trekt een hele reeks andere genaden aan.
264. + O mijn Jezus, houd mij dicht bij U, zie hoe ik, alleen, zwak ben; alleen kan ik geen stap vooruitzetten. Gij moet dus, Jezus, voortdurend bij mij zijn, zoals een moeder bij een zwak kind, en meer nog.
265. De dagen van werk, strijd en lijden zijn begonnen. Het kloosterleven gaat zijn gang. Men is altijd novice, men moet veel leren, want al is het dezelfde regel, elk huis heeft zijn eigen gewoonten, elke verandering is dus een klein noviciaat.
266. 5.8.1933. Feest van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid [30].
Vandaag heb ik, louter innerlijk, een grote en onvoorstelbare genade ontvangen, waarvoor ik God in dit leven en voor de eeuwigheid dankbaar ben.
267. Jezus zei me dat ik Hem het meest welgevallig ben als ik zijn smartelijk Lijden overweeg en dat deze overweging talrijke verlichtingen over mijn ziel zal doen neerdalen. Wie de ware nederigheid wil leren, overwege de Passie van Jezus. Als ik de Passie van Jezus overweeg, heb ik een klaar inzicht in veel zaken die ik tevoren niet kon begrijpen. Ik wil gelijken op U, Jezus, op U de gekruisigde, gemartelde, vernederde. Jezus, prent Uw nederigheid in mijn ziel en in mijn hart. Ik bemin u uitzinnig, Jezus, U, de vernietigde, die de Profeet [31] beschrijft, als kon hij in U Uw menselijke gestalte niet meer herkennen, zo groot waren Uw pijnen. Het is in die toestand dat ik U, Jezus, uitzinnig bemin. Eeuwige en oneindige God, wat heeft de liefde van U gemaakt...?
268. 11.10.1933. Donderdag. Ik trachtte het heilig uur te houden, maar ik begon met veel moeite. Een zeker heimwee begon mijn hart te verscheuren. Mijn geest versomberde zodanig dat ik de eenvoudige gebedsformules niet kon begrijpen. Zo verliep een uur van gebed, of eerder van strijd. Ik besloot een tweede uur te bidden, maar het innerlijke lijden vergrootte: grote dorheid en ontmoediging. Ik besloot een derde uur te bidden. Tijdens dit uur dat ik zonder steunpunt op de knieën wou bidden, begon mijn lichaam wat rust op te eisen. Maar ik heb het niets toegegeven. Ik heb de armen uitgestrekt en, zonder een woord, volhardde ik door een wilsdaad. Na enige tijd nam ik de ring van mijn vinger en vroeg aan Jezus naar het teken van onze eeuwige vereniging te zien en ik offerde Hem al de gevoelens van de dag van mijn eeuwige geloften. Na een tijdje voelde ik dat een liefdegolf mijn hart begon in te palmen; de geest werd plots ingetogen, de zintuigen werden stil, de aanwezigheid van God doordrong mijn ziel. Ik weet niets dan dit: er is alleen Jezus en ik. Ik zie Hem zoals ik Hem onmiddellijk na mijn eeuwige geloften, tijdens het heilig uur, gezien heb. Jezus bevond zich plots vóór mij, van zijn klederen ontbloot, het lichaam geheel bedekt met wonden, de ogen verdronken in bloed en tranen, het aangezicht vervormd en met speeksel bevlekt. Toen zei de Heer mij: "De bruid moet gelijkvormig worden aan haar Bruidegom." Ik heb deze woorden grondig begrepen. Hier is geen schijn van twijfel. Mijn gelijkheid met Jezus passeert door lijden en moeilijkheden: "Zie, mijn dochter, wat de liefde voor de mensen van Mij gemaakt heeft. In uw hart vind Ik alles wat een groot aantal zielen Mij weigert. Uw hart is Mijn rust; dikwijls behoud Ik grote genaden tot het einde van het gebed."
[30] Het patroonfeest van de Congregatie van de M.G.D.B. wordt op 5 augustus gevierd. [31] Jes. 53,2-9.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
3. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 10]
De drie herderskinderen en hun families
Het is een werkstraf. We zullen allen moeten werken, met het zweet op ons voorhoofd, om ons brood te kunnen eten. Het is een plicht waar niemand omheen kan, want de wet van het werk heeft betrekking op iedereen: de rijken en de armen, de wijzen en de gekken, de meerderen en de ondergeschikten.
Maar werken we eigenlijk wel met de geest van de boete? Of in andere woorden, tot herstel van onze zonden? In een geest van herstel en liefdadigheid voor onze naaste? Zo ja, dan verlenen we de volle kracht aan het eerste en het grootste gebod: "U zult de Heer, uw God liefhebben met geheel uw hart en met het geheel uw ziel, met geheel uw geest en uw zult uw naaste liefhebben zoals uzelf." [Mat. 22: 37-39]
De engel Raphaël zei tot Tobit: "Toen jij, Tobit, bad, en toen Sara bad, was ik het die jullie gebeden voor de troon van de Heer bracht. Toen je de doden begroef deed ik dat eveneens." [Tobit 12: 12] Zal ons werk dan bekleed zijn met liefdadigheid, en aldus waardig om aan de Heer op te offeren, zoals het gebed?
Beste pelgrims, als we door het werk dat we doen en door het leven dat we leiden, heilzame boete kunnen offeren aan God, en als we hierdoor de Hemel en de Redding kunnen winnen, waarom zouden we dan willen verloren gaan?
Vertaling: Chris De Bodt
4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 127]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 1
Een van hun grootste pijnen is te weten dat het doorstane lijden totaal onnuttig is. Voor hen is de nacht ingetreden die niet meer toelaat te werken of te verkrijgen: venit nox quando nemo potest operari [Jo 9,4].
De tijd dat de mens zelf voor zijn zonden kan boeten, verdienste opdoen en zijn hemelse kroon uitbreiden is met de dood voorbij. Op het moment van zijn intrede in het andere leven ondergaat elke mens de uitspraak van zijn eeuwig vonnis. Zijn lot is onherroepelijk vastgelegd en het is hem niet meer mogelijk goede of slechte daden te plegen waarvoor hij terecht zou staan bij God. Maar, indien de zielen in het Vagevuur niet heiliger kunnen worden en door hun onderwerping en hun geduld nieuwe verdienste opslaan, weten ze anderzijds dat ze niet meer verkeerd kunnen handelen en het is hun zachte vreugde te lijden aan een kosteloze en onbaatzuchtige liefde.
Waarschijnlijk is die toestand van bijzonder samengaan van geluk te midden van de vreselijkste kwelling iets dat onze grove geest niet kan vatten, maar ondervraag de martelaars: Teresia, Lucia en de hemelse verliefden zullen op het kruis zeggen dat het meestal in verdriet en lijden en de grootste verslagenheid van geest is dat degene die alleen in God wil leven een soort voorsmaak van het Paradijs ervaart en in zijn hart de zachtste en de meest bedwelmende vreugde beleeft.
De zielen in het Vagevuur beminnen God, en zijn ook geliefd door de hemelse en aardse Kerken die met hen voortdurende banden onderhouden en communiceren. De katholieke Kerk doet beroep op de naastenliefde van haar kinderen en door hun bemiddeling schenkt ze hen dag en nacht hun gebed en hun hulp. De liefde van de goede engelen delen hen op elk ogenblik de hemelse druppels die de goede Jezus uit zijn Hart laat vloeien. Ze beminnen en troosten elkaar in niet te verwoorden gesprekken.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
5. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [11/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
6. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 37]
Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal
De eerste verschijning
Dit feit wordt in detail weergegeven door het toegevoegde verhaal van eremijt Aubin op een schrift van Peytieu. Dit is de tekst: "de dag daarna [van de klim naar Saint-Maurice], gaat Benoîte naar het dal waarin haar wens vervuld werd." Het is aan de voet van het bos van Saint-Etienne waar aan de linkerkant een kleine inham ligt, dat ze de rozenkrans bidt bij het hoeden. Opeens ziet ze een mooie Dame op de rots met een bijzonder mooi kindje aan de hand. "Mooie Dame! zegt ze haar, wat doe je daarboven? Kom je plaaster kopen?... [daarna?] Wil je het vieruurtje met me delen: ik heb wat lekker brood, we kunnen het in de fontein weken!" De Dame glimlacht om haar eenvoud en zegt niets. "Mooie Dame! Zou je ons dat kind geven, het zou ons zo verheugen." De Dame glimlachte weer en zweeg nogmaals.
Het verhaal van Grimaud vervolledigt: Na een tijdje bij haar gebleven te zijn, nam de Heilige Maagd de kleine Jezus op haar schoot en verdween in de rotsinham waaruit de herderin ze meermaals zag komen en weer binnengaan."
Grimaud is meer bevestigend dan Aubin: hij schrijft "de Maagd" en "de kleine Jezus," daar waar Aubin zegt: "de Dame en een klein kind." Peytieu zal in 1672 schrijven: "Ze heeft haar gezien met een Engel aan haar zijde, vier maanden lang." De ware identiteit van het kind is dus nooit door Benoîte uitgeklaard maar het lijkt wel een zeer jong kind. De Dame stelt zich aan de herderin voor als een "jongedame," volgens Grimaud de eerste onderzoeker die eraan toevoegt: "die haar van tijd tot tijd benaderde en haar dan weer terugtrok, zonder ze bang te maken."
Vertaling: Broeder Jozef
7. Het sacrament van de Verzoening [deel 17]
De voldoening
Vele zonden berokkenen aan de naaste schade. Men moet al het mogelijke doen om deze schade te herstellen [bijvoorbeeld door gestolen goed terug te geven, de goede naam te herstellen van iemand die het slachtoffer is van laster, verwondingen goed te maken].
[Dit is iets wat heel dikwijls uit het oog verloren wordt en wat de vergeving van degene die kwaad werd gedaan sterk bemoeilijkt! Men denkt dat het kwaad is hersteld door te gaan biechten, dit is echter niet waar. Denk maar aan het onrecht dat je zelf ondervindt en waar nooit nog met een woord over gerept wordt. Dit zijn dingen die je niet zomaar kan vergeven. Als de persoon in kwestie om vergeving vraagt en het probeert goed te maken, is dit al heel anders.][toevoeging van de opsteller]
De rechtvaardigheid alleen al vereist dit. Maar de zonde kwetst en verzwakt bovendien de zondaar zelf, evenals zijn relatie tot God en de naaste. De absolutie neemt de zonde weg, maar maakt de wanorde die door de zonde veroorzaakt werd niet geheel ongedaan. Uit de zonde opgestaan moet de zondaar nog de volledige geestelijke gezondheid herwinnen. Hij moet dus nog iets meer doen om zijn zonden goed te maken: hij moet op geëigende wijze 'voldoening schenken' of zijn zonden 'uitboeten'. Deze voldoening wordt ook 'penitentie' genoemd.
De voldoening [penitentie] die de biechtvader oplegt, moet rekening houden met de persoonlijke situatie van de boeteling en gericht zijn op diens geestelijk welzijn. Zij moet zo goed mogelijk in verhouding staan tot de zwaarte en de aard van de bedreven zonden. Ze kan bestaan uit gebed, een gift, werken van barmhartigheid, diensten aan de naaste, vrijwillige verstervingen, offers en vooral uit het geduldig aanvaarden van het kruis dat ons te dragen wordt gegeven. Dergelijke boetedoeningen helpen ons gelijkvormig te worden aan Christus, die als enige eens voor altijd onze zonden heeft uitgeboet. Boetedoeningen staan ons toe mede-erfgenamen van de verrezen Christus te worden, "daar wij delen in zijn lijden." [Rom. 8,17]
Maar de voldoening die wij voor onze zonden brengen, wordt slechts door Christus Jezus bewerkt, want uit onszelf kunnen wij niets. Maar met de hulp "van Hem die ons kracht geeft, vermogen wij alles." [Fil. 4,13] De mens heeft dus niets om op te roemen, tenzij Christus [...], aan wie wij voldoening schenken door "vruchten voort te brengen die passen bij bekering," [Lc. 3: 8] vruchten die uit Hem hun kracht krijgen, door Hem aan de Vader opgedragen en dankzij Hem door de Vader aanvaard worden.
Anne Van Der Sloten
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 255]
Jezus, zoon van Phiabi
Jezus, zoon van Phiabi, was hogepriester onder Herodes de Grote. Hij behoorde tot een belangrijke priesterfamilie die nog twee andere hogepriesters leverde: Ismaël zoon van Phiabi [15-16 na J.C.] en een gelijknamige [59-61 na J.C.]. Er is niets gekend over Jezus, zoon van Phiabi, behalve dat Flavius Josephus meldt dat hij vervangen werd door Simon zoon van Boethos en die zijn promotie te danken had aan de schoonheid van zijn dochter waarmee Herodes wilde trouwen. Behalve Simon zal de familie Boethos meerdere hogepriesters leveren.
Jezus ben Phiabi werd door Herodes de Grote aangewezen als opvolger van de hogepriester Ananel, maar het is niet bekend in welk jaar dit gebeurde. Aan Jezus' hogepriesterschap kwam een einde toen Herodes in het huwelijk trad met Mariamne II [niet te verwarren met Herodes eerdere Hasmoneese vrouw Mariamne]. Herodes verhoogde haar status [en daarmee de status van het huwelijk] door haar vader, Simeon ben Boethos, te benoemen als hogepriester in plaats van Jezus ben Phiabi.
Jezus ben Phiabi of Jezus ben Phabes [Hebreeuws: Jeshua/Jehoshua ben Phiabi] was hogepriester in de Joodse tempel in Jeruzalem tot 23 v.Chr. Hij is de eerste hogepriester uit de familie van Phiabi. Later zou uit deze familie ook Ismaël ben Phiabi het ambt van hogepriester bekleden.
Vertaling: Broeder Joseph
9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 81]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Onderhoud van Jezus met de zwijgzame Maria
Gisteren hadden Lazarus'vrienden: Nikodemus, Simeons zoon, Johannes Markus slechts weinig met Jezus gesproken, doch onder elkander waren zij in een voortdurende bewondering van zijn voorkomen, zijn wijsheid, goedheid, menselijke en zelfs lichamelijke hoedanigheden geweest en telkens als Hij afwezig was of zij achter Hem wandelden, hadden zij elkander hun indrukken medegedeeld: "Welk een mens. Nooit is er zulk een geweest of zal er ooit zulk een verschijnen. Hoe ernstig, hoe zachtmoedig, hoe wijs, hoe alles doordringend, hoe eenvoudig! Maar ik versta Hem niet volkomen en toch moet ik geloven wat Hij zegt! Men kan Hem niet in het aangezicht zien, want het is als leest Hij ieders gedachten! Welke gestalte! Welke majestueuze verschijning! Welke vlugge, flinke stap, die nochtans geen lopen is. Wie kan er gaan gelijk Hij! Wie zo vlug!? Onvermoeid komt Hij aan en vertrekt weer op zijn uur! Welk een man is Hij geworden!"
Ook diepten zij herinneringen op uit zijn kindsheid en spraken van zijn optreden en leren in de tempel. Ja, ter sprake kwamen de gevaren die Hij, naar zij vernomen hadden, op zijn eerste reis getrotseerd had te water [op de Dode Zee] om schippers te helpen. Maar niemand vermoedde dat zij bezig waren met van de Zoon van God te spreken. Voor hen was Hij ver boven alle mensen verheven. Zij waren voor Hem vol eerbied en ontzag, zonder dat nochtans de gedachte bij hen opkwam dat Hij meer dan een buitengewoon mens was.
Obed van Jerusalem was een bejaard man en een broerzoon van de man der oude profetes Hanna uit de tempel. Hij was een van de zogenaamde oudsten van de tempel, in het Sanhedrin. Hij was een diep godvruchtig man en een geheime leerling van Jezus. Ook heeft hij tot aan zijn dood de gemeente geholpen.
Over Suzanna heb ik veel gezien en veel daarvan onthouden. Juist voor Maria heeft zij haar opvoeding in de tempel ontvangen. Zij is rijk en naar het bloed aan de H. Familie verwant, want zij is een natuurlijke dochter van een oudere broer van Jozef, die haar bij haar moeder won. Ook haar moeder was een onwettig kind en de vrucht van een gelijk echtelijk vergrijp. Een Perzische vorst, wiens familie na de laatste verovering van Jeruzalem in deze stad gebleven was [dus een afstammeling van die familie], won haar moeder buitenechtelijk bij een Jodin en liet de moeder en het kind in Jeruzalem een groot vermogen na.
10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 93: Animal Rurale [Dier uit het Veld]
Benedictus XIV [1740-1758]
Echte naam: Prospero Lorenzo Lambertini [Bologna, 31 maart 1675 - Rome, 3 mei 1758]
In de Pauselijke Staten verminderde hij de belastingsdruk, moedigde de landbouw aan en ondersteunde hij de vrijhandel. Hij werd paus in een moeilijke tijd, waarin er veel conflicten waren tussen de Heilige Stoel en een groot aantal katholieke landen, met name over vraagstukken als wie er het recht had bisschoppen te benoemen. Hij stelde zich hierin verzoenend op en deed verregaaande concessies [concordaat met Napels [1741], Spanje [1753], Oostenrijk [1757]. Hij erkende ook Frederik II van Pruisen [1712-1786] als koning.
Aan diegenen die verantwoordelijk waren voor het opstellen van de index vroeg hij behoedzaam te werk te gaan [1758]. Benedictus XIV publiceerde verschillende werken over het kerkelijk recht en voerde hervormingen door in de liturgie, de biecht en het huwelijk.
Chris De Bodt
11. De Berkenboomprofetieën [deel 19]
Broeder Anthony van Aix-la-Chapelle
In 1871 beschreef de Franse broeder Anthony van de finale strijd nabij Keulen en de afloop na de oorlog:
Op een dag zal er een oorlog uitbreken in de Elzas. Ik zag de Fransen in de Elzas met Strasbourg in hun achterhoede en ik zag Italianen met hen vechten. Opeens arriveerden grote troepentransporten van de Franse kant. Een tweedaagse strijd eindigde met de ondergang van het Duitse leger.
De Fransen achtervolgden de Duitsers tot over de Rijn in vele richtingen. In een tweede gevecht nabij Frankfurt verloren de Duitsers nogmaals en trokken zich terug tot Siegburg, waar ze een Russisch leger vervoegden. De Russen maakten gemene zaak met de Duitsers. Het leek mij toe dat het was alsof de Oostenrijkers de Fransen hielpen. Het gevecht bij Siegburg was nog vreselijker dan tevoren en zal nooit meer voorkomen. Na enkele dagen trokken de Duitsers en de Russen zich terug en kruisten ze elkaar beneden Bonn, naar de linkeroever van de Rijn. Gestadig teruggeslagen door hun vijanden trokken ze zich terug tot Keulen. Keulen was zodanig gebombardeerd dat slechts één vierde van de stad intact gebleven was. Voortdurend zich terugtrekkend bewogen de overlevenden van het Duitse leger richting Westfalen, waar de laatste strijd tegen hen was. De mensen waren verheugd omdat ze eindelijk bevrijd waren van de Duitsers.
Vertaling: Anne Van Der Sloten
25-05-2011
25 mei 2011
25 mei 2011
Maandelijkse boodschap van Onze Lieve Vrouw aan Marija Pavlovic voor de hele wereld:
"Lieve kinderen! Mijn gebed vandaag is voor u allen die naar de genade van de bekering zoeken. U klopt op de deur van Mijn Hart, maar zonder hoop en gebed, in zonde, en zonder het Sacrament van de Verzoening met God. Laat de zonde en beslis, kleine kinderen, voor heiligheid. Enkel op deze wijze kan Ik u helpen, uw gebeden aanhoren en tussenkomst zoeken voor de Almachtige. Dank om gehoor te hebben gegeven aan Mijn oproep!"
Chris De Bodt www.bloggen.be/medjugorje
24-05-2011
24 mei 2011
24 mei 2011
1. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 19]
Ana Shawl
Hoe dan ook had ik aan iemand van de katholieke mailing lijsten gevraagd of er iemand was die me kon vertellen of er een website bestond over Medjugorje. Een man uit Kroatië schreef mij en vertelde mij over een site. Ik dacht: "misschien heeft hij hier verstand van en zo probeerde ik het op deze wijze. Ik kwam op de website terecht met de naam: Verschijningen van de Maagd Maria te Medjugorje. Ik was er zo van onder de indruk en deze persoon had daar allemaal zoveel informatie over, dat ik me eveneens afvroeg waar hij allemaal die informatie vandaan haalde, omdat ik in andere boeken veel dingen had gelezen over Medjugorje die onjuist waren, of gewoon boeken die elkaar tegenspraken, of gewoon verkeerde informatie en zo wou ik er zeker van zijn dat deze man zijn informatie uit de juiste bronnen haalde.
Ik zag onderaan de website zijn naam, Steve Shawl, staan. Mijn eerste gedachte ging nu uit om hem een brief te schrijven om hem te vragen waar hij al deze informatie vandaan haalt. Ik vertelde hem ook dat ik alles heel erg interessant vond en dat ik gelukkig was dat hij er zoveel werk aan besteedde. Hij schreef mij, denk ik, de volgende dag reeds een lange brief terug, waarin hij mij elke bron vertelde, waar hij zijn informatie vandaan haalde.
Ik legde hem uit dat ik zojuist Mirjana en haar echtgenoot, Marko, gaan ophalen was aan de luchthaven om hen naar hun Hotel te brengen waar ze tijdens het weekend zouden verblijven. Zij kwam spreken. Ik maakte er een klein artikel rond met wat alles wat ik ondertussen over hen had geleerd en vertelde aan Steve dat ik hem alles zou opzenden, zodat hij het kon doornemen. Hij wou weten of hij het op zijn website mocht zetten, waar ik uiteraard heel erg tevreden mee was. We begonnen elkaar meer en meer te mailen en ik dacht het bij de derde keer was, dat ik zo met hem praatte over het internet, dat ik wist dat ik te doen had met een heel bijzonder iemand. Met hem praten verliep volledig anders dan met eender wie op het internet, of zelfs in een persoonlijk gesprek.
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
2. 89 doden bij tornado in Joplin, Missouri
In Joplin, een stad in de Amerikaanse staat Missouri, zijn zeker 89 mensen omgekomen bij een krachtige tornado. De schade in de stad is enorm. Dit meldt persbureau AP.
De tornado sloeg zondagmiddag, plaatselijke tijd, toe in de stad met 50.000 inwoners. De elektriciteit raakte volledig buiten werking en hele wijken zijn met de grond gelijk gemaakt. Van het ziekenhuis in Joplin werden honderden ruiten stukgeblazen. Ziekenhuispersoneel had nauwelijks tijd om patiënten naar de gangen te verplaatsen, weg van de ramen. Gewonden werden nadat de storm voorbij was getrokken opgevangen in een theater in het centrum. Medische dossiers, röntgenfotos, isolatiemateriaal en andere brokstukken werden tot honderd kilometer verderop teruggevonden.
Joplin tornado: schade, gezien vanuit de helicopter
Hulpdiensten hebben zwaar materieel naar Joplin gestuurd om te helpen puin te ruimen. Gouverneur van Missouri Jay Nixon heeft de noodtoestand afgekondigd en president Barack Obama heeft zijn medeleven betuigd. Door het uitvallen van de elektriciteit en de telefoon verloopt de communicatie moeizaam.
Enorme regenboog
Jeff Lehr, verslaggever van een lokale krant, bevond zich volgens persbureau AP op de eerste etage van zijn huis toen de tornado langsraasde: "Er klonk een luid, blazend geluid, de ruiten begonnen te knappen. Ik moest naar beneden, glas vloog in de rondte. Ik opende een kast en wrong mij er in. Toen hoorde je alles gaan. Het dak werd van mijn huis gerukt, net als bij alle andere huizen. Ik kwam buiten en er was niets meer over."
De storm die de tornado in Joplin veroorzaakte trok over een breed gedeelte van het midwesten van de VS, van Oklahoma tot Wisconsin. In Minneapolis werd ten minste een dode gemeld. Vorige maand kwamen door tornados in het midden van de VS al meer dan 350 mensen om het leven.
3. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 126]
Schrift 1
255. + Vóór de ogen van de mensen ga ik verbergen wat ik aan goeds zou kunnen doen, zodat God alleen mijn beloning is. Zoals het kleine viooltje, in het gras verborgen, de menselijke voet die het vertrapt en niet verwondt, maar zijn geur uitademt en zichzelf volledig vergeet, en toch probeert de persoon die het vertrapt plezier te doen. Dat is heel hard voor de natuur, maar de genade van God komt mij te hulp.
256. + Dank U Jezus voor de grote genade dat Gij mij toeliet de afgrond van mijn ellende te meten. Ik weet dat ik een afgrond van nietigheid ben, en indien Uw genade mijn niet zou ondersteunen, keerde ik ogenblikkelijk terug in het niets. Door elke hartslag dank ik u, mijn God, voor Uw grote barmhartigheid jegens mij.
257. Morgen moet ik naar Wilno vertrekken. Vandaag ben ik te biechten geweest bij pater Andrasz, een priester in wie Gods Geest woont. Hij heeft mijn vleugels losgemaakt om mij toe te laten naar de verhevenste hoogten te vliegen. Hij heeft mij in alles gerustgesteld en beveelt mij te geloven in de goddelijke Voorzienigheid: "Heb vertrouwen en vorder dapper."
Na deze biecht werd me een buitengewone genade geschonken. De pater drong aan op trouw aan de goddelijke genade en hij heeft mij gezegd: "Er zal u geen kwaad overkomen indien gij in de toekomst dezelfde eenvoud en dezelfde gehoorzaamheid van nu behoudt. Heb vertrouwen in God, gij zijt op het goede spoor en in goede handen, in de handen van God."
258. + 's Avonds ben ik wat langer in de kapel gebleven. Ik sprak met de Heer over een bepaalde ziel. Aangemoedigd door Zijn goedheid, heb ik gezegd: "Jezus, Gij hebt mij deze priester gegeven die mij heeft begrepen wat mijn ingevingen betreft, en nu ontneemt Gij hem mij opnieuw. Wat ga ik daar in Wilno doen? Ik ken er niemand, zelfs de taal [29] van de mensen daar ken ik niet. En de Heer zei mij: "Wees niet bevreesd, Ik zal u niet alleen laten." Mijn ziel stortte zich dan uit in een dankgebed voor al de genaden die God mij door bemiddeling van Pater Andrasz verleende.
Opeens herinnerde ik mij het visioen waarin ik een priester zag tussen het altaar en de biechtstoel, met de hoop eens met hem kennis te maken, de woorden die ik toen vernam, weerklonken levendig in mijn oren: "Hij zal u helpen Mijn wil op aarde te volbrengen."
259. Vandaag, 27 [mei 1933], vertrek ik naar Wilno. Toen ik het huis verliet, keek ik naar de tuin, het huis, en toen mijn blik stilstond op het noviciaat, kwamen mij plots de tranen in de ogen. Ik herinnerde mij al de weldaden en genaden die de Heer mij verleende. Plots, op het onverwachts, zag ik naast het bloemenbed de Heer die me zei: Ween niet, Ik ben altijd met U. De aanwezigheid van God die me omgaf, terwijl Jezus tot mij sprak, duurde de hele reis.
260. Ik kreeg toestemming om in Czestochowa binnen te gaan. Toen ik 's morgens om vijf uur naar het heiligdom ging, en men de afbeelding ontsluierde, zag ik voor het eerst de Moeder Gods. Ik bad zonder onderbreking tot elf uur en het leek mij dat ik pas binnenkwam. Moeder overste van daar zond iemand om mij te halen voor de maaltijd. Ik was ongerust dat ik mijn trein zou missen. De Moeder Gods zei me veel dingen. Ik heb mijn eeuwige geloften aan haar toevertrouwd. Ik voelde dat ik haar kind was en Zij mijn Moeder. Zij heeft mij niets geweigerd van wat ik haar vroeg.
[29] In Wilno wordt Lithauwens gesproken. De Polen die er verblijven gebruiken een eigen dialekt dat verschilt van het algemeen Pools.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
4. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 9]
De drie herderskinderen en hun families
Laat ons tenslotte nadenken over de uitdrukking die God gebruikt: "en al hun nakomelingen." Dit doet ons denken dat God niet alleen sprak over de redding van de Israëlieten. Wat Hij zei heeft betrekking op zowel ons, vandaag, als op hen die na ons zullen komen, in de betekenis en met de bijzondere bedoeling dat wij niet uit het oog zouden verliezen dat we de dingen moeten eerbiedigen zoals God ze heeft geschapen. Omdat de Wet door God tot ons komt en niet verandert. De wet is onveranderlijk zoals Hijzelf onveranderlijk is.
Het is de Heer zelf die ons dit vertelt in het Evangelie: "Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke titel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn." [Mat. 5: 17-18 ] Wie deze onderhoudt zal worden gered, wie dit niet doet zal worden veroordeeld.
Als we nu terugkeren naar het gedeelte uit het boek Genesis over de straffen voor de zonden van onze eerste ouders, laat ons dan niet verder gaan zonder even stil te zijn om na te denken over een andere straf die God oplegt als straf voor onze zonden: "Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug. En de Heer stuurde de mens weg uit de tuin van Eden om de aarde te gaan bewerken, waaruit hij was genomen." [Gen. 3: 19-23]
Vertaling: Chris De Bodt
5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 126]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 1
Zo ook met de zielen in het Vagevuur. Ze rillen van geluk bij het verdwijnen van hun vlekken en smetten dankzij het wonderbaar effect van die helende straf. Onder invloed van die zuiverende vlammen wordt hun steeds lelijker wezen weer mooi en vernieuwd. Dat vuur zelf luwt, zegt Sint Thomas, naarmate de onvolmaaktheden en de gebreken die het voedden vernield worden. Een bijna onzichtbare versperring scheidt die zielen van de beloning. Ah! Ze beleven een onbeschrijfelijke vreugde bij het zien van hun ontplooide vleugels die hen weldra toelaten naar het hemelse verblijf op te gaan... Nu al ontwaren ze de dageraad van hun verlossing. Ah! Ze zijn nog niet in het beloofde land, maar, zoals Mozes, beelden ze het zich al in. Ze voelen er het licht en de stralende oevers al van aan, bij voorbaat ademen ze er het parfum en de geurende adem van in. Iedere dag en elk moment ontwaren ze in een steeds dichter visioen de dageraad van hun verlossing, ze voelen het verblijf van de eeuwige rust reeds naderen: Requies de labore. Wat kan ik nog zeggen? Hun zielen bezitten nu de liefde die hun hart totaal heeft vervuld. Ze beminnen God met een zo krachtige liefde dat ze zouden teniet gaan voor zijn glorie.
"De mens verteerd door de vlam van Gods liefde," zegt Sint Jan Chrysostomus, "is zo onverschillig voor glorie en oneer alsof hij alleen hier op aarde was. Hij negeert alle bekoringen. Hij is niet meer bezorgd om tangen, roosters, pijnbanken dan wanneer de geleden pijn door een ander was ondergaan. Wat heerlijk is voor de wereld, heeft voor hem geen enkele aantrekking of smaak. Hij is niet meer in staat om gevat te worden door een misdadige gehechtheid dan het zevenmaal beproefd goud door roest wordt getaand. Dat zijn, ook hier op aarde, de gevolgen van de goddelijke liefde wanneer ze een ziel bezet."
Maar de goddelijke liefde beïnvloedt deze zielen des te meer dat, eens van het lichaam gescheiden en ontdaan van alle menselijke troost, ze verplicht zijn op God beroep te doen in hun martelingen en alleen bij Hem al wat ze missen te zoeken.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
6. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [10/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 36]
Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal
Het dal van Fourachaux.
In het bergmassief dat het kleine dorp Saint-Etienne dAvançon overheerst heeft een bergstroom diepe voren gegraven alvorens noordwaarts het dorp te omzeilen naar de vallei van de Avance. Op 500 meter boven het dorp loopt deze bergstroom langs een steil dal vol gips. De grond vertoont natuurlijke scheuren die gemakkelijk verbreed kunnen worden en waar talrijke kalkovens gegraven waren door de dorpelingen. De naam Fourachaux (= kalkoven) van die buurt werd bewaard in het Ovendal. Tussen de scheuren van de steile heuvel vertoonde er een het aspect van een grot met vanbinnen een nogal steile helling en waarvan de ingang ter hoogte van de toegangsweg lag. Op de plaats van de nu ingestorte grot werd een kapel gebouwd en enkele meters hogerop wijst een kleine bidplaats de juiste plaats aan waar de mysterieuze Dame voor het eerst verscheen aan de verrukte ogen van de herderin.
Ten tijde van Benoîte was de heuvel bijna geheel ontbost: schapen en geiten konden er het magere gras opeten van deze enge vallei die de bergstroom wat verfriste. Deze grond was eigendom van de heer Rolland: er was toegang vanuit het dorp via een oplopend pad dat boven de linkeroever van de bergstroom liep.
Vertaling: Broeder Jozef
8. Het sacrament van de Verzoening [deel 16] Het Sacrament van Boete en de Verzoening
De belijdenis van de zonden
De belijdenis van de zonden [de bekentenis] heeft, zelfs louter menselijk gesproken, een bevrijdende uitwerking en vergemakkelijkt onze verzoening met de anderen. Door de belijdenis erkent de mens de zonden die hij bedreven heeft; hij aanvaardt de verantwoordelijkheid ervoor en stelt zich zodoende opnieuw open voor God en de gemeenschap met de kerk, waardoor een nieuwe toekomst mogelijk wordt.
De belijdenis ten overstaan van een priester is een wezenlijk onderdeel van het boetesacrament: De boetelingen moeten in de biecht alle doodzonden opsommen waarvan zij zich na een zorgvuldig gewetensonderzoek bewust zijn, zelfs wanneer deze zeer verborgen zijn en slechts ingaan tegen de laatste twee van de tien geboden, want soms brengen deze zonden de ziel een zwaardere wonde toe en zijn ze gevaarlijker dan zonden die openlijk bedreven werden.
Wanneer de gelovigen zich erop toeleggen alle zonden die zij zich herinneren te belijden, onderwerpen zij deze ongetwijfeld aan Gods vergevingsgezinde barmhartigheid. Zij echter die anders handelen en bewust enkele zonden verzwijgen, leggen aan Gods goedheid niets voor wat deze door tussenkomst van de priester zou kunnen vergeven. 'Als de zieke zich ervoor schaamt zijn wonde aan de dokter te laten zien, kan de geneeskunde niet verzorgen wat zij niet kent'.
Volgens het gebod van de kerk is 'iedere gelovige, wanneer hij tot de jaren van het verstand gekomen is, verplicht minstens eenmaal per jaar zijn zware zonden oprecht te belijden'. Hij die zich ervan bewust is een doodzonde bedreven te hebben, kan de heilige communie niet ontvangen zonder eerst de sacramentele absolutie verkregen te hebben, zelfs wanneer hij diep berouw heeft, tenzij hij een ernstige reden heeft om te communiceren en het hem niet mogelijk is zich tot een biechtvader te richten. Kinderen moeten tot het boetesacrament naderen, voordat zij de eerste heilige communie ontvangen.
Hoewel het niet strikt noodzakelijk is, beveelt de kerk het toch ten zeerste aan, ook de dagelijkse zonden te belijden. De regelmatige belijdenis van onze dagelijkse zonden helpt ons ook werkelijk ons geweten te vormen, te strijden tegen onze slechte neigingen, ons te laten helen door Christus en voortgang te boeken in het geestelijk leven. Door vaker in dit sacrament de barmhartigheid van de Vader te ervaren, worden wij ertoe aangezet zelf, zoals Hij, barmhartig te zijn:
Wie zijn zonden belijdt, werkt reeds met God samen. God klaagt uw zonden aan. Als ook gij die aanklaagt, sluit gij u bij God aan. De mens en de zondaar zijn als het ware twee dingen. Wat gij onder mens verstaat, heeft God gemaakt. De zondaar is door de mens zelf gemaakt. Vernietig wat gij hebt gemaakt, opdat God kan redden wat Hij gemaakt heeft [...]. Uw goede daden nemen een aanvang wanneer uw eigen maaksel u begint te mishagen, omdat gij dan uw slechte daden aanklaagt. Het begin van de goede daden is de belijdenis van de slechte daden. Dan doet gij de waarheid en komt gij tot het licht.
Anne Van Der Sloten
9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 254]
Jezus, zoon van Gamaliël
Hij bekritiseerde ook de keuze door de Zeloten van de laatste hogepriester van Phannias, de zoon van Samuël, in 67 na J.C. Later trachtte Jezus, de zoon van Gamaliel, tevergeefs de vrede onder de Idumeërs, bondgenoten van de zeloten, te herstellen. Samen met Annas, zoon van Annas, werd hij tenslotte hun slachtoffer en werden ze, als verraders van hun land, ter dood gebracht.
In 64/65 na J.C. werd Matthias, zoon van Theophilus II, de laatste hogepriester door Agrippa II benoemd. Hij was de zoon van Theophilus II, de zoon van Annas en kleinzoon van Annas, zoon van Seth die door zijn vijf zonen werd voorafgegaan op de troon van het hogepriesterschap. Er is niets over hem gekend.
Flavius Josephus, die Jezus omschreef als een heel nauwe vriend, zegt dat hij een van de meest hevige tegenstanders was van de extremistische Zeloten ten tijde van de Romeinse oorlog. Hij citeert zijn de toespraak tot de Idumeërs, die door de Zeloten waren uitgenodigd om samen met hen te strijden tegen de vijand. Hij probeerde hen van deze gedachte af te brengen, tevergeefs, tot zijn eigen dood. Flavius Josephus schatte hem heel hoog in, door te zeggen dat "hij ver boven de anderen stond."
Vertaling: Broeder Joseph
10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 80]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Onderhoud van Jezus met de zwijgzame Maria
De H. Maagd was overmatig bedroefd en ernstig, maar ook sterk en gegrondvest in de overgave aan God, want in al zijn woorden was Jezus heilig en vol liefde.
Des avonds was er een groot gastmaal in het huis van Lazarus. De Farizeeër Simon en enige andere Farizeeërs waren er op uitgenodigd. De vrouwen aten in een aangrenzende plaats. Hoewel door een traliehek van de mannen gescheiden, konden zij de toespraak van Jezus horen. Hij handelde over het geloof, de hoop, de liefde en de gehoorzaamheid: die Hem wilden volgen, mochten niet meer omzien, maar moesten doen wat Hij voorhield en lijden wat hun overkwam. Hij zou hen niet verlaten. Hij sprak ook weer van de zware weg, die Hij nu begon en hoe ongenadig Hij vervolgd en mishandeld zou worden en hoe al zijn vrienden met Hem zouden lijden.
Allen aanhoorden Hem verbaasd en ontroerd. Wat Hij van zijn wreed lijden zegde, dit verstonden zij niet goed en namen het ook niet letterlijk op. Zij meenden dat dit een profetische manier van spreken was, niet woordelijk te verstaan. Ook was Jezus' woord hier voor de Farizeeërs niet aanstotelijk, hoewel zij meer achterdochtig en minder goed gesteld waren. Overigens leerde Jezus hier op een zeer gematigde wijze.
Na de maaltijd van gisterenavond nam Jezus enige rust en nog in de nacht begaf Hij zich met Lazarus op weg naar zijn doop.
11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 93: Animal Rurale [Dier uit het Veld]
Benedictus XIV [1740-1758]
Echte naam: Prospero Lorenzo Lambertini [Bologna, 31 maart 1675 - Rome, 3 mei 1758]
Na een moeizaam, politiek conclaaf dat zes maanden duurde, werd hij op 17 augustus 1740 tot paus gekozen. Zijn pontificaat werd gekenmerkt door grote hervormingsgezindheid. Hij hervormde de opleiding van priesters en hervormde een groot aantal pauselijke instellingen. In de zogenaamde ritenstrijd tussen de jezuïetenmissionarissen enerzijds en de dominicanen en franciscanen anderzijds, kregen de laatsten gedaan dat Benedictus de jezuïeten de toepassing van Chinese riten en gebruiken verbood met de bullen "Ex quo singulari" [11 juli 1742] en "Omnium sollicitudinum" [12 september 1744]. Dit was er mede de oorzaak van dat vele nieuwe bekeerlingen in China de Kerk verlieten. Het verbod zou later door Paus Pius XII in 1939 worden aangepast.
In zijn encycliek "Allatae sunt" [26 juli 1755] steunde hij de uniaten in hun wens om hun eigen Oosterse ritus te behouden.
In de hevige discussies rond het jansenisme, veroordeelde hij op 16 oktober 1756 het gebruik om de laatste sacramenten te weigeren aan Franse geestelijken die nog gekant waren tegen "Unigenitus," de bul uit 1713 die bepaalde aspecten van het jansenisme veroordeeld had.
Chris De Bodt
12. De Berkenboomprofetieën [deel 18]
Peter Schlinkert
Een andere vermelding van de berkenboom verschijnt in een Duitse profetie van Peter Schlinkert [geboren in1730]. Gedurende de zevenjarige oorlog, had Schlinkert ook een visioen dat het leven van de hertog Clemens van Westfalen veilig stelde. Hij schreef dit in verband met de berkenboom:
Aan de berkenboom zullen de legers van het westen een vreselijk gevecht leveren tegen die van het oosten en na vele bloedige offers zullen ze zegevieren. De legers van het oosten zullen zich terugtrekken over de Haar en als de stedelingen Rune zullen zien in de Werler en Haar in brand zal staan moeten ze vlug vluchten naar het Armsberger woud. Een ander gevecht zal plaatsvinden nabij de Ruhrbrug nabij Obenheimer, maar daar zal alleen artillerie zijn. Een paar dagen later zal het laatste grote gevecht op Duitse bodem plaats hebben en dat nabij het dorp Schmerleck op de zogenaamde Lusebrink. De legers van het oosten zullen compleet verslagen worden en er zullen maar enkelen kunnen ontsnappen om thuis hun verlies te gaan melden. Er zal veel geweeklaag zijn.
Na deze dagen van ongeluk en miserie zal geluk en vrede weerkeren in Duitsland, hoewel de eerste jaren de vrouwen achter de ploeg zullen moeten lopen."
Vertaling: Anne Van Der Sloten
23-05-2011
23 mei 2011
23 mei 2011
1. Twaalfjarige Colton Burpo versus Stephen Hawking
Bestaat de Hemel werkelijk?
Vorige week verkondigde topgeleerde Stephen Hawking, Groot-Brittannies meest eminente wetenschapper, in een interview met The Guardian dat de Hemel en het hiernamaals "een sprookje" is, dat uitgevonden is door mensen die bang zijn voor de dood. Hiermee gaat Hawking verder dan in zijn boek uit 2010, "The Grand Design." Daarin argumenteerde hij dat we het bestaan van het universum niet moeten toedichten aan een schepper.
In het interview verwerpt Hawking dat er leven na de dood zou zijn en benadrukt hij dat we onze mogelijkheden op aarde moeten invullen door goed te leven. Op de vraag van The Guardian hoe we dan precies moeten leven, antwoordt hij: "We moeten de hoogste waarde van onze daden zoeken."
Zijn vrienden Albert Einstein en Louis Pasteur moeten zich op die dag zowat hebben omgekeerd in hun graf. Als de mens "de hoogste waarden van zijn daden" moet zoeken, dan is hij daar zeker tot op heden niet in geslaagd en zal hij er op zichzelf nooit in slagen. De grootste uitvindingen zijn steeds aangewend om schade aan deze wereld toe te brengen.
En waarom zou een gelovige moeten bang zijn voor de dood? Onze lieve Vrouw van Medjugorje verkondigt al dertig jaar lang dat wie de rechte weg volgt, in het geheel niet bang moet zijn voor de dood.
Colton Burpo
Een gesprongen appendix kostte de vierjarige Colton Burpo in 2003 bijna het leven. Zijn ouders waren dankbaar dat hij het had overleefd en om hem levend en wel terug te hebben, maar toen hij enkele maanden later uitpakte met het verhaal van zijn strijd tegen de dood, kwamen er hevige emoties los, toen hij een heel levendige reis naar de hemel beschreef en sprak over dingen waarover de jongen absoluut geen weet kon hebben.
Toen Sonja Burpo hem tijdens een rit met de auto vroeg over zijn herinneringen in het hospitaal, antwoordde de kleine Colton: "Ja, mama, ik herinner me dat er engel was die voor mij zong." Een zalig antwoord, dat wel, maar daarop deed Colton zijn ouders bijna helemaal achterover vallen, toen hij hen vertelde dat hij op Jezus schoot had gezeten terwijl hij naar zijn ouders keek toen hij daar klaarblijkelijk bijna dood lag. Ook heeft hij ginds overgrootvader ginds ontmoet.
En alsof dat nog niet voldoende was beschreef Colton dat hij zijn zusje had ontmoet in de hemel, ook al kon hij niet weten dat zijn moeder twee jaar voor Colton was geboren een miskraam had gehad, want zijn ouders hadden er nooit met hem over gepraat.
Jezus en Johannes de Doper
Todd Burpo begon hierna over de door de hemel gezonden visioenen te vertellen vanaf de preekstoel van de "Crossroads Wesleyan Church" in Imperial, Neb., waar hij als dominee de Heer dient. Het verhaal verspreidde zich als een lopend vuurtje en al vlug kwam er een boek op de markt met de ervaringen van de kleine jongen. De titel werd "Heaven is real" en samen met Lynn Vincent schreef Todd Burpo het boek. Het werd een bestseller met meer dan anderhalf miljoen verkochte exemplaren, sedert de eerste uitgave in november.
Verleden jaar waren de ouders en Colton te gast in het live TV-programma "TODAY Monday." Todd vertelde aan Matt Lauer dat hij begrijpt dat de ongelovigen het verhaal een beetje te hemels vinden om waar te kunnen zijn. Aanvankelijk dachten Sonja en ik zulks ook. "In het begin waren we verrast, want voor ons was het nog te vroeg om tegen onze zoon te spreken over deze dingen," zei Matt Lauer.
"Aanvankelijk spraken we er niet over met anderen, en toen we er plots wel over begonnen te praten, waren de mensen verbaasd," voegde Sonja hieraan toe. "Zij werden aangemoedigd met het verhaal dat we met hen deelden."
Colton werd de eerste dagen alsmaar zieker en wij dachten eerst dat het om een soort buikgriep ging. Zijn oudere zus, Cassie, werd hier ook door getroffen.
De kleine Colton haalde het bijna niet. Hij verbleef 17 dagen in het hospitaal en toen hij uiteindelijk weer op krachten kwam, waren zijn ouders heel verheugd. Maanden later echter stonden ze als aan de grond genageld, toen de jongen begon te beschrijven wat hij allemaal had meegemaakt toen hij daar lag te strijden voor zijn leven: hij zag Jezus gekleed in een koninklijk paars gewaad, had Johannes De Doper ontmoet en zag engelen voor hem zingen om zijn bezorgdheid te doen afnemen.
Aanvankelijk geloofden ze dat Colton deze dingen had gehaald uit zijn eerste lessen over de Bijbel, maar hij vertelde eveneens aan zijn moeder dat hij haar zag praten in de telefoon in een andere kamer, terwijl hij zijn operatie onderging. Ook zag hij zijn vader bidden in een kleine kamer. Dit alles gebeurde toen de jongen op de schoot zat van Jezus.
"Dat ik aan het bidden was terwijl hij op de operatietafel lag, trok mijn aandacht," zei Todd Lauer. "De chirurg, noch de verpleegsters konden dit verhaal bevestigen. Ook mijn vrouw wist niet dat ik aan het bidden was, maar de kleine Colton wel."
Schokkende onthulling
Colton heet ook gezegd aan NBC News dat hij met een reeds lang overleden aanverwant van de familie heeft gesproken: "Ik was juist bij de Heilige Geest en toen kwam deze man op mij af om te vragen of ik de zoon van Todd was. Ik antwoordde van ja en hij zij me dan hij de grootvader van mijn vader was."
Colton zei ook dat alles in de hemel vleugels heeft. Hij omschreef zijn grootvader "Pops" als "heel groot, met grote vleugels, krullend haar, een grote glimlach en heel vriendelijk."
Maar de echte verbazing kwam er toen Colton aan zijn moeder het volgende vertelde: "Mama, ik heb twee zussen." Sonja vertelde haar zoon dat hij heel waarschijnlijk zijn oudere zus, Cassie en zijn nichtje Traci bedoelde, maar hij antwoordde: "Neen, ik heb twee zussen. U hebt een kindje gehad dat in uw buik is overleden, is het niet?"
Sonja zei tegen Lauer dat er in de familie nooit werd gesproken over haar miskraam tegen Colton, en wat meer is, ze kenden niet eens het geslacht van hun kindje. "Het was ons eigen verdriet, waarover we zelfs met onze vrienden nooit hebben gesproken." Sonja zei dat deze onthulling van Colton eerst hevige emoties bij haar losmaakte, maar dat het daarna een verademing was voor haar dat alles goed ging met het meisje, dat ze in de hemel was, en dat ze niet wisten dat het kindje een zij was.
Sonja omschreef Coltons ontmoeting met zijn kleine zus: "Hij vertelde ons hoe ze eruit zag en dat ze niet ophield met hem te knuffelen, maar ook dat ze geen naam had."
"Toen hij ons vertelde over zijn zusje in de hemel, waarover wij hem nooit iets hebben verteld, was dit een van deze verbazingwekkende momenten. Inderdaad, hij kan dit verhaal niet hebben uitgevonden," zei Todd tegen Lauer, "maar de vrede en de genezing die over ons kwam was als: Wow, ik heb een dochterje dat in de hemel wacht op mij, is met geen woorden te omschrijven. Ik denk dat vele mensen dat soort hoop en genezing nodig hebben. En ik denk dat vele mensen deze hoop en genezing voelen, als ze Coltons getuigenis horen: kennis hebben over waar ze naar uitgekeken hebben."
Toen Lauer aan Colton vroeg hoe de Hemel eruit zag, gaf de elfjarige knaap het volgende antwoord: "Wel, er zijn heel wat kleuren. Er zijn vele mensen en vele engelen en dieren en er zijn geen oude mensen in de hemel. Niemand draagt er een bril en men is er ongeveer tussen de 20 en 30 jaar oud.
Todd Burpo vertelde aan "The New York Times" dat de familie veel geld van de opbrengst van het boek weggeeft. Colton is het gelukkigst omdat hij de mensen kan helpen met zijn verhaal: "mensen worden erdoor gezegend en ze worden genezen van hun pijnen."
Bron: diversen
Vertaling: Chris De Bodt
2. Ijsland sluit luchtruim na uitbarsting Grimsvötn
Ruim een jaar na de vulkaanuitbarsting onder de Eyjafjallajökull die het vliegverkeer wereldwijd in een nooit geziene chaos stortte, heeft IJsland weer zijn luchtruim moeten sluiten. Er is een vliegverbod afgekondigd in een straal van 200 kilometer rond de vulkaan Grimsvötn, die gisteravond begon uit te barsten. Dat zegt de IJslandse Meteorologische Dienst. De uitbarsting zou geen impact hebben op de vluchten in de rest van Europa, en dat zou zeker zo blijven voor de komende 24 uur. Dat stelde Eurocontrol, de Europese organisatie die zich bezighoudt met de veiligheid in het luchtvaartverkeer.
De as van de uitbarsting van de IJslandse vulkaan Grimsvötn zou dinsdag het noorden van Schotland bereiken en mogelijk donderdag het westen van Frankrijk en Spanje. Dat meldt Eurocontrol, de Europese organisatie die zich bezighoudt met de veiligheid in het luchtvaartverkeer. De uitbarsting van de vulkaan Grimsvoetn zou volgens Eurocontrol geen impact hebben op de vluchten in de rest van Europa en dat zou zeker zo blijven voor de komende 24 uur.
De vulkaan Grimsvötn, die onder een gletsjer ligt in het zuidoosten van Ijsland, kwam gisteren tot uitbarsting. Het is de actiefste vulkaan van het land, met negen uitbarstingen tussen 1922 en 2004. De uitbarsting waarbij de lava in contact kwam met het ijs, veroorzaakte een enorme rookontwikkeling. Die zorgde ervoor dat vanmorgen het Ijslandse luchtruim gesloten werd. De intensiteit van de uitbarsting schijnt vanavond verminderd te zijn, zegt een woordvoerder van de IJslandse meteorologische dienst.
De wolk boven de vulkaan in het zuidoosten van het land is naar schatting 19 kilometer hoog en bestaat vooral uit witte rook, zegt geoloog Hjorleifur Sveinbjornsson. "De rook lijkt stoom van de smeltende gletsjer", zegt de geoloog. De wolk is te zien vanuit grote delen van het land.
De recentste uitbarsting van de vulkaan dateert van 2004, en duurde maar een paar dagen. In een omtrek van 100 kilometer rond de vulkaan leeft niemand. Toen de vulkaan uitbarstte in 1996 veroorzaakte ze overstromingen, en raakten wegen en een brug beschadigd, zegt Sveinbjornsson.
Een jaar geleden barstte een vulkaan uit onder de gletsjer Eyjafjallajökull. Het luchtverkeer in Europa raakte daardoor danig in de war: honderden vluchten moesten aan de grond blijven uit veiligheidsoverwegingen.
3. Medjugorje: Verschijning aan Ivan Dragicevic van 20 mei 2011
Deze avond verscheen Onze Lieve Vrouw aan Ivan op de top van de Verschijningsberg om 10 uur. Rond 19 uur reeds begonnen de bedevaarders de berg te beklimmen om er een rustige plaats te vinden en te bidden ter voorbereiding van het bezoek van onze Moeder. Het was een mooie avond, waarbij de vele pelgrims de schoonheid van Gods schepping beleefden met een mooie zonsondergang. De bedevaarders bleven komen om er te zitten of te knielen tot het moment van de verschijning. Na anderhalf uur zingen, begon Ivan de Rozenkrans te bidden. Aan het einde van het tweede tientje, groeide de stilte, terwijl Ivan knielde om zich voor te bereiden op de verschijning van Maria rond 10 uur. De verschijning duurde meerdere minuten. Ivan beschreef de verschijning als volgt:
Zoals altijd bij het begin van een verschijning zag Onze Lieve Vrouw er heel vreugdevol en gelukkig uit. Zij gaf ons Haar moederlijke groet: "Geloofd zij Jezus, Mijn kinderen." Daarop zei Maria: "Lieve kinderen, meer dan ooit verlang Ik u vandaag op te roepen tot gebed. Lieve kinderen, satan wenst vandaag de families te vernietigen, daarom verzoek Ik u tot een hernieuwing van het familiegebed. Bid, lieve kinderen, in uw families met uw kinderen. Laat niet toe dat satan kan binnendringen. Dank u, lieve kinderen, omdat u ook vandaag aan Mijn oproep gehoor hebt gegeven."
Hierop bad Onze Lieve Vrouw voor een tijd, met uitgestrekte armen, over ieder van ons hier aanwezig. Zij bad voor de aanwezige zieken en voor ons allen hier aanwezig. Zij zegende ook de religieuze voorwerpen die hiervoor werden meegebracht. Dan bad Onze Lieve Vrouw in het bijzonder een tijdlang voor vrede, voor vrede in de wereld. Ik beval ook ieder van u, uw noden, uw intenties, uw families en vooral de zieken aan. Daarop vervolgde Onze Lieve Vrouw haar gebed over ieder van ons, terwijl Zij ons in het verlichte Kruisteken verliet: "Ga in vrede, Mijn lieve kinderen."
Bron: Caritas of Birmingham
Vertaling: Chris De Bodt
4. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 18]
Ana Shawl
Mijn twee tekenen die ik vroeg waren een Rozenkrans, zodat ik zou weten dat, wie het ook was, hij van de Gezegende Moeder hield, en het tweede teken was een kruisbeeld, zodat ik zou weten dat hij van God hield en zo kwam ik een tweede maal te huwen en zei ik mijn geloften in de kerk van Medjugorje, met dat kruisbeeld in de hand. Ik dacht ook: welke man zou er ooit deze dingen schenken, want bij niemand die ik tot nog toe had ontmoet had ik deze dingen gezien en zo dacht ik dat het goed zou zijn om erom te vragen.
Mijn schitterende vrienden Linda, die ook op de lijst staat, bleef me maar vertellen om een computer te kopen zodat we met elkaar konden in contact blijven, want zij woonde nu in Costa Rica. Mijn broer schonk mij een computer en in het begin speelde ik enkel spelletjes of schreef ik brieven. Spoedig kwam er in de brievenbus een brief om mij aan te sluiten op het internet, emails te versturen naar vrienden en mij bij katholieke groepen aan te sluiten die praatten over de kerk. Ik had altijd al van Medjugorje gehouden en ik vroeg aan mijn vriendin Linda of er iets op het web te vinden was over Medjugorje. Ze zij me om zelf op zoek te gaan en zo dacht ik: "Wel, als er dan geen site te vinden is, dan zou ik er graag zelf eentje aanmaken." Ik had echter helemaal geen idee hoe dit moest gebeuren maar was er wel van overtuigd dat het nodig was om gedaan te worden.
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
5. Roepingen
Nick Hannes
6. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 125]
Schrift 1
251. Na mijn eeuwige geloften bleef ik nog geheel de maand mei in Krakow, ik moest naar Rabka gaan of naar Wilno. De algemene overste vroeg me eens: "Wel, mijn zuster, waarom blijft ge zo stil en vertrekt ge nergens naartoe?" Ik antwoordde: "Ik verlang de zuivere wil van God te volbrengen, waar gij me beveelt te gaan, dierbare moeder, daar is voor mij [zo zal ik het weten] de zuivere wil van God, zonder toevoeging van mijzelf".
"Zeer goed," antwoordde zij. De volgende dag riep de algemene overste mij bij zich en zei: "Zuster, vermits gij, de zuivere wil van God wou hebben, zult ge vertrekken naar Wilno." Ik bedankte haar en wachtte op de dag van mijn vertrek. Vreugde vermengd met angst vervulde mijn ziel. Ik voelde dat God mij daar grote genaden maar ook groot lijden voorbereidde. Ik ben in Krakow gebleven tot 27 mei. Daar ik geen vaste taak had en enkel in de tuin ging helpen en alleen werkte, heb ik gedurende een hele maand de "Oefeningen" van Sint Ignatius kunnen doen. Al nam ik deel aan de gemeenschappelijke recreatie, toch deed ik de "Oefeningen". Gedurende deze tijd heb ik veel goddelijk licht ontvangen.
252. + Vier dagen na mijn eeuwige geloften. Ik trachtte het heilig uur te doen. Het was de eerste donderdag van de maand. Van bij het intreden in de kapel werd ik van de aanwezigheid van God doordrongen. Ik voelde duidelijk dat de Heer bij mij was. Na enige tijd zag ik de Heer geheel bedekt met wonden, en Hij zei me: "Zie met Wie je gehuwd bent." Ik heb de betekenis van die woorden begrepen en antwoordde de Heer: "Jezus, wanneer ik U zo verwond en vernietigd zie, bemin ik U nog meer dan wanneer ik U in Uw majesteit zou zien." Jezus vroeg me: "Waarom?" Ik antwoordde: "Een grote majesteit beangstigt mij, kleine niets dat ik ben, terwijl Uw wonden mij naar Uw hart trekken en mij spreken van Uw grote liefde voor mij". Na dit gesprek heerste er een stilte. Ik vestigde mijn ogen op Zijn wonden en ik voelde mij gelukkig samen met Hem te lijden. Zo lijdend, leed ik eigenlijk niet, want ik voelde mij gelukkig en erkentelijk voor de diepte van Zijn liefde, en dit uur verliep als een minuut.
253. + Nooit iemand oordelen, een milde blik hebben voor de anderen en een strenge voor mezelf. Alles aan God toevertrouwen en me aan mijn eigen ogen tonen zoals ik ben, namelijk de allergrootste ellende en het grootste niets. Het geduld en de gemoedsrust bewaren in het lijden, wel wetend dat alles met de tijd voorbijgaat.
254. + Over de ogenblikken die ik beleefde tijdens de geloften moet men niet spreken.
Ik ben in Hem, en Hij in mij. Op het moment dat de bisschop de ring aan mijn vinger stak, nam God heel mijn wezen in, en daar ik dat niet kan uitdrukken, zwijg ik over dit ogenblik. Sinds mijn eeuwige geloften is mijn omgang met God inniger dan ik het vroeger ooit gekend heb. Ik voel dat ik God bemin en dat Hij mij bemint. Mijn ziel, die God geproefd heeft, zou niet meer kunnen leven zonder Hem. Een uur doorgebracht in de grootste zieledorheid aan de voet van het altaar is mij aangenamer dan honderd jaar plezier in de wereld. Ik verkies in het klooster een onbeduidende assepoester te zijn, eerder dan een koningin in de wereld.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
7. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 7]
De drie herderskinderen en hun families
Merk echter op dat het niet enkel voor deze twee reden is [straf en boete voor onze zonden] dat God ons heeft gekleed, maar dat het eveneens tot andere doelen strekt. Naast een bescherming tegen de zonde, is de zedige kledij die we moeten dragen, een teken dat ons onderscheidt van het gangbare immorele gedrag en ons toelaat om voor de wereld ware getuigen te zijn van Christus.
Het kleden dient eveneens om ons te herinneren aan de wetten van God en aan onze ernstige verplichting om deze te gehoorzamen. In feite vroeg God aan de mensen om hun kledij te bedekken met duidelijke tekenen die hen doen herinneren aan Zijn Heilige Geboden. "Zeg tegen de Israëlieten dat zij en al hun nakomelingen aan de zoom van hun kleren kwastjes moeten bevestigen waarin een blauwpurperen draad verwerkt is. Bij het zien van die kwastjes zullen jullie herinnerd worden aan alle geboden van de Heer, zodat jullie die naleven en mij niet ontrouw worden door de begeerten van je hart en je ogen te volgen." [Numeri 15, 38-39]
Laat ons bekijken wat God hier bedoelt: "De kwastjes van uw kledij zullen dienen om u te herinneren aan de geboden van de Heer, om hen niet ontrouw te zijn naar uw eigen hart en ogen, waartoe u geneigd bent om deze te volgen, zodat wij onszelf niet toelaten om gevangen te worden door de verleidingen van het vlees, de duivel en de wereld. De kwastjes in de tekst hebben zonder enige twijfel betrekking op enige sort versiering, maar dan in overeenstemming met de eerbaarheid van de menselijke persoon, met welvoeglijkheid of kortom met zedelijkheid, dat ons alert maakt om de Gods geboden na te leven.
Vertaling: Chris De Bodt
8. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 125]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 1
Ah! Als ze konden, om het uur van hun verlossing te bevorderen, graag zouden ze de vlammen aanwakkeren, hun lijden opstapelen. In die zielen blijver er resten van zonden, een mengeling van ellende, vlekken, gebreken die hen verwijderen van de eenheid met de goddelijke materie. Hun onvolmaaktheden, de dagelijkse vlekken die hen besmetten verduisteren en verminken hun innerlijke blik. Indien het felle blinkende hemelslicht op hun zieke en verzwakte ogen viel voor hun totale zuivering zouden ze duizend maal meer de pijnlijke indruk ondergaan dan te midden van de duisternis van de afgrond. God zelf zou ze meteen willen veranderen tot de gelijkenis met zijn glorie door ze te verlichten met de zuivere stralen van zijn goddelijkheid. Deze te felle en te blinkende stralen zouden niet door hen heengaan, want ze zijn onderschept door de as en het afval van dit aardse stof en slijk dat hen besmet. Het is vereist dat, eens in de brandende smeltkroes, de roest van de menselijke onvolmaaktheid wordt afgelegd om, zoals vuile zwarte steenkool, eruit te komen als kostbaar en helder kristal. Hun wezen moet zich verfijnen en uitzuiveren van elke schaduw en duisternis om in staat te zijn de bestralingen en praal van de goddelijke glorie zonder hinderpaal te ontvangen en hen zo als een overvloedige en bodemloze stroom te vervullen.
Beeldt U een persoon in die door een afschuwelijke kwaal getroffen is die zijn weefsels aantast en omstanders verafschuwt... De arts die hem wil genezen gebruikt kordaat ijzer en vuur. Hij wroet met zijn vreselijk tuig tot op het bot. Hij gaat de wortel van de kwaal uit de geheime diepte ophalen. De stuiptrekkingen van de zieke zijn zo fel dat hij bijna de geest geeft, maar eens de ingreep achter de rug voelt hij zich herleven, de pijn is verdwenen en hij is weer mooi, jong en krachtig. Ah! Verre van te klagen of te verwijten kan hij niet genoeg de arts bedanken die hem, na veel pijn, het kostbaarste terug bezorgde: de gezondheid in het leven.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
9. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [9/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
10. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 35]
Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal
Van mei tot augustus 1664, vier volle maanden lang, zal Benoîte bevoorrecht worden met veelvoudige verschijningen in het kader van het Ovendal. Dit tijdperk is gekenmerkt door de onwetendheid van de herderin aangaande de persoonlijkheid van de Dame die haar verschijnt en door het vertrouwelijk karakter van deze ontmoetingen. De naburige bevolking zal er maar langzaam door beroerd worden en een externe tussenkomst zal nodig zijn om de volksbelangstelling op gang te krijgen.
Het belangrijkste document voor die periode is de officiële Mémoire van de rechter uit de vallei, François Grimaud. Deze notaris uit Gap kwam begin augustus een onderzoek voeren over de feiten waarvan hij de geruchten te horen kreeg. De verhalen van de aartsdiaken Gaillard en kapelaan Peytieu maken deze Mémoire volledig door de vele details, verzameld tijdens de gesprekken met Benoîte. Vertaling: Broeder Jozef
11. Het sacrament van de Verzoening [deel 15] 7. De akten van de boeteling
Het boetesacrament verplicht de zondaar alles graag te aanvaarden: het berouw in zijn hart, de belijdenis in zijn mond, algehele nederigheid en een vruchtbare voldoening in zijn doen en laten.
Het berouw
Onder de akten van de boeteling komt het berouw op de eerste plaats. Dit is "de zielesmart vanwege de zonden die men bedreven heeft en de afschuw ervan, vergezeld van het voornemen voortaan niet meer te zondigen."
[De H. pastoor van Ars weigerde soms de absolutie en eiste dat ze zich eerst "in orde" zouden stellen door een diepe berouw en een definitieve breuk met het verleden, omdat hij of zij anders toch zou hervallen in de zonde. Ook Pater Pio stuurde de mensen terug als er geen oprecht berouw was][toevoeging opsteller]
Dit berouw wordt "volmaakt" genoemd, wanneer het voortkomt uit liefde tot God die bovenal bemind wordt ["contritie" ofwel "berouw uit liefde"]. Door zulk een berouw worden de dagelijkse zonden vergeven. Ook schenkt het vergiffenis van doodzonden als het vergezeld wordt van het vaste voornemen om zo spoedig mogelijk tot de sacramentele biecht te naderen.
Het berouw dat "onvolmaakt" genoemd wordt [ofwel "attritie"], is eveneens een gave van God, een impuls van de heilige Geest. Het komt voort uit het besef hoe afschuwwekkend de zonde is of uit angst voor de eeuwige verwerping en andere straffen waarmee de zondaar bedreigd wordt [berouw uit vrees]. Een dergelijke verontrusting van het geweten kan een innerlijke ontwikkeling op gang brengen die onder inwerking van de genade door de sacramentele absolutie vervolmaakt zal worden. Uit zichzelf bewerkt het onvolmaakte berouw echter niet de vergeving van zware zonden. Het bevordert de ontvankelijkheid voor deze vergeving die verkregen wordt in het boetesacrament.
Het is passend zich op het ontvangen van dit sacrament voor te bereiden door een gewetensonderzoek in het licht van het woord van God [en vooral door zich te laten bekijken door Jezus zoals Mgr. Léonard ons voorstelt].
De meest passende teksten hiervoor vindt men in de catechese over het zedelijk handelen dat in de evangelies en de brieven van de apostelen vervat ligt: de bergrede, de onderrichting van de apostelen.
Anne Van Der Sloten
12. Jezus' tijdgenoten [aflevering 253]
Jezus, zoon van Gamaliël
In 63 na J.C. werd Jezus, zoon van Gamaliel [of Joshua ben Gamla] hogepriester benoemd door koning Agrippa II ter vervanging van Jezus, zoon van Damneus. Volgens de Misjna was hij door zijn huwelijk verbonden met de priesterfamilie van Boethos: hij was getrouwd met Martha dochter van Boethos. Jezus, de zoon van Damneus had geweigerd vervangen te worden en de aanhangers van beide vijandige hogepriesters vochten in de straten van Jeruzalem.
Jezus ben Gamaliël werd tot hogepriester gekozen omwille van zijn rijkdom. Volgens de Talmoed voerde Jezus, de zoon van Gamaliel, het lager onderwijs voor jongens vanaf 6 of 7 jaar in. Hij ontwikkelde een systeem waarbij in elk district en elke stad, leraars werden aangeduid voor het onderwijs van de kinderen. Eerder waren dergelijke leraars enkel aan te treffen in Jeruzalem. Hierdoor werd hij door vele andere geprezen, want niemand voor hem was in een dergelijk opvoedingssysteem geslaagd. Ze zeiden van hem: "deze man is waarachtig gezegend. Zonder hem zou de Tora vergeten zijn in Israël." Ook verbeterde hij de de tempeluitrustingen.
In 64 na J.C. verving Agrippa II hem door Matthias, zoon van Theophilus II, maar hij speelde nog een vooraanstaande politieke rol na het begin van de vijandigheden. Omdat hij een goede vriend van Flavius Josephus was, werd hij ervan beschuldigd Josephus macht in Galilea te willen beperken met behulp van een andere hogepriester Annas, zoon van Annas.
Vertaling: Broeder Joseph
13. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 79]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Onderhoud van Jezus met de zwijgzame Maria
Hier had Lazarus Jezus gisteren ontvangen. Zij verwelkomden er de aanwezige vrouwen en wasten de voeten van de aangekomen heilige vrouwen. Ook wisselden deze van kleren, lieten hun voor de reis opgeschort kleed omlaag en namen ook andere sluiers aan. Bij allen waren de gewaden van witte, geelachtige of bruiner ongeverfde wol. Na een kleine verkwikking begaven zij zich naar Martha's woning.
Jezus en de mannen kwamen hen groeten en Jezus ging met de H. Maagd alleen en sprak met haar afzonderlijk. Hij zegde haar zeer liefdevol,maar zeer ernstig en duidelijk dat zijn werk en loopbaan nu was begonnen en dat Hij nu naar de doop van Johannes ging. Van daar terugkerend zou Hij nog een korte tijd in de omstreken van Samaria met haar zijn ,maar dan zou Hij naar de woestijn gaan om er veertig dagen in gebed en vasten door te brengen.
Toen Maria van die woestijn hoorde,was zij zeer bedroefd en zij smeekte Hem met aandrang om toch in die verschrikkelijke plaats niet te gaan, waar Hij zo lang gebrek aan alles zou hebben en van honger en dorst bezwijken. Jezus antwoordde haar dat zij Hem voortaan uit menselijke bezorgdheid in zijn werk niet mocht verhinderen en dat Hij doen moest wat Hij deed. Dat Hij een grootse en zware onderneming begon en dat zij die met en voor Hem zijn, moeten lijden. Dat Hij nu de weg van zijn zending opging, dat zij nu van alle persoonlijke aanspraak op Hem moest afzien, maar dat Hij haar zou beminnen gelijk altijd, want dat Hij nu in de dienst van de gehele mensheid stond. Dat zij zou doen wat Hij zeggen zou en dat zijn hemelse Vader haar daarvoor zou belonen, nu toch begon de voorzegging in vervulling te gaan,die Simeon haar gedaan had in de tempel,te weten,dat een zwaard haar ziel zou doorboren, enz.
14. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 93: Animal Rurale [Dier uit het Veld]
Benedictus XIV [1740-1758]
Echte naam: Prospero Lorenzo Lambertini [Bologna, 31 maart 1675 - Rome, 3 mei 1758]
Benedictus XIV was paus van 17 augustus 1740 tot 3 mei 1758. Hij wordt gezien als de grootste paus uit de 18de eeuw. Hij maakte zich ook zeer verdienstelijk op het gebied van het canoniek recht en in de wetenschap.
Benedictus XIV behoorde tot een adellijke familie uit Bologna. Hij was de zoon van Marcello Lambertini en Lucrezia Bulgarini en werd jurist en theoloog. Hij begon zijn studies bij de Somaschi priesters in Bologna. Vanaf 1688 studeerde hij rhetorica, filosofie en theologie aan het "Collegium Clementinum" in Rome. Op 11 september 1694 behaalde hij zijn doctoraat aan de La Sapienza-universiteit te Rome.
Lambertini werd in 1727 aartsbisschop van Ancona, daarna kardinaal en in 1731 aartsbisschop van Bologna en was een van de belangrijkste adviseurs van zijn voorganger Clemens XII.
Chris De Bodt
15. De Berkenboomprofetieën [deel 17]
Antonius
Een Duitse immigrant Antonius genaamd, die geboren werd in 1820 in Keulen, profeteerde de derde wereldoorlog aldus:
"Ik zag een nieuwe oorlog in de Elzas. Plotseling van de Franse kant uit van Metz en Nancy, grote troepentranporten, waarna de oorlog begon. Deze duurde twee dagen en eindigde door de overwinning van de Pruisische [Duitse] aanvoerder. De Fransen volgden de Pruisen over de Rijn in vele richtingen. In een belangrijke slag nabij Frankfurt werden de Pruisen ernstig verslagen. Zij trokken zich terug tot Siegburg, waar ze op de Russen botsten. De Russen behandelden de Pruisen slecht. Het schijnt mij toe dat de Fransen de Pruisen hielpen. De strijd nabij Siegburg is nooit geëvenaard in verschrikking. Na verscheidene dagen bevrijden de Russen en de Pruisen zich en beginnen ze zich terug te trekken tot beneden Bonn op de westelijke oever van de Rijn. Er werd geschoten op Keulen: een kwart deel was niet geraakt. Kort daarna vertrokken ze en de mensen waren blij en klapten in de handen en hun gezichten glunderden."
Vertaling: Anne Van Der Sloten
16. Natuurtips die niets kosten: Heermoes [equisitum arvense L.]
Nog een "onkruid" dat niet graag gezien wordt in de tuin, maar dat sterke geneeskrachtige eigenschappen heeft, is heermoes, ook wel paardenstaart genoemd, het makkelijkst te gebruiken als thee, spoelmiddel of zitbad. Aan te wenden bij: osteoporose, broos beendergestel, herstel van breuken, peesontstekingen, gescheurde ligamenten en verzwikkingen, aandoeningen van tussenwervelschijven, moeilijk genezende wonden, afbrekende, splitsende haren en nagels, dun haar, haarverlies, zwak gebit, vroegtijdige veroudering, slappe huid, herstel, versterking longweefsel, mineraaltekorten, krampen, blaasspierzwakte, nierontsteking, blaasontsteking...
Afkooksel
Inwendig gebruik bij gewrichtslast, pees-, bot- en ligamentenletsels, overvloedige menstruatie; uitwendig bij huidstrepen, slecht helende wonden: 2 à 3 g. per tas water, 5 minuten koken en 10 à 15 minuten laten trekken, zeven, 3 tassen per dag.
Thee
2 theelepels of 2 à 4 g. gekneusd kruid per tas kokend water, 15 minuten laten trekken, zeven, 3 tassen per dag.
Zitbad en drinken van de thee
100 g. laten trekken in koud water [maceraat], de volgende dag tot tegen het kookpunt brengen en bij het badwater voegen. Aan te wenden bij: blaas- of nierstenen [eerst urine ophouden en dan krachtig lozen om de stenen kwijt te geraken], zware nierstoringen, slechte doorbloeding van de nieren.
Bij een zitbad moeten de nieren onder het wateroppervlak zijn. De duur van het zitbad: 20 minuten. Niet afdrogen, maar vochtig in een badjas ongeveer een uur in bed liggen, zweten en dan pas droog nachtgoed aantrekken. Het zitbad kan, indien weer verwarmd, nog tweemaal gebruikt worden.
Culinair gebruik
Jonge scheuten kunnen als asperges klaargemaakt worden en met boter gegeten.
Combinaties met andere kruiden
Met Urtica dioica [grote brandnetel] bij osteoporose, broze haren en nagels, voor een sneller herstel van botbreuken, voor de versterking van het kraakbeen, voor een sterker gebit.
Waarschuwingen
Heermoes kan de stolbaarheid van het bloed doen toenemen; hou rekening daarmee bij stoornissen in de bloedstolling.
Niet nemen bij oedemen door hart- of nierlijden tenzij in samenspraak met de dokter.
Bij ernstige kwalen steeds een dokter raadplegen.
Kruiden steeds plukken ver van vervuilde en/of besproeide plaatsen
Anne Van Der Sloten
20-05-2011
20 mei 2011
20 mei 2011
1. Fatima: 13 mei 2011
Op dertien mei deed zich rond 13.30 uur een eigenaardig zonnefenomeen voor, tenminste in Fatima, Portugal, het bedevaartsoord waar Onze Lieve Vrouw 94 geleden, precies op die datum aan drie herderskinderen verscheen. Rond de zon begon zich een krans te vormen.
Volgens diverse getuigen begon het fenomeen zich voor te doen, exact op het ogenblik dat er een video werd getoond over de eerder deze maand zaligverklaarde Paus Johannes Paulus II. Wetenschappelijk komt dit wel meer voor en men noemt het een zonnekrans, of -kring, maar als we er aan toevoegen dat dit buitengewoon verschijnsel zich voordeed te Fatima en op 13 mei, dan moet dit worden bekeken met andere ogen en is dit meer dan toeval.
2. FM-frequenties Radio Maria in Nederland en Vlaanderen
Vlaanderen
Aalst
90.0 FM
Antwerpen
104.6 FM
Antwerpen Zuid
107.4 FM
Blankenberge
107.6 FM
Brugge
105.3 FM
Brussel
94.6 FM
Genk
105.4 FM
Gent
96.3 FM
Hasselt
106.1 FM
Kortrijk
92.7 FM
Leuven
104.2 FM
Oostende
107.4 FM
In Vlaanderen kunt u ons beluisteren via de volgende digitale kabelpresets:
Telenet: (Brussel:
preset 912 preset 932)
Indi-decoders:
preset 512
Nederland
In Nederland kunt u Radio Maria nog steeds niet via de kabel ontvangen. Zet uw radio op de middengolf en stem af op 675
Internetradio toestel
Luister via een internetverbinding, zónder computer! Stel het toestel in op het adres http://webstream.radiomaria.nl. Voor toestellen kunt u bijvoorbeeld kijken op de website van Conrad. Voor personen met een (visuele) handicap is de Orion Webbox een oplossing.
3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 17]
Ana Shawl
De tweede keer dat ik naar Medjugorje ging, wist ik wat er gaande was want ik had er reeds veel over gelezen, over gepraat met mijn familie ginds en ik dacht dat het heerlijk zou zijn om dit met iemand te kunnen delen waar ik echt van hield, maar hoe zou ik ooit een man kunnen vinden die samen met mij de Rozenkrans wou bidden, die dagelijks met mij naar de mis wou gaan en maandelijks te biechten? Wie zou met mij de boodschappen van Onze Gezegende Moeder willen naleven, zoals Zij dat keer op keer vroeg?
Toen herinnerde in mij een boek dat ik had gelezen waarin geschreven stond: "Indien er meer mensen zouden bidden over hun wederhelft, als ze op zoek zijn naar iemand, dan zouden er veel minder echtscheidingen zijn." Zo nam ik het besluit om deze raad op te volgen, omdat ik wist dat het niet zo goed om er zo maar een man, onder de zo velen, uit te pikken. Ik zou dit aan God overlaten. Ook wist ik dat ik niet meer kon huwen, zonder dat mijn vorige huwelijk zou worden geschrapt.
Ik was nu al zon twee jaar aan het bidden om de juiste man te vinden, als er al zo iemand was op aarde. Ik had er na mijn echtscheiding geen idee van wat God werkelijk wou: iemand vinden of voor de rest van mijn leven ongehuwd blijven. Zo was ik op een dag aan het bidden en vroeg ik aan de Heilige Moeder dat, als er al een man zou zijn waarvan God wou dat ik hem zou ontmoeten en huwen, dat ik dan graag zou weten dat dit van God kwam en zo vertelde ik de Gezegende Moeder dat, indien mogelijk, ik graag twee tekenen van Haar zou krijgen, dat hij door God was gezonden. Ik wou niet opnieuw de fout maken om er juist iemand voor mezelf uit te pikken.
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 124]
Schrift 1
246. + 25.4.1933
Maandelijkse toelatingen [27]
Binnengaan in de kapel bij het langskomen. Bidden tijdens de vrije momenten. Kleine dingen aannemen, geven, lenen. Voor het tweede ontbijt en vieruurtje. Soms niet aan de recreatie kunnen deelnemen. Soms ook niet kunnen deelnemen aan de gemeenschappelijke oefeningen. Soms zal ik niet in de gemeenschap het avond- en morgengebed kunnen verrichten. Soms een moment bij mijn taken blijven na negen uur en soms de oefeningen na negen uur verrichten. Iets opschrijven of optekenen op een vrij ogenblik. Telefoongesprekken. Het huis verlaten. De kerk bezoeken als ik in de stad ben. De zieke zusters bezoeken. In geval van nood binnengaan in de cel van een andere zuster. Soms buiten de voorgeschreven tijd wat water drinken.
Kleine verstervingen.
Met de armen in kruisvorm, de rozenkrans van de goddelijke Barmhartigheid bidden. Op zaterdag, een rozenhoedje met uitgestrekte armen. Soms een gebed met uitgestrekte armen. Donderdag, het heilig uur. Vrijdag, een iets grotere versterving voor de stervende zondaars.
247 Jezus, Vriend van het eenzaam hart, Gij zijt mijn haven, Gij zijt mijn vrede, Gij zijt mijn eeuwige redding, Gij zijt de kalmte in mijn strijd en in de oceaan van mijn twijfels. Gij zijt de lichtende straal die de weg van mijn leven verlicht. Gij zijt alles voor de eenzame ziel. Gij begrijpt de ziel, zelfs als ze zwijgt. Gij kent onze zwakheden, zoals een goede geneesheer, troost en verzorgt Gij en spaart Gij ons voor lijden, want Gij kent ons goed.
248. Woorden van de bisschop [28] onder de ceremonie van de eeuwige geloften: "Aanvaard deze kaars als een teken van het hemels licht en de ontvlamde liefde".
Bij het geven van de ring: "Ik verenig u met Jezus Christus, Zoon van de Vader, de Allerhoogste, dat Hij u beware zonder smet. Ontvang deze ring als teken van de eeuwige verbintenis die gij aangaat met Christus, de Bruidegom der maagden. Moge Hij voor u de ring zijn van het geloof, het teken van de Heilige Geest, opdat gij bruid van Christus genoemd wordt en als ge Hem trouw dient, voor eeuwig gekroond wordt".
249. + Jezus, ik vertrouw op U, ik vertrouw op de oceaan van Uw Barmhartigheid, Gij zijt mijn Moeder.
250 + Dit jaar 1933 is bijzonder plechtig voor mij, want in dit jubeljaar van het lijden des Heren, heb ik mijn eeuwige geloften uitgesproken en heb ik mijn offer heel bijzonder verenigd met het offer van de gekruisigde Jezus, om daardoor welgevallig te zijn aan God. Ik vervul al mijn daden met Jezus, door Jezus en in Jezus.
[27] In de Congregatie van de M.G.D.B. is het de gewoonte elke maand aan de overste de toelating te vragen voor kleine verstervingen, niet gebruikelijke gebeden en kleine persoonlijke noodwendigheden en om dispensatie te vragen van sommige voorschriften die in de gegeven omstandigheden moeilijk te onderhouden zijn. [28] Hier gaat het over Mgr Respond, hulpbisschop van Krakow, die een vriend was van de Congregatie en lange jaren bij de ceremonies van de inkleding en de professie voorging. Bij de inkleding kregen de nieuwe novicen het ordeskleed en een witte sluier; bij de tijdelijke professie een kruis, de gordel, een rozenkrans en een zwarte sluier; bij de eeuwige geloften een brandende kaars en een ring als teken van hun eeuwige verloving met Jezus.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
5. Fatima in Lucia's eigen woorden"De Oproepen" [aflevering 6]
De drie herderskinderen en hun families
Deze Heilige tekst toont ons dat God de lichamen bedekte die zichzelf hadden, door de zonde, hadden ontdaan van de kledij van genade. Om deze reden moeten we onszelf welvoeglijk, zedig en met waardigheid kleden. Zij die onwelvoeglijk gekleed lopen zijn een prikkel tot de zonde en zijn zo niet allen verantwoordelijk voor hun eigen zonden maar eveneens voor de zonden die anderen begaan omwille van hen. Denk na over het uiterlijk en als het onwelvoeglijk is en de wereld volgt dit alsof het wet is, dan is het een list van de duivel, een handige val waarmee de duivel zielen vangt, op dezelfde wijze als jagers hun prooi vangen in de wouden en de velden.
God gaf ons de kledij niet als een versiering om de menselijke pronkzucht en lichtzinnigheid te voeden. Neen! Hij gaf het ons als een bescherming tegen de zonde, als een teken van boete en straf voor onze begane zonden, alsmede om ons aan Zijn wetten te herinneren aan dewelke wij verplicht zijn te gehoorzamen.
Laat ons beginnen met te onderzoeken hoe het een teken van zonde en straf is voor de begane zonde en een bescherming tegen de verleiding. De Heilige Schrift vertelt ons dat Adam en Eva probeerden zichzelf te bedekken met vijgenbladeren, maar God zag dat dit niet voldoende was, omdat de Heilige Schrift ons vertelt: "Hij maakte voor de man en zijn vrouw kleren van dierenvellen en trok hen die aan." [Genesis 3, 21]
Hierop volgt er een beschrijving van de straf en de boete die wordt opgelegd omwille van de zonde: "Daarom stuurde hij de mens weg uit de tuin van Eden om de aarde te gaan bewerken, waaruit hij was genomen" [Genesis 3, 23] en dit "totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen, want stof ben je, tot stof keer je terug." [Genesis 2, 17]. Ja, uw lichaam zal afsterven omdat u hebt gezondigd en de wet van uw God hebt overtreden. Maar erger nog zal uw ziel voor eeuwig verloren zijn, tenzij u berouw hebt en boete doet. U zult sterven als u uw levenswijze niet verandert en niet terugkeert tot het gehoorzamen naar de wet van uw God.
Vertaling: Chris De Bodt
6. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 124]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 1
Ah! Waarschijnlijk,n roet deze ziel, is mijn pijn nijpend! Niets is vergelijkbaar met het geweld van mijn foltering, maar deze en het lijden zijn niet bij machte om me van God te verwijderen en in mij de vlam van zijn liefde te verdelgen: Quis ergo nos separavit a charitate Christi! An tribultio, an angustuia, an fames [Rom 8,35] Ah!... mijn zwakheid is nu niet meer geneigd zich te verraden door drift of ongeduld of gemor. Onderworpen aan Gods goedheid zegen ik de hand die me straft en aanvaard ik met vreugde al mijn lijden.
Dit lijden kan mijn ziel niet terneerslaan of in verwarring, bitterheid of angst brengen... non contristabit justum quidquid ei acciderit. Ik weet dat het geregeld en verzacht wordt door de goddelijke Voorzienigheid die, voor het welzijn van haar schepselen alles schikt met liefde en rechtvaardigheid [Suarez] Meer nog, ik heb liever mijn lijden dat de hemelse heerlijkheden indien ik kon verkrijgen ervan te genieten buiten zijn opperste wil waaraan ik voortaan totaal onderworpen ben en waaraan mijn beloften en betrachtingen in een woord luiden: Als wat God wil, hoe Hij het wil, waar en wanneer Hij het wil. Oh! God van mijn hart, mijn schat en mijn al, wie ben ik omdat Je zo goed zou zijn naar mij neer te dalen en met Je vaderlijke hand een ondankbare en onrechtvaardige ziel te zuiveren.
Ah! Snoei en roei de ondenkbare kelk van Je lijden. Luister slechts naar Je hoogheid en de belangen van Je rechtvaardigheid totdat deze laatste ten volle verzadigd is en let niet op mijn zuchten e n mijn klagen.
Arme zielen! Ze hebben maar een passie, een vurigheid, een verlangen, dat van de hindernis te vernietigen die hen belet naar God te snellen, die hen roept en naar Hem trekt met de kracht en het geweld van Zijn schoonheid, Zijn barmhartigheid en Zijn onbegrensde liefde.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
7. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [8/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
8. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 34]
Hoofdstuk 1: Regionale en familiale omgeving van Benoîte
Benoîte als tiener
Maar de uiterste onschuld van dit meisje en haar diep gebrek aan opleiding lieten haar verstand braak liggen: M. Peytieu zal deze nog zeer ruwe staat van haar denken ten tijde van de eerste verschijningen benadrukken. Benoîte wist niets over het geniep spel van de bijoorzaken en ze leefde in een wereld waarin heiligen en engelen naaste en makkelijk bereikbare gezellen waren. Maar haar perfecte rechtvaardigheid zal aan haar getuigenis van ziende een accent van waarheid bezorgen dat enkel degenen die geen visioenen of wonderen als ware feiten in het kerkelijk leven herkennen zullen tegenspreken. Voor het overige was de mentaliteit van toen gunstig gesteld tegenover dergelijke feiten, en kardinaal de Richelieu had juist de principes vastgelegd die een voorzichtige beoordeling van deze uitzonderlijke feiten mogelijk maakte.
Benoîte had ook gebreken, nog weinig zichtbaar in de enkele aangehaalde feiten, maar die zich later zullen vertonen:
Bruuske gebaren en woorden, overdreven gehechtheid van een armoedige ziel aan stoffelijke bezittingen uit besparingsdrang, voorbarige en soms koppige beoordeling en vooral een uiterste gevoeligheid voor vreugde en voor falen.
Zo zien we de jonge herderin, die de nederige vertrouwelinge van de Maagd zal zijn, de ziende die niet verpletterd wordt door de bovennatuurlijke visioenen, het door God gekozen instrument voor een bijzonder moeilijke taak die meer dan een halve eeuw zal duren.
Vertaling: Broeder Jozef
9. Het sacrament van de Verzoening [deel 14] Het Sacrament van Boete en de Verzoening
De zonde is allereerst een belediging van God, het verbreken van de gemeenschap met Hem. Zonde tast bovendien de gemeenschap met de kerk aan. Daarom leidt bekering zowel tot Gods vergeving als tot verzoening met de kerk, wat door het sacrament van de boete en verzoening liturgisch uitgedrukt en verwezenlijkt wordt. God alleen vergeeft de zonde
God alleen vergeeft zonden. Aangezien Jezus de Zoon van God is, zegt Hij over zichzelf: 'De Mensenzoon heeft de macht op aarde zonden te vergeven' [Mc. 2,10] en Hij oefent deze macht ook uit: 'Uw zonden zijn u vergeven !' [Mc. 2,5] ; [Lc. 7,48]. Zelfs nog meer: krachtens zijn goddelijk gezag geeft Hij deze macht aan de mensen, opdat zij die uitoefenen in zijn naam.
Christus wilde dat heel zijn kerk, in haar gebed, haar leven en haar handelen, teken en instrument zou zijn van de vergeving en de verzoening, die Hij voor ons met de prijs van zijn bloed verworven heeft. Hij heeft echter de uitoefening van de macht om te vergeven aan het apostolisch ambt toevertrouwd. Dit ambt is belast met 'de dienst van de verzoening' [2 Kor. 5,18]. De apostel wordt gezonden 'in naam van Christus', en 'het is God zelf' die door middel van hem oproept en smeekt: 'Laat u met God verzoenen'
De verzoening met de kerk
Tijdens zijn openbaar leven heeft Jezus niet alleen de zonden vergeven, Hij heeft ook de vrucht van deze vergeving laten zien: Hij heeft de verzoende zondaars weer opgenomen in de gemeenschap van het Volk van God, waaruit de zonde hen verwijderd en zelfs uitgesloten had. Het feit dat Jezus zondaars bij zich aan tafel toelaat en, duidelijker nog, dat Hij zich bij hen aan tafel aansluit, is een schitterend teken daarvan. Op indrukwekkende wijze brengt Hij hiermee zowel Gods vergeving als hun terugkeer in de kring van het Volk van God tot uitdrukking.
Wanneer de Heer de apostelen laat delen in zijn macht zonden te vergeven, geeft Hij hun ook het gezag de zondaars met de kerk te verzoenen. Deze kerkelijke dimensie van hun taak wordt met name uitgedrukt door de plechtige woorden die Christus tot Simon Petrus richt: 'Ik zal u de sleutels geven van het rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn' [Mt. 16,19]. 'Het staat vast dat de macht om te binden en te ontbinden, die aan Petrus geschonken werd, ook is gegeven aan het college van de apostelen, dat met zijn hoofd verenigd is [Mt. 18,18 ; 28,16-20].'
De woorden binden en ontbinden betekenen: wie gij uit uw gemeenschap uitsluit, zal ook uit de gemeenschap met God uitgesloten worden; wie gij opnieuw in uw gemeenschap opneemt, zal ook God weer bij zich opnemen. De verzoening met de kerk is niet te scheiden van de verzoening met God.
Het sacrament van vergeving
Cristus heeft het boetesacrament ingesteld ten behoeve van alle zondige leden van zijn kerk, allereerst voor hen die na het doopsel zwaar gezondigd hebben en die zo de doopgenade verloren en de kerkelijke gemeenschap geschaad hebben. Het boetesacrament biedt hun een nieuwe gelegenheid om zich te bekeren en de genade van de rechtvaardiging terug te vinden. De Kerkvaders stellen dit sacrament voor als 'de tweede redplank [van het heil] na de schipbreuk, het verlies van de genade'.
In de loop der eeuwen heeft de concrete vorm waarin de kerk deze macht, ontvangen van de Heer, heeft uitgeoefend veel variaties gekend. Gedurende de eerste eeuwen was de verzoening van de christenen die na hun doopsel bijzonder zware zonden bedreven hadden [bijvoorbeeld afgoderij, moord of overspel], aan een zeer strenge tucht gebonden. De boetelingen moesten vaak jarenlang in het openbaar boete doen voor hun zonden alvorens verzoend te worden. Tot deze 'orde der boetelingen' [die slechts bepaalde zware zonden betrof] werd iemand slechts zelden toegelaten, in bepaalde streken slechts eenmaal in zijn hele leven. Gedurende de zevende eeuw brachten de Ierse missionarissen, geïnspireerd door de monastieke traditie uit het oosten, de 'privé'-praktijk van de boete naar het vasteland van Europa mee. Er werd niet meer geëist, publiek en langdurig boete te doen alvorens met de kerk verzoend te worden. Het sacrament vindt voortaan op een meer besloten wijze plaats tussen de boeteling en de priester. Deze nieuwe praktijk voorzag in de mogelijkheid dat het sacrament herhaald werd en opende zo de weg voor een regelmatig ontvangen ervan. De mogelijkheid ontstond dat in één enkele sacramentele viering zowel de zware als de dagelijkse zonden vergeven werden. Dit is in grote lijnen de vorm van boete die de kerk tot op de dag van vandaag kent.
Bij alle veranderingen die de kerkorde en de viering van dit sacrament in de loop der eeuwen gekend hebben, onderscheidt men dezelfde fundamentele structuur. Zij bevat twee even wezenlijke elementen: enerzijds wat de mens doet die zich bekeert onder invloed van de heilige Geest, namelijk het berouw, de belijdenis en de voldoening; anderzijds wat God doet door tussenkomst van de kerk. De kerk die door de bisschop en zijn priesters in naam van Jezus Christus de vergeving van de zonden schenkt en de wijze van voldoening vastlegt, bidt ook voor de zondaar en doet samen met hem boete. Zo wordt de zondaar genezen en weer opgenomen in de kerkelijke gemeenschap.
De absolutieformule die in de Latijnse kerk gebruikt wordt, brengt de wezenlijke elementen van dit sacrament tot uitdrukking: de barmhartige Vader is de bron van alle vergeving. Hij verwezenlijkt de verzoening van de zondaars door het paasmysterie van zijn Zoon en de gave van zijn Geest door middel van het gebed en het dienstwerk van de kerk: God, de barmhartige Vader, heeft de wereld met zich verzoend door de dood en de verrijzenis van zijn Zoon en de heilige Geest uitgestort tot vergeving van de zonden; Hij schenke u door het dienstwerk van de kerk vrijspraak en vrede. En ik ontsla u van uw zonden in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.
Anne Van Der Sloten
10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 252]
Jezus, zoon van Damneus
Zijn weg naar het hogepriesterschap
Bij het horen van de dood van Festus, zond de keizer Albinus naar Judea als procurator. Maar de koning beroofde Jozef van het Hogepriesterschap en verleende de opvolging van deze waardigheid aan de zoon van Annas [Ananus], die zelf ook Annas [Ananus] heette. Nu ging het verhaal de ronde dat deze oudste Annas een heel fortuinlijk man was, want hij had vijf zonen die allen het ambt van hogepriester bekleedden en die zelf gedurende een lange tijd ervoor had genoten, wat nooit eerder gebeurd was bij enige hogepriester.
Maar deze jongere Annas die het hogepriesterschap opnam, was een stoutmoedig man in zijn temperament en, heel aanstootgevend, hoorde hij ook aan de secte der Saducceeën die erg onbuigzaam waren bij het veroordelen van tegenstanders, strenger dan alle andere Joden.
Vertaling: Broeder Joseph
11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 78]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Onderhoud van Jezus met de zwijgzame Maria
De stille Maria wist in haar helderziende toestand inderdaad niet wat er met en rondom haar gebeurde en zij leefde bestendig in die afwezigheid van geest. Voor niemand had zij nog zo gesproken gelijk nu voor Jezus. In het bijzijn van alle anderen zweeg zij, niet omdat zij geheimzinnig, gesloten of trots was, neen, maar omdat zij die medemensen in de innerlijke wereld, waarin zij leefde, niet zag omdat zij hen niet in betrekking zag met hetgeen zij alleen aanschouwde, te weten: de hemelse werkelijkheden, de geheimen van de Verlossing.
Godvruchtige en geleerde vrienden van de familie spraken haar wel menigmaal aan, en luidop zegde zij dan wel iets, maar zij verstonden er geen gebenedijd woord van, omdat het niet aansloot bij het gesprek, maar betrekking had op haar visioenen. Het was een bijzonderheid hieruit zonder verband met het door hen aangeraakte onderwerp en daarom voor de ondervragers een raadsel. Zo werd zij door de gehele familie voor krankzinnig gehouden, hoewel zij slechts was, wat zij alleen kon en moest zijn, namelijk: eenzaam, zonder verband met de wereld, want zij was met haar geest niet in de huidige tijd en het dagelijks leven.
Haar bezigheden bestonden in het onderhouden van haar tuintje en in het vervaardigen van borduurwerk voor de tempel en dit werd haar door Martha gebracht. Hierin was zij bedreven en onder haar werk was zij voortdurend in overweging en beschouwing. In haar gebed was zij godvruchtig en vurig. Zij kreeg ook dikwijls de opdracht om speciaal voor de zonden van anderen te lijden en dan voelde zij zich zo bezwaard en terneergedrukt, alsof het gewicht van de gehele wereld op haar lag. Haar woning was van rustbedden en alle huisraad voorzien en geriefelijk ingericht. Zij at maar weinig en alleen. Nadat haar broeder en haar zusters Jezus gevolgd waren en zich definitief en voorgoed bij Jezus aangesloten hadden,stierf zij van droefheid over de grootheid van Jezus' bitter lijden, dat zij in de geest vooraf beschouwde.
Martha sprak met Jezus ook over Magdalena en stortte bij Hem het verdriet van haar hart over ze uit. Jezus troostte Martha en zegde dat Magdalena zeker tot Hem zou komen en dat zij niet moe mochten worden om voor haar te bidden en haar te vermanen.
Om half twee kwam de H. Maagd met Joanna Chusa, met Lea, Maria Salome en Maria van Kleofas hier aan. De vooruitgaande gids meldde hun nabijheid en Martha, Serafia, Maria Markus en Suzanna[van Jeruzalem] gingen met de nodige gereedschappen en enige verversingen naar dezelfde zaal, de ontvangstzaal, bij de ingang van de omringende gebouwen van het kasteel, om ze te ontvangen.
12. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 92: Columna Excelsa [Verheven Zuil]
Clemens XII [1730-1740]
Echte naam: Lorenzo Corsini [Florence, 7 april 1652 - Rome, 6 februari 1740]
De Europese hoven legden de voorrechten van de Kerk en de Heilige Stoel zonder meer naast zich neer. Van zodra de paus enig protest liet horen, verbraken Madrid en Napels hun diplomatieke betrekkingen. Op het einde van de Poolse successieoorlog beschikte het Verdrag van Wenen, zonder enige toelating, over bepaalde gebieden, zoals Parma en Placentia, die aan de paus toebehoorden. Men had hem ook nooit de toestemming gevraagd troepen een permanent doorgangsrecht te verlenen via de pauselijke Staat. De paus protesteerde maar kreeg geen gehoor. Geen enkele vernedering werd hem bespaard.
Zijn voornaamste, louter religieuze daden waren de heiligverklaring van Sint-Vincent a Paolo in 1737 en, in 1738, de eerste veroordeling van de vrijmetselarij. Zij had de kop opgestoken in Florence in 1733 en Rome reeds na twee jaar bereikt.
Het pontificaat van deze bijzonder verstandige, door en door goede en zonder meer eerlijke grijsaard, liep ten einde op 8 februari 1740. Ook al was hij soms verkwistend, dan gebeurde dit toch steevast ten bate van Rome en de Kerk.
Zijn grafmonument bevindt zich in de cappella Corsini van de Sint-Jan van Lateranen. Twee kolommen uit deze kapel versierden vroeger de zuilenhal van het Pantheon van Agrippa, vandaar Malachias verklaring.
Chris De Bodt
13. De Berkenboomprofetieën [deel 16]
Wessel Eilert
De Polen zullen in het begin onder de voet gelopen worden. Maar dan zullen ze vechten tegen de invallers en ze zullen een koning krijgen. Frankrijk zal verdeeld worden in drie dagen. Spanje zal niet betrokken zijn, maar de Spanjaarden zullen wel tussen komen en helpen om terug orde op zaken te stellen met de kerken. Oostenrijk zal gespaard blijven; in feite zal het daar vrij goed zijn. De Romeinse stoel zal voor een tijdje leeg zijn. Dit zal geen kwestie zijn van godsdienstoorlog, maar allen die in Jezus Christus geloven zullen een gemeenschappelijke oorzaak hebben. Een eerste teken van deze tijd dat deze oorlog zal uitbreken zal een algemene onverschilligheid zijn ten opzichte van de godsdienst en een algemene corruptie op vele plaatsen. In die tijd zullen de gelovigen de naam krijgen van "onnozelaars" en de goddelozen zullen zich voordoen als mensen van het licht.
Er zal één geloof zijn dat alle geloven zal verenigen, behalve dat van de joden die hun gebruikelijke koppigheid zullen tonen. Aan de Rijn zal een kerk gebouwd worden door de wil van alle volkeren. Vanaf daar waar de volgende grote oorlog zal uitbreken is wat de mensen verondersteld worden van te geloven. Elk geloof zal gelijkwaardig zijn. Duitsland krijgt een nieuwe koning en dan volgt er een gelukkige tijd.
Vertaling: Anne Van Der Sloten
14. Twee op drie huwelijken eindigen met echtscheiding
Twee op de drie afgesloten huwelijken in 2009 eindigen nog voor de vijftigste huwelijksverjaardag op een echtscheiding. Dat voorspelt de FOD Economie op basis van een berekening van de 'echtscheidingskans'.
In Vlaanderen zijn er minder echtscheidingen dan in Wallonië. Daar gaat iets meer dan één gehuwd koppel op twee (50,6 procent) uit elkaar binnen de 49 huwelijksjaren, terwijl het in Wallonië om bijna twee op de drie (64,3 procent) gaat.
De kans op echtscheiding berekenen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft weinig zin: echtscheidingen voor in het buitenland gesloten huwelijken worden in Brussel geregistreerd, waardoor dat cijfer kunstmatig hoog ligt. Het landelijk gemiddelde van 64,5 procent werd hier dan ook door beïnvloed.
De kans op een echtscheiding neemt al decennialang toe. In 1960 bedroeg ze amper 6,7 procent om dan gestaag te groeien naar 9,6 procent in 1970, naar 20,6 procent in 1980 en 31,9 procent in 1990. Nog eens tien jaar later, in 2000, zaten we aan 45,7 procent. In 2009 was er wel een daling van het aantal huwelijken en echtscheidingen (43.303 en 32.606) tegenover 2008 (45.613 en 35.366).
Onder meer wetswijzigingen zorgen voor tijdelijke pieken van het aantal echtscheidingen. Zo schoot het aantal echtscheidingen in 1995 en 2008 sterk de hoogte in na de vereenvoudiging van de echtscheidingsprocedure en de hervorming van de echtscheiding, telkens ingevoerd het jaar voordien.
Ook aangaan en beëindigen wettelijke samenlevingscontracten neemt toe
In 2009 hebben 67.561 personen een wettelijk samenlevingscontract afgesloten in België, dat is bijna het dubbele ten opzichte van 2006. Zowat 20.308 samenwonenden lieten in de loop van datzelfde jaar de overeenkomst beëindigen.
Het wettenlijk samenwonen werd in 2000 ingevoerd in België. Het biedt samenwonende koppels een aantal rechten en plichten, vooral in het geval van een erfenis. Sinds de aanvang nam het aantal samenlevingscontracten zowat elk jaar toe.
Bij de 67.561 contracten die in 2009 werden afgesloten, waren er 65.406 tussen personen van verschillend geslacht en 2.155 tussen personen van hetzelfde geslacht. In Vlaanderen waren het er 40.208, in Wallonië 21.732 en in Brussel 5.621. In Vlaanderen lieten 11.769 personen het contract beëindigen, tegenover 6.951 in Wallonië en 1.588 in Brussel.
19-05-2011
19 mei 2011
19 mei 2011
1. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 16]
Ana Shawl
Later in mijn tienerjaren, bad ik echt niet veel en werd het moeilijker om naar de Mis te gaan. Er waren nog steeds mijn vriendinnen die ik wou zien, maar dacht weinig aan God en sprak er nog minder over.
Op mijn twintigste huwde ik en daarop kreeg ik twee kinderen, Katie Rose en Stephen. Het huwelijk was verschrikkelijk en wij schelden elkaar uit van bij het begin, maar ik bleef omwille van de kinderen. Eindelijk overtuigden mijn ouders mij om mijn echtgenoot te verlaten en mocht ik terug bij hen gaan wonen. Ik bleef daar tot ik met de kinderen vertrok en later scheidde ik dan officieel van mijn man.
We vormden zo samen ons gezinnetje en ik ging al een tijd niet meer naar de kerk, omdat dat toch geen verschil zou uitmaken. Zefs na de eerste keer toen in naar Medjugorje ging in 1983, toen het hier allemaal rond de kerk nog open lag. Ik ben Kroatisch en ging in hoofdzaak naar Kroatische en Bosnië en Herzegovina om mijn familie te zien. Ik voelde daar warmte, alsof er ginds echt iets aan het gebeuren was. Er waren noch geen treden en ook geen biechtstoelen, enkel vuil en afsluitingen van de politie. Mijn familie vertelden me een aantal dingen over wat er ginds gebeurde, maar het grootste deel van de tijd liep ik wat rond. Het was pas toen ik thuis kwam dat ik werkelijk begreep wat er met mij was gebeurd, ginds in Medjugorje. Dit was dan ook het begin van alles.
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
2. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 123]
Schrift 1
241. + J.M.J. 1.5.1933
Bijzondere voornemens van de retraite
Naastenliefde:
ten eerste: dienstvaardigheid jegens de zusters
ten tweede: niet spreken over afwezigen en de eer van de naaste verdedigen
ten derde: me verheugen in het welslagen van de naaste.
242. + O God, hoe verlang ik een klein kindje [26] te zijn. Gij zijt mijn Vader, Gij weet hoe klein en zwak ik ben, ik smeek U dus, houd mij bij U alle dagen van mijn leven, en vooral in het uur van de dood, Jezus, ik weet dat Uw goedheid die van de tederste moeder overtreft.
243. Ik zal Jezus danken voor elke vernedering, ik zal bijzonder bidden voor de persoon die mij de kans geeft mij te vernederen. Ik zal mij slachtofferen ten voordele van de zielen. Geen offer tellen, mij uitstrekken als een tapijt onder de voeten van de zusters waarop ze niet alleen kunnen stappen maar ook hun voeten vegen. Mijn plaats is onder de voeten van de zusters. Ik zal trachten dit in praktijk te brengen op een voor menselijke ogen onzichtbare wijze. Het volstaat dat God het ziet.
244. De dagelijkse grijze dagen zijn al herbegonnen. De plechtige tijd van de eeuwige geloften is voorbij, maar de grote genade blijft in mijn ziel. Ik voel dat ik geheel van God ben, ik weet dat ik Zijn kind ben, ik voel dat ik geheel en al eigendom ben van God. Ik ervaar dit zelfs op lichamelijke en voelbare wijze. Ik ben volmaakt rustig in alles, want ik weet dat het voor de goede zaak is.
129. Uit de diepte, terwijl de klokken luiden als voor een begrafemis. De celebrant, meestal een bisschop, besprenkelt de zusters met wijwater terwijl hij zegt: "Sta op, ge zijt dood voor de wereld en Jezus zal u verlichten..." van mijn Bruidegom is aan mij te denken. Ik heb mezelf volledig vergeten. Mijn vertrouwen in Zijn allerbarmhartigste Hart is zonder grenzen. Ik ben onophoudelijk met Hem verenigd. Het lijkt mij alsof Jezus zonder mij niet gelukkig zou zijn, noch ik zonder Hem. Ik begrijp ook wel dat, vermits Hij God is, Hij in Zichzelf gelukkig is en voor Zijn geluk helemaal geen schepsel nodig heeft, maar Zijn goedheid dringt Hem Zich aan Zijn schepselen te geven, en dat met een onbegrijpelijke mildheid.
245. Mijn Jezus, ik ga mij nu inspannen voor de eer en de glorie van Uw Naam, strijdend tot de dag dat Gij Zelf mij zult zeggen "genoeg". Jezus, elke ziel die Gij mij toevertrouwt, wil ik ondersteunen door gebed en offer, zodat Uw genade in hen kan handelen. O mijn Jezus, grote vriend der ziellen, ik dank U voor het groot vertrouwen waarmee Gij de zielen aan onze bescherming toevertrouwd hebt. Grijze en zware werkdagen, gij zijt helemaal niet eentonig, want elk moment brengt nieuwe genaden en nieuwe mogelijkheiden om goed te doen.
[26] Zie Db 56.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
3. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 5]
De drie herderskinderen en hun families
Van zodra de kinderen de leeftijd van zeven jaar bereikten, namen ze hun deel op in de taken van het huishouden en werd er hen ook bijgebracht hoe ze op de kudde schapen moesten passen. Zoals de vroegere Patriarchen en Koningen, beschikte bijna elke familie over haar kleine kudde beminnelijke schapen, die door de kinderen werden uitgelaten om te grazen in de groene velden van hun ouders. De kudde droeg aanzienlijk bij tot het onderhoud van de familie: melk en kaas, lammeren om de oudere schapen te vervangen of om verkocht te worden op de markt, wol voor de vrouwen om te spinnen, te kleuren en daarna te weven om het aan te wenden voor het maken van warme en gekleurde sjaals voor de winter, of om matten te maken voor de eenvoudige slaapkamers, of ronde, blauwe en stevige rokken met brede rode strepen om de zondagskledij van de meisjes op te vrolijken. Gouden oorringen reikten tot hun schouders en glanzende medailles hingen rond hun nek, een sjaal over hun schouders en een warme muts, om hun hoofden te beschermen, versierd met gouden kralen en gekleurde veders om hun opschik te vervolledigen.
De kledij die de mensen droegen in onze dagen, had zelf een vleugje weg van eerbaarheid, de eerbied voor de menselijke waardigheid, vertoond door dorpsvrouwen van die dagen! Het is hier goed om even te herinneren aan wat de Heilige Schrift te zeggen heeft over dit onderwerp.
Jahweh, de God, hield hem het volgende voor: "Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven." De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan. Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van [...] Toen de man en zijn vrouw God, de Heer, in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor hem tussen de bomen. Maar God, de Heer, riep de man: "Waar ben je?" Hij antwoordde: "Ik hoorde u in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben. Daarom verborg ik me."
"Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom waarvan ik je verboden had te eten? De mens antwoordde: De vrouw die u hebt gemaakt om mij terzijde te staan, heeft mij vruchten van de boom gegeven en toen heb ik ervan gegeten. [...]"
Toen zei Jahweh, de God, tot de man: "Je hebt geluisterd naar je vrouw, gegeten van de boom die ik je had verboden. Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan, zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang. Dorens en distels zullen er groeien, toch moet je van zijn gewassen leven. Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen, want stof ben je, en tot stof zul je terugkeren. [...]"
God, de Heer, maakte voor de mens en zijn vrouw kleren van dierenvellen en trok hen die aan. [Genesis 2, 16-17 en 3, 6-21]
Vertaling: Chris De Bodt
4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 123]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 1
Waarachtig, hun ogen zijn nog niet herschapen door het zachte licht, de engelen dalen niet uit de hemel neer om hun vlammen in een verfrissende dauw te veranderen, maar ze bezitten de zachtste schat die voldoende is om de laagst gevallen mens weer te verheffen, om de dageraad van rust weer op de triestigste voorhoofden te doen verschijnen: ze bezitten de waarde die de ellendigste mens op aarde behoudt nadat hij de beker van de steeds vernieuwende droefenis en pijn heeft geledigd. Ze hebben de hoop, de hoop in de hoogste mate en die alle twijfel of angst wegneemt, die het hart tot rust brengt en in de diepste en absolute veiligheid: Reposita est mihi corona justitiae [II Tim 4,8].
Deze zielen zijn zeker van hun heil. Sint Thomas geeft ons twee redenen voor deze onfeilbare zekerheid, zo troostend dat ze in zekere zin hun lijden doet vergeten. Ten eerste weten die zielen door hun geloof dat de verdoemden noch God kunnen beminnen, noch hun zonden haten of een goed werk doen: maar ze zijn overtuigd God te beminnen, hun zonden te haten en geen enkel kwaad meer kunnen doen. Ze weten als geloofswaarheid dat de zielen die sterven in staat van doodzonde zonder uitstel na hun laatste adem in de Hel gestort worden. Ducunt in bonus dies suos, et in puncto ad inferna descendunt (Job 21,13). Maar die zielen over wie sprake worden niet hopeloos, zien het gezicht van de duivel niet of horen zijn lasteringen en vloeken, en besluiten door dit feit en op onfeilbare wijze dat ze niet gestorven zijn in staat van doodzonde, maar in staat van genade en aangenaam aan God.
Bijgevolg, hoe blij zijn ze om met Sint Paulus overtuiging te kunnen uitroepen: Geen nieuw verval in zonde! Geen scheiding meer tussen God en mij! Geen negeren meer van Jezus Christus die mijn leven is: certus sum enim! Geen geduchte twijfels meer over mijn voorbestemming. Ah! Het is zover, ik ben gered.... Ik heb uit de mond zelf van mijn God het onweerlegbare vonnis van mijn heil vernomen, ik weet zonder enige twijfel, dat eens de deuren van de hemelse stad zullen opengaan voor mijn triomfantelijke intrede, dat de Hemel, de aarde, de Prinsdommen, de verenigde Machten, het zwaard zelfs machteloos zijn om me van Gods liefde te scheiden en me de eeuwige kroon te ontnemen: Quia neque principatus neque creatura alia poterit nos separare a charitate Dei, quae est in Christo Jesu [Rom 8,38].
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
5. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [7/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
6. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 33]
Hoofdstuk 1: Regionale en familiale omgeving van Benoîte
Benoîte als tiener
Vooraleer met het verhaal van de eerste Verschijningen te beginnen willen we Benoîte als tiener schetsen. Geboren in een godsvruchtig en arm gezin waar de moeder krachtdadig optrad en de vader zacht van aard was, het door God gezegende kind [Benoîte = benedicta] schijnt een baby met weelderige vitaliteit die enkele kleine ongevallen veroorzaakt. Het jonge kind legt al gauw een vrijgevige en spontane natuur aan de dag, met vroegtijdige religieuze intuïties die de liefdevolle waarneming van de vader niet ontgaan. Eens overleden heeft de weduwe aan dit meisje van zeven een kostbare steun dankzij de christelijke hoop van dit kind die ze al vroeg meeslepend kon uitdrukken, zoals het feit met het bootje aantoont.
In dienst geplaatst heeft de tiener nood aan een paternoster, want ze vindt in het gebed al het nodige voedsel voor haar ziel. Misschien is de nabije pastorij, waar haar meter werkt, oorzaak van deze goede neiging. De gezondheid van Benoîte schijnt soms aangetast door aanvallen van koorts, alsof ze een te vrijgevig bloed bezat, vooral in de puberteit. Verder is ze een kloek gebouwde meid, hard opgevoed en tot langdurig vasten bekwaam en ze zal uitzonderlijke fysische weerstand vertonen.
Haar tienertijd ontplooit haar natuurlijke gaven van bescheidenheid, besliste zachtheid en aardige liefde, waardoor ze zeer op prijs wordt gesteld door de volwassenen en haar gezellinnen die hun tedere sympathie niet wegstoppen. Het is de leeftijd waarop zich de instinctieve zuiverheid van het meisje ontpopt met zeer duidelijke trekken: ze handelt meteen met moed en beslissing die de bewondering van de schuldigen afdwongen, ze weigert alle jatterij of onkuisheid en ze kan haar brutale baas raad geven met de kalmte van een heldere ziel. Het gezin Jullien stelt haar op prijs: wijs, eenvoudig en godsvruchtig, de gevoelige tiener komt stilaan in de vervoering van de barmhartige Maagd Maria. Ze vindt er de wonderbare weerkaatsing van het ideaal dat haar bezielde sinds haar kinderjaren. Haar meditatieve ziel heeft zulke ingevingen over de morele schoonheid dat haar blik, haar houding, haar woorden een bijzondere uitstraling krijgen die sommige verrast.
Vertaling: Broeder Jozef
7. Het sacrament van de Verzoening [deel 13]
4. De veelvuldige vormen van boetedoening in het Christelijk leven
De innerlijke boetvaardigheid van de christen kan zich op uiteenlopende wijzen uiten. De Schrift en de Kerkvaders leggen vooral op drie vormen de nadruk: het vasten, het gebed en de aalmoes. Het zijn uitdrukkingen van onze bekering in onze relatie tot onszelf, tot God en tot de anderen. Naast de grondige zuivering die het doopsel of het martelaarschap bewerken, noemen zij als middel om vergiffenis van de zonden te verkrijgen: de inspanning om zich met zijn naaste te verzoenen, de tranen van boete, de zorg voor het heil van de naaste, de voorspraak van de heiligen en de naastenliefde 'die tal van zonden bedekt' [1 Petr. 4,8].
De bekering wordt in het dagelijks leven verwezenlijkt door daden van verzoening, de zorg voor de armen, het betrachten en verdedigen van de rechtvaardigheid en het recht, door schuld te bekennen aan zijn broeders en zusters, de broederlijke vermaning, de verbetering van zijn leven, het gewetensonderzoek, de geestelijke begeleiding, het aanvaarden van het lijden en het verduren van de vervolging omwille van de gerechtigheid. Elke dag zijn kruis opnemen en Jezus volgen is de zekerste weg van boetvaardigheid.
Eucharistie en boete. De dagelijkse bekering en boetvaardigheid vinden hun bron en hun voedsel in de eucharistie, omdat het offer van Christus immers, dat ons met God heeft verzoend, tegenwoordig wordt gesteld. Ze voedt en sterkt hen die door het leven van Christus worden bezield: 'ze is het tegengif dat ons verlost van onze dagelijkse zonden en ons behoedt voor doodzonden.'
Het lezen van de heilige Schrift, het bidden van het getijdengebed en het Onze Vader, elke oprechte daad van eredienst of godsvrucht verlevendigen in ons de geest van bekering en boetvaardigheid en dragen bij tot vergiffenis van onze zonden.
Boetetijden en boetedagen tijdens het liturgisch jaar [de vastentijd, elke vrijdag ter gedachtenis van de dood van de Heer] zijn voor de kerk gelegenheden bij uitstek om boete te doen. Deze tijden zijn uitermate geschikt voor retraites, boetevieringen, bedevaarten als teken van boete, dingen die men zich vrijwillig ontzegt, zoals vasten en aalmoezen geven en broederlijk delen [liefde- en missiewerken].
[Zijn dit niet de dingen die de Gospa ons ook met aandrang vraagt?]
Het proces van de bekering en de boetvaardigheid werd door Jezus op indrukwekkende wijze beschreven in de zogenaamde parabel 'van de verloren zoon' waarin 'de barmhartige vader' centraal staat [Lc. 15: 11-24]: de betovering van een denkbeeldige vrijheid, het verlaten van het vaderlijk huis, de uiterste ellende waarin de zoon geraakt, nadat hij zijn geld verkwist heeft; de diepe vernedering varkens te moeten hoeden en, erger nog, verlangen zich te voeden met de schillen die de varkens voorgeworpen kregen, de gedachte aan wat hij verloren had, het berouw en het voornemen schuld te bekennen jegens zijn vader; de weg terug, de liefdevolle opname door de vader en de vreugde van de vader. Het zijn allemaal fasen die het bekeringsproces kenmerken. In het fraaie kleed, de ring en het feestmaal verschijnen de symbolen van het nieuwe, zuivere, waardige en vreugdevolle leven, een leven van iemand die tot God en zijn huisgezin, de kerk, terugkeert. Enkel het hart van Jezus, dat de diepten van de liefde van zijn Vader kent, kon ons op een zo eenvoudige en tegelijk schitterende wijze openbaren hoe onpeilbaar diep de barmhartigheid van de Vader is.
Anne Van Der Sloten
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 251]
Jezus, zoon van Damneus
Zijn weg naar het hogepriesterschap
Met Festus, die nu dood was, en door Albinus die onderweg was naar Judea, had Annas het voordeel van zijn ambt aan hem. Hij verzamelde het Sanhedrin, het Joodse gerechtshof om Jacobus en nog anderen te veroordelen. Toen de beschuldiging tegen hen was opgesteld als "ongehoorzaam aan de wetten," leverde Annas hen over om te worden gestenigd.
Maar de rechtvaardigen onder de burgers keerden zich van deze handeling af, omdat, wat gebeurd was, tegen de wetten der Joden was. Daarom richtten ze zich tot Albinus om Annas terecht te wijzen voor wat er gebeurd was omdat hij niet rechtvaardig had gehandeld. Toen Albinus op reis was in Alexandrië, werd hij door Annas tegenstanders bezocht en ingelicht dat het onwettig was van Annas om het sanhedrin bijeen te roepen, zonder de Albinus daarin te kennen. Hierop schikte Albinus naar wat hem was medegedeeld en schreef in woede tot Annas dat hij zou gestraft worden voor wat hij had uitgericht, waarop Agrippa II hem, reeds na drie maanden, het hogepriesterschap ontnam en hierop Jezus, de zoon van Damneüs tot hogepriester benoemde.
Vertaling: Broeder Joseph
9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 76]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Onderhoud van Jezus met de zwijgzame Maria
Daarna beschouwde zij de H. Maagd in haar kamer en sprak haar toe en drukte de wens uit dat zij met het voorstel van de Engel mocht instemmen. Zij zag de Engel aankomen en aan Maria de Heer verkondigen en beschreef dit alles, terwijl zij in de verte voor zich uit staarde, als was zij toeschouwster en als uitte zij luidop haar gedachten. Dan vertoefde zij in overdenking bij de gedachte, die zij ook kinderlijk onbevangen uitsprak, dat de H. Maagd zich bezonnen had alvorens haar antwoord en toestemming te geven en tot haar het woord richtend, zei zij: "Gij had de belofte van maagdelijkheid gedaan. Indien Gij eens geweigerd had de Moeder van de Heer te worden, hoe zou het de mensen dan vergaan zijn? Zou er nog een andere zulke maagd ooit te vinden geweest zijn? Ongelukkig Israël, gij had nog lang verweesd moeten zuchten."
En nu beklemtoonde zij welk een geluk het geweest was dat de H. Maagd had toegestemd. Zij prees haar en ging hierop over tot de geboorte van Jezus, sprak het Kind in de kribbe aan en zei: "Boter en honig zult Gij eten." En zij doorvlocht haar ontboezemingen met profetieën en maakte ook gewag van de voorzeggingen van Simeon en Hanna in de tempel. En zo ging haar beschouwing door, alsof zij alles zag, en zij sprak alle verschijningen aan, als leefde zijzelf in ieder van die tijden en als maakte zij de gebeurtenissen mede. Tenslotte kwam zij op de tegenwoordige tijd en zei ze: "Nu gaat Gij de zure, zware weg op....enz." Hierbij was zij altijd als alleen, en ofschoon zij wist dat de Heer bij haar was, maakte dit de indruk op haar, alsof Hij haar niet naderbij was dan de personen uit haar visioenen, wier handelingen zij beschreef. Jezus onderbrak haar met gebeden en dankzeggingen tot God. Hij loofde zijn Vader en aanriep Hem ten gunste van de mensen, en dit op het gepaste ogenblik tussen het overige in. Dit gehele gesprek was wonderbaar en onuitsprekelijk zielroerend.
Jezus verliet haar en zij bleef zo rustig en onbewogen als te voren. Zij ging in haar woning terug. Bij Lazarus en Martha teruggekeerd sprak Jezus hun ongeveer in dezer voege toe: "Zij is niet van haar verstand beroofd, maar met haar ziel is zij niet op deze wereld. Haar geest ziet deze wereld niet en deze wereld weet niet wat er met haar aan de hand is. Zij is gelukkig, want zij zondigt niet."
10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 92: Columna Excelsa [Verheven Zuil]
Clemens XII [1730-1740]
Echte naam: Lorenzo Corsini [Florence, 7 april 1652 - Rome, 6 februari 1740]
De pauselijke financiën werden nog verder verbeterd door nieuw leven te blazen in een openbare loterij, die onder Benedictus XIII was verboden. De verbeterde financiële situatie stelde hem in staat de kunsten en wetenschappen te bevorderen [begin van de bouw van de Trevifontein, nieuwe façade voor de Sint-Jan van Lateranen, Bibliotheca Corsini]. Hij gaf nieuwe regels voor de pauskeuze [1732] en steunde de missionering in de Libanon. In 1738 werd de vrijmetselarij veroordeeld.
De paus beperkte zijn steun niet tot Rome. Hij moderniseerde de haven van Ancona en liet in Ravenna indrukwekkende hydraulische machines bouwen die de stad doelmatig tegen overstromingen moesten beschermen. Het was ook hij die de kleine republiek San Marino vrijheid en onafhankelijkheid schonk. Hoewel Clemens XII van Rome een artistiek en cultureel centrum met aanzien maakte, moest hij toegeven dat het pausdom op het internationale forum veel van zijn prestige had ingeboet.
Chris De Bodt
11. De Berkenboomprofetieën [deel 16]
Wessel Eilert
Een andere Westfaalse ziener, een boer genaamd Wessel Dietrich Eilert [ook bekend als oude Jasper], laat ons meer details zien omtrent de oorlog van de berkenboom. Eilert leefde in Huckarde nabij Dortmund, Duitsland, van 1764 tot 1833. Zijn profetie werd gepubliceerd in 1848:
In het jaar dat de oorlog begint zal men de oogst van de maïs binnen kunnen brengen, maar niet die van de tarwe. Voor deze oorlog zal er een tijd zijn van algemene ontrouw. Mensen zullen het kwaad houden voor goedheid en eer, verraad voor beleefdheid. Er zal een algemene instorting zijn van de structuur van de gemeenschap. Deze oorlog zal in het oosten beginnen. De oorlog zal zeer vlug uitbreken. ´s Avonds zal men zeggen: "Vrede, vrede," maar er is geen vrede en ´s morgens zal de vijand al aan de deur staan en het oorlogsgeweld zal weerklinken. Het zal maar een paar dagen duren en diegenen die zich kunnen verbergen voor enkele dagen zullen veilig zijn. Ook het uittrekken zal vrij vlug gaan. Iemand gooit de wielen en rijtuigen in het water en de vluchtende vijand zal alles met hem meenemen. De mensen van de halve wereld zullen opstaan tegen mekaar. God zal de twee vijanden schrik aanjagen met al Zijn macht. Alleen enkele Russen zullen in staat zijn om naar huis terug te keren en hun zaken daar te behartigen. Het land zal veel van zijn bevolking verliezen zodanig dat vrouwen op het land zullen moeten werken en zeven meisjes ruziën om een man. De priesterstand zal zo zeldzaam zijn dat je zeven uren moet gaan om een mis te kunnen bijwonen.
Vertaling: Anne Van Der Sloten
12. Bidden voor België in de basiliek van Koekelberg
In de basiliek van Koekelberg wordt op zaterdag 28 mei vanaf 19.30 uur een grote nationale gebedssamenkomst georganiseerd. Dat staat te lezen op Kerknet.be, de website van de Kerk in Vlaanderen. Het einde van de gebedssamenkomst is voorzien om 21.30 uur.Volgens Kerknet hebben de toestand in ons land en de crisis die België doormaakt enkele christelijke gemeenschappen, zoals de Charismatische Vernieuwing (KCV) en le Verbe de Vie, aangezet tot een nationaal gebed.
De KCV roept op haar website iedereen op om "samen te bidden met christenen van verschillende talen en verschillende belijdenissen om de barmhartigheid van de Heer te vragen over de situatie van ons land en zijn inwoners." Tijdens de grote gebedsavond in de basiliek moet er gebeden worden voor de "heling van de kwetsuren ten gevolge van de splitsing die de Belgische gemeenschappen hebben ondervonden en die zich van elkaar meer verwijderden in plaats van zich te verenigen. Op 28 mei is iedereen welkom om mee te bidden en Gods zegen te vragen over alle christelijke gemeenschappen, over taal- en cultuurgrenzen heen", aldus Kerknet.
Volgens de Charismatische Vernieuwing zal aartsbisschop Léonard op de samenkomst aanwezig zijn.
18-05-2011
18 mei 2011
18 mei 2011
1. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 15]
Ana Shawl
Dit is een lang verhaal, maar ik wou een beetje van mijn verhaal delen met mijn familie van de gebedsgroep. Het verhaal lag reeds een paar dagen op mijn lippen. Het is niet zozeer een bekeringsverhaal, maar enkel een van die werkelijk heel bijzondere momenten uit iemands leven die men wenst te delen met iemand anders. Hier gaan we dan. Ik zal het bekeringsverhaal later wel eens vertellen, maar voor meer infomatie verwijs ik naar onze Medjugorje site http://www.medjugorje.org
Ik ben katholiek opgevoed en ging als kind met mijn ouders, drie broers en mijn zus naar de mis. We gingen allen regelmatig te biechten, vermoedelijk zowat elke twee maanden. Dan ging ik neerzitten om allerlei gebeden te lezen en soms speelden mijn zus en ik "Heilige Mis," waarbij we dan de gebeden van in de kerk probeerden op te sommen. Ik bleef naar de kerk gaan tijdens mijn tienerjaren, maar dan vooral om bij mijn vriendinnen te zijn, waarbij ik weinig aandacht schonk aan de Mis, alhoewel ik de zondagsmis niet wou missen. Mijn oom was een priester en bracht me steeds bijbels mee of prenten en gebedsboeken, en daar hield ik enorm van.
Later in mijn tienerjaren, bad ik echt niet veel en werd het moeilijker om naar de Mis te gaan. Er waren nog steeds mijn vriendinnen die ik wou zien, maar dacht weinig aan God en sprak er nog minder over.
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
2. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 122]
Schrift 1
240. Drie verzoeken op de dag van mijn eeuwige geloften. Ik weet, Jezus, dat Gij mij vandaag niets zult weigeren.
Eerste verzoek. Jezus, mijn welbeminde Bruidegom, ik vraag U de triomf van de Kerk, vooral in Rusland en in Spanje, de zegen voor de Heilige Vader Pius XI en heel de geestelijkheid, de genade van de bekering voor de verstokte zondaars. Ik vraag U, Jezus, een bijzondere zegen en licht voor al de priesters waarbij ik ga biechten gedurende geheel mijn leven.
Tweede verzoek. De zegen voor onze Congregatie, een vurige ijver in de Congregatie. Zegen Jezus, de algemene moeder overste, de moeder meesteres en heel het noviciaat en alle oversten, zegen mijn geliefde ouders. Verleen, Jezus, Uw genade aan onze meisjes, versterk hen machtig in Uw genade, opdat zij die onze huizen verlaten U niet meer door enige zonde beledigen. Jezus, ik bid voor mijn vaderland, verdedig het tegen de aanvallen van zijn vijanden.
Derde verzoek. Jezus, ik bid U voor de zielen die het meest gebed nodig hebben. Ik bid U voor de stervenden, wees barmhartig jegens hen. Ik bid U ook, Jezus, voor de verlossing van alle zielen van het vagevuur.
Jezus, ik beveel U bepaalde personen aan: mijn biechtvaders, de personen aan mijn gebeden aanbevolen, een zekere persoon..., Pater Andrasz, eerw. Heer Czaputa [24] en de priester die ik in Wilno [25] leerde kennen en mijn biechtvader moet worden, een bepaalde ziel..., een bepaalde priester, een bepaalde kloosterling, aan wie ik, Gij weet het Jezus, zoveel te danken heb en al de personen die zich in mijn gebeden hebben aanbevolen.
Jezus, op deze dag kunt Gij alles doen voor de personen voor wie ik U bid. Voor mezelf, Jezus, vraag ik U, vorm mij helemaal om in U, bewaar mij voortdurend in een heilige ijver voor Uw glorie, geef mij de genade en de geesteskracht om in alles Uw heilige Wil te volbrengen. Ik dank U, mijn welbeminde Bruidegom, voor de waardigheid die Gij mij verleend hebt en speciaal voor de koninklijke wapens die mij vanaf vandaag sieren en die de engelen zelfs niet bezitten, namelijk het Kruis, het Zwaard en de Doornenkroon. Maar, o mijn Jezus, bovenal dank ik U voor Uw Hart, het is mij in alles genoeg.
Moeder Gods, Allerheiligste Maria, mijn Moeder, Gij zijt nu heel bijzonder mijn Moeder omdat Uw beminde Zoon mijn Bruidegom is, zo zijn we beiden uw kinderen. Omwille van Uw Zoon moet gij mij beminnen. Maria, mijn geliefde Moeder, bestuur mijn innerlijke leven zodat het welgevallig is aan Uw Zoon.
+ Heilige en Almachtige God, op dit moment dat Gij mij de grote genade verleent door mij met U voor eeuwig te verenigen, werp ik mij, een klein niets, aan Uw voeten met de diepste dankbaarheid, zoals een klein onbekend bloempje, en de geur van dit liefdebloempje gaat elke dag opstijgen tot Uw troon.
Op momenten van strijd en lijden, van duisternis en stormen, van smachtend verlangen en verdriet, op momenten van harde beproeving en op momenten waarop ik door geen enkel schepsel begrepen word en zelfs door iedereen veroordeeld en veracht word, zal ik deze dag van mijn eeuwige geloften gedenken, de dag van onbegrijpelijke goddelijke genade.
[24] P. Andrasz, zie Db 34; T. Czaputa zie Db 23. [25] E.H. Sopocko, zie Db 34.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
3. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 4]
De drie herderskinderen en hun families
Iedereen voldeed aan het voorschrift om de zondagen en andere verplichte feestdagen heilig te houden. Tijdens de voormiddag ging iedereen naar de Mis en tijdens de namiddag nam iedereen ontspanning. De jonge mensen ontmoetten elkaar gezellig in onze tuin, in de schaduw van de enorme vijgenbomen en onder de toekijkende ogen van hun ouders, die, in groepjes apart, praatten over het werk in de velden, met de kaart speelden, en zo verder. Toen de zon onderging en de kerkklokken luidden, stond iedereen op. De mannen namen hun typische hoofddeksel af en namen het in de hand, terwijl het Angelus werd gebeden. Dit werd gevolgd door het gewoonlijke afscheid, de "Adeus." Nadat iedereen van de heerlijke dag had genoten werd het tijd om terug te keren naar huis voor het avondmaal, samen met een gerust geweten omdat de wetten van God waren onderhouden en de lichamelijke sterkte werd hernieuwd zodat iedereen de daaropvolgende dag met volle vitaliteit hun dagelijkse taken zou kunnen hernemen.
Na het avondmaal startte vader met het dankgebed, gevolgd door een reeks Onze Vaders en Weesgegroetjes en Glorie zij de Vaders voor de intenties van iedereen die in onze gedachten opkwam. Daarna leidde moeder de Rozenkrans ter ere van Onze Lieve Vrouw der Smarten. Hierop volgden momenten van gesprekken en plannen voor het werk van de volgende dag en dan moesten we naar bed, daar de nachten kort waren.
Heel vroeg de volgende morgen stonden de volwassenen en oudere kinderen op bij dageraad en dan vertrokken ze, vrolijk zingend op het geluid van de harmonica, de fluit, waarbij de overrijpe olijven, distels en doornstruiken vertrapt werden om zo het "manna des levens" te bekomen, want voor hen, zowel als voor de Israëlieten zou binnen enkele dagen het regenseizoen beginnen, samen met de frisse ochtenddauw.
Vertaling: Chris De Bodt
4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 122]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 1
Het bestaan van het Vagevuur is formeel bevestigd door de heilige Schrift en de constante traditie van de Joodse en Christelijke Kerk. In het boek Macchabeeën wordt gezegd dat het voor een heilige en helende gedachte is om voor de overledenen te bidden om ze te bevrijden van hun zonden en onvolmaaktheden die hun leven bezoedelden: ut a peccatis solvantur [Macc 12,46]. Sint Paulus zegt, bij het spreken over lichtzinnige en verwaande predikers die zich in hun ministerie laten verleiden door liefde voor eerbetuigingen, ijdel en toegevend zijn, dat ze zullen gered worden maar nadat ze eerst door de vlammen gezuiverd zijn: sic quasi per ignem [Cor 3,15]. Sint Gregorius leert dat de zielen schuldig aan plichtsverzuim dat niet genoeg uitgeboet werd in hun leven zullen gedoopt worden in het vuur: ab igne baptizabuntur. Het is hun tweede doopsel. Het eerste is vereist om ons in te leiden in de aardse Kerk, het tweede om ons in te leiden in de hemelse Kerk. Volgens Sint Cyrillus en Sint Thomas is het vuur van het Vagevuur van dezelfde aard dan dat van de Hel. Het is even vurig, en verschilt maar omdat het tijdelijk is. Ten slotte leert de gewijde liturgie ons dat het Vagevuur een afgrijselijke afgrond is, een verblijf waarin de zielen in angst en gruwelijke verwachting leven, een brandhaard waarin ze zonder ophouden branden in een subtiel vuur aangewakkerd door de adem van de goddelijke rechtvaardigheid en waarvan de energie de maat is van zijn zeer rechtvaardige en zeer gevreesde wraak: Dies irae, dies illa ... Lacrymosa dies illa, qua resurget ex familia judicandus homo reus.
De Kerk, in het Canon van de Mis, offert aan God haar gebeden om voor die zielen een plek van licht te bekomen [locum lucis]: wat betekent dat ze in de nacht verblijven, in dichte en ondoordringbare duisternis. Ze vraagt voor hen locum refigerii, een plek van verfrissing: wat betekent dat ze in onuitstaanbare hitte verblijven. Ook vraagt ze nog voor hen locum pacis, een plek van vrede: wat betekent dat ze overgeleverd zijn aan onrust en onuitsprekelijke angsten.
Deze korte uiteenzetting doet heel ons wezen huiveren. Vlug voegen we aan toe dat de troost die deze zielen ervaren ook onuitsprekelijk zijn.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
5. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [6/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
6. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 32]
Hoofdstuk 1: Regionale en familiale omgeving van Benoîte
De verhalen van Mr. Gaillard
Volgens een nota, verzeild in een map papieren van M. Gaillard, zou Benoîte zelf geaarzeld hebben [nog in 1710] over de juiste identiteit van die bejaarde. Ze zou inderdaad aan de Maagd gevraagd hebben wie hij was en als antwoord gekregen hebben: "Het is mijn dienaar Maurice," wat Gaillard in de marge van zijn handschrift zo noteert: "Sint Maurice, mijn dienaar." Zo worden de mensen soms te vlug heilig verklaard!
De aanwezigheid van wolven is niet ongewoon, want als gevolg van barre kou begin van de XVIIe eeuw waren troepen wolven de Alpen binnengedrongen vanuit het Oosten en ze zwierven in kleine groepen rond, dunden de kuddes uit en vielen soms de herders aan. In de vallei van de Avance worden ze drie à vier maal vermeld in onze handschriften en ook in de burgerlijke teksten. Premies werden uitgeschreven in Gap voor het hoofd of de oren van een gedood dier.
Tot besluit hebben we deze mindere gebeurtenis in detail weergegeven om een eind te maken aan de legende die een inleiding wil zijn of zelfs een voorspelling van de grote gebeurtenis die weldra zal plaatsvinden.
Vertaling: Broeder Jozef
7. Bijzondere reeks rond de sacramenten [deel 12]
Het sacrament van de Verzoening
4. De inwendige boetvaardigheid
Zoals dit reeds bij de profeten het geval was, beoogt Jezus' oproep tot bekering en boete niet op de eerste plaats uiterlijke werken -'zak en as', vasten en verstervingen- maar de bekering van het hart, de innerlijke boetvaardigheid. Zonder deze innerlijke bekering blijven de werken van boetvaardigheid vruchteloos en leugenachtig; de innerlijke bekering daarentegen zet ertoe aan deze houding uit te drukken in zichtbare tekens, gebaren en werken van boetvaardigheid.
De innerlijke boetvaardigheid houdt een grondige heroriëntering van heel het leven in, een terugkeer, een, bekering van ganser harte tot God, een afzien van de zonde, een afkeer van het kwaad, met daarbij een weerzin tegen de slechte daden die bedreven werden. Tegelijkertijd wekt zij in ons het verlangen en het besluit ons leven te veranderen, met daarbij de hoop op de goddelijke barmhartigheid en in het vertrouwen op de hulp van zijn genade. Deze bekering van het hart gaat vergezeld van een heilzame smart en droefheid, die de Kerkvaders animi cruciatus [zielskwelling] of compunctio cordis [rouwmoedigheid van het hart] hebben genoemd.
Vervul ons want de mens is traag en hard. God moet de mens een nieuw hart geven. Bekering is allereerst een werk van Gods genade die onze harten weer tot Hem keert: 'Heer, breng ons weer bij U terug, maak ons leven opnieuw zoals vroeger' [Klaagl. 5,21]. God geeft ons de kracht om opnieuw te beginnen. Pas als ons hart de verhevenheid van Gods liefde ontdekt, wordt het ontsteld door de verschrikking en de last van de zonde en begint het te vrezen God door de zonde te beledigen en van Hem gescheiden te worden. Het menselijk hart bekeert zich door op te kijken naar Hem die onze zonden hebben doorstoken:
Laten wij met aandacht het bloed van Christus beschouwen, en beseffen hoe kostbaar dit is voor God, zijn Vader. Dit bloed is immers vergoten voor ons heil, en bracht aan heel de wereld de genade van de inkeer.
Sinds Pasen is het de heilige Geest die 'de wereld het overtuigend bewijs levert van wat zonde is' [Joh. 16,8-9], namelijk dat de wereld niet heeft geloofd in Hem die de Vader gezonden heeft. Dezelfde Geest echter die de zonde open baart, is ook de Vertrooster die aan het hart van de mens de genade van het berouw en van de bekering schenkt. BR 8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 250]
Jezus, zoon van Damneus
Zijn weg naar het hogepriesterschap
Bij het horen van de dood van Festus, zond de keizer Albinus naar Judea als procurator. Maar de koning beroofde Jozef van het Hogepriesterschap en verleende de opvolging van deze waardigheid aan de zoon van Annas [Ananus], die zelf ook Annas [Ananus] heette. Nu ging het verhaal de ronde dat deze oudste Annas een heel fortuinlijk man was, want hij had vijf zonen die allen het ambt van hogepriester bekleedden en die zelf gedurende een lange tijd ervoor had genoten, wat nooit eerder gebeurd was bij enige hogepriester.
Maar deze jongere Annas die het hogepriesterschap opnam, was een stoutmoedig man in zijn temperament en, heel aanstootgevend, hoorde hij ook aan de secte der Saducceeën die erg onbuigzaam waren bij het veroordelen van tegenstanders, strenger dan alle andere Joden.
Vertaling: Broeder Joseph
9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 75]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Onderhoud van Jezus met de zwijgzame Maria
Zij zei nooit: "ik," maar "gij," wanneer zij zichzelf bedoelde, alsof zij zichzelf elders zag en het woord tot die andere buiten haar richtte. Zij sprak Jezus niet aan en viel niet voor Hem neder. Jezus sprak het eerst tot haar: het was geen eigenlijke dialoog en zo wandelden zij het hofje rond.
De stille Maria zag gestadig naar omhoog en beschreef hemelse werkelijkheden die zij scheen te aanschouwen. Jezus sprak eveneens op die wijze en wel over en tot zijn hemelse Vader. Zij zag Jezus nooit aan. Slechts nu en dan was zij onder het spreken half ter zijde naar Hem gewend. Hun afwisselend spreken was meer een gebed, een lofzang, een beschouwing, een mondelinge beschrijving van geheimenissen dan een gesprek. Maria scheen niet te weten dat zij leefde. Haar geest zweefde in een andere wereld en op aarde handelde haar lichaam in harmonie met haar ziel.
Ik herinner me nog uit haar woorden dat zij met ten hemel geslagen ogen over de menswording van Christus sprak, als zag zij het hele gebeuren in de H. Drievuldigheid plaats hebben. Ik kan haar kinderlijke en toch ernstige woorden niet letterlijk herhalen. Zij zei alsof zij het zag: "De Vader zegt tot de Zoon dat Hij tot de mensen op aarde moet nederdalen en dat de Maagd Hem moet ontvangen." En hierop beschreef zij de vreugde van alle engelen over dit raadsbesluit van God en hoe Gabriël daarop tot een Maagd neergezonden werd. Alle engelenkoren in ogenschouw nemend [want ja, alle koren waren mede nedergedaald] richtte zij, naar gelang ze voorbijtrokken, het woord tot allen, juist gelijk een kind dat een voorbijgaande processie aanspreekt, haar schoonheid bewondert, vol lof is voor de ijver en de godsvrucht van elke deelnemer in het bijzonder.
10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 92: Columna Excelsa [Verheven Zuil]
Clemens XII [1730-1740]
Echte naam: Lorenzo Corsini [Florence, 7 april 1652 - Rome, 6 februari 1740]
Hij was aanvankelijk een in Pisa afgestudeerde jurist. Na een lang conclaaf van 4 maanden werd hij op 78-jarige leeftijd en kampend met een voortdurend afnemend gezichtsvermogen, tot paus gekozen. Vanaf 1732 was hij totaal blind. Het conclaaf van 1730 begon erg veel op een veiling te gelijken: de Medici' s riepen vanuit Londen, Parijs en Den Haag hun bankiers op om zoveel mogelijk stemmen te kopen in het voordeel van kardinaal Lorenzo Corsini, een Florentijn van wie zij alle steun verwachtten. Wat er ook van zij, na vijf maanden gesjacher werd het uiteindelijk Corsini die op 12 juli 1730 mocht plaatsnemen op de Stoel van Sint-Pieter.
Zijn eerste stap als paus was het drastisch reorganiseren van de financiën van het Vaticaan, die onder zijn voorganger Benedictus XIII behoorlijk in het ongerede waren geraakt. De hoofdschuldige van het financiële wanbeheer, kardinaal Coscia, ging voor tien jaar de gevangenis in.
Chris De Bodt
11. De Berkenboomprofetieën [deel 14]
De monnik van Werl
Een anonieme franciscaanse monnik van Werl nam zijn profetie op die hij ontving in 1701. Het werd de eerste keer gepubliceerd in 1849:
"Er za1 een vreselijke oorlog zijn. Aan de ene kant zullen er volkeren van het westen zijn, aan de andere kant die van het oosten. Zij zullen arriveren met een veelheid van soldaten. De oorlog zal gevochten worden gedurende lange tijd met onbesliste resultaten tot ze aan de Rijn komen. Daar zullen ze gedurende drie dagen vechten tot het water van de Rijn rood zal zijn. Dan zal de zaak beslecht worden in het gevecht van de berkenboom waar witte, blauwe en grijze soldaten zullen vechten uit alle macht zodat massas zullen weggeveegd worden. Dan zal er vrede en rust zijn overal. De tijd zal komen dat er een algemene ontevredenheid en verachting zal zijn over de godsdienst. Mensen zullen niet meer gehoorzamen,wanneer er geen onderscheid meer zal zijn tussen rijk en arm, geloof dat de tijd dan gekomen is. Heel Noord-Europa zal oorlog voeren tegen het ganse zuiden geleid door een sterke keizer. Deze man zal de goddelijke orde binnen de Kerk, staat en familie herstellen en echte vrede brengen in de naties."
Vertaling: Anne Van Der Sloten
17-05-2011
17 mei 2011
17 mei 2011
1. Special: Het getal "11"
Soms krijgen we het gevoel alsof de Heer ons door de getal elf iets probeert duidelijk te maken. We kenden 9/11 in de VS, met de aanslag op de WTC-torens, maar we kenden ook in ons land een 9/11, met het grootste bloedblad dat werd aangericht door de Bende van Nijvel in de Delhaize van Aalst. Er waren de verschrikkelijke aardbeving en tsunami in Japan die plaatsvonden op 11 maart, maar ook in de twee daaropvolgende maanden volgden er grote aardbevingen. Op 11 april vond nogmaals in Japan de tweede grote aardbeving plaats in hetzelfde gebied als de eerste aardbeving en onlangs, op 11 mei hadden we de aardbeving in Spanje.
Tijd om toch eens stil te staan bij dit gegeven. Onlangs stond een heel interessante link op Spirit Digest, naar een site die een en ander duidelijk maakt hier rond, steeds rekening houdende met het Christelijke aspect ervan.
Als tien het getal is dat de volmaaktheid van de goddelijke orde kenmerkt, dan is elf er een toevoeging van die deze orde ongedaan maakt. Als twaalf het getal is dat de volmaaktheid van het goddelijke gezag kenmerkt, dat zien we een tekortkoming in het getal elf. Hoe we het dus ook bekijken: 10 + 1 of 12 - 1, elf is het getal dat staat voor wanorde, ontregeling, onvolmaaktheid en de ineenstorting.
Er staat over het getal elf niet zoveel in het Woord van God beschreven, maar wat er staat, is betekenisvol, vooral als omstandigheid.
De stamvorsten van Edom
Er waren elf stamvorsten van Edom [Genesis 36: 40-43]: Dit zijn de namen van de stamvorsten die van Esau afstamden, ieder aan het hoofd van zijn eigen familie en met zijn eigen gebied: Timna, Alwa, Jetet, Oholibama, Ela, Pinon, Kenaz, Teman, Mibsar, Magdiël en Iram. Dit waren de stamvorsten van Edom, ieder met zijn eigen woongebied in het land dat zij in bezit hadden genomen. Esau was de stamvader van Edom.
Esau was de broer van Jakob en zoon van aartsvader Isaak en zijn vrouw Rebekka. Esau en Jakob waren een tweeling. Esau werd als eerste geboren en gold dus als de oudste en belangrijkste zoon. Bij hun geboorte hield Jakob hem echter aan zijn hiel vast en dat was een profetische verwijzing naar het Bijbelse gegeven dat Jakob Isaäk zou opvolgen en niet Esau. De Bijbel vertelt twee keer hoe Jakob zich van het eerstgeboorterecht meester maakt:
In Genesis 25: 29-34 staat dat Esau hongerig thuiskwam, en dat Jakob hem te eten gaf in ruil voor het eerstgeboorterecht.
In Genesis 27 wordt verteld dat Jakob, met de hulp van zijn moeder Rebekka, zich als Esau vermomt om de zegen van zijn vader te ontvangen, die Isaak voor Esau had bestemd.
En, alhoewel Edom, hecht verbonden was aan Israël, was het heel verschillend van hen in wet en bestuur, en bestond er een bittere haat tussen hen.
De elf zonen van Jacob
In feite kreeg Jacobs twaalf zonen. Een zoon, Jozef genaamd, was zijn lievelingszoon. Uit jaloezie werd hij daarom door zijn broers aan slavenhandelaren verkocht. Jozef kwam in Egypte terecht, wist daar op te klimmen tot de positie van onderkoning en tijdens een periode van zware hongersnood kwamen zijn broers noodgedwongen in Egypte terecht alwaar Jozef zich uiteindelijk aan hen openbaarde. Jakob trok vervolgens met heel zijn huishouden naar Egypte, waar hij later overleed. Voordat hij de geest gaf maakte hij duidelijk dat hij niet definitief in Egypte, maar te zijner tijd in Kanaän begraven wilde worden. Doordat Jozef door de overige elf zonen werd verstoten staat het getal synoniem voor de onvolmaaktheid en verdeeldheid in Jacobs nageslacht.
Van de Horeb naar Kades-Barnea
In Deuteronomium 1: 2-3 staat: De afstand van de Horeb tot aan Kades-Barnea langs de weg door het Seïrgebergte is elf dagen reizen. Eén reisdag meer zou hen gebracht hebben onder het beheer van al de wondermooie wetten die God hen had gegeven. Toen Mozes, in opdracht van de Heer, deze rede tot de Israëlieten hield, was het het veertigste jaar, de eerste dag van de elfde maand.
Eli, Hofni en Pinechas
Eli, Hofni en Pinechas hebben als gematria het getal 462, waarvan de factoren 11 en 42 zijn. Beide factoren zijn betekenisvol voor de wanorde in Elis huis en het verval van Israël.
Jojakim regeerde gedurende elf jaar
Jojakim was vijfentwintig jaar oud toen hij koning werd. Elf jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Zebudda, de dochter van Pedaja, uit Ruma. Hij deed wat slecht is in de ogen van de Heer, precies zoals zijn voorouders. Koning Nebukadnessar van Babylonië trok tegen hem ten strijde, nam hem gevangen en voerde hem, geboeid met bronzen ketenen, mee naar Babel. [2 Kon. 23: 36 en 2 Kron. 36: 5-6]
Sedekia regeerde gedurende elf jaar
Sedekia was eenentwintig jaar oud toen hij koning werd. Elf jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Chamutal, een dochter van Jirmeja, uit Libna. [Jer. 52: 1-4] Hij deed wat slecht is in de ogen van de Heer, precies zoals Jojakim. De Heer was zo woedend op Jeruzalem en Juda dat hij ze uiteindelijk verstootte. Sedekia kwam tegen de koning van Babylonië in opstand. In het negende jaar van zijn regering, op de tiende dag van de tiende maand, kwam koning Nebukadnessar van Babylonië met heel zijn leger bij Jeruzalem aan en ze sloegen er hun kamp op. Ze wierpen een wal op rondom de stad en belegerden haar tot in het elfde regeringsjaar van koning Sedekia. en op de negende dag van de vierde maand van het elfde regeringsjaar van Sedekia werd er een bres in de stadsmuur geslagen [Jer. 39: 2] Of ook nog in 2 Kronieken 39: 11. Daar staat: Sedekia was eenentwintig jaar oud toen hij koning werd. Elf jaar regeerde hij in Jeruzalem.
Het elfde jaar
In het elfde jaar, op de eerste dag van de maand, richtte de Heer zich tot mij: Mensenkind, Tyrus heeft zich vrolijk gemaakt over Jeruzalem, zij heeft uitgeroepen: "De Poort der volken is verwoest en is mij toegevallen. Nu de stad in puin ligt, zal ik mij vullen met haar schatten!" Daarom zegt God, de Heer: "Ik zal je straffen, Tyrus, ik zal een vloed van volken op je afsturen, ze zullen op je aanstormen als de golven van de zee! De muren van Tyrus zullen ze verwoesten en haar torens neerhalen. Ik zal zelfs het stof uit Tyrus wegvegen, ik zal van haar een kale rots maken." [Ezech. 26: 1-4].
Ook sprak de Heer een vloek uit tegen Egypte: "Ik zal Egypte straffen, het zal weten dat ik de Heer ben. Op de zevende dag van de eerste maand in het elfde jaar richtte de Heer zich tot mij. Hij zei: Mensenkind, ik zal de arm van de farao, de koning van Egypte, breken. Niemand zal die arm verbinden om hem te laten genezen, niemand legt om die arm een verband waardoor hij weer sterk genoeg wordt om het zwaard te hanteren. Ik zal de Egyptenaren verdrijven naar verre landen en hen verspreiden onder vreemde volken." [Ezech. 30: 20]
Deze drievoudige herhaling is door de Heer telkens gericht tegen tegen Sedekia. Naast Jerzulem, werden zowel Tyrus als Egypte verwoest.
De elf apostelen
Ook de elf apostelen krijgen te maken met desintegratie, toen één van hen, Judas Iskariot, Jezus had verraden. Voor zijn "diensten" kreeg hij dertig zilverlingen. Judas kreeg wroeging en ging zich verhangen.
Het elfde uur
Toen hij tegen het elfde uur van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: "Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?" "Niemand wilde ons in dienst nemen," antwoordden ze. Hij zei hun: "Gaan jullie ook maar naar de wijngaard." Toen de avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: "Roep de arbeiders bij je en betaal hun het loon uit. Begin daarbij met de laatsten en eindig met de eersten." [Mat. 20: 6-9] Hier wordt het getal elf spreekwoordelijk aanzien als tegengesteld tegen zowel het rechtvaardige als tegen een overeenkomst, want de laatsten hadden maar één uur gewerkt en toch kregen ze dezelfde beloning als de eersten. "En zij die er vanaf het elfde uur waren, kwamen naar voren en kregen ieder een denarie." [Mat. 20: 10]
Het leven van onze Heer op aarde
Jezus werd gekruisigd op de leeftijd van 33 jaar [3 x 11]. Dat alles aan hem onderworpen is, zien wij echter nu nog niet. [Hebr. 2: 8]
Elfhonderd
Het getal elfhonderd komt tweemaal voor in de Bijbelse schriften. Telkens wordt er verwezen naar een gebrek aan bestuur door het feit dat er geen "koning" is.
Rechters 16: 5: de Filistijnen spreken Delila aan om Simson [Samson] te overmeesteren: "Probeer er eens achter te komen wat het geheim is van zijn grote kracht, en hoe wij hem kunnen overmeesteren om hem in de boeien te slaan en machteloos te maken; dan krijgt u elfhonderd sikkel zilver van ieder van ons."
2. Rechters: 17: 2 en verder: Dit verhaal is verbonden met bijgeloof in Israël, wat tegenspoed zou meebrengen. Uiteindelijk zou het land uiteenvallen. Deze man zei tegen zijn moeder: "Die elfhonderd sikkel zilver die bij u gestolen zijn en waarover u een vloek hebt uitgesproken die ik ook heb gehoord, dat geld heb ik. Ik heb het gestolen." Toen zei zijn moeder: "Wees gezegend door de Heer, mijn zoon." Toen nam zij tweehonderd sikkel en gaf die aan een zilversmid. Die maakte er een metalen beeld van, en dat werd opgesteld in het huis van Micha.
Dan en Efraïm waren de twee betrokken stammen, want Micha, die het beeld maakte met de elfhonderd sikkels, was uit Efraïm en de stam en hun priester de het gestolen had was Dan. Beide stammen worden weggelaten in Openbaringen 7 en dit volgens de verklaring van Deutoronomium 29: 18-20: De Heer zal hem uit de stammen van Israël halen en hem treffen met al de vervloekingen van het verbond die in het wetboek staan opgetekend. Beide stammen maakten zich schuldig aan afgoderij en hun namen werden aan het zicht onttrokken.
Elf koningen beledigd
Elf koningen en heersers werden door dienaren van God beledigd, omdat deze laatsten hen de waarheid hadden verteld.
De farao [Exodus 10:28]
Balak [Numeri 24:10]
Jerobeam [1 Koningen 13:4]
Achab [1 Koningen 22:27]
Naäman [2 Koningen 5: 12]
Asa [2 Kronieken 16:10]
Joas [2 Kronieken 24:21]
Uzzia [2 Kronieken 26:19]
Jojakim [Jeremia 26:21]
Sedekia [Jeremia 32: 3]
Herodes [Mattheus 14:3]
Jozef was elf jaar in het huis van faroa Potifar
Jozef, die inmiddels zeventien jaar was, weidde gewoonlijk samen met zijn broers de schapen en geiten. Hij hielp de zonen van zijn vaders vrouwen Bilha en Zilpa, en alle praatjes die over zijn broers de ronde deden vertelde hij aan hun vader door. [Gen. 37: 2]
Jozef bevond zich aldaar twee jaar in de gevangenis: Twee volle jaren later kreeg de farao een droom. Hij droomde dat hij aan de Nijl stond. [Gen. 41: 1] Hij liet toen Jozef halen om hem de droom te verklaren.
Dertig jaar was hij toen hij voor de farao, de koning van Egypte, verscheen, en nadat hij het koninklijk paleis had verlaten, trok hij door heel Egypte. [Gen. 41:46]
30 jaar - 17 jaar - 2 jaar = elf jaar.
Overige hedendaagse merkwaardigheden buiten de Bijbelse context
Op 11 maart 2004 werden er te Madrid vier pendeltreinen tot ontploffing gebracht door Al Qaida. Er vielen 191 doden en 1.400 gewonden, waaronder velen ernstig.
Wereldoorlog I eindigde op 11/11/1918 om 11 uur precies.
Apollo 11 bracht de eerste man op de maan. Om dit getal te bereiken ontbreken er nummers in het Apollo project.
Na de aanslagen van 11 september op de WTC-torens restten er nog 111 dagen tot het einde van het jaar. De eerste brandweerwagen ter plaatse droeg het nummer 11.
De orkaan Katrina [wat "zuivering" betekent] was de elfde storm van het jaar 2005. Amerika werd erdoor getroffen op 29 augustus: 2+9= 11.
De Nederlandse cineast, Theo Van Gogh, werd precies 911 dagen na Pim Fortuyn vermoord: 9+1+1 = 11
De aanslagen op de WTC-torens te New York, gebeurde op 11 september 2001. De twee torens zien er uit als een elf. Het noodnummer in de Verenigde Staten is 911 of 9+1+1= 11.
De gruwelijkste aanslag van de Bende van Nijvel in de Delhaize van Aalst viel op 9/11 of 9+1+1 = 11
De aanslagen te Madrid volgden precies 911 dagen na deze op de WTC-torens: 9+1+1 = 11
Op 11 augustus 1999 was er een totale zonsverduistering om 11.11 uur.
Zwarte September was verantwoordelijk voor het Bloedbad op de Olympische Spelen in München in 1972, waarbij 11 Israëlische atleten en officials werden gegijzeld en doodgeschoten.
Michaël Brown van Spirit Daily heeft duizenden getuigenissen verzameld van mensen die op hun horloge telkens het uur 11.11 zien of 10.11, enz...
Bij de vrijmetselaars, de tegenpool van het Christendom, zijn het getal 11 en 33 meestergetallen. Hetzelfde geldt voor de astrologie en het occulte [niet te verwarren met astronomie].
En dan dit jaar, drie maanden na elkaar: 11 maart, 11 april en 11 mei 2011. Op elf maart vindt de grootste aardbeving ooit in Japan plaats. Naar schatting 25.000 mensen hebben de ramp niet overleefd. De kerncentrales van Fukushima blijven een groot gevaar vormen. Op 11 april volgt er een tweede grote aardbeving met een kracht van 7,2 op de schaal van Richter. Dit kan nog moeilijk aanzien worden als een naschok. Op 11 mei is er de aardbeving in Spanje, Lorca met meer dan 10 doden. Men zou haast het hart vasthouden voor 11 juni aanstaande.
In Medjugorje valt het jaar 2011 samen met de dertigste verjaardag van de verschijningen. Jezus' openbare leven begon op Zijn dertigste. Iedereen weet de dat geheimen van Medjugorje heel nabij zijn.
Bij carnavalisten staat het getal 11 gekend als gekkengetal. In elke stad wordt het startschot voor carnaval gegeven op 11/11 om 11.11 uur. De Raad van Elf is een gezelschap van elf mannen dat tijdens carnaval, met een President [of Vorst of Adjudant] aan het hoofd, de activiteiten organiseert en begeleidt. Aan het hoofd van de Raad van Elf staat Prins Carnaval. De tegenpool van de Vasten is Carnaval en ook de carnavalskreet "Alaaf," is afgeleid van het getal elf.
Dit is maar een beperkte opsomming van de meest frappante feiten. Diepgaander onderzoek zou nog veel meer dingen in verband brengen met het getal 11. Toeval? Bij God bestaat geen toeval.
Chris De Bodt
2. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 14]
Linda Rolinski's bekering
Waarom twee minuten en geen twee seconden. Ik wist niet dat ik nog amper samenhing van paniek en de woorden kwamen zo uit mijn mond. Ik wachtte precies twee minuten en Alex kwam van om de hoek van de Kerk en zei: "Hé mama, wat scheelt er?" Ik begon nu zelfs nog harder te wenen van opluchting en hield hem stevig vast, waarop ik Onze Lieve Vrouw bedankte voor Haar tussenkomst.
Uiteraard kon ik hem nadien wel vermoorden! Waar was hij gebleven? Er bevond zich een stapel rotsen achter te Kerk nabij de koepel, en Alex bevond zich net aan de andere zijde van die rotsen ... ik zou hem zeker hebben opgemerkt, was ik een beetje dichter bij de rotsen gaan zoeken om aan de andere zijde te gaan kijken. Hij bevond zich eigenlijk juist voor mij, behalve dan aan de kant die moeilijk zichtbaar was vanaf de Kerk.
Ik had die dag een paar lessen geleerd. Eén daarvan was dat het geloof alles is. Heb vertrouwen in het gebed en weet dat voor God niets onmogelijk is. Weet dat Hij naar Zijn Moeder luistert en dat ze werkelijk een krachtige middelares is! De tweede les was dat ik mezelf heel wat meer kon identificeren met het vijfde blijde mysterie, toen Maria en Jozef, na drie dagen, Jezus in de tempel zagen preken. Drie dagen! Kunt u zich de paniek voorstellen van Onze Lieve Vrouw tijdens die hele tijd van drie volle dagen? Bij mij was het amper een uur. Ik kan me amper voorstellen dat ik mijn zoon zou moeten missen voor drie dagen!
Het was dit voorval dat me hielp om de Rozenkrans vromer te bidden. In Medjugorje of elders: twijfel nooit dat Onze Lieve Vrouw een machtige middelares is!
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
3. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 121]
Schrift 1
238. De avond: "Jezus, morgenochtend moet ik mijn eeuwige geloften [22] uitspreken." Ik heb heel de hemel en heel de aarde gebeden en ik heb al wat bestaat opgeroepen God te danken voor deze onmetelijke onvatbare genade. Plots hoorde ik de woorden: "Mijn dochter, uw hart is voor Mij de hemel." Nog een moment van gebed, en dan moeten we verdwijnen, want men verjaagt ons overal, men maakt alles klaar voor morgen, de kapel, de eetzaal, de zaal, de keuken, en wij, we moeten gaan slapen. Maar van inslapen is geen sprake. De vreugde heeft de vaak verdreven. Ik dacht, wat zal de hemel zijn, als hier, in dit ballingsoord, God mijn ziel zo vervult.
239. Gebed tijdens de heilige Mis, de dag van de eeuwige geloften. Ik leg vandaag mijn hart op deze pateen waarop Uw Hart rust, Jezus, en ik offer mij vandaag, met U, aan God, Uw Vader en de mijne, als offer van liefde en aanbidding. Vader van barmhartigheid, werp een blik op het offer van mijn hart, maar doorheen de wonde van het Hart van Jezus.
1 Mei 1933
Vereniging met Jezus, de dag van mijn eeuwige geloften. Jezus, Uw hart is mijn bezit sinds vandaag en mijn hart is uitsluitend Uw eigendom. Alleen al het noemen van Uw Naam, Jezus, vervult mijn hart met zaligheid. Waarlijk, ik zou geen moment kunnen leven zonder U, Jezus. Vandaag is mijn ziel in U verzonken, als in haar enige Goed. Mijn liefde kent geen hindernis om aan mijn Welbeminde liefdesbewijzen te geven.
Woorden van Jezus tijdens de eeuwige geloften: "Mijn bruid, voor eeuwig zijn onze harten verenigd. Gedenk voor wie gij uw geloften hebt uitgesproken... Niet alles kan gezegd worden."
Mijn verzoek toen ik in kruisvorm onder het baarkleed [23] op de grond lag: Ik bad de Heer om de genade Hem nooit, zelfs niet de kleinste zonde, te beledigen, zelfs niet door een vrijwillige of bewuste onvolmaaktheid.
Jezus, ik vertrouw op U. Jezus, ik bemin U met heel mijn hart. In de moeilijkste ogenblikken zijt Gij mijn Moeder. Uit liefde tot U, Jezus, sterf ik vandaag aan mijzelf en begin ik te leven tot meerdere eer van Uw heilige Naam.
+ Liefde, uit liefde, o Allerheiligste Drieëenheid, geef ik mij U als offer, als lofoffer, als brandoffer dat zich zelf volledig verbrandt, en door dit verliezen van mezelf, verlang ik, Heer, dat Uw Naam worde geheiligd. Als een klein rozenknopje, Heer, werp ik me aan Uw voeten. De geur van die bloem zult alleen Gij kennen.
[22] Door de eeuwige geloften belooft men aan God eeuwige zuiverheid, armoede en gehoorzaamheid. Alleen die Heilige Stoel kan ze ontbinden. [23] Het baarkleed is een groot stuk zwarte stof waarop een wit kruis genaaid is en waarmee de zusters bedekt worden terwijl ze languit op de grond liggen, om aan te duiden dat ze dood zijn voor de wereld. De zusters die deelnemen aan de ceremonie bidden ondertussen luidop Psalm 129 Uit de diepte, terwijl de klokken luiden als voor een begrafemis. De celebrant, meestal een bisschop, besprenkelt de zusters met wijwater terwijl hij zegt: "Sta op, ge zijt dood voor de wereld en Jezus zal u verlichten..."
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
4. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 3]
De drie herderskinderen en hun families
Hierin ligt het geheim van het geluk, op aarde en in de Hemel: in de liefde. God heeft ons lief en gaf Zichzelf uit liefde voor ons, schrijft de apostel Paulus. God heeft ons lief en uit liefde voor ons is Hij in onze tabernakels, wachtend op onze nederige wederliefde. En God is in ons, daar we tempels zijn van de beminnelijke Drievuldigheid: "Weet u niet dat u een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont?" [1 Kor 3,16]
Met deze geest van geloof, en onwillekeurig hun gebrek aan wereldse kennis, droegen hun bewonderswaardige ouders de grootste zorg voor de vrijwaring van de onschuld van hun kinderen uit vrees dat iets de witheid van hun kinderlijke zielen zou bevuilen. Zoals de Heer Zelf ons waarschuwt: "Pas op dat je niet op één van deze kleinen neerkijkt, want Ik zeg jullie: hun engelen in de hemel zien voortdurend het gelaat van mijn Vader in de hemel." [Mat 18, 10]
Ja, mijn lieve pelgrims, de Engelen in de hemel aanschouwen altijd het gelaat van het Eeuwige Licht, en daarin [als in een immense spiegel waarvoor alles voorbijgaat] is alles aanwezig en blijft alles alsof het gegraveerd is in de onuitwisbare kenmerken: het verleden, het heden en de toekomst. Alles wat bestaat en wat geschapen is door God: Hemel en hel, de aarde, de sterren, de zon, de maan, bekende en onbekende werelden, bezielde en onbezielde schepsels, absoluut alles, ontvangt het wezen en leven van de wil van de macht, de kennis en de wijsheid van dat Oneindige Licht, dat God is, de enige en ware bron van waaruit alles is afgeleid dat bestaat, en waarvan elk licht en leven niet meer is dan een heel klein deeltje, een bleke weerspiegeling, een van zijn vonken. En zo zien de Engelen in de Hemel, die staren in de spiegel van het licht, die God is, in Hem, alle dingen, weten alle dingen, begrijpen alle dingen door hun volkomen eenheid met God en hun deelname in Zijn gaven.
Vergeef mij als ik iemand ontstem. Ik laat mijn pen op papier zetten wat mijn hart mij dicteert, maar het is voor uw voordeel, om u te sterken in uw geloof, zodat u zichzelf niet toelaat om misleid te worden door hen die het bestaan van God ontkennen. Zij hebben het verkeerd voor. Laat u niet misleiden, noch beetnemen door hen waardoor u op een vals spoor zou komen dat u naar de eeuwige verdoemenis kan leiden. Maar ik laat dit onderwerp nu rusten om er later op terug te komen, wanneer ik een andere mogelijkheid heb om dingen van deze aard voor u te verduidelijken. Laat ons nu terugkomen op wat ik zei in antwoord op uw vragen om informatie over de achtergrond van de families van de drie herderskinderen.
Vertaling: Chris De Bodt
5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 121]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 1
Deze zielen zijn tegelijk gelukkig en ongelukkig. De grootste beproeving en de grootste angst die een ziel kan ondergaan zijn onverbrekelijk verbonden aan de diepste vreugde die men kan indenken, behalve dan de hemelse vreugde.
Ah! Beschuldig de Heer niet van wreedheid tegen die zielen die hij eens in een oceaan van licht zal storten en zal laven met genoegen door hen in zijn schoot op te nemen, de torrente voluptatis potabis eos [Ps 35,9]. Bewonder eerder hoe liefde en rechtvaardigheid elkaar verenigen met een wederzijds karakter in die grote taak van herstel en uitzuivering.
Bij het licht van die vreselijke vlammen kunnen we het kwaad schatten dat die zonden, die we voor licht en zonder gevolg aanzien, berokkenen. Anderzijds, de zachtheid die de oneindige mildheid over die sombere brandhaard spreidt zal ons helpen de schrik te bedaren die ons overkomt op ons laatste uur. Bij ons sterven zal ze vrede in onze ziel brengen en ons moed, vertrouwen en berusting ingeven.
Kortom, het Vagevuur is vriendelijk en troostend, het is een gezegend verblijf en onze zorg en voorkeur waard in de mate dat het ondergane lijden is toegepast op Gods heilige en geliefde zielen. Het Vagevuur is een toneel van lijden en angst in de mate dat Gods rechtvaardigheid zich er vergoedt van het gedeelte aan offers en liefde dat we Hem weigerden op aarde.
Gewijde engelen, bewakers van die brandende afgronden, help me te midden van die kwellende vlammen die heilige en berustende zielen voor de te geest roepen. Onder hen willen we onze vaders, moeders, zusters en broers herkennen. Laat ons hun tedere en verscheurende kreten horen waarmee ze de bergen zouden doorklieven en zelfs de wreedheid verzachten.
Ah! Als ons hart niet versteend is, als er nog een druppel christelijk bloed in onze aderen vloeit, zullen we begrijpen dat er geen grotere nood te helen is, dat er geen meer verdienstelijke en dringende oefening dient uitgevoerd!!!
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
6. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [5/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 31]
Hoofdstuk 1: Regionale en familiale omgeving van Benoîte
De verhalen van Mr. Gaillard
Dit lang verhaal, 45 jaar na de feiten opgesteld, dat de oude aartsdiaken Gaillard, met de hulp van Aubin, met stukjes uit het geheugen van de zestigjarige Benoîte losweekte, schijnt wel tussen droom en werkelijkheid te zweven. De jonge herderin had die gebeurtenis onder de warmte gebukt beleefd, totaal vermoeid, en dan verrast in haar gebed door het bezoek van die mooie bejaarde man met baard en die haar fascineerde met zijn stralende gezondheid en zijn uitdossing.
De details van het gesprek tonen hem ons meer als de tussentijdse wachter van de priorij dan als de heilige Maurice die hier vereerd wordt. Benoîte had hem inderdaad al meermaals van ver gezien: hij weet waar de put ligt, hij gaat er putten om de dorstige herderin te laven, hij is bezorgd om de zwervende wolven en de opbrengst van het domein die bij beperkt weet. Hij vergezelt beleefd de onschuldige Benoîte van wie hij de naïviteit wist op prijs te stellen bij haar vragen over zijn identiteit en zijn klederdracht. Tijdens dit gesprek van 2 uur vertrouwt de tiener hem toe wat in haar hart omging, deze Maagd Maria die ze bidt en zo graag zou aanschouwen. Vandaar de opmerking van de bejaarde, die Aubin gekoppeld heeft aan de raad om de kudde naar de vallei boven Saint-Etienne te leiden, waar ze juist de Maagd zal zien.
Dat dit gesprek de hoop van Benoîte om de Maagd te zien heeft aangewakkerd is best mogelijk. Maar dit vaag gevoel bleef zo weinig in haar geheugen achter dat het werd verdrongen door de werkelijkheid van de verschijningen die even later plaatsvonden. Inderdaad is er niets van overgebleven in de nauwkeurige onderzoeken van 1664 en 1665, en M. Peytieu die zich in Laus vestigt in 1669 hoort er maar weinig over. Hij zegt er niets over in zijn verslag van 1672 aan de nieuwe aartsbisschop van Embrun en zal het maar noteren in zijn Mémoires in het hoofdstuk: Verschijningen van heiligen, zonder verband met de oorsprong van de bedevaart. Kortom, deze rijzige Maurice, gekleed in het rood en met een hoge muts, schijnt bezorgd om zeer stoffelijke zaken en zou kunnen doorgaan voor de beheerder van het domein, overleden in 1665, de prior Imbert of een van zijn helpers, en waarvan de belangen op 19 mei 1666 overgingen op Etienne Brunenc, bij besluit van het kapittel van Boscodon in aanwezigheid van hoofdprior Lux Sylvestre, rector van het hospitaal in La Bâtie-Neuve, en van 5 andere monniken. Indien hij had geweten dat zijn grap: Ik ben Maurice [misschien een bijnaam] een dergelijk succes zou boeken, zou hij tussengekomen zijn bij de onderzoeken over de Verschijningen, maar hij is daarvoor te vroeg gestorven.
Vertaling: Broeder Jozef
8. Bijzondere reeks rond de sacramenten [deel 11]
Het sacrament van de Verzoening
De Catechismus
3. De bekering van de gedoopten
Jezus roept op tot bekering. Deze oproep is een wezenlijk onderdeel van de aankondiging van het rijk Gods: 'De tijd is vervuld en het rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de blijde boodschap' [Mc. 1,15]. In de prediking van de kerk wordt deze oproep allereerst gericht tot hen die Christus en zijn evangelie nog niet kennen. Het doopsel is dan ook het voornaamste moment van de eerste en de fundamentele bekering. Door het geloof in de blijde boodschap en door het doopsel verzaakt men aan het kwaad en verwerft men het heil, dit wil zeggen de vergeving van alle zonden en de gave van het nieuwe leven.
Christus' oproep tot bekering blijft evenwel weerklinken in het leven van de christenen. Deze tweede bekering is een ononderbroken opgave voor heel de kerk die 'in haar eigen schoot zondaars omvat' en die zich dus, 'tezelfdertijd heilig en altijd tot zuivering geroepen, onophoudelijk toelegt op boetvaardigheid en levensvernieuwing'. Dit streven naar bekering is niet zonder meer mensenwerk, maar een ontroering van 'het vermorzelde hart' [Ps. 51,19] dat aangetrokken en bewogen wordt door de genade om te beantwoorden aan de barmhartige liefde van God, die ons het eerst heeft liefgehad.
Hiervan vinden we een getuigenis in de bekering van de heilige Petrus, nadat deze zijn Meester driemaal had verloochend. Jezus' eindeloos barmhartige blik wekt bij Petrus tranen van berouw op [Lc. 22,61] en, na de verrijzenis van de Heer, de drievoudige bevestiging van zijn liefde voor Jezus. De tweede bekering heeft ook een dimensie die de gemeenschap raakt. Dit komt tot uiting in de oproep die de Heer tot een hele kerk richt: 'Bekeer u!' [Apok. 2,5.16].
In verband met de twee bekeringen zegt de heilige Ambrosius dat men in de kerk 'het water en de tranen aantreft: het water van het doopsel en de tranen van de boete'.
Anne Van Der Sloten
9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 249]
Jezus, zoon van Damneus
Jezus ben Damneus, werd hogepriester benoemd door koning Agrippa II om Annas, zoon van Annas te vervangen die werd afgezet na drie maanden ambt. Hij vervulde de functie in 62/63 na J.C. Er is niets over zijn ambtsperiode gekend. Zijn afzetting en vervanging door Jezus, zoon van Gamaliel, was misschien het gevolg van de misnoegdheid van Agrippa over de kritieken van het volk over zijn gedrag.
In de jaren voor de eerste Joodse opstand tegen Rome en tijdens het conflict ontaarde het hogepriesterambt. Josephus noteert dat Jezus, zoon van Damneus, zijn functie weigerde te verlaten voor Jezus, zoon van Gamaliël. De aanhangers van beiden vochten met stenen in de straten van Jeruzalem.
Velen verwarren Jacobus als broer van Jezus, maar het Jacobusgedeelte van Josephus Flavius vernoemt nog een andere Jezus, de zoon van Damneüs en wijst deze man aan als de broer van Jacobus [Antiquitates Judaicae 20: 200-203].
Vertaling: Broeder Joseph
10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 74]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
Onderhoud van Jezus met de zwijgzame Maria
27 september. Ze zag Jezus nog in het huis van Lazarus bij deze en zijn vrienden van Jeruzalem. Hij ging niet in Betanië, maar wel in de binnenhoven van het kasteel en in de tuinen van het park. Hij sprak en onderrichtte, terwijl Hij hier en daar wandelde. Zijn woord was ernstig en zielsroerend, zijn houding even waardig als minzaam. Geen onnodig woord kwam uit zijn mond. Allen beminden en volgden Hem en toch waren zij allen vol eerbiedige vrees. Lazarus ging het gemeenzaamst met Hem om. De overigen waren vol bewondering en meer terughoudend.
Door Lazarus geïntroduceerd ging Jezus nu tot de H. vrouwen en Martha leidde Hem tot haar zwijgzame zuster Maria. Jezus verlangde met haar te spreken. Zij kwamen door de deur van een muur uit de grote hof in een kleiner, maar toch nog ruime en met muren omsloten bloemenhof, waaraan Maria's woning grensde.
Jezus bleef in de tuin en Martha ging haar stille zuster Maria roepen. De tuin was zeer goed onderhouden. In het midden stond een grote dadelboom. Daarenboven groeiden er allerhande welriekende kruiden en heesters in. Ook bevatte de tuin een vijver met een rand er omheen en in het midden een stenen zitplaats die men vanaf de rand over een houten vlondertje bereikte. Daar ging Maria soms rusten onder een tentdak, dat over de vijver uitgespannen was. Daar zat zij dan van water omgeven.
Martha trad bij Maria binnen en zegde haar dat zij in de tuin moest komen, omdat daar iemand op haar wachtte. Zij gehoorzaamde onmiddellijk, deed haar sluier om en zonder een woord te spreken kwam zij in de tuin en Martha ging nu heen. De stille Maria was schoon en groot en ongeveer 30 jaren oud. Zij zag meestentijds ten hemel en wanneer zij bij uitzondering ter zijde keek naar de kant waar Jezus ging, geschiedde dit toch maar half, met geen oplettende, doch onbepaalde oogslag, als schouwde zij in de verte.
11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 91: Miles in Bello [Soldaat in Oorlog]
Benedictus XIII [1724-1730]
Echte naam: Pietro Francesco Orsini [Gravini in Puglia, Bari, 2 februari 1649 - Rome, 2 maart 1730]
Orsini werd geboren uit Ferdinand III van Orsini, hertog van Gravina en Giovanna Frangipani della Tolfa, Uit Toritto. Orsini trad al op zestienjarige leeftijd toe tot de orde van de Dominicanen, tegen de zin van zijn ouders die, zonder succes, hiervoor een beroep deden op de Paus. Hij studeerde theologie in Venetië en Bologna en filosofie in Napels. Hij werd in 1672 kardinaal, tussen 1675 en 1680 was hij aartsbisschop van Manfredonia en in 1680 werd hij bisschop van Cesena. In 1686 volgde zijn benoeming tot aartsbisschop van Benevento.
In 1724 werd hij na een conclaaf van 70 dagen tot paus gekozen. Aanvankelijk weigerde hij zijn benoeming, maar uiteindelijke aanvaardde hij deze toch. Hij was het derde en laatste familielid van de Orsinis die Paus werd.
Als paus noemde hij zich aanvankelijk Benedictus XIV, vanuit het bijgeloof dat dertien een ongeluksgetal is, maar veranderde dit later in XIII. Veel meer speelde nog hierbij mee dat Pietro de Luna de tegenpaus Benedictus XIII was geweest.
Benedictus XIII was een veranderingsgezinde paus en maakte tijdens zijn pontificaat vooral werk van het bestrijden van de decadentie die de Italiaanse geestelijkheid in zijn macht leek te hebben. Hij spaarde geen moeite om de weelde en de wereldse praal bij de kardinalen tegen te gaan.
Men verklaart Malachias profetie meestal door de voortdurende strijd tussen de kerkelijke tucht en de weelde en wereldse praal van de hogere geestelijkheid.
Chris De Bodt
12. De Berkenboomprofetieën [deel 13]
De profetie van Mayence
De profetie van Mayence is gedateerd op 1854 en geeft een gedetailleerde beschrijving van de berkenboomoorlog: "Wee u, grote stad. Wee u, stad van de ondeugd! Vuur en zwaard zal vuur en hongersnood brengen. Moed, gelovige zielen! De regering van de donkere schaduw zal niet de tijd hebben om zijn gemene spelletjes uit te voeren. De tijd van genade komt dichterbij. Een prins van de natie is in uw midden. Het is de man van de redding, de wijze, de onoverwinnelijke. Hij zal zijn ondernemingen tellen door zijn overwinningen. Hij zal de vijand uit Frankrijk verdrijven, hij zal marcheren van overwinning naar overwinning tot aan de dag van de goddelijke gerechtigheid. Die dag zal hij zeven verschillende soorten soldaten aanvoeren tegen drie van een kwart van Bouleau tussen Hamm, Woerl en Padenborn. Wee de volkeren van het oosten, u zal de noodkreten verspreiden en onschuldig bloed. Er zal nog nooit zon leger gezien zijn. De zon zal drie dagen opgaan zonder dat ze gezien wordt op de hoofden van de strijders omwille van de rook. Dan zal de aanvoerder de overwinning behalen. Twee van zijn vijanden zullen verslagen worden en de overblijvende van de drie zal naar het uiterste oosten vliegen."
Vertaling: Anne Van Der Sloten
16-05-2011
16 mei 2011
Uitkijken naar morgen: een wel heel bijzondere special rond het getal "11"
16 mei 2011
1. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 13]
Linda Rolinski's bekering
Dorothy en Stan besloten om de Kruisberg te beklimmen en ik bleef beneden met Alex. Ik vertelde de kleine, die amper vijf of zes jaar oud was in die tijd, dat ik naar binnen wou gaan in de Kerk om er te bidden. Hij vroeg of hij buiten mocht blijven spelen en ik zei: "Ja, maar enkel hier in deze omgeving! Ga nergens anders heen!" Alex was heel goed in het gehoorzamen en ik wist dat ik op hem kon vertrouwen.
Ik bevond mij misschien een half uur in de Kerk, toen ik buiten kwam voor Alex, maar ik kon hem nergens zien. Ik keek en liep rond en nog eens rond de Kerk, op hem roepend en kijkend op elke mogelijke plaats waar hij zich kon bevinden, maar hij was nergens te zien. Een Franciscaan wandelde van de kerk naar een religieuze winkel en ik liep naar hem toe. In mijn blinde paniek greep ik hem vast en begon ik tegelijkertijd te schudden en te roepen: "Ik ben mijn zoon kwijt!" Kalm zei hij dat hij voor mij zou bidden en dat hij de overige Franciscanen zou vragen om hetzelfde te doen. Daarop vertrok hij.
Bidden? Dat woord had mij in mijn paniek aangegrepen. In al mijn drukte en doen was ik vergeten dat ik inderdaad ook nog kon bidden en jawel, ik had er zelfs niet eens aan gedacht. Ik ging enkele stappen terug naar de deurtrappen van de Kerk en bad tot Onze Lieve Vrouw met de smeekbede: "Alstublieft! En daar kwam Alex van om de hoek, wel en goed, zich afvragend waarom ik weende binnen de twee minuten, om hem dan binnen die twee minuten om die hoek te zien komen binnen de twee minuten!"
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
2. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 120]
Schrift 1
234. Na deze biecht verzonk mijn geest in God en bleef ik drie uur in gebed, maar het leken mij maar enkele minuutjes. En sindsdien maak ik geen hindernissen meer voor de genade die in mijn ziel doorwerkt. Jezus wist waarom ik voor de omgang met Hem vreesde [21], en dat heeft Hem in het geheel niet beledigd. Sinds de biechtvader mij verzekerd heeft dat het geen illusie is maar Gods genade, probeer ik in alles trouw te zijn aan God. Ik zie nu dat er weinig priesters zijn die de hele diepte van de goddelijke werking in de ziel begrijpen. Van dan af heb ik mijn vleugels opengespreid om te vliegen en ik verlang te zweven in de hitte zelf van de zon. Mijn vlucht zal maar ophouden als ze voor de eeuwigheid in God rust. Als wij zeer hoog vliegen, bevinden alle dampen, nevels en wolken zich onder onze voeten en geheel onze zinnelijkheid moet aan de geest onderworpen zijn.
235. O Jezus, ik verlang het heil van de zielen, de onsterfelijke zielen. Het is in het offer dat ik de vrije loop geef aan mijn hart, in een offer dat niemand vermoedt. Op onzichtbare wijze ga ik mij ontledigen en mij verteren in de heilige vlammen van Gods liefde. De goddelijke aanwezigheid is de hulp voor de volmaaktheid en zuiverheid van mijn offer.
236. O hoe bedrieglijk is uiterlijke schijn en oordelen onrechtvaardig. O Hoe dikwijls lijdt de deugd alleen maar omdat ze zwijgzaam is. Oprechte omgang hebben met degene die u zonder ophouden prikken, vereist veel zelfverloochening. De mens voelt dat zijn bloed wegstroomt, maar ge ziet de wonden niet. O Jezus, hoeveel zal pas op de laatste dag aan het licht komen. Wat een vreugde, van onze inspanningen gaat niets verloren.
237. Het heilig uur. Tijdens dit uur aanbidding erkende ik de afgrond van mijn ellende. Alles wat ik aan goeds in mij heb is van U, Heer, maar omdat ik klein en ellendig ben, heb ik het recht op Uw oneindige barmhartigheid te rekenen.
[21] Z.F. vreesde dat haar innerlijke visioenen illusies waren, vooral omdat sommige oversten en biechtvaders dat dachten.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
3. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 2]
De drie herderskinderen en hun families
Maar het hele dorp was zo verenigd dat het wel één grote familie leek! Iedereen kende het gat in de muur waar de vrouw des huizes de sleutel bewaarde toen zij buitenging. Als een buurvrouw iets nodig had, wist ze dat ze kon binnengaan en op zoek gaan naar wat ze wou, waarbij later trouw alles werd terugbezorgd. Meestal kwam het voor dat het brood vroeger op was dan normaal, in welk geval men een beroep kon doen op de buur. Later, toen er een nieuwe oven werd gebakken, kreeg men dan een lekker vers brood, recht uit de oven, terug.
Het kleine dopje Aljustrel, dat in die tijd niet meer dan 35 families kende, bevond zich in de Serra de Aire van de Parochie Fatima, en was afhankelijk van bestuursdistrict van Vila Nova de Ourem en het bisdom van Leiria. In die tijd was het bisdom niet meer actief en zo was het ingelijfd bij het patriarchaat van Lissabon. Ik weet niet of er iemand onder hen was, zelfs onder de oudste inwoners, die de rode kledij gezien had die gedragen werd door een Prelaat, of er het Sacrament van het Vormsel had van ontvangen.
Zoals iedereen in de parochie waren onze beide families arme, hardwerkende Christenen, die alles om te leven haalden van de bewerking van hun eigen stukken land.
Hun huizen waren gezegend door het Sacrament van het Huwelijk en de echtelijke trouw was absoluut. Ze verwelkomden alle kinderen die God hen zond, niet als een last, maar als een gave waarmee God hun huizen verrijkte, een ander leven om hun eigen leven in de toekomst te verlengen, een andere bloem om te bloeien in de tuin en het te vullen met het parfum en de vreugde van vele geuren van de frisse jeugd, een nieuwe ziel door God aan hun zorg toevertrouwd, door het naar de wegen van de Hemel te leiden, zodat het een ooit zou deel uitmaken van het Mystieke Lichaam van Christus, een andere lied om voor eeuwig te prijzen.
Vertaling: Chris De Bodt
4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 120]
Vierde Lezing: Over het Vagevuur
Deel 1
Ontfermt U over mij, ontfermt U over mij, U mijn vrienden, want de hand Gods heeft me geraakt.[Job 19,21]
Wat is de Godsdienst mooi, wonderbaar en troostend in zijn leer en de verrukkelijke duisternis van zijn mysteries! Door ons te doen sterven voor de aarde door de versterving van ons lichaam doet hij ons niet sterven in ons hart door de vriendschap te verbreken die ons verheugt en steunt.
De barmhartige Verlosser die zo goed was, met een uitgelezen zachtheid, zich de God van Abraham te noemen die aan zijn Apostelen beloofde, om hun getrouwheid te belonen, ze eens te laten rusten in de schoot van Abraham, Isaac en Jacob, schijnt ons te kenmerken met de religieuze herinnering aan de voorvaderen dat de dood de wettige levensbanden niet kan breken en dat de gewijde genegenheid niet wegvalt door de kilte van de dood.
De huidige taak is lastig: we moeten het Vagevuur doen beminnen en vrezen. Het Vagevuur verdient gevreesd te worden. Het is waarlijk de uitvoering van de oneindige Rechtvaardigheid. De goddelijke ernst en gestrengheid zijn van toepassing op hier ongehoorde wijze. Gewichtige Schriftgeleerden verzekeren ons dat alle wreedheden door de beulen op de martelaars toegepast, dat alle lijden en kommer dat van bij het begin over de mensen kwam niet vergelijkbaar zijn met de minste pijn van dit boeteverblijf. Maar anderzijds is het Vagevuur het meesterwerk van Gods Hart, de mooiste uitvinding van zijn liefde, in zoverre dat we niet in staat zijn te zeggen of de troost die er ondervonden wordt niet groter is dan de kwelling zelf.
De toestand van de heilige zielen waarvan we de klachten willen laten horen, is onbegrijpelijk en onuitsprekelijk. Hun zaligheid is niet hemels met zuivere vreugde, hun kwelling is niet hels met lijden zonder verzachting. Hun lijden is totaal anders dan dat van het huidig leven waar goede en lastige dagen elkaar opvolgen.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
5. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [4/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
6. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 30]
Hoofdstuk 1: Regionale en familiale omgeving van Benoîte
De verhalen van Mr. Gaillard
M. Gaillard, met het stramien van eremijt Aubin, geeft ons twee uitgewerkte teksten waarvan de eerste [het kladschrift] meerdere bijvoegsels krijgt om zo tot de definitieve tekst te komen waarin de samenspraken vereenvoudigd zijn. "Tijdens het hoeden van vijf maal dertig schapen en geiten op de berg van Saint-Maurice en bij het beklimmen van de berg waarop haar kudde onopgemerkt volgt, verschijnt deze heilige haar tweemaal zonder iets te zeggen: een gans witte bejaarde, in het rood gekleed, een puntmuts als een mijter;" zegt ze "met goed uitzicht, een lange baard en grote gestalte. Bij haar derde beklimming, stopt ze dorstig bij oude krotten waar ze haar rozenkrans bidt. Deze bejaarde verschijnt haar, komt naderbij, vraagt wat ze hier doet. "Ik hoed mijn schapen, bid tot God en zoek water om te drinken." Ze neemt haar brood en nodigt hem uit er van te eten; hij antwoordt dat hij dat niet hoeft. "Je moet nochtans eten;" zegt ze "je ziet er zo goed uit, helemaal rood." "Neen! Mijn kind, eet goed. Ik leef niet van aards brood, ik eet maar hemels. Ik ga je water putten; ik ben Maurice." Hij zegt haar weg te gaan, want dit is niet haar streek, de wachters zouden haar kudde afpakken, ze gaat beter naar de vallei die hij haar toont boven Saint-Etienne en waar ze de Moeder Gods zal zien." "Helaas, Mijnheer," zegt ze hem, "Ze is in de hemel." Hij antwoordt dat Ze in hemel is maar op aarde wanneer Ze wil.
Bij terugkeer uit de bergen huppelen de schapen voor haar uit. Sint Maurice vergezelt haar, leent haar zijn stok en zegt: "Er zijn 4 wolven die je schapen zullen verslinden, maar bedreig ze met je stok en ze zullen vluchten zonder je kudde geen kwaad doen." In de afdaling ziet ze 4 wolven, bedreigt ze en ze trekken een andere kant op. Het gesprek dat ze met de heilige voerde duurde meer dan 2 uur: hij zei haar dat de krotten bij de put een slecht onderhouden kapel waren. En dat degenen die er profijt uit trokken zich voor God zouden moeten verantwoorden want Hij wil daar geëerd worden. Terwijl Maurice voor haar water putte vroeg Benoîte hem of hij Jezus of een engel was, zo mooi... Ze vraagt hem ook wat hij op het hoofd droeg, en hij zei dat het een mijter was.
Vertaling: Broeder Jozef
7. Bijzondere reeks rond de sacramenten [deel 10]
Het sacrament van de Verzoening
De Catechismus
2. Waarom na het doopsel nog een sacrament van verzoening?
'Nu zijt gij rein gewassen, gij zijt geheiligd, gij zijt gerechtvaardigd in de naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God' [1 Kor. 6,11]. Men moet zich bewust zijn van de verhevenheid van de gave Gods die ons in de sacramenten van de christelijke initiatie geschonken wordt, om te begrijpen in welke mate de zonde uitgesloten is voor wie 'met Christus is bekleed' [Gal. 3,27]. De apostel Johannes zegt echter ook: 'Als wij beweren zonder zonde te zijn, bedriegen wij onszelf en woont de waarheid niet in ons' [1 Joh. 1,8]. En de Heer zelf leerde ons te bidden: 'Vergeef ons onze schulden' [Lc. 11,4]. Daarbij verbond Hij de vergeving die we elkaar schenken voor onze schulden, aan de vergeving die God verleent voor onze schulden.
Door de bekering tot Christus, de nieuwe geboorte van het doopsel, de gave van de heilige Geest en door het lichaam en bloed van Christus dat we als voedsel ontvangen hebben, zijn wij 'heilig en vlekkeloos geworden voor zijn aangezicht' [Ef. 1,4], zoals ook de kerk zelf, bruid van Christus, 'heilig en onbesmet' [Ef. 5,27] is. Het nieuwe leven, ontvangen in de christelijke initiatie, heeft niet de broosheid en de zwakheid van de menselijke natuur uit de weg geruimd, noch de neiging tot zonde; de traditie noemt dit de begeerlijkheid en die blijft in de gedoopten aanwezig, opdat zij met de genade van Christus de proef zouden doorstaan in de strijd van het christelijk leven.1 Dit is de strijd die eigen is aan de bekering, met het oog op de heiligheid en het eeuwig leven, waartoe de Heer ons onophoudelijk oproept.
Anne Van Der Sloten
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 248]
Johannes de Esseen
Vespasianus komt naar Ptolemaïs
Generaal Vespasianus [die later keizer werd] bevond zich nu met zijn leger in Antiochië, een grootstad aan de Middellandse Zee ten noorden van Libanon en ten westen van Syrie. Antiochië is nu de hoofdstad van de Turkse provincie Hatey, maar destijds was het de hoofdstad van de provincie Syrië en de derde grootste stad van het Romeinse keizerrijk, zowel in omvang als in voorspoed. Koning Agrippa had hem reeds eerder opgewacht en samen waren ze nu onderweg naar Ptolemaïs. Vandaag noemt de stad Akko en is het een oude havenplaats in het noorden van Israël, aan de Middellandse Zee. In Ptolemaïs hadden de inwoners van Sepphoris in Galilea, die voor een vrede waren met de Romeinen, afspraak met generaal Vespasianus. Reeds daarvoor verleenden ze hun steun aan Cestius Gallus, en schonken ze nu hun vertrouwen aan Vespasianus.
De inwoners hadden hun voorzorgen op voorhand genomen en dit voor hun eigen veiligheid, ook al omdat ze gevoelig waren voor de Romeinse overmacht. Ze kregen bescherming van de Romeinen tegen het toen opstandige Joodse volk en hadden een Romeins garnizoen als thuisbasis. Vespasianus werd heel vriendelijk ontvangen en er werd hem zonder aarzelen beloofd dat ze hem zouden steunen in zijn strijd tegen de overige Joden. Om de invasie van de overige Joden te stoppen kregen ze bijkomend zoveel ruiters en voetvolk ter beschikking als ze maar wensten. Het gevaar om Sepphoris te verliezen, in de oorlog tegen de Joden die nu aan zijn beginpunt stond, was inderdaad groot voor de Romeinen Het was de grootste stad van Galilea en was strategisch heel goed gelegen. Van daaruit kon het veiligheid voor het land nauwgezet worden opgevolgd.
Vertaling: Broeder Joseph
9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 73]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
De reis de Heilige Vrouwen
De zwijgzame Maria, Lazarus' vermeende zwakzinnige zuster, zag ik niet. Ze kwam nooit te voorschijn en in het bijzijn van mensen sprak zij niet, doch wanneer zij in haar kamer of tuin alleen was, dan sprak zij luidop met zichzelf en met alle voorwerpen rondom haar. Alleen met de mensen wisselde zij geen woord. In hun bijzijn roerde zij zelfs niet, sloeg de ogen neerwaarts en hield zich onbewogen als een standbeeld, behalve dat zij boog om te groeten. Ook was zij welgemanierd, doch zweeg als stom. In haar afzondering verrichtte zij allerhande werkjes, verzorgde haar klederen en was op alles net. Zij was zeer godvruchtig, doch verscheen nooit in de synagoge, maar bad op haar kamer. Ik geloof ook dat zij visioenen kreeg en met verschijningen sprak. Zij beminde haar zusters met een onuitsprekelijke liefde, en vooral Magdalena. Vanaf haar prille jeugd waren vrouwen belast met het toezicht over haar, doch zij had niets over zich dat wees op echte krankzinnigheid. Over Magdalena werd tot nog toe in Jezus' bijzijn met geen enkel woord gerept. Zij maakte nu te Magdalto de glansrijkste periode van haar zondig leven door.
In dezelfde nacht,waarin Jezus bij Lazarus aankwam, zag ik de H. Maagd, Joanna Chusa, de weduwe Lea en Maria Salome in een herberg tussen de woestijn Giba en de woestijn Efraïm [Efron], een vijftal uren van Betanië, overnachten, nl. te Mikmas. Zij sliepen in een schuur,die rondom met lichte schermwanden dichtgemaakt was. Dit gebouw was in twee ruimten verdeeld. De voorste was in twee rijen slaapcellen ingedeeld die door de H. Vrouwen ingenomen werden. De achterhelft was de keuken. Voor het huis stond een open hut, waarin vuur brandde en ik geloof dat de mannen die hen vergezelden, daar sliepen of daar de wacht hielden. Het woonhuis van de opzichter der herberg was in de nabijheid.
Morgen, de zevenentwintigste, zullen zij reeds tegen de middag wel in Betanië zijn. Wat Maria van Kleofas betreft, ik heb nog eens gezien dat een oudere zuster van de H. Maagd, nl. Maria Heli, haar moeder is en Kleofas haar vader. Deze Kleofas was de zoon van een broer van Jozef, die in het dal Zabulon woonde. Ik ben het overige vergeten. Hij had buiten deze dochter nog een dochter gehad, nl. Anna van Kleofas, die ook getrouwd is geweest. Deze Kleofas is te onderscheiden van de leerling Kleofas van Emmaüs,uit het evangelie van de H. Lucas [Lc.24,18].
10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 90: De Bona Religione [Van een goede religie]
Clemens XI [1721-1724]
Echte naam: Michael Angelo Dei Conti [Palestrina, 13 mei 1655 - Rome, 7 maart 1724]
Hij werd in 1655 geboren als zoon van Karel II, Hertog van Poli. Hij studeerde in Ancona en in Rome aan de Pauselijke Gregoriaanse Universiteit.Paus Alexander VIII benoemde hem tot pontificaal kamerheer. Door Paus Innocentius XII werd hij tot bisschop bevorderd. Hij werkte vervolgens als apostolische Nuntius in Luzern en Lissabon alvorens Paus Clemens XI hem in 1706 verhief tot kardinaal. Tijdens het woelig Conclaaf van 1721 werd hij gekozen tot paus.
Zijn korte pontificaat werd gekenmerkt door een niet aflatende strijd met de Jezuïeten van wie hij vond dat zij zich moesten richten naar de pauselijke decreten. Franse bisschoppen benaderden hem [tevergeefs] met het verzoek om de tegen de Jansenisten gerichte Bul Unigenitus in te trekken.
De Paus behoorde tot de beroemde familie Conti, die zoveel Pausen aan de Kerk heeft gschonken. Daarom kan Malachias profetie vertaald worden als "Uit een goede godsdienstige familie."
Chris De Bodt
11. De Berkenboomprofetieën [deel 13]
Bernald Rembold
In die tijd zal Frankrijk verdeeld zijn. Het Duitse rijk zal een eenvoudige man uitkiezen om keizer te zijn, zij het voor een korte tijd. Zijn opvolger zal een man zijn naar wie de wereld heeft uitgekeken. Hij zal een Romeinse keizer genoemd worden en vrede geven aan de wereld. Hij zal Siegberg en Heisterbach herstellen. Hij is de grote keizer voorspeld door Holzhauser.
Op dat ogenblik zullen er geen joden zijn in Duitsland. De ketters zullen hun vergissing erkennen. Er zal een goed en gelukkige tijd volgen. God zal geprezen worden op aarde en er zal geen oorlog meer zijn... Dan zullen de gevluchte broeders en hun kinderen terugkomen en een leven leiden in vrede in hun land van herkomst.
Als de Duitse keizer vlucht voor zijn leven, zal een man die de kroon draagt voor hem de man zijn die de wereld lang verwacht heeft.
Vertaling: Anne Van Der Sloten
12. Natuurtips die niets kosten
Waarschuwing: je plukt best je kruiden of bloemen op plaatsen waarvan je zeker weet dat er niet gesproeid is en ver van drukke wegen!
Vlierbloesem
Siroop
Als men aan vlierbloesem denkt, associeert men dit onmiddellijk met de heerlijke vlierbloesemsiroop die men ermee kan maken. Verfrissender dan de lekkerste limonade die men kan kopen en gebruikt als basis voor een overheerlijke apperitief met siroop en witte wijn.
Men maakt de siroop als volgt:
Ingrediënten: 25 bloemen ; anderhalve kilo ongeraffineerde, biologische rietsuiker ; anderhalve liter plat water ; 100 g. citroenzuur [kan ook vervangen worden door 50g vitamine C poeder] ; 3 citroenen [opgepast deze mogen niet behandeld zijn, dus best biologische citroenen].
Bereiding: Bloemen losdoen ; in kom brengen samen met de suiker, het water, citroenzuur en/of vitamine C en de in schijfjes gesneden citroenen ; deksel van de kom schuin zetten, saus roeren ; 48 uur laten trekken en af en toe omroeren : na die 48 uur in de siroop zeven citroenen en bloesem uitknijpen.
Ideaal wordt de siroop in de diepvries bewaard ofwel in ijsblokzakjes, ofwel in een doos waar gemakkelijk in bevroren toestand met de lepel kan uitgeschept worden. Men kan de siroop uit de doos ook ontdooien en in een fles in de koelkast bewaren. Ik garandeer u: ze zal er niet lang in staan.
Opdienen: ofwel met spuitwater of plat water, ofwel met witte wijn. Ideale verhouding: 1 op 5.
Thee
Men kan de bloesems ook drogen en als thee gebruiken in volgende gevallen: bij [griep]toestanden waar de zieke niet [goed] kan zweten : bij keelpijn, amandelontsteking en mondslijmvliesontsteking.
3 à 4 g. gedroogde bloemen per kop heet water, 3 à 5 kopjes warm drinken per dag, sloksgewijs heet drinken.
Uitwendige toepassing: als spoelmiddel bij keel-, mondslijmvlies- en oogbindvliesontsteking
Anne Van Der Sloten
13-05-2011
13 mei 2011
13 mei 2011
1. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 12]
Linda Rolinski's bekering
Mijn derde reis naar Medjugorje
Mijn echtgenoot Stan, onze zoon Alex en onze nicht Dorothy: allen vertrokken we op een Pasen naar Medjugorje. Dorothy had zorg gedragen voor mijn schoonmoeder tot een week daarvoor en ze stond praktisch op de rand van een zenuwinzinking. Dorothy was nog nooit naar Medjugorje geweest en zo namen we haar met ons mee op onze weg daarginds.
Dorothy was reeds voor ons allen opgestaan, zodat we onmiddellijk konden ontbijten en naar de Kerk gaan rond acht uur. We hadden samen afgesproken om naar de Engelse Mis van tien uur te gaan. Zo gingen we naar de Mis, maar we zagen Dorothy nergens. We gingen overal zoeken, binnen en buiten, maar konden haar nergens zien. Het was tegen de middag toen we haar vonden, wel ... eigenlijk was het zij die ons had gevonden. Zij had buiten aan de deur gedurende vier uur staan wachten en ze dacht dat ze daar pas amper maar tien minuten had gestaan! Zij was verbaasd dat er intussen reeds zoveel tijd was voorbijgegaan. Het was verwonderlijk dat we haar niet hadden opgemerkt en ik kon het ook niet bedenken hoe het mogelijk was dat ze ons niet had opgemerkt.
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
2. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 119]
Schrift 1
231. Als ik bedenk dat God Zich door de geloften met mij verenigt, t.t.z. mij met Hem, kan niemand zich voorstellen wat mijn hart voelt. Nu reeds geeft God mij de ongehoord grote liefde te kennen waarmee Hij mij voor alle eeuwen beminde, en ik ben Hem maar beginnen liefhebben in deze tijd. Zijn liefde was groot, zuiver en onbaatzuchtig en mijn liefde voor Hem komt voort uit het feit dat ik Hem begin te kennen. Hoe beter ik Hem ken, hoe meer ik Hem altijd maar vuriger en krachtiger bemin, en mijn daden worden altijd maar volmaakter. Wanneer ik me ondertussen herinner dat ik binnen enkele dagen door de eeuwige geloften één moet worden met de Heer, is mijn ziel overstroomd van een onbeschrijflijk, onvatbaar geluk. Bij mijn eerste ontmoeting met de Heer, verzonk de blik van mijn ziel in Hem voor eeuwig. Telkens de Heer tot mij nadert en ik Hem daardoor dieper ken, groeit er een volmaaktere liefde in mijn ziel.
232. Vóór de biecht hoorde ik in mijn ziel deze woorden: "Mijn dochter zeg hem alles en ontvouw uw ziel zoals gij het doet voor Mij. Vrees niets, het is om u gerust te stellen dat Ik deze priester tussen u en Mij plaats, en de woorden waarmee hij u antwoordt zullen de Mijne zijn. Onthul hem de geheimste dingen van uw ziel. Ik zal hem licht geven dat hem uw ziel doet kennen."
233. Toen ik de biechtstoel naderde, voelde ik in mijn ziel een zo grote gemakkelijkheid om met hem over alles te spreken dat ik er zelf naderhand zeer verwonderd over was. Zijn woorden brachten in mijn ziel een diepe vrede tot stand. Zijn woorden waren, zijn en blijven altijd de lichtbakens die niet zullen ophouden mijn ziel licht te geven in haar streven naar heiligheid.
De aanwijzingen die ik kreeg van Pater Andrasz heb ik elders [20] in dit schrift genoteerd.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
3. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 1]
De drie herderskinderen en hun families
Ik zal beginnen met het beantwoorden van de vragen die u mij gesteld hebt over de stemming in de huizen van de nederige kinderen die door God werden gekozen zodat Hij Zijn almachtige doeleinden door hen kan volbrengen.
Het waren twee Christelijke families die door het bloed dicht aanverwant waren. Tante Olympia was de zus van mijn vader en haar eerste man was een broer van mijn moeder. Ze hadden twee kinderen, Antonio en Manuel. Nadat haar eerste man overleed, huwde tante Olympia met Nonkel Marto, die, als neef, aanverwant was met mijn moeder. In welke graad weet ik niet zeker. Uit dit huwelijk werden er vijf kinderen geboren: José, Florinda, Teresa, Joao, Francisco en Jacinta.
Mijn eigen ouders, Antonio dos Santos en Maria Rosa, hadden zeven kinderen: Mario dos Anjos, Teresa de Jesus, Manuel dos Santos, Gloria de Jesus, Carolina de Jesus, Maria Rosa, die God opnam naar de Hemel terwijl ze nog heel klein was, zodat ik haar nooit heb gekend, en Lucia de Jesus Rosa Dos Santos, die nu met u praat.
Er was zon hechte band tussen deze beide families dat de kinderen zich evenzeer thuis voelden in de huizen van hun nonkels en tantes, als in hun eigen huis. In beide huizen werd het namiddag tussendoortje gegeten: wat vers brood dat nog warm uit de oven kwam, opgerold tot een sandwich, met verse sardienen uit Nazare, of met schijfjes gezouten kabeljauw, uit de reserve genomen die werd opzij gelegd voor op te eten in de loop van het jaar. Andere keren bestond het beleg uit stukken wild die ook werden opgediend bij familiefeesten op bepaalde tijdstippen in het jaar. Konijnen die met sluwe vallen werden gevangen, patrijzen die in het hooi en de korenvelden werden gevangen, of vogels die in de stroppen kwamen te zitten onder de olijfbomen en gelokt met rijpe olijven.
Vertaling: Chris De Bodt
4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 119]
Vierde Lezing: Over de plek van onsterfelijkheid of de staat van de verheerlijkte lichamen na de verrzijzenis
Zalig hij die een moment de huidige zorgen kan vergeten om zijn hoop te stellen in dit rijk verblijf en zich in geest optrekken kan tot de hoogte van contemplatie en liefde.
Maar, o mijn God, wat staan die gedachten ver van wat de meeste mensen denken, en wie zou zo goed zijn om een beetje aandacht te schenken aan het weinige dat we probeerden te stamelen? Het grootste aantal, verblind door hun driften, verorberd door geldzucht en hovaardigheid, staan mijlen verwijderd van de zorg voor ziel en toekomst. Mensenkinderen, hoelang zal uw hart zwaarmoedig blijven en zoeken jullie uw voedsel in leugen en dood?... Wanneer zullen jullie ophouden de dood als een boeman te bekijken, als de duistere en vernielende afgrond? Laten ons nu begrijpen dat ze geen hindernis, maar een middel is: ze is de doorgang en het Pasen die van het rijk der schaduwen dat naar dat van de werkelijkheid leidt, van het mobiele leven naar het onveranderlijke en onvergankelijke leven. Het is de zuster vriendin die met haar hand de wolken en ijdele spoken wegduwt om ons in het Heilige der Heiligen van de vastheid en de onvergelijkbare schoonheid binnen te leiden.
Ah! In die leer werd het ons misschien gegund om te ontwaren wat er zich in het land van glorie zal afspelen. Ons er een juist idee van te vormen is even onmogelijk als voor degene die in de schoot van zijn moeder in een grot woont om zich het daglicht voor te stellen.
Onder het beschrijven van Christus rijk konden we slechts beeldspraak en raadsels gebruiken, maar deze zijn het portret van grootse en echte dingen. Van de onweerlegbare en veelzeggende commentaar van de Apostel: Het mensenoog heeft niet gezien, zijn oor niet gehoord, zijn hart niet ontwaard wat God voorbereidt voor degenen die hem liefhadden en dienden op aarde [1 Cor 2,9].
Hier sterft het woord. Boven wat we zeiden is de rede niet bij machte iets te scheppen. De mens kan maar geloven, hopen, liefhebben en zwijgen. En die op de troon zat zei me: Schrijf, want deze woorden zijn zeker en waar. Et dixit mihi: hoe verba fidelissima sunt et vera [Apoc 22,6].
We waren U gehoorzaam, Heer mijn God, we hebben die dingen verklaard, geschreven en gepreekt. Moge degenen die ze hoorden, en ook wij, er eens de volle vervulling van genieten door een heilig en zondeloos leven!
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
5. Het Heilig Gelaat van Manoppello [vervolg]
Pelgrimage naar het Heiligdom van het Heilig Gelaat te Manoppello
Toespraak van Paus Benedictus XVI
"Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien." Inderdaad, dierbare broeders en zusters, om "God te zien" is het nodig Christus te kennen en zich te laten omvormen door zijn Geest die de gelovigen leidt "naar de gehele waarheid" [vgl. Joh. 16, 13]. Wie Christus ontmoet, wie zich laat aantrekken door Hem en bereid is Hem te volgen tot en met het offer van het leven, die ervaart op persoonlijke wijze, net zoals Hij dit gedaan heeft op het kruis, dat enkel de graankorrel die in de aarde valt en sterft vele vruchten draagt [vgl. Joh. 12, 24]. Dit is de weg van Christus, de weg van de totale liefde welke de dood overwint; wie deze weg gaat en "zijn eigen leven in deze wereld haat, zal het behouden voor het eeuwig leven" [Joh. 12, 25]. Hij leeft met andere woorden reeds ín deze wereld in God, aangetrokken en omgevormd door de schittering van Zijn Gelaat. Dit is de ervaring van de ware vrienden van God, de heiligen. Zij hebben het gelaat van die God die ze lange tijd liefdevol beschouwd hebben in het gebed, herkend en bemind in hun broeders en in het bijzonder in de armsten en meest behoeftigen. Zij zijn voor ons bemoedigende voorbeelden om na te volgen: zij verzekeren ons dat, als wij met geloof en vertrouwen deze weg gaan, de weg van de liefde, wij ook, zoals de Psalmist zingt, zullen vervuld worden van de aanwezigheid van God [vgl. Ps. 16 [17], 15]
Jesu... quam bonus te quaerentibus! "Hoe goed zijt Gij, Jezus, voor wie U zoekt!": zo hebben jullie zonet gezongen met de woorden van de oude hymne "Jesu, dulcis memoria" welke sommigen toeschrijven aan Sint-Bernardus. Het is een hymne die bijzonder gepast is in dit heiligdom dat toegewijd is aan het Heilig Gelaat, een hymne die ons herinnert aan Psalm 23 [24]: Ziehier het geslacht dat Hem zoekt, dat zoekt Uw gelaat, God van Jakob [v. 6]. Maar wie is dat "geslacht" dat het gelaat van God zoekt, welk geslacht is waardig "te bestijgen de berg van de Heer," "op zijn heilige plaats te staan?" De psalmist legt uit: het zijn diegenen die "onschuldige handen hebben en een zuiver hart," die geen leugens uitspreken, niet zweren en zijn naaste geen schade berokkenen [zie vv. 3-4]. Dus, om binnen te gaan in de gemeenschap met Christus en het gelaat te beschouwen, om het Gelaat van de Heer te herkennen in het gelaat van de broeders en in de gebeurtenissen van elke dag, zijn "onschuldige handen en een zuiver hart" noodzakelijk. Onschuldige handen, dit wil zeggen een leven dat verlicht is door de waarheid van de liefde welke de onverschilligheid overwint, de twijfel, de leugen en het egoïsme. En ook zijn noodzakelijk zuivere harten, harten die verrukt zijn door de goddelijke schoonheid, zoals de kleine Theresia van Lisieux het zegt in haar gebed tot het Heilig Gelaat, harten die het zegel dragen van het gelaat van Christus.
Dierbare priesters, wanneer de heiligheid van Zijn Gelaat ingeprent blijft in jullie, herders van de kudde van Christus, heb dan geen angst, ook de gelovigen die aan jullie zorg zijn toevertrouwd zullen hierdoor geraakt en omgevormd worden.
En jullie, seminaristen, die zich voorbereiden tot verantwoordelijke gidsen voor het christelijk volk, laat jullie door niets anders aantrekken dan Jezus en het verlangen Zijn Kerk te dienen. Hetzelfde zou ik ook willen zeggen aan jullie, religieuzen, opdat elk van jullie activiteiten een zichtbare weerspiegeling zou zijn van de goddelijke goedheid en barmhartigheid. "Het is Uw gelaat, Heer, dat ik zoek": het gelaat van Christus zoeken, dient het verlangen van elk van ons christenen te zijn; wij zijn immers "het geslacht" dat in deze tijd Zijn gelaat zoekt, het gelaat van de "God van Jacob." Indien wij volharden in het zoeken van het gelaat van Christus, dan zal aan het einde van onze aardse pelgrimstocht Hij, Christus, onze eeuwige vreugde zijn, onze beloning en onze heerlijkheid voor eeuwig: "Sis Jesu nostrum gaudium, qui es futurus praemium: sit nostra in te gloria, per cuncta semper saecula".
Dit is de zekerheid die de heiligen van jullie streek bezield heeft en ik zou graag in bijzonder de Heilige Gabriël van de Moeder van Smarten en Camillus de Lellis vermelden; naar hun gaan onze eerbiedwaardige gedachten en ons gebed. Maar met bijzondere eerbied richten wij ons nu tot de "Koningin van alle heiligen," de Maagd Maria, die jullie in verschillende heiligdommen en kapellen, verspreid in de valleien en op de bergen van de Abruzzen, vereren. Moge Onze Lieve Vrouwe, in wier gelaat en méér dan in elk ander schepsel, wij de trekken van het Mensgeworden Woord kunnen herkennen, onze gezinnen en parochies behoeden en waken over de steden en naties van de gehele wereld.
Moge de Moeder van de Schepper ons helpen ook de natuur, deze grote gave van God, te beschermen, een gave die wij kunnen bewonderen in het prachtige gebergte dat ons omringt. Maar deze gave wordt steeds meer blootgesteld aan de ernstige risicos van de achteruitgang van het milieu en moet daarom verdedigd en beschermd worden. Zoals jullie Aartsbisschop opmerkte, gaat het hier om een dringende aangelegenheid die op gepaste wijze benadrukt wordt door de Dag van Reflectie en Gebed voor de vrijwaring van de Schepping, welke vandaag in geheel de Kerk van Italië gevierd wordt.
Dierbare broeders en zusters, ik dank jullie nogmaals voor jullie aanwezigheid en over jullie allen en jullie dierbaren roep ik de zegen van de Heer af met de oude, bijbelse formule: "Moge de H. Heer u zegenen en behoeden. Moge de Heer de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn. Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken!" [vgl. Num. 6, 26-27]. Amen!
Vertaling uit het Italiaans: Drs. J. Vijgen
Bron: Insegnamenti di Benedetto XVI, II, 2 [2006], Libreria Editrice Vaticana, Città del Vaticano 2007, pp. 180-185.
Anne Van der Sloten
6. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [3/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 29]
Hoofdstuk 1: Regionale en familiale omgeving van Benoîte
Ontmoeting met de bejaarde uit Saint-Maurice.
Dit is het basisstramien waarop vele zijtakken zijn ontstaan. Al op het handschrift van Peytieu verbetert Aubin de datum: augustus dat hij vervangt met de maand mei om zijn verhaal te doen stroken met de maand van de verschijningen. Daarna beschrijft hij in detail de kledij van de bejaarde: "geheel rood, met een hoge muts, iets als een mijter".
Vooraleer met het verhaal dat M. Gaillard er uit trekt te beginnen schetsen we eerst de plaats. Boven op de berg van Valserres stond een hoeve van een oude priorij die afhing van de abdij van Boscodon op 10 km van Embrun. Bij een put zonder reling, bijna gedempt in 1957, was een kapel gebouwd die als bedevaartoord diende voor de inwoners van Remollon en Valserres op Pinkstermaandag. De heilige Maurice werd er geëerd, de officier van het Thebaanse legioen in de vallei van Wallis gemarteld en van wie de cultus in de VIe eeuw werd verspreid in Bourgondië en de Haute-Provence. Een schilderij dat als retabel diende versierde deze kapel sinds de XVIIe eeuw en vertoonde de marteling van deze heilige. Een monnik ... ofwel uit Remollon waar de abdij van Boscodon een berghut en wijngaarden bezat, ofwel uit La Bâtie-Neuve waar het hospitaal religieuzen ten dienste had ... zorgde voor het klein eigendom dat overvloedig hooi voortbracht. Er staan nog talrijke kerselaars en mooie driehonderd jaar oude esdoorns die de herstelde kapel in de schaduw plaatsen. Bij de volgende overhangende weg ontdek je een wondermooi panorama op de vallei van de Durance.
Deze kleine bedevaart was al twintig jaar in verval want de nieuwe abt van Boscodon, François de Sautereau die ze erfde in 1637 toen hij 9 was verwaarloosde helemaal de belangen van zijn abdij die hij trouwens niet betrok. De prior van de abdij verving de abt en trok zich de minderwaardige dingen niet aan, zoals deze kleine priorij van Saint-Maurice, om zich te focussen op de meer productieve goederen en de kost te geven aan zijn klooster van 7 of 8 religieuzen.
Vertaling: Broeder Jozef
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 248]
Johannes de Esseen
Ashkelon, een grote afslachting
Ondanks de grote verliezen was de woede van de Joden nog niet geluwd. Het was alsof hun verlies eerder hun vastbeslotenheid voor nieuwe aanvalspogingen versterkte. Ze zouden zich wreken voor hun duizenden doden. Zo verbleven ze nog een tijd in Sillas tot hun wonden amper waren genezen om dan, met een nog grotere woede naar Ashkelon te gaan. Maar hun eerder ongeluk bleef hen achtervolgen door hun onbekwaamheid en ontoereikende oorlogsmiddelen. Bovendien had Antonius op hun weg hinderlagen laten aanleggen. Vele Joden vielen totaal onverwacht in de valstrikken en waren al vlug omgeven door de Romeinse soldaten, nog voor ze zich konden herenigen. Meer dan achtduizend Joden werden nu afgeslacht. De overgeblevenen konden niet anders, dan samen met generaal Niger, wegvluchten. Nog was hun woede niet voorbij en deden ze nog aantal uitvallen tegen de Romeinen, tot ze door hen werden samengedrongen in een grote versterkte toren in het dorp Bezedeh.
Antonius en zijn gevolg waren niet van plan om nog een aanzienlijke tijd rond de toren te verblijven, die moeilijk was in te nemen en zo naderden de dappersten onder hen de toren om deze in brand te steken. Verheugd verlieten de Romeinen het terrein in de overtuiging dat Niger volledig was verslagen. In de toren echter bevond zich een ondergrondse kelder, waarvan het grootste gedeelte nog intact was. Na drie dagen kon Niger ontsnappen. De Joden waren ondertussen in rouw en dachten dat hij het niet had overleefd. Ze zochten hem op om hem een waardige begrafenis te kunnen geven. Groot was dan ook hun vreugde toen ze hem na drie dagen zagen opdagen, alsof hij door Gods voorzienigheid gespaard was gebleven om zo verder hun leider te kunnen blijven.
Vertaling: Broeder Joseph
9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 73]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
De reis de Heilige Vrouwen
Lazarus, Nikodemus en vele andere aanhangers van Jezus geloofden steeds stilzwijgend dat Hij geroepen was om met zijn leerlingen Jerusalem in bezit te nemen, om hen van het Romeinse juk te bevrijden en het joodse rijk te herstellen. Het was toen juist gelijk nu, in de laatste jaren van Napoleon, dat iedereen gaarne als redder begroet de held, die aan zijn vaderland het oude regime en bestuur, de geliefde vrijheid en onafhankelijkheid van vroeger teruggaf. Ook toen wisten de mensen niet dat het rijk dat alleen ons kan baten, omdat het ons het ware Heil aanbrengt, niet van deze wereld vol zonde en boetelijden is. Ja, wij verheugden ons op sommige ogenblikken Jezus' vrienden te zijn bij de gedachte dat het met de hovaardige tirannie van deze of die volksverdrukker weldra uit zou zijn, maar niemand waagde het met Jezus daarover te spreken. Zij waren allen vol ontzag en bleven in hun onzekerheid omdat geen enkel teken, gebaar of woord van Jezus er op wees dat hun hoop gegrond was.
Na de maaltijd gingen zij in een bidplaats van het huis [vele rijke huizen hadden een eigen synagoge]. Daar sprak Jezus dan een dankgebed uit, omdat de tijd van zijn werk en zending nu aangebroken was. Dit was zeer aangrijpend en allen weenden, ook de vrouwen waren er aanwezig, maar op de achtergrond. Zij baden nog gezamenlijk algemene gebeden. Jezus zegende allen en werd dan door Lazarus naar zijn slaapvertrek gebracht. Deze kamer of cel was in een grote zaal, die in afzonderlijke, afgeschermde cellen ingedeeld was en daarin sliepen de mannen alleen.
Hier was alles veel schoner dan in de gewone huizen. Het bed werd hier niet, gelijk elders, open- en dan weer opgerold. In de meeste andere huizen werd het op de grond uitgespreid. Hier was het een weinig boven de grond verheven en hoger dan gewoonlijk. Het ledikant stond vast en had van voren een opstaande tralierand, die de voorwand hoger maakte, en er hingen behangsels met franjes van af. Aan de muur, waartegen het bed stond, was op een zekere hoogte een fijne mat opgerold, die men door een touw of tuig kon optrekken of voor het bed kon neerlaten. Dan was het a.h.w. onder een schuin dak verborgen. Naast het bed stond een voetbankje of laag tafeltje en in een holte of nis van de muur stond een wasbakken, waarboven een hoge watervaas hing met een klein schep- en gietkommetje. Uit de muur stak een armlamp vooruit en er hing een handdoek aan om zich af te drogen. Lazarus stak de lamp aan, wierp zich vóór Jezus neer, die hem nogmaals zegende, en verliet Hem.
Echte naam: Giovanni Francesco Albani [Urbino, 23 juli 1649 - Rome, 19 maart 1721]
Paus Clemens was, zoals zijn naam al suggereert, van Albanese komaf. Hij studeerde in Rome klassieke talen en rechten en theologie. Op éénentwintigjarige leeftijd werd hij prelaat. In 1690 benoemde Paus Alexander VIII hem tot kardinaal-diaken. Tijdens het Conclaaf van 1700 werd hij gekozen tot paus.
In de Spaanse Successieoorlog tussen Oostenrijk en Frankrijk, koos hij aanvankelijk de zijde van de Franse koning Lodewijk XIV. Daarop viel de Oostenrijkse keizer van het Heilige Roomse Rijk, Jozef I, Italië binnen. Jozef rukte op richting het Vaticaan en onder druk van een mogelijke bezetting sloot Clemens een verdrag met hem, waarin hij beloofde de broer van Jozef, Karel te zullen erkennen als koning van Spanje.
Onder Clemens begon de strijd tegen het Jansenisme. Hij vaardigde daartoe de zeer omstreden bul Unigenitus, waarin de Jansenisten werden veroordeeld als ketters. De strijd over deze bul zou de hele achttiende eeuw aanhouden.
Tijdens zijn pontificaat kwamen ook de relaties met China onder druk te staan omdat de paus de goddelijkheid van de Chinese keizer veroordeelde.
Clemens was een intellectuele paus. Zijn enorme bibliotheek werd tussen 1864 en 1928 geveild.
Urbino, zijn geboortestad, heeft een bloemenslinger in haar wapen. Tijdens de regering van Clemens XI werd er een munt geslagen met de woorden Flores Circumdati.
Chris De Bodt
12. De Berkenboomprofetieën [deel 12]
Bernald Rembold
Bernard Rembold was een Duitse monnik die leefde van 1689 tot 1793. Hier is zijn profetie i.v.m de Berkenbomen:
Het begin van deze vreselijke bloederige tijd zal komen wanneer er een hevig gevecht zal zijn nabij Keulen. Het zal onmogelijk zijn deze vreselijke verwoesting te voorkomen: een ijzingwekkende oorlog en vernietiging zal niet afgewend kunnen worden. Mensen zullen in het bloed staan tot aan hun enkels. Uiteindelijk zal een buitenlandse koning opstaan en overwinning behalen voor de rechtvaardige kant. De overblijvende vijand zal zich terugtrekken tot aan de kleine berkenboom en daar zal de laatste strijd uitgevochten worden voor de rechtvaardige zaak.
De buitenlanders hebben de zwarte dood met zich mee gebracht. Wat gespaard zal zijn door het zwaard, zal vallen door de pest. Het land zal verlaten zijn en zonder eigenaar.
Vertaling: Anne Van Der Sloten
13. Bijzondere reeks rond de sacramenten [deel 9]
Het sacrament van de Verzoening
De Catechismus
Artikel 4: Het sacrament van Boete en Verzoening
Zij die naderen tot het boetesacrament, verkrijgen van Gods barmhartigheid de vergiffenis van de Hem aangedane belediging en tezelfdertijd de verzoening met de kerk, die zij door hun zonde geschonden hebben en die zich door haar liefde, voorbeeld en gebed voor hun bekering inspant'.
1. Hoe wordt dit sacrament genoemd?
Het wordt sacrament van bekering genoemd, omdat het op sacramentele wijze Jezus' oproep tot bekering verwezenlijkt, de stap om naar de Vader terug te keren, van wie men zich door de zonde had verwijderd.
Het wordt boetesacrament genoemd, omdat het een persoonlijke en kerkelijke weg van de zondige christen tot bekering, berouw en voldoening heiligt.
Het wordt sacrament van de biecht genoemd, omdat de bekentenis, het biechten of belijden van de zonden ten overstaan van een priester, een wezenlijk element van het sacrament is. Dit sacrament is ook een 'belijdenis' in de diepe zin van het woord, namelijk erkenning en lofprijzing van Gods heiligheid en van zijn barmhartigheid jegens de zondige mens.
Het wordt sacrament van de vergeving genoemd, omdat God door de sacramentele absolutie van de priester aan de boeteling "vrijspraak en vrede" verleent.
Het wordt sacrament van verzoening genoemd, omdat het aan de zondaar Gods verzoenende liefde schenkt: "Laat u met God verzoenen" [2 Kor. 5: 20]. Hij die vanuit Gods barmhartige liefde leeft, is bereid om gehoor te geven aan de oproep van de Heer: "Ga u eerst met uw broeder verzoenen" [Mt. 5,24].
Anne Van Der Sloten
12-05-2011
12 mei 2011
12 mei 2011
1. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 11]
Linda Rolinski's bekering
Na Ivans gesprek begaf ik mij naar één van de cafés met uitzicht op de Kruisberg, toen een dame mij benaderde en mij vroeg of het de eerste maal was dat ik naar Medjugorje kwam. Ik vertelde haar dat het de tweede maal was en vroeg dan op mijn beurt aan haar of het haar eerste reis was. Zij antwoordde: "Neen, dit is de zeventiende keer en ik ben een reisleidster." Zij had wat mirakelfotos bij die de mensen hadden genomen en ze liet ze mij allemaal zien. Het was heel mooi en interessant. Daarop vertelde ik haar over de foto die mijn vriendin, Cecilia Borowski, met mijn fototoestel had genomen tijdens onze reis naar Medjugorje van april, eerder dat jaar. Zij was geboeid en ik overhandigde haar een foto.
Toen ze op het punt stond om weg te gaan, draaide ze haar om en vroeg me of ik ooit van Vader Jozo had gehoord. Ik had nooit van hem gehoord. Ze was enorm verbaasd dat ik nog niets had vernomen van deze "levende heilige" en ze zei dat haar groep die ze begeleidde hem ging bezoeken over zon vijftiental minuten en ze vroeg of het mij interesseerd om mee te gaan. Uiteraard kon ik een dergelijk verzoek niet afslaan! Vader Jozo was verbazingwekkend, maar ik ga niet gedetailleerder in op dit verhaal, ik wil enkel kwijt dan hij iemand is die u niet mag missen als u in Medjugorje bent.
Nadat we terugkeerden naar Medjugorje, hoorde ik van iemand anders dat Vicka aan het praten was tegen een groep Engelstalige pelgrims. Ik ging de groep achterna en hoorde het gesprek. Dingen zoals deze gebeurden zo de hele tijd en om een lang verhaal kort te maken, had ik het tijdens die week zo druk, dat ik nauwelijks enige tijd had voor mezelf. Het was pas op de terugvlucht naar huis dat ik mij ervan bewust werd hoe goed er zorg werd gedragen voor mij in Medjugorje. Ik begon te begrijpen dat Onze Lieve Vrouw werkelijk zon goede zorg draagt voor ons allen dat we ons werkelijk over Haar heen zorgen hoeven te maken. Nu overviel mij alles echter en het werd mij teveel: ik weende de hele tijd op de weg terug met het vliegtuig. Er waren gewoon teveel toevalligheden. Vader Pio, die niet geloofde in toeval en ooit tegen iemand zei die die opmerking maakte dat "het enkel toeval was," "Ja, maar wie doet deze dingen plaatsvinden?" Maak u geen zorgen over hoe u in Medjugorje zult geraken, noch wat u daar zult doen. Ga gewoon. Onze Lieve Vrouw roept u!
Bron: IIPG
Vertaling: Chris De Bodt
2. De maagdelijke geboorte (vervolg)
Gedachten over Maria
In dat opzicht zou ik een woordje willen toevoegen over Maria. In de protestantse traditie is zij bijna helemaal genegeerd, hoofdzakelijk doordat er bij de katholieken zoveel aandacht wordt aan besteed.
Zij moet natuurlijk niet vergoddelijkt worden, zoals sommigen dat doen, maar zij verdient onze aandacht.
De meeste mensen gaan voorbij aan het feit dat zij waarschijnlijk maar 13 jaar was toen de engel aan haar verscheen. Dat was de leeftijd om te trouwen in die tijd in Israël, zoals het nog dikwijls gebruikelijk is in dit deel van de wereld.
We spreken hier over een tienermeisje dat model staat voor geloof en zuiverheid en verknochtheid aan God.
Eén van de sleutels tot haar karakter wordt geopenbaard door het loflied dat ze zong toen ze zwanger werd van Gods zoon. Dit lied uit Lucas 1 onthult dat zij ondergedompeld was in de Schrift.
Zij was duidelijk geboren uit een rechtvaardige familie waar ze onderwezen was in Gods woord vanaf haar kindertijd.
Vertaling: Anne Van Der Sloten
3. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 118]
Schrift 1
[227] + In de beproevingen ga ik proberen de liefhebbende hand van God te zien. Er is niets zo bestendig als het lijden, het houdt de ziel altijd trouw gezelschap. O Jezus, in mijn liefde tot U laat ik mij door niemand inhalen.
[228] + Jezus, verborgen in het Allerheiligste Sacrament, Gij ziet dat ik, door mijn eeuwige geloften uit te spreken, vandaag het noviciaat [19] verlaat. Gij kent mijn zwakheid en kleinheid, wel, vanaf vandaag, ga ik op een heel bijzondere wijze over naar Uw noviciaat. Ik blijf novice, maar Uw novice, Jezus, en Gij zult mijn Meester zijn tot op de laatste dag. Ik zal alle dagen komen les volgen aan Uw voeten. Ik zal niet het geringste uit mijzelf doen, zonder U eerst geraadpleegd te hebben als mijn Meester. Jezus, ik ben zo gelukkig dat Gij mij tot Uw noviciaat getrokken en aanvaard hebt, 't is te zeggen tot het tabernakel. Als ik mijn eeuwige geloften uitspreek, ben ik helemaal geen volmaakte kloosterlinge: neen, neen. Ik blijf een heel klein en zwak noviceke van Jezus en ik ga proberen de volmaaktheid te bereiken zoals tijdens de eerste dagen van het noviciaat en ik ga me geheel inspannen dezelfde instelling van ziel te hebben als de eerste dag, toen de poort van het klooster zich voor mij opende.
Met het vertrouwen en de eenvoud van een klein kindje geef ik mij vandaag over aan U, Jezus, mijn Meester, ik laat u de volledige vrijheid in het besturen van mijn ziel. Leid mij langs de wegen die Gij wilt, ik zal niet proberen uw redenen te doorgronden. Vertrouwvol zal ik U volgen. Uw barmhartig Hart kan alles.
De kleine novice van Jezus, Zr Faustina.
229. + In het begin van de retraite zegt Jezus tot mij: "Tijdens deze retraite ga Ikzelf uw ziel leiden; Ik wil u in vrede en in de liefde bevestigen." En zo verliepen de eerste dagen. De vierde dag begonnen twijfels mij te kwellen: ben ik niet in valse vrede? Plots hoorde ik deze woorden: "Mijn dochter, stel u voor dat ge de heerseres zijt van de ganse aarde, en de mogelijkheid hebt over alles naar goeddunken te beschikken. Ge hebt alle macht om het goede te doen zoals dit u goeddunkt en plots klopt een klein kindje aan de deur: het staat te beven, met tranen in de ogen, maar met een groot vertrouwen in uw goedheid vraagt het een stukje brood om niet van honger te sterven, hoe zult gij handelen met dit kind? Antwoord, mijn dochter." En ik heb gezegd: "Jezus, ik zou het alles geven wat het vraagt en nog duizendmaal meer." En de Heer zei me: "Ik handel op dezelfde wijze met uw ziel. In de loop van deze retraite verleen Ik u niet alleen vrede, maar ook zo'n ingesteldheid van de ziel dat, zelfs al wou ge u ongerust maken, ge het niet meer kunt. Mijn liefde heeft uw ziel bemachtigd en ik wil dat ge er u in vestigt. Neig uw oor naar mijn Hart, vergeet alles en overweeg Mijn onvoorstelbare barmhartigheid. Mijn liefde zal u de kracht en de moed geven die ge in deze zaken nodig hebt."
[19] De zusters beëindigden het hun derde probata in het noviciaatshuis.
Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken
4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 118]
Vierde Lezing: Over de plek van onsterfelijkheid of de staat van de verheerlijkte lichamen na de verrzijzenis
s Anderendaags werd Monica overvallen door de ziekte die haar velde, en negen dagen na de extase die haar zo vervoerd had stond ze oog in oog met de vorstelijke schoonheid waarvan ze hier op aarde de uitstraling en de afbeelding had ontwaard [Confessions de Saint Augustin].
In het verblijf van het zaligmakende leven dat Monica ontwaarde zal Christus waarlijk koning zijn, niet alleen als God maar ook als zichtbaar wezen dat onze menselijke natuur aannam. Hij zal voor eeuwig heersen over Jacobs huis [Lk 2].
Het bezetten van zijn koninkrijk en de glorie die hij aan de rechterhand van zijn Vader kreeg zullen slechts definitief, volmaakt en vervuld zijn nadat hij zijn vijanden onder zijn voetbankje zal geplaatst hebben [Ps 109: 1].
Dan zal alles aan Hem onderworpen zijn en Hijzelf onderworpen aan Hem die alle schepsels afhankelijk heeft gemaakt. Tot dan strijdt Christus met zijn Kerk om zijn rijk te veroveren door ofwel de goddelozen uit te roeien ofwel door de rechtvaardigen tot zich te roepen met de onuitsprekelijke aantrekking van zijn barmhartigheid. Zijn rijk in de hemel zal op een gans nieuwe manier heropgericht worden, wel heel verschillend van hier op aarde. In dit nieuw leven zal Jezus Christus niet meer vertegenwoordigd worden door een lerende Kerk, want de uitverkorenen moeten niet meer verlicht worden of bijgestaan door de goede engelen, noch hun toevlucht nemen tot de sacramenten. Hun staat zal er een zijn van zuivere en voortdurende aanbidding van de goddelijkheid waar Christus als hoofd van de mensheid al zijn leden zal meedragen in Gods schoot om hen te onderwerpen aan Hem waaronder Hij zelf staat. Et tunc Filius erit subjectus Patri, ut sit Deus omnia in omnibus.
Enkel het heersen van één God zal overblijven voor allen, slechts één glorie, die van God, zal het deel van allen worden. Zoals het huidige leven aan verplichtingen onderworpen is en dat het nood heeft lucht, kledij en voeding, zo, zegt Sint Gregorius van Nissa, zal in Christus' rijk het goddelijk visioen in die verscheidene noden voorzien. De uitverkorenen zullen daar alles uit putten wat ze liefhebben en verlangen, het zal hun kledij, hun voedsel, hun drank zijn en zich aanpassen aan alle eisen van hun vernieuwd leven.
Bron: Abbé Arminjon
Vertaling: [Broeder Joseph]
5. Het Heilig Gelaat van Manoppello [vervolg]
Pelgrimage naar het Heiligdom van het Heilig Gelaat te Manoppello
Toespraak van Paus Benedictus XVI
Dierbare Broeders in het Bisschopsambt,
Dierbare broeders en zusters!
Allereerst moet ik nogmaals dank u zeggen vanuit het diepst van mijn hart, Uwe Excellentie, voor deze ontvangst, voor uw diepzinnige en vriendelijke woorden, voor de uitdrukking van uw vriendschap en voor de zeer betekenisvolle geschenken: het Gelaat van Christus dat hier vereerd wordt, een geschenk voor mij, voor mijn huis en dan ook de geschenken van jullie aarde, uitdrukking van de schoonheid en goedheid van de aarde, van de mensen die er leven en werken en van de schoonheid en goedheid van de Schepper zelf.
Ik zou eenvoudigweg de Heer willen danken voor onze eenvoudige en hartelijke ontmoeting vandaag, in een plaats waar wij kunnen mediteren over het mysterie van de goddelijke liefde door middel van de beschouwing van een icoon van het Heilig Gelaat. Naar jullie allen hier aanwezig gaat mijn innige dankbaarheid uit voor jullie hartelijke ontvangst en voor de inzet en discretie waarmee jullie mijn private pelgrimage ondersteund hebben, een private pelgrimage die nochtans als kerkelijke pelgrimage niet helemaal privaat kan zijn.
Ik groet en dank, ik herhaal, in het bijzonder jullie Aartsbisschop, een oude vriend. Wij hebben samengewerkt in de Theologische Commissie. En in talrijke ontmoetingen heb ik altijd geleerd van zijn wijsheid en ook van zijn boeken. Dank voor de gaven die jullie mij aangeboden hebben en ik waardeer ze ten zeerste, precies als tekenen, zoals Monseigneur Forte ze genoemd heeft. Het zijn immers tekenen van de affectieve en daadwerkelijke gemeenschap waarmee het volk van deze dierbare aarde van de Abruzzen verbonden is met de Opvolger van Petrus.
Ik groet in het bijzonder jullie priesters, religieuzen en seminaristen hier verzameld. Ik ben vooral zeer gelukkig een groot aantal seminaristen te zien, de toekomst van de Kerk in ons midden. Aangezien het niet mogelijk is de gehele gemeenschap van het bisdom te ontmoeten [misschien is dit voor een andere keer] ben ik tevreden dat jullie, die reeds toegewijd zijn aan het priesterlijk dienstwerk of aan het religieuze leven of op weg zijn naar het priesterschap, haar vertegenwoordigen. Jullie zijn mensen waarvan ik graag denk dat ze verliefd zijn op Christus, aangetrokken door Hem en toegewijd om van hun eigen bestaan een voortdurende zoektocht te maken naar Zijn Heilig Gelaat. Dankbaar denk ik tot slot ook aan de gemeenschap van de Paters Kapucijnen die ons ontvangen en sinds eeuwen zorg dragen voor dit heiligdom, het doel van zo vele pelgrims.
Toen ik zonet aan het bidden was, dacht ik aan de eerste twee apostelen die, aangespoord door Johannes de Doper, Jezus volgden tot aan de oevers van de Jordaan, zoals wij lezen in het begin van het Evangelie van Johannes [vgl. Joh. 1, 35-37]. De Evangelist vertelt dat Jezus zich tot hen richtte en vroeg: "Wie zoeken jullie?". Zij antwoordden: "Rabbi, waar woont Gij." En Hij zei: "Komt en ziet" [vgl. Joh. 1, 38-39]. Dezelfde dag nog hadden deze twee een onvergetelijke ervaring waardoor zij gebracht werden tot het uitspreken van de woorden: "Wij hebben de Messias gevonden" [Joh. 1, 41]. Diegene die zij enkele uren tevoren nog beschouwden als een eenvoudige rabbi, had een zeer duidelijke identiteit gekregen, nl. de eeuwenlang verwachte Christus. Maar hoe lang was in feite nog de weg die deze twee apostelen voor zich hadden!
Zij konden zich niet eens voorstellen hoe groot het mysterie van Jezus van Nazareth kon zijn; hoe Zijn Gelaat zich zou tonen als ondoordringbaar, niet te doorgronden; zodanig dat, na zelfs drie jaar met Jezus samengeleefd te hebben, Filippus, één van hen, Jezus tot hem hoorde spreken bij het Laatste Avondmaal: "Ik ben al zo lang bij jullie, Filippus, en je hebt Me nog niet leren kennen?". En dan de woorden die het nieuwe van de openbaring van Jezus samenvatten: "Hij die Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien" [Joh. 14, 9].
Alleen ná Zijn Passie, toen zij hem ontmoeten als verrezen, toen de Geest hun geesten en harten verlichtte, zouden de Apostelen de betekenis van de woorden die Jezus had gesproken, begrijpen en Hem herkennen als Zoon van God, de Messias die beloofd was ter verlossing van de wereld. Van dan af zouden ze Zijn onvermoeibare boodschappers worden, moedige getuigen tot aan het martelaarschap.
Anne Van der Sloten
6. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [1/26]
Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.
7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 27]
Hoofdstuk 1: Regionale en familiale omgeving van Benoîte
Ontmoeting met de bejaarde uit Saint-Maurice.
Dit is de anekdote van M. Peytieu en die niet strookt met het verhaal dat eremijt Aubin dertig jaar later zal ontwikkelen. Inderdaad, voor M. Peytieu gaat het om een heilige Maurice die op die plek heeft geleefd, die Benoîte plots ziet op het altaar in de kapel van de bedevaart, die zijn naam noemt en de dorstige herderin laaft.
Eremijt Aubin, die de Mémoires van Peytieu, in 1689 overleden, bewaard had, vindt die tekst, ondervraagt Benoîte en voegt bij de tekst zelf van Peytieu volgend verrassend verhaal: Bij het hoeden in de bergen van Saint-Maurice van 5 maal dertig ooien, schapen of geiten, krijgt Benoîte plotseling dorst en klimt de berg op om een bron te vinden. Ze vindt oude krotten, zonder te weten dat het de vroegere kerk was, bidt haar paternoster en al biddend verschijnt haar een brave bejaarde man, zeer mooi en met lange baard, groot van gestalte en die haar zegt: Mijn kind, wat doe je hier? Ik hoed mijn dieren en bad tot God. Ik zoek water om te drinken. Mijn kind, ik zal er voor je putten. Ze nam haar brood om te eten en zei hem: Mijnheer, wil je wat van mijn brood om met mij te eten? Neen, mijn kind, ik hoef dat niet. Mijnheer, je bent zo mooi en zo rood, je moet er van eten!. Ik hoef dat niet, neem je voedsel en ik ga water halen.' 'Mijn kind, je zult hier niet weerkeren, je zult naar het dal gaan en er de goede Moeder Gods zien. Helaas Ze is in de hemel. Hoe kan ik haar dan zien hier? Hij antwoordde: Ze is in de hemel, en op aarde wanneer ze dat wil
Vooraleer Sint Maurice tot haar sprak heeft ze hem 4 à 5 maal gezien, maar hij zei niets. De dag daarop ging Benoîte de vallei in, waar ze een grote Dame zag.
Dan vervolgt Aubin met het verhaal van de grote verschijningen.
Vertaling: Broeder Jozef
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 247]
Johannes de Esseen
Ashkelon, een grote afslachting
Nadat de Joden Cestius hadden verslagen, waren ze zo enthousiast over hun onverwacht succes dat ze niet konden omgaan met hun ijver, en, zoals mensen die zich verheven voelen in het vuur van hun goed geluk, planden ze nog meer oorlogen in andere plaatsen. Bijgevolg verzamelden ze een grote hoeveelheid van hun meest geharde soldaten en verplaatsten ze zich richting Ashkelon en Johannes de Essener. Dit een een oude stad, 75 kilometer ten noorden van Jeruzalem en een vijftigtal kilometer ten zuiden van Haifa. De inwoners waren de Joden altijd al vijandig gezind geweest. Uit de verslagen van de Joden blijkt dat ze vastbesloten waren de strijd aan te gaan en zo vlug als mogelijk op weg te gaan. De excursie werd geleid door drie mannen, die alledrie leider waren over het leger, zowel door hun kracht als hun wijsheid: Niger van Perea, Silas van Babylon en Johannes de Essener. Nu was Ashkelon sterk ommuurd, maar zij hadden amper hulp uit hun omgeving. Antonius heerste als Romeinse kapitein over de stad.
Uit woede marcheerden de Joden vlugger dan gewoonlijk en kwamen al heel vlug nabij de stad en Antoinus, die niet op de hoogte gebracht dat ze een aanval op de stad voorbereidden, had nu zijn ruiters op voorhand uit de stad verwijderd en onversaagd door hun meerderheid, noch door de moed van de vijand, ving hij de eerste aanvallen op met grote dapperheid. Toen de Joden de stadswallen beklommen, werden ze heel gemakkelijk afgeweerd.
De Joden waren niet zo bedreven in het voeren van oorlog en moesten het opnemen tegen een partij die er wel in bedreven was: ze waren voetvolk en ze moesten het nu opnemen tegen de ruiters en al spoedig. De Joden die overal verspreid waren zagen nu een verenigde vijand. Zij waren slecht bewapend en de tegenstander niet. De Joden moesten het dus meer van hun woede hebben dan van goed deskundig advies en stonden blootgesteld aan soldaten die elk bevel gehoorzaam opvolgden. Elke wenk werd onmiddellijk opgevolgd tot in elk detail. Zo werden ze al spoedig verslagen want, eenmaal hun eerste rijen uit elkaar gedreven waren, moesten ze vluchten voor de ruiters van de vijand en de soldaten die van achter de stadswallen. Deze soldaten verzamelden de verloren wapens van de Joden, die nu verplicht waren de vlucht de nemen op een lange vlakte. Ze werden achterna gezeten door de ruiters en bij elkaar gedreven. Een groot aantal onder hen werd afgeslacht en toen er maar weinig voetvolk overbleef werden dat nu de boogschutters werden ingezet. Tegen de avond waren duizenden Joden gedood, inclusief twee van hun leiders, Johannes en Silas. Zij de overbleven, waarvan de meesten waren gewond, konden samen met de derde, eveneens overgebleven generaal Niger, de kleine stad Sillas in Idumea bereiken.
Vertaling: Broeder Joseph
9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 72]
Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan
De reis de Heilige Vrouwen
Haar verhaal hier onderbrekend liet A.C. Emmerich zich uit als volgt: Telkens opnieuw verwondert mij dit onbegrip, daar ik zulk een oneindige overtuiging heb van de Godheid en de goddelijke zending van Jezus. Steeds moet ik mij afvragen waarom dan aan die goedgestelde mensen ook niet getoond werd wat ik zo klaar voor mijn ogen zag. Ik heb God de mens zien scheppen,de vrouw uit hem zien nemen en ik heb deze, na haar schepping, aan de man tot gezellin gegeven zien worden. Ik heb hun beider val in de zonde gezien. Ik zag de belofte van de Messias, het bederf en de verstrooiing van de mensheid door de voortplanting op zondige wijze. Ik zag de wonderbare leiding en werking der Voorzienigheid en het sacramenteel geheim van God ter bereiding, tot aanbrenging en voortbrenging der H.Maagd. Ik zag de weg van de geheimzinnige zegen, waaruit het Woord is vlees geworden, als een baan van licht door alle geslachten der voorouders van Maria lopen. Ik zag eindelijk de boodschap van de engel aan Maria en de straal van de Godheid, die in haar doordrong op het ogenblik dat de Zaligmaker ontvangen werd.
En na dit alles,hoe wonderbaar moest het mij, ellendige, onwaardige zondares toeschijnen, die heilige tijdgenoten en vrienden van Jezus in zijn tegenwoordigheid te zien, hoe zij Hem beminden en vereerden en niettemin geloofden dat zijn Rijk een aardse rijk zou zijn. Hoe zij Hem weliswaar voor de beloofde Messias,maar toch niet voor God zelf aanzagen. Hij was hun nog de zoon van Jozef. Voor hen was Maria nog zijn moeder [die Hem op de menselijke wijze had ontvangen]. Dat Maria een Maagd was, vermoedde niemand, want zij wisten niets af van een bovennatuurlijke, maagdelijke ontvangenis door de werking van de H. Geest, zonder de medewerking van Jozef.
Zelfs was het geheim van de Verbondsark hun totaal onbekend. Het was reeds veel en een teken van een genadevolle uitverkiezing, dat zij Hem kenden en beminden.
Ofschoon de Farizeeërs de voorzegging van Simeon en Hanna bij zijn opdracht in de tempel kenden, hoewel zij zijn wonderbare leerrede van twaalfjarige knaap gehoord hadden, waren zij verstokt gebleven. Zij hadden toen wel inlichtingen ingewonnen nopens de familie van die jongen, en in de laatste maanden van de leraar, maar die familie was hun te onaanzienlijk, te arm, te verachtelijk voorgekomen:zij wilden een schitterende Messias.
10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Profetie 88: Rastrum in Porta [Rooster in de Deur]
Innocentius XII [1691-1700]
Echte naam: Antonio Pignatelli [Spinazzola, 13 maart 1615 - Rome, 22 september 1700]
Andere maatregelen van Innocentius XII waren de priesters erop te wijzen wat van hen verwacht werd als kerkelijke vertegenwoordiger - vervullen van geestelijke taken- en opkomen en zorg dragen voor de behoeftigen. Dit laatste was een bittere noodzaak, doordat Rome te kampen had met pestepidemieën, overstromingen en aardbevingen.
Op politiek vlak had de crisis, veroorzaakt door de Spaanse troonopvolging, positieve gevolgen voor de betrekkingen tussen de paus en Frankrijk. Lodewijk XIV , die bondgenoten nodig had, toomde zijn vijandigheid tegenover Rome in en deed een aantal belangrijke toegevingen. Helaas, die verbeterde relaties met Frankrijk betekenden het einde van de betrekkingen met de keizer. Ambassadeurs van Leopold I begonnen in Rome pijnlijke incidenten uit te lokken.
Op 11 september 1697 versloeg Eugeen van Savoye de Turken in Zenta, en op 30 oktober maakten de verdragen van Rijswijk een einde aan de Negenjarige Oorlog; twee gebeurtenissen die de oude paus plezier deden. Het Heilig Jaar 1700 werd hem fataal. Ondanks zijn ziekelijke toestand ging hij in op alle audiëntie-aanvragen van de pelgrims. Op 27 september 1700 stierf hij van uitputting.
Malachias profetie duidt op de volledige naam van de Paus, Antonio Pignatelli del Rastrello, waarbij Rastrello voor rooster staat.
Chris De Bodt
11. De Berkenboomprofetieën [deel 11]
Johannes Lichtenberger
Daarna zal een kluizenaar opstaan, bekend om zijn grote heiligheid, zoals Joachim zegt in zijn Book of Concordance, "Een man met grote heiligheid verheven op de Romeinse troon als een apostel." God zal wonderen doen via hem; niemand zal zijn wetten gehoorzamen. Hij zal vele predikantsplaatsen en inkomens veroordelen en zal verordenen dat geestelijken leven van tienden en gaven. Hij zal opzichtige kledij verbieden en ongepaste koren en liederen. Hij zal de vrouwen bevelen geen juwelen en goud te dragen en verordenen het evangelie te prediken. Hij zal maar paus zijn voor een korte tijd. Na vier jaar zal deze zeer heilige man gelukkig naar God gaan.
Onmiddellijk daarna zal God drie andere heilige mannen doen opstaan, de ene na de andere. Zij zullen evenwaardig zijn in deugden en wonderen en de verordeningen en daden van hun voorganger bevestigen. Onder hen zal de Kerk vernieuwd worden. Zij zullen de "engelachtige pausen" genoemd worden.
Vertaling: Anne Van Der Sloten
12. Bijzondere reeks rond de sacramenten [deel 8]
Het sacrament van de Verzoening
De Catechismus
Laten we ons nog wat verder verdiepen in dit fantastische sacrament door de betekenis van elk onderdeel onder de loep te plaatsen. Wat zegt de katholieke catechismus ons daarover?
Het is nodig ons daarover te buigen om dit sacrament werkelijk te kunnen doorleven en zo uit te stralen naar de wereld, want het Licht mag niet onder de korenmaat gezet worden.
Het is belangrijk voor ons om er meer over te weten en zo mensen de juiste uitleg te kunnen geven. Zo brengen we mensen tot God.
We zijn allemaal gezondenen.
De Sacramenten van genezing
Door de sacramenten van de christelijke initiatie ontvangen wij het nieuwe leven van Christus. Dit leven nu dragen wij 'in aarden potten' [2 Kor. 4,7]. Het is nog 'met Christus verborgen in God' [Kol. 3,3]. Wij zijn in 'onze aardse woning' [2 Kor. 5,1] nog onderworpen aan lijden, ziekte en dood. Dit nieuwe leven als kind van God kan door de zonde verzwakt worden en zelfs verloren gaan.
Onze Heer Jezus Christus, geneesheer van onze ziel en ons lichaam, die de lamme zijn zonden vergeven heeft en hem zijn lichamelijke gezondheid heeft teruggegeven, wilde dat zijn kerk, in de kracht van de heilige Geest, zijn werk van genezing en heil zou voortzetten, zelfs jegens haar eigen leden. Dit is het doel van de twee sacramenten van genezing: het boetesacrament en de ziekenzalving.