KEURMEESTERSREGLEMENT BCK
Duivenkeuringen volgens de erkende internationale standaardnormen, in de schoot van de verenigingen dienen aangevraagd te worden met de medewerking van de Belgische Commissie van Keurmeester (B.C.K.) die hiervoor erkende keurmeesters zal aanduiden. Deze commissie werkt onder auspiciën en toezicht van de K.B.D.B.
Art. 1
Om als B.C.K. keurmeester aanvaard of erkend te worden, moet de kandidaat voldoen aan volgende voorwaarden :
a) Minstens 25 jaar oud zijn (vanaf 18 jaar onder begeleiding en/of toezicht van een erkende keurmeester B.C.K.).
b) Geen handel drijven in duiven of duivenbenodigdheden, erkend door het bezit van een handelsregister, op zijn naam of op naam van zijn echtgenote.
c) Het bewijs voorleggen van 3 jaar lidmaatschap bij de K.B.D.B.
d) Woonachtig zijn in België. Uitzonderingen hierop kunnen toegestaan worden door het bestuur van de B.C.K.
e) Aangenomen worden door de keurmeestercommissie; een stage als aspirant-keurmeester loopt over 2 seizoenen en minstens 5 keuringen per seizoen. Aspiranten moeten ook minstens1 dag meewerken tijdens de nationale dagen en hebben gedurende hun stage geen recht op vergoedingen.
f) Slagen in de door de keurmeestercommissie opgelegde theoretische en praktische proeven nà de lessencyclus. Voor de praktische examens is er slechts één herkansing mogelijk, zonder de volledige lessencyclus opnieuw te moeten volgen.
g) Een bewijs van goed gedrag en zeden kunnen voorleggen.
h) Betrokkene mag geen effectieve schorsingen opgelopen hebben, opgelegd door de K.B.D.B.
Art 2
a) Wie het diploma van keurmeester, afgeleverd door een andere federatie kan voorleggen of bewijzen, bekomt geen keurmeesterkaart B.C.K, vooraleer voldaan te hebben aan art 1. a. tot en met 1.h., uitgezonderd 1.c
b) Een keurmeester die gedurende twee opeenvolgende jaren nalaat zich administratief in orde te stellen bij de K.B.D.B, wordt niet meer aanzien als keurmeester BCK en wordt automatisch van de keurmeesterlijsten geschrapt.
c) Wanneer de BCK beslist aspirant-keurmeesters aan te werven, zal dit medegedeeld worden in het bondsblad.
Art 3
De toetreding tot het BCK keurmeesterkorps behelst tevens een volledige onderwerping aan de reglementen en onderrichtingen uitgaande van de B.C.K.
Art 4
Erkende keurmeesters kunnen tijdelijk of definitief geschorst worden indien de statuten, reglementen of onderrichtingen niet worden nageleefd. Inbreuken hierop worden overgemaakt aan de voorzitter van de B.C.K.
Art 5
a) Iedere klacht tegen een keurmeester zal ernstig onderzocht en afgewerkt worden door het bestuur van de B.C.K.
b) Iedere keurmeester die het voorwerp uitmaakt van een onderzoek, heeft het recht zich schriftelijk of mondeling te verdedigen voor de B.C.K.
Art 6
Een keurmeester mag geen enkele keuring uitvoeren zonder te zijn aangeduid.
Art 7
Wanneer een keurmeester door het secretariaat is aangeduid, moet de keurmeester het oproepingsformulier binnen de vijf dagen beantwoorden aan de secretaris B.C.K.
Art 8
Elke aangegane verbintenis moet de keurmeester stipt en volledig vervullen. Indien hij door onvoorziene omstandigheden belet moet geven, moet dit steeds schriftelijk en onmiddellijk aan de secretaris BCK gemeld worden. Indien deze onvoorziene omstandigheden zich echter voordoen enkele dagen of vlak vóór een keuring, dient de betrokkene dit telefonisch én schriftelijk (brief, fax, e-mail
) te melden, zodat een plaatsvervangende keurmeester alsnog kan aangeduid worden.
Art 9
De coördinator doet in overleg met de aanwezige keurmeesters de taakverdeling. Hij zorgt voor het goede verloop van de keuring, is de contactpersoon tussen de inrichters en is verantwoordelijk voor het invullen van de formulieren.
Art 10
Voor iedere keuring wordt een coördinator aangeduid door de secretaris BCK of door én in overleg met de aanwezige keurmeesters. De keurmeesters moeten minstens 15 minuten voor de aanvang van de keuring aanwezig zijn en blijven tot het einde van de keuring, dwz totdat alle uitslagen en/of klassementen zijn opgemaakt.
Art 11
a) Vóór aanvang van de keuring ontvangen de keurmeesters van de coördinator een aantal keurfiches, in evenredigheid van het aantal door hen te keuren duiven. Zij dienen deze tijdens de keuring volledig en juist in te vullen en tevens te voorzien van hun naamstempel en handtekening.
b) Alle duiven van eenzelfde categorie moeten door dezelfde keurmeester gekeurd worden. De keurmeesters blijven tot het einde van de keuring tot de definitieve uitslag (nà eventuele herkeuringen) opgemaakt is van de reeks die betreffende keurmeester gekeurd heeft.
c) Een keurmeester keurt in principe een 60-tal duiven per keuring. Dit geldt als een aanbeveling en is bijgevolg te interpreteren volgens de geest en niet volgens de letter van het reglement.
d) Kledij keurmeester: er wordt van ons keurmeesters verwacht dat we een zekere uitstraling hebben. We vragen dan ook dat onze keurmeesters behoorlijk gekleed gaan keuren (met hemd én das).
e) Bij de keurmeester zal de objectiviteit voorop staan. Er is maar één uitgangspunt en dat is de standaardduif. Een keuring is dan ook een momentopname wanneer de keurmeester de duif beoordeelt. De beslissing van de keurmeester is onherroepelijk. Openbare kritiek op een collega-keurmeester is onaanvaardbaar.
Art 12
a) Deelnemende duiven aan een keuring moeten op naam van de deelnemende liefhebber ingeschreven of gemuteerd zijn.
b) Het vaccinatieformulier tegen paramyxovirose dient voorgelegd bij de inkorving.
c) Door hun deelname aan een keuring verklaren de liefhebbers zich akkoord met de reglementen van de B.C.K.
Art 13
a) keurverslagen : van elke keuring wordt een keurverslag opgemaakt in 3-voud (1 ex voor de inrichtende vereniging, 1 ex voor secretariaat B.C.K. en 1 ex voor de keurmeester). De coördinator vult het formulier duidelijk en volledig in wat betreft het aantal en soort gekeurde duiven(oude, jaarlingen, jonge, sportklasse of onbevlogen, ..). Op dit formulier dient iedere keurmeester zijn naamstempel alsmede zijn handtekening te plaatsen. Het keurverslag wordt door de coördinator gecontroleerd, verder aangevuld met eventuele opmerkingen en na zijn naamstempel en handtekening te hebben geplaatst aan de inrichters voorgelegd. Na hun eventuele opmerkingen genoteerd te hebben moet dit verslag ondertekend worden door minstens 2 personen van de inrichtende vereniging.
b) Ontvangstbewijs : elke keurmeester dient na een keuring duidelijk en volledig een ontvangstbewijs (in 2-voud) in te vullen, af te stempelen en na ondertekening af te geven aan de coördinator. Deze laatste overhandigt 1 ex aan de inrichters en stuurt binnen de week het andere exemplaar samen met het keurverslag op naar het secretariaat van de B.C.K.
Art 14
a) De keuringen dienen geleidelijk aan verricht te worden, bij puntenschaal opgesteld door de F.C.I.
b) Enkel de officiële keuringskaarten B.C.K. mogen gebruikt worden.
Art 15
De B.C.K. en hun keurmeesters zijn niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen
Art 16
De gegevens in verband met de keurmeesterloopbaan van alle keurmeesters zullen bijgehouden worden op het secretariaat B.C.K. Indien deze gegevens de B.C.K. en/of de K.B.D.B. aanbelangen, zullen deze medegedeeld worden.
Art 17
a) Voor elke uitgevoerde keuring ontvangt de keurmeester een vergoeding volgens officieel vastgesteld tarief. Deze bedraagt 0,25 euro (=10 oude BEF) per duif.
b) De kilometervergoeding wordt vastgesteld op 0,22 euro/km. Er dient evenwel op gewezen dat er zo veel mogelijk aan carpooling wordt gedaan, dit om de onkosten van de inrichters zo beperkt mogelijk te houden. Bij aanduiding voor een keuring zal zoveel mogelijk door de secretaris rekening gehouden worden met de woonplaats van de keurmeesters en met de ligging van het keuringslokaal.
c) De keurmeester heeft recht op een gratis maaltijd, inclusief dranken tijdens de keuring.
d) De hierboven vermelde kosten dienen door de inrichters te worden gedragen.
Art 18
a) De jaarlijkse algemene vergadering B.C.K. heeft plaats een zaterdag in oktober nà het speelseizoen. Plaats en datum zullen ieder jaar eind september aan onze keurmeesters medegedeeld worden door de secretaris B.C.K.
b) Bestuur B.C.K. bestaat uit voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en twee commissarissen. De verkiezing van het bestuur B.C.K. is steeds in oktober, samen met de algemene vergadering door de aanwezige keurmeesters (verplichte aanwezigheid bij stemrecht). Conform de verkiezingstermijnen van de nationale en provinciale mandatarissen. Iedere keurmeester kan zich kandidaat stellen als bestuurslid.
Art 19
a) Standaard Nationale Dagen : we onderscheiden twee categorieën : sportklasse en onbevlogen klasse. In iedere klasse zijn er oude duivers en duivinnen, jonge duivers en duivinnen. Men mag in de standaardreeksen een onbeperkt aantal duiven inschrijven. Voorwaarde voor deelname aan de sportklasse : voor oude duiven minstens 5 prijzen of 500 km-prijs , voor jonge duiven minstens 3 prijzen of 250 km-prijs het seizoen dat aan de keuring voorafgaat.. Beauty-cups tijdens de nationale dagen in de bevlogen klasse zullen worden uitgereikt aan de mooiste duiver (oud of jong) en mooiste duivin (oud of jong) met de meeste punten.
Deze keuring valt binnen het criterium van de B.C.K.
b) Criterium B.C.K. : zelfde voorwaarden als tijdens de nationale dagen. Plaats en datum zullen in het bondsblad medegedeeld worden.
c) Olympiade : voor de Olympiade blijft een gratis service bij de liefhebbers thuis bestaan. Alvorens te mogen deelnemen aan de finale keuring voor een Olympiade, moeten de duiven minstens éénmaal deelgenomen hebben aan een préselectie.
d) Kosten : voor nationale dagen, criterium, préselecties en finale keuring Olympiade bedragen de kosten thans1,25 euro/duif (prijs wordt jaarlijks op de algemene vergadering vastgelegd).
Art 20
Alle wijzigingen aan de reglementen en beslissingen binnen de B.C.K. genomen, geschieden bij meerderheid van stemmen. Bij staking der stemmen zijn de voorstellen steeds verworpen.
|