Redactie
Medjugorje België en Nederland
Chris De Bodt
(1958 - 2012)

medjugorjebn@gmail.com

Patty De Vos
Kasteelstraat 81
9180 Temse
België
patty.de.vos@hotmail.com

Dr. Guy Claes
Platanendreef 40
8790 Waregem
België
gclaes@scarlet.be

Henk
Twan Vereecken
Geertrui Schonken
Veerle De Caluwé
Anne Van Der Sloten
p. Alfons J. Smet
Broeder Joseph
Zoeken in blog

Medjugorje 2015 Medjugorje 2014 Medjugorje 2013 Medjugorje 2012 Medjugorje 2011 Medjugorje 2010

 

Voorlopig worden enkel de boodschappen gepubliceerd.
07-02-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7 februari 2011
7 februari 2011

1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic
[deel 3]

De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien

Vicka beschrijft de hemel als een uitgestrekte plaats, conceptueel, zegt ze. Het is "onbeperkt" en, rekening gehouden met de opleidings- en taalbarrière, wou ze proberen te verklaren dat de hemel op een zekere manier oneindig is, omdat God oneindig is en de hemel een vereniging is met God in alles wat bestaat. Ze beschrijft mensen, heel gelukkige mensen. Ze waren gekleed, zegt ze dagelijks aan degene die het vragen, in roze, grijze en gele klederen.

"Zij zijn zo gelukkig. U kunt het zien op hun gezichten."
""Welk soort geluk?" vraagt iemand.
"Ze zijn voldaan," antwoordt ze.
"Wat betekent dat?"
"Wel," zegt Vicka, "de Gezegende Moeder zegt: Zie hoe blij ze zijn. En ze weten dat ze het verdienen."

Vicka beschrijft een groot licht dat in de hemel is. "Is het een fysisch licht, zoals het licht van de zon? Of is het een licht dat het verstand overstelpt om al die mysteries door de eeuwen heen te verlichten?"

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

2. Heel merkwaarigde opname uit Egypte: de vierde ruiter van de Apocalyps?

Journalisten van televisiezender "Euronews," waren vorige week rellen aan het filmen in Egypte. De opname werd "life" uitgezonden, dus er kan geen truckage of hoax mee gemoeid zijn. De beelden werden ook uitgezonden op NSNBC en CNN. Na 1 minuut en negentien seconden ziet u plots een raadselachtige, bleekgroene ruiter door het beeld gaan. De figuur heeft geen last van obtstakels en rijdt door alles heen. De ruiter draagt een soort middeleeuws harnas. Van de laatste der vier ruiters van het Bijbelse boek de Apocalyps, "de vale ruiter," wordt gezegd dat hij de brenger is van de dood en de voorbode van de "hel op aarde." Aan u het oordeel.

In de Bijbel komen de ruiters één voor één ten tonele. Dit loopt parallel aan de eerste vier zegels. De paarden hebben een symbolische kleur die bij de ruiter hoort. Met het openen van het eerste zegel komt het witte paard met op zijn rug de overwinnaar. Er is geen consensus over wie deze ruiter is, al wordt hij door de meeste mensen gezien als de antiichrist. Als tweede komt met het openen van het tweede zegel, het rode paard met op zijn rug de Oorlog. Rood is de kleur van het bloed en vuur, symbolen van de oorlog. Als derde komt, met het openen van het derde zegel, het zwarte paard tevoorschijn, bereden door de Honger. Zwart als kleur van het verderf dat door honger wordt aangericht. Als laatste komt, met het openen van het vierde zegel, het vale paard met op zijn rug de Dood. De vale of grijze kleur staat symbool voor het verdwijnen in de dood, het uitwissen van het levende.


3. Moedig jongetje wou absoluut de paus zelf begroeten

Tijdens de wekelijkse audiëntie van paus Benedictus in het Vaticaan is een klein jongetje er vorige woensdag in geslaagd de kerkleider persoonlijk te begroeten.

De jongen ontsnapte even aan de aandacht van zijn ouders en rende voorbij het beveiligingspersoneel richting Benedictus. Die maakte duidelijk dat zijn bewakers niet hoefden in te grijpen en begroette de jongen hartelijk. Nadien werd het kind terug naar zijn plaats gebracht, tot groot jolijt van het publiek.


3. Zr. Marie Simon-Pierre: getuigenis

Vorige week toonden we reeds de video met haar getuigenis, nu volgt het volledige verslag van Zuster Marie Simon-Pierre [46] en haar mirakel dat, volgens een decreet van Paus Benedictus heeft plaatsgevonden op voorspraak van Johannes Paulus I.

"Ik leed aan de ziekte van Parkinson. Dit was geconstateerd in juni 2001.De ziekte had de linkerzijde van mijn lichaam aangetast en het veroorzaakte zeer ernstige problemen voor mij, aangezien ik linkshandig ben. Na drie jaar, de beginfase van de ziekte die langzaam progressief was, werden de symptomen ernstiger: een verhoging van het beven, stijfheid, pijn, slapeloosheid. Ik stierf af, dag na dag. Ik was niet langer in staat om te schrijven [ik was linkshandig, zoals ik al zei], of, wanneer ik het toch probeerde, was mijn handschrift nauwelijks leesbaar.

Ik was niet langer in staat om een auto te besturen, behalve voor zeer korte afstanden, omdat mijn linkerbeen soms blokkeerde, zelfs voor langere tijd en de stijfheid maakte het rijden moeilijk. Daarbij had ik steeds meer tijd nodig om mijn werk in het ziekenhuis te doen. Ik was volledig uitgeput.

Na de diagnose was het moeilijk voor mij om Johannes Paulus II te zien op de televisie. Ik voelde mij echter zeer dicht bij hem in gebed en ik wist dat hij kon begrijpen wat ik doormaakte. Ik bewonderde zijn kracht en moed en dat stimuleerde mij om niet op te geven en om dit lijden te beminnen. Alleen de liefde kon betekenis geven aan dit alles. Het was een dagelijks gevecht maar mijn enige wens was om in geloof te leven en in liefde verenigd te blijven met de Wil van de Vader.

Het was Pasen 2005 en ik wilde de Heilige Vader zien op de televisie want ik wist diep in mij dat het de laatste keer zou zijn dat ik hiertoe in staat zou zijn. De hele ochtend bereidde ik mijzelf voor op deze "ontmoeting" [hij herinnerde mij eraan hoe ik er over drie jaar aan toe zou zijn]. Het was moeilijk voor mij want ik was nog zo jong. Echter, een onverwachte gebeurtenis op het werk stond mij niet toe om hem te zien. De avond van 2 april 2005 was de hele communiteit verzameld op het Sint Pietersplein om deel te nemen aan het vigiliegebed, dat direct werd uitgezonden door de Franse televisie. Bij de aankondiging van de dood van Johannes Paulus stortte mijn wereld in. Ik was de enige vriend verloren die mij kon begrijpen en die mij kracht gaf om door te gaan.

In die dagen voelde ik een grote leegte, maar ik had ook de zekerheid van zijn levende aanwezigheid. Op 13 mei, het feest van Onze Lieve Vrouw van Fatima, kondigde paus Benedictus XVI officieel de speciale dispensatie af voor de start van de zaak van de zaligverklaring en heiligverklaring van de dienaar Gods Johannes Paulus II. Op 14 mei begonnen mijn medezusters van alle Franse en Afrikaanse communiteiten Johannes Paulus II te vragen om voorspreker te zijn voor mijn genezing. Ze baden onophoudelijk en onvermoeibaar tot aan het nieuws van mijn genezing.

Ik was in die tijd op vakantie. Op 26 mei, nadat een periode van rust was geëindigd, keerde ik terug naar de communiteit, volledig uitgeput door mijn ziekte. "Als je gelooft, dan zul je de Heerlijkheid van God zien." Dit was het vers uit het Evangelie van Johannes dat mij sinds 14 mei gezelschap had gehouden. Maar op 1 juni kon ik niet meer verder! Ik moest vechten om gewoon op mijn voeten te kunnen blijven staan en te lopen.

Op 2 juni, ’s middags, zocht ik mijn overste op om haar te vragen om mij vrij te maken van mijn werk. Ze vroeg mij om nog een klein tijdje te proberen en me te verzetten tot de terugkeer uit Lourdes in augustus, en ze voegde eraan toe: ‘Johannes Paulus II heeft nog niet zijn laatste woord gesproken.’ Hij was zeker aanwezig bij die ontmoeting, die plaatsvond in zo’n vrede en sereniteit. Toen hield mijn overste een pen omhoog en vroeg mij om ‘Johannes Paulus II’ op te schrijven. Het was 5 uur in de middag. Met moeite schreef ik ‘Johannes Paulus II.’ Terwijl ik keek naar het onleesbare schrift bleef ik een tijdje in stilte. En de dag verliep verder zoals gewoonlijk.

Om 9 uur ’s avonds, na het avondgebed, verliet ik mijn kantoor om naar mijn kamer te gaan. Ik voelde de aandrang om een pen te pakken en te schrijven, alsof iemand mij had bevolen: ‘pak je pen en schrijf.’ Het was ongeveer half tien, kwart voor tien. En mijn handschrift was volmaakt leesbaar! Verwonderlijk! Ik ging verbaasd op bed liggen. Precies twee maanden waren er voorbij gegaan sinds Johannes Paulus II was teruggekeerd naar het Huis van de Vader. Ik werd wakker om half vijf, verbaasd dat ik in staat was geweest om te slapen. Plotseling stond ik op van bed: mijn lichaam was niet langer pijnlijk, er was geen stijfheid meer en van binnen was ik niet meer dezelfde. Toen kwam er een innerlijke roep en een sterk verlangen om te gaan bidden voor het Heilig Sacrament. Ik ging naar de kapel en bleef daar in aanbidding. Ik voelde een diepe vrede en welzijn; een ervaring die te groot was, een mysterie, moeilijk om in woorden uit te leggen. Nog steeds voor het Heilig Sacrament mediteerde ik over de Geheimen van het Licht die samengesteld zijn door Johannes Paulus II.

Om 6 uur ’s morgens verliet ik de kapel om mij bij mijn medezusters in de kerk te voegen voor een gebedsmoment en de viering van de Eucharistie. Ik moest ongeveer 50 meter lopen en op dat moment werd ik mij ervan bewust dat, terwijl ik liep, mijn linkerarm langs mijn lichaam zwaaide. Hij was niet langer onbeweeglijk. Ik voelde ook een lichtheid en een lichamelijke beweeglijkheid die ik sinds lange tijd niet meer had ervaren. Tijdens de Eucharistieviering was ik vol van vreugde en vrede. Het was 3 juni, het feest van het Heilig Hart van Jezus. Terwijl we de Mis verlieten was ik er zeker van dat ik genezen was. Mijn hand beefde niet meer. Ik kon weer schrijven en ’s middags stopte ik met het nemen van mijn medicijnen.

Op 7 juni, zoals gepland, ging ik naar de neuroloog die al vier jaar voor mij zorgde. Hij was ook zeer verrast toen hij het plotselinge verdwijnen bemerkte van al de symptomen van de ziekte, ondanks het stopzetten van de behandeling vanaf vijf dagen voor dit bezoek. De volgende dag vroeg de algemene overste aan alle communiteiten om dank te brengen. Alle communiteiten begonnen daarop een noveen tot Johannes Paulus II. Nu zijn er tien maanden verlopen sinds alle behandeling is stopgezet. Ik ben weer normaal aan het werk, ik heb geen moeilijkheden meer met schrijven en ik rijd zelfs weer lange afstanden in de auto. Ik voel me als herboren: het is een nieuw leven want het is niet zoals voorheen. Vandaag kan ik zeggen dat de vriend die onze aarde verliet nu dichter bij mijn hart is. Hij deed in mij het verlangen groeien naar aanbidding van het Heilig Sacrament en de liefde voor de Eucharistie, die de eerste plaats hebben in mijn dagelijks leven. Wat de Heer mij heeft toegestaan te beleven op voorspraak van Johannes Paulus II is een groot mysterie, moeilijk om in woorden uit te leggen... maar niets is onmogelijk voor God. En het is inderdaad waar: "Als je gelooft, dan zul je de Heerlijkheid van God zien."

Met dank aan Pater Peter Klos

4. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 55]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

66. O onuitputtelijke schat van de zuivere intentie, die al onze daden vervolmaakt en aan God zeer welgevallig maakt. O Jezus, Gij ziet hoe zwak ik ben, wees dus altijd bij mij, bestuur mijn daden, geheel mijn wezen. Gij, mijn allerbeste Meester! In waarheid, o Jezus, de angst overvalt mij als ik mijn ellende zie, maar tegelijk kalmeer ik als ik Uw onpeilbare Barmhartigheid zie, die een ganse eeuwigheid mijn ellende overstijgt. En deze ingesteldheid bekleedt mij met Uw macht, en met vreugde, vanwege het kennen van mijzelf, o Gij, onveranderlijke waarheid, Gij duurt eeuwig.

67. Toen ik vlak na de eerste geloften ziek werd en, ondanks de liefdevolle en aandachtige zorgen van mijn oversten en de moeite van de dokter, mij beter noch slechter voelde, vernam ik geruchten dat ik veinsde. En daar begon mijn lijden, het verdubbelde. Dat duurde redelijk lang. Eens klaagde ik bij Jezus dat ik een last was voor de zusters. Jezus antwoordde mij: "Gij leeft niet voor uzelf maar voor de zielen. Uw lijden gaat aan andere zielen ten goede komen. Uw aanhoudend lijden zal hen licht en kracht geven om mijn Wil te aanvaarden."

68. Het lijden dat mij het zwaarst woog, was dat het mij leek dat noch mijn gebeden noch mijn goede werken God behaagden. Ik durfde niet naar de hemel opkijken. Dit veroorzaakte een zo groot lijden dat, toen ik in de kapel was voor de gemeenschappelijke geestelijke oefeningen, moeder overste mij na de oefeningen bij zich riep en zei: "Vraag aan God, zuster, genade en troost, want zoals ik het zelf zie en de zusters het mij komen vertellen, wekt enkel u te zien reeds medelijden op. Ik weet werkelijk niet wat ik met u moet doen. Ik beveel u, doe uzelf niet langer afzien".

Maar dit onderhoud met moeder overste bracht mij geen verlichting en ook geen klaarheid. Nog dikkere duisternis verborg God voor mij. Ik zocht hulp in de biechtstoel, maar daar vond ik er ook geen. Een heilige priester wou mij helpen, maar ik was zo ongelukkig dat ik mijn lijden zelfs niet kon beschrijven en dat deed mijn leed nog toenemen. Een dodelijke droefenis doordrong dermate mijn ziel dat ik ze niet meer verbergen kon en dat het uiterlijk zichtbaar werd. Ik verloor de hoop. De nacht werd almaar donkerder. De priester bij wie ik biechtte, zei mij: "Ik zie in u bijzondere genaden en ik ben over u volkomen gerust; waarom kwelt gij u dan zo?" Maar toen begreep ik hem niet en daarom was ik zeer verbaasd dat hij mij als penitentie een Te Deum of een Magnificat gaf, en dikwijls moest ik 's avonds in de tuin rondlopen of tien maal per dag luidop lachen. Deze penitenties verbaasden mij zeer en deze priester was voor mij toch geen grote hulp. Blijkbaar wou God dat ik Hem verheerlijkte door mijn lijden. De priester zocht mij te troosten door te zeggen dat ik zo aangenamer was aan God dan wanneer ik in overvloed de grootste vertroostingen zou genieten. "Zuster, wat een grote genade van God, deze toestand van kwelling waarin gij u bevindt; niet alleen beledigt gij God niet, maar bovendien probeert gij u nog te oefenen in de deugd. Als ik in uw ziel kijk, zie ik grote plannen van God en bijzondere genaden, en als ik dat allemaal zie, dank ik de Heer." Ondanks dat lag mijn ziel op de pijnbank en ten prooi aan onzegbare folteringen. Ik deed zoals een blinde die zich aan zijn gids toevertrouwt en zijn hand stevig vasthoudt. Ik verwijderde mij geen ogenblik van de gehoorzaamheid die voor mij de reddingsplank werd in deze vuurproef.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 55]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 2

De heilige Schrift toont ons drie voorname trekken die de heerschappij van de antichrist zullen melden. Ten eerste zal hij keizer en oppermeester van het heelal zijn en meester zijn over de wereld. Ten tweede zal Jeruzalem zijn hoofdstad zijn. Ten derde zal hij handig en geweldadig zijn, en de oorlog die hij tegen de heiligen zal voeren zal vooral listig en verleidelijk zijn.

Het is duidelijk dat op dit moment alle gebeurtenissen die zich ontknopen de voorbereiding zullen teweeg brengen op een sociaal midden waarin de zondige mens zal overheersen.

Enerzijds hebben de spoorwegen de grenzen verlegd en de afstanden geschrapt. De telegraaf geeft een despoot de mogelijkheid zijn bevelen op staande voet door te geven van het een naar elk ander punt van het heelal. Anderzijds smelten de volkeren van verscheidene rassen samen. De Rus en de Amerikaan, de Japanner en de Chinees ontmoeten elkaar op dezelfde schepen, ze gaan om en kruisen elkaar in onze grootsteden en op de openbare markten van Europa, Californië en equatoriaal Afrika.

De verre volkeren uit India nemen onze uitvindingen over, gieten gegroefde kanonnen en bouwen gepantserde schepenen arsenalen. China, het uitgestrekte keizerrijk met de wriemelende bevolking waar zeeën en stromen dagelijks een enorm overschot aan menselijke wezens opslorpen die de zo rijke en vruchtbare grond niet meer kan voeden, China heeft zijn mechaniekers en ingenieurs, is in onze strategie en industriële vooruitgang ingewijd. Maar hebben onze laatste oorlogen niet bewezen dat nu het lot van de gevechten vooral afhangt van de massa’s en dat er in de legers zoals in de politieke arena’s het aantal, de mechanische en brutale wet de overwinning bepaalt?

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

6. Film: The Apocalypse [3/12]

Tijdens het bewind van de Romeinse keizer Dominitianus [90 jaar na Christus] laait de haatcampagne tegen christenen op. De apostel Johannes wordt op het eiland Patmos vastgehouden. Daar trekt hij zich het lot aan van de vervolgde christenen. De visioenen die Johannes op Patmos krijgt, schrijft hij op. Hij ontmoet Irene, een jonge vrouw, die de christelijke gemeenten wil bemoedigen door de openbaringen van de oude Johannes te verspreiden. Johannes en zijn volgelingen worden, na diverse ontsnappingspogingen, ter dood veroordeeld, maar op het nippertje gered door het plotselinge overlijden van de keizer. Zijn opvolger verleent de Christenen amnestie en daarmee komt een einde aan hun meedogenloze vervolging. Deze film dateert uit 2003 en duurt 91 minuten. Regie: Raffaele Mertes. Acteurs zijn onder meer Constantine Gregory, Richard Harris, Bruce Payne en Christian Kohlund.


7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 265]

De moord

Paus Benedictus XVI, nog in Keulen voor de WJD, sprak een opgemerkte lofbetuiging uit over de stichter van Taizé: "Ik wens hier de herinnering aan te halen van een groot pionier van de eenheid, Broeder Roger, die zo tragisch van het leven werd beroofd. Ik kende hem persoonlijk al lang en had met hem een relatie van hartelijke vriendschap. Hij heeft me dikwijls bezocht en, zoals ik al zei in Rome, kreeg ik op de dag van zijn dood een brief van hem die me recht naar het hart ging omdat hij in die brief zijn eenheid met mij onderweg onderstreepte en hij me zijn wens aankondigde me te komen bezoeken. Nu bezoekt hij ons van hierboven en spreekt hij ons aan. Ik denk dat we naar hem moeten luisteren, innerlijk luisteren naar zijn spiritueel beleefde oecumene en ons laten leiden door zijn getuigenis naar een verinnerlijkte en vergeestelijkte oecumene ..."

De opvolging verliep kalm. Broeder Alois die hij in het geheim zevenentwintig jaar vroeger als zijn opvolger had aangeduid was in Keulen op WJD. Om 21.30 uur werd hij ingelicht over de dood van de stichter en keerde hij meteen terug naar Frankrijk om er in de vroege morgen op te heuvel aan te komen. "Om 8,15 uur in het morgengebed neemt hij zonder iets te zeggen de plaats en de gebedsbank van Broeder Roger in. Alsof er niets gebeurd was kwamen de kinderen rond hem zitten. Hij zet de eindpsalm in en omhelst elke Broeder. Zonder meer. De machtsoverdracht is volbracht. Zonder conclaaf, zonder redevoering, zonder bekroning."

Vertaling: Broeder Joseph

8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 185]

Jacobus, zoon van Zebedeüs

In het openbare leven van Jezus roept Hij zijn eerste volgelingen. Onder hen zijn de twee zonen van Zebedeus: de vissers Jacobus en Johannes [Mt. 27:56]. Zij laten hun netten achter en volgen Jezus [Mc. 1-19-20].

Jacobus was, samen met zijn broer Johannes, bij de eerste apostelen die door Jezus geroepen werden, na Petrus en Andreas. Zebedeus [gehuwd met Maria van Salome] en zijn twee zonen Jacobus en Johannes waren hun netten aan het herstellen aan het meer van Tiberias, toen Jezus daar voorbij kwam. Na eerst het broederpaar Petrus en Andreas geroepen te hebben, richtte Jezus zich vervolgens tot deze beide broers die prompt op de uitnodiging ingingen. De toevoeging 'de Meerdere' dient ter onderscheiding van zijn gelijknamige collega-apostel , de zoon van Alfeüs, die dan 'de Mindere' wordt genoemd.

Samen met Petrus en Johannes behoort Jacobus tot de intiemste vrienden [Mc. 9:2, 14:33]. Hij mag aanwezig zijn bij drie belangrijke gebeurtenissen, die nauwkeurig zijn opgetekend in de evangeliën. De eerste was de opwekking uit de dood van het dochtertje van Jaïrus, de overste van de synagoge [Lc. 8:51]. De tweede de gedaanteverandering van Jezus op de berg Tabor [Mt. 17:1]. De derde was de doodsstrijd van Jezus in het Hof van Olijven, waar Jacobus in slaap was gevallen [Lc. 22: 45].

In het Spaans en Portugees wordt de naam San Iago verkort tot Santiago.

Vertaling: Broeder Joseph

9. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 58: Piscator Minorina [Visser-Minderbroeder]

Sixtus IV [1471-1484]

Echte naam: Francesco della Rovere [Celle, Savona, 21 juli 1414 - Rome, 12 augustus 1484]

Door nepotisme en wanordelijk beleid uitgeput, werd de pauselijke schatkist aangevuld door nieuwe middelen, die sterk verzet uitlokten; verhoogde premies voor het verkrijgen van prebenden, het koopbaar maken van ambten [simonie] en het uitschrijven van nieuwe aflaten.

Deze ongunstige aspecten van Sixtus' pontificaat mogen echter niet doen vergeten, dat Sixtus, door zich in cultureel en politiek opzicht door de beweging van de Renaissance te laten meeslepen, de Kerk toch ook behoedde voor een isolement, dat haar bij de toenemende verwereldlijking van het geestelijke en openbare leven om haar heen noodlottig had kunnen worden.

Zoals hij handelde, handhaafde hij in ieder geval het contact tussen Kerk en wereld. Dat hij daarbij de 'zaken des geloofs' niet uit het oog verloor, bewijst zijn ijveren voor de Mariaverering, met name voor de cultus van Maria's Onbevlekte Ontvangenis, zijn verdediging van de pauselijke onfeilbaarheid en zijn vergaande begunstiging van de franciscanerorde, al deed dit laatste punt, zijn voorliefde voor het instituut waartoe hij zelf behoord had, hem zozeer de maat uit het oog verliezen, dat hem dit terecht tot een verwijt kon worden gemaakt.

Franciscus werd geboren als zoon van een visser en was Franciscaan. Vandaar de benaming Minderbroeder-Visser van Malachias. Merk op dat er in Malachias’ tijd nog geen sprake was van deze orde.

Chris De Bodt

10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 23]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Jezus te Nazareth en te Betsaida

Jezus zag ik van vijf leerlingen vergezeld. Hij predikte hier en daar onderweg en zakte zuidwaarts tot in het gewest van de bron van Jakob af [dus tot tegen de bergen Ebal en Gerizzim, waarschijnlijk ruim te verstaan]. In die omstreken zag ik Hem de sabbat houden. Hij schijnt me weldra naar Nazareth terug te zullen komen. Te Nazareth zijn nog steeds de Heilige Vrouwen.

Ik zag Jezus uit het gewest van de bron van Jakob met zijn vijf reisgezellen te Nazaret teruggekeerd. De Heilige Maagd ging Hem tegemoet, maar toen zij zag dat hij van mannen was ver­gezeld, bleef zij op een afstand en ging zij terug de stad in, zonder Hem begroet te hebben. Ik bewonderde haar zelfbeheersing. Ik zag Jezus in de school een leerre­de houden, waarbij de Heilige Vrouwen tegenwoordig waren.

Ik kwam naar Nazareth en zag Jezus voor de vijf leerlingen, een twintigtal jeugdkameraden uit Nazareth en voor veel volk in de synagoge onderrichten, maar ik zag er geen Heilige Vrouwen aanwezig. Zijn woorden verwekten gemor, want vele toehoorders fluisterden: "Hij wil nu misschien de verlaten doopplaats van Johannes gaan innemen, daar dopen en zich voor zulk een uitgeven. Doch met Hem lagen de zaken anders. Johannes had in de woestijn geleefd, maar waar vandaan Hij kwam, dit wisten zij maar al te goed. Hij zou niet moeten proberen om hen om de tuin te leiden. [Verder zullen wij zien dat Johannes tussen 19 en 25 juli zijn doopplaats te Ennon voor die bij Jericho verlaten heeft]. Nadat ik hierover een weinig nagedacht had, kwam ik in mijn visioen bij Joannes de Doper.

11. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3419 van 1/1/2011

Lieve zonen en dochters, Ik ben de Koningin van de Vrede en Ik kom uit de Hemel om u vrede te brengen. U gaat een toekomst vol beproevingen tegemoet. U treedt nu de tijden binnen die eeuwen geleden zijn aangekondigd door de profeten. Nu is het de tijd van lijden voor de mensheid. Kniel neer in gebed. De toekomst houdt buitengewone ontdekkingen in voor de mensheid. Verheug u want de Heer is aan uw zijde en u zult enkel de redding vinden in Zijn Genade. De Kerk van Mijn Jezus zal een zwaar kruis dragen en zal zijn calvarie ondergaan door de vervolgingen en er zal een grote pijn zijn voor de mannen en vrouwen van het geloof. Ik vraag u om het vuur van het geloof levend te houden. Enkel door de kracht van het gebed zult u trouw kunnen blijven aan Mijn Zoon Jezus en Zijn leer. Ik zal u leiden tot de heiligheid. Open uw harten voor Mijn oproep en volg Mijn Zoon Jezus in alles na. De koning zal een groot lijden ondervinden en zijn troon zal worden omvergeworpen. Bid, bid, bid. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Boodschap 3420 van 1/1/2011

Lieve zonen en dochters, Ik ben uw Moeder en Ik hou van u. Open uw harten en laat de genade Gods u omvormen. Laat de demonen niet toe om twijfel te zaaien in uw hart. Geloof sterk in de kracht van God. Ik vraag u om door te gaan met bidden. De mensheid zal de smart beleven voor iemand die veroordeeld is en Mijn arme kinderen zullen wenen en jammeren. Dood zal komen uit de diepten. De dood zal door Cayenne gaan en verder gaan naar het noorden van Brazilië. Ik lijd om wat er over u zal komen. Blijf niet stilstaan. God roept u. Laat de moed niet zakken. Laat niet wat u morgen hebt te doen. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt

12. Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]

Jeugd en roeping

Missie naar Chili

In 1823 werd het Vatikaan benaderd door Joseph Ignatius Cienfuegos, aartsdiaken van de kathedraal van Santiago de Chile, om een missie naar het Zuid-Amerikaanse land af te vaardigen om zo de kerkelijke hiërarchie in Chili te herstellen. Het land was in een onafhankelijkheidsstrijd gewikkeld met het voormalige moederland Spanje, dat elke vorm van zelfbestuur van het land afwees. De bisschoppen in Chili waren ofwel overleden ofwel teruggekeerd naar Spanje, waardoor veel bisschopzetels vacant waren. Tussen de nieuwe republiek en de Heilige Stoel bestonden diplomatieke noch kerkelijke betrekkingen.

Giovanni Muzi werd tot apostolisch vertegenwoordiger benoemd, en werd tot titulair aartsbisschop van Philippi gewijd. Giovanni Mastai-Ferretti werd als auditor aan de delegatie toegevoegd, en dit o.a. op advies van kardinaalstaatssecretaris Ercole Consalvi. Al vanaf de aanvang van de onderneming kreeg de afvaardiging met problemen af te rekenen. Op weg naar Chili werd het schip in de haven van Palma op het Spaanse eiland Mallorca aan de ketting gelegd en de kerkelijke vertegenwoordigers werden door de Spaanse autoriteiten ondervraagd over het doel van hun reis. Na een kortstondige gevangenschap konden ze de reis verder zetten en op 31 december 1823 kwam de afvaardiging aan in Buenos Aires om van daaruit over land door te reizen naar Chili.

Vertaling: Mario Lossie


04-02-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 februari 2011
4 februari 2011

1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic
[deel 2]

De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien

"Zal het gauw gebeuren?" probeert iemand.
"Ze heeft dat niet gezegd," antwoordt Vicka.

Iemand anders stelt voor, "Waarom zou de Gezegende Moeder haar levensgeschiedenis aan Vicka dicteren als de wereld zou eindigen? Vicka, weet u of de laatste verschijning van de Gezegende Moeder op aarde het einde van de wereld betekent?" Vicka lacht nu. "Ze zei niets over het einde van de wereld, nietwaar?" Vicka antwoordt niet.

Zij weet veel over de onzichtbare wereld. Ze is in de hemel geweest. Ze beschrijft de hemel als een plaats die niet verder is dan de horizon. Ze zegt dat het niet morgen is. Vicka zegt dat de hemel volledig rondom ons is, en inderdaad binnen ons, zelfs op aarde, voor degene die volledig in het centrum van Gods wil leven ... degene die Gods aanwezigheid bewust ervaren, die in feite ervaren dat de aanwezigheid van Gods liefde overal rondom hen is. Alhoewel Vicka zegt dat de ervaring niet constant op de aarde is zoals in de hemel, beweert ze dat het mogelijk is voor degene die God echt kennen, de hemel te ervaren terwijl men nog op aarde is. Dit alles is de vrucht van Gods liefde, Zijn genade, Zijn barmhartigheid, zegt ze.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

2. Kijken met tranen in de ogen: 7 jaar en wijzer dan de grootste geleerde


3. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 54]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

65. Eens in het noviciaat, plaatste de novicenmeesteres mij in de meisjeskeuken. In het begin deed me dat veel leed want ik kon de kookpotten niet baas, ze waren heel groot. Het ergste was de aardappelen afgieten, dikwijls viel de helft eruit. Toen ik dat aan de novicenmeesteres zegde, antwoordde zij dat ik er stilaan zou aan wennen en het zou leren door ervaring. Nochtans bleef de moeilijkheid want mijn krachten namen met de dag af en wegens dit gebrek aan kracht, maakte ik mij uit de buurt als het moment van het afgieten van de aardappelen kwam. De zusters merkten dat ik mij aan deze taak onttrok en ze waren zeer verwonderd. Ze wisten niet dat ik ondanks alle moeite en zelfoverwinning hen niet kon helpen. 's Middags bij het gewetensonderzoek klaagde ik bij God om mijn gebrek aan kracht. Toen hoorde ik deze woorden in mijn ziel: "Vanaf vandaag zal het u zeer gemakkelijk zijn, Ik zal uw krachten versterken." 's Avonds als het ogenblik van deze taak gekomen was, haastte ik mij als eerste, vertrouwend op de woorden van de Heer. Ik nam de kookpot met gemak op en goot het water perfect af. Maar wanneer ik het deksel wegnam om de aardappelen te laten uitdampen, zag ik in de kookpot, in plaats van aardappelen, bundels rode rozen, zo mooi dat het moeilijk is ze te beschrijven. Ik had er nog nooit zo'n mooie gezien. Dat verwonderde me zeer en ik begreep de betekenis daarvan niet, maar dan hoorde ik in mijn ziel de stem: "Ik verander uw zware arbeid in de mooiste bloemruikers en hun geur stijgt op tot Mijn troon." Van toen af probeerde ik de aardappelen af te gieten, niet enkel in de week dat ik keukendienst had, maar ik probeerde ook de zusters te vervangen voor die taak als het hun week was. Ik probeerde me eerst aan te bieden, niet alleen voor die taak, maar voor alle zware werken, want ik had ervaren hoezeer dit God behaagt.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 54]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

Maar deze overtuiging schijnt niet zo zeker. De meest voorkomende opinie, die ook overeenstemt met de heilige Schrift, denkt dat na de val van de antichrist, de katholieke Kerk weer een tijd van voorspoed en triomf zal kennen. Inderdaad, de verlichte apostel Sint Paulus die onder de zonen van Israël het duidelijkst de toekomst en het lot van zijn volk heeft ingezien, schijnt deze leer duidelijk te ondersteunen wanneer hij herinnert aan de genadige en gezegende gevolgen van de bekering van de Joodse zonen van Israël [die, volgens de profeet Maleachi, slechts tot de waarheid zullen weerkeren door verlicht te worden met de leer van Henoch en Elias], in een heilige bevlieging uitroept: "Als de val der Joden die de bekering van de heidenen teweegbracht de kracht van de Kerk en de rijkdom der aarde betekende, hoeveel te beter zal hun verrijzenis de wereld verrijken, en als hun verlies het menselijk heil wordt zal hun wederkeren een verrijzenis beteken voor de wereld" [Rom: 11:12].

:Deze woorden zijn uitdrukkelijk en dulden geen twijfel. Ze stemmen overeen met deze van Sint Jan: ‘En ik zag degenen die het beest en zijn afbeelding overwonnen hebben, ze zongen het lied van Mozes en van het Lam’ [Apoc 15:2]. Anders gezegd, de christenen en de overgebleven Joden zijn een van geest en geloof, ze loven en zegenen tegelijk Gods Zoon met deze woorden: ‘Uw werken zijn groot en wonderbaar ô almachtige Heer! Ô Koning der eeuwen, uw wegen zijn rechtvaardig en waarachtig!’ [Apoc 15:3].

Inderdaad, is het mogelijk dat op de dag dat alle volkeren één zullen zijn in die lang verwachte overeenkomst de hemel met geweld zal instorten, dat het tijdstip waarop de strijdende Kerk volgroeid zal zijn overeen zal komen met de uiteindelijke ramp? Zou Jezus Christus de Kerk maar hebben doen herleven in al haar luister en uitstralende schoonheid om meteen de bron van haar jeugd en haar onuitputtelijke vruchtbaarheid droog te leggen?

Maar als mag aanvaard worden dat na de antichrist het einde van de wereld nog meerdere eeuwen uitgesteld wordt, kan niet hetzelfde beweerd worden over de uiteindelijke crisis die de grote eenheid moet vervullen. Want, voor zover de huidige tekenen van de tijd, de dreigende symptomen van onze politieke toestand en onze revoluties, de opmars van de goddeloosheid die gepaard gaat met de vooruitgang van de beschaving en de stoffelijke ontdekkingen bekeken worden, kan de nabijheid van de komst van de zondige mens en de dagen van verwoesting die Jezus Christus ons voorspeld heeft maar moeilijk tegengesproken worden.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

5. Film: The Apocalypse [2/12]

Tijdens het bewind van de Romeinse keizer Dominitianus [90 jaar na Christus] laait de haatcampagne tegen christenen op. De apostel Johannes wordt op het eiland Patmos vastgehouden. Daar trekt hij zich het lot aan van de vervolgde christenen. De visioenen die Johannes op Patmos krijgt, schrijft hij op. Hij ontmoet Irene, een jonge vrouw, die de christelijke gemeenten wil bemoedigen door de openbaringen van de oude Johannes te verspreiden. Johannes en zijn volgelingen worden, na diverse ontsnappingspogingen, ter dood veroordeeld, maar op het nippertje gered door het plotselinge overlijden van de keizer. Zijn opvolger verleent de Christenen amnestie en daarmee komt een einde aan hun meedogenloze vervolging. Deze film dateert uit 2003 en duurt 91 minuten. Regie: Raffaele Mertes. Acteurs zijn onder meer Constantine Gregory, Richard Harris, Bruce Payne en Christian Kohlund.


6. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 263]

De moord

Toen ze voor de prior stond haalde ze plots een mes boven en diende hem roepend twee steken toe in de hals. Ze werd onmiddellijk overmeesterd door enkele jongeren en buiten gesleept terwijl de anderen Broeder Roger ter hulp snelden.

Het bloed viel overvloedig op zijn wit kleed. Hij werd de kerk uitgedragen terwijl een Broeder een nieuw gezang inzette om paniek te voorkomen. In feite hadden velen niets opgemerkt. Een kwartier later kwam een van de oudste leden van de Gemeenschap terug en kondigde aan: "Hij is overleden." Een ijzingwekkende stilte viel over de menigte. Sommige broeders weenden. Maar het gebed ging door.

De moordenares werd weldra herkend: het was een Roemeense van zesendertig, Luminita Solcal. Afkomstig uit Iasi in het noordoosten van Roemenië leed ze al meerdere jaren aan zenuwinzinkingen en aan schizofrene stoornissen. Ze had getracht kloosterzuster te worden, eerst in Roemenië en daarna in Zwitserland, Frankrijk en zelfs in Egypte. Telkens werd ze geweigerd vanwege haar geestesstoornis. De woordvoerder van het aartsbisdom Iasi verklaarde: "Ze stond al jaren onder psychiatrisch toezicht en werd behandeld. Ze was ook bekend bij de politie die ze met buitensporige klachten lastig viel."

Ze kwam naar Taizé om Broeder Roger te ontmoeten. De prior had ze niet kunnen ontvangen vanwege zijn gezondheidstoestand. Daardoor zette haar geestesverwarring zich op hem vast. Op 14 augustus had ze een vlucht genomen in Boekarest om terug naar Taizé te komen. De vijftiende had ze een Laguiole mes gekocht in een winkel in Cluny. ’s Anderdaags doodde ze Broeder Roger.

Vertaling: Broeder Joseph

7. Jezus' tijdgenoten [aflevering 184]

Jacobus, zoon van Alfeüs

De schrijver noemt zich Jacobus, een dienstknecht van God en van de Heer Jezus Christus. Omdat hij zich geen apostel noemt, was dit volgens de overlevering Jacobus de rechtvaardige. Conservatieve commentatoren zien hiervoor zowel interne en externe aanwijzingen. Wanneer de Jacobusbrief van de hand van Jacobus de rechtvaardige is, moet de brief voor de door Tacitus en Eusebius van Caesarea berichte dood in 62 ontstaan zijn. Enige commentatoren zien de brief als een van de oudste documenten van het Nieuwe Testament, ontstaan tijdens het apostelconcilie, omdat de heidenen niet genoemd worden. Anderen dateren de brief in of rond 60. Historisch-kritische theologen houden de Jacobusbrief voor een laat pseudo-epigrafisch geschrift, omdat het Grieks in hun ogen te elegant is voor een jood, en omdat zij het leerambt voor een latere ontwikkeling houden.

In 62 werd hij valselijk beschuldigd door de hogepriester Ananus [Ananias] , die hem aan het joodse volk uitleverde. Nadat hij had geweigerd zijn geloof af te zweren, werd Jacobus de Mindere van op het dak van de tempel naar beneden geworpen. Hij overleefde de val en vroeg de Heer om zijn moordenaars te vergeven. Daarop werd hij gestenigd en uiteindelijk doodgeslagen met een knuppel. De rooms-katholieke Kerk vereert Jacobus als heilige. Zijn naamdag is op 3 mei. De Orthodoxe Kerk viert zijn feestdag op 9 oktober en op 30 juni met de andere twaalf apostelen.

Vertaling: Broeder Joseph

8. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 58: Piscator Minorina [Visser-Minderbroeder]

Sixtus IV [1471-1484]

Echte naam: Francesco della Rovere [Celle, Savona, 21 juli 1414 - Rome, 12 augustus 1484]

De vroegste, door Sixtus benoemde kardinalen, waren zijn twee neven Giuliano della Rovere [paus Julius II] en Pietro Riario, die driemaal bisschop, tweemaal aartsbisschop, patriarch van Constantinopel en kardinaal werd. Een ander familielid, Girolamo Riario sleepte Sixtus in verschillende zinloze oorlogen mee [onder andere met Napels, Ferrara, Venetië en de Colonna's].

Ernstiger werd nog het door de Riario's uitgelokte conflict met Florence. In de samenzwering der Pazzi tegen de machtige Lorenzo de Medici, waarbij diens broer Giuliano werd gedood, compromitteerde Girolamo Riario Sixtus IV.

Nadat de aanslag op Lorenzo mislukt was begon er een verbitterde gewapende strijd. Slechts het innemen van Otranto [1480] door de Turken bracht de partijen na twee jaar tot bezinning. Van een kruistocht tegen de Turken kwam echter niets meer terecht.

Chris De Bodt

9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 22]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Over de Libanon naar Sarepta

Ik heb gezien dat de Hoge Raad of het Sanhedrin van Jeruzalem naar alle hoofdplaatsen van het Beloofde Land, waar joodse scholen [of districtgouverneurs] waren, boden zond met de opdracht oplettend een man in het oog te houden, van wie de Doper gezegd had, dat Hij degene was die komen moest en ook dat Hijzelf naar de Doper zou gaan om de doop van hem te ontvangen. Zij moes­ten Hem goed nagaan, inlichtingen inwinnen en verslag uitbrengen, want, indien Hij zich liet dopen, was het al te duidelijk dat Hij niet de Messias was: deze toch had de doop van Johannes niet nodig. Jezus was hun een doorn in het oog. Zij zaten met zijn geval verveeld, omdat zij onder meer andere dingen over Hem hadden gehoord dat Hij dezelfde was die reeds als knaap in de tempel zo schitterend had onderricht.

Ook zag ik de boden die naar een zekere stad gingen: deze lag vier uren van de weg bij Hebron verwijderd en aan de zee, in de landstreek waar de verkenners van Aaron en Mozes de grote druiven vonden.[De voornaamste weg naar Gaza liep over Hebron]. Ook zag ik die stad in de toestand waarin ze zich veel later bevond, misschien zelfs in onze dagen. Ik zag weinig huizen en alleen nog oude fundamenten, maar ik zag een zeer lange rij tenten, die, naar ik gis, tot tegen de zee stonden opgesteld. Vele soorten stoffen en zijde lagen daarin te koop.

Van het oude Nazareth is er maar heel weinig over. Toch herkent men nog de bergen, maar de streek is zoveel als ongebaand, niet onderhouden en veel is ingestort door regen. Er zijn daar geheel naakte rotsen, zo steil en overhangend, dat men verschrikt is, wanneer men daar zo hoog de mensen ziet staan of gaan. De vruchtbaarheid is er nog niet verdwenen, maar er zijn vele wilde dieren. Men ziet er ook vele duiven, overal op alle huizen, in alle wijnbergen ziet men grote aantallen tortelduiven vliegen en zitten er wilde duiven die zo groot zijn als onze tamme huisduiven.

Op de Karmel zijn vele spelonken waarin nog kluizenaars wonen. Ook is de berg met een klooster bekroond. Ik heb gisterennacht vele bijzonderheden van de berg gezien. De kluizenaars zijn daar nu zeer bedroefd en bidden er veel, want niet ver van daar woedt er een opstand tussen Turken en een ander volk, niet ver van de Libanon.

10. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3418 van 28/12/2010

Lieve zonen en dochters, leef naar het Paradijs toe. God moet het doel zijn dat moet worden bereikt door alle mannen en vrouwen van het geloof. God is het begin en het einde, en hoe ook de mensen zijn Grootsheid aanbidden, Hij is altijd groter. Verheug u omdat u een liefdevolle en genadevolle Vader hebt die van u houdt en u kent bij naam. U bent belangrijk voor Hem. Leef niet ver van Zijn Genade. Kniel neer in gebed, want dit is de enige weg waardoor u Gods ontwerp voor uw leven kunt begrijpen. Bern [hoofdstad van Zwitserland]: lijden zal komen over mijn arme kinderen. Moed, uw redding ligt bij de Heer. Keer terug tot Hem die u naar Zijn beeld en gelijkenis heeft geschapen. Voorwaarts. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt

11. Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]

Jeugd en roeping

Op 10 april 1819 werd Giovanni tot priester gewijd. Vanwege zijn epilepsieaanvallen was daar een speciale dispensatie [=ontheffing van een kerkelijke wet] voor nodig. Om die te verkrijgen richtte hij zich rechtstreeks tot paus Pius VII. De paus besloot het dispensatieverzoek in te willigen, en wenste Giovanni toe "dat de ziekte hem niet meer zou teisteren." Er werd wel een voorwaarde gesteld, namelijk dat Giovanni enkel de Mis mocht opdragen wanneer hij geassisteerd werd door een andere priester.

Na zijn priesterwijding werd Giovanni aangesteld als spiritueel directeur van het weeshuis Tata Giovanni [‘papa Giovanni’] in Rome. Het weeshuis was opgericht door de arme arbeider Giovanni Borgi, die zich bekommerd had om verweesde straatkinderen in Rome. Hij ving ze op in z’n eigen huis om ze in hun levensonderhoud te voorzien, en gaf ze ook onderwijs. Dankzij Giovanni Borgi’s bemiddeling vonden de kinderen op latere leeftijd ook stageplaatsen bij bedrijven in Rome. Giovanni Mastai-Ferretti was in de periode 1814-1818 al actief geweest binnen het weeshuis en had er onder andere godsdienst aan de kinderen onderwezen. Het was ook in de nabij het weeshuis gelegen kerk "Santa Anna dei Falegnami," een kerk die gewijd was aan de Heilige Anna, waar Giovanni z’n eerste Mis na zijn priesterwijding was voorgegaan.

Vertaling: Mario Lossie


03-02-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 februari 2011
3 februari 2011

1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic
[deel 1]

Momenteel kent Vicka negen geheimen. Zij en haar echtgenoot, Mario Mijatovic, hebben twee kinderen: Marija Sofija, geboren op 13 januari 2003 en Ante geboren op 18 januari 2004.

De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien

Vicka Ivankovic Mijatovic werd geboren op 3 juli 1964. Ze is middelgroot en draagt gekruld zwart haar. Ze heeft brede, fonkelende, bruine ogen en een vreugdevolle glimlach. Ze straalt vreugde uit. Eerlijk en ernstig zegt Vicka altijd wat ze denkt. Ze is onvervaard. Degenen die Vicka in de begindagen van de verschijningen kenden, waren soms verrast door haar opvliegendheid en haar kortheid. Heden ten dage zijn zachtmoedigheid, medelijden en geduld de kenmerken van een rijp geworden Vicka, niet alleen voor degene die haar goed kennen maar ook voor de mensen die haar aanspreken over de Gezegende Moeder, die "zoveel van ons houdt dat we van vreugde zouden kunnen sterven."

De zomers zijn typisch zeer warm in Medjugorje. Op een normale dag zou je Vicka aantreffen met een lila-wit gestreepte bloes met een witte jeans die aan haar aangeboden werd door een genereuze pelgrim. Telkens zal ze leunen op de ijzeren balustrade van haar veranda met haar doordringende glimlach waarmee ze degenen verwelkomt die op haar stoep samen troepen. Ze is mager nu. Ze is niet langer het Kroatisch boerenmeisje, alhoewel ze nog steeds op de velden werkt. Haar geest is onstuimig. Haar lach is vreugdevol en werkt vrij aanstekelijk. Haar blote voeten zijn aangekoekt met modder, en een stuk van de broek hangt over haar linkerhiel alsof ze zich gesneden heeft terwijl ze de rotsachtige en gekartelde bergen van Medjugorje beklom. Vicka schijnt dit niet op te merken. Haar haar is lang en achterover gekamd. Haar lichaam begint een breekbaar uiterlijk te vertonen. De boetedoening doet dat.

De Gezegende Moeder heeft aan Vicka de details van haar aardse leven gegeven. Zij heeft deze feiten in drie boekjes genoteerd. "Wanneer kunnen ook wij ze lezen?" vragen de mensen. Vicka lacht genadig en ze mijmert: "Ik weet dat niet. Ik doe enkel wat de Gezegende Moeder mij vertelt."

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

2. De schoonheid van wijwater

De ware eigenschap van water vindt zijn bestemming in de redding van de mensen in deze wereld. Het wijden van het water maakt "slecht water niet goed." Het herstelt enkel goed water tot de oorspronkelijke staat. Het gebed bij het wijden van water onthult de ware "aard" en "bestemming" van het water, en aldus het Woord. Met het water, door het wijden, tot het ware doel te herstellen, wordt het opnieuw een middel om met God te communiceren. Christus zuiverde het water door Zijn doopsel. Hij is niet enkel gekomen om de mensen de redden, maar door Hem, eveneens de gehele aarde.

In deze onderstaande foto ziet u het water, gebruikt door de mensen voor het gewone doel. Bekijk de structuur van het water eens nader.


Maar tijdens de zegening van het Gewijde Water ontvouwt er zich een groot Mirakel. De Heilig Geest daalt neer op het water en verandert de natuurlijke eigenschappen ervan. Het wordt opnieuw zuiver, onbedorven en blijft helder en fris voor een langdurige periode. Dit Gewijde Water ontvangt de genade om zieken te genezen, om demonen en kwade krachten weg te drijven, om de mensen te behoeden voor het gevaar, om verschillende voorwerpen te zegenen, zowel voor gebruik in de kerk als voor thuis. Daarom drinken de Orthodoxe Christenen gewijd water met eerbiedwaardigheid, een groot Agiasma [heilig ding], zoals de Grieken het noemen.

Tijdens het lezen van bijzondere gebeden, wijzigt de Heilige Geest de gehele structuur wat het water. Hieronder ziet u de waterkristallen van hetzelfde water als hierboven, nadat het is gezegend.


Water is niet alleen de bron van leven, maar ook een spiegel van de dood. Alles begon met het water. In de Kerk wordt het daarom voornamelijk aangewend bij het doopsel en bij de begrafenis van een persoon, maar ook ter bescherming van de mensen tegen het kwade. Het is als het ware een plicht voor elke goede Christen om wijwater in huis te hebben en er 's morgens bij het opstaan en 's avonds voor het slapengaan een kruisteken mee te maken.

Het Christelijk gebruik is gebaseerd op het doopsel van Jezus door Johannes de Doper en de Orthodoxe interpretatie van deze gebeurtenis. In hun ogen was het doopsel door Johannes, een doopsel van berouw en de mensen kwamen tot hem om hun zonden door het water weg te wassen. Daar Jezus zonder zonde was en de vleesgeworden God, had Zijn doopsel niet de bedoeling om Zijn zonden weg te wassen, maar om het water te zegenen ... het heilig te maken en samen hiermee de hele schepping zodat het tenvolle kon worden aangewend voor de oorspronkelijke bestemming ervan: een werktuig van het leven.

Jezus doopsel wordt in de Kerk herdacht op het Feest van de Theofanie, of de zichtbare openbaring van God aan de mens. God openbaart zich aan bepaalde personen op een zichtbare manier. In de katholieke kerk wordt het feest van de theofanie gevierd op 6 januari. Deze dag wordt epifanie genoemd. Jezus maakte zichzelf aan de wereld bekend bij het bezoek van de Drie Wijzen. De Orthodoxe Kerk viert dan het doopsel van Jezus, waarbij de Heilige Geest zich openbaarde. Het feest valt in de Oosterse Kerk, door het gebruik van de Gregoriaanse kalender, op 19 januari.

Wijwater vindt men ook bij de ingang van de kerken. Bij de deur bevindt zich een kom, vaak mooi versierd of in de vorm van een schelp, met het water. Bij de binnenkomst dopt een gelovige zijn vingertoppen in het water en slaat hij een kruisje. Het wordt eveneens aangewend om allerlei zaken aan God te wijden, om ze zo tegen het kwaad en het onheil te beschermen. Bijvoorbeeld een woning, een auto, een nieuw gebouw. Wijwater mag zomaar niet worden weggegoten, omdat er een zekere waarde wordt aan gehecht. Het mag wel worden gedronken, in het eten verwerkt of aan planten worden geschonken.

Vooral bij de orthodoxe gelovigen is het drinken van het Heilig Water goed ingeburgerd. Het sterkt de kracht van de ziel als het samen met een gebed en met eerbiedwaardigheid gebeurt. Velen verwachten dan ook meer dan een normaal resultaat bij het drinken ervan.

3. Dominostenen vallen om: Geheimen Medjugorje nabij?

Eerst was er de opstand in Tunesië. Egypte is gevolgd. En nu? In welk land in Noord-Afrika en het Midden-Oosten staat nu het volk, jong en werkloos, op tegen de sterke leider? Een blik op de kanshebbers.

  • Jemen

    Ook in Jemen heeft de woede over de groeiende armoede en het gebrek aan politieke vrijheid al geleid tot straatprotest. Tienduizenden Jemenieten volgden op 27 april het voorbeeld van de Tunesiërs en de Egyptenaren met een betoging in de hoofdstad Sanaa. Hun eis: dat president Ali Abdullah Saleh na 31 jaar eindelijk zou opstappen. Jemen is het meest verarmde land in de Arabische wereld: bijna de helft van de bevolking moet er overleven op minder dan 2 dollar per dag. Om het ongenoegen te ontmijnen, kondigde president Saleh wel aan dat hij de inkomenstaks zou halveren, en dat hij zijn regering had opgedragen de prijzen van basisvoedsel te stabiliseren.

  • Algerije

    Naarmate de toestand in buurland Tunesië escaleerde, kwamen ook in Algerije meer jonge mensen op straat. Ook hier waren de armoede en de scherp gestegen voedselprijzen de motor achter het ongenoegen. Toch is de toestand niet uit de hand gelopen, mogelijk omdat de ordetroepen zich gedeisd hebben gehouden en de overheid de voedselprijzen in toom hield. Anders dan Jemen, kan de regering van Algerije daarvoor terugvallen op de aanzienlijke inkomsten uit olie en gas. Daarentegen blijft de frustratie over de werkloosheid, de corruptie, het gebrek aan vrijheid en het uitblijven van politieke hervormingen wel onderhuids verder sluimeren. Zo werd er eerder deze week gestaakt in verschillende sectoren en voor de komende dagen hebben vakbonden grote stakingen aangekondigd om te protesteren tegen de regering en de sociale ongelijkheid. Ook legden 90.000 verpleegsters en verplegers en onderwijzers het werk neer.

    In Tizi Ouzou, ten oosten van hoofdstad Algiers, kwamen volgens ooggetuigen duizenden studenten en scholieren de straat op om te protesteren tegen de studievoorwaarden en de autoritaire manier van regeren van president Abdelaziz Bouteflika. De demonstranten werden gesteund door talrijk opgekomen sympathisanten. Volgens de organisatoren van het protest waren er 15.000 aanwezigen. De voorbije dagen hebben verschillende Algerijnen zichzelf in brand gestoken uit protest tegen hun uitzichtloze situatie.

    De 73-jarige Abdelaziz Bouteflika is sinds 1999 president van Algerije. Hij werd in 2004 en 2009 met een overgrote meerderheid van de stemmen herkozen. Maar volgens de oppositie waren de verkiezingen niet eerlijk verlopen. Drie jaar geleden wijzigde Bouteflika de grondwet, waardoor hij onbeperkt herkozen kan worden.

  • Libië

    Geen leider zit langer in het zadel dan kolonel Kadhafi. Liefst 41 jaar regeert hij alsof hij het middelpunt van de wereld is. Elk protest is ten strengste verboden, al waren er reeds berichten over onrust in de stad al-Bayda. Om de lont uit het kruitvat te halen, kondigde de regering onlangs aan dat ze een nieuw huisvestingsprogramma zou lanceren.

  • Jordanië

    Na grootschalig protest in het hele land, kondigde koning Abdallah II gisteren een herschikking van de regering aan. De nieuwe premier Maaroef Bakhit [64] moet 'echte politieke hervormingen' doorvoeren. Bakhit was al eerste minister van 2005 tot 2007 en is vrij populair bij de Jordaanse bevolking. De grootste oppositiepartij in Jordanië, het Front van de Islamitische Actie, leverde al meteen kritiek op de keuze voor Bakhit, omdat "hij geen hervormer is."

  • Marokko

    Net als de Tunesiërs klagen de Marokkanen over armoede, werkloosheid en corruptie in hoge kringen. De reputatie van het land liep een deuk op na onthullingen van WikiLeaks tegen de koninklijke familie. Ook die zou bij het verdedigen van haar zakelijke belangen niet vies zijn van corruptie. Toch is Marokko er tot dusver in geslaagd om het protest te temperen. De monarchie kan ook rekenen op ruime steun bij een groot deel van de bevolking.

    De onrust in Tunesië en Egypte waait over naar Algerije. Vandaag werd gestaakt in verschillende sectoren en voor de komende dagen hebben vakbonden grote stakingen aangekondigd om te protesteren tegen de regering en de sociale ongelijkheid. Vandaag legden 90.000 verpleegsters en verplegers en onderwijzers het werk neer.
En dit is dan nog een van de minder erge scenario's. De onrust kan verder uitbreiden tot Syrië, Libanon, Soedan, Irak en Afghanistan om dan nog niet te spreken over Iran, waar het verleden jaar al erg onrustig was.

Ook in Medjugorje neemt de spanning ondertussen toe. Zuster Emmauel Baillard, die anders zo zwijgzaam is als het op de geheimen aankomt, vermelde in haar "fax" van voorbije maand: "En Medjugorje? Wat bereidt de H. Maagd voor, voor deze dertigste verjaardag? Ze bewaart het voor ons als een verrassing. Voor hen, die nog twijfelen, is nu het moment om te komen. Wie weet of de dagelijkse verschijningen meer dan 30 jaar zullen duren?"

Zij die Zuster Emmanuel Baillard kennen, weten dat zij nooit een dergelijke melding zou maken van de geheimen in haar maandelijkse faxen, indien ze niet nakend zouden zijn. Het eerste geheim van Medjugorje zal gepaard gaan met een opschudding van een regio in de wereld.


4. Australië andermaal bedreigd: Orkaan Yasi van categorie 5 komt eraan

Nadat Queensland vorige maand werd getroffen door grootschalige overstromingen, geselt een andere enorme natuurramp de Australische deelstaat. Zopas heeft orkaan Yasi de noordoostkust van Australië bereikt nabij de stad Townsville. Er werden golven tot tien meter hoog gemeten, een record. Yasi is een echt monster: zo groot als een continent, het orkaanoog heeft de omvang van een grootstad, de wind haalt pieken tot een duizelingwekkende 300 km per uur en de stortregens maken de ramp nog erger. De gevolgen zullen vernietigend zijn voor een zeer groot gebied, want onder meer de stad Cairns [160.000 inwoners] dreigt onder water te lopen. Yasi is de zwaarste orkaan in een eeuw tijd in Australië.


Australië: Orkaan Yasi

Orkaan Yasi is pure horror. De cycloon van categorie 5 treft een gebied van meer dan duizend kilometer lang. Vooral de steden Innisfail, Cairns en Townsville krijgen de volle laag. In Townsville werden er al daken weggeblazen en elektriciteitsmasten uit de grond gerukt. De zeespiegel zal twee meter omhoog komen. Zelfs orkaanbestendige woningen zouden in gevaar zijn.

De vrees voor dodelijke slachtoffers is heel groot. Innisfail werd 37 jaar geleden al getroffen door orkaan Larry, die toen 71 doden maakte. "Dit is nog veel erger dan Larry," beweren de experts nu al, terwijl het ergste nog moet komen de volgende uren.

Het noorden van Queensland is onder meer dankzij de Great Barrier Reef een toeristische trekpleister, maar de toeristen zjin massaal het gebied ontvlucht. Ze betaalden woekerprijzen voor lastminute-vluchten, net voor de luchthaven van onder meer Cairns gesloten werd. Het populaire vakantieparadijs Airlie Beach aan de Whitsundays is een spookstad geworden. Alle winkelrekken zijn haast leeg.

Tienduizenden Queenslanders werden geëvacueerd. In Cairns werd de grootste evacuatie ooit georganiseerd in een ziekenhuis. Het leger bracht de ziekste patiënten, zwangere vrouwen en hoogbejaarden met vliegtuigen naar Brisbane, de hoofdstad van Brisbane die zo'n 2.000 km zuidelijker ligt.

De hoge golven tot tien meter zullen volgens Anna Bligh, de premier van Queensland leiden tot overstromingen in laaggelegen kustgebieden. "Ik kan dit niet mooier maken dan het is. Het worden 24 hele zware uren en voor veel mensen kunnen het hele zware dagen worden."

Tienduizenden mensen in het getroffen gebied zitten al zonder stroom. Hulpdiensten kunnen vanwege de extreme wind niet uitrukken. Daardoor kunnen de autoriteiten moeilijk inschatten hoeveel schade Yasi al heeft aangericht. De cycloon bereikt snelheden van bijna 300 kilometer per uur, zegt het Australische weerinstituut BOM. Yasi is de zwaarste cycloon in het gebied sinds 1918.

Bron: Het Laatste Nieuws

5. "Mammoth Storm" bedreigt Amerika

Een bijzonder zware sneeuwstorm heeft de Verenigde Staten in zijn greep. De zogenaamde 'mammoth storm' bedreigt zo'n 100 miljoen Amerikanen, van het centrum van het land tot de oostkust. Dinsdag werden duizenden vluchten afgelast.

Als gevolg van het winterweer werden maandag al 800 vluchten geannuleerd. Volgens FlightAware, een website gespecialiseerd in luchtverkeer, steeg dat aantal dinsdag tot maar liefst 10.000. Ook woensdag worden nog grote problemen verwacht.


Verenigde Staten: Mammoth Storm

De storm zal vermoedelijk een derde van de VS treffen, van Texas en Colorado in het centrum van het land tot de noordoostelijke staat Maine. Onder andere Dallas, Oklahoma en Tulsa worden getroffen door sneeuw, hagel en aanvriezende regen. In Chicago, dat in het centrum van de storm ligt, wordt zeker zestig centimeter sneeuw verwacht. Ook in het noordoosten wordt woensdag nog veel ijs en sneeuw verwacht.

De staat Missouri moest voor het eerst in de geschiedenis de snelweg tussen St. Louis en Kansas City sluiten door de sneeuwval. In Texas werden windsnelheden van honderd kilometer per uur gemeten en zaten duizenden mensen dinsdag uren zonder stroom. In Oklahoma werd de Nationale Garde ingezet om gestrande automobilisten te helpen.

De storm verplaatst zich woensdag richting het noordoosten, waar steden sinds december al verschillende malen door sneeuwstormen werden getroffen. Volgens meteoroloog Jeff Johnson zal 'het verkeer ongetwijfeld nog enkele dagen verlamd zijn door het winterweer'.

In de getroffen regio's slaan heel wat mensen intussen een voedselvoorraad in. Ook de sneeuwschoppen en strooizout vliegen de deur uit. Op veel plaatsen zijn naast luchthavens ook scholen en overheidsgebouwen dicht en werden ook delen van snelwegen afgesloten.

Bron: Het Nieuwsblad

6. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 53]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

64. Uitstap naar Kalwaria [34]

Ik werd gedurende twee maanden naar Wilno gezonden om een zuster te vervangen die naar haar derde 'probata' ging. Ik bleef echter wat langer dan twee maanden. Op een zekere dag wou de moeder me plezier doen en stemde toe dat ik in gezelschap van een andere zuster naar Kalwaria zou gaan, om er de zogenoemde "Omgang der drie kleine wegen" te doen. Ik was daar zeer blij om. Wij moesten per boot gaan, al was het niet ver, maar zo was de wens van moeder overste. De vooravond zei Jezus: "Ik verlang dat gij thuisblijft." Ik antwoordde: "Jezus, alles is klaar om morgen vroeg te vertrekken, wat moet ik nu doen?" De Heer antwoordde mij: "Deze uitstap zou schadelijk zijn voor uw ziel." Ik antwoordde: "Gij kunt er iets op vinden, regel de omstandigheden zo dat Uw wil geschiede." Op dat ogenblik luidde de klok vóór het slapengaan. Met een blik zei ik Jezus goede nacht en ging mijn cel binnen.

Een prachtige morgen brak aan. Mijn begeleidster verheugde zich, hoe prettig het ging zijn om van alles te kunnen bezoeken. Maar ik was zeker dat we niet zouden gaan, ook al was er tot nu toe geen hindernis.

We zouden de heilige Communie vroeger ontvangen en onmiddellijk na de dankzegging vertrekken. Plots, tijdens de heilige Communie, draaide het prachtige weer helemaal om. Wie weet, waar vandaan, kwamen wolken de hemel verduisteren, en de regen stortte in stromen neer. Iedereen was verwonderd dat het bij zo'n mooi weer zo kon regenen, niemand had verwacht dat het in zo korte tijd zo veranderen kon.

Moeder overste zei mij: "Zusters, ik vind het zo spijtig dat ge niet hebt kunnen vertrekken." Ik antwoordde: "Lieve moeder, het is niets dat we niet kunnen vertrekken, het is de wil van God dat we thuisblijven." En niemand wist dat het de wens van Jezus was dat ik thuisbleef. Ik bleef de hele dag ingetogen in meditatie: ik dankte de Heer dat Hij mij thuisgehouden had. Die dag gaf God mij vele hemelse vertroostingen.

[34] Kalwaria ligt aan de overkant van de rivier Wiljia, tegenover Wilno. De "omgang der drie kleine wegen" duidt op de kruiswegstaties op de berg nabij het heiligdom.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

7. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 53]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

Sint Jan zegt ons niet wat de Antichrist zal overkomen, maar Sint Paulus zegt ons dat "de heer Jezus hem zal doden door de adem van Zijn mond en hem zal vernietigen door de glans van zijn komst."

Meerdere hebben, volgens deze passage, besloten dat Jezus Christus zelf zal neerdalen om zijn grote vijand te slaan, en dat op de dag dat hij in volle glorie en majesteit zal verschijnen. Deze interpretatie is echter fout. Sint Thomas en Sint Jan Chrysostomus leggen deze woorden uit, quem Dominus Jesus destruet illustratione adventus sui, in de zin dat Jezus Christus de antichrist zal slaan door hem met de pracht te verblinden die als een voorteken van zijn tweede komst zal zijn. Sint Paulus zegt ons helemaal niet dat Jezus Christus hem met eigen handen zal doden, maar door zijn adem, spiritu oris sui, en dus, volgens de uitleg van sint Thomas, door zijn kracht, door de werking van zijn bevel, ofwel volgens sommigen dat hij gebruik maakt van de hulp van aarstengel sint Michaël, ofwel dat hij eender welke andere zichtbare of onzichtbare, spirituele of roerloze agent doet tussenkomen. Wel staat vast dat plots satan zal teruggedreven worden naar de duistere afgrond, dat het rijk van de boosaardige met de grond gelijk gemaakt zal worden en dat zijn kracht die droomde tot aan de sterren te reiken als een rookpluim zal verdwijnen.

Zullen de verrijzenis der lichamen en het laatste oordeel dit gebeuren nabij zijn? De Heilige Schrift zwijgt daarover en de Kerk heeft wat dat betreft niets willen bepalen. Onder de exegeten van de Schrift zijn er die het bevestigen, andere niet. Suarez uit de gedachte dat, na de dood van de antichrist, de aarde slechts vijfenveertig dagen zal overleven. Hij baseert zich op de profetie van Daniel die, na verklaard te hebben dat de vervolging van de zondige mens duizend tweehonderd negentig dagen zou duren, eraan toevoegt: Beatus qui expectat et pervenit usque ad dies 1335. Gelukkig hij die hoopvol zal zijn en de duizend driehonderd vijfendertigste dag zal bereiken’.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

8. Film: The Apocalypse [1/12]

Tijdens het bewind van de Romeinse keizer Dominitianus [90 jaar na Christus] laait de haatcampagne tegen christenen op. De apostel Johannes wordt op het eiland Patmos vastgehouden. Daar trekt hij zich het lot aan van de vervolgde christenen. De visioenen die Johannes op Patmos krijgt, schrijft hij op. Hij ontmoet Irene, een jonge vrouw, die de christelijke gemeenten wil bemoedigen door de openbaringen van de oude Johannes te verspreiden. Johannes en zijn volgelingen worden, na diverse ontsnappingspogingen, ter dood veroordeeld, maar op het nippertje gered door het plotselinge overlijden van de keizer. Zijn opvolger verleent de Christenen amnestie en daarmee komt een einde aan hun meedogenloze vervolging. Deze film dateert uit 2003 en duurt 91 minuten. Regie: Raffaele Mertes. Acteurs zijn onder meer Constantine Gregory, Richard Harris, Bruce Payne en Christian Kohlund.


9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 262]

De moord

In augustus 2005 openden de twintigste Wereldjongerendagen in Duitsland. Zevenhonderd duizend jongeren uit de hele wereld kwamen bijeen in Keulen, Düsseldorf en Bonn alvorens de aankomst van paus Benedictus XVI, twee dagen later voorzien. Twee van de honderden kerken die voor deze WJD werden ingezet werden toevertrouwd aan de Broeders van Taizé [Sint-Agnes in Keulen en de Münster in Bonn]. Broeder Roger was niet ter plaatse omdat hij te verzwakt was: hij was drie maand eerder negentig geworden. Op 13 augustus had hij eraan gehouden een brief te richten aan Benedictus XVI om hem te verzekeren van zijn ‘diepe eenheid’ en een nakende audiëntie te vragen: "Van zodra ik me beter voel zou ik U willen vragen U in Rome te ontmoeten en daar te zeggen hoe onze gemeenschap van Taizé verlangt om in eenheid met de Heilige Vader op weg te gaan."

Bereidde deze lichtjes geheimzinnige zin een duidelijker vraag voor vanwege de stichter van Taizé of een nieuw initiatief van hem om de Gemeenschap die hij gesticht had nauwer te verbinden aan deze enige communie die de Kerk is? Geen enkel element geeft daarop een antwoord.

Drie dagen later, op dinsdag 16 augustus, bevond broeder Roger zich met tweeduizend vijfhonderd jongeren in de kerk van de Verzoening voor het avondgebed. Het was bijna dag op dag vijfenzestig jaar geleden dat hij zijn eerste intrede in Taizé deed.

Terwijl de menigte een bekend refrein zong, Rendez grâce au Seigneur, stonden de gelovigen in rij te wachten om de zegen van Broeder Roger te krijgen. Onder hen een vrouw rond de dertig.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 183]

Jacobus, zoon van Alfeüs

Uit de Handelingen van de Apostelen kan worden opgemaakt dat Jacobus een leidende rol speelde binnen de christengemeente van Jeruzalem. Als Jacobus de Meerdere in Jeruzalem is onthoofd, volgt Jacobus de Mindere hem op als hoofd van de Christenen in Jeruzalem. Om deze reden wordt hij binnen de katholieke Kerk, maar ook binnen andere kerkgenootschappen, beschouwd als de eerste bisschop van Jeruzalem. Eveneens valt er uit op te maken dat de kring van Jacobus graag de voorschriften uit de Thora wilde naleven en daarom erg kritisch stond tegenover Paulus.

Door de joods-christelijke schrijver Hegesippus werd hij in diens Gedenkwaardigheden [alleen via enkele fragmenten aan ons bekend] omschreven als de perfecte asceet en als een vroom, liefdadig man. Zo schreef Hegesippus over Jacobus van Alfeüs dat hij altijd een maagd is gebleven en een Nazireeër was, iemand die zijn leven wijdde aan de Heer. Hij schoor zich niet en knipte zijn haar niet af, onthield zich van wijn en sterke drank, nam geen bad en gebruikte geen geurende middelen, at alleen vlees indien dit voorgeschreven was, zoals het paaslam, ging blootsvoets en zijn enige kledingstuk was een eenvoudige linnen doek. Hij lag zo vaak geknield te bidden dat de huid van zijn knieën en voorhoofd vol eelt was. Dit ondersteunt de gangbare mening onder theologen dat Jacobus de Mindere de auteur van de brief van Jacobus is. De Brief van Jacobus [vaak kortweg Jacobus genoemd] is een van de Algemene zendbrieven in het Nieuwe Testament van de Bijbel. De brief werd geschreven in het Koinè-Grieks. De brief is gericht aan de Christenen [Jac. 2:1, 5:7] van Joodse oorsprong in de Diaspora [Jac. 1:1].

Vertaling: Broeder Joseph

11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 58: Piscator Minorina [Visser-Minderbroeder]

Sixtus IV [1471-1484]

Echte naam: Francesco della Rovere [Celle, Savona, 21 juli 1414 - Rome, 12 augustus 1484]

Sixtus IX was paus van 9 augustus 1471 tot aan zijn dood op 12 augustus 1484. Omdat zijn ouders te arm waren, werd hij als kind in een klooster van Franciscanen geplaatst. Hoewel een man van bescheiden afkomst, was hij begiftigd met schitterende talenten. Hij was de eerste vertegenwoordiger van het sterk verwereldlijkte renaissancepausdom.

Hij werd generaal van de Franciscanerorde [1464], professor aan zes Italiaanse universiteiten. Hij was een begaafd redenaar en schrijver. Paulus II benoemde hem in 1467 tot kardinaal.

De uiterlijke glans, die hij op het gebied van kunst [Sixtijnse Kapel] en wetenschap aan de Kerk bezorgde, steekt schril af tegen de wantoestanden die aan de curia heersten. Sixtus maakte zich schuldig aan nepotisme en onderging een noodlottige invloed van zijn gunstelingen. Bij zijn 34 kardinaalsbenoemingen overheersten politieke beweegredenen. Minder gunstige elementen, zoals de latere paus Alexander VI, kwamen naar voren.

Chris De Bodt

12. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 21]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Over de Libanon naar Sarepta

De Moeder Gods, Maria van Kleofas, de moeder van Parmenas en nog twee andere vrouwen zijn eveneens, van Kafarnaüm uit, op weg naar Nazareth. Het huis van Maria staat nog verlaten, onbewoond, doch netjes opgeschikt. Ik zie Jezus' voormalige slaap- en bidkamer. Ook van Jeruzalem zijn er vrouwen op weg naar Nazareth. Het zijn: Serafia [Veronica], Johanna Chusa en nog een, maar hoe heet deze weer? Het was Mara en de zoon van Veronica, die later tot de leerlingen kwam. Zij gaan, naar ik meen, Maria bezoeken. Ze zijn haar reeds bekend door haar bedevaartreizen naar Jeruzalem.

Op drie plaatsen gaan vele vrome families, zoals ook de Heilige Familie, jaarlijks hun godsvrucht voldoen: te Jeruzalem in de tempel, te Bethlehem bij de terpentijnboom, namelijk op een plaats waar iets uit het Oude Testament herdacht wordt, ik weet nu niet meer wat, en op de Karmelberg waar ook een bedevaartplaats was. De familie van Anna en an­dere godvruchtige mensen bezochten gewoonlijk deze laatste plaats in mei, op hun te­rugweg van Jeruzalem. Er was daar op de Karmel iets met Elias geschied dat betrekking had op de Messias, maar het staat me nu niet klaar voor de geest [l Kon.18], doch ik meen dat hij in een visioen een grote vrouwengestalte gezien heeft, die een voorafbeelding van de Heilige Maagd was. Er was daar ook een bron en een spelonk van hem, waar de rots zacht was: het was als een kapel. Op niet vooraf bepaalde tijden kwamen godvruchtige Joden hier bidden en smeken om de komst van de Messias. Er woonden hier ook joodse en later Christelijke kluizenaars. [De joodse kluizenaars zijn de Essenen of profetenleerlingen].

Ik was verleden nacht en ben thans nog overdag in het gewest van de berg Tabor. Aan de westelijke kant van de berg predikt Jezus in de school van een kleine stad over de doop van Johannes. Onder de vijf personen die Hem vergezellen zijn toekomstige leerlingen. Ik wist ook enige namen en heb het gewest met de berg zeer duidelijk in ogenschouw genomen.

De Moeder van God en andere vrouwen zijn te Nazareth. Ook Veronica, die een week eerder met gezellinnen uit Jeruzalem kwam en naar Kafarnaüm de andere Heilige Vrouwen ging afhalen. Bij haar is Johanna Chusa, de dochter van een zuster der profetes Hanna, die in de tempel dient, alsook Veronica's zoon, die later naar Frankrijk trok.

13. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3417 van 25/12/2010

Lieve zonen en dochters, Ik kom uit de Hemel om u te leiden naar Mijn Zoon Jezus. Kijk naar Hem vandaag en wees vol van hoop. Uw sterkte is in Hem en zonder Hem bent u tot niets in staat. Open uw harten voor Mijn Zoon en u zult spiritueel rijk worden. Uw leven zal vol zijn van zegeningen en u zult naar Hem, die naar deze wereld komt om u te redden, toeleven. Verlies het hart niet. Niets is verloren. Kniel neer in gebed want dit is de enige wijze waarop u Gods plannen voor u kunt begrijpen. Wees volgzaam en nederig van hart. Wie met God is zal nooit het gewicht van de nederlaag ervaren. Ik ben uw Moeder en Ik weet wat er u te wachten staat. Een smartvolle gebeurtenis zal in België plaatsvinden en zal zich herhalen in Argentinië. Zet geen stap acherwaarts. Moed. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt

14. Ongeschonden lichamen: Paus Pius IX [13 mei 1792 - 7 februari 1878]

Jeugd en roeping

Paus Pius IX werd geboren te Senigallia [Italië] op 13 mei 1792 als Giovanni Maria Mastai-Ferretti. Hij was het negende kind uit het huwelijk van graaf Girolamo Mastai-Ferretti en Catherina Solazzei di Fano. De familie Mastai-Ferretti kwam oorspronkelijk uit Lombardije en had zich later in Senigallia binnen het hertogdom Urbino gevestigd. Giovanni’s vader was burgemeester van de stad. Na de lagere school volgde Giovanni opleiding aan het Collegio Scolpii in Volterra, een school die onder leiding stond van de Vaders van de Religieuze Scholen [de Piaristen]."

In 1808 begon Giovanni zijn studies filosofie en theologie te Rome. Hij verbleef er bij zijn oom, Paolino Mastai-Ferretti die werkzaam was aan het pauselijk hof en als kanunnik verbonden was aan de Sint-Pietersbasiliek. De positie van de Kerk stond in die periode onder zware druk. Paus Pius VII was evenals zijn voorganger, Paus Pius VI, door Napoleon gevangengenomen en naar Frankrijk gebracht, waar hij in het kasteel Fontaineblue gevangen werd gehouden. Ook Giovanni’s oom Paolino werd uit Rome verdreven, en een andere oom, Andrea Mastai-Ferretti, die op dat moment bisschop van Pesaro was, werd gevangen gehouden in Mantua omdat hij de nieuwe Franse regering weigerde te erkennen. Uit veiligheidsoverwegingen besloot Giovanni daarom terug te keren naar zijn geboorteplaats Senigallia.

In 1814 keer Giovanni terug naar Rome, waar hij een verzoek indiende om te worden toegelaten tot de Nobelgarde, een legereenheid die door paus Pius VII werd opgericht ter bescherming van de paus. Zijn verzoek werd echter afgewezen omwille van zijn epilepsieaanvallen. Dus zette hij zijn studie verder aan de "Accademia Ecclesiastica," de diplomatenopleiding van de Heilige Stoel. Als onderdeel van zijn studies hielp hij mee aan de heropbouw van de Kerk in Rome en in Senigallia. Hierdoor werd hij op 18 december 1818 toegelaten als subdiaken. Naar verluidt zou in deze periode de later heilig verklaarde Vincentius Pallotti, nadat hij hem had ontmoet, voorspeld hebben dat Giovanni Mastai-Ferretti te zijner tijd tot het pausambt geroepen zou worden en dat hij genezen zou worden van zijn ziekte door bemiddeling van de Maagd van Loreto.

Vertaling: Mario Lossie


02-02-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 februari 2011: Maria Lichtmis
2 februari 2011: Maria Lichtmis

Maandelijkse boodschap van Maria aan Mirjana Dragicevic voor hen die Gods liefde nog niet kennen:

"Lieve kinderen, u verzamelt zich hier romdom Mij, u zoekt uw weg, u zoekt, u zoekt de waarheid, maar bent het belangrijkste vergeten: u bent vergeten om op de juiste wijze te bidden. Uw lippen spreken ontelbare woorden, maar uw geest voelt in het geheel niets. Dwalend in de duisternis stelt u zich God zelfs voor volgens uzelf en niet zoals Hij in zijn Liefde werkelijk is. Lieve kinderen, het behoorlijk gebed komt uit het diepste van het hart, uit uw lijden, uit uw liefde, uit uw zoeken naar de vergeving der zonden. Dit is de wijze om de ware God te leren kennen, en daardoor ook uzelf, omdat u geschapen bent naar Hem. Het gebed zal u brengen naar de vervulling van Mijn verlangen, van Mijn opdracht hier met u, naar de vereniging met Gods familie. Dank u."

Zoals gebruikelijk verblijft Mirjana niet in Medjugorje met Maria Lichtmis. Zij gaf door dat Onze Lieve Vrouw iedere aanwezige de zegen gaf en bedankte en riep op om te bidden voor de priesters.


Beeldverslag van 2 februari in Sacro Monte di Orta San Giulio

Chris De Bodt
www.bloggen.be/medjugorje

01-02-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1 februari 2011
1 februari 2011

1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic


Vanaf 3 februari starten we het volgende interview van Janice O'Connell met Vicka Ivankovic [Henk]

2. Ian McCormack: een blik in de eeuwigheid [ondertiteld in het Nederlands]


3. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 52]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

61. Jezus, ik dank U voor deze grote genade, namelijk voor de biechtvader die Gij U gewaardigd hebt voor mij te kiezen, en die Gij mij in een visioen hebt leren kennen nog vóór ik hem ooit had ontmoet. Toen ik bij Pater Andrasz biechtte, dacht ik dat hij mij van de innerlijke ingevingen zou vrijmaken. Maar de pater zei dat hij mij daar niet kon van vrijstellen, "maar bid, zuster, om een geestelijke begeleider."

Na een kort vurig gebed zag ik een tweede keer E.H. Sopocko, in onze kapel, tussen de biechtstoel en het altaar. Ik was toen in Krakow. Deze twee visioenen sterkten mij geestelijk, des te meer, omdat ik hem juist zo aantrof als ik hem in mijn visioenen gezien had, zowel in die van Warzawa tijdens mijn derde probata [33] als die van Krakow. Jezus, ik dank U voor deze grote genade.

Vrees bevangt mij nu als ik de zielen hoor zeggen dat ze geen eigenlijke biechtvader, dus geen geestelijke begeleider, hebben. Want ik weet welke grote schade ik heb ondervonden toen ik deze hulp nog niet had. Zonder begeleider kan men gemakkelijk afdwalen.

62. O grijs en eentonig leven hoeveel schatten rusten in u! Geen uur lijkt op het andere. De eenzijdigheid en grijsheid van het alledaagse verdwijnen als ik alles met de ogen van het geloof beschouw. De genade die mij op dit uur gegeven wordt, zal zich niet op een ander uur herhalen, die zal mij op het volgende uur gegeven worden, maar het zal niet meer dezelfde genade zijn. De tijd gaat voorbij en keert nooit terug. Wat hij in zich bevat, verandert nooit, het is verzegeld tot in de eeuwigheid.

63. + Eerwaarde Heer Sopocko moet zeer geliefd zijn door God. Ik zeg dit omdat ik heb ondervonden hoe krachtig God hem op bepaalde momenten verdedigt. Ik zie dat en verheug me buitengewoon dat God zo een uitverkorene heeft.

[33] De derde "probata" was een voorbereiding van vijf maanden op de eeuwige geloften. Voor Z.F. was dat in 1932-33 te Warszawa, met als meesteres moeder Margareta Gimbutt.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 52]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

Maar Gods geeft zijn genade met mondjesmaat. Eens het licht geschapen en de mensen uitgebreid de tijd gekregen hebben om de waarheid van de fout te onderscheiden zal God in zijn wijsheid het wonder opheffen... Dat is een bestendige wet van de Voorzienigheid. Vroeger was ze van kracht voor Samson, eens de Filistijnen vernederd en verslagen nam God zijn geest en zijn wonderbare kracht die hij hem gaf terug. De Hemel ging nog zo tewerk met Jeanne d’Arc: eens haar zending volbracht door de Engelsen te verjagen en de kroon weer op het hoofd van Charles VII schenen haar genie en haar militaire handigheid te verwateren, ze werd gevangen genomen en keerde terug tot de gewone omstandigheden van het menselijk bestaan. Zo moet het ook gaan met Henoch en Elias. Overigens, het doorlopende wonder zou alleen maar de koppige, die geweigerd hadden gehoorzaam naar hun woord te luisteren, in hun hardnekkigheid bevestigen.

Tenslotte zijn de twee nu bejaarde getuigen [de ene zes duizend en de andere drie duizend jaar] niet dood en het is belangrijk dat hun getuigenis met hun bloed bezegeld wordt en dat ze de wet van het menselijk bestaan ondergaan waarvan Jezus Christus zelf niet gevrijwaard bleef.

Maar, zie wat er zal gebeuren, zegt sint Jan in het al aangehaalde hoofdstuk: ‘En eens hun getuigenis volbracht, zal het beest dat uit de afgrond komt, hen bestrijden en doden, hun lichamen zullen op de marktpleinen van de grootstad liggen die spiritueel Sodoma genoemd wordt en waar hun Heer gekruisigd werd. En mensen, stammen en volkeren zullen hen drieënhalf dagen zien en niet toelaten dat ze begraven worden. En de aardbewoners zullen zich over hun lot verheugen en feestvieren en mekaar geschenken zenden, omdat deze twee voorspellingen de bewoners der aarde ergerden. Maar na drie dagen en een halve dag zal de geest hen door God weer betreden, ze zullen opstaan en degenen die hen zien zullen bevreesd worden. On op datzelfde uur zal er een zware aardbeving plaatsvinden en een tiende van de stad zal instorten, zeven duizend man zal omkomen in de aardbeving en de anderen zullen vol angst de ware God vereren’.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

5. Documentaire: Heilige Maria Goretti [6/6]

Maria Goretti [Corinaldo, 16 oktober 1890 - Ferriere di Conca Nettuno, 6 juli 1902] is een Italiaanse jeugdheilige. Maria was een vroegrijp meisje en werd op elfjarige leeftijd met veertien messteken neergestoken door een man die haar wilde aanranden. Ze stierf twee dagen later in het ziekenhuis met een kruisbeeld en een medaillon van Onze-Lieve-Vrouw in haar handen, nadat zij haar belager vergeven had. De moordenaar kreeg in de gevangenis een visioen van Maria Goretti, bekeerde zich en trad later in als broeder bij de kapucijnen. Het meisje werd in 1950 door Paus Pius XII heilig verklaard. Bij deze ceremonie was de moeder van de heilige aanwezig en ook de moordenaar, een unicum. Haar feestdag is op 6 juli en zij is de patrones van de jonge meisjes en van de slachtoffers van aanranding en verkrachting.


6. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 261]

Formeel katholiek

Ondanks zijn steeds zwakkere gezondheid kon Broeder Roger zijn laatste boek afwerken onder de titel: Pressens-tu un bonheur? [Wordt je een geluk waar]. Zoals gewoonlijk hielpen de Broeders hem om de teksten uit te kiezen die in het boek voorkwamen. Het was weer een werk waarin meditaties en herinneringen elkaar, zonder volgorde afwisselden. Sommige episoden uit zijn leven die in dit boek zijn aangehaald werden al eerder in andere boeken aangetroffen, soms letterlijk, soms in een wat verschillende versie. De pagina’s over vertrouwen [een van de woorden die het meest in dit boek voorkomen], eenvoud, stilte, vergiffenis refereren naar andere boeken van dezelfde schrijver. Zoals de korte en herhalende gezangen van Taizé zijn de boeken van Broeder Roger meer en meer een patchwork geworden waarin de korte hoofdstukken altijd weer herinneren aan de voor hem fundamentele waarheden.

Broeder Roger was heel zijn leven een man van God die, onvergelijkbaar, zijn opmars verder zette zonder er het einde van te kennen. Hij wilde de verlangens van de jonge generaties beantwoorden. In plaats van in te lichten of te onderwijzen dacht hij dat het nodig was eerst ‘te luisteren’ en door zijn leven een voorbeeld van vrede en verzoening aan te reiken in plaats van een model. Deze niet gerichte wijze was zijn kracht of het genie van zijn voorgevoel, zeggen zijn aanhangers. Het was ook zijn voornaamste gebrek, dachten zijn tegenstanders en sommige van zijn critica.

In ieder geval kon het onophoudend succes van Taizé bij de tienduizenden jongeren sinds een veertigtal jaren niet uitgelegd worden door ‘het buitengewoon aanbod van stijlen [spiritueel, gevoelsmatig, relationeel, ethisch, esthetisch, intercultureel, feestelijk, enz.] waarover Taizé beschikt om toetreding te bevorderen’.

Vertaling: Broeder Joseph

7. Jezus' tijdgenoten [aflevering 182]

Jacobus, zoon van Alfeüs

Jacobus wordt in het Evangelie de "broer van de Heer" [van Jezus] [Marcus 6:3] genoemd. Hij wordt ook wel Jacobus de Rechtvaardige, Jacobus de Mindere of Jacobus de Jongere genoemd [ter onderscheiding van de apostel Jacobus, bijgenaamd "de Meerdere"]. Traditioneel wordt aan deze Jacobus het Bijbelboek "Brief van Jacobus" toegeschreven.

De vereenzelviging van deze Jacobus ["de broer van de Heer"] met Jacobus, de zoon van Alfeüs is omstreden. Volgens de traditie van de rooms-katholieke Kerk wordt er met het "broer van de Heer" een aanverwantschap met Jezus Christus aangeduid. Hij is volgens de katholieke Kerk géén natuurlijke broer van Jezus, onder andere omdat dit strijdig is met het dogma dat Maria altijd maagd is gebleven.

Over het leven van Jacobus is in de Bijbel niet veel terug te vinden. In Johannes 7:3-6 wordt duidelijk dat de "broers" van Jezus hem [nog] niet geloofden. Het Evangelie van de Hebreeën [apocrief en in gebruik bij de Ebionieten, ca. 150 n. Chr.] vermeldt dat Jezus na zijn verschijning aan Maria Magdalena en de leerlingen aan Jacobus persoonlijk verscheen. Jacobus kwam toen tot het geloof in Jezus. Mogelijk verwijst Paulus naar deze gebeurtenis in 1 Korintiërs 15:7.

Vertaling: Broeder Joseph

8. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 20]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Over de Libanon naar Sarepta

Jezus gaat nog verder naar het noorden en, uit wat ik kan opmaken, blijkt dat Hij vrij ver naar het noorden doorgereisd is, misschien ter hoogte van Beiroet. Nu bestaat te Beiroet nog steeds de traditie die stelt dat Jezus tot tegen de poorten van die stad het evangelie is komen verkondigen.

Jezus keert naar Nazareth terug. Oogslag op de Heilige Vrouwen op een paar steden en de hinderlagen van het Synedrium.

Na het sluiten van de sabbat is Jezus van Sarepta naar Galilea met bestemming Nazareth vertrokken. Hij predikte hier en daar. Laatst zag ik Hem een toespraak houden op een heuvel. De zienster zegde nogmaals: Jezus is uit het gewest van Sarepta op weg naar Nazareth. Hij onderwijst hier en daar en wordt af en toe een eindweg vergezeld en reist ook wel alleen de hele nacht door. Hij gaat nu blootsvoets en draagt zijn sandalen bij zich, maar alvorens een dorp binnen te treden bindt Hij ze weer aan. Zijn weg loopt nu door de dalen die zich naar de Karmel richten. Hij schijnt nu dus een paar uren ten westen van Nazareth te zijn. Hij was eerst dicht bij de grote weg die uit dit gewest naar Egypte leidt, doch Hij is oostwaarts afgeslagen. Ik vermoed dat Hij op weg is naar Nazareth. Dan gaat Hij vandaar door Samaria naar zijn doop. Eer het zover is, kunnen wellicht nog een paar weken verlopen.

9. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 56: De Cervo et Leone [Van een hert en een leeuw]

Paulus II [1464 - 1471]

Echte naam: Pietro Barbo [Venetië, 23 februari 1417 - Rome, 26 juli 1471]

Op 26 juli 1471 stierf Paulus II, volgens bronnen, aan een hartaanval na het eten van [teveel] meloenen. Hij werd begraven in de patriarchale Basiliek van het Vaticaan, waarvoor een grafmonument werd gemaakt door Mino da Fiesole en Giovanni Dalmata. Na zijn dood werden zijn persoonlijke bezittingen, die een waarde vertegenwoordigden van ruim 600.000 dukaten [geld, juwelen en goud], ingezameld om de kruistocht tegen de Ottomanen te financieren.

Eerder genoemde overleveringen [van Platina en Infessura] gaven een zeer negatief beeld over paus Paulus II, waarbij gewezen werd op zijn immoreel gedrag [antihumanisme en illegale benoemingen], en zijn grote mate van ijdelheid en wereldlijkheid. Toch heeft paus Paulus II tijdens zijn pontificaat ook veel ondernomen ter verbetering van de uitstralingen van de stad Rome [verbetering van het stratenplan, waaronder de Via del Corso] en gold hij als een "beginnend" mecenas van de diverse kunsten, die ten tijde van de pausen onder de Hoog-Renaissance tot grote bloei zouden komen.

In 1786 werd ter gedachtenis van Paulus II in Padua een standbeeld onthuld, dat op initiatief van de toen regerende paus Pius VI werd vervaardigd.

Malachias profetie doelt op zijn bisdom Cervia [Hert] en zijn titelkerk San Marco [leeuw], als kardinaal.

Chris De Bodt

10. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3416 van 21/12/2010

Lieve zonen en dochters, moed. God is aan uw zijde en wil u redden. Open uw harten voor Zijn oproep en getuig overal van Zijn liefde. U bent belangrijk voor de verwezenlijking van Mijn plannen. Doe uw best in de opdracht die Ik u heb toevertrouwd. Laat de armen niet hangen. Beleef de boodschappen met vreugde en vertel iedereen dat het nu de tijd is van Genade. Mijn Zoon Jezus houdt van u en wacht op u. Wees volgzaam. Ik wens u reeds gelukkig te zien hier op aarde en later met Mij in de hemel. De mensheid is ziek en dient te worden genezen. Keer spoedig terug. In het midden van een grote vreugde zal er lijden komen over mijn arme kinderen. Zoek sterkte in God en u zult overwinnen. Voorwaarts zonder vrees. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.


Vertaling: Chris De Bodt


31-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.31 januari 2011
31 januari 2011

1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jakov Colo
[deel 21]

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar

Jacovs raad

Janice: dat klinkt niet optimistisch.
Jacov: Ze is de moeder van God. Als de Gezegende Moeder zegt dat er iets zal gebeuren, zal dat gebeuren. We kunnen op Haar vertrouwen.

Janice: Wat weet u over het lijden?
Jacov: Sommigen zijn bekwamer om te lijden dan anderen. God kent ons. God geeft ons enkel wat we kunnen verdragen. De Gezegende Moeder weet alles over het lijden. Ze heeft zelf zoveel geleden. Ze helpt altijd degenen die lijden.

Janice: Jacov, het piepklein viooltje is voor God even schoon als de reusachtige zonnebloem. Is dat hetzelfde met het lijden?
Jacov: Zij die weinig lijden zijn even dierbaar voor God als zij die veel lijden. Het is onze houding tegenover het lijden dat belangrijk is, niet de graad ervan. We mogen nooit vergelijken. Om het even welke vergelijking is ons eigen oordeel. Alleen God kan het menselijk hart zien.

Slot

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

Vanaf 3 februari: interview met Vicka [Henk]

2. Medjugorje: statistieken december 2010

Aantal communies: 75.500
Aantal concelebrerende priesters: 1.424 [45/dag]

3. Recente gebeurtenissen in het Midden-Oosten doen vraag rijzen rond het eerste geheim van Medjugorje

De jasmijnrevolutie in Tunesie is nog niet volledig voorbij of er is al een andere in de regio: wat met Egypte? En ook: volgt Jordanië, waar de onrust ook toeneemt?

De vragen komen steeds terug: maken de recente gebeurtenissen, terrorisme, oorlog, deel uit van de geheimen van Medjugorje? Zijn ze wat voorspeld is aan deze kinderen die Maria ginds zien? En nog belangrijker: voorspellen ze de komst van nog ergere dingen?

Dit zijn normale en logische vragen. Uiteindelijk heeft één der zieners, Mirjana Dragicevic, reeds lang aangegeven dat het eerste geheim dat haar door Maria is gegeven een regionale gebeurtenis is, dat zal komen als een waarschuwing voor de wereld. Ze heeft de hint gegeven dat het een ramp is die zal plaatsvinden op een gegeven plaats, maar overal zal blijven weerklinken: iets waar de mensen die zich "heel ver" bevinden, zullen van horen. Ze maakte de vergelijking met een "dam" die instort in Italië. Sedert 1985 omschrijft ze de gebeurtenis in haar eerste geheim als een "lijden" of een "ramp." Dit zijn woorden die zij heeft gezegd.

"Het zal niets goeds zijn," zei Mirjana ooit tegen een priester, "helemaal niet prettig."

"Als de mensen het eerste geheim zouden zien, zoals ik het zag," zei de zienster, "zou iedereen van hen heel zeker door elkaar zijn geschud en een heel nieuwe en andere kijk van henzelf en iedereen rondom hen hebben."

Zij voegde eraan toe dat de gebeurtenis of gebeurtenissen van het eerste geheim "waarneembaar" en "nodig zullen zijn om de wereld een beetje wakker te schudden. Het zal de mensen doen stilstaan en nadenken."

Op vele wijzen doet ons dit denken aan rampen zoals New York: het was een regionale gebeurtenis, heel zeker onaangenaam, er was een groot lijden en het schudde de wereld door elkaar. Het deed iedereen stilstaan en nadenken. De ramp was van een gelijkaardige grote als een dam die instort. Maar er waren geen aanwijzingen dat 9/11 deel uitmaakte van enig geheim te Medjugorje en het kan er ook geen deel van uitmaken, want Mirjana maakte heel duidelijk kenbaar dat ze tien dagen op voorhand met Vr. Péter Ljubicic zal vasten en bidden, om uiteindelijk, drie dagen op voorhand, het eerste geheim bekend te maken. En dergelijke mededeling ging aan 9/11 niet vooraf en ook een andere zienster, Marija Pavlocic, met wie ik [Michael Brown] minder dan 40 uur voor de ramp nog samen was, maakte geen gewag van dingen uit de onmiddelijke nabije toekomst die verbonden waren aan Medjugorje.

Dit doet uiteraard de vraag rijzen: zijn de geheimen van Medjugorje, zelfs de eerste, van een grotere omvang dan wat we zagen op 11 september? Het is een onbeantwoorde vraag. De kans mag zeker niet worden uitgesloten, ook al is het heel goed mogelijk dat ze kleiner zullen zijn. Het is niet de omvang van de gebeurtenis dat het eerste geheim van Mirjana zo bijzonder maakt, het is de aard ervan [het zal het macht van satan breken], maar ook het feit dat het op voorhand zal worden bekend gemaakt, iets wat de verschijningen van Medjugorje als "echt" zal bestempelen, omdat de geheimen zullen voorspeld zijn.

Rest nog wat we moeten opmaken uit de woorden van Vicka en Jakov: "het zal iets mooi zijn." Verwijst dit naar de macht van satan die zal gebroken worden, of naar nog iets anders? Hebben Vicka en Jakov op een andere wijze kennis gemaakt met het eerste geheim? Van Mirjana is het geweten dat de gebeurtenissen als een soort diavoorstelling voor haar ogen langsgingen.

Er bestaat geen twijfel over dat de latere geheimen en in het bijzonder het negende en het tiende geheim, groter zullen zijn. Ondanks recente pogingen om ze af te zwakken, worden ze sinds 1983 omschreven als hoofdstraffen "voor de zonden in de wereld." Deze gebeurtenissen zullen bijna zeker groter zijn dan iets wat we tot op heden hebben gezien, en naar alle waarschijnlijkheid veel groter. Ze zullen een "zuivering" brengen dat zal uitmonden in iets "moois." U moet er geen angst voor hebben. U moet er enkel voor bidden en het feit dat ze zullen plaatsvinden zal zelfs een stimulans zijn voor ons geloof. Alles wat door God wordt gezonden is goed, maar meestal wordt dit maar later duidelijk.

"Iets als een grote ramp?" werd in 1985 aan Mirjana gevraagd.
"Neen," antwoordde ze, "het zal niet zo gigantisch zijn. Dat zal later volgen."

Op de vraag of de mensen de plaats zullen gaan bezoeken gaf de zienster het volgende antwoord: "niemand wil rampen, smart en leed gaan bekijken. Waarom zouden de mensen naar zoiets willen gaan kijken? Er bestaat een verschil tussen het gaan bezichtigen van een "teken," dan het gaan bezichtigen van lijden. Wie zou er bijvoorbeeld naar Italië willen gaan om er een dam te zien instorten? Niemand denk ik en dat is ook hoe het met het eerste geheim zal zijn. Wat het geheim ook inhoudt: het zal uiteraard iets zijn waar iedereen, overal en onmiddellijk zal horen.

Toen men haar verder ondervroeg over het eerste geheim, antwoordde Mirjana: "het is een opschudding in een regio in de wereld."

Bron: Michael Brown, Spirit Daily

Vertaling: Chris De Bodt

4. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 51]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

58. + Eens kwam 's nachts één van onze zusters, die twee maanden voordien gestorven was, naar mij. Zij hoorde tot het eerste koor. Ik zag ze in een vreselijke toestand. Geheel in vlammen, het gezicht pijnlijk vertrokken. Dat duurde maar korte tijd en toen verdween ze. Huivering ging door mijn ziel, want ik wist niet of ze leed in het vagevuur of in de hel. Ondanks dat, verdubbelde ik mijn gebeden voor haar. Ze kwam de volgende nacht terug, maar in een nog ergere toestand, ergere vlammen, de wanhoop op haar gezicht getekend. Ik was zeer verwonderd haar, na de gebeden die ik voor haar had opgedragen, in nog slechtere toestand te zien.

Ik vroeg: "Hebben mijn gebeden u niet geholpen?"
Zij antwoordde dat mijn gebed haar in niets geholpen had en haar niet zouden helpen.
Ik vroeg: "En de gebeden die de hele gemeenschap voor u opdroeg, brachten die ook geen hulp?"
Zij antwoordde: "Geen enkele, die kwamen andere zielen ten goede."
Ik antwoordde: "Als mijn gebeden u niet helpen, verzoek ik u niet meer bij mij te komen."

Ze verdween onmiddellijk. Ondanks dat, hield ik niet op met bidden. Na een zekere tijd kwam ze 's nachts opnieuw bij mij, maar in een heel andere toestand. Ze was niet meer omgeven door vlammen zoals tevoren, haar gezicht straalde, haar ogen glansden van vreugde en ze zei me dat ik een ware naastenliefde had, dat mijn gebeden aan vele andere zielen ten goede gekomen waren, en ze moedigde mij aan te volharden met mijn gebeden voor de zielen van het vagevuur. Ze zei me dat ze niet lang meer in het vagevuur moest blijven. Gods oordelen zijn toch verrassend.

59. 1933. Eens hoorde ik deze stem in mijn ziel: "Doe een noveen voor uw vaderland. Deze noveen zal bestaan uit de Litanie van alle heiligen. Vraag daarvoor de toestemming aan uw biechtvader." De volgende biecht bekwam ik de toestemming en ik begon diezelfde avond die noveen.

60. Tegen het einde van de litanie zag ik een grote klaarte en daarin God de Vader. Tussen deze klaarte en de aarde, zag ik Jezus op het kruis genageld, zo geplaatst, dat als God de aarde wou zien Hij door de wonden van Jezus moest kijken. Ik begreep dat God omwille van Jezus de aarde zegent.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 51]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

Wat zal het uitzicht en de houding van die spoken uit andere tijden zijn? Welke ouderwetse majesteit zal van hun persoon uitgaan? Welke ingegeven accenten zullen over hun lippen komen? Dat is wat de heilige Schrift ons niet vertelt. Ze leert ons dat ze duizend tweehonderd zestig dagen zullen profetiseren, met een zak gekleed en op hun gelaat en hun kleren die het beeld vertonen van nederigheid en boete.

Volgens Daniel zal de vervolging van de antichrist duizend tweehonderd negentig dagen duren. Dus zal de voorspelling van Henoch en Elias dertig dagen korter zijn. Daarom zullen ze verschijnen op het vreselijkste moment van de vervolging. Hoe zullen ze binnen de beperkte tijdspanne van hun zending erin slagen hun getuigenis overal te verspreiden op de bewoonde wereld? Het antwoord is dat het niet nodig is om alle steden te bezoeken, alleen de voornaamste volstaan, de boodschap in de hoofdsteden en de bevolkte centra brengen waar de antichrist aanwezig was en zijn gevreesde verleiding uitoefende. Daarbij komt dat Henoch en Elias waarschijnlijk niet altijd samen waren maar afzonderlijk preekten totdat ze op Gods bevel of door een goddelijke ingeving samen kwamen voor de uiteindelijke strijd.

Waarschijnlijk zullen de ongelovige mensen voor het principe weigeren om hun identiteit te herkennen. Ze zullen trachten hen te grijpen en te straffen als goochelaars en valse zieners, de opinie zal hen belasten met haar ironische trekken en minachting, de openbare bladen zullen hardnekkig elke vermelding over hen mijden en doen alsof ze hen niet kennen. De vervolger, wit van boosheid, zal proberen hen te doden, maar zolang hun zending reikt zullen ze door een hogere macht beschermd blijven, want dit zegt Sint Jan [9,5]: ‘En wanneer iemand hen wil schaden zal er vuur uit hun mond komen dat de vijanden zal verslinden, en als iemand hen zal beledigen zal de dood hen treffen. Deze mensen zullen gezonden worden om de hemel te sluiten, opdat het de tijd van hun profetie niet meer zou regenen, en ze zullen heersen over de wateren die in bloed zullen veranderen, en ook over de aarde die door allerlei plagen zal geteisterd worden zolang ze dat wensen.’

Het Evangelie is niet zo nauwkeurig over het welslagen en de doeltreffendheid van de zending van deze twee grote getuigen, maar het staat vast dat een menigte verleide mensen in hun misleiding zullen blijven, maar ze zullen het merendeel, dat uit vrees of ambitie de cultus tot de ware God had verlaten, terugbrengen. En hun preek moet wel de kracht van geen enkel ander evangelisch woord vertonen, want de Joodse koppigheid zal worden doorbroken en de Joden, die begaven onder de glans van de wonderen en de duidelijke bewijzen, zullen terugkeren naar de Herder der herders om met de christenen een kudde en een schaapstal te vormen [Eccl 48,9-10].

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

6. Documentaire: Heilige Maria Goretti [5/6]

Maria Goretti [Corinaldo, 16 oktober 1890 - Ferriere di Conca Nettuno, 6 juli 1902] is een Italiaanse jeugdheilige. Maria was een vroegrijp meisje en werd op elfjarige leeftijd met veertien messteken neergestoken door een man die haar wilde aanranden. Ze stierf twee dagen later in het ziekenhuis met een kruisbeeld en een medaillon van Onze-Lieve-Vrouw in haar handen, nadat zij haar belager vergeven had. De moordenaar kreeg in de gevangenis een visioen van Maria Goretti, bekeerde zich en trad later in als broeder bij de kapucijnen. Het meisje werd in 1950 door Paus Pius XII heilig verklaard. Bij deze ceremonie was de moeder van de heilige aanwezig en ook de moordenaar, een unicum. Haar feestdag is op 6 juli en zij is de patrones van de jonge meisjes en van de slachtoffers van aanranding en verkrachting.


7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 260]

Formeel katholiek

Op 8 april 2005 vond in Rome de uitvaart plaats van Johannes Paulus II, enkele dagen eerder overleden. Broeder Roger ging er heen. Het was zijn laatste reis en zijn laatste verschijning in het openbaar buiten de Gemeenschap. Een foto is de wereld rond gegaan: Broeder Roger in een rolstoel en die de katholieke communie ontvangt uit de handen van kardinaal Ratzinger. We hebben al eerder de verrassing van velen aangehaald over dit feit. Kardinaal Barbarin, aartsbisschop van Lyon, ondervroeg na de plechtigheid kardinaal Kasper om te weten waarom Broeder Roger openbaar de Heilige Communie had ontvangen. Het antwoord is gekend: "Hij is formeel katholiek."

Bij gebrek aan een openbare uitleg vanwege de Heilige Stoel, alsook vanuit Taizé, bleef de vraag open en kwam het debat op gang. Is Broeder Roger katholiek geworden? Zeer ongewoon, de directeur van het persbureau van de Heilige stoel moest openbaar tussenkomen met een persbericht om deze communie te rechtvaardigen. Het loont de moeite dit antwoord uitgebreid aan te halen vermits ze nooit in het Frans werd gepubliceerd:

1. Broeder Roger toelaten tot de Heilige Communie was niet voorzien. Een samenloop van omstandigheden heeft de prior van Taizé dicht bij de celebrant [kardinaal Ratzinger] gebracht in de groep van degenen die wachtten om te communiceren. In die situatie was het onmogelijk om hem het Heilig Sacrament te weigeren en ook omdat zijn katholiek geloof bekend is.

2. In het klooster van Taizé wordt de intercommunie, waarvan Broeder Roger Schutz geen voorstander is, niet toegepast. Aan niet katholieken wordt het Heilig Sacrament niet uitgereikt. Broeder Roger Schutz deelt ten volle het geloof van de katholieke Kerk in de Heilige Eucharistie. Zijn geval is apart en kan niet veralgemeend worden.

Het is duidelijk dat de woorden van dergelijke openbare mededeling zorgvuldig werden afgewogen.

Vertaling: Broeder Joseph

8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 181]

Jacobus, zoon van Alfeüs

Jacobus, de broer van Matteüs, wordt ook wel Jacobus de Mindere genoemd om hem te onderscheiden van Jacobus van Zebedeüs of de Meerdere, de broer van Johannes. Hij was de broer van Matteüs. Hun vader heette Alfeüs en hun moeder Maria [Cleophas], net als de moeder van Jezus.

Jacobus wordt vermeld als een van de twaalf apostelen. Zijn moeder was een van de vrouwen die bij de kruisiging van Jezus waren en het graf leeg aantroffen toen zij zijn lichaam wilden balsemen.

Er is bijna niets bekend over Jacobus zoon van Alfeus, alsook over Thaddeus, Simon de Zeloot en Matthias, de vier apostelen die op de lijst staan in de synoptische Evangeliën en de Handelingen der Apostelen.

Het woord "synopsis" is afkomstig uit het Grieks, en betekent letterlijk "samen [ge-]zien" of "je kunt in één oogopslag de inhoud zien." Dikwijls wordt de term "synopsis" gebruikt als het gaat om de evangeliën van Matteüs, Marcus en Lucas in het Nieuwe Testament van de Bijbel. Legt men deze drie naast elkaar, dan valt ["in een oogopslag"] op dat ze overeenkomstige gedeeltes hebben. Daarom worden deze drie evangeliën wel synoptische evangeliën genoemd en de schrijvers ervan de synoptici.

In een synopsis waar telkens op één pagina de drie evangeliën van Matteüs, Marcus en Lucas naast elkaar staan afgedrukt, zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de teksten van de drie evangelisten overzichtelijk weergegeven. Dit vergemakkelijkt de bestudering ervan. De overeenkomsten tussen deze boeken hebben tot een ontstaanstheorie van de boeken geleid, die omschreven wordt als het synoptische vraagstuk.

Een aantal geleerden beweert dat Marcus als eerste zijn evangelie heeft geschreven en dat Mattheüs en Lucas er gebruik van hebben gemaakt bij het schrijven van hun eigen evangelie. Daarnaast hadden Mattheüs en Lucas waarschijnlijk allebei de beschikking over een verloren gegane bron die Marcus niet kende, aangeduid als bron Q [van het Duitse woord "Quelle"]. Deze bron zou dan vooral uitspraken van Jezus bevat hebben.

Vertaling: Broeder Joseph

9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 19]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Over de Libanon naar Sarepta

Van hier ging Hij nog verder naar het noorden tot in het gewest, waarin Joannes bij zijn terugkeer uit de woestijn zich voor het eerst had begeven. Het is een her­dersdorp, waar ook Noëmi met haar schoondochter Rut [l:19] een tijdlang verbleven heeft. Zij had hier een zo goede naam dat haar nagedachtenis onder de bewoners der streek nu nog voortleeft. Later woonde zij bij Bethlehem.

De Heer predikte hier onvermoeid. De tijd nadert dat Hij naar het zuiden zal gaan en dan, door Samaria, naar zijn doopsel. Ondertussen echter zullen nog twee maanden verlopen.

Hierboven had ook Jacob landerijen gehad. Door dit herdersgewest vloeit een kleine rivier, waar­achter boven zeer hoog de bron van Johannes in de woestijn lag. Bij die bron zakte de weg zeer steil af naar het slagveld van Ezekiël. De helling is er zo steil als daar waar Adam en Eva uit het paradijs naar beneden gedreven werden en de bomen wer­den op hun weg steeds kleiner en kreupeler. Dan kwamen zij aan een struik­gewas en alles rondom hen werd steeds woester. Het paradijs werd zo hoog als de zon en ging onder als achter een berg die scheen te stijgen.

De Heiland betreedt dezelfde weg die Elias weleer heeft bewandeld, toen hij van de beek Kerit naar Sarepta kwam. Hij is reeds weer op de terugweg van het herdersdorp naar Sarepta. Hij predikt hier en daar onderweg en gaat Sidon voorbij. Binnenkort zal Hij nu van Sarepta zuidwaarts naar zijn doop gaan. Te Sarepta houdt Hij nog de sabbat.

10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 56: De Cervo et Leone [Van een hert en een leeuw]

Paulus II [1464 - 1471]

Echte naam: Pietro Barbo [Venetië, 23 februari 1417 - Rome, 26 juli 1471]

In het buitenland voelde Paus Paulus II zich, na de val van Negroponte op 12 juli 1470, gesterkt om de strijd aan te gaan met het Ottomaanse Rijk, die een bedreiging vormde voor heel Europa. Eerdere pogingen om de keizer van het Heilige Roomse Rijk, Frederik III, te overtuigen waren mislukt en ondanks zijn eigen afkomst, voelde Paulus II er niets voor om de Venetianen in de strijd te betrekken uit vrees voor hun toenemende macht. Door toezeggingen aan leiders in Hongarije en Albanië hoopte de paus op een actieve strijd, maar resultaten bleven uit. Onderlinge verschillen en gebrek aan samenwerking waren hiervan de oorzaak, maar ook het conflict met de koning van Bohemen, George van Podiebrad, lag hieraan ten grondslag.

De Boheemse koning gold als een van de eerste Europese vorsten die zich openlijk van het katholicisme had afgewend en aanhanger was geworden van de leer van Johannes Hus. Op 23 december 1466 werd de koning door Paulus II geëxcommuniceerd en gaf hij openlijke steun aan de rebellen die zich tegen de koning verzetten. Paulus onthief de rebellen van hun eed waarmee zij trouw aan hun vorst hadden gezworen en gaf hen toestemming een afzettingsprocedure te beginnen. De koning van Hongarije, Matthias Corvinus, werd opgeroepen ten oorlog te trekken tegen Bohemen, en nadat Corvinus erin geslaagd was gebieden te veroveren werd hij door paus Paulus II in maart 1469 tot koning van Bohemen gekroond. Pas bij de dood van George van Podiebrad kwam er een einde aan het conflict.

Een poging om de Franse koning af te laten zien van de Pragmatieke Sanctie van Bourges [1438], waarbij het gezag van de paus over de Franse bisschoppen beperkt bleef, mocht niet baten, zelfs niet toen Paulus II besloot de koning de titel van "zeer christelijke koning" te verlenen.

Chris De Bodt

11. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3415 van 19/12/2010

Lieve zonen en dochters, Ik ben uw Moeder en Ik kom uit de hemel om u te zegenen en u te helpen. Wees vol van hoop, want Ik ben uw Moeder van Genade en Barmhartigheid. Wees trouw aan Mijn oproepen en u zult groot zijn in het geloof. Ik vraag u om verder te blijven bidden. Enkel met de kracht van het gebed zult u kunnen bijdragen tot de overwinning van Mijn Onbevlekte Hart. Ik ken ieder van u bij naam en Ik kom om u op te roepen tot bekering. Wees volgzaam. Ik kan u niet verplichten, maar wat Ik zeg dient ernstig te worden genomen. Verlaat het pad niet dat ik Ik u heb aangeduid. Mijn arme kinderen zijn geestelijk blind en het ogenblik is gekomen om "ja" te zeggen tegen God. U zult gruwelen op aarde zien. Het Land van het Heilige Kruis [Brazilië] zal worden getroffen en Mijn arme kinderen zullen een zwaar kruis moeten dragen. Ik zal uw intenties meenemen tot Mijn Zoon Jezus. Moed. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt


28-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.28 januari 2011
28 januari 2011

1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jakov Colo
[deel 20]

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar
Jacovs raad

Janice: Jacov, u zes zieners, hebben zo ’n unieke genade ontvangen. Zelfs de Gezegende Moeder zegt dat het nog nooit in de geschiedenis van de Kerk gebeurd is dat iemand de genade, zoals ze de zes kinderen van Medjugorje te beurt is gevallen, ontvangen heeft.
Jacov: We zijn op een bijzondere wijze gekozen om God te dienen, maar niet omdat we beter of speciaal zijn of omdat we meer zullen krijgen. Onze rol is om boodschappers te zijn van Gods groot plan voor de wereld, dat zich hier in Medjugorje gemanisfesteerd heeft.

Janice: Wat is dat plan, Jacov?
Jacov: De Gezegende Moeder is hier om de wereld te bekeren en te verzoenen.

Janice: Zal dat in uw leven gebeuren, Jacov?
Jacov: Ja.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

2. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 50]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

56. O mijn God, ik begrijp goed dat ge van mij dit geestelijke kindschap [32] vereist, want Gij vraagt het voortdurend door uw plaatsvervangers.

In het begin van mijn kloosterleven schrikten het lijden en de tegenkantingen mij af en ontmoedigden mij, daarom bad ik zonder ophouden dat Jezus mij zou versterken en de kracht van de heilige Geest verlenen om in alles zijn heilige Wil te volbrengen, want ik kende van het begin af en nu nog mijn zwakheid. Ik weet goed wat ik uit mijzelf ben, want Jezus heeft voor de ogen van mijn ziel geheel de afgrond van ellende die ik ben ontsluierd, en daardoor begrijp ik zeer goed dat al wat er aan goeds in mijn ziel is, enkel en alleen Zijn heilige genade is. Het beseffen van mijn eigen ellende toont mij de oneindige afgrond van Uw Barmhartigheid. In mijn innerlijk leven bekijk ik met één oog de afgrond van ellende en verwerpelijkheid die ik ben, en met het andere de afgrond van Uw Barmhartigheid, o God.

57. O mijn Jezus, Gij zijt het leven van mijn leven, Gij weet wel dat ik niets anders verlang dan de glorie van Uw Naam en dat alle zielen Uw Goedheid kennen. Waarom mijden de zielen U, Jezus? Ik versta dat niet. O kon ik mijn hart in kleine stukjes snijden en zo U, Jezus, elk deeltje als een heel hart offeren, om U minstens voor een deel te vergoeden voor de harten die U niet beminnen! Ik hou van U, Jezus, met elke druppel van mijn bloed en ik zou het graag voor u vergieten om U het bewijs te leveren van mijn oprechte liefde. O God, hoe meer ik U ken, hoe minder ik me U kan begrijpen, maar deze onbegrijpelijkheid, laat mij vermoeden hoe groot Gij, God, zijt. En Uw onbegrijpelijkheid ontvlamt mijn hart met een nieuwe vlam voor U, Heer. Sinds het moment dat Gij mij toelaat, Jezus, de blik van mijn ziel in U te verdiepen, rust ik uit en verlang verder niets meer. Ik heb mijn bestemming gevonden op het moment dat mijn ziel verdronken is in U, het enig voorwerp van mijn liefde. Alles is niets in vergelijking met U. Lijden, tegenkantingen, vernederingen, het falen, verdenkingen die mij te beurt vallen, het zijn splinters die mijn liefde tot U, Jezus, ontvlammen. Mijn verlangens zijn gek en onvervulbaar. Ik wil U mijn lijden verstoppen. Ik wil nooit beloond worden voor mijn moeite en mijn goede daden. O Jezus, Gij alleen zijt mijn beloning, Gij zijt mij genoeg, schat van mijn hart. Ik wil meevoelen met het lijden van mijn naaste en mijn eigen lijden in mijn hart verbergen, niet alleen voor de naaste maar ook voor U, Jezus.

Het lijden is een grote genade. Door het lijden wordt de ziel gelijkend op de Heiland, in het lijden kristalliseert de liefde. Hoe groter het lijden, hoe zuiverder de liefde.

[32] Z.F. bedoelt hier het geestelijk kindschap zoals de H. Theresia van het Kindje Jezus het beleefd heeft.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

3. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 50]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

Deze twee getuigen zullen twee vreemde mannen zijn die plots midden de wereld opdagen zonder dat iemand hun geboorte, hun oorsprong, hun herkomst en hun familie kent.

Zo spreekt Sint Jan er over in het elfde hoofdstuk van het boek Openbaring: ‘En ik zal Mijn geest en Mijn kracht afstaan aan Mijn twee getuigen en ze zullen duizend tweehonderd zestig dagen voorspellen. Het zijn twee olijfbomen en twee rechtstaande kandelaars in aanwezigheid van de Heer der aarde’.

Niemand kan de verstomming uitdrukken die de mensen zal overvallen bij het zien van die twee mannen die vreemd zijn aan onze passies en zaken, gezien ze leefden de ene zes duizend jaar, de andere dertig eeuwen, in ik weet niet welke verheven streek onder een hemel en in een sfeer die onbereikbaar zijn voor onze zinnen en verstand. Geen van beide getuigen is nochtans vreemd aan het mensdom. Een van deze fakkels en van de twee olijfbomen is Henoch, de betovergrootvader van Noah, de rechtstreekse voorvader van de mensheid. De andere is de profeet Elias die, volgens de Verlosser, voorbestemd is om alles te herstellen. Hij komt een tweede keer de golf van goddeloosheid terugdringen die onstuimiger was dan ten tijde van Achab. Het is ook het uur van de Verlossing van Israël. De grote profeet zal Abrahams nageslacht overtuigen van de komst van de Messias, de blinddoek van onwetendheid en duisternis die sinds negentien eeuwen op zijn ogen drukt, aftrekken.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

4. Documentaire: Heilige Maria Goretti [4/6]

Maria Goretti [Corinaldo, 16 oktober 1890 - Ferriere di Conca Nettuno, 6 juli 1902] is een Italiaanse jeugdheilige. Maria was een vroegrijp meisje en werd op elfjarige leeftijd met veertien messteken neergestoken door een man die haar wilde aanranden. Ze stierf twee dagen later in het ziekenhuis met een kruisbeeld en een medaillon van Onze-Lieve-Vrouw in haar handen, nadat zij haar belager vergeven had. De moordenaar kreeg in de gevangenis een visioen van Maria Goretti, bekeerde zich en trad later in als broeder bij de kapucijnen. Het meisje werd in 1950 door Paus Pius XII heilig verklaard. Bij deze ceremonie was de moeder van de heilige aanwezig en ook de moordenaar, een unicum. Haar feestdag is op 6 juli en zij is de patrones van de jonge meisjes en van de slachtoffers van aanranding en verkrachting.


5. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 259]

God kan alleen maar liefhebben

Tot op het einde kwam Broeder Roger nooit over als een leermeester maar als een gelovige die zijn ervaring deelt met andere gelovigen of ‘zoekers van God’ en die niet aarzelt om zijn zwakheden en zijn twijfels naast zijn zekerheden te delen. De betrokkenheid wordt dikwijls in zijn brieven uitgedrukt door het ‘wij’ die hem dichter bij de lezer brengt en de spirituele vertrouwelijkheid komt discreet naar voren. In zijn ‘Brief aan de jongeren,’ einde 1992 opgesteld, liet hij verstaan dat ook hij momenten van vertwijfeling en van een spirituele woestijn doormaakte: "Wanneer ons persoonlijk gebed armzalig schijnt en onze woorden onhandig moeten we niet blijven stilstaan. Is een van de diepste verlangens van onze ziel niet met God één te zijn? [...] En gebeurt het onverhoopte, dan zijn de lange en weinig verlichte nachten voorbij. Zelfs duistere wegen volgen, in plaats van ons te verzwakken, kan ons innerlijk opbouwen. Wat ons aanspreekt is van ene ontdekking naar de andere te gaan."

Beelden van de bijeenkomst in Parijs einde 2002 tonen ons Broeder Roger in de kathedraal Notre-Dame. Hij zit onder de gelovigen in de middengang van de beuk. Met de jongeren naar het koor gekeerd, schijnt hij gebogen onder de last van de jaren. Zoals telkens als hij in het openbaar verschijnt, draagt hij op het witte kleed een soort gele plaid om zich voor de koude te beschermen.

Pater Voillaume, stichter van de Kleine Broeders van Jezus, stierf in Aix-en-Provence op 13 mei 2003. Bijna negentig kon Broeder Roger niet naar de uitvaart gaan. Een Broeder vertegenwoordigde de Gemeenschap van Taizé op de viering en las een liefdevolle boodschap van de prior voor die fijngevoelig liet doorschemeren dat hij sereen de dood afwachtte: "Christus van medelijden, je geeft ons één te zijn met degenen die ons zijn voorgegaan en die ons zo nabij kunnen blijven, in het bijzonder de zo geliefde Pater Voillaume. Nu ziet hij al het onzichtbare. Door hen op te volgen bereidt u ons voor om het stralen van je licht te ontvangen."

Van 28 december 2004 tot 2 januari 2005 ging een Europese Jongerenbijeenkomst door in Lissabon. Het was de zevenentwintigste en ook de laatste waaraan Broeder Roger deelnam. Het gebeuren viel samen met de tsunami die Indonesië en de omliggende landen trof en zoveel slachtoffers eiste. Het eerst weerhouden thema [een toekomst van vrede] moest dikwijls plaats ruimen voor debatten over lijden en ongeluk. Ieder avond werd de boodschap van Broeder Roger vooraf gegaan door een bijzonder gebed voor de slachtoffers van de ramp: "We bidden verenigd met de slachtoffers van de ramp in Azië," zei Broeder Roger, en hij smeekte de Heilige Geest de Aziatische volkeren te troosten in hun diepe beproeving. Tijdens het avondgebed las Broeder Roger met zwakke stem een meditatie, die in een twintigtal talen werd vertaald. Alle deelnemers logeerden bij Portugese families. ’s Avonds voegden de opvangfamilies zich bij de biddende jongeren die bij hen logeerden. "Het is de eerste keer," zei Broeder Emile, een van de inrichters van de bijeenkomst en verantwoordelijk voor de communicatie van de Gemeenschap, "dat ik dergelijke vermenging van generaties meemaak, met kinderen, jonge Europeanen en bejaarden." Deze eenheid onder generaties in het gebed kon Broeder Roger alleen maar behagen die, nog in de tijd van het Jongerenconcilie, de bejaarden niet vergat.

De foto’s die bestaan van de dagen in Lissabon tonen de stichter van Taizé krom en broos, maar tussen de rimpels van zijn gezicht zijn de ogen nog even vurig en vol zachtheid.

Vertaling: Broeder Joseph

6. Jezus' tijdgenoten [aflevering 180]

Jacobus van Kefar Sama [Jacobus van Kefar-Sekaniah]

Toen hij terug thuis kwam riepen zijn leerlingen hem om hem te troosten, maar hij aanvaardde geen vertroosting. Toen zei R. Akiba tot hem: "Meester, staat u mij toe om één ding te zeggen over wat u mij hebt bijgebracht." Hij antwoordde: "Zeg het!" Toen zei hij: "Meester, misschien zijn sommige van uw onderrichten bij hen terecht gekomen. Dat kan de reden zijn voor uw aanhouding." Toen zei hij: "Akiba, u hebt er mij aan herinnerd dat ik op een dag aan het wandelen was aan de oppermarkt van Sephoris toen ik één van de volgelingen van Jezus ontmoette, Jacobus van Kefar-Sekaniah." Deze vroeg me: "Het staat geschreven in de Thora: u zult geen geld van de opbrengst van hoererij naar het Huis van de Heer brengen. Mag dit geld worden aangewend voor een rusthuis voor de hogepriesters?" Ik gaf hierop geen antwoord. Aldus vervolgde hij: "Er werd mij [door Jezus van Nazareth] onderricht dat zij die van een plaats van verdorvenheid komen, naar een plaats van verdorvenheid gaan." Deze woorden vond ik heel wijs en daarom ben ik, wegens het overtreden van de woorden in de Schrift, veroordeeld: blijf ver weg van de hoeren, wat verwijst naar de Talmoed en benader zelfs haar deur niet; wat verwijst naar de heersende macht.

Vertaling: Broeder Joseph

7. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 18]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Over de Libanon naar Sarepta

Het jaargetijde is hier zo dat ik steeds ga denken dat wij nu in mei zijn omdat in het Beloofde Land de graanvelden van de tweede oogst nu reeds zo staan als bij ons het graangewas in mei. Het koren wordt hier niet zo dicht bij de grond afgemaaid als bij. De oogstarbeiders grijpen een handvol hal­men onder de aren en snijden die ter lengte van een el af. Zij dorsen niet, zoals hier. De kleine schoven staan recht en er wordt met een rol tussen twee ossen over gerold. Het graan is veel droger dan hier en het valt zeer gemakkelijk uit de aren. Dit werk wordt in de open lucht verricht of ook wel in een schuur of soort hangaar, die rondom open is en alleen boven van een strodak is voorzien.

In de laatste dagen zag ik Jezus uit Sarepta noordoostwaarts gaan [schuin over de Libanon], naar een plaats niet ver van het slagveld, waar Ezekiël in een geest van verrukking te zien kreeg hoe de doodsbeenderen op een uitgestrekte vlakte zich or­delijk aan elkander voegden, met aderen en vlees bekleed werden en hoe dan een opkomende wind hun geest en leven inblies [Ezek.37,l-14].

Ik bekwam de verklaring dat de aaneenvoeging van die gebeenten en hun bekleding met vlees door de leer en het doopsel van Johannes verwezenlijkt werd, terwijl het inblazen van de geest en het leven bewerkstelligd zou worden door de Verlossing van Jezus en door de zending van de H. Geest.

Alles in deze landstreek was zeer verwaarloosd en vervallen. Ook de mensen waren terneergeslagen, maar Jezus troostte hen hartelijk, vooral door de verklaring van het visioen van Ezekiël.

8. Ongeschonden lichamen: Heilige Etheldreda [636 - 679] [slot]

In de middeleeuwen werd er op haar feestdag, "St. Audrey’s," op 23 juni, een belangrijke jaarmarkt gehouden in Ely. De volgelingen en bewonderaars van de H. Etheldreda kochten daar keurige kanten kleding. Deze kleding raakte uit de mode en, speciaal in de puriteinse periode van het midden van de zeventiende eeuw, werd erop neergekeken. De bescheiden kanten kleding werd langzamerhand gezien als goedkoop, ouderwets, en van matige kwaliteit. Daarom werd "St. Audrey" verbasterd tot "tawdry," een Engels woord dat nog steeds in deze betekenis gebruikt wordt.

Vertaling: Mario Lossie

9. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 56: De Cervo et Leone [Van een hert en een leeuw]

Paulus II [1464 - 1471]

Echte naam: Pietro Barbo [Venetië, 23 februari 1417 - Rome, 26 juli 1471]

Zijn binnenlandse politiek wordt vooral gekenmerkt door de vervolging van de Fraticelli en het huis Anguillara. De Fraticelli waren al eeuwen een doorn in het oog van de Rooms-katholieke Kerk, doordat zij in de lijn van de Franciscanen het armoedeideaal nastreefden en het optreden van de Kerkelijke macht als schandalig ervoeren, en de individuele leiders ongeschikt achtten voor hun functie. Al in de dertiende eeuw was deze groepering door paus Bonifatius VIII betiteld als ketters, en werden aanhangers van de Fraticelli menigmaal vervolgd.

In 1466 vond opnieuw een grootschalige vervolging plaats, waarbij verschillende leden [waaronder hun leider Stefano de’ Conti] gevangengezet werden in de Engelenburcht. Daarmee hoopte Paulus II een definitief einde te maken aan de 'immorele' praktijken van deze groepering, echter zonder succes.

Het huis Anguillera was een andere vijand binnen de pauselijke staat die Paulus II wenste te elimineren. Deze adellijke familie uit Latium had zich tegen het bestuur van de paus gericht en daarbij de macht gegrepen in diverse steden in de provincie Viterbo, ook een kerkelijk gebied. Tijdens de regering van Francesco degli Anguillara werd op inititatief van Paulus II een einde gemaakt aan de macht van het huis. Francesco werd geëxcommuniceerd en gevangengezet in de Engelenburcht, en alle bezittingen van de familie werden geconfisqueerd.

Chris De Bodt

10. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3414 van 18/12/2010

Lieve zonen en dochters, Saverena en Candelaria: lijden zal komen over Mijn arme kinderen. Kniel neer in gebed en verwijder u niet van de Heer. U leeft in een tijd van grote geestelijke verwarringen. Wees sterk en laat de duivel u niet misleiden. U behoort tot de Heer en Hij verwacht veel van u. Ik moedig u aan om uw rol als Christen op te nemen. Ik weet wat uw noden zijn en zal tot Mijn Zoon Jezus spreken voor u. Verlies het hart niet. Open uw harten en laat de Genade van de Heer u omvormen. Vertel iedereen dat God gehaast is en dat het nu de tijd is voor uw terugkeer. Leef naar mijn oproepen omdat Ik u naar een hoge graad van heiligheid wens te leiden. Wanneer alles verloren zal lijken zal er een grote overwinning van God voor u opdagen. Moed. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt


27-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.27 januari 2011
27 januari 2011

1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jakov Colo
[deel 20]

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar

Jacovs raad

Janice: Jacov, waarom zullen sommigen nog niet geloven?
Jacov: Zij zullen zichzelf niet in een situatie plaatsen om bekeerd te worden.

Janice: Is bekering iets dat we niet uit onszelf kunnen doen?
Jacov: Ik weet het niet. Het is een werking van genade, en genade komt van God. Een persoon kan "ja" zeggen tegen de mogelijkheid van bekering. Het is daarom dat de Gezegende Moeder ons vraagt om te bidden en te vasten. Het is het gebed en het vasten dat onze harten toestaat om zich te openen voor God. Bekering betekent echt zich bewust worden dat God overal rondom ons is. God is altijd al rondom ons geweest, alleen de meesten beseffen het niet.

Janice: Wat beveelt u aan?
Jacov: Alle mensen op aarde die de boodschappen van de Gezegende Moeder horen en er met een genereus hart vol van liefde aan beantwoorden, zullen bekering ervaren.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

2. Johannes Paulus II: Zuster Marie Simon-Pierre spreekt over haar mirakel



3. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 49]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

55. 1933 + Geestelijke raad, door Pater Andrasz S.J.

Ten eerste: Ge moogt u van de innerlijke ingevingen niet afwenden maar spreek altijd over alles met uw biechtvader. In geval ge erkent dat deze innerlijke ingevingen u aanbelangen, dat is: ten goede komen aan uw, of aan andere zielen, dan vraag ik u ze te volgen en ze in geen geval te verwaarlozen, maar altijd in overeenstemming met uw biechtvader.

Ten tweede: Als deze ingevingen niet in overeenstemming zijn met het geloof en de geest van de Kerk, moet ge ze onmiddellijk verwerpen want die komen van een slechte geest.

Ten derde: Als deze ingevingen niet het goed van de zielen beogen, noch in het algemeen, noch in het bijzonder voor uw heil, neem ze dan niet ter harte en schenk er geen aandacht aan.

Maar ge moogt u daarin niet zelf leiden alleen, op een of andere manier kunt ge in dwaling vervallen ondanks de grote genaden van God. Nederigheid, nederigheid en altijd nederigheid, want uit onszelf kunnen we niets, alles is alleen Gods genade.

Gij zegt mij dat God van de zielen een groot vertrouwen vraagt, wel toon als eerste dit vertrouwen. Nog één woord: aanvaard dit alles in kalmte.

De woorden van een biechtvader: "Zuster, God bereidt u vele buitengewone genaden, maar zorg dat uw leven voor de Heer zuiver is, als een traan, hoe de anderen u ook beoordelen. God zij u genoeg, Hij alleen."

Tegen het einde van het noviciaat zei mijn biechtvader deze woorden: "Ga goed doende door het leven opdat ik op uw levensbladzijden kan schrijven: zij ging al goed doende door het leven. Moge God dat in u bewerken."

Een andere keer zei mijn biechtvader: "Handel tegenover God zoals de weduwe uit het evangelie. Al stak ze een klein muntstukje in de offerblok, toch had dit bij God meer waarde dan de grote offers van de anderen."

Eens kreeg ik deze les: "Leg er u op toe dat al wie met u in contact komt daar vreugde aan overhoudt. Zaai rondom u de geur van geluk. Vermits ge veel van God gekregen hebt, geef ook veel aan de anderen. Dat allen gelukkig van u weggaan, zelfs als ze maar de zoom van uw kledij aangeraakt hebben. Sla acht op de woorden die ik u nu gegeven heb."

Een andere keer zei hij me het volgende: "Laat God toe het bootje van uw leven naar de diepte te duwen, naar de onpeilbare afgrond van het innerlijke leven."

Enkele woorden van een onderhoud met de novicenmeesteres tegen het eind van mijn noviciaat: "Moge eenvoud en nederigheid de eigen kenmerken van uw ziel zijn. Ga door het leven zoals een kind: altijd vertrouwvol, vol eenvoud en nederigheid, met alles tevreden, altijd gelukkig. Waar andere zielen zich beangstigen, gaat u rustig voort dank zij de eenvoud en nederigheid. Mijn zuster, gedenk heel uw leven dat, zoals het water van de bergen uitsluitend naar het dal vloeit, zo de genaden van God alleen naar de nederige zielen vloeien.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future
[aflevering 49]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

Sint Jan duidt ook de naam van de antichrist aan, maar hij achtte het nuttig het in cijfers uit te drukken. Het is geweten dat in verscheidene talen cijfers kunnen omgezet worden in letters en omgekeerd. Sint Jan zegt ons dus dat in een niet vernoemde taal, de naam van het beest uitgedrukt wordt met het getal 666.

De Kerkvaders en dokters hebben zich toegelegd om de naam verscholen achter dit mysterieus getal te ontdekken, maar zijn er niet in geslaagd. Er kunnen tal van diverse namen dienen waarvan de letters, naargelang hun volgorde, het door Sint Jan aangeduide getal uitdrukken. Er dient bij het gevoel van Sint Ireneus gebleven die ons verzekert dat de Heilige Geest de naam van de antichrist aanreikte onder de vorm van dit raadselachtig getal, omdat hij wenste dat de ware zin verborgen bleef tot aan de komst van zijn profetie, wanneer het nuttig zal zijn dat de antichrist hen gemeld wordt.

‘Dan,’ zegt Sint Jan, ‘zullen degenen die het verstand kregen niet meer aan vergissing zullen toe zijn en om het beest te herkennen slechts het getal van zijn naam hebben te tellen. Qui hyabet intellectum computat numerum Bestia’ [Apoc 13: 16].

Maar God, zegt Sint Paulus, is trouw en heeft een pakt met de bekoring afgesloten en laat niet toe dat de mens boven zijn krachten bekoord wordt. Hier zal de bekoring de omstandigheden en de normale wetten van de mensheid overschrijden. Het betaamt Gods barmhartigheid dat het geneesmiddel evenredig is met de kwaal. Maar de aangekondigde hulp is de meest bovenmenselijke, de meest buitensporige, de verst verwijderde van de regels van de geschiedenis en de gewone gang van de Voorzienigheid, onder allen die de Hemel aan de mensen zond sinds de Menswording.

Op het ogenblik dat de storm heviger zal zijn, wanneer de Kerk geen leider zal hebben en het niet bloedige offer overal zal opgehouden hebben en alles menselijk wanhopig blijken zullen we twee getuigen zien opdagen, zegt Sint Jan.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

5. Documentaire: Heilige Maria Goretti [3/6]

Maria Goretti [Corinaldo, 16 oktober 1890 - Ferriere di Conca Nettuno, 6 juli 1902] is een Italiaanse jeugdheilige. Maria was een vroegrijp meisje en werd op elfjarige leeftijd met veertien messteken neergestoken door een man die haar wilde aanranden. Ze stierf twee dagen later in het ziekenhuis met een kruisbeeld en een medaillon van Onze-Lieve-Vrouw in haar handen, nadat zij haar belager vergeven had. De moordenaar kreeg in de gevangenis een visioen van Maria Goretti, bekeerde zich en trad later in als broeder bij de kapucijnen. Het meisje werd in 1950 door Paus Pius XII heilig verklaard. Bij deze ceremonie was de moeder van de heilige aanwezig en ook de moordenaar, een unicum. Haar feestdag is op 6 juli en zij is de patrones van de jonge meisjes en van de slachtoffers van aanranding en verkrachting.


6. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 259]

Hoofdstuk 12. Taizé, een voorlopige roeping

In een artikel dat wat later verscheen hernam de prior van Taizé die gedachte: "Het lijden komt niet van God. God is niet de oorzaak van het kwaad, hij wil noch de menselijke ontreddering, noch het geweld van de ongelukken, noch de oorlogen. God is onschuldig. God is de onschuldigheid. Denken dat God streng zou optreden tegenover het menselijk wezen is een van de grote hindernissen van het geloof."

Van 28 december 2001 tot 1 januari 2002 werd de Europese Jongerenbijeenkomst in Boedapest, na de aanvallen van de elfde september die de Verenigde Staten troffen en de wereld verstomden, onder het teken van de verzoening geplaatst. De prior van Taizé nodigde de jongeren uit om ‘wegen van vertrouwen te trekken tot in de nacht van de mensheid.'

Dergelijke woorden kunnen onpraktisch lijken. Maar als Broeder Roger oproept tot ‘verzoening tijdens de Europese bijeenkomsten gebruikt hij geen geijkt en zinloos woord. Zonder ooit een groep of gemeenschap te noemen, neemt hij concreet de etnische en godsdienstige verdeeldheid in aanmerking, die niet alleen Europa maar ook de landen zelf doorkruist, vooral in het Oosten. Toen, maar ook nu nog, waren de conflicten tussen katholieken uit Oekraïne en orthodoxen niet gedaan. Een verantwoordelijke van de groep uit Oekraïne heeft getuigd: "Ik was onder de indruk over hoe de Oekraïners verenigd waren in Boedapest. De muren die ons normaal scheiden waren weggevallen. We kwamen uit verschillende Kerken en verschillende streken, maar we begrepen elkaar en we voelden ons één. Op de terugweg in de Karpaten werden we opgehouden door een sneeuwstorm. Groepen uit alle streken en van alle geloofsstrekkingen kwamen bijeen om ons te helpen. Bewust van onze ernstige verdeeldheid zijn we dankbaar voor de gave die ons werd toegekend in Boedapest."

Vertaling: Broeder Joseph

7. Jezus' tijdgenoten [aflevering 179]

Jacobus van Kefar Sama [Jacobus van Kefar-Sekaniah]

Jacobus van Kefar Sekhaniah [of Kefar Sama] was een Joodchristen wonderdoener waarvan de rabbijnse literatuur meermaals gewag maakt. Gezien de personaliteiten waarmee hij verband houdt was dit charismatisch personage actief tussen de eerste en de tweede eeuw na J. Chr. Hij genas de zieken in naam van Jezus van Nazareth en bracht zijn onderricht over. Een anekdote verbindt hem met rabbi Eleazar ben Dama en zijn oom rabbi Ismaël ben Elicha. Jacobus stelde voor om Jezus’ naam in te roepen om Eleazar te genezen toen deze door een slang gebeten was. De oom van Eleazar, Ismaël, weigerde dit voorstel. Daar hij wilde genezen wou Eleazar aandringen bij zijn oom maar hij stierf voor hij dit kon uitvoeren. Daarop zei zijn oom, rabbi Ismaël: "Gelukkig zijt gij, omdat u heengegaan bent in vrede en u niet hebt toegegeven."

Toen rabbi Eleazer ben Hyrcanos werd aangehouden wegens ketterij, werd hij voor het tribunaal gebracht om te worden geoordeeld. De gouverneur zei tot hem: "Hoe kan een wijze man als u zich met deze niets beduidende zaken bezighouden?" Hij antwoordde: "Ik erken de Rechter zijn gelijk." De gouverneur dacht dat hij hiermee naar hem verwees, maar in werkelijkheid refereerde hij naar zijn Vader in de Hemel. Toen antwoordde de rechter: "Omdat u mijn mening als de juiste beschouwt, vergeef ik u en wordt alles u kwijtgescholden."

Vertaling: Broeder Joseph

8. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 17]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Over de Libanon naar Sarepta

In deze noordelijke landstreek, zal Jezus nog enige tijd vertoeven en dan naar de doop van Joannes gaan. Hij houdt zich meestal op bij oude, deugdzame Joden in de muren van Sarepta. Uit kracht van een oude gewoonte en uit verering voor Elias leven die kluizenaars hier in de overweging en verklaring der profetieën, alsook in veel gebed om de komst van de Messias.

Jezus onderrichtte hen over de Messias en over de doop van Johannes. Zij zijn deugdzaam en vroom, doch hebben over de Messias vele verkeerde opvattingen, bijvoorbeeld dat Hij met wereldse heerlijkheid zal komen.

Jezus gaat dikwijls in het woud bij Sarep­ta om daar in de eenzaamheid te bidden. Hij predikt in de synagoge en besteedt een goed deel van zijn tijd aan het onderricht van de kinderen.

De volgende dag zag ik Jezus ook in de omliggende dorpen het woord Gods verkon­digen. De Joden van die dorpen vermaande Hij om zich van de heidenen afgezonderd te houden en alle vermenging te vermijden. Een deel van de mensen hier waren goed, een ander deel zeer slecht. Bij Jezus zijn hier geen begeleiders, maar nu en dan zijn bij Hem bewoners van deze plaatsen. Ik zie Hem hier dikwijls voor mannen en vrouwen in de open lucht op kleine heuvelen en onder bomen prediken.

9. Ongeschonden lichamen: Heilige Etheldreda [636 - 679]

Het leven en de verdiensten van Etheldreda waren het favoriete studiemateriaal van middeleeuwse schrijvers en er bestaan nog veel berichten van haar. In de kunst wordt ze voorgesteld met de symbolen van de adel en als haar rang van abdis, soms met een boek en soms met een kroon van bloemen, of gekroond en met een staf. In de Kathedraal van Ely stellen de lantaarnpilaren haar slapend voor, met haar hoofd op de schoot van een non, een boek in haar hand en een bloeiende boom boven haar. Ze is ook gekend onder de troetelnaam Audrey.

In Londen, Ely Place staat de kerk van de H. Etheldreda, waar een hand van haar bewaard wordt. Dit is ook één van de eerste kerken die na de Reformatie terug zijn gegeven aan de katholieke eredienst.

Vertaling: Mario Lossie

11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 56: De Cervo et Leone [Van een hert en een leeuw]

Paulus II [1464 - 1471]

Echte naam: Pietro Barbo [Venetië, 23 februari 1417 - Rome, 26 juli 1471]

Evenals bij vorige conclaven braken er door de sedisvacatie rellen uit in Rome. Hierdoor ontstond er binnen het kardinalencollege twijfel over de eventuele locatie, waar de verkiezing zou moeten plaatsvinden. Nadat Antonio Piccolomini [in het bezit van de Engelenburcht en familielid van een van de deelnemende kandidaten] de veiligheid van de kardinalen toegezegd had, werd besloten het conclaaf in het Vaticaan te houden.

Van de 29 kardinalen die gerechtigd waren deel te nemen aan de stemming, reisden er 19 af naar Rome. De samenstelling van het kiescollege was gebaseerd op 4 nationaliteiten: 10 Italianen, 4 Fransen, 4 Spanjaarden en 1 Griek. Van de kandidaten werden Johannes Bessarion en Guillaume d’Estoutville als meest papabile genoemd, mede door hun staat van dienst, maar ook circuleerde de naam van Rodrigo de Borja y Borja, de latere paus Alexander VI [1492].

Bij de eerste stemming op 30 augustus behaalde Barbo 11 van de 19 stemmen, 3 te weinig voor een keuze. Door het recht van ‘accessus’, het recht van een kardinaal om na een stemronde alsnog zijn stem te wijzigen ten voordele van een andere kandidaat, verkreeg Barbo tijdens de eerste ronde alsnog de 3 extra benodigde stemmen, waardoor zijn verkiezing vaststond. Bij zijn ambtsaanvaarding nam hij de naam Paulus II aan. Op 16 september 1464 vond de kroning plaats en werd deze uitgevoerd door Rodrigo de Borja y Borja.

Chris De Bodt

12. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3413 van 17/12/2010

Lieve zonen en dochters, er is geen overwinning zonder het kruis. Zoek sterkte in het gebed, in de Eucharistie en in de Woorden van Mijn Zoon Jezus. Raak niet ontmoedigd. Het lijden van de rechtvaardigen zal bijdragen tot de bekering van hen die verwijderd zijn van de Heer. Bid en doe opofferingen. Bereid uw harten voor en laat de Genade van Mijn Zoon Jezus u omvormen. Ik ben uw Moeder en Ik kom uit de Hemel om u te helpen. Wijk niet. Blijf stevig op het pad dat Ik u heb aangewezen. Stap niet af van het gebed. De mensheid lijdt aan een smartvolle blindheid die mijn arme kinderen heeft getroffen. De zonen van de wolven zullen vluchten en velen zullen de dood ontmoeten. Ik lijd om wat op u afkomt. Wees bekeerd en dien de Heer met vreugde. Uiteindelijk zal de Heer, na de Grote Verdrukking, komen en uw tranen drogen. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt


26-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.26 januari 2011
26 januari 2011

1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jakov Colo
[deel 19]

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar

Jacovs raad

Jacov: Veel mensen zeggen dat ze niet geloven, maar hoe leven ze? Enkel God kent onze harten. Er bestaat niet één schepsel waarvan God niet houdt.

Janice: Weet u wanneer het permanente teken komt, Jacov?
Jacov: Ja. Als het permanente teken komt, zullen mensen van over de hele wereld naar hier komen, zelfs in grotere getallen. Veel meer mensen zullen geloven.

Janice: Zullen alle mensen geloven omwille van het permanente teken, Jacov?
Jacov: De Gezegende Moeder zei dat er nog mensen zullen zijn die niet geloven zelfs nadat het permanente teken gekomen is.

Janice: Weet u wat het permanente teken is, Jacov?
Jacov: Ja.

Janice: Kunt u ons daar iets over vertellen?
Jacov: Het zal iets zijn dat nog nooit op aarde heeft plaats gehad.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

2. Medjugorje: vragen en antwoorden

Vraag: Waarom overleed Paus Johannes II aan de vooravond van het Feest van de Goddelijke Barmhartigheid en niet op het Feest van de Goddelijke Barmhartigheid zelf? En waarom verscheen hij nog dezelfde avond, aan de zijde van Onze Lieve Vrouw, aan Ivan Dragicevic?

Antwoord: Hier zit een diepgaande reden achter waar de lezers van Medjugorje België en Nederland zichzelf heel goed zullen kunnen in vinden. Onze geliefde Heilige Vader droeg het bruine scapulier en één der beloften van Onze Lieve Vrouw, doorgegeven aan de H. Simon Stock, over diegenen die het bruine scapulier met waardigheid dragen is: "zij die het bruine scapulier op een waardige wijze dragen en die dagelijks de rozenkrans bidden, zullen bevrijd worden uit het vagevuur op de eerste zaterdag na de dood."

De vooravond van het Feest van de Goddelijke Barmhartigheid is een zaterdagavond. Dat betekent dus dat Johannes Paulus’ ziel, door Maria’s belofte, zonder enige omweg rechtstreeks naar de hemel is opgestegen. Meteen wordt ook duidelijk waarom Ivan Dragicevic nog dezelfde avond van zijn overlijden, hem heeft mogen aanschouwen aan de zijde van Maria. Een verband met Garabandal? Onze Lieve Vrouw van Garabandal noemde zichzelf Onze Lieve Vrouw van Karmel en droeg bij elke verschijning het bruine scapulier. Met het overlijden heeft de Hemelse Vader niet alleen de aandacht willen vestigen op het Feest van de Goddelijke Barmhartigheid, maar eveneens op het belang van het dragen van het bruine scapulier.

3. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 48]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

52. Vermits ik deze innerlijke inspiraties wou vluchten, zei God mij dat Hij me op de oordeelsdag rekenschap zou vragen voor een groot aantal zielen.

Eens, de vele moeilijkheden moe die ik had in verband met wat Jezus me zei en met wat Hij mij vroeg om Zijn Beeltenis te schilderen, besloot ik vast nog vóór de eeuwige geloften aan P. Andrasz te vragen mij van de innerlijke ingevingen en ook van de plicht de Beeltenis te schilderen, te ontslaan. Na mijn biecht gehoord te hebben, antwoordde P. Andrasz het volgende: "Ik ontsla u van niets, en het is u niet toegestaan u te onttrekken aan deze innerlijke inspraken, maar ge moet absoluut over alles spreken met uw biechtvader, beslist en dringend, anders valt ge in dwaling ondanks de grote genaden van God. Voor het moment is het bij mij dat ge biecht, maar weet dat ge een vaste biechtvader nodig hebt, dus een geestelijke begeleider".

53. Dit pijnigde me zeer. Ik had gedacht me te kunnen vrijmaken van dit alles en het tegendeel gebeurde - een formeel bevel de wensen van Jezus op te volgen. Ook weerom de kwelling geen vaste biechtvader te hebben. En als ik een tijdje biechtte bij dezelfde priester slaag ik er niet in, wat de genade betreft, mijn ziel gans voor hem te openen, en dat doet mij onzegbaar lijden. Ik vraag aan Jezus deze genaden aan iemand anders te geven want ik kan er geen gebruik van maken, maar ze alleen verspillen. Jezus, wees mij barmhartig, beveel mij niet zo'n grote dingen te doen. Gij ziet dat ik maar een ongeschikt stofje ben.

Maar Jezus' Goedheid is onbegrensd, Hij heeft mij een zichtbare hulp op aarde beloofd en ik bekwam ze kort daarna in Wilno. In E.H. Sopocko herkende ik deze hulp van God. Vóór ik aankwam in Wilno kende ik hem al door een innerlijk visioen. Zekere dag heb ik hem gezien in onze kapel tussen het altaar en de biechtstoel. Tegelijkertijd hoorde ik een stem in mijn ziel: "Ziedaar de zichtbare hulp voor u op aarde. Hij zal u helpen Mijn wil te doen op aarde."

54. + Eens, uitgeput door de onzekerheden, vroeg ik aan Jezus: "Jezus, zijt Gij mijn God, of een of andere geest? Want mijn oversten zeggen dat er alle mogelijke soorten van illusies en spoken bestaan. Als Gij mijn Heer zijt, als het U belieft, zegen mij". Jezus zegende me met een groot kruis en ik maakte een kruisteken. Toen ik Hem vergeving vroeg voor die vraag, antwoordde Hij dat ik Hem geen leed deed met deze vraag; en de Heer zei me dat mijn vertrouwen Hem erg bevalt.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 48]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

Waarschijnlijk zal het aangehaalde getal in de heilige Schrift niet de juiste tijdsduur weergeven die de zondige man zal gebruiken om de aarde te veroveren en de top van zijn almacht te bereiken. Er kan niet redelijk verondersteld worden dat hij, ondanks de duivelse en bovenmenselijke krachten waarover hij beschikt, eens meester over de wereld zal worden.

Er mag gedacht worden dat hij maar geleidelijk volledig zal heersen, dat het een langere tijd zal vergen om de volkeren te onderwerpen en het heelal te verstrikken in het duister web van zijn listen en verleidingen.

Al wat Johannes en Daniel ons leren is dat zijn gezag over mensen ‘van alle ras, stam en taal zal voortduren’ usque ad tempus, et tempora et dimidium temporis, wat betekent een jaar, twee andere jaren en de helft van een jaar.

In hoofdstuk 12 zegt Daniel ons: vanaf de tijd dat het voortdurend offer zal ophouden en er in de plaats de gruwel van de verslagenheid zal heersen in de gewijde ruimte zullen er duizend twee honderd zestig dagen voorbijgaan.

Daaruit vloeit voort dat de moment waarop Jezus Christus ophoudt aanwezig te zijn op ons altaar en als slachtoffer aan zijn Vader wordt geofferd om tegengewicht te vormen van de menselijke moorden, moet geteld worden vanaf de dag dat de antichrist het heelal overheerste: alleen dan zal het niet bloedig offer op het altaar ophouden, maar tot die dag en terwijl de antichrist bezig is zijn koninkrijk te veroveren zal het misoffer doorgaan.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

5. Documentaire: Heilige Maria Goretti [2/6]

Maria Goretti [Corinaldo, 16 oktober 1890 - Ferriere di Conca Nettuno, 6 juli 1902] is een Italiaanse jeugdheilige. Maria was een vroegrijp meisje en werd op elfjarige leeftijd met veertien messteken neergestoken door een man die haar wilde aanranden. Ze stierf twee dagen later in het ziekenhuis met een kruisbeeld en een medaillon van Onze-Lieve-Vrouw in haar handen, nadat zij haar belager vergeven had. De moordenaar kreeg in de gevangenis een visioen van Maria Goretti, bekeerde zich en trad later in als broeder bij de kapucijnen. Het meisje werd in 1950 door Paus Pius XII heilig verklaard. Bij deze ceremonie was de moeder van de heilige aanwezig en ook de moordenaar, een unicum. Haar feestdag is op 6 juli en zij is de patrones van de jonge meisjes en van de slachtoffers van aanranding en verkrachting.


6. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 258]

Hoofdstuk 12. Taizé, een voorlopige roeping

Van ontdekking naar ontdekking

Het Jubileum werd ook gekenmerkt door de vijfentwintigste Jeugd Werelddagen, die van 15 tot 20 augustus doorgingen in Rome. Taizé en Broeder Roger werden er bij betrokken. De Gemeenschap werd gelast met de kerk van Ara Coeli bij het Kapitool. Ze leidden met de gekende gezangen dit eerbaar heiligdom, aan het Kindje Jezus gewijd en vereert door de Romeinen vanwege de genaden die Hij uitdeelt.

Op 19 augustus ’s avonds ging in Tor Vergata, ten zuiden van Rome, de traditionele wake met de paus door en op zondag 20 augustus de hoogmis. Onder een brandende zon nam een menigte jongeren, geschat op twee miljoen, deel aan de slotviering. Broeder Roger was aanwezig. Een persagentschap versloeg: "Men zag hem veertrekken, zichtbaar vermoeid maar blij."

De overgang van het Tweede naar het Derde Millennium gebeurde voor Taizé in Barcelona. Voor de drieëntwingtigte Europese Jongerenbijeenkomst, die doorging van 28 december 2000 tot 1 januari 2001, stroomden tachtig duizend jongeren toe uit heel Europa, met daarvan de helft uit de Oostbloklanden. De paus, de patriarch van Konstantinopel, de patriarch van Moskou, de primaat van de anglicaanse Kerk en de secretaris generaal van de VN stuurden boodschappen van steun toe. In zijn ‘Brief aan de jongeren’ die hij voor de bijeenkomst had voorbereid riep de prior van Taizé op om zich in te zetten en ‘alles te volbrengen om in eenheid te leven en aan de vrede in de wereld te bouwen’.

Het jaar 2001 kende een nieuwe ontmoeting tussen Broeder Roger en Johannes Paulus II, op 23 maart: twee mannen van de Kerk, beiden fysisch verzwakt, maar nog steeds bezield met de drang om te reageren op ‘de spirituele ondergang van Europa.’ Datzelfde jaar publiceerde Broeder Roger Dieu ne peut qu’aimer waarin hij, als is zijn voorgaande boeken, een gedachte formuleert met gewone woorden, poëtische pagina’s en korte verhalen brengt zonder chronologische volgorde en die gebeurtenissen en ontmoetingen aanhalen die indruk op hem gemaakt hebben. De titel drukt een fundamentele overtuiging uit die Broeder Roger trachtte te delen en waarin hij de ‘korte inhoud’ van ‘heel het geloof’ ontwaarde: "God alleen kan maar liefhebben en zoekt onvermoeid naar de mens." Hij bracht een woord van Isaac van Ninive uit de VIIe eeuw aan: "God is liefde."

Vertaling: Broeder Joseph

7. Jezus' tijdgenoten [aflevering 178]

Helena van Adiabene

De Talmoed spreekt ook van belangrijk voorstel die de koningin aan de Tempel in Jeruzalem deed. Helena had gouden kaarsenstandaard aan dewelke de gave werd toegeschreven dat, toen de zonneschijn toenam, deze haar stralen in de kaarsenstandaard weerspiegelde, waardoor iedereen wist dat het de tijd was voor het Sjema-gebed. Het sjema is het meest centrale gedeelde in het ochtend- en avondgebed van het jodendom en de tekst is afkomstig uit de Thora. Zij maakte ook een gouden plaat waarop een passage van de Pentateuch was geschreven, welke de hogepriester voorlas toen er een vrouw voor hem werd geleid die verondersteld werd van het plegen van ontrouw.

De striktheid waarmee zij de Joodse wet onderhield wordt geïllustreerd in Talmoed: Toen haar zoon Izates ten strijde trok, maakte ze de gelofte dat, indien hij heelhuids zou terugkeren, zij zich voor de tijdsduur van zeven jaren zou bekeren tot het Jodendom. Izates II keerde heelhuids terug en Helena kwam haar belofte na en aan het einde van de zeven jaar vertrok zij naar het koninkrijk Juda. De volgelingen van Hillel vertelden haar dat ze haar belofte moest hernieuwen en aldus nogmaals zeven jaren jood zou blijven, maar aan het einde van het tweede termijn werd zij haar belofte ontrouw en diende zij deze andermaal te hernieuwen. Aldus was zij in totaal 21 jaar Jood.

Vertaling: Broeder Joseph

8. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 16]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan


Over de Libanon naar Sarepta

Er waren heidenen en Joden in de stad en ze dreven handel met elkaar. Er heerste daar veel afgoderij. De Heer predikte onderweg in de dorpen, onder de grote bomen. Hij sprak over Johannes en zijn doopsel en de boetvaardigheid. In de stad werd Jezus goed onthaald. Hij was daar trouwens reeds eenmaal geweest. Hij handelde in de school over de nabijheid van de Messias en over de verwerping van de afgodsbeelden. De koningin Izebel, die Elias zo vervolgde, was uit deze stad afkomstig.

Jezus liet zijn gezellen in Sidon achter en ging naar een kleine stad die zui­delijker en meer van de zee afgelegen lag. Hij wou daar enige tijd in afzondering gaan bidden. Deze laatste stad is aan haar ene kant door woud omgeven en heeft dikke muren en er liggen wijnbergen omheen. Het is Sarepta, waar Elias door de weduwe gespijzigd werd. Ik kreeg dit tafereel te zien. Zowel onder de Joden als onder de heidenen heerste sedertdien een bij­gelovigheid: zij lieten in de stadsmuren steeds deugdzame weduwen wonen in de mening dat zij daardoor tegen alle onheil beveiligd waren en zich in de stad zonder gevaar aan alle ondeugden konden overgeven.

Nu woonden daar oude mannen. Jezus nam zijn intrek bij een hoogbejaard man, in hetzelfde huis in de stadsmuur waarin de weduwe gewoond had. Die ouderlingen zijn een soort van kluizenaars en Jezus onderrichtte hen over de Messias en Johannes. Hij bezocht ook de synagoge, onderwees de kinderen en vierde hier de sabbat.

9. Ongeschonden lichamen: Heilige Etheldreda [636 - 679]

Toen het lichaam van Etheldreda uit het graf werd gehaald, was het niet alleen intact, maar had het een jeugdige frisheid die reeds lang verdwenen was bij de levende Etheldreda. De chirurg die haar behandeld had bij haar laatste ziekte, bevestigde dat de wonde aan haar keel door het opensnijden van de tumor, volledig genezen was. Van de gapende wonde waarmee ze begraven was, was nog amper een litteken te zien.

De linnen doeken waarin het lichaam was gewikkeld leken zo fris en nieuw alsof ze nog maar pas rond haar zuivere lichaam waren gewikkeld. Bij de aanraking van deze doeken werden duivels uitgedreven en werden soms ook andere klachten genezen. Men zegt dat de kist waarin ze de eerste keer was begraven geweest, oogziekten genas bij wie biddend z’n hoofd op de kist legde.

Er gebeurden veel mirakels door haar, en vermits haar opvolgsters prinsessen uit dezelfde familie waren, was de abdij van Ely vele jaren heel beroemd en heel erg rijk. In 1109 werd de abdij een kathedraal.

Vertaling: Mario Lossie

10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 56: De Cervo et Leone [Van een hert en een leeuw]

Paulus II [1464 - 1471]

Echte naam: Pietro Barbo [Venetië, 23 februari 1417 - Rome, 26 juli 1471]

Na de dood van Eugenius werd Barbo door paus Nicolaas V benoemd tot kardinaal-priester [16 juni 1451] waarbij hem de titelkerk San Marco in Rome werd toegewezen. Deze kerk, samen met het daarnaast gelegen Palazzo Venezia, liet hij door Bernardo Rossellino grondig verbouwen. Ook tijdens zijn pausschap zou Barbo aanvankelijk hier wonen, totdat hij door intern oproer de veiligheid van het Vaticaan verkoos.

Bij het aantreden van paus Calixtus III toonde Barbo zijn vaardigheden inzake diplomatie en organisatie. In 1455 wist hij een wapenstilstand tussen de rivaliserende Romeinse families Orsini en Colonna te realiseren en wierp hij zich op als onderhandelaar bij een conflict tussen de paus en de koning van Napels, Alfons I. Als organisator nam hij de oprichting van de pauselijke vloot [bedoeld voor een kruistocht] op zich.

Na de benoeming van paus Pius II vergezelde hij hem naar Mantua op 22 januari 1459, waar de paus een vergadering had bijeengeroepen met als onderwerp de Ottomaanse suprematie. Barbo was aanwezig bij het overlijden van de paus in augustus 1464 in Ancona , en na diens dood haastte hij zich naar Rome om deel te nemen aan het conclaaf.

Chris De Bodt

11. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3412 van 14/12/2010

Lieve zonen en dochters, de mensheid is op weg naar de Kalvarie en het ogenblik is gekomen voor uw oprechte bekering. Verwijder u niet van de Heer. Hij houdt van u en wacht op u met open armen. Draag zorg voor uw geestelijk leven en volg mijn Zoon Jezus na in alles. Ik ben uw Moeder en Ik kom uit de hemel om u te zeggen dat het nu het gepaste ogenblik is om u te bekering. Laat niet wat u morgen moet doen. De dood zal door Maldonaldo en Rio Grande gaan. Zij die in Turbo leven zullen een gelijkaardig lijden kennen. Koester de waarheid en verdedig het Evangelie van Mijn Zoon Jezus. Laat de vlam van het geloof niet uitdoven in u. Moed. Niets is verloren. Uw uur is gekomen. Voorwaarts op de weg die Ik u heb aangewezen. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt


25-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.25 januari 2011
25 januari 2011

Maandelijkse boodschap van Onze Lieve Vrouw aan Marija Pavlovic voor de hele wereld:

"Lieve kinderen! Ook vandaag ben Ik met u en kijk Ik naar u en zegen u en verlies Ik de hoop niet dat deze wereld zal veranderen naar het goede en dat vrede zal heersen in de harten van de mensen. De vreugde zal beginnen heersen in de wereld, omdat u zich hebt opengesteld aan Mijn oproep en Gods liefde. De Heilige Geest is een groot aantal van hen aan het veranderen, die "ja" hebben gezegd. Daarom wens Ik u te zeggen: Dank om aan Mijn oproep gevolg te hebben gegeven."

Chris De Bodt
www.bloggen.be/medjugorje


24-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24 januari 2011
24 januari 2011

1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jakov Colo
[deel 18]

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar

Jacovs raad

Janice: Jacov, zal er oorlog komen?
Jacov: Momenteel is er veel oorlog: in harten, families, steden en landen.

Janice: Jacov, weet u iets meer over deze tirannie van gevoelens die u vermeldde?
Jacov: Ik begrijp het niet.

Janice: Mirjana zei dat we heel voorzichtig moeten zijn met onze gevoelens. Liegen gevoelens?
Jacov: Ik denk het.

Janice: Spreekt de Gezegende Moeder over onze gevoelens?
Jacov: Ze wil dat we God vragen om onze gevoelens, onze emoties te zuiveren zodat we echte liefde in onze harten kunnen hebben.

Janice: Jacov, u zei dat de Gezegende Moeder ons hier in Medjugorje eraan herinnerd had dat God Zijn wet van Liefde in de harten van al Zijn kinderen heeft geschreven. Als dat waar is, en ik heb geen reden om daaraan te twijfelen, zou het dan toch kunnen zijn dat er ongelovigen zijn?

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

2. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 47]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

45. Eens zei Jezus mij: "Zeg aan de algemene moeder overste dat in dit huis... deze zonde wordt begaan... die Mij niet bevalt en Mij erg beledigt." Ik heb het niet onmiddellijk aan de moeder gezegd, maar de onrust die de Heer me deed voelen, liet mij niet toe nog langer te wachten, ik schreef dadelijk naar de algemene moeder overste en de vrede keerde weer in mijn ziel.

46. Dikwijls beleefde ik in mijn lichaam het lijden van de Heer Jezus, alhoewel dit onzichtbaar was. Ik verheugde mij daarover omdat Jezus het zo wil. Dit duurde maar een korte tijd. Dit lijden ontvlamde mijn ziel met liefde voor God en voor de onsterfelijke zielen. De liefde verdraagt alles, de liefde overleeft de dood, de liefde vreest niets...

+ 1931, 22 februari

47. Op een avond, toen ik in mijn cel was, zag ik Jezus gekleed in een wit gewaad, één hand opgeheven om te zegenen, de tweede hand raakte zijn kleed op de borst. Van de opening van het gewaad aan de borst gingen twee grote stralen uit, één rode en de andere wit. In stilte richtte ik mijn blik op de Heer, mijn ziel werd met vrees maar ook met grote vreugde doordrongen. Na een tijd zei Jezus me: "Schilder een Beeltenis naar het beeld dat ge nu ziet met het onderschrift: Jezus, ik vertrouw op U. Ik wens dat deze Beeltenis vereerd wordt, eerst in uw kapel en dan in de gehele wereld."

48. "Ik beloof dat de ziel die deze Beeltenis vereert niet verloren zal gaan. Ik beloof haar ook de overwinning op haar vijanden, hier al op aarde en vooral in het uur van de dood. Ikzelf zal haar als Mijn eigen glorie verdedigen."


49. Toen ik erover sprak met mijn biechtvader [31], kreeg ik dit antwoord: "Dat gaat over uw ziel". Hij zei mij: "Schilder Gods beeld in uw ziel". Toen ik van de biechtstoel wegging, hoorde ik weer de volgende woorden: "In uw ziel is Mijn beeld al. Ik verlang een feest van de Barmhartigheid. Ik wil dat deze Beeltenis die gij met een borstel gaat schilderen, op de eerste zondag na Pasen feestelijk gewijd wordt, die zondag moet het feest van de Barmhartigheid zijn.

50. + Ik verlang dat de priesters Mijn grote Barmhartigheid tegenover zondige zielen verkondigen. Dat de zondaar niet bang zij Mij te benaderen. De vlammen van mijn Barmhartigheid verteren Mij, Ik wil ze over de mensenzielen uitgieten." Jezus bekloeg zich bij mij met de woorden: "Het wantrouwen van de zielen verscheurt Mijn binnenste. Het wantrouwen van een uitverkoren ziel doet Mij nog meer pijn. Ondanks Mijn onuitputtelijke liefde, wantrouwen ze Mij, zelfs Mijn dood volstaat voor hen niet. Wee de ziel die deze misbruikt."

51. Toen ik aan moeder overste zei wat God van mij vroeg, antwoordde ze mij dat Jezus dat moest verduidelijken door een teken. Toen ik de Heer Jezus bad om een teken als bewijs, dat Gij waarlijk mijn God en Heer zijt en dat het echt van U is dat deze vraag komt, hoorde ik een innerlijke stem: "Ik zal het te kennen geven aan de oversten door de genaden die Ik door deze Beeltenis zal verlenen."

[31] Waren in die tijd biechtvader te Plock: de prelaat Mgr Adolf Modzelewski [1862-1942], Mgr Louis Wilkonski [1866-1940], penitentiaris van de cathedraal en E.H. Waclaw Jezusek [geb. in 1896].

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

3. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 47]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

De verslagenheid zal zo groot zijn dat ‘het nooit eerder tussen nu en het begin van de wereld voorkwam en nooit meer zo erg zal zijn’ [Mt 24,21]. De rechtvaardigen zullen veracht en gelaakt worden, als dwazen en openbare rustverstoorders aanzien worden, ze zullen beschuldigd worden de eer en de vaderlandsliefde met voeten te treden omdat ze weigeren de grootste man op aarde toe te juichen, de ongenaakbare genie die de menselijke beschaving volmaakt en ontwikkeld ten top leidde. Indien de rechtvaardigen niet bijzonder door God ondersteund waren zou er geen enkele weerstaan aan het geweld van dergelijke bekoring: Ita ut in errorem inducantur [si fieri potest] etiam electi [Mt 24,24].

Tijdens de rampzalige dagen van de Franse revolutie waren er nog toevluchtsoorden, veilige plekken die open stonden voor veroordeelden en ballingen. Het platteland was veilig, er waren dichte bossen, geheime banen en omwegen. Maar in het beschreven tijdperk zullen wetenschap en menselijke ontdekkingen het toppunt bereikt hebben, de wereldbol zal verstrikt zitten in telefoonlijnen en spoorwegen. Alle bergen zullen doorboord zijn. Er zullen geen rotsen, geen grotten, geen eilanden of woestijnen meer zijn die beschutting kunnen bieden. Zelfs de huiselijke haard zal geen veilige plek zijn, want er wordt gezegd ‘dat de broer zijn broer zal verraden en de vriend zijn vriend zal verklikken’ [Mk 13,12].

Als de heilige Schrift ons de toekomst ontsluiert is het niet de gewoonte nauwkeurige details te geven. De profeten spreken bondig en raadselachtig. Meestal beperken ze zich tot de grote lijnen van de toekomstige gebeurtenissen. Maar aangaande de laatste strijd met de heiligen hebben de geïnspireerde apostelen het spreekwoord waar gemaakt: mala praevisa minus feriunt, en ze hebben niets overgeslagen dat de rechtvaardigen in die dagen van beproeving en ramp kon ondersteunen.

Zo leren ze ons dat in die tijd het Oosten opnieuw het centrum van de politiek en de menselijke zaken zal worden, dat de huichelaar bezeten door de waan en de blinde woede om de meest gewijde plekken te onteren die de Godmens zagen werken en lijden, zijn koninkrijk in Jeruzalem zal vastleggen. Maar om ons te troosten wordt ons gezegd dat God de tijd van hun macht zal inkorten en beperken tot tweeënveertig maanden, drieënhalf jaar, menses quadraginta duos.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

4. Documentaire: Heilige Maria Goretti [1/6]

Maria Goretti [Corinaldo, 16 oktober 1890 - Ferriere di Conca Nettuno, 6 juli 1902] is een Italiaanse jeugdheilige. Maria was een vroegrijp meisje en werd op elfjarige leeftijd met veertien messteken neergestoken door een man die haar wilde aanranden. Ze stierf twee dagen later in het ziekenhuis met een kruisbeeld en een medaillon van Onze-Lieve-Vrouw in haar handen, nadat zij haar belager vergeven had. De moordenaar kreeg in de gevangenis een visioen van Maria Goretti, bekeerde zich en trad later in als broeder bij de kapucijnen. Het meisje werd in 1950 door Paus Pius XII heilig verklaard. Bij deze ceremonie was de moeder van de heilige aanwezig en ook de moordenaar, een unicum. Haar feestdag is op 6 juli en zij is de patrones van de jonge meisjes en van de slachtoffers van aanranding en verkrachting


5. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 257]

Hoofdstuk 12. Taizé, een voorlopige roeping

Van ontdekking naar ontdekking

Op 5 september 1997 bracht Broeder Roger enkele dagen door in de bergen met zijn zus Geneviève en Marie-Sonaly toen hij de dood van Moeder Teresa vernam. De prior vertrok met twee Broeders naar Calcutta om de uitvaart bij te wonen. "Ondanks deze droevige aangelegenheid was hij vol vreugde om nog een keer naar India en Calcutta te mogen. Hij heeft gelogeerd op dezelfde plek dan bij het voorgaande bezoek [in 1976]. Hij kon de buurt herontdekken en sommige mensen ontmoeten die hij jaren eerder had gezien. Hij logeerde bij dezelfde familie en iedere avond werd er in het huis gebeden."

Sinds hun eerste ontmoeting éénentwintig jaar eerder was de spirituele nabijheid tussen Broeder Roger en Moeder Teresa constant gegroeid. Ze hadden samen gebedsontmoetingen geleid, ze hadden drie gezamenlijke boeken uitgegeven en planden er een vierde te publiceren. Bij het stoffelijk overschot voelde Broeder Roger de ‘zekerheid’ aan die ze beiden hadden ervaren:  een communie in God spoort ons aan om het menselijk lijden te verlichten. Ja, als we de beproevingen van anderen verzachten komen we Christus tegen. Zegt hij het ons niet zelf: "Wat je aan de kleinste onder mijn broeders geeft, geeft je aan Mij, Christus."

Na de twintigste Europese Bijeenkomst, in Wenen gehouden, ging als gewoonlijk de jaarlijkse Raad in Taizé door. Was het omdat hij twintig jaar geleden in stilte zijn opvolger had aangeduid dat Broeder Roger eindelijk besliste het aan de Gemeenschap te verkondigen? Of wilde hij dat de naam bekend werd door de broeders voor zijn dood: hij werd binnenkort drieëntachtig. Een verzegelde brief die de naam van Alois onthulde werd geopend. Na twintig jaar vermoeden had de prior de tijd gehad om degene die hem eens zou opvolgen te vormen, zijn sterkte en zijn trouw te toetsen. Geen enkele broeder gaf commentaar op die keuze.

Op 24 december 1999 in de Sint-Pietersbasiliek opende Johannes Paulus II de Heilige Poort, wat de opening van het Jubileumjaar 2000 betekende. Tijdens heel dit Heilig Jaar stroomden de pelgrims naar Rome. De Gemeenschap van Taizé werd uitgenodigd om iedere week een gebedsgroep van jongeren te leiden in de Gesù, een van de historische kerken van de Jezuïeten. Die locatie is niet toevallig. In het centrum van Rome gelegen, is de kerk een meesterwerk van de barok en tegelijk een symbool van het triomferende Romeinse beschaving.

Vertaling: Broeder Joseph

6. Jezus' tijdgenoten [aflevering 177]

Helena van Adiabene

Vijf van zijn zonen kregen een Joodse opvoeding in Jeruzalem. Tijdens de hongersnood die Judea teisterde onder het bewind van Claudius [het gebeuren wordt vermeld door Josephus en de Handelingen der Apostelen 11:28] ging koningin Helena naar Jeruzalem en bekwam voedsel uit Egypte en Cyprus. Ook haar zoon Izates gaf een gulle geldelijke bijdrage om de uitgehongerde Joden te steunen. Dit voorbeeld van bekering van een heiden tot het Jodendom laat een beter inzicht toe van de evangelisatie die Sint Paulus en zijn gezellen in de Grieks-Romeinse streken verrichtten, onder andere met betrekking tot de besnijdenis waarop de Joodse missionarissen met brede gedachten niet de nadruk legden [en voor zover het voorbeeld van Ananias typisch is].

Helena en haar andere zoon Monobazee die Izates had opgevolgd bezaten paleizen in Jeruzalem. Volgens de Misjna offerden ze rijke gaven aan de Tempel. Helena liet zich een prachtig mausoleum oprichten in de stad en daar liet Monobaze II zijn moeder en Izates begraven. Er wordt gezegd dat de dodenakker van Jeruzalem het ‘Graf der Koningen’ genoemd, de begraafplaats is van de koninklijke familie uit Adiabene. Het opschrift ‘koningin Zadda’ of ‘koningin Zaddan,’ op een sarcofaag gebeiteld, is de Arameese benaming voor koningin Helena van Adiabene.

Vertaling: Broeder Joseph

7. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 15]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Over de Libanon naar Sarepta

Jezus liet het Meer achter zich en ging verder opwaarts het bergland in, naar de Libanon, hoofdzakelijk om reden dat er in het land zo druk over Hem gepraat werd en daardoor allerhande opinies en partijen nopens Hem ontstonden.

Velen hielden Johannes voor de Messias, terwijl anderen spraken van een andere, degene naar wie Johannes verwijst.

Jezus was onderweg vergezeld van een zes- tot twaalftal mensen, naargelang hun getal vermeerderde of verminderde. Zijn begeleiders vonden groot behagen in zijn leerrijke woorden en keer op keer kwam het vermoeden in hen op dat Hij degene kon zijn op wie Johannes duidde. Jezus knoopte nog met niemand in het bijzonder betrekkingen aan. Hij bleef vooralsnog alleen. Hij strooide zaad uit en maakte toebereidselen. Ik zag verband tussen zijn wegen en daden in deze periode en die der profeten, voornamelijk van Elias, waarvan de Zijne de vervulling waren.

Ik zag Jezus met ongeveer tien medegezellen over een bergketen van de Libanon naar een grote stad gaan die zich langs de Middellandse Zee uitstrekt. Van op de hoogte was het vergezicht onbeschrijfelijk schoon. De stad [nl. Sidon] scheen onmiddellijk bij de zee te liggen, doch, wanneer men er was, lag de zee nog wel drie kwartier er vanaf. De stad was zeer groot en vol drukte, en, van de hoogte naar beneden kijkend, meende men op een ontelbaar aantal schepen neer te zien want op de platte daken van die ontelbare huizen stond een bos van hoge staken, stangen en stellingen met lange banen van lijnwaad bespannen en behangen en daartus­sen was het een gewemel van arbeidende mensen. Het waren rode en anders gekleurde en ongekleurde banen lijnwaad. Het omliggende gewest lag vol kleine, zeer vruchtbare dor­pen en alles hing er vol met vruchten. Er stonden voor en in de dorpen vele grote bomen en daar omheen een kring van banken. Ook waren er zitplaatsen in de takken waarin hele gezelschappen als in een prieel konden zitten, die zij met trappen bereikten. De vlakte waarin de stad tussen de zee en het gebergte ligt is niet zeer breed.

8. Ongeschonden lichamen: Heilige Etheldreda [636 - 679]

Het wordt gezegd dat toen ze deze tumor kreeg, samen met de pijn in haar kaak en haar hals, ze zei: "Ik besef heel goed dat ik deze lastige ziekte in mijn hals verdien, want vroeger, toen ik een meisje was, droeg ik juwelen rond m’n hals. En ik geloof dat God in Zijn goedheid wilt dat ik deze pijn doorsta, zodat ik moge ontslagen worden van de schuld van mijn onnodige ijdelheid. Dus nu draag ik een brandende rode tumor aan m’n hals in plaats van goud en parels."

In 696 besloot de H. Sexburga om het lichaam van Etheldreda te laten opgraven, in een nieuwe kist te laten leggen en naar de kerk te laten overbrengen. Ze droeg een aantal van de broeders op om steen te zoeken om de kist te maken. Vermits het gebied omringd was door zee en moerassen, namen ze een boot, en ze kwamen aan bij de ruïnen van een kleine stad die de Engelsen Grantchester noemen. Bij de stadsmuren ontdekten ze een witte, marmeren sarcofaag. Ze beseften dat God hun reis vruchtbaar had gemaakt, bedankten hem en namen de sarcofaag mee naar het klooster.

Vertaling: Mario Lossie

9. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 56: De Cervo et Leone [Van een hert en een leeuw]

Paulus II [1464 - 1471]

Echte naam: Pietro Barbo [Venetië, 23 februari 1417 - Rome, 26 juli 1471]

Paus Paulus II was Paus van 30 augustus 1464 tot aan zijn dood. Pietro Barbo, een neef van Eugenius IV ging in het klooster toen zijn oom Paus werd. Hij was kardinaal-nepoot van de paus Eugenius IV en de oom van later benoemde kardinalen Marco Barbo, Giovanni Battista Zeno and Giovanni Michiel.

Barbo was de zoon van Niccolo Barbo, een rijk Venetiaans koopman, en Polixena Condulmer, een zuster van paus Eugenius IV. Hoewel hij opgeleid was voor een carrière in de overzeese handel, besloot hij na de troonsbestijging van zijn oom een positie binnen de Rooms-katholieke Kerk te bekleden. Aan het pauselijke hof volgde hij onder toezicht van Eugenius een kerkelijke studie en werd in 1436 al benoemd tot aartsdiaken van Bologna. Na benoemingen tot bisschop van Vervia en Vicenza volgde op 1 juli 1440 zijn benoeming tot kardinaal-diaken met als dekenaat Santa Maria Nuova.

Tijdens het pontificaat van Eugenius IV wist Barbo zich een belangrijke positie aan het hof te verwerven. Zo werd hij benoemd tot lid van de commissie belast met de heiligverklaring van Bernardinus van Siena en was hij Camerlengo over het College van Kardinalen van 13 augustus 1445 tot aan 7 oktober 1446.

Chris De Bodt

10. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3411 van 11/12/2010

Lieve zonen en dochters, voorwaarts zonder vrees. U bent niet alleen. God is heel dicht bij u en wacht op u met de immense liefde van de Vader. Keer vlug terug. Blijf niet in de zonde en wees geen slaven van de duivel. U behoort God toe en moet Hem dienen en enkel Hem volgen. Ik heb uw oprechte en moedige getuigenis nodig. Laat de armen niet hangen. De mensheid is geestelijk arm geworden en de mensen hebben God de rug toegekeerd. Laat niet wat u morgen hoeft te doen. U zult grote beproevingen kennen. Het kruis zal zwaar zijn voor hen in Quatro Barras en in Três Barras. Ik lijd om wat op u afkomt. Kniel neer in gebed. Enkel door het gebed zult u deze beproevingen, die reeds onderweg zijn, kunnen dragen. Ik ben uw Moeder en Ik hou van u. Als u zou weten hoeveel Ik van u hou, u zou wenen van vreugde. Moed. Ik zal tot Mijn Zoon Jezus spreken voor u. Heb vertrouwen, geloof en hoop. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt


21-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.21 januari 2011
21 januari 2011

1. Bijzondere reeks: "En de maan werd rood..."
[5/5] [Voor uw eigen oordeel]

Zonsverduistering

Tot hier toe hebben we voornamelijk gesproken over het Joodse gedeelte, maar Jezus zou Jezus niet zijn als hij de grootste eer niet zou voorbehouden aan Zijn volgelingen, de katholieken. Was de eerste paus niet Jezus' belangrijkste apostel: de heilige apostel Petrus, de rots waarop Jezus Zijn Kerk zou bouwen?

Er is een belangrijk gegeven dat ons leidt naar een mogelijke periode rond dewelke de "waarschuwing" zal vallen en dat is de uitspraak van Maxima Gonzalez, Conchita Gonzalez' tante en meter. Zij zegt dat Conchita haar ooit heeft verteld dat de waarschuwing zal gebeuren na een bisschoppensynode.

In feite was dit een voorspelling, want ten tijde van Garabandal waren er nog geen bisschoppensynodes. Deze zijn het gevolg van Vaticaan II. De eerste bisschoppensynode was een gewone bisschoppensynode en vond plaats van 29 september tot 29 oktober 1967. Normaliter is deze profetie verbonden aan een gewone bisschoppensynode en deze vangen steeds aan einde september om te eindigen op de laatste zondag van oktober.

Met dit gegeven in het achterhoofd, volgen we opnieuw de raad van de profeten en van de Evangelisten en gaan we kijken of er eventueel een bijzonder hemels teken valt waar te nemen in november. Op de site van de Nasa zien we dat er op 13 november 2012 een totale zonsverduistering zal plaatsvinden. Hier valt ons meteen op dat 13 november 2012 dezelfde dag van de maand is als deze van de laatste verschijning in Garabandal, nl. 13 november 1965.


Zonsverduistering van 13 november 2012

Dit wil echter niet zeggen dat de "Grote Waarschuwing" op deze datum zal vallen. Het kan een voorbode zijn. De waarschuwing valt op een gebeurtenis dit begint met de letter "A," en voorlopig kan er niet worden achterhaald waarvoor de "A" zou kunnen staan.

En de geheimen van Medjugorje dan? Het is niet geweten of "Het Mirakel," of het "eeuwigdurende teken," zoals voorspeld te Garabandal en Medjugorje op dezelfde dag zullen vallen. 

Wat de eerste twee geheimen van Medjugorje betreft, zijn deze naar alle waarschijnlijkheid niet verbonden aan de "Grote Waarschuwing." Reden hiervoor zijn:
  • De woorden van Vr. Pétar Ljubicic die uitdrukkelijk zegt dat de eerste twee geheimen uitsluitend verbonden zijn aan Medjugorje, dit terwijl de "Grote Waarschuwing" verbonden is aan Garabandal.
  • In zijn brief aan paus Johannes-Paulus II van 16 december 1983 rapporteerte Vader Tomislav Vlasic informatie die Mirjana aan hem gaf tijdens een gesprek op 5 november 1983: Vóór het 'zichtbare teken' wordt gegeven aan de mensheid [derde geheim], zullen er drie waarschuwingen worden gegeven aan de mensen, in de vorm van gebeurtenissen op aarde. Wat hierbij opvalt is dat het zichtbare teken wordt voorafgegaan door twee geheimen, maar drie waarschuwingen.
Wanneer de eerste twee geheimen van Medjugorje zullen vallen is dus ongekend.

Om af te sluiten, wordt er andermaal de nadruk opgelegd dat het hier om voorspellingen gaat over wanneer de geheimen zich waarschijnlijk zullen manifesteren. Het oordeel over de geloofwaardigheid ervan blijft dus bij de lezer. Gods wegen zijn immers ondoorgrondelijk.

Bron: Diversen, Jack Kinsella, Chris De Bodt

Vertaling: Chris De Bodt

2. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jakov Colo [deel 17]

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar

Jacovs raad

Janice: Heeft u voor ons enig advies van de Gezegende Moeder?
Jacov: Als uw familie veel bezit, beperk het gebruik van deze luxe. Geef weg wat u niet nodig heeft en deel wat u overhoudt. Als uw familie weinig heeft, geniet van wat je hebt en deel het met elkaar. Voor degenen die op Gods voorzienigheid vertrouwen, die bidden en vasten en vergeven, die de talenten en de goederen die de Heer heeft geschonken delen: hun harten zijn een centrum van vrede. Voor degene die niet op God vertrouwen, die niet bidden noch vasten noch vergiffenis schenken, en die weigeren lief te hebben en te delen, hun harten zijn een kern van angst. De Gezegende Moeder zegt dat zij die God kennen, God liefhebben. Degene die van God houden zijn een teken van Zijn liefde, Zijn vrede, Zijn vrijgevigheid.

Janice: Jacov, is dat de toekomst? Zullen alleen degenen die God kennen, van God houden en Zijn wegen volgen de dagen overleven die voorspeld zijn tijdens de Mariale verschijningen over de ganse wereld?
Jacov: Alleen degenen die Gods wil doen, zullen voortleven. Alle andere dingen zijn een illusie. Alle andere dingen zijn dood. De Gezegende Moeder heeft gezegd: "Mijn kinderen, jullie zijn vergeten. Bidden en vasten zullen de oorlog stoppen. Zij zullen de wetten van de natuur veranderen."

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

3. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 46]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

42. + Eens met Kerstmis, voelde ik de almacht, de aanwezigheid van God mij omgeven. En weer vermeed ik de innerlijke ontmoeting met God. Ik vroeg aan moeder overste toestemming om naar "Jozefinek" [30] de zusters te gaan bezoeken. Ze stond het ons toe en dadelijk na het middageten begonnen we ons klaar te maken. De zusters wachtten al op mij aan de deur. Ik liep naar mijn cel om mijn schouderkap te halen. Teruglopend zag ik op de drempel van de kleine kapel de Heer Jezus die me deze woorden zei: "Ga maar, maar Ik neem uw hart." Plotseling voelde ik dat ik geen hart meer in mijn borstkas had. De zusters vroegen mij waarom ik niet sneller kwam, want het werd laat, zodat ik dadelijk met hen meeging. Maar een grote ontevredenheid begon mij te pijnigen. Een soort heimwee vulde mijn ziel, maar niemand, alleen God wist wat er in mijn ziel gebeurde.

Toen we eventjes in "Jozefinek" waren, zei ik tot de zusters: "laat ons naar huis gaan". De zusters vroegen nog wat uit te rusten, maar mijn geest kon geen rust vinden. Ik argumenteerde dat we moesten terug zijn vóór het begon donker te worden en we nog een hele weg af te leggen hadden. We zijn onmiddellijk naar huis terug gekeerd. Toen moeder overste ons zag in de gang vroeg ze mij: "zijn de zusters nog niet vertrokken of al terug?" Ik antwoordde dat ze al terug waren omdat ik niet 's avonds wou terugkomen. Ik legde mijn schouderkap af en ging dadelijk naar de kleine kapel. Nauwelijks was ik binnen of Jezus zegt me: "Ga naar moeder overste en zeg haar dat ge terug gekomen zijt, niet om thuis te zijn vóór de avond, maar omdat Ik uw hart genomen had." Hoewel dat me veel kostte ben ik naar de overste gegaan en heb ik haar eerlijk de reden van mijn vroege terugkeer gezegd en ik bad de Heer om vergeving voor alles wat Hem mishaagt. Op dat ogenblik overstroomde Jezus mijn ziel met grote vreugde. Ik begreep dat er buiten God nergens tevredenheid is.

43. Eens zag ik twee zusters op weg naar de hel. Een onzegbare smart bedroefde mijn ziel. Ik bad voor hen tot God, en Jezus zei mij: "Ga moeder overste zeggen dat deze twee zusters zich in de gelegenheid van zware zonde bevinden." 's Anderdaags sprak ik erover met de overste. Eén van deze zusters is ondertussen ijverig, de andere nog in grote strijd.

44. Eens zei Jezus mij: "Ik verlaat dit huis... Want hier zijn dingen die Mij niet bevallen." En de hostie kwam uit het tabernakel en legde zich in mijn handen, en ik, met vreugde, legde ze terug in het tabernakel. Dit werd een tweede maal herhaald en ik deed hetzelfde. Maar bij de derde herhaling veranderde de Hostie zich in de levende Heer Jezus die me zei: "Ik blijf hier niet langer." En in mijn ziel ontwaakte ineens een grote liefde voor Jezus en ik zei: "En ik laat U niet weggaan, Jezus, uit dit huis". En Jezus verdween weer en de hostie kwam terug in mijn handen. Ik legde ze terug in de ciborie en sloot het tabernakel. En Jezus is bij ons gebleven. Gedurende drie dagen spande ik me in aanbidding tot eerherstel te doen.

[30] Het nieuwe huis te Warszawa in de Hetmanska-straat 44 werd "Jozefinek" genoemd. Het stond onder de leiding van het generaal klooster.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 46]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

Maar anderzijds is het zeker dat die geweldige volharding tot de vernieling van de diepe bezinning zal leiden: Ut revelentur ex multis cordibus cogitationes [Lk 2,35].

De afzweringen zullen talrijk zijn en de moed zal zeldzaam worden. Er staat geschreven dat de hemelse deugden zullen wankelen en de sterren uit de hemel zullen vallen. Anders gezegd, de volksleiders zullen knielen voor het regerende idool en, nog droeviger, de verspreiders van de wetenschap, de sterren van de theologie, de gouden monden van de gewijde redekunst, ze zullen talrijk de waarheid negeren en zich laten verleiden door verdorvenheid.

Sint Jan [Apoc 13,17-18] spreekt ook nog over een vreemd en mysterieus kenmerk dat allen ‘groot en klein, rijk en arm, vrij en slaaf’ in hun handen en op hun voorhoofd moeten dragen. Dit kenmerk zal een teken van afzwering zijn en zal getuigen dat allen die het bezitten om, ofwel de meester te behagen ofwel om zijn boosheid te ontlopen, de ware Christus verloochend hebben en voorgoed achter het vaandel van de vijand staan.

Degenen die dat smadend teken zullen dragen zullen overdadig genieten van het voordeel van de rijkdom, ze zullen de hoge salarissen verdienen, de openbare banen bekleden, de overdaad aan wellust en alle begeerlijke bezittingen kennen. Maar degenen die deze afgrijselijke stempel zullen weigeren zullen vogelvrij verklaard worden. Er staat geschreven dat ‘niemand zal kunnen kopen of verkopen zonder het kenmerk van het beest of zijn naamgetal’. Het zal aan allen die dit kenmerk niet bezitten verboden zijn aan openbare bronnen te putten, ze zullen zelfs onwaardig zijn naar het licht te kijken en de zuivere hemelse lucht in te ademen.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

5. Film: Francesco [14/14]

Franciscus van Assisi (Assisi, Umbrië, 5 juli 1182 - aldaar, 3 oktober 1226) leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders, en werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 16 juli 1228. Franciscus was een zoon van Petrus van Bernardone, een lakenkoopman die op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk was. Zijn moeder gaf de baby de naam Giovanni [Johannes. Zijn vader doopte hem bij thuiskomst om tot Francesco, "Fransman." Franciscus bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten

Naar aanleiding daarvan bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen, ontevreden over de leegheid van zijn leven. Later, in 1205, kreeg hij een visioen in het kerkje van San Damiano. Hij wist zich aangesproken door de daar afgebeelde Gekruisigde: 'Franciscus, ga en herstel mijn huis'. Hij trok zich als een kluizenaar terug in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn, en hij bedelde zijn dagelijks voedsel bij elkaar, daarvan delend met anderen die nog minder hadden dan hij. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde 'Vrouwe Armoede'.

Zijn vader, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek vervallen was, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten keren naar een werelds leven. Uiteindelijk legde Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op het plein bij de bisschop zijn kleren aan de voeten van zijn vader [die ze immers betaald had], en wijdde zich toe aan God met de woorden: "Nu kan ik werkelijk zeggen: Onze Vader in de hemel", waarop de bisschop zijn mantel om hem heen sloeg.

Dit docudrama uit 1989 duurt 157 minuten en valt onder gezamenlijke regie van Italië en West-Duitsland. Regisseur is Liliane Cavani en de acteurs zijn Mickey Rourke [Francesco], Helene Bonham Charter [Chiara], Andréa Férreol en Paolo Bonacelli [zijn ouders], Maria Ardof [Kardinaal Ugolin], Nicolas Dutch [Kardinaal Colonna] en Hans Zischler [Paus Innocentius III].


6. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 256]

Hoofdstuk 12. Taizé, een voorlopige roeping

Van Denver naar Graz

Ondanks de jaren die begonnen door te wegen aanvaardde Broeder Roger, in juni 1997, om deel te nemen aan een belangrijke oecumenische betoging.

Van 23 tot 29 juni ging in Graz, Oostenrijk, de tweede Europese oecumenische bijeenkomst (de ROE2 genoemd) door op initiatief van de vertegenwoordigers van de verschillende christelijke Kerken in Europa. De eerste van mei 1989 in Bazel, Zwitserland, werd gekenmerkt door een soort euforie op het moment dat het ene na het andere Oostblokland zijn vrijheid veroverde. De tweede verzamelde zevenhonderd officiële vertegenwoordigers van de Kerken onder het voorzitterschap van kardinaal Vlk, aartsbisschop van Praag en voorzitter van de CCEE, en de decaan John Arnold, voorzitter van de KEK. Onder het algemeen thema ‘De verzoening, gave Gods en bron van nieuw leven’ werden achtereenvolgens zes thema’s behandeld: ‘de zichtbare eenheid tussen kerken’, de dialoog met andere godsdiensten en culturen, de sociale rechtvaardigheid, de verzoening tussen de volkeren, de ecologie en de ‘rechtvaardige verdeling’.

Broeder Roger, dankzij de Gemeenschap van Taizé en zijn persoonlijke opmars, stond symbool voor deze ‘verzoening waartoe de Bijeenkomst opriep’ en werd uitgenodigd om de vergadering toe te spreken. Hij publiceerde een bijdrage in Le Monde die het belangrijkste van zijn uiteenzetting weergaf.

Buiten de plechtige zittingen leek Graz de ‘toren van Babel’: "De oecumenische vergadering werd opgesplitst in tal van debatten, forums, voorstellingen, tentoonstellingen, liturgische vieringen en Bijbelstudies. Zonder toezicht of taboe. Er werd gesproken over de rechten van de seksuele minderheden in de Kerken en over modellen van economie en alternatieve energiebronnen. [...] De verenigingen van christelijke homoseksuelen woonden samen met de groepen ter verdediging van de dieren of de rechten van de vrouw."

"ROE2’ eindigde met een ‘Slotdocument’ waarin Taizé werd vernoemd als een van symbolen van ‘oecumenische initiatieven’ die zich hadden ontwikkeld ‘naast de formele oecumenische structuren.’

Vertaling: Broeder Joseph

7. Jezus' tijdgenoten [aflevering 176]

Helena van Adiabene

Helena was koningin van Adiabene en de echtgenote van Monobaze I. Zij werd moeder van twee kinderen, Izates II en Monobaze II. Ze stierf rond 56 na Christus. Haar naam en het feit dat zij de zus van haar echtgenoot was, wijzen op een Hellenistische oorsprong. Haar vader Izates I [geboren ± 5 na Chr.], was dus tevens de vader van Monobaze I.

Rond het midden van de eerste eeuw na J.C. had het kleine koninkrijk Adiabene op de oosterse oever van de Tiber en naast het Iranese Parthië Izates als koning. De hoofdstad was Arbela, het huidige Arbil. Adiabene was een Perzische en later Romeinse vazalstaat. In 116 n.Chr. werd de stad ingelijfd in het Romeinse Rijk.

Volgens Flavius Josephus’ getuigenis zou, onder het bewind van Claudius [41-54 na J.C.], een handelaar Ananias genaamd, Izates II overtuigd hebben om zich tot het Jodendom te bekeren. Helena, de moeder van Izates was al bekeerd op raad van een andere Jood. Ananias en Helena raadden Izates II af zich te laten besnijden, voor hen een niet aan te raden maatregel en politiek zelfs gevaarlijk. Ze benadrukten dat God kon aanbeden worden zonder die ritus. Maar op aandringen van een Joods missionaris, een Galileër met strenge overtuiging, liet Izates zich besnijden en leidde hij heel de koninklijke familie naar het Jodendom.

Vertaling: Broeder Joseph

8. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 14]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan


Jezus in de visserij van Petrus

De dorpelingen die uit Galilea tot Johannes kwamen, vertelden hem telkens wat zij van Jezus wisten en vernomen hadden, terwijl anderzijds zij, die van Ainon, de doopplaats van Johannes, tot Jezus kwamen, aan deze over Johannes vertelden.

Ik zag Jezus daarna, zonder zijn begeleiders, bij het Meer in een afgemaakte vissersplaats gaan, waar vijf schepen lagen. Op de oever stonden verscheidene hutten, waarin zich vissers ophielden. Het was de visserij en de eigendom van Petrus, die zich nu met Andreas in de hutten bevond. Johannes en Jakobus met hun vader Zebedeüs en meer anderen waren op de schepen. In het middelste schip waren de vader van Petrus' vrouw en drie zonen van die vader. Ik heb van allen de naam geweten, maar ben die weer vergeten: de vader droeg ook de bijnaam Zelotes, omdat hij eens in een geschil met de Romeinen betreffende het scheepvaartrecht op het Meer, voet bij stuk gehouden en het pleit gewonnen had, vandaar die bijnaam. Er waren wel 30 mensen op de schepen.

Jezus volgde tussen de hutten en de schepen langs de afgemaakte oeverweg. Hij had een gesprek met Andreas en nog anderen. Ik weet niet of Hij ook met Petrus sprak, maar zij kenden Hem nog niet. Hij sprak over Joannes en de nabijheid van de Messias. Andreas was reeds gedoopt en was een leerling van Johannes. Afscheid nemend zei Jezus nog dat Hij tot hen zou wederkeren.

9. Ongeschonden lichamen: Heilige Etheldreda [636 - 679]

Veel van haar oude vrienden, relaties en hovelingen volgden haar voorbeeld. Want men kwam hier om volgens haar regels te leven of om hun dochters onder haar hoede te plaatsen. Er kwamen ook veel heilige mannen en priesters die haar als geestelijke begeleidster kozen. Eén van de bloedverwante prinsessen die door Etheldreda’s goeie kwaliteiten en de roem van haar heiligheid werd aangetrokken, was haar zus, de H. Sexburga, koningin van Kent, die haar eigen stichting in Minster-in-Sheppey verliet om volgens de regels van Etheldreda te leven. Ze volgende haar zus op als abdis, toen Etheldreda in 679 overleed.

Toen Etheldreda ziek werd en een grote tumor onder de kaak ontwikkelde, beschouwde ze dit als een straf voor haar voormalige liefde voor kleding en, in het bijzonder, voor het dragen van juwelen rond haar nek. Men vroeg een chirurg om de tumor open te snijden en het giftige vocht te laten wegvloeien. De twee volgende dagen voelde ze zich wat beter, maar op de derde dag kwam de pijn terug en overleed ze.

Etheldreda is één van de populairste Engelse heiligen en is de patrones van hen die lijden aan keelaandoeningen. Er zijn meer toewijdingen in haar naam in Engeland dan aan eender welke naam van een vrouwelijke heilige in de vroege Angelsaksische Kerk. Haar feestdag is op de dag van haar overlijden, 23 juni.

Vertaling: Mario Lossie

10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 56: De Capra et Albergo [Van de geit en de herberg]

Pius II [1458 - 1464]

Echte naam: Enea Silvio Piccolomini [Corsignano, nu Pienza bij Siena, 18 oktober 1405 - Ancona, 14 augustus 1464]

Pius II was paus van 19 augustus 1458 tot aan zijn dood op 14 augustus 1464. Enea Silvio Piccolomini werd geboren op 18 oktober 1405 in een klein dorpje genaamd Corsignano. Enea groeide op in een arm gezin, waardoor hij zijn hele jeugd op het land mee moest werken. Hij kreeg alleen elementair basisonderwijs van zijn dorpspriester Pietro. Enea vertoonde echter zo’n intelligentie en scherpzinnigheid dat hij door zijn verre familieleden Bartolomea en Niccolò Lolli werd opgenomen in hun huishouden.

Enea ging pas studeren aan de universiteit van Siena op twintigjarige leeftijd. Zijn achterstand haalde hij in door zich dag en nacht aan zijn studie te wijden. Door soms dagen niet te eten, spaarde hij geld en tijd uit die hij aan zijn studie wijdde. Na zijn propedeutische studie van de retorica en poëzie ging Enea in navolging van de klassieke modellen zelf poëzie schrijven. Zijn grote voorbeelden waren Vergilius, Propertius en Horatius. De Cinthia is een elegisch dichtwerk uit Enea’s studietijd. Angela Acherisi, een getrouwde vrouw, inspireerde Enea tot het schijven van de Cinthia. Met de naam Cinthia toonde Enea zijn toewijding aan de klassieke modellen: Cynthia was de naam van de geliefde van Propertius. Na zijn studie van de retorica en poëzie ging Enea rechten studeren met het oog op een politieke carrière.

De omschrijving van Malachias wordt verklaard als een zinspeling op het feit, dat Pius II, voor hij Paus werd, secretaris was geweest van de kardinalen Capranica en Albergato.

Chris De Bodt

11. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3410 van 8/12/2010

Lieve zonen en dochters, Ik ben uw Onbevlekte Moeder. Ik vraag u om de vlam van het geloof levend te houden en dat u leeft in Gods genade. Blijf niet in zonde leven. De duivel is er in geslaagd om vele van Mijn arme kinderen te onderwerpen en Ik kom uit de hemel om het verkozen volk van God op te eisen. Open uw harten en aanvaard de wil van God in uw levens. De mensheid zal uit een bittere beker van het lijden drinken. Vanuit de steek van Samosir zal er, voor uw tijden, een grote en allesverwoestende vernietiging komen. Kniel neer in gebed. Wie met de Heer is zal overwinnen. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt


20-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.20 januari 2011
20 januari 2011

1. Bijzondere reeks: "En de maan werd rood..."
[4/5] [Voor uw eigen oordeel]

Drieënhalf jaar of zeven jaar van Grote Verdrukking

Het idee van een zevenjarige Grote Verdrukking is ontstaan uit de volgende verzen:

Daniël 7:25 "Hij [een bepaalde koning in de eindtijd] zal in opstand komen tegen de hoogste God, en de heiligen van de hoogste onderdrukken. Hij zal proberen hun feesten en hun wet te veranderen, en zij zullen aan zijn heerschappij zijn overgeleverd voor één tijd, een dubbele tijd en een halve tijd." Daniël 9:27 "Hij [een toekomstige vorst] zal een sterk bondgenootschap sluiten met velen, één week lang. De helft van de week zal hij offers noch gaven laten brengen, en boven op het altaar zal een verwoesting brengende gruwel te zien zijn, totdat het aangekondigde einde van die verwoestende kracht komt." Daniël 12:7 "Daarop hoorde ik [Daniël] de in linnen geklede man die zich boven het water van de rivier bevond, spreken. Hij hief beide handen op naar de hemel en zwoer bij de eeuwig Levende: Eén tijd, een dubbele en een halve tijd: wanneer de macht van het heilige volk niet langer verbrijzeld zal worden, dan zullen al deze dingen zich hebben voltrokken." Daniël 12:11 "En vanaf het moment dat het dagelijks offer wordt afgeschaft en een verwoesting brengend afgodsbeeld is opgericht, zullen er twaalfhonderd negentig dagen verstrijken." Openbaringen 11:2 "De voorhof buiten de tempel moet je overslaan. Meet die niet op, want hij is bestemd voor de heidenen, die de heilige stad tweeënveertig maanden lang zullen vertrappelen." Openbaringen 11:3 "Ik zal mijn twee getuigen [Elijah en Enoch] opdracht geven om te profeteren. Gedurende twaalfhonderd zestig dagen zullen ze dat doen, gehuld in een boetekleed." Dit slaat op de twee getuigen Elijah en Enoch.

En ook nog volgens Daniël, hoofdstuk 9: "Zeventig weken zijn vastgesteld voor je volk en je heilige stad, voordat aan de overtredingen een einde komt en de zonden zijn afgesloten, voordat het wangedrag is vergolden en eeuwige gerechtigheid is gebracht, voordat het profetisch visioen bezegeld is en het allerheiligste gewijd. Je moet weten en begrijpen: Vanaf het ogenblik waarop het woord is uitgegaan dat Jeruzalem hersteld en weer opgebouwd zal worden tot het tijdstip waarop een gezalfde vorst verschijnt, zullen zeven weken verstrijken en het herstel en de wederopbouw van de stad, met pleinen en wallen en al, zal tweeënzestig weken duren, en het zal een tijd van verdrukking zijn. Na de tweeënzestig weken zal een gezalfde worden vermoord, zonder dat iemand het voor hem opneemt. Het volk van een toekomstige vorst zal verderf brengen over de stad en het heiligdom. Hij zal zijn einde vinden in een overstroming. Tot aan het einde van de strijd zullen er verwoestingen zijn, zoals is vastgesteld. Hij zal een sterk bondgenootschap sluiten met velen, één week lang. De helft van de week zal hij offers noch gaven laten brengen, en boven op het altaar zal een 'verwoesting brengende gruwel' te zien zijn, totdat het aangekondigde einde van die verwoestende kracht komt."

De "verwoesting brengende gruwel," of Daniëls zeventigste week, zou in het midden van deze periode vallen en eindigen met de terugkeer van Jezus Christus. Jezus noemde de tweede helft van deze periode "de Grote Verdrukking" en spreekt hierover in Mattheus 24: 15-22: "Wanneer jullie dus de 'verwoestende gruwel,' waarover gesproken is door de profeet Daniël, zien staan op de heilige plaats [lezer, begrijp dit goed], dan moet iedereen in Judea de bergen in vluchten. Wie op het dak van zijn huis is moet niet naar beneden gaan om nog spullen te halen, en wie op het land is moet niet terugkeren om zijn mantel te halen. Wat zal het rampzalig zijn voor de vrouwen die in die tijd zwanger zijn of een kind aan de borst hebben! Bid dat jullie niet in de winter zullen moeten vluchten en ook niet op een sabbat. Want het zal een tijd zijn van enorme verschrikkingen, zoals er sinds het ontstaan van de wereld tot nu nooit geweest zijn en er ook niet meer zullen komen. En als die tijd niet verkort zou worden, dan zou geen enkel mens worden gered, maar omwille van de uitverkorenen zal die tijd worden verkort, maar eerder, in Mat. 24: 8 blijkt hij naar de eerste helft te verwijzen, als 'dat alles is het begin van de weeën.'

Er worden in deze aanhalingen verschillende tijdsaanduidingen gebruikt, die allemaal op eenzelfde periode lijken te duiden. "Eén tijd, een dubbele tijd en een halve tijd" is drieënhalf. "De helft van de week" is drieënhalve dag. "Twaalfhonderd negentig dagen" is ongeveer drieënhalf jaar [1.277 dagen]. "Tweeënveertig maanden" is eveneens drieënhalf jaar. En ook "Twaalfhonderd zestig dagen" is ongeveer drieënhalf jaar. Als "drieënhalve dag" symbolisch geïnterpreteerd wordt, zou dit als een periode van drieënhalf jaar gezien kunnen worden.

Vandaag aanziet men deze periode van zeven jaar als de gehele periode van de "Grote Verdrukking," maar strikt gezien zegt de Bijbel dat deze periode slechts drieënhalf jaar aanhoudt [Daniel 7:25, 12:6-7 en 11 en Openbaringen 13: 5 en 7, vergelijk ook Daniel 9: 27 met Mat 24:15, 21 en zie Openbaringen 11:2-3 en 12: 6 en 14].

Iedereen heeft uiteraard door dat er tot nu is gesproken over de periode nà de eerste drie geheimen. We zitten hier dus al voorbij de tijd van het "Mirakel" en "de waarschuwingen." Hierover hebben we het morgen in het laatste gedeelte van deze bijzondere reeks.

Bron: Diversen, Jack Kinsella, Chris De Bodt

Vertaling: Chris De Bodt

2. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jakov Colo [deel 16]

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar

Gods genade

Janice: Waarom moeten we onze vijanden vergeven?
Jacov: De Gezegende Moeder zegt dat als we hen niet vergeven het ons meer kwetst dan dat het hen kwetst.

Janice: Waarom?
Jacov: Omdat de wrok en het niet vergiffenis schenken ons hart verziekt. Het vult dat met vergif.

Janice: Heeft u vrede in uw hart, Jacov?
Jacov: Als ik bid en vast en waarachtig vergeef dan heb ik veel vrede. En dat geldt voor iedereen. Dit is wat de Gezegende Moeder wil voor de ganse wereld.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

3. Nu duizenden dode inktvissen in Portugal èn honderden dode zeehonden in Labrador, Canada

Duizenden dode intvissen zijn aangetroffen op een strand in het noorden van Portugal, een ware ramp. Er is nog geen reden gevonden waarom deze dode dieren, over een lengte van acht kilometer, op het strand van Vila Nova de Gaia, zijn aangespoeld. De overheden hebben de bevolking gewaarschuwd om er in elk geval niet van te eten. In Labrador, Canada, spoelden eerder deze week al honderden dode zeehonden aan.


4. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 45]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

39. + Eens zei Jezus me dat Hij over een stad, de mooiste van ons vaderland, de straf ging laten neerkomen waarmee God Sodoma en Gomorra gestraft had [28]. Ik zag de grote toorn van God en een huivering vervulde en doorboorde mijn hart. Al zwijgend bad ik. Na een tijd zei Jezus me: "Mijn kind, verenig u tijdens het Offer innig met Mij en offer aan de hemelse Vader mijn Bloed en wonden als zoenoffer voor de zonden van die stad. Herhaal dit zonder ophouden tijdens geheel de H. Mis. Doe dit gedurende zeven dagen." De zevende dag zag ik Jezus in een schitterende wolk en ik begon te bidden dat Jezus mij die stad en ons land zou zien. Toen ik de welwillendheid van Jezus zag, begon ik om zijn zegen te smeken. Toen zei Jezus: "Voor u zegen Ik het ganse land," en Hij maakte met zijn hand een groot kruisteken over ons vaderland. Een grote vreugde vervulde mijn ziel toen ik de goedheid van God zag.

+ 1929. Eens tijdens de heilige Mis voelde ik op bijzondere wijze de tegenwoordigheid van God, ondanks mijn vlucht en het mij afwenden van God. Soms vluchtte ik voor God omdat ik geen slachtoffer wou zijn van de duivel zoals men soms gezegd had dat ik was. Deze onzekerheid duurde een hele tijd. Tijdens de heilige Mis, vóór de heilige Communie, vond de hernieuwing van de geloften plaats [29]. Toen wij onze knielbanken verlieten en de gelofteformule begonnen te zeggen, stond Jezus plots naast mij, in wit gewaad en met gouden gordel en Hij zei me: "Ik schenk u een eeuwige liefde, zodat uw zuiverheid onbevlekt blijft en als bewijs zult ge geen bekoringen tegen de zuiverheid meer ondervinden." Jezus nam zijn gouden gordel en deed hem aan mijn middel. Van toen af voelde ik geen aanvallen meer tegen deze deugd, noch in mijn hart, noch in mijn geest. Later heb ik begrepen dat dit één van de grootste genaden is die de Allerheiligste Maagd Maria voor mij bekomen heeft, want ik had Haar reeds vele jaren om deze genade gevraagd. Sinds dan heb ik een grotere verering voor de Moeder Gods. Zij is het die mij geleerd heeft om God innerlijk te beminnen en hoe in alles zijn Heilige Wil te volbrengen. Maria, Gij zijt de vreugde, want door U daalde God neer op aarde in mijn hart.

41. Eens zag ik een dienaar Gods in gevaar van doodzonde die binnenkort zou gebeuren. Ik begon tot God te bidden dat Hij op mij zou laten neerkomen, alle folteringen van de hel, alle lijden dat Hij wou om deze priester te redden en hem te ontrukken aan deze gelegenheid van zonde. Jezus verhoorde mijn gebed en op hetzelfde moment voelde ik op mijn hoofd een doornenkroon. De doornen van deze kroon drongen door tot in mijn hersenen. Dit duurde drie uur en de dienaar Gods werd bevrijd van die zonde en God sterkte zijn ziel door speciale genaden.

[28] Zie Genesis 19.24: in feite werden verschillende steden, vooral Warszawa, gedurende de tweede wereldoorlog door brandbommen verwoest.
[29] Zoals in vele congregaties bestond de gewoonte om op het einde van de retraite de geloften te hernieuwen; de tekst eindigde met de woorden: "Mijn God, verleen mij de genade ze met meer getrouwheid te onderhouden".

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 45]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

En dan, door een onbegrijpelijk oordeel van God, zullen de vrijdenkers en de grote twijfelaars uit de laatste eeuwen geloven in zijn gegoochel en zijn illusies. Als slachtoffer van hun eigen verdenking en lichtgelovigheid zullen ze zich hals over kop in de gekste magie en waarzeggerij storten om zo de voorspelling van de heilige Schrift te vervullen: ‘Degene die de waarheid negeren hechten zich aan de leugen en aan de duivelse leer: attendes spritibus erroris et doctrinis daemoniarum’ [Tim. 50,1].

Als slot staat er ook nog geschreven dat de hovaardigheid van de zondige mens geen grenzen zal kennen. Hij zal zijn mond openen voor Godslasteringen, om zijn Naam, zijn Tabernakel en zijn heiligen in te hemel te onteren. "Hij denkt het recht te hebben," zegt Daniel, "om tijd en wet af te schaffen," et putabit quod possit mutare tempora et leges [Dan 7,25]. Dit betekent dat hij feesten en zondagrust zal afschaffen, de volgorde der maanden, duur en verdeling der weken veranderen, de christelijke namen op de kalender schrappen om ze te vervangen door het symbool van de meest vunzige dieren. Kortom, deze namaak-Christus zal goddeloos zijn zoals nooit tevoren. Hij zal het kruis en elk religieus teken doen verdwijnen en, zoals Daniel nog verklaart zal hij in alle tempels het christelijke offer door een afschuwelijke ritus vervangen. De gewijde preekstoelen zullen zwijgen, leken goddeloze opvoeding en leer zullen verplicht zijn. Jezus zal in de kinderwieg, aan het altaar waar gehuwden trouwen en aan het sterfbed verboden zijn Over de hele aarde zal niet geduld worden dat een andere god dan de christus van satan aanbeden wordt.

God, in zijn ondoordringbaar opzet, zal toelaten dat de mensen deze opperste en verschrikkelijke beproeving ondergaan om hen te leren hoe groot de macht van de duivel is, alsook hun zwakheid. Hij heeft het ons willen aankondigen opdat we ons van nu af zouden voorbereiden op die beproeving door ons gebed tot Hem en door gebruik te maken van de spirituele middelen van naastenliefde en geloof. Bovendien is de antichrist bestemd om de trouw en de standvastigheid van degenen waarvan de naam in het Boek des Levens staat en die niet verward worden door al dat geweld en al die listen, naar voor te brengen en met klank te verkondigen.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

6. Film: Francesco [13/14]

Franciscus van Assisi [Assisi, Umbrië, 5 juli 1182 - aldaar, 3 oktober 1226] leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders, en werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 16 juli 1228. Franciscus was een zoon van Petrus van Bernardone, een lakenkoopman die op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk was. Zijn moeder gaf de baby de naam Giovanni [Johannes. Zijn vader doopte hem bij thuiskomst om tot Francesco, "Fransman." Franciscus bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten

Naar aanleiding daarvan bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen, ontevreden over de leegheid van zijn leven. Later, in 1205, kreeg hij een visioen in het kerkje van San Damiano. Hij wist zich aangesproken door de daar afgebeelde Gekruisigde: 'Franciscus, ga en herstel mijn huis'. Hij trok zich als een kluizenaar terug in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn, en hij bedelde zijn dagelijks voedsel bij elkaar, daarvan delend met anderen die nog minder hadden dan hij. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde 'Vrouwe Armoede'.

Zijn vader, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek vervallen was, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten keren naar een werelds leven. Uiteindelijk legde Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op het plein bij de bisschop zijn kleren aan de voeten van zijn vader [die ze immers betaald had], en wijdde zich toe aan God met de woorden: "Nu kan ik werkelijk zeggen: Onze Vader in de hemel", waarop de bisschop zijn mantel om hem heen sloeg.

Dit docudrama uit 1989 duurt 157 minuten en valt onder gezamenlijke regie van Italië en West-Duitsland. Regisseur is Liliane Cavani en de acteurs zijn Mickey Rourke [Francesco], Helene Bonham Charter [Chiara], Andréa Férreol en Paolo Bonacelli [zijn ouders], Maria Ardof [Kardinaal Ugolin], Nicolas Dutch [Kardinaal Colonna] en Hans Zischler [Paus Innocentius III].


7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 255]

Hoofdstuk 12. Taizé, een voorlopige roeping

Van Denver naar Graz

Broeder Roger ontmoette Moeder Teresa voor het laatst in Rome in oktober 1994. Beiden waren uitgenodigd om deel te nemen aan de bisschoppensynode over het gewijde leven en die honderden bisschoppen van over de hele wereld en vertegenwoordigers van de kloosterorden verzamelde. Broeder Roger was uitzonderlijk uitgenodigd: hij stond niet op de lijst van de tientallen openbare ‘luisteraars,’ vertegenwoordigers van katholieke congregaties van mannelijke en vrouwelijke religieuzen, noch onder de acht ‘toehoorders uit andere christelijke Kerken’. Taizé en zijn stichter hadden altijd een bijzonder statuut, ‘voorlopig.’

In mei 1995, op uitnodiging van de verschillende Zuid-Afrikaanse Kerken [anglicaanse, katholieke en methodistische] in Johannesburg, ging Broeder Roger opnieuw naar Zuid-Afrika. Ook daar waren de dingen grondig veranderd sinds zijn laatste bezoek. Al meerdere jaren was er een eind gekomen aan de apartheid en het symbool van de strijd tegen apartheid, Nelson Mandela, was nu president van de Republiek.

Deze zond een boodschap om ‘Broeder Roger en de Gemeenschap van Taizé te begroeten, zij die al zo lang vriendschapsbanden hebben met de jongeren uit Zuid-Afrika’. Verder in de boodschap van de Zuid-Afrikaanse president kerkend men de stijl van Broeder Roger: "Ik moedig de jonge generatie aan die een zo belangrijke rol moet vervullen om een nieuw Zuid-Afrika op te bouwen, om te aanvaarden verantwoordelijkheid te dragen en geen tijd te verspillen met ongeduld of wanhoop. Zo zal deze generatie een desem van hoop kunnen betekenen voor vele jongeren over de wereld die een uitweg zoeken om het vertrouwen te herstellen onder de mensheid."

Het nieuwe boek van Broeder Roger, En tout la paix du coeur, in 1995 verschenen, is anders dan de voorgaande. Het is een bundel meditaties. Voor elke dag van het jaar, van 1 januari tot 31 december, verwijst een korte tekst van vier à vijf regels naar hetgeen voor Broeder Roger fundamenteel is in het christelijk geloof: het vertrouwen, de vreugde, de eenvoud, de barmhartigheid. Op sommige dagen is de korte meditatie een aan God de Vader, aan Christus en aan de Heilige Geest gericht gebed. De bundel bevat een honderdtal gebeden uit al degenen die de prior van Taizé dag na dag schreef en die hij wat graag ophing aan het bord op zijn kamer als de bloemen van een spiritueel boeket.

Vertaling: Broeder Joseph

8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 175]

Ismaël, zoon van Phiabi II

Flavius Josephus meldt verder, zonder enige uitleg, dat Ismaël onthoofd werd in Cyrene. De tussenkomst van de keizerin veroorzaakte de afzetting van Ismaël, zoon van Phiabi II, door koning Herodes Agrippa II en zijn vervanging in het hogepriesterschap door Jozef Kabi, zoon van hogepriester Simon Kantheras, zoon van Boethos [41 na J. Chr.]. Over deze Jozef is niets bekend behalve het feit dat hij deel uitmaakte van de Joodse leiders die zich overgaven aan de Romeinen tijdens de omsingeling van Jeruzalem. De rabbijnse literatuur heeft enkele anekdotes weerhouden over Ismaël, zoon van Phiabi II.

Hij was een van de weinige hogepriesters die het offer van de rosse koe bracht. Hijzelf [of zijn familie] werd beschuldigd van geweld uit te oefenen op het volk. Er wordt verteld dat zijn moeder hem een kostbaar kleed schonk, vandaar het gezegde dat met de dood van Ismaël, zoon van Phiabi II, de praal van het pontificaat gedoofd was.

Vertaling: Broeder Joseph

9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 13]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan


Jezus in de visserij van Petrus

Deze visserij beslaat de kust langs het kleine dal Tabiga, dat een noordelijke verlenging is van de vlakte van Gennezareth. Daar is ook een kleine voorname haven. Het warme water der bronnen, die nabij de kust ontspringen, lokt de vissen aan.

In deze dagen zag ik Jezus in het gewest van het Meer van Galilea noordwaarts gaan. Hij sprak reeds duidelijker over de Messias en op meerdere plaatsen schreeuwden de bezetenen Hem na. Ook dreef Hij een duivel uit een man en onderwees Hij in de scholen.

Zes mannen, die van de doop van Johannes kwamen, ontmoetten Hem op hun weg. Onder hen waren Levi, die later Mattheüs genoemd werd en twee zonen van de drie weduwen, maar niet de bruidegom Natanael van Kana. Zij kenden Jezus door verwantschap en van "horen zeggen." Zij vermoedden ook wel dat Hij diegene kon zijn over wie Johannes gesproken had, maar zij wisten het niet zeker. Zij vertelden over Johannes en brachten het gesprek ook op Lazarus en zijn zusters en op Magdalena. Deze, meenden zij, moest bezeten zijn door de duivel. Zij woon­de reeds op een kasteel naar haar eigen. Zij vergezelden Jezus enige tijd en bewonderden zijn woorden.

10. Ongeschonden lichamen: Heilige Etheldreda [636 - 679]

Uiteindelijk, na vele dagen wandelen, kwam de heilige aan op haar eigen landgoed te Ely. Hier was een stuk goed, stevig en vruchtbaar land, dat zeshonderd gezinnen onderhield en in een wijde omtrek omringd was door moerassen, die een veel betere beschutting waren dan muren of gewoon water.

Hier bouwde Etheldreda in 673 een groot, dubbel klooster. Wilfred, die z’n oude vriendin nooit uit het oog verloor, stelde haar aan als abdis en stelde haar eerste nonnen aan. Hij verkreeg van de Paus speciale privileges voor haar, en bezocht haar regelmatig en stond haar bij met de raad die nuttig was voor het beheer van haar grote instelling. Zeven jaar lang bestuurde Etheldreda haar klooster, en ze was een groot voorbeeld van vroomheid en onthouding en alle andere kloosterdeugden.

Hoewel ze een grootse dame was, droeg ze nooit linnen kledij, maar enkel ruwe, wollen kleding. Ze ontzegde zichzelf het genot van een warm bad, een veelgebruikte luxe bij de Engelsen in haar tijd. Enkel bij de vier grote feestdagen van het jaar [waaronder Pasen, Pinksteren en Driekoningen] nam ze een bad, en zelfs dan gebruikte ze het badwater dat reeds voor de andere nonnen had gediend. Ze at zelden meer dan één maaltijd per dag en bracht vaak een deel van de nacht biddend door. Sommigen zeiden dat ze de gave had om voorspellingen te doen, en dat ze niet alleen de aandoening voorspelde die tot haar dood zou leiden, maar ook hoeveel er in het klooster aan die aandoening zouden sterven.

Vertaling: Mario Lossie

11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 54: Bos Pascens [Een grazende os]

Calixtus III [1455 - 1458]

Echte naam: Alonso de Borja [Xàvita, Valencia, 31 december 1378 - Rome, 6 augustus 1458]

Calixtus III was paus van 8 april 1455 tot aan zijn dood. Toen hij zijn studies had beëindigd, koos hij de zijde van Benedictus XIII, die hem kanunnik maakte. Later onderwierp hij zich aan Martinus V, die hem in 1420 tot bisschop van Valencia benoemde. Eugenius IX benoemde hem in 1444 tot kardinaal. Hij was een oom van Rodrigo Borgia, een van de twee neven die hij tot kardinaal verhief. Rodrigo zou het later tot paus brengen met de naam Alexander VI. De Spaanse Borgia-familie zou nadien nog een geduchte rol spelen in Italië.

Na de val van Constantinopel in 1453 riep hij de christelijke vorsten van Europa op tot een nieuwe kruistocht, deze keer niet naar het Heilige Land, maar om de Turken terug te drijven. Blijkbaar was niemand daartoe bereid en in staat. Toen de Turken in 1456 Belgrado belegerden, liet hij op 29 juni de klokken luiden om daarmee op te roepen tot gebed voor Belgrado. De Turken werden drie weken later inderdaad afgeslagen. Omdat de oproep zich buiten de stad Rome traag verspreidde, bereikte het nieuws van Belgrado's ontzetting velen eerder dan de oproep tot gebed, dat toen maar werd opgevat als een oproep tot dankgebed. Het klokkenluiden is nog steeds een herdenkingsritueel voor Belgrado's ontzetting.

Hij beval ook een postume herziening van het proces tegen Jeanne d'Arc, die in 1431 op de brandstapel was terechtgesteld. Hij was vermoedelijk een van de rijkste pausen uit de geschiedenis. Zij werd op 7 juli 1456 onschuldig verklaard.

Het wapen van de Paus bevat de os van de Borgia’s. Aldus wordt Malachias’ profetie verklaard.

Chris De Bodt

12. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3409 van 7/12/2010

Lieve zonen en dochters, wie behoort tot de Heer hoeft niets te vrezen. Uw overwinning is in Hem die uw absolute goed is en die weet wat uw noden zijn. Open uw harten en leer met Jezus dat enkel de zachtmoedigen van hart en de nederigen erfgenaam zullen zijn van het Koninkrijk der Hemelen. Wees volgzaam aan Mijn oproep en volg de Heer in alles na. U gaat naar een toekomst van grote moeilijkheden. Moeilijke dagen zullen komen voor de mannen en de vrouwen van het gebed. Velen zullen zich tegen de opvolger van Petrus keren en er zal een grote crisis heersen in het geloof. Een opvolger van Petrus zal een zwaar kruis dragen en zal de dood zien van vele toegewijde personen. Bid veel voor de kerk. Zij die vastbesloten blijven in het geloof zullen overwinnen. Vrees niet. Ik ben uw Moeder en Ik ben met u. Voorwaarts op de weg die Ik u hebt aangeduid. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt


19-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.19 januari 2011
19 januari 2011

1. Bijzondere reeks: "En de maan werd rood..."
[3/5] [Voor uw eigen oordeel]

De zesdaagse oorlog

De "tetrade" vond toen plaats op
  • 24 april 1964
  • 18 oktober 1967
  • 13 april 1968
  • 6 okotber 1968
In 1967 zoekt en krijgt de Egyptische president Gamal Abdel Nasser steun in de Arabische wereld voor zijn plannen om het Suezkanaal en de Golf van Akaba [Golf van Eilat] voor Israëlische scheepvaart te blokkeren. De blokkade, een daad van oorlog volgens internationaal recht, wordt door Israël als bedreigend ervaren. Nasser dwingt tevens de VN vredestroepen, die sinds de Suezcrisis in de Sinaï aanwezig waren om de partijen uit elkaar te houden, te vertrekken. De VN moeten hier wel aan toegeven.

Op 5 juni 1967 gaat Israël over tot de aanval op Egypte en Syrië en is de Zesdaagse Oorlog een feit. Onder leiding van opperbevelhebber Yitzchak Rabin verovert het Israëlische leger in zes dagen de Sinaï en de Golanhoogten. De Egyptische luchtmacht wordt op de eerste dag van de oorlog vrijwel geheel uitgeschakeld. Israël deed een beroep aan Jordanië om zich niet in de strijd te mengen maar koning Hoessein valt toch aan. Israël neemt vervolgens de Westelijke Jordaanoever en delen van Jeruzalem, waaronder de oude stad, in. Na zes dagen van vijandelijkheden komt het tot een staakt-het-vuren. De Veiligheidsraad van de VN neemt in november resolutie 242 aan die oproept tot de Israëlische terugtrekking uit bezette gebieden in ruil voor Arabische erkenning van Israël achter veilige grenzen.

Door de bezetting van de Westelijke Jordaanoever kwamen ca. een miljoen Palestijnen onder Israëlische controle te wonen, hetgeen spanningen in de Israëlische samenleving veroorzaakte. In het publieke debat betoogden Moshe Dayan, Israël Galili en anderen dat de Palestijnen geïntegreerd moesten worden. Pinhas Sapir en anderen pleitten juist voor totale segregatie. Uiteindelijk won het kamp-Dayan de steun van de regering-Meir.

De Palestijnen werden in Israël ingezet als goedkope arbeidskrachten. Hun lonen stegen vergeleken met de eerdere situatie, maar bleven achter die bij van Israëlische arbeiders. De arbeid van Palestijnen in Israël stuitte op weerstand bij de radicalere zionisten, die Israël als een "exclusief Joods werk" zagen.

Bron: Diversen, Jack Kinsella, Chris De Bodt

Vertaling: Chris De Bodt

2. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jakov Colo [deel 15]

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar

Gods genade

Janice: Waarom moet u met liefde vasten, Jacov?
Jacov: Omdat vasten zonder liefde voor God onze harten verhardt. De Gezegende Moeder zegt dat elk motief van ons handelen er moet zijn uit liefde voor God.

Janice: Wat dan met de andere mensen die niet begrijpen dat elk motief van ons handelen uit liefde voor God moet gebeuren? Sommigen vasten uit angst. Anderen vasten uit gehoorzaamheid. Sommigen uit ijdelheid. Anderen bij gebrek aan middelen.
Jacov: Wanneer het vasten gebeurt uit liefde voor zichzelf i.p.v.voor God is het zoals een boomerang. Het heeft geen blijvende waarde en in verschillende gevallen is het pijnlijk zowel voor de persoon zelf als voor anderen. De Gezegende Moeder zegt dat onze motieven het belangrijkst zijn. We moeten bidden voor onze motieven opdat ze puur en zuiver zouden worden.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

3. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 44]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

36. Eens werd ik door God ten oordeel geroepen. Ik verscheen voor de Heer gans alleen. Jezus was zoals tijdens zijn lijden. Na enige tijd verdwenen zijn wonden, er bleven er maar vijf, aan de handen, aan de voeten en aan de zijde. Op dat ogenblik zag ik nauwkeurig de toestand van mijn ziel, zoals God haar ziet. Ik zag meteen duidelijk al wat God mishaagt. Ik wist niet dat men verantwoording moest afleggen zelfs voor kleine schaduwen. Wat een moment! Wie zal het beschrijven? Staan vóór de Driemaal Heilige? Jezus vroeg mij: "Wie zijt gij?" Ik antwoordde: "Ik ben uw dienares, Heer". "Gij zijt een dag vagevuur schuldig." Ik wou me onmiddellijk in de vlammen van het vagevuur werpen, maar Jezus hield mij tegen, en zei: "Wat wilt ge, nu één dag lijden of een korte tijd op aarde?" Ik antwoordde: "Jezus ik wil in het vagevuur lijden en op aarde de grootste kwellingen ondergaan, al was het tot het einde van de wereld." Jezus zegde: "Eén is genoeg. Ge gaat terug naar de aarde en ge gaat veel lijden maar niet voor lang, en ge zult Mijn Wil en Mijn Wensen vervullen en Mijn getrouwe dienaar zal u daarbij helpen. Nu, leg uw hoofd op Mijn borst, op Mijn hart en put daaruit kracht en sterkte voor alle lijden, want elders zult ge noch verzachting, noch hulp, noch troost vinden. Weet dat ge veel, veel zult moeten lijden, maar laat dit u niet verschrikken, Ik ben met u."

37. Kort daarna werd ik ziek [25]. De lichamelijke ongemakken waren voor mij een school van geduld. Alleen Jezus weet hoeveel moeite ik opbrengen moest om mijn plicht te vervullen [26].

38. Om een ziel te reinigen gebruikt Jezus middelen naar Zijn keuze. Mijn ziel ondervond een volledige verlatenheid van de schepselen. Soms werd de zuiverste bedoeling door de zusters verkeerd uitgelegd [27]. Dit lijden is zeer pijnlijk, maar God laat het toe en men moet het aanvaarden, want zo worden we meer gelijk Jezus. Er was iets dat ik lang niet kon begrijpen, namelijk dat Jezus mij gezegd had alles aan mijn oversten te zeggen en mijn oversten mijn woorden niet geloofden, maar mij medelijden betuigden, alsof ik in illusie verkeerde of onder invloed van mijn verbeelding was.

Vermits ik meende in een illusie te leven, besloot ik God innerlijk te mijden, uit vrees voor illusies. Maar de goddelijke genade achtervolgde mij bij elke pas. En wanneer ik dit het minst verwachtte, sprak God tot mij.

[25] Z.F. had nog geen tuberculose die later haar organisme zou ondermijnen. Ze was wel zeer verzwakt en vermoeid.
[26] Z.F. werkte in de keuken waar men voor 200 personen moest bereiden.
[27] Daar de dokter geen organische ziekte had vastgesteld dacht men dat Z.F. haar ziekte voorwendde om te kunnen bidden in plaats van te werken.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 44]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

Tenslotte zal hij gedreven zijn in de occulte wetenschappen en in de toverkunst en zal hij met behulp van de duivels wonderbare werken uitvoeren die de verleide mensen als mirakels zullen aanzien [Apoc 13].

Het eerste onder die wonderen door Sint Jan vernoemd zal een schijnbare verrijzenis zijn. Tijdens een van die oorlogen waarbij de Antichrist zal verschijnen op een wagen van licht en vuur zal hij dodelijk gekwetst worden aan het hoofd. Een tijd lang wordt hij levenloos en voor dood aanzien. Maar opeens richt hij zich op en zijn wonde is op slag genezen. Bij dit schouwspel zullen de verleide mensen, de ongelovigen en straffe koppen uit die tijd en die evenzo als deze van vandaag geen geloof hechten aan het bovennatuurlijke, alsmede aan de geopenbaarde waarheden het wonder minachtend verwerpen als onaanvaardbaar voor wetenschap en rede. Deze mensen dus zullen in het bedrog geloven, enthousiast en verwonderd uitroepen: ‘Wie is gelijk aan het beest? Wie zal ooit het beest bestrijden en overwinnen?’

Ten tweede zal de zondige mens het hemels vuur doen neerdalen om te doen geloven dat hij meester is van de natuur, degene die de seizoenen regelt en die hemel en sterren beheerst.

Ten derde zal hij een beeld doen praten, de duivels zullen een boom of een dor hout als instrument gebruiken om hun bedrog en hun valse orakelen uit te dragen. Ook de meubels zullen bewegen en uit zichzelf rondlopen, de bergen zullen zich onmiddellijk verplaatsen, een menigte duivels, in engelen van licht veranderd, zullen in de lucht verschijnen.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

5. Film: Francesco [12/14]

Franciscus van Assisi [Assisi, Umbrië, 5 juli 1182 - aldaar, 3 oktober 1226] leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders, en werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 16 juli 1228. Franciscus was een zoon van Petrus van Bernardone, een lakenkoopman die op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk was. Zijn moeder gaf de baby de naam Giovanni [Johannes. Zijn vader doopte hem bij thuiskomst om tot Francesco, "Fransman." Franciscus bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten

Naar aanleiding daarvan bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen, ontevreden over de leegheid van zijn leven. Later, in 1205, kreeg hij een visioen in het kerkje van San Damiano. Hij wist zich aangesproken door de daar afgebeelde Gekruisigde: 'Franciscus, ga en herstel mijn huis'. Hij trok zich als een kluizenaar terug in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn, en hij bedelde zijn dagelijks voedsel bij elkaar, daarvan delend met anderen die nog minder hadden dan hij. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde 'Vrouwe Armoede'.

Zijn vader, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek vervallen was, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten keren naar een werelds leven. Uiteindelijk legde Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op het plein bij de bisschop zijn kleren aan de voeten van zijn vader [die ze immers betaald had], en wijdde zich toe aan God met de woorden: "Nu kan ik werkelijk zeggen: Onze Vader in de hemel", waarop de bisschop zijn mantel om hem heen sloeg.

Dit docudrama uit 1989 duurt 157 minuten en valt onder gezamenlijke regie van Italië en West-Duitsland. Regisseur is Liliane Cavani en de acteus zijn Mickey Rourke [Francesco], Helene Bonham Charter [Chiara], Andréa Férreol en Paolo Bonacelli [zijn ouders], Maria Ardof [Kardinaal Ugolin], Nicolas Dutch [Kardinaal Colonna] en Hans Zischler [Paus Innocentius III].


6. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 254]

Hoofdstuk 12. Taizé, een voorlopige roeping

Het Europa van Broeder Roger

Op 20 november 1992 kreeg Broeder Roger in Straatsburg de prijs Robert Schuman. Deze prijs bekroont om de twee jaar een personaliteit die heeft meegewerkt aan de Europese opbouw. In de voorgaande jaren ging hij naar diverse personaliteiten: de Portugese president Mario Soares, kardinaal Poupard of de eerste minister van Hongarije Jozsef Antall. In zijn besluit om de prijs aan Broeder Roger toe te kennen meende de jury dat de Gemeenschap van Taizé ‘een model van verzoening en vrede in de ogen van de jeugd uit de hele wereld’ was geworden en dat ‘door haar voorbeeldige wijze om de politieke en godsdienstige moeilijkheden te overwinnen, Broeder Roger de hoop heeft versterkt dat de bestaande tegenstrijdigheden in Europa kunnen overwonnen worden.'

De prijs werd uitgereikt door Catherine Lalumière, secretaris generaal van de Europese Raad en voordien socialistisch minister. In haar uitgebreide toespraak begroette ze de ‘de pan-Europese actie’ van Taizé en haar verzoeningswerk onder de Europese volkeren, zonder onderscheid van cultuur of geloof. Ze besloot met een ontroerende oproep: "Broeder Roger, Europa heeft je nodig, je gedachten, je kracht. [...] Het institutionele Europa, dat van de internationale instellingen, van de Staten, van de Staatshoofden, van de politiek, van het zakenleven, van de militairen, het Europa van de machthebbers ... maar ook het Europa van de volkeren, van de gewone mensen, van de armen [en die zijn talrijk] ... al deze facetten van Europa hebben nood aan mannen zoals jij die alleen over hun hart en hun geloof beschikt."

Van 28 december 1992 tot 2 januari 1993 richtte Taizé in Wenen de vijftiende Europese Bijeenkomst in. Johannes Paulus II en Boutros Boutros-Ghali, de nieuwe secretaris generaal van de VN stuurden aanmoedigende boodschappen.

Jaar na jaar hadden deze Europese bijeenkomsten, vooral na de val van het IJzeren Gordijn, de jongeren uit Oost en West weer in contact gebracht. Marguerite Léna denkt dat Broeder Roger een rol als ‘veerman’ heeft vervuld: "Aan jongeren die meestal gebrek hebben tot de toegangsleutels van het spirituele geheugen van Europa, reikt de gemeenschap van Taizé een liturgie aan die de erfenissen uit Oost en West weer thuis brengen. Ze biedt geen propaganda of ideologie aan, maar opent een ruimte van vertrouwen en verantwoordelijkheid." In de Europese ontmoetingen die Taizé organiseert meent ze dat "een zeker idee rond Europa ontstaat [...] een Europa dat minder bezorgd is om de vergrijzing en vertrouwt op de middelen van haar jeugd, meer bezig met de rijkdommen van haar spiritueel erfgoed dan met het geschil van haar verdeeldheid, minder jaloers om haar identiteit dan ongeduldig om andere mensen te ontmoeten."

De gemeenschap hield niet op de landen bij te staan die wrede beproevingen doorstonden. Zo, toen Bosnië vijf jaar lang een wrede burgeroorlog kende tussen 1993 en 1997, werden kinderen uit dit land elke zomer in Taizé opgevangen.

Vertaling: Broeder Joseph

6. Jezus' tijdgenoten [aflevering 173]

Ismaël, zoon van Phiabi II

De koning uitte zijn misnoegdheid en Porcius Festus, de toenmalige procurator [60-62 na J. Chr.], gelastte Ismaël dan ook de muur af te breken. Deze weigerde dit echter met als argument dat het voor een Jood ondraaglijk zou zijn een deel van de tempel af te breken. Festus wilde de zaak niet op de spits drijven en gaf daarom toe aan Ismaëls verzoek de zaak aan keizer Nero voor te leggen. Aldus vertrok de hogepriester Ismaël aan het hoofd van een delegatie naar Rome om Festus bevel te laten herroepen. Deze besloot, mede door tussenkomst van zijn echtgenote Poppea, dat de tempel mocht blijven in de staat waarin deze op dat moment was, maar dat Ismaël en Helcias [de schatbewaarder van de tempel] als gijzelaars in Rome moesten blijven. Hierdoor was het onmogelijk voor Ismaël om nog langer het ambt van hogepriester uit te oefenen. Jozef Kabi ben Simon werd hogepriester in zijn plaats.

Vertaling: Broeder Joseph

7. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 12]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Jezus en Maria gaan naar Kafarnaüm

Ik zag Jezus opnieuw van plaats tot plaats gaan en in een dorp in de synagoge over de doop van Johannes, de nabijheid van de Messias en de boetvaardigheid spreken. Vele toehoorders morden en misprezen Hem en enigen hoorde ik zeggen: "Voor 3 maanden leefde zijn vader de timmerman nog en arbeidden zij nog samen. Nu is Hij enige tijd naar vreemde streken gelopen en aanstonds is Hij daar weer om ons zijn wijsheid te verkopen." Ik dacht, en ik moest er om lachen: "Zij menen dat Hij in de vreemde gereisd heeft en ik zag dat Hij zich in de woestijn op zijn zending voorbereidde."

A.C. Emmerich ziet in deze dagen ononderbroken waar Jezus en Johannes zich bevinden. Zij ziet de Heer van plaats tot plaats gaan en vooral daar komen, waar Johannes op zijn tocht door het land voorbijgekomen is. Hij voert het woord in de synagogen, onderwijst de mensen, troost en helpt de zieken. Hij was ook op bezoek bij verwanten te Kana en Hij onderrichtte hen. Zij ziet nog geen en­kele van zijn latere leerlingen bij Hem. Het is alsof Hij de mensen eerst wil leren kennen en voortbouwen op de grondslagen die Johannes in hen gelegd heeft. Van de ene plaats tot de andere plaats begeleidt Hem dikwijls een goede mens.

Ik zag heden vier mannen, waaronder toekomstige leerlingen van Jezus waren, in het gewest tussen Samaria en Nazareth, aan de grote weg, op een lommerrijke plaats, op Jezus wachten, terwijl Hij met een begeleider naderde. Zij gingen hen tegemoet en vertelden dat zij door Johannes gedoopt waren en hij sprak, zeiden zij, van de nabijheid van de Messias. Zij vertelden Jezus ook hoe hij de soldaten zo onver­schrokken toegesproken had en slechts enigen van hen had willen dopen. Hij had hen ondermeer gezegd dat hij evengoed stenen uit de Jordaan had kunnen nemen en ze dopen [zie Mt.3,7-9]. Ik zag hen Jezus verder vergezellen.

8. Ongeschonden lichamen: Heilige Etheldreda [636 - 679]

Op de eerste dag van haar vlucht werd Etheldreda bijna ingehaald door haar echtgenoot. Ze kwam aan bij een kaap, Colbert’s Head, die in de zee uitstak. En haar vrome bedoelingen werden beschermd door het tij, dat plots tot een ongeziene hoogte rond de rots steeg en de plaats ontoegankelijk maakte voor haar achtervolgers. Egfried besloot te wachten tot het water terugtrok en de weg voor hem vrijmaakte. Maar in plaats van een paar uren, duurde het zeven dagen voordat het terug laagtij werd. De onthutste achtervolger besefte dat een grotere kracht dan de zijne Etheldreda en haar gelofte onder z’n bescherming had genomen. En dus zag hij af van het idee om haar te dwingen om met hem mee te gaan, en keerde hij terug naar huis.

Later op haar reis werd Ehteldreda op een snikhete dag overmand door vermoeidheid. Ze stak haar staf in de grond en legde zich op de open vlakte neer om te rusten. Toen ze wakker werd waren er takken en bladeren aan haar staf gegroeid, en later werd hij een reusachtige eik die groter was dan alle anderen in de wijde omtrek.

Vertaling: Mario Lossie

9. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 54: De Modicitate Lunae [Van de geringere Maan]

Nicolaas V [1447 - 1455]

Echte naam: Tommaso Parentucelli [Sarzana, 15 november 1397 - Rome, 24 maart 1455]

In het jaar 1450 gaf de paus aan de Duitse theoloog Nicolaus Cusanus de opdracht de Duitse Kerk te hervormen. "Zuiver en vernieuw, maar verniel niets en treed niets met de voeten," was zijn richtlijn. Op 16 maart 1452 zegende de paus het huwelijk in van Frederik III met Eleonora van Portugal en kroonde hij Frederik tot keizer. Het was de laatste maal dat een keizer in Rome werd gekroond.

In het jaar 1452 vaardigde Paus Nicolaas V een bul uit, getiteld Dum Diversas ['Doctrine van Ontdekking'], waarmee de prins van Portugal Hendrik de Zeevaarder het recht kreeg om Saracenen, heidenen en andere ongelovigen tot slaaf te maken, hun nakomelingen inbegrepen. Deze bul legitimeerde de koloniale slavenhandel. Rond die tijd begonnen de expedities naar India, die werden gefinancierd met slavenhandel. Deze goedkeuring van de slavernij werd in zijn Bul Romanus Pontifex in 1455 opnieuw bevestigd en uitgebreid.

Op Driekoningen [6 januari] 1453 ontsnapte Nicolaas V ternauwernood aan een aanslag. De samenzweerders werden nog dezelfde dag ingerekend, onmiddellijk veroordeeld en op 9 januari onthoofd. Dit was een zware schok voor Nicolaas V, die een grondige afkeer had van geweld; hij vond dat zijn vele werken ten behoeve van de stad Rome slecht waren begrepen. Een tweede schok kreeg hij op 29 mei 1453 bij de inname van Constantinopel door de Turken, hetgeen het einde van het Byzantijnse Keizerrijk betekende, de laatste erfgenaam van de Romeinse grootheid.

Nicolaas V werd erg neerslachtig. Jicht en andere ziekten plaagden hem al vijf jaar; op 24 maart 1455 overleed hij.

De profetie van Malachias zinspeelt op zijn geboorte in het Bisdom Luni en zijn lagere afkomst, als zoon van eenvoudige ouders.

Chris De Bodt

10. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3408 van 4/12/2010

Lieve zonen en dochters, beredit uzelf voor op Kerstmis met gebed en werken van liefde. Wat u ook doet voor Mijn kinderen zal niet zonder beloning blijven. Open uw harten voor de Heer. Hij verwacht veel van u. Laat de armen niet zakken. Ik heb ieder van u nodig. Doe u best in uw opdracht die de Heer u heeft toevertrouwd. Ik dank u voor uw aanwezigheid hier en ik zal tot Mijn Zoon Jezus spreken voor u. Moed. De mensheid is ziek en Ik kom uit de Hemel om u te zeggen dat Jezus uw redding is. Open uw harten voor Hem en u zult geestelijk rijk worden. De dood zal opkomen in Indonesia en Mijn arme kinderen zullen drinken uit een bittere kelk van het lijden. Rabat [een plaats] zal schreeuwen om hulp. Ik ben uw bedroefde Moeder en ik lijd om wat op u wacht. Verlaat de genade van God niet. Voorwaarts. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt


18-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18 januari 2011
18 januari 2011

1. Bijzondere reeks: "En de maan werd rood..."
[2/5] [Voor uw eigen oordeel]

Gebeurde dit tijdens de twintigste eeuw?

Ja, in 1949/1950, het jaar volgend op de onafhankelijkheid van Israël van 14 mei 1948 en nogmaals in 1967/68, het jaar dat Jeruzalem werd bevrijd tijdens de zesdaagse oorlog!

De Israëlische Onafhankelijkheid

De "tetrade" vond toen plaats op de volgende data:
  • 13 april 1949
  • 7 oktober 1949
  • 2 april 1950
  • 26 september 1950
Tussen 1936 en 1939 breekt de Arabisch-Palestijnse opstand uit. Arabieren organiseren een algemene staking tegen het Britse bestuur en de Joodse inwoners van Palestina. De staking slaat al snel om in een volksopstand en de gewelddadigheden worden hardhandig door de Britten neergeslagen. Ruim 5.000 Arabieren, 400 Joden en 200 Britten komen hierbij om. In reactie op de Arabische opstand leggen de Britten beperkingen op aan de Joodse instroom in Palestina. De leider van de Husseini-partij Amin al-Hoesseini vlucht en werkt tenslotte in Berlijn samen met het naziregime door antisemitische propaganda-uitzendingen te verzorgen. De leiders van gematigde partij van de Nashashibi's blijft in Palestina.

In 1937 adviseert de commissie-Peel, die door de Britten in het leven was geroepen om over de situatie in Palestina te oordelen, om Palestina op te delen in twee delen waarbij één derde een Joodse staat zou moeten worden. De Britse regering neemt dit plan vanwege Arabische tegenstand niet over. In 1939 neemt het Britse Lagerhuis het "MacDonald White Paper" aan waarbij de Joodse immigratie in Palestina wordt beperkt en de Palestijnen zelfbestuur in het vooruitzicht wordt gesteld. Kort hierop breekt de Tweede Wereldoorlog uit. De Duitse heerschappij over grote delen van Europa leidt tot de Holocaust [in Israël de Shoah genoemd]. Bij de systematische vervolging van en moord op de Europese Joden komen naar schatting tussen de vijf en de zes miljoen Joden op een brutale wijze om het leven.

Na de oorlog wordt de roep om een Joodse staat luider. Ook in Palestina komt er meer verzet, van beide zijden, tegen de Britten. Zo komen bij een Bomaanslag op het Koning Davidhotel, gepleegd door de Irgoen-militie van de latere Israëlische premier Menachem Begin, 91 mensen om het leven.

Op 29 november 1947 stemt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in met het plan van de internationale UNSCOP-commissie [United Nations Special Comité on Palestine] voor de opdeling van het mandaatgebied Palestina in verschillende delen: een Israëlisch, Arabisch en internationaal bestuurd deel [Jeruzalem en Bethlehem].

De Joodse gemeenschap [die zich Yishuv noemde] zou krijgen:
  • Oost-Galilea met Safed en Tiberias,
  • De vruchtbare kustvlakte van in het noordelijke Haifa tot voorbij Tel Aviv in het zuiden
  • Het grootste deel van de Negevwoestijn.
De Arabische Palestijnen krijgen toegewezen:
  • West-Galilea met Acre en Nazareth
  • De Westoever van de Jordaan tot Beersheba in het zuiden
  • De Gazastrook met Isdud en Rafah en een aansluitende strook van de Negev langs de Egyptische grens tot dertig kilometer voorbij El Auja.
Internationaal toezicht door de VN op de raakpunten ["kissing points," bruggen en onderdoorgangen] van de samenstellende delen zou ervoor zorgen dat elke staat een aaneengesloten gebied vormde. Van de 1,6 miljoen inwoners is op dat moment 1 miljoen Arabier en 600.000 Jood. Het land is grotendeels publiek bezit van het Britse mandaatsgezag. 16,5% is in handen van Arabieren die elders in de Arabische wereld [onder andere Beiroet en Damascus] wonen. De Joden hebben 8,6% van het land in handen terwijl de lokale Arabische bevolking 3,3% bezit.

In het voor de Joodse staat bedoelde deel vormen Joden met 55% van de bevolking [niet meegerekend 90.000 nomadische bedoeïenen die er een deel van het jaar verbleven] een meerderheid. De Joodse leiding wilde aanvankelijk heel Palestina, maar accepteert de VN-deling, de Palestijnse leiding niet en vrijwel onmiddellijk breekt er een burgeroorlog uit tussen Joden en Arabieren.

De kritische Israëlische historicus Morris onderscheidt in zijn boek "1948" twee perioden tot 15 mei 1948:
  • November 1947 - maart 1948. Een guerrillaoorlog breekt uit, waarin Palestijnse milities de overhand hebben Zij worden gesteund door 6000 tot 8000 vrijwillige strijders van buiten Palestina, vooral uit Egypte, Syrië en Irak die het Arabische Bevrijdingsleger [onder leiding van Fawzi al-Qawuqji] kwamen versterken. De Joodse Haganah-militie stelt zich defensief op, door een gebrekkige organisatie en later om de vertrekkende Britse militairen niet te provoceren.
  • April - mei 1948. De Haganah gaat in het offensief om strategische posities te verwerven met het oog op de verwachte invasie van buitenlandse Arabische legers op 15 mei 1948. Onder meer worden de corridor Tel Aviv-Jeruzalem en de steden Haifa, Jaffa en Tiberias veroverd. Vooral na half mei 1948 kwamen meer dan 4000 buitenlandse joodse en niet-joodse vrijwilligers het Israëlische kamp versterken: onder meer piloten, zeelui en specialisten in communicatie en tanks.
Een groot deel van de Arabische bevolking vlucht voor het geweld of wordt verdreven. Tussen 4 april en 10 mei 1948 voert het Joodse leger het "Plan-Dalet" uit dat de gebieden die aan de Joodse staat waren toegekend moest verdedigen en ook hierbuiten plaatsen met Joodse bevolkingsconcentraties moest innemen. Het plan stelt het als volgt: "Het doel van het plan is om de macht te verkrijgen over gebieden van de Joodse staat en de grenzen te verdedigen. Tevens is het streven macht te verkrijgen over Joodse nederzettingen en bevolkingsconcentraties buiten dit gebied [dat aan de Joodse staat was toebedeeld] van reguliere, semi-reguliere en kleine troepenmachten van binnen en buiten de staat."

Sommige bronnen voeren aan dat Plan-Dalet het verdrijven van zoveel mogelijk inheemse Arabieren tot doel had. Andere bronnen halen oproepen van Arabische leiders aan [die de Arabische bevolking opriepen tijdelijk te vluchten in afwachting van de verwachte Arabische overwinning] als verklaring voor het massaal vluchten van de Arabische bevolking.

Op 9 april 1948 werd in het dorp Deir Yassin door de Joodse milities Irgoen, Lehi en Hagana een bloedbad aangericht waarbij naar schatting 135 tot 145 Arabische burgers werden vermoord. De bezetting van Deir Yassin maakte deel uit van de campagne om de verbinding van Tel Aviv naar West-Jeruzalem open te houden. Hierop nam het aantal Arabische vluchtelingen verder toe. Op 12 mei 1948 werden ongeveer honderd Joodse bewoners van het Kfar Etzion-blok van kibboetsen ten zuiden van Jeruzalem, na overgave, vermoord door Arabische milities.

Het Britse gezag werkte niet mee aan de voorbereiden van de deling van Israël: de VN "Implementation Comité" mag pas per 1 mei 1948 Palestina in, twee weken voor het eind van het Britse Mandaat en dus veel te laat.

Op 14 mei is er de Israëlische Onafhankelijkheidsverklaring. Op 15 mei 1948 loopt het Britse mandaat voor Palestina af. In anticipatie hierop roept het Joods Agentschap een dag eerder de staat Israël uit. De Amerikaanse president Truman erkent Israël binnen een half uur de facto, de formele erkenning zal tot 1949 op zich laten wachten. De Sovjet-Unie en vrijwel al haar satellietstaten alsook Zuid-Afrika en Ierland erkennen Israël vrijwel onmiddellijk volledig. De Sovjet-Unie draagt er zorg voor dat Israël grootscheeps de wapens in Tsjecho-Slowakije kan kopen, die de komende strijd tussen Joden en Arabieren in het voormalige Mandaatgebied Palestina mede zullen beslissen. Nog dezelfde dag volgt de Pan-Arabische invasie en begint de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948, die ook wel de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog wordt genoemd. In december 1948 wint Israël uiteindelijk deze oorlog. De "tetrade" van 1949/1950 is een hemelse bevestiging dat de nieuwe staat Israël een feit is.

Bron: Diversen, Jack Kinsella, Chris De Bodt

Vertaling: Chris De Bodt

2. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jakov Colo [deel 14]

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar

Gods genade

Janice: Echt?
Jacov: Ze bekritiseert mij nooit. Ze veroordeelt mij nooit. De zonde kwetst haar zeer erg.

Janice: Waarom?
Jacov: Omdat dat ons zo erg kwetst.

Janice: Wat doet u dan?
Jacov: Ik tracht altijd beter te doen.

Janice: Slaagt u daarin?
Jacov: Soms wel, soms niet.

Janice: Jacov, als u, die de Gezegende Moeder elke dag ziet, het zo moeilijk heeft, hoe zit het dan met de rest van ons?
Jacov: De Gezegende Moeder zegt dat we moeten bidden. Soms ben ik niet zo getrouw aan het gebed als het zou moeten. De Gezegende Moeder zegt dat we moeten vasten. Soms, als ik vast, heb ik geen liefde in mijn hart. Dan stelt mijn vasten niet veel voor. De Gezegende Moeder zegt dat we moeten vergiffenis schenken, speciaal aan onze vijanden. Soms slaag ik daar niet in. De Gezegende Moeder zegt dat we ons moeten bekeren. Soms draait mijn hart zich naar de wereld en zijn slechte kant. Dus, u ziet dat het menselijk hart erg zwak is. Het is het gebed, het vasten, de vergeving en de verzoening die het menselijk hart bevrijden. Elke dag probeer ik beter te doen.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

3. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 43]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

32. Eens hoorde ik deze woorden: "Ga naar de overste en vraag haar toestemming om negen dagen lang een uur aanbidding te doen, probeer uw gebed te verenigen met Mijn Moeder. Bid met geheel uw hart in vereniging met Maria, tracht in deze tijd ook de kruisweg te doen." Ik bekwam de toestemming, maar niet voor een volledig uur, maar slechts voor de tijd die me restte als mijn taken vervuld waren.

33. Ik moest deze noveen doen voor mijn Vaderland. Op de zevende dag van de noveen, zag ik tussen hemel en aarde de Moeder Gods in een helder gewaad. Ze bad, de handen op de borst gevouwen, de ogen ten hemel gericht. Uit haar Hart kwamen vurige stralen, sommige gingen naar de hemel, andere bedekten onze aarde.

34. Toen ik mijn biechtvader [22] daarover sprak, zei hij dat dit echt van God kon komen, maar dat het ook maar inbeelding kon zijn. En wegens mijn herhaalde verplaatsingen had ik geen vaste biechtvader en ik had het daarbij enorm moeilijk om over die zaken te spreken. Vurig bad ik dat God mij deze grote genade zou verlenen, namelijk een geestelijke begeleider. Ik bekwam deze genade, maar na de eeuwige geloften, toen ik in Wilno kwam. Het was E.H. Sopocko [23]. God liet mij hem vooraf innerlijk kennen [24], vóór ik naar Wilno ging.

35. O! had ik van het begin af een zielenleider gehad, dan zou ik niet zoveel goddelijke genaden verspild hebben. Een biechtvader kan de zielen veel helpen, zoals hij ook veel schade kan veroorzaken. O, hoezeer zouden de biechtvaders aandacht moeten hebben voor de werking van Gods genade in de zielen van de biechtelingen. Dat is zeer belangrijk. Naar de genaden die een ziel ontvangt, kan men de graad van intimiteit met God zien.

[22] Voor ze naar Wilno kwam, had Z.F. tweemaal deze biechtvader innerlijk gezien [zie verder Db 53 en 61].
[23] E.H. Michael Sopocko [1888-1975] was sedert 1934 professor van pastorale theologie aan de universiteit van Wilno en rector van de Sint-Michielskerk te Wilno. Gedurende vele jaren was hij biechtvader van verschillende mannelijke en vrouwelijke congregaties. Van 1933 tot 1942 was hij gewone biechtvader in de congregatie van de M.G.D.B.
[24] De gewone biechtvaders waren de E.H. Kulesza en Roslaniec [1889-1942]; de buitengewone Pater A. Bukowski, S.J.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 43]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

Dan zal het gevaar voor de zielen groot zijn en het schandaal van de besmetting wereldwijd. Nochtans, opdat degenen die zich laten verrassen hun ongeluk alleen aan zichzelf zouden verwijten, heeft de Heilige Geest de voornaamste fasen van deze verschrikkelijke en beslissende beproeving willen aftekenen als slot van alle beproevingen die de mensheid doorstond.

Vooreerst, om ons het geweld en de woestheid van de zondige mens te openbaren, de handigheid waarmee hij de ondernomen oorlog zal voeren tegen de heiligen, beschrijft de apostel Sint Jan hem voor ons in het boek "Openbaring in hoofdstuk 13" onder de vorm van een monsterachtig beest met op het voorhoofd tien koppen of tien kronen en op elke kroon een godslasterende naam. Volgens de vertalers noemen deze tien koppen en tien kronen tien stamkoningen uitbeelden die zijn luitenanten zullen zijn en de uitvoerders van zijn listen en zijn wreedheden.

Meer nog, Sint Jan zegt ons dat hij als opperste vorst aangesteld worden, dat zijn macht over alle stammen en volkeren zal reiken, over de mensen van alle naties en talen [Apoc. 13: 5, 8].

Terwijl hij de heiligen zal overwinnen door hen overdreven te vervolgen zal hij alles toelaten en alle vrijheid aan het kwaad geven.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

5. Film: Francesco [11/14]

Franciscus van Assisi [Assisi, Umbrië, 5 juli 1182 - aldaar, 3 oktober 1226] leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders, en werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 16 juli 1228. Franciscus was een zoon van Petrus van Bernardone, een lakenkoopman die op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk was. Zijn moeder gaf de baby de naam Giovanni [Johannes. Zijn vader doopte hem bij thuiskomst om tot Francesco, "Fransman." Franciscus bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten

Naar aanleiding daarvan bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen, ontevreden over de leegheid van zijn leven. Later, in 1205, kreeg hij een visioen in het kerkje van San Damiano. Hij wist zich aangesproken door de daar afgebeelde Gekruisigde: 'Franciscus, ga en herstel mijn huis'. Hij trok zich als een kluizenaar terug in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn, en hij bedelde zijn dagelijks voedsel bij elkaar, daarvan delend met anderen die nog minder hadden dan hij. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde 'Vrouwe Armoede'.

Zijn vader, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek vervallen was, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten keren naar een werelds leven. Uiteindelijk legde Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op het plein bij de bisschop zijn kleren aan de voeten van zijn vader [die ze immers betaald had], en wijdde zich toe aan God met de woorden: "Nu kan ik werkelijk zeggen: Onze Vader in de hemel", waarop de bisschop zijn mantel om hem heen sloeg.

Dit docudrama uit 1989 duurt 157 minuten en valt onder gezamenlijke regie van Italië en West-Duitsland. Regisseur is Liliane Cavani en de acteurs zijn Mickey Rourke [Francesco], Helene Bonham Charter [Chiara], Andréa Férreol en Paolo Bonacelli [zijn ouders], Maria Ardof [Kardinaal Ugolin], Nicolas Dutch [Kardinaal Colonna] en Hans Zischler [Paus Innocentius III].


6. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 253]

Hoofdstuk 12. Taizé, een voorlopige roeping

Protestantse bisschoppen in Taizé

Maar, eens terug in Engeland, steunde hij bij de kerkelijke instanties een motie, bedoeld om de vrouwen toe te laten tot het priesterschap. Deze historische beslissing, die gestemd werd op 11 november, kwam voor de katholieke Kerk over als een oorzaak van nog meer verdeeldheid en nog een hindernis meer voor de verzoening.

Broeder Roger heeft in enkele regels het verblijf van de aartsbisschop van Canterbury in Taizé aangehaald en zijn bewondering uitgedrukt. Maar hij sprak niet over de anglicaanse beslissing van november. Het zijn dergelijke leemtes die sommigen hem verwijten: hij was er als de kippen bij om zich over de goede woorden en gevoelens die werden uitgedrukt te verheugen, maar hij toonde maar zelden zijn afkeuring in het openbaar.

Een andere belangrijke oecumenische bijeenkomst heeft de laatste jaren van Broeder Roger gekenmerkt. In mei 1994 brachten veertien bisschoppen van de lutheraanse Kerk in Zweden drie dagen door in Taizé om te bidden en samen na te denken. Broeder Roger noteerde fier: "Het is de eerste keer dat alle bisschoppen van de Zweedse Kerk zich, zonder uitzondering, naar het buitenland begeven." Een foto getuigt van het gebeuren: veertien lutheraanse bisschoppen met Romeinse kol of in trui staan rond de glimlachende Broeder Roger in wit kleed.

Van 30 augustus tot 6 september vergaderden vierhonderd franciscanen uit de hele wereld rond hun minister generaal. Als tegenprestatie gingen Broeder Roger en de meeste Broeders op bedevaart naar Assisi. Twintig jaar na het vertrek uit Taizé van de franciscanen was dit een gebaar van verzoening.

Vertaling: Broeder Joseph

7. Jezus' tijdgenoten [aflevering 172]

Ismaël, zoon van Phiabi I

Zie Annes, zoon van Seth

Ismaël, zoon van Phiabi II

Ismaël, zoon van Phiabi [59-61 na J.C.], niet te verwarren met de opperpriester met dezelfde naam en van dezelfde familie die het ambt bekleedde van 15 tot 16 na J.C., was de eerste hogepriester door Herodes Agrippa II benoemd. Hij kende beroerde tijden. Zijn voorgangers-hogepriesters en hun families twistten met de gewone priesters en de bevolking. De stenigingen waren veelvuldig. De conflicten leidden soms tot gewelddadigheden, maar deze waren in de ogen van Agrippa en de toenmalige procuratoren over Judea, niet ernstig genoeg om Ismaël uit zijn ambt te ontzetten. Uiteindelijk kwam Ismaël ook in conflict met Agrippa. De aanleiding hiervoor was dat Herodes Agrippa een dicht bij de tempelberg gelegen paleis van de Hasmoneeën liet restaureren en uitbreiden. Bij de herbouw werd de eetzaal van het paleis zodanig gesitueerd dat Agrippa van daaruit uitzicht had op het tempelplein. Ismaël en de andere [hoge]priesters vonden dit aanstootgevend en bouwden een hoge muur aan de rand van het tempelplein, die Agrippa het uitzicht ontnam. Onbedoeld neveneffect was echter dat het tempelplein ook niet meer te zien was vanuit de post waar de procurator tijdens Joodse feestdagen gewoonlijk soldaten posteerde om de tempel in de gaten te houden, uit vrees voor onlusten.

Vertaling: Broeder Joseph

8. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 11]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Jezus en Maria gaan naar Kafarnaüm

Ik zag Jezus en Maria, Maria van Kleofas en ook de ouders van Parmenas, zeker een twintigtal personen, Nazareth verlaten en naar het gewest van Kafarnaüm trekken. Zij hadden ezels en pakken bij zich. Het huis te Nazareth bleef ledig achter. Het was geheel gereinigd en het zag er sierlijk uit, ontruimd en met slechts enkele tapijten, zo sober ge­schikt, dat het de indruk van een kerk op mij maakte.

De derde man van Maria van Kleofas heeft nog het beheer over Anna’s huis. In de huishouding zijn ook nog zonen van haar betrokken. Joses Barsabas, de jongste [op één na, namelijk de kleine Simeon] was bij zijn moeder geweest en trok ook mede [naar het gewest van Kafarnaüm],waar hij in de visserij een betrekking vond. Ook de kleine Simeon uit haar derde huwelijk was bij haar. In de volgende dagen zag ik Jezus en Maria in het huis tussen Kafarnaüm en Betsaïda. Maria van Kleofas woonde er dicht bij en ook de ouders van Parmenas hadden zich niet ver van daar metterwoon gevestigd.

9. Ongeschonden lichamen: Heilige Etheldreda [636 - 679]

Hoewel Egfried twaalf jaar lang enkel een nederig aanbidder van z’n mooie echtgenote geweest was, was hij nu een man geworden, met mannelijke verlangens. Zijn affectie was uitgegroeid tot een liefde die niet langer bevredigd kon worden door haar op afstand te aanbidden. Tot hier toe had hij Ehteldreda toegestaan om in z’n huis te leven als een non in haar klooster, maar nu wilde, en eiste hij zelfs meer. Hij smeekte Wilfred om z’n vrouw te beïnvloeden en haar aan te zetten om te worden wat ze, tot nu toe, enkel in naam was geweest. Hij beloofde Wilfred grootse dingen voor zichzelf en z’n kerken als hij de koningin kon overtuigen dat haar plicht t.o.v. God de plicht t.o.v. haar echtgenoot was. Wilfred deed alsof hij het standpunt van de koning deelde, maar moedigde in feite de koningin aan om door te zetten in haar celibatair leven. Hij adviseerde haar zelfs om toestemming te vragen om het hof te mogen verlaten om non te worden. Egfried heeft hem dit nooit vergeven.

Na veel pijnlijke toestanden gaf de koning met tegenzin zijn toestemming. Maar al gauw berouwde hij zich z’n keuze. Voordat hij z’n toestemming kon intrekken, was Etheldreda echter naar Coldingham gevlucht, waar de tante van Egfried, de H. Ebbe de Oudere, abdis was. Voor Egfried was het leven ondraaglijk zonder Etheldreda, en hij was vastberaden haar terug te brengen, met of zonder haar goedkeuren. De H. Ebbe trok partij voor Etheldreda. Ze wist echter dat, als Egfried zou aandringen om z’n echtgenote terug mee te nemen, ze hem niet zou kunnen tegenhouden. Daarom raadde ze Etheldreda aan om, verkleed als bedelaarster, Coldingham te ontvluchten. Etheldreda volgde haar raad op, bijgestaan door twee nonnen van Coldingham, de zusters Sewara en Sewenna. Ze ging niet naar de zus van haar tante, de H. Hilda, te Whitby, vermits die in zou gaan tegen alles wat Wilfred adviseerde. Maar ze besloot om terug te keren naar haar eigen landgoed te Ely. Er doen vele verhalen de ronde over haar avonturen tijdens haar reis, en ze zijn vaak het onderwerp geweest van beeldhouwwerken en glasramen in de Engelse kloosterkerken.

Vertaling: Mario Lossie

10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 54: De Modicitate Lunae [Van de geringere Maan]

Nicolaas V [1447 - 1455]

Echte naam: Tommaso Parentucelli [Sarzana, 15 november 1397 - Rome, 24 maart 1455]

Nicolaas V was paus van 18 maart 1447 tot zijn dood. Hij was twintig jaar in algemene dienst bij de Bisschop van Bologna, die hij vergezelde op vele reizen. Later werd hij de beschermeling van Eugenius IV, die hem ook met andere diplomatieke zendingen belastte. Hij voerde zijn ambten zo goed uit dat hij in 1446 de kardinaalshoed kreeg.

Nicolaas V was een van de weinige pausen uit de Renaissance die zich niet overgaf aan nepotisme en acelibataire uitspattingen. Ondanks zijn pontificaat bleef hij tamelijk onberispelijk.

Hoewel zijn levenswijze sober was, wilde hij van Rome de meest prestigieuze stad van de Renaissance maken. "Opdat het prachtige uitzicht van de stad het geloof der nederigen zal versterken", zou hij verklaard hebben. Nicolaas V trok allerlei wetenschappers, schrijvers en kunstenaars naar Rome. Bovendien vormden zijn boeken de kern van de Vaticaanse Bibliotheek. Daarnaast gaf hij opdracht tot het vertalen van veel Griekse literatuur naar het Latijn en liet hij plannen ontwerpen voor het Vaticaanse Paleis en de Sint-Pietersbasiliek.

Kort na zijn inauguratie drong de wereldse machtspolitiek zich al aan hem op. Hij spande zich in om de agressiviteit van Alfons van Aragón, de nieuwe koning van Napels [die de kerkelijke Staten bedreigde], in te tomen. In 1448 sloot Nicolaas V met de Duitse koning Frederik III en enkele Duitse vorsten het Concordaat van Wenen, dat tot 1803 van kracht zou blijven.

Chris De Bodt

11. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3407 van 1/12/2010

Lieve zonen en dochters, moed, Ik bevind mij aan uw zijde, ook al ziet u Mij niet. Heb vertrouwen, geloof en hoop. Er zal geen nederlaag zijn voor Gods verkozenen. Kniel neer in gebed en alles zal in orde komen voor u. U behoort tot de Heer. Laat u geen slaaf van de duivel worden. Zoek sterkte in het gebed en de Eucharistie. Aanvaard het Evangelie van Mijn Jezus om te worden gered. De mensheid is op het spoor van de zelfvernietiging, die ze met hun eigen handen hebben voorbereid. De dood zal van ver komen en zal komen over het land van het Heilig Kruis [Brazilië]. De Vigia [een stad in Brazilië] zal vluchten uit angst, maar zal de vernietiging voor haar zien. Ik lijd om wat u gaat overkomen. Zet geen stap terug. De Heer roept u en wacht op u. Ga en ontmoet Hem en u zult reeds gelukkig zijn hier op aarde en later met Mij in de Hemel. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt


17-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17 januari 2011
17 januari 2011

1. Bijzondere reeks: "En de maan werd rood..."
[1/5] [Voor uw eigen oordeel]


Inleiding

"De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt." [Joel 2.31]

Door de hele geschiedenis zijn zons- en maansverduisteringen aanzien als tekenen van God. Op 28 mei 585 v. Chr. vond er een door Thales van Milete voorspelde zonsverduistering plaats tijdens de slag bij de Halys tussen Alyattes II, koning van Lydië en Cyaxares, koning van de Meden. Beide koningen besloten om hun vijandelijkheden op te schorten en sloten vrede. De Halys werd sindsdien beschouwd als grens tussen de twee koninkrijken.

In de Chinese Oudheid werd er gedacht dat het een teken van de draak was die de zon had opgezwolgen. Ze geloofden dat de draak moest worden gedood om het einde van de wereld te voorkomen. En zo was er bij elke eclips de gedachte dat degene die in oog zou staan met de draak, zou overwinnen. De Chinese astronomen moesten voorspellen wanneer de draak een volgende keer zou komen om de zon op te zwelgen. Het was een tijd die overheerst werd met rituelen van getrommel en gezangen op de achtergrond. De keizer zond bij elke voorspelling zijn boogschutters om zo de draken te verjagen. In het oude Indië en Indonesië speelden de draken een gelijkaardige rol bij zonsverduisteringen.

Oude astronomen waren heel goed in het voorspellen van verduisteringen. Naast de Chinezen hielden ook de wijzen uit Mesopotamië alles in detail bij [geboorte van Jezus] en zowel de Grieken als de Romeinen hielden in hun heidense vereringen ook rekening met zons- en maansverduisteringen.

Nog geen maand geleden was er een totale maansverduistering, net vóór Kerstmis. Het was de eerste totale maansverduistering in bijna drie jaar. Het was de eerste totale maansverduistering die zou plaatsvinden tijdens de winterzonnewende [21 december] sinds 1638 en enkel de tweede sinds de tijd van Christus.

Daarenboven was de maan, tijdens deze de eclips van 21 december, ongewoon rood en dit door de eerdere uitbarsting van de vulkaan Merapi in Indonesië, eind oktober.

Nog geen twee weken later, op de vierde dag van het nieuwe jaar, verduisterde een gedeeltelijke zonne-eclips de hemelen boven Europa, het noordelijke gedeelte van Afrika en het westen van Azië.

In een normaal jaar zijn er zo’n twee zonsverduisteringen zichtbaar ergens op aarde, met een overeenkomende maansverduistering een aantal weken later, maar dit jaar zijn er vier zonsverduisteringen en twee maansverduisteringen: de zonsverduistering die we hebben gehad op 4 januari, en de volgende respectievelijk op 1 juni, 1 juli en 25 november en de maansverduisteringen achtereenvolgens op 15 juni en 10 december.

Mark Blitz van de Joodse gemeenschap El Shaddai [een van de Joodse benamingen voor God] in Bonner Lake, Washington, merkte dit ongewone patroon van zonne- en maanactiviteit op, met daarbovenop een buitengewone "tetrade" die zal plaatsvinden in 2014. Een "tetrade" is de benaming die de NASA gebruikt wanneer er vier opeenvolgende totale maansverduisteringen plaatsvinden, een zo ongewoon zeldzame gebeurtenis dat dit maar acht maal is gebeurd sedert de tijd van Christus. Alle maansverduisteringen die in 2014 en 2015 plaatsvinden zijn dus totale maansverduisteringen

De jaren 2014-2015 overlappen bovendien een Joods sabbatjaar. Volgens de wetten van Mozes moest het land elk zevende jaar onbebouwd blijven. Wat er vanzelf aan het land ontsprong in dat jaar was voor de armen, vreemden, en voor de dieren van het veld. "Zes jaren zult gij uw akker bezaaien, en zes jaren uw wijngaard besnijden en de inkomst daarvan inzamelen. Doch in het zevende jaar zal voor het land een sabbat der rust zijn, een sabbat van de Heer: uw akker zult gij niet bezaaien en uw wijngaard niet besnijden." [Leviticus 25:3-4].

Blitz merkte op dat deze vier opeenvolgende totale maansverduisteringen zullen plaatsvinden tijdens het Joodse Pescha [Pasen] en de Joodse Soekot [Loofhuttenfeest], eerst in 2014 en opnieuw in 2015. Maar ook de bijkomende zonsverduisteringen in 2015 vinden plaats op Joodse feestdagen: Nisan 1 [aanvang van het Joodse religieuze jaar] en Tishri 1 [Rosj Hasjna of het Joodse Nieuwjaar].

We krijgen dus de volgende tabel voor die periode:
  • 15 april 2014: totale maansverduistering [Pescha]
  • 8 oktober 2014: totale maansverduistering [Soekot]
  • 20 maart 2015: totale zonsverduistering [Nisan 1, begin van de Joodse religieuze kalender]
  • 4 april 2015: totale maansverduistering [Pescha]
  • 13 september 2015: gedeeltelijke zonsverduistering [Rosj Hasjna, het Joodse Nieuwjaar]
  • 28 september 2015: totale maansverduistering [Soekot]
Het volgende Joodse sabbatjaar begint op Rosj Hasjna 2014 en eindigt op Rosh Hasjna 2015. Op elk van deze zes Joodse feestdagen, zal de zon worden verduisterd en zal de maan geen licht afgeven.

Zal dit nogmaals gebeuren tijdens de éénentwintigste eeuw? Neen.

Bron: Diversen, Jack Kinsella, Chris De Bodt

Vertaling: Chris De Bodt

2. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jakov Colo [deel 13]

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar

Gods genade

Janice: Moeten wij vragen om Gods genade?
Jacov: We kunnen ze weigeren.

Janice: Wie zou Gods genade weigeren?
Jacov: Dikwijls is het menselijk hart, op zich, heel onbetrouwbaar. Het is daarom dat de Gezegende Moeder zegt dat het dringend nodig is dat alle mensen op aarde bidden en vasten. Niemand is vrijgesteld. Zonder gebed en vasten is het menselijk hart hulpeloos om God te horen of te zien ... te kiezen voor God.

Janice: Jacov, aan ons werd verteld dat alle kinderen van God Zijn stem horen in de stilte van hun hart. De antwoorden van Zijn kinderen op Zijn oproepen zijn alleen voor Hem bekend. Hij is God. Hij alleen oordeelt.
Jacov: De mensen hebben de wet van God, die het pad is naar de hemel, geschreven in hun harten. Maar de Gezegende Moeder is dikwijls verdrietig. Ze weent dikwijls omdat zovelen God verwerpen. Zij kiezen voor tijdelijk plezier en werpen God en Gods wegen opzij. Ik zelf doe dat ook.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

3. Brazilië: Vrees voor duizenden doden in één der ergste natuurrampen ooit in het land

Er zijn al meer dan 600 doden geteld bij de overstromingen in de Braziliaanse deelstaat Rio de Janeiro. Media in Brazilië stellen dat het dodental nog fors zal stijgen, tot zeker boven de duizend en volgens sommige bronnen nog meer. Alleen al in Teresópolis, een van de zwaarstgetroffen steden, wordt al gevreesd voor honderden extra sterfgevallen.

In Teresópolis viel 144 millimeter regen in 24 uur, een hoeveelheid die normaal gesproken valt in de hele maand januari. Tienduizenden mensen zijn dakloos geraakt doordat rivieren buiten hun oevers traden en door aardverschuivingen. Naast Teresópolis werden ook de steden Petrópolis en Nova Friburgo zwaar getroffen.






De natuurramp, de grootste in Brazilië in de afgelopen vier decennia, betekent een eerste test voor het leiderschap van Dilma Rousseff, sinds 1 januari de president van Brazilië. Zij heeft al besloten om 780 miljoen real [circa 350 miljoen euro] beschikbaar te stellen voor noodhulp voor de getroffen regio.

Rousseff bracht donderdag een bezoek aan Nova Friburgo. Ze werd tijdens haar bezoek vergezeld door Sergio Cabral, de gouverneur van de deelstaat Rio de Janeiro. Cabral beschuldigde de lokale autoriteiten van nalatigheid.

De bestuurders zouden bouwvergunningen hebben verleend voor plekken die gevaarlijk zijn bij overstromingen, zoals hellingen van heuvels. Ook zouden ze niet afdoende hebben opgetreden tegen illegale bewoning van dergelijke locaties.

De bergachtige Serrana-regio rond Nova Friburgo, Teresópolis en Petrópolis geldt vanwege het natuurschoon en de koelere temperaturen als een populaire vakantiebestemming voor rijke inwoners van de aan de Atlantische Oceaan gelegen metropool Rio de Janeiro. In de afgelopen decennia verviervoudigde het inwonertal van de regio, circa 100 kilometer ten noorden van Rio.

Veel arme Brazilianen proberen er werk te vinden in de toerisme-industrie. Ze kunnen zich slechts de goedkoopste woningen permitteren, die vaak liggen in gebieden die als eerste worden getroffen door aardverschuivingen en overstromingen.

4. Ruim een miljoen mensen op de vlucht voor overstromingen in Sri Lanka

Meer dan een miljoen mensen zijn op de vlucht geslagen voor de overstromingen van de afgelopen week in Sri Lanka. Dat heeft het Nationaal Rampencentrum vandaag laten weten. Meer dan 250.000 mensen zijn opgevangen in de regeringskampen. De andere hebben met eigen middelen tijdelijk een nieuw onderkomen moeten vinden.




Sri Lanka wordt geplaagd door hevige moessonregens, vooral in het oosten en het centrum van het land. Daardoor is het waterpeil gaan stijgen en zijn er aardverschuivingen.

Ondertussen heeft het leger van Sri Lanka de bevolking zondag gewaarschuwd voor het gevaar van niet-ontplofte mijnen die door de zware overstromingen in de noordelijke en oostelijke regio's verplaatst kunnen zijn. De waarschuwingen gelden voor gebieden waar de regeringstroepen en Tamil-rebellen strijd leverden in de burgeroorlog die in mei 2009 eindigde.
 
"We hebben de militairen in de gebieden gewaarschuwd om waakzaam te zijn voor mijnen die aan de oppervlakte komen na de overstromingen en hen gevraagd om de bevolking te sensibiliseren", zei defensiewoordvoerder Ubaya Medawala.
 
De overstromingen kostten in Sri Lanka tot dusver aan 37 mensen het leven en hebben grote schade toegebracht aan wegen en huizen. De overheid schat de schade op omgerekend 361 miljoen dollar.

5. Groenland: Zon komt twee dagen te vroeg op. Wetenschappers stomverbaasd


De zon is in Groenland twee dagen te vroeg opgekomen. De zonsopgang tekent het einde van een anderhalve maand zonder zonlicht tijdens de winter. Wetenschappers vrezen dat dit een signaal is dat het ijs sneller smelt dan verwacht. In de stad Ilulissat eindigt de donkere winterperiode als de zon even boven de horizon verschijnt. Voor het eerst is de zon er twee dagen te vroeg opgekomen. Wetenschappers staan voor een raadsel, al vermoeden ze dat de ijskappen in de omgeving lager zijn en de zon zo sneller toegang vindt tot de stad. Volgens een rapport zou de temperatuur in Groenland vorig jaar drie graden boven het gemiddelde gestegen zijn. Andere wetenschappers vinden dergelijk vermoeden totale onzin.

6. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 42]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

29. Toen één van de moeders vernam over mijn zo'n innige band met de Heer Jezus, zei ze mij dat ik aan een illusie toegaf. Ze zei me dat de Heer Jezus alleen een dergelijke band heeft met heiligen, "niet met zondige zielen zoals jij, zuster".

Vanaf dit moment ben ik Jezus een beetje beginnen wantrouwen. Bij het ochtendgesprek zei ik tot Jezus: "Jezus, zijt Gij geen illusie?" Jezus antwoordde mij: "Mijn liefde bedriegt niemand."

30. + Eens dacht ik na over de Heilige Drie-eenheid, over het Wezen van God. Ik wou beslist doorgronden en bevatten wie God is... Ogenblikkelijk werd mijn geest gegrepen en als ontrukt in de andere wereld; ik zag een ontoegankelijk licht waar iets als drie lichtbronnen straalden die ik niet kon begrijpen. Uit deze helderheid kwamen woorden onder de vorm van bliksems die hemel en aarde omkransten. Ik verstond er niets van en werd zeer verdrietig. Plots steeg uit deze ontoegankelijke lichtzee onze geliefde Verlosser in een onbeschrijfelijke schoonheid met stralende wonden. En uit deze schittering was een stem te horen: "Wie God in zijn Wezen is, zal niemand doorgronden, de geest van engelen noch die van mensen." Jezus zei me: "Leer God kennen door de overweging van Zijn eigenschappen." Dan maakte Jezus met Zijn hand het te,ken van het kruis en verdween.

+ Eens zag ik een menigte mensen in onze kapel [20], vóór onze kapel en op straat, want ze konden niet allemaal binnen. De kapel was feestelijk versierd. Bij het altaar was er een groter aantal priesters, dan bij onze zusters en vele andere congregaties. Iedereen verwachtte iemand die plaats moest nemen op het altaar. Toen hoorde ik een stem dat ik het was die op het altaar plaats moest nemen. Maar toen ik de woning, dus de gang verliet om over de koer naar de kapel te gaan, om de stem die mij riep te volgen, begonnen allen naar mij te gooien met wat ze in hun handen kregen: modder, stenen, zand, bezems, gelijk wat, zodat ik eerst aarzelde of ik verder zou gaan, maar de stem riep mij nog indringender en ondanks alles stapte ik moediger voort. Toen ik over de drempel van de kapel stapte, begonnen de oversten, de zusters en de leerlingen [21] en zelfs de ouders op mij te slaan met alles wat ze in de hand hadden, zodat ik, of ik wou of niet, vlug moest doorgaan naar de voor mij voorziene plaats op het altaar. 

Van zodra ik daar was, begon dezelfde menigte, de leerlingen, de zusters, de oversten en de ouders hun handen naar mij uit te strekken en te vragen om genaden, en ik was niet kwaad op hen omdat ze met van alles naar mij gegooid hadden, en het was vreemd hoe ik juist deze mensen bijzonder begon lief te hebben die mij vlugger hadden doen opgaan naar de plaats die voor mij bestemd was. Toen werd mijn ziel overspoeld door een onbegrijpelijk geluk en ik hoorde deze woorden: "Doe wat ge wilt, schenk de genade zoals ge wilt, aan wie ge wilt en wanneer ge wilt." De verschijning verdween onmiddellijk.

[20] Het gaat hier om de kapel van het klooster van Warszawa in de Zytnia-straat, op enige afstand van het woonhuis, met de deur langs de binnenkoer.
[21]"Leerlingen": de Congregatie leidde een huis voor verwaarloosde, moeilijke meisjes, leerlingen of kinderen genoemd. Aan het hoofd van elke klas stond een "klasmoeder".

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

7. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 42]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

De tegenstrever van de laatste tijd zal zich niet alleen aanstellen als de uitgesproken en persoonlijke vijand van Jezus Christus. Maar hij zal trachten om hem openlijk te onttronen, hem te verdringen in de hulde en de verering van de mensen door zich de aanbidding en de glorie toe te eigenen hoewel die alleen de Schepper toekomen. Hij zal verklaren, zegt Sint Thomas, dat hij het opperste en eeuwige wezen is en daardoor eerbetuiging en latriecultus afdwingen. Daardoor zal hij priesters hebben, zich offers te doen opdragen, zal hij eisen dat zijn naam wordt ingeroepen in de eden en in de verdragen: Ita ut ostendens tampquam sit Deus. Om deze overtuiging te verankeren zal hij de goddelijke openbaringen tegenspreken met valse openbaringen, in de vieringen met goddeloze ritussen, voor de eeuwige Kerk op Jezus Christus gebouwd een afschuwelijke maatschappij waarvan hij de baas en de opperpriester zal zijn. En evenals, voegt Sint Thomas eraan toe: "zoals de volheid van het Goddelijke lichamelijk in het vleesgeworden Woord is gevestigd, zo zal de volheid van alle kwaad in die afschrikkende mens wonen waarvan zending en actie slechts een averechtse kopie en een afgrijselijke namaak van Jezus Christus zending en actie zijn."

Door hem zal satan zijn goddeloosheid verzegelen. In zekere mate zal hij in dit levend wezen alle duistere plannen bundelen die hij tegen de mensen heeft uitgevonden, en die zijn meedogenloze en ijverige haat die hem tegen God bezielt... En in zijn verborgen raadgeving zal de hemelse Heer toelaten dat deze helse poker nog een tijd de overhand heeft.

Sint Thomas bestempelt die afgevaardigde van satan door hem caput omnium malorum te noemen: prins en drijfveer van alle verleidingen van het vlees en alle dolingen van de geest, in zoverre dat de genieën van de leugen en de bewerkers van de misdaad die elkaar door de eeuwen heen opvolgden, slechts pygmeeën tegenover een reus lijken bij die mens. Zo zal hij Nero’s schande herhalen, Diocletianus haat en geweld overdoen, de list en dubbelzinnigheid van Juliaan de Apostaat bezitten, hij zal beroep doen op de afschrikking en de aarde doen buigen onder zijn scepter zoals Mohamed, Hij zal geletterd, filosoof, handig spreker, vooraanstaand zijn in kunst en wetenschap, zal spotternij en lach hanteren zoals Voltaire. Ten slotte zal hij wonderen verrichten en zal hij in de lucht opstijgen zoals Simon de tovenaar.

Als er gevraagd wordt waarom de goddelijke Voorzienigheid hem zal toelaten dergelijke macht en verleiding uit te oefenen geeft apostel Paulus het antwoord: "Omdat de mensen niet de liefde van de waarheid kregen om verlost te worden. Als straf zal God hen een geest sturen die de fout efficiënt zal maken zodat ze in de fout geloven, zodat allen die niet in de waarheid geloofd hebben maar zich vergenoegden in onrechtvaardigheid veroordeeld worden." Suarez zegt dat God de komst van de antichrist zal toestaan, vooral om het Joodse ongeloof in het oude verbond af te straffen. Aan degenen die de ware Messias verzuimden te aanbidden en weigerden door zijn leer en zijn wonderen overtuigd te worden zal God toestaan dat ze als straf vasthouden en een valse messias, aan wiens leer en goddeloosheden ze geloof hechten en dat ze zijn losbandig leven zullen nabootsen [II Thess 2,10-12].

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

8. Film: Francesco [10/14]

Franciscus van Assisi (Assisi, Umbrië, 5 juli 1182 - aldaar, 3 oktober 1226) leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders, en werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 16 juli 1228. Franciscus was een zoon van Petrus van Bernardone, een lakenkoopman die op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk was. Zijn moeder gaf de baby de naam Giovanni [Johannes. Zijn vader doopte hem bij thuiskomst om tot Francesco, "Fransman." Franciscus bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten

Naar aanleiding daarvan bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen, ontevreden over de leegheid van zijn leven. Later, in 1205, kreeg hij een visioen in het kerkje van San Damiano. Hij wist zich aangesproken door de daar afgebeelde Gekruisigde: 'Franciscus, ga en herstel mijn huis'. Hij trok zich als een kluizenaar terug in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn, en hij bedelde zijn dagelijks voedsel bij elkaar, daarvan delend met anderen die nog minder hadden dan hij. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde 'Vrouwe Armoede'.

Zijn vader, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek vervallen was, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten keren naar een werelds leven. Uiteindelijk legde Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op het plein bij de bisschop zijn kleren aan de voeten van zijn vader [die ze immers betaald had], en wijdde zich toe aan God met de woorden: "Nu kan ik werkelijk zeggen: Onze Vader in de hemel", waarop de bisschop zijn mantel om hem heen sloeg.

Dit docudrama uit 1989 duurt 157 minuten en valt onder gezamenlijke regie van Italië en West-Duitsland. Regisseur is Liliane Cavani en de acteurs zijn Mickey Rourke [Francesco], Helene Bonham Charter [Chiara], Andréa Férreol en Paolo Bonacelli [zijn ouders], Maria Ardof [Kardinaal Ugolin], Nicolas Dutch [Kardinaal Colonna] en Hans Zischler [Paus Innocentius III].


9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 252]

Hoofdstuk 12. Taizé, een voorlopige roeping

Protestantse bisschoppen in Taizé

Door haar geschiedenis heen heeft Taizé aangetrokken en gefascineerd, maar om verschillende redenen die veranderden naargelang de historische omstandigheden. De enthousiasten voor de oecumene die Taizé bezoeken op het eind van de jaren 1950 en begin de jaren 1960 zijn niet de jongeren van voor en na mei 68 die op de heuvel een plek van bijeenkomst en vrijheid en niet toebehoren vinden. Op het eind van de jaren 1980 en in de jaren 1990 wekken het einde van de grote ideologieën en de ontgoocheling een nieuw zoeken naar referenties op. De grenzen van zo niet het falen van sommige kerkelijke pastoraten doen nieuwe generaties die niet gewoonlijk kerkelijk zijn zich keren tot Taizé. Het fenomeen interesseerde de kerkmensen die om die reden opnieuw naar Taizé luisterden.

Zo verging het de aartsbisschop van Canterbury, George Carey, die een week doorbracht op de heuvel van 23 tot 29 augustus 1992 in het gezelschap van een duizendtal jonge anglicanen uit verschillende Engelse bisdommen maar ook uit Zuid-Afrika, Hong Kong en Taiwan. Hij werd het jaar daarvoor tot primaat van de Anglicaanse Kerk verkozen. Zijn komst naar Taizé was niet toevallig. Hij heeft zijn verblijf verteld in een boek dat veel opspraak verwekte. Sinds hij in dienst trad en met zijn vele reizen door heel Engeland trok, was hij onder de indruk van ‘het algemeen falen van de Kerk bij het bereiken en opvoeden van de jeugd’. Voor hem was dat te wijten aan de ‘kilte’ en de droogte’ van de anglicaanse liturgie, ‘de verduisterde christelijke idealen,' het gebrek aan stilte tijdens de diensten die zo ‘breedsprakerig’ worden.

Hij kwam dus als pelgrim naar Taizé: ‘het meest aantrekkelijke is zonder twijfel dat ik geen bijzondere leidersrol had: ik was daar met de jongeren om een gezamenlijke bedevaart te delen.’ Hij genoot van het dagelijks eenvoudig leven, de gezangen, de stiltes tijdens de diensten, de vreugde die er uitstraalde en ook de kunst van de Broeders om ‘het christendom aantrekkelijk’ te maken. Hij was bekoord door Broeder Roger die sleutels kon aanreiken ‘voor een veranderde en verwerkte wereld.’

Vanaf de eerste dag van zijn aankomst had de primaat duidelijk de vraag gesteld: "De verdeeldheid onder christenen is een last die ik draag en ze dient geheeld. Ik geloof in de verzoening met de Katholieke Kerk en ik had graag dat ze er tijdens mijn leven kwam."

Vertaling: Broeder Joseph

10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 171]

Hyrcanus II

Hyrcanus’ levenseinde

De benoeming door Marcus Antonius van Phasaël en Herodes als tetrarchen van Judea bevestigde het status quo: de macht van Hyrcanus was zuiver theoretisch. In 40 v. J.C. vielen de Parthen Judea binnen. Ze gebruikten Antigonus, zoon van Aristobulus II en neef van Hyrcanus, als speelbal en benoemden hem tot koning en hogepriester. Herodes vluchtte naar Petra in Arabië. Hyrcanus en Phasaël werden uitgeleverd aan de nieuwe leider. Om zijn oom in diskrediet te brengen en opnieuw het hogepriesterschap te beogen verminkte Antigonus hem. Volgens een versie van het verhaal zou een hogepriester het oor [of beide oren] van een ander hogepriester hebben afgebeten [een hogepriester mocht geen lichamelijke gebreken hebben]. Vervolgens zond hij hem naar Babylonië en Parthië, waar hij verbleef zolang Antigonus in Jeruzalem aan de macht was. Phasaël pleegde zelfmoord. Herodes kon op tijd ontkomen en zou later, met de hulp van het Romeinse leger, in 37 v.Chr. de opstand neer slaan. Als beloning mocht hij zich voortaan "koning der Joden" noemen.

Hyrcanus kende een tragisch einde. Herodes, die nochtans Hyrcanus kleindochter Mariamne had gehuwd, besloot zich van zijn rivaal te ontdoen. Met een valse beschuldiging van samenzwering met de Nabateese koning als voorwendsel liet hij de laatste Hasmonische leider op eenentachtigjarige leeftijd, in 30 v. Chr., wurgen . De Psalmen van Salomon op valse opschriften en sommige handschriften van de Dode Zee bevatten enkele bijkomende gegevens over Hyrcanus II en Aristobulus II. Het schijnt zonder twijfel dat beide in de Psalmen van Salomon [8:15-17] voorkomen onder de trekken van deze prominenten uit Jeruzalem die de "onverbiddelijke veroveraar" [Pompeuis] onthaalden.

Vertaling: Broeder Joseph

11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 10]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan


Verhuizing naar een dorp nabij Kafarnaüm

Hier stond een gebouw, een soort krankzinnigenhuis, waarin vele bezetenen verbleven. Toen Jezus naderde, werden zij gans razend en sloegen zichzelf bijna dood. Hun bewakers konden hen niet langer in bedwang houden. Jezus trad bij hen binnen en sprak hen toe en aanstonds werden zij volkomen rustig. Hij vermaande hen en zij begaven zich daarna huiswaarts in een toestand van rust. De inwoners stonden hierover verstomd. Zij wilden Jezus niet meer laten weggaan en men nodigde Hem uit op een bruiloft. Ik heb daar al dezelfde bruiloftsgebruiken gezien, zoals te Kana. Jezus was niet anders op het feest tegenwoordig dan als een geëerde vreemdeling. Hij was vriendelijk en gaf het echtpaar goede raadgevingen. Ook zijn zij later bij Jezus' verschijning op Tebez tot de Gemeente toegetreden.

Heden zag ik dat Jezus onze Heer te Nazareth teruggekomen was en hier en daar in het dorp de bekenden van zijn ouders bezocht maar dat Hij overal zeer koel ontvangen werd. Ik zag vannacht dat Hij in de synagoge wilde gaan leren, maar dat zij Hem afwezen en dat Hij hierop voor vele mensen, voor Saduceeën en Farizeeën in de open lucht op de markt over de Messias sprak. Hij zou anders zijn dan iedereen zich Hem naar believen voorstelde. Ook van de Doper sprak Hij, de stem in de woestijn.

Uit het gewest van Hebron waren Hem twee jongelingen in lange klederen, met gordels, gelijk priesters gevolgd. Ik zag hen hier, maar zij waren niet bestendig bij Hem. Hier hield Hij de sabbat [die de vrijdagavond met een oefening begon].

12. Ongeschonden lichamen: Heilige Etheldreda [636 - 679]

Na de dood van haar echtgenoot en haar vader, vestigde Etheldreda zich op haar persoonlijk landgoed te Ely, met de bedoeling daar de rest van haar leven in religieuze teruggetrokkenheid door te brengen. In 660 huwde ze echter met Egfried, de tweede zoon van Oswiu, Koning van Northumbrië. Het huwelijk kwam er om familiale redenen, vermoedelijk om een alliantie tegen de agressieve Merciërs te verzekeren tussen het huis van de Uffingas en het machtige Koninkrijk van Northumbrië.

Egfried was nog maar een kind toen hij trouwde. Etheldreda won direct z’n achting en affectie, en kreeg heel vlug een zuiverende en veredelende invloed op hem. Hij beschouwde haar als "verheven en heilig." Hij zat aan haar voeten en ze leerde hem wijsheid en zelfverloochening. Hij hielp haar ook in haar goede werken.

In 670 besteeg Egfried op vierentwintig jarige leeftijd ... maar niet zonder moeite ... de troon van Northumbrië. Hoewel ze koningin was, hield Etheldreda van de wereld van monniken en nonnen, en ze nodigde diegene uit die het vroomst waren en het meest geschikt waren om te leren. Eén van hen was de H. Cuthbert, de jonge kloosteroverste van Lindisfame aan wiens klooster ze veel persoonlijke giften deed. Om hem een bewijs te geven van haar aanzien voor hem, en opdat hij haar zeker in z’n gebeden zou gedenken, borduurde ze voor hem ook een stola en een manipel. Een geschenk dat hij enkel in aanwezigheid van God zou dragen en hem aan haar deed denken tijdens het opdragen van de Mis. Een andere vriend, en tevens haar adviseur, was de H. Wilfred. Ze schonk hem veel land in Hexham dat ze oorspronkelijk als geschenk van haar echtgenoot had gekregen. Wilfred bouwde er de grootste kerk die in die tijd ten noorden van de Alpen bestond.

Vertaling: Mario Lossie

13. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 53: Amator Crucis [Minnaar van het Kruis]

Felix V [1439 - 1449] [tegenpaus]

Echte naam: Amadeus VII van Savoye [Chambéry, 4 september 1383 - Thonon-les-Bains, 7 januari 1451]

Amadeus was als zoon van Amadeus VII van geboorte graaf van Savoye. In 1416 werd hij door keizer Sigismund tot hertog verheven. Hij trouwde met Maria van Bourgondië [1380-1422] en kreeg negen kinderen met haar. Felix V was de laatste tegenpaus in de geschiedenis van de Rooms-Katholieke Kerk.

Hij breidde zijn gebieden uit en was betrokken bij pogingen om de Honderdjarige Oorlog te beëindigen. Zo kocht hij in 1401 het graafschap Genève van Odo van Thoire en Villars voor 45.000 goudrnaken. Na de dood van zijn vrouw gaf hij zijn positie op en begon een leven van beschouwing, in het gezelschap van vijf ridders, met wie hij de Orde van Sint Mauritius had gesticht. Hij werd door kardinaal d’Allemand tot paus gekroond.

De toenmalige paus Eugenius IV had een conflict met het concilie van Bazel. In 1439 liet de paus het concilie voor wat het was en riep een nieuw concilie bijeen in Ferrara. De achterblijvers in Bazel werden door de paus geëxcommuniceerd. In reactie hierop werd Eugenius door het overblijfsel van het concilie eerst geschorst en vervolgens tot ketter verklaard. In november 1439 werd vervolgens Amadeus tot ware paus gekozen. Amadeus nam de naam Felix aan.

Felix V resideerde in Genève, Lausanne en Bazel. Zijn pauselijke waardigheid werd slechts erkend in Aragon, Hongarije, Beieren en Zwitserland. Een adviseur van Felix, Aeneas Piccolomini, de latere paus Pius II begon besprekingen met Eugenius. In 1449 gaf Felix zijn pretenties op. Eugenius beloonde dat met een benoeming tot bisschop van Sabina en een benoeming tot kardinaal. In 1451 overleed Felix/Amadeus. Malachias voorspelling is correct, want als voormalig Hertog van Savoye droeg hij het Kruis van Savoye in zijn wapen.

Chris De Bodt

14. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3406 van 30/11/2010

Lieve zonen en dochters, Ik hou van u en wens u nog hier op aarde gelukkig te zien en ook later met Mij in de Hemel. Leef niet in zonde. Laat de vlam der liefde niet uitdoven in u. Open uw harten voor de Heer en Hij zal u omvormen. Aanvaard het Evangelie van Mijn Zoon Jezus met vreugde. De mensheid is ziek en dient te worden genezen. Keer tot God terug om gered te worden. U gaat een toekomst van grote en droevige beproevingen tegemoet. Bélem en Marrcos: de dood zal komen door het water en mijn arme kinderen zullen wenen en jammeren. Kniel neer in gebed. Na de beproevingen zal de aarde worden hervormd en iedereen zal gelukkig leven. Vertrouw op de Heer en leef naar het Paradijs toe. Zet geen stap achterwaarts. De Heer houdt van u en wacht op u met de immense liefde van de Vader. Voorwaarts. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt


14-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14 januari 2011
Volgende week de bijzondere reeks: "En de maan werd rood..."

14 januari 2011

1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jakov Colo
[deel 12]

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar

De dingen van de hemel

Janice: Ervaart u constant de goddelijke aanwezigheid?
Jacov: Ik heb goede en slechte dagen.

Janice: Wat is een goede dag, Jacov?
Jacov: Een dag waar ik mij constant en de ganse dag bewust ben van de aanwezigheid van God.

Janice: Wat is een slechte dag?
Jacov: Het tegenovergestelde.

Janice: Hoe overleeft u een slechte dag?
Jacov: Dat is pijnlijk.

Janice: Wat doet u dan?
Jacov: Ik heb al veel dingen geprobeerd.

Janice: Weet u de oplossing?
Jacov: Er bestaat geen oplossing. We zijn volledig afhankelijk van Gods genade.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

2. Zeshonderd miraculeuze genezingen te Medjugorje

Verhalen over miraculeuze genezingen in Medjugorje vormen ongetwijfeld een van de meest raadselachtige gebeurtenissen in de voorbije dertig jaar dat Onze Lieve Vrouw ginds verschijnt. Tot op heden staan 600 van dergelijke gevallen opgetekend. De Heilige Stoel kijkt toe met omzichtigheid, maar het verhoogt enkel maar hun nieuwsgierigheid naar wat er ter plaatse gebeurt.

Eigenlijk wordt er te Medjugorje weinig of niet gesproken over deze genezingen, maar het geloof dat ze gebeuren is verbonden aan verschijningen, zegeningen, genaden, gebeden, tochten naar de Heuvel der Verschijningen, of naar de hoger gelegen Kruisberg, zo’n vijfhonderd meter verderop.

Opgetekende gevallen van genezingen van mensen van over de hele wereld, worden bijgehouden door het "Mir" informatiecentrum, dat wordt geleid door de Franciscanen van de parochie van de Heilige Jacobus de Meerdere, samen met de dossiers die hen zijn overgemaakt door medische en theologische deskundigen.

Eén van de meest indrukwekkende gevallen is dat van een Italiaanse vrouw, Diane Basile, uit Platizza, nabij Cosenze. Zij werkte als verpleegster te Milaan, maar leed nu sedert veertien jaar aan multiple sclerose. De dokters konden haar niet meer verder helpen en zo besloot ze om Onze Lieve Vrouw van Medjugorje te gaan bezoeken in mei van 1984. Ze zou er gaan bidden voor enige verbetering in haar medische toestand. Tot op die dag was het voor haar onmogelijk om op eigen kracht voort te bewegen of om te knielen, maar tijdens haar verblijf te Medjugorje, riep ze, nadat ze blijkbaar samen met de zieners had gebeden op het ogenblik van een verschijning, gewoon uit: "Ik ben genezen."

"Toen de zienertjes knielden, was er een grote stilte en voelde ik dat er door mij de kracht vloeide om te kunnen knielen," zei Diana Basile.

De volgende dag maakte ze de ongelofelijke trektocht van 12 kilometer vanuit het Ljubuski hotel, waar ze verbleef, tot het bedevaartsoord. Het hoogtepunt van de tocht werd de beklimming van de Podbrdo en dit helemaal op eigen krachten.

Uiteraard waren de dokters uit Milaan niet weinig verbaasd en spoedig daarop werd een bijzondere ploeg samengesteld van 25 deskundigen om vast te stellen om ze volledig was hersteld zonder de hulp van geneesmiddelen. In Medjugorje zijn er thans 143 gelijkaardige genezingen van multiple sclerose, die medisch niet kunnen worden verklaard.

Onder de honderden gevallen is er nog een andere die er uitspringt, namelijk de genezing van Arthur Boyle, een Amerikaan uit Hingham, nabij Boston. Bij hem werd kanker aan de nieren vastgesteld, die reeds uitgezaaid was naar zijn longen. Van de dokters kreeg hij het droevige nieuws te horen dat hij spoedig zou sterven.

"Bij mij werd kanker vastgesteld in 1999. Ze verwijderden een nier. Ik dacht dat de operatie geslaagd was verlopen, maar acht maanden later, tijdens een routine onderzoek, vonden de dokter drie tumoren in mijn rechterlong. Zij gaven mij minder dan 5 procent kans om te overleven. De kanker was reeds zo ver gevorderd dat er niet meer werd gesproken over radiotherapie, noch chemotherapie. Een verwijdering van de rechterlong was de enige optie. Die dag vroeg mijn beste vriend mij of ik reeds gehoord had van Medjugorje," haalt Arthur Boyle zich voor de geest.

"Ik herinnerde mij toen hoe mijn dochter, terwijl ze geneeskunde studeerde, mij een boek had meegebracht, 'de boodschappen van Medjugorje.' Mijn vrouw las mij de boodschappen voor, maar ik besteedde er niet veel aandacht aan. Hoe dan ook, nadat mijn vriend me vroeg over Medjugorje, ging ik naar huis en vroeg ik aan mijn vrouw: Wat is nu precies Medjugorje? Wat hebt u mij verteld over Medjugorje? Ze vertelde mij toen dat ze wist dat het een plaats van gebed, liefde, vrede en genezing was."

Een week later, in september van het jaar 2000, reisde een, door de steeds verder vorderende kanker, totaal gebroken Arthur Boyle naar Medjugorje. Eerst voelde hij na de biecht een grote kracht en daarop had hij een ontroerende ontmoeting met zieneres Vicka en Vader Jozo Zovko te Siroki Brieg, niet zo ver van Medjugorje. Dit gaf hem de kracht om een poging te ondernemen om de Kruisberg te beklimmen.

"Het regende en tijdens mijn klim werd ik vermoeid. Ik voelde een sterke pijn in mijn benen alsof alles nog slechter werd. De pijn in mijn borstkas was zoals nooit voorheen, maar we zetten door tot de top. We waren maar met drie volwassenen aanwezig op de top. Ik bad met geheel mijn hart en ziel tot God om vergiffenis en vroeg Hem om mij te helpen genezen. Tijdens ons gebed begonnen we te wenen. Daarna telefoneerde ik naar mijn vrouw met mijn GSM, omdat mijn vrienden en ik het gevoel hadden dat er iets vreemd met mij aan het gebeuren was op de Kruisberg. Zij vertelde mij toen dat ze een operatie had gepland om mijn rechterlong te verwijderen, vier dagen nadat wij zouden terugkeren uit Medjugorje. Ik vroeg haar of ze aan de dokters de vraag kon stellen om voor de operatie een laatste onderzoek te doen. Ik vroeg haar eveneens om alles te regelen voor mijn terugkeer uit Medjugorje."

Kort daarop belde de secretaresse van de dokter mij op en zei me: "Mr. Boyle, we weten dat u in Medjugorje bent en we weten waarom. Dat is waarlijk goed nieuws, maar u hebt kanker en, geloof mij, deze kanker zal niet uit zichzelf verdwijnen. Ik verzeker u dat u deze operatie moet ondergaan," gaat het verhaal van Arthur verder.

Hij kwam terug thuis uit Medjugorje met de vaste overtuiging dat hij genezen was. "God geeft mij genezen. Ik ben genezen met mijn hart, ik ben genezen met mijn ziel. Alles wat rot en weggekwijnd was in mij, werd verwijderd door mijn biecht te Medjugorje," herhaalde hij.

Na zijn gevraagde onderzoek toonde de dokter hem zijn oude en zijn nieuwe CAT scans.

"Hij vroeg mij om vijf minuutjes buiten te wachten tot hij mij in zijn praktijk zou roepen. Hij begon in zijn baard te krabben terwijl hij verbaasd toekeek. Hij kwam tot het besluit dat de kanker volledig verdwenen was: alle sporen waren weg. We telefoneerden naar al de chirurgen die op mij wachtten voor de operatie en vertelden hen het verhaal. Verbaasd, konden ze niet anders dan aanvaarden dan dat ik genezen was," beschreef Arthur Boyle. Die dag, op 14 september 2000, ging hij gaan golf spelen in plaats van zijn long te laten verwijderen.

En zo zijn er honderden gevallen verzameld tijdens de afgelopen drie decennia van verschijningen te Medjugorje. Alle documentatie ligt opgeslagen in het informatiecentrum "Mir" te Medjugorje en wacht op een definitief rapport van medische en theologische deskundigen.

Bron: Marijan Sivric en Ivo Scepanovic, schrijvers van het nieuwe boek "Medjugorje, 30 years of a phenomenon."

Vertaling: Chris De Bodt

3. Vaticaan bereidt de verplaatsing voor van de tombe van Johannes Paulus II

Het Vaticaan bereidt de verplaatsing voor van de tombe met het lichaam van paus Johannes Paulus II. De paus, die in april 2005 overleed, rust nu in de crypte van de Sint Pieter. Hij zal worden overgebracht naar de kapel van de heilige Sebastianus aan de rechterkant van de basiliek. Dat meldde vandaag het Franse persbureau voor kerkzaken, Imedia.

De nieuwe rustplaats ligt naast de kapel waar de Pietà van Michelangelo te bewonderen is. Volgens de traditie worden de resten van pausen die zalig worden verklaard uit de crypte naar boven gehaald. Zo ligt nu ook de populaire paus Johannes XXIII [1958-1963], die in 2000 zalig werd verklaard, in het schip van de Sint Pietersbasiliek, verder de kerk in.

Paus Benedictus XVI heeft intussen het decreet ondertekend waarmee de zaligverklaring van Johannes Paulus mogelijk wordt. Ten vroegste vrijdag wordt de datum verwacht van de zaligverklaring: de meest waarschijnlijke data zijn: 2 april [dag van zijn overlijden], 13 mei [dag dat hij in 1981 werd neergeschoten], 18 mei [zijn geboortedatum] of 16 oktober [de dag van zijn aanstelling]. Gelet op de enorme organisatie die deze zaligverklaring met zich meebrengt, ook naar Vaticaanse normen, denken de meesten aan 16 oktober 2011.

Een detail om rekening mee te houden: de kapel waar hij zal worden opgebaard is deze van de Heilige Sebastianus. Garabandal in het noorden van Spanje noemt voluit San Sebastian de Garabandal.


Dit wordt de nieuwe begraafplaats van Johannes Paulus II

4. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 41]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

26. Einde van het noviciaat. Het leed vermindert niet. Lichamelijke verzwakking, vrijstelling van alle geestelijke oefeningen, eigenlijk vervangen door schietgebeden. Goede Vrijdag [17] Jezus stort mijn hart in het vuur zelf van de liefde. Dit gebeurde tijdens de avondaanbidding. De aanwezigheid van God overviel mij plots. Ik vergat alles. Jezus laat mij verstaan hoeveel Hij voor mij heeft geleden. Dat duurt maar even. Vreselijk heimwee, het verlangen God te beminnen.

27. De eerste geloften [18]. Vurig verlangen om mij in werkdadige liefde voor God te ontledigen, ongemerkt, zelfs voor de meest nabije medezusters.

Zelfs na de geloften bleef mijn ziel nog bijna een half jaar in het donker. Tijdens het gebed doordrong Jezus geheel mijn ziel. De duisternis smolt weg. Ik hoorde deze woorden: "Gij zijt Mijn vreugde, ge zijt de zaligheid van Mijn Hart." Sinds dat ogenblik heb ik in mijn hart, t.t.z. in mijn binnenste, de Heilige Drievuldigheid gevoeld. Voelbaar ondervond ik vervuld te zijn van Gods licht. Sindsdien blijft mijn ziel in een intieme band met God, als een kind met zijn geliefde vader.

28. Eens zei Jezus tegen mij: "Ga naar moeder overste en vraag haar de toestemming om zeven dagen lang een boetekleed te dragen en éénmaal per nacht op te staan en naar de kapel te komen [19]." Ik aanvaarde, maar het viel me zwaar om naar moeder overste te gaan. 's Avonds vroeg Jezus me: "Hoe lang gaat ge het nog uitstellen?" Ik nam me voor bij de eerste ontmoeting met moeder overste daarover te spreken. De volgende dag, vóór de middag, zag ik moeder overste naar de eetzaal gaan; vermits de eetzaal, de keuken en het kamertje van zuster Alo­ïsia naast elkaar liggen, vroeg ik moeder overste in het kamertje van zuster Aloïsia te komen en daar zegde ik haar wat Jezus vroeg. Daarop antwoordde moeder dat ze mij niet toestond boeteklederen te dragen. Daar was geen sprake van: "Als Jezus u de kracht van een reus geeft dan sta ik u boetedoeningen toe". Ik verontschuldigde mij bij moeder dat ik haar tijd nam en verliet de kamer. Toen keek ik naar Jezus die in de keukendeur stond en zei tot Hem: "Gij deed mij deze boetedoeningen vragen en moeder overste wil ze mij niet toestaan". Toen zei Jezus mij: "Ik was aanwezig tijdens uw gesprek met de overste en Ik weet alles, Ik verlang uw boetedoening niet, maar gehoorzaamheid. Daardoor bewijst ge Mij grote eer en verwerft ge verdienste."

[17] In 1927 viel Goede Vrijdag op 15 april.
[18] Op 30 april 1928 legde Z.F. haar tijdelijke geloften af.
[19] Een boetekleed was geweven uit grof paardehaar; alleen met de toelating van de overste mocht men het dragen.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 42]

Eerste Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

De antichrist zal dus een Jood zijn. Zal hij uit een onwettelijk huwelijk geboren worden? De theoloog Suarez zegt ons dat dit onwaarschijnlijk is. Nochtans kan verondersteld dat dergelijk pervers iemand, zo tegen Christus gekant in zijn doen en laten, van beschamende oorsprong zal zijn. En zoals Jezus Christus de onbevlekte Maagd als moeder heeft, zo kan door analogie en afleiding besloten worden dat zijn openlijke tegenstander zal ontstaan uit een onzuiver huwelijk als de vrucht van een onkuise vrouw [Damasc. 1, 27]. ‘Hij zal een hoerenkind zijn, zegt Sint Jan Damascenus, en zijn geboorte zal vervuld zijn met de adem en de geest van satan.’

Wat met zekerheid kan gezegd worden over die onrechtvaardige man is dat hij, vanaf zijn prilste jeugd, totaal bezeten zal zijn van een duivelse geest en genie. De Leeuw van de afgrond die God, in het laatste tijdperk van de mensheid en in het geheim van zijn rechtvaardigheid, zal ontketend hebben om de ontrouw van de mensen af te straffen, zal zich met God vereenzelvigen en de mensen de volheid van zijn kwaad ingeven.

Waarschijnlijk zal hij zich niet ergeren noch aan de bijstand van zijn goede engel, noch aan de bijstand van de nodige genade die God aan ieder mens toekent zonder uitzondering [Suarez]. Maar zijn haat tot God zal zo hevig zijn, zijn afkeer voor elke goede daad zo krachtig, zijn betrekking en zijn handelen met de geest van duisternis zo eng en bestendig, dat hij van de wieg tot de laatste snik onveranderd opstandig zal blijven tegenover elke goddelijke uitnodiging, dat de genade van hierboven nooit zijn hart zal bereiken.

Sint Thomas zegt ons dat er in zijn persoon en zijn werk iets als de tegenpool van Gods Zoon zal doorschemeren en dat hij een karikatuur van Zijn wonderen en acties zal betekenen.

Sinds zijn ontstaan heeft de boze geest slechts een doel voor ogen gehad, de plaats van de Almachtige innemen, zich hier een koninkrijk aanmeten dat hem vrijstelt van het Rijk der Hemelen, waaruit hij verbannen werd, en om dit doel met zekerheid te bereiken heeft hij de gewoonte, zegt Tertullus, God na te apen en al zijn acties na te bootsen.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

6. Film: Francesco [9/14]

Franciscus van Assisi (Assisi, Umbrië, 5 juli 1182 - aldaar, 3 oktober 1226) leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders, en werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 16 juli 1228. Franciscus was een zoon van Petrus van Bernardone, een lakenkoopman die op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk was. Zijn moeder gaf de baby de naam Giovanni [Johannes. Zijn vader doopte hem bij thuiskomst om tot Francesco, "Fransman." Franciscus bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten

Naar aanleiding daarvan bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen, ontevreden over de leegheid van zijn leven. Later, in 1205, kreeg hij een visioen in het kerkje van San Damiano. Hij wist zich aangesproken door de daar afgebeelde Gekruisigde: 'Franciscus, ga en herstel mijn huis'. Hij trok zich als een kluizenaar terug in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn, en hij bedelde zijn dagelijks voedsel bij elkaar, daarvan delend met anderen die nog minder hadden dan hij. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde 'Vrouwe Armoede'.

Zijn vader, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek vervallen was, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten keren naar een werelds leven. Uiteindelijk legde Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op het plein bij de bisschop zijn kleren aan de voeten van zijn vader [die ze immers betaald had], en wijdde zich toe aan God met de woorden: "Nu kan ik werkelijk zeggen: Onze Vader in de hemel", waarop de bisschop zijn mantel om hem heen sloeg.

Dit docudrama uit 1989 duurt 157 minuten en valt onder gezamenlijke regie van Italië en West-Duitsland. Regisseur is Liliane Cavani en de acteurs zijn Mickey Rourke [Francesco], Helene Bonham Charter [Chiara], Andréa Férreol en Paolo Bonacelli [zijn ouders], Maria Ardof [Kardinaal Ugolin], Nicolas Dutch [Kardinaal Colonna] en Hans Zischler [Paus Innocentius III].


7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 251]

Hoofdstuk 12. Taizé, een voorlopige roeping

Brieven uit Praag en de Filippijnen

Enkele weken later in Manilla [Filippijnen] leidde Broeder Roger een jongerenbijeenkomst. Hij wilde opnieuw vetrouwen schenken aan een jeugd, geteisterd door ontmoediging en werkloosheid. Door de vurigheid en het geloof van zoveel jongeren uit de Filippijnen getroffen, schreef hij een ‘Brief uit de Filippijnen’ die voorgelezen werd op de Europese Bijeenkomst van Boedapest op het einde van het jaar.

Deze bijeenkomst in Hongarije ging door van 30 december 1991 tot 4 januari 1992. Ook daar luisterden duizenden jongeren verzameld in het Nepstadion en in de hallen van de Hunexpo, omgebouwd tot een gebedsruimte, naar Broeder Roger die opriep tot ‘een voorkeur voor verzoening’: "Een van spoedgevallen voor de komende jaren zal erin bestaan de verzoening te plaatsen, daar waar de wonde van de haat heerst, dichtbij of veraf, en er alles aan te doen om broedermoordende oorlogen te vermijden."

Een goede waarneemster van het fenomeen Taizé, de filosofe Marguerite Léna, noteerde in verband met de ‘brief uit de Filippijnen’ in Boedapest voorgelezen: "een goede kenner van de Spirituele Oefeningen van de heilige Ignatius zou er een klassieke weg naar bekering in terugvinden. De Brief begint met de absolute voorrang van Gods liefde te herstellen, dan nodigt deze iedereen uit tot genezing van de vrijheid door deze liefde te ontvangen, alvorens zich in te zetten met een ‘eeuwig jawoord’ dat toelaat Christus na te volgen en zijn liefdadigheidswerken te vervullen." Marguerite Léna heeft fijngevoelig Broeder Rogers stijl ontleed die in deze tekst en in alle andere gelijkaardige brieven, liever gevraagd dan opgelegd, de tegenwoordige tijd gebruikt ‘die het mogelijke aantoont en het aantrekkelijk maakt’ of de toekomende tijd ‘die een weg opent voor de huidige bezieling en twijfels de tijd gunt om te genezen."

De begeleidende pedagogie die Broeder Roger zo lief is, is ook aanwezig in het verkozen literair genre om zijn boodschap over te maken. Hij schrijft "brieven maar geen toespraken," hij richt zich rechtstreeks tot zijn lezers als een gesprekspartner en zonder de beleefdheidsvorm, en zoals Marguerite Léna zegt, hij gebruikt "geen enkel technisch woord en aarzelt niet om te herhalen en soms beroep te doen op de rijkdom van de dichtkunst."

Vertaling: Broeder Joseph

8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 170]

Hyrcanus II

Hyrcanus als hogepriester en vazal van de Romeinen

In 48 v.Chr. kwam Antipater Julius Caesar te hulp toen deze in Egypte ingreep in de strijd rondom de troonopvolging. Antipaters hulp bleek cruciaal en Caesar beloonde hem rijkelijk. Antipater werd aangesteld als procurator over Judea. Ook Hyrcanus werd beloond: hij mocht voortaan de titel ethnarch dragen. Sinds deze tijd stelde Antipater zich steeds onafhankelijker op ten opzichte van Hyrcanus.

In 42 v.Chr., twee jaar na de dood van Julius Caesar, kreeg Octavianus de zeggenschap over onder meer Syrië en Judea. Herodes en Phasaël [Antipater was inmiddels overleden] moesten zich bij hem verantwoorden voor de steun die zij eerder aan Octavianus' rivaal Marcus Antonius gegeven hadden. Mede op voorspraak van Hyrcanus mochten Herodes en Phasaël hun politieke functies behouden en ontvingen zij de titel tetrarch. Het gevolg was dat Hyrcanus' positie steeds verder ondermijnd werd. Officieel was hij nog steeds het hoogst in rang in Judea, maar in de praktijk lag de macht bij de zonen van Antipater [Antipater zelf werd in 43 v. Chr. vermoord].

Vertaling: Broeder Joseph

9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 9]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Verhuizing naar een dorp nabij Kafarnaüm

Deze nacht zag ik Hem bij een snel riviertje, de Hiëromax of Jarmoek, dat in de Jordaan vloeit ten zuiden van het Meer van Gennezareth, niet ver van die steile berg [waarop Gergesa ligt] en waarvan later de zwijnen zich [op zijn bevel, door het ravijn] in het Meer stortten. Bij dit riviertje stond een rij kleine aardhutten, een soort herdershuisjes, waarin zich timmerlieden bevonden. Deze mensen, die op de boorden een schip aan het bouwen waren, konden het werk amper aan. Ik zag Jezus naar hen toegaan en hen in alle vriendelijkheid met raad en daad bijstaan. Ik zag Hem balken aanslepen, de hand aan het werk slaan en meewerken. Ik zag hoe Hij hun praktische wenken gaf, nuttige diensten bewees, maar hen onder het werk ook aanmaande tot liefde en geduld.

Sedert ik Jezus op de oostkant van het Meer van Galilea zag,beschouwde ik Hem nog herhaaldelijk, maar wat Hij telkens deed, ben ik vergeten. Hij kwam op de westelijke zijde terug en hier zag ik Hem vannacht in een dorp, dat tussen twee heuvelen staat, niet ver van Kafarnaüm, Magdalum en Damna en ten Noordoosten van Sefforis. Er was daar een synagoge. De mensen waren niet slecht, maar verwaarloosd. Oudtijds had Abraham daar weiden voor zijn offervee gehad. Jozef en zijn broeders hadden daar hun kudden geweid en in dat gewest hadden zij hem verkocht. Het dorp heet Dotafin [nu Toeran aan de voet van het gebergte Toeran]. Men moet dit Dotaïm onderscheiden van Dotan, dat een viertal uren van de stad Samaria ligt. Het was nu een kleine, dun bevolkte plaats met goede grond en vlakke weiden tot tegen het meer van Galilea.

10. Ongeschonden lichamen: Heilige Etheldreda [636 - 679]

Etheldreda was de derde dochter van Koning Anna van Oost Anglië en z’n vrouw Saewara. Anna stamde af van de familie van de Uffingas, afstammelingen van de Noorse God Odin. Hij was een Christen die veel deed voor de bekering van z’n eigen koninkrijk en dat van Wessex, onder bewind van zijn woeste aartsvijand Penda, de heidense koning van Mercië.

Etheldreda werd geboren te Exning in Suffolk, rond het jaar 636. Ze werd opgevoed in een vrome omgeving. Haar ambitie was non te worden zoals haar zussen, maar ze zou haar doel pas bereiken nadat ze tweemaal getrouwd was geweest. In 652 werd ze tegen haar wil aan Tondbert gegeven, de koning van Zuid Gyrwe, een Oost Angelsaksisch subkoninkrijk in de Fens [een laaggelegen gebied in het Oosten van Engeland, nabij de Noordzee]. Als deel van hun huwelijksovereenkomst gaf Tondbert z’n vrouw een landgoed dat Elge noemde. Later werd de naam veranderd in Ely. Tondbert gaf Etheldreda de toestemming om de drie jaren van hun huwelijk als non te leven: uit respect en sympathie met haar kloosterroeping, of gewoon omdat zij hem onverschillig liet. Tijdens die periode werd haar vader, koning Anna, verslagen en gedood door Penda van Mercië [654], en werd hij opgevolgd door haar broer Aethelhere.

Vertaling: Mario Lossie

11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 52: Lupa Coelestina [De celestijnse wolvin]

Eugenius IV [1431 - 1447]

Echte naam: Gabriele Condulmer [Venetië, 1383 - Rome, 23 februari 1447]

Door de groeiende dreiging van het Ottomaanse Rijk zocht de Oosters-orthodoxe Kerk aansluiting bij de westerse kerk om zo hulp te krijgen in hun strijd tegen de Ottomanen. Hierop werden keizer Johannes VIII Palaiologos en de patriarch van Constantinopel door de paus uitgenodigd om in Ferrara bijeen te komen. Door de dood van Sigismund en de oplopende spanningen met Bazel voorzagen zij echter geen structurele hulp van een verscheurde Westerse wereld en wilden zij aanvankelijk toch afreizen naar Bazel. Door donaties van de paus werden de heersers uit Constantinopel toch overtuigd. In 1439 [het concilie was inmiddels verplaatst naar Florence vanwege een heersende pestepidemie] vond de aanzet tot hereniging van de westerse en oosterse kerk plaats, hoewel die slechts een kort leven beschoren was, daar vele oosterse kerken deze toenaderingspoging niet accepteerden.

In 1443 kon Eugenius na een ballingschap in Florence weer terugkeren naar Rome, waar hij zich bezig hield met de heropbouw van de stad Rome en de gevraagde steun aan de Grieken verleende in hun strijd tegen de Ottomanen; de steun liep op niets uit daar de legers in 1444 bij Varna verslagen werden.

Eugenius IV overleed op 23 februari 1447. Aanvankelijk werd hij in de oude Sint-Pietersbasiliek begraven, naast zijn naamgenoot paus Eugenius III. Later werd zijn graftombe verplaatst naar de San Salvatore in Lauro kerk.

Malachias doelt in zijn spreuk op het feit dat Eugenius IV tot de orde der Celestijner Heremieten behoorde en ook Bisschop van Siena was, een stad dat een wolvin in haar wapen draagt.

Chris De Bodt

12. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3405 van 27/11/2010

Lieve zonen en dochters, raak niet afgedwaald van de Heer. Hij houdt van u met de immense liefde van de Vader en kent u bij naam. Laat uzelf leiden naar de Heilige Geest, want dit is de enige weg waarop u bekwaam zult zijn om Jezus te kunnen volgen. Wees volgzaam en nederig van hart. Aanvaard Mijn oproepen en getuig overal dat u tot de Heer behoort. Blijf niet in zonde leven. God roept u op tot heiligheid. U leeft in een tijd van grote beproevingen en het ogenblik van uw terugkeer is gekomen. De mensheid gaat een grote afgrond tegemoet. Europa zal een zwaar kruis dragen. Dood en vernietiging zullen mijn kinderen teisteren. Genève zal schreeuwen om hulp. Moed. Laat de armen niet zakken. Ik zal tot Mijn Jezus spreken voor u. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt


13-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13 januari 2011
13 januari 2011

1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jakov Colo
[deel 11]

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar

De dingen van de hemel

Janice: Is dat hetgene de Gezegende Moeder u leert?
Jacov: Zijzelf is een perfecte geleider waardoor Gods liefde vloeit. Niets van Gods liefde wordt afgeleid naar Haar voor Haarzelf. Ze is een openhartigheid en doorzichtigheid waardoor Gods liefde naar de wereld vloeit. Ziet u waarom ik nooit te veel met iets bezig kan zijn om haar te ontvangen?

Janice: Jacov, zijn uw gedachten tekenen van de diepten van het mysterie van de Hemel?
Jacov: Ik zelf ben niets. Mijn gedachten zijn niets. God in Zijn almacht heeft mij gekozen om leven te geven. En Hij heeft gekozen om dat leven te raken met Zijn aanwezigheid.

Janice: Is het dat wat uw hart maakt tot een "tabernakel waar de Heilige Drievuldigheid verblijft?"
Jacov: Ik weet dat niet.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

2. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 40]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

24. Zekere dag, bij het ontwaken, toen ik me in de tegenwoordigheid van God stelde, werd ik door wanhoop bevangen. Uiterste duisternis van mijn ziel. Ik streed zo goed mogelijk tot de middag. Na de middag werd ik door echte doodsangsten aangegrepen, mijn lichamelijke krachten begonnen af te nemen. Vlug ging ik naar mijn cel en wierp mij voor het kruisbeeld op de knieën en begon om barmhartigheid te smeken. Maar Jezus hoort mijn roepen niet. Ik voel dat mijn fysieke krachten mij volledig verlaten, ik val op de grond, de wanhoop overspoelt mijn ziel, ik onderga werkelijk helse pijnen die in niets verschillen van de folteringen in de hel. Ik blijf drie kwartier in die toestand. Ik wou naar de novicenmeesteres gaan, maar ik had geen kracht. Ik wou roepen: mijn stem begaf. Maar gelukkig kwam er een zuster in de cel. Toen ze mij in die zonderlinge toestand zag, bracht ze onmiddellijk de novicenmeesteres op de hoogte. De moeder kwam dadelijk. Toen ze mijn cel betrad sprak ze de woorden: "In naam van de heilige gehoorzaamheid sta op." Direct hief een kracht mij op van de grond en stond ik naast de lieve meesteres.

Ze stelde mij zeer hartelijk gerust en zei dat deze beproeving van God kwam: "Heb vertrouwen, mijn zuster, God is altijd Vader, ook als Hij beproeft". Als opgestaan uit een graf keerde ik terug naar mijn taken, mijn zintuigen waren nog doordrongen van wat mijn ziel had meegemaakt. Tijdens het avondofficie begon mijn ziel te sterven in de vreselijkste duisternis; ik voelde mij overgeleverd aan de rechtvaardige God en ik was het voorwerp van Zijn toorn. Op dit vreselijk moment sprak ik tot God: "Jezus, die U in het Evangelie vergelijkt met de tederste moeder, ik vertrouw op uw woorden, want Gij zijt de Waarheid en het Leven. Jezus ik vertrouw op U tegen alle hoop in, tegen elk gevoel in mijn binnenste dat zich tegen de hoop stelt. Doe met mij wat Gij wilt, ik zal U nooit verlaten, want Gij zijt de bron van mijn leven." O, hoe vreselijk deze kwelling van de ziel is, kan slecht degene begrijpen die zelf iets gelijkaardigs geleden heeft.

25. Tijdens de nacht kwam de Moeder Gods op bezoek, met het Jezuskind op de arm. Vreugde vervulde mijn ziel en ik zei: "Maria, mijn Moeder, weet Gij hoeveel ik lijd?" En de Moeder Gods antwoordde: "Ik weet hoeveel ge lijdt maar heb geen angst. Ik heb en zal altijd medelijden hebben met u." Ze glimlachte hartelijk en verdween. Onmiddellijk ontstond in mijn ziel kracht en grote moed. Maar dat heeft maar één dag geduurd. Het was alsof de hel tegen mij samenspande. Ongelooflijke haat begon in mijn ziel binnen te dringen, een haat tegen alles wat heilig en goddelijk is. Het leek of deze zielesmarten een deel van mijn bestaan zouden blijven. Ik wendde mij tot het Allerheiligste Sacrament en zei tot Jezus: "Jezus, Bruidegom van mijn ziel, ziet Gij niet dat mijn ziel sterft [van verlangen] naar U? Hoe kunt Gij U zo verbergen voor een ziel die U zo oprecht bemint? Vergeef mij Jezus, dat Uw heilige Wil in mij geschiede. Ik zal in stilte lijden, zoals een duif, zonder te klagen. Ik zal aan mijn hart niet één zucht van pijnlijk klagen toelaten."

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

3. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 41]

Eerste Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

De Kerkvaders en Dokters hebben zich toegelegd op het zoeken naar de oorsprong van de Antichrist, op het ontdekken van welke ouders en uit welk ras hij stamt. Unaniem uiten ze het gevoel dat hij uit Joodse ouders van Jacobs stam zal komen, en meerderen stellen dat hij tot de stam van Dan zal behoren. Ze geven die interpretatie aan Genesis hoofdstuk 49: ‘Dat dan een veldslang op de weg wordt, een schorpioen op het pad’ en aan Jeremias hoofdstuk 8: ‘Van dan hoorden we het geruis van de strijdrossen.’ Ze verontstellen dat Johannes in het boek Openbaring vergat de stam van Dan te vernoemen als haat van de Antichrist, maar dit zijn allemaal onzekere gegevens.

Wat wel positief lijkt is dat de Antichrist uit het joodse volk van Israël zal komen. Sint Ambrosius in zijn commentaar op het Epistel aan de Thessalonicenzen zegt dat hij besneden zal zijn... Sulpicius Severus in het tweede boekdeel van zijn Dialogues zegt dat hij al zijn onderdanen zal verplichten besneden te worden.

Voor het overige gaat iedereen akkoord dat hij bij de start van zijn bewind erin zal slagen door zijn bedrog en zijn invloed de Joden te doen geloven dat hij de messias is die ze steeds verwachten en deze verblinden zullen haasten hem te ontvangen en hem als dusdanig te eren. Dit is de interpretatie die Suarez en alle commentatoren geven aan het woord van Onze Heer Jezus Christus in Sint Jan vers 43: ‘Ik ben in naam van Mijn Vader gekomen en jullie onthalen Me niet en als iemand in eigen naam komt onthalen jullie hem.’ Dezelfde betekenis dient gegeven aan dit ander woord van Sint Paulus aan de Thessalonicenzen: ‘Omdat ze de waarheid niet hebben willen onthalen zal God hen een verkeerde bewerking toesturen zodat ze in de leugen zullen geloven’ [II Thess 2,10]. Maar is het te geloven dat Joden als Messias een man zullen toejuichen die niet van hun ras en niet besneden is?

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

4. Film: Francesco [8/14]

Franciscus van Assisi (Assisi, Umbrië, 5 juli 1182 - aldaar, 3 oktober 1226) leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders, en werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 16 juli 1228. Franciscus was een zoon van Petrus van Bernardone, een lakenkoopman die op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk was. Zijn moeder gaf de baby de naam Giovanni [Johannes. Zijn vader doopte hem bij thuiskomst om tot Francesco, "Fransman." Franciscus bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten

Naar aanleiding daarvan bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen, ontevreden over de leegheid van zijn leven. Later, in 1205, kreeg hij een visioen in het kerkje van San Damiano. Hij wist zich aangesproken door de daar afgebeelde Gekruisigde: 'Franciscus, ga en herstel mijn huis'. Hij trok zich als een kluizenaar terug in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn, en hij bedelde zijn dagelijks voedsel bij elkaar, daarvan delend met anderen die nog minder hadden dan hij. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde 'Vrouwe Armoede'.

Zijn vader, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek vervallen was, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten keren naar een werelds leven. Uiteindelijk legde Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op het plein bij de bisschop zijn kleren aan de voeten van zijn vader [die ze immers betaald had], en wijdde zich toe aan God met de woorden: "Nu kan ik werkelijk zeggen: Onze Vader in de hemel", waarop de bisschop zijn mantel om hem heen sloeg.

Dit docudrama uit 1989 duurt 157 minuten en valt onder gezamenlijke regie van Italië en West-Duitsland. Regisseur is Liliane Cavani en de acteurs zijn Mickey Rourke [Francesco], Helene Bonham Charter [Chiara], Andréa Férreol en Paolo Bonacelli [zijn ouders], Maria Ardof [Kardinaal Ugolin], Nicolas Dutch [Kardinaal Colonna] en Hans Zischler [Paus Innocentius III]


5. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 250]

Hoofdstuk 12. Taizé, een voorlopige roeping

Brieven uit Praag en de Filippijnen

Enkele weken later in Manilla [Filippijnen] leidde Broeder Roger een jongerenbijeenkomst. Hij wilde opnieuw vertrouwen schenken aan een jeugd, geteisterd door ontmoediging en werkloosheid. Door de vurigheid en het geloof van zoveel jongeren uit de Filippijnen getroffen, schreef hij een ‘Brief uit de Filippijnen’ die voorgelezen werd op de Europese Bijeenkomst van Boedapest op het einde van het jaar.

Deze bijeenkomst in Hongarije ging door van 30 december 1991 tot 4 januari 1992. Ook daar luisterden duizenden jongeren verzameld in het Nepstadion en in de hallen van de Hunexpo, omgebouwd tot een gebedsruimte, naar Broeder Roger die opriep tot ‘een voorkeur voor verzoening’: "Een van spoedgevallen voor de komende jaren zal erin bestaan de verzoening te plaatsen daar waar de wonde van de haat heerst, dichtbij of veraf, en er alles aan te doen om broedermoordende oorlogen te vermijden."

Een goede waarneemster van het fenomeen Taizé, de filosofe Marguerite Léna, noteerde in verband met de ‘brief uit de Filippijnen’ in Boedapest voorgelezen: "een goede kenner van de Spirituele Oefeningen van de heilige Ignatius zou er een klassieke weg naar bekering in terugvinden. De Brief begint met de absolute voorrang van Gods liefde te herstellen, dan nodigt deze iedereen uit tot genezing van de vrijheid door deze liefde te ontvangen, alvorens zich in te zetten met een ‘eeuwig jawoord’ dat toelaat Christus na te volgen en zijn liefdadigheidswerken te vervullen."

Marguerite Léna heeft fijngevoelig Broeder Rogers stijl ontleed die in deze tekst en in alle andere gelijkaardige brieven, liever gevraagd dan opgelegd, de tegenwoordige tijd gebruikt ‘die het mogelijke aantoont en het aantrekkelijk maakt’ of de toekomende tijd ‘die een weg opent voor de huidige bezieling en twijfels en de tijd gunt om te genezen."

De begeleidende pedagogie die Broeder Roger zo lief is, is ook aanwezig in het verkozen literair genre om zijn boodschap over te maken: hij schrijft ‘brieven maar geen toespraken, hij richt zich rechtstreeks tot zijn lezers als een gesprekspartner en zonder de beleefdheidsvorm, en zoals Marguerite Léna zegt, hij gebruikt "geen enkel technisch woord en aarzelt niet om te herhalen en soms beroep te doen op de rijkdom van de dichtkunst."

Vertaling: Broeder Joseph

6. Jezus' tijdgenoten [aflevering 169]

Hyrcanus II

Hyrcanus als hogepriester en vazal van de Romeinen

Pompeius benoemde Hyrcanus tot hogepriester en gaf hem de politieke verantwoordelijkheid [onder de gouverneur van Syrië] voor Judea, waartoe ook Idumea nog gerekend werd. De overige Hasmoneese gebieden werden losgemaakt van Judea. De koningstitel mocht Hyrcanus niet dragen. Het bestuur van het land bleef in handen van de Romeinen tot op de dag dat Julius Caesar aan Hyrcanus II zijn politiek statuut weergaf door hem tot etnarch van Judea te benoemen, terwijl Antipater gouverneur bleef. In 48 v.Chr. kwam Antipater namelijk Julius Caesar te hulp toen deze in Egypte ingreep in de strijd rondom de troonopvolging. Antipaters hulp bleek cruciaal en Caesar beloonde hem rijkelijk. Antipater werd aangesteld als procurator over Judea. Ook Hyrcanus werd beloond: hij mocht voortaan de titel ethnarch dragen. Sinds deze tijd stelde Antipater zich steeds onafhankelijker op ten opzichte van Hyrcanus.

In feite hield de familie van Antipater met hun zonen Phasaël en Herodes die Jeruzalem en Galilea bestuurden het roer in handen. Het blind geweld van Herodes' verdrukking in Galilea bracht hem in opstand met het Sanhedrin, maar de steun van de Romeinen en zijn verstandhouding met Hyrcanus deden hem een veroordeling vermijden.

Doordat Hyrcanus in ere was hersteld, groeide ook de invloed van Antipater, die Hyrcanus altijd gesteund had en die nog steeds gouverneur van Idumea was. Formeel was Antipater verantwoording verschuldigd aan Hyrcanus, maar doordat hij zelf als Hyrcanus' adviseur optrad en Hyrcanus goed besefte dat hij veel aan Antipater te danken had, leidde dit niet tot problemen. De Syrische gouverneur stond positief tegenover de toenemende invloed van Antipater, omdat Antipater en zijn zonen Herodes en Phasaël de Romeinen onvoorwaardelijk steunden, ook in militair opzicht.

Vertaling: Broeder Joseph

7. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 8]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Verhuizing naar een dorp nabij Kafarnaüm

Jezus vierde de sabbat te Hebron en liet zijn reisgezellen van Zich weggaan. In de huizen ging Hij zieken bezoeken en troostte hen, verschafte hen bijstand, hief hen op, verplaatste hen, maakte hun bed op en hielp hen weer er in, doch ge­nezingen zag ik Hem nog niet doen. Zijn verschijning was indrukwekkend en deed allen weldadig aan. Ik zag Hem tot bezetenen gaan: zij werden rustig in zijn nabijheid, maar Hij dreef geen duivelen uit. Waar Hij ging en voorbijkwam hielp Hij allen die hulp behoefden. Hij richtte de gevallenen op, laafde de dorstigen, wees aan reizigers de weg langs paden en beken en allen bewonderden die menslievende reiziger. In de nacht [op de zondag] verliet Hij weer Hebron en 's morgens was Hij reeds op de plaats waar de Jordaan in de Dode Zee uitmondt. Hier voer Hij de Jordaan over en trok op de oostkant van de stroom naar Galilea opwaarts.

Ik zag Jezus in de laatste dagen ten oosten van het Meer van Galilea tussen Pella en het gewest van Gergesa rondgaan. Hij maakte kleine reizen en bood overal hulp aan. Hij ging tot alle zieken en zelfs tot de melaatsen, bemoedigde ze, verplaatste hen, verlichtte hun lijden en maakte hun bed op en legde ze er weer in. Hij maande hen aan tot gebed, wees hun geneesmiddelen en een doeltreffende behandeling aan en deed allerlei werkjes: allen bewonderden Hem.

In een dorp heb ik ook een paar mensen gezien die iets afwisten van de voorspel­ling van Simeon en Hanna en Hem vroegen of Hij misschien niet deze was.

Gewoonlijk vergezellen, eerbiedwaardig en beleefdheidshalve, mensen van de ene plaats naar de andere. De bezetenen bedaarden in zijn nabijheid.

8. Ongeschonden lichamen: Catherina van Siena [1347-1380] [Slot]

De H. Catharina is één van de grootste mystici en spirituele schrijfsters die de Kerk heeft gekend, en ze is de inspiratie en het voorbeeld geweest voor vele heiligen die na haar kwamen. Tijdens haar leven werd ze reeds vereerd als heilige, maar ze werd in 1461 plechtig heilig verklaard door Paus Pius II. In 1939 gaf Paus Pius XII aan Italië twee patroonheiligen: de H. Franciscus van Assisi en de H. Catharina van Siena. Het belang van haar schriftelijke werken en spirituele leer werd officieel erkend door de Heilige Stoel tijdens de plechtige ceremoniën door Paus Paulus VI, op 4 oktober 1970. Tijdens die ceremoniën werd ze ook uitgeroepen tot Kerklerares, de tweede vrouw die zo’n vermaarde titel kreeg.

Vertaling: Mario Lossie

9. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 52: Lupa Coelestina [De celestijnse wolvin]

Eugenius IV [1431 - 1447]

Echte naam: Gabriele Condulmer [Venetië, 1383 - Rome, 23 februari 1447]

De Duitse keurvorsten, die aanvankelijk een neutraal standpunt betreffende het Concilie van Bazel innamen, gingen in 1439 in grote lijnen akkoord met de bepalingen van het overleg; benoemingen op voordracht van de vorst bleef mogelijk, pauselijke inkomsten binnen de Duitse gebieden werden geannuleerd. Op het gebied van de suprematie van het concilie ten opzichte van de paus bleven de vorsten neutraal. Door bemiddeling van Enea Silvio Piccolomini [de latere paus Pius II slaagde Eugenius er vlak voor zijn dood in de Duitse vorsten weer onder de hoede van Rome te brengen.

Door de groeiende dreiging van het Ottomaanse Rijk zocht de Oosters-orthodoxe Kerk aansluiting bij de westerse kerk om zo hulp te krijgen in hun strijd tegen de Ottomanen. Hierop werd keizer Johannes VIII Palaiologos en de patriarch van Constantinopel uitgenodigd door de paus om in Ferrara bijeen te komen. Door de dood van Sigismund en de oplopende spanningen met Bazel voorzagen zij echter geen structurele hulp van een verscheurde Westerse wereld en wilden aanvankelijk toch afreizen naar Bazel. Door donaties van de paus werden de heersers uit Constantinopel toch overtuigd. In 1439 [het concilie was inmiddels verplaatst naar Florence vanwege een heersende pestepidemie] vond de aanzet tot hereniging van de westerse en oosterse kerk plaats, hoewel die slechts een kort leven beschoren was, daar vele oosterse kerken deze toenaderingspoging niet accepteerden.

Chris De Bodt

10. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3404 van 25/11/2010

Lieve zonen en dochters, de mensheid zal drinken uit de bittere kelk van het lijden. Rivieren van vuur zullen over het land trekken en vele plaatsen zullen verdwijnen. Rivieren zullen veranderen van loop en meren zullen verschijnen. De dag zal komen dat de mens liever wenst dood te zijn, maar het gewicht van het kruis zal moeten ervaren. Kniel neer in gebed. U zult gruwelen op aarde zien. Het schepsel verwijdert zich van de Schepper en zal geestelijk blind worden. Aanschouw de tijd van smarten voor Mijn arme kinderen. Heb berouw en keer terug. God wenst u te redden, maar u mag de armen niet laten zakken. Wat Ik tot u zeg is niet om u angstig te maken, maar om u bewust te maken van wat gaat komen. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt


12-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12 januari 2011
12 januari 2011

1. Medjugorje: opname van de verschijning van Maria aan Mirjana van 2 januari 2011


Deze opname is eveneens toegevoegd aan het tekstvak van 2 januari

2. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jakov Colo [deel 10]

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar

De dingen van de hemel

Janice: Bedoelt u dat we in feite onze vrijheid verliezen?
Jacov: Op een manier, ja, want ons hart is niet langer het onze en dingen of anderen beheersen ons. Dikwijls realiseren we ons niet dat dit is gebeurd.

Janice: Over welke vrijheid hebben we het dan?
Jacov: De vrijheid om voor God te kiezen. Om God de eerste plaats in onze levens te geven.

Janice: U spreekt van een inwendige vrijheid, nietwaar?
Jacov: Als mijn hart geheel van mij is kan ik kiezen om van iemand te houden met een liefde die onbesmet is van valse gehechtheden.

Janice: Waarom zijn de gehechtheden vals?
Jacov: Omdat ze enkel illusies zijn. God is de bron van liefde. Alle liefde komt van God. Alles wat gemaakt wordt, komt van God. Als ik mijn hart open zodat Gods liefde kan binnenkomen, dan drijft het alle illusies en valse gehechtheden weg. Mijn hart wordt een geleider waardoor Gods liefde vloeit. Als het door mij vloeit om naar u of anderen, dan voel ik mezelf voldaan.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

3. Liefde van God


4. Brisbane bereidt zich voor op de hel

Australische miljoenstad donderdag onder water?

Nieuwe overstromingen in Australië hebben al aan tien mensen het leven gekost. En het gaat alleen maar erger worden de komende dagen. De overstromingen hebben nu ook Brisbane, een stad van 2 miljoen inwoners, bereikt. Daar wordt al de hele dag geëvacueerd uit angst voor wat er nog aankomt. Morgen zal er nog meer regen vallen, donderdag wordt echt de hel verwacht.

Na de overstromingen in Toowoomba in de staat Queensland ontstond er een soort tsunami in de Lockyer-vallei die alles op zijn pad meesleurde. Zodra het modderige water door de straten stroomde, kwamen mensen vast te zitten in hun auto's en klampten zij zich vast aan bomen om niet te worden meegesleurd. Voor negen slachtoffers, onder wie vier vrouwen, drie kinderen en twee mannen, liep dat fataal af.




Er worden ook nog 78 mensen vermist, gevreesd wordt dat daar zeker 18 van zijn omgekomen. En ondertussen blijft het hevig regenen. Daardoor worden nu ook Brisbane en Ipswich bedreigd. Brisbane, de derde grootste stad van Australië, heeft in 1974 al een grote overstromingsramp meegemaakt. Toen kwamen er 6.700 huizen onder water te staan. Meteen daarna werd de gigantische Wivenhoe Dam gebouwd om te voorkomen dat de Brisbane Rivier ooit nog kon overstromen. Maar nu blijkt die dam dus onvoldoende te zijn, want nu moet er door de aanhoudende regen voortdurend water doorgelaten worden omdat de dam het anders zou begeven. En dan zou heel de miljoenenstad wel eens onder water kunnen komen te staan.

Geen wonder dat er paniek heerst in de straten van Brisbane. De inwoners vrezen dat deze overstromingen de ramp van '74 zelfs nog zullen overtreffen en ondertussen ligt het leven in de stad lam. Ferrydiensten zijn geannuleerd, de koolmijnbouw is volledig stilgevallen, in grote delen is veehouderij en akkerbouw niet langer mogelijk, er rijden bijna geen treinen of bussen en ook meerdere overheidsgebouwen zijn al geëvacueerd. De burgemeester van Brisbane, Camppbell Newman, voorspelt dat donderdag zo'n 6.500 woningen en kantoren worden overspoeld.


Wivenhoe Dam

Maar toch zegt Julia Gilliard, de premier van Australië, dat 'het belangrijk is om kalm te blijven. Wie in hoger gelegen gebied woont, doet er goed aan om vrienden en familie tijdelijk onderdak te bieden. Ons land wordt getest en we zullen alleen slagen als we allemaal samenwerken en rustig blijven.'

Tegelijk uit ze ook haar verdriet voor de negen slachtoffers. 'Ik ben diep, diep betreurd en leef mee met de getroffen families', zegt de premier die later op de dag naar de getroffen regio vliegt.

Queensland wordt al weken geteisterd door regenval en overstromingen. Sinds eind november hebben twintig mensen het leven verloren. Zo'n tweehonderdduizend mensen zijn door het water getroffen. Ondertussen is er al 13 miljoen Australische dollar uitbetaald voor de heropbouw van de huizen van de getroffen burgers 'en dat bedrag zal nog verveelvuldigen', besluit Gilliard. De overstromingen die Australië al wekenlang geselen, hebben dinsdag nu ook de derde grootste stad van het land, Brisbane, bereikt.

Ondertussen worden ook andere landsgebieden door rampen bedreigd

In de buurt van Perth slagen brandweermannen er niet in een immense bosbrand onder controle te krijgen. Honderden mensen zijn op de vlucht en tientallen woningen gingen op in "vlammen die vaak hoger waren dan de daken zelf". In South Australia, de regio rond Adelaide, is vanochtend aan mensen gevraagd alles wat los zit vast te binden, wagens ver van bomen te parkeren en uit de buurt van de rivier Murray te blijven: een erg zware storm is op komst.


5. Gaat Radio Maria FM?

Mogelijk wordt de radiozender Exqi FM, het vroegere Be One, overgenomen door de religieuze zender Radio Maria Nederland en Vlaanderen.

Tussen Exqi FM en Radio Maria zijn 'verkennende gesprekken' aan de gang. Momenteel zendt Radio Maria, die uitsluitend katholieke programma's aanbiedt, gaande van eucharistievieringen over vespers en rozenkransen tot spirituele lezingen, ook in Vlaanderen uit op de AM-frequentie maar de zender zou geïnteresseerd zijn in een plaats op de veel toegankelijker FM-band.

'Als je op AM uitzendt, krijg je alleen luisteraars die bewust naar je op zoek gaan', zegt pater Lecleir, programmadirecteur van Radio Maria in Nederland. 'FM is interessanter omdat de populaire stations daar uitzenden en mensen je er toevallig kunnen tegenkomen. Bovendien is onze ontvangst in België niet altijd even goed. In Leuven zijn we op AM bijvoorbeeld slecht te horen.'

De World Family of Radio Maria is een wereldwijd netwerk van 54 radiostations met zwaartepunt in Italië en Spanje dat zich uitstrekt tot Paraguay tot Indonesië. Alles samen bereikt Radio Maria, aldus Lecleir, zo'n 30 miljoen luisteraars.

Welke vorm de overname van Exqi FM zou aannemen, kan Lecleir nog niet zeggen. 'De World Family onderzoekt nog in hoeverre er interesse is voor onze programma's. Want u mag niet vergeten dat Radio Maria financieel voor de volle honderd procent drijft op giften van luisteraars. Maar je mag ervan uitgaan dat, áls we Exqi FM zouden overnemen, de zender een Radio Maria-profiel zou krijgen, zij het misschien enigszins aangepast aan de lokale cultuur en de plaats op de FM-band.'

In hoeverre Exqi dan een integraal Vlaamse katholieke FM-zender zou worden, kan Lecleir nu nog niet zeggen. De huidige Radio Maria, die op AM 675 zit, is al behoorlijk Vlaams getint met bijvoorbeeld missen die in Vlaanderen worden gecapteerd en Vlaamse preken. Bij Alfacam, de eigenaar van Exqi FM, was gisteren niemand bereikbaar voor commentaar op de overnamegesprekken.

6. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 39]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

22. Tijdens de inkleding [14] liet God mij weten hoeveel ik zou lijden. Het was mij geheel duidelijk waartoe ik mij verbond. Eén minuut beleefde ik dit lijden, daarna overgoot God mijn ziel met grote vreugde.

23. Op het einde van het eerste jaar noviciaat begon het donker te worden in mijn ziel. Ik voelde geen troost in het gebed en de meditatie kostte mij veel moeite. Angst begon mij te bevangen. Ik keerde dieper binnen in mezelf en zag niets dan één grote ellende. Tegelijk zag ik de grote heiligheid van God. Ik waagde het niet mijn ogen naar Hem op te slaan, maar wierp mij aan zijn voeten in het stof en bedelde om barmhartigheid. Bijna een half jaar verliep zo en de toestand van mijn ziel bleef onveranderd. In deze moeilijke tijden bemoedigde onze lieve novicenmeesteres [15] mij. Maar de kwelling werd steeds feller. Het tweede jaar noviciaat kwam naderbij. Bij de gedachte mijn geloften te moeten afleggen ging een rilling door mijn ziel. Wat ik ook las, het was voor mij onbegrijpelijk; ik kon niet mediteren. Het leek mij dat mijn gebed God onaangenaam was. Wanneer ik de sacramenten ontving, dacht ik God daardoor nog meer te beledigen. Mijn biechtvader [16] liet me echter niet toe ook maar één heilige Communie na te laten. God werkte op bijzondere wijze in mijn ziel. Ik verstond helemaal niets van wat mijn biechtvader mij zei. Eenvoudige geloofswaarheden werden onbegrijpelijk voor mij, mijn ziel was gefolterd zonder ergens rust te vinden.

Plots overviel mij de gedachte dat ik door God verlaten was. Deze verschrikkelijke gedachte doorboorde mijn ziel. Met dit lijden begon de doodstrijd van mijn ziel. Ik wou sterven en ik kon niet. Een gedachte kwam in me op: waarom deugden nastreven? Waarom zich versterven als alles aan God mishaagt? Toen ik daarover sprak met de novicenmeesteres zei ze: "Weet wel mijn zuster dat God u heeft voorbestemd tot een grote heiligheid. Dat is het teken dat Hij u in de hemel dicht bij Zich wil. Heb groot vertrouwen in de Heer Jezus."

Deze vreselijke gedachte, verworpen te zijn door God, is werkelijk de foltering die de verdoemden ondergaan. Ik nam mijn toevlucht tot de wonden van Jezus, herhaalde de vertrouwvolle woorden, maar die woorden waren mij nog een grotere kwelling. Ik ben voor het Allerheiligste Sacrament gegaan en met Jezus beginnen spreken: "Heer, Gij hebt gezegd dat een moeder eerder haar zuigeling vergeet dan God zijn schepsel, en zelfs als ze hem zou vergeten, Ik, God vergeet mijn schepsel niet. Jezus hoort Gij de weeklachten van mijn ziel. Gelieve de pijnkreten en klachten van uw kind te aanhoren. Ik vertrouw op U, o God, want de hemel en de aarde vergaan, maar uw woord blijft in eeuwigheid". Toch vond ik geen moment van verlichting.

[14] De inkleding had plaats op 30 april 1926. Zuster Clemence Buczek, hielp de kandidaten bij de kleding en schreef in haar mémoires: "In mei 1926 moest ik Helena Kowalska aankleden. Toen ze het kleed ontving voor het altaar zei ik haar: "Helena, u vlug aankleden". Helena werd onpasselijk. Ik ging vlug eau de Cologne halen om haar bij te brengen... Later plaagde ik haar dat ze de wereld zo zeer betreurd had. Het is maar na haar dood dat ik vernam dat die onpasselijkheid geen heimwee naar de wereld was, maar iets heel anders" [ASF].
[15] De novicenmeesteres was Zuster Marie-Joseph, Stephanie Brzoza [1889-1939]. In 1934 werd ze algemene overste van de Congregatie.
[16] E.H. Theodoor Czaputa [1884-1945] was biechtvader in het noviciaat.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

7. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 39]

Eerste Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

Maar wat vooral in de aangehaalde passage naar voor treedt, zeker en ontegensprekelijk, is dat voor het einde van de wereld er op aarde een diep pervers man zal verschijnen die een bijna bovenmenselijke macht bezit en zich, tot Jezus Christus wendend, tegen Hem een goddeloze en waanzinnige oorlog zal voeren. Door de angst die deze man zal uitstralen, vooral door zijn listen en zijn verleidingsaard, zal hij bijna het totale heelal veroveren, hij zal eigen altaars oprichten en alle volkeren tot aanbidding verplichten.

Zal deze vreemde man, uitzonderlijk vanwege zijn list, van ons ras zijn, zal hij menselijke trekken op zijn gezicht dragen? Zal hetzelfde bloed als het onze in de aderen vloeien van die corrupte leider? ... Ofwel, zoals sommige wensen, zal hij Satan voostellen of een duivel uit de hel en verkleed in mensengedaante? ... Ofwel nog, zoals sommige dokters opwierpen, is dit goddeloos wezen slechts een schim, een legendarisch personage waardoor de heilige Schrift en de Kerkvaders met een globale visie de universaliteit van de tirannen en vervolgers wilden voorstellen, een collectieve afbeelding van alle goddelozen en alle ketters die God en zijn Kerk vanaf het begin bestreden hebben naar voor brengen?

Deze verscheidene interpretaties kunnen niet overeenstemmen met de positieve en nauwkeurige tekst uit de heilige Schrift. 

Bijna alle Dokters en Kerkvaders, Sint Augustinus, Sint Hieronymus, Sint Thomas verklaren duidelijk dat die boosdoener van afschrikwekkend formaat, deze reus van ongelovigheid en verderf een menselijk persoon zal zijn. De geleerde Bellarminus bewijst dat het onmogelijk is een andere betekenis aan Sint Paulus woorden en aan deze van Daniel te geven in hoofdstuk 11, 5, 36 en 37: Sint Paulus duidt deze grote tegenstander zelfstandig aan door hem een mens te noemen: "de zondige mens, de zoon van verderf’. Daniel leert ons dat hij al wat eerbiedwaardig en gewijd is zal aanvallen, dat hij zichzelf gedurfd zal aanprijzen tegen de God der goden en de God van zijn voorvaderen als onbestaande te beschouwen: Is Deum patrum suorum non reputabit." De Apostel voegt eraan toe dat Jezus Christus hem zal doden... Al deze trekken en verscheidene karakters kunnen natuurlijk niet van toepassing zijn op een ideaal en abstract wezen, ze kunnen slechts passen bij een wezen van vlees en bloed, een reëel en bepaald personage.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

8. Film: Francesco [7/14]

Franciscus van Assisi (Assisi, Umbrië, 5 juli 1182 - aldaar, 3 oktober 1226) leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders, en werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 16 juli 1228. Franciscus was een zoon van Petrus van Bernardone, een lakenkoopman die op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk was. Zijn moeder gaf de baby de naam Giovanni [Johannes. Zijn vader doopte hem bij thuiskomst om tot Francesco, "Fransman." Franciscus bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten

Naar aanleiding daarvan bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen, ontevreden over de leegheid van zijn leven. Later, in 1205, kreeg hij een visioen in het kerkje van San Damiano. Hij wist zich aangesproken door de daar afgebeelde Gekruisigde: 'Franciscus, ga en herstel mijn huis'. Hij trok zich als een kluizenaar terug in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn, en hij bedelde zijn dagelijks voedsel bij elkaar, daarvan delend met anderen die nog minder hadden dan hij. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde 'Vrouwe Armoede'.

Zijn vader, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek vervallen was, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten keren naar een werelds leven. Uiteindelijk legde Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op het plein bij de bisschop zijn kleren aan de voeten van zijn vader [die ze immers betaald had], en wijdde zich toe aan God met de woorden: "Nu kan ik werkelijk zeggen: Onze Vader in de hemel", waarop de bisschop zijn mantel om hem heen sloeg.

Dit docudrama uit 1989 duurt 157 minuten en valt onder gezamenlijke regie van Italië en West-Duitsland. Regisseur is Liliane Cavani en de acteurs zijn Mickey Rourke [Francesco], Helene Bonham Charter [Chiara], Andréa Férreol en Paolo Bonacelli [zijn ouders], Maria Ardof [Kardinaal Ugolin], Nicolas Dutch [Kardinaal Colonna] en Hans Zischler [Paus Innocentius III].


9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 248]

Hoofdstuk 12. Taizé, een voorlopige roeping

De vijftigste verjaardag van Taizé

Op 2 februari 1990 was het de beurt aan de katholieke Universiteit van Leuven om de titel van doctor honoris causa aan Broeder Roger toe te kennen. De eerbetuigingen en de prijzen vermenigvuldigden zich in de volgende jaren.

20 augustus betekende de vijftigste verjaardag van de komst van Broeder Roger in Taizé. Lang had hij geweigerd om deze symbolische datum van de stichting van Taizé door een bijzondere plechtigheid te vieren. Voor de vijfentwintigste verjaardag nochtans ging hij akkoord dat die samenviel met de inhuldiging van het orthodox Centrum. Voor de vijftigste verjaardag [hij werd toen ook vijfenzeventig] maakte hij weer een uitzondering. De vieringen kenmerkten de zomer met het bezoek van dominee Emilio Castro, secretaris generaal van de COE in augustus, daarna dat van kardinaal Decourtray, aartsbisschop van Lyon in september, en dan twee avonden van dankzegging en feest op de zaterdagen van 1 en 8 september. Johannes Paulus II stuurde een uitgebreide boodschap op 17 augustus. De paus herinnerde aan zijn bezoek in Taizé vier jaar eerder en sprak: ‘de genegenheid die ik wegdraag voor jullie gemeenschap, het vertrouwen dat ik er in stel en de eisen die ze moet stellen om steeds Gods wil te onderscheiden en te volbrengen... ‘Genegenheid’, ‘vertrouwen’, maar ook ‘eisen’: de paus meende dat de Gemeenschap van Taizé haar weg moest vervolgen.

Het ongewone is niet de lange levensduur van de Gemeenschap maar haar vermogen tot aanpassing en vernieuwing, haar aantrekkingskracht om decennia lang een veranderd publiek te begeesteren. "Dit is een spiritueel avontuur die nooit voorziene afmetingen heeft aangenomen. We zijn verwonderd, nu en gisteren," verklaarde Broeder Roger.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 168]

Hyrcanus II

Burgeroorlog met Aristobulus

Aanvankelijk leek het erop dat Hyrcanus zich bij de situatie zou neerleggen. De Idumeese gouverneur Antipater wist hem echter op andere gedachten te brengen. Antipater had daar zijn eigen redenen voor: hij verwachtte via de beïnvloedbare Hyrcanus veel beter zijn eigen politieke ambities te kunnen bereiken dan via Aristobulus. In 65 v.Chr. ging Hyrcanus, geholpen door Antipater en Aretas, het beleg om Jeruzalem aan en het leek erop dat Aristobulus niet tegen de overmacht bestand zou blijken. De Romeinse legaat in Syrië, Marcus Aemilius Scaurus, vreesde echter een te sterk machtsblok van Hasmoneeën en Nabateeërs en schoot Aristobulus te hulp. Hierdoor was Hyrcanus gedwongen het beleg om Jeruzalem op te geven en met Aretas terug te keren naar Petra [64 v.Chr.]. Aristobulus achtervolgde het terugtrekkende leger en versloeg hen bij de Jordaan. Het lukte hem echter niet Hyrcanus gevangen te nemen.

Toen later dat jaar de Romeinse generaal Pompeius het rijk van de Seleuciden aan zich onderworpen had, probeerden zowel Hyrcanus als Aristobulus bij hem in de gunst te komen. Pompeius gaf de broers de opdracht zich met elkaar te verzoenen, maar Aristobulus wilde de loop der gebeurtenissen niet afwachten en riep een leger samen om tegen Hyrcanus ten strijde te trekken. Pompeius meende dat Aristobulus het op hem gemunt had. Hij nam Aristobulus gevangen en nam Jeruzalem in [63 v. Chr.]. Zo kwam er een einde aan de zelfstandige Joodse staat.

Vertaling: Broeder Joseph

11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 7]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Verhuizing naar een dorp nabij Kafarnaüm

Jezus liet nu zijn gezellen te Hebron achter. Hij zei hen dat Hij nog een vriend moest gaan bezoeken. Zacharias en Elisabeth leefden niet meer. Jezus trok naar de woestijn,waarin Elisabeth de kleine Joannes grootgebracht had. Deze lag zuidwaarts van Hebron, tussen Hebron en de Dode Zee. Eerst ging men over een berg met witte stenen en dan kwam men in een liefelijk dal met palmbomen. Daarheen zag ik Jezus zich begeven.

Jezus is in de spelonk gegaan, waarin Johannes door Elisabeth het eerst gebracht werd. Hij is vervolgens over een beek gegaan, waarover men ook Johannes gebracht had. Ik zag Hem eenzaam in gebed, als bereidde Hij zich op zijn leraarsambt voor.

Ik zag Jezus vanuit de woestijn naar Hebron terugkeren. Op zijn weg bood Hij overal een helpende hand. Zo zag ik dat Hij aan een breed, zoutig water [waarschijnlijk de Dode Zee, waarbij hij langs een omweg naar Hebron terugkeert] mensen hielp die op een balkenvlot voeren. Over zulk een vaarmiddel werd ook wel een dak van tentdoek uitgespannen. Hier voeren er mensen op met vee en pakken. Jezus riep hen toe en schoof van de oever een balk naar hun vaartuig [tot een soort brug]. Hiermede hielp Hij hen aan land te komen en was hij hen behulpzaam bij het herstellen van hun vlot. Die mensen konden niet begrijpen wie Hij was, want zonder zich door zijn kleding te onderscheiden, was zijn voorkomen zo wonderbaar innemend en zo vol waardigheid, dat zij er geheel onder de indruk van waren. Zij meenden aanvankelijk dat Hij Johannes de Doper kon zijn, die nu [sedert kort] aan de Jordaan verschenen was, maar het drong spoedig tot hen door dat Hij Johannes niet was, want deze was bruiner en had een ruwer voorkomen.

12. Ongeschonden lichamen: Catherina van Siena [1347-1380]

De vinger die de mystieke ring ontving van het hemelse huwelijk van de Heilige, bevindt zich in het Klooster van Pontignano, nabij Firenze. Andere kleine relikwieën werden naar kerken gestuurd die haar nagedachtenis eren.

De restauratie van de kerk werd beëindigd op 3 augustus 1855. Op 4 augustus, de feestdag van de H. Dominicus werden de relikwieën, die nog steeds in hun oude sarcofaag lagen, onder het hoofdaltaar geplaatst. De dag erna werd het heiligdom bezocht door de Romeinse Senaat, en werden de relikwieën in een plechtige processie doorheen Rome gedragen, gevolgd door een groot aantal zusters van de Dominicaanse Derde Orde. Deze gebeurtenis staat sindsdien gekend als de Overbrenging van de Relikwieën van de H. Catharina, en de feestdag wordt jaarlijks gevierd op de donderdag na de tweede zondag voor de Vastentijd. Nadat de relikwieën terug naar het hoofdaltaar waren gebracht, werd de sarcofaag zo stevig vastgezet dat hij sindsdien niet meer geopend werd. Het vergulde, artistieke monument is echter zichtbaar voor de aanbidding door haar toegewijden. Links van het altaar dat haar lichaam bevat staat het standbeeld "Christus met het Kruis" van Michelangelo, en nabij de sacristie is een kamer die door Perugino versierd werd en die de Kamer van de H. Catharina genoemd wordt. De muren van de kamer zijn die van de kloostercel waar Catharina verbleef tijdens haar verblijven in Rome.

Vertaling: Mario Lossie

13. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 52: Lupa Coelestina [De celestijnse wolvin]

Eugenius IV [1431 - 1447]

Echte naam: Gabriele Condulmer [Venetië, 1383 - Rome, 23 februari 1447]

Enkele maanden na zijn aanstelling vond Jeanne d’Arc de dood op de brandstapel. Zijn pontificaat wordt vooral gekenmerkt door het Concilie van Bazel. Eugenius werd hierdoor gedwongen de stad Rome te ontvluchten. Vermomd als monnik en uitgejouwd en met stenen bekogeld, wist hij via de haven van Ostia te vluchten naar Florence, waar hij zijn intrek nam in het Dominicaner klooster van Santa Maria Novella. Aan kardinaal Vitelleschi werd de opdracht gegeven de rust te herstellen in Rome, dat door de Colonna familie was uitgeroepen tot een stadsrepubliek. Door de vernietiging van hun vesting in Palestrina [Italië] gaven de Colonna’s zich uiteindelijk over. Ook de Prefetti di Vico, van oudsher vijanden van de pauselijke staat en behorend tot de Romeinse adel, werden tijdens deze campagnes definitief verslagen.

Een opstand in Bologna [1438] tegen de paus, onder leiding van de Bentivoglio familie, werd eveneens neergeslagen en Annibale I, de aanvoerder van de familie, gevangen genomen. Met steun van Eugenius IV zou hij op 24 juni 1445 vermoord worden.

Ook het opstandige Foligno, onder leiding van Corrado Trinci, werd door kardinaal Vitelleschi in 1439 ontzet. De inwoners van de stad openden de poorten voor de pauselijke legers en Corrado werd in 1441 onthoofd.

Een van de besluiten die gerelateerd was aan het Concilie van Bazel was het besluit van de Franse koning Karel VI om nagenoeg de gehele Franse kerk onder het gezag van de Franse monarch te plaatsen. Hoewel Eugenius IV zich hard maakte om de Franse koning op andere gedachten te brengen slaagde hij daarin niet.

Chris De Bodt

14. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3403 van 23/11/2010

Lieve zonen en dochters, Iracema [een stad] zal wenen voor het lijden van haar kinderen. In Morado Nova [een stad] zal er geween en gejammer gehoord worden. Ik lijd om wat op u afkomt. Ik vraag u om God niet te verlaten. Uw ware bevrijding en redding is in Hem. Wees volgzaam aan Mijn boodschappen. Ik wens u niet te dwingen, maar open uw harten en wees trouw en gelovig. U leeft in een tijd van grote spirituele verwarringen. Zoek sterkte in het gebed en de Eucharistie en u zult zegevieren. Getuig moedig dat u tot de Heer behoort en dat de dingen van de wereld niet van u zijn. U behoort tot de Heer en moet enkel Hem volgen. Zet geen stap terug. Laat niet wat u morgen hebt te doen. Mij zoon Jezus heeft u lief en wacht op u met open armen. Keer tot Hem terug die ziet wat verborgen is en u kent bij naam. Ik kom uit de hemel om te redden wat tot de Heer behoort. Nu is de gepaste tijd gekomen voor uw terugkeer. Voorwaarts zonder vrees. Ik zal steeds aan uw zijde staan om u te zegenen en u naar Hem te leiden die de Weg, de Waarheid en het Leven is. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt


11-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11 januari 2011
11 januari 2011

1. Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jakov Colo
[deel 9]

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar

De dingen van de hemel

Janice: Heeft u een verstandhouding met de Eeuwige Vader?
Jacov: Ja. Elk schepsel heeft een verstandhouding met de Eeuwige Vader. Hoe intiemer de verstandhouding met Jezus is, des te intiemer de relatie met de Eeuwige Vader is.

Janice: Weet u waarom, Jacov?
Jacov: Ja. Jezus zei: "De Vader en ik zijn één. Hij die mij ziet, ziet de Vader."

Janice: Jacov, u zei dat de Gezegende Moeder wil dat u van uw hart een tabernakel maakt waar de Heilige Drie-eenheid verlangt gevestigd te zijn. Kunt u ons daar iets over vertellen?
Jacov: Ik ben niet zeker, het is een proces. Het menselijk hart is vervuld van een verlangen, dat eerst, mensen en dingen aangaat. Het doel van mensen en dingen is om ons onze zorg door God voor elk van ons te tonen. We laten onze harten toe om gehecht te geraken aan mensen en dingen op zich, niet als geschenken van God. Als dat gebeurt, verliezen we onze harten aan mensen en dingen.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

2. Dagboeken van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 38]

Dagboek 1: Gods barmhartigheid in mijn ziel

20. Kort daarop werd ik ziek. De goede moeder overste zond mij met twee andere zusters op verlof naar Skolimow, een beetje buiten Warszawa. In die tijd vroeg ik Jezus voor wie ik nog moest bidden. Jezus antwoordde mij dat Hij mij de volgende nacht zou laten weten voor wie ik moest bidden.

Ik zag mijn engelbewaarder die mij verzocht hem te volgen. Plotseling bevond ik mij in een mistige plaats vol vuur en met een menigte lijdende zielen. Deze zielen bidden vurig maar zonder uitwerking voor zichzelf. Wij alleen kunnen hen helpen. De vlammen die rond hen brandden raakten mij niet. Mijn engelbewaarder verliet mij geen ogenblik. Ik vroeg aan deze zielen wat hun grootste lijden was. Ze antwoordden mij eenstemmig dat hun grootste lijden hun smachtend verlangen naar God was. Ik heb de Moeder Gods gezien die de zielen in het vagevuur bezoekt. De zielen noemen haar: Ster der zee. Zij brengt hen verlichting. Ik wou nog met hen spreken, maar mijn engelbewaarder gaf mij een teken om te vertrekken. Wij kwamen uit de kerker van het lijden. Ik hoorde een innerlijke stem die zei: "Mijn barmhartigheid wil dit niet, maar Mijn gerechtigheid eist het." Sinds die tijd heb ik een nauwere omgang met de lijdende zielen.

21. Einde van het postulaat [29.4.1926]. Mijn oversten stuurden mij naar Krakow. Een onbegrijpelijke vreugde heerste in mijn ziel. Toen we in het noviciaat aankwamen lag zuster ... op sterven. Enkele dagen later kwam zuster... naar mij en verzocht mij naar de moeder novicenmeesteres [13] te gaan en haar te zeggen om aan haar biechtvader, Eerwaarde Heer Rospond, te vragen een heilige Mis voor haar op te dragen en drie schietgebeden te verrichten. Eerst zei ik ja, maar de volgende dag dacht ik liever toch niet naar de moeder novicenmeesteres te gaan, vermits ik er niet veel van begreep of het echt was of een droom. En ik ben niet gegaan. De volgende nacht herhaalde zich hetzelfde duidelijker, daarover had ik geen twijfel meer. Nochtans 's morgens besloot ik er niet over te gaan spreken met de meesteres en het pas te zeggen als ik haar overdag zou zien. Ik zag ze [die zuster] onmiddellijk in een gang. Ze verweet mij niet onmiddellijk naar de meesteres gegaan te zijn en een grote ongerustheid vervulde mijn ziel. Dus ging ik onmiddellijk naar de moeder novicenmeesteres en vertelde alles wat er gebeurd was. De moeder antwoordde mij dat ze de zaak zou regelen. Dadelijk keerde de rust in mijn ziel terug en de derde dag kwam deze zuster en zei: "Moge God u lonen."

[13] De novicemeesteres was zuster Margareta, Anna Gimbutt [1857-1942].

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

3. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 38]

Eerste Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

Deel 1

Niemand is onwetend over het tijdperk van de val van het Romeinse keizerrijk en de sociale ontbinding die deze ramp vergezelde, en later, tijdens het begin het jaar duizend van het christelijk tijdperk, dachten de volkeren de voorspelde tijden bereikt te hebben en, in de openbare rampen en de instorting van de instellingen, dachten ze de uiteindelijke vernieling te ontwaren.

Ten tijde al van Sint Paulus was dergelijke ontzetting opgekomen. Dwepers en valse fanatiekers vertaalden in een grove en letterlijke zin de woorden uit het Mattheus-evangelie. Overtuigd dat de vernieling van de wereld de ruïne van Jeruzalem kort zou opvolgen, deden ze verwarrende en overdreven voorspellingen die de verbeeldingen met ontsteltenis vervulden. Ze leidden de mensen af van het volbrengen van hun religieuze en burgerlijke taak, nodigden hen uit niet te trouwen, niet te bouwen,tot verbluffende verlamming over te gaan in afwachting van de catastrofe die hen zou treffen.

Sint Paulus dacht deze verleide en verdwaalde zielen te moeten ontnuchteren en zei hen: ‘Ik smeek jullie, mijn broeders, dat niemand onder jullie op geen enkele manier verrast wordt alsof de dag van de heer nabij was. Want Gods Zoon zal geen tweede maal neerdalen vooraleer de zondige mens, de zoon van verderf zal verschijnen, degene die zich als tegenstander moet voordoen, boven alles wat God heet uitstijgen, of die aanbeden wordt en durft in Gods tempel plaats te nemen en zich aanstellen alsof hij God was...’ [II Th 2: 3-6].

Ziedaar, een concreet feit door de Heilige Geest aangehaald en door Sint Paulus duidelijk aangekondigd om de vrees die sommige geesten bezighoudt tegen te gaan en om de trouwe christenen te helpen op hun hoede te zijn tegen valse stelsels en onzekere en gewaagde voorspellingen.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

4. Film: Francesco [6/14]

Franciscus van Assisi (Assisi, Umbrië, 5 juli 1182 - aldaar, 3 oktober 1226) leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders, en werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 16 juli 1228. Franciscus was een zoon van Petrus van Bernardone, een lakenkoopman die op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk was. Zijn moeder gaf de baby de naam Giovanni [Johannes. Zijn vader doopte hem bij thuiskomst om tot Francesco, "Fransman." Franciscus bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten

Naar aanleiding daarvan bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen, ontevreden over de leegheid van zijn leven. Later, in 1205, kreeg hij een visioen in het kerkje van San Damiano. Hij wist zich aangesproken door de daar afgebeelde Gekruisigde: 'Franciscus, ga en herstel mijn huis'. Hij trok zich als een kluizenaar terug in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn, en hij bedelde zijn dagelijks voedsel bij elkaar, daarvan delend met anderen die nog minder hadden dan hij. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde 'Vrouwe Armoede'.

Zijn vader, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek vervallen was, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten keren naar een werelds leven. Uiteindelijk legde Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op het plein bij de bisschop zijn kleren aan de voeten van zijn vader [die ze immers betaald had], en wijdde zich toe aan God met de woorden: "Nu kan ik werkelijk zeggen: Onze Vader in de hemel", waarop de bisschop zijn mantel om hem heen sloeg.

Dit docudrama uit 1989 duurt 157 minuten en valt onder gezamenlijke regie van Italië en West-Duitsland. Regisseur is Liliane Cavani en de acteurs zijn Mickey Rourke [Francesco], Helene Bonham Charter [Chiara], Andréa Férreol en Paolo Bonacelli [zijn ouders], Maria Ardof [Kardinaal Ugolin], Nicolas Dutch [Kardinaal Colonna] en Hans Zischler [Paus Innocentius III].


5. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 247]

Hoofdstuk 12. Taizé, een voorlopige roeping

Bevrijding in het Oosten

Van 28 december 1989 tot 2 januari 1990 richtte Taizé voor het eerst haar traditionele Europese Bijeenkomst van het jaareinde zoals aangekondigd in Polen in, het Oost-Europese land dat Broeder Roger het best kende. Vijftig duizend deelnemers uit Oost en West waren in Wroclaw, waaronder voor het eerst een betekenend aantal jongeren uit landen kwamen die de Sovjet-Unie vormden. Het gezamenlijk gebed dat alle deelnemers samenbracht in de kerken van de stad of in het gemeentelijk stadion ging door in meer dan vijftien talen.

In diezelfde maand december beleefde Roemenië de val van het regime van Nicolae Ceaucescu die al twintig jaar aan het bewind stond. Deze revolutie bracht veel emotie teweeg, omdat ze, in tegenstelling tot de ‘fluwelen revolutie’ die tegelijkertijd in Tsjecho-Slowakije doorging, veel slachtoffers eiste: meer dan duizend. Enkele dagen na de val van Ceaucescu besloot Broeder Roger om naar Roemenië te gaan met twee Broeders, zoals steeds bezield met een bijna ingeboren gevoel van medelijden: bij degenen die lijden zijn zij die angstig zijn, zij die hopen. ‘We hebben met jongeren gesprekken gevoerd’, schreef Broeder Roger sober in de korte pagina’s die hij aan dit bezoek wijdde.

Later gaf hij verslag over een gesprek dat hij met een jonge Roemeen voerde: "In die belangrijke dagen, uit liefde voor de vrijheid van zijn volk, had hij zelfs zijn leven op het spel gezet. Hij zei me dat hij toen een fundamentele werkelijkheid besefte: zonder verzoening is er geen toekomst om zich als persoon te ontwikkelen, ook niet voor een volk en voor de opbouw van Europa."

Het einde van de communistische regimes in Oost Europa bracht een verkeersvrijheid met zich mee die het leven van Taizé omgooide. De jonge katholieken of orthodoxen stroomden toe op de heuvel. Volgens de Gemeenschap ‘verdubbelde het aantal jongeren dat naar Taizé kwam’. Om de kerk van de Verzoening uit te breiden werd een ruim voorportaal met plat dak opgericht. Het eenvoudige gebouw met muren in hout bekleed draagt bolvormige torentjes zoals de orthodoxe kerken. Het voorportaal komt uit in de kerk met losse schutsels die de nodige ruimte voor het gebed kunnen aanpassen. Steeds de ‘dynamiek van het voorlopige’... Tijdens de zomer werd de orthodoxe liturgie nu twee of driemaal per week gevierd.

Vertaling: Broeder Joseph

6. Jezus' tijdgenoten [aflevering 167]

Hyrcanus II

Hyrcanus II was de laatste heerser uit de Joodse dynastie van de Hasmoneeën. Hij was de oudste zoon van Alexander Janneüs en Salomé Alexandra en de broer van Aristobulus II. Hij is de geschiedenis in gegaan als iemand met een niet erg sterke persoonlijkheid, die gemakkelijk door anderen te beïnvloeden was. Van alle hogepriesters en Hasmoneese etnarchen was Jan Hyrcanus II de armzaligste zo niet de meest tragische.

Burgeroorlog met Aristobulus

Tijdens de regering van zijn moeder Salomé Alexandra bekleedde Hyrcanus het ambt van hogepriester. Het was Alexandra's bedoeling dat Hyrcanus haar na haar dood ook zou opvolgen, maar toen zij op sterven lag riep Aristobulus een leger bijeen en pleegde deze een staatsgreep. Hyrcanus vluchtte daarop naar de Nabateese koning Aretas III in Petra.

Verslagen door Judas Aristobulus werd de zwakke Hyrcanus de speelbal van de eerzuchtige Idumeër Antipater, vader van Herodes de Grote en van de Nabateense koning Aretas III. Ze speelden de beschermers van Hyrcanus en ambieerden het politiek leven te beheersen. Hun gebundelde krachten dwongen Aristobulus tot verschuilen op de Tempelberg van Jeruzalem waar hij omsingeld werd. Tijdens dat conflict werd de charismatische regenmaker Honi of Onias gestenigd door de aanhangers van Hyrcanus. Ze waren razend geworden door de weigering van de heilige man om Aristobulus en zijn aanhang te vervloeken.

Vertaling: Broeder Joseph

7. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 6]

Hoofdstuk 1: Vanaf de dood van de H. Jozef tot het doopsel van Jezus in de Jordaan

Verhuizing naar een dorp nabij Kafarnaüm

Ook Neftali, Bartolomeüs genaamd, meen ik hier gezien te hebben. Ook hij werd getroffen door een oogslag van Jezus.

Maria bleef bij Maria van Kleofas te Nazareth, wier derde man Jonas, het huis van Anna beheerde. Jezus reisde met twee van zijn jeugdvrienden naar het gewest van Hebron in Judea. Deze twee bleven Hem echter niet trouw en werden tegen Hem ingenomen en hebben zich pas bij Jezus' verschijning [aan de 500], die op de berg Tebez in Galilea plaats had, bekeerd en bij de Gemeente aangesloten. [Tebez schijnt ons een van de toppen van het Klein-Hermongebergte te moeten zijn].

Ik heb Jezus op zijn doorreis te Betanië in het huis van Lazarus zien gaan. Lazarus zag er veel ouder uit dan Jezus: hij leek me wel 8 jaren ouder. hij had een groot huishouden, met talrijke dienstboden, uitgestrekte goederen en tuinen. Martha had haar eigen woning. Zij had, benevens Magdalena, nog een zuster, die afgezonderd en op haar eigen leefde en Maria heette. Ook zij had een afzonderlijke woning. Maar Magdalena leefde nu te Magdalum [ten noorden van Tiberias op de westkust van het Meer Gennezareth] in haar kasteel. Lazarus is sedert lang met de H. Familie bekend. Reeds vroeger had hij Jozef en Maria bij hun vele aalmoezen ondersteund. Ik zag ook duidelijker dan ooit hoeveel Lazarus voor Jezus' Gemeente van de aanvang tot het einde gedaan heeft: hoe de schat, waarvan Judas de beheerder was, en alle eerste inrichtingen [b.v. van herbergen voor Jezus en de leerlingen op hun missietochten] uit zijn vermogen gesticht waren. Te Jeruzalem bezocht Jezus ook de tempel.

8. Ongeschonden lichamen: Catherina van Siena [1347-1380]

Tijdens de periode dat de kerk gerestaureerd werd, werd het graf in april 1855 opnieuw geopend, in aanwezigheid van de overste van de Orde en veel geestelijken, en er werd een aanzienlijk deel van de heilige relikwieën naar het Klooster van de H. Dominicus in Stone gestuurd, het Moederhuis van de Engelse congregatie van de Zusters der Boetvaardigheid dat de naam van de H. Catharina draagt. Deze relikwieën, die twee zilveren en kristallen relikwiekastjes van elk zo’n 9 cm lengte vulden, bestaan uit delen van de beenderen en de huid in de vorm van grijze as, gemengd met gouddraden die waarschijnlijk resten zijn van het gouden kleed waar het heilige lichaam in was gewikkeld. Eén van deze relikwiekastjes staat in het Klooster van de H. Dominicus in Stone, het andere in het klooster van de H. Catharina in Bow, in de buurt van Londen.

Vertaling: Mario Lossie

9. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 52: Lupa Coelestina [De celestijnse wolvin]

Eugenius IV [1431 - 1447]

Echte naam: Gabriele Condulmer [Venetië, 1383 - Rome, 23 februari 1447]

Tijdens het pontificaat van paus Martinus V trad Gabriele op als legaat in Icenum en als bemiddelaar om een einde te maken aan de onrust die ontstaan was onder de inwoners van Bologna. Zijn gedecideerde optredens zouden een voorbode worden voor zijn latere benoeming tot de opvolger van paus Martinus V.

Het conclaaf vond plaats in de sacristie van de basiliek Santa Maria sopra Minerva, omdat op dat moment het Vaticaan te onveilig werd geacht. Tijdens de voorbespreking van het conclaaf werd bepaald, dat de nieuwe paus de helft van de pauselijke inkomsten met de kardinalen zou delen en dat de paus met het College van Kardinalen alle grote vragen op religieus en wereldlijk gebied zou bespreken.

Al in de eerste stemronde op 3 maart 1431 werd Gabriele Condulmer unaniem gekozen en nam hij de naam Eugenius IV aan. De kroning volgde op 11 maart 1431 en werd uitgevoerd door Lucido de’ Conti in de Oude Sint-Pietersbasiliek.

Chris De Bodt

10. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

Boodschap 3402 van 21/11/2010

Lieve zonen en dochters, de hemelen van de wereld zullen nederdalen en er zal lijden zijn in vele streken van de wereld. Dit is de tijd van beproevingen voor de mensheid. Kniel neer in gebed en u zult zegevieren. Verlies het hart niet omwille van uw moeilijkheden. Ik zal tot Mijn Zoon Jezus spreken voor u. Heb moed, geloof en hoop. Morgen zal het beter zijn voor de mannen en vrouwen van het geloof. Jemen en Algerijë: de dood zal komen en er zal grote vernietiging zijn. Ik lijd om wat u afkomt. Open uw harten voor de Heer en leef naar het Paradijs gekeerd, waarvoor u geschapen bent. Verlaat het pad niet dat Ik u aangetoond heb. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Blijf in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt



Foto




Weetjes over Medjugorje

Geografie

Kroatië

Bosnië en Herzegovina

Godsdienst

Wetenschap

Portret van de zieners

Maria's uiterlijk

De 5 pijlers van het geloof

Vragen en antwoorden

Standpunt van het Vaticaan

Ratzinger bezocht ooit Medjugorje "incognito"

1e onderzoekscommissie

2e onderzoekscommissie

3e onderzoekscommissie

4e onderzoekscommissie

De kwestie Herzegovina 1

De kwestie Herzegovina 2

De kwestie Herzegovina 3

Profetieën nemen hun tijd

Mirjana meer en meer op de voorgrond

Bestemming van de ziel

De Podbrdo [Verschijningsberg]

De Krizevac [Kruisberg]

Het Votiefkruis

Parochiekerk Jacobus de Meerdere

Uitbreiding biechtgelegenheid

Kapel der Twee Harten

Oasi delle Pace

Verrezen Christus

Cumunità Cenacolo

Mother's Village

Vr. Slavko Barbaric

Vr. Jozo Zovko

Vr. Pétar Ljubicic

Ratko Perics toorn

Heeft Zanic Medjugorje verraden?

Vr. Amorthe betreurt apathie

Siroki Brijeg

Retraîtekasteel

Zr. Emmanuel Maillard

Ivans gebedsgroep

Nedjo Brecic

Christoph Schönborn

St. Stephansdom, Wenen 2012

Scalambra & Casale Monferetto

Madonna van Civitavecchia

Little Audrey Santo

Maria's verjaardag

Medjugorje en Moederdag

De IIPG [1]

De IIPG [2]

De IIPG [3]

De IIPG [4]

De IIPG [5]

De weide van Gumno

De priester die verdween

Nieuwe taksen op logies

Mirakel van de Maan

Documentaire 1983

BBC Documentaire 2010

Documentaire Mary TV

The Miracle of Medjugorje


Interviews Medjugorje

Mirjana Dragicevic [2008]

Mirjana Dragicevic [1998]

Mirjana Dragicevic [1983]

Mirjana Dragicevic [1989]

Mirjana Dragicevic [1]

Mirjana Dragicevic [2]

Mirjana Dragicevic [2009]

Vicka Ivankovic [2008]

Vicka Ivankovic [1983]

Vicka Ivankovic [2007]

Vicka Ivankovic [1988]

Vicka Ivankovic

Ivan Dragicevic [2003]

Ivan Dragicevic [2004]

Ivan Dragicevic

Ivanka Ivankovic [1983]

Ivanka Ivankovic [1989]

Ivanka Ivankovic

Pétar Ljubicic [2004]

Pétar Ljubicic [2006]

Pétar Ljubicic [2008]

Slavko Barbaric [1987]

Gabriele Amorth [2002]

Jakov Colo

Jakov Colo

Jakov Colo [2007]

Marija Pavlovic [2008]

Marija Pavlovic [1989]

Marinko en Dragico Ivankovic [1983]

Damir Coric [1983]

Marica Kvesic [1983]

John en Andja Setka [1983]

Jelena Vasilj [2002]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Zlatko Zudac [1999]

Bisschop Hnilica [2004]





Overige Weetjes

Bestemming van de Ziel

Theresia van Lisieux
over het Vagevuur

Maria Simma

De invloedrijkste vrouw

Engelen

Twaalf stappen voor een gelukkig heengaan

Twaalf fabels over het Katholieke geloof

Pater Pio en Karol Woijtyla

San Nicolàs de los Arroyos

La Madonna del Ghisallo

O.L.V. Van den Oudenberg

Fatima:
Reeds eeuwen Mirakels

Jacinto Marto uit Fatima
door Fr. Robert J. Fox

Profetieën nemen hun tijd

Jacinto Marto uit Fatima
door Zr. Lucia Dos Santos

Ingrid Betancourt

Dikwijls gewichtige feiten
nà verschijningen

satans opzet

De Graal van Valencia

Notre-Dâme du Laus

Kibeho, Rwanda

Esther en Mordechai

Monte Cassino

Gods adres

Jezus' geboortekerk [1]

Jezus' geboortekerk [2]

De Komeet Lulin

De Komeet Elenin

De Komeet Honda

Samuel Alexander Armas

De Geur van Regen

Jaar van de Priesters

Dr. Gloria Polo's terugkeer

Ian McCormack: Een blik
in de eeuwigheid

Middel tegen komende pandemie

Kim Phuc

Michael Anderson

Zeven kenmerken
van een goede vader

O.L.V. van Las Lajas

Vaders Liefdesbrief

O.L.V. van Ocatlàn

Elena Desserich

Rom Houben

Overlijden Mari-Loli Mazon

Advent

Gered door een engel?

Kerst in de loopgraven

Mgr. Peter Savelbergh

Ontdekking v/d sarcofaag v/d H. Philomena

De Heilige Mis

Petrus Lombardus

Oscar, de kat

Tieners, geef hen nooit op!

Ontdekking te Nazareth

Efeze: Maria's Huis

Wonderdadige Medaille

De rivier Kwai

De Exodus

Valentino Mora

Het vijfde Maria Dogma

Elizabeth Kindelmann

H. Louis de Montfort

H. Clelia Barbieri's
miraculeuze stem

Steven en Djaingo

Het wonder van San José

Aalst, België's 9/11

Het getal 11

Maria en het getal 101

Sterven op 33

Is dit St. Jozef's graf?

Het Kerstverhaal
en Koning Herodes

De Kardinale Climax

Winterzonnewende 2010

En de maan werd rood

Schoonheid van Wijwater

De dag die ontbrak

Het celibaat

De vierde ruiter van de Apocalyps

De maagdelijke geboorte

Jordanië claimt oudste christelijke vondst

Colton Burpo versus Stephen Hawking

H. Gelaat van Manoppello

Padre Pio: under investigation

Grace

Michael Browns retreat

7 niveau's van het liegen

De dood van Sint Jozef

De dood van Maria

Betekenis van Maria's naam

Het Aramees in opmars

De Bosnische pyramiden

Brugge, het Jeruzalem van het Noorden

Wonder te Skopje


Diverse Profetieën
Miscellanous Prophecies

Profetieën nemen hun tijd

Is dit de tijd waarover ze spraken?

Garabandal [1961-65]

Israël en Bijbelse Profetie

Pinksterprofetieën 1975

Quito [17de eeuw]

Kenmerken v/d antichrist

A.C. Emmerich [1]

A.C. Emmerich [2]

De Kremna Profetieën

Hildegard van Bingen

Belpasso [1986-88]

2 Noorse profetieën

La Salette [1846]

Anna Maria Taigi

Diversen

Heilige Mechtildis

Non van Tours

Heilige Nilus

Bernardine Von Busto

Non van Bellay

Kloosterling Hilarion

Don Giovanni Bosco

Elizabeth Canori Mora

Judah Ben Samuel

Jeanne Le Royer

Giacchino di Fiore

Bartholomeüs Holzhauser

Madeleine Porsat

De profeet Daniël

Kibeho, Rwanda

Ida Peerdeman

H. Ireneüs van Lyon

Methodius van Olympus

H. Hippolytus van Rome

Firmanus Lactantius

De Berkenboomprofetieën

Dr. Arnold Fruchtenbaum

H. Ephraïm de Syriër

H. Cesarius van Arles

Columba van Ierland

Elena Aiello

Beda, de eerbiedwaardige

Odilia van de Elzas

Johannes Damascenus

Adso, de Monnik

Anselmus van Canterbury

H. Vincent Ferrer

Joachim van Fiore

Johannes Friede

Thomas van Aquino

John of the Cleft Rock

Franciscus van Paola

H. Birgitta van Zweden

Robertus Ballarminus

Dionysus van Luxemburg




















Het Laatste Geheim

1. Een enorm mysterie

2. Sterk en zedig

3. Dagen van duisternis

4. Moeder van de Heer

5. Boven de zon

6. Gog en Magog?

7. Door de straten van de stad

8. Vanop de hoogste bergen

9. Kleine geheimen

10. Klokslag twaalf

11. Lichten, geluiden, graven

12. De klokken luiden

13. Donderslag in de verte

14. Geheime aanwezigheid

15. Vuurzuil

16. Geheimen van de Rozenkrans

17. Het voorteken

18. De zeven

19. Het voorgevoel

20. Signalen en vloeken

21. Afschuwelijke wonderen

22. De kastijding

23. Naschok

24. Waar duivels beefden

25. Geheime Martelaren

26. Geheim van de gehoorzaamheid

27. Geheim van het vertrouwen

28. Ik wacht op u

29. De geest van opstand

30. Genade en rechtvaardigheid

31. De Profetie

32. Voorbij de grenzen
van de kennis

33. Geheimen in
Amerika en Europa

34. Geboren in de hel

35. Cathérina's geheim

36. Geleende tijd

37. Ik zal uw Moeder zijn

38. Het grote Teken

39. Koningin van de Eeuwigheid











Thomas à Kempis
De navolging van Christus

Boek 1.1

Boek 1.2

Boek 2

Boek 3.1

Boek 3.2

Boek 3.3

Boek 4.1

Boek 4.2



Novenen

Maria Onbevlekte Ontvangenis

OLV van Lourdes

OLV Van Fatima

OLV Van Banneux

OLV van de Berg Carmel

OLV Hemelvaart

H. Maagd van de Wonderdadige Medaille

Maria Lichtmis

Don Bosco

Maria Boodschap

Sint Jozef

Heilige Familie

Goddelijke Barmhartigheid

Heilige Geest

Kindje Jezus

Engelbewaarder

Aartsengel Michaël

Aartsengel Gabriël

Franciscus van Assisi

Antonius van Padua

Pater Pio

Heilige Benedictus

Heilig Hart van Jezus

Heilige Rita

Sint Valentijn

OLV van Altijddurende Bijstand

Jean Marie Vianney

Theresia van Lisieux

Maria, die de knopen ontwart

OLV van de Bezoeking

Zielen in het Vagevuur

Kracht van het Kruis
tegen het kwade

H. Gelaat van Jezus

Hart van Jezus en Maria

Kindje Jezus van Praag

OLV van Genezing

Miraculeuze Maagd

Pater Damiaan

Heilige Anna

H. Maria Goretti

Heilige Peregrinus

Heilige Expeditus

Sint Joris

H. Margareta van Cordoba



Films

Padre Pio

The Miracle of Our Lady of Fatima

The 13th Day

Het Lied van Bernadette

One Night with the King

Faustina

Docu: Faustina Kowalska

Docu: Mariaverschijningen

Docu: OLV van Guadalupe

Vincentius a Paolo

Sint Paulus

Sint Petrus

Docu: Pater Damiaan

Passion de Jeanne d'Arc

Story of Father Damien

Docu: Garabandal

Exorcism of Emily Rose

The Nativity Story

Don Johannes Bosco

The Passion of The Christ

King David

Romero

Jean de Florette

Manon des Sources

Abraham

Mozes

Solomon

Jacob

Francesco

A man for all seasons

The Apocalypse

Docu: H. Maria Goretti

Docu: The birth of Israël

Docu: The six-day war

Docu: Ghosts of Rwanda

Becket

Gospel of Luke

Gospel of Matthew

Gospel of John

Acts

Unsolved mysteries

Joseph

Samson and Delilah

H. Rita van Cascia

Thérèse de Lisieux

Isaak, Jacob & Esau

Fray Martin de Porres

Lourdes [2000]

Clara & Francisco

Maria Goretti

Mother Theresa




Astronomische verschijnselen

28/11/2011



Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs

 

Real Time Web Analytics

Page Content

Page Content