Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De gewone of Indische wandelende tak (Carausius morosus), ook wel aangeduid als psg 1 is een langgerekt insect dat de naam dankt aan de zeer goede camouflage waardoor het hele lichaam op een takje lijkt. Wandelende takken en -bladeren vormen samen de orde van insecten die Phasmatodea wordt genoemd.
De maximale lengte van een volwassen dier is ongeveer 10 cm en deze soort heeft, anders dan veel andere soorten, ook een schrikkleur; het bovenste deel van de binnenzijde van de voorpoten is bij volwassen exemplaren felrood gekleurd. Bij een aanval worden snel de voorpoten gespreid waardoor de felle kleuren de predator eventjes afleiden. Daardoor kan de wandelende tak een 'vallende tak' worden door zich naar beneden te laten vallen en zo te ontkomen. Belangrijke vijanden zijn vogels, hagedissen en rovende insecten.
Eieren van
Carausius morosus, 1,5 mm groot.
Bijzonder is dat bij deze soort geen mannetje aan de voortplanting te pas komt: vrouwtjes leggen onbevruchte eieren waar weer alleen vrouwtjes uit komen (maagdelijke voortplanting of parthenogenese). Mannetjes komen in gevangenschap nooit voor. Wel komen er gynandromorfen voor; vrouwtjes die op mannetjes lijken en deze soms ook nabootsen qua seksueel gedrag. Bij veel andere soorten wandelende takken komen mannetjes wel voor in gevangenschap.
De kleine takjes die uit de eitjes (met een knopje aan een uiteinde) komen lijken in alles precies op hun moeder, behalve in grootte. Zij (het zijn bijna altijd vrouwtjes) leeft als een volwassen dier enkele maanden en legt in die tijd enige honderden eieren (2-3 per dag), die na 2-3 maanden uitkomen, afhankelijk van de temperatuur. Na zes vervellingen zijn de dieren volwassen. In het nimfestadium verloren gegane poten en voelsprieten kunnen bij volgende vervellingen tot op zekere hoogte worden geregenereerd, het succes hiervan is afhankelijk van het aantal vervellingen dat nog volgt.